Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere
stroomvoorziening of adaptor dan die, die omschreven staat
in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is
aangeraden door Yamaha.
Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard die
wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het component vergezellen.
SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:
Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is
ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht
voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder
hier vantevoren melding van te maken, om bestaande apparatuur te update’n.
Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en
hoofdtelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te
produceren die gehoorverlies kunnen veroorzaken. WERK
NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gesuis in uw oren moet
u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid hoe sneller schade optreedt.
Sommige Yamaha-producten kunnen zijn voorzien van banken en/of ‘mountinghulpmiddelen’ die ofwel bij het produkt
zijn bijgeleverd ofwel los verkrijgbaar zijn. Sommige van deze
onderdelen zijn ontworpen om door de dealer te worden
geinstalleerd. Verzeker u er VOOR gebruik van dat de banken
stabiel zijn en extra fixtures (waar toepasbaar) goed bevestigd.
Door Yamaha geleverde banken zijn alleen bedoeld om op te
zitten. Ander gebruik wordt niet aanbevolen.
OPMERKING:
Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis over de
werking van een functie of een effect (als het apparaat naar
behoren functioneert), worden niet gedekt door de garantie,
en zijn derhalve voor de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer
alvorens om service te verzoeken.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die
zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn
ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes
hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van
de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd.
De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem
dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Sommige van dit type batterij kan worden opgeladen. Verzeker u
ervan dat de batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij
die u op wil laden.
Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude met
nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij
het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot
oververhitting en ontploffende batterijen.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude
batterijen volgens voorschrift weg.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt
en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de
geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood,
batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet
helpen, neem dan contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje zit onderop het instrument. Op dit plaatje
staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz.
Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de datum van aanschaf in kunnen vullen, en de handleiding goed
bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.
Model
Serienummer
Datum van Aanschaf
BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED
BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische produkten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een
onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het produkt op de juiste manier wordt gebruikt, er geen voorspelbare
risico’s zijn. Pas het instrument NIET aan, en vraag ook anderen niet het instrument te modificeren, als Yamaha zelf hier niet
uitdrukkelijk om verzocht heeft. Hierdoor kan de kwaliteit en de standaard van veiligheid te kort schieten. Als er garantie
geëist wordt, en het instrument is wel aangepast, kan dit geweigerd worden.
SPECIFIKATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN: De informatie in deze handleiding is correct op het moment dat
het gedrukt wordt.
Yamaha heeft echter het recht om wijzigingen om de specificaties te wijzigen zonder hiervoor eerst over
te berichten, of de verplichting aan te gaan alle voorgaande modellen te update’n (van de nieuwigheden te voorzien).
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We
zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de
wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd.
De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan
contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet op te laden, te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen.
Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg. Opmerking: in sommige gebieden bent u volgens de wet verplicht stukke
onderdelen te retourneren. U kunt dit verzoek echter indienen bij uw dealer, zodat die ze weg kan gooien of retourneren.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de
geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen,
neem dan contact op met Yamaha.
OPMERKING: Service onkosten, te wijten aan een gebrek aan kennis over hoe een functie of een effect werkt (mits het
instrument functioneert zoals het hoort) vallen niet onder de garantie, en zijn derhalve uw verantwoording.
Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem in het geval van twijfel eerst contact op met uw dealer, alvorens
het instrument zelf van service te voorzien.
NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer, het serienummer, de
voedinggegevens e.d. vindt u op dit plaatje. U moet het typenummer, het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren
en deze handleiding bewaren als bewijs van aankoop.
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te
zijn, stop dan met het gebruik van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
•Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of
rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten
kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aanverwante,
door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde
adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan
oververhitting.
•Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
hebt.
•Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen
zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
•Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker
trekken, nooit aan het snoer.
•Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
•Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt,
of tijdens onweer.
•Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.
•Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme
koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of
schade aan de interne elektronica.
•Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals
televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen
veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden.
•Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
•Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
•Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone
doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op
het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen
verkleuren.
•Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
•Gebruik alleen de standaard/rek van dit instrument. Bij het bevestigen
van de standaard moet u alleen gebruik maken van de meegeleverde
schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan de interne
componenten of er voorzorgen dat het instrument valt.
•Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u
gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op
met een K.N.O.-arts.
■
DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
•Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij, waardoor de gegevens bewaard blijven, zelfs als het instrument uitstaat. Als
deze vervangen moet worden verschijnt de melding “Battery Low” in de
display. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk uw data backuppen (op een
extern opslagmedium zoals de op floppy-disk gebaseerde Yamaha MIDI
Data Filer MDF2), waarna de batterij vervangen moet worden door
gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de
batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen,
aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch
gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
■
USER DATA OPSLAAN
•Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u
belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het
apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Over Deze Handleiding
INHOUD
Gefeliciteerd met de aankoop van de CS2x Control
Synthesizer! En bedankt voor het kiezen van een Yamaha.
De CS2x geeft een compleet nieuwe dimensie aan de enorm
populaire CS1x, met meer soorten geluiden, extra SOUND
CONTROL-knoppen voor bredere realtime geluidsscheppende capaciteiten, plus andere praktische kenmerken
die een handigere bediening en flexibeler spel garanderen.
Deze handleiding is uw persoonlijk ‘handboek’ waarmee u
het meest uit uw CS2x kunt halen - bewaar het daarom op
een veilige en toegankelijke plaats, zodat u snel iets op kunt
zoeken indien dat nodig is! Het boek is verdeeld in de volgende
onderdelen:
Beginnen
Dit gedeelte bevat alles dat u moet weten over de binnen- en
buitenkant van de CS2x. Het is in vier gedeelten onderverdeeld:
Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis, Het Opstellen
van de CS2x, Uw CS2x Leren Kennen, Een Snelle CS2x-Ronde.
Kenmerk Referentie
In dit gedeelte staan beschrijvingen van CS2x-kenmerken en uitleg
over de bediening. Het is in feite een woordenboek waarin u als dat
nodig is de referenties van een kenmerk kunt opzoeken. U vindt hier
de volgende gedeelten: Performance Mode, Multi Play Mode, Utility
Mode, Store Mode, en Fabrieksinstellingen.
Appendix
Dit gedeelte geeft informatie over digitale effecten, MIDI,
foutmeldingen, probleemoplossingen en meer.
Naamconventies
Ter bevordering van het begrip, worden in deze handleiding
de volgende twee basisconventies gebruikt voor de CS2xkenmerken:
De namen van de specifieke knoppen op het paneelstaan
tussen vierkante haakjes, bv. [ARPEGGIO]-knop,
[PERFORMANCE]-knop, [USER]-knop, enz.
De namen van andere paneelkenmerken en aansluitingen
worden in hoofdletters weergegeven, net zoals zij op het
paneel staan. Bijv. PITCH-wiel, TO HOST- aansluiting,
EFFECT REC SEND parameter, enz.
Beginnen................................6
Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis ......... 6
Index ...................................................................... 79
5
Beginnen
CONTROL
Welkom in de Wereld van de CS2x
SYNTHESIZER
Of u nu een beginner bent en de CS2x uw eerste professionele synthesizer is, of dat u een professionele speler bent die geld
verdiend met het bespelen van het instrument - of dat u hier ergens tussenin zit - u zult de CS2x zeker als een van de prettigste
instrumenten ervaren die u ooit bezat. En het is er zeker één waaraan u een hoop plezier zult beleven.
De CS2x is een soort
eenvoud in het gebruik, natuurlijke “met de handjes” interactiviteit, brede geluidsdimensies, een Arpegiator en een rijkdom
aan realtime besturingskenmerken - en verenigt dat met het beste van de moderne digitale - zoals stabiele toonhoogte, volledige
polyfonie van 64 noten, ‘one-touch’ instellingsreconfiguraties, maar liefst 16 MB Wave ROM plus een groot opslaggeheugen,
uitgebreide MIDI-kenmerken en veel, veel meer.
Een ander voordeel van de CS2x is dat er geen pagina’s zijn en geen pagina’s met moeilijk toegankelijke functies. Letterlijk alles
dat u nodig heeft ziet u voor u op het instrument. En is toegankelijk met een eenvoudige druk op een knop - of een draai aan
een knop. Aangezien alle gecompliceerde concepten en frustrerende factoren meteen bij het begin zijn geëlimineerd, is de
bediening van de CS2x snel en gemakkelijk onder de knie te krijgen.
Als u de CS2x ooit als een multitimbrale toongenerator wilt gebruiken, dan zult u ontdekken dat het een ideaal MIDIsysteemcomponent is, aangezien het is ontworpen om de XG en General MIDI System Level 1 (GM) formaten met gemak te
kunnen verwerken. U kunt tevens uw eigen configuratie van meerdere timbres opstellen met het “4-Layer plus 12-Part”systeem hetgeen uw Performance-timbre intact houdt. Het is zelfs voorzien van een stereo miniplug-input waarmee u de stereo
of mono audiosignalen van een extern component als een sampler of een submixer kunt “mixen’ met de audio-output van de
CS2x.
Control Synthesis
analoge-stijl digitale synthesizer
. Het heeft het beste van de traditionele analoge in zich - zoals de
Dit alles in aanmerking nemende, is de CS2x goed en eenvoudig - en ongelofelijk krachtig. U zult er trots op zijn een instrument
te bezitten dat in staat om zich in iedere muzikale situatie in de opwindende wereld van de moderne muziek staande te
houden.
GENERAL
GENERAL
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een standaardspecificatie die het arrangement van voices in een toongenerator en zijn MIDIfunctionaliteit bepaalt. Dit verzekert u ervan dat de data met hetzelfde geluid kan worden afgespeeld op iedere GMcompatibele toongenerator, ongeacht de fabrikant of het model. Toongeneratoren en songdata die voldoen aan “GM
System Level 1” dragen dit logo.
XG
“XG” is een toongeneratorformaat die het voice-arrangement van de “GM System Level 1” uitbreidt om te voldoen
aan de toenemende eisen van het huidige computertijdperk. Het voorziet van rijkere expressievere kracht, terwijl de
compatibiliteit van de data behouden blijft. ”XG” breidt “GM System Level 1” uit door de manieren te bepalen
waarop de voices worden uitgezet of bewerkt en door de structuur en het soort effect te bepalen.
Als commercieel verkijgbare songdata met dit XG-logo worden afgespeeld op een toongenerator, dan kunt u genieten
van ongekende muzikale mogelijkheden met ongelimiteerde expansie van voices en effectfuncties.
6
Belangrijkste Kenmerken
De CS2x is ontworpen voor maximale realtime besturing tijdens uw spel. Dit maakt het de ideale keus voor
Dance Deejees, Rhythm & Rhyme MC’s, Drum & Bas en Techno-muzikanten - en voor ieder anderwiens
muziek naar synth-geluid neigt. Het is tevens een multitimbrale “module” die past bij ieder MIDI-systeem.
Hieronder volgen de belangrijkste kenmerken van de CS2x.
16 MB Wave ROM met AWM2 Voices
•
AWM2 (Advanced Wave Memory 2) voices zijn samengesteld uit werkelijke digitale opnamen, of uit
samples, echte muziekinstrumenten of andere geluiden. De voices die voor gebruik beschikbaar zijn
bestaan uit 586 normale voices en 20 drumvoices (kits) voor GM -en XG-formaattoepassingen in Multi
Play mode, plus nog veel meer.
256 Preset en 256 User Performances
•
Een “Performance” is een complete configuratie van een
gelayerd ofwel in een geavanceerde toetsenbord- of velocitysplit worden afgespeeld) met digitale
effectselecties, Arpeggiator en vele andere parameterinstellingen. Performance mode - de
hoofdbedieningsmode voor het spelen in realtime - bevat 256 Preset Performances plus 256 User
Performances om uw eigen performances op te slaan.
8 Realtime Sound Controlknoppen en “Scenes”
•
Met de SOUND CONTROL(geluidsbedienings)knoppen heeft u direct toegang tot de belangrijkste
parameters van de huidig geselecteerde Performance terwijl u speelt. Iedere Performance is voorzien
van twee Scenegeheugens, waarvan ieder direct de specifieke SOUND CONTROL-knoppositie op
kan roepen. Met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt u tijdens een performance
“morphen” tussen het geluid van iedere Scene.
Layer
(maximaal 4 voices die ofwel zijn
Arpeggiator met 40 Patronen
•
Met de Arpeggiator kunt u uit 40 soorten arpeggio akkoordpatronen en 10 timing subdivisies selecteren,
waaronder uit Up, Down en Up/Down patronen over één of meer octaven, plus verscheidene speciale
patronen waaronder Techno, House, Random, Echo&Pan en meer. Alle Arpeggiatorinstellingen worden
als een deel van iedere Performance opgeslagen. Het tempo van de Arpeggiator kan worden bestuurd
met een externe MIDI-clock, en de Arpeggiatordata kan via MIDI worden uitgestuurd.
3 Programmeerbare Digitale Effecteenheden
•
De drie onafhankelijke DSP digitale effecteenheden - Reverb (12 soorten), Chorus (14 soorten) en
Variation (12 soorten) - kunnen tegelijktijdig worden gebruikt.
Gemakkelijke Aansluiting Op en Gebruik Met Computer
•
Met een ingebouwde TO HOST aansluiting plus een HOST SELECT schakelaar kunt u directe aansluiting
maken op een IBM PC/AT of Apple Macintosh computer zonder dat u daar enige extra externe interface
hardware voor nodig hebt. Met Multi play mode kunt u multitimbraal spelen, met maar liefst 16
verschillende Parts (over 16 MIDI-kanalen, bij gebruik van een externe sequencer) met 64 noten uit de
beschikbare polyfonie.
7
Voorpaneel
PHONES
ATTACK
DECAY
CUTOFFCUTOFF LPFHPF
3
VOLUME
2
MW FC
1
SCENE
PITCH
MODULATION
(º ¡
R
L/MONO
OUTPUT
RELEASEDATAASSIGN
RESONANCE
456 9)#$21
FOOT
FOOT
FOOT
SWITCH
PROGRAM
HOST SELECT
INPUT TO HOST
SHIFT
HOLD
+
OCTAVE
USER
+
PERFORMANCE
PRESET USER ARPEGGIATOR
INOUT
THRU
MIDI
CONTROL SYNTHESIZER
,
&
VWX
STORE
MULTI
UTILITY
YZ
8
7
9
%
PQR STU
MNO
5
6
4
JKL
GHI
DEF
2
3
1
ABC
0
QUICK PC
PERFORMANCE
SPACE
.,
ENTER
–
NO
YES
STORE
!8@
ARPEGGIATOR
PERFORM
TEMPO
LEVEL
SUB
TYPE
DIVIDE
P BEND
MW
RANGE
FMOD
PMOD
CUTOFF
NOTE
TUNE
NOTE
DETUNE
LIMIT
LIMIT
SFT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
ATK
SUS
TIME
TIME
TIME
LEVEL
FEG
REL
DCY
SUS
ATK
TIME
TIME
LEVEL
TIME
VOLUME
PROGRAM
PAN
BANK
DEMO
MULTI
UTILITY
SYSTEM
KBD
VEL
MASTER
VEL
TRANS
FIX
TUNE
CURVE
^&*
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
CH
PERFORM
EFFECT
NAME
CHO
VARI
VARI
VARI
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
FC
CUTOFF
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
FMOD
ATK
ATK
LEVEL
TIME
EFFECT
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCVCHTRANS
NO
COMMON
PORTA
ASSIGN1
PARAM
SWITCH
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
LFO
SPEED
PHASE
WAVE
INIT
LAYER
PEG
DCY
REL
REL
TIME
TIME
LEVEL
POLY
FILTER
REZ
MONO
CUTOFF
ASSIGN
CTRL
BULK
LOCAL
UTILITY
NO
DUMP
STANDBY
DC IN
VOLUME
CONTROLLER
ON
ARPEGGIO
1
–
PART LAYER
7
PRESET
ASSIGN
–
2
1 VOLUME knop
Deze knop bestuurt het algehele niveau van de audio-volume output
van de PHONES en OUTPUT jacks van de CS2x. Zet deze tussen de
uiterst linker- (minimum) en uiterst rechter- (maximum) posities in
om het juiste luisterniveau in te stellen voor ofwel hoofdtelefoon ofwel
luidsprekers.
2 SOUND CONTROL-knoppen
De acht SOUND CONTROL-knoppen worden gebruikt voor realtimebesturing en het bewerken van de verschillende toongeneratorparameters. Het naar links of rechts draaien van een knop offset de
geselecteerde parameter overeenkomstig (naar links voor negatieve
waarden, naar rechts voor positieve waarden). Iedere knop is voorzien
van een middenstoppositie die de oorspronkelijke waarde van de
parameter representeert (pag. 19).
3 [SCENE]-knoppen
Elk van de 512 Performances op de CS2x bevat twee “Scene”geheugens waarin de specifieke posities van de acht SOUND
CONTROL-knoppen worden opgeslagen, hetgeen u de mogelijkheid
biedt om kleine of zelfs radicale geluidsvervormingen te maken met
één druk op een [SCENE]-knop. Het tegelijkertijd indrukken van twee
[SCENE]-knoppen activeert de SCENE CONTROL-functie, waardoor
u met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt
“sound-morphen” tussen twee Scenes (pag. 25).
4 [ARPEGGIO] knop
Als u op deze knop drukt dan zet u de Arpeggiator aan en uit. Als de
Arpeggiator aanstaat, dan kunt u, terwijl u speelt, automatisch arpeggio
akkoorden creëren. U kunt een arpeggiosoort, tempo en timing
subdivisie aanwijzen met de editfuncties op het paneel. Met de
ARPEGGIATOR SPLIT-functie kunt u het toetsenbord bij C3 opsplitsen
zodat de akkoorden die u links van het splitpunt speelt gearpeggieerde
akkoorden creëert, en alles dat u vanaf het splitpunt naar rechts speelt
normaal is. Met de ARPEGGIATOR HOLD-functie blijven de arpeggio
akkoorden doorspelen, ook nadat u de toetsen heeft losgelaten (pag.
27).
5 [SHIFT] knop
Deze knop heeft drie functies. (1) Het vasthouden van [SHIFT] en
indrukken van OCTAVE [-]/[+] transponeert de octaaf van een
Performance of voice naar boven of beneden (pag. 25). (2) Het
vasthouden van [SHIFT] en het indrukken van [ARPEGGIO] zet de
ARPEGGIATOR HOLD-functie aan en uit (pag. 27). (3) Het vasthouden
van [SHIFT] en het indrukken van ARPEGGIATOR TYPE [UP/DOWN]
(in Performance Edit mode als het Arpeggiator Type scherm op de
display verschijnt) zet de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan en uit
(pag. 27).
6 PART/LAYER/OCTAVE [-]/[+]
knoppen
Deze twee knoppen hebben twee functies. (1) In Performance mode
kunt u hiermee één van de vier Layervoices selecteren (pag. 29). (2)
In Multi Play mode kunt u hiermee één van de 16 Parts selecteren
(pag. 32). (3) Indien tezamen met de [SHIFT] knop gebruikt, kunt u
hiermee de octaaf van de Performance of voice naar boven of beneden
transponeren (pag. 25).
7 [PRESET] en [USER]
Performanceknoppen
Met het indrukken van één van beide knoppen krijgt u toegang tot
een Preset of User Performance-bank in Performance Play mode.
Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u heen en
weer tussen respectievelijk de P1- en P2- of U1- en U2-banken. Iedere
bank bevat 128 Performances, er zijn er in totaal dus 512 beschikbaar
(pag. 23).
8 PROGRAM [-]/[+] knoppen
Iedere keer dat u op één van deze knoppen drukt, gaat u op [+] of
neer[-] door de opeenvolgende Performances (in Performance mode)
of voices (in Multi Play mode). Door een knop vast te houden ‘scrollt’
u door de programlijst.
9 LCD
Het verlichte LCD-scherm toont, afhankelijk van de geselecteerde
mode of de specifieke functie, verschillende soorten informatie om
de huidige bedieningsstatus van de CS2x aan te geven.
8
0 Numerieke Toetsenbord
Het Numerieke Toetsenbord wordt tezamen gebruikt met de [ENTER/
YES] EN [-/NO/QUICK PC] knoppen en heeft verscheidene functies.
In Performance mode of Multi Play mode kunt u hiermee een specifiek
Performance- of voiceprogramnummer selecteren (pag. 24) ofwel
een programnummer selecteren als de QUICK PROGRAM CHANGEfunctie actief is (pag. 41). In Edit mode kunt u hiermee positieve of
negatieve numerieke datawaarden invoeren (pag.42) of karakters
selecteren als u een naam geeft aan een User Performance (pag. 45).
A [-/NO QUICK PC] knop
Deze knop heeft drie functies. (1) Als [-] knop kunt u hiermee negatieve
datawaarden invoeren in Edit mode (pag. 42). (2) Als [NO]-knop
kunt u hiermee het opslaan annuleren als u van gedachten verandert
(pag. 66). (3) Als [QUICK PC]-knop kunt u de QUICK PROGRAM
CHANGE-functie hiermee activeren (pag. 41).
B [ENTER/YES] knop
Deze knop wordt tezamen met het Numerieke Toetsenbord gebruikt
als een [ENTER]-knop om een specifiek programnummer in te voeren
in Play mode (pag. 24) of datawaarden in Edit mode (pag. 42). Het
wordt gebruikt als [YES} knop om het opslaan te bevestigen (pag.
66).
F [MULTI] knop
Een druk op deze knop activeert Multi Play mode, waarmee u zowel
de 586 XG-voices kunt selecteren en afspelen als maximaal 16 Parts
kunt aanwijzen om multitimbraal af te spelen (bij het gebruik van
een externe sequencer). Parameters die kunnen worden bewerkt in
Multi Play Edit mode zijn in op een regel direct boven de Parameter
Waarde [UP/DOWN]-knoppen geprint (pag. 31).
Demo Functie
Het tegelijktijdig drukken op [PERFORMANCE] en [MULTI]
activeert de fabrieksgeprogrammeerde demonstratiesongs.
(pag. 14)
G [UTILITY] knop
Een druk op deze knop activeert de Utility mode, waarmee u toegang
krijgt tot ‘systeem’parameters die op de gehele CS2x effect hebben,
inclusief MASTER TUNE, MIDI TRANSIT en RECEIVE CHANNEL
nummers, toetsenbord LOCAL aan/uitinstellingen, enz., zoals direct
boven iedere Parameter Waarde [UP/DOWN]knop is geprint (pag.
61).
H [STORE] knop
Deze knop gebruikt u bij het uitvoeren van User Performance-, Sceneen Multi Store-handelingen (pag. 66).
C EDIT PARAMETER
DRAAIKNOP-schakelaar
In Performance mode kunt u met deze schakelaar met 6 posities één
van de twee COMMON of van de vier LAYER menu’s van parameters
selecteren (pag. 41). In Multi Play mode is alleen het onderste menu
van parameters beschikbaar, ongeacht de huidige positie van de
schakelaar (pag. 57).
D Parameter Waarde [UP/
DOWN]-knoppen
Om toegang te krijgen tot en het kunnen bewerken van specifieke
paneelparameters en instellingen, correspondeert ieder van deze tien
knoppen met een op het paneel geprinte parameternaam boven of
onder een gegeven [UP/DOWN]-knop. Druk eenmaal om de Edit
mode in te gaan en om het parameterscherm op de LCD getoond te
krijgen. Druk op [▲] om de waarden te verhogen en op [▼] om ze te
verlagen. Als u één van beiden ingedrukt houdt, dan ‘scrollt’ u door
de beschikbare waarden. In Performance Edit mode bepaalt de positie
van de Editparameter draaiknop-schakelaar welke COMMON- of
LAYER-parameter beschikbaar is voor iedere knop. In Multi Part Edit
mode zijn alleen die parameters beschikbaar die direct boven de
knop staan vermeld. In Utility mode zijn alleen die parameters
beschikbaar die direct onder de knoppen staan vermeld.
E [PERFORMANCE] knop
Een druk op deze knop activeert de Performance mode, waardoor u
één van de Preset of User Performances kunt selecteren, de SOUND
CONTROL-knoppen en SCENE-functies kunt gebruiken en zowel de
Arpeggiator kunt activeren als de COMMON- en LAYER-editparameters. Druk op [PERFORMANCE] om de Performance mode binnen
te gaan vanuit een andere mode, of om de Edit mode te verlaten en
het Performance Selectscherm opnieuw op te roepen na het uitvoeren
van een bewerking op het paneel (pag. 23).
I PITCH wiel
Met deze controller kunt u de toonhoogte onder het spelen naar
boven of beneden buigen. Het springt automatisch terug naar de
middenpositie als u het loslaat. In Performance mode kunt u de grootte
van de toonhoogtewijziging bepalen met de PITCH BEND editfunctie
(pag. 45).
J MODULATIE wheel
Met deze controller kunt u onder het spelen een gespecificeerde
hoeveelheid vibrato of tremelo toepassen of instellen. U kunt het
ook instellen om de filter cutoff, filtermodulatie en pitchmodulatie te
wijzigen (pag. 64). Als de SCENE CONTROL-functie actief is, kan
het geluid hiermee in realtime worden ge’morphed’ tussen twee
Scenes (het geluid gaat geleidelijk van het ene geluid in het andere
geluid over).
K T oetsenbord
Het 61-toetsen aanslaggevoelige toetsenbord is uitgerust met Initial
Touch (velocity).
9
Achterpaneel
THRU
MIDI
HOST SELECT
2
PC-
1
PC-
INOUT
MIDI Mac
TO HOST
INPUT
123456789)!
1 MIDI-aansluitingen
Op de MIDI-aansluitingen kunt u externe MIDI-apparatuur met MIDIkabels aansluiten, zoals een sampler, drummachine, sequencer, of
computer. MIDI IN ontvangt zowel invoer van MIDI-noten en andere
performance-gerelateerde data als bulk datadumps van een andere
CS2x of MIDI-data opslagmedium. MIDI THRU is voor een “daisy
chain”-aansluiting van meerdere MIDI-instrumenten, waarbij de
MIDI-data die via MIDI IN wordt ontvangen, onbeïnvloed wordt
doorgegeven via MIDI THRU. (NB: Stel HOST SELECT in op “MIDI”
als u gebruik maakt van de MIDI-aansluitingen.)
2 HOST SELECT-schakelaar
Met deze schakelaar kunt u het soort host computer selecteren, hetzij
PC1, PC2, Mac, of MIDI (pag. 13). (NB: Als er geen host computer is
aangesloten, stel de HOST SELECT dan in op “MIDI” voor normale
MIDI-uitsturing en -ontvangst.)
3 TO HOST -aansluiting
Via deze aansluiting kunt u de CS2x direct op een host computer
aansluiten die niet is voorzien van een MIDI-interface (pag. 13).
4 INPUT jack
Via deze ingang kunt u een externe audiobron (zoals een sampler,
CD-speler, enz.) met een stereo of mono miniplug direct op de CS2x
aansluiten.
5 FOOTSWITCH jack
Als u een extra verkrijgbare Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op
deze ingang aansluit, dan kunt u hiermee de control hold aan/uit,
portamento aan/uit, en andere parameters besturen die worden
bepaald door de ASSIGN CTRL NO (Assign Control Change Nummer),
ingesteld in Utility mode (pag. 64).
ASSIGNABLE
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
FOOT
VOLUME
STANDBY
ON
IN
DC
R
OUTPUT
L/MONO
6 FOOT CONTROLLER jack
Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze
ingang aansluit, dan kunt u hiermee zowel filtermodulatie, filter cutoff
en het Variation effect (pag. 12) als het Control Change Nummer
(pag. 64) besturen. U kunt hiermee ook, als de SCENE CONTROLfunctie actief is, tussen Scenes “geluid morphen” (pag. 25).
7 FOOT VOLUME jack
Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze
ingang aansluit, dan kunt u hiermee het algehele volume met uw
voet regelen.
8 STANDBY/ON-schakelaar
Met deze schakelaar zet u de CS2x aan en uit (pag. 14).
9 DC IN-aansluiting
Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde Yamaha PA-3B Adaptor
aan. (PAS OP: Gebruik geen andere adaptor als de Yamaha PA-3B of
gelijkwaardig, aangezien het gebruik van een inadequate adaptor
onherstelbare schade aan de CS2x toe kan brengen, of u zelfs
stroomschokken kan geven.)
0 OUTPUT jacks
Via de stereo OUTPUT jacks kunt u de CS2x op een extern stereo
versterker/luidsprekerssysteem aansluiten. Gebruik de L/MONO
uitgang bij gebruik van een monosysteem (pag. 11).
A PHONES jack
Op deze jack kunt u een hoofdtelefoon aansluiten voor individueel
luistergenot (pag. 11).
PHONES
10
CONTROL
SYNTHESIZER
Het Opstellen van de CS2x
In dit gedeelte worden u de basisaansluitingen getoond die nodig zijn om de CS2x in een systeem te integreren
van een eenvoudig versterkerssysteem tot een complete MIDI-muziekstudio. Ook wordt informatie verschaft
over het aanzetten van het instrument en het luisteren naar de voorgeprogrammeerde “Demo”songs.
Basisaansluitingen
Er zijn vele manieren om de CS2x op een eenvoudig of
uitgebreid muzieksysteem aan te sluiten. Hieronder een paar
voorbeelden om u vast een idee te geven.
Adaptor
De CS2x wordt geleverd met de Yamaha PA-3B adaptor,
hetgeen het instrument van stroom voorziet.
1. STANDBY
ASSIGNABLE
HOST SELECT
MIDI
PC-
2
PC-
1
FOOT
SWITCH
INOUT
THRU
INPUT
TO HOST
MIDI Mac
2. DC IN
1.
Verzeker u ervan dat de STANDBY/ON-schakelaar op
STANDBY (uit) staat.
Sluit de DC-plug van de PA-3B aan op de DC IN-jack van
2.
de CS2x.
Stop de plug van de adaptor in het dichtstbijzijnde
3.
stopcontact.
Pas Op
Gebruik geen andere adaptor als de PA-3B. Het
gebruik van een inadequate adaptor kan
resulteren in onherstelbare schade aan de CS2x
en u zelfs elektrisch schokken bezorgen.
Haal de adaptor uit het stopcontact als u de
CS2x niet gebruikt.
OUTPUT
STANDBY
FOOT
FOOT
CONTROLLER
VOLUME
R
ON
L/MONO
IN
DC
3. Naar stopcontact
PHONES
De CS2x zelf
Op de meest eenvoudige manier, is alles wat u moet doen om
de CS2x af te luisteren een hoofdtelefoon aansluiten op de
PHONES jack op het achterpaneel.
Of u kan een paar versterkte luidsprekers (i.e. luidsprekers
met een eigen ingebouwde versterker, zoals wordt gebruikt
voor een personal computer) aansluiten waarvoor u twee
audiokabels in de linker- en rechteruitgangen (OUTPUT) van
de CS2x en in de ingang van iedere luidspreker moet steken.
(Voor mono weergave, sluit u het ene eind van de enkele
audiokabel in de L/MONO jack van de CS2x.)
Als u de CS2x in een groter systeem met andere instrumenten
met meer audioverwerkingscapaciteiten wilt integreren, sluit
het dan aan op een mixer, versterker en stereo monitorsysteem
zoals hieronder wordt getoond.
LuidsprekerLuidspreker
Versterker
LR INPUT
Hoofdtelefoon
L
L
R OUTPUT
12345678910111213141516LR
MIXER
R OUTPUTPHONES
CONTROL SYNTHESIZER
11
Pas Op
CS2x
Zorg ervoor, om eventuele schade aan de
luidsprekers of andere aangesloten
elektronische apparatuur te vermijden, dat het
volumeniveau van de CS2x en alle andere
aangesloten apparatuur op een minimum zijn
ingesteld voordat u de apparaten aanzet.
Een Voetpedaal Aansluiten
Naast het gebruik van de SOUND CONTROLknoppen en andere realtime controllers op het paneel, kunt u
een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal
aansluiten op de FOOT CONTROLLER jack van de CS2x en
er één van de vele beschikbare parameters aan toe te wijzen
om door de voet te kunnen worden bestuurd.
1.
Sluit de kabel van de FC7 of FC9 aan op de FOOT
CONTROLLER jack van de CS2x.
THRU
MIDI Mac
HOST SELECT
MIDI
2
PC-
INOUT
ASSIGNABLE
STANDBY
FOOT
PC-
1
TO HOST
FOOT
FOOT
CONTROLLER
VOLUME
SWITCH
INPUT
ON
FC7 or FC9
2.
Druk op de [UTILITY]-knop om naar de Utility mode te
gaan.
3.
Druk eenmaal op de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]
knop.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
4.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Beweeg het voetpedaal tot er “FC” in het scherm getoond
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
FMOD
LEVEL
FEG
LEVEL
VOLUME
CURVE
REV
TYPE
MW
NOTE
LIMIT
LOW
SUS
SUS
VEL
CUTOFF
LIMIT
HIGH
REL
TIME
REL
TIME
PAN
VEL
FIX
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
CUTOFF
EFFECT
wordt.
PHONES
OUTPUT
R
L/MONO
IN
DC
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
PERFORM
NAME
VARI
DATA
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
BULK
UTILITY
NO
DUMP
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
Externe MIDI-Componenten
Aansluiten
Er zijn veel verschillende soorten MIDI-componenten
beschikbaar die u met MIDI-kabels direct op de CS2x aan
kunt sluiten om zo profijt te hebben van de multitimbrale
kenmerken van de CS2x en om uw muzikale capaciteiten er
mee te verhogen. Hier volgt een voorbeeld hoe u een externe
sequencer en een extra toongenerator kunt aansluiten om zo
een uitgebreid muziekproductiesysteem op te zetten.
Sequencer
(QY700)
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI OUTIN
CONTROL SYNTHESIZER
CS2x
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op het achterpaneel van
de CS2x op MIDI.
2.
Sluit een MIDI-kabel van de MIDI OUT-aansluiting van
de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de sequencer.
Sluit een andere MIDI-kabel van de MIDI IN-aansluiting
van de CS2x aan op de MIDI OUT-aansluiting van de
sequencer.
3.
Sluit een MIDI-kabel van de MIDI THRU-aansluiting van
de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de
toongenerator.
In dit voorbeeldsysteem is de CS2x de “master-toetsenbordbestuurder” die muzieknoten en control data invoert naar de
MIDI kanaaltracks van de QY700. De QY700 stuurt de
opgenomen data direct naar de CS2x Parts, en - via de MIDI
THRU-aansluiting - naar de Parts van de externe toongenerator.
OUTTHRUMIDI IN
Toongenerator
TONE GENERATOR
TG500
MIDI IN
5.
Selecteer met de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]-knop
het Control Change Nummer en de Naam van de
parameter die u wilt besturen.
Zie pag. 65 voor informatie over de beschikbare Control
Change Nummers en Namen.
N.B.
U kunt ook een FC7 of FC9 voetpedaal op de
FOOT VOLUME jack van de CS2x aansluiten
en er op dezelfde manier als hierboven
beschreven een parameter aan toewijzen.
12
N.B.
Als u Parts op een externe sequencer opneemt,
dan moet u de Local-instelling op het
toetsenbord uitzetten (OFF) (Pag. 63). Zie pag.
63 voor details over het toewijzen van CS2x
MIDI stuur- en ontvangstkanalen. Kijk in de
handleiding van de desbetreffende apparatuur
voor het toewijzen van MIDI-kanalen en andere
instellingen van de externe apparatuur.
Een MIDI-Data
Opslagmedium Aansluiten
Als u een MIDI-data opslagmedium, zoals de Yamaha MDF3
MIDI Data Filer, op de CS2x aansluit, dan kunt u een enkele
User Performance of alle User Performances en Utility
parameters op diskette opslaan met behulp van MIDI-data
“Bulk Dump”handelingen.
Hierdoor kunt u complete bibliotheken van Performance- en
andere data opbouwen, hetgeen gemakkelijk weer is terug te
laden op de CS2x. (U kunt ook direct vanaf de MDF3 zelf
compatibele songdata op de CS2x afspelen, zonder dat u
hiervoor een sequencer nodig heeft.)
Directe Aansluiting op een Macintosh
Als u een Apple Macintosh heeft zonder een extern MIDIinterface, voer dan de volgende handelingen uit:
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op Mac.
2.
Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op
de Modem- of Printerpoort van de Mac.
3.
Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.
4.
Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN
MIDI OUT
CONTROL SYNTHESIZER
CS2x
MIDI
OUT
MIDI IN
MDF3 enz.
MIDI
MDF2
MDR SEO JOB UTIL
MIDI DATA FILTER
- FILE DATA +
CURSOR
REC PAUSE START/STOP
TEMPO
De HOST SELECT-schakelaar moet op MIDI
staan. Zie pag. 64 voor details over de CS2x
Bulk Dumphandelingen. (Zie ook de
N.B.
handleiding van het MIDI-data opslagmedium
voor instructies over het sturen en ontvangen
van data.)
Een Computer Aansluiten
Het gebruik van de CS2x met een computer, biedt het grootst
aantal opties om het meeste uit de multitimbrale
muziekproductie-mogelijkheden te krijgen van uw CS2x,
afhankelijk van de precieze muzieksequencer softwareapplicatie die u gebruikt.
De CS2x is met zijn ingebouwde host computer-interface (TO
HOST-aansluiting) zo ontworpen dat deze direct aangesloten
kan worden op een Apple Macintosh, IBM PC/AT of NEC PC9800 Series computer - zonder dat u hiervoor een speciale
MIDI-interface tussen de computer en de CS2x nodig heeft.
(Als er op uw computer reeds een MIDI-interface is
geïnstalleerd, dan prefereert u die misschien.)
Afhankelijk van de gebruikte computer of interface, zult u
een geschikte MIDI/computer aansluitingskabel nodig hebben
(zie hieronder) en de HOST SELECT-schakelaar op ofwel PC1 (NEC PC-9800 Series), PC2 (IBM PC en klonen), Mac
(Macintosh) of MIDI (standaard MIDI-interface) moeten zetten.
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
Verbindingskabel
TO HOST
CONTROL SYNTHESIZER
N.B.
U zult de Apple MIDI Driver-instelling
waarschijnlijk als volgt in moeten stellen: MIDIInterface Type (Clock)➔1MHz. Andere
instellingen kunnen ook vereist zijn. Kijk in de
handleiding van uw specifieke muzieksoftware
voor meer informatie.
Directe Aansluiting op IBM PC en Klonen
Als u een IBM PC/AT of compatibele computer heeft zonder
een extern MIDI-interface, voer dan de volgende handelingen
uit:
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op PC-2.
2.
Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op
één van de seriële poorten van de computer, COM 1 of
COM 2.
3.
Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.
4.
Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.
N.B.
MIDI/COMPUTER-AANSLUITKABELS
MIDI Standaard MIDI-kabel, maximum lengte 15
meter.
Mac Apple Macintosh Peripheral kabel (M0197),
maximum lengte 2 meter.
PC-1 8-pins MIDI DIN naar D-SUB 25-pins-kabel,
maxi-mum lengte 1,8 meter. (Als uw PC-1-type
computer van een 9-pins seriële poort is voorzien,
gebruik dan het PC-2-type kabel).
PC-2 8-pins MINI DIN naar D-SUB 9 pins-kabel,
maximum lengte 1,8 meter.
Zie voor meer informatie de handleiding van
uw specifieke muzieksoftware.
CS2x
Computer
13
Aanzetten
PERFORMANCEMULTI
DEMO
STOREUTILITY
Het Afspelen van de
Nu u alle audio en MIDI-aansluitingen op de juiste wijze heeft
gemaakt, bent u gereed om het apparaat aan te zetten en om
in volle glorie van de CS2x te kunnen genieten. Hier volgt de
basisprocedure:
Zet de VOLUME-knop van de CS2x op minimum.
1.
Druk op de STANDBY/ON-schakelaar op het
2.
achterpaneel. Na een korte begroeting in het scherm, is
de CS2x gereed om te spelen.
Draai de VOLUME-knop, terwijl u op het toetsenbord
3.
speelt, beetje bij beetje naar rechts, net zo lang totdat u
een aangenaam luisterniveau heeft bereikt.
Pas Op
Pas Op
Zet, om eventuele schade aan de luidsprekers
of andere aangesloten elektronisch apparatuur
te vermijden, altijd eerst de CS2x aan, voordat
u de versterkte luidsprekers of mixer of
versterker aanzet. En zet evenzo de CS2x pas
uit nadat u de versterkte luidsprekers of mixer
of versterker heeft uitgezet.
Zelfs als de schakelaar op de “STANDBY”positie staat, staat er nog een minimum aan
elektrische stroom op het apparaat. Als u de
CS2x voor langere tijd niet gebruikt, haal dan
de adaptor uit het stopcontact.
Demosongs
Voordat u de vele Performances en de andere fantastische
functies van de CS2x gaat uitproberen, wilt u misschien eerst
luisteren naar de voorgeprogrammeerde demonstratiesongs.
De demonstratiesongs geven een dynamisch voorbeeld van
de kracht van de CS2x. Voer de volgende handelingen uit om
de DEMO af te spelen:
Houdt de [PERFORMANCE]-knop ingedrukt, en druk
1.
vervolgens op [MULTI].
Het woord “DEMO” verschijnt in het scherm, en eventjes
2.
daarna begint de eerste demonstratiesong, onmiddellijk
gevolgd door de volgende, enzovoorts.
Druk, om de Demo op ieder moment te stoppen,
3.
eenvoudig op een modeknop zoals [PERFORMANCE].
N.B.
Als de Demo-mode actief is, dan kunt u een
specifieke Demosong selecteren door een
nummer op het numerieke toestenbord in te
drukken.
14
Uw CS2x Leren Kennen
CS2x Toongeneratie
De CS2x Control Synthesizer - en de wijze waarop het een
enorm aantal geluiden creëert - is een natuurlijke evolutie
van de verschillende soorten populaire synthesizers die in de
afgelopen tientallen jaren zijn uitgekomen.
Het begon allemaal met de populaire analoge “voltage
controlled” synthesizers die werden gebruikt op de hits van
de zestiger en zeventiger jaren. Hoewel ze verre van volmaakt
waren - ze hadden te lijden aan een gemis aan
opslagmogelijkheid, onstabiele afstemming en beperkte
polyfonie - waren ze voorzien van knoppen die gemakkelijk
in het gebruik waren en zelfs tot op vandaag zijn ze bekend
als de “vintage” synthesizers die nu worden gezocht door de
wereldtop van dansmuziekartiesten.
Toen kwam de digitale doorbraak van de vroege tachtiger jaren
- gepersonifieerd door de Yamaha DX7 die al helemaal geen
knoppen meer gebruikteen de wereld kennis deed maken
met praktische polyfonische synthesis. Met zijn voice-opslag,
MIDI en andere mogelijkheden herdefinieerde deze het begrip
synthesizer, hoewel deze wel een beetje ingewikkeld was om
te programmeren.
Vervolgens kwam het digitale samplen - een gebied waar
Yamaha ook een voorloper was met zijn
Memory
populaire muziek zelf en tot op heden immens populair.
Nu is er dan de CS2x, met zijn handige digitale kenmerken en
knoppen en andere analoog-achtige functies. Als combinatie
van het beste van zowel de analoge als digitale wereld, is de
CS2x een echt uniek - en geheel modern - elektronisch
instrument dat net zo gemakkelijk te begrijpen en te bedienen
is als leuk en intuïtief om te bespelen.
(AWM) technologie - een ware revolutie voor de
Advanced Wave
Het Elektronisch Genereren van Geluiden
Laten we voor diegenen die nog niet zijn ingewijd
eens kijken naar een paar basisfeiten omtrent de
herkomst van geluiden en hoe deze elektronisch
worden gegenereerd. De volgende drie basiselementen maken tezamen een soort geluid, of ze nu
akoestisch zijn georiënteerd of elektronisch
gegenereerd.
TOONHOOGTE, of hoe laag of hoog een geluid is;
TOON, of hoe het gehele timbre van het geluid, of de
kwaliteit is;
AMPLITUDE, of hoe luid het volume van een geluid
is.
Eenvoudig gezegd, akoestische muziekinstrumenten
zijn speciaal ontworpen en nauwgezet gebouwd om
precieze geluidskarakteristieken te produceren binnen
een bepaald bereik als ze worden bespeeld. Daarom
klinkt een viool altijd als een viool, een piano altijd
als een piano en een fluit altijd als een fluit. De
speeltechnieken van de muzikant zijn daarbij ook heel
erg belangrijk.
Een violist bijvoorbeeld “zaagt” de strijkstok met een
zekere intensiteit over de snaar om de vioolgeluidsgolven op een zeker volumeniveau (amplitude)
te genereren en produceert lage of hoge noten
afhankelijk van de positie van de vingers (toonhoogte).
De vibrerende snaren, het resonerende hout en tevens
de speelstijl en technieken van de muzikant bepalen
de algehele kwaliteit van het timbre van de viool
(toon).
Praktisch gezien betekent dit dat de CS2x u voorziet van
honderden gesamplede geluiden, of ingebouwde “voices”,
waarvan u de gedetailleerde karakteristieken in realtime onder
het spelen kunt manipuleren met de acht SOUND CONTROLknoppen en andere praktische controllers. Met deze en vele
andere parameterbewerkings-functies kunt u snel en
gemakkelijk zoveel geluidsopstellingen maken als u voor een
tune nodig heeft, en ze vervolgens opslaan in de
“Performance”- en “Scene”-geheugens waardoor ze met één
druk op de knop onmiddellijk oproepbaar zijn!
15
Oscillators, Filters, Amplifiers en Envelope Generatoren
Synthesizers bouwen op drie distinctieve elektronische componenten om zowel de geluidsgolven van de muziekinstrumentvoices te imiteren ofwel te “synthiseren” als om geheel nieuwe geluiden te creëren. Bij traditionele analoge synthesis wordt de
fundamentele bron van de toonhoogte van het geluid gegenereerd door een
volume bepaald door een
amplifier
(versterker).
oscillator
, de toon gecreëerd door een
filter
en het
Een ander hoofdcomponent staat bekend als de
envelope generator
(EG). Een envelope generator bepaalt hoe de toonhoogte,
filter of amplifier zich in tijd ontwikkelt om grotere dynamiek te creëren. De EG beïnvloedt specifieke geluidsniveaus in tijd via
“ADSR” fasen, ofwel Attack (initiële fade-in tijd), Decay (de tijd die nodig is om het Sustainniveau te bereiken), Sustain ( het
gespecificeerde niveau als een toets wordt vastgehouden) en Release (de tijd die nodig is voor het niveau om nul te bereiken
nadat de toets wordt losgelaten).
Oscillator
Pitch Envelope GeneratorFilter Envelope Generator
VersterkerFilter
Amplitude Envelope Generator
Bestuurt Volume Karakteristieken in TijdBestuurt Pitch Karakteristieken in TijdBestuurt Toon Karakteristieken in Tijd
De oscillator genereert geluidsgolfvibraties op controleerbare snelheden, of
OSCILLATOR
Frequenties genereren de toonhoogte van
gespecificeerde noten
1 octaaf
1 octaaf
1 cyclus per seconde = 1 Hz
* Verdubbeling freq. verhoogt toonhoogte met 1 octaaf
** Halvering freq. verlaagt toonhoogte met 1 octaaf
A4 = 880Hz
***
A3 = 440Hz
***
A2 = 220Hz
(“cycli per seconde”) om toonhoogte te creëren. Een frequentie
een geluidsgolf nodig heeft om van de nulpositie (gevisualiseerd door de stippellijn
in de illustratie) naar de maximum piek (top) te gaan, vervolgens via nul naar het
maximum dieptepunt en uiteindelijk weer op nul terug te komen. Frequenties worden
in “Hertz” (Hz) gemeten, waar één cyclus per seconde gelijk is aan 1 Hz. Synthesizer
oscillators bieden gewoonlijk een bereik van frequenties tussen de 20 Hz en 20kHz
om toonhoogte te genereren, hetgeen het bereik van het “audio-spectrum” is dat
voor de meeste mensen hoorbaar is. Ze bieden gewoonlijk ook verschillende soorten
geluidsgolfvormen met specifieke vormen en geluidskarakteristieken, zoals sinus,
zaagtand, vierkant, puls, en andere geluidsvormen. De oscillators in de CS2x bestaan,
anders als bij traditionele analoge synthesizers, uit complete AWM2-soort gesamplede
cyclus
is de tijd die
“golfvormen” met stabiele afstemming. U kunt met de PEG (Pitch Envelope Generator)
parameters direct de kritieke toonhoogtekarakteristieken in tijd besturen.
frequenties
FILTER
Het aantal harmoniën kan worden
vermeerderd en verminderd.
Harmoniën
Grondtoon
Meer harmonisch
creëert een
heldere toon
Minder
harmonisch
creëert een
donkere toon
AMPLIFIER
Het volumeniveau van een toon kan in
tijd worden bestuurd
Lager volumeniveau
Hoger volumeniveau
De geluiden van muziekinstrumenten bestaan uit een basistoon, die we duidelijk
met onze oren kunnen onderscheiden, plus harmonieën of boventonen die op iedere
octaaf over de basistoon staan, maar die we niet goed op het gehoor kunnen
onderscheiden. De filter biedt besturing van deze harmonieën. Door het manipuleren
van de cutoff frequentie van de filter (hetgeen bepaalt waar er gewist moet worden,
of waar de overtonen moeten worden afgeknepen) en de resonantie-instellingen,
kunt u zo de toon bepalen. Op de CS2x kunt u met de FEG (Filter Envelope Generator)
parameters direct de kritieke toonkarakteristieken in tijd besturen, en tevens de cutoff,
resonantie en andere parameters besturen om de toon te vormen.
Een amplifier bestuurt het volume van de toon. De CS2x is voorzien van een AEG
(Amplitude Envelope Generator) waarmee u de verschillende volumekarakteristieken
in tijd kunt besturen.
16
Hoe de CS2x Geluid Genereert
Het diagram en de begeleidende informatie hieronder leggen de architectuur van de CS2x-toongenerator uit en
de hoofdcomponenten die een AWM2-voice vormen en leggen tevens uit welke soorten controls en parameters
u toe kunt passen op de voice.
2
OSCILLATORS
ATTACK NIVEAU
( ATK LEVEL )
NIVEAU
GESPEELDE
TOONHOOGTE
INITIEEL NIVEAU
( INIT LEVEL )
ATTACK TIJD
( ATK TIME
KEY ON
DECAY TIJD
( DCY TIME
BASISTOETS
RELEASE TIJD
( REL TIME )
KEY OFF
TIJD
RELEASE NIVEAU
( REL LEVEL )
NIVEAU
CUT OFF
FREQUENTIE
1
WM2 GOLFVORM
AWM2 VOICE
ATTACK TIJD
DECAY TIJD
( ATK TIME )
( DCY TIME )
KEY ON
SUSTAIN NIVEAU
(SUS LEVEL)
RELEASE TIJD
( REL TIME )
KEY OFF
VERSTERKERSEFFECTENFILTERS
NIVEAU
VOLUME
TIJD
ATTACK TIJD
DECAY TIJD
( ATK TIME )
( DCY TIME )
KEY ON
SUSTAIN NIVEAU
( SUS LEVEL )
RELEASE TIJD
( REl TIME )
KEY OFF
5
TIJD
1AWM2 Golfvorm De fundamentele bron
van het geluid van de CS2x is de gesamplede
AWM2 golfvorm. Er zijn honderden voorgeprogrammeerd in ROM, die worden gebruikt
door de Performances.
2AWM2 VOICE De AWM2 golfvorm wordt
gecombineerd met de oscillator, filter en
amplifier om een CS2x voice te maken.
•
PEG De Pitch Envelope Generator
bestuurt de wijziging in toonhoogte in tijd.
INIT LEVEL (Initieel niveau) stelt het niveau
van de initiële toonhoogte in als een toets
wordt gespeeld.
ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Attack
Niveau te bereiken nadat een noot is
gespeeld.
DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om de
basistoonhoogte te bereiken vanaf het
Attackniveau als de toets wordt
vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
de basistoonhoogte nodig heeft om het
Release Niveau te bereiken nadat de toets
is losgelaten.
REL LEVEL (Release Niveau) stelt het
uiteindelijk gewenste niveau in nadat de
toets is losgelaten.
FEG De Filter Envelope Generator bestuurt
•
de wijziging van het timbre in tijd.
ATK TIME) bepaalt de tijd die een geluid
nodig heeft om zijn maximum cutoff
frequentieniveau te bereiken als een noot
wordt gespeelt.
DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Sustain
Niveau te bereiken vanaf het maximum
niveau terwijl de toets wordt
vastgehouden.
34
LFO
SUS LEVEL (Sustain Niveau) stel het
Sustain Niveau in; de cutoff frequentie
wordt op dit niveau behouden zolang de
4CONTROLLER U kunt met verschillende
soorten controllers verschillende parameters
in realtime manipuleren.
CONTROLLER
toets wordt vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
de cutoff frequentie nodig heeft om het
MW Met het Modulatie Wiel bestuurt u
•
PMOD, FMOD en Filter Cutoff.
niveau te bereiken dat is ingesteld (preset)
voor iedere voice nadat de toets is
losgelaten.
FC Met het Voetpedaal (Foot Controller)
•
kunt u de FMOD, Filter Cutoff en het
Variation Effect besturen.
•
AEG De Amplitude Envelope Generator
bestuurt de volumewijziging in tijd.
ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Sustain
Niveau te bereiken vanaf het maximum
volumeniveau terwijl de toets wordt
vastgehouden.
SUS LEVEL (Sustain Niveau) stelt het
Sustain Niveau in; het volume wordt op
dit niveau behouden zolang de toets wordt
SOUND CONTROL KNOPPEN Met de
•
acht SOUND CONTROL-knoppen kunt
u de AEG Attack, Decay en Release Tijden,
HPF en LPF Cutoffs, LPF Resonantie en
meer (pag. 19) besturen. De ASSIGN 1/
DATA en ASSIGN 2 knoppen kunnen
worden geselecteerd om één van de vele
soorten beschikbare parameters te
besturen (zie de lijsten op pag. 47 en 65).
vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om weg te sterven
nadat een toets is losgelaten.
5EFFECTEN Welke effecten beschikbaar
zijn om te kunnen worden toegepast op een
voice is afhankelijk van het feit of de CS2x in
Performance mode of Multi Play mode staat.
3 LFO De Lage Frequentie Oscillator
genereert lage frequentiesignalen waarmee
de PEG, FEG en AEG kunnen worden
gemoduleerd.
PMOD De LFO kan Pitch Modulatie op
•
de PEG toepassen om vibrato effecten te
creëren.
•
FMOD De LFO kan Filter Modulatie op
de FEG toepassen om wah-wah-achtige
effecten te creëren
•
AMOD De LFO kan Amplitude
Modulatie op de AEG toepassen om
tremelo effecten te creëren.
17
Normale Voices en
Drum Voices
Zoals in het vorige gedeelte werd uitgelegd, is de AWM2
golfvorm de fundamentele bron van een CS2x “voice”, die
ook bestaat uit oscillator-, filter- en amplifier-instellingen.
De CS2x heeft twee soorten voices in het geheugen die door
de fabriek zijn vooringesteld:
Een normale voice is een karakteristieke gepitchte
(getransponeerde) muziekinstrumentvoice, zoals piano,
strijkinstrumenten, blaasinstrumenten, enz. Een drum voice is
een complete drumkit met verschillende bassen,
snaarinstrumenten, toms, hi-hat, cymbals en andere
akoestische of elektronische percussie- en effectgeluiden die
op specifieke toetsen op het toetsenbord “geplaatst” zijn.
normal
voices en
drum
voices.
Layers
Hoewel de individuele AWM2 voices op zich al heel goed
klinken, geeft de CS2x u de mogelijkheid om er hiervan vier
tegelijkertijd te gebruiken, en zo een
mode te creëren. U kunt ze alle vier selecteren om gelijktijdig
te klinken - om zo een ongelofelijk rijk sonisch geheel te krijgen
-of u kunt specifieke Layer voices “plaatsen” op verschillende
noot- en velocityzones op het toetsenbord, om zo een
verbazend complexe geluidsstructuur te creëren die zich op
verschillende wijzen uit, afhankelijk van welke noot u speelt
en hoe hard u de toets aanslaat.
Layer
in Performance
De beste manier om uit te vinden hoe buitengewoon deze
Layers zijn is door de 256 Preset Performances te gaan die
door de fabriek zijn voorgeprogrammeerd. Als u dat doet, vindt
u het misschien handig om een kijkje te nemen in de Preset
Performance-lijst in het “Data Lijst” boek, die informatie bevat
over het gebruik van de Layer voices en andere belangrijke
instellingen voor iedere Performance.
In Performance mode zijn een behoorlijk aantal COMMONen LAYER-parameters beschikbaar die u kunt besturen of
bewerken en die respectievelijke alle Layers of Layer voices
gelijkelijk beïnvloeden (zie het volgende).
N.B.
Zie pag. 41 en 58 voor meer informatie. Zie
ook in het aparte “Data Lijst” boek welke voices
beschikbaar zijn voor gebruik in Performances.
18
Knopparameters
De acht SOUND CONTROL-knoppen verschaffen u direct toegang tot een verscheidenheid aan belangrijke
parameters van de Performance. Het naar links of rechts draaien van een SOUND CONTROL-knop offset de
parameterwaarden overeenkomstig (afhankelijk van de positie van de knop; naar links voor negatieve waarden,
naar rechts voor positieve waarden). Iedere SOUND CONTROL-knop heeft een middenpositie, of stoppositie
die de oorspronkelijk waarde van de parameters representeert.
11
Knop 1
[ATTACK]
ATTACK
55666777888
Knop 5
[HPF CUTOFF]
Attack, Decay & Release
Knoppen
Met deze knoppen kunt u de initiële
Amplitude Envelope Generatorkarakteristieken van het timbre besturen.
VOLUME
SUS
NIVEAU
ATK TIJDREL TIJDDCY TIJD
Key OnKey Off
1[ATTACK] (Knop 1)
Deze knop bestuurt de initiële AEG attacktijd
van de voice. Draai het naar links voor een
snellere attacktijd of naar rechts voor een
langzamere attacktijd (pag. 50).
2[DECAY] (Knop 2)
Deze knop bestuurt de AEG decaytijd van
de voice. Draai het naar links voor een
kortere decaytijd of naar rechts voor een
langere decaytijd (pag. 50).
3[RELEASE] (Knop 3)
Deze knop bestuurt de AEG releasetijd van
de voice. Draai het naar links voor een
kortere releasetijd of naar rechts voor een
langere releasetijd (pag. 51).
4[ASSIGN 1/DATA] (Knop 4)
Deze knop heeft twee functies. Als een
ASSIGN 1-knop, kunt u één van de vele
parameters - met inbegrip van Performance
Volume, Arpeggiator Tempo of Type,
Portamento Time en anderen - toewijzen om
te worden bestuurd, door er aan te draaien
(pag. 47). Als een DATA-invoerknop kunt u
hiermee snel de editwaarde van de huidig
geselecteerde editparameter wijzigen.
2334442
Knop 2
[DECAY]
DECAY
Knop 6
[LPF CUTOFF]
[RESONANCE]
CUTOFFCUTOFFLPFHPF
Knop 3
[RELEASE]
RELEASEDATAASSIGN
Knop 7
RESONANCE
HPF Cutoff, LPF Cutoff &
Resonantie Knoppen
Met deze knoppen kunt u de filterinstellingen
besturen die de geluidskwaliteit van het
timbre bepalen.
5[HPF CUTOFF] (Knop 5)
Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van
de high pass filter. De cutoff is het
frequentiepunt waaronder andere frequenties
worden gewist of uitgefilterd. Draai deze naar
links om het cutoffpunt te verlagen, of naar
rechts om het te verhogen en het geluid
TIJD
magerder te maken.
VOLUME
AFGEKNEPEN
FREQUENTIES
6[LPF CUTOFF] (Knop 6)
Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van
de low pass filter. De cutoff is het
frequentiepunt waarboven andere
frequenties worden gewist of uitgefilterd.
Draai deze naar links om het cutoffpunt te
verlagen en het geluid donkerder te maken,
of naar rechts om het te verhogen en het
geluid helderder te maken (pag. 55).
VOLUME
DOORGEGEVEN FREQUENTIES
DOORGEGEVEN FREQUENTIES
CUTOFF FREQUENTIE
CUTOFF FREQUENTIE
FREQUENTIE
AFGEKNEPEN
FREQUENTIES
FREQUENTIE
Knop 4
[ASSIGN 1/DATA]
1
Knop 8
[ASSIGN 2]
ASSIGN
2
7[RESONANCE] (Knop 7)
Deze knop bepaalt de hoeveelheid
filterresonantie of nadruk van de cutoff
frequentie van de low pass filter. Draai deze
naar links om een relatief vlakke respons te
produceren, of naar rechts om overtonen toe
te voegen en het geluid resonanter te maken
(pag. 55).
VOLUME
RESONANTIE
CUTOFF FREQUENTIE
FREQUENTIE
8[ASSIGN 2] (KNOP 8)
Met deze knop kan één van de vele
parameters die er aan toe kunnen worden
gewezen worden bestuurd -zoals Volume,
Note Shift, Pan, Chorus Send en anderen
(pag. 49).
Editteken
In Performance mode verschijnt een
editteken in het scherm, tussen de
Performancebank en het -nummer, om
aan te geven dat de oorspronkelijk
Performance bewerkt is.
19
Editparameters op
Hier volgt een beschrijving van de soorten parameters die
beschikbaar zijn om te bewerken:
het Paneel
Er zijn verschillende parameters op het paneel beschikbaar
in de editmatrix van menu’s. In Performance mode is alles
wat u moet doen de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar op het door u gewenste menu zetten, en vervolgens
op de [UP/DOWN]-knop drukken direct onder de naam van
de parameter die u wilt bewerken. In Multi Play of Utility
mode maakt de positie van de EDIT PARAMETER
DRAAIKNOP-schakelaar niet uit, want er is voor elk slechts
één menu parameters beschikbaar.
Edit Parameter Draaiknop Schakelaar
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
Parameter Waarde [UP/DOWN] Knoppen
Een eenvoudige druk op een [UP/DOWN]-knop activeert de
Edit mode en toont de naam van de corresponderende
parameter in het LCD-scherm, samen met de huidige instelling.
Er zijn drie manieren om de parameterwaarde-instelling te
wijzigen:
Druk op [▲] van de [UP/DOWN]-knop om de waarden
1.
te verhogen of [▼] om de waarden te verlagen.
Voer het getal van de door u gewenste waarde in met het
2.
Numerieke Toetsenbord, gevolgd door [ENTER] (druk
voor negatieve waarden op [-] voordat u het getal invoert).
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
PERFORM
NAME
VARI
DATA
ASSIGN1
PARAM
TIME
2
ASSIGN
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
BULK
NO
DUMP
COMMON
LAYER
UTILITY
COMMON Alleen beschikbaar in Performance mode, worden
de COMMON-parameters in de Common Edit 1 en 2 menu’s
op de gehele huidig geselecteerde Performance toegepast. Met
uitzondering van de PORT SWITCH-instelling, maakt het niet
uit welke Layer huidig is geselecteerd, aangezien common
parameters gelijkelijk op alle Layer voices worden toegepast.
Wijzigingen aan COMMON-parameters blijven effectief
zolang de huidige Performance is geselecteerd, maar gaan
verloren zodra u een andere Performance selecteert voordat
u de Performance heeft opgeslagen (pag. 43).
LAYER Alleen beschikbaar in Performance mode, hebben de
LAYER-parameters in de Layer Edit 1, 2, 3 en 4 menu’s alleen
effect op de huidig geselecteerde Layer van de huidig
geselecteerde Performance. Wijzigingen aan LAYER
parameterinstellingen blijven effectief zolang de huidige
Performance is geselecteerd, maar gaan verloren zodra u een
andere Performance selecteert voordat u de Performance heeft
opgeslagen (pag. 47).
MULTI Alleen beschikbaar in Multi Play mode, omvatten de
MULTI-parameters voice, effect, en anderen die worden
toegepast op het huidige Part. Er is geheugenruimte voor een
enkele set MULTI-parameterinstellingen. Wijzigingen aan
MULTI-parameterinstellingen blijven effectief zolang u in Multi
mode blijft, maar gaan verloren zodra u naar Performance
mode gaat voordat u de Multi-instellingen heeft opgeslagen
(pag. 58).
UTILITY Alleen beschikbaar in Utility mode, bestaan de
Utility-parameters uit system, MIDI en type datatoewijzing
(voor de SOUND CONTROL-knoppen) die de CS2x als geheel
beïnvloeden. Deze instellingen blijven effectief ongeacht u
naar Performance mode of Multi mode gaat (pag. 61).
Draai de ASSIGN 1/DATA-knop naar links of rechts om
3.
de waarden te wijzigen als de knop is geselecteerd als
DATA ENTRY-knop.
20
Bedieningsmodes
De CS2x heeft twee belangrijke bedieningsmodes Performance mode en Multi Play mode - waarvan beiden u
een scala aan opties bieden voor zowel realtime spel als
multitimbraal Part spel met een externe MIDI sequencer voor
songproductie. Verder is er een Utility en Store mode.
Performance Modes
Performance mode - toegankelijk met een druk op de
[PERFORMANCE]-knop - bestaat feitelijk uit de Performance
Play en Performance Edit modes. Het diagram hieronder biedt
u een overzicht van de algehele structuur van de Performance
mode-componenten.
Preset Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
Performance
PERFORMANCE
Een
COMMON EDITTEN
ARPEGGIATOR
PERFORM
TEMPO
LEVEL
SUB
TYPE
DIVIDE
P BEND
MW
RANGE
FMOD
PMOD
CUTOFF
NOTE
TUNE
NOTE
DETUNE
LIMIT
LIMIT
SFT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
ATK
SUS
TIME
TIME
TIME
LEVEL
FEG
REL
DCY
SUS
ATK
TIME
TIME
LEVEL
TIME
VOLUME
PROGRAM
PAN
BANK
Performance
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
LAYER EDITTEN
bestaat uit maar liefst vier “Layers” of AWM2
PERFORM
EFFECT
NAME
CHO
VARI
VARI
VARI
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
FC
CUTOFF
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
FMOD
ATK
ATK
LEVEL
TIME
EFFECT
VARI
CHO
SEND
SEND
PORTA
SWITCH
LFO
WAVE
PEG
DCY
TIME
FILTER
CUTOFF
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
SPEED
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
SLA OP ALS SCENE 1 of 2
2
MW FC
1
SCENE
voices die tegelijktijdig klinken - ofwel tegelijk afspelend over
de lengte van het toetsenbord, ofwel onafhankelijk afspelend
overeenkomstig de gespecificeerde toets- en velocitybereikinstellingen - plus een verscheidenheid aan andere instellingen
die bepalend zijn voor het gedrag van de Arpeggiator, de
digitale effectenselectie, de karakteristieken van de envelope
generatoren en veel meer.
Layer 1
Layer 2
VOICE
(256 Performance)
Layer 4
Layer 3
VOICE
VOICE
VOICE
ATTACK
User Bank
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
SLA OP IN USER BANK
DECAY
RELEASEDATAASSIGN
CUTOFFCUTOFF LPFHPF
RESONANCE
REAL TIME EDITTEN met
DE SOUND CONTROL KNOPPEN
ASSIGN
Performance Edit mode
Performance Edit mode wordt geactiveerd als u een instelling
van een van de beschikbare parameters in het editmenu op
het paneel wijzigt met de Parameter Waarde [UP/DOWN]knoppen - hetgeen gelijkelijk effect heeft op alle Layer voices
(COMMON menu’s) of alleen op de huidig geselecteerde Layer
voice (LAYER menu’s).
Aanpassingen die u maakt met de SOUND CONTROLknoppen of de [UP/DOWN]-knoppen
aan of onttrekken aan) de parameterdatawaarde die voor
iedere voice zijn vooringesteld (preset waarde). Een editteken,
of “E”, verschijnt in het LCD-scherm om aan te geven dat een
parameter is gewijzigd. Als u tevreden bent met het geluid
van de Performance, sla deze dan eenvoudig op in één van
de 256 User Performance geheugens met Performance Store
(pag. 66), voordat u een andere Performance selecteert.
N.B.
Zie pag. 40 voor meer informatie over de
Performance mode.
Song Produktie in Performance Mode
1
2
Hoewel Performance mode ten eerste wordt gebruikt
voor het spelen in realtime, kunt u het ook gebruiken
voor multitimbrale bediening om zo voordeel te hebben
van Arpeggiator, Scene en andere Performance modegeoriënteerde functies die niet beschikbaar zijn in Multi
Play mode. In een dergelijk geval is één van de
instrument”Parts” opgebouwd uit Layer voices van de
geselecteerde Performance. (Zie pag. 33 voor meer
informatie).
offsetten
(voegen toe
Performance Play Mode
In Performance Play mode kunt u uit 512 Performances
selecteren - waarvan er 128 beschikbaar zijn in elk van de
twee Preset Performance banken en 128 in elk van de User
Performance banken - en het toetsenbord beginnen te
bespelen. Onder het spelen kunt u één van de twee
beschikbare Performance timbre variaties selecteren door op
de SCENE-schakelaar te drukken, of in realtime tussen de
geluiden van iedere Scene faden (“morphen”) door tegelijk
op beide [SCENE]-knoppen te drukken (SCENE CONTROL
functie) en vervolgens met het MODULATIE-wiel of een
aangesloten Voetpedaal precies de relatieve volumes van ieder
Scene timbre in relatie met de ander bepalen.
21
Multi Play Mode
Utility Mode
Multi Play mode - toegankelijk met een druk op de [MULTI]knop - wordt voornamelijk gebruikt voor multitimbrale
songproductie en voor het afspelen van maar liefst 16
individuele instrument”Parts” indien een externe MIDIsequencer op de CS2x is aangesloten. Het diagram hieronder
toont de beschikbare parameters voor ieder Part.
STORE 1 ~ 9
BANK
Part 1 ~ 16
PART SELECTIE
Hoewel u verschillende parameters in de Multi Part Edit mode
kunt wijzigen om de geselecteerde voice naar uw smaak aan
te passen, moet u er wel rekening mee houden dat Scene,
Arpeggiator en andere Performance mode-georiënteerde
functies niet beschikbaar zijn.
PROGRAM
VOLUME
PAN
EFFECT
FILTER (LPF)
POLY/MONO
Met Utility mode kunt u System, MIDI en controllertoewijzingsparameters modificeren die effect hebben op zowel
Performance als Multi Play mode. Zie pag. 61 voor meer
informatie.
Store Mode
Met Store mode kunt u uw eigen User Performances, Scenes
en een Multi-opstelling opslaan. Zie pag. 66 voor meer
informatie.
Als de bewerkte Multi-opstelling precies zo is als u dat wilt,
sla deze dan eenvoudig op met Multi Store voordat u naar
Performance mode overschakelt (pag. 68).
N.B.
Bij GM-formaat, is kanaal 10 gereserveerd voor
drum voices, hetgeen inhoudt dat u PART 10
kunt selecteren om de drum voices af te spelen.
N.B.
Zie pag. 57 voor meer informatie over Multi
Play mode. Zie pag. 33 voor informatie over
GM en XG.
22
CONTROL
SYNTHESIZER
Een Snelle CS2x-Ronde
In dit gedeelte wordt u een snelle ronde langs alle fundamentele CS2x-handelingen in Performance mode geboden,
zoals het gebruik van realtime-besturing, Scene, Arpeggiator, paneeledit- en Performance Store-functies. Er wordt
u tevens informatie gegeven over Multi Play mode en multitimbrale bediening, met inbegrip van Multi Play in
Performance mode.
Performance Mode
In Performance mode kunt u selecteren uit 256 Preset en 256
user Performances, met de SOUND CONTROL-knoppen
bepaalde parameters onder het spelen modificeren, Scenes
selecteren en de SCENE CONTROL-functie gebruiken voor
Scene-morphen en de waarden en instellingen van specifieke
COMMON- en LAYER-parameters bewerken.
Performance Selectie
Hieronder volgen de basisprocedures voor het selecteren van
CS2x Performances.
Selectie Performance Mode
Druk eenvoudig op de [PERFORMANCE]-knop om naar de
Performance mode te gaan.
Het basis Performance selectiescherm verschijnt in de display,
met informatie over Preset of User bankselectie, Performance
naam, programnummer (1-128), categoriecode, en meer.
Performance naamCategorie
DEMO
PERFORMANCEMULTI
STOREUTILITY
Bank
P I (P1) : Preset Bank 1
P II (P2) : Preset Bank 2
U I (U1) : User Bank 1
U II (U2) : User Bank 2
Performance (Program) nummer
Selectie Performance Bank
Individuele Performances worden opgeslagen in één van de
vier beschikbare banken. Er zijn twee Preset banken met ieder
128 Performances en twee User banken met ieder 128
Performances.
Druk één of meermaal op [PRESET] om één van de Preset
banken te selecteren.
Druk één of meermaal op [USER] om één van de User banken
te selecteren.
Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u
respectievelijk heen en weer tussen de P1/P2 of U1/U2 banken.
De huidig geselecteerde bank verschijnt overeenkomstig in
het scherm.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
+
OCTAVE
+
Selectie Performance Nummer
Er zijn twee manieren om één van de 128 programnummers
uit iedere Preset of User Performance bank te selecteren namelijk met gebruik van de PROGRAM-knoppen of het
Numerieke Toetsenbord.
■
PROGRAM-knop-Methode
De ene manier om een Performance uit de huidig
geselecteerde bank te selecteren gaat als volgt:
Druk één of meermaal op de PROGRAM [+] of [-]knop, tot u
het gewenste nummer heeft bereikt (tussen 1 en 128).
Een andere manier om een Performance-nummer uit de
huidige geselecteerde bank te selecteren, is met het Numerieke
Toetsenbord. Dit is speciaal handig als u het precieze nummer
weet van de Performance die u zoekt. U doet dat als volgt:
Voer het specifieke nummer in (1-128). Het nummer gaat
knipperen in het scherm.
Categorie Coden
Aan iedere Performance (of voice in Multi Play mode) is een
“Categorie”code toegewezen hetgeen u helpt uw
Performances en voices naar soort te organiseren voor
gemakkelijkere visuele toegankelijkheid. De volgende lijst
beschrijft iedere beschikbare categorie.
VWX
MNO
DEF
ABC
7
4
1
0
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
+
3
0
Druk op de knoppen
voor het gewenste
Performance
nummer
Druk op [ENTER]. Hiermee selecteert u de Performance,
het nummer stopt met knipperen maar blijft zichtbaar in
het scherm.
VWX
7
MNO
4
DEF
1
ABC
0
N.B.
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
Er is nog een andere manier om snel een
specifiek Performance programnummer te
selecteren binnen een groep van 10
performances - namelijk met de Quick Program
Change functie (pag. 41).
N.B.
Zie pag. 45 voor details over het toewijzen van
Categorie Codes aan User Performances.
24
Performance Afspelen
Nadat u een performance heeft geselecteerd, bent u gereed
om de CS2x te gaan bespelen. En in dat geval zult u de
verschillende parameters en andere beschikbare kenmerken
in Performance mode willen uitproberen. Laten we doorgaan
met onze stap-voor-stap ronde.
Octave Shift Functie
De CS2x Octave Shift functie biedt u een gemakkelijke manier
om de octaaf van een Performance op of neer te transponeren
met een maximum van ongeveer 3 octaven. En dat gaat als
volgt:
1.
Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave
[+] om de octaaf opwaarts te transponeren.
2.
Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave
[-] om de octaaf opwaarts te transponeren.
Transponeert de octaaf omhoog terwijl [SHIFT] wordt vastgehouden
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
N.B.
+
OCTAV E
+
De transponeerwaarde wordt tevens
gereflecteerd door de KEY TRANSPOSE-functie
in de Utility mode. Houdt er rekening mee dat,
aangezien het maximum ongeveer 3 octaven
is, de volledige drie octaven niet gehaald kan
worden door de Octave Shift-functie als u de
toetsenbordtranspositie met halve tonen
verhoogt of verlaagt.
Geeft
transpositie
aan van twee
octaven omhoog
Het Gebruik van het MODULATIE-wiel
■
Door het MODULATIE-wiel heen en weer te bewegen kunt u
zoveel modulatie op de toon toepassen als u wilt. Het soort
modulatie dat wordt toegepast wordt bepaald door de drie
MW-parameterinstellingen in de editmatrix op het paneel (pag.
46).
MODULATIE
Maximale modulatie toegepast
Geen modulatie toegepast
U kunt het MODULATIE-wiel ook gebruiken
N.B.
om het volume, pan of anderen mee te besturen
(pag. 64) , voor SCENE CONTROL of voor
morphen (pag. 26).
Scenes en SCENE CONTROL-functie
Iedere Preset en User Performance bevat twee Scenegeheugens die in essentie “snapshots” zijn van SOUND
CONTROL-knopposities (pag. 26). Hierdoor krijgt u twee extra
geluidsstructuren door een enkele druk op een knop!
Bovendien kunt u de SCENE CONTROL-functie activeren
waarmee u het geluid van de ene Scene in het geluid van een
ander kunt “morphen”.
Scene Selectie
■
Druk op de [SCENE 1]-knop om Scene 1 te selecteren.
Druk op de [SCENE 2]-knop om Scene 2 te selecteren.
PITCH- en MODULATIE-wiel
Selectie Performance
NummerPITCH
Onder het spelen kunt u met het PITCH-wiel de toonhoogte
naar boven en beneden ‘buigen’ en met het MODULATIEwiel verschillende gradaties van modulatie op de toon
toepassen.
■
Het Gebruik van het PITCH-wiel
Door het PITCH-wiel heen en weer te bewegen kunt u de
toonhoogte van de toon verbuigen met een hoeveelheid die
is bepaald door de P BEND RANGE parameterinstelling in de
editmatrix op het paneel (pag. 45).
PITCH
(toonhoogte)
Buigt de
toonhoogte
omhoog
Buigt de
toonhoogte
omlaag
2
MW/FC
1
SCENE
Een rood LED-lampje brandt naast de huidig geselecteerde
Scene. Druk nogmaals op de [SCENE]-knop om selectie van
de scene ongedaan te maken.
25
■
SCENE CONTROL-functie
1.
Druk tegelijkertijd op beide [SCENE]-knoppen.
Het rode LED-lampje links van beide [SCENE]-knoppen
brandt om aan te geven dat de SCENE CONTROL-functie
actief is.
2.
Draai het MODULATIE-wiel heen en weer om de relatieve
niveaus van iedere scene aan te passen.
MODULATIE
Maximum = alleen Scene 2
Performance Bewerken en
Opslaan
Als een
editfuncties die tijdens het spelen direct beschikbaar zijn,
waaronder de SOUND CONTROL-knoppen voor directe
toonmodificatie, een Arpeggiator met een brede selectie
arpeggio akkoordtypen en timing resoluties, en veel meer.
De volgende drie stappen van onze ronde zijn eigenlijk
Performance Edit functies, die waarbij het editteken (“E”) in
het scherm verschijnt.
SOUND CONTROL-knoppen
control synthesizer
biedt de CS2x gemakkelijke
Halverwege = Gelijk niveau van
Minimum = alleen Scene 1
Scene 1 en Scene 2
Zoals wordt getoond in bovenstaande illustratie, bepaalt de
positie van het MODULATIE-wiel de relatieve niveaus van
iedere scene, waar op minimum controllerpositie Scene 1
wordt gespeeld en op maximum positie Scene 2. Een positie
tussen deze twee uitersten in (binnen het bereik 0 -127) speelt
een overeenkomstige mix van beide Scenes.
N.B.
U kunt ook een aangesloten Voetpedaal voor
SCENE CONTROL gebruiken (pag. 12 en 64).
■
Het Creëren en opslaan van Scenes
U kunt met de SOUND CONTROL-knoppen gemakkelijk uw
eigen Scenes creëren en in een Performance opslaan - hetzij
tijdelijk in de Scene-buffer voor de huidig geselecteerde Preset
of User Performance, hetzij permanent in een User
Performance. Zie pag. 67 voor details.
Met de SOUND CONTROL-knoppen krijgt u direct toegang
tot acht verschillende parameters. Het enige dat u hoeft te
doen is ze naar links of rechts te draaien om de toon ofwel
een beetje ofwel radicaal te wijzigen. Het zal u zo bevallen,
dat u als u niet oppast alleen al bij het uitproberen van de
filter- en resonantieinstellingen ongemerkt uren zoet bent.
De stopposities in het midden representeren de oorspronkelijke
parameterinstellingen, zoals ze zijn opgeslagen in de
geselecteerde Performance. U hoeft dus alleen maar even naar
de verschillende posities van de knoppen te kijken om te weten
waar u bent. En vergeet niet dat als u een toon heeft die u
bevalt, u deze in één van de twee Scene-geheugens kan
opslaan voor onmiddellijke oproepbaarheid (pag. 67).
ATTACK
DECAY
CUTOFFCUTOFFLPFHPF
RELEASEDATAASSIGN
RESONANCE
ASSIGN
1
2
Een beschrijving van de standaardfunctie die aan iedere
SOUND CONTROL-knop is toegewezen (onder iedere knop
op het paneel geprint), wordt gegeven op pag. 19. U kunt ook
een willekeurige parameter naar keuze toewijzen met de edit
matrix op het paneel (pag. 64).
26
N.B.
Als er een Scene is geselecteerd, of de SCENE
CONTROL-functie actief is, dan heeft het
draaien aan de SOUND CONTROL-knoppen
geen effect.
De Arpeggiator
De Arpeggiator is een andere functie waarmee u urenlang
zoet kunt zijn. U heeft misschien inmiddels al gemerkt dat
sommige Performances de Arpeggiator gebruiken als
onderdeel van hun opmaak, om arpeggio akkoorden
automatisch onder het spelen te genereren. Daarbij kan de
Arpeggiator data als MIDI messages worden uitgevoerd via
de MIDI OUT-aansluiting en worden opgenomen door een
aangesloten muzieksequencer.
Maar
hoe
ze precies spelen hangt af van de TYPE-, TEMPO-,
SUBDIVIDE- en SPLIT-instellingen die beschikbaar zijn in het
Common Edit 1 menu (pag. 43) plus het aantal noten dat u op
het toetsenbord speelt. (Performances met snelle attacks lijken
de beste resultaten te boeken.)
N.B.
■
Arpeggiator On/Off
1.
Druk op [ARPEGGIO]. Er verschijnt rechts onderin, boven
het woord “ARPEGGIATOR”, een indicator in het scherm.
De Arpeggiator-functies zijn niet beschikbaar
in Multi Play mode.
■
Arpeggiator Hold
Met de handige ARPEGGIATOR HOLD-functie kunt u een
akkoord spelen om de automatische arpeggio te starten,
waarna u uw handen kunt weghalen van het toetsenbord en
de arpeggio’s voortdurend, zonder te stoppen, in een loop
door laten spelen. Als u een ander akkoord speelt, dan wijzigen
de arpeggio’s overeenkomstig.
1.
Houdt [SHIFT] vast en druk op [ARPEGGIO]. De
“ARPEGGIATOR”-indicator in het scherm gaat
knipperen.
2.
Speel een akkoord en haal uw hand weg. Speel vervolgens
op dezelfde wijze andere akkoorden om het gevoel voor
de juiste timing te krijgen.
Druk op [ARPEGGIO] om de gearpeggieerde akkoorden te
stoppen. Druk tweemaal op {ARPEGGIO] en houdt een
akkoord vast om de ARPEGGIATOR HOLD-functie uit te zetten
maar de Arpeggiator aan te laten.
■
Arpeggiator Split
De Arpeggiator Split-functie vergroot de realtime performance
capaciteit van de CS2x aanmerkelijk. Als ARPEGGIATOR
SPLIT is geactiveerd, produceert ieder akkoord dat u links van
het splitpunt (vanaf B2 naar beneden) speelt een gearpeggieerd
akkoord, terwijl de akkoorden rechts van het splitpunt normaal
afspelen.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
Speel een serie akkoorden en varieer het aantal noten
2.
PROGRAM
+
OCTAVE
+
(even en oneven) om te horen hoe verschillend de
gearpeggieerde akkoorden klinken.
Druk nogmaals op [ARPEGGIO] om de Arpeggiator uit te
zetten.
1.
Druk op [ARPEGGIATOR] om de Arpeggiator-functie te
activeren.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op
het Common Edit 1 menu.
3.
Houdt [SHIFT] vast en druk op de uiterst linker Parameter
Waarde [UP/DOWN]-knop (ARPEGGIATOR TYPEparameter).
4.
Druk op [UP] om de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan
te zetten.
Een letter “S” verschijnt in het scherm naast het TYPE, om aan
te geven dat de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aanstaat. Houdt
[SHIFT] vast en druk op [DOWN] om deze uit te zetten.
N.B.
Zie pag. 44 voor meer informatie.
27
■
Arpeggiator Parameterinstellingen
De voornaamste Arpeggiator parameters zijn TYPE, TEMPO
en SUBDIVIDE. TYPE bepaalt de arpeggio-karakteristieken (up,
down, up & down, random, enz.). TEMPO bestuurt natuurlijk
de snelheid van de gearpeggieerde akkoorden. SUBDIVIDE
bepaalt de arpeggio-timingresolutie (achtsten, zestienden,
dotted noten, enz.).
1.
Activeer de ARPEGGIO HOLD-functie en speel een
akkoord.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
Common Edit 1 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
3.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Druk op de TYPE [UP/DOWN]-knop en probeer iedere
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
TYPE
CUTOFF
LIMIT
HIGH
TIME
EFFECT
CHO
SEND
RCV
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
VARI
SEND
MIDI
DEVICE
NO
CH
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
TIME
CUTOFF
LOCAL
PERFORM
NAME
VARI
DATA
TIME
SPEED
TIME
BULK
DUMP
COMMON
ASSIGN1
PARAM
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
PORTA
DCY
FILTER
beschikbare instelling uit. Druk ook op SUBDIVIDE [UP/
DOWN] om te horen hoe deze instellingen iedere TYPE
instelling beïnvloeden.
N.B.
Zie voor meer informatie Arpeggio
Patroonlengte hiernaast en pag. 43. Zie ook de
Arpeggiator Type Lijst op pag. 43.
Arpeggio Patroonlengte
De lengte van een CS2x arpeggio-patroon wordt
bepaald door drie factoeren die tegelijktijdig
samenwerken: TYPE- en SUBDIVIDE-instellingen, en
het totaal aantal noten dat u speelt voor een
gearpeggieerd akkoord.
Laten we bijvoorbeeld eens aannemen dat u een
gearpeggieerd akkoord speelt met vier noten, zoals een
C-majeur drieklank met een octaaf in de grondtoon.
Als SUBDIVIDE is ingesteld op “1/8”, dan deelt de
Arpeggiator het akkoord in achten, en arpeggieert het
op basis van de TYPE-instelling. Als TYPE is ingesteld
op “Up Oct2”, dan gaat de arpeggio twee octaven
omhoog en herhaalt zich na vier tellen. Als u vervolgens
de SUBDIVIDE wijzigt in “1/16” dan herhaalt de
arpeggio zich na twee tellen. Verder, als u TYPE dan
weer wijzigt in “UpOct1”, herhaalt de arpeggio zich
na slechts één tel.
Aangezien het aantal noten dat u speelt in een akkoord
direct verband houdt met de patroonlengte gebaseerd
op de SUBDIVIDE-resolutie, kunnen soms
onverwachte syncopaties worden gegenereerd. Over
het algemeen kunt u dit vermijden door een even aantal
noten te kiezen voor een akkoord met evengenummerde SUBDIVIDE-resoluties (1/4, 1/8, 1/16 en
1/32) en een oneven aantal noten (bijv. drie of vijf
noten) met oneven-genummerde resoluties (1/16, 1/
12, 1/24).
Dit geldt echter niet voor dotted note ritmes (3/8, 3/16
en 3/32). Deze resoluties zijn speciaal interessant voor
even-genummerde tellen (bijv. 3/8 of 6/8), dus u moet
akkoorden spelen met een even aantal noten om deze
drieparts ritmes goed na te kunnen spelen.
Zet bijvoorbeeld TYPE op “UpOct2” en SUBDIVIDE
op“3/8” resolutie. Het spelen van een drieklank plaatst
de grondtoon op de eerste tel in de vierde balk, hiermee
onregelmatige cycli genererend. Een akkoord met vier
noten echter, genereert symetrische cycli met vier
balken. De grondtoon wordt herhaald na de eerste
cyclus op balk 3, na de tweede cyclus op balk 5 en na
de derde cyclus op balk 7 enz., altijd neerkomend op
de eerste tel.
28
Edit Matrix op het Paneel
Hoewel de tot nu toe uitgelegde kenmerken u zonder twijfel
hebben voorzien van een rijkdom aan toonbesturing en
geweldige opties voor het maken van muziek, zijn we nog
maar net begonnen om de werkelijke kracht van de CS2x te
ontdekken.
De editmatrix op het paneel biedt u zes menu’s met
Performance Editparameters met virtuele opties zonder
grenzen voor toonbesturing en het creëren van eigen User
Performance met de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar in samenwerking met de tien parameter [UP/
DOWN]-knoppen.
Iedere parameter wordt uitgelegd en de beschikbare
instellingen worden in het Referentie-deel (vanaf pag. 39)
opgenoemd. Het lezen - met natuurlijk het één voor één
uitproberen - hiervan, maakt u een virtuoze CS2x-expert!
In het kader van onze ronde, zonder al te veel in detail te
gaan, zullen we nu wat experimenteren met de COMMON
en LAYER editmenu’s zodat u vast een beetje gewend raakt
aan collectieve en individuele Performance Layers.
■
Common Parameters
Iedere CS2x Performance is gemaakt uit één tot vier Layer
voices. De wijzigingen die u maakt aan parameterinstellingen
in de twee COMMON menu’s hebben gelijkelijk effect op
alle Layer voices.
Probeer de vele verschillende effecten uit.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
1.
Common Edit 1 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
2.
MULTI
UTILITY
STORE
Probeer de verschillende Reverb effecttypen uit met de
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
REV TYPE [UP/DOWN]-knop. Probeer de verschillende
Chorus effecttypen uit met de CHO TYPE [UP/DOWN]knop.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
PORTA
FILTER
VARI
DATA
SPEED
TIME
PERFORM
NAME
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
Probeer de verschillende Variation effecttypen uit met
de VARI TYPE [UP/DOWN]-knop. Selecteer de
beschikbare Variation effect parameters met de VARI
PARAM [UP/DOWN]-knop. Selecteer specifieke
parameterdata waarde-instellingen, met de VARI DATA
[UP/DOWN]-knop.
U kunt de hoeveelheid Reverb en Chorus voor iedere Layer
instellen met respectievelijk de EFFECT REV SEND en CHO
SEND parameters, die zich in het Layer Edit 4 menu bevinden.
Als EFFECT VARI SEND echter aanstaat, dan worden de Reverb
en Chorus sendniveaus gelijkelijk op alle Layers toegepast.
N.B.
Zie pag. 70 voor meer informatie over effecten.
Zie ook het aparte “Data Lijst”boek.
Pas de parameter van de ASSIGN 1/DATA-knop aan.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
1.
Common Edit 2 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
PROGRAM
BANK
DEMO
PERFORMANCE
2.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Bepaal met de ASSIGN1 PARAM [UP/DOWN]-knop
TEMPO
PMOD
DETUNE
TIME
TIME
TRANS
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
SYSTEM
KBD
VEL
VEL
FIX
CURVE
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
CUTOFF
LIMIT
HIGH
EFFECT
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
REL
TIME
REZ
BULK
DUMP
ASSIGN
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
REL
LEVEL
POLY
MONO
ASSIGN
CTRL
NO
COMMON
LAYER
UTILITY
welke parameter wordt beïnvloed door de ASSIGN 1/
DATA-knop.
Er zijn 30 keuzes. U kunt er bijvoorbeeld het Arpeggio tempo
mee besturen, of de linker- en rechterpan van het geluid, de
algehele toonhoogte en veel meer.
N.B.
Zie pag. 65 voor een lijst van beschikbare
parameters.
■
Layer Parameters
Er zijn vier menu’s met LAYER-parameters die alleen effect
hebben op de huidig geselecteerde Layer als u ze bewerkt.
(Houdt er rekening mee dat hoewel de PORTA SWITCH
parameter zich in het Common Edit 2 menu bevindt, het in
feite een Layer parameter is en daarom ingesteld kan worden
voor iedere individuele voice.)
Selecteer een Layer
Druk op de PART/LAYER [-] en [+]knoppen om de gewenste
Layer te selecteren
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
+
OCTAVE
PRESETUSER
+
PROGRAM
Geeft huidig geselecteerde Layer aan
29
Wijzig de Layer-voice
Dit is een snelle en effectieve manier om een geheel nieuwe
Performance te creëren!
Selecteer een gewenste Layer.
1.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
2.
Layer Edit 4 menu en druk op de BANK [UP/DOWN]knop om een beschikbare bank te selecteren.
Druk op de PROGRAM [UP/DOWN]-knop om een
3.
beschikbare voice te selecteren.
PARAM
SWITCH
CUTOFF
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
SPEED
WAVE
DCY
TIME
FILTER
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
TIME
TIME
BANK
SFT
ATK
ATK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
FMOD
LIMIT
AEG
LEVEL
FEG
LEVEL
VOLUME
TYPE
MW
CUTOFF
FMOD
NOTE
LIMIT
HIGH
LOW
REL
AMOD PMOD
SUS
TIME
REL
SUS
TIME
LEVEL
PAN
SEND
EFFECT
CHO
REV
LIMIT
LOW
INIT
REV
TYPE
CUTOFF
LIMIT
HIGH
TIME
EFFECT
SEND
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
VARI
CHO
SEND
Herhaal eenvoudig het proces om een nieuwe voice aan iedere
layer toe te wijzen. Als het BANK- of PROGRAM-scherm wordt
getoond, zal u door het selecteren van een Layer weten welke
bank of voice huidig is geselecteerd.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
REL
TIME
REZ
ASSIGN
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
REL
LEVEL
POLY
MONO
COMMON
INIT
LAYER
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
Herhaal eenvoudig het proces om het niveau van iedere layer
in te stellen. Als het VOLUME-scherm wordt getoond, krijgt u
door eenvoudig een Layer te selecteren zijn niveau-instelling
te zien.
User Performance Opslaan
Op het einde van onze ronde is het heel goed mogelijk dat u
inmiddels iets heeft gecreëerd dat het waard is om opgeslagen
te worden als een User Performance, om later weer op te
kunnen roepen. Om een Performance Store handeling uit te
voeren, moet het Performance Naamscherm in de LCD te zien
zijn.
1.
Druk op de [STORE]-knop. Het Performance Storescherm verschijnt.
N.B.
Zie het aparte “Data Lijst”boek voor een lijst
van beschikbare voices voor Performance
Layers.
Pas de relatieve volumeniveaus aan van iedere Layer.
Dit is een snelle en gemakkelijke manier om een Performance
met één of twee Layers opnieuw te vormen.
1.
Selecteer een gewenste Layer.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
Layer Edit 4 menu en druk op de VOLUME [UP/DOWN]
knop om het niveau aan te passen
ARPEGGIATOR
TEMPO
TYPE
P BEND
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
DETUNE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
STORE
2.
Druk op [USER] om een User Performance bank (U1 of
MULTI
UTILITY
MASTER
TUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
U2) te selecteren.
3.
Selecteer met het Numerieke Toetsenbord het
programnummer (1-128) waaronder u de User Performance wilt opslaan. Het nummer knippert in het scherm.
4.
Druk op [ENTER].
De vraag “Sure?” (Weet u het zeker?) verschijnt in de LCD.
Druk op [YES] om de Performance op te slaan. Druk op [NO]
om te annuleren.
30
Multi Play Mode
Sequencer Opstelling
Multi Play mode is in het bijzonder geschikt voor multitimbrale
songproductie van maximaal 16 individuele muziekinstrument
”Parts” met een externe MIDI-sequencer of een computer met
een MIDI-muzieksequencerprogramma. Ieder CS2x-Part is
opgebouwd uit één van de 586 normale voices en 20
drumvoices, volume, pan, effect send en andere instellingen.
De maximale polyfonie van 64-noten verzekert u ervan dat
zelfs de meest ingewikkelde compositie nauwgezet wordt
opgenomen en afgespeeld.
De CS2x is een uitmuntend master MIDI-toetsenbordcontroller
voor sequenceopnamen, aangezien het niet alleen MIDI-note
messages verstuurt als u het toetsenbord bespeelt, maar ook
program change messages om de voices te wijzigen als u op
de paneelknoppen drukt, en continue control change messages
als u de PITCH- en MODULATIE-wielen, de SOUND
CONTROL-knoppen en de Voetpedalen gebruikt
De CS2x is tevens een extreem flexibele multitimbrale MIDI”toongenerator”, aangezien het MIDI-system exclusive en
andere messages kan ontvangen, hetgeen u een grotere
bestuurbaarheid geeft van de individuele effecten en andere
parameters, die niet met de paneelfuncties kunnen worden
bestuurd. Als een XG-formaat toongenerator kan de CS2x
zowel commercieel verkrijgbare XG-muziekdata (te herkennen
aan het XG-logo) afspelen met een externe sequencer als
General MIDI System Level 1 files (te herkennen aan het GMlogo). Als u het instrument gebruikt in combinatie met een
muzieksequencer software-applicatie als Yamaha’s XGworks,
dan kunt u ten volle van de voordelen van de XGmogelijkheden van de CS2x genieten, met een gemakkelijk
in het gebruik zijnde grafisch georiënteerde gebruikers
interface.
Als u de data voor al uw basisvoice, -effect en andere
Partinstellingen aan het begin van de song programmeert,
voordat de muziek start, dan kunt u er zeker van zijn dat de
CS2x altijd precies zo speelt als u dat wilt, zonder dat u
vervelende paneelinstellingen bij het opstellen moet maken.
U kunt in totaal negen CS2x Multi setups opslaan. Elk daarvan
kan als een template dienen voor een gemakkelijk begin van
uw meest gebruikte muziekcomposities, uw studio-opnamen
of live-optreden (pag. 67).
Als u gebruik maakt van een op zichzelf staande op hardware
gebaseerde sequencer, sluit deze dan met MIDI-kabels aan
op de MIDI-aansluitingen van de CS2x. Gebruikt u een
computer, sluit deze dan aan op de TO HOST-aansluiting met
de juiste kabel. (Zie pag. 12 voor informatie over aansluitingen).
N.B.
Zie de handleiding van uw sequencer voor
informatie over de opstelling voor multitimbraal
opnemen en afspelen.
De volgende stappen houden verband met de opstelling van
de CS2x voor multitimbraal opnemen en afspelen.
Multi Play mode Selecteren
Druk eenvoudig op de [MULTI]-knop om naar Multi Play mode
te gaan.
Categorie
DEMO
PERFORMANCE MULTI
STOREUTILITY
Program (Voice) Nummer
Kijk naar het scherm om te zien welk Part is geselecteerd (1-
16). Houdt er rekening mee dat als u het toetsenbord bespeelt,
de voice die u speelt die van het geselecteerde Part is. U kunt
met het Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER] ofwel met
de PROGRAM [-]/[+]knoppen één van de 128 GM normale
voices selecteren.
Een nieuwe CS2x of een waarvan de fabrieksinstellingen
opnieuw zijn opgeroepen (pag. 69) is ingesteld op PART 1 =
“#001-Grand Piano”.
Voice Naam
Part Nummer
In het kader van de Snelle Ronde zullen we u de basisopstellingshandelingen van de Multi Play mode uitleggen en u
vervolgens een korte presentatie geven van het praktisch
gebruik met een computer-muzieksequencer, Yamaha’s
XGworks.
N.B.
Zie pag. 32 en 57 voor meer informatie. Zie
ook het aparte “Data Lijst” boek.
31
Part Toewijzen
Part-Parameters Bewerken
U kunt ieder van de 586 XG-normale voices (met inbegrip
van de 128 GM-voices) of 20 drumvoices aan ieder van de
16 Parts toewijzen.
1.
Selecteer met de PART/LAYER [-] en [+]knoppen het
gewenste Part, zoals wordt getoond in het scherm.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
+
OCTAVE
PRESETUSER
+
PROGRAM
2.
Selecteer met de BANK [UP/DOWN]-knop de gewenste
Aantal huidig geselecteerde Parts
voicebank.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
3.
MULTI
UTILITY
STORE
Selecteer met de PROGRAM [UP/DOWN]-knop de
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
TIME
CUTOFF
PERFORM
NAME
VARI
DATA
TIME
SPEED
TIME
COMMON
ASSIGN1
PARAM
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
PORTA
DCY
FILTER
gewenste voice.
In Multi Play mode is alleen één menu van editparameters
beschikbaar, namelijk de parameters die direct boven iedere
[UP/DOWN]-knop staan vermeld op het paneel.
1.
Selecteer het gewenste Part.
2.
Wijzig de beschikbare instellingen met de [UP/DOWN]
knop direct onder de naam van de parameter die u wilt
bewerken.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
PORTA
FILTER
SPEED
PERFORM
NAME
VARI
DATA
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
TIME
TIME
BANK
ATK
ATK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
Herhaal de procedure om ieder individueel Part te bewerken.
N.B.
Zie pag. 58 voor details over iedere Multi
editparameter en beschikbare instellingen.
N.B.
Zie pag. 68 voor details over het opslaan van
een User Multi.
N.B.
Zie het aparte “Data Lijst” boek voor een lijst
van beschikbare banken en voices.
32
XG-Werking
XG representeert de huidige stand van zaken in
multitimbrale MIDI-technologie. In het begin van MIDI
was het erg moeilijk om muziekdata gecreëerd door
de ene sequencer af te spelen op een ander, omdat de
instrumenten die waren toegewezen aan de
verschillende Parts verschillend waren voor iedere
maker en individuele componist. Dit hield in dat als
verschillende muzikanten samen wilden spelen met
hun verschillende MIDI-instrumenten en muziekdata,
zij letterlijk uren nodig hadden voor het nauwkeurig
opnieuw toewijzen van MIDI-kanalen en andere en
het checken van de werking voordat de muzieksessie
kon beginnen. Maar gelukkig zijn deze ellendige dagen
lang voorbij.
General MIDI System Level 1 (GM) is
gecreëerd om de voice-toewijzingen van
128 normale voices plus drums te
standaardiseren, zodat songs die zijn gecreëerd in GMformaat precies zo afspelen als de componist het
bedoelde, ongeacht het merk van de toongenerator zolang het apparaat tenminste is voorzien van de GMstandaard, te herkennen aan het GM-logo. Hedendaags
zijn praktisch alle elektronische muziekinstrumenten
en software van muziek- en spelproducten voorzien
van de GM-standaard.
Multi Play in
Performance Mode
Hoewel Multi Play mode ideaal is voor het opnemen en
afspelen van 16-parts composities met XG-voices, kunt u ook
de Performance mode gebruiken voor multitimbraal afspelen
(met een externe muzieksequencer) om ten volle van de
voordelen van de grote geluidsdimensie te kunnen genieten
die mogelijk zijn met Preset of User Performances, plus Sceneschakeling, gearpeggieerde akkoorden en de SOUND
CONTROL-knoppen.
Om te demonstreren hoe u het meeste uit de multitimbrale
mogelijkheden van de CS2x haalt, laten we u zien hoe de
MIDI-parameter besturingskenmerken in praktijk werken door
een paar basishandelingen te beschrijven voor het gebruik
van de CS2x met een computer en Yamaha’s XGworks
muzieksequencer-applicatie, een MIDI-muzieksequencer van
professioneel niveau dat alles in zich heeft dat u van ‘s werelds
meest populaire muzieksoftware applicatie verwacht, plus het
voordeel van een gemakkelijkere toegankelijkheid naar en
besturing van XG-commando’s. Het kan zelfs songs herbergen
in alle populaire formaten, en u kunt ze erin creëren, met
inbegrip van digitale audio-data als WAV-files.
GM heeft echter ook zijn beperkingen, waarom
Yamaha het XG-formaat creëerde dat volledig
compatibel blijft met de basis-MIDI- en GMstandaarden, terwijl het tegelijkertijd het expressieve
bereik aanmerkelijk verhoogt, mogelijk via een grotere
controle over voice modificaties en effecten, plus dat
GENERAL
het veel meer normale en drum voices voor gebruik
beschikbaar heeft.
Veel van de nieuwe XG-voices zijn
variaties op de basis GM-voices die zijn
is geassocieerd met een specifiek type variatie, zodat
de voices gemakkelijk zijn te vinden. Als u de CS2x
met een externe sequencer bestuurt, dan kunnen de
extra banken worden geselecteerd met de juiste Bank
Select LSB (Least Significant Bit) en MSB (Most
Significant Bit) waarden.
Het XG-formaat ondersteunt ook een volledige SFXbank of extensie effecten, die worden geselecteerd met
een Bank Select MSB waarde van 40H en LSB 0H.
Daarbij biedt het XG-formaat ook ondersteuning van
effecten op hoog niveau, waardoor besturing mogelijk
wordt van effecttypen, circuitwerking, plus interne
parameterinstellingen voor zowel basis- als uitgebreide
effecten. Dit houdt in dat u de parameters van de 12
Reverb, 14 Chorus en 62 Variation typen effecten van
de CS2x vrij kunt bedienen, ongeacht u een externe
sequencer gebruikt.
opgeslagen in extra banken. Iedere bank
Als de CS2x
wordt gebruikt voor
Multi Play
in
Performance
mode, is
het
Performancepart geprogram-
De CS2x bevat ook een andere play mode - de
TG300B-mode - waarmee u commercieel verkrijgbare
MIDI-files in dit formaat kunt afspelen.
Zie pag. 72 voor meer informatie over MIDI en MIDIgerelateerde parameters. Zie ook het aparte “Data
Lijst”boek.
meerd als
Part 1, en
de 12 be-
33
schikbare
Het gebruik van de CS2x
met XGworks
De XGworks Music Sequencer software-applicatie is een
krachtige alles-in-één “DTM” Desktop Music componerend,
bewerkend en mixend systeem voor Windows95. XGworks
is uitermate geschikt voor de CS2x.
1. Stel de CS2x MIDI Performance
ontvangstkanalen in.
Stel met de Utility mode de CS2x Ontvangstkanalen van de
Performance in (Part 1 = “A”) en tevens Parts 5-16 (pag. 63)
als de situatie dat vereist.
Als u XGworks opstart, wordt u begroet met een Applicatie Window
vanwaar u toegang kunt krijgen tot een reeks tools (hulpmiddelen)
voor opname en precieze bewerking van uw muziek.
In XGworks is de Track View Window het centrale punt voor
het creëren van songs. Er zijn vele andere tools te gebruiken
voor het maken van uw compositie.
Met de Piano Roll Window en de Drum Window kunt u
•
MIDI-noten grafisch bewerken.
De Staff Window toont de noten als muziekpapier.
•
De List Window en de Master Track Window tonen de
•
data van ieder MIDI event.
De Mixer Window geeft u de mogelijkheid om veel
•
verschillende functies in realtime te besturen terwijl u uw
song afspeelt.
Met de XG Editor Window kunt u de parameters van de
•
CS2x bewerken.
Elk window heeft vele functies, hetgeen de werking intuïtief
en precies maakt, uw produktiviteit verhoogt en u meer plezier
geeft.
N.B.
De werking van XGworks kan iets verschillen
afhankelijk van de versie van XGworks en de
conditie van uw computer.
N.B.
N.B.
N.B.
Parameter
Gedeelte
Selecteer met de PART/LAYER [-]/[+]knoppen
de Layer (“A”) of Part (“5-16”) waaraan u een
MIDI-kanaal wilt toewijzen.
Als de Performance en een ander Part op
hetzelfde MIDI-Ontvangstkanaalnummer zijn
ingesteld, dan spelen beide timbres gelijktijdig.
Onthoudt dit bij het opstellen van uw Parts,
zodat er niet per ongeluk de verkeerde Partdata
wordt gespeeld.
Bij het gebruik van de CS2x als mastertoetsenbord voor MIDI-data input, bepaalt u
met de Utility mode TRANS CH parameter over
welk kanaal de CS2x verstuurt (pag. 63).
34
Elk MIDI Verstuurkanaal
3. Kies de Voice voor ieder Part.
4. Stel volume en pan in van ieder Part.
XGworks laat u door middel van MIDI program change
messages (pag. 75) de CS2x voices oproepen. Er zijn vele
manieren om dat te doen. Kijk eens naar het Track View
Window.
Iedere voice heeft, volgens de MIDI-standaard, zijn eigen banken programnummer. Het instellen van de juiste bank select
en program change waarden roept een specifieke CS2x voice
op. U kunt deze met gemak instellen in XGworks. U kunt aan
ieder Part (5-16) een voice toewijzen.
XGworksXG/GM Toongenerator
Track 5
Track 6
Track 7
•
•
Track 10
•
•
Piano
Bass
Strings
•
•
Drums
•
•
Ch5
Ch6
Ch7
•
•
Ch10
•
•
Ch5
Ch6
Ch7
•
•
Ch10
•
•
Piano voice
Bass voice
Strings voice
•
•
Drums voice
•
•
In het parametergedeelte van de Track View Window kunt u
de Voice Lijst openen. De voices zijn als op de CS2x in
categoriën ingedeeld. Zoals te zien is, kunt u een voice met
gemak vinden en selecteren door een basiscategorie in kolom
1 te kiezen, hetgeen de beschikbare soorten voicecategoriën
in kolom 2 doet verschijnen. Het kiezen van een soort doet
de voor selectie beschikbare individuele voices in kolom 3
verschijnen.
U kunt het volume en de pan van ieder Part van de CS2x
besturen door met control change messages (pag. 72) de
waarde van ieder te wijzigen, binnen het bereik 0-127. Met
XGworks kunt u deze ook handmatig wijzigen met de Mixer
Window. Deze verstuurt de wijzigingen die u maakt naar
volume fader en paninstellingen van ieder individueel MIDIkanaal zoals control change messages naar ieder
corresponderend CS2x-Part worden verstuurd.
Pan Control
Volume Fader
Het Creëren van de Setup Data
U kunt de basis-partparameters op de CS2x instellen. Met de
List Window kunt u zowel bank select en program change
data (voor voices) van iedere track aan het begin van iedere
song instellen als control change data (voor volume, pan,
effecten, enz.) in de song, zodat de sequence software alles
precies zo afspeelt zoals u dat wilt.
Als u een voice uit de Voice Lijst selecteert, dan verstuurt het
MIDI-verstuurkanaal van die track het bank/programnummer
(bank select/program change) naar hetzelfde MIDIontvangstkanaal als ingesteld op de CS2x.
N.B.
Om u te verzekeren van automatische instelling
van alle voice- en andere parameterinstellingen, moet u de juiste bank select/
program change en andere messages aan het
begin van de song, voordat de muziekdata
begint te spelen, zetten. Bij XGworks wordt dit
gedaan met de List Window.
N.B.
Zie de handleiding van XGworks voor meer
informatie.
N.B.
De voice wijzigt als de CS2x corresponderende
bank select/program change messages
ontvangt. Als u gebruik maakt van deze
methode, dan kunt u niet alleen de voice van
ieder Part selecteren maar ook van een
Performance. De XGworks List Window maakt
dit u gemakkelijk. Aangezien er extra
“materiële” voices beschikbaar zijn voor
gebruik in Performance mode, kunt u deze
toewijzen aan Parts 5-16. Zie het aparte “Data
Lijst” boek voor meer informatie.
U kunt de Performance data aan het begin van de song of in
de song programmeren, zodat een originele Performance
automatisch wordt geselecteerd om af te spelen. Dit houdt in
dat zelfs als die ene User Performance niet is opgeslagen in
de CS2x, de juiste data wordt verstuurd voordat de songdata
begint, zodat uw song precies zo afspeelt als u deze had
opgenomen.
Om de gewenste User Performance data te kunnen ontvangen,
moet de sequencer zijn ingesteld voor Bulk Dump request.
Hieronder volgt uitleg over hoe u dit kunt doen met de realtime
opnamefunctie van XGworks als voorbeeld, waarbij track 1
wordt gebruikt voor het programmeren van de User
Performance data.
35
Het Versturen van Performance Data
Selecteer in Performance mode de CS2x Performance die
1.
u wilt versturen.
Stel in Utility mode (TRANS CH parameter) het MIDI-
2.
kanaal in waarover u de CS2x de data wilt laten versturen,
zoals kanaal 1.
Selecteer in Utility mode (BULK DUMP parameter) de
3.
“1Perf” instelling.
Kijk in XGworks of track 1 is ingesteld op kanaal 1 en
4.
bereidt u voor op realtime opname.
Juiste kanaal?
Als de Performance data is verstuurd, stopt XGworks met
6.
opnemen. Controleer in de List Window of de data door
XGworks is ontvangen. U kunt zien dat de heximale
messages van het MIDI-dataformaat (BULK DUMP “3-64-2”, zoals te zien is in het aparte “Data Lijst”boek) zijn
geprogrammeerd.
List Window
In de Track View Window kunt u met de Scissors en Eraser
tools data wissen van maten die geen data behoeven.
Zie de handleiding van XGworks voor het opslaan.
Als u met XGworks een song speelt die de ontvangen data
bevat, dan word automatisch de juiste CS2x Performance
geselecteerd en precies zo afgespeeld als u deze opgenomen
heeft.
Selecteer de track
voor opname
Druk op de Record-knop om
opname-Standby te activeren
Druk, nadat het opnemen met XGworks is gestart, op de
5.
[ENTER]-knop van de CS2x om de Performance data te
versturen.
Druk op de Play-knop
om het opnemen te activeren
,
VWX
MNO
DEF
ABC
7
4
1
0
YZ
PQRSTU
GHI
–
NO
QUICK PC
&
8
9
5
6
JKL
2
3
SPACE
.,
ENTER
YES
Verzenden Bulk start
N.B.
Afhankelijk van de aan het begin van de song
geprogrammeerde system exclusive data, kunt
u de sequencer automatisch Performance mode
laten selecteren, met de system exclusive
message die hieronder staat vermeld. Op deze
manier kunt u een foutmelding, veroorzaakt
door het versturen van de Performance bulk
data terwijl de CS2x in Multi mode staat,
vermijden.
F0 43 1n 63 50 00 06 03 F7 (hexadecimaal)
n= apparaatnummer
Deze instellingen zijn niet beperkt tot alleen het gebruik met
XGworks, maar werken ook met andere sequencers. Zie de
handleiding van de desbetreffende sequencer voor
gerelateerde informatie.
36
Gewoonweg Dynamiet: Yamaha MIDI Magic
Yamaha biedt u een scala aan professionele MIDIinstrumenten waaruit u kunt kiezen om een MIDImuzieksysteem op te bouwen dat perfect is voor uw eigen
individuele behoeften. Met name de volgende twee zijn
erg geschikt voor gebruik met de CS2x.
QY700 Muzieksequencer De QY700, ideaal voor
•
beroepsmuzikanten en leerlingen, is een volledig MIDI
produktie-centrum op zichzelf, compleet met een
gemakkelijk-in-het-gebruik MIDI-instrument en
drumpart componerend via een ingebouwde database
van muziekfrases en “groove templates”, 32 “lineaire”
tracks en 16 “pattern” tracks, een volledige XG
multitimbrale toongenerator inclusief drie digitale
multi-effect eenheden, plus uitgebreide bewerkingsen ingebouwde mix-functies.
•
RM1x Sequence Remixer De RM1x, ideaal voor
dance-deejees, bezit dezelfde basissequence en -edit
functies van de QY700 - samen met honderden voices,
960 Preset Patterns en 800 User Patterns - plus realtime
performance knoppen, zoals een 16-toets
“microtoetsenbord” voor het eenvoudig heen en weer
schakelen tussen patronen en 8 CONTROL-knoppen
voor dynamische besturing van het geluid op iedere
track. Het is tevens voorzien van een arpeggiator, SMF
compabiliteit, en veel meer.
37
38
Kenmerken Referentie
Kenmerken Referentie
39
Kenmerk Referentie
VWX
7
YZ'
8
&
*
9
MNO
4
PQR
5
STU
6
DEF
1
GHI
2
JKL
NO/
QUICK PC
YES
3
ABC
0
SPACE
ENTER
Hier volgt een beschrijving van iedere functie van de verschillende moden alsmede de beschikbare
parameterinstellingen.
1
Performance Mode
In Performance mode kunt u kiezen uit 256 Preset en 256 User Performances. Een Performance bestaat uit
maximaal vier “layer”voices die tegelijkertijd afspelen. U kunt iedere Layer in een Performance gemakkelijk
bewerken zodat ieder uniek is en klinkt. De vele beschikbare editparameters geven u flexibiliteit om een enorme
variëteit aan performancetimbres te creëren.
Performance Mode Ingaan
Druk op [PERFORMANCE]. Een [▲]teken verschijnt onder
het woord “PERFORMANCE” in het scherm om aan te geven
dat de Performance mode actief is.
DEMO
PERFORMANCE MULTI
STOREUTILITY
Performance Play Mode
• Een Bank Selecteren
Er zijn vier banken beschikbaar: twee Preset banken (P1/P2)
en twee User banken (U1/U2). Iedere bank bevat 128
Performances.
Druk, om de door u gewenste bank te selecteren, op [PRESET]
of [USER]. Een [▼]teken verschijnt boven het woord “PRESET”
of “USER” om aan te geven welke is geselecteerd.
PRESET
USER
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
+
OCTAVE
+
+
OCTAVE
+
Preset Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
User Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
Iedere maal dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u
respectievelijk heen en weer tussen de P1/P2-banken en de
U1/U2-banken. De huidig geselecteerde bank wordt links van
het Performancenummer in het scherm aangegeven.
• Een Performance Selecteren
Selecteer met het Numerieke Toetsenbord (0-9) de door
1.
u gewenste Performance.
N.B.
40
Zie de Performance Lijsten in het aparte “Data
Lijst”boek voor meer informatie over de
fabrieksingestelde Performances.
Druk op [ENTER] om het nummer (1-128) te bevestigen.
2.
De naam en het nummer van de Performance die u heeft
geselecteerd verschijnen in het scherm. De naam van de
Categorie wordt naast de naam van de Performance
getoond.
VWX
MNO
DEF
ABC
Categorie
7
4
1
0
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
YZ'
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
Bank
P I (P1) : Preset Bank 1
P II (P2) : Preset Bank 2
U I (U1) : User Bank 1
U II (U2) : User Bank 2
Performance Naam
Performance Nummer
Performance Edit Mode
U kunt iedere Preset of User Performance bewerken door de
verschillende COMMON en LAYER parameterinstellingen te
wijzigen en zo uw eigen unieke Performance te creëren.
U kunt uw nieuw aangepaste Performance dan opslaan in
één van de programgeheugens (1-128) in één van de U1 of
U2 User Performance banken.
N.B.
Het wijzigen van een parameter in een
Performance activeert automatisch de
Performance Edit mode.
Preset Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
User Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
Druk op PROGRAM [+] om het volgende Performancenummer te selecteren. Druk op PROGRAM [-] om het
voorgaande Performancenummer te selecteren.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
+
OCTAVE
PRESETUSER
+
PROGRAM
Quick Program Change
Met de Quick Program Change functie kunt u een specifieke
Performance selecteren met een enkele druk op een knop, hetgeen
speciaal handig is als u een live optreden hebt. Dit is de manier:
1.
Druk op [QUICK PC]. De honderdsten en tienden van het
programnummer worden in het zwart getoond om aan te geven
dat deze vaststaan.
VWX
7
MNO
4
DEF
1
ABC
0
2.
Druk een getal (0-9) in op het Numerieke Toetsenbord om het
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
respectievelijke Performanceprogram te selecteren uit de
groep van tien.
Druk nogmaals op [QUICK PC] om de functie te annuleren.
N.B.
U kunt de Quick Program Change functie ook
gebruiken voor het selecteren van een
programnummer voor een Part in Multi Play
mode (pag. 57).
SLA OP IN USER BANK
PERFORMANCE
COMMON EDITTEN
ARPEGGIATOR
PERFORM
TEMPO
LEVEL
SUB
TYPE
DIVIDE
TYPE
P BEND
MW
RANGE
FMOD
PMOD
CUTOFF
FMOD
NOTE
TUNE
NOTE
DETUNE
LIMIT
LIMIT
LIMIT
SFT
HIGH
LOW
LOW
AEG
DCY
REL
AMOD PMOD
ATK
SUS
TIME
TIME
TIME
LEVEL
FEG
REL
DCY
SUS
ATK
TIME
TIME
LEVEL
LEVEL
TIME
VOLUME
PROGRAM
PAN
BANK
SEND
LAYER EDITTEN
Performance
PERFORM
EFFECT
NAME
CHO
VARI
REV
VARI
VARI
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
COMMON
PORTA
ASSIGN1
FC
PARAM
CUTOFF
SWITCH
VARI
TIME
EF
ASSIGN
2
VEL
LIMIT
DATAPARAMDEPTHOFFSET
HIGH
LFO
SPEED
FMOD
PHASE
WAVE
INIT
LAYER
PEG
DCY
ATK
REL
REL
ATK
INIT
TIME
LEVEL
TIME
LEVEL
TIME
POLY
FILTER
EFFECT
VARI
REZ
REV
CHO
MONO
CUTOFF
SEND
SEND
SLA OP ALS SCENE 1 of 2
Layer 4
Layer 3
VOICE
Layer 2
VOICE
Layer 1
VOICE
VOICE
DECAY
ATTACK
2
MW FC
1
SCENE
RELEASEDATAASSIGN
CUTOFFCUTOFF LPFHPF
RESONANCE
REAL TIME EDITTEN met
DE SOUND CONTROL KNOPPEN
Performance editparameters zijn grofweg
verdeeld in twee groepen: COMMONparameters, die gelijkelijk op alle Layer-voices
worden toegepast en LAYER-parameters die op
iedere onafhankelijke Layer-voice worden
toegepast.
• Edit Procedure
Selecteer een Edit menu
1.
Draai aan de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar
om het Common Edit (1, 2) of Layer Edit (1, 2, 3, 4) menu
te kiezen die de parameter bevat die u wilt bewerken.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
PROGRAM
BANK
DEMO
PERFORMANCE
2.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Selecteer een Layer (als u de Layer-parameters wilt
TEMPO
PMOD
DETUNE
TIME
TIME
TRANS
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
SYSTEM
KBD
VEL
VEL
FIX
CURVE
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
TYPE
CUTOFF
LIMIT
HIGH
TIME
EFFECT
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
VARI
CHO
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
wijzigen).
Selecteer de Layer die u wilt bewerken met LAYER [+]/[-].
PARAM
SWITCH
CUTOFF
LOCAL
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
SPEED
PHASE
WAVE
DCY
REL
TIME
TIME
LEVEL
POLY
FILTER
REZ
MONO
ASSIGN
BULK
DUMP
1
ASSIGN
2
COMMON
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
INIT
LAYER
REL
CTRL
UTILITY
NO
N.B.
41
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
+
OCTAVE
PRESETUSER
+
PROGRAM
U hoeft geen Layer te selecteren als u de
COMMON-parameters bewerkt, aangezien
deze op alle Layers in een Performance worden
toegepast.
Selecteer een parameter.
3.
Druk eenmaal op de Parameter Waarde [UP/DOWN]knop die correspondeert met de parameter die u wilt
bewerken om deze parameter te selecteren en de
Performance Edit mode te activeren. De naam van de
parameter en de huidige instellingen worden in het scherm
getoond.
ARPEGGIATOR
TEMPO
TYPE
P BEND
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
DETUNE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
STORE
4.
Stel de datawaarde of -instelling in.
MULTI
UTILITY
MASTER
TUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
Druk nogmaals op de Parameter Waarde [UP/DOWN]knop om een instelling te selecteren. Als u de [UP/
DOWN]-knop vasthoudt dan scrollt u door de instellingen.
De [UP]-knop verhoogt de waarde en de [DOWN]-knop
verlaagt de waarde.
N.B.
N.B.
N.B.
Iedere voice is vooringesteld met optimale
instellingen voor de parameters, en de waarde
die u instelt voor een parameter zal worden
afgetrokken van of opgetelt bij de presetwaarde. Als de waarde van een parameter het
beschikbare maximum of minimum
overschrijdt, worden de hoogste of laagste
waarden gebruikt, en iedere instelling daar
overheen zal geen effect hebben.
De werkelijke waarde van een parameter is de
som van de in het scherm getoonde waarde en
de waarde ingesteld met de SOUND
CONTROL-knop.
De oorspronkelijke voice kan worden
opgeroepen en afgeluisterd als u teruggaat naar
de Performance Play mode (zonder eerst op te
slaan) en de SOUND CONTROL-knop op zijn
middenpositie zet.
ARPEGGIATOR
TEMPO
TYPE
P BEND
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
DETUNE
PERFORMANCE
STORE
N.B.
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
MULTI
UTILITY
MASTER
TUNE
U kunt de instelling tevens wijzigen met het
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER] of
de ASSIGN 1/DATA-knop. Laat het getal
voorafgaan door een[-] voor negatieve
waarden.
Houdt [SHIFT] vast en druk op de [UP/DOWN]-knop om de
waarde voor alle vier de Layers tegelijk te wijzigen. Als u op
[SHIFT] drukt in de Performance mode, verschijnt de letter
“A” (Alle) onder het woord “LAYER” in het scherm om aan te
geven dat u de waarden van alle Layers wijzigt.
ARPEGGIATOR
TEMPO
TYPE
P BEND
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
DETUNE
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
OCTAVE
+
+
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
N.B.
U kunt de voices die huidig aan iedere Layer
zijn toegewezen door andere voices vervangen
of een voice aan een ongebruikte Layer
toewijzen (maximaal vier Layer-voices in een
Performance).
Stel andere parameters in.
Als u op andere Parameter Waarde [UP/DOWN]-knoppen
drukt, dan verschijnen de corresponderende parameters
in het scherm. Stel alle andere parameters naar voorkeur
in.
Sla de Performance op.
Als u alle bewerkingshandelingen heeft gemaakt, sla de
Performance dan op als een User Performance. Zie pag.
66 voor details over het opslaan als User Performances.
N.B.
De bewerkte instellingen blijven zelfs in het
geheugen behouden als u het apparaat tijdens
het bewerken uitzet. De Performance die u
bewerkte wordt de volgende keer dat u het
apparaat aanzet geselecteerd, en u kunt verder
gaan waar u gebleven was.
N.B.
Als u een andere Performance selecteert zonder
eerst de data op te slaan van de Performance
die u bewerkt, dan is de bewerkte data verloren.
Zie pag. 66 voor details over het opslaan van
User Performances.
N.B.
Druk nogmaals op de [PERFORMANCE]-knop
of eenmaal op de PROGRAM [-]/[+]knop - dat
het Performance Naamscherm toont - om de
Performance Edit mode te verlaten. U kunt
Multi Play mode direct ingaan vanuit
Performance mode door op de [MULTI]-knop
te drukken.
42
Editteken
Als u eenmaal een Performance heeft bewerkt, verschijnt een
editteken (de letter “E”) in het scherm tussen de bank en het nummer
van de Performance. Dit teken geeft aan dat u de Performance
heeft bewerkt maar nog niet opgeslagen.
Geeft aan dat u de Performance
heeft bewerkt, maar niet opgeslagen.
N.B.
Het editteken verschijnt ook als u aan een
SOUND CONTROL-knop draait.
•
Beschrijving van Iedere Editfunctie
COMMON EDIT 1
Dit menu bevat parameters die algemeen zijn voor alle
Layers in een Performance.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
VARI
DATA
SPEED
TIME
BULK
DUMP
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
NO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
SYSTEM
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
■ ARPEGGIATOR
De Arpeggiator creëert automatisch arpeggio akkoorden,
afhankelijk van de akkoorden en noten die u op het
toetsenbord speelt. Er zijn drie Arpeggiator parameters:
TYPE, TEMPO en SUBDIVIDE.
TYPETEMPO
SUBDIVIDE
COMMON
LAYER
UTILITY
TYPE: Stelt het soort arpeggio in. U kunt kiezen uit 40
beschikbare soorten.
Instellingen:
ArpTy:
Nr.
Naam
1
UpOct1
2
UpOct2
3
UpOct4
4
DwOct1
5
DwOct2
6
DwOct4
7
UpDwAOct1
8
UpDwAOct2
9
UpDwAOct4
10
UpDwBOct1
11
UpDwBOct2
12
UpDwBOct4
13
RandmOct1
14
RandmOct2
15
RandmOct4
16
Techno-A
17
Techno-B
18
Techno-C
19
Techno-D
20
DAHouse
21
SyncopaA
22
SyncopaB
23
Echo&Pan
24
TekkEcho
25
SweepLine
26
PulseLine
27
BaseLineA
28
BaseLineB
29
BaseLineC
30
BaseLineD
31
Ocean
32
X-Sweep
33
Lamb
34
Thips
35
HardCore
36
Doves
37
Chordal
38
Orbit
39
VelGruv
40
MuteLine
Opmerkingen
Het akkoord (of frase) gaat 1 Octaaf omhoog.
Het akkoord (of frase) gaat 2 Octaven omhoog.
Het akkoord (of frase) gaat 4 Octaven omhoog.
Het akkoord (of frase) gaat 1 Octaaf omlaag.
Het akkoord (of frase) gaat 2 Octaven omlaag.
Het akkoord (of frase) gaat 4 Octaven omlaag.
Het akkoord (of frase) gaat 1 Octaaf omhoog, dan omlaag.
Het akkoord (of frase) gaat 2 Octaven omhoog, dan omlaag
Het akkoord (of frase) gaat 4 Octaven omhoog, dan omlaag.
Het akkoord (of frase) gaat 1 Octaaf omhoog , dan omlaag.
(Dit kenmerk verschilt iets van type UpDwAOct1.)
Het akkoord (of frase) gaat2 Octaven omhoog dan omlaag.
(This feature is slightly different from type UpDwAOct2.)
Het akkoord (of frase) ascends up to 4 Octaves, then descends.
(Dit kenmerk verschilt iets van type UpDwAOct4.)
Speelt willekeurig op en neer binnen 1 Octaaf, gebaseerd op het
gespeelde akkoord.
Speelt willekeurig op en neer binnen 2 Octaven, gebaseerd op
het gespeelde akkoord.
Speelt willekeurig op en neer binnen 4 Octaven, gebaseerd op
het gespeelde akkoord.
Typische techno sequence TYPE A. (Europees techno type.)
Typische techno sequence TYPE B. (Brits Type met Velocity.)
Typische techno sequence TYPE C. (Japanse techno type.)
Typischetechno sequence TYPE D. (Duitse techno type.)
Backing sequence met House-gevoel. (Bas voor linkerhand,
Chord play voor rechterhand.)
Syncopation type sequence TYPE A.
Syncopation type sequence TYPE B. (Octaaf beweegt extreem.)
Bewegende pan sequence met echo.
Bewegendet filter sequence met echo.
Sweeping filter sequence.
De sequence gemixt met basloop en (sequence) loopje.
Arpeggio frase TYPE A voor bass.
Arpeggio frase TYPE B voor bass. (Met Velocity.)
Arpeggio frase TYPE C voor bass.
Arpeggio frase TYPE D voor bass.
Duofonische Arpeggio, leuk voor textures, met 4 inputnoten.
Duofonische Arpeggio, twee arpeggios die zich in tegenoverge-
stelde richting begeven, met max 3 inputnoten.
Duofonische Arpeggio, leuk voor complexe akkoorden, met max
5 inputnoten.
Noot Herhalingspatroon, met velocities, met max 2 inputnoten.
Monofonische Acid Line,
Indrukwekkend Monofonisch Loopje,
Tweestemmige Akkoord Sweep,
Driestemmig Akkoord Beweging,
probeer verschillende akkoorden met iedere hand.
Monofonische Acid Line, met velocities,
Monofonische Sequence, zeer korte noten,
noten.
met max.
3 inputnoten.
met max.
met max.
3 inputnoten.
met max.
6 inputnoten,
met
4 inputnoten.
max.4 inputnoten.
met max.
2 input-
Druk op de [ARPEGGIATOR]-knop om de Arpeggiator aan
te zetten. Een [▼]teken verschijnt boven het woord
“ARPEGGIATOR” in het scherm om aan te geven dat de
Arpeggiator aanstaat.
N.B.
Druk nogmaals op [ARPEGGIATOR] om de
Arpeggiator af te zetten.
43
ARPEGGIATOR HOLD
Met de ARPEGGIATOR HOLD-functie kunt u de automatische
arpeggio starten met het spelen van een akkoord en vervolgens
uw handen van het toetsenbord te nemen om de arpeggio
akkoorden in een loop door te laten spelen. Speel een ander
akkoord en de automatische arpeggiator wijzigt overeenkomstig.
Houdt [SHIFT] vast en druk op [ARPEGGIO]. Het Arpeggiator
1.
[▼]teken gaat knipperen in het scherm om aan te geven dat
de functie actief is.
Speel een serie akkoorden of noten.
2.
Druk nogmaals op [ARPEGGIO] om de gearpeggieerde
3.
akkoorden te stoppen.
ARPEGGIATOR SPLIT
Als u [SHIFT] vasthoudt en op de TYPE Parameter Waarde [UP]
knop drukt als de TYPE parameter in het scherm wordt getoond,
wordt de ARPEGGIATOR SPLIT-functie geactiveerd. De letter “S”
verschijnt rechts van de naam van het TYPE om aan te geven dat
de functie actief is.
De ARPEGGIATOR SPLIT-functie scheidt het toetsenbord bij C3
in twee helften (aangegeven door het [▼]teken op het toetsenbord)
waardoor u gearpeggieerde akkoorden op de eerste helft van het
toetsenbord speelt (onder C3) en normale akkoorden op de tweede
helft (C3 en erboven). Houdt [SHIFT] vast en druk op de TYPE
Parameter Waarde [DOWN] knop om de functie te annuleren.
TEMPO: Stelt het tempo van de Arpeggiator in tellen per minuut
in, of wordt bestuurd door een externe MIDI-clock.
Instellingen:
ARP Tempo: MIDI, 40 - 240 (tellen per minuut)
N.B.
Als u het tempo van de Arpeggiator wilt
synchroniseren met het tempo van een extern
MIDI-apparaat, stel de TEMPO-parameter dan
in op MIDI.
SUBDIVIDE: Bepaalt de basisnoot timingresolutie-instellingen
van de Arpeggiator.
Instellingen:
ARP Subdiv: 3/8= q. , 1/4= q , 3/16= e. , 1/6= , 1/8= e , 3/32= r ,
1/12= , 1/16= r , 1/24= , 1/32 = r
■ EFFECT
Er zijn vijf effectparameters: REV TYPE (Reverb Type), CHO
TYPE (Chorus Type), VARI TYPE (Variation Type), VARI PARAM
(Variation Parameter) en VARI DATA (Variation Data). Zie pag.
70 voor informatie over de drie digitale effecteenheden.
Reverb TypeChorus Type
Variation Type
Variation Data
Variation Parameter
De letter "P" (Parameter) of "d"
(Data) verschijnt in de display om
onderscheid te maken tussen de
Variation Parameter en Variation
Data schermen
REV TYPE (Reverb Type): Bepaalt het soort Reverb effect. U
kunt uit 12 soorten kiezen. (Zie de Effect Type Lijst in het aparte
“Data Lijst”boek.)
CHO TYPE (Chorus Type): Bepaalt het soort Chorus effect. U
kunt uit 14 soorten kiezen. (Zie de Effect Type Lijst in het aparte
“Data Lijst”boek.)
VARI TYPE (Variation Type): Bepaalt het soort Variation effect.
U kunt uit 62 soorten kiezen. (Zie de Effect Type Lijst in het
aparte “Data Lijst”boek.)
N.B.
Arpeggiatordata kan worden uitgestuurd als
MIDI messages.
N.B.
De Arpeggiatordata wordt normaal gesproken
als MIDI messages via de MIDI OUTaansluiting verstuurd . U kunt het versturen van
de MIDI-data annuleren door de
[ARPEGGIATOR]-knop vast te houden als u het
apparaat aanzet.
■ PERFORM LEVEL (Performance Niveau)
Dit bepaalt het volumeniveau van de performance.
Instellingen:
Perf Level: 0 - 127
VARI PARAM (Variation Parameter): Bepaalt het soort
Variation effectparameters. Beschikbare parameters zijn
afhankelijk van de VARI TYPE instelling.
N.B.
Als VARI TYPE is ingesteld op “Effect Off”,
zullen de Layers met VARI SEND ingesteld op
“on” (pag. 55) niet hoorbaar zijn. Als u het
Variation Effect niet wilt toepassen op de Layers,
stel dan het VARI TYPE in op “Thru”.
N.B.
Het Variation effect werkt als een Insertie effect
in Performance mode. (Zie pag. 70 voor meer
informatie.)
Zie de Effect Parameter Lijst in het aparte “Data Lijst”boek
voor meer informatie over iedere Variation effectparameter.
44
VARI DATA (Variation Data): Stelt de data (waarde) van de
Variation effectparameter in die is geselecteerd in VARI
PARAM. Zie de Effect Data Toewijzingstabel in het aparte “Data
Lijst” boek voor meer informatie over iedere Variation effect
data-instelling.
N.B.
Als VARI TYPE op “Effect Off” staat dan worden
VARI PARAM en VARI DATA gedeactiveerd.
De Effect Depth en andere parameters kunnen
N.B.
worden bestuurd met de ASSIGN 1/DATA-knop
of een Voetpedaal. Zie pag. 64 voor details.
Zie pag. 70 voor meer informatie over de
N.B.
effecten.
Verplaats de cursor één stapje naar rechts (de huidige
cursorpositie knippert) en selecteer met het Numerieke
Toetsenbord (zoals geprint boven de 0-9 toetsen) en [-]/
[ENTER] de eerste letter, ga dan weer een stapje naar
rechts voor de tweede letter, enz., totdat u de naam van
de performance heeft ingevoerd.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
REL
TIME
REZ
BULK
DUMP
ASSIGN
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
PHASE
LEVEL
POLY
MONO
ASSIGN
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
DIVIDE
FMOD
LEVEL
LEVEL
VOLUME
CURVE
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORM
LEVEL
SUB
MW
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
REL
SUS
TIME
REL
SUS
TIME
PAN
VEL
VEL
FIX
COMMON
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
INIT
LAYER
REL
CTRL
UTILITY
NO
■ PERFORM NAME (Performance Naam)
Hiermee kunt u de Categorie en de naam van de User
Performance selecteren, bestaande uit maximaal acht letters,
nummers of andere karakters.
Verplaats de cursor met de Parameter Waarde [UP/
1.
DOWN] knop naar de positie waarop u een karakter wilt
invoeren.
Verplaats de cursor indien nodig helemaal naar links (het
2.
woord “Category” verschijnt in plaats van de naam van
de Performance) en selecteer met het Numerieke
Toetsenbord (0-9) de Categorie.
9Rd Reed
10PiPipe
11Ld Synth Lead
12Pd Synth Pad
13Fx Synth SFX
14Et Ethnic
15Pc Percussive
16Se Sound Effect
17DrDrums
18Sc Synth Comping
19Vo Vocal
20Co Combination
21W v Material Wave
22Sq Sequence
Instellingen:
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z ‘ a b c d e f g h i j k l m n o p q r s
t u v w x y z 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 - / . , * & _ (spatie)
Common Edit 2
Dit menu bevat controller parameters die algemeen zijn voor
alle Layers in een Performance, met uitzondering van PORTA
SWITCH (Portamento Switch), welke een Layerfunctie is.
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
TYPE
CUTOFF
EFFECT
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
TIME
TIME
BANK
MASTER
TUNE
SFT
ATK
ATK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
LIMIT
LOW
SUS
LEVEL
SUS
LEVEL
VOLUME
VEL
CURVE
NOTE
PERFORM
LEVEL
CUTOFF
LIMIT
HIGH
REL
TIME
REL
TIME
PAN
VEL
FIX
■ P BEND RANGE (Pitch Bend Range)
Deze stelt het Pitch Bend bereik in halve tonen in. De
toonhoogte kan binnen het hier ingestelde bereik naar boven
of beneden worden getransponeerd (‘gebend’)door de stand
van het PITCH-wiel te veranderen.
Instellingen:
PB Bereik: -24 - +24 halve tonen
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
TIME
BULK
DUMP
PERFORM
NAME
COMMON
ASSIGN1
PARAM
2
ASSIGN
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
45
■ MW (Modulatie Wiel)
Dit stelt de control parameters in van het MODULATIE-wiel.
Er zijn drie parameters beschikbaar: PMOD (Pitch Modulatie),
FMOD (Filter Modulatie) en CUTOFF (Cutoff). De hier
ingestelde parameters kunnen worden bestuurd met het
MODULATIE-wiel om vibrato of wah-wah-achtige effecten
aan het geluid toe te voegen.
Pitch ModulationFilter Modulation
■ FC (Foot Control; Voetpedaal)
Dit stelt de parameters in die worden bestuurd door een
Voetpedaal die is aangesloten op de FOOT CONTROLLER
jack op het achterpaneel. Er zijn drie parameters beschikbaar:
FMOD (Filter Modulatie), CUTOFF en VARI EF (Variation
Effect).
Filter ModulationCutoff
Cutoff
PMOD (Pitch Modulatie): Stelt de pitch modulatiegraadin
die wordt gecreëerd door de LFO (Lage Frequentie Oscillator).
De hier ingestelde waarde bepaalt het bereik van de pitch
modulatie, bestuurd door het modulatie-wiel. Het naar voren
draaien van het modulatie-wiel verhoogt, het naar achteren
draaien verlaagt de mate van de pitchmodulatie.
FMOD (Filter Modulatie): Stelt de mate invan de Low Pass
Filter modulatie die wordt gecreëerd door de LFO (Lage
Frequentie Oscillator). De hier ingestelde waarde bepaalt het
bereik van de filtermodulatie, bestuurd door het modulatiewiel. Het naar voren draaien van het modulatie-wiel verhoogt,
het naar achteren draaien verlaagt de mate van de
filtermodulatie.
CUTOFF: Stelt het bereik van de Low Pas Filter Cutoff
frequentie-punten in waarboven andere frequenties worden
afgeknepen. De hier ingestelde waarde bepaalt het bereik van
de cutoff-frequentiepunten bij gebruik van het modulatie-wiel.
Het naar voren draaien van het modulatie-wiel verhoogt het
cutoff-frequentiepunt (en maakt de toon helderder), het naar
achteren draaien verlaagt het cutoffpunt (en maakt het geluid
wat donkerder.
Instellingen:
MW PMod: 0 - 127
MW FMod: 0 - 127
MW Cutoff: -64 - +63
Variation Effect
FMOD (Filter Modulatie): Stelt de mate van de Low Pass Filter
modulatie in die wordt gecreëerd door de LFO (Lage Frequentie
Oscillator). De hier ingestelde waarde bepaalt het bereik van
de filtermodulatie, bestuurd door het voetpedaal. Het naar
voren drukken (naar de maximum positie) van het voetpedaal
verhoogt de mate van de filtermodulatie.
CUTOFF: Stelt het bereik van de Low Pas Filter Cutoff
frequentie-punten in waarboven andere frequenties worden
afgeknepen. De hier ingestelde waarde bepaalt het bereik van
de cutoff-frequentiepunten die worden bestuurd met het
voetpedaal. Het naar voren drukken (naar de maximum positie)
van het voetpedaal verhoogt het cutoff-frequentiepunt (en
maakt de toon helderder).
VARI EF (Variation Effect): Bepaalt het bereik van het Variation
Effect, ingesteld door de COMMON EFFECT parameter (pag.
44), bestuurd door het Voetpedaal.
N.B.
Zie de Effect Parameter Lijst in het aparte “Data
Lijst”boek voor details over welke parameters
met het Voetpedaal kunnen worden bestuurd.
Instellingen:
FC FMod: 0 -127
FC Cutoff: -64 - +63
FC Vari EF: -64 - +63
46
■ PORTA (Portamento)
Dit bepaalt de Portamento-instellingen van de Layer-voices.
Portamento wijzigt voortdurend de toonhoogte van de ene
noot naar de volgende, waardoor u de toonhoogte van noot
naar noot over kunt laten glijden. Er zijn twee parameters
beschikbaar, SWITCH en TIME. SWITCH-waarden kunnen
voor iedere individuele Layer worden ingesteld, en TIMEwaarden worden gelijkelijk op alle Layers toegepast.
SwitchTime
SWITCH: Zet Portamento aan of uit (voor iedere Layer).
TIME: Stelt de tijd in die de toonhoogte nodig heeft om de
volgende gespeelde noot te bereiken (voor alle Layers).
Instellingen:
Porta SW: on, off
Porta Time: 0 -127
■ ASSIGN1 PARAM (ASSIGN1 Parameter)
Deze bepaalt welke parameter wordt bestuurd door de ASSIGN
1/DATA-knop. U kunt kiezen uit 29 typen beschikbare
parameters. (De standaardparameter die is toegewezen aan
de ASSIGN 1/DATA-knop hangt af van de geselecteerde
Performance.)
Instellingen:
(Zie de Referentiepagina’s die in onderstaande tabel worden opgenoemd voor details over
iedere parameter.)
Parameters waar een sterretje achterstaat (*) beïnvloeden
gelijkelijk alle Layer-voices in een Performance. Hoewel u ze
niet direct in het scherm kunt wijzigen, kunt u ze toewijzen
aan de ASSIGN 1/DATA-knop.
U kunt tevens iedere parameter selecteren door het
corresponderende getal in te voeren met het Numerieke
Toetsenbord (0-9) en [ENTER].
Layer Edit 1
De functies in dit menu zijn voornamelijk gerelateerd aan het
toetsenbord. De parameters kunnen worden ingesteld voor
iedere individuele Layer in een Performance.
PARAM
SWITCH
WAVE
CUTOFF
LOCAL
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
TIME
SPEED
DCY
TIME
TIME
FILTER
BULK
DUMP
COMMON
ASSIGN1
PARAM
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
SYSTEM
REV
TYPE
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
SEND
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
TRANS
VEL
VEL
FIX
CURVE
47
■ TUNE
Deze stelt de afstemming van de geselecteerde Layer in. Er
zijn twee parameters beschikbaar: NOTE SFT (Note Shift) en
DETUNE.
Note ShiftDetune
NOTE SFT (Note Shift): Verhoogt of verlaagt de toonhoogte
van de voice met halve tonen.
Instellingen:
Note Shift: -24 - +24 (halve tonen)
DETUNE: Verhoogt of verlaagt de toonhoogte van de voice
in fijne verhogingen of verlagingen van 0.1 Hz.
Instellingen:
Detune: -12.8 Hz - +12.7 Hz
■ NOTE
Deze stelt het bereik van noten in die iedere individuele Layervoice speelt. Er zijn twee parameters beschikbaar: LIMIT LOW
en LIMIT HIGH.
Limit LowLimit High
■ VEL (Velocity)
Deze bepaalt de velocity-instellingen voor iedere Layer-voice.
Er zijn vier parameters beschikbaar: LIMIT LOW, LIMIT HIGH,
OFFSET en DEPTH.
Limit LowLimit High
OffsetDepth
LIMIT LOW: Bepaalt de laagste velocitywaarde die wordt
gesignaleerd als het toetsenbord wordt bespeeld. Er wordt geen
geluid geproduceerd als het toetsenbord wordt bespeeld met
een velocitywaarde die zwakker is als hier ingesteld.
LIMIT HIGH: Bepaalt de hoogste velocitywaarde die wordt
gesignaleerd als het toetsenbord wordt bespeeld. Er wordt geen
geluid geproduceerd als het toetsenbord wordt bespeeld met
een velocitywaarde die sterker is als hier ingesteld.
VOLUME
LIMIT LOW: Bepaalt de lage noot-limiet, ofwel de laagste
noot die door de voice wordt gespeeld.
LIMIT HIGH: Bepaalt de hoge noot-limiet, ofwel de hoogste
noot die door de voice wordt gespeeld.
C1C2C3C4C5
C-2 • • •
3648607284
0 • • •
Nootnaam
Nootnummer
Instellingen:
Nt Limit L: C-2 - G8
Nt Limit H: C-2 - G8
N.B.
LIMIT LOW is ingesteld op C2 en
LIMIT HIGH is ingesteld op C4.
Bereik van noten dat kan worden gespeeld.
CS2x Keyboard
CS2x Toetsenbord
U kunt de LIMIT LOW noot niet boven een
C6
96
LIMIT HIGH noot instellen, of de LIMIT HIGH
noot onder de LIMIT LOW noot.
030100127
VELOCITY (Speelkracht, of aanslaggevoeligheid)
Als LIMIT LOW is ingesteld op “30” en LIMIT HIGH is ingesteld
op “100”, is het velocitybereik waarbinnen kan worden
gespeeld beperkt tot hetgeen bovenstaande grafiek laat zien.
Instellingen:
Vel Lmt L: 1 - 127
• • • G8
Vel Lmt H: 1 - 127
• • • 127
N.B.
U kunt de LIMIT LOW noot niet boven een
LIMIT HIGH noot instellen, of de LIMIT HIGH
noot onder de LIMIT LOW noot.
48
OFFSET: Stelt de offsetwaarde in van de velocity. De hier
ingestelde waarde wordt opgeteld bij of afgetrokken van de
werkelijke velocitywaarde.
VELOCITY OFFSET GRAFIEK ( Bij DEPTH = 64)
VELOCITY NIVEAU ONTVANGEN
DOOR TOONGENERATOR
VELOCITY=127
(OFFSET=63)
(OFFSET=0)
VELOCITY=1
OFFSET=-64
Instellingen:
Vel Offset: -64 - +63
OFFSET=63
Bereik
bepaald
door offset
Bereik
bepaald
door offset
ONTVANGEN VELOCITY
DEPTH=64
OFFSET=0
DEPTH=64
OFFSET=–64
DEPTH=64
DEPTH: Stelt de sterkte in van de velocity. Hoe groter de
waarde, hoe gevoeliger de velocity, waardoor het bespelen
van het toetsenbord luidere geluiden zal produceren.
VELOCITY DEPTH GRAFIEK (Bij OFFSET=64)
VOLUME
DEPTH=96, OFFSET=64
■ ASSIGN2
Deze stelt de controlparameter en knopgevoeligheid van de
ASSIGN 2-knop in. U kunt maximaal vier parameters
toewijzen uit 29 typen. U kunt tevens de gevoeligheid
(controlbereik van de knop) van iedere parameter instellen.
(De standaardparameter die is toegewezen aan de ASSIGN 2knop hangt af van de geselecteerde Performance.)
1. Selecteer de Layer.
Druk op Layer [-]/[+] om de Layer te selecteren waaraan u
een parameter wilt toewijzen.
Selecteer het onderdeel (parametertype of gevoeligheid)
2.
die u wilt bewerken en het toewijzingsnummer waaraan
u de parameter wilt toewijzen.
Druk op PARAM [UP] om het onderdeel (parametertype of
gevoeligheid) dat u wilt bewerken, en het toewijzingsnummer
te selecteren. Iedere maal dat u op PARM [UP] drukt, verplaatst
de pijlcursor zich zoals in de volgende tabel te zien is.
Parametertype van toewijzingsnummer 1
Sensitiviteit van toewijzingsnummer 1
Parameter van toewijzingsnummer 2
Sensitiviteit van toewijzingsnummer 2
Parametertype van toewijzingsnummer 3
Sensitiviteit van toewijzingsnummerr 3
Parametertype van toewijzingsnummer 4
Sensitiviteit van toewijzingsnummer 4↓↑
▲▼
↓↑
↓↑
↓↑
↓↑
↓↑
↓↑
↓↑
Iedere maal dat u op PARAM [DOWN] drukt, verplaatst de
pijlcursor zich in tegenovergestelde richting.
OFFSET=63
Instellingen:
Vel Depth: 0 - 127
DEPTH=64
OFFSET=63
DEPTH=32
OFFSET=63
DEPTH=0, OFFSET=63
ONTVANGEN VELOCITY
Parameter Type
Layer
Toewijzingsnummer
3.
Verplaats de cursor naar het Parameter Type-gedeelte in
Sensitiviteit
het scherm, en druk op DATA [UP/DOWN] om het
parametertype te selecteren.
Instellingen:
De parameters die in de volgende tabel worden opgenoemd kunnen worden toegewezen
aan de toewijzingsnummers 1 - 4. Zie de Referentiepagina’s die in de tabel worden genoemd
voor details over iedere parameter.
N.B.
Als voices niet aan de Layers (BANK = “off”)
zijn toegewezen, dan worden Parametertype
en sensitivity niet in het scherm getoond.
Hoewel parameters met een sterretje (*) niet kunnen worden
gemodificeerd, kunt u ze toewijzen aan een ASSIGN 2-knop.
U kunt iedere parameter ook selecteren door het
corresponderende getal in te voeren met het Numerieke
Toetsenbord (0-9) en [ENTER].
Layer Edit 2
De functies in dit menu omvatten AEG (Amplitude Envelope
Generator) en LFO (Lage Frequentie Oscillator) parameters,
die essentieel zijn voor het creëren van iedere Layer-voice.
De parameter kan worden ingesteld voor iedere individuele
Layer in een Performance.
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
■ AEG (Amplitude Envelope Generator)
Deze stelt de parameters in van de Amplitude Envelope
Generator. Met de AEG kunt u bepalen hoe het volumeniveau
van iedere Layer-voice zich in tijd wijzigt, vanaf het moment
dat een toets wordt aangeslagen, vervolgens losgelaten, en
hoe het geluid daarna wegsterft. Er zijn vier parameters
beschikbaar: ATK TIME (Attack Time), DCY TIME (Decay Time),
SUS LEVEL (Sustain Level) en REL TIME (Release Time).
N.B.
Elk muziekinstrument heeft een unieke
envelope-curve, die een belangrijke rol speelt
bij het bepalen van de geluidskarakteristieken.
De AEG simuleert de wijziging van de volume
envelope-curve in tijd.
Attack TimeDecay Time
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
BULK
DUMP
PERFORM
NAME
VARI
DATA
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
Druk op PARAM [UP/DOWN] om de pijlcursor te
4.
verplaatsen naar het Sensitivity-gedeelte in het scherm.
Druk op DATA [UP/DOWN] om de sensitiviteit van de
5.
knop in te stellen.
Instellingen:
Parameters kunnen worden ingesteld tussen -32 en +32 voor toewijzingsnummers 1 t/m 4.
N.B.
Neem als voorbeeld nu eens aan dat u de
Volume parameter heeft geselecteerd en de
knopsensitiviteit heeft ingesteld op “+32”. Het
volume is “0” als de knop tegen de klok in
helemaal naar links is gedraaid, en “127” als
de knop met de klok mee helemaal naar rechts
is gedraaid.
Als de knopsensitiviteit op de negatieve waarde
“-32” is ingesteld, is het volume “127” als de
knop helemaal naar links is gedraaid, en “0”
als de knop helemaal naar rechts is gedraaid.
Als de sensitiviteitswaarde laag is, wordt het
controlbereik van de knop verkleind en beperkt.
6.
Herhaal bovenstaande stappen om een ander Parameter
Type en knopsensitiviteit in te stellen voor ieder van de
vier toewijzingsnummers.
N.B.
Als het PARAM-scherm wordt getoond, dan
kunt u Parameter Type selecteren of de
knopsensitiviteit wijzigen met de ASSIGN 1/
DATA-knop of het Numerieke Toetsenbord (0-
9) en [ENTER].
Sustain LevelRelease Time
N.B.
Afhankelijk van de geselecteerde voice, kan
het wijzigen van bepaalde parameters geen
merkbaar effect hebben.
ATK TIME (Attack Time): Bepaalt de tijd die een geluid nodig
heeft om zijn maximum volumeniveau te bereiken als een
noot wordt gespeeld.
DCY TIME (Decay Time): Bepaalt de tijd die een geluid nodig
heeft om zijn Sustain Niveau te bereiken vanaf een maximum
volume als de toets wordt vastgehouden.
SUS LEVEL (Sustain Level): Stel het Sustain Niveau in. Het
volume houdt op dit niveau aan zolang de toets wordt
vastgehouden.
50
REL TIME (Release Time): Bepaalt de tijd die het geluid nodig
heeft om uit te sterven nadat de toets is losgelaten.
VOLUME
SUS
LEVEL
TIJD
ATK TIMEREL TIMEDCY TIME
Key OnKey Off
PMOD (Pitch Modulatie): Voegt een cyclische wijziging toe
aan de toonhoogte door het toepassen van LFOfrequentiemodulaties om een vibrato effect te creëren. Hogere
waarden verbreden het bereik van de toonhoogtewijziging.
FMOD (Filter Modulatie): Voegt een cyclische wijziging toe
aan de Low Pass Filter cutoff frequentie door het toepassen
van LFO-frequentiemodulaties om een wah-wah-achtig effect
te creëren. Hogere waarden verbreden het bereik van de
wijziging van de cutoff frequentie.
WAVE: Selecteert het LFO-frequentiesignaal dat voor
modulatie wordt gebruikt. U kunt kiezen uit de volgende
soorten:
Instellingen:
AEG Atk Tm: -63 - +63
AEG Dcy Tm: -63 - +63
AEG Sus Lv: -64 - +63
AEG Rel Tm: -63 - +63
■ LFO (Lage Frequentie Oscillator)
Deze stelt de parameters in van de Lage Frequentie Oscillator
van iedere Layer Voice. De LFO is een oscillator die lage
frequentie-signalen genereert (onder het bereik van het gehoor)
waarmee zekere aspecten van het geluid, zoals toonhoogte,
volume of filterniveau, worden gemoduleerd. Er zijn zes
parameters beschikbaar: AMOD (Amplitude Modulatie)
PMOD (Pitch Modulatie), FMOD (Filter Modulatie), WAVE
(Golfvorm), SPEED (Snelheid) en PHASE INIT (Fase
Initialiseren).
Amplitude ModulationPitch Modulation
Filter ModulationWave
Saw (Zaagtand)
Tri (Triangel)
S&HTr (Sample &
Hold = willekeurig)
*S&HTr = Voegt willekeurige wijzigingen toe aan de toonhoogte.
(NB: Triangel golfvormen worden toegepast op de AMOD en FMOD.
Triangel golfvorm wordt zelfs toegepast als u S&HTr voor PMOD selecteert,
als u de PMOD met het Modulation Wiel bestuurt.)
ELEM (Element)
*Standaardinstellingen van ieder element zijn afhankelijk van de geselecteerde voice.
TIJD
TIJD
TIJD
SPEED: Stelt de snelheid in van de LFO-frequentie modulatie.
Hogere waarden verhogen de snelheid.
LANGZAAM
TIJD
SNEL
TIJD
SpeedPhase Init
AMOD (Amplitude Modulatie): Voegt een cyclische wijziging
toe aan het volumeniveau door het toepassen van LFOfrequentiemodulaties om een tremelo effect te creëren. Hogere
waarden verbreden het bereik van de volumewijziging.
51
PHASE INIT (Fase Initialiseren): Bepaalt of de fase van de
LFO-frequentie modulatiegolfvorm wel of niet wordt gereset,
iedere keer dat er een noot wordt gespeeld. Er zijn drie keuzen
beschikbaar: Free, Retr (retrigger) en Elem (Element).
Free: De golfvorm start op de fase-positie waar een noot wordt gespeeld.
Fase als
toetsenbord
wordt
bespeeld
+
0
TIJD
–
KEY ON
Retr (Retrigger): De golfvorm start op de +/-0 fase-positie.
+
Layer Edit 3
De functies in dit menu omvatten FEG (Filter Envelope
Generator) en PEG (Pitch Envelope Generator) parameters,
die essentieel zijn voor het creëren van iedere Layer-voice.
De parameters kunnen worden ingesteld voor iedere
individuele Layer in een Performance.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
BULK
DUMP
PERFORM
NAME
VARI
DATA
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
SYSTEM
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
0
TIJD
■ FEG (Filter Envelope Generator)
Deze stelt de parameters in van de Filter Envelope Generator.
–
KEY ON
Elem (Element): De golfvorm start vanaf de standaardfase-positie (Free of Retr)
voor ieder element van de voices.
Met de FEG bepaalt u hoe de toon, ofwel het timbre, van
iedere Layer-voice in tijd wijzigt, vanaf het moment dat een
toets wordt aangeslagen en vervolgens losgelaten, en hoe het
geluid daarna wegsterft. Er zijn vier parameters beschikbaar:
ATK TIME (Attack Time), DCY TIME (Decay Time), SUS LEVEL
(Sustain Level) en REL TIME (Release Time). Deze parameters
beïnvloeden alleen de Low Pass Filter.
N.B.
Afhankelijk van de geselecteerde voice, heeft
het wijzigen van bepaalde parameters geen
merkbaar effect.
Attack TimeDecay Time
Sustain LevelRelease Time
52
ATK TIME: Bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn
maximum cutoff frequentie niveau te bereiken als een noot
wordt gespeeld.
DCYTIME (Decay Time): Bepaalt de tijd die een geluid nodig
heeft om het Sustain Niveau te bereiken vanaf een maximum
niveau als de noot wordt vastgehouden.
Initial LevelAttack Time
SUS LEVEL (Sustain Level): Stelt het Sustain Niveau in. De
cutoff frequentie blijft behouden op dit niveau zolang de toets
wordt vasthouden.
REL TIME (Release Time): Bepaalt de tijd die de cutoff
frequentie nodig heeft om het vooringesteld niveau te bereiken
van iedere voice, nadat de toets is losgelaten.
Deze stelt de parameters in van de Pitch Envelope Generator.
Met de PEG kunt u bepalen hoe de toonhoogte van iedere
Layer-voice zich in tijd wijzigt, vanaf het moment dat een
toets wordt aangeslagen en vervolgens losgelaten, en hoe het
geluid daarna wegsterft. Er zijn zes parameters beschikbaar:
INIT LEVEL (Initial Level), ATK TIME (Attack Time), ATK LEVEL
(Attack Level), DCY TIME (Decay Time), REL TIME (Release
Time) en REL LEVEL (Release Level).
N.B.
Aangezien de PEG de wijziging van de pitch
envelope curve in tijd wijzigt, kunt u alles
creëren, van SFX-achtige effecten tot subtiele
toonhoogtewijzigingen van blaasinstrumenten.
N.B.
Afhankelijk van de geselecteerde voice, kan het
wijzigen van bepaalde parameters geen
merkbaar effect hebben.
Attack LevelDecay Time
Release TimeRelease Level
INIT LEVEL (Initial Level): Stelt het initiële toonhoogteniveau
in als een toets wordt gespeeld.
ATK TIME (Attack Time): Bepaalt de tijd die het geluid nodig
heeft om het Attack Niveau te bereiken nadat een noot is
gespeeld.
ATK LEVEL (Attack Level): Stelt het initieel gewenste niveau
in nadat een noot is gespeeld
DCY TIME (Decay Time): Bepaalt de tijd die het geluid nodig
heeft om de basistoonhoogte te bereiken vanaf het Attack
Niveau terwijl de toets wordt vastgehouden.
REL TIME (Release Time): Bepaalt de tijd die de
basistoonhoogte nodig heeft om het Release Niveau te
bereiken nadat de toets is losgelaten.
REL LEVEL (Release Level): Stelt het laatst gewenste niveau in
nadat de toets is losgelaten.
De functies in dit menu omvatten parameters die
voicetoewijzing, volume en paninstellingen voor iedere Layer
bepalen, plus effectniveaus, filterinstellingen en meer. De
parameters kunnen worden ingesteld voor iedere individuele
Layer in een Performance.
DEMO
STORE
MULTI
UTILITY
PERFORMANCE
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
LIMIT
LOW
SUS
LEVEL
SUS
LEVEL
VOLUME
VEL
CURVE
NOTE
PERFORM
LEVEL
CUTOFF
LIMIT
HIGH
REL
TIME
REL
TIME
PAN
VEL
FIX
TYPE
FMOD
AMOD PMOD
LEVEL
SEND
TRANS
EFFECT
CHO
REV
LIMIT
LOW
INIT
REV
VARI
TYPE
TYPE
FC
CUTOFF
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
EFFECT
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
CH
■ BANK
Hiermee kunt u een XG- of PRE-bank van beschikbare voices
selecteren die kunnen worden toegewezen aan de individuele
Layers (zie ook PROGRAM hieronder).
PARAM
SWITCH
CUTOFF
LOCAL
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
SPEED
WAVE
DCY
TIME
FILTER
BULK
DUMP
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
■ PROGRAM
Hiermee kunt u een voice, of program, uit de huidig
geselecteerde bank selecteren.
Instellingen:
(Naam): #001 - #128
N.B.
Houdt er rekening mee dat de beschikbare
Programnummers van 1 - 128 gaan en de MIDI
Program Changenummers van 0 - 127. Trek
de waarde “1” af van het CS2x
Programnummer die u de MIDI message wilt
laten selecteren om de MIDI Program
Changenummers overeen te stemmen, als u van
program wisselt bij het gebruik van een extern
MIDI-apparaat.
064 - 073, 096 - 101, SFX, PRE0 - 20 (“PRE”banken zijn alleen voor Performances)
Bank Conversietabel voor Voices gebruikt in Performances
MSB LSB BankLCDOpmerkingen
000XG000 XG
011XG001
↓
↓↓↓↓ ↓
01 0 1 1 0 1XG101
↓
640102SFX ↓
630103PRE0 voor Performance
631104PRE1
↓
↓↓↓↓ ↓
637110PRE7
6363820111
↓↓↓ ↓
123
PRE8
PRE20
↓
↓
↓
voor Performance
--999off
Een bank kan direct worden geselecteerd door het invoeren
van het corresponderende BANK-nummer met het Numerieke
Toetsenbord (0-9) en [ENTER].
N.B.
Zie de Voice Lijsten in het aparte “Data
Lijst”boek voor meer informatie over Banken
en Programs (voices).
■ VOLUME
Deze stelt het volumeniveau in van iedere individuele Layer.
Instellingen:
Volume: 0 - 127
■ PAN
Deze stelt de panpositie in (de linker- of rechterplek in het
stereospectrum) van iedere individuele Layer. Aangezien er
verschillende panposities kunnen worden ingesteld voor iedere
Layer, kunt u een geavanceerd stereobeeld (voor stereo output)
van de Performance creëren.
N.B.
Zie de voicelijst in het aparte “Data Lijst” boek
voor meer informatie over Banken en Programs.
De panpositie van iedere Layer zal indien
ingesteld op “Random” tussen rechts en links
bewegen als u de Performance speelt.
N.B.
Sommige voices zijn vooringesteld en hebben
een vaste pan “links” in de lagere registers en
“rechts” in de hogere registers. In zulke gevallen
kunt u de paninstelling niet wijzigen.
■ EFFECT
Dit bepaalt de Reverb en Chorus effectniveaus van iedere Layer
en de Variation effect-configuratie. Er zijn drie parameters
beschikbaar: REV SEND (Reverb Send niveau), CHO SEND
(Chorus Send niveau) en VARI SEND (Variation Send aan/uit).
Reverb SendChorus Send
Variation Send
■ FILTER
Deze stelt de filterparameters in voor iedere Layer. Er zijn
twee parameters beschikbaar: CUTOFF en REZ (Resonantie).
Deze parameters beïnvloeden alleen de Low Pass Filter (LPF).
CutoffResonance
REV SEND (Reverb Send): Bepaalt het verstuurniveau van het
Reverb effect.
CHO SEND (Cho Send): Bepaalt het verstuurniveau van het
Chorus effect.
VARI SEND (Variation Send): Activeert of inactiveert het
versturen van Variation effect.
Instellingen:
Rev Send: 0 - 127
Cho Send: 0 - 127
Var Send: off, on
N.B.
De waarde van sommige Layers kan
aanmerkelijk wijzigen als u het Variation effect
gebruikt.
N.B.
Zie pag. 70 voor meer informatie over de
digitale effecten.
N.B.
Over het algemeen wijzigen filters het timbre
door signalen binnen specifieke bandbreedte
door te geven en anderen af te knijpen. De
CS2x is voorzien van twee soorten filters. Een
Low Pass Filter (LPF) geeft de signalen onder
het gespecificeerde frequentiepunt (de “cutoff
frequentie”) door en knijpt de signalen erboven
af. En High Pass Filter (HPF) geeft de signalen
boven de cutoff frequentie door en knijpt de
signalen eronder af. De HPF kan worden
bestuurd met SOUND CONTROL-knop 5 (pag.
19).
N.B.
Afhankelijk van de geselecteerde voice, kan het
wijzigen van bepaalde parameters geen
merkbaar effect hebben.
CUTOFF: Bepaalt de cutoff frequentie van het filter, ofwel het
frequentiepunt waarboven andere frequenties worden
afgeknepen of uitgefilterd. Hogere instellingen resulteren in
heldere tonen en lagere instellingen in donkere tonen.
VOLUME
DOORGEGEVEN FREQUENTIES
AFGEKNEPEN FREQUENTIES
FREQUENTIE
CUTOFF FREQUENTIE
REZ (Resonantie): Stelt de hoeveelheid filterresonantie in ofwel
de emphasis (lett. nadruk) van de cutoff frequentie. Hogere
instellingen produceren een hogere resonantiepiek, terwijl
lagere instellingen een relatief vlakke respons geven.
Dit bepaalt of de voice in iedere Layer monofoon (één noot
tegelijk) of polyfonisch (maximaal 64 noten tegelijk) wordt
afgespeeld.
Over het algemeen wordt de Polyfonische mode geselecteerd
om meerdere geluiden tegelijk te genereren. Er zijn echter
gevallen waarin het effectiever is om de Mono mode te
selecteren, zoals bij het gebruik van een basgeluid,
blaasinstrumentgeluid of een analoog synthesizer leadgeluid.
Multi Play in Performance Mode
In Performance mode kunt u de Performance
gebruiken als een instrument Part, plus 12 extra
Parts voor het multitimbrale afspelen met een
externe MIDI-sequencer. De Layer (met tussen de
1 en 4 voices) maakt Part 1 en de extra beschikbare
12 Parts corresponderen met Parts 5 - 16.
Hoewel de ontvangstkanalen zoals wordt getoond in
het volgende diagram zijn ingesteld op de fabriek, kunt
u de ontvangstkanalen wijzigen met de MIDI RCV CH
(Receive Channel) parameter van de Utility mode.
Instellingen:
Mono/Poly: mono, poly
N.B.
U kunt maximaal 64 noten tegelijk spelen. Het
aantal noten echter kan worden gereduceerd
of beknot als u voices gebruikt die bestaan uit
twee Layers en/of een nogal gecompliceerde
song speelt met teveel noten.
Performance
Layer 1
Layer 2
Layer 3
Layer 4
Multi
Part 5
Part 6
Part 7
Part 14
Part 15
Part 16
MIDI Ontvangstkanalen
op de fabriek ingesteld
Kan. 1
Kan. 5
Kan. 6
Kan. 7
Kan.14
Kan.15
Kan.16
56
Als een kanaal wordt geselecteerd voor zowel de
•
Performance als één van de Multi Parts, spelen de
twee tegelijk af, twee geluiden tegelijkertijd
producerend. Controleer de instellingen van de
ontvangstkanalen als u de Performance speelt en
een onbedoeld extra geluid ontvangt naast de
Performance Layer.
U kunt de Multi-instellingen op het paneel niet
•
modificeren in Performance mode, met
uitzondering van de ontvangstkanaal-instelling.
Gebruik een extern MIDI-apparaat zoals een
sequencer om de Multi-instellingen te modificeren.
•
U kunt alleen maar één Performance tegelijk
afspelen. Het is niet mogelijk om Performances
als Parts voor de Multi te gebruiken of de Layers te
configureren met de Performances.
2
Multi Play Mode
In Multi Play mode kunt u maximaal 16 Parts afspelen met een externe MIDI-sequencer. Deze mode wordt
voornamelijk gebruikt als de CS2x wordt gebruikt als een XG-toongenerator of als een muziekdata invoermedium
in een computer-muzieksysteem. U kunt iedere XG-voice van de 586 voices en 20 drumvoices gebruiken. Als u
opneemt op of afspeelt van een externe sequencer dan kunt u met de Multi Part Edit functie het volume en de
effecten van ieder Part instellen.
Externe
MIDI Sequencer
MIDI Data
(1~16 kan.)
PART 1~16
MULTI PART EDIT
XG voices, volume, pan,
effect en andere instellingen.
Multi Play Mode ingaan
Druk op [MULTI] om de Multi Play mode in te gaan. Een [▲]
teken verschijnt onder het woord “MULTI” in het scherm
om aan te geven dat de Multi Play mode actief is.
Categorie
DEMO
PERFORMANCEMULTI
STOREUTILITY
Program (Voice)-nummer
Bij het bespelen van het toetsenbord speelt de voice van het
huidig geselecteerde Part af, zoals wordt getoond in het scherm
(1-16). De Categorienaam van de geselecteerde voice wordt
naast de naam van de voice getoond.
Voicenaam
Partnummer
• Multi Part Edit Mode
In Multi Part Edit mode kunt u een voice toewijzen aan ieder
Part en het volume, pan, effect en andere parameters van ieder
Part instellen. Deze instellingen zijn tijdelijk, totdat u ze opslaat
met Multi Store (pag. 68). Kortom, het ingaan van de
Performance mode zonder eerst de Multi op te slaan, wist alle
door u gemaakte instellingen.
STORE 1 ~ 9
BANK
Part 1 ~ 16
PART SELECT
PROGRAM
VOLUME
PAN
EFFECT
FILTER (LPF)
POLY/MONO
Bewerkingsprocedure
U kunt een voice selecteren uit de 128 beschikbare normale
voices in de XG000 (GM) Bank met de PROGRAM [-]/[+]knoppen of het Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER].
Andere normale voices plus drumvoices zijn beschikbaar in
Multi Part Edit mode (zie hieronder).
N.B.
Als u de Multi Play mode ingaat vanuit de
Performance mode, reset de CS2x automatisch
de interne toongenerator op de XG ON (001
Grand Piano) status.
1. Selecteer een Part.
Druk op Part [-]/[+] om de Part te selecteren die u wilt
bewerken.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
+
OCTAVE
+
57
2. Selecteer de parameter.
Druk eenmaal op de Parameter Waarde [UP/DOWN]-knop
die correspondeert met de parameter die u wilt bewerken om
de parameter te selecteren en de Multi Part Edit mode te
activeren. De naam van de parameter en de huidige
instellingen worden in het scherm getoond.
PARAM
SWITCH
CUTOFF
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
SPEED
PHASE
WAVE
DCY
TIME
FILTER
INIT
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
TIME
TIME
BANK
SFT
ATK
ATK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
REV
TYPE
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
EFFECT
REV
SEND
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
LEVEL
PAN
3. Selecteer de waarde.
Druk nogmaals op [UP/DOWN] om de waarde in te stellen.
Als u de [UP/DOWN]-knoppen vasthoudt, dan scrollt u door
de instellingen. De [UP]-knop verhoogt de waarde en de
[DOWN]-knop verlaagt de waarde.
N.B.
U kunt de datawaarde ook wijzigen met het
Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER] of
de ASSIGN 1/DATA-knop.
N.B.
Als u op andere Parameter Waarde [UP/
DOWN]-knoppen drukt, verschijnen de
corresponderende parameters in het scherm.
Stel alle parameters naar eigen voorkeur in.
4. Sla de Multi op.
Als u alle bewerkingen gemaakt hebt, sla de Multi dan op. Zie
op pag. 68 hoe u dat het beste kunt doen.
N.B.
Druk nogmaals op de [MULTI]-knop of
eenmaal op de PROGRAM [-]/[+]-knop om de
Multi Part Edit mode te verlaten. U ziet
vervolgens het Voice Naamscherm. U kunt
vanuit Multi mode direct naar de Performance
mode gaan door op de [PERFORMANCE]-knop
te drukken.
• Beschrijving van Iedere
Bewerkingsfunctie
■ BANK
Hiermee kunt u een Bank selecteren van beschikbare
COMMON
LAYER
voices die aan ieder Part kunnen worden toegewezen (zie
ook PROGRAM hieronder). Er valt te kiezen uit
verschillende normale voicebanken die maar liefst 128
normale voices bevatten, plus een bank met verschillende
drumvoices (kits) en tevens SFX-banken.
In Multi Play mode zijn alle instellingen
beschikbaar via de ASSIGN 1 /DATA-knop,
maar slechts enkelen zijn beschikbaar bij het
gebruik van de BANK [UP/DOWN]-knop.
Bank Conversietabel voor De Multi
MSB LSB BankLCD
000XG000
011XG001
↓↓↓ ↓
0101 10 1 XG101
640102SFX
1260126 SFXKIT
1270127 DRUM
Off
--
999
Een bank kan direct worden geselecteerd door het
corresponderende BANK-nummer in te voeren met het
Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER].
N.B.
Zie de XG-Voice lijst in het aparte “Data
Lijst”boek voor meer informatie over Banken
en Programs (voices).
58
■ PROGRAM
Hiermee kunt u een voice, of program, in de huidig
geselecteerde BANK selecteren (zie boven).
■ VOLUME
Deze stelt het volume van het geselecteerde Part in. Er kunnen
verschillende volumeniveaus voor ieder Part worden ingesteld.
Instellingen:
(Naam): 1 - 128 (afhankelijk van de geselecteerde Bank)
N.B.
Houdt er rekening mee dat de beschikbare
Programnummers van 1 - 128 gaan en de MIDI
Program Changenummers van 0 - 127. Trek
de waarde “1” af van het CS2x
Programnummer die u de MIDI-message wilt
laten selecteren om de MIDI Program
Changenummers overeen te stemmen, als u van
program wisselt bij het gebruik van een extern
MIDI-apparaat.
N.B.
Zie de Voice Lijsten in het aparte “Data
Lijst”boek voor meer informatie over Banken
en Programs (voices).
N.B.
U kunt het Programnummer ook wijzigen met
een enkele druk op een nummer (0-9) van het
Numerieke Toetsenbord bij gebruik van de
Quick Program Change functie, net zoals in
Performance mode (pag. 41).
Normale Voices en Drum Voices
De beschikbare voices zijn verdeeld in twee groepen:
normale voices en drum voices. In Multi Play mode kunt
u zowel “normale” als “drum”voices selecteren en spelen
voor het geselecteerde Part.
Een normale voice is een ge’pitch’te voice die van laag tot
hoog op een toonladder kan worden gespeeld, zoals een
piano of trompet. In Multi Play mode bevinden zich 586
XG normale voices.
Een drumvoice is een complete set van drum- en andere
percussiegeluiden, waarbij ieder geluid een vaste
toonhoogte heeft. Ieder geluid is toegewezen aan een
specifiek MIDI-nootnummer die tevens correspondeert met
een toets op een MIDI-toetsenbord. In Multi Play mode
bevinden zich 20 XG-drumvoices. Zie de XG Drum Voice
Lijst in het aparte “Data Lijst”boek voor een lijst van de
drum- en percussiegeluidstoewijzingen voor iedere toets.
TG300B-Mode
Er zijn eigenlijk twee toongeneratormodes: XG-mode en
TG300B-mode. Gewoonlijk speelt de CS2x in XG-mode.
Het weet echter automatisch welke mode het moet
selecteren, gebaseerd op de inkomende MIDI-data, i.e.
via MIDI System Exclusive messages die in de muziekdata
kunnen worden geprogrammeerd met een externe MIDIsequencer.
Instellingen:
Volume: 0 - 127
■ PAN
Deze stelt de panpositie in (de linker- of rechterplek in het
stereospectrum) van ieder Part. Verschillende panposities
kunnen voor ieder Part worden ingesteld (voor stereo output).
Indien ingesteld op “Random”, beweegt de pan
van ieder Part tussen links en rechts als een
voice wordt gespeeld.
N.B.
Sommige voices zijn vooringesteld en staan vast
op een panpositie “links” in het lage register
en “rechts” in het hoge register. In dit geval
kunt u de paninstelling niet modificeren.
■ EFFECT
Deze stelt het effect send (output) niveau in van ieder Part. Er
zijn drie parameters beschikbaar: REV SEND (Reverb Send
niveau), CHO SEND (Chorus Send niveau) en VARI SEND
(Variation Send). U kunt het effect send niveau voor ieder effect
in realtime wijzigen als u de XG-songdata die effectinstellingen
bevatten afspeelt met een extern MIDI-apparaat.
N.B.
Als u op [MULTI] drukt om de Multi Play mode
in te gaan (vooringesteld op XG ON), is ieder
effect vooringesteld op standaardinstellingen:
Hall 1 (Reverb), Chorus 1 (Chorus) en Delay L,
C, R (Variation). In dit geval is het Reverb send
niveau ingesteld op 64 en de Chorus en
Variation send niveaus op 0.
Afhankelijk van de XG-songdata die worden gespeeld,
verschillen de effecttypes en de in de song gebruikte
parameters.
Houdt er rekening mee dat de Performance Edit mode EFFECT
TYPE parameters en hun instellingen niet in relatie staan met
de effectinstellingen hier.
In de TG300B-mode speelt de CS2x multitimbrale
muziekdata af die is gecreëerd voor TG300B-compatibele
toongenerators. De TG300B-mode is tevens compatibel
met het General MIDI System Level 1 formaat.
In TG 300B-mode kan de CS2x:
• Maar liefst 16 Parts spelen.
• Kiezen uit 614 normale voices en 10 drumvoices.
59
Reverb SendChorus Send
Variation Send
CUTOFF: Bepaalt de cutoff frequentie van het filter, of het
frequentiepunt waarboven andere frequenties worden
afgeknepen of uitgefilterd. Hogere instellingen resulteren in
een helder geluid en lagere instellingen resulteren in een
donker geluid.
REZ (Resonantie): Stelt de hoeveelheid filterresonantie of
nadruk in rond de cutoff frequentie. Hogere instellingen
produceren een hogere resonantie piek, terwijl lagere
instellingen een relatief vlakke respons produceren.
REV SEND (Reverb Send): Bepaalt het sendniveau van het
Reverb effect.
CHO SEND (Chorus Send): Bepaalt het sendniveau van het
Chorus effect.
VARI SEND (Variation Send): Activeert of deactiveert de output
van het Variation effect.
Instellingen:
Rev Send: 0 - 127
Cho Send: 0 - 127
Var Send: off, on (of 0 - 127*)
N.B.
* De Variation Send parameters staan uit of aan
(off, on) als het Variation effect wordt gebruikt
als Insertion effect. Het bereik loopt van 0 127 als het als System effect wordt gebruikt.
Gewoonlijk werkt het Variation effect als een
Insertion effect als het geen parameter change
messages ontvangt van een externe MIDIsequencer om over te schakelen naar System
Effect. Zie pag. 70 voor meer informatie over
Insertion en System effecten.
■ FILTER
Deze stelt de filterparameters van ieder Part in. Er zijn twee
parameters: CUTOFF en REZ (resonantie). Deze parameters
hebben alleen effect op het Low Pass Filter (LPF).
CutoffResonantie
Over het algemeen wijzigen filters het timbre door signalen
door te geven binnen een gespecificeerde frequentie
bandbreedte en door anderen af te knijpen. Multi Play mode
bevat een Low Pass Filter (LPF) die signalen doorgeeft onder
het gespecificeerde frequentiepunt (de “cutoff frequentie”) en
signalen erboven afknijpt.
■ POLY/MONO
Deze bepaalt of de voice in iedere Layer monofoon (één noot
tegelijk) of polyfonisch (maximaal 64 noten tegelijk) wordt
afgespeeld.
Over het algemeen wordt de Poly mode geselecteerd om
meerdere geluiden tegelijk te genereren. Er zijn echter gevallen
waarbij het effectiever is om de Mono mode te selecteren,
bijvoorbeeld bij het gebruik van een basgeluid, blaasgeluid
of een analoog synthezisergeluid.
PROGRAM VOLUME
BANK
DEMO
STORE
N.B.
MULTI
UTILITY
U kunt maximaal 64 noten tegelijk spelen. Het
PERFORMANCE
Instellingen:
Mono/Poly: mono, poly (tevens “---” voor SFXKT en DRUM)
EFFECT
REV
PAN
CHO
SEND
SEND
VARI
CUTOFF
SEND
FILTER
POLY
REZ
MONO
aantal noten kan echter worden verminderd of
ingekort als u meerdere Parts gebruikt in een
nogal gecompliceerde song die gebruik maakt
van teveel noten.
Gebruik van Multi Play Mode
Multi Play mode is speciaal ontworpen voor het
•
gebruik van de CS2x als een multitimbrale
toongenerator voor een externe MIDI-sequencer,
en alle Part toewijzingen en andere instellingen
kunnen door MIDI messages worden bestuurd
zoals is opgeslagen in de muziekdata in de
sequencer. Om het verlies van BANK,
PROGRAM, VOLUME, PAN, EFFECT, FILTER,
POLY/MONO- toewijzingen en -instellingen die
u in Multi Play Edit mode maakt te vermijden,
moet u echter opslaan met Multi Store (pag. 68)
voordat u naar Performance mode overschakelt.
De Arpeggiator- en Scene-functies zijn niet
•
beschikbaar in Multi Play mode. Ze kunnen alleen
worden gebruikt met de Performances in
Performance mode.
N.B.
Afhankelijk van de geselecteerde voice,
produceert het wijzigen van sommige
parameters geen merkbaar effect.
60
3
Utility Mode
In Utility mode kunt u het CS2x-systeem, MIDI en speciale toewijzingsparameters instellen.
PROGRAM
CS2xCS2x
MIDI
SYSTEEMINSTELLINGEN
MASTER TUNE
KBD TRANS
VEL CURVE
VEL FIX
MIDI-INSTELLINGEN
TRANS CH
RCV CH
DEVICE NO
LOCAL
BULK DUMP
WIJS CONTROL
CHANGE NUMMER TOE
Utility Mode Ingaan
Druk op [UTILITY] om de Utility mode in te gaan en een [▲]teken verschijnt onder het woord “UTILITY” in het scherm
om aan te geven dat de Utility mode actief is.
Parameternaam
DEMO
PERFORMANCE MULTI
STOREUTILITY
N.B.
Als u Utility mode ingaat, dan toont de LCDdisplay het scherm dat u had geselecteerd toen
u Utility mode het laatst verliet. De eerste maal
echter dat u op de [UTILITY]-knop drukt nadat
u het apparaat heeft aangezet, toont de LCDdisplay het SYSTEM MASTER TUNE-scherm.
DEMO
N.B.
MULTI
UTILITY
U kunt de datawaarde ook wijzigen met het
PERFORMANCE
STORE
Numerieke Toetsenbord (0-9) en [ENTER] of
de ASSIGN 1/DATA-knop.
N.B.
Als u op andere Parameter Waarde [UP/
DOWN]-knoppen drukt, verschijnen de
corresponderende parameters in het scherm.
Stel alle andere parameters naar voorkeur in.
N.B.
Druk op [PERFORMANCE] of [MULTI] om
Utility mode te verlaten en terug te keren naar
respectievelijk de Performance of Multi Play
mode.
N.B.
Het is niet noodzakelijk om de in Utility mode
gemaakte wijzigingen op te slaan, aangezien
de CS2x de door u gemaakte wijzigingen
onthoudt.
• Beschrijving van de Utility
functies
BANK
MASTER
TUNE
KBD
TRANS
• Procedure
Selecteer de parameter.
1.
Druk eenmaal op de Parameter Waarde [UP/DOWN]knop die correspondeert met de parameter die u wilt
bewerken om de parameter te selecteren. De naam van
de parameter en huidige instelling worden in het scherm
getoond.
PROGRAM
BANK
DEMO
PERFORMANCE
STORE
Stel de waarde in.
2.
Druk nogmaals op [UP/DOWN] om de waarde in te
stellen. Het vasthouden van de Parameter Waarde [UP/
DOWN]-knop wijzigt de waarde snel. Door het
vasthouden van [UP/DOWN] scrollt u door de instellingen.
De [UP]-knop verhoogt de waarde en de [DOWN]-knop
verlaagt de waarde.
MULTI
UTILITY
MASTER
TUNE
KBD
TRANS
SYSTEM
Deze bepaalt de afstemming en andere aan het toetsenbord
gerelateerde instellingen van de CS2x toongenerator. Er
zijn vier parameters beschikbaar: MASTER TUNE, KBD
TRANS (Keyboard Transpose), VEL CURVE (Velocity Curve)
en VEL FIX (Velocity Fix).
■ MASTER TUNE
Deze stemt de CS2X toongenerator. De basistoonhoogte
is 440 HZ bij noot A3. De master tuning kan worden
aangepast met 1-hondersten verhogingen en verlagingen.
De waarde 100 hondersten is gelijk aan een
halve toon.
61
■ KBD TRANS (Keyboard Transpose)
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
VOLUME
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
VOLUME
Hiermee kunt u de toonhoogte van het toetsenbord in halve
tonen transponeren. De transponeerwaarde wordt tevens
getoond in het OCTAVE-scherm.
easy: deze curve is ook ontworpen om het volumeniveau
te verhogen bij een zachtere speelstijl. Het volumeniveau
is echter stabiel in alle registers aangezien de velocitycurve
in het middenbereik dicht bij Normaal ligt.
Aangezien de Keyboard Transpose-instelling
verband houdt met de OCTAVE SHIFT-functie,
wijzigt de instelling automatisch afhankelijk
van de OCTAVE SHIFT-instelling.
■ VEL CURVE (Velocity Curve)
De hier ingestelde velocity curve bepaalt de wijze waarop
de CS2x toongenerator reageert op het spelen van velocity
als de VEL FIX parameter (zie hieronder) is uitgezet (“off”).
Er zijn zes verschillende curven beschikbaar.
norm (Normaal): De velocity is evenredig met de kracht
(hoe hard u het toetsenbord bespeelt).
VOLUME
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
soft1: Een zachtere speelstijl verhoogt het volume. Dit is
geschikt voor mensen met een zachte toetsaanslag.
VOLUME
wide: een zachtere speelstijl verlaagt het volume en een
hardere speelstijl verhoogt het volume. Als resultaat krijgt
u een breder dynamisch bereik.
hard: Een hardere speelstijl verhoogt het volume. Dit is
geschikt voor mensen met een harde toetsaanslag.
VOLUME
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
Instellingen:
Vel Curve: norm, soft1, soft2, easy, wide, hard
■ VEL FIX (Velocity Fix)
Deze zet de velocity van het CS2x-toetsenbord vast op
een specifieke waarde. Dit wordt gebruikt als u het geluid
wilt afspelen op een vaste velocity, ongeacht de kracht
van uw toetsaanslag.
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
soft2: Een zachtere speelstijl verhoogt het volume.
Vergeleken met Soft1, ligt deze dichter bij Normaal.
VOLUME
SPEELKRACHT OP HET TOETSENBORD
62
Instellingen:
Vel Fix: off, 1 - 127
N.B.
Stel VEL FIX in op “of” om de velocitycurve
geselecteerd in VEL CURVE (zie boven) te
inactiveren.
MIDI
De MIDI-parameters bepalen de toetsaspecten over hoe
de CS2x data uitwisselt met een extern MIDI-apparaat. Er
zijn vijf parameters beschikbaar: TRANS CH (Transmit
Channel), RSV CH (Receive Channel), DEVICE NO
(Device Nummer), LOCAL en DUMP.
■ TRANS CH (Transmit Channel)
Deze stelt het MIDI-verstuurkanaal in waarover de CS2x
MIDI-data verstuurt naar een extern MIDI-apparaat als een
sequencer.
Instellingen:
Trans Ch: 1 - 16
N.B.
U kunt met de CS2x data naar een extern MIDIapparaat zoals een muzieksequencer versturen.
Zie pag. 12 voor details.
■ RCV CH (Receive Channel)
Deze stelt in Performance mode het MIDI-ontvangstkanaal
in voor besturing van de CS2x met een extern apparaat
zoals een MIDI-sequencer of een computer software
applicatie.
De CS2x reset in Multi Play mode de interne toongenerator
op de XG ON (001 Grand Piano) status en ontvangt
automatisch de externe data.
■ DEVICE NO (Device Nummer)
Deze stelt het MIDI-apparaatnummer in. Voor het
versturen of ontvangen van sytem exclusive messages,
zoals bulk dump of parameter change messages, met een
extern MIDI-apparaat, moet u de CS2x en het externe
apparaat op hetzelfde apparaat- of devicenummer
instellen.
Instellingen:
Device No: 1 - 16, all, off
■ LOCAL
Deze bepaalt of het CS2x-toetsenbord is aangesloten op
de interne toongenerator. Voor normaal spel moet LOCAL
worden ingesteld op “on”. Als u de CS2x als een mastertoetsenbord-controller gebruikt voor het versturen van
noot- en andere data naar een MIDI-muzieksequencer dan
moet LOCAL worden ingesteld op “off”. Als LOCAL op
op “off”staat is het toetsenbord losgekoppeld van de
toongenerator en reageert de CS2x interne toongenerator
niet op het toetsenbord als u het bespeeld (er wordt geen
geluid geproduceerd), maar het toetsenbord verstuurt dan
nog steeds MIDI messages vanuit de MIDI OUTaansluiting. Tegelijkertijd reageert de CS2x interne
toongenerator op binnenkomende MIDI-data van een
extern apparaat die worden ontvangen via de MIDI INaansluiting .
EXTERN MIDI-APPARAAT
MIDI OUT
MIDI IN
MIDI IN
MIDI OUT
Instellingen:
Perf Rch: LAYER A (“Alle” Performance Layer voices) = Channel 1 - 16, PART 5 - 16
= Channel 1 - 16, off
N.B.
In Performance mode kunnen de
ontvangstkanalen worden ingesteld om MIDInoot en andere data te ontvangen om de
Performance Layer plus 12 Parts (Part 5 - 16) te
spelen zoals is ingesteld voor de Multi (zie Multi
Play mode). U kunt echter geen Insertion Effect
voor Parts 5-16 gebruiken (zie Digitale Effecten
op pag. 70).
N.B.
Selecteer met de PART/PLAYER [-][+]-knoppen
de Layer (“A”) of Part (“5 -16”) waaraan u een
MIDI-kanaal wilt toewijzen.
Instellingen:
Local: on, off
TOON-
GENERATOR
LOCAL "OFF"
TOETSEN-
BORD
63
■ BULK DUMP
Control Change NummerNaam
Controller
Deze functie wordt gebruikt voor het versturen van CS2x
Performance data in bulk naar een andere CS2x of naar
een MIDI-opslagapparaat zoals de Yamaha MIDI Data Filer
MDF3. Dit is handig om te backuppen, op te slaan, of om
uw belangrijke Performance data te organiseren.
Instellingen:
Bulk Dump: 1Perf, All
N.B.
Sluit, om te kunnen versturen, eerst de MIDIapparaten aan met MIDI-kabels. (Zie de
respectievelijke handleidingen van de externe
MIDI-apparaten voor details over opstelling.)
Tevens moet u het devicenummer van de CS2x
overeenstemmen met het externe MIDIapparaat (zie DEVICE NO. hierboven).
■ ASSIGN CTRL NO (Assign Control Nummer)
Hiermee kunt u Control Change Nummers toewijzen aan
controllers als het MODULATIE-wiel en de SOUND
CONTROL-knoppen. Dit wordt voornamelijk gebruikt om
externe MIDI-apparaten te besturen die zijn aangesloten
op de CS2x met MIDI-kabels.
Bulk Dump Versturen
Selecteer het soort data dat u naar een extern apparaat wilt
1.
“dumpen” met de BULK DUMP [UP/DOWN]-knop.
1Perf: Verstuurt de Preset of User Performance data die huidig is
geselecteerd in de Performance mode.
All: Verstuurt zowel alle User Performance data als de System
data-instellingen.
N.B.
2.
Druk op [ENTER] om de bulk dump uit te voeren. Het woord
De CS2x verstuurt geen Multi data in bulk.
“End” verschijnt in het display als de handeling is uitgevoerd,
en vervolgens keert het oorspronkelijke scherm terug in de
display.
VWX
MNO
DEF
ABC
7
4
1
0
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
Bulk Dump Ontvangen
De CS2x kan Performance data ontvangen van een extern apparaat
en deze terugladen op de CS2x in bulk. De CS2x is klaar voor
ontvangst van de data als een Bulk Dump handeling wordt
uitgevoerd door een extern MIDI-apparaat. De data die ontvangen
kunnen worden zijn afhankelijk van de mode. (Zie het aparte “Data
Lijst”boek voor details over MIDI dataformaat.) U moet het
devicenummer van de CS2x overeenstemmen met het
devicenummer van het externe MIDI-apparaat (zie DEVICE NO
hierboven).
N.B.
De hoofdfunctie van de SOUND CONTROLknoppen blijft ongewijzigd.
N.B.
U kunt bepalen of het MODULATIE-wiel of het
Voetpedaal wordt gebruikt voor Scene Control
(pag. 26)
N.B.
In de tabel hieronder is te zien op welke
controller de LCD-afkortingen reageren.
ControllerLCD
Modulatie WielMW
Sound Control Knop 1 (ATTACK)Knop1
Sound Control Knop 2 (DECAY)Knop2
Sound Control Knop 3 (RELEASE)Knop3
Sound Control Knop 4 (ASSIGN 1/DATA)Knop4
Sound Control Knop 5 (HPF CUTOFF)
Sound Control Knop 6 (LPF CUTOFF)
Sound Control Knop 7 (RESONANCE)
Sound Control Knop 8 (ASSIGN 2)
Voetschakelaar die is aangesloten op de FOOTSWITCH jack op het achterpaneel
Voetpedaal dat is aangesloten op de FOOT CONTROLLER jack
op het achterpaneel
Voet Volumepedaal dat is aangesloten op de FOOT VOLUME jack op het achterpaneel
N.B.
U kunt in de Scene Controlinstellingen kiezen
Knop5
Knop6
Knop7
Knop8
FS
FC
FV
uit Mod. Wheel (MODULATIE-wiel) of FootCtrl
(Voetpedaal) om de controller voor Scene
“Morphen” te bepalen.
SCENE 1 of 2 knoppen (alleen voor Scene Control)
Scene
N.B.
De CS2x kan tevens CS1x bulk data ontvangen.
Afhankelijk van de golfvorm en andere data,
kan het geluid iets afwijken.
64
De tabel geeft een overzicht van de Control Change Nummers
en Namen die aan de verschillende controllers kunnen worden
toegewezen.
General Purpose: Op de CS2x is General
Purpose 1 voor FC, 2 voor Knop 4 (ASSIGN 1/
DATA), 3 voor Knop 8 (ASSIGN 2), 4 voor “geen
instelling”, 5 voor Knop 2 (DECAY), 6 voor
Knop 5 (HPF CUTOFF) en 7 en 8 voor geen
instelling.
De Controllers Toewijzen
1.
Beweeg de paneelcontroller (i.e. een SOUND CONTROLknop of het MODULATIE-wiel) naar waar het Control Change
Nummer moet worden toegewezen. De parameter van de
controller verschijnt in het scherm.
N.B.
Druk op een [SCENE]-knop om de Scene
Control-parameters in het scherm te doen
verschijnen.
Druk op de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]-knop om het
2.
Control Change Nummer en de Naam te selecteren.
3.
Herhaal stappen 1 en 2 om de Control Change Nummers en
Namen aan iedere controller toe te wijzen.
N.B.
Deze functie is speciaal handig voor het
besturen van een extern MIDI-apparaat met
de CS2x (zie pag. 72).
Over de SOUND CONTROL-knoppen
Wijzigingen die worden gemaakt door de SOUND
CONTROL-knoppen kunnen worden verstuurd als
MIDI messages via de MIDI OUT-aansluiting zoals is
toegewezen met de ASSIGN CTRL NO-functie.
Hier volgen de standaardtoewijzingen voor de SOUND
CONTROL-knoppen zoals ze zijn ingesteld bij
fabricage:
Knop 173: Attack Time
Knop 280: General Purpose 5
Knop 372: Release Time
Knop 417: General Purpose 2
Knop 581: General Purpose 6
Knop 674: Brightness (helderheid)
Knop 771: Harmonic Content
Knop 818: General Purpose 3
•
Als de CS2x de data die is toegewezen aan iedere
SOUND CONTROL-knop van een extern MIDIapparaat ontvangt, is de parameter die is geprint
op het paneel effectief voor de knop. Als
bijvoorbeeld de message Brightness (74) van een
extern apparaat wordt ontvangen, wordt Attack
Time beïnvloed als Brightness (74) is toegewezen
aan Knop 1 en de Attack Time (73) is toegewezen
aan Knop 3.
•
Zowel de data die is toegewezen aan de Knop met
de ASSIGN CTRL NO-functie als parameterdata
zoals die is geprint op het paneel voor de Knop
worden verstuurd naar de interne toongenerator
als u aan de Knop draait. Als u bijvoorbeeld aan
Knop 1 draait, worden zowel Brightness (74) als
Attack Time beïnvloed als Brightness (74) is
toegewezen aan Knop 1.
65
4
Store Mode
Met Store mode kunt u bewerkte Performances, Scenes of de Multi in het interne geheugen van de CS2x opslaan.
U moet, om Store mode in te gaan, eerst in Performance of Multi Play mode zijn. U kunt Store mode niet ingaan
vanuit de Utility mode.
PERFORMANCE STORE (OPSLAG)
Preset Performance
Bank I : 1~128
Bank II : 1~128
Bewerkte Performance
Bestemming van Opslag
Opslaan
User Performance
Bank I : 1~128
Bank II : 1~128
Een Performance Opslaan
1.
Druk, na het bewerken van een performance, op de
[STORE]-knop om Store mode in te gaan. Een [▲]-teken
verschijnt onder het woord “STORE” om aan te geven
dat de Store mode actief is.
DEMO
PERFORMANCE MULTI
STOREUTILITY
MULTI STORE (OPSLAG)
Instelling
Part Parameter
Part 1Part 16
SCENE STORE (OPSLAG)
8 Knop Positie 1/2Scene 1/2
Geheugen
Performance (Preset I/II, User I/II)
N.B.
Geef de Performance een nieuwe naam met
Opslaan
Scene 1
Multi Set 1~9
Performance
Opslag
de PERFORM NAME parameter in Performance
Edit mode (pag. 45).
Druk op [ENTER]. Het woord “Sure?” (Weet u het zeker?)
4.
verschijnt in het scherm.
Druk op [USER] om de User Performance bank te
2.
selecteren waarin u de Performance op wilt slaan.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
3.
Selecteer het User Performance nummer waarmee u de
PROGRAM
OCTAVE
+
+
performance wilt opslaan met het Numerieke
Toetsenbord (0-9) en [ENTER], de PROGRAM [-]/[+]knoppen of de ASSIGN 1/DATA-knop.
N.B.
Als u een bestaande User Performance
overschrijft, is de voorheen hier opgeslagen
data verloren. Sla voor de veiligheid uw
belangrijke data altijd op een extern apparaat
op, zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF3.
Bespeel eenvoudig het toetsenbord om het geluid te checken.
5.
Druk op [YES] om het opslaan uit te voeren. Nadat de
data is opgeslagen keert het scherm terug naar de
Performance Play mode.
Als u de Performance niet wilt opslaan, druk dan op [NO] om
het opslaan te annuleren.
N.B.
U verlaat Store mode met een druk op de
[PERFORMANCE]-knop.
Bij het opslaan van een Performance worden ook de posities
van de SOUND CONTROL-knoppen opgeslagen. Als u
daarom een opgeslagen User Performance in Performance
Play mode selecteert, produceert de CS2x het geluid dat wordt
beïnvloed door iedere SOUND CONTROL-knoppositie van
moment van opslag. (Het draaien aan de knop roept het geluid
op met de huidige SOUND CONTROL-knopposities.)
66
Een Scene Opslaan
Iedere Performance bevat twee Scene geheugens. De Scene
Store-functie wordt gebruikt om een scene, of de positie van
de acht SOUND CONTROL-knoppen toe te wijzen aan ofwel
[SCENE 1] of [SCENE 2] van de huidig geselecteerde
Performance. Dit is handig bij live-optreden of opname
sessies, aangezien u hiermee toegang heeft tot een bepaalde
instelling met een simpele druk op een [SCENE]-knop.
N.B.
Er kunnen in iedere performance twee Scenes
worden opgeslagen.
Voer Performance Store uit om de Scenes permanent op
3.
te slaan in de huidig geselecteerde Performance.
Selecteren van Scenes
Selecteer eerst de Performance waarin u de Scenes heeft
opgeslagen. Druk vervolgens op [SCENE 1] of [SCENE 2] om de
gewenste Scene te selecteren. De LED van de geselecteerde knop
brandt om aan te geven dat u de Scene-instellingen heeft
geselecteerd.
Als een Scene wordt geselecteerd, wordt iedere SOUND
CONTROL-knop geïnactiveerd , en u kunt de parameters niet
wijzigen met de knoppen.
N.B.
Het opslaan van een Scene in de edit buffer
heeft alleen effect zolang de huidige
Performance blijft geselecteerd. Als u de Scenedata permanent in de geselecteerde
Performance wilt opslaan, moet u opslaan met
Performance Store (zie boven). Anders bent u
de Scene-instellingen bij het selecteren van een
andere performance of het ingaan van Multi
Play mode kwijt. Draai alle SOUND
CONTROL-knoppen op hun middenposities
voordat u Performance Store uitvoert.
1.
Zet iedere SOUND CONTROL-knop op de positie van
uw voorkeur.
ATTACK
Houdt [STORE] ingedrukt en druk op [SCENE 1] om de
2.
DECAY
CUTOFFCUTOFFLPFHPF
RELEASEDATAASSIGN
RESONANCE
ASSIGN
huidige SOUND CONTROL-knopinstellingen op te slaan
in het Scene 1 tijdelijke buffergeheugen. Houdt [STORE]
ingedrukt en druk op [SCENE 2] om een andere set
SOUND CONTROL-knopinstellingen op te slaan in het
Scene 2 tijdelijke buffergeheugen.
Als de SCENE CONTROL-functie is geactiveerd door het tegelijk
indrukken van de twee [SCENE]-knoppen (beide LED’s branden),
dan kunt u met het MODULATIE-wiel of een aangesloten
voetpedaal in realtime “morphen” tussen het geluid van iedere
Scene. De minimum positie van de controller is Scene 1 en de
maximum positie is Scene 2. Zie pag. 64 voor details over hoe u
kunt bepalen welke controller wordt aangewezen voor de SCENE
CONTROL-functie.
2
MW/FC
SCENE 2
1
SCENE
MODULATIE
1
2
SCENE 1
Wijzigt relatieve niveaus tussen
SCENE 1 en SCENE 2
DEMO
PERFORMANCE MULTI
STOREUTILITY
2
1
SCENE
MW/FC
“OK” verschijnt in het scherm als de Scene is opgeslagen in
het tijdelijk buffergeheugen.
67
De Multi Opslaan
Druk, na het bewerken van de Part-instellingen, op de
1.
[STORE]-knop om de Store mode in te gaan. Het woord
“MultiStore” verschijnt in het scherm.
2.
Selecteer met het Numerieke Toetsenbord (1-9) één van
de negen beschikbare User Multi geheugenlokaties.
3.
Druk op [ENTER]. Het woord “Sure?” (Weet u het zeker?)
verschijnt in het scherm.
Druk op [YES] om het opslaan uit te voeren. Nadat de
.
4
data is opgeslagen keert het scherm terug naar de Multi
Play mode.
Als u de Multi niet op wilt slaan, druk dan op [NO] om het
opslaan te annuleren.
N.B.
N.B.
U verlaat de Store mode door op [MULTI] te
drukken.
Als u de Multi opslaat, worden alleen de Multi
Edit menu parameterinstellingen voor ieder Part
opgeslagen, en niet de posities van de SOUND
CONTROL-knoppen.
Een Opgeslagen Multi
Oproepen
Houdt [MULTI] ingedrukt en gebruik het Numerieke
Toetsenbord (1-9) om in Multi Play mode één van de
negen Multi’s te selecteren.
N.B.
Druk op 0 in het Numerieke Toetsenbord om
XG mode = ON te selecteren.
68
5
Fabrieksinstellingen
U kunt alle instellingen van de CS2x resetten (Performance, Scene, System en MIDI-instellingen) naar de
oorspronkelijke fabrieks (oorspronkelijke) standaardinstellingen.
N.B.
Het uitvoeren van deze functie vervangt al uw
bestaande data. Sla daarom altijd eerst uw
belangrijke data op een extern apparaat op
zoals de Yamaha MIDI Data Filet MDF3.
Zet de CS2x uit. Zet hem dan weer aan, terwijl u de toetsen 7,
8 en 9 op het Numerieke Toetsenbord ingedrukt houdt.
VWX
MNO
DEF
ABC
7
4
1
0
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
STANDBY
ON
69
APPENDIX
Digitale Effecten
De CS2x is voorzien van drie onafhankelijke effect units, Reverb, Chorus en Variation, die op verschillende
wijzen op voices kunnen worden toegepast waardoor het geluid enorm verreikt kan worden. In Performance
mode kunt u kiezen uit Reverb, Chorus en Variation effecttypen, en tevens extra ingestelde parameters voor het
Variation effect. In Multi Play mode kunnen system exclusive (MIDI) data die in een songsequence zijn
geprogrammeerd (van een externe sequencer of computer) de verschillende CS2x effectparameters wijzigen op
specifieke punten in de song om zo het geluid en de impact van het afspelen te verrijken.
■ Type 1: Reverb
Reverb hercreëert de geluiden van de verschillende
omgevingen door het toevoegen van ambiance door
middel van vertragingen of echo’s. U kunt kiezen uit 12
Reverb-typen. (Zie de Effect Type Lijst in het aparte “Data
Lijst” boek.)
■ Type 2: Chorus
Chorus creëert een scala aan rijke, ruimtelijk klinkende
effecten die vooral in stereo dramatisch klinken. Er zijn
14 Chorus effecttypen beschikbaar, met inbegrip van
Chorus en Flanger. (Zie de Effect Type Lijst in het aparte
“Data Lijst” boek.)
■ Type 3: Variation
Variation is een speciale afdeling van verschillende
effecten, inclusief Reverb en Chorus, plus vele anderen
die niet in de andere secties zijn te vinden, zoals Distortion,
Wah en AutoPan. Er zijn 62 Variation effecttypen
beschikbaar. (Zie de Effect Type Lijst in het aparte “Data
Lijst” boek.)
Systeem en Insertie Effecten
De CS2x effectensecties kunnen ofwel als systeemeffecten of
als insertie effecten worden gebruikt. Reverb en Chorus zijn
altijd Systeemeffecten, hetgeen betekent dat ze op één of alle
Parts kunnen worden toegepast. Het Variation effect kan ook
een Systeemeffect zijn, of het kan worden ingesteld als Insertie
effect, hetgeen betekent dat het kan worden toegewezen aan
één specifiek Part.
Eigenlijk werken de Systeem en Insertie effecten op de CS2x
hetzelfde als in een mengpaneel, zoals in het diagram rechts
wordt getoond. Systeemeffecten kunnen bijvoorbeeld worden
toegepast op muziekinstrumenten (i.e. Parts) die zijn
aangesloten op de verschillende mixerkanalen; de hoeveelheid
van ieder Systeemeffect wordt bepaald door de kanaal”send”
en systeem”return” niveauknoppen. Een Insertie effect kan
worden aangesloten (ingevoegd) op een signaalbaan van een
specifiek kanaal om alleen het geluid van dat instrument (i.e.
Layer/Part) voort te brengen.
Op de CS2x kan het Insertie effect (Variation) in de Performance
mode op één of meer van de vier Layers worden toegepast,
terwijl het in Multi Play mode alleen op één Part kan worden
toegepast.
De Systeem en Insertie effectconfiguraties kunnen in detail
worden bestuurd door XG-songdata (te herkennen aan het
XG-teken) als de CS2x zich in Multi Play mode bevindt.
100
100
100
100
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
100
100
LEVEL
LEVEL
100
100
LEVEL
LEVEL
100
100
LEVEL
LEVEL
100
100
LEVEL
LEVEL
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
100
100
100
100
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
SYSTEEM EFFECT
Reverb Effect
Chorus Effect
Insertie EffectInsertie Effect
Variation Effect
Kan worden gebruikt als Systeem
Layer 1-4
L4
zowel als Insertie effect.
14 1512L116L3L2
Multi Play Mode
Part 1-16
Performance Mode
Performance Mode
Het diagram hieronder toont de signaalbaan van de drie
effecten als de CS2x zich in performance mode bevindt. In dit
geval staat het Variation effect vast als het Insertie effect.
De variation Send Aan/Uit-schakelaar 1 bepaalt op welke
Layers het variation effect wordt toegepast. De Performance
Layer Edit 4 menu EFFECT VARI SEND parameter zet het
Variation effect van iedere Layer aan of uit (pag. 55).
De wet/dry-balans 2 van het Variation effect bepaalt de ratio
van het beïnvloedde (wet) signaal op het oorspronkelijke (dry)
signaal. Het resulterende Variation effectsignaal wordt dan
verstuurd naar het Reverb effect via de Reverb send-knop3
en naar het Chorus effect via de Chorus send-knop 4; Het
Send chorus To Reverb-signaal 5 kan worden bestuurd met
de ASSIGN 1 knop. De Performance Layer Edit 4 menu EFFECT
REV SEND 6 en CHO SEND 7 parameters bepalen de
respectievelijke Reverb en Chorus sendniveaus die op iedere
Layer worden toegepast (pag. 55). Op Layers die zijn uitgezet
1, alswel op Parts 5 - 16, kunnen nog steeds Systeem Reverb
en Chorus effecten worden toegepast.
70
PERFORMANCE
Layer 1
aan
1
Layer 2
aan
1
Layer 3
aan
1
uit
Layer 4
1
Part 5
Part 16
om de hoeveelheid toegepast effect te bepalen. Het Send
Chorus to Reverb 6 niveau van het Chorus effect naar het
3
(voor iedere layer/part)
Rev Send
Rev
7
Cho Send
6
4
Rev Send
Knopl (Cho to Rev)
Cho Send
Cho
(voor iedere layer/part)
5
2
Vari
wet/dry
Reverb effect kan ook in series worden bestuurd, als u het
toewijst aan de ASSIGN 1-knop (pag. 47); in dit geval moet
het Chorus return %-niveau ingesteld worden op “0”.
Uit
MULTI
•XG effect ingesteld op Insertion
•Part 3 VARI SEND ingesteld op
ON
Part 1
Part 2
Part 3
Vari
1
wet/dry
Rev
Send Cho to Rev
Cho
5
Rev Return Niveau
6
Cho Return Niveau
Uit
7
N.B.
Reverb en Chorus sendniveaus bij Layers met
de Variation Send Aan/Uitschakelaar op AAN
(ON) worden bepaald door de hoogst
genummerde Layer. Als Layer 1, 2 en 3 zijn
aangezet, dan bepaalt het Reverb en Chorus
Sendniveau van Layer 3 de hoeveelheid
toegepast effect op iedere Layer.
N.B.
In Performance mode kunnen effect
sendniveaus voor Parts 5 - 16 ( evenals voor
Layers 1 - 4) worden bestuurd door een externe
MIDI sequencer. Het Variation effect kan niet
worden toegepast op Parts 5 - 16).
Multi Play Mode
Het diagram hieronder toont de signaalbaan van de drie
effecten als de CS2x zich in Multi Play mode bevindt en het
Variation effect is ingesteld als een Insertie effect.
N.B.
N.B.
Het Variation (Insertie) effect kan op elk van de 16 Parts worden
toegepast door de Multi Edit EFFECT VARI SEND parameter
aan te zetten (ON) (pag. 60). De ratio van het Variation effect
(wet) signaal op het oorspronkelijke (dry) signaal wordt bepaald
door de wet/dry-balans 1, dat op zijn beurt de hoeveelheid
Variation effectsignaal bestuurt dat wordt toegepast op het Part
(pag. 60).
Hoewel er slechts op één Part tegelijk Variation effect kan
worden toegepast, kan er op alle Parts, inclusief het Part met
Variation effect, Reverb en Chorus worden toegepast, bepaald
door de Reverb send 2 en Chorus send 3 niveauinstellingen
(tussen 0 - 127) van respectievelijk de Multi Edit EFFECT REV
SEND en CHORUS SEND parameters (pag. 60). Reverb return
4 en Chorus return 5 niveaus kunnen ook worden bestuurd
In Multi Play mode kunnen de verschillende
effectinstellingen worden bestuurd door MIDI
system exclusive Parameter Change messages
(ontvangen van een externe sequencer of
computer). De illustraties rechts tonen Reverb,
Chorus en Variation sendparameters die
kunnen worden bestuurd vanaf het CS2xpaneel. Zie voor details over de anderen het in
de volgende uitleg genoemde paginanummer.
Als de CS2x zich in Multi Play mode bevindt,
wordt het Variation effect automatisch gereset
als een Insertie effect. Als u het Variation effect
wilt instellen als een systeemeffect, dan moet
u een parameter change message vanaf een
externe MIDI-sequencer naar de CS2x
versturen.
Part 16
Cho SendRev Send
23
Het diagram hieronder toont de signaalbaan van de drie
effecten als de CS2x zich in Multi Play mode bevindt en het
Variation effect is ingesteld als Systeem effect.
Ieder van de 16 Parts heeft een Dry send 1 niveau die de
hoeveelheid oorspronkelijk signaal van ieder Part bestuurt (pag.
60). Reverb send 2, Chorus send 3 en Variation send 4
niveaus besturen de hoeveelheid effect dat op ieder Part wordt
toegepast, bepaald door respectievelijk de Multi Edit EFFECT
REV SEND, CHO SEND en VARI SEND parameters (tussen 0
- 127) (pag. 60). Reverb return 5, Chorus return 6 en Variation
return 7 niveaus kunnen ook worden bestuurd om de
hoeveelheid van ieder toegepast effect te bepalen (pag. 60).
Het Send Chorus to Reverb 8 niveau wordt verstuurd van het
Chorus effect naar het Reverb effect (pag. 60). De Send
Variation to Reverb 9 en Send Variation to Chorus 0 niveaus
worden verstuurd van het Variation effect naar respectievelijk
de Reverb en Chorus effecten (pag. 60). Met deze drie
parameters kunt u serieële en parallel effectconfiguraties maken
die u een enorme flexibiliteit in geluid bieden.
•XG effect ingesteld op Systeem
1
Dry Send
Part 1
Part 2
Part 16
Rev Send Cho Send Vari Send
234
Vari Send, Cho Send, Rev Send = 0~127
N.B.
Als u Off (uit) selecteert in het Variation Type
0
9
Vari to Cho
Cho to Rev
Vari to Rev
5
Rev Return Niveau
Rev
8
6
Cho Return
Cho
7
Vari Return
Vari
Uit
menu, zijn de Layers waarvan de VARI SENDfunctie uitstaat niet hoorbaar. Als u het Variation
effect niet op de Layers wilt gebruiken, zet het
VARI TYPE dan op Thru.
71
Over MIDI
MIDI is een acroniem dat voor Musical Instrument Digital Interface staat, waarmee het mogelijk is elektronische
muziekinstrumenten met elkaar te laten communiceren door compatibele Note, Control Change, Program Change
en verschillende andere soorten MIDI-data of messages te versturen en ontvangen.
De CS2x kan een MIDI-apparaat besturen door noot-gerelateerde data te versturen en verschillende soorten
controller data. De CS2x kan worden bestuurd met inkomende MIDI messages die automatisch de toongenerator
mode bepalen, die MIDI-kanalen, voices en effecten selecteren, parameterwaarden wijzigen en natuurlijk de
voor de verschillende Parts gespecificeerde voices afspelen.
Veel MIDI messages worden uitgedrukt in hexadecimalen of
tweetallige (binary) nummers. Hexadecimale nummers kunnen
de letter “H” als suffix hebben. De letter “n” geeft een zeker
geheel nummer aan.
In de lijst hieronder worden de corresponderende decimale
nummers voor ieder hexadecimale/tweetallige nummer
opgesomd.
Vibrato Rate
Vibrato Depth
Vibrato Delay
Low Pass Filter Cutoff Frequentie
Low Pass Filter Resonantie
High Pass Filter Cutoff Frequentie
EQ Bass Gain
EQ Treble Gain
EQ Bass Frequentie
EQ Treble Frequentie
EG Attack Tijd
EG Decay Tijd
EG Release Tijd
Drum Low Pass Filter Cutoff Frequentie
Drum Low Pass Filter Resonantie
Drum EG Attack Rate
Drum EG Decay Rate
Drum Instrument Pitch Coarse
Drum Instrument Pitch Fine
Drum Instrument Niveau
Drum Instrument Panpot
Drum Instrument Reverb Send Niveau
Drum Instrument Chorus Send Niveau
Drum Instrument Variation Send Niveau
Drum High Pass Filter Cutoff Frequentie
Drum EQ Bass Gain
Drum EQ Treble Gain
Drum EQ Bass Frequentie
Drum EQ Treble Frequentie
*rr=Nootnummer voor ieder drumvoice-instrument.
MIDI Messages die worden Ontvangen/Verstuurd door de CS2x
MIDI messages kunnen worden ingedeeld in twee groepen:
Channel messages en System messages. Hieronder volgt een
uitleg van de verschillende soorten MIDI messages die de CS2x
kan ontvangen/versturen.
1. CHANNEL MESSAGES
Channel messages zijn de data die in verband staan met de
performance op het toetsenbord voor het geselecteerde kanaal.
1.1 Note On/Note Off (Key On/Key Off)
Messages die worden gegenereerd bij het bespelen van het
toetsenbord.
Ontvangst nootbereik = C -2 (0) - G8 (127), C3 = 60
Velocity bereik = 1 - 127 (Alleen de Note On velocity wordt
ontvangen)
Note On: Gegenereerd bij het indrukken van een toets.
Note Off: Gegenereerd bij het loslaten van een toets.
Iedere message bevat een specifiek nootnummer die
correspondeert met de toets die wordt ingedrukt, plus een
velocitywaarde die is gebaseerd op de kracht waarmee de
toets wordt ingedrukt.
1.2 Control Change
Met Control Change messages kunt u een voicebank, control
volume, pan, modulatie, portamento time, brightness en
verschillende andere controller parameters selecteren via
specifieke Control Change nummers die corresponderen met
ieder van de verschillende parameters.
72
1.2.1Bank Select MSB (control#000)
Bank Select LSB (control#032)
Messages die variation voice banknummers selecteren
door het combineren en versturen van de MSB en LSB
vanaf een extern apparaat.
MSB en LSB-functies verschillen afhankelijk van de mode
van de toongenerator.
In XG-mode, selecteren de MSB-nummers het voice type
(Normal Voice of Drum Voice) en LSB-nummers de
voicebanken.
In TG300B-mode staat de LSB vast en selecteren de MSBnummers de voicebanken.
(Zie de Voice Lijst in het “Data Lijst” boek voor meer
informatie over Banken en Programs.)
Een nieuwe bankselectie wordt niet eerder effectief voordat
de volgende Program Change message is ontvangen.
1.2.2Modulation (Control #001)
Messages die vibratiesterkte besturen met het Modulatie
Wiel. Het instellen van de waarde op 127 produceert het
maximum aan vibrato en 0 resulteert in vibrato off.
1.2.3Portamento Time (Control #005)
Messages die de lengte van de portamento besturen, ofwel
een continue pitch glide tussen opeenvolgend gespeelde
noten.
Als de parameter 1.2.10 Portamento Switch is aangezet,
kan de hier ingestelde waarde de snelheid van
toonhoogtewijziging aanpassen.
Het instellen van de waarde op 127 produceert maximum
portamento time en 0 resulteert in minimum portamento
time.
1.2.8General Purpose 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
(
Control #016, 017, 018, 019, 080, 081, 082, 083
Control #016 zijn messages die worden verstuurd met het
aangesloten Voetpedaal, waarmee specifieke parameters
worden bestuurd zoals voice parameters en Variation effect
parameters. Control #017 en Control #018 zijn messages
die worden verstuurd met respectievelijk de ASSIGN 1 en
ASSIGN 1 knoppen. Control #080 en #081 worden
verstuurd met respectievelijk de DECAY en HPF Cutoff
knoppen. Control #019, #082 en #03 zijn onbepaald.
1.2.9Hold1 (Control #064)
Messages die sustain aan/uit besturen.
Het instellen van de waarde tussen 64 - 127 zet de sustain
aan, tussen 0 - 63 zet de sustain uit.
)
1.2.4Data Entry MSB (Control #006)
Data Entry LSB (Control #038)
Messages die de waarde instellen voor de parameter die
is geselecteerd door 1.2.23RPN MSB/LSB en 1.2.22 NRPN
MSB/LSB.
De parameterwaarde wordt bepaald door de combinatie
van MSB en LSB.
1.2.5Main Volume (Control #007)
Messages die het volume van ieder Part besturen.
Het instellen van de waarde 127 produceert het maximum
volume en de waarde 0 resulteert in geen volume.
De message 007 (Main Volume) of 011 (Expression)
worden verstuurd met een extra verkrijgbare controller die
wordt aangesloten op de FOOT CONTROLLER-jack op
het achterpaneel als de juiste instelling is geselecteerd in
Assign Control Nummer (Wijs Control Nummer Toe) in
Utility mode.
1.2.6Pan (Control #010)
Messages die de stereo panpositie van ieder Part besturen
(voor stereo output).
Het instellen van de waarde 127 zet het geluid helemaal
naar rechts en 0 zet het geluid helemaal naar links.
1.2.7Expression (Control #011)
Messages die de expressie-intonatie van ieder Part tijdens
performance besturen.
Het instellen van de waarde 127 produceert een maximum
volume en 0 resulteert in geen volume.
De message 007 (Main Volume) of 011 (Expression)
worden verstuurd met een extra verkrijgbare controller die
wordt aangesloten op de FOOT CONTROLLER-jack op
het achterpaneel als de juiste instelling is geselecteerd in
Assign Control Nummer (Wijs Control Nummer Toe) in
Utility mode
1.2.10Portamento Switch (Control #065)
Messages die portamento aan/uit besturen.
Het instellen van de waarde tussen 64 - 127 zet portamento
aan, tussen 0 - 63 zet portamento uit.
1.2.11Sustenuto (Control #066)
Messages die sustenuto aan/uit besturen.
Het vasthouden van specifieke noten en vervolgens het
indrukken en vasthouden van het sustenuto-pedaal doet
deze noten aanhouden als u volgende noten speelt, totdat
u het pedaal loslaat.
Het instellen van de waarde tussen 64 - 127 zet sustenuto
aan, tussen 0 - 63 zet sustenuto uit.
1.2.12Soft Pedal (Control #067)
Messages die soft pedal aan/uit besturen.
Noten die worden gespeeld terwijl het soft pedaal wordt
vastgehouden, worden gedempt. Het instellen van de
waarde tussen 64 -127 zet soft pedal aan, tussen 0 - 63
zet soft pedal uit.
1.2.13Harmonic Content (Control #071)
Messages die de filterresonantie, die is ingesteld voor iedere
voice, aanpassen.
De hier ingestelde waarde is een offset waarde die bij de
voice data wordt opgeteld of er van afgetrokken.
Hogere waarden resulteren in een karakteristieker, resonant
geluid. Afhankelijk van de voice kan het effectieve bereik
kleiner zijn als het bereik dat voor aanpassing beschikbaar
is.
1.2.14Release Time (Control #072)
Messages die de EG release time, ingesteld voor iedere
voice, aanpassen.
De hier ingestelde waarde is een offset waarde die bij de
voice data wordt bijgeteld of er van afgetrokken.
1.2.15Attack Time (Control #073)
Messages die de EG attack time, ingesteld voor iedere
voice, aanpassen.
De hier ingestelde waarde is een offset waarde die bij de
voice data wordt bijgeteld of er van afgetrokken.
1.2.16Brightness (Control #074)
Messages die de filter cutoff frequentie, ingesteld voor
iedere voice, aanpassen.
De hier ingestelde waarde is een offset waarde die bij de
voice data wordt bijgeteld of er van afgetrokken.
Lagere waarden resulteren in een zachter geluid.
Afhankelijk van de voice kan het effectieve bereik kleiner
zijn als het beschikbare bereik voor aanpassing.
73
1.2.17Portamento Control (Control #084)
2e BYTE 3e BYTE MESSAGE
1200All Sounds Off
1210Reset All Controllers
1230All Notes Off
12 60 ~ 16 Mono
1270Poly
Messages die een portamento toepassen tussen de huidig
klinkende noot en de volgende noot.
Portamento Control wordt verstuurd met het specificeren
van de note-on toets van de huidig klinkende noot.
Specificeer een Portamento Source key (brontoets)nummer
tussen 0 - 127.
Als een Portamento Control message wordt ontvangen,
wijzigt de huidig klinkende toonhoogte met Portamento
Time 0 in de volgende note-on toets op hetzelfde kanaal.
De volgende instellingen bijvoorbeeld passen een
portamento toe op noot C3 t/m C4.
90H 3CH 7FHC3 Note On
B0H 54H 3CHSource key (brontoets)nummer ingesteld op C3
90H 48H 7FHC4 Note on (Als C4 ‘on’ is, wordt C3 met een
portamento naar c4 verhoogd)
1.2.18
Effect1 Depth (Reverb Send Level) (Control #091)
Messages die het sendniveau van het Reverb effect
aanpassen.
1.2.19
Effect3 Depth (Chorus Send Level) (Control #093)
Messages die het sendniveau van het Chorus effect
aanpassen.
Messages die het sendniveau van het Variation effect
aanpassen.
Als Variation effect Systeemeffect gebruikt, stelt deze
message het send niveau in van het Variation effect.
Gebruikt het Insertie effect, dan is de instelling ongeldig.
1.2.21Data increment (Control #096)
Decrement (Control #097) voor RPN
Messages die de MSB-waarde voor pitch bend sensitivity,
fine tune of coarse tune verhogen of verlagen in stappen
van 1. U moet één van deze parameters van te voren
toewijzen met gebruik van de RPN in het externe apparaat.
De data byte wordt genegeerd.
Als de maximum of minimum waarde wordt bereikt, kan
de waarde niet verder worden verhoogd of verlaagd.
(Het verhogen van de fine tune heeft geen effect op de
coarse tune.)
Messages die vibrato, filter, EG, drum setup of andere
parameterinstellingen van een voice aanpassen.
Verstuur eerst de NRPN MSB en NRPN LSB om de
parameter te selecteren die moet worden bestuurd. Stel
vervolgens met 1.2.4 Data Entry de waarde in van de
geselecteerde parameter.
Houdt er rekening mee dat als de NRPN eenmaal is
ingesteld voor een kanaal, opeenvolgende data-invoer zal
worden herkend als dezelfde NRPN’s waardewijziging.
Daarom moet u na het gebruik van NRPN een Nol (7FH,
7FH) waarde instellen om onverwachte resultaten te
voorkomen.
De volgende NRPN-nummers kunnen worden ontvangen.
Messages die waarden offsetten, toevoegen of aftrekken
van een Part’s pitch bend gevoeligheid, afstemming of
andere parameterinstellingen.
Verstuur eerst de RPN MSB en RPN LSB om de parameter
te selecteren die moet worden bestuurd. Stel dan de waarde
van de geselecteerde parameter in met 1.2.21 Data
increment/Decrement.
Houdt er rekening mee dat als de RPN eenmaal is ingesteld
voor een kanaal, opeenvolgende data-invoer zal worden
herkend als dezelfde RPN’s waardewijziging. Daarom
moet u na het gebruik van RPN een Nol (7FH, 7FH) waarde
instellen om onverwachte resultaten te voorkomen.
De volgende RPN-nummers kunnen worden ontvangen.
RPN MSBRPN LSB PARAMETER
00H00HPitch Bend Sensitivity
00H01HFine Tune
00H02HCoarse Tune
7FH7 FHNull
1.2.24Channel Mode Messages
De volgende Channel Mode messages kunnen worden
ontvangen.
1.2.24.1All Sounds Off (Control #120)
Wist alle huidig klinkende geluiden op het
geselecteerde kanaal. De status van de channel
messages echter, zoals Note On en Hold On, wordt
gehandhaafd.
74
1.2.24.2Reset All Controller (Control #121)
De waarden van de volgende controllers worden naar
standaard gereset.
CONTROLLERWAARDE
Pitch Bend Change 0 (midden)
Aftertouch0 (uit)
Modulation0 (uit)
Foot Controller0 (min)
Expression127 (max)
Hold10 (uit)
Portamento0 (uit)*
Sostenuto0 (uit)
Soft Pedal0 (uit)
Portamento Control Annuleert het Portamento brontoetsnummer
RPNNummer niet gespecificeed; interne data wijzigt niet
NRPN
Nummer niet gespecificeed; interne data wijzigt niet
* In Performance mode, 1 (aan).
1.2.24.3All Notes Off (Control #123)
Wist alle noten die huidig aanstaan op het
geselecteerde kanaal. Als Hold1 of Sustenuto echter
aanstaan, klinken de noten gewoon door totdat ze
worden uitgezet.
1.2.24.4Mono (Control #126)
Voert dezelfde functie uit als wanneer een All Sound
Off message wordt ontvangen, en als de 3e byte (mono
nummer) binnen het bereik 0 - 16 valt, stelt het het
corresponderende kanaal in op Mono Mode (Mode 4
: m = 1).
2. SYSTEM MESSAGES
System messages zijn dat die gerelateerd zijn aan het gehele
systeem van het apparaat.
2.1System Exclusive Messages
System Exclusive messages besturen verschillende functies van
de CS2x, inclusief master volume en master tuning,
toongenerator mode, effect type en verschillende andere
parameters.
2.1.1.General MIDI Mode On
Als General MIDI mode on wordt ontvangen, wijzigt de
toongenerator mode in XG-mode.
Als dit gebeurd, dan ontvangt de CS2x MIDI messages die
compatibel zijn met GM System Level1, en ontvangt dus
geen NRPN en Bank Select messages.
Aangezien er ongeveer 50ms nodig is om deze message
uit te voeren, moet u een geschikte interval openlaten voor
de volgende message.
F0 7E 09 01 F7 (Hexadecimaal)
2.1.2Master Volume
Bij ontvangst is de Volume MSB effectief voor de System
Parameter.
F0 7F 7F 04 01 ll mm F7 (Hexadecimaal)
*mm(MSB) = geschikte volumewaarde, ll(LSB) = genegeerd
1.2.24.5Poly (Control #127)
Voert dezelfde functie uit als wanneer een All Sound
Off message wordt ontvangen, en stelt het
corresponderende kanaal in op Poly Mode (Mode 3).
1.3Program Change
Messages die bepalen welke voice voor een Part moet worden
geselecteerd.
Met een combinatie van Bank Select, kunt u niet alleen
basisvoicenummers selecteren, maar ook variation
voicebanknummers.
1.4Channel Aftertouch
Messages waarmee u de geluiden kunt besturen met druk die
u op de toetsen toepast na het eerste aanslaan ervan, over het
gehele kanaal.
1.5 Polyphonic Key Pressure
Messages waarmee u de geluiden kunt besturen met druk die
u op de toetsen toepast na het eerste aanslaan ervan, voor
iedere individuele toets.
1.6 Pitch Bend
Pitch Bend messages zijn voortdurende controller messages
waarmee de toonhoogte van toegewezen noten kan worden
verhoogd of verlaagd met een gespecificeerde hoeveelheid
gedurende een gespecificeerde tijd.
2.1.3XG System On
Als de data wordt ontvangen, schakelt de CS2x naar de
XG-mode en worden alle parameters overeenkomstig
geïnitialiseerd, en kunnen XG-compatibele messages zoals
NRPN en Bank Select messages worden ontvangen.
Aangezien er ongeveer 50ms nodig is om deze message
uit te voeren, moet u een geschikte interval openlaten voor
de volgende message.
F0 43 1n 4C 00 00 7E 00 F7 (Hexadecimaal)
*n = apparaatnummer
F0 41 1n 42 12 40 00 7F 00 41 F7 (Hexadecimaal)
*n = apparaatnummer
Als FE (Active Sensing) eenmaal is ontvangen, en er ongeveer
300msec of langer geen opeenvolgende data wordt ontvangen,
voert de CS2x dezelfde functie uit als wanneer er All Sounds
Off, All Notes Off en Reset All Controllers messages worden
ontvangen en keert dan terug naar een status waarin FE niet
wordt gesignaleerd.
Zie MIDI Data Formaat in het “Data Lijst” Boek voor meer
informatie over de verschillende messages.
75
Specificaties
TOETSENBORD61 toetsen met Initial Touch
TOONGENERATORAWM2 (Wave ROM 16MB)
POLYFONIE64 noten
MULTI TIMBRE16 (DVA)
PERFORMANCE256 Presets, 256 Users
VOICENormale voicesTotaal779
XG586
TG300B614
Voices voor Performances
Drum VoicesTotaal30
XG20
TG300B10
ARPEGGIATOR40
EFFECTReverb
Chorus
Variation
KNOPPENSTANDBY/ON, VOLUME, PITCH, MODULATION, Sound Control Knoppen 8,
Specificaties en beschrijvingen in deze handleiding zijn alleen voor informatieve doeleinden.
Yamaha Corp. houdt zich het recht voorbehouden om produkten of specificaties ten alle
tijde te wijzigen zonder mededeling vooraf. Aangezien specificaties, apparatuur of opties
niet over hetzelfde zijn, kunt u het beste bij uw Yamaha-dealer navraag doen.
• De aanbevolen stroomvoorziening kan van land tot land verschillen. Neem contact op
met uw Yamaha-dealer voor meer details.
76
Troubleshooting (In de Problemen?)
De volgende tabel biedt u probleemoplossende tips en paginareferenties voor een aantal algemeen voorkomende
problemen. De meeste problemen zijn vaak het gevolg van incorrecte instellingen. Kijk, voor uw professionele hulp
inroept, eerst naar onderstaande probleemoplossende adviezen om te zien of u de oorzaak van het probleem kunt
vinden en oplossen.
Geen geluid.
• Is het volume juist ingesteld? (pag. 8)
• Als het Voetpedaal is aangesloten op de FOOT VOLUME jack, is het voetpedaal dan ingedrukt? (pag. 10)
• Zijn de volume-instellingen voor iedere Layer/Part correct? (pag. 54, 59)
• Zijn de effectinstellingen correct? (pag. 44, 70)
• Is de Bank uitgezet (ingesteld op “off”)? (pag. 54, 58)
• Is het ontvangstkanaaluitgezet (ingesteld op “off”)? (pag. 63)
• Is de audio-apparaatuur correct aangesloten? (pag. 11).
• Staat Local uit (parameter staat op “off”)? (pag. 63)
• Als u songdata afspeelt met een extern apparaat, zijn de volume-gerelateerde instellingen voor de song correct?
• Zijn de Note Limit instellingen en/of Velocity instellingen correct? (pag. 48)
Geen Arpeggiatorgeluid
• Zijn de instellingen voor de Velocity Limit juist? Stel Velocity Limit Low in op “0” en Velocity Limit Hi in op “127”.
(pag. 48)
Vervormd geluid.
• Zijn de effectinstellingen correct ingesteld? (pag. 44, 55, 59, 70)
• Staat het volume-niveau te luid?
Zacht geluid.
• Is het MIDI-volume of de MIDI-expression te laag ingesteld?
Verkeerde toonhoogte.
• Zijn de stemming-gerelateerde parameters ingesteld op “0”? Controleer de Note Shift instelling (pag. 48), Detune
instelling (pag. 48), Master Tuning (pag. 61) en Keyboard Transpose instelling (pag. 62).
Geluid klinkt hakkerig en onderbroken.
• De maximum polyfonie van 64 noten (het aantal noten dat tegelijk kan worden gespeeld) is overschreden. (pag.
56, 60)
Sound Control-knoppen werken niet.
• Is er een Scene-toets aangezet? (pag. 25)
Er klinkt maar één noot tegelijk.
• Is Play mode ingesteld op MONO? (pag. 56, 60)
Kan Store mode niet in.
• Is performance mode of Multi Play mode geselecteerd? (pag. 40, 57)
77
Foutmeldingen
De volgende meldingen kunnen tijdens bediening van het apparaat verschijnen, om aan te geven dat er problemen zijn of
onjuiste handelingen worden gemaakt. Volg de instructies in de hiervolgende uitleg om de problemen op te lossen.
Battery Low
De geheugen-backup batterij is bijna op; het geheugen kan niet worden gebackup’d. Sla de nodige data op een MIDIdata opslagmedium op als de Yamaha MIDI Data Filer MDF3, en laat de batterij vervangen door uw Yamaha-dealer of
ander geautoriseerd Yamaha personeel.
Device No.=off Error
Kan geen MIDI bulk data verzenden aangezien het Device ofwel apparaatnummer is uitgezet.
TG-B Mode Error
Als TG300B mode per ongeluk is geselecteerd door het ontvangen van een TG300B reset message van een extern
apparaat, dan kunt u niet bewerken. Druk op de PERFORMANCE- of MULTI-knop om de TG300B mode te verlaten.
Receiving
Wordt getoond als de CS2x bulk data ontvangt met het compatibele formaat. Ga door met normale bediening.
Rx Mode Error
Wordt getoond als Performance bulk data in Multi Play mode of XG effect bulk in Performance mode wordt ontvangen.
• Dit apparaat bevat een lithium batterij voor geheugen back-up.
• Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het
moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur afdankt of
de volgende Yamaha Service Afdeiling:
Yamaha Music Nederland Service Afdeiing
Kanaalweg 18-G, 3526 KL UTRECHT
Tel. 030-2828425
• Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA.
Nr. Cat. Perf Naam Layers Arpeggiator Reverb type Chorus type Variation type Toew.1(Knop4) Toew.2(Knop8-1) Toew.2(Knop8-2) Toew.2(Knop8-3) Toew.2(Knop8-4)
9 Sq MDMA4OnHall2Phaser 1OverDriveChorusSendVolumeVolumeVolumeVolume
10 Sq Chordal2OnHall1Ens Detune Delay L,RVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
11 Sq HardMorf1OnHall1Ens Detune Comp+DistPortaTimeFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
12 Ld Faaaat2OffHall1Chorus1Delay LCRVariCntrlDetuneDetuneoffoff
13 Ld TekkHook4OffTunnelEns Detune CrossDelayVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
14 Ld TechLead1OffHall1Ens Detune Delay L,RVariCntrlChorusSendoffoffoff
15 Ld Europe2OffHall2Ens Detune Delay L,RVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
16 Ld RaveLine2OffHall1Ens Detune CrossDelayVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
17 Ld HouseYa!2OffHall1Chorus1Delay LCRReverbSendoffVolumeoffoff
18 Ld Earth2OffHall2Chorus1Delay LCRVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeAEGAtkTimeAEGAtkTime
19 Ld CS151OffHall2Ens Detune Delay L,RVariCntrlFEGAtkTimeoffoffoff
20 Ld MiniSaw1OffCanyonCeleste4EchoReverbSendChorusSendoffoffoff
21 Ld BluGreen1OffHall1Flanger2EchoReverbSendChorusSendoffoffoff
22 Ld RapLine1OffStage1Flanger1Delay L,RPortaTimeChorusSendoffoffoff
23 Ld Transine1OffHall2Chorus1Delay LCRVariCntrloffoffoffoff
24 Ld DJ Zap3OffHall1Ens Detune Delay L,RVariCntrlVolumeVolumeVolumeoff
25 Ld XChoir3OffHall1Flanger2Delay L,RVariCntrlVolumeVolumeVolumeoff
26 Ld Happysyn2OffHall1Chorus1Delay LCRVariCntrloffVolumeoffoff
27 Ld Tekuitar3OffHall1Flanger3Delay L,RVariCntrlVolumeVolumeVolumeoff
28 Ld Goa4OffHall1Chorus1EchoPortaTimePanPanPanPan
29 Ld Noiz+Rez2OffHall1Chorus1Delay LCRLFOSpeedLFOFModLFOPModoffoff
30 Ld VocalGym3OffRoom3Flanger1EchoChorusSendFEGDcyTimeFEGDcyTimeVolumeoff
31 Ld Astral4OffHall2Flanger3EchoPortaTimeCutoffVolumeNoteShiftCutoff
32 Ld SharpLd3OffHall1Chorus4Delay L,RPanPEGAtkTimePEGAtkTimePEGAtkTimeoff
33 Ld VanDriva1OffWhiteRoom Chorus2Amp SimChorusSendReverbSendoffoffoff
34 Ld Bohkyoh3OffStage1Chorus1Delay LCRReverbSendVolumeoffoffoff
35 Ld Pizzsyn3OffHall1Chorus4TunnelVariCntrlReverbSendVolumeVolumeResonance
36 Ld Insomnia2OffHall2Ens Detune CompressorRevChoSendFEGRelTimeFEGRelTimeoffoff
37 Ld SynSteel2OffStage1Celeste12Band EQReverbSendoffVolumeoffoff
38 Ba Trancy2OffHall1Ens Detune Delay L,RVariCntrlFEGDcyTimeFEGDcyTimeoffoff
39 Ba Taurus2OffHall1Chorus1Hall 2VariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
40 Ba Punchy!3OffHall1Chorus1White RoomChorusSendFEGDcyTimeoffoffoff
41 Ba 101 Bass1OffHall1Ens Detune Delay L,RChorusSendFEGDcyTimeoffoffoff
42 Ba 3o3Wave1OffHall1Chorus12Band EQChorusSendFEGSusLvloffoffoff
43 Ba OctaBass2OffRoom3Flanger3Delay LCRChorusSendFEGDcyTimeoffoffoff
44 Ba Harmo2OffStage2Phaser 1Flanger 1ChorusSendVolumeoffoffoff
45 Ba Ramp2OffStage2Phaser 1Flanger 1PerfVolVolumeVolumeoffoff
46 Ba Fat Snap3OffHall2Flanger2Delay L,RVariCntrlVolumeVolumeVolumeoff
47 Ba Coastal4OffHall1Chorus1Gate RevVariCntrlVolumePEGAtkTimePEGAtkTimePitch
48 Ba Squash3OffRoom3Chorus1Delay LCRReverbSendoffoffVolumeoff
49 Ba Cosmic4OffHall1Chorus1Delay LCRPortaTimeReverbSendChorusSendFEGAtkTimeFEGAtkTime
50 Ba FuzzLine1OffHall1Chorus1DistortionVariCntrlChorusSendoffoffoff
51 Ba Gigabass2OffBasement Chorus3Amp SimReverbSendFEGDcyTimeFEGDcyTimeFEGSusLvlFEGSusLvl
52 Ba SubBs2OffHall1Chorus12Band EQPortaTimeFEGDcyTimeFEGDcyTimeoffoff
53 Ba Lately2OffPlateChorus2CompressorRevChoSendVolumeVolumeoffoff
54 Ba Electron2OffRoom2Celeste4Celeste 1VariCntrlPEGInitLvloffoffoff
55 Ba Stroller2OffHall1Chorus1Delay L,RRevChoSendLFOFModLFOFModoffoff
56 Ba Syko2OffHall1Ens Detune CompressorReverbSendVolumeChorusSendoffoff
57 Ba Bomber3OffHall1Chorus1SymphonicChorusSendReverbSendoffoffoff
58 Ba Warp2OffHall1Flanger3SymphonicRevChoSendVolumeoffoffoff
59 Ba Rider2OffRoom3Chorus2Comp+DistReverbSendPEGInitLvlPEGInitLvloffoff
60 Ba HouseOrg2OffRoom2Symphonic Hall 1ReverbSendVolumeoffoffoff
61 Ba Monty1OffRoom1Chorus1Ens DetuneChorusSendPEGDcyTimeoffoffoff
62 Ba GutRencH2OffEffect OffChorus4CompressorReverbSendChorusSendoffoffoff
63 Ba DropBass3OffBasement Celeste4CompressorChorusSendPEGDcyTimePEGDcyTimePEGDcyTimeoff
64 Ba Bad Ass1OffRoom2Celeste2Comp+DistChorusSendPEGDcyT imeoffoffoff
EffectKnop Toewijzing
2
Preset Performance Lijst (Bank 1)
# 65~128
Nr. Cat. Perf Naam Layers Arpeggiator Reverb type Chorus type Variation type Toew.1(Knop4) Toew.2(Knop8-1) Toew.2(Knop8-2) Toew.2(Knop8-3) Toew.2(Knop8-4)
65 Sc Pop Comp3OffHall1Chorus1Celeste 1ChorusSendVolumeVolumeVolumeoff
99 Pd AirBlowr2OffTunnelCeleste4Delay LCRReverbSendChorusSendChorusSendoffoff
100 Fx Emerald2OnHall2Flanger2Pitch Cng2ArpgSubdivoffVolumeoffoff
101 Fx Ethereal4OffTunnelCeleste4Delay LCRReverbSendLFOSpeedLFOSpeedoffoff
102 Fx AutoSaw4OffTunnelEns Detune SymphonicLFOSpeedLFOFModLFOFModoffoff
103 Fx Birds4OffHall1Chorus1Phaser 2ChorusSendVolumeVolumeVolumeVolume
104 Fx Geometry1OnHall1Chorus1Delay L,RArpgTypeChorusSendoffoffoff
105 Fx Difusion2OffTunnelFlanger3Pitch Cng2RevChoSendPitchoffoffoff
106 Fx Fx Bell3OffRoom1Flanger3Auto WahLFOSpeedVolumeVolumeChorusSendoff
107 Fx Beauty4OffTunnelChorus1Delay LCRLFOSpeedAEGAtkTimePitchoffAEGAtkTime
108 Fx Ghosts2OffHall2Chorus4Phaser 2RevChoSendVolumeVolumeoffoff
109 Fx Breathy4OffHall2Chorus4CrossDelayVariCntrlVolumeVolumeoffoff
110 Fx Transpad4OffTunnelChorus4Phaser 1VariCntrlChorusSendChorusSendChorusSendoff
111 Fx SweepPd4OffHall1Flanger3Delay LCRLFOSpeedVolumeVolumeVolumeVolume
112 Fx HolyMthr2OffStage1Phaser 1Pitch Cng2RevChoSendVolumeVolumeoffoff
113 Fx Sparkle3OffStage1Phaser 1Pitch Cng2PitchVolumeoffoffoff
114 Fx Kiseki4OffHall1Flanger32Way RotarReverbSendLFOPModAEGAtkTimeDetunePitch
115 Fx Despair4OffHall1Chorus1Delay LCRVariCntrlVolumeoffoffVolume
116 Fx BeBach2OffHall1Chorus1Phaser 2RevChoSendLFOAModLFOFModFEGDcyTimeFEGDcyTime
117 Fx More Ice4OffHall2Chorus4Phaser 2ChorusSendVolumeVolumeVolumeVolume
118 Fx Chemical2OffHall1Chorus1A-Wah+DistVariCntrloffVolumeoffoff
119 Fx AyersRok2OffHall1Chorus1Delay LCRReverbSendVolumeoffoffoff
120 Fx BlueBook4OffTunnelChorus1Hall 2ReverbSendVolumeVolumeoffoff
121 Fx Moonweed1OffCanyonPhaser 1AmbienceRevChoSendPEGAtkLvloffoffoff
122 Fx Alobar2OffHall2Chorus4Phaser 2RevChoSendFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
123 Fx Kemistry2OffWhiteRoom Chorus3T-Wah+ODrv LFOSpeedVolumeVolumeoffoff
124 Fx Abyss4OffHall1Effect OffDelay LCRVariCntrlVolumeVolumeoffVolume
125 Fx Dandelio2OnTunnelChorus4Pitch Cng1ArpgSubdivChorusSendChorusSendReverbSendReverbSend
126 Fx OrchHits4OffRoom1Chorus1ThruPanReverbSendReverbSendReverbSendReverbSend
127 Fx AcidHits4OffRoom1Chorus1ThruPanReverbSendReverbSendReverbSendReverbSend
128 Fx FunkyHit1OffBasementEffect OffDelay LCRVariCntrlPanoffoffoff
EffectKnop T oewijzing
3
Preset Performance Lijst (Bank 2)
# 1~64EffectKnop Toewijzing
Nr. Cat. Perf Naam Layers Arpeggiator Reverb type Chorus type Variation type Toew.1(Knop4) Toew.2(Knop8-1) Toew.2(Knop8-2) Toew.2(Knop8-3) Toew.2(Knop8-4)
9Pf ChorusEP3OffHall1Chorus1Auto PanChorusSendVolumeoffoffoff
10 Pf DX EP12OffHall1Chorus1Auto PanChorusSendVolumeoffoffoff
11 Pf Wurlitzr1OffRoom2Chorus13Band EQChorusSendLFOAModoffoffoff
12 Pf Wurliolo2OffRoom2Chorus1TremoloVariCntrlChorusSendChorusSendReverbSendReverbSend
13 Pf Clavinet1OffStage2Chorus1Delay L,RVariCntrlChorusSendChorusSendReverbSendReverbSend
14 Pf RezClav2OffStage2Chorus4Ens DetuneVariCntrlChorusSendChorusSendoffoff
15 Or Jimmy1OffHall1Chorus4Rotary SPVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
16 Or Emerson4OffHall2Chorus1OverDriveReverbSendVolumeVolumeoffoff
17 Or Full B4OffStage2Chorus1Rotary SPVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
18 Or GospelB4OffStage2Chorus1Rotary SPVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
19 Or Swish2OffHall1Effect Off2Way RotarVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
20 Or Full4OffHall2Chorus4Rotary SPVariCntrlVolumeVolumeVolumeVolume
21 Or Ranks4OffHall2Chorus4Rotary SPChorusSendVolumeCutoffVolumeoff
22 Or SuperVox4OffHall1Flanger2DistortionVariCntrlChorusSendChorusSendChorusSendChorusSend
23 Or Spyral3OffPlateChorus1OverDriveVariCntrlReverbSendoffoffoff
24 Or DeepHouz1OffHall1Effect OffDelay LCRVariCntrlLFOPModoffoffoff
25 Or ThaDoorz4OffHall1Chorus1Amp SimReverbSendoffLFOSpeedLFOSpeedLFOSpeed
26 St Stryng2OffHall1Chorus4CrossDelayChorusSendDetuneDetuneoffoff
27 St SloStrgs2OffHall1Chorus42Band EQReverbSendPitchDetuneoffoff
28 St Drama3OffHall1SymphonicEffect OffReverbSendNoteShiftoffoffoff
29 St DarkStr3OffHall1Chorus4Chorus 4ChorusSendDetuneDetuneoffoff
30 St Sweet2OffHall2Chorus42Band EQChorusSendLFOPModLFOPModoffoff
31 St ObieStr3OffHall2Chorus42Band EQChorusSendVolumeVolumeVolumeoff
32 St Jupiters4OffHall1Chorus12Band EQChorusSendLFOPModLFOPModLFOPModLFOPMod
33 St Simple2OffHall1Chorus12Band EQChorusSendPitchDetuneoffoff
34 Br HornSect4OffStage1Chorus4ThruRevChoSendPitchoffoffoff
35 Br Jump!2OffHall1Chorus1Delay LCRVariCntrlNoteShiftoffoffoff
36 Br FatBrass4OffHall1Ens Detune Stage 2VariCntrlChorusSendChorusSendChorusSendChorusSend
37 Br Syn&Brs4OffHall1Chorus42Band EQChorusSendVolumeVolumeVolumeVolume
38 Br CS Warm2OffHall2Chorus1Chorus 4RevChoSendFEGDcyTimeFEGDcyTimeoffoff
39 Br Anaswell4OffHall2Ens Detune CrossDelayVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeFEGAtkTimeFEGAtkTime
40 Br OBSX2Off/SpritHall1Ens Detune Chorus 4ReverbSendNoteShiftoffoffoff
41 Br FatAnne1OffHall1Chorus1Chorus 4RevChoSendPanoffoffoff
42 Br Odyssy4OffHall1Celeste12Band EQFEGDcyTimeChorusSendChorusSendChorusSendChorusSend
43 Rd BloozHrp2OffStage2Chorus1Amp SimReverbSendChorusSendChorusSendoffoff
44 Gt Steel2OffHall1Chorus4Delay L,RReverbSendChorusSendChorusSendoffoff
45 Gt RoundStl1OffHall1Chorus1Flanger 1ChorusSendReverbSendoffoffoff
46 Gt ChoStrat2OffHall1Chorus1Ens DetuneRevChoSendAEGDcyTimeAEGSusLvlAEGDcyTimeAEGSusLvl
47 Gt RokNasty4OffRoom2Ens Detune Amp SimRevChoSendNoteShiftoffoffoff
48 Gt Stack4OffStage2Celeste4OverDriveRevChoSendVolumeoffoffoff
49 Ba Fretless2OffPlateChorus23Band EQVariCntrlReverbSendReverbSendoffoff
50 Ba 6String2OffRoom1Ens Detune 3Band EQPitchChorusSendChorusSendoffoff
51 Ba Jaco2OffRoom1Ens Detune 3Band EQChorusSendReverbSendoffoffoff
52 Ba Slap2OffHall1Chorus1Phaser 1RevChoSendAEGDcyTimeFEGDcyTimeoffoff
53 Ba Upright1OffRoom1Chorus4Ens DetuneReverbSendChorusSendoffoffoff
54 Ba BoogieOn2OffHall1Chorus1Phaser 1PitchPitchoffoffoff
55 Ba DX Super1OffRoom1Chorus4Delay L,RChorusSendFEGAtkTimeFEGDcyTimeoffoff
56 Ba Kickit3OffHall1Chorus1Delay L,RChorusSendVolumeoffoffoff
57 Cp Kasimodo2OffTunnelChorus4CompressorReverbSendVolumeVolumeVolumeoff
58 Cp Lounge3OffTunnelSymphonicStage 2RevChoSendVolumeVolumeVolumeoff
59 Cp BellZee4Off/SpritHall1Chorus1HM-EnhncerReverbSendChorusSendChorusSendoffoff
60 Cp DoraDora3OffHall1Chorus1Delay LCRVariCntrloffVolumeVolumeoff
61 Et Masala1OffHall2Chorus1SymphonicChorusSendPitchoffoffoff
62 Et NuTribal4Off/SpritHall1Flanger1DistortionReverbSendoffoffVolumeoff
63 Se Emergeny4OffHall1Chorus1Delay LCRReverbSendoffVolumeVolumeoff
64 Se AirForce3OnBasement Flanger2Hall 2ArpgTypePitchoffPitchoff
4
Preset Performance Lijst (Bank 2)
# 65~128
Nr. Cat. Perf Naam Layers Arpeggiator Reverb type Chorus type Variation type Toew.1(Knop4) Toew.2(Knop8-1) Toew.2(Knop8-2) Toew.2(Knop8-3) Toew.2(Knop8-4)
65 Se TeckFX1OffRoom1Celeste4ThruPanPitchoffoffoff
66 Se Bad Man4OffStage2Chorus1Delay LCRLFOFModLFOFModLFOPModPanLFOSpeed
67 Se SpceWarp4OffRoom1Flanger3Pitch Cng2RevChoSend LFOSpeedoffoffoff
68 Se Lego4OnBasementSymphonic Flanger 3ArpgTempoReverbSendReverbSendReverbSendReverbSend
69 Se Magneto2OnHall2Flanger3Pitch Cng2RevChoSend PitchVolumeoffoff
70 Se Cyber SE4OffHall1Chorus1Delay LCRPanPitchPitchPitchPitch
71 Se RtmScrch1OnBasement Flanger3ThruChorusSendPitchoffoffoff
72 Se SeaOrgel2OnHall2Ens Detune Pitch Cng2RevChoSend Pitchoffoffoff
73 Se Atlantis4OffHall2Chorus4CrossDelayFEGAtkTime VolumeVolumeVolumeVolume
74 Se Planktns2OnHall1Chorus4CrossDelayRevChoSend VolumeVolumeoffoff
75 Se 13Friday4OnTunnelFlanger3Pitch Cng1PitchChorusSendChorusSendChorusSendChorusSend
76 Se Science2OnBasement Celeste4Pitch Cng1ArpgSubdivPitchoffoffoff
77 Se Sewer2OffTunnelFlanger2Touch Wah1ReverbSendVolumeVolumeoffoff
78 Se Swamp4OnTunnelChorus4CrossDelayLFOSpeedVolumeVolumeVolumeVolume
79 Se Radium3OffHall1Effect OffDistortionVariCntrlVolumeoffoffoff
80 Se HipNosys3OffHall2Symphonic Pitch Cng2ChorusSendNoteShiftNoteShiftNoteShiftPan
81 Se Cryton2OnCanyonFlanger3Pitch Cng2ArpgTempoNoteShiftReverbSendoffoff
82 Se TubChoka2OffHall2Flanger2A-Wah+DistChorusSendNoteShiftNoteShiftoffoff
83 Se Dark SE3OffCanyonFlanger3Delay LCRLFOSpeedVolumePitchoffoff
84 Se Hammer4OffHall1Flanger2DistortionFEGSusLvlVolumeVolumeVolumeVolume
85 Sq Patty4OnHall1Phaser 1A-Wah+DistPortaTimeVolumeVolumeVolumeVolume
86 Sq Reflect4OnBasement Flanger3Pitch Cng1ArpgTypeVolumeVolumeVolumeVolume
87 Sq Drumatic3On/SpritPlateCeleste4EchoArpgSubdivNoteShiftNoteShiftoffoff
88 Sq 7th Rndm2OnHall1Flanger2Delay LCRChorusSendFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
89 Sq X2-Sweep2OnHall2Ens Detune Delay L,RChorusSendFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
90 Sq TranSeq3OnRoom1Flanger3Delay L,RArpgTempoPitchPitchPitchoff
91 Sq Acidosis4OnHall2Chorus2T-Wah+ODrv LFOFModVolumeVolumeoffNoteShift
92 Sq MadKeef4OnHall2Flanger2Comp+DistPitchVolumeVolumeVolumeVolume
93 Sq Fireworx4OnHall1Flanger22Band EQRevChoSend VolumeVolumeoffoff
94 Sq Engels2OnHall1Chorus1Delay LCRVariCntrlVolumeoffoffoff
95 Sq N.Y. 992OnHall2Flanger2Karaoke 3ChorusSendVolumeVolumeoffoff
96 Sq SuperArp4OnHall1Chorus1Delay LCRAEGDcyTime ChorusSendChorusSendChorusSendChorusSend
97 Sq Hard On4OnHall1Chorus1Auto WahAEGDcyTime VolumeVolumeVolumeVolume
98 Sq Kirmes13OnTunnelCeleste4CrossDelayVariCntrlFEGDcyTimeFEGDcyTimeFEGDcyTimeoff
99 Sq Clasical2OnHall1Chorus1Delay L,RChorusSendFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
100 Sq DRUG3OnHall1Chorus1EchoPortaTimePitchChorusSendPitchChorusSend
101 Sq X-Sweep2OnCanyonFlanger1Flanger 3ChorusSendVolumeVolumeoffoff
102 Sq Nexxus3OnHall1Chorus1HM-EnhncerReverbSendVolumeoffoffoff
103 Sq Katarsis1OnHall2Flanger2Pitch Cng2ArpgSubdivReverbSendChorusSendoffoff
104 Sq Rave4On/SpritHall1Chorus1Delay LCRArpgTempooffoffVolumeVolume
105 Sq AN Velo1OnHall1Ens Detune Delay L,RVariCntrlFEGAtkTimeFEGAtkTimeoffoff
106 Sq Memes3OnTunnelSymphonicCrossDelayChorusSendVolumeVolumeVolumeoff
107 Sq Messa2OnHall1Ens Detune T-Wah+DistVariCntrlVolumeoffoffoff
108 Sq Moondot2OnTunnelCeleste4Delay LCRArpgSubdivLFOFModLFOFModoffoff
109 Co Euro Kit4OffHall1Chorus12Band EQChoToRevoffCutoffFEGDcyTimeVolume
110 Co WishU're4Off/SpritTunnelEffect OffEchoLFOSpeedFEGAtkTimeFEGAtkTimeCutoffCutoff
111 Co DanceTec4On/SpritHall1Flanger3Revrs GateArpgTempoNoteShiftNoteShiftReverbSendReverbSend
112 Co DigPhase4On/SpritHall2Phaser 1CrossDelayArpgTypeChorusSendChorusSendVolumeVolume
113 Co Ready4On/SpritHall1Flanger1DistortionArpgTypeNoteShiftoffoffoff
114 Co Becoming4OffHall1Flanger1DistortionPitchReverbSendReverbSendReverbSendReverbSend
115 Co RockMakr4OffStage1Chorus1OverDriveReverbSendVolumeVolumeoffoff
116 Co TechRock4On/SpritHall1Flanger1DistortionArpgTypeResonanceCutoffoffoff
117 Co Vibe-izm4Off/SpritHall1Chorus1Effect OffReverbSendoffLFOAModoffoff
118 Co NewFunk3OffHall1Flanger2DistortionChorusSendChorusSendCutoffVolumeoff
119 Co FunkyBro4Off/SpritRoom2Chorus1Amp SimReverbSendChorusSendChorusSendoffoff
120 Co Orchstra4OffTunnelChorus1Effect OffReverbSendPitchDetuneoffoff
121 Co Mr. Mute3OffTunnelChorus1Delay L,RReverbSendChorusSendoffoffoff
122 Co WWinds4OffHall2Ens Detune 3Band EQReverbSendVolumeVolumeVolumeVolume
123 Dr 9o9 Kit4OffRoom1Chorus12Band EQRevChoSend PEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvl
124 Dr 8o8 Kit4OffRoom1Chorus12Band EQRevChoSend PEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvl
125 Dr 4 by 44OffHall1Flanger2DistortionReverbSendNoteShiftoffoffoff
126 Dr Elec Kit4OffRoom1Chorus12Band EQRevChoSend PEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvloff
127 Dr B900 Kit4OffRoom1Chorus12Band EQRevChoSend PEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvlPEGInitLvl
128 Dr Session2OnRoom1Flanger3ThruArpgTypePitchPitchoffoff
Effect
Knop Toewijzing
5
XG Normale Voice Lijst (Bank 0~27)
Bank Select MSB=00, LSB=Bank Nummer
Bank Select LSB Bank 0 E Bank 1 E Bank 3 E Bank 6 E Bank 8 E Bank 12 E Bank 14 E Bank 16 E Bank 17 E Bank 18 E Bank 19 E Bank 20 E Bank 24 E Bank 25 E Bank 26 E Bank 27 E
Bank Select LSBBank 28 E Bank 32 E Bank 33 E Bank 34 E Bank 35 E Bank 36 E Bank 37 E Bank 38 E Bank 39 E Bank 40 E Bank 41 E Bank 42 E Bank 43 E Bank 45 E Bank 64 E Bank 65 E
Bank Select LSBBank 66 E Bank 67 E Bank 68 E Bank 69 E Bank 70 E Bank 71 E Bank 72 E Bank 73 E Bank 96 E Bank 97 E Bank 98 E Bank 99 E Bank 100 E Bank 101 EBank Select LSB Bank 0
Bank Select MSB=00, LSB=Bank NummerBank Select MSB=64, LSB=00
SynBrss2
1
SprnoSax
1
Alto Sax
1
TenorSax
1
Bari.Sax
1
Oboe
2
Eng.Horn
1
Bassoon
1
Clarinet
1
Piccolo
1
Flute
1
Recorder
1
PanFlute
1
Bottle
2
Shakhchi
2
Whistle
1
Ocarina
1
SquareLd
2
Saw Ld
2
CaliopLd
2
Chiff Ld
2
CharanLd
2
Voice Ld
2
Fifth Ld
2
Bass&Ld
2
NewAgePd
2
Warm Pad
2
PolySyPd
2
ChoirPad
2
BowedPad
2
MetalPad
2
Halo Pad
2
SweepPad
2
Rain
2
SoundTrk
2
Crystal
2
Atmosphr
2
Bright
2
Goblins
2
Echoes
2
Sci-Fi
2
Sitar
1
Banjo
1
Shamisen
1
Koto
1
Kalimba
1
Bagpipe
2
Fiddle
1
Shanai
1
TnklBell
2
Agogo
2
SteelDrm
2
Woodblok
1
TaikoDrm
1
MelodTom
2
Syn Drum
1
RevCymbl
1
FretNoiz
2
BrthNoiz
2
Seashore
2
Tweet
2
Telphone
1
Helicptr
1
Applause
1
Gunshot
1
Bank 0 E
GrandPno
1
BritePno
1
El.Grand
2
HnkyTonk
2
E.Piano1
2
E.Piano2
2
Harpsi
1
Clavi
2
Celesta
1
Glocken
1
MusicBox
2
Vibes
1
Marimba
1
Xylophon
1
TubulBel
1
Dulcimer
1
DrawOrgn
1
PercOrgn
1
RockOrgn
2
ChrchOrg
2
ReedOrgn
1
Acordion
2
Harmnica
1
TangoAcd
2
NylonGtr
1
SteelGtr
1
Jazz Gtr
1
CleanGtr
1
Mute Gtr
1
Ovrdrive
1
Dist.Gtr
1
GtrHarmo
1
Aco.Bass
1
FngrBass
1
PickBass
1
Fretless
1
SlapBas1
1
SlapBas2
1
SynBass1
1
SynBass2
2
Violin
1
Viola
1
Cello
1
Contrabs
1
Trem.Str
1
Pizz.Str
1
Harp
1
Timpani
1
Strings1
1
Strings2
1
Syn Str1
2
Syn Str2
2
ChoirAah
1
VoiceOoh
1
SynVoice
1
Orch.Hit
2
Trumpet
1
Trombone
1
Tuba
1
Mute Trp
1
Fr. Horn
1
BrssSect
1
SynBrss1
2
XG Normale Voice Lijst (Bank 66~101, SFX)
8
TG300B Normale Voice Lijst (Bank 0~19)
Bank Select MSB=Bank Nummer, LSB=00
BankBank 0 E Bank 1 E Bank 2 E Bank 3 E Bank 4 E Bank 5 E Bank 6 E Bank 7 E Bank 8 E Bank 9 E Bank 10 E Bank 11 E Bank 16 E Bank 17 E Bank 18 E Bank 19 E
PGM# Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam
1 Dr umTrx1 A -- --- -- --- -- ---Dr umTrx2 A -- --- -- --- -- ---Pf Wrltza APfWrltza B -- --- -- --2 Sq Sn*Arp A Sq Sn*Arp B -- --- -- ---Sq PanSeq A Sq PanSeq B -- --- -- ---PfRadio A -- --- -- --- -- --3 Sq Kirmes A Sq Kirmes B Sq Kirmes C -- ---Sq MC-Lne1A -- --- -- --- -- ---Pf DncePn A -- --- -- --- -- --4 Sq Clasic ASq Clasic B -- --- -- ---Sq MC-Lne2A Sq MC-Lne2B -- --- -- ---Cp AirHtz ACp AirHtz B -- --- -- --5 Sq Seqnza A -- --- -- --- -- ---Sq Suprrp A Sq Suprrp B Sq Suprrp CSq Suprrp DCp TheBig A Cp TheBig B -- --- -- --6 Sq RytFld A Sq RytFld B -- --- -- ---Sq uidgy1 A -- --- -- --- -- ---Cp Vibes ACp Vibes B -- --- -- --7 Sq B-Luva A Sq B-Luva B -- --- -- ---Sq uidgy2 A -- --- -- --- -- ---Or Drwbrs2AOr Drwbrs2B Or Drwbrs2C Or Drwbrs2D
8 Sq ObieSq A Sq ObieSq B -- --- -- ---Sq HardOn A Sq HardOn B Sq HardOn C Sq HardOn D Or PeeEss A Or PeeEss B Or PeeEss C Or PeeEss D
9 Sq Strobe A Sq Strobe B -- --- -- ---Sq Pltyps ASq Pltyps B -- --- -- ---Or PhseOrgA Or PhseOrgB -- --- -- --10 SqFly A -- --- -- --- -- ---Sq Cyborg ASq Cyborg B -- --- -- ---Or DistHm AOr DistHm B -- --- -- --11 SqVivldi A SqVivldi B -- --- -- ---Sq uelchy ASq uelchy B -- --- -- ---Or JacjJz AOr JacjJz B -- --- -- --12 Sq Dorian A Sq Dorian B -- --- -- ---Sq uenza1 A -- --- -- --- -- ---Or Hamond A Or Hamond B Or Hamond C -- --13 Sc Rezlne A Sc Rezlne B Sc Rezlne CSc Rezlne DSq uenza2 A Sq uenza2 B -- --- -- ---Gt JazAmp A -- --- -- --- -- --14 ScTodd A Sc Todd B -- --- -- ---Sq Erased A Sq Erased B -- --- -- ---Gt Chorus AGt Chorus B Gt Chorus C Gt Chorus D
15 ScThick A -- --- -- --- -- ---Sq uareDg ASq uareDg B -- --- -- ---Ba Dubstr A -- --- -- --- -- --16 ScThin A ScThin B ScThin CScThin DSq Pulse A -- --- -- --- -- ---Ba Joda-C ABa Joda-C B -- --- -- --17 Sc CutGls A Sc CutGls B -- --- -- ---Co Ethno A Co Ethno B Co Ethno CCo Ethno D Ba sPunch A Ba sPunch B Ba sPunch C -- --18 Sc Unvrse A -- --- -- --- -- ---FxCfiFlt A -- --- -- --- -- ---Ba Marins ABa Marins B -- --- -- --19 Sc Crispy ASc Crispy B -- --- -- ---Sq SprkRn A Sq SprkRn B -- --- -- ---Ba Trad A -- --- -- --- -- --20 Sc FatAne A -- --- -- --- -- ---Fx SnCrny A Fx SnCrny B Fx SnCrny CFx SnCrny D Ba Yeah ABa Yeah B Ba Yeah C -- --21 Sc Brassy A -- --- -- --- -- ---Fx SwepRn A Fx SwepRn B -- --- -- ---Ba Boing ABa Boing B -- --- -- --22 Sc TheWrksA Sc TheWrksB -- --- -- ---FxBrekIt A FxBrekIt B -- --- -- ---Ba 303Vlo ABa 303Vlo B -- --- -- --23 Sc PlsMoD6A Sc PlsMoD6B Sc PlsMoD6C Sc PlsMoD6D Sc Syndim A Sc Syndim B Sc Syndim C -- ---Ba Outlnd A -- --- -- --- -- --24 Sc Minora A Sc Minora B Sc Minora C -- ---Sc TranCS A Sc TranCS B Sc TranCS C Sc TranCS D Ba belshs ABa belshs B Ba belshs C -- --25 Sc Nble'Q A Sc Nble'Q B Sc Nble'Q C -- ---Sc Source A Sc Source B Sc Source C Sc Source D St ObeStrgA -- --- -- --- -- --26 Sc TexSas A Sc TexSas B Sc TexSas C Sc TexSas D Scary AScary B Scary CScary DSt Phaser ASt Phaser B -- --- -- --27 Sc Quadra A Sc Quadra B -- --- -- ---Sc EurRal A Sc EurRal B -- --- -- ---StDark AStDark B StDark C -- --28 Sc DstArp A Sc DstArp B -- --- -- ---Sc OwaOwa A Sc OwaOwa B -- --- -- ---St UFourr ASt UFourr B St UFourr C -- --29 ScDigitz ASc Digitz B -- --- -- ---Sc Xrayz ASc Xrayz B -- --- -- ---StCars AStCars B StCars C -- --30 Sc Odysey A Sc Odysey B Sc Odysey CSc Odysey D Pd ResoCt A -- --- -- --- -- ---StArco AStArco BStArco C StArco D
31 Sc Doves A -- --- -- --- -- ---Sc Glassy A Sc Glassy B Sc Glassy C -- ---Br Behind A Br Behind B -- --- -- --32 FxAiry AFxAiry BFxAiry CFxAiry DSc SynchrdA Sc SynchrdB Sc SynchrdC Sc SynchrdD Br OldTnr ABr OldTnr B Br OldTnr C -- --33 Fx Pardse A Fx Pardse B Fx Pardse C -- ---Sc C-Hook A Sc C-Hook B -- --- -- ---Br GoaBrs A Br GoaBrs B -- --- -- --34 FxIndies A FxIndies B -- --- -- ---Scraper A -- --- -- --- -- ---Br Punchy A Br Punchy B -- --- -- --35 Fx CSpace A Fx CSpace B Fx CSpace C -- ---ScStab AScStab B -- --- -- ---Br Trmpts ABr Trmpts B Br Trmpts C -- --36 FxEerie A FxEerie B -- --- -- ---Sc MonBas A Sc MonBas B -- --- -- ---BrSectin ABrSectin B Br Sectin CBr Sectin D
37 Fx Ambint A -- --- -- --- -- ---Ld UniLed A Ld UniLed B -- --- -- ---BrSoft ABrSoft B BrSoft C BrSoft D
38 Fx Mornng A Fx Mornng B -- --- -- ---Ld 4Poles A Ld 4Poles B Ld 4Poles C -- ---Ld ToClse ALd ToClse B Ld ToClse C -- --39 Fx CSphre A Fx CSphre B Fx CSphre C -- ---Ld Cream A -- --- -- --- -- ---Ld EntrnseALd EntrnseB -- --- -- --40 Fx MagcPd A Fx MagcPd B Fx MagcPd C Fx MagcPd D Ld ZapLed A Ld ZapLed B -- --- -- ---Ld MiniQS A Ld MiniQS B -- --- -- --41 FxTintpa A FxTintpa B -- --- -- ---Ld TheHok A Ld TheHok B Ld TheHok C -- ---Ld Babyln ALd Babyln B Ld Babyln C -- --42 Fx FlwrArpA -- --- -- --- -- ---Ld Trngle ALdTrngle B -- --- -- ---Ld Thermn A -- --- -- --- -- --43 Fx K.Scpe A Fx K.Scpe B Fx K.Scpe C -- ---LdFuji ALdFuji B LdFuji C -- ---Ld DstShk ALd DstShk B Ld DstShk C Ld DstShk D
44 FxOrient A FxOrient B -- --- -- ---Ld MegaHk A Ld MegaHk B Ld MegaHk C Ld MegaHk D Ld AcidLd ALd AcidLd B -- --- -- --45 Fx Omnivr A Fx Omnivr B Fx Omnivr C Fx Omnivr D Ld Mondo A Ld Mondo B -- --- -- ---Ld BabyLd A Ld BabyLd B Ld BabyLd C -- --46 Fx Whelez A Fx Whelez B Fx Whelez C -- ---Ld Marion ALd Marion B Ld Marion C -- ---Ld MogLed A Ld MogLed B -- --- -- --47 Ba Baslne A -- --- -- --- -- ---Ld Seminl A LdSeminl B LdSeminl C -- ---Ld Raplnd ALd Raplnd B -- --- -- --48 Ba Basln2 A Ba Basln2 B -- --- -- ---Ld PureSn A Ld PureSn B -- --- -- ---Ld CryBby ALd CryBby B -- --- -- --49 Ba Super A Ba Super B -- --- -- ---LdVolfet ALdVolfet B -- --- -- ---Ld SneMng A Ld SneMng B -- --- -- --50 Ba Unison A Ba Unison B Ba Unison C -- ---Ld Empha A -- --- -- --- -- ---Ld TheLog A Ld TheLog B -- --- -- --51 Ba SQ-Bas A Ba SQ-Bas B -- --- -- ---Ba Fashns A Ba Fashns B -- --- -- ---Ld InYFce A Ld InYFce B Ld InYFce C -- --52 Ba 80sSynBA Ba 80sSynBB Ba 80sSynBC Ba 80sSynBD Ba Relaxr A -- --- -- --- -- ---Pd ChoSwp A Pd ChoSwp B -- --- -- --53 Ba Pulsbs A Ba Pulsbs B -- --- -- ---Ba ssWire A Ba ssWire B -- --- -- ---Pd Synagy APd Synagy B -- --- -- --54 Ba SawBas A Ba SawBas B -- --- -- ---Ba Wound A -- --- -- --- -- ---Pd Vangls APd Vangls B -- --- -- --55 Ba Fsh303 A -- --- -- --- -- ---BaFridge A Ba Fridge B -- --- -- ---Pd ClubUK A Pd ClubUK B Pd ClubUK C Pd ClubUK D
56 Ba SawnOf A Ba SawnOf B -- --- -- ---Ba ssSine ABa ssSine B -- --- -- ---Pd Dolfns APd Dolfns B -- --- -- --57 Ba CS 01 A Ba CS 01 B -- --- -- ---Ba Saw 1 A -- --- -- --- -- ---Pd Expndr APd Expndr B Pd Expndr C -- --58 Ba Mogue A Ba Mogue B -- --- -- ---Ba Saw 2 A -- --- -- --- -- ---Pd MayTrk A Pd MayTrk B -- --- -- --59 Ba LeeDa A Ba LeeDa B Ba LeeDa C -- ---Ba Plse25 A -- --- -- --- -- ---Pd MonPad A Pd MonPad B Pd MonPad C Pd MonPad D
60 Ba Howler A Ba Howler B Ba Howler C -- ---Ba Fuzlne A -- --- -- --- -- ---Pd Nebula APd Nebula B Pd Nebula C -- --61 Ba KickBs A Ba KickBs B Ba KickBs C -- ---Balistic ABalistic B -- --- -- ---Pd RelAnl APd RelAnl B Pd RelAnl C -- --62 BaSub A BaSub B -- --- -- ---Ba 303Wve A -- --- -- --- -- ---Pd Dawn APd Dawn B -- --- -- --63 Ld Wasp A Ld Wasp B -- --- -- ---Ba Howtzr A -- --- -- --- -- ---Pd Satrn5 APd Satrn5 B -- --- -- --64 LdE-no A LdE-no B -- --- -- ---BaPolrze A Ba Polrze B -- --- -- ---Fx KeslRn AFx KeslRn B Fx KeslRn C Fx KeslRn D
127Jungly AJungly BJungly CJungly DDistKk ADistKk BDistKk C ---HipSet AHipSet BHipSet CHipSet D
Dr
128
Dr Elctrc A
Ca
Ld
Ld
-Ld
Ld
Ld
Ld
-Ld
Ld
Ld
Ld
Gt
Gt
-Pf
Pf
-Pf
Pf
Pf
Cp
Or
Or
Or
Or
Or
Or
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
St
St
St
St
St
St
Br
Br
Br
Br
Br
Br
-Se
Se
Se
Vo
Vo
Co
Co
Co
Dr
Dr
Dr
Dr
Dr
Dr Elctrc B
Ca
-Ld
--
--
--
--
--
--
-Ld
--
--
--
--
--
--
--
--
-Pf
-Cp
--
--
-Or
-Or
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
--
--
-Pd
-St
St
St
-St
--
--
-Br
Br
Br
--
-Se
Se
--
-Co
Co
Co
Dr
Dr
Dr
Dr
Dr
Dr Elctrc C
Ca
--
--
--
--
--
--
--
--
-Ld
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-Cp
--
--
-Or
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-St
--
--
--
--
-Br
Br
Br
--
--
-Se
--
--
-Co
Co
Dr
Dr
Dr
Dr
Dr
-- ---
Ca
Pf
Pf
Pf
Pf
Pf
Cp
Or
Or
Or
Or
Or
Or
Gt
Gt
Br
Br
Br
Br
Br
St
St
St
St
St
St
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Et
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Vo
Vo
Vo
Co
Co
Co
Co
Co EuroKt A
Ca
Pf
Pf
Pf
Pf
Pf
Cp
Or
Or
Or
Or
Or
Or
Gt
Gt
-Br
Br
Br
Br
St
-St
St
St
-Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
Pd
-Pd
Pd
Pd
Pd
Fx
-Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
-Fx
Et
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Vo
Vo
Vo
Co
Co
Co
Co
Co EuroKt B
Ca
--
-Pf
Pf
Pf
-Or
--
-Or
Or
--
--
--
-Br
-Br
-St
--
--
--
--
-Pd
-Pd
--
--
--
-Pd
Pd
--
-Fx
-Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
--
--
-Et
-Se
-Se
-Se
--
-Vo
Vo
-Co
Co
Co
Co
Co EuroKt C
Ca
--
--
-Pf
--
-Or
--
-Or
--
--
--
--
-Br
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
-Fx
--
-Fx
--
--
--
--
--
-Se
--
--
--
--
--
-Vo
Vo
-Co
Co
Co
-Co EuroKt D
Ca
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Et
Et
Et
Et
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Vo
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Sq
Sq
Sq
Sq
Dr
DrLfiAna A
Ca
Fx
Fx
Fx
--
-Fx
Fx
Fx
Fx
-Fx
Fx
Fx
-Fx
Fx
Fx
Fx
Fx
Et
Et
Et
-Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
-Se
Se
Se
Se
Se
Se
Se
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
Sc
--
--
-Vo
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Co
Sq
Sq
Sq
Sq
Dr
DrLfiAna B
PGM# Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam Ca Voice Naam
65 -- ---ScPopCompA Sc PopCompB Sc PopCompC -- ---Se TeckFX A -- --- -- --- -- --66 -- ---ScAnalog A Sc Analog B Sc Analog C -- ---Se Bad ManA Se Bad ManB Se Bad ManC Se Bad ManD
67 -- ---ScLipstckA -- --- -- --- -- ---Se SpceWrpA Se SpceWrpB Se SpceWrpC Se SpceWrpD
68 -- ---ScMegaClvA Sc MegaClvB -- --- -- ---Se Lego A Se Lego B Se Lego C SeLego D
69 -- ---ScDigiWahA -- --- -- --- -- ---Se MagnetoA Se MagnetoB -- --- -- --70 -- ---ScSynChrdA Sc SynChrdB Sc SynChrdC Sc SynChrdD Se CyberSEA Se CyberSEB Se CyberSEC Se CyberSED
71 -- ---ScCHook A Sc CHook B -- --- -- ---Se RtmScrcA -- --- -- --- -- --72 -- ---ScLarynx ASc Larynx B Sc Larynx C -- ---Se SeaOrglA Se SeaOrglB -- --- -- --73 -- ---ScScary ASc Scary B Sc Scary CSc Scary DSe AtlantsA Se AtlantsB Se AtlantsC SeAtlantsD
74 -- ---ScAtkDistASc AtkDistB Sc AtkDistCSc AtkDistDSe PlnktnsA Se PlnktnsB -- --- -- --75 -- ---ScWahDcy A Sc WahDcy B Sc WahDcy C Sc WahDcy D Se 13FridyA Se 13FridyB Se 13FridyC Se 13FridyD
76 -- ---ScBitcompA Sc BitcompB Sc BitcompC -- ---Se ScienceA Se ScienceB -- --- -- --77 -- ---ScTortureASc TortureB Sc TortureC -- ---Se Sewer A Se Sewer B -- --- -- --78 -- ---ScM25 A ScM25 B ScM25 C -- ---Se Swamp A Se Swamp B Se Swamp C Se Swamp D
79 -- ---ScBigTuneA Sc BigTuneB Sc BigTuneC Sc BigTuneD Se Radium A Se Radium B Se Radium C -- --80 -- ---PdNevada A Pd Nevada B Pd Nevada C -- ---Se HipNsysA Se HipNsysB Se HipNsysC -- --81 -- ---PdOcean APd Ocean B Pd Ocean C Pd Ocean D Se Cryton A Se Cryton B -- --- -- --82 -- ---PdRedWineA Pd RedWineB Pd RedWineC Pd RedWineD Se TubChokA Se TubChokB -- --- -- --83 -- ---PdFatSwepA Pd FatSwepB -- --- -- ---Se Dark SEA Se Dark SEB Se Dark SEC -- --84 -- ---PdShadow A -- --- -- --- -- ---Se Hammer A Se Hammer B Se Hammer C Se Hammer D
85 -- ---PdDreampdA Pd DreampdB Pd DreampdC Pd DreampdD Sq Patty A Sq Patty B Sq Patty C SqPatty D
86 -- ---PdFlutePdA Pd FlutePdB Pd FlutePdC -- ---Sq ReflectA Sq ReflectB Sq ReflectC SqReflectD
87 -- ---PdHitoLo APd HitoLo B Pd HitoLo CPd HitoLo DSq DrumatcA Sq DrumatcB Sq DrumatcC -- --88 -- ---PdVenus A Pd Venus B Pd Venus C Pd Venus D Sq 7thRndmA Sq 7thRndmB -- --- -- --89 -- ---PdBannersA Pd BannersB Pd BannersC -- ---Sq X2-SwepA Sq X2-SwepB -- --- -- --90 -- ---PdMetroplAPd MetroplB -- --- -- ---Sq TranSeqA Sq TranSeqB Sq TranSeqC -- --91 -- ---PdWavePadA Pd WavePadB Pd WavePadC -- ---Sq AcidossA Sq AcidossB Sq AcidossC Sq AcidossD
92 -- ---PdAwaken A Pd Awaken B Pd Awaken C -- ---Sq MadKeefA Sq MadKeefB Sq MadKeefC Sq MadKeefD
93 -- ---Pd4AD A Pd 4AD B Pd 4AD C -- ---Sq FirewrxA Sq FirewrxB Sq FirewrxC SqFirewrxD
94 -- ---PdTherminA Pd TherminB Pd TherminC -- ---Sq Engels A Sq Engels B -- --- -- --95 -- ---PdPan A Pd Pan B PdPan CPdPan D Sq N.Y. 99A Sq N.Y. 99B -- --- -- --96 -- ---PdAthens A Pd Athens B Pd Athens C -- ---Sq SuprArpA Sq SuprArpB Sq SuprArpC Sq SuprArpD
97 -- ---PdAbandonA Pd AbandonB Pd AbandonC Pd AbandonD Sq Hard OnA Sq Hard OnB Sq Hard OnC Sq Hard OnD
98 -- ---PdBellTllAPd BellTllB PdBellTllC -- ---Sq Kirmes1A Sq Kirmes1B Sq Kirmes1C -- ---
99 -- ---PdAirBlwrAPd AirBlwrB -- --- -- ---Sq ClasiclA Sq ClasiclB -- --- -- --100 -- ---FxEmeraldA Fx EmeraldB -- --- -- ---Sq DRUG A Sq DRUG B Sq DRUG C -- --101 -- ---FxEtherelAFx EtherelB Fx EtherelCFx EtherelDSq X-SweepA Sq X-SweepB -- --- -- --102 -- ---FxAutoSawA Fx AutoSawB Fx AutoSawC Fx AutoSawD Sq Nexxus A Sq Nexxus B Sq Nexxus C -- --103 -- ---FxBirds AFxBirds B FxBirds CFxBirds DSq KatarssA -- --- -- --- -- --104 -- ---FxGeomtryA -- --- -- --- -- ---Sq Rave A Sq Rave B Sq Rave C SqRave D
105 -- ---FxDifusinAFx DifusinB -- --- -- ---Sq AN VeloA -- --- -- --- -- --106 -- ---FxFx BellAFx Fx BellB FxFx BellC -- ---Sq Memes A Sq Memes B Sq Memes C -- --107 -- ---FxBeauty A Fx Beauty B Fx Beauty C Fx Beauty D Sq Messa A Sq Messa B -- --- -- --108 -- ---FxGhosts AFx Ghosts B -- --- -- ---Sq MoondotA Sq MoondotB -- --- -- --109 -- ---FxBreathyAFx BreathyB Fx BreathyC Fx BreathyD Co EuroKitA Co EuroKitB Co EuroKitC CoEuroKitD
110 -- ---FxTranspdAFx TranspdB Fx TranspdC Fx TranspdD Co WishU'rA Co WishU'rB Co WishU'rCCo WishU'rD
111 -- ---Fx SweepPdA Fx SweepPdB Fx SweepPdC Fx SweepPdD Co DanceTcA Co DanceTcB Co DanceTcC Co DanceTcD
112 -- ---FxHlyMthrAFx HlyMthrB -- --- -- ---Co DigPhasA Co DigPhasB Co DigPhasC Co DigPhasD
113 -- ---FxSparkleAFx SparkleB Fx SparkleC -- ---Co Ready A Co Ready B Co Ready C Co Ready D
114 -- ---FxKiseki AFx Kiseki B FxKiseki CFxKiseki D Co BecomngA Co BecomngB Co BecomngC Co BecomngD
115 -- ---FxDespairAFx DespairB Fx DespairC Fx DespairD Co RockMkrA Co RockMkrB Co RockMkrC Co RockMkrD
116 -- ---FxBeBach A Fx BeBach B -- --- -- ---Co TechRckA Co TechRckB Co TechRckC Co TechRckD
117 -- ---FxMoreIceA Fx MoreIceB Fx MoreIceC Fx MoreIceD Co Vibe-zmA Co Vibe-zmB Co Vibe-zmC Co Vibe-zmD
118 -- ---FxChemiclA Fx ChemiclB -- --- -- ---Co NewFunkA Co NewFunkB Co NewFunkC -- --119 -- ---FxAyersRkA Fx AyersRkB -- --- -- ---Co FunkyBrA Co FunkyBrB Co FunkyBrC Co FunkyBrD
120 -- ---FxBlueBokA Fx BlueBokB Fx BlueBokC Fx BlueBokD Co OrchstrA Co OrchstrB Co OrchstrC Co OrchstrD
121 -- ---FxMoonwedA -- --- -- --- -- ---Co Mr.MuteA Co Mr.MuteB Co Mr.MuteC -- --122 -- ---FxAlobar AFx Alobar B -- --- -- ---Co WWinds A Co WWinds B Co WWinds C Co WWinds D
123 -- ---FxKemstryA Fx KemstryB -- --- -- ---Dr 9o9 KitA Dr 9o9 KitB Dr 9o9 KitC Dr9o9 KitD
124 -- ---FxAbyss AFx Abyss B Fx Abyss C Fx Abyss D Dr 8o8 KitA Dr 8o8 KitB Dr 8o8 KitC Dr8o8 KitD
125 -- ---FxDandeliAFx DandeliB -- --- -- ---Dr 4 by 4 A Dr 4 by 4 B Dr 4 by 4 CDr4 by 4 D
126 -- ---FxOrchHtsAFx OrchHtsB Fx OrchHtsC Fx OrchHtsDDr ElecKitA Dr ElecKitB Dr ElecKitC DrElecKitD
127 -- ---FxAcidHtsAFx AcidHtsB Fx AcidHtsC Fx AcidHtsD Dr B900KitA Dr B900KitB Dr B900KitC DrB900KitD
128 -- ---FxFunkyHtA -- --- -- --- -- ---Dr SessionA Dr SessionB -- --- -- ---
14
Drum Toewijzingslijst
Program # 1~6
Voices voor Performances Lijst (Bank PRE12)
Bank MSB#63(3F)63(3F)63(3F)63(3F)63(3F)63(3F)
Bank LSB#12(0C)12(0C)12(0C)12(0C)12(0C)12(0C)
13 C# -1 Surdo Mute
14D -1 Surdo Open
15 D# -1 Hi Q
16E -1 Whip Slap
17F -1 Scratch Push
18 F# -1 Scratch Pull
19G -1 Finger Snap
20 G# -1 Click Noise
21A -1 Metronome Click
22 A# -1 Metronome Bell
23B -1 Seq Click L
24C 0 Seq Click H
25 C# 0 Brush Tap
26D 0 Brush Swirl L
27 D# 0 Brush Slap
28E 0 Brush Swirl H
29F 0 Snare Roll
30 F# 0 Castanet
31G 0 Snare L
32 G# 0 Sticks
33A 0 Bass Drum L
34 A# 0 Open Rim Shot
35B 0 Bass Drum M
36C 1 Bass Drum H
37 C# 1 Side Stick
38D 1 Snare M
39 D# 1 Hand Clap
40E 1 Snare H
41F 1 Floor Tom L
42 F# 1 Hi-Hat Closed
43G 1 Floor Tom H
44 G# 1 Hi-Hat Pedal
45A 1 Low Tom
46 A# 1 Hi-Hat Open
47B 1 Mid Tom L
48C 2 Mid Tom H
49 C# 2 Crash Cymbal 1
50D 2 High Tom
51 D# 2 Ride Cymbal 1
52E 2 Chinese Cymbal
53F 2 Ride Cymbal Cup
54 F# 2 Tambourine
55G 2 Splash Cymbal
56 G# 2 Cowbell
57A 2 Crash Cymbal 2
58 A# 2 Vibraslap
59B 2 Ride Cymbal 2
60C 3 Bongo H
61 C# 3 Bongo L
62D 3 Conga H Mute
63 D# 3 Conga H Open
64E 3 Conga L
65F 3 Timbale H
66 F# 3 Timbale L
67G 3 Agogo H
68 G# 3 Agogo L
69A 3 Cabasa
70 A# 3 Maracas
71B 3 Samba Whistle H
72C 4 Samba Whistle L
73 C# 4 Guiro Short
74D 4 Guiro Long
75 D# 4 Claves
76E 4 Wood Block H
77F 4 Wood Block L
78 F# 4 Cuica Mute
79G 4 Cuica Open
80 G# 4 Triangle Mute
81A 4 Triangle Open
82 A# 4 Shaker
83B 4 Jingle Bell
84C 5 Bell Tree
85 C# 5 Bell Tree
86D 5 Bell Tree
87 D# 5 Bell Tree
88E 5 Bell Tree
89F 5 Bell Tree
90 F# 5 Bell Tree
91G 5 Bell Tree
92 G# 5 Bell Tree
93A 5 Bell Tree
94 A# 5 Bell Tree
95B 5 Bell Tree
96C 6 Bell Tree
BD Jungle1T8 Kik2BD Jungle2BD HipHop1T8 Kik3T9 Kik1
BD Jungle2T8 Kik2T8 SN3SD Jungle4T8 RimT9 Rim
T8 Kik2T8 Kik3SD Jungle2SD Elect3T8 SN3T9 SN4
BD Jungle5T8 SN1
BD HipHop1T8 SN3SD Jungle3SD HipHop3T8 SN3T9 SN4
BD HipHop2T8 SN4T8 TomT9 Tom HI2
SD Jungle1T8 SN5HH 2CLHH 2CLT8 HH CL1T9 HH CL1
SD Jungle2T8 Conga HI1T8 TomT9 Tom HI2
SD Jungle3T8 CowbellHH 2CLHH 2CLT8 HH CL2T9 HH CL2
SD Jungle4T8 Conga HI1T8 TomT9 Tom HI2
SD HipHop1T8 MarracasHH 2OPHH 2OPT8 HH OP1T9 HH OP2
SD HipHop2T8 Conga HI1T8 TomT9 Tom HI2
SD HipHop3T8 Conga HI1T8 TomT9 Tom HI2
SD Elect1T8 Rim
SD Elect2
SD Elect3
SD Elect4
T8 SN3T8 TomHH 4CLHH 4CL
78 SNT8 HH CL1PC Tamb2PC Tamb2
HH 1CLT8 Tom
HH 2CLT8 HH CL2
HH 2OPT8 Tom
HH 3CLT8 HH OP1
78 HH OpT8 TomHH 4CLHH 4CL
HH 4CL
HH 4OP
PC Snap
PC Tamb2T9 Kik1
BD Jungle4T9 Kik3n
BD AnaBD Jungle4
Hit 1T9 HH OP2
Hit 1T9 SN1
Hit 1T9 SN2
Hit 2T9 SN1
Hit 2T9 SN3
Hit 2T9 SN1
Hit BrassT9 SN4
SCR 1T9 Rim
SCR 1T9 SN4
SCR 1T9 CLAP1
SCR 2T9 SN4
SCR 2T9 Tom HI2
SCR 2T9 HH CL1
SCR 3T9 Tom HI2
SCR 3T9 HH CL2
SCR 3T9 Tom HI2
SCR 4T9 HH OP2
SCR 4T9 Tom HI2
SCR 4T9 Crash1
SCR 6T9 Ride1
SCR 6T9 Crash1
SCR 6T8 Kik2
SCR 678 SN
SCR 7T8 SN3
SCR 778 HH CL
SCR 778 Cowbell
SCR 778 Marracas
Hit Brass78 Tamb
Hit Brass78 HH Op
Hit Brass78 Guiro
Hit Brass78 Metal
= Zelfde als diegene die zijn toegewezen aan de laagste/hoogste noten in een andere toonhoogte.
17
MIDI Data Formaat
Veel MIDI messages worden uitgedrukt in hexadecimale of binaire
getallen. Hexidecimale getallen kunnen de letter “H” als suffix hebben.
De letter “n” geeft een zeker heel getal aan.
De lijst hieronder geeft het corresponderende decimale getal voor
ieder hexadecimaal/binair getal.
•
bijvoorbeeld de note-on messages aan voor respectievelijk de
kanalen 1 t/m 16. 175 - 191/BnH/1011 0000 - 1011 1111 geven
de control messages aan voor respectievelijk de kanalen 1 t/m 16.
192 - 207/CnH/1100 0000 - 1100 1111 geven de program messages
aan voor respectievelijk de kanalen 1 t/m 16. 240/F0H/1111 0000
staat aan het begin van de data om een system exclusive message
aan te geven. 247/F7H/1111 0111 staat aan het eind van de system
exclusive message.
aaH(Hexadecimaal)/0aaaaaaa(Binair) geven data-adressen aan.
•
Een data-adres bestaat uit Hoog Midden en Laag
bbH/0bbbbbbb geeft byte-tellen aan.
SW1 [ ] MIDI Stuurkanaal (Hangt af van Toetsenbord Stuurkanaal in Utility mode).
SW2 [ ] MIDI Device Nummer (Als het Device Nummer “All” is, is het Stuurkanaal 1).
SW3 [ ] Multi Mode
SW4 [ ] Peformance Mode
SW5 [ ] Parts 5 t/m 16 in Performance Mode, of Multi Mode
SW2 [ ] MIDI Device Nummer
SW3 [ ] Multi Mode
SW4 [ ] Peformance Mode
SW5 [ ] Parts 5 t/m 16 in Performance Mode, of Multi Mode
SW6 [ ] Ontvangstfilter
*1Alleen als de drum voor het Part is geselecteerd
SW7 [ ] MIDI Ontvangstkanaal (In Performance Mode hangt het af van het Ontvangstkanaal in Utility Mode)
SW8 [ ] MIDI Ontvangstkanaal en Play mode
In Performance Mode hangt het af van het Ontvangstkanaal in Utility Mode
Geen ontvangst in Performance Edit Mode of Store Mode.
(3) VERSTUREN/ONTV ANGEN DAT A
(3-1) CHANNEL VOICE MESSAGES
(3-1-1) NOTE OFF (Receive only)
(3-1-2) NOTE ON/OFF
(3-1-3) PROGRAM CHANGE
(3-1-4) CHANNEL AFTERTOUCH (alleen ontvangst)
STATUS1000nnnn (8nH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
NOTE NUMBER0kkkkkkk = 0 (C-2) - 127 (G8)
VELOCITY0vvvvvvvnegeert ‘v’
STATUS1001nnnn (9nH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
NOTE NUMBER0kkkkkkk = 0 (C-2) - 127 (G8) ; bij ontvangen
VELOCITY0vvvvvvv(v = 0) NOTE ON
STATUS1100nnnn (CnH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
PROGRAM NUMBER0pppppppp = 0 - 127
* De Programnummers corresponderen als volgt met de XG Drum Voice nummers:
F = 1DR1 Standard
F = 2DR2 Standard2
F = 3DR3 Dry
F = 4DR4 Bright
F =9DR5 Room
F = 10 DR6 Dark
F = 17 DR7 Rock
F = 18 DR8 Rock2
F = 25 DR9 Elctrnic
F = 26 DR10 Analog
F = 27 DR11 Analog2
F = 28 DR12 Dance
F = 29 DR13 HipHop
F = 30 DR14 Jungle
F = 33 DR15 Jazz
F = 34 DR16 Jazz2
F = 41 DR17 Brush
F = 49 DR18 Classic
* De Programnummers corresponderen als volgt met de XG SFX Kitnummers:
F = 1DR19SFX1
F = 2DR20SFX2
Bij het ontvangen van een Drum Voice Change message, terwijl er huidig een drum voice is geselecteerd, zal
de drum setup data naar de nieuwe data worden gereset.
STATUS1101nnnn (DnH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
VALUE0vvvvvvvv = 0 - 127 AFTERTOUCH WAARDE
00000000(v = 0) NOTE OFF
k = 36 (C1) - 96 (C6) ; bij versturen
k = 0 (C-2) - 127 (G8); selecteerbaar bij
transponeren
(3-1-5) POLYPHONIC AFTERTOUCH (alleen ontvangst)
(3-1-6) PITCH BEND CHANGE
(3-1-7) CONTROL CHANGE
(3-2) CHANNEL MODE MESSAGES
(3-2-1) ALL SOUNDS OFF (CONTROL NUMMER = 78H, DATA WAARDE = 0)
STATUS1101nnnn (EnH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
LSB0vvvvvvvPITCH BEND CHANGE LSB
MSB0vvvvvvvPITCH BEND CHANGE MSB
Verstuurd met een resolutie van 7 bits.
STATUS1101nnnn (BnH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
CONTROL NUMBER0ccccccc
CONTROL V ALUE0vvvvvvv
*VERSTUURDE CONTROLNUMMERS
c = 0BANK SEL MSB; v = 0 : XG NORMAAL
c = 32BANK SEL LSB; v = 0 - 127*3
c = 1MODULATION; v = 0 - 127*2
c = 11EXPRESSION; v = 0 - 127
c = 16FOOT CONTROLLER ; v = 0 - 127*2
c = 64SUSTAIN SWITCH; v = 0 - 63: OFF, 64 - 127:ON*2
c = 71HARMONIC CONTENT ; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 72RELEASE TIME; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 73ATTACK TIME; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+*2
c = 74BRIGHTNESS; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 00-95 ASSIGNABLE CONT; v = 0 - 127*2
*ONTVANGEN CONTROLNUMMERS
c = 0BANK SEL MSB; v = 0 : XG NORMAAL
c = 32BANK SEL LSB; v = 0 - 127*3
c = 1MODULATION; v = 0 - 127*2
c = 5PORTAMENTO TIME ; v = 0 - 127*2
c = 6DATA ENTRY MSB; v = 0 - 127*1
c = 38DATA ENTRY LSB; v = 0 - 127*1
c = 7MAIN VOLUME; v = 0 - 127
c = 10PANPOT; v = 0 - 127
c = 11EXPRESSION; v = 0 - 127
c = 16FOOT CONTROLLER ; v = 0 - 127*2
c = 64SUSTAIN SWITCH; v = 0 - 63: OFF, 64 - 127:ON*2
c = 65PORTAMENTO SWITCH ; v = 0 - 63: OFF, 64 - 127:ON*2
c = 66SOSTENUTO; v = 0 - 63: OFF, 64 - 127:ON*2
c = 67SOFT PEDAL; v = 0 - 63: OFF, 64 - 127:ON*2
c = 71HARMONIC CONTENT ; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 72RELEASE TIME; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 73ATTACK TIME; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+*2
c = 74BRIGHTNESS; v = 0: - 64 - 64:0 - 127:+63*2
c = 84PORTAMENTO CONT ; v = 0 - 127*2
c = 91REVERB DEPTH; v = 0 - 127
c = 93CHORUS DEPTH; v = 0 - 127
c = 94VARIATION DEPTH; v = 0 - 127 (Alleen bij gebruik van System effect)
c = 96DATA ENTRY INC; v = 0 - 127*1
c = 97DATA ENTRY DEC; v = 0 - 127*1
c = 00-95 ASSIGNABLE CONT; v = 0 - 127*2
*1 Alleen gebruikt bij het toewijzen van de parameter met RPN-nummers.
*2 Niet effectief bij drum voices.
*3 0 wordt geselecteerd als de MSB waarde niet 0 of 63 is.
64 (Preset Performance Bank1), 65 (User Performance Bank1), 66 (Preset Performance Bank2),
67 (User Performance Bank2) OF 0-20 (Voices voor Performances) wordt geselecteerd als de MSB-
waarde 63 is (alleen in Performance Mode).
MODULATIE wordt gebruikt om vibrato depth mee te besturen.
POTAMENTO TIME stelt de tijd in die de toonhoogte nodig heeft om de volgende gespeelde noot te bereiken
als de PORTAMENTO SWITCH (CONTROL#65) aanstaat. 0 is de minimumtijd, 127 is demaximumtijd.
De PANPOT -positie wijzigt relatief overeenkomstig de vooringestelde waarde van iedere normale/drumvoice.
Het is niet effectief voor de huidig gespeelde geluiden.
PORTAMENTO TIME staat vast op 0 in PORTAMENTO CONTROL.
REVERB DEPTH bestuurt het reverb send niveau. CHORUS DEPTH bestuurt het chorus send niveau,
VARIATION DEPTH bestuurt het variation send niveau.
HARMONIC CONTENT past de resonantie aan die is vooringesteld voor iedere voice. Het instellen van
een waarde voegt toe aan of trekt af van de middenwaarde 64, aangezien dit een offset parameter is. Hoe
hoger de waarde, hoe meer resonantie er wordt geproduceerd. Het effectieve bereik kan kleiner zijn als het
bereik dat u kunt toewijzen, afhankelijk van de geselecteerde voice.
RELEASE TIME past de past de envelop release tijd aan die is vooringesteld voor iedere voice. Het instellen
van een waarde voegt toe aan of trekt af van de middenwaarde 64, aangezien dit een offset parameter is.
ATTACK TIME past de past de envelop attack tijd aan die is vooringesteld voor iedere voice. Het instellen
van een waarde voegt toe aan of trekt af van de middenwaarde 64, aangezien dit een offset parameter is.
BRIGHTNESS past de Low Pass Filter cutoff frequentie aan die is vooringesteld voor iedere voice. Het
instellen van een waarde voegt toe aan of trekt af van de middenwaarde 64, aangezien dit een offset parameter
is. Hoe kleiner de waarde, hoe meer warner geluid wordt geproduceerd. Het effectieve bereik kan kleiner
zijn als het bereik dat u kunt toewijzen, afhankelijk van de geselecteerde voice.
Als er een program change message wordt ontvangen, worden de volgende handelingen in verband met
bank select uitgevoerd:
Bank select MSB-nummer is geen 0,40H, 7EH of 7FH: er wordt stilte geselecteerd.
Als het Bank select MSB-nummer 0,40H, 7EH of 7FH is en het bank select LSB-nummer is illegaal, dan
wordt de invoer genegeerd.
STATUS1011nnnn (BnH) n = 0 - 15 VOICE CHANNEL NUMMER
CONTROL NUMBER0cccccccc = CONTROL NUMMER
CONTROL VALUE0vvvvvvvv = DATA WAARDE
Al de huidig gespeelde geluiden, inclusief de channel messages als note-on en hold-on op een zeker kanaal
worden bij ontvangst van deze message gemute.