Yamaha PF-500 User Manual [nl]

PF-500
PF-500
HANDLEIDING
Lees voor het gebruik van de PF- 500 de "Voorzorgsmaatregelen" op de bladzijden 3 - 4.
BELANGRIJK
Controleer uw spanningsvoorziening
Let erop dat uw plaatselijke netspanning overeenkomt met het op het naamplaatje aangegeven voltage. In sommige gebieden kan een spanningskeuzeschakelaar voorzien zijn aan de onderzijde van het toetsenbordgedeelte. Let erop dat de spanningskeuzeschakelaar staat ingesteld op de juiste netspanning in uw gebied. De spanningskeuzeschakelaar staat af fabriek op 240 Volt. Gebruik om de instelling te veranderen een platkopschroevendraaier om het instellingsschijfje zo te draaien dat het juiste voltage naast het pijltje op het paneel staat.
Inleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN:
tronische producten van Yamaha zijn voorzien van labels, zoals hieronder afgebeeld, of gegoten, gestempelde of gestanste afbeeldingen met deze aanduidingen. De uitleg van deze aanduidingen wordt op deze bladzijde beschre­ven. Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen alsook van de waarschuwingen in het veiligheidsinstruc­tiegedeelte.
De elek-
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkzijdige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het product.
De bliksemschicht met pijlpunt, in de gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van ongeïsoleerde ge­vaarlijke spanningen in de behuizing van het product, die voldoende groot kunnen zijn om een gevaar voor een elektrische schok te vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING:
producten van Y amaha zijn getest en goedbevonden door een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en gebruikt wordt, er geen voorspelbare risico’s zullen zijn. Modificeer het instrument NIET en vraag ook anderen niet om het instrument te modificeren wanneer Yamaha zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven. Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheidsstandaard van het product verlaagd worden. Als er aanspraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd worden indien het product toch gemodificeerd is. Dit kan ook van invloed zijn op andere garanties.
Alle elektronische
productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Kennisgeving batterij:
oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd service­personeel om de vervanging uit te voeren.
Waarschuwing:
demonteren of te verbranden. Houd alle batterijen bij kin­deren vandaan. Gooi gebruikte batterijen meteen en vol­gens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Opmerking: In sommige landen bent u volgens de wet verplicht defecte onderdelen te retourneren. U kunt de dealer vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
Opmerking over verwijdering:
wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van wat de wettelijke regelingen op dat moment zijn voor het verwijderen van producten die lood, batte­rijen, plastics, etc. bevatten.
OPMERKING:
brek aan kennis betreffende een functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verant­woordelijkheid. Bestudeer deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
geeft de locatie van het naamplaatje aan. U vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de span­ningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het model­nummer, het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebe­wijs is.
Dit product KAN een kleine, niet-
Probeer deze batterij niet op te laden, te
Als u dit product weg
Servicekosten die te wijten zijn aan ge-
De illustratie hieronder
PF-500
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen daaraan aan te passen.
MILIEUZAKEN:
maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de gebruikte
2
PF-500
Yamaha streeft ernaar om producten te
92-469
Model
Serienummer
Aankoopdatum
1
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Gebruik uitsluitend de spanning die als juist wordt aangege­ven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
• Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich erop verzameld heeft.
• Gebruik alleen het/de bijgeleverde netsnoer/stekker.
• Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwer­pen over kunnen rollen.
Niet openen
• Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het in­strument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
Waarschuwing tegen water
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen be­vatten die in de openingen kunnen vallen.
• Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kandelaars, op het instrument. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies optreedt in het apparaat, of als er plotseling een geur of rook uit het apparaat komt, moet u het apparaat onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het apparaat na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
• Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
• Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt, of tijdens elektrische stormen, zoals onweer.
• Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een stop­contactverdeler. Dit kan resulteren in een verminderde ge­luidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
De standaard monteren
• Lees deze handleiding en de bijgeleverde documentatie over de montage zorgvuldig door. Het niet in de juiste volgorde monteren van de standaard kan beschadiging van het instru­ment en zelfs verwondingen tot gevolg hebben.
Locatie
• Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreem koude of warme omstandigheden (zoals in direct zon­licht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-installatie, mobiele telefoon of andere elektrische ap­paraten. Anders kan het instrument, de TV of radio bijgeluiden opwekken.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Plaats geen voorwerpen voor de ventilatie-openingen van het instrument, aangezien dit een adequate ventilatie van de in­terne componenten kan belemmeren en dit mogelijk tot over­verhitting van het instrument kan leiden.
(1)B-7
1/2
PF-500
3
Aansluitingen
• Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volu­mes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle compo­nenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luis­terniveau.
Onderhoud
• Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmid­delen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
• Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen op het paneel of het toetsenbord vallen. Als dit ge­beurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek de stek­ker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakij­ken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
• Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit het paneel of het toetsenbord kan verkleuren.
• Leun niet en plaats geen zware voorwerpen op het instrument en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aan­sluitingen.
• Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel ge­luidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan ver­oorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
De bank gebruiken (optioneel in de Benelux)
• Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar deze per on­geluk om kan vallen.
• Speel niet met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken van de bank als opstapje of voor enig ander doel kan een on­geluk of letsel veroorzaken.
• Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op de bank om schade of ongelukken te voorkomen.
• Als de schroeven van de bank los komen te zitten vanwege lang extensief gebruik, moet u deze regelmatig vastschroev en met het bij de bank geleverde gereedschap.
Data wegschrijven
Wegschrijven en back-up van uw data
• De data in het geheugen (zie blz. 43) gaan verloren als u het instrument uitzet. Sla de data op in het opslaggeheugen (zie blz. 43).
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(1)B-7
PF-500
4
2/2
Dank u voor het kiezen van de Yamaha PF-500 elektronische piano. Om optimaal gebruik te
maken van uw PF-500’s speelpotentieel en eigenschappen adviseren wij u deze handleiding
grondig door te lezen en deze op een veilige plaats te bewaren voor toekomstige raadpleging.
Over deze handleiding en het "Reference Booklet"
Deze handleiding bestaat uit vier hoofdgedeelten: “Introductie”, “Basisbediening”, “Gedetailleerde instellingen” en “Appendix”. Er is ook een afzonderlijk “Reference Booklet” (Engelstalig referentieboekje) bijgeleverd.
Introductie:
Basisbediening:
Lees dit gedeelte alstublieft eerst. In het “Toepassingsindex” gedeelte op blz. 9 en “Eigen­schappen” op blz. 12, kunt u leren hoe de PF-500 en zijn functies in bepaalde situaties te gebruiken.
Dit hoofdgedeelte legt uit hoe u de basisbediening verricht. Bekijk dit gedeelte terwijl u de PF-500 bespeelt. Als u vragen heeft of woorden tegenkomt die u niet begrijpt, raadpleeg dan het gedeelte getiteld "Vragen over handelingen en functies’’ op blz. 90 of de "Index’’ op blz. 102.
Gedetailleerde instellingen:
Appendix:
Reference Booklet:
• De illustraties en LCD-schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
• Commercieel beschikbare data kopiëren is ten strengste verboden, met uitzondering van kopiëren voor eigen gebruik door de koper.
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijke auteursrechten vallen, zonder enige beperkingen, alle computersoftware, MIDI files, WAVE-data en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke programma’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Dit gedeelte legt uit hoe u gedetailleerde instellingen voor de PF-500’s verscheidene functies kunt maken. Sla dit gedeelte na op het moment dat u een bepaalde functie nodig heeft.
Dit gedeelte helpt u met problemen oplossen, geeft een beschrijving van de presetvoices en ander referentiemateriaal.
XG-voice-overzicht, MIDI-dataformat, enz.
Handelsmerken
Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer , Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
• Windows is het geregistreerde handelsmerk van Microsoft® Corporation.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
PF-500
5
Inhoudsopgave
Introductie .......................................................... 2
VOORZORGSMAATREGELEN ................................................................................................................. 3
Over deze handleiding en het “Reference Booklet” ...................................................................................................... 5
Inhoudsopgave....................................................................................................................................... 6
Toepassingsindex ................................................................................................................................... 9
Bijgeleverde accessoires....................................................................................................................... 11
Eigenschappen ..................................................................................................................................... 12
Voordat u de PF-500 gebruikt.............................................................................................................. 14
Over de pedalenconsole................................................................................................................................................ 14
Over de muziekstandaard............................................................................................................................................. 14
Het instrument aanzetten............................................................................................................................................. 15
Het displaycontrast afstellen......................................................................................................................................... 16
Het volume instellen..................................................................................................................................................... 16
Een hoofdtelefoon gebruiken ....................................................................................................................................... 16
Basisbediening.................................................... 17
Onderdeelnamen ................................................................................................................................. 18
Luisteren naar de demonstratiemelodieën .........................................................................................20
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs............................................................................................... 22
De 50 pianopresetsongs afspelen.................................................................................................................................. 22
Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs........................................................................................... 24
Voices selecteren en bespelen ............................................................................................................. 26
Voices selecteren ........................................................................................................................................................... 26
De pedalen gebruiken ................................................................................................................................................... 27
Variatie in het geluid aanbrengen
[BRILLIANCE]/[REVERB]/[CHORUS] ..................................................................................................................... 28
Twee voices combineren (dualmode).......................................................................................................................... 30
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode) ....................................................... 32
De metronoom gebruiken ............................................................................................................................................ 34
Uw spel opnemen ................................................................................................................................ 35
Een nieuwe song opnemen........................................................................................................................................... 35
Opnemen op [TRACK 1] ....................................................................................................................................... 35
Opnieuw opnemen op TRACK 1........................................................................................................................... 37
Gedeeltelijk opnieuw opnemen op TRACK 1 ....................................................................................................... 38
Opnemen op [TRACK2] ........................................................................................................................................ 39
Opnemen op de derde of verdere tracks [EXTRA TRACKS]............................................................................... 40
Overige opnametechnieken.......................................................................................................................................... 40
Data toevoegen aan of overnieuw opnemen over een bestaande song ................................................................ 40
Een voice of het tempo wijzigen na het opnemen................................................................................................. 41
De volumebalans tussen het afspelen van de song en uw eigen spel aanpassen [SONG BALANCE]................ 42
In de dual- of splitmode opnemen......................................................................................................................... 42
Opgenomen songs wegschrijven en met files werken...[FILE]............................................................ 43
PF-500 geheugen ..................................................................................................................................................... 43
Basisfilehandelingen................................................................................................................................................ 44
Een opgenomen song of andere songs opslaan in het PF-500 opslaggeheugen...[SaveToMemory]........................ 45
Een geheugensong wissen...[DeleteSong].................................................................................................................... 46
6
PF-500
Inhoudsopgave
Een song hernoemen...[RenameSong]......................................................................................................................... 47
Het lettertype van het scherm wijzigen...[CharacterCode] ........................................................................................ 47
Opgenomen songs afspelen ................................................................................................................ 48
Een song afspelen .......................................................................................................................................................... 48
Track afspelen aan- en uitzetten................................................................................................................................... 50
Ondersteunde songdatatypes ....................................................................................................................................... 50
Aansluitingen ....................................................................................................................................... 51
Aansluitingen ................................................................................................................................................................ 51
Een PC aansluiten ......................................................................................................................................................... 53
Gedetailleerde instellingen ............................. 59
Gedetailleerde instellingen............................................................................................................... 60
Parameteroverzicht ....................................................................................................................................................... 60
Gedetailleerde instellingen maken ............................................................................................................................... 63
Gedetailleerde instellingen voor opnemen en afspelen [SONG SETTING] ........................................ 65
De timing van de noten corrigeren [Quantize]........................................................................................................... 65
Aangeven dat het afspelen onmiddellijk vanaf de eerste noot moet beginnen met afspelen [QuickPlay] .............. 66
Het kanaal afluisteren [ChannelListen]....................................................................................................................... 66
Data wissen van afzonderlijke kanalen [ChannelClear] ............................................................................................. 66
Het bereik aangeven en herhaaldelijk afspelen [FromToRepeat] .............................................................................. 66
De frase afspelen die wordt aangegeven door het frasenummer [PhraseMark]........................................................67
Een song herhaaldelijk afspelen [SongRepeat]............................................................................................................ 67
Gedetailleerde instellingen voor de metronoom METRONOME [SETTING] ...................................... 68
De maatsoort van de metronoom instellen [TimeSignature] .................................................................................... 68
Het volumeniveau van de metronoom instellen [MetronomeVolume] ...................................................................68
De voice voor de metronoom instellen [MetronomeSound]..................................................................................... 68
Gedetailleerde instellingen voor de voices [VOICE SETTING] ............................................................ 69
De octavering instellen [Octave].................................................................................................................................. 70
Het volumeniveau instellen [Volume] ........................................................................................................................ 70
De positie van de rechter- en linkerkanalen instellen [Pan]....................................................................................... 70
Ontstemmen (alleen in de dualmode) [Detune] ........................................................................................................ 70
Het reverbtype selecteren [ReverbType] ..................................................................................................................... 71
De reverbdiepte instellen [ReverbSend] ...................................................................................................................... 71
Het chorustype selecteren [Chorus Type] ................................................................................................................... 71
De chorusdiepte instellen [ChorusSend]..................................................................................................................... 71
De chorus aan-/uitzetten [ChorusOnOff]................................................................................................................... 72
Het DSP-type selecteren [DSP Type (DSP)] ............................................................................................................... 72
De snelheid van het vibrafoonvibrato-effect instellen [VibeRotorSpeed]................................................................. 72
Zet het vibrafoonvibrato-effect aan/uit [VibeRotorOnOff (RotorOnOff)] .............................................................. 73
De draaisnelheid van de draaiende luidspreker instellen [RotarySpeed (Rot.Speed)] ............................................. 73
De diepte van het DSP-effect aanpassen [DSPDepth]................................................................................................ 73
De helderheid van het geluid aanpassen [Brightness] ................................................................................................ 73
Het resonantie-effect aanpassen [HarmonicContent (Harmonic)] .......................................................................... 73
Het lage frequentiebereik van de equalizer aanpassen [EQ LowFreq. (EQ L.Freq)]................................................. 74
De versterking (boost/cut) van het laaggedeelte van de equalizer aanpassen [EQ LowGain]................................. 74
Het hoge frequentiebereik van de equalizer aanpassen [EQ HighFreq. (EQ H.Freq)]............................................. 74
De versterking (boost/cut) van het hooggedeelte van de equalizer aanpassen [EQ HighGain]............................... 74
PF-500
7
Inhoudsopgave
De aanslaggevoeligheid instellen [TouchSense].......................................................................................................... 75
De rechterpedaalfunctie instellen [RPedal]................................................................................................................. 75
De middenpedaalfunctie instellen [MPedal]............................................................................................................... 75
De linkerpedaalfunctie instellen [LPedal] ................................................................................................................... 76
De extra pedaalfunctie instellen [AuxPedal] ............................................................................................................... 76
MIDI [MIDI SETTING]........................................................................................................................... 77
Over MIDI..................................................................................................................................................................... 77
Het MIDI-zendkanaal instellen [MidiOutChannel]................................................................................................... 78
Het MIDI-ontvangstkanaal instellen [MidiInChannel] ............................................................................................. 78
De lokale besturing aan-/uitzetten [LocalControl]..................................................................................................... 79
Instelling voor MIDI-verzending van uw spel op het toetsenbord of van af te spelen songdata [MidiOutSelect] . 79
Instelling voor het datatype voor de MIDI-ontvangst [ReceiveParameter] .............................................................. 79
Instelling voor het datatype voor de MIDI-verzending [TransmitParameter] ......................................................... 79
De begininstellingen van het paneel verzenden [InitialSetup]................................................................................... 80
Een voicedatabulkdump uitvoeren [VoiceBulkDump].............................................................................................. 80
Overige instellingen............................................................................................................................. 81
Een aanslaggevoeligheid selecteren [TouchResponse]................................................................................................ 81
Fijnafstemming van de toonhoogte [Tune] ................................................................................................................ 81
Een stemcurve voor een pianovoice selecteren [PianoTuningCurve] ....................................................................... 81
Een stemming selecteren [Scale] .................................................................................................................................. 82
Aangeven van het splitpunt [SplitPoint] ..................................................................................................................... 82
De toonsoort veranderen [Transpose]......................................................................................................................... 82
De diepte van het softpedaal aanpassen [SoftPedalDepth] ........................................................................................ 83
Diepte van de snaarresonantie [StringResonanceDepth]........................................................................................... 83
Diepte van de sustainsample voor het demperpedaal [SustainSamplingDepth] ...................................................... 83
Bepalen van het volume van het toets-los-geluid [KeyOffSamplingDepth] ............................................................. 83
Een pedaalfunctie selecteren voor de vibrafoon [VibraphonePedalMode]............................................................... 83
Toewijzen van de SONG [START/STOP]-functie aan het pedaal [PedalStart/Stop]............................................... 84
Het type extra pedaal selecteren [AuxPedalType]....................................................................................................... 84
Het punt instellen waarop het demperpedaal invloed op het geluid begint te krijgen [HalfPedalPoint]................ 84
Pitchbendbereik [PitchBendRange]............................................................................................................................. 84
De luidsprekers aan-/uitschakelen [Speaker] .............................................................................................................. 85
Instellen welke items vastgehouden moeten worden bij het uitzetten [MemoryBackUp]....................................... 85
De standaardinstellingen terugroepen [FactorySet] ................................................................................................... 85
Andere methode voor het terugroepen van de standaardinstellingen....................................................................... 85
Mededelingenoverzicht .................................................................................................................... 86
Vragen over bediening en functies ..................................................................................................... 90
Appendix .......................................................... 93
Problemen oplossen............................................................................................................................. 94
Datacompatibiliteit .............................................................................................................................. 95
Presetvoice-overzicht ........................................................................................................................... 97
Voicecombinatievoorbeelden (dual en split) ......................................................................................99
De standaard monteren..................................................................................................................... 100
Index................................................................................................................................................... 102
PF-500
8
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die misschien van pas komen in uw situatie en toepassing.
Luisteren
Naar de demosongs luisteren...................................“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 20
“De 50 pianopresetsongs afspelen” op blz. 22
Luisteren naar de demosongs met andere voices ....“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 20
Luisteren naar songs van “50 Greats for the Piano”............... “De 50 pianopresetsongs afspelen” op blz. 22
Luisteren naar opnamen van mijn eigen spel.....................................“Opnemen op [TRACK 1]” op blz. 35
“Een song afspelen” op blz. 48
Spelen
Drie pedalen gebruiken.............................................................................“De pedalen gebruiken” op blz. 27
Een begeleiding afspelen op de juiste toonhoogte ........ “De toonsoort veranderen [Transpose]” op blz. 82
De klankkleur veranderen
Het overzicht van de voices bekijken.........................................................“Presetvoice-overzicht” op blz. 97
Een concertzaal simuleren...........................................................................................“[REVERB]” op blz. 29
Twee voices combineren...................................................“Twee voices combineren (dualmode)” op blz. 30
Met de linker- en de rechterhand verschillende voices bespelen
........................“Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode)” op blz. 32
Een voice helderder en scherper maken of zachter en ronder...........................“[BRILLIANCE]” op blz. 28
Breedte aan het geluid geven..................................................................................... “[CHORUS]” op blz. 29
Oefenen
Het rechter- of linkerhandgedeelte uitschakelen
........................................................... “Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs” op blz. 24
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo............................. “De metronoom gebruiken” op blz. 34
Oefenen met behulp van uw eigen opgenomen song.................................... “Uw spel opnemen” op blz. 35
“Track afspelen aan- en uitzetten” op blz. 50
Opnemen
Uw eigen spel opnemen ..................................................................................“Uw spel opnemen” op blz. 35
Opgenomen songs in het geheugen opslaan
................................ “Opgenomen songs wegschrijven en met files (bestanden) werken [FILE]” op blz. 43
PF-500
9
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die misschien van pas komen in uw situatie en toepassing.
Instellingen
Gedetailleerde instellingen maken voor opnemen en afspelen
..............................“Gedetailleerde instellingen voor opnemen en afspelen [SONG SETTING]” op blz. 65
Gedetailleerde instellingen maken voor de metronoom
.........................“Gedetailleerde instellingen voor de metronoom METRONOME [SETTING]” op blz. 68
Gedetailleerde instellingen maken voor de voices
................................................. “Gedetailleerde instellingen voor de voices [VOICE SETTING]” op blz. 69
Gedetailleerde instellingen maken voor MIDI....................................“MIDI [MIDI SETTING]” op blz. 77
Gedetailleerde instellingen maken voor de PF-500 ....................................“Overige instellingen” op blz. 81
De PF-500 op andere apparaten aansluiten
Wat is MIDI? ...............................................................................................................“Over MIDI” op blz. 77
Uw eigen spel opnemen
.....
“AUX OUT [R][L]-tulpplugaansluitingen (LEVEL FIXED), [R][L/L+R]-steekplugaansluitingen” op
Het volume verhogen
....... “AUX OUT [R][L]-tulpplugaansluitingen (LEVEL FIXED), [R][L/L+R]-steekplugaansluitingen” op
Het geluid van andere instrumenten via de PF-500 weergeven
...........................................................................................“AUX IN [R]-, [L/L+R]-aansluitingen” op blz. 51
Een computer aansluiten.................................................................................“Een PC aansluiten” op blz. 53
blz. 52
blz. 52
De standaard monteren
De standaard gebruiken .......................................................................“De standaard monteren” op blz. 100
Snelle oplossingen
Wat de PF-500 biedt ...........................................................................................“Toepassingsindex” op blz. 9
“Eigenschappen” op blz. 12
Terug naar het hoofdscherm (main screen) .............................................................. “EXIT-knop” op blz. 18
De PF-500 terugzetten naar de standaardinstelling
................................................................... “De standaardinstellingen terugroepen [FactorySet]” op blz. 85
De betekenis van mededelingen............................................................. “Mededelingenoverzicht” op blz. 86
Als u vragen heeft over bediening en functies..................... “Vragen over bediening en functies” op blz. 90
Problemen oplossen .................................................................................... “Problemen oplossen” op blz. 94
10
PF-500
Bijgeleverde accessoires
Pedalenconsole
Standaard (onderstel)
Muziekstandaard
Bank (bijgeleverd of niet, verschilt per land)
Stofkap (bijgeleverd of niet, verschilt per land)
Nederlandstalige handleiding
Reference Booklet
PF-500
11
Eigenschappen
De Yamaha PF-500 elektronische piano beschikt over rijke geluiden geproduceerd door Yamaha’s eigen “AWM
Dynamische Stereo Sampling” klankopwekkingssysteem en een “ Graded Hammer” toetsenbord, waarbij het toets-
gewicht gegradeerd varieert over het toetsbereik, waardoor deze elektronische piano’s een “speelgevoel” geven dat het toetsenbord van een originele vleugel wel heel erg dicht benadert. De PF-500 GrandPiano1-voice beschikt over 3 aanslagsnelheidgeschakelde samples ( Dynamische sampling ), “ Snaarresonantie ” (blz. 83) dat opnieuw de resonan­tie van pianosnaren creëert, speciale “ en de snaren van een akoestische concertvleugel als het demperpedaal wordt ingetrapt, en “ het subtiele geluid toevoegen dat wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten. De PF-500 benadert zo nog beter het geluid van een echte akoestische vleugel.
Sustainsampling
” (blz. 83) die de unieke resonantie bevat van de klankbodem
Toets-los samples
” die
MAXMIN
Op deze aansluitingen kunt u een externe toongenerator aansluiten om het geluid daarvan weer te geven via het interne geludssysteem van de PF-500 (blz. 51).
Sluit hier een optionele pedaal op aan en wijs er een van de verscheidene functies aan toe (blz. 52).
Via deze aansluiting en keuzeschakelaar kunt u een directe verbinding maken tussen een PC voor sequencen en andere muziek­toepassingen (blz. 53–58).
SONG KEYBOARD
DEMO TEMPO
SONG BALANCEMASTER VOLUME
TRACK
TRACKS
2
1
SONG SELECT
START
TOP
/
STOP
REC
SYNCHRO START
NEW SONG
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
SETTING
UPDOWN
C
CONTRAST
B
EXIT
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
U kunt het geluid van de PF­500 beluisteren via een exter­ne audio-installatie, of hier een recorder, enz. op aanslui­ten om uw spel op te nemen (blz. 52).
AUX IN
R
L/L+R
PEDAL TO HOST USB
AUX OUT
L/L+R
AUX PEDALAC INLET
RL R
LEVEL FIXED
MIDI
IN THRUOUT
PHONES
MIDI PC-2 USBMac
Sluit hier een MIDI-apparaat op aan om de verscheidene MIDI­functies te kunnen gebruiken (blz. 52, 56). (Over MIDI—blz. 77)
GRAND
GRAND
E.PIANO
PIANO 2
PIANO 1
1
JAZZ
CHURCH
ORGAN
ORGAN
STRINGS
HOST SELECT
VOICE
HARPSI-
VIBRA-
E.PIANO
E.CLAVI-
SETTING
CHORD
PHONE
2
CHORD
GUITAR
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
E.BASS XG
VOICE
SPLIT CHORUSREVERB
VARIATION BRIGHTMELLOW
MIDI
SETTING
OTHER
BRILLIANCE
SETTING
EFFECT
Hier kan een stan­daard stereo hoofd­telefoon op aange­sloten worden voor ongestoord spelen (blz. 16).
POWER
ON OFF
Deze aansluiting kan op uw computer aangeslo­ten worden, waardoor u MIDI-data kunt overdra­gen tussen de PF-500 en de computer (blz. 52).
12
PF-500
Eigenschappen
SONG-selectieknoppen
Dit gedeelte stelt u in staat 50 pianopresetsongs te be­luisteren, alsook het spelen van de song te oefenen met de handige oefenfunc­tie. U kunt ook uw spel op­nemen en afspelen. (Blz. 22, 35, 48.)
[MASTER VOLUME]
Pas het volumeniveau aan met deze dial. (Blz. 16.)
[DEMO]
Voor elke voice is een demonstratie beschikbaar (blz.
20).
[FILE]
Sla opgenomen songs op en beheer songfiles (blz. 43).
[METRONOME]
Gebruik de metronoom­functies (blz. 34)
.
Voicegroepknoppen
U kunt uit 16 voicegroepen kiezen, waar­onder grand piano (vleugel). U kunt ook twee geluiden combineren en samen gebruiken (blz. 26).
[CONTRAST]
Pas de helderheid van de display aan met deze regelaar (blz. 16).
[MIDI SETTING]
Maak gedetailleerde MIDI-instel­lingen, zoals MIDI ontvangst­/zendkanalen (blz. 77).
[REVERB] / [CHORUS]
Voeg reverb (nagalm) en breedte (chorus) toe aan het geluid (blz. 29).
[SPLIT]
U kunt verschillende voices bespelen via het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord (blz. 32).
METRONOME
FILE
SONG
REC
SETTING
SONG KEYBOARD
MAXMIN
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
2
1
SONG SELECT
START
/
STOP
TOP
SYNCHRO START
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
SONG
[SONG SETTING]
Maak gedetailleerde instellin-
gen voor het opnemen en af-
spelen van songs (blz. 65).
[SONG BALANCE]
Hiermee kunt u de volumebalans aanpassen tussen het afspelen van de song en het geluid van wat u op het toetsenbord speelt (blz. 42).
TEMPO [DOWN] [UP]
U kunt het songtempo (snelheid) veran­deren
(blz. 23, 34, 36, 48).
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
De display maakt accurate besturing en be­diening mogelijk (blz. 19).
[OTHER SETTING]
Hiermee kunt u gedetailleerde instellingen maken, zoals het aanpassen van de toetsaanslag of het maken van fij­ne aanpassingen van de toonhoogte (blz. 81).
NO YES
GRAND
E.PIANO
CONTRAST
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXIT
STRINGS
E.CLAVI-
E.PIANO
HARPSI-
1
CHORD
2
CHORD
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
VOICE
VIBRA­PHONE
E.BASS XG
GUITAR
VOICE
SETTING
SPLIT CHORUSREVERB
VARIATION BRIGHTMELLOW
[EXIT]
Het scherm keert terug naar de hoofddisplay als u op deze knop drukt (blz. 19).
[VOICE SETTING] / [VARIATION]
U kunt gedetailleerde instellingen maken voor de klankkleur en effecten (blz. 69).
BRILLIANCE [MELLOW] [BRIGHT]
Pas de helderheid van de klankkleur aan met deze knoppen (blz. 28).
BRILLIANCE
EFFECT
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
PF-500
13
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het is niet nodig de standaard te monteren om de PF-500 te kunnen bespelen. Als u echter de standaard wilt monteren zie dan blz. 100.
Over de pedalenconsole
Sluit de stekker van de pedalenconsole aan met de pijl op de stekker naar boven gericht.
Over de muziekstandaard
De PF-500 wordt geleverd met een muziek­standaard die aan het instrument kan worden bevestigd door deze in de uitsparingen achter­aan het bedieningspaneel te plaatsen.
A
L
U
/L
X
+ R
IN
R
L / L +
R
A
U X O
U
T
R
A C
IN L
E
L
T
L E
V E L
F IX E
D
R
P E D
A L
P H O
N
A
E
U
S
X
P E
D A
L
P
O W
M
E
ID
O
R
N
I
O F F
H
I N
O S
T
M
S
I D
E
I
L E
P C
C
-2
T
M
O
a
U
c
T
T
U
O
S B
H O S
T
T H R
U
U S
B
14
PF-500
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het instrument aanzetten
1. Sluit het netsnoer aan.
Sluit eerst de stekker van het netsnoer aan op de [AC INLET]-aansluiting op het linker zijpaneel en steek vervolgens de andere stekker van het netsnoer in een geschikt stopcontact.
12
AC INLET
A
L
U
/ L+
X
R
I
N
R
L /L + R
A U X
O U
T
R
A C
IN LE
L
T
L
E V E
L F IX
E D
R
P E D
A L
P
H O N
A
E
U
S X P
E D
A L
P
O W
M
E I D
O
R
N
I
O
F
F
H
I N
O
S T
M
S
I D
E
I
L
E
P C
C
-
T
2
M
O
a
U
c
T
T
U
O
S
H
B
O S T
T H R U
U S B
240V
220V
110V
130V
(De uitvoering van de stekker kan per locatie verschillen.)
VOLTAGE SELECTOR
WAARSCHUWING!
Let er op dat uw PF-500 geschikt is voor de netspanning zoals die in uw gebied geleverd wordt (de vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje op het bodempaneel). In sommige gebieden kan een voltageschakelaar op het onder­paneel van de PF-500 zijn aangebracht. Zorg ervoor dat de voltageschakelaar op de juiste netspanning staat ingesteld voor uw gebied. Het instrument aansluiten op een verkeerde netspanning kan ernstige beschadiging van de interne elektronica tot gevolg hebben en kan zelfs schokken veroorzaken!
Gebruik uitsluitend het bij de PF-500 geleverde netsnoer. Als het bijgeleverde netsnoer kwijt is of beschadigd en vervan­gen dient te worden, neem dan contact op met uw lever ancier . Het gebruik van een ongeschikt vervangend netsnoer kan brand of schokken veroorzaken!
Het soort netsnoer dat bij de PF-500 wordt geleverd kan verschillen, afhankelijk v an het land waarin deze is aangeschaft. (In sommige gebieden kan het zijn dat er een verloopstekker nodig is om er voor te zorgen dat de stekker op het stop­contact past.) Modiceer de stekker zoals die bij de PF-500 wordt geleverd NIET. Als de stekker niet in het stopcontact past, laat dan een juist stopcontact plaatsen door een erkende installateur.
2. De PF-500 aanzetten.
Druk op de [POWER]-schakelaar die zich op het linker zijpaneel bevindt.
• Het scherm midden op het bedieningspaneel licht op.
A
L
U
/L
X
+ R
IN
R
L
/L + R
A
U X O
U
T
R
A
C IN LE
L
T
L E VE
L F IX
E D
R
P E D A
L
P
H O
N
A
E
U
S
X
P E
D A
L
P
O W
M
E
ID
O
R
N
I
O F F
H
I N
O S T
M
S
ID
E
I
LE
P C
C
-2
T
M
O
ac U T
T
U
O
S
H
B
O S T
T
H R U
U S
B
POWER
ON OFF
[POWER]
Druk op de [POWER]-schakelaar om de PF-500 uit te zetten.
A
C
Als u de PF-500 aanzet verschijnt er een voicenaam in het scherm.
B
NO YES
D
PF-500
15
Voordat u de PF-500 gebruikt
Het displaycontrast afstellen
U kunt het contrast van de display aanpassen door aan de [CONTRAST]-knop rechts van de LCD te draaien.
A
C
B
NO YES
D
CONTRAST
EXITEXIT
Gebruik deze knop.
TERMINOLOGIE
CONTRAST:
het verschil tussen hel­der en donker
Het volume instellen
Om het volume aan te passen gebruikt u de [MASTER VOLUME] links op het paneel. Bespeel het toetsen­bord om daadwerkelijk geluid te maken terwijl u het volume aanpast.
Het niveau neemt af.
MASTER VOLUME
Het niveau neemt toe.
MAXMIN
PAS OP
Gebruik de PF-500 niet gedu­rende een langere periode op een hoog volume-niveau aan­gezien dat uw gehoor kan be­schadigen.
TERMINOLOGIE
MASTER VOLUME:
Het volumeniveau van het gehele toetsenbordgeluid
TIP
U kunt ook het [PHONES]­uitgangsniveau, het AUX IN­ingangsniveau en het AUX OUT [L/L+R][R]-uitgangsni­veau aanpassen met de [MASTER VOLUME]-dial.
Een hoofdtelefoon gebruiken
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de [PHONES]-aansluitingen op het linker zijpaneel. Er zijn twee [PHONES]-aansluitingen voorhanden. Hier kunnen twee standaard hoofdtelefoons op aangeslo­ten worden. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee u deze aansluit.)
16
PAS OP
Gebruik een hoofdtelefoon niet gedu­rende een langere periode met een hoog volume. Dit zou namelijk tot gehoorverlies kunnen leiden.
PF-500
PHONES
A
L
U
/L
X
+
IN
R
R
L
/L + R
A U X
O
U T
R
AC
IN
LE
L
T
L E
V E L
F IX E
D
R
P E D
A L
P H
O N
A
E
U
S X P
E D
A L
P
O W
M
ER
ID
O NO
I
F F
H
IN
O
ST
M
S
ID
E
I
L
E
P C
C
-
T
2
M
O
a
U
c
T
TO
U S
H
B
O S
T
T H R
U
U S B
Basisbediening
PF-500
17
Onderdeelnamen
1
C
SONG KEYBOARD
MAXMIN
B
B
NO YES
D
SONG BALANCEMASTER VOLUME
2 3
D
CONTRAST
EXIT
E
DEMO TEMPO
CHURCH
SONG SELECT
NEW SONG
4
GRAND
PIANO 1
ORGAN
GRAND PIANO 2
JAZZ
ORGAN
TRACK
1
TOP
START
SYNCHRO START
SONG
7
E.PIANO
1
STRINGS
5
TRACK
HARPSI-
CHORD
SYNTH.
PAD
VOICE
E.CLAVI­CHORD
WOOD BASS
PHONE
E.BASS XG
E.PIANO
CHOIR
2
VIBRA-
0
6
EXTRA
TRACKS
REC
8
FILE
SONG
SETTING
9
2
/
STOP
METRONOME
A
F
M
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
N
GUITAR
SETTING
G H
VOICE
SPLIT CHORUSREVERB
VARIA TION BRIGHTMELLOW
K
I J
BRILLIANCE
EFFECT
L
B
SETTINGSTART/ST OP
UPDOWN
A
C
C
O
P
Q
C0 D0 E0 F0 G0 A0 B0 C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C3 D3 E3 F3 G3 A3 B3 C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4
B-1A-1
Bedieningspaneel
[MASTER VOLUME]........................ blz. 16
1
2 [SONG BALANCE] .......................... blz. 42
3 [DEMO] .......................................... blz. 20
4 SONG SELECT [ ] [ ] ... blz. 22, 35, 48 5 [TRACK1] [TRACK2] /
[EXTRA TRACKS] .......... blz. 24, 35–40, 50
6 [FILE] .............................................. blz. 43
7 [TOP] / SONG [START/STOP]
........................................... blz. 22, 36, 49
8 [REC] .............................................. blz. 34
9 [SONG SETTING] ........................... blz. 65
0 METRONOME [START/STOP] /
[SETTING] ................................ blz. 34, 68
A TEMPO [DOWN] [UP] .. blz. 23, 34, 36, 49 B
LCD-knoppen A [–] [+] / B [– (NO)] [+ (YES)] /
C [–] [+] / D [–] [+] ......................... blz. 19
SONG KEYBOARD
MAXMIN
SONG BALANCEMASTER VOLUME
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
FILE
2
1
SONG
START
TOP
/
STOP
SONG SELECT
REC
SETTING
SYNCHRO START
NEW SONG
DEMO TEMPO
SONG
METRONOME
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
GRAND
HARPSI-
VIBRA-
VOICE
E.CLAVI-
GRAND
E.PIANO
E.PIANO
CONTRAST
B
PIANO 2
CHORD
PHONE
SETTING
CHORD
PIANO 1
1
2
GUITAR
JAZZ
CHURCH
ORGAN
ORGAN
EXIT
D
SPLIT CHORUSREVERB
SYNTH.
WOOD
BRILLIANCE
PAD
BASS
VARIATION BRIGHTMELLOW
STRINGS
CHOIR
E.BASS XG
EFFECT
VOICE
C5 D5 E5 F5 G5 A5 B5 C6 D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
]
MIDI
SETTING
OTHER SETTING
Center “C”
C LCD-scherm.................................... blz. 19
D [CONTRAST]-knop ......................... blz. 16
E [EXIT].............................................. blz. 19
F Voicegroepknoppen ......................blz. 26
G [VOICE SETTING] ........................... blz. 69
H [SPLIT] ............................................ blz. 32
I [REVERB] ........................................blz. 29
J [CHORUS]....................................... blz. 29
K VARIATION [] [] ........................ blz. 26
L BRILLIANCE [MELLOW] [BRIGHT] .blz. 28
M [MIDI SETTING] .............................blz. 77
N [OTHER SETTING] .......................... blz. 81
O Softpedaal...................................... blz. 27
P Sostenutopedaal ............................ blz. 27
Q Demperpedaal ............................... blz. 27
18
PF-500
Aansluitingen (linker zijpaneel)
Onderdeelnamen
R AUX IN...........................................blz. 51
S AUX OUT .......................................blz. 52
T [PHONES] ......................................blz. 16
U [POWER ON/OFF]..........................blz. 15
V [AC INLET] .....................................blz. 15
X [AUX PEDAL] ................................. blz. 52
Y MIDI [IN] [OUT] [THRU] ............... blz. 52
Z HOST SELECT ................................ blz. 52
[ [TO HOST]..................................... blz. 52
\ [USB] .............................................blz. 52
W [PEDAL]..................................blz. 14, 101
R
AUX IN
R
L/L+R
PEDAL TO HOST USB
WV X Z [ \
Paneellogo’s
]
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een toevoeging aan de MIDI-standaard die garandeert dat alle data die voldoen aan de standaard nauwkeurig zullen worden afgespeeld op elke GM-compatibele toongenerator of syn­thesizers van elke fabrikant.
AUX OUT
RL R
L/L+R
AUX PEDALAC INLET
S
LEVEL FIXED
IN THRUOUT
MIDI
Y
T U
PHONES
HOST SELECT
MIDI PC-2 USBMac
POWER
ON OFF
XG Format
XG is een nieuwe Yamaha MIDI-specificatie die een significante uitbrei­ding en verbetering is van de “GM System Level 1” standaard met een gro­tere voicecapaciteit, expressieve aansturing en effectmogelijkheden, terwijl de compatibiliteit met GM volledig behouden blijft.
C
LCD
Gebruik de LCD-knop A, B, C of D om uit de inhoud weer­gegeven op het LCD te selecteren. Controleer het scherm midden op het bedieningspaneel na elke handeling. Er verschijnt een voicenaam in het scherm als u het instrument aanzet.
[EXIT]-knop
E
Als u op deze knop drukt, keert het apparaat terug naar het standaard­scherm (het scherm dat één of meerdere voicenamen aangeeft en dat wordt weergegeven als het instrument wordt aangezet).
A
C
B
NO YES
D
PF-500
19
Luisteren naar de demonstratie­melodieën
Voor elke voicegroep bevat de PF-500 één demosong waardoor u de karakters van de voices kunt leren kennen. Dit gedeelte legt uit hoe naar de demosongs te luisteren voor de hieronder opgesomde voicegroepen.
Demonstratiemelodieën
Voicegroep Melodie Componist
HARPSICHORD Gavotte J.S.Bach
De hierboven genoemde demonstratie bestaat uit korte opnieuw gearrangeerde passages uit de originele composities. Alle andere songs zijn origineel (©2002 Yamaha Corporation).
1 4
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
1
2
FILE
SONG KEYBOARD
MAXMIN
SONG SELECT
TOP
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
SYNCHRO START
SONG
/
STOP
START
REC
SETTING
SONG
3
Procedure
1. Activeer de demomode.
Druk op de [DEMO]-knop om de demomode te activeren.
De indicators van de voicegroepknoppen zullen beurtelings oplichten.
METRONOME
2 3
GRAND
CONTRAST
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
Voice­groepknoppen
E.PIANO
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
STRINGS
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATION BRIGHTMELLOW
XG
E.BASS
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
4
TERMINOLOGIE
Mode:
Een mode is een status waaronder een bepaalde functie kan worden uitge­voerd. In de demomode kunt u demonstratiemelodieën afspelen.
20 PF-500
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
2. Selecteer een melodie en start het afspelen.
Druk op de voicegroepknop voor de demosong die u wilt horen.
De indicator van de voicegroepknop die u indrukt zal oplichten en de demosong zal gaan spelen. De demosongs zullen beurtelings worden afgespeeld te beginnen vanaf de voicegroepknop linksboven totdat u het afspelen stopt.
3. Stop het afspelen.
Druk op de knop van de voicegroep die speelt of op de SONG [START/STOP]-knop.
4. De demomode verlaten.
Druk op de [DEMO]- of [EXIT]-knop om de demomode te verlaten.
Door de [DEMO]-knop ingedrukt te houden en op A[–][+] te drukken om de [PianoDemo]-display op te roepen, kunt u de pianodemo horen. De pianodemo laat u het resultaat vergelijken van het aan-/uitzetten van elk van de sampletechnologieën.
OPMERKING
Gebruik, om het volume­niveau van de demosongs aan te passen de [MASTER VOLUME]-dial.
TIP
Gebruik, om de volume­balans tussen het afspelen van de song en het geluid van wat u op het toetsen­bord speelt aan te passen, de [SONG BALANCE]­schuif (blz. 42).
GRAND PIANO1 ................. Stereo Piano (stereosampling)
GRAND PIANO2 ................. Mono Piano (monosampling)
E.PIANO1............................ mezzo piano (dynamische sampling,
mezzopiano)
E.PIANO2............................ mezzo forte (dynamische sampling,
mezzoforte)
HARPSICHORD.................. forte (dynamische sampling, forte)
E.CLAVICHORD.................. met sustain (met sustainsampling)
VIBRAPHONE..................... geen sustain (zonder sustainsam-
pling)
GUITAR ............................... met toets-los (met toets-los-sampling)
CHURCH ORGAN............... geen toets-los (zonder toets-los-sam-
pling)
JAZZ ORGAN...................... met StringRes (met snaarresonantie)
STRINGS............................. geen StringRes (zonder snaarreso-
nantie)
PF-500 21
Luisteren naar de 50 piano­presetsongs
De PF-500 voorziet in de speeldata van 50 pianosongs. U kunt gewoon naar deze songs luisteren (blz. 22) of ze gebruiken om mee te oefenen (blz. 24). Zie blz. 34 van het Reference Booklet voor een compleet overzicht van de presetsongs.
De 50 pianopresetsongs afspelen
1
TRACK
TRACK
1
SONG KEYBOARD
MAXMIN
SONG SELECT
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
TOP
SYNCHRO START
SONG
2
/
STOP
START
23 4
Procedure
1. Selecteer een song.
Druk herhaaldelijk op één van de [SONG SELECT]-knoppen om de gewenste pianosong van P-001 tot P-050 te selecteren
Songselectiescherm
A
C
Het songnummer verschijnt in de display.
METRONOME [START/STOP]
METRONOME
EXTRA
TRACKS
FILE
SONG
REC
SETTING
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
TEMPO [DOWN] [UP]
B
NO YES
D
NO YES
GRAND
E.PIANO
CONTRAST
B
D
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
JAZZ
STRINGS
WOOD
PAD
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BASS
E.BASS
XG
VARIATION BRIGHTMELLOW
BRILLIANCE
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
TERMINOLOGIE
Song:
Op de PF-500 worden de
.
speeldata een "Song" ge­noemd. Dit is inclusief de­monstratiemelodieën en pianopresetmelodieën.
22 PF-500
2. Speel een presetsong af.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten.
het aantal maten
A
C
B
NO YES
D
TIP
U kunt ook de C [–]/[+]­knoppen gebruiken om een song te selecteren, na op de
[SONG SELECT]
knop te hebben gedrukt.
[P-000: NewSong] is een lege song bedoeld om uw spel in op te nemen (blz. 35).
Gebruik de SongRepeat­parameter in het SONG SETTING-menu om her­haaldelijk afspelen van alle songs of herhaaldelijk af­spelen van een enkele song te selecteren (blz. 67).
TIP
U kunt op het toetsenbord meespelen met het afspelen van de presetsong. U kunt de voice veranderen die u via het toetsenbord bespeelt.
-
Het tempo aanpassen
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
U kunt de TEMPO [DOWN]/[UP]-knoppen gebruiken om het afspeeltempo naar wens aan te passen. Het standaardtempo (de song’s originele tempo) wordt ingesteld als u tegelijkertijd op de [DOWN]- en [UP]-knoppen drukt.
Druk op één van de SONG SELECT [ ]/[ ]-knoppen om terug te keren naar het songselectiescherm.
A
A
C
C
B
B
NO YES
D
D
3. Stop het afspelen van de song.
Als het afspelen is afgerond, stopt het automatisch en de PF-500 gaat terug naar het begin van de song. Om het afspelen midden in een song te stoppen, drukt u op de [TOP]-knop. U kunt ook het afspelen pauzeren door op de SONG [START/STOP]-knop te drukken. Het af­spelen stopt als u op de knop drukt.
Snel vooruit- en terugspoelen
U kunt de volgende handelingen in het songselectiescherm uitvoeren:
Gebruik de B [–]/[+]-knoppen om heen en weer (terug- en vooruitspoelen) te bewegen door de song terwijl de song wordt gespeeld of gestopt is.
• Druk op de SONG SELECT [ ]- of de C [–]-knop tijdens het afspelen om het afspelen opnieuw te beginnen vanaf het begin van de song.
• Druk op de SONG SELECT [ ]- of de C [+]-knop tijdens het afspelen om het afspelen van de volgende song te starten.
• Druk op de SONG SELECT [ ]- of de C [–]-knop terwijl het afspelen is gestopt tijdens de song, om terug te gaan naar het begin van de song.
TIP
U kunt ook de D[–]/[+]- knop­pen gebruiken om het tempo te veranderen.
OPMERKING
Het tempo terugzetten
Elke keer als u een nieuwe presetsong selecteert, wordt het tempo automatisch terug­gezet naar de songs origi­nele waarde.
4. Keer terug naar het standaardscherm.
Druk op de [EXIT]-knop.
TERMINOLOGIE
Standaardscherm:
Het standaardscherm is een voiceselectiescherm (blz. 26) dat verschijnt als u de PF­500 aanzet.
PF-500 23
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs
De 50 presetsongs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij op het toetsen­bord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt gespeeld door [TRACK 1] en de lin­kerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK 2].
1
SONG KEYBOARD
MAXMIN
TRACK
TRACKS
1
2
FILE
SONG SELECT
TOP
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
SYNCHRO START
SONG
/
STOP
START
REC
SETTING
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
CONTRAST
GRAND
PIANO 1
CHURCH ORGAN
EXITEXIT
23
procedure
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt u op de [TRACK1]- of [TRACK2]-knop om de overeenkom­stige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1]- en [TRACK2]-indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, zal de corresponderende knopindicator uitgaan en het afspelen van de corresponderende partij wordt uitgeschakeld. Herhaaldelijk drukken op de knoppen schakelt tussen afspelen aan en uit.
2. Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten. Speel de partij die u zojuist heeft uitgezet.
E.PIANO
GRAND PIANO 2
JAZZ
ORGAN
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
STRINGS
BASS
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATION BRIGHTMELLOW
E.BASS
XG
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
TIP
U kunt de partijen zelfs tij­dens het afspelen, aan- of uitzetten.
24 PF-500
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te bespelen (synchro start)
U kunt er voor zorgen dat het afspelen begint zodra u het toetsenbord bespeelt (Synchro Start). Houd [TOP] ingedrukt en druk op SONG [START/STOP]. De SONG [START/STOP]-indicator knippert en de PF-500 wacht voor Syncro Start. Als u nu het toetsenbord bespeelt begint gelijk het afspelen. Als u tijdens het wachten op [TOP] drukt wordt synchro start geannuleerd.
TERMINOLOGIE
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd plaats
3. Stop het afspelen.
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
Als het afspelen is afgerond, stopt het automatisch en de PF-500 gaat terug naar het begin van de song. Als u het afspelen wilt stoppen tij­dens een song, drukt u op de [TOP]-knop. U kunt ook het afspelen pauzeren door op de SONG [START/STOP]-knop te drukken. Het afspelen stopt als u op de knop drukt.
U kunt ook een frase in een song toewijzen om die herhaaldelijk te kunnen oefenen. Zie de [FromToRepeat]-optie in het “SONG SETTING”-menu op blz. 66.
TIP
De afspeelpartijen terugzetten
Beide partijen worden auto­matisch aangezet elk keer als u een nieuwe song selecteert.
PF-500 25
Voices selecteren en bespelen
Voices selecteren
Voice-
2
1
groepknoppen
2
26 PF-500
SONG KEYBOARD
MAXMIN
EXTRA
TRACK
TRACK
TRACKS
1
NEW SONG
TOP
SYNCHRO START
SONG
2
/
STOP
START
SONG SELECT
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
METRONOME
A
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
REC
SETTING
UPDOWN
C
NO YES
B
D
CONTRAST
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
Procedure
1. Selecteer een voicegroep.
Druk op een voicegroepknop.
2. Selecteer een voice.
Gebruik VARIATION [ selecteren.
Als u XG selecteert
Als u XG selecteert, selecteert u eerst de XG-voicegroep en dan de gewenste voice.
2-1. Druk tegelijkertijd op de [–][+]-schermknoppen naast
de XG-voicenaamweergave, om toegang te krijgen tot een scherm waar u de XG-voices kunt selecteren.
2-2. Gebruik A [–][+] om de voicegroep te selecteren.
2-3. Gebruik C [–][+] om de gewenste voice te selecteren.
V oicegr oep Voicenaam Voicegr oep Voicenaam
GrandPiano1
GRANDPIANO1
GRANDPIANO2
E.PIANO1
E.PIANO2
HARPSICHORD
E.CLAVICHORD
VIBRAPHONE
GUITAR
Zie voor details over XG-voices, het “XG-voice-overzicht (in het afzonderlijke "Data List"-boekje).
MellowPiano PipeOrganTutti RockPiano PipeOrganFlute1 HonkyTonkPiano PipeOrganFlute2 GrandPiano2 BrightPiano RotaryOrgan E.Piano1 MellowOrgan SynthPiano E.Piano2 SynthStrings Vintage E.Piano SlowStrings Harpsichord8' Harpsichord8'+4' SlowChoir E.Clavichord Scat Wah Clavi. Vibraphone SynthPad2 Marimba Celesta Bass&Cymbal NylonGuitar SteelGuitar FretlessBass
][] of A [–][+] om een voice te
PipeOrganPrincipal
CHURCHORGAN
JazzOrgan
JAZZORGAN
Strings
STRINGS
Choir
CHOIR
SYNTH.PAD
WOOD BASS
E.BASS XG XG-voice
SynthPad1
WoodBass
ElectricBass
E.PIANO
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
JAZZ
STRINGS
WOOD
PAD
BASS
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATION BRIGHTMELLOW
E.BASS
XG
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
EFFECT
TERMINOLOGIE
Voice
Op de PF-500 betekent een voice een klank of klankkleur.
TIP
U kunt ook schakelen tussen voices in dezelfde groep door herhaaldelijk op een voicegroep-knop te drukken.
TIP
Luister, om de karakteristie­ken van de voices te leren kennen, naar de demosongs voor elke v oicegroep (blz. 20). Zie het Preset-v oice-o v erzicht op blz. 97 v oor meer informa­tie over de karakteristieken van elke presetvoice .
TIP
U kunt de luidheid van een voice regelen door hoe hard u op het toetsenbord speelt, of­schoon verschillende speelstij­len (aanslaggevoeligheden) wei­nig of geen invloed hebben op het geluid van bepaalde muziek­instrumenten. Zie het "Preset­voice-overzicht” op blz. 97.
TIP
XG is een enorme verbetering van het GM System Level 1­format en is speciaal door Ya­maha ontwikkeld om in meer voices en variatie te voorzien, alsook in meer expressiev e besturingsmogelijkheden over voices en effecten, en om de compatibiliteit van de data in de toekomst veilig te stellen.
TIP
Als u XG selecteert en dan tegelijkertijd op de V ARIA TION [][]-knoppen drukt, zal het XG-voiceselectiescherm verschijnen.
De pedalen gebruiken
De PF-500 heeft drie voetpedalen: het demperpedaal (rechts), het sostenutopedaal (midden) en het softpedaal (links) die een verscheidenheid aan expressieve effecten kunnen produceren, overeenkomstig die van de pedalen op een akoestische piano.
Voices selecteren en bespelen
Demperpedaal (rechter)
Als u op het demperpedaal drukt, worden de noten die u speelt langer aangehouden (sustain) Als u de Grand Piano 1-voice selecteert, zal het indrukken van het demperpedaal de speciale “Sustain Samples” van het instrument active­ren, waardoor nauwgezet de unieke resonantie van de zangbodem en snaren van een akoesti­sche vleugel opnieuw wordt gecreëerd.
Sostenutopedaal (midden)
Als u een noot of akkoord op het toetsen­bord speelt en op het sostenutopedaal drukt, terwijl u de noten aanhoudt, zullen de noten sustain krijgen zolang het pedaal ingedrukt wordt gehouden. Alle daarop volgende no­ten krijgen geen sustain.
.
Als u hier op het demperpe­daal drukt, krijgen de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat een langere sustain.
Als u hier op het sostenutopedaal drukt terwijl u noten ingedrukt houdt, krijgen de noten sustain zo­lang u het pedaal ingedrukt houdt.
TIP
Als het demperpedaal niet werkt, of noten worden aan-
gehouden zelfs als het pe­daal niet is ingedrukt, zorg er dan voor dat de pedaal­kabel goed aangesloten is op de PEDAL-aansluiting van het instrument (zie blz.
14). Zorg er ook voor dat de RPedal-parameter in het VOICE SETTING menu op ON staat (zie blz. 75).
TIP
U kunt de diepte van de re­sonantie die door de Sus­tain Samples wordt gepro­duceerd aanpassen met de Sustain Sampling Depth-pa­rameter in het OTHER SET­TING menu. (Zie blz. 83.)
Softpedaal (links)
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt enigszins de klankkleur van de gespeelde noten terwijl het pedaal wordt ingedrukt. (Het softpedaal heeft geen invloed op de noten die al worden gespeeld op het moment dat deze wordt ingedrukt. Druk op het pedaal, onmiddellijk voordat u de betreffende noten speelt.)
Bij de Vibraphone- en Jazz Organvoices, zet dit pedaal de vibrato aan en uit of schakelt de snelheid van vibrato. (Zie blz. 83.)
TIP
U kunt een functie toewijzen aan elk van de pedalen via de R Pedal, M Pedal en
L Pedal parameters in het VOICE SETTING-menu.
(Zie blz. 75, 76.)
TIP
Het midden- en linkerpedaal kunnen ook worden toege­wezen aan de song start/stop handeling (START/STOP­functie) via de PedalStart/ Stop- parameter in het OTHER SETTING-menu (op blz. 84).
PF-500 27
-
Voices selecteren en bespelen
Variatie in het geluid aanbrengen [BRILLIANCE]/[REVERB]/[CHORUS]
De effectfunctie maakt het u mogelijk expressie aan het geluid toe te voegen. De PF-500 effecten bevatten Brilliance, Reverb en Chorus.
[REVERB]
[CHORUS]
SONG KEYBOARD
MAXMIN
TRACK
TRACKS
1
2
FILE
SONG SELECT
TOP
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
SYNCHRO START
SONG
/
STOP
START
REC
SETTING
SONG
A
SETTINGSTART/STOP
UPDOWN
C
NO YES
B
D
METRONOME
EXTRA
TRACK
CONTRAST
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
EXITEXIT
HARPSI-
E.CLAVI-
E.PIANO
1
CHORD
CHORD
2
SYNTH.
WOOD
PAD
STRINGS
CHOIR
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BASS
E.BASS
XG
VARIATION BRIGHTMELLOW
BRILLIANCE
MIDI
SETTING
OTHER SETTING
EFFECT
BRILLIANCE [MELLOW] / [BRIGHT]
[BRILLIANCE]
U kunt deze regelaar gebruiken om de brilliance (helderheid) van de klank aan te passen en de klankkleur in overeenstemming met uw smaak te brengen.
Procedure
Druk op één van de BRILLIANCE [MELLOW]/ [BRIGHT]­knoppen om de gewenste klankkleur te selecteren.
A
C
Mellow3
Mellow2
Mellow1
Zachte en warme klankkleur. Het geluid wordt zachter en ronder naarmate het getal hoger wordt.
Normal........... Standaard klankkleur
B
NO YES
D
U kunt op BRILLIANCE [MELLOW]/[BRIGHT] druk­ken en vervolgens D [–][+] gebruiken om de gewenste klankkleur te selecteren.
Normale instelling = Normal
Normale instelling:
De Normale instelling ver­wijst naar de standaard in­stelling (fabrieksinstelling) die u ook heeft als u de PF­500 voor het eerst aanzet.
TIP
TIP
TERMINOLOGIE
28 PF-500
Bright1
Bright2
Bright3
Heldere klank. Het geluid wordt helderder naarmate het getal hoger wordt.
Druk op de [EXIT]-knop om terug te keren naar het standaardscherm.
OPMERKING
Als u [Bright1], [Bright2] of [Bright3] als brilliancetype heeft geselecteerd zal het volumeniveau enigszins toe­nemen. Als u onder deze omstandigheden de [MAS­TER VOLUME]-dialinstelling verhoogt, kan het geluid in sommige gevallen gaan ver­vormen. Verlaag in dit geval het volume overeenkomstig.
Voices selecteren en bespelen
[REVERB]
Deze regelaar voegt nagalm toe aan het geluid door de natuurlijke weerkaatsingen van een concertzaal te simuleren.
Procedure
Herhaaldelijk op de [REVERB]-knop drukken schakelt tus­sen reverb aan en uit.
Zelfs als het reverbeffect is uitgezet zal er een “zangbodemnagalm”­effect worden toegepast als de GrandPiano1- of GrandPiano2-voice is geselecteerd.
[CHORUS]
Deze regelaar voegt ruimte en breedte toe aan het geluid.
Procedure
Herhaaldelijk op de [CHORUS]-knop drukken schakelt tus­sen chorus aan en uit.
U kunt het choruseffect aan- en uitzetten door op de [CHORUS] ON/ OFF-knoppen op het paneel te drukken en via de Chorus On Off­parameterinstelling in het VOICE SETTING-menu (zie blz. 72). De [CHORUS] ON/OFF-knopinstelling op het paneel is tijdelijk. Dat wil zeggen als u een andere voice selecteert wordt de chorusinstelling voor de voorgaande voice geannuleerd. De Chorus On Off-parameterin­stelling wordt opgeslagen voor elke voice. Dat wil zeggen als u een be­paalde voice selecteert wordt de chorusinstelling automatisch aan- of uitgezet volgens de opgeslagen chorusinstelling.
TIP
U kunt een reverbtype se­lecteren via de Reverb Type­parameter in het VOICE SETTING-menu, en de chorusdiepte aanpassen voor de geselecteerde voice via de Reverb Send-para­meter. (Zie blz. 71.)
TIP
Normale instelling = ON
TIP
U kunt een chorustype se­lecteren via de Chorus Type­parameter in het VOICE SETTING menu en de cho­rusdiepte aanpassen voor de geselecteerde voice via de Chorus Send-parameter. U kunt ook de chorus aan­of uitzetten via de Chorus On Off- parameter. (Zie blz.
71.)
TIP
Normale instelling
De normale chorus aan/uit instelling is anders voor elke voice.
PF-500 29
Voices selecteren en bespelen
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melodisch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren. Kijk naar de “Voicecombinatievoorbeelden (dual en split)” op blz. 99 voor voorbeelden van effectieve voicecombinaties.
De nummers in de bovenste rij geven de stappen aan in de dualmode als er voices van verschillende groepen worden gebruikt.
Voice-
2
2
1 3
groepknoppen
METRONOME
EXTRA
TRACK
TRACK
SONG KEYBOARD
MAXMIN
TRACKS
1
2
START
SONG SELECT
TOP
/
STOP
SYNCHRO START
SONG
REC
NEW SONG
SONG BALANCEMASTER VOLUME
DEMO TEMPO
SETTINGSTART/STOP
FILE
SONG
SETTING
UPDOWN
De nummers in de onderste rij geven de stappen aan
A
C
NO YES
B
D
2
CONTRAST
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
EXITEXIT
in de dualmode als er voices van dezelfde groep worden gebruikt.
De dualmode bij het gebruik van voices van verschillende groepen
Procedure
1. Activeer de dualmode.
Druk tegelijkertijd op twee voicegroepknoppen.
Voice 1 Voice 2
A
C
B
NO YES
D
E.PIANO
GRAND
E.PIANO
1
PIANO 2
2
JAZZ
ORGAN
STRINGS
CHOIR
1 43
HARPSI-
E.CLAVI-
CHORD
CHORD
SYNTH.
WOOD
PAD
BASS
VOICE
VOICE
VIBRA-
SETTING
PHONE
GUITAR
SPLIT
REVERB CHORUS
BRILLIANCE
VARIATION BRIGHTMELLOW
E.BASS
XG
EFFECT
Voice­groepknoppen
TIP
Als u de dualmode voor het linkerhandgebied wilt selec­teren als het hele toetsen­bord verdeeld is in een linker en rechter gebied (blz. 32), houd dan [SPLIT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op twee voicegroep knoppen
MIDI
SETTING
OTHER
SETTING
30 PF-500
2. Selecteer een voice.
Gebruik de A [–]/[+]-knoppen en B [–]/[+]-knoppen om een voice te selecteren.
De voices opgesomd in de bovenste rij in het “Presetvoice-overzicht” op blz. 97 worden voice 1 genoemd, en degene die opgesomd worden in de onderste rij worden voice 2 genoemd.
3. De dualmode verlaten en terugkeren naar de normale
speelmode.
Druk op een willekeurige voicegroepknop.
TIP
U kunt ook de VARIATION []/[]-knoppen gebruiken om Voice 1 te selecteren.
TIP
Zie blz. 26 voor details over hoe XG-voices te selecteren.
Loading...
+ 76 hidden pages