Yamaha MD8 User Manual [nl]

Multitrack MD Recorder
Nederlandstalige Handleiding
NL
Uitleg van de grafische symbolen
CAUTION
DO NOT OPEN
OPGEPAST: OM HET RISICO VAN EEN ELECTRISCHE
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF
SCHOK TE VERMINDEREN; NIET DE ACHTERKANT VERWIJ-
ELECTRIC SHOCK, DO NOT REMOVE
DEREN. ER KUNNEN DOOR DE GEBRUIKER GEEN
COVER (OR BACK). NO USER-SERVICEABLE
PARTS INSIDE. REFER SERVICING TO
ONDERDELEN VERVANGEN WORDEN, LAAT ONDERHOUD
QUALIFIED SERVICE PERSONNEL
OVER AAN ERKEND YAMAHA PERSONEEL
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het uitroepteken in een gelijkbenige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het produkt.
De bliksemflits met pijlpunt in een gelijkbenige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van niet geïsoleerde "gevaarlijke" voltages in het instrument die u een schok kunnen geven.
1. Lees instructies - alle veiligheids- en bedienings­instructies moeten gelezen worden alvorens het instru­ment te gebruiken.
2. Bewaar de instructies - de veiligheids- en bedienings­instructies moeten goed bewaard worden voor de toekomst.
3. Hou rekening met de waarschuwingen - u moet rekening houden met alle gegeven waarschuwingen in de handleiding.
4. Volg instructies - u moet alle bedienings- en gebruiksinstructies opvolgen.
5. W ater en vocht - het apparaat mag nooit gebruikt worden in de nabijheid van water - bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, in een natte kelder of in een zwembad, of iets dergelijks.
6. Karretjes en standaards - het apparaat mag alleen gebruikt worden met een kar of standaard die wordt aangeraden door de fabrikant.
6a. Een apparaat en kar combinatie
moet voorzichtig vervoerd worden. Snelle stops, overdre­ven zwaar en ongelijke opstellingen kunnen de kar doen omvallen.
7. Muur- of plafond montage - het apparaat mag op een muur of plafond gemonteerd worden, maar dan wel volgens de regels van de fabrikant.
8. Ventilatie - het apparaat moet zo worden opgesteld dat de lokatie of positie niet in de weg zit van de ventilatie. Zet het apparaat dehalve niet op een bed, sofa, tapijt of dergelijke lokatie, daar een dergelijke ondergrond de ventilatie openingen kan blokkeren; bouw het apparaat ook niet in een boekenkast of andere kast daar dit de luchtstroom kan blokkeren.
9. Warmte - het apparaat moet ver weg geplaatst worden van warmtebronnen zoals radiators, ovens of dergelijke
apparatuur (incl. versterkers) die warmte produceren.
10. Voeding - het apparaat zou alleen in een stopcontact gestopt moeten worden van het type dat omschreven wordt in de handleiding of degene die gemarkeerd staat op het apparaat zelf.
11. Aarde of polarisatie - u moet voorbereidingen treffen zodat de aarde van het apparaat niet wordt omzeild.
12. Bescherming van het stroomsnoer - u moet de stroomsnoeren op zo’n plek leggen dat u er niet op gaat staan, geen voorwerpen op rusten, in het bijzonder op de punten waar snoeren vastzitten aan pluggen en het punt waar ze het apparaat verlaten.
13. Schoonmaken - het apparaat mag alleen worden schoongemaakt op de manier die wordt aangeraden door de fabrikant.
14. Ongebruikte momenten - als u het apparaat lange tijd niet gebruikt moet u de stekker uit het stopcontact halen.
15. Object en vloeistof fen - let er op dat er geen vloeistoffen of voorwerpen in het apparaat kunnen binnendringen door de openingen van het apparaat.
16. Reparatie - het apparaat moet van service voorzien door erkend Yamaha personeel wanneer:
A. het stroomsnoer- of de stekker stuk is; of B. voorwerpen of vloeistoffen in het apparaat zijn
gevallen; of C. het apparaat in de regen heeft gestaan; of D. het apparaat niet normaal meer functioneert, of een
merkbare verandering heeft ondergaan qua bediening; of
E. het apparaat is gevallen, of de behuizing stuk is.
17. Service - de gebruiker kan geen enkel onderhoud aan het apparaat plegen dan de degene die vermeld staat in de handleiding.
MD8 Multitrack MD Recorder
Nederlandstalige Handleiding
Nederlandstalige Handleiding versie 1.0
ii
Belangrijk
Lees Hetvolgende Voor u de MD8 Gaat Gebruiken
Waarschuwing
Plaats de MD8 niet op een plek waar hij wordt blootgesteld aan extreme hitte of direct zonlicht. Hierdoor zou brand uit kunnen breken.
Plaats de MD8 niet op overdreven stof fige of vochtige pl ek. Hierd oor zou brand ui t kun­nen breken, of zou u een schok kunnen krijgen.
Steek het stroomsnoer alleen in een stopcontact dat wordt aangegeven in deze
landstalige handleiding
stopcontact kan brand en/of elektrische schokken veroorzaken.
Steek nooit meerdere instrumenten in hetzel fde sto pcon ta ct. Al s het stop cont act dit ni et aankan kan deze brand of elektrische schokken veroorzaken. Het beïnvloedt ook de prestaties van het instrument.
Plaats geen zware voorwerpen op het stroomsnoer. Een beschadigd snoer kan brand en/of elektrische schokken veroorzaken.
Als het stroomsnoe r beschadigd is (als er een gat in zit, of ie ts uit de kabel steekt) moet u een vervanging vragen bij uw dealer. Gebruik u de MD8 toch kan dit brand veroorza­ken.
Haal het snoer met de plug uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer. Beschadigen van het snoer kan schokken en/of brand veroorzaken.
Plaats geen kleine metalen voorwerpen op de MD8. Metalen voorwerpen in de MD8 kunnen brand en/of elektrische schokken veroorzaken.
Blokkeer de ventilatie gaten niet. De MD8 is uitgerust met ventilatie gaten om te voorkomen dat de temperatuur al te zeer stijgt. Geblokkeerde ventilatie gaten kunnen brand veroorzaken.
U kunt de MD8 niet modificeren. Dit kan elektrische schokken en brand veroorzaken.
De werktemperatuur van de MD8 ligt tussen 5 en 35 graden C (41°F and 95°F).
Neder-
of volgens de markeringen op het instrument. Een verkeerd
Voorzorgsmaatregelen
Zet alle audio apparatuur en luidsprekers uit tijdens het aansluiten van de MD8. Zie de handleidingen van alle gebruikte apparatuur. Gebruik de juiste kabels en sluit aan zoals staat vermeld in de handleidingen.
De MD8 is een precisie instrument. Ga voorzichtig met de MD8 om.
Ga voorzichtig met de MD DATA disks om.
Als u iets abnormaals bespeurt - zoals rook, vreemde geur of geluid - moet u de MD8 onmiddelijk uitzetten. Haal de stekker uit het stopcontact. Constateert u hierop dat de abnormaliteit verdwenen is, moet u naar uw dealer gaan. Gebruikt u de MD8 toch, kan deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
Als een vreemd voorwerp of water in de MD8 komt, moet u het onmiddelijk uitzetten, haal de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw dealer voor reparatie. Gebruikt u de MD8 toch in deze toestand, kan deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
Als u de MD8 lange tijd niet gebrui kt (omdat u bijv oorbeeld op v akant ie gaat) moet u de stekker uit het stopcontact halen. Doet u dit niet kan er brand ontstaan.
Gebruik geen benzine, verdunner, oplosmiddel of chemische reinigers om de MD8 schoon te maken.
MD8—Nederlandstalige handleiding
iii
Ventilatie
Houd een afstand van 10 cm tussen de unit en de muur zodat de hi tt e gegenereerd van de unit effectief kan on tsnappen. Houd ook g enoeg ruimte tussen de unit en andere apparat en. Als u de unit in een audio rek monteert, houd een ruimte van 10 cm tussen de zijpanalen. V erwijder het achte rpaneel of open een ventilatie gat. Als het ontsnappen van de hitte on vol­doende is, blijft de hitte in de unit, dat brand k an v eroorzak en.
Interferentie
De MD8 maakt gebruik van hoog-frequen te digitale el ektronica d ie interferentie k an v ero­orzaken op radio’s en televi sies die te di cht in d e buurt staan. Als er interferentie optreedt moet u de voornoemde apparatuur v erplaat sen.
Copyright
© Yamaha Corporation. All e rechten zijn voorbehouden. Er mag geen gedeelte van de Nederlandse Handlei ding worden g ereprod uceerd of uit ge-
geven in w at voor vorm dan ook , of op w at voor manier dan ook zonder toestemming van de Yamaha Corporati on.
Trademarks
MD DATA en MiniDisc zijn handelsmerken van de Sony Corporation. Alle andere handelsmerken zijn eigendom v an de respectie v elijk e handelsmerk eigena ren.
Inhoud van het Pakket
Het MD8 pakket zou de volgende ond erdelen moet en bevatten. Controleer di t eerst.
MD8 Multitrack MD Recorder
Stroomsnoer
Deze Nederlandstalige hansleiding Neem contact op met uw Yamaha dealer als er i ets ont breekt .
Bewaar Deze Handleiding Goed Om Later Nog Eens Wat Op Te Zoeken
MD8—Nederlandstalige handleiding
iv
Inhoud
1. Welkom bij de MD8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
2. Door de MD8 Wandelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
MD8 Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Mixer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Discs kopen voor de MD8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
MD8 TOC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Bovenaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Inputkanalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Mastergedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Disc Transport Gedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Front Aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
3. De Eerste Sessie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Snelle-start Systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De Stroomsnoer Aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De MD8 Aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Een Disc Laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De Eerste Track Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De Aansluitngen Maken (GRP & DIR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
GRP Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
DIR Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Afluisteren & Opnemen (GRP & DIR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Luister Naar de Eerste Track . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Overdubbing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Afmixen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Een Overzicht van Multitrack Recording . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Basis Multitracking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Geadvanced Multitracking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Over Afluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Mixen van een Meervoudige Geluidsbron . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
4. Opname & Mix Technieken . . . . . . . . . . . . . . 26
Een Nieuwe Song Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Zoeken naar Blanks . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De Opname mode Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Discs & Songs van een Titel Voorzien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Met de hand In/Uitprikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
De REC Knop Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Werken met de REC SELECT knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Een Voetpedaal Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Automatisch In/Uitprikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
De In/Out Punten “On-the-Fly” (onder het opnemen) Instellen . . . 32
Single Take Automatisch In/Uitprikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Multi Take Automatisch In/Uitprikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Het instellen van Pre-Roll & Post-Roll Tijden . . . . . . . . . . . . . . . . 40
MD8—Nederlandstal ige Handleiding
Ping-Pong Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
Ping-Pong Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Ping-Pong Oefenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Ping-Pong Daadwerkelijk Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
De Ping-Pong Handeling Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Ping-Pong met Overdub . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Pitch (lett. toonhoogte) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
De Pitch Wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Tussen FIX & VARI Pitch Wisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Een Voetpedaal Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Effecten Toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Effecten Toepassen Tijdens het Afmixen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Effecten Toepassen Tijdens het Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Effecten met Ping-Pong Toepassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Signaal Processors Inserten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
5. Snelzoek (Quick Search) Functies . . . . . . . . . . 51
Zoeken naar Songs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Terugspoelen & Snel vooruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Shuttle Afspeel Functie (Cue/Review) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Specifieke Punten Lokaliseren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Zoeken voor de Laatste Rec IN & OUT Punten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Zoeken voor Markers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Markers Invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Markers Indicators . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Markers Wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Markers Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
v
6. Repeat, Cue List & Program Afspelen . . . . . . 57
One Song Repeat (één Song Herhaling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
All Song Repeat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
A–B Repeat (herhaling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Cue Lijst Afspelen & Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Program Afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
7. Songs & Tracks Bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De Inhoud van een Disc Bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Discs wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Songs Kopieren & Songs Converteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Songs Hernummeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Songs Verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Songs Delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Songs Combineren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Songs Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Tracks Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Parts Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Tracks Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Parts Kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
8. Andere Functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Frame Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Display Dimmer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Peak Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
MD8—Nederlandstali ge Handleiding
vi
9. De MD8 & MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
De MD8 in een Synchroniseerd MIDI Systeem Gebruiken . . . . . . . . . . . 73
Over Tempo Maps . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Een Synchroniseerd MIDI systeem Opzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
MTC Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De MD8 Instellen voor MTC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De MIDI Sequencer Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
MTC Aansluiting Opmerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
MIDI Clock Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
De MIDI Sequencer Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
De Tempo Map Programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Het Selecteren voor MIDI Clock Synchronisatie . . . . . . . . . . . . . 79
De MD8 met MMC Bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Het MMC Device (lett. apparaat) ID Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 81
MMC Aanzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Tempo Map Chart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
10. MD8 Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
One-Take Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
MIDI Home Studio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
De MD8 met een andere Mixer Gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Track Transfer (lett. overladen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
11. Geavanceerd Opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Effects Returns . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
EQ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Markers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Pitch (lett. toonhoogte) Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Afluisteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Afmixen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
12. Q&A Hoofdstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Troubleshooting (in de problemen?) . . . . . . . . . 91
Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
MD8 Transport Modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
Display Berichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Mixer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Blok Diagram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
MIDI Implementation Chart
MD8—Nederlandstal ige Handleiding
. . .Einde van de Handleiding
Welkom bij de MD8
1
Bedankt voor het kiezen van de Yamaha MD8 Multitrack MD Recorder. De MD8 maakt gebruik van het MiniDisc formaat voor 8-track multitrack opname, met superieure geluids­kwaliteit en snelle zoekmogelijkhe den.
Lees deze halen.
Nederlandstalige handleiding
MD8 Onderdelen
Mixer
Het mixergedeelte bevat acht mono ingangkanalen, twee s tereo ingangkanalen en vier groepen.
ingangkanalen 1 tot en met 8 bevatten phone jack MIC/LINE ingangen en doorlopende variabele GAIN knoppen die de microfoon en line-niveau signalen met gemak aankunnen.
ingangkanalen 1 en 2 bevatten ook XLR-type ingangen, schakelbare +48 V phantom VOE­DING (voor het gebruik van condensatormicrofoons), en inserts voor het inserten van externe processors.
Muzikale drie-band EQ (High, Mid, Low) met sweep mid op ingangkanalen 1 tot en met 8 bieden een flexibele toonregeling.
Twee AUX Sends voor het gebruik van externe effecten processors.
Individuele Cue niveau en panknoppen op ingangkanalen 1 tot en met 8 betekenen dat cue signalen in stereo afgeluisterd of gebruikt kunnen worden als extra ingangen.
Kanaal FLIP schakelaars draaien het kanaal en cue signaal om tussen MIC/LINE ingang (opnemen) en disc track (afmixen).
De CUE MIX TO STEREO schakelaar biedt naast de acht extra bronnen acht tracks voor een totaal van 10 ingangen tijdens het afmixen.
2TR IN aansluiting voor aparte afluistering en afspelen met een master recorder.
Flexibel afluisteren van groep, CUE, stereobus, of 2TR IN.
Track directe uitgangen voor aansluiting op een andere mixer.
Welkom bij de MD8
zorgvuldig door om het uiterste uit u w MD8 te
1
Recorder
Het opnamegedeelte bevat een 8-track recorder gebaseerd op het MD DA T A audio formaat, di e een aantal voordelen bevat ten opzichte van tape-gebaseerde multitrackers. Met een tape-geba­seerde recorder, bijvoo rbeeld, moet u altijd één track vrijhouden om te kunnen p ing-pongen. Met de MD8 echter kunt u op alle tracks opnemen om vervolgens te pin g-pongen (d.w.z. acht-track afspelen en ping-pongen). Dit is zo omdat de MD8 tegelijkertijd op dezelfde track kan afspelen en opnemen wat een grotere vrijheid biedt terwijl u de tracks o rganis eert. Hoewel de MD8 een 4-groep mixer gebruikt, kunnen tot acht tracks tegelijkertijd worden opgenomen door de input­kanaalsignalen direct naar de tracks toe te wijzen.
Vier opname modes: MONO, 2TR, 4TR en 8TR.
Opnametijden van 18 minuten voor 8TR, 37 minuten voor 4T R, 74 minuten voor 2TR en 148 minutes voor MONO.
Mono of 2-track opnemen en afspelen met gewone audio MiniDiscs.
Ping-pongen zelfs als alle acht tracks zijn opgenomen.
Superieur geluidskwaliteit en te verwaarlozen degradatie na herhaalde overdubs en ping-ponghandelingen.
Geen wow, flutter en toonhoogtefluctuatie.
MD8—Nederlandstalige handleiding
2
Welkom bij de MD8
Voor het gebruik hoeft het handige MD DATA disc medium niet geformateerd te wor­den. Voer een nieuwe disc in en begin meteen met opnemen.
Snel lokaliseren van song start, song end, laatste opname in/uit punten en tot 10 markeer­punten per song.
Precieze punch in/out met een accuratesse van 11 miliseconden.
Auto punch in/out met meervoudige opname en selecteercapabiliteit (selecteer de beste uit 99 takes).
Song bewerkfuncties omvatten: Copy, Move, Divide, Combine, Renumbe en Erase. Track bewerkfuncties omvatten: Copy, Erase, Part Copy, and Part Erase.
Songs opgenomen op de Yamaha MD4 Recorder kunnen worden geconverteerd naar MD8-compatibele 8-track songs met behulp van de Copy functie, met de mogelijkheid om te reorderen, erasen, of tracks te dupliceren.
Disc en song betiteling voor gemakkelijke indentificatie.
Repeat modes omvatten: One Song, All Song, A-B en Auto Punch Rehearse.
Cue en review op 0.5x 2x, 4x, 8x, 16x, of 32x afspeelsnelheid (alleen 0.5x cue).
Variabele toonhoogte van ongeveer ±12%.
De duidelijke FLD (Fluorescent Display) toont signaalniveaus, mode, status en Totale, Overblijvende, of Verlopen tijden, of maten en tellen als de MIDI tempo map wordt gebruikt.
MTC (MIDI Timecode) of MIDI Clock (met Tempo Map) uitgang voor synchronisatie in een MIDI-gebaseerd systeem.
MMC (MIDI Machine Control) voor MD8 besturing op afstand.
Jog en shuttle schijf voor gemakkelijke bediening.
Voor snelle antwoorden, zie het
Q&A Hoofd s tuk
op pagina 90.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Discs Kopen voor de MD8
Discs Kopen voor de MD8
Het is belangrijk dat u het juiste typ e disc koopt voor het gebruik van uw MD8. Voor 8-track opname en afspelen moet u MD DA T A discs gebruiken. Gewone MiniDiscs kunnen alleen worden gebruikt voor 2-track opname en afspelen (2TR mode).
MD DATA discs worden gebruikt als opslagmedia voor computers. De MD8 gebruikt de MD DA T A audioformaat om data hier op te slaan. Gewone Mi niDiscs worden ook wel MD discs genoemd, hoewel deze alleen voor muziek worden gebruikt.
Type Logo Omschrijving
MD DATA discs dienen voor de opslag van computer data. U kunt deze kopen in computerwinkels. Dit is
MD DATA
MiniDisc
het type disc dat u moet k open voor 8-tr ack opname en afspelen met uw MD8. Let er op d at er twee types b es­chikbaar zijn: rewritable type.
MiniDiscs worden alleen gebruikt voor muziek. Er zijn twee types beschikbaar:
. De MD8 kan op het
able
twee tracks opnemen en het afspelen.
playback only
en
rewritable
playback only
recordable
playback only
type maximaal
. Koop het
en
record-
type
3
V oor het gebruik met de MD8 hoeven nieuwe MD DA T A discs niet geformateerd te worden. Discs die zijn gebruikt om computer data op te slaan moeten echter eerst geformateerd wor­den. Zie
Gewone MiniDisc decks kunnen niet de MD DATA discs spelen. Gewone MiniDiscs opgenomen op de MD8 kunnen op een gewone MiniDisc deck gespeeld
worden. MiniDisc opnames gemaakt op een gewone MiniDisc deck kunnen worden gewijzigd op
de MD8. MiniDiscs die songs bevatten die di gitaal gekopieerd werden van een commerciële CD kunnen echter niet gewijzigd worden vanwege het SCMS (Serial Copy Management System) beveiligingssysteem.
Discs Wissen
op pagina 62.
MD8 TOC
TOC verwijst naar het T abl e Of Contents (lett. inhoudstabel) gebi ed op een disc. De TOC bevat informatie over wat is opgenomen op de disc, de disctitel , de songt itels enzo voort. De TOC EDIT indicator licht op als de TO C bijgewerkt moet worden, no rmaal na een nieuwe opname of bewerking. U moet de TOC bijwerken alvorens u de disc eruit haalt of de MD8 uitzet. Het is ook een goed idee om de TOC op regelmatige ti j den bij t e werken voor het geval dat er zich een spanningstori ng voordoet. Als u de TO C niet bijwerkt kan dit resulteren in het verlies van data. Als u bijvoorbeeld iets opneemt maar de TOC niet bij­werkt, gaan uw data verloren als de MD8 plotseling wordt uitgezet, het voedingssnoer per­ongeluk wordt losgekoppeld, of er zich een spanningsstoring voordoet.
Opmerking:
komt de disc niet tevoorschijn. Druk op [TOC WRITE] (ST OP) om de TOC bij te werken, en haal vervolgens de disc eruit.
Als u de EJECT knop indrukt terwijl TOC EDIT wordt geto ont in de display ,
MD8—Nederlandstalige handleiding
4
Door de MD8 Wandelen
Door de MD8 Wandelen
2
Dit hoofdstuk neemt u mee op een verkenningstocht door de MD8, waarbij de verschillende onderdelen worden geïdentificeerd die u helpen beter bekend te worden met uw nieuwe recorder.
Bovenaanzicht
1 2 345678 9101112 12INSERT I/O INSERT I/O
1
GAIN
GAIN
LINE
LINE
MIC
PB MIC/
PB MIC/
LINE
FLIP
FLIP
CUE
CUE
P A N
LR
LR
L E V E L
010
010
HIGH
HIGH
–15 +15
–15 +15
MID
MID
F
F
250 5k
250 5k
G
G
–15 +15
–15 +15
LOW
LOW
–15 +15
–15 +15
AUX
AUX
1
1
010
010
2
2
010
010
1 2
1 2
GROUP ASSIGN
GROUP ASSIGN
3 4
3 4
PAN
PAN
L
L
ODDREVEN
ODDREVEN
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
2
MIC
LINE
MIC/LINE INPUT LINE INPUT AUX SEND
8
7
6
5
4
GAIN
LINE
PB MIC/
FLIP
CUE
P A N
LR
L E V E L
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
3
MIC
LINE
GAIN
LINE
PB MIC/
CUE
P A N
LR
L E V E L
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
FLIP
MIC
LINE
P A N
L E V E L
GAIN
LINE
PB MIC/
FLIP
CUE
LR
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
MIC
LINE
P A N
L E V E L
GAIN
LINE
MIC
PB MIC/
LINE
FLIP
CUE
LR
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
GAIN
LINE
PB MIC/
CUE
P A N
LR
L E V E L
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
FLIP
MIC
LINE
P A N
L E V E L
GAIN
LINE
MIC
PB MIC/
LINE
FLIP
CUE
LR
010
HIGH
–15 +15
MID
F
250 5k
G
–15 +15
LOW
–15 +15
AUX
1
010
2
010
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
P A N
L E V E L
9-10
11-12
010010
1
2 1 2
GROUP ASSIGN GROUP ASSIGN
3 4 3 4
CUE
GROUP
MASTER
MASTER
1
010
010
CUE MIX
TO STEREO
2
010
MONITOR
SELECT
010
010
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
2TR IN
1 3
GROUP
2 4
STEREO
CUE
MONITOR
LEVEL
MIN MAX
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
3
4
MULTITRACK MD RECORDER
DISPLAY
CH 1 CH 2 CH 3 CH 4 CH 5 CH 6 CH 7 CH 8
GROUP 1
2345678
12341234
REPEAT MARK SEARCH MARK
A B LAST REC SEARCH SET EXIT
IN OUT
AUTO
PUNCH I/O SONG SEARCH PAUSE
REHE REC PLAY STOP
REC SELECT
ADJUSTPITCH EDIT UTILITY
ENTER
4
3
2
1
De Afzonderlijke onderdelen van de MD8 worden uitgelegd in de volgende pagina’s.
MD8—Nederlandstalige handleiding
5
6
7
8 STEREO
PHONES PUNCH I/O
TOC WRITE
DATA
CURSOR
+ –
inputkanalen
inputkanalen
5
1
GAIN
1
LINE
2
PB MIC/
CUE
3
HIGH
MIC
LINE
FLIP
P A N
LR
L E V E
010
L
GAIN knop
1
Wijzig met d eze dra aiknop de gevoel igh eid van de MIC/LINE i ngang zodat zowel de microfoon als de line-niveau signalen met gemak kunnen worden gebruikt.
FLIP schakelaar
2
Selecteer met deze schakelaar de signaalbron voor het inputkanaal en CUE knop­pen. Met de [FLIP] schakelaar in de omhoogstaande positie, wordt het MIC/LINE ingang signaal gestuurd naar het inputkanaal en het track sig naal wordt gestuurd naar de CUE knoppen. Met de [FLIP] schakelaar in de omlaag ­staande positie wordt dit echter omgedraaid: het MIC/LINE ingangsignaal wordt gestuurd naar de CUE knoppen en het tracksignaal wordt gest uurd naar het input­kanaal.
CUE PAN & LEVEL knoppen
3
Wijzig met d eze twee knopp en het n iveau e n de pan van het CUE signaal. De bron van het CUE signaal hangt af van de [FLIP] schakelaar . Met de [FLIP] scha-
Ð15 +15
MID
F
4
250 5k
G
Ð15 +15
LOW
kelaar in de omhoogstaande positie is de signaalbron de track (d.w .z. het signaal dat opgenomen of teruggespeeld wordt). Met de [FLIP] schakelaar in d e omlaag­staande positie is de CUE signaalbron de MIC/LINE ingangen. Deze instelling wordt normaliter gebruikt tijdens het afmixen, als het t racksignaal wordt zijn sig­naal krijgt van het inputkanaal. Hierdoor kunt u extra geluidsbronnen aansluit en tijdens het afmixen en hun niveaus en pan posities instellen met behul p van de CUE knoppen.
EQ knoppen
4
Met deze draaiknoppen kunnen de hoge, midden en lage frequentie band en onaf­hankelijk worden verhoogd en verlaagd. De High en Low EQs zijn vastgestelde
Ð15 +15
AUX
1
5
010
2
010
frequentie shelving types. De Mid EQ is een sweepable pe aking type. Een neu ­trale instelling (d.w.z. geen verhoging of verlaging) kan gemakkelijk worden bereikt met behulp van het middenpallet je van de knop.
Sweepable range
+15
6
7
8
1 2
GROUP ASSIGN
3 4
PAN
L
ODDREVEN
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
+10
+5
0
–5
Reactie [dB]
–10 –15
Frequentie [Hz]
10k1k100 20k20
HIGH ±15 dB at 12 kHz—shelving type MID ±15 dB at 250 Hz–5 kHz—sweepable peaking type LOW ±15 dB at 80 Hz—shelving type
AUX knoppen
5
Verstuur met deze draaiknoppen het ingangsig naal naar de AUX SEND uitgan ­gen voor bewerking door de externe effect processors.
MD8—Nederlandstalige handleiding
6
Door de MD8 Wandelen
GROUP ASSIGN schakelaars
6
Wijzig (d.w .z. verstuur) met deze schakel aars het ingangsignaal naar groepen. Deze werken in samenwerking met de P AN knop. Met de GROUP ASSIGN schakelaar [1–2] ON en de P AN knop ingesteld op halverwege wordt bijvoorbeeld het kanaalsignaal gelijk naar Groups 1 en 2 verstuurd. Echter met de PAN knop volledig tegen de kl ok in gedraai d (L/ODD), wordt het kanaalsignaal alleen naar Group 1 verstuurd. Als deze daarentegen volledig met de klok mee is ingesteld, wordt het signaal alleen naar Group 2 verstuurd. Hetzelfde principe is van toepassing voor de GROUP ASSIGN schakelaar [3–4]. Let op dat ingangsignalen altijd naar de stereobus verstuurt worden ongeacht de stand van de GROUP ASSIGN scha­kelaar.
PAN knop
7
Deze draaiknop bevat twee functies: om het ingangsignaal naar de even en oneven genum­merde groepen toe te wijzen wordt deze voor opname gebruikt in samenwerking met de GROUP ASSIGN schakelaars. V oor afmixen wordt het gebruikt om het signaal in de stereo mix te “pannen” (d.w.z. positie).
Fader
8
Deze fader bevat twee functies: voor opname wordt het gebruikt om het niveau van het inputkanaal signaal dat wordt opgenomen op een track te wij zigen. Voor het afmixen wordt het gebruikt om het inputkanaal signaal te balanceren in verhouding met de andere input­kanaal signalen. Voor optimale prestatie moeten de faders geplaatst worden rond de 7-8 makering.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Mastergedeelte
Mastergedeelte
7
9-10
11-12
9–10/11–12 ingangniveau knoppen
1
Wijzig met deze draaikno ppen het niveau van de 9–10 en 11–12
1
010 010
ingangsignalen die worden verstuurd naar de stereobus om gemixed te worden. Ze worden ook in samenwerking gebruikt met de GROUP ASSIGN schakelaars om het niveau van de 9–10 en
1
2
GROUP ASSIGN GROUP ASSIGN
3 4 3 4
2 1 2
11–12 in gangsignalen te wijzigen die aan groepen zijn toegewezen.
9–10/11–12 GROUP ASSIGN schakelaars
2
Wijs (d.w.z. verstuur ) met deze sch akelaar s de 9 –10 en 11–12 ingangsignalen naar de groep e n. Het li nk er kanaal signaal wordt verstuurd naar oneven Groepen 1 en 3, te rwij l het rechter kanaal-
GROUP
MASTER
1
010
2
010
3
3
CUE
MASTER
010
CUE MIX
TO STEREO
MONITOR
SELECT
2TR IN
signaal naar de even Groepen 2 en 4 wordt ver stuurd. De 9–1 0 en 11–12 ingang si gn alen kunnen de stereo uitgangsignalen v an een andere mixer of externe effecten processor zijn. Let op dat de 9–10 en 11–12 ingang signalen altijd worden verstuurd naar de stereob us
5
om gemixed te worden ongeacht de stand van deze schake laars.
GROUP MASTER niveau knoppen
3
Wijzig met deze draaiknoppen het niveau van de groep signalen die
6
gestuurd worden naar de tracks.
STEREO fader
4
Wijzig met deze fader het niveau van het stereosignaal dat wordt verstuurd naar de STEREO OUT jacks.
Voor optimale prestatie
moeten de faders geplaatst worden rond de 7-8 makering
.
CUE MASTER niveau knop
010
4
1 3
GROUP
2 4
STEREO
5
Wijzig met deze knop het alg emene niveau v an het CUE sig naal.
CUE MIX TO STEREO schakelaar
6
7
Stuur met deze schakelaar de CUE bus signalen door naar de ste­reobus (d.w.z. de CUE bus signalen worden gemixed met de
010
CUE
MIC/LINE signalen). Het wordt gebruikt voor het mixen van meer­voudige bronnen tijdens het afmixen.
MONITOR SELECT schakelaars
7
Selecteer met deze schakelaars de signaalbron voor de MONITOR
MONITOR
LEVEL
MIN MAX
OUT en hoofdtelefoon.
2TR IN
torbron. Hierdoor kunt u de uitgang van een stereo masterrecorder
8
tijdens het afmixen afluisteren.
GROUP
Selecteer met deze schakelaar de 2TR IN als de moni-
Selecteer met deze schakelaars de Group busses als de
monitor bron. Hierdoor kunt u signalen toegewezen aan tracks
10
9 8 7
4
6 5 4 3 2 1 0
10
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
afluisteren. Als alleen de [1–3] of [2–4] schakelaar wordt inge­drukt, is het monitorsignaal m ono. Druk de beide schakelaars in om stereo signalen af te luisteren
STEREO
Selecteer met deze schakelaar de stereobus als de
.
monitor bron. Hierdoor kunt u het STEREO OUT signaal afluiste­ren en wordt typisch gebruikt ti jdens mixdown
CUE
Selecteer met deze schakelaar de CUE bus als de monitor
.
bron. Hierdoor kunt u de monitor tracks ig nalen aflui steren, wat bruikbaar is voor het in- en uitprikken.
STEREO
MONITOR LEVEL knop
8
Wijzig met deze draaiknop het niveau van het monitorsignaal dat wordt verstuurd naar de MONITOR OUT en PHONES aansluitin­gen.
MD8—Nederlandstalige handleiding
8
Door de MD8 Wandelen
Display
6
MEASURE MIN. BEAT SEC. FRAMES
MARKERS
11
3 2 1
MIDI CLK
PITCH
FIX VARI
REHE
REC
REPEAT
A1ALLB
10
Status indicators
1
4
5
MTC
MD8 Song
MMC
TOC
ELAPSE
EDIT
TOTAL
REMAIN
S 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 E IN OUT
Deze indicators tonen de huidige bedieningsmode.
Indicator Betekenis
Normaal afspelen Cue of Review
Afspelen wordt gepauseerd
7
AUTO PUNCH
13
12
8 9
CLIP
Ð3
Ð6 Ð12 Ð18 Ð24 Ð36
DIR
GRP
TRK
1 2 3 4 5 6 7 8
14
+12
+6 +3
0
Ð6 Ð10 Ð20
dB L R
STEREO
Repetitie Pause mode
Repetitie is bezig
Opname Pause mode
Opname is bezig
REHE
Pitch indicators
2
REC
REC
REC
Deze indicators tonen de huidige Pitch mode: FIX (vastgesteld) of VARI (variabel).
MTC, MIDI CLK en MMC indicators
3
Deze indicators gaan branden als de MIDI synchronisatie opties worden gebruikt. MTC ver­schijnt als de MD8 MIDI Timecode genereert, MIDI Clock verschijn t als het zi jn MIDI Clock genereert en MMC verschijnt als de MD8 in ingesteld op het ontvangen van MIDI Machine Control commando’s. Meestal gaat het afspelen van alle songs op de disc door. Als echter één van deze indicators brandt, stopt het afspelen als het einde van de song wordt bereikt. Selecteer met de [SONG SEARCH] knoppen andere songs.
TOC EDIT indicator
4
De TOC EDIT indicator gaat branden als de TOC bijgewerkt moet worden, gewoonlij k na een nieuwe opname of bewerking.
Time Counter mode
5
Deze indicators tonen de Time Counter mode. Als een MIDI t empo map wordt gebruikt, toont het display de maat en tel informatie.
ELAPSE
—Deze mode toont de tijdpositie in een song.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Display
9
REMAIN
aan het opnemen bent, toont het de beschikbare tijd d ie overblijft voor de song (op disc).
TOTAL
Titel en functie display
6
Disc titels, song titels, functies, berichten en andere informatie verschij nen hi er.
Tijdteller
7
De tijdteller toont de disctijd in minuten, second en en frames (1/86 seconde of 1/ 30 seconde). Als de MIDI tempomap wordt gebruikt, toont de display maat en tel informatie.
Track niveau meters
8
Deze track niveau meters tonen groep signaalniveaus in zeven stappen van –36 dB tot CLIP . Met geen disc geladen, tonen de meters groep signaalniveaus.
Stereo level meters
9
Deze niveaumeters tonen de STEREO OUT signaalniveaus van –20 dB tot +12 dB in zeven stappen.
Repeat mode indicators
10
Deze indicators tonen de Repeat modes.
REPEAT 1 REPEAT ALL REPEAT A–B REPEAT Auto Punch I/O
—Deze mode toont de overblijvende tijd van een song of als u een nieuwe song
—Deze mode toont de tijdpositie binnen de gehele disc.
—De huidige song wordt herhaald afgespeeld (One Song Repeat).
—Alle songs worden herhaald afgespeeld (All Song Repeat).
—Afspelen tussen punt A en B (A–B Repeat).
—Auto Punch In/Out wordt herhaaldelijk gerepeteerd.
Markers
11
Deze indicators tonen de status van de Start, End, en 10 markeerpunten er tussen. Als een song wordt opgenomen, worden Start en End markeerpunten automatisch opgenomen. U kunt ook tot 10 markeerpunten per song toevoegen terwijl de opname bezig i s of ti jdens daaropvolgend afspelen. Als een song geplaatst is op of na een markeerpunt (gestopt, afspe­len, gepauzeerd, of opnemen) knippert dat markeerpunt. Als het begin van een song is gelo­kaliseerd, knippert het Start markeerpunt. Als het einde i s gel okali seerd, kni ppert het E nd markeerpunt.
AUTO PUNCH indicator
12
De AUTO PUNCH indicator toont dat de AUTO PUNCH In/Out functie aanstaat.
IN & OUT indicators
13
De IN en OUT indicators gaan branden als de LAST REC IN en OUT punten zij n ingesteld. Als een a song is geplaatst op of na het IN of OUT punt, kni ppert de corresponderende indi­cator .
IN
—Deze indicator gaat branden als het LAST REC IN punt is ingesteld. Als de Auto Punch
functie aanstaat, gaat het uit als een song is gezet op of na het g eselect eerde IN punt .
OUT
—Deze indicator gaat branden als het LAST REC OUT punt is ingesteld. Als de Auto
Punch functie aanstaat, gaat het uit als een song gezet is op of na het gesele cteerde OUT punt.
Track record indicators
14
Deze indicators tonen welke tracks voor opname zijn geselecteerd. De DIR indicators gaan branden als het inputkanaalsignaal voor directe opname is geselecteerd en de GRP indicators gaan branden als het groepsignaal voor opname is geselecteerd.
MD8—Nederlandstalige handleiding
10
Door de MD8 Wandelen
Disc Transport Gedeelte
K
9
DISPLAY
8 7
REPEAT MARK SEARCH MARK
GROUP 1
CH 1 CH 2 CH 3 CH 4 CH 5 CH 6 CH 7 CH 8
2345678
12341234
J
REC SELECT
ADJUSTPITCH EDIT UTILITY
6
A B LAST REC SEARCH SET EXIT
5 4 3
AUTO
PUNCH I/O SONG SEARCH PAUSE
IN OUT
ENTER
2
REHE REC PLAY STOP
1
TOC WRITE
DATA
CURSOR
+ –
PHONES PUNCH I/O
Disc Transport knoppen
1
REHE
—Ga met deze knop de Rehearse mode in. De REHE indicators knipperen in
Rehearse Pause mode en blijven aan terwijl de repetitie in actie is.
REC
—Ga met deze knop de Record mode in. De REC indicators knipperen in Record Pause
mode en blijven aan terwijl opname in actie is.
PLAY
—Start met deze knop het normaal afspelen, start de repetitie en start de opname. Het kan ook gebruikt worden om de repetitie en opname t e annuleren. Zet in dit geval het normale afspelen voort op het punt waar de [PLA Y] knop is ingedrukt. De PLA Y indicators gaan branden terwijl het afspelen in actie is en knipperen als het afspelen i s gepauzeerd.
PAUSE STOP/TOC WRITE
Het wordt ook gebruikt om TOC data naar de disc te schrijven als de MD8 gestop t wordt.
—Pauzeer met deze knop het afspelen, het opnemen, of het repeteren.
—Stop met deze knop het afspelen, het repeteren en het opnemen.
L
M N
O
AUTO PUNCH I/O knop
2
Zet met deze knop de Auto Punch In/Out functie aan.
SONG SEARCH knoppen
3
Zoek met deze knoppen naar songs.
LAST REC SEARCH IN/OUT & SET knoppen
4
Stel met de SET knop in combinatie met de LAST REC SEARCH IN/ OUT knoppen de LAST REC IN/Punch In en OUT/Punch Out punten in. Pla ats met de LAST REC SEARCH IN/OUT knoppen de LAST REC IN en OUT punten.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Disc Transport Gedeelte
A B Repeat knoppen
5
Voer met deze knoppen de A en B punten in voor A-B Repeat.
REPEAT knop
6
Selecteer met deze knop de 1 Song, All Song, A-B en Auto Punch Rehearse Repeat mod es. Het wordt ook gebruikt om de A-B Repeat mode te annuleren.
MARK SEARCH & MARK knoppen
7
Plaats met de MARK SEARCH knoppen de song markeerpunten. V oer met de MARK knop mar­keerpunten in tijdens het opnemen of het afspelen.
DISPLAY knop
8
Selecteer met deze knop de T ime Counter mode: ELAPSE, REMAIN, of TO T AL. Als de MIDI tempo map wordt gebruikt toont de display maat en tel informat i e.
GROUP knop
9
Deze wordt gebruikt in combinatie met de REC SELECT knoppen, stelt deze knop tracks in om groep signalen op te nemen.
REC SELECT knoppen
10
Selecteer met deze knoppen tracks voor opname. Drukt u alleen een REC SELECT knop in dan stelt de corresponderende track in naar opname inputkanaalsignalen (DIR). Houdt u de GROUP knop ingedrukt en drukt u een REC SELECT knop dan stelt u de corresponderende track in naar opname groep signalen (GRP).
11
EJECT knop
11
Haal met deze knop de disc eruit.
Opmerking:
Als u de EJECT knop indrukt terwijl TOC EDIT wordt getoont in de disl ay dan komt de disc er niet uit. Druk [T OC W RITE] om de TOC bij te werken en haal dan de disc eruit.
Function knoppen
12
PITCH
tie instelt, gaan de FIX (vastgesteld) of VARI (variabel) indicators branden (zie pagina 88).
ADJUST
OUT punten.
EDIT
Song Copy, Song Erase, Song Tempo, Song Divid e, Song Combn, S ong Move, Son g Renum, Song Name, Disc Erase en Disc Name functies.
UTILITY
Cue List, Prog Play, MIDI Sync, MMC Receive, MMC Dev ID, Frame Disp, Disp Dimmer, Peak Hold en Disc Info.
ENTER knop
13
Stel met deze knop functies in.
EXIT knop
14
Annuleer met deze knop functies en modes.
Met deze knoppen krijgt u toegang tot de Pitch functie. Afhankelijk van hoe u de func-
Wijzig met deze knop de positie van de markeerpunten en de LAST REC IN en
Met deze knop krijgt u toegang tot de Part Copy , Part Erase, Track C opy , T rack Erase,
Met deze knop krijgt u toegang tot de volgende functi es: Rec Mode, PrePost Roll,
CURSOR-shuttle/DATA-schijf
15
Stel en selecteer met de middelste schijf (DATA genoemd) parameters (+/– DATA) in. Als de MD8 gestopt of gepauzeerd is, kan de DATA-schijf gebruikt worden om u i n stappen van frames door een song te verplaatsen.
Selecteer met de buitenste outer sh uttle (CURSOR) onderdelen op de display . Als de MD8 wordt gestopt of gepauzeerd, kan de shuttle gebruikt worden om je met hoge snelheid door een song te verplaatsen. T ijdens het afspelen kan het gebruikt worden voor cue en review op 0.5x, 2x, 4x, 8x, 16x, of 32x afspeelsnelheid (alleen 0.5x cue).
Als u cue of review gebruikt, kan de tijdteller af en toe stoppen.
MD8—Nederlandstalige handleiding
12
Door de MD8 Wandelen
Achterpaneel
AC IN THRU OUT
POWER ON OFF
MIDI
IN
1 2 3
WAARSCHUWING STOP OM EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN HET BREDE BLAD VAN DE PLUG VOLLEDIG IN HET BREDE SLOT
AC IN
1
Sluit hier de bijgeleverde voedingssnoer aan.
POWER ON/OFF schakelaar
2
Zet met deze schakelaar de MD8 aan of uit.
MIDI IN, OUT & THRU
3
De MD8 ontvangt MMC (MIDI Machine Control) commando’ s vi a de MIDI IN poort en voert MIDI Clock of MTC (MIDI Timecode) uit van de MIDI OUT poort. De MIDI THRU poort voert MIDI data uit die ontvangen zijn op de MIDI IN poort.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Achterpaneel
g
4 5 6 7 8
13
2
1 1211109 876543 2
MONITOR OUT STEREO OUT
RLRL
9
10 11 12 13
4
Verstuur met deze 1 /4-inch phone jacks de Aux Send signaals naar externe effect pro­cessors. Sluit deze aan op de ingangen van de effect processors.
5
Sluit op deze 1/4-inch phone jacks ongeba­lanceerde electronische muziek instrumen­ten en andere line-niveau geluidsbronnen di e stereo uitgangen bevatten aan. Deze kunn en ook gebruikt worden om het bewerkte sig­naal terug te sturen vanuit de externe effecten processors. De bewerkte signalen kunnen dan gemixed worden in de MD8 stereo mix of opgenomen worden naar tracks.
LINE INPUTAUX SEND
2TR IN
RL 8765 4321
TRACK DIRECT OUT
MIC/LINE INPUT
AUX SEND
LINE INPUT 9–10/11–12
INSERT I/O INSERT I/O
21
231
PHANTOM
1/4" phone plug
1/4" phone plug
1: GMD 2: HOT 3: COLD ON OFF
MIC/LINE
IN (BAL)
1
231
DC48V MAX. 7mA
Tip (send)
round)
Sleeve (
Tip (send)
Sleeve (ground)
MIC/LINE INPUTs 3–8
6
Sluit op deze 1/4-inch phone jacks ongeba­lanceerde microfoons, electronische muziek­instrumenten en andere line-niveau geluidsbronnen aan.
Tip (send)
1/4" phone plug
Sleeve (ground)
MD8—Nederlandstalige handleiding
14
Phono plug
Tip
Sleeve
Phono plug
Tip
Sleeve
Phono plug
Tip
Sleeve
Door de MD8 Wandelen
INSERT I/O
7
Sluit op deze TRS phone jacks signaalprocessors aan voor ex clusi ef g ebruik met inp utka­naal 1 en inputkanaal 2.. Compressors, limiters en noise gates worden meestal aangesloten op dit type aansluiting.
1/4" phone plug
Tip (send)
Tip (send)
Ring (return)
Sleeve (ground)
Sluit aan op de INSERT I/O jack
MIC/LINE INPUTs 1 & 2
8
1/4" TRS phone plug
Naar de Ingang van de processor
1/4" phone plug
Van de uitgang van de processor
Sleeve (ground)
Sleeve (ground)
Sluit op deze ingangen gebalanceerde condensator microfoons en gebalanceerde line-niveau signaalbronnen aan op de MD8 (ongebalanceerde bronnen kunnen ook worden aangesloten). Iedere ingang bevat een XLR-type aansluiting en TRS phone jack aansluiting. Phantom voeding is beschikbaar op de XLR-type aansluit ing voor het gebrui k met conden­satormicrofoons. Als u geen condensatormicrofoons op deze ingang gebruikt, laat de PHANTOM POWER ON/OFF schakelaar op OFF staan.
Male XLR plug
1 (ground)
3 (cold)
2 (hot)
1/4" TRS phone plug
Ring (cold)
Sleeve (ground)
Tip (return)
Tip (hot)
MONITOR OUT
9
Verstuur met deze phono jack s het monitorsignaal naar een ste­reo monitor versterker en luidsprekers. Dit kunnen een op zich­zelfstaande monitor versterker en luidsprekers of uw hi-fi systeem zijn. Sluit deze aan op de monit or stereo ingang van de versterker. Het MONITOR OUT signaal is hetzelfde als het hoofdtelefoon signaal.
STEREO OUT
10
Sluit op deze phono jacks een stereo master recorder aan om de laatste mix op te nemen. De master recorder kan een DAT deck, MiniDisc deck of cassette deck zijn. Sluit deze aan op de stereo ingangen van uw masterrecorder.
2TR IN
11
Sluit op deze phono jacks de uitgang van een stereo master recor­der aan op de MD8. De master recorder kan een a DAT deck, MiniDisc deck, of cassette deck zijn. Sluit deze aan op de stereo uitgang van uw masterrecorder . Om de uit gang van de stereo master recorder tijdens het afmixen af te luisteren drukt u op de 2TR IN MONITOR SELECT schakelaar.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Front Aansluitingen
TRACK DIRECT OUTs
12
V erstuur met deze phono jacks de track signalen naar een andere
Phono plug
mixer. Dit is handig als u de MD8 tegelijkertijd gebruikt met een grotere mixer . Sluit deze aan op de line ingangen van de andere mixer. Z onder dat er ee n disc gel aden i s, voeren de DIRECT OUT’s 1–4 de sig nalen van Groep 1–4 uit.
PHANTOM POWER ON/OFF schakelaar
13
Zet met deze schakelaar de phantom voeding voor de XLR-type MIC/LINE (BAL) ingan­gen op kanaal 1 en 2 aan en uit. Phantom voeding wordt gebruikt om condensat or micro­foons te voeden. Het dient ui t te staan als er apparaten (behal ve de condensator microfoons) op deze ingangen aangesloten zijn.
Front Aansluitingen
15
Tip
Sleeve
1 2
PHONES
1
Sluit hier een hoofdtelefoon aan om af te luisteren. Het hoofdtelefoon signaal is het­zelfde als het MONITOR OUT signaal.
PUNCH I/O
2
Een los verkrijgbare voetpedaal, zoals de Yamaha FC5, kan hier worden aangesloten voor met de voet bediende playback, het repeteren, het opnemen, of in- en uitprik ken.
1/4" TRS phone plug
Ring (right)
Sleeve (ground)
Tip (left)
MD8—Nederlandstalige handleiding
16
De Eerste Sessie
De Eerste Sessie
3
Dit hoofdstuk legt uit hoe uw eerste MD8 sessie op te nemen en te mixen. Als dit uw eerste keer is met een multitrack recorder, raden wij u aan met dit hoofdstuk te starten en alle pro­cedures zorgvuldig te volgen. Als u dit hoofdst uk voltooi d hebt , moet u eens een ki jkj e nemen in de volgende hoofdstukken, die leggen meer geavanceerde MD8 fu ncti es uit en vereisen een basiskennis van MD8 en multitrack opname technieken.
Snelle-Start Systeem
De volgende illustratie toont een basis MD8 opname systeem.
Monitors
Monitor Versterker
AC IN THRU OUT
Aangesloten op een geschikt stopkontakt
POWER ON OFF
IN
MID
Synthesizer
Master Recorder
2
MONITOR OUT STEREO OUT
RLRL
LINE INPUTAUX SEND
1 1211109 876543 2
2TR IN
RL 8765 4321
TRACK DIRECT OUT
MIC/LINE INPUT
INSERT I/O INSERT I/O
PHANTOM
1
MIC/LINE IN (BAL)
21
231
231
1: GMD 2: HOT 3: COLD ON OFF
DC48V MAX. 7mA
Gitaar Processor
Hoofdtelefoon
Microfoon
YAMAHA
De microfoon, synthesizer en gitaar zijn alleen maar voorbeelden van soorten geluidsbron­nen die aangesloten kunnen worden op de MD8. Voor het afluisteren kunt u of een hoofd­telefoon of een monitor versterker en luidsprekers gebruiken. U kunt ook uw h i-fi versterker en luidsprekers gebruiken. De masterrecorder is alleen vereist voor het afmixen.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Het Stroomsnoer aansluiten
Het Stroomsnoer aansluiten
1. Sluit het bijgeleverde stroomsnoer aan op de AC IN aansluiting aan de achter­kant van de MD8.
2. Plug het andere eind van de stroomsnoer in een geschikt AC stopcontact.
De MD8 Aanzetten
1. Druk op d e POWER schakelaar aan de achterkant van de MD8. De display gaat branden.
POWER ON OFF
Druk, om de MD8 uit te zetten, de POWER schakelaar nog een keer in.
Een Disc Laden
1. Druk op de EJECT knop om het disc compartement te openen.
17
2. Voer de disc in het compartiment met de pijl naar voren gericht.
De disc moet gemakkelijk in het compartiment glijden en in zijn plaats klikken. Zor g ervoor dat u het op de juiste manier heeft ingevoerd (pijl naar voren) i n de houder (het is raadzaam het disc compartiment van dichterbij te bekijken alvoren s u de eerste keer een disc invoert).
3. Sluit het disc compartiment af.
Als een disc is geladen, leest de MD8 de TOC om te kij ken wat de inho ud van de di sc is. Als het een nieuwe disc is, verschijnt het bericht schijnt de disc titel voor een paar seconden en scrollt dat weg van de display . Hierna wordt het totale aantal songs op de disc getoond. Bijvoo rbeeld,
Blank Disc
. Als de disc songs bevat, ver-
Total 004
.
De Eerste Track Opnemen
De conventionele methode van multitrack recording is om ingangkanalen t oe te wijzen aan groep bussen die signalen naar het opnameapparaat voedt. Op de MD8 wordt dit group recording (GRP) genoemd. In tegenstelling tot group recording, bevat de MD8 direct recor­ding (DIR), waardoor u ingangkanalen 1 tot en met 8 direct naar t r ack 1 tot en met 8 kun t opnemen en effectief de groep bu ssen “bypasst”. Iedere met hode heeft zi jn eigen v oor- en nadelen.
GRP
—Op deze manier neemt u een inputkanaal op in een andere track dan de correspon ­derende track, om bijvoorbeeld een gebalanceerde co ndensato r microfoon op i nput kanaal 1 op track 7 op te nemen. De GRP methode kan ook gebruikt worden om ze in één of twee track op te nemen, om bi jvoorbeeld drum mi crofoon signalen op ingang kana len 1 tot 4 op tracks 1 en 2 op te nemen.
DIR
—Op deze manier neemt u een inputkanaal in zijn corresponderende track op zonder de GROUP ASSIGN knoppen en P AN knoppen te hoeven in te stellen. Aangezien de MD8 slechts vier groep bussen bevat, kunt u niet meer dan vier signalen onafhankelijk met behulp van de GRP methode opnemen. Met behulp van de DIR methode kunt u echter 5, 6, 7, o f 8 onafhankelijke signalen tegelijkertijd opn emen, met andere woorden, 8-track tegel ijktij ­dige opnamen.
Beide methodes worden uitgelegd in dit hoofd stuk.
MD8—Nederlandstalige handleiding
18
De Eerste Sessie
De Aansluitingen (GRP & DIR) Maken
1. Sluit een geluidsbron aan op MIC/LINE INPUT 1.
Als u een condensatormicrofoon gebruikt zet dan de PHANTOM schakelaar op ON om de phantomvoeding aan te zetten.
2. Zet de [FLIP] schakelaar op Input Channel 1 naar MIC/LINE.
3. Als u een line-niveau geluidsbron aansluit zet dan de GAIN knop naar LINE (d.w.z . volledig teg en de klok in). Als u een micr ofoon aan sluit zet dan de GAIN knop halverwege. De GAIN knop wordt later nog een ke er gewijzigd in deze pro­cedure.
4. Ga door naar
GRP Methode
of
DIR Methode
.
GRP Methode
1. Druk op de GROUP ASSIGN [1–2] schakelaar van inputkanaal 1.
Dit wijst het Kanaal 1 signaal toe aan Tracks 1 en 2. De volgende tabel toont de verhoudin g tussen groepen en Tracks.
Toegewezen aan... Bestemmings Track
Groep 1 Track 1 of 5 Groep 2 Track 2 of 6 Groep 3 Track 3 of 7 Groep 4 Track 4 of 8
2. Zet de PAN knop op L/ODD.
Dit verstuurt het signaal alleen naar Track 1. De volgende tabel toont de verhoudin g tussen de PAN knop en groepen.
GROEP TOEWIJZING
1 2
3 4
PAN Bestemming Groep/Track
Groep 1
L
ODDREVEN
Groep 3
3. Druk, ter wijl u de REC SELECT [GROUP] knop indrukt, op de REC SELECT [1] knop.
De TRK 1 GRP indicator knippert. Dit geeft aan dat track 1 ingesteld is om op te nemen van Groep Bus 1.
4. Zet de GROUP MASTER 1 niveau knop op het 7–8 markeerpunt (opgelichte positie ).
5. Ga door naar
MD8—Nederlandstalige handleiding
1 2
3 4
L
ODDREVEN
Monitoring & Recording (GRP & DIR)
Groep 2
Groep 4
.
De Eerste Track Opnemen
DIR Methode
1. Druk op de REC SELECT [1] knop.
De TRK 1 DIR indicator knippert. Dit geeft aan dat track 1 is ingesteld op direct opnemen van input kanaal 1.
19
2. Ga door naar
Monitoring & Recording (GRP & DIR)
.
Afluisteren & Opnemen (GRP & DIR)
1. Druk op de MONITOR SELECT [CUE] schakelaar.
2. Zet de MONITOR LEVEL knop halverwege.
3. Zet de CUE MASTER knop halverwege.
4. Zet de CUE LEVEL knop van Kanaal 1 op het 7–8 markeerpunt.
5. Verhoog de fader van Kanaal 1 naar het 7–8 maarkeerpunt.
6. Druk op de [REC] knop.
U moet nu het geluid kunnen horen en het signaal niveau zien op de t rack 1 meter. Als u niets hoort controleer dan de voorgaande stapp en.
De REC indicators knipperen: dit geeft Record Pause mode aan.
7. W ijz ig de GAIN k nop van Kanaal 1 zod at het luid ste gelu id veroorzaakt dat de meter de -3 positie b erijkt. Als de meter ver der gaat dan de –3 positie naar CLIP , breng de GAIN knop een beetje terug.
Het is belangrijk dat u dit niveau goed inst elt om het beste gel uid te verki jgen. Een te laag niveau maakt niet volledig gebrui k van de geluidsmogelijkheden van uw MD8. Een te hoog niveau kan vervorming veroorzaken.
Als het niveau van geluidsbron sterk varieert, wat het moeil i jk maakt om een opti -
Tip:
male instelling voor de GAIN-knop te vinden, kunt u met een externe processor het signaal niveau egaliseren. Een compressor kan direct in kanaal 1 of 2 worden toegepast met behulp van de INSER T I/O.
De MD8 is nu klaar voor opname. Alles wat u hoeft te doen om de opname te starten is op de [PLAY] knop te drukk en. Dus let er op dat uw muziek bron klaar staat. Als u de Record Pause mode wilt annuleren druk dan op de [STOP] knop.
8. Druk op de [PLAY] knop om de opname te starten.
Opname start en de tijdteller toont de opnametijd.
9. Druk op de [STOP] knop om de opname te stoppen.
U heeft nu uw eerste track opgenomen.
Luister naar de Eerste Track
1. Druk op de LAST REC SEARCH [IN] knop.
Dit brengt u naar het punt terug waar de opname is gestart. Voor de eerste opname is dit altijd 00:00.00.
2. Druk op de [PLAY] knop om het afspelen te starten.
U zou nu moeten kunnen horen wat werd opgenomen. W ijzig de CUE LEVEL 1 zoals ver­eist. Als u niets hoort controleer dan de voor gaande stap pen.
MD8—Nederlandstalige handleiding
20
De Eerste Sessie
Overdubbing
Overdubbing is de techniek die gebruikt wordt om nieuwe geluiden in een l ege track op te nemen terwijl u naar de geluiden luistert die al zijn opgenomen o p andere tracks. De vol ­gende overdubbing procedure kan gebruikt worden om op te nemen naar tracks 2-8 en u kunt de GRP of DIR methode gebruiken, de laatstgen oemde methode wordt in deze proce­dure gebruikt.
1. Stel de fader op nul op het inputkanaal dat eerder is gebruikt voor opname, en zet de GROUP ASSIGN schakelaars op OFF.
2. Druk op de REC SELECT [1] knop zodat u de track niet overschrijft.
De knipperende dot verdwijnt.
3. Druk op de LAST REC SEARCH [IN] knop.
Dit keert terug naar het punt waar de opname gestart was.
4. Sluit een geluidsbron aan op de MIC/LINE INPUT 2–8.
5. Als u e en line-niveau geluidsbron aanslui t zet dan de GAIN knop op LINE (d.w .z. volledig tegen de klok in). Als u een microfoon aansluit zet dan de GAIN knop halverwege. De GAIN knop wordt later weer gewijzigd in deze procedure.
6. Zet de [FLIP] schakelaar op MIC/LINE.
7. Zet de CUE LEVEL knop van het kanaal op het 7–8 markeerpunt.
8. Verhoog de fader van het kanaal naar het 7–8 markeerpunt.
9. Druk op de [REC SELECT] knop van de track die u wilt opnemen.
De DIR indicator voor dat kanaal knippert.
10. Druk op de [REC] knop.
The REC indicators knipperen. Dit geeft de Record Pause mode aan. De trackmeter toont het signaalniveau en u zou de signaal geluidsbron moeten horen.
Opmerking:
U kunt de [REHE] knop indrukken in plaats van de overdub te oefenen.
11. Wijzig de GAIN knop op het inputkanaal om met het st erkste geluid de -3 p ositie van de meter te bereiken. Als de mete r verd er gaat dan de –3 positi e br eng dan de GAIN knop een beetje terug.
12. Druk op de [PLAY] knop om de opname te starten (of Repetitie).
Opname (of Repetitie) start en de tijdteller toont de opnametijd.
13. Balanceer met de inputkanaal CUE LEVEL knoppen de niveaus van de tracks die al zijn opgenomen.
14. Druk op de [STOP] knop om de opname te stoppen (of Repetitie).
15. Druk op de LAST REC SEARCH [IN] knop.
Dit brengt u terug naar het punt waar de opname (of Repetitie) werd gestart.
16. Druk op de [PLAY] knop om af te spelen wat u heeft opgenomen.
Als u net de overdub heeft gerepeteerd, is er nog niets om af te spelen. Herhaal deze procedure todat u alle tracks heeft opgenomen. Dan bent u klaar voor afmixe n.
MD8—Nederlandstalige handleiding
Afmixen
Afmixen
Afmixen is de laatste fase in multitrackrecording. Hier mixt u de geluid en van al le acht tracks, met EQ en effecten om een gebalanceerd stereosignaal te creëren dat wordt opge­nomen op een stereo master recorder, zoals een DAT, Mini Disc, of cassette tape deck .
1. Let er op dat alle [GROUP ASSIGN] schakelaars uitstaan, inclusief de MONITOR SELECT [GROUP] schakelaars.
2. Zet de MONITOR SELECT [CUE] schakelaar uit.
3. Zet de [FLIP] schakelaar op ieder kanaal naar PB.
4. Zet de PAN-knop op ieder kanaal naar zijn middenpositie.
5. Zet de fade r op ieder input channel en de STEREO fader naar het 7–8 markeer­punt.
6. Druk op de MONIT OR SELECT [STEREO] schakelaar en stel de MONIT OR LEVEL knop halverwege.
7. Lokaliseer met de Song Search knoppen het begin van de song.
Als het LAST REC IN punt nog steeds 00:00 is, kunt u de LAST REC SEARCH [IN] knop gebruiken. De MARK SEARCH knoppen kunnen ook worden gebruikt.
21
8. Druk op de [PLAY] knop om het afspelen te starten.
U zou nu alle tracks moeten kunnen horen. Als u niets hoort, controleer dan de vorige stap­pen.
9. Mix en verfijn uw muziek zoals volgt:
Niveaus Balanceren Pan
—Bedien met de P AN knoppen de geluidspositie tussen de linker en rechter luidspreker.
EQ
— Geef met de drie-band EQ vorm de toon van iedere track aan.
Applying Effects
effecten processor in. Zie Zie
Afmixen
10.
Neem de Final Mix
Dat is alles! U heeft uw eerste sessie met de MD8 voltooid.
op pagina 89 voor een meer gedetailleerde kijk op de afmixtechnieken .
—Balanceer met de inputkanaal faders d e niveaus van de acht track s.
—Voer met d e AUX 1/2 en LINE INPUTs 9–10 en 11–12 een externe
Effecten Toepassen
op pagina 48 voor meer informatie.
op naar uw stereo master recorder.
MD8—Nederlandstalige handleiding
22
De Eerste Sessie
Een Overzicht van Multitrack Recording
Dit gedeelte omschrijft de fundamentele stelregels van multitrack recordin g.
Basis Multitracking
Afluisteren
luisteren naar opgenomen geluiden als nieuwe geluiden die opgenomen zi j n naar andere tracks. Zie
Opnemen naar de eerste track
de drumtrack. Een drum track dat voor andere instrumten start, maakt een goed e timing and count-in referentie. Als uw song start met verschillende instrumenten op de eerste balk, is het wellicht handig om een tijdelijke cou nt-i n op een andere t ra ck op t e nemen, die l at er gewist kan worden. Zie
Overdubbing
terwijl u luistert naar de gelui den die u al heeft opgenomen op andere tracks. Songs worden dus eigenlijk track voor track opgenomen. Deze techniek wordt gebuikt v oor de meeste moderne studio opnames. Zie
Afmixen
alle acht tracks, met EQ en effecten, in een gebalanceerde stereomix.. Neem het dan op naar een stereo master recorder, zoals een DA T , MiniDisc, of cassette tape machine. Zi e op pagina 21 voor meer informatie.
—Dit is het proces van het luisteren naar een geluid als het is opgenomen of
Over Afluisteren
—Dit is de techniek van het opnemen van nieuwe gelu iden naar lege tracks
—Dit is het laatste stadium in mu lt it rack recording. Hier mixt u de geluiden van
op pagina 23 voor meer informatie.
—De eerste track die opgenomen moet worden is meestal
De Eerste Track Opnemen
Overdubbing
op pagina 17 voor meer informatie.
op pagina 20 voor meer informatie.
Afmixen
Geavanceerd Multitracking
One-Take opname
handig voor het live opnemen en bands die willen dat alle leden tegelijk ertijd spelen. Neem met de DIR opname methode maximaal 8 tracks tegelijkertijd op. In/uitprikken en ping-pong technieken kunnen gebruikt worden na de one-take opname om gedeelten toe te voegen en te corrigeren. Zie
In/Uitprikken
wordt vaak gebruikt om een niet zo perfecte gitaar solo of een vocale frase opnieuw op te nemen. Punch in/out kan worden gerepeteerd alvorens werkelijk naar disc op te nemen. Punch in/out op de MD8 kan handmatig of automatisch worden uitgevoerd, wat bruikbaar is als u speelt of zingt en de MD8 tegelijkertijd bedient. U kunt o fwel de DIR of GRP methode punch in/out opname gebruiken. Zie meer informatie.
Ping-Pong
opnemen. Dit wordt vaak gebruikt om tracks vrij te maken voor meer opnames. Dus hoewel de MD8 een acht-track recorder is, kunt u meer dan acht delen opnemen met behulp de ping-pong techniek. U kunt ook ping-pong met overdub recording combineren. Zo kunnen bijvoorbeeld Tracks 1 en 2 worden gemixed en opgenomen in Track 4 samen met een nieuw signaal dat komt van inputkanaal 3. Ping-Pong kan gerepeteerd worden alvorens werkelijk naar de disc op te nemen. Gerbuik dan de GRP opname methode voor ping-pong. Zie
Ping-Pong Opname
Synchroniseren
samenwerken als een verenigd opname hulpmiddel: de MD8 voor akoestische gel uiden en de MIDI sequencer voor MIDI instrumenten ge luiden. Zi e voor meer informatie.
—Met deze techniek kunt u verschillende tracks op een andere t rack mixen en
—Met deze techniek worden alle tracks in één take opgenomen. Dit is
One-Take Opname
—Met deze techniek kunt u specifieke gedeelten van een track opnemen. Het
op pagina 41 voor meer informatie.
—Deze techniek maakt het mogelijk dat de MD8 en een MIDI sequencer
op pagina 83 voor meer informatie.
Met de hand In/Uitprikken
De MD8 & MIDI
op pagina 29 voor
op pagina 73
MD8—Nederlandstalige handleiding
Loading...
+ 84 hidden pages