Lees voor het gebruik van de PF- 500 de "Voorzorgsmaatregelen" op de bladzijden 3 - 4.
BELANGRIJK
Controleer uw spanningsvoorziening
Let erop dat uw plaatselijke netspanning overeenkomt met het op het naamplaatje aangegeven
voltage. In sommige gebieden kan een spanningskeuzeschakelaar voorzien zijn aan de onderzijde
van het toetsenbordgedeelte. Let erop dat de spanningskeuzeschakelaar staat ingesteld op de
juiste netspanning in uw gebied. De spanningskeuzeschakelaar staat af fabriek op 240 Volt.
Gebruik om de instelling te veranderen een platkopschroevendraaier om het instellingsschijfje
zo te draaien dat het juiste voltage naast het pijltje op het paneel staat.
Inleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN:
tronische producten van Yamaha zijn voorzien van labels,
zoals hieronder afgebeeld, of gegoten, gestempelde of
gestanste afbeeldingen met deze aanduidingen. De uitleg
van deze aanduidingen wordt op deze bladzijde beschreven. Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen
alsook van de waarschuwingen in het veiligheidsinstructiegedeelte.
De elek-
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op
de aanwezigheid van belangrijke
bedienings- en onderhoudsinstructies
in de handleiding van het product.
De bliksemschicht met pijlpunt, in de
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om
de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van ongeïsoleerde gevaarlijke spanningen in de behuizing
van het product, die voldoende groot
kunnen zijn om een gevaar voor een
elektrische schok te vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING:
producten van Y amaha zijn getest en goedbevonden door
een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn
dat, als het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en
gebruikt wordt, er geen voorspelbare risico’s zullen zijn.
Modificeer het instrument NIET en vraag ook anderen
niet om het instrument te modificeren wanneer Yamaha
zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven.
Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheidsstandaard
van het product verlaagd worden. Als er aanspraak wordt
gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd worden indien
het product toch gemodificeerd is. Dit kan ook van
invloed zijn op andere garanties.
Alle elektronische
productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om
ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden,
willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Kennisgeving batterij:
oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing)
vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van zo’n
batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk
wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om de vervanging uit te voeren.
Waarschuwing:
demonteren of te verbranden. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Gooi gebruikte batterijen meteen en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg.
Opmerking: In sommige landen bent u volgens de wet
verplicht defecte onderdelen te retourneren. U kunt de
dealer vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
Opmerking over verwijdering:
wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan
worden of omdat het apparaat om een of andere reden
aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u
er dan van wat de wettelijke regelingen op dat moment
zijn voor het verwijderen van producten die lood, batterijen, plastics, etc. bevatten.
OPMERKING:
brek aan kennis betreffende een functie of een effect
(mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder
de aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer deze handleiding zorgvuldig
en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
geeft de locatie van het naamplaatje aan. U vindt hierop
het modelnummer, serienummer, vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer, het serienummer en de aankoopdatum in de
hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook
uw officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebewijs is.
Dit product KAN een kleine, niet-
Probeer deze batterij niet op te laden, te
Als u dit product weg
Servicekosten die te wijten zijn aan ge-
De illustratie hieronder
PF-500
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat
juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich
echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan
te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting
reeds bestaande modellen daaraan aan te passen.
MILIEUZAKEN:
maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij
menen oprecht dat onze producten en de gebruikte
2
PF-500
Yamaha streeft ernaar om producten te
92-469
Model
Serienummer
Aankoopdatum
1
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen
dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of
andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Gebruik uitsluitend de spanning die als juist wordt aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd
op het naamplaatje van het instrument.
• Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil
dat zich erop verzameld heeft.
• Gebruik alleen het/de bijgeleverde netsnoer/stekker.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet,
plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een
plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
Niet openen
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit
elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat
geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en
laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de
buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en
plaats geen voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kandelaars, op het
instrument.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als
er plotseling geluidsverlies optreedt in het apparaat, of als er
plotseling een geur of rook uit het apparaat komt, moet u het
apparaat onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact
halen en het apparaat na laten kijken door gekwalificeerd
Yamaha servicepersoneel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen
dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken.
De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken
kan het beschadigen.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange
tijd niet gebruikt, of tijdens elektrische stormen, zoals onweer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een stopcontactverdeler. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
De standaard monteren
• Lees deze handleiding en de bijgeleverde documentatie over
de montage zorgvuldig door. Het niet in de juiste volgorde
monteren van de standaard kan beschadiging van het instrument en zelfs verwondingen tot gevolg hebben.
Locatie
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof,
extreem koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het
paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio,
stereo-installatie, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de TV of radio bijgeluiden
opwekken.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan
omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te
verplaatsen.
• Plaats geen voorwerpen voor de ventilatie-openingen van het
instrument, aangezien dit een adequate ventilatie van de interne componenten kan belemmeren en dit mogelijk tot oververhitting van het instrument kan leiden.
(1)B-7
1/2
PF-500
3
Aansluitingen
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische
componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten.
Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte,
droge, schone doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde
schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
• Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de
openingen op het paneel of het toetsenbord vallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het
instrument, aangezien dit het paneel of het toetsenbord kan
verkleuren.
• Leun niet en plaats geen zware voorwerpen op het instrument
en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of
gehoorverlies constateert.
De bank gebruiken (optioneel in de Benelux)
• Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar deze per ongeluk om kan vallen.
• Speel niet met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken
van de bank als opstapje of voor enig ander doel kan een ongeluk of letsel veroorzaken.
• Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op
de bank om schade of ongelukken te voorkomen.
• Als de schroeven van de bank los komen te zitten vanwege
lang extensief gebruik, moet u deze regelmatig vastschroev en
met het bij de bank geleverde gereedschap.
Data wegschrijven
Wegschrijven en back-up van uw data
• De data in het geheugen (zie blz. 43) gaan verloren als u het
instrument uitzet. Sla de data op in het opslaggeheugen (zie
blz. 43).
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het
instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(1)B-7
PF-500
4
2/2
■
Dank u voor het kiezen van de Yamaha PF-500 elektronische piano. Om optimaal gebruik te
maken van uw PF-500’s speelpotentieel en eigenschappen adviseren wij u deze handleiding
grondig door te lezen en deze op een veilige plaats te bewaren voor toekomstige raadpleging.
Over deze handleiding en het "Reference Booklet"
Deze handleiding bestaat uit vier hoofdgedeelten: “Introductie”, “Basisbediening”, “Gedetailleerde instellingen” en
“Appendix”. Er is ook een afzonderlijk “Reference Booklet” (Engelstalig referentieboekje) bijgeleverd.
Introductie:
Basisbediening:
Lees dit gedeelte alstublieft eerst. In het “Toepassingsindex” gedeelte op blz. 9 en “Eigenschappen” op blz. 12, kunt u leren hoe de PF-500 en zijn functies in bepaalde situaties te
gebruiken.
Dit hoofdgedeelte legt uit hoe u de basisbediening verricht. Bekijk dit gedeelte terwijl u de
PF-500 bespeelt. Als u vragen heeft of woorden tegenkomt die u niet begrijpt, raadpleeg
dan het gedeelte getiteld "Vragen over handelingen en functies’’ op blz. 90 of de "Index’’ op
blz. 102.
Gedetailleerde
instellingen:
Appendix:
Reference Booklet:
• De illustraties en LCD-schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor
instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
• Commercieel beschikbare data kopiëren is ten strengste verboden, met uitzondering van kopiëren voor
eigen gebruik door de koper.
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha alle
auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de
auteursrechten van derden. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle
computersoftware, MIDI files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke
programma’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke
bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK
GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Dit gedeelte legt uit hoe u gedetailleerde instellingen voor de PF-500’s verscheidene functies
kunt maken. Sla dit gedeelte na op het moment dat u een bepaalde functie nodig heeft.
Dit gedeelte helpt u met problemen oplossen, geeft een beschrijving van de presetvoices en
ander referentiemateriaal.
XG-voice-overzicht, MIDI-dataformat, enz.
Handelsmerken
•
Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer , Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
• Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Over deze handleiding en het “Reference Booklet” ...................................................................................................... 5
Voordat u de PF-500 gebruikt.............................................................................................................. 14
Over de pedalenconsole................................................................................................................................................ 14
Over de muziekstandaard............................................................................................................................................. 14
Het instrument aanzetten............................................................................................................................................. 15
Het displaycontrast afstellen......................................................................................................................................... 16
Het volume instellen..................................................................................................................................................... 16
Een hoofdtelefoon gebruiken ....................................................................................................................................... 16
Luisteren naar de demonstratiemelodieën .........................................................................................20
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs............................................................................................... 22
De 50 pianopresetsongs afspelen.................................................................................................................................. 22
Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs........................................................................................... 24
Voices selecteren en bespelen ............................................................................................................. 26
De pedalen gebruiken ................................................................................................................................................... 27
Twee voices combineren (dualmode).......................................................................................................................... 30
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode) ....................................................... 32
De metronoom gebruiken ............................................................................................................................................ 34
Een nieuwe song opnemen........................................................................................................................................... 35
Opnemen op [TRACK 1] ....................................................................................................................................... 35
Opnieuw opnemen op TRACK 1........................................................................................................................... 37
Gedeeltelijk opnieuw opnemen op TRACK 1 ....................................................................................................... 38
Opnemen op [TRACK2] ........................................................................................................................................ 39
Opnemen op de derde of verdere tracks [EXTRA TRACKS]............................................................................... 40
Data toevoegen aan of overnieuw opnemen over een bestaande song ................................................................ 40
Een voice of het tempo wijzigen na het opnemen................................................................................................. 41
De volumebalans tussen het afspelen van de song en uw eigen spel aanpassen [SONG BALANCE]................ 42
In de dual- of splitmode opnemen......................................................................................................................... 42
Opgenomen songs wegschrijven en met files werken...[FILE]............................................................ 43
Een opgenomen song of andere songs opslaan in het PF-500 opslaggeheugen...[SaveToMemory]........................ 45
Een geheugensong wissen...[DeleteSong].................................................................................................................... 46
6
PF-500
Inhoudsopgave
Een song hernoemen...[RenameSong]......................................................................................................................... 47
Het lettertype van het scherm wijzigen...[CharacterCode] ........................................................................................ 47
Een song afspelen .......................................................................................................................................................... 48
Track afspelen aan- en uitzetten................................................................................................................................... 50
Een PC aansluiten ......................................................................................................................................................... 53
Gedetailleerde instellingen maken ............................................................................................................................... 63
Gedetailleerde instellingen voor opnemen en afspelen [SONG SETTING] ........................................ 65
De timing van de noten corrigeren [Quantize]........................................................................................................... 65
Aangeven dat het afspelen onmiddellijk vanaf de eerste noot moet beginnen met afspelen [QuickPlay] .............. 66
Het kanaal afluisteren [ChannelListen]....................................................................................................................... 66
Data wissen van afzonderlijke kanalen [ChannelClear] ............................................................................................. 66
Het bereik aangeven en herhaaldelijk afspelen [FromToRepeat] .............................................................................. 66
De frase afspelen die wordt aangegeven door het frasenummer [PhraseMark]........................................................67
Een song herhaaldelijk afspelen [SongRepeat]............................................................................................................ 67
Gedetailleerde instellingen voor de metronoom METRONOME [SETTING] ...................................... 68
De maatsoort van de metronoom instellen [TimeSignature] .................................................................................... 68
Het volumeniveau van de metronoom instellen [MetronomeVolume] ...................................................................68
De voice voor de metronoom instellen [MetronomeSound]..................................................................................... 68
Gedetailleerde instellingen voor de voices [VOICE SETTING] ............................................................ 69
De octavering instellen [Octave].................................................................................................................................. 70
Het volumeniveau instellen [Volume] ........................................................................................................................ 70
De positie van de rechter- en linkerkanalen instellen [Pan]....................................................................................... 70
Ontstemmen (alleen in de dualmode) [Detune] ........................................................................................................ 70
Het reverbtype selecteren [ReverbType] ..................................................................................................................... 71
De reverbdiepte instellen [ReverbSend] ...................................................................................................................... 71
Het chorustype selecteren [Chorus Type] ................................................................................................................... 71
De chorusdiepte instellen [ChorusSend]..................................................................................................................... 71
De chorus aan-/uitzetten [ChorusOnOff]................................................................................................................... 72
Het DSP-type selecteren [DSP Type (DSP)] ............................................................................................................... 72
De snelheid van het vibrafoonvibrato-effect instellen [VibeRotorSpeed]................................................................. 72
Zet het vibrafoonvibrato-effect aan/uit [VibeRotorOnOff (RotorOnOff)] .............................................................. 73
De draaisnelheid van de draaiende luidspreker instellen [RotarySpeed (Rot.Speed)] ............................................. 73
De diepte van het DSP-effect aanpassen [DSPDepth]................................................................................................ 73
De helderheid van het geluid aanpassen [Brightness] ................................................................................................ 73
Het resonantie-effect aanpassen [HarmonicContent (Harmonic)] .......................................................................... 73
Het lage frequentiebereik van de equalizer aanpassen [EQ LowFreq. (EQ L.Freq)]................................................. 74
De versterking (boost/cut) van het laaggedeelte van de equalizer aanpassen [EQ LowGain]................................. 74
Het hoge frequentiebereik van de equalizer aanpassen [EQ HighFreq. (EQ H.Freq)]............................................. 74
De versterking (boost/cut) van het hooggedeelte van de equalizer aanpassen [EQ HighGain]............................... 74
PF-500
7
Inhoudsopgave
De aanslaggevoeligheid instellen [TouchSense].......................................................................................................... 75
De rechterpedaalfunctie instellen [RPedal]................................................................................................................. 75
De middenpedaalfunctie instellen [MPedal]............................................................................................................... 75
De linkerpedaalfunctie instellen [LPedal] ................................................................................................................... 76
De extra pedaalfunctie instellen [AuxPedal] ............................................................................................................... 76
Over MIDI..................................................................................................................................................................... 77
Het MIDI-zendkanaal instellen [MidiOutChannel]................................................................................................... 78
Het MIDI-ontvangstkanaal instellen [MidiInChannel] ............................................................................................. 78
De lokale besturing aan-/uitzetten [LocalControl]..................................................................................................... 79
Instelling voor MIDI-verzending van uw spel op het toetsenbord of van af te spelen songdata [MidiOutSelect] . 79
Instelling voor het datatype voor de MIDI-ontvangst [ReceiveParameter] .............................................................. 79
Instelling voor het datatype voor de MIDI-verzending [TransmitParameter] ......................................................... 79
De begininstellingen van het paneel verzenden [InitialSetup]................................................................................... 80
Een voicedatabulkdump uitvoeren [VoiceBulkDump].............................................................................................. 80
Een aanslaggevoeligheid selecteren [TouchResponse]................................................................................................ 81
Fijnafstemming van de toonhoogte [Tune] ................................................................................................................ 81
Een stemcurve voor een pianovoice selecteren [PianoTuningCurve] ....................................................................... 81
Een stemming selecteren [Scale] .................................................................................................................................. 82
Aangeven van het splitpunt [SplitPoint] ..................................................................................................................... 82
De toonsoort veranderen [Transpose]......................................................................................................................... 82
De diepte van het softpedaal aanpassen [SoftPedalDepth] ........................................................................................ 83
Diepte van de snaarresonantie [StringResonanceDepth]........................................................................................... 83
Diepte van de sustainsample voor het demperpedaal [SustainSamplingDepth] ...................................................... 83
Bepalen van het volume van het toets-los-geluid [KeyOffSamplingDepth] ............................................................. 83
Een pedaalfunctie selecteren voor de vibrafoon [VibraphonePedalMode]............................................................... 83
Toewijzen van de SONG [START/STOP]-functie aan het pedaal [PedalStart/Stop]............................................... 84
Het type extra pedaal selecteren [AuxPedalType]....................................................................................................... 84
Het punt instellen waarop het demperpedaal invloed op het geluid begint te krijgen [HalfPedalPoint]................ 84
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die misschien van pas komen in uw situatie en toepassing.
Luisteren
Naar de demosongs luisteren...................................“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 20
“De 50 pianopresetsongs afspelen” op blz. 22
Luisteren naar de demosongs met andere voices ....“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 20
Luisteren naar songs van “50 Greats for the Piano”............... “De 50 pianopresetsongs afspelen” op blz. 22
Luisteren naar opnamen van mijn eigen spel.....................................“Opnemen op [TRACK 1]” op blz. 35
“Een song afspelen” op blz. 48
Spelen
Drie pedalen gebruiken.............................................................................“De pedalen gebruiken” op blz. 27
Een begeleiding afspelen op de juiste toonhoogte ........ “De toonsoort veranderen [Transpose]” op blz. 82
De klankkleur veranderen
Het overzicht van de voices bekijken.........................................................“Presetvoice-overzicht” op blz. 97
Een concertzaal simuleren...........................................................................................“[REVERB]” op blz. 29
Twee voices combineren...................................................“Twee voices combineren (dualmode)” op blz. 30
Met de linker- en de rechterhand verschillende voices bespelen
........................“Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode)” op blz. 32
Een voice helderder en scherper maken of zachter en ronder...........................“[BRILLIANCE]” op blz. 28
Breedte aan het geluid geven..................................................................................... “[CHORUS]” op blz. 29
Oefenen
Het rechter- of linkerhandgedeelte uitschakelen
........................................................... “Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs” op blz. 24
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo............................. “De metronoom gebruiken” op blz. 34
Oefenen met behulp van uw eigen opgenomen song.................................... “Uw spel opnemen” op blz. 35
“Track afspelen aan- en uitzetten” op blz. 50
Opnemen
Uw eigen spel opnemen ..................................................................................“Uw spel opnemen” op blz. 35
Opgenomen songs in het geheugen opslaan
................................ “Opgenomen songs wegschrijven en met files (bestanden) werken [FILE]” op blz. 43
PF-500
9
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die misschien van pas komen in uw situatie en toepassing.
Instellingen
Gedetailleerde instellingen maken voor opnemen en afspelen
..............................“Gedetailleerde instellingen voor opnemen en afspelen [SONG SETTING]” op blz. 65
Gedetailleerde instellingen maken voor de metronoom
.........................“Gedetailleerde instellingen voor de metronoom METRONOME [SETTING]” op blz. 68
Gedetailleerde instellingen maken voor de voices
................................................. “Gedetailleerde instellingen voor de voices [VOICE SETTING]” op blz. 69
Gedetailleerde instellingen maken voor MIDI....................................“MIDI [MIDI SETTING]” op blz. 77
Gedetailleerde instellingen maken voor de PF-500 ....................................“Overige instellingen” op blz. 81
De PF-500 op andere apparaten aansluiten
Wat is MIDI? ...............................................................................................................“Over MIDI” op blz. 77
Uw eigen spel opnemen
.....
“AUX OUT [R][L]-tulpplugaansluitingen (LEVEL FIXED), [R][L/L+R]-steekplugaansluitingen” op
Het volume verhogen
....... “AUX OUT [R][L]-tulpplugaansluitingen (LEVEL FIXED), [R][L/L+R]-steekplugaansluitingen” op
Het geluid van andere instrumenten via de PF-500 weergeven
...........................................................................................“AUX IN [R]-, [L/L+R]-aansluitingen” op blz. 51
Een computer aansluiten.................................................................................“Een PC aansluiten” op blz. 53
blz. 52
blz. 52
De standaard monteren
De standaard gebruiken .......................................................................“De standaard monteren” op blz. 100
Snelle oplossingen
Wat de PF-500 biedt ...........................................................................................“Toepassingsindex” op blz. 9
“Eigenschappen” op blz. 12
Terug naar het hoofdscherm (main screen) .............................................................. “EXIT-knop” op blz. 18
De PF-500 terugzetten naar de standaardinstelling
................................................................... “De standaardinstellingen terugroepen [FactorySet]” op blz. 85
De betekenis van mededelingen............................................................. “Mededelingenoverzicht” op blz. 86
Als u vragen heeft over bediening en functies..................... “Vragen over bediening en functies” op blz. 90
Problemen oplossen .................................................................................... “Problemen oplossen” op blz. 94
10
PF-500
Bijgeleverde accessoires
Pedalenconsole
Standaard (onderstel)
Muziekstandaard
Bank (bijgeleverd of niet, verschilt per land)
Stofkap (bijgeleverd of niet, verschilt per land)
Nederlandstalige handleiding
Reference Booklet
PF-500
11
Eigenschappen
De Yamaha PF-500 elektronische piano beschikt over rijke geluiden geproduceerd door Yamaha’s eigen “AWM
Dynamische Stereo Sampling” klankopwekkingssysteem en een “Graded Hammer” toetsenbord, waarbij het toets-
gewicht gegradeerd varieert over het toetsbereik, waardoor deze elektronische piano’s een “speelgevoel” geven dat het
toetsenbord van een originele vleugel wel heel erg dicht benadert. De PF-500 GrandPiano1-voice beschikt over 3
aanslagsnelheidgeschakelde samples (Dynamische sampling), “Snaarresonantie” (blz. 83) dat opnieuw de resonantie van pianosnaren creëert, speciale “
en de snaren van een akoestische concertvleugel als het demperpedaal wordt ingetrapt, en “
het subtiele geluid toevoegen dat wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten. De PF-500 benadert zo nog
beter het geluid van een echte akoestische vleugel.
Sustainsampling
” (blz. 83) die de unieke resonantie bevat van de klankbodem
Toets-los samples
” die
MAXMIN
Op deze aansluitingen kunt
u een externe toongenerator
aansluiten om het geluid
daarvan weer te geven via
het interne geludssysteem
van de PF-500 (blz. 51).
Sluit hier een optionele
pedaal op aan en wijs er
een van de verscheidene
functies aan toe (blz. 52).
Via deze aansluiting en keuzeschakelaar
kunt u een directe verbinding maken tussen
een PC voor sequencen en andere muziektoepassingen (blz. 53–58).
SONG KEYBOARD
DEMOTEMPO
SONG BALANCEMASTER VOLUME
TRACK
TRACKS
2
1
SONG SELECT
START
TOP
/
STOP
REC
SYNCHRO START
NEW SONG
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
SETTING
UPDOWN
C
CONTRAST
B
EXIT
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
U kunt het geluid van de PF500 beluisteren via een externe audio-installatie, of hier
een recorder, enz. op aansluiten om uw spel op te nemen
(blz. 52).
AUX IN
R
L/L+R
PEDALTO HOSTUSB
AUX OUT
L/L+R
AUX PEDALAC INLET
RL R
LEVEL FIXED
MIDI
INTHRUOUT
PHONES
MIDI PC-2 USBMac
Sluit hier een MIDI-apparaat op
aan om de verscheidene MIDIfuncties te kunnen gebruiken
(blz. 52, 56). (Over MIDI—blz. 77)
GRAND
GRAND
E.PIANO
PIANO 2
PIANO 1
1
JAZZ
CHURCH
ORGAN
ORGAN
STRINGS
HOST SELECT
VOICE
HARPSI-
VIBRA-
E.PIANO
E.CLAVI-
SETTING
CHORD
PHONE
2
CHORD
GUITAR
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
E.BASS XG
VOICE
SPLIT CHORUSREVERB
VARIATION BRIGHTMELLOW
MIDI
SETTING
OTHER
BRILLIANCE
SETTING
EFFECT
Hier kan een standaard stereo hoofdtelefoon op aangesloten worden voor
ongestoord spelen
(blz. 16).
POWER
ON OFF
Deze aansluiting kan op
uw computer aangesloten worden, waardoor u
MIDI-data kunt overdragen tussen de PF-500
en de computer (blz. 52).
12
PF-500
Eigenschappen
SONG-selectieknoppen
Dit gedeelte stelt u in staat
50 pianopresetsongs te beluisteren, alsook het spelen
van de song te oefenen
met de handige oefenfunctie. U kunt ook uw spel opnemen en afspelen.
(Blz. 22, 35, 48.)
[MASTER VOLUME]
Pas het volumeniveau
aan met deze dial.
(Blz. 16.)
[DEMO]
Voor elke voice is
een demonstratie
beschikbaar (blz.
20).
[FILE]
Sla opgenomen songs op en
beheer songfiles (blz. 43).
[METRONOME]
Gebruik de metronoomfuncties (blz. 34)
.
Voicegroepknoppen
U kunt uit 16 voicegroepen kiezen, waaronder grand piano (vleugel).
U kunt ook twee geluiden combineren en
samen gebruiken (blz. 26).
[CONTRAST]
Pas de helderheid
van de display aan
met deze regelaar
(blz. 16).
[MIDI SETTING]
Maak gedetailleerde MIDI-instellingen, zoals MIDI ontvangst/zendkanalen (blz. 77).
[REVERB] / [CHORUS]
Voeg reverb (nagalm) en breedte
(chorus) toe aan het geluid (blz. 29).
[SPLIT]
U kunt verschillende voices
bespelen via het linker- en
rechterhandgedeelte van het
toetsenbord (blz. 32).
METRONOME
FILE
SONG
REC
SETTING
SONGKEYBOARD
MAXMIN
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
2
1
SONG SELECT
START
/
STOP
TOP
SYNCHRO START
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
SONG
[SONG SETTING]
Maak gedetailleerde instellin-
gen voor het opnemen en af-
spelen van songs (blz. 65).
[SONG BALANCE]
Hiermee kunt u de volumebalans
aanpassen tussen het afspelen van
de song en het geluid van wat u op
het toetsenbord speelt (blz. 42).
TEMPO [DOWN] [UP]
U kunt het songtempo (snelheid) veranderen
(blz. 23, 34, 36, 48).
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
De display
maakt accurate
besturing en bediening mogelijk
(blz. 19).
[OTHER SETTING]
Hiermee kunt u gedetailleerde instellingen maken, zoals
het aanpassen van de toetsaanslag of het maken van fijne aanpassingen van de toonhoogte (blz. 81).
NO YES
GRAND
E.PIANO
CONTRAST
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXIT
STRINGS
E.CLAVI-
E.PIANO
HARPSI-
1
CHORD
2
CHORD
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
VOICE
VIBRAPHONE
E.BASS XG
GUITAR
VOICE
SETTING
SPLITCHORUSREVERB
VARIATIONBRIGHTMELLOW
[EXIT]
Het scherm keert terug naar
de hoofddisplay als u op
deze knop drukt (blz. 19).
[VOICE SETTING] / [VARIATION]
U kunt gedetailleerde instellingen maken
voor de klankkleur en effecten (blz. 69).
BRILLIANCE [MELLOW] [BRIGHT]
Pas de helderheid van de klankkleur aan
met deze knoppen (blz. 28).
BRILLIANCE
EFFECT
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
PF-500
13
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het is niet nodig de standaard te monteren om de PF-500 te kunnen bespelen. Als u echter de standaard wilt
monteren zie dan blz. 100.
Over de pedalenconsole
Sluit de stekker van de pedalenconsole aan met
de pijl op de stekker naar boven gericht.
Over de muziekstandaard
De PF-500 wordt geleverd met een muziekstandaard die aan het instrument kan worden
bevestigd door deze in de uitsparingen achteraan het bedieningspaneel te plaatsen.
A
L
U
/L
X
+
R
IN
R
L
/
L
+
R
A
U
X
O
U
T
R
A
C
IN
L
E
L
T
L
E
V
E
L
F
IX
E
D
R
P
E
D
A
L
P
H
O
N
A
E
U
S
X
P
E
D
A
L
P
O
W
M
E
ID
O
R
N
I
O
F
F
H
I
N
O
S
T
M
S
I
D
E
I
L
E
P
C
C
-2
T
M
O
a
U
c
T
T
U
O
S
B
H
O
S
T
T
H
R
U
U
S
B
14
PF-500
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het instrument aanzetten
1. Sluit het netsnoer aan.
Sluit eerst de stekker van het netsnoer aan op de [AC INLET]-aansluiting op het linker zijpaneel en steek
vervolgens de andere stekker van het netsnoer in een geschikt stopcontact.
12
AC INLET
A
L
U
/
L+
X
R
I
N
R
L
/L
+
R
A
U
X
O
U
T
R
A
C
IN
LE
L
T
L
E
V
E
L
F
IX
E
D
R
P
E
D
A
L
P
H
O
N
A
E
U
S
X
P
E
D
A
L
P
O
W
M
E
I
D
O
R
N
I
O
F
F
H
I
N
O
S
T
M
S
I
D
E
I
L
E
P
C
C
-
T
2
M
O
a
U
c
T
T
U
O
S
H
B
O
S
T
T
H
R
U
U
S
B
240V
220V
110V
130V
(De uitvoering van de
stekker kan per locatie
verschillen.)
VOLTAGE SELECTOR
WAARSCHUWING!
Let er op dat uw PF-500 geschikt is voor de netspanning zoals die in uw gebied geleverd wordt (de vereiste spanning
wordt vermeld op het naamplaatje op het bodempaneel). In sommige gebieden kan een voltageschakelaar op het onderpaneel van de PF-500 zijn aangebracht. Zorg ervoor dat de voltageschakelaar op de juiste netspanning staat ingesteld
voor uw gebied. Het instrument aansluiten op een verkeerde netspanning kan ernstige beschadiging van de interne
elektronica tot gevolg hebben en kan zelfs schokken veroorzaken!
Gebruik uitsluitend het bij de PF-500 geleverde netsnoer. Als het bijgeleverde netsnoer kwijt is of beschadigd en vervangen dient te worden, neem dan contact op met uw lever ancier . Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan
brand of schokken veroorzaken!
Het soort netsnoer dat bij de PF-500 wordt geleverd kan verschillen, afhankelijk v an het land waarin deze is aangeschaft.
(In sommige gebieden kan het zijn dat er een verloopstekker nodig is om er voor te zorgen dat de stekker op het stopcontact past.) Modificeer de stekker zoals die bij de PF-500 wordt geleverd NIET. Als de stekker niet in het stopcontact
past, laat dan een juist stopcontact plaatsen door een erkende installateur.
2. De PF-500 aanzetten.
Druk op de [POWER]-schakelaar die zich op het linker zijpaneel bevindt.
• Het scherm midden op het bedieningspaneel licht op.
A
L
U
/L
X
+
R
IN
R
L
/L
+
R
A
U
X
O
U
T
R
A
C
IN
LE
L
T
L
E
VE
L
F
IX
E
D
R
P
E
D
A
L
P
H
O
N
A
E
U
S
X
P
E
D
A
L
P
O
W
M
E
ID
O
R
N
I
O
F
F
H
I
N
O
S
T
M
S
ID
E
I
LE
P
C
C
-2
T
M
O
ac
U
T
T
U
O
S
H
B
O
S
T
T
H
R
U
U
S
B
POWER
ON OFF
[POWER]
Druk op de [POWER]-schakelaar om de PF-500 uit te zetten.
A
C
Als u de PF-500 aanzet verschijnt er een voicenaam
in het scherm.
B
NO YES
D
PF-500
15
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het displaycontrast afstellen
U kunt het contrast van de display aanpassen door aan de [CONTRAST]-knop rechts van de LCD te draaien.
A
C
B
NO YES
D
CONTRAST
EXITEXIT
Gebruik deze
knop.
TERMINOLOGIE
CONTRAST:
het verschil tussen helder en donker
Het volume instellen
Om het volume aan te passen gebruikt u de [MASTER VOLUME] links op het paneel. Bespeel het toetsenbord om daadwerkelijk geluid te maken terwijl u het volume aanpast.
Het niveau
neemt af.
MASTER VOLUME
Het niveau
neemt toe.
MAXMIN
PAS OP
Gebruik de PF-500 niet gedurende een langere periode op
een hoog volume-niveau aangezien dat uw gehoor kan beschadigen.
TERMINOLOGIE
MASTER VOLUME:
Het volumeniveau van het
gehele toetsenbordgeluid
TIP
U kunt ook het [PHONES]uitgangsniveau, het AUX INingangsniveau en het AUX
OUT [L/L+R][R]-uitgangsniveau aanpassen met de
[MASTER VOLUME]-dial.
Een hoofdtelefoon gebruiken
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-aansluitingen op het linker zijpaneel.
Er zijn twee [PHONES]-aansluitingen voorhanden. Hier kunnen twee standaard hoofdtelefoons op aangesloten worden. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee u deze aansluit.)
16
PAS OP
Gebruik een hoofdtelefoon niet gedurende een langere periode met een
hoog volume.
Dit zou namelijk tot gehoorverlies
kunnen leiden.
W [PEDAL]..................................blz. 14, 101
R
AUX IN
R
L/L+R
PEDALTO HOSTUSB
WVXZ[ \
Paneellogo’s
]
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI-standaard die garandeert dat alle data die voldoen
aan de standaard nauwkeurig zullen worden afgespeeld op elke GM-compatibele toongenerator of synthesizers van elke fabrikant.
AUX OUT
RL R
L/L+R
AUX PEDALAC INLET
S
LEVEL FIXED
INTHRUOUT
MIDI
Y
TU
PHONES
HOST SELECT
MIDI PC-2 USBMac
POWER
ON OFF
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI-specificatie die een significante uitbreiding en verbetering is van de “GM System Level 1” standaard met een grotere voicecapaciteit, expressieve aansturing en effectmogelijkheden, terwijl
de compatibiliteit met GM volledig behouden blijft.
C
LCD
Gebruik de LCD-knop A, B, C of D om uit de inhoud weergegeven op het LCD te selecteren.
Controleer het scherm midden op het bedieningspaneel na
elke handeling. Er verschijnt een voicenaam in het scherm als
u het instrument aanzet.
[EXIT]-knop
E
Als u op deze knop drukt, keert het apparaat terug naar het standaardscherm (het scherm dat één of meerdere voicenamen aangeeft en dat
wordt weergegeven als het instrument wordt aangezet).
A
C
B
NO YES
D
PF-500
19
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
Voor elke voicegroep bevat de PF-500 één demosong waardoor u de karakters van de voices kunt leren kennen.
Dit gedeelte legt uit hoe naar de demosongs te luisteren voor de hieronder opgesomde voicegroepen.
Druk op de [DEMO]-knop om de demomode te activeren.
De indicators van de voicegroepknoppen zullen beurtelings oplichten.
METRONOME
2 3
GRAND
CONTRAST
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
Voicegroepknoppen
E.PIANO
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
STRINGS
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATIONBRIGHTMELLOW
XG
E.BASS
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
4
TERMINOLOGIE
Mode:
Een mode is een status
waaronder een bepaalde
functie kan worden uitgevoerd. In de demomode kunt
u demonstratiemelodieën
afspelen.
20PF-500
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
2.Selecteer een melodie en start het afspelen.
Druk op de voicegroepknop voor de demosong die u wilt
horen.
De indicator van de voicegroepknop die u indrukt zal oplichten en de
demosong zal gaan spelen. De demosongs zullen beurtelings worden
afgespeeld te beginnen vanaf de voicegroepknop linksboven totdat u
het afspelen stopt.
3.Stop het afspelen.
Druk op de knop van de voicegroep die speelt of op de
SONG [START/STOP]-knop.
4.De demomode verlaten.
Druk op de [DEMO]- of [EXIT]-knop om de demomode te
verlaten.
Door de [DEMO]-knop ingedrukt te houden en op A[–][+] te
drukken om de [PianoDemo]-display op te roepen, kunt u de
pianodemo horen. De pianodemo laat u het resultaat vergelijken
van het aan-/uitzetten van elk van de sampletechnologieën.
OPMERKING
Gebruik, om het volumeniveau van de demosongs
aan te passen de [MASTER
VOLUME]-dial.
TIP
Gebruik, om de volumebalans tussen het afspelen
van de song en het geluid
van wat u op het toetsenbord speelt aan te passen,
de [SONG BALANCE]schuif (blz. 42).
GRAND PIANO1 ................. Stereo Piano (stereosampling)
GRAND PIANO2 ................. Mono Piano (monosampling)
E.PIANO1............................ mezzo piano (dynamische sampling,
mezzopiano)
E.PIANO2............................ mezzo forte (dynamische sampling,
mezzoforte)
HARPSICHORD.................. forte (dynamische sampling, forte)
E.CLAVICHORD.................. met sustain (met sustainsampling)
VIBRAPHONE..................... geen sustain (zonder sustainsam-
pling)
GUITAR ............................... met toets-los (met toets-los-sampling)
CHURCH ORGAN............... geen toets-los (zonder toets-los-sam-
pling)
JAZZ ORGAN...................... met StringRes (met snaarresonantie)
STRINGS............................. geen StringRes (zonder snaarreso-
nantie)
PF-500 21
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
De PF-500 voorziet in de speeldata van 50 pianosongs. U kunt gewoon naar deze songs luisteren (blz. 22) of
ze gebruiken om mee te oefenen (blz. 24). Zie blz. 34 van het Reference Booklet voor een compleet overzicht
van de presetsongs.
De 50 pianopresetsongs afspelen
1
TRACK
TRACK
1
SONGKEYBOARD
MAXMIN
SONG SELECT
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
TOP
SYNCHRO START
SONG
2
/
STOP
START
234
Procedure
1.Selecteer een song.
Druk herhaaldelijk op één van de [SONG SELECT]-knoppen
om de gewenste pianosong van P-001 tot P-050 te selecteren
Songselectiescherm
A
C
Het songnummer verschijnt in de display.
METRONOME [START/STOP]
METRONOME
EXTRA
TRACKS
FILE
SONG
REC
SETTING
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
TEMPO [DOWN] [UP]
B
NO YES
D
NO YES
GRAND
E.PIANO
CONTRAST
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
JAZZ
STRINGS
WOOD
PAD
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BASS
E.BASS
XG
VARIATIONBRIGHTMELLOW
BRILLIANCE
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
TERMINOLOGIE
Song:
Op de PF-500 worden de
.
speeldata een "Song" genoemd. Dit is inclusief demonstratiemelodieën en
pianopresetmelodieën.
22PF-500
2.Speel een presetsong af.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te
starten.
het aantal maten
A
C
B
NO YES
D
TIP
• U kunt ook de C [–]/[+]knoppen gebruiken om
een song te selecteren,
na op de
[SONG SELECT]
knop te hebben gedrukt.
• [P-000: NewSong] is een
lege song bedoeld om uw
spel in op te nemen (blz. 35).
• Gebruik de SongRepeatparameter in het “SONG
SETTING”-menu om herhaaldelijk afspelen van alle
songs of herhaaldelijk afspelen van een enkele
song te selecteren (blz. 67).
TIP
U kunt op het toetsenbord
meespelen met het afspelen
van de presetsong. U kunt de
voice veranderen die u via het
toetsenbord bespeelt.
-
Het tempo aanpassen
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
U kunt de TEMPO [DOWN]/[UP]-knoppen gebruiken om het afspeeltempo
naar wens aan te passen. Het standaardtempo (de song’s originele tempo)
wordt ingesteld als u tegelijkertijd op de [DOWN]- en [UP]-knoppen drukt.
Druk op één van de SONG SELECT []/[]-knoppen om terug te keren
naar het songselectiescherm.
A
A
C
C
B
B
NO YES
D
D
3.Stop het afspelen van de song.
Als het afspelen is afgerond, stopt het automatisch en de PF-500 gaat
terug naar het begin van de song. Om het afspelen midden in een
song te stoppen, drukt u op de [TOP]-knop. U kunt ook het afspelen
pauzeren door op de SONG [START/STOP]-knop te drukken. Het afspelen stopt als u op de knop drukt.
Snel vooruit- en terugspoelen
U kunt de volgende handelingen in het songselectiescherm uitvoeren:
•
Gebruik de B [–]/[+]-knoppen om heen en weer (terug- en vooruitspoelen)
te bewegen door de song terwijl de song wordt gespeeld of gestopt is.
• Druk op de SONG SELECT []- of de C [–]-knop tijdens het afspelen
om het afspelen opnieuw te beginnen vanaf het begin van de song.
• Druk op de SONG SELECT []- of de C [+]-knop tijdens het afspelen
om het afspelen van de volgende song te starten.
• Druk op de SONG SELECT []- of de C [–]-knop terwijl het afspelen is
gestopt tijdens de song, om terug te gaan naar het begin van de song.
TIP
U kunt ook de D[–]/[+]- knoppen gebruiken om het tempo
te veranderen.
OPMERKING
Het tempo terugzetten
Elke keer als u een nieuwe
presetsong selecteert, wordt
het tempo automatisch teruggezet naar de song’s originele waarde.
4.Keer terug naar het standaardscherm.
Druk op de [EXIT]-knop.
TERMINOLOGIE
Standaardscherm:
Het standaardscherm is een
voiceselectiescherm (blz. 26)
dat verschijnt als u de PF500 aanzet.
PF-500 23
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs
De 50 presetsongs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U kunt de
linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt gespeeld door [TRACK 1] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK 2].
1
SONGKEYBOARD
MAXMIN
TRACK
TRACKS
1
2
FILE
SONG SELECT
TOP
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
SYNCHRO START
SONG
/
STOP
START
REC
SETTING
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
CONTRAST
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
EXITEXIT
23
procedure
1.Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt
u op de [TRACK1]- of [TRACK2]-knop om de overeenkomstige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1]- en
[TRACK2]-indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt
afspelen. Als u op één van de knoppen drukt om het afspelen uit te
zetten, zal de corresponderende knopindicator uitgaan en het afspelen
van de corresponderende partij wordt uitgeschakeld. Herhaaldelijk
drukken op de knoppen schakelt tussen afspelen aan en uit.
2.Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te
starten. Speel de partij die u zojuist heeft uitgezet.
E.PIANO
GRAND
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
STRINGS
BASS
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATIONBRIGHTMELLOW
E.BASS
XG
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
TIP
U kunt de partijen zelfs tijdens het afspelen, aan- of
uitzetten.
24PF-500
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord
begint te bespelen (synchro start)
U kunt er voor zorgen dat het afspelen begint zodra u het toetsenbord
bespeelt (Synchro Start).
Houd [TOP] ingedrukt en druk op SONG [START/STOP]. De SONG
[START/STOP]-indicator knippert en de PF-500 wacht voor Syncro Start.
Als u nu het toetsenbord bespeelt begint gelijk het afspelen.
Als u tijdens het wachten op [TOP] drukt wordt synchro start geannuleerd.
TERMINOLOGIE
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd
plaats
3.Stop het afspelen.
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
Als het afspelen is afgerond, stopt het automatisch en de PF-500 gaat
terug naar het begin van de song. Als u het afspelen wilt stoppen tijdens een song, drukt u op de [TOP]-knop. U kunt ook het afspelen
pauzeren door op de SONG [START/STOP]-knop te drukken. Het
afspelen stopt als u op de knop drukt.
U kunt ook een frase in een song toewijzen om die herhaaldelijk te kunnen
oefenen. Zie de [FromToRepeat]-optie in het “SONG SETTING”-menu op
blz. 66.
TIP
De afspeelpartijen
terugzetten
Beide partijen worden automatisch aangezet elk keer
als u een nieuwe song
selecteert.
PF-500 25
Voices selecteren en bespelen
Voices selecteren
Voice-
2
1
groepknoppen
2
26PF-500
SONGKEYBOARD
MAXMIN
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
1
NEW SONG
TOP
SYNCHRO START
SONG
2
/
STOP
START
SONG SELECT
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
METRONOME
A
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
REC
SETTING
UPDOWN
C
NO YES
B
D
CONTRAST
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
Procedure
1.Selecteer een voicegroep.
Druk op een voicegroepknop.
2.Selecteer een voice.
Gebruik VARIATION [
selecteren.
Als u XG selecteert
Als u XG selecteert, selecteert u eerst de XG-voicegroep en dan de gewenste voice.
2-1. Druk tegelijkertijd op de [–][+]-schermknoppen naast
de XG-voicenaamweergave, om toegang te krijgen tot
een scherm waar u de XG-voices kunt selecteren.
2-2. Gebruik A [–][+] om de voicegroep te selecteren.
2-3. Gebruik C [–][+] om de gewenste voice te selecteren.
V oicegr oepVoicenaamVoicegr oepVoicenaam
GrandPiano1
GRANDPIANO1
GRANDPIANO2
E.PIANO1
E.PIANO2
HARPSICHORD
E.CLAVICHORD
VIBRAPHONE
GUITAR
• Zie voor details over XG-voices, het “XG-voice-overzicht” (in het afzonderlijke "Data List"-boekje).
Op de PF-500 betekent een
voice een klank of klankkleur.
TIP
U kunt ook schakelen tussen
voices in dezelfde groep
door herhaaldelijk op een
voicegroep-knop te drukken.
TIP
Luister, om de karakteristieken van de voices te leren
kennen, naar de demosongs
voor elke v oicegroep (blz. 20).
Zie het “Preset-v oice-o v erzicht”
op blz. 97 v oor meer informatie over de karakteristieken
van elke presetvoice .
TIP
U kunt de luidheid van een
voice regelen door hoe hard u
op het toetsenbord speelt, ofschoon verschillende speelstijlen (aanslaggevoeligheden) weinig of geen invloed hebben op
het geluid van bepaalde muziekinstrumenten. Zie het "Presetvoice-overzicht” op blz. 97.
TIP
XG is een enorme verbetering
van het GM System Level 1format en is speciaal door Yamaha ontwikkeld om in meer
voices en variatie te voorzien,
alsook in meer expressiev e
besturingsmogelijkheden over
voices en effecten, en om de
compatibiliteit van de data in
de toekomst veilig te stellen.
TIP
Als u XG selecteert en dan
tegelijkertijd op de V ARIA TION
[▼][▲]-knoppen drukt, zal
het XG-voiceselectiescherm
verschijnen.
De pedalen gebruiken
De PF-500 heeft drie voetpedalen: het demperpedaal (rechts), het
sostenutopedaal (midden) en het softpedaal (links) die een
verscheidenheid aan expressieve effecten kunnen produceren,
overeenkomstig die van de pedalen op een akoestische piano.
Voices selecteren en bespelen
Demperpedaal (rechter)
Als u op het demperpedaal drukt, worden de
noten die u speelt langer aangehouden (sustain)
Als u de Grand Piano 1-voice selecteert, zal het
indrukken van het demperpedaal de speciale
“Sustain Samples” van het instrument activeren, waardoor nauwgezet de unieke resonantie
van de zangbodem en snaren van een akoestische vleugel opnieuw wordt gecreëerd.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en op het sostenutopedaal drukt,
terwijl u de noten aanhoudt, zullen de noten
sustain krijgen zolang het pedaal ingedrukt
wordt gehouden. Alle daarop volgende noten krijgen geen sustain.
.
Als u hier op het demperpedaal drukt, krijgen de noten die
u speelt voordat u het pedaal
loslaat een langere sustain.
Als u hier op het sostenutopedaal
drukt terwijl u noten ingedrukt
houdt, krijgen de noten sustain zolang u het pedaal ingedrukt houdt.
TIP
Als het demperpedaal niet
werkt, of noten worden aan-
gehouden zelfs als het pedaal niet is ingedrukt, zorg
er dan voor dat de pedaalkabel goed aangesloten is
op de PEDAL-aansluiting
van het instrument (zie blz.
14). Zorg er ook voor dat de
RPedal-parameter in het
“VOICE SETTING” menu op
ON staat (zie blz. 75).
TIP
U kunt de diepte van de resonantie die door de “Sustain Samples” wordt geproduceerd aanpassen met de
Sustain Sampling Depth-parameter in het “OTHER SETTING” menu. (Zie blz. 83.)
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt enigszins de klankkleur van
de gespeelde noten terwijl het pedaal wordt ingedrukt. (Het softpedaal heeft
geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat deze
wordt ingedrukt. Druk op het pedaal, onmiddellijk voordat u de betreffende
noten speelt.)
Bij de Vibraphone- en Jazz Organvoices, zet dit pedaal de vibrato aan en uit of
schakelt de snelheid van vibrato. (Zie blz. 83.)
TIP
U kunt een functie toewijzen
aan elk van de pedalen via
de “R Pedal”, “M Pedal” en
“L Pedal” parameters in het
“VOICE SETTING”-menu.
(Zie blz. 75, 76.)
TIP
Het midden- en linkerpedaal
kunnen ook worden toegewezen aan de song start/stop
handeling (START/STOPfunctie) via de “PedalStart/
Stop”- parameter in het
“OTHER SETTING”-menu
(op blz. 84).
PF-500 27
-
Voices selecteren en bespelen
Variatie in het geluid aanbrengen
[BRILLIANCE]/[REVERB]/[CHORUS]
De effectfunctie maakt het u mogelijk expressie aan het geluid toe te voegen. De PF-500 effecten bevatten
Brilliance, Reverb en Chorus.
[REVERB]
[CHORUS]
SONGKEYBOARD
MAXMIN
TRACK
TRACKS
1
2
FILE
SONG SELECT
TOP
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
SYNCHRO START
SONG
/
STOP
START
REC
SETTING
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
CONTRAST
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
STRINGS
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BASS
E.BASS
XG
VARIATIONBRIGHTMELLOW
BRILLIANCE
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
BRILLIANCE [MELLOW] / [BRIGHT]
[BRILLIANCE]
U kunt deze regelaar gebruiken om de brilliance (helderheid) van de klank aan te passen en de klankkleur in
overeenstemming met uw smaak te brengen.
Procedure
Druk op één van de BRILLIANCE [MELLOW]/ [BRIGHT]knoppen om de gewenste klankkleur te selecteren.
A
C
Mellow3
Mellow2
Mellow1
Zachte en warme klankkleur.
Het geluid wordt zachter en ronder naarmate het
getal hoger wordt.
Normal........... Standaard klankkleur
B
NO YES
D
U kunt op BRILLIANCE
[MELLOW]/[BRIGHT] drukken en vervolgens D [–][+]
gebruiken om de gewenste
klankkleur te selecteren.
Normale instelling = Normal
Normale instelling:
De “Normale instelling” verwijst naar de standaard instelling (fabrieksinstelling)
die u ook heeft als u de PF500 voor het eerst aanzet.
TIP
TIP
TERMINOLOGIE
28PF-500
Bright1
Bright2
Bright3
Heldere klank.
Het geluid wordt helderder naarmate het getal hoger
wordt.
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het
standaardscherm.
OPMERKING
Als u [Bright1], [Bright2] of
[Bright3] als brilliancetype
heeft geselecteerd zal het
volumeniveau enigszins toenemen. Als u onder deze
omstandigheden de [MASTER VOLUME]-dialinstelling
verhoogt, kan het geluid in
sommige gevallen gaan vervormen. Verlaag in dit geval
het volume overeenkomstig.
Voices selecteren en bespelen
[REVERB]
Deze regelaar voegt nagalm toe aan het geluid door de natuurlijke weerkaatsingen van een concertzaal te
simuleren.
Procedure
Herhaaldelijk op de [REVERB]-knop drukken schakelt tussen reverb aan en uit.
Zelfs als het reverbeffect is uitgezet zal er een “zangbodemnagalm”effect worden toegepast als de GrandPiano1- of GrandPiano2-voice is
geselecteerd.
[CHORUS]
Deze regelaar voegt ruimte en breedte toe aan het geluid.
Procedure
Herhaaldelijk op de [CHORUS]-knop drukken schakelt tussen chorus aan en uit.
U kunt het choruseffect aan- en uitzetten door op de [CHORUS] ON/
OFF-knoppen op het paneel te drukken en via de Chorus On Offparameterinstelling in het VOICE SETTING-menu (zie blz. 72). De
[CHORUS] ON/OFF-knopinstelling op het paneel is tijdelijk. Dat wil
zeggen als u een andere voice selecteert wordt de chorusinstelling voor
de voorgaande voice geannuleerd. De Chorus On Off-parameterinstelling wordt opgeslagen voor elke voice. Dat wil zeggen als u een bepaalde voice selecteert wordt de chorusinstelling automatisch aan- of
uitgezet volgens de opgeslagen chorusinstelling.
TIP
U kunt een reverbtype selecteren via de Reverb Typeparameter in het “VOICE
SETTING”-menu, en de
chorusdiepte aanpassen
voor de geselecteerde voice
via de Reverb Send-parameter. (Zie blz. 71.)
TIP
Normale instelling = ON
TIP
U kunt een chorustype selecteren via de Chorus Typeparameter in het “VOICE
SETTING” menu en de chorusdiepte aanpassen voor
de geselecteerde voice via
de Chorus Send-parameter.
U kunt ook de chorus aanof uitzetten via de Chorus
On Off- parameter. (Zie blz.
71.)
TIP
Normale instelling
De normale chorus aan/uit
instelling is anders voor elke
voice.
PF-500 29
Voices selecteren en bespelen
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melodisch
duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren. Kijk naar de
“Voicecombinatievoorbeelden (dual en split)” op blz. 99 voor voorbeelden van effectieve voicecombinaties.
De nummers in de bovenste rij geven de stappen aan in de dualmode als er
voices van verschillende groepen worden gebruikt.
Voice-
2
2
1 3
groepknoppen
METRONOME
EXTRA
TRACK
TRACK
SONGKEYBOARD
MAXMIN
TRACKS
1
2
START
SONG SELECT
TOP
/
STOP
SYNCHRO START
SONG
REC
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMOTEMPO
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
SETTING
UPDOWN
De nummers in de onderste rij geven de stappen aan
A
C
NO YES
B
D
2
CONTRAST
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
EXITEXIT
in de dualmode als er voices van dezelfde groep worden gebruikt.
De dualmode bij het gebruik van voices van verschillende
groepen
Procedure
1.Activeer de dualmode.
Druk tegelijkertijd op twee voicegroepknoppen.
Voice 1Voice 2
A
C
B
NO YES
D
E.PIANO
GRAND
E.PIANO
1
PIANO 2
2
JAZZ
ORGAN
STRINGS
CHOIR
1 43
HARPSI-
E.CLAVI-
CHORD
CHORD
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATIONBRIGHTMELLOW
E.BASS
XG
EFFECT
Voicegroepknoppen
TIP
Als u de dualmode voor het
linkerhandgebied wilt selecteren als het hele toetsenbord verdeeld is in een linker
en rechter gebied (blz. 32),
houd dan [SPLIT] ingedrukt
en druk tegelijkertijd op twee
voicegroep knoppen
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
30PF-500
2.Selecteer een voice.
Gebruik de A [–]/[+]-knoppen en B [–]/[+]-knoppen om een
voice te selecteren.
De voices opgesomd in de bovenste rij in het “Presetvoice-overzicht”
op blz. 97 worden voice 1 genoemd, en degene die opgesomd worden
in de onderste rij worden voice 2 genoemd.
3.De dualmode verlaten en terugkeren naar de normale
speelmode.
Druk op een willekeurige voicegroepknop.
TIP
U kunt ook de VARIATION
[▼]/[▲]-knoppen gebruiken
om Voice 1 te selecteren.
TIP
Zie blz. 26 voor details over
hoe XG-voices te selecteren.
Loading...
+ 76 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.