Yamaha CS2X User Manual [hu]

Yamaha CS2X User Manual

G E N E R A L

CONTROL SYNTHESIZER

 

 

PHONES

L/MONO

R

DC IN

STANDBY

FOOT

FOOT

FOOT

INPUT TO HOST HOST SELECT

IN

OUT

THRU

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

ON

VOLUME

CONTROLLER

SWITCH

 

 

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P BEND

 

MW

 

 

FC

 

PORTA

ASSIGN1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CONTROL SYNTHESIZER

 

TUNE

NOTE

 

VEL

EF

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

YZ ,

&

 

SFT

DCY AEG

LOW

HIGH

LOW

HIGH

FMOD LFO WAVE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VWX

 

ATK

SUS

REL

AMOD

PMOD

SPEED

PHASE

LAYER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

STORE

7

8

9

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

PEG

 

INIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MULTI

UTILITY

 

 

FEG

 

 

 

 

 

 

 

 

VOLUME

ATTACK

DECAY

RELEASE

ASSIGN 1 DATA

 

ARPEGGIO HOLD

SHIFT

 

 

 

MNO

PQR

STU

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

 

+

 

 

 

4

5

6

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

EFFECT

 

FILTER

POLY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BANK

PROGRAM VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PART LAYER

OCTAVE

 

 

 

DEF

GHI

JKL

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

3

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MW FC

 

 

 

 

 

 

 

PRESET

USER

 

 

 

ABC

. ,

SPACE

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

+

PRESET

USER

ARPEGGIATOR

0

ENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PROGRAM

 

 

 

 

NO

YES

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCENE

HPF CUTOFF

LPF CUTOFF

RESONANCE

 

ASSIGN 2

 

 

 

 

 

 

 

 

QUICK PC

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

 

PITCH MODULATION

NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING

SPECIALE MEDEDELINGEN

Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere stroomvoorziening of adaptor dan die, die omschreven staat in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is aangeraden door Yamaha.

Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard die wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het component vergezellen.

SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:

Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder hier vantevoren melding van te maken, om bestaande apparatuur te update’n.

Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te produceren die gehoorverlies kunnen veroorzaken. WERK NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gesuis in uw oren moet u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog.

BELANGRIJK: Hoe harder het geluid hoe sneller schade optreedt.

Sommige Yamaha-producten kunnen zijn voorzien van banken en/of ‘mountinghulpmiddelen’ die ofwel bij het produkt zijn bijgeleverd ofwel los verkrijgbaar zijn. Sommige van deze onderdelen zijn ontworpen om door de dealer te worden geinstalleerd. Verzeker u er VOOR gebruik van dat de banken stabiel zijn en extra fixtures (waar toepasbaar) goed bevestigd.

Door Yamaha geleverde banken zijn alleen bedoeld om op te zitten. Ander gebruik wordt niet aanbevolen.

OPMERKING:

Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis over de werking van een functie of een effect (als het apparaat naar behoren functioneert), worden niet gedekt door de garantie, en zijn derhalve voor de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer alvorens om service te verzoeken.

MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:

BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.

Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Sommige van dit type batterij kan worden opgeladen. Verzeker u ervan dat de batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij die u op wil laden.

Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude met nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot oververhitting en ontploffende batterijen.

WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.

AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan contact op met Yamaha.

NAAMPLAATJE:

Het naamplaatje zit onderop het instrument. Op dit plaatje staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz. Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de datum van aanschaf in kunnen vullen, en de handleiding goed bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.

Model Serienummer

Datum van Aanschaf

BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED

BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische produkten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het produkt op de juiste manier wordt gebruikt, er geen voorspelbare risico’s zijn. Pas het instrument NIET aan, en vraag ook anderen niet het instrument te modificeren, als Yamaha zelf hier niet uitdrukkelijk om verzocht heeft. Hierdoor kan de kwaliteit en de standaard van veiligheid te kort schieten. Als er garantie geëist wordt, en het instrument is wel aangepast, kan dit geweigerd worden.

SPECIFIKATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN: De informatie in deze handleiding is correct op het moment dat het gedrukt wordt. Yamaha heeft echter het recht om wijzigingen om de specificaties te wijzigen zonder hiervoor eerst over te berichten, of de verplichting aan te gaan alle voorgaande modellen te update’n (van de nieuwigheden te voorzien).

MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:

BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.

WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet op te laden, te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg. Opmerking: in sommige gebieden bent u volgens de wet verplicht stukke onderdelen te retourneren. U kunt dit verzoek echter indienen bij uw dealer, zodat die ze weg kan gooien of retourneren.

AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen, neem dan contact op met Yamaha.

OPMERKING: Service onkosten, te wijten aan een gebrek aan kennis over hoe een functie of een effect werkt (mits het instrument functioneert zoals het hoort) vallen niet onder de garantie, en zijn derhalve uw verantwoording.

Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem in het geval van twijfel eerst contact op met uw dealer, alvorens het instrument zelf van service te voorzien.

NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer, het serienummer, de voedinggegevens e.d. vindt u op dit plaatje. U moet het typenummer, het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren en deze handleiding bewaren als bewijs van aankoop.

VOORZORGSMAATREGELEN

LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT

* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.

WAARSCHUWING

Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:

Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruik van het instrument en laat het nakijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.

Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.

Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.

Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aanverwante, door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan oververhitting.

Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen hebt.

Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker.

PAS OP!

Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:

Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.

Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.

Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.

Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt, of tijdens onweer.

Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.

Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of schade aan de interne elektronica.

Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden.

Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.

Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.

Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen verkleuren.

Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.

Gebruik alleen de standaard/rek van dit instrument. Bij het bevestigen van de standaard moet u alleen gebruik maken van de meegeleverde schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan de interne componenten of er voorzorgen dat het instrument valt.

Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op met een K.N.O.-arts.

DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN

Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij, waardoor de gegevens bewaard blijven, zelfs als het instrument uitstaat. Als deze vervangen moet worden verschijnt de melding “Battery Low” in de display. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk uw data backuppen (op een extern opslagmedium zoals de op floppy-disk gebaseerde Yamaha MIDI Data Filer MDF2), waarna de batterij vervangen moet worden door gekwalificeerd Yamaha personeel.

Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha personeel.

Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen, aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.

USER DATA OPSLAAN

Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het apparaat.

Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,

of data die kwijt is geraakt of vernietigd.

Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.

Over Deze Handleiding

Gefeliciteerd met de aankoop van de CS2x Control Synthesizer! En bedankt voor het kiezen van een Yamaha.

De CS2x geeft een compleet nieuwe dimensie aan de enorm populaire CS1x, met meer soorten geluiden, extra SOUND CONTROL-knoppen voor bredere realtime geluidsscheppende capaciteiten, plus andere praktische kenmerken die een handigere bediening en flexibeler spel garanderen.

Deze handleiding is uw persoonlijk ‘handboek’ waarmee u het meest uit uw CS2x kunt halen - bewaar het daarom op een veilige en toegankelijke plaats, zodat u snel iets op kunt zoeken indien dat nodig is! Het boek is verdeeld in de volgende onderdelen:

Beginnen

Dit gedeelte bevat alles dat u moet weten over de binnenen buitenkant van de CS2x. Het is in vier gedeelten onderverdeeld: Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis, Het Opstellen van de CS2x, Uw CS2x Leren Kennen, Een Snelle CS2x-Ronde.

Kenmerk Referentie

In dit gedeelte staan beschrijvingen van CS2x-kenmerken en uitleg over de bediening. Het is in feite een woordenboek waarin u als dat nodig is de referenties van een kenmerk kunt opzoeken. U vindt hier de volgende gedeelten: Performance Mode, Multi Play Mode, Utility Mode, Store Mode, en Fabrieksinstellingen.

Appendix

Dit gedeelte geeft informatie over digitale effecten, MIDI, foutmeldingen, probleemoplossingen en meer.

Naamconventies

Ter bevordering van het begrip, worden in deze handleiding de volgende twee basisconventies gebruikt voor de CS2xkenmerken:

De namen van de specifieke knoppen op het paneelstaan tussen vierkante haakjes, bv. [ARPEGGIO]-knop, [PERFORMANCE]-knop, [USER]-knop, enz.

De namen van andere paneelkenmerken en aansluitingen worden in hoofdletters weergegeven, net zoals zij op het paneel staan. Bijv. PITCH-wiel, TO HOSTaansluiting, EFFECT REC SEND parameter, enz.

INHOUD

 

Beginnen ................................

6

Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis

......... 6

Belangrijkste Kenmerken ...............................................

7

Voorpaneel ....................................................................

8

Achterpaneel ...............................................................

10

Het Opstellen van de CS2x .......................................

11

Basisaansluitingen ........................................................

11

Aanzetten ....................................................................

14

Het Afspelen van de Demo Songs ................................

14

Uw CS2x Leren Kennen ............................................

15

CS2x Toongenerator ....................................................

15

Normale Voices en Drum Voices .................................

18

Layers .........................................................................

18

Knopparameters ..........................................................

19

Editparameters op het Paneel .......................................

20

Bedieningsmodes ........................................................

21

Een Snelle CS2x-Ronde .............................................

23

Performance Mode ......................................................

23

Performance Selectie .............................................

23

Selectie Performance Mode ..............................

23

Selectie Performance Bank ................................

23

Selectie Performance Nummer ..........................

23

Performance Afspelen ............................................

25

Octave Shift Functie .........................................

25

PITCHen MODULATIE-wiel ...........................

25

Scenes en SCENE CONTROL-functie ................

25

Performance Bewerken en Opslaan .......................

26

SOUND CONTROL-knoppen ...........................

26

De Arpeggiator .................................................

27

Paneel Edit Matrix .............................................

29

User Performance Opslaan ...............................

30

Multi Play Mode ....................................................

31

Sequencer Opstelling ........................................

31

Multi Play Mode Selecteren ..............................

31

Part Toewijzen ..................................................

32

Part-Parameters Bewerken ................................

32

XG-Werking ...............................................

33

Multi Play in Performance Mode ............................

33

Het Gebruik van de CS2x met XGworks ............

34

Kenmerk Referentie .............

40

Performance Mode ..................................................

40

Common Edit 1 ...........................................................

43

Common Edit 2 ...........................................................

45

Layer Edit 1 .................................................................

47

Layer Edit 2 .................................................................

50

Layer Edit 3 .................................................................

52

Layer Edit 4 .................................................................

54

Multi Play Mode ......................................................

57

Utility Mode ............................................................

61

Store Mode .............................................................

66

Fabrieksinstellingen ..................................................

69

De illustraties en LCD-schermen in deze handleiding zijn alleen bedoeld als uitleg en kunnen verschillen van die op uw instrument.

De bedrijfsnamen en produktnamen in deze handleiding zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.

Appendix ..............................

70

Digitale Effecten .......................................................

70

Over MIDI ..............................................................

72

Specificaties .............................................................

76

Troubleshooting (In de Problemen?) ...........................

77

Foutmeldingen .........................................................

78

Index ......................................................................

79

5

Beginnen

CONTROL

SYNTHESIZER

Welkom in de Wereld van de CS2x Control Synthesis

Of u nu een beginner bent en de CS2x uw eerste professionele synthesizer is, of dat u een professionele speler bent die geld verdiend met het bespelen van het instrument - of dat u hier ergens tussenin zit - u zult de CS2x zeker als een van de prettigste instrumenten ervaren die u ooit bezat. En het is er zeker één waaraan u een hoop plezier zult beleven.

De CS2x is een soort analoge-stijl digitale synthesizer. Het heeft het beste van de traditionele analoge in zich - zoals de eenvoud in het gebruik, natuurlijke “met de handjes” interactiviteit, brede geluidsdimensies, een Arpegiator en een rijkdom aan realtime besturingskenmerken - en verenigt dat met het beste van de moderne digitale - zoals stabiele toonhoogte, volledige polyfonie van 64 noten, ‘one-touch’ instellingsreconfiguraties, maar liefst 16 MB Wave ROM plus een groot opslaggeheugen, uitgebreide MIDI-kenmerken en veel, veel meer.

Een ander voordeel van de CS2x is dat er geen pagina’s zijn en geen pagina’s met moeilijk toegankelijke functies. Letterlijk alles dat u nodig heeft ziet u voor u op het instrument. En is toegankelijk met een eenvoudige druk op een knop - of een draai aan een knop. Aangezien alle gecompliceerde concepten en frustrerende factoren meteen bij het begin zijn geëlimineerd, is de bediening van de CS2x snel en gemakkelijk onder de knie te krijgen.

Als u de CS2x ooit als een multitimbrale toongenerator wilt gebruiken, dan zult u ontdekken dat het een ideaal MIDIsysteemcomponent is, aangezien het is ontworpen om de XG en General MIDI System Level 1 (GM) formaten met gemak te kunnen verwerken. U kunt tevens uw eigen configuratie van meerdere timbres opstellen met het “4-Layer plus 12-Part”- systeem hetgeen uw Performance-timbre intact houdt. Het is zelfs voorzien van een stereo miniplug-input waarmee u de stereo of mono audiosignalen van een extern component als een sampler of een submixer kunt “mixen’ met de audio-output van de CS2x.

Dit alles in aanmerking nemende, is de CS2x goed en eenvoudig - en ongelofelijk krachtig. U zult er trots op zijn een instrument te bezitten dat in staat om zich in iedere muzikale situatie in de opwindende wereld van de moderne muziek staande te houden.

G E N E R A L

G E N E R A L

GM System Level 1

“GM System Level 1” is een standaardspecificatie die het arrangement van voices in een toongenerator en zijn MIDIfunctionaliteit bepaalt. Dit verzekert u ervan dat de data met hetzelfde geluid kan worden afgespeeld op iedere GMcompatibele toongenerator, ongeacht de fabrikant of het model. Toongeneratoren en songdata die voldoen aan “GM System Level 1” dragen dit logo.

XG

“XG” is een toongeneratorformaat die het voice-arrangement van de “GM System Level 1” uitbreidt om te voldoen aan de toenemende eisen van het huidige computertijdperk. Het voorziet van rijkere expressievere kracht, terwijl de compatibiliteit van de data behouden blijft. ”XG” breidt “GM System Level 1” uit door de manieren te bepalen waarop de voices worden uitgezet of bewerkt en door de structuur en het soort effect te bepalen.

Als commercieel verkijgbare songdata met dit XG-logo worden afgespeeld op een toongenerator, dan kunt u genieten van ongekende muzikale mogelijkheden met ongelimiteerde expansie van voices en effectfuncties.

6

Belangrijkste Kenmerken

De CS2x is ontworpen voor maximale realtime besturing tijdens uw spel. Dit maakt het de ideale keus voor Dance Deejees, Rhythm & Rhyme MC’s, Drum & Bas en Techno-muzikanten - en voor ieder anderwiens muziek naar synth-geluid neigt. Het is tevens een multitimbrale “module” die past bij ieder MIDI-systeem. Hieronder volgen de belangrijkste kenmerken van de CS2x.

16 MB Wave ROM met AWM2 Voices

AWM2 (Advanced Wave Memory 2) voices zijn samengesteld uit werkelijke digitale opnamen, of uit samples, echte muziekinstrumenten of andere geluiden. De voices die voor gebruik beschikbaar zijn bestaan uit 586 normale voices en 20 drumvoices (kits) voor GM -en XG-formaattoepassingen in Multi Play mode, plus nog veel meer.

256 Preset en 256 User Performances

Een “Performance” is een complete configuratie van een Layer (maximaal 4 voices die ofwel zijn gelayerd ofwel in een geavanceerde toetsenbordof velocitysplit worden afgespeeld) met digitale effectselecties, Arpeggiator en vele andere parameterinstellingen. Performance mode - de hoofdbedieningsmode voor het spelen in realtime - bevat 256 Preset Performances plus 256 User Performances om uw eigen performances op te slaan.

8 Realtime Sound Controlknoppen en “Scenes”

Met de SOUND CONTROL(geluidsbedienings)knoppen heeft u direct toegang tot de belangrijkste parameters van de huidig geselecteerde Performance terwijl u speelt. Iedere Performance is voorzien van twee Scenegeheugens, waarvan ieder direct de specifieke SOUND CONTROL-knoppositie op kan roepen. Met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt u tijdens een performance “morphen” tussen het geluid van iedere Scene.

Arpeggiator met 40 Patronen

Met de Arpeggiator kunt u uit 40 soorten arpeggio akkoordpatronen en 10 timing subdivisies selecteren, waaronder uit Up, Down en Up/Down patronen over één of meer octaven, plus verscheidene speciale patronen waaronder Techno, House, Random, Echo&Pan en meer. Alle Arpeggiatorinstellingen worden als een deel van iedere Performance opgeslagen. Het tempo van de Arpeggiator kan worden bestuurd met een externe MIDI-clock, en de Arpeggiatordata kan via MIDI worden uitgestuurd.

3 Programmeerbare Digitale Effecteenheden

De drie onafhankelijke DSP digitale effecteenheden - Reverb (12 soorten), Chorus (14 soorten) en Variation (12 soorten) - kunnen tegelijktijdig worden gebruikt.

Gemakkelijke Aansluiting Op en Gebruik Met Computer

Met een ingebouwde TO HOST aansluiting plus een HOST SELECT schakelaar kunt u directe aansluiting maken op een IBM PC/AT of Apple Macintosh computer zonder dat u daar enige extra externe interface hardware voor nodig hebt. Met Multi play mode kunt u multitimbraal spelen, met maar liefst 16 verschillende Parts (over 16 MIDI-kanalen, bij gebruik van een externe sequencer) met 64 noten uit de beschikbare polyfonie.

7

Voorpaneel

1

2

 

 

 

4 5 6 9

 

)

#

$

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PHONES

L/MONO

R

DC IN

STANDBY

FOOT

FOOT

FOOT

INPUT

TO HOST HOST SELECT

IN

OUT

THRU

 

 

 

 

 

 

 

ON

VOLUME

CONTROLLER

SWITCH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

 

PERFORM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TYPE

TEMPO

 

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

 

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P BEND

 

 

MW

 

 

FC

 

 

PORTA

ASSIGN1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RANGE

PMOD

 

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

 

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CONTROL SYNTHESIZER

 

TUNE

 

NOTE

 

VEL

EF

 

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

%

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

 

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

YZ,

&

SFT

 

AEG

LOW

HIGH

LOW

HIGH

FMOD LFO WAVE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VWX

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

SPEED

PHASE

LAYER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

STORE

7

8

9

TIME

TIME

FEG

LEVEL

TIME

 

 

 

PEG

 

 

INIT

 

VOLUME

ATTACK

DECAY

RELEASE

ASSIGN 1

DATA

ARPEGGIO HOLD

SHIFT

 

MULTI

UTILITY

MNO

PQR

STU

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

 

 

 

 

TIME

TIME

 

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

 

TIME

TIME

LEVEL

 

 

+

 

 

 

4

5

6

 

 

EFFECT

 

 

FILTER

POLY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BANK

PROGRAM VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

 

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

PART LAYER

OCTAVE

 

 

 

DEF

GHI

JKL

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

3

2

 

 

 

 

 

7 PRESET

 

 

 

 

1

2

3

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MW FC

 

 

 

 

 

USER

 

 

 

ABC

. ,

SPACE

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

+

PRESET

USER

ARPEGGIATOR

0

ENTER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PROGRAM

 

 

 

 

NO

YES

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCENE

HPF CUTOFF

LPF CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

 

 

 

 

QUICK PC

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MASTER

KBD

 

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

 

LOCAL

BULK

CTRL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

TRANS

 

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

 

DUMP

NO

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

! @ * &^

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PITCH

MODULATION

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

( º ¡

1 VOLUME knop

Deze knop bestuurt het algehele niveau van de audio-volume output van de PHONES en OUTPUT jacks van de CS2x. Zet deze tussen de uiterst linker- (minimum) en uiterst rechter- (maximum) posities in om het juiste luisterniveau in te stellen voor ofwel hoofdtelefoon ofwel luidsprekers.

2 SOUND CONTROL-knoppen

De acht SOUND CONTROL-knoppen worden gebruikt voor realtimebesturing en het bewerken van de verschillende toongeneratorparameters. Het naar links of rechts draaien van een knop offset de geselecteerde parameter overeenkomstig (naar links voor negatieve waarden, naar rechts voor positieve waarden). Iedere knop is voorzien van een middenstoppositie die de oorspronkelijke waarde van de parameter representeert (pag. 19).

3 [SCENE]-knoppen

Elk van de 512 Performances op de CS2x bevat twee “Scene”- geheugens waarin de specifieke posities van de acht SOUND CONTROL-knoppen worden opgeslagen, hetgeen u de mogelijkheid biedt om kleine of zelfs radicale geluidsvervormingen te maken met één druk op een [SCENE]-knop. Het tegelijkertijd indrukken van twee [SCENE]-knoppen activeert de SCENE CONTROL-functie, waardoor u met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt “sound-morphen” tussen twee Scenes (pag. 25).

4 [ARPEGGIO] knop

Als u op deze knop drukt dan zet u de Arpeggiator aan en uit. Als de Arpeggiator aanstaat, dan kunt u, terwijl u speelt, automatisch arpeggio akkoorden creëren. U kunt een arpeggiosoort, tempo en timing subdivisie aanwijzen met de editfuncties op het paneel. Met de ARPEGGIATOR SPLIT-functie kunt u het toetsenbord bij C3 opsplitsen zodat de akkoorden die u links van het splitpunt speelt gearpeggieerde akkoorden creëert, en alles dat u vanaf het splitpunt naar rechts speelt normaal is. Met de ARPEGGIATOR HOLD-functie blijven de arpeggio akkoorden doorspelen, ook nadat u de toetsen heeft losgelaten (pag. 27).

5 [SHIFT] knop

Deze knop heeft drie functies. (1) Het vasthouden van [SHIFT] en indrukken van OCTAVE [-]/[+] transponeert de octaaf van een Performance of voice naar boven of beneden (pag. 25). (2) Het vasthouden van [SHIFT] en het indrukken van [ARPEGGIO] zet de ARPEGGIATOR HOLD-functie aan en uit (pag. 27). (3) Het vasthouden van [SHIFT] en het indrukken van ARPEGGIATOR TYPE [UP/DOWN] (in Performance Edit mode als het Arpeggiator Type scherm op de display verschijnt) zet de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan en uit (pag. 27).

6 PART/LAYER/OCTAVE [-]/[+] knoppen

Deze twee knoppen hebben twee functies. (1) In Performance mode kunt u hiermee één van de vier Layervoices selecteren (pag. 29). (2) In Multi Play mode kunt u hiermee één van de 16 Parts selecteren (pag. 32). (3) Indien tezamen met de [SHIFT] knop gebruikt, kunt u hiermee de octaaf van de Performance of voice naar boven of beneden transponeren (pag. 25).

7 [PRESET] en [USER] Performanceknoppen

Met het indrukken van één van beide knoppen krijgt u toegang tot een Preset of User Performance-bank in Performance Play mode. Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u heen en weer tussen respectievelijk de P1en P2of U1en U2-banken. Iedere bank bevat 128 Performances, er zijn er in totaal dus 512 beschikbaar (pag. 23).

8 PROGRAM [-]/[+] knoppen

Iedere keer dat u op één van deze knoppen drukt, gaat u op [+] of neer[-] door de opeenvolgende Performances (in Performance mode) of voices (in Multi Play mode). Door een knop vast te houden ‘scrollt’ u door de programlijst.

9 LCD

Het verlichte LCD-scherm toont, afhankelijk van de geselecteerde mode of de specifieke functie, verschillende soorten informatie om de huidige bedieningsstatus van de CS2x aan te geven.

8

0 Numerieke Toetsenbord

Het Numerieke Toetsenbord wordt tezamen gebruikt met de [ENTER/ YES] EN [-/NO/QUICK PC] knoppen en heeft verscheidene functies. In Performance mode of Multi Play mode kunt u hiermee een specifiek Performanceof voiceprogramnummer selecteren (pag. 24) ofwel een programnummer selecteren als de QUICK PROGRAM CHANGEfunctie actief is (pag. 41). In Edit mode kunt u hiermee positieve of negatieve numerieke datawaarden invoeren (pag.42) of karakters selecteren als u een naam geeft aan een User Performance (pag. 45).

A [-/NO QUICK PC] knop

Deze knop heeft drie functies. (1) Als [-] knop kunt u hiermee negatieve datawaarden invoeren in Edit mode (pag. 42). (2) Als [NO]-knop kunt u hiermee het opslaan annuleren als u van gedachten verandert (pag. 66). (3) Als [QUICK PC]-knop kunt u de QUICK PROGRAM CHANGE-functie hiermee activeren (pag. 41).

B [ENTER/YES] knop

Deze knop wordt tezamen met het Numerieke Toetsenbord gebruikt als een [ENTER]-knop om een specifiek programnummer in te voeren in Play mode (pag. 24) of datawaarden in Edit mode (pag. 42). Het wordt gebruikt als [YES} knop om het opslaan te bevestigen (pag. 66).

C EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar

In Performance mode kunt u met deze schakelaar met 6 posities één van de twee COMMON of van de vier LAYER menu’s van parameters selecteren (pag. 41). In Multi Play mode is alleen het onderste menu van parameters beschikbaar, ongeacht de huidige positie van de schakelaar (pag. 57).

D Parameter Waarde [UP/ DOWN]-knoppen

Om toegang te krijgen tot en het kunnen bewerken van specifieke paneelparameters en instellingen, correspondeert ieder van deze tien knoppen met een op het paneel geprinte parameternaam boven of onder een gegeven [UP/DOWN]-knop. Druk eenmaal om de Edit mode in te gaan en om het parameterscherm op de LCD getoond te krijgen. Druk op [▲] om de waarden te verhogen en op [▼] om ze te verlagen. Als u één van beiden ingedrukt houdt, dan ‘scrollt’ u door de beschikbare waarden. In Performance Edit mode bepaalt de positie van de Editparameter draaiknop-schakelaar welke COMMONof LAYER-parameter beschikbaar is voor iedere knop. In Multi Part Edit mode zijn alleen die parameters beschikbaar die direct boven de knop staan vermeld. In Utility mode zijn alleen die parameters beschikbaar die direct onder de knoppen staan vermeld.

E [PERFORMANCE] knop

Een druk op deze knop activeert de Performance mode, waardoor u één van de Preset of User Performances kunt selecteren, de SOUND CONTROL-knoppen en SCENE-functies kunt gebruiken en zowel de Arpeggiator kunt activeren als de COMMONen LAYER-editpara- meters. Druk op [PERFORMANCE] om de Performance mode binnen te gaan vanuit een andere mode, of om de Edit mode te verlaten en het Performance Selectscherm opnieuw op te roepen na het uitvoeren van een bewerking op het paneel (pag. 23).

F [MULTI] knop

Een druk op deze knop activeert Multi Play mode, waarmee u zowel de 586 XG-voices kunt selecteren en afspelen als maximaal 16 Parts kunt aanwijzen om multitimbraal af te spelen (bij het gebruik van een externe sequencer). Parameters die kunnen worden bewerkt in Multi Play Edit mode zijn in op een regel direct boven de Parameter Waarde [UP/DOWN]-knoppen geprint (pag. 31).

Demo Functie

Het tegelijktijdig drukken op [PERFORMANCE] en [MULTI] activeert de fabrieksgeprogrammeerde demonstratiesongs. (pag. 14)

G [UTILITY] knop

Een druk op deze knop activeert de Utility mode, waarmee u toegang krijgt tot ‘systeem’parameters die op de gehele CS2x effect hebben, inclusief MASTER TUNE, MIDI TRANSIT en RECEIVE CHANNEL nummers, toetsenbord LOCAL aan/uitinstellingen, enz., zoals direct boven iedere Parameter Waarde [UP/DOWN]knop is geprint (pag. 61).

H [STORE] knop

Deze knop gebruikt u bij het uitvoeren van User Performance-, Sceneen Multi Store-handelingen (pag. 66).

I PITCH wiel

Met deze controller kunt u de toonhoogte onder het spelen naar boven of beneden buigen. Het springt automatisch terug naar de middenpositie als u het loslaat. In Performance mode kunt u de grootte van de toonhoogtewijziging bepalen met de PITCH BEND editfunctie (pag. 45).

J MODULATIE wheel

Met deze controller kunt u onder het spelen een gespecificeerde hoeveelheid vibrato of tremelo toepassen of instellen. U kunt het ook instellen om de filter cutoff, filtermodulatie en pitchmodulatie te wijzigen (pag. 64). Als de SCENE CONTROL-functie actief is, kan het geluid hiermee in realtime worden ge’morphed’ tussen twee Scenes (het geluid gaat geleidelijk van het ene geluid in het andere geluid over).

K Toetsenbord

Het 61-toetsen aanslaggevoelige toetsenbord is uitgerust met Initial Touch (velocity).

9

Achterpaneel

 

MIDI

 

HOST SELECT

 

 

ASSIGNABLE

 

 

 

 

OUTPUT

PHONES

THRU

OUT

IN

PC-2 PC-1

TO HOST

INPUT

FOOT

FOOT

FOOT

STANDBY

DC IN

R

L/MONO

 

MIDI Mac

SWITCH

CONTROLLER

VOLUME

ON

 

1

2 3 4 5 6 7 8 9

)

!

1 MIDI-aansluitingen

Op de MIDI-aansluitingen kunt u externe MIDI-apparatuur met MIDIkabels aansluiten, zoals een sampler, drummachine, sequencer, of computer. MIDI IN ontvangt zowel invoer van MIDI-noten en andere performance-gerelateerde data als bulk datadumps van een andere CS2x of MIDI-data opslagmedium. MIDI THRU is voor een “daisy chain”-aansluiting van meerdere MIDI-instrumenten, waarbij de MIDI-data die via MIDI IN wordt ontvangen, onbeïnvloed wordt doorgegeven via MIDI THRU. (NB: Stel HOST SELECT in op “MIDI” als u gebruik maakt van de MIDI-aansluitingen.)

2 HOST SELECT-schakelaar

6 FOOT CONTROLLER jack

Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze ingang aansluit, dan kunt u hiermee zowel filtermodulatie, filter cutoff en het Variation effect (pag. 12) als het Control Change Nummer (pag. 64) besturen. U kunt hiermee ook, als de SCENE CONTROLfunctie actief is, tussen Scenes “geluid morphen” (pag. 25).

7 FOOT VOLUME jack

Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze ingang aansluit, dan kunt u hiermee het algehele volume met uw voet regelen.

Met deze schakelaar kunt u het soort host computer selecteren, hetzij PC1, PC2, Mac, of MIDI (pag. 13). (NB: Als er geen host computer is aangesloten, stel de HOST SELECT dan in op “MIDI” voor normale MIDI-uitsturing en -ontvangst.)

8 STANDBY/ON-schakelaar

Met deze schakelaar zet u de CS2x aan en uit (pag. 14).

9 DC IN-aansluiting

3 TO HOST-aansluiting

Via deze aansluiting kunt u de CS2x direct op een host computer aansluiten die niet is voorzien van een MIDI-interface (pag. 13).

4 INPUT jack

Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde Yamaha PA-3B Adaptor aan. (PAS OP: Gebruik geen andere adaptor als de Yamaha PA-3B of gelijkwaardig, aangezien het gebruik van een inadequate adaptor onherstelbare schade aan de CS2x toe kan brengen, of u zelfs stroomschokken kan geven.)

Via deze ingang kunt u een externe audiobron (zoals een sampler, CD-speler, enz.) met een stereo of mono miniplug direct op de CS2x aansluiten.

5 FOOTSWITCH jack

0 OUTPUT jacks

Via de stereo OUTPUT jacks kunt u de CS2x op een extern stereo versterker/luidsprekerssysteem aansluiten. Gebruik de L/MONO uitgang bij gebruik van een monosysteem (pag. 11).

Als u een extra verkrijgbare Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op deze ingang aansluit, dan kunt u hiermee de control hold aan/uit, portamento aan/uit, en andere parameters besturen die worden bepaald door de ASSIGN CTRL NO (Assign Control Change Nummer), ingesteld in Utility mode (pag. 64).

A PHONES jack

Op deze jack kunt u een hoofdtelefoon aansluiten voor individueel luistergenot (pag. 11).

10

CONTROL Het Opstellen van de CS2x

SYNTHESIZER

In dit gedeelte worden u de basisaansluitingen getoond die nodig zijn om de CS2x in een systeem te integreren van een eenvoudig versterkerssysteem tot een complete MIDI-muziekstudio. Ook wordt informatie verschaft over het aanzetten van het instrument en het luisteren naar de voorgeprogrammeerde “Demo”songs.

Basisaansluitingen

Er zijn vele manieren om de CS2x op een eenvoudig of uitgebreid muzieksysteem aan te sluiten. Hieronder een paar voorbeelden om u vast een idee te geven.

Adaptor

De CS2x wordt geleverd met de Yamaha PA-3B adaptor, hetgeen het instrument van stroom voorziet.

1. STANDBY

2. DC IN

3. Naar stopcontact

1.Verzeker u ervan dat de STANDBY/ON-schakelaar op STANDBY (uit) staat.

2.Sluit de DC-plug van de PA-3B aan op de DC IN-jack van de CS2x.

3.Stop de plug van de adaptor in het dichtstbijzijnde stopcontact.

Pas Op Gebruik geen andere adaptor als de PA-3B. Het gebruik van een inadequate adaptor kan resulteren in onherstelbare schade aan de CS2x en u zelfs elektrisch schokken bezorgen.

Haal de adaptor uit het stopcontact als u de CS2x niet gebruikt.

De CS2x zelf

Op de meest eenvoudige manier, is alles wat u moet doen om de CS2x af te luisteren een hoofdtelefoon aansluiten op de PHONES jack op het achterpaneel.

Of u kan een paar versterkte luidsprekers (i.e. luidsprekers met een eigen ingebouwde versterker, zoals wordt gebruikt voor een personal computer) aansluiten waarvoor u twee audiokabels in de linkeren rechteruitgangen (OUTPUT) van de CS2x en in de ingang van iedere luidspreker moet steken. (Voor mono weergave, sluit u het ene eind van de enkele audiokabel in de L/MONO jack van de CS2x.)

Als u de CS2x in een groter systeem met andere instrumenten met meer audioverwerkingscapaciteiten wilt integreren, sluit het dan aan op een mixer, versterker en stereo monitorsysteem zoals hieronder wordt getoond.

Luidspreker

Luidspreker

Versterker

L

R INPUT

Hoofdtelefoon

 

 

 

 

 

L

 

 

 

R OUTPUT

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 11 12 13 14 15 16

L

R

 

 

 

 

 

 

 

MIXER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PHONES

 

 

 

 

L

 

 

 

R OUTPUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CS2x

Pas Op Zorg ervoor, om eventuele schade aan de luidsprekers of andere aangesloten elektronische apparatuur te vermijden, dat het volumeniveau van de CS2x en alle andere aangesloten apparatuur op een minimum zijn ingesteld voordat u de apparaten aanzet.

11

Een Voetpedaal Aansluiten

Naast het gebruik van de SOUND CONTROL-

knoppen en andere realtime controllers op het paneel, kunt u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal aansluiten op de FOOT CONTROLLER jack van de CS2x en er één van de vele beschikbare parameters aan toe te wijzen om door de voet te kunnen worden bestuurd.

1.Sluit de kabel van de FC7 of FC9 aan op de FOOT CONTROLLER jack van de CS2x.

 

MIDI

 

HOST SELECT

 

 

ASSIGNABLE

 

STANDBY

 

 

OUTPUT

PHONES

THRU

OUT

IN

PC-2 PC-1

TO HOST

INPUT

FOOT

FOOT

FOOT

DC IN

R

L/MONO

 

MIDI Mac

SWITCH

CONTROLLER

VOLUME

ON

 

FC7 or FC9

2.Druk op de [UTILITY]-knop om naar de Utility mode te gaan.

3.Druk eenmaal op de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN] knop.

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

 

P BEND

 

MW

 

 

FC

 

PORTA

ASSIGN1

 

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

EF

 

ASSIGN2

 

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

SFT

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

LFO

SPEED

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

PHASE

LAYER

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

PEG

 

INIT

 

 

FEG

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

VARI

FILTER

POLY

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

 

4.Beweeg het voetpedaal tot er “FC” in het scherm getoond wordt.

5.Selecteer met de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]-knop het Control Change Nummer en de Naam van de parameter die u wilt besturen.

Zie pag. 65 voor informatie over de beschikbare Control Change Nummers en Namen.

N.B. U kunt ook een FC7 of FC9 voetpedaal op de FOOT VOLUME jack van de CS2x aansluiten en er op dezelfde manier als hierboven beschreven een parameter aan toewijzen.

Externe MIDI-Componenten

Aansluiten

Er zijn veel verschillende soorten MIDI-componenten beschikbaar die u met MIDI-kabels direct op de CS2x aan kunt sluiten om zo profijt te hebben van de multitimbrale kenmerken van de CS2x en om uw muzikale capaciteiten er mee te verhogen. Hier volgt een voorbeeld hoe u een externe sequencer en een extra toongenerator kunt aansluiten om zo een uitgebreid muziekproductiesysteem op te zetten.

Sequencer

(QY700) Toongenerator

TG500

HOST SELECT

 

MIDI IN

PC-2 PC-1

 

 

 

MIDI Mac

 

 

MIDI OUT

IN

 

MIDI IN

OUT

THRU

CS2x

1.Zet de HOST SELECT-schakelaar op het achterpaneel van de CS2x op MIDI.

2.Sluit een MIDI-kabel van de MIDI OUT-aansluiting van de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de sequencer. Sluit een andere MIDI-kabel van de MIDI IN-aansluiting van de CS2x aan op de MIDI OUT-aansluiting van de sequencer.

3.Sluit een MIDI-kabel van de MIDI THRU-aansluiting van de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de toongenerator.

In dit voorbeeldsysteem is de CS2x de “master-toetsenbord- bestuurder” die muzieknoten en control data invoert naar de MIDI kanaaltracks van de QY700. De QY700 stuurt de opgenomen data direct naar de CS2x Parts, en - via de MIDI THRU-aansluiting - naar de Parts van de externe toongenerator.

N.B. Als u Parts op een externe sequencer opneemt, dan moet u de Local-instelling op het toetsenbord uitzetten (OFF) (Pag. 63). Zie pag. 63 voor details over het toewijzen van CS2x MIDI stuuren ontvangstkanalen. Kijk in de handleiding van de desbetreffende apparatuur voor het toewijzen van MIDI-kanalen en andere instellingen van de externe apparatuur.

12

Een MIDI-Data

Opslagmedium Aansluiten

Als u een MIDI-data opslagmedium, zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer, op de CS2x aansluit, dan kunt u een enkele User Performance of alle User Performances en Utility parameters op diskette opslaan met behulp van MIDI-data “Bulk Dump”handelingen.

Hierdoor kunt u complete bibliotheken van Performanceen andere data opbouwen, hetgeen gemakkelijk weer is terug te laden op de CS2x. (U kunt ook direct vanaf de MDF3 zelf compatibele songdata op de CS2x afspelen, zonder dat u hiervoor een sequencer nodig heeft.)

HOST SELECT

MDF3 enz.

PC-2 PC-1 MIDI IN

MIDI Mac

 

MIDI OUT

MIDI

OUT

MDF2

MIDI IN

CS2x

De HOST SELECT-schakelaar moet op MIDI staan. Zie pag. 64 voor details over de CS2x Bulk Dumphandelingen. (Zie ook de

N.B.

handleiding van het MIDI-data opslagmedium voor instructies over het sturen en ontvangen van data.)

Een Computer Aansluiten

Het gebruik van de CS2x met een computer, biedt het grootst aantal opties om het meeste uit de multitimbrale muziekproductie-mogelijkheden te krijgen van uw CS2x, afhankelijk van de precieze muzieksequencer softwareapplicatie die u gebruikt.

De CS2x is met zijn ingebouwde host computer-interface (TO HOST-aansluiting) zo ontworpen dat deze direct aangesloten kan worden op een Apple Macintosh, IBM PC/AT of NEC PC9800 Series computer - zonder dat u hiervoor een speciale MIDI-interface tussen de computer en de CS2x nodig heeft. (Als er op uw computer reeds een MIDI-interface is geïnstalleerd, dan prefereert u die misschien.)

Afhankelijk van de gebruikte computer of interface, zult u een geschikte MIDI/computer aansluitingskabel nodig hebben (zie hieronder) en de HOST SELECT-schakelaar op ofwel PC- 1 (NEC PC-9800 Series), PC2 (IBM PC en klonen), Mac (Macintosh) of MIDI (standaard MIDI-interface) moeten zetten.

HOST SELECT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PC-2 PC-1

Verbindingskabel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

Mac

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TO HOST

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CS2x Computer

Directe Aansluiting op een Macintosh

Als u een Apple Macintosh heeft zonder een extern MIDIinterface, voer dan de volgende handelingen uit:

1.Zet de HOST SELECT-schakelaar op Mac.

2.Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op de Modemof Printerpoort van de Mac.

3.Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.

4.Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.

N.B. U zult de Apple MIDI Driver-instelling waarschijnlijk als volgt in moeten stellen: MIDI Interface Type (Clock) 1MHz. Andere instellingen kunnen ook vereist zijn. Kijk in de handleiding van uw specifieke muzieksoftware voor meer informatie.

Directe Aansluiting op IBM PC en Klonen

Als u een IBM PC/AT of compatibele computer heeft zonder een extern MIDI-interface, voer dan de volgende handelingen uit:

1.Zet de HOST SELECT-schakelaar op PC-2.

2.Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op één van de seriële poorten van de computer, COM 1 of COM 2.

3.Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.

4.Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.

N.B.

Zie voor meer informatie de handleiding van

 

uw specifieke muzieksoftware.

MIDI/COMPUTER-AANSLUITKABELS

MIDI Standaard MIDI-kabel, maximum lengte 15 meter.

Mac Apple Macintosh Peripheral kabel (M0197), maximum lengte 2 meter.

PC-1 8-pins MIDI DIN naar D-SUB 25-pins-kabel, maxi-mum lengte 1,8 meter. (Als uw PC-1-type computer van een 9-pins seriële poort is voorzien, gebruik dan het PC-2-type kabel).

PC-2 8-pins MINI DIN naar D-SUB 9 pins-kabel, maximum lengte 1,8 meter.

13

Aanzetten

Nu u alle audio en MIDI-aansluitingen op de juiste wijze heeft gemaakt, bent u gereed om het apparaat aan te zetten en om in volle glorie van de CS2x te kunnen genieten. Hier volgt de basisprocedure:

1.Zet de VOLUME-knop van de CS2x op minimum.

2.Druk op de STANDBY/ON-schakelaar op het achterpaneel. Na een korte begroeting in het scherm, is de CS2x gereed om te spelen.

3.Draai de VOLUME-knop, terwijl u op het toetsenbord speelt, beetje bij beetje naar rechts, net zo lang totdat u een aangenaam luisterniveau heeft bereikt.

Pas Op Zet, om eventuele schade aan de luidsprekers of andere aangesloten elektronisch apparatuur te vermijden, altijd eerst de CS2x aan, voordat u de versterkte luidsprekers of mixer of versterker aanzet. En zet evenzo de CS2x pas uit nadat u de versterkte luidsprekers of mixer of versterker heeft uitgezet.

Pas Op Zelfs als de schakelaar op de “STANDBY”- positie staat, staat er nog een minimum aan elektrische stroom op het apparaat. Als u de CS2x voor langere tijd niet gebruikt, haal dan de adaptor uit het stopcontact.

Het Afspelen van de Demosongs

Voordat u de vele Performances en de andere fantastische functies van de CS2x gaat uitproberen, wilt u misschien eerst luisteren naar de voorgeprogrammeerde demonstratiesongs.

De demonstratiesongs geven een dynamisch voorbeeld van de kracht van de CS2x. Voer de volgende handelingen uit om de DEMO af te spelen:

1.Houdt de [PERFORMANCE]-knop ingedrukt, en druk vervolgens op [MULTI].

PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

2.Het woord “DEMO” verschijnt in het scherm, en eventjes daarna begint de eerste demonstratiesong, onmiddellijk gevolgd door de volgende, enzovoorts.

3.Druk, om de Demo op ieder moment te stoppen, eenvoudig op een modeknop zoals [PERFORMANCE].

Als de Demo-mode actief is, dan kunt u een N.B. specifieke Demosong selecteren door een nummer op het numerieke toestenbord in te

drukken.

14

Uw CS2x Leren Kennen

CS2x Toongeneratie

De CS2x Control Synthesizer - en de wijze waarop het een enorm aantal geluiden creëert - is een natuurlijke evolutie van de verschillende soorten populaire synthesizers die in de afgelopen tientallen jaren zijn uitgekomen.

Het begon allemaal met de populaire analoge “voltage controlled” synthesizers die werden gebruikt op de hits van de zestiger en zeventiger jaren. Hoewel ze verre van volmaakt waren - ze hadden te lijden aan een gemis aan opslagmogelijkheid, onstabiele afstemming en beperkte polyfonie - waren ze voorzien van knoppen die gemakkelijk in het gebruik waren en zelfs tot op vandaag zijn ze bekend als de “vintage” synthesizers die nu worden gezocht door de wereldtop van dansmuziekartiesten.

Toen kwam de digitale doorbraak van de vroege tachtiger jaren - gepersonifieerd door de Yamaha DX7 die al helemaal geen knoppen meer gebruikte en de wereld kennis deed maken met praktische polyfonische synthesis. Met zijn voice-opslag, MIDI en andere mogelijkheden herdefinieerde deze het begrip synthesizer, hoewel deze wel een beetje ingewikkeld was om te programmeren.

Vervolgens kwam het digitale samplen - een gebied waar Yamaha ook een voorloper was met zijn Advanced Wave Memory (AWM) technologie - een ware revolutie voor de populaire muziek zelf en tot op heden immens populair.

Nu is er dan de CS2x, met zijn handige digitale kenmerken en knoppen en andere analoog-achtige functies. Als combinatie van het beste van zowel de analoge als digitale wereld, is de CS2x een echt uniek - en geheel modern - elektronisch instrument dat net zo gemakkelijk te begrijpen en te bedienen is als leuk en intuïtief om te bespelen.

Praktisch gezien betekent dit dat de CS2x u voorziet van honderden gesamplede geluiden, of ingebouwde “voices”, waarvan u de gedetailleerde karakteristieken in realtime onder het spelen kunt manipuleren met de acht SOUND CONTROLknoppen en andere praktische controllers. Met deze en vele andere parameterbewerkings-functies kunt u snel en gemakkelijk zoveel geluidsopstellingen maken als u voor een tune nodig heeft, en ze vervolgens opslaan in de “Performance”- en “Scene”-geheugens waardoor ze met één druk op de knop onmiddellijk oproepbaar zijn!

Het Elektronisch Genereren van Geluiden

Laten we voor diegenen die nog niet zijn ingewijd eens kijken naar een paar basisfeiten omtrent de herkomst van geluiden en hoe deze elektronisch worden gegenereerd. De volgende drie basiselementen maken tezamen een soort geluid, of ze nu akoestisch zijn georiënteerd of elektronisch gegenereerd.

TOONHOOGTE, of hoe laag of hoog een geluid is; TOON, of hoe het gehele timbre van het geluid, of de kwaliteit is;

AMPLITUDE, of hoe luid het volume van een geluid is.

Eenvoudig gezegd, akoestische muziekinstrumenten zijn speciaal ontworpen en nauwgezet gebouwd om precieze geluidskarakteristieken te produceren binnen een bepaald bereik als ze worden bespeeld. Daarom klinkt een viool altijd als een viool, een piano altijd als een piano en een fluit altijd als een fluit. De speeltechnieken van de muzikant zijn daarbij ook heel erg belangrijk.

Een violist bijvoorbeeld “zaagt” de strijkstok met een zekere intensiteit over de snaar om de vioolgeluidsgolven op een zeker volumeniveau (amplitude) te genereren en produceert lage of hoge noten afhankelijk van de positie van de vingers (toonhoogte). De vibrerende snaren, het resonerende hout en tevens de speelstijl en technieken van de muzikant bepalen de algehele kwaliteit van het timbre van de viool (toon).

15

Oscillators, Filters, Amplifiers en Envelope Generatoren

Synthesizers bouwen op drie distinctieve elektronische componenten om zowel de geluidsgolven van de muziekinstrumentvoices te imiteren ofwel te “synthiseren” als om geheel nieuwe geluiden te creëren. Bij traditionele analoge synthesis wordt de fundamentele bron van de toonhoogte van het geluid gegenereerd door een oscillator, de toon gecreëerd door een filter en het volume bepaald door een amplifier (versterker).

Een ander hoofdcomponent staat bekend als de envelope generator (EG). Een envelope generator bepaalt hoe de toonhoogte, filter of amplifier zich in tijd ontwikkelt om grotere dynamiek te creëren. De EG beïnvloedt specifieke geluidsniveaus in tijd via “ADSR” fasen, ofwel Attack (initiële fade-in tijd), Decay (de tijd die nodig is om het Sustainniveau te bereiken), Sustain ( het gespecificeerde niveau als een toets wordt vastgehouden) en Release (de tijd die nodig is voor het niveau om nul te bereiken nadat de toets wordt losgelaten).

Oscillator

Filter

Versterker

Pitch Envelope Generator

Filter Envelope Generator

Amplitude Envelope Generator

Bestuurt Pitch Karakteristieken in Tijd

Bestuurt Toon Karakteristieken in Tijd

Bestuurt Volume Karakteristieken in Tijd

OSCILLATOR

Frequenties genereren de toonhoogte van gespecificeerde noten

 

A4 = 880Hz

1 octaaf

*

**

 

A3 = 440Hz

1 octaaf

*

**

 

A2 = 220Hz

1 cyclus per seconde = 1 Hz

*Verdubbeling freq. verhoogt toonhoogte met 1 octaaf

**Halvering freq. verlaagt toonhoogte met 1 octaaf

De oscillator genereert geluidsgolfvibraties op controleerbare snelheden, of frequenties (“cycli per seconde”) om toonhoogte te creëren. Een frequentie cyclus is de tijd die een geluidsgolf nodig heeft om van de nulpositie (gevisualiseerd door de stippellijn in de illustratie) naar de maximum piek (top) te gaan, vervolgens via nul naar het maximum dieptepunt en uiteindelijk weer op nul terug te komen. Frequenties worden in “Hertz” (Hz) gemeten, waar één cyclus per seconde gelijk is aan 1 Hz. Synthesizer oscillators bieden gewoonlijk een bereik van frequenties tussen de 20 Hz en 20kHz om toonhoogte te genereren, hetgeen het bereik van het “audio-spectrum” is dat voor de meeste mensen hoorbaar is. Ze bieden gewoonlijk ook verschillende soorten geluidsgolfvormen met specifieke vormen en geluidskarakteristieken, zoals sinus, zaagtand, vierkant, puls, en andere geluidsvormen. De oscillators in de CS2x bestaan, anders als bij traditionele analoge synthesizers, uit complete AWM2-soort gesamplede “golfvormen” met stabiele afstemming. U kunt met de PEG (Pitch Envelope Generator) parameters direct de kritieke toonhoogtekarakteristieken in tijd besturen.

FILTER

Het aantal harmoniën kan worden vermeerderd en verminderd.

Harmoniën

Meer harmonisch creëert een heldere toon

Minder harmonisch creëert een donkere toon

Grondtoon

De geluiden van muziekinstrumenten bestaan uit een basistoon, die we duidelijk met onze oren kunnen onderscheiden, plus harmonieën of boventonen die op iedere octaaf over de basistoon staan, maar die we niet goed op het gehoor kunnen onderscheiden. De filter biedt besturing van deze harmonieën. Door het manipuleren van de cutoff frequentie van de filter (hetgeen bepaalt waar er gewist moet worden, of waar de overtonen moeten worden afgeknepen) en de resonantie-instellingen, kunt u zo de toon bepalen. Op de CS2x kunt u met de FEG (Filter Envelope Generator) parameters direct de kritieke toonkarakteristieken in tijd besturen, en tevens de cutoff, resonantie en andere parameters besturen om de toon te vormen.

AMPLIFIER

Het volumeniveau van een toon kan in tijd worden bestuurd

Lager volumeniveau

Een amplifier bestuurt het volume van de toon. De CS2x is voorzien van een AEG (Amplitude Envelope Generator) waarmee u de verschillende volumekarakteristieken in tijd kunt besturen.

Hoger volumeniveau

16

Hoe de CS2x Geluid Genereert

Het diagram en de begeleidende informatie hieronder leggen de architectuur van de CS2x-toongenerator uit en de hoofdcomponenten die een AWM2-voice vormen en leggen tevens uit welke soorten controls en parameters

u toe kunt passen op de voice.

1

WM2 GOLFVORM

2

 

AWM2 VOICE

 

5

OSCILLATORS

FILTERS

VERSTERKERS

EFFECTEN

 

ATTACK NIVEAU

 

 

 

 

 

 

 

 

 

( ATK LEVEL )

 

 

NIVEAU

 

 

NIVEAU

 

 

NIVEAU

 

 

 

 

 

 

 

SUSTAIN NIVEAU

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GESPEELDE

 

 

 

SUSTAIN NIVEAU

 

 

( SUS LEVEL )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

BASISTOETS

 

 

 

(SUS LEVEL)

 

 

 

TOON-

 

 

 

TIJD

CUT OFF

 

TIJD

VOLUME

 

 

HOOGTE

 

 

 

 

FREQUENTIE

 

 

 

 

 

INITIEEL NIVEAU

ATTACK TIJD

DECAY TIJD

RELEASE TIJD

RELEASE NIVEAU

ATTACK TIJD

DECAY TIJD

RELEASE TIJD

ATTACK TIJD

DECAY TIJD

TIJD

( INIT LEVEL )

( ATK TIME

( DCY TIME

( REL TIME )

( REL LEVEL )

( ATK TIME )

( DCY TIME )

( REL TIME )

RELEASE TIJD

( ATK TIME )

( DCY TIME )

( REl TIME )

 

 

 

 

 

 

 

 

 

KEY ON

 

KEY OFF

 

KEY ON

 

KEY OFF

KEY ON

 

KEY OFF

 

 

 

 

 

3

LFO

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CONTROLLER

1 AWM2 Golfvorm De fundamentele bron van het geluid van de CS2x is de gesamplede AWM2 golfvorm. Er zijn honderden voorgeprogrammeerd in ROM, die worden gebruikt door de Performances.

2AWM2 VOICE De AWM2 golfvorm wordt gecombineerd met de oscillator, filter en amplifier om een CS2x voice te maken.

PEG De Pitch Envelope Generator bestuurt de wijziging in toonhoogte in tijd. INIT LEVEL (Initieel niveau) stelt het niveau van de initiële toonhoogte in als een toets wordt gespeeld.

ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn Attack Niveau te bereiken nadat een noot is gespeeld.

DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om de basistoonhoogte te bereiken vanaf het Attackniveau als de toets wordt vastgehouden.

REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die de basistoonhoogte nodig heeft om het Release Niveau te bereiken nadat de toets is losgelaten.

REL LEVEL (Release Niveau) stelt het uiteindelijk gewenste niveau in nadat de toets is losgelaten.

FEG De Filter Envelope Generator bestuurt de wijziging van het timbre in tijd.

ATK TIME) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn maximum cutoff frequentieniveau te bereiken als een noot wordt gespeelt.

DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn Sustain Niveau te bereiken vanaf het maximum niveau terwijl de toets wordt vastgehouden.

SUS LEVEL (Sustain Niveau) stel het Sustain Niveau in; de cutoff frequentie wordt op dit niveau behouden zolang de toets wordt vastgehouden.

REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die de cutoff frequentie nodig heeft om het niveau te bereiken dat is ingesteld (preset) voor iedere voice nadat de toets is losgelaten.

AEG De Amplitude Envelope Generator bestuurt de volumewijziging in tijd. ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om zijn Sustain Niveau te bereiken vanaf het maximum volumeniveau terwijl de toets wordt vastgehouden.

SUS LEVEL (Sustain Niveau) stelt het Sustain Niveau in; het volume wordt op dit niveau behouden zolang de toets wordt vastgehouden.

REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die een geluid nodig heeft om weg te sterven nadat een toets is losgelaten.

3 LFO De Lage Frequentie Oscillator genereert lage frequentiesignalen waarmee de PEG, FEG en AEG kunnen worden gemoduleerd.

PMOD De LFO kan Pitch Modulatie op de PEG toepassen om vibrato effecten te creëren.

FMOD De LFO kan Filter Modulatie op de FEG toepassen om wah-wah-achtige effecten te creëren

AMOD De LFO kan Amplitude Modulatie op de AEG toepassen om tremelo effecten te creëren.

4 CONTROLLER U kunt met verschillende soorten controllers verschillende parameters in realtime manipuleren.

MW Met het Modulatie Wiel bestuurt u PMOD, FMOD en Filter Cutoff.

FC Met het Voetpedaal (Foot Controller) kunt u de FMOD, Filter Cutoff en het Variation Effect besturen.

SOUND CONTROL KNOPPEN Met de acht SOUND CONTROL-knoppen kunt u de AEG Attack, Decay en Release Tijden, HPF en LPF Cutoffs, LPF Resonantie en meer (pag. 19) besturen. De ASSIGN 1/ DATA en ASSIGN 2 knoppen kunnen worden geselecteerd om één van de vele soorten beschikbare parameters te besturen (zie de lijsten op pag. 47 en 65).

5 EFFECTEN Welke effecten beschikbaar zijn om te kunnen worden toegepast op een voice is afhankelijk van het feit of de CS2x in Performance mode of Multi Play mode staat.

17

Normale Voices en Drum Voices

Zoals in het vorige gedeelte werd uitgelegd, is de AWM2 golfvorm de fundamentele bron van een CS2x “voice”, die ook bestaat uit oscillator-, filteren amplifier-instellingen.

De CS2x heeft twee soorten voices in het geheugen die door de fabriek zijn vooringesteld: normal voices en drum voices. Een normale voice is een karakteristieke gepitchte (getransponeerde) muziekinstrumentvoice, zoals piano, strijkinstrumenten, blaasinstrumenten, enz. Een drum voice is een complete drumkit met verschillende bassen, snaarinstrumenten, toms, hi-hat, cymbals en andere akoestische of elektronische percussieen effectgeluiden die op specifieke toetsen op het toetsenbord “geplaatst” zijn.

Layers

Hoewel de individuele AWM2 voices op zich al heel goed klinken, geeft de CS2x u de mogelijkheid om er hiervan vier tegelijkertijd te gebruiken, en zo een Layer in Performance mode te creëren. U kunt ze alle vier selecteren om gelijktijdig te klinken - om zo een ongelofelijk rijk sonisch geheel te krijgen -of u kunt specifieke Layer voices “plaatsen” op verschillende nooten velocityzones op het toetsenbord, om zo een verbazend complexe geluidsstructuur te creëren die zich op verschillende wijzen uit, afhankelijk van welke noot u speelt en hoe hard u de toets aanslaat.

De beste manier om uit te vinden hoe buitengewoon deze Layers zijn is door de 256 Preset Performances te gaan die door de fabriek zijn voorgeprogrammeerd. Als u dat doet, vindt u het misschien handig om een kijkje te nemen in de Preset Performance-lijst in het “Data Lijst” boek, die informatie bevat over het gebruik van de Layer voices en andere belangrijke instellingen voor iedere Performance.

In Performance mode zijn een behoorlijk aantal COMMONen LAYER-parameters beschikbaar die u kunt besturen of bewerken en die respectievelijke alle Layers of Layer voices gelijkelijk beïnvloeden (zie het volgende).

N.B. Zie pag. 41 en 58 voor meer informatie. Zie ook in het aparte “Data Lijst” boek welke voices beschikbaar zijn voor gebruik in Performances.

18

Knopparameters

De acht SOUND CONTROL-knoppen verschaffen u direct toegang tot een verscheidenheid aan belangrijke parameters van de Performance. Het naar links of rechts draaien van een SOUND CONTROL-knop offset de parameterwaarden overeenkomstig (afhankelijk van de positie van de knop; naar links voor negatieve waarden, naar rechts voor positieve waarden). Iedere SOUND CONTROL-knop heeft een middenpositie, of stoppositie die de oorspronkelijk waarde van de parameters representeert.

1Knop 1

2Knop 2

3Knop 3

4 Knop 4

[ATTACK]

 

[DECAY]

[RELEASE]

[ASSIGN 1/DATA]

ATTACK

 

DECAY

RELEASE

ASSIGN 1 DATA

5 Knop 5

6 Knop 6

7 Knop 7

8 Knop 8

[HPF CUTOFF]

[LPF CUTOFF]

[RESONANCE]

[ASSIGN 2]

HPF CUTOFF

LPF CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

Attack, Decay & Release

Knoppen

Met deze knoppen kunt u de initiële Amplitude Envelope Generatorkarakteristieken van het timbre besturen.

VOLUME

 

 

SUS

 

NIVEAU

 

TIJD

ATK TIJD DCY TIJD

REL TIJD

Key On

Key Off

1 [ATTACK] (Knop 1)

Deze knop bestuurt de initiële AEG attacktijd van de voice. Draai het naar links voor een snellere attacktijd of naar rechts voor een langzamere attacktijd (pag. 50).

2 [DECAY] (Knop 2)

Deze knop bestuurt de AEG decaytijd van de voice. Draai het naar links voor een kortere decaytijd of naar rechts voor een langere decaytijd (pag. 50).

3 [RELEASE] (Knop 3)

Deze knop bestuurt de AEG releasetijd van de voice. Draai het naar links voor een kortere releasetijd of naar rechts voor een langere releasetijd (pag. 51).

4 [ASSIGN 1/DATA] (Knop 4)

Deze knop heeft twee functies. Als een ASSIGN 1-knop, kunt u één van de vele parameters - met inbegrip van Performance Volume, Arpeggiator Tempo of Type, Portamento Time en anderen - toewijzen om te worden bestuurd, door er aan te draaien (pag. 47). Als een DATA-invoerknop kunt u hiermee snel de editwaarde van de huidig geselecteerde editparameter wijzigen.

HPF Cutoff, LPF Cutoff &

Resonantie Knoppen

Met deze knoppen kunt u de filterinstellingen besturen die de geluidskwaliteit van het timbre bepalen.

5 [HPF CUTOFF] (Knop 5)

Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van de high pass filter. De cutoff is het frequentiepunt waaronder andere frequenties worden gewist of uitgefilterd. Draai deze naar links om het cutoffpunt te verlagen, of naar rechts om het te verhogen en het geluid magerder te maken.

VOLUME

DOORGEGEVEN FREQUENTIES

 

AFGEKNEPEN

 

FREQUENTIES

 

 

FREQUENTIE

CUTOFF FREQUENTIE

7 [RESONANCE] (Knop 7)

Deze knop bepaalt de hoeveelheid filterresonantie of nadruk van de cutoff frequentie van de low pass filter. Draai deze naar links om een relatief vlakke respons te produceren, of naar rechts om overtonen toe te voegen en het geluid resonanter te maken (pag. 55).

VOLUME

RESONANTIE

FREQUENTIE

CUTOFF FREQUENTIE

8 [ASSIGN 2] (KNOP 8)

Met deze knop kan één van de vele parameters die er aan toe kunnen worden gewezen worden bestuurd -zoals Volume, Note Shift, Pan, Chorus Send en anderen (pag. 49).

6 [LPF CUTOFF] (Knop 6)

Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van de low pass filter. De cutoff is het frequentiepunt waarboven andere frequenties worden gewist of uitgefilterd. Draai deze naar links om het cutoffpunt te verlagen en het geluid donkerder te maken, of naar rechts om het te verhogen en het geluid helderder te maken (pag. 55).

VOLUME

DOORGEGEVEN FREQUENTIES

 

 

AFGEKNEPEN

 

FREQUENTIES

 

FREQUENTIE

CUTOFF FREQUENTIE

Editteken

In Performance mode verschijnt een editteken in het scherm, tussen de Performancebank en het -nummer, om aan te geven dat de oorspronkelijk Performance bewerkt is.

19

Editparameters op het Paneel

Er zijn verschillende parameters op het paneel beschikbaar in de editmatrix van menu’s. In Performance mode is alles wat u moet doen de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar op het door u gewenste menu zetten, en vervolgens op de [UP/DOWN]-knop drukken direct onder de naam van de parameter die u wilt bewerken. In Multi Play of Utility mode maakt de positie van de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar niet uit, want er is voor elk slechts één menu parameters beschikbaar.

Edit Parameter Draaiknop Schakelaar

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

 

P BEND

 

MW

 

 

FC

 

PORTA

ASSIGN1

 

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

TUNE

NOTE

 

VEL

EF

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

SFT

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

LFO

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

SPEED

PHASE

LAYER

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

INIT

 

 

FEG

 

 

 

PEG

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

VOLUME

 

 

EFFECT

VARI

FILTER

POLY

 

 

BANK

PROGRAM

PAN

REV

CHO

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

UTILITY

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

 

Parameter Waarde [UP/DOWN] Knoppen

Een eenvoudige druk op een [UP/DOWN]-knop activeert de Edit mode en toont de naam van de corresponderende parameter in het LCD-scherm, samen met de huidige instelling. Er zijn drie manieren om de parameterwaarde-instelling te wijzigen:

1.Druk op [] van de [UP/DOWN]-knop om de waarden te verhogen of [] om de waarden te verlagen.

2.Voer het getal van de door u gewenste waarde in met het Numerieke Toetsenbord, gevolgd door [ENTER] (druk voor negatieve waarden op [-] voordat u het getal invoert).

3.Draai de ASSIGN 1/DATA-knop naar links of rechts om de waarden te wijzigen als de knop is geselecteerd als DATA ENTRY-knop.

Hier volgt een beschrijving van de soorten parameters die beschikbaar zijn om te bewerken:

COMMON Alleen beschikbaar in Performance mode, worden de COMMON-parameters in de Common Edit 1 en 2 menu’s op de gehele huidig geselecteerde Performance toegepast. Met uitzondering van de PORT SWITCH-instelling, maakt het niet uit welke Layer huidig is geselecteerd, aangezien common parameters gelijkelijk op alle Layer voices worden toegepast. Wijzigingen aan COMMON-parameters blijven effectief zolang de huidige Performance is geselecteerd, maar gaan verloren zodra u een andere Performance selecteert voordat u de Performance heeft opgeslagen (pag. 43).

LAYER Alleen beschikbaar in Performance mode, hebben de LAYER-parameters in de Layer Edit 1, 2, 3 en 4 menu’s alleen effect op de huidig geselecteerde Layer van de huidig geselecteerde Performance. Wijzigingen aan LAYER parameterinstellingen blijven effectief zolang de huidige Performance is geselecteerd, maar gaan verloren zodra u een andere Performance selecteert voordat u de Performance heeft opgeslagen (pag. 47).

MULTI Alleen beschikbaar in Multi Play mode, omvatten de MULTI-parameters voice, effect, en anderen die worden toegepast op het huidige Part. Er is geheugenruimte voor een enkele set MULTI-parameterinstellingen. Wijzigingen aan MULTI-parameterinstellingen blijven effectief zolang u in Multi mode blijft, maar gaan verloren zodra u naar Performance mode gaat voordat u de Multi-instellingen heeft opgeslagen (pag. 58).

UTILITY Alleen beschikbaar in Utility mode, bestaan de Utility-parameters uit system, MIDI en type datatoewijzing (voor de SOUND CONTROL-knoppen) die de CS2x als geheel beïnvloeden. Deze instellingen blijven effectief ongeacht u naar Performance mode of Multi mode gaat (pag. 61).

20

Bedieningsmodes

De CS2x heeft twee belangrijke bedieningsmodes - Performance mode en Multi Play mode - waarvan beiden u een scala aan opties bieden voor zowel realtime spel als multitimbraal Part spel met een externe MIDI sequencer voor songproductie. Verder is er een Utility en Store mode.

Performance Modes

Performance mode - toegankelijk met een druk op de [PERFORMANCE]-knop - bestaat feitelijk uit de Performance Play en Performance Edit modes. Het diagram hieronder biedt u een overzicht van de algehele structuur van de Performance mode-componenten.

Preset Bank

User Bank

(256 Performance)

(256 Performance)

I: 128 Performance

II: 128 Performance

I: 128 Performance

II: 128 Performance

SLA OP IN USER BANK

Performance Edit mode

Performance Edit mode wordt geactiveerd als u een instelling van een van de beschikbare parameters in het editmenu op het paneel wijzigt met de Parameter Waarde [UP/DOWN]- knoppen - hetgeen gelijkelijk effect heeft op alle Layer voices (COMMON menu’s) of alleen op de huidig geselecteerde Layer voice (LAYER menu’s).

Aanpassingen die u maakt met de SOUND CONTROLknoppen of de [UP/DOWN]-knoppen offsetten (voegen toe aan of onttrekken aan) de parameterdatawaarde die voor iedere voice zijn vooringesteld (preset waarde). Een editteken, of “E”, verschijnt in het LCD-scherm om aan te geven dat een parameter is gewijzigd. Als u tevreden bent met het geluid van de Performance, sla deze dan eenvoudig op in één van de 256 User Performance geheugens met Performance Store (pag. 66), voordat u een andere Performance selecteert.

N.B. Zie pag. 40 voor meer informatie over de Performance mode.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Performance

Layer 4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Layer 3

 

 

 

COMMON EDITTEN

 

 

 

 

 

Layer 2

VOICE

 

 

 

 

 

 

Layer 1

VOICE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOICE

 

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

 

VOICE

 

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

 

 

 

 

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

 

COMMON

 

 

 

 

 

P BEND

 

MW

 

 

FC

 

PORTA

ASSIGN1

 

 

 

 

 

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EF

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

 

 

SFT

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

FMOD

LFO

SPEED

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

WAVE

PHASE

LAYER

 

 

 

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

PEG

 

INIT

 

 

 

 

 

 

FEG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

 

 

 

 

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

VARI

FILTER

POLY

 

 

 

 

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

ATTACK

DECAY

RELEASE

ASSIGN 1 DATA

PERFORMANCE

 

 

 

LAYER EDITTEN

MW FC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCENE

HPF CUTOFF

LPF CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

REAL TIME EDITTEN met

SLA OP ALS SCENE 1 of 2 DE SOUND CONTROL KNOPPEN

Een Performance bestaat uit maar liefst vier “Layers” of AWM2 voices die tegelijktijdig klinken - ofwel tegelijk afspelend over de lengte van het toetsenbord, ofwel onafhankelijk afspelend overeenkomstig de gespecificeerde toetsen velocitybereikinstellingen - plus een verscheidenheid aan andere instellingen die bepalend zijn voor het gedrag van de Arpeggiator, de digitale effectenselectie, de karakteristieken van de envelope generatoren en veel meer.

Performance Play Mode

In Performance Play mode kunt u uit 512 Performances selecteren - waarvan er 128 beschikbaar zijn in elk van de twee Preset Performance banken en 128 in elk van de User Performance banken - en het toetsenbord beginnen te bespelen. Onder het spelen kunt u één van de twee beschikbare Performance timbre variaties selecteren door op de SCENE-schakelaar te drukken, of in realtime tussen de geluiden van iedere Scene faden (“morphen”) door tegelijk op beide [SCENE]-knoppen te drukken (SCENE CONTROL functie) en vervolgens met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal precies de relatieve volumes van ieder Scene timbre in relatie met de ander bepalen.

Song Produktie in Performance Mode

Hoewel Performance mode ten eerste wordt gebruikt voor het spelen in realtime, kunt u het ook gebruiken voor multitimbrale bediening om zo voordeel te hebben van Arpeggiator, Scene en andere Performance modegeoriënteerde functies die niet beschikbaar zijn in Multi Play mode. In een dergelijk geval is één van de instrument”Parts” opgebouwd uit Layer voices van de geselecteerde Performance. (Zie pag. 33 voor meer informatie).

21

Multi Play Mode

Multi Play mode - toegankelijk met een druk op de [MULTI]- knop - wordt voornamelijk gebruikt voor multitimbrale songproductie en voor het afspelen van maar liefst 16 individuele instrument”Parts” indien een externe MIDIsequencer op de CS2x is aangesloten. Het diagram hieronder toont de beschikbare parameters voor ieder Part.

STORE 1 ~ 9

BANK

PROGRAM

Part 1 ~ 16 VOLUME PAN EFFECT FILTER (LPF) POLY/MONO

PART SELECTIE

Utility Mode

Met Utility mode kunt u System, MIDI en controllertoewijzingsparameters modificeren die effect hebben op zowel Performance als Multi Play mode. Zie pag. 61 voor meer informatie.

Store Mode

Met Store mode kunt u uw eigen User Performances, Scenes en een Multi-opstelling opslaan. Zie pag. 66 voor meer informatie.

Hoewel u verschillende parameters in de Multi Part Edit mode kunt wijzigen om de geselecteerde voice naar uw smaak aan te passen, moet u er wel rekening mee houden dat Scene, Arpeggiator en andere Performance mode-georiënteerde functies niet beschikbaar zijn.

Als de bewerkte Multi-opstelling precies zo is als u dat wilt, sla deze dan eenvoudig op met Multi Store voordat u naar Performance mode overschakelt (pag. 68).

N.B.

Bij GM-formaat, is kanaal 10 gereserveerd voor

 

drum voices, hetgeen inhoudt dat u PART 10

 

kunt selecteren om de drum voices af te spelen.

N.B.

Zie pag. 57 voor meer informatie over Multi

 

Play mode. Zie pag. 33 voor informatie over

 

GM en XG.

22

 

 

Een Snelle CS2x-Ronde

 

 

 

CONTROL

 

SYNTHESIZER

 

 

 

In dit gedeelte wordt u een snelle ronde langs alle fundamentele CS2x-handelingen in Performance mode geboden, zoals het gebruik van realtime-besturing, Scene, Arpeggiator, paneelediten Performance Store-functies. Er wordt u tevens informatie gegeven over Multi Play mode en multitimbrale bediening, met inbegrip van Multi Play in Performance mode.

Performance Mode

Selectie Performance Bank

In Performance mode kunt u selecteren uit 256 Preset en 256 user Performances, met de SOUND CONTROL-knoppen bepaalde parameters onder het spelen modificeren, Scenes selecteren en de SCENE CONTROL-functie gebruiken voor Scene-morphen en de waarden en instellingen van specifieke COMMONen LAYER-parameters bewerken.

Performance Selectie

Hieronder volgen de basisprocedures voor het selecteren van CS2x Performances.

Selectie Performance Mode

Druk eenvoudig op de [PERFORMANCE]-knop om naar de Performance mode te gaan.

Het basis Performance selectiescherm verschijnt in de display, met informatie over Preset of User bankselectie, Performance naam, programnummer (1-128), categoriecode, en meer.

Categorie

Performance naam

DEMO

PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

Bank

Performance (Program) nummer

P I (P1) : Preset Bank 1

P II (P2) : Preset Bank 2

U I (U1) : User Bank 1

U II (U2) : User Bank 2

Individuele Performances worden opgeslagen in één van de vier beschikbare banken. Er zijn twee Preset banken met ieder 128 Performances en twee User banken met ieder 128 Performances.

Druk één of meermaal op [PRESET] om één van de Preset banken te selecteren.

Druk één of meermaal op [USER] om één van de User banken te selecteren.

Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u respectievelijk heen en weer tussen de P1/P2 of U1/U2 banken. De huidig geselecteerde bank verschijnt overeenkomstig in het scherm.

ARPEGGIO

+

PART/LAYER/

PRESET USER

+

PROGRAM

Selectie Performance Nummer

Er zijn twee manieren om één van de 128 programnummers uit iedere Preset of User Performance bank te selecteren - namelijk met gebruik van de PROGRAM-knoppen of het Numerieke Toetsenbord.

PROGRAM-knop-Methode

De ene manier om een Performance uit de huidig geselecteerde bank te selecteren gaat als volgt:

Druk één of meermaal op de PROGRAM [+] of [-]knop, tot u het gewenste nummer heeft bereikt (tussen 1 en 128).

ARPEGGIO

+

PART/LAYER/

PRESET USER

 

 

+

Vorige Performance

PROGRAM

Volgende Performance

 

N.B. Als u de PROGRAM [+] of [-]knop vasthoudt, dan kunt u op en neer door de lijst scrollen.

23

Invoer-Methode met het Numerieke Toetsenbord

Een andere manier om een Performance-nummer uit de huidige geselecteerde bank te selecteren, is met het Numerieke Toetsenbord. Dit is speciaal handig als u het precieze nummer weet van de Performance die u zoekt. U doet dat als volgt:

Voer het specifieke nummer in (1-128). Het nummer gaat knipperen in het scherm.

VWX

YZ'

* &

 

 

7

8

9

 

 

MNO

PQR

STU

 

 

4

5

6

3

+ 0

DEF

GHI

JKL

Druk op de knoppen

1

2

3

voor het gewenste

ABC

 

SPACE

 

Performance

0

 

ENTER

 

nummer

NO/

YES

 

 

 

 

QUICK PC

 

 

 

Druk op [ENTER]. Hiermee selecteert u de Performance, het nummer stopt met knipperen maar blijft zichtbaar in het scherm.

VWX

YZ'

* &

7

8

9

MNO

PQR

STU

4

5

6

DEF

GHI

JKL

1

2

3

ABC

 

SPACE

0

 

ENTER

 

NO/

YES

 

QUICK PC

 

N.B. Er is nog een andere manier om snel een specifiek Performance programnummer te selecteren binnen een groep van 10 performances - namelijk met de Quick Program Change functie (pag. 41).

Categorie Coden

Aan iedere Performance (of voice in Multi Play mode) is een “Categorie”code toegewezen hetgeen u helpt uw Performances en voices naar soort te organiseren voor gemakkelijkere visuele toegankelijkheid. De volgende lijst beschrijft iedere beschikbare categorie.

Nr.

LCD

Categorie Naam

0

--

Niet gespecificeerd

1

Pf

Piano

2

Cp

Chromatic Percussion

3

Or

Organ

4

Gt

Guitar

5

Ba

Bass

6

St

Strings/Orchestral

7

En

Ensemble

8

Br

Brass

9

Rd

Reed

10

Pi

Pipe

11

Ld

Synth Lead

12

Pd

Synth Pad

13

Fx

Synth SFX

14

Et

Ethnic

15

Pc

Percussive

16

Se

Sound Effect

17

Dr

Drums

18

Sc

Synth Comping

19

Vo

Vocal

20

Co

Combination

21

Wv

Material Wave

22

Sq

Sequence

N.B. Zie pag. 45 voor details over het toewijzen van Categorie Codes aan User Performances.

24

Performance Afspelen

Nadat u een performance heeft geselecteerd, bent u gereed om de CS2x te gaan bespelen. En in dat geval zult u de verschillende parameters en andere beschikbare kenmerken in Performance mode willen uitproberen. Laten we doorgaan met onze stap-voor-stap ronde.

Octave Shift Functie

De CS2x Octave Shift functie biedt u een gemakkelijke manier om de octaaf van een Performance op of neer te transponeren met een maximum van ongeveer 3 octaven. En dat gaat als volgt:

1.Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave [+] om de octaaf opwaarts te transponeren.

2.Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave [-] om de octaaf opwaarts te transponeren.

Transponeert de octaaf omhoog terwijl [SHIFT] wordt vastgehouden

Het Gebruik van het MODULATIE-wiel

Door het MODULATIE-wiel heen en weer te bewegen kunt u zoveel modulatie op de toon toepassen als u wilt. Het soort modulatie dat wordt toegepast wordt bepaald door de drie MW-parameterinstellingen in de editmatrix op het paneel (pag. 46).

MODULATIE

Maximale modulatie toegepast

Geen modulatie toegepast

U kunt het MODULATIE-wiel ook gebruiken om het volume, pan of anderen mee te besturen N.B. (pag. 64) , voor SCENE CONTROL of voor

morphen (pag. 26).

ARPEGGIO

 

 

 

+

Geeft

PART/LAYER/

 

transpositie

 

 

aan van twee

PRESET

USER

octaven omhoog

 

+

PROGRAM

N.B. De transponeerwaarde wordt tevens gereflecteerd door de KEY TRANSPOSE-functie in de Utility mode. Houdt er rekening mee dat, aangezien het maximum ongeveer 3 octaven is, de volledige drie octaven niet gehaald kan worden door de Octave Shift-functie als u de toetsenbordtranspositie met halve tonen verhoogt of verlaagt.

Scenes en SCENE CONTROL-functie

Iedere Preset en User Performance bevat twee Scenegeheugens die in essentie “snapshots” zijn van SOUND CONTROL-knopposities (pag. 26). Hierdoor krijgt u twee extra geluidsstructuren door een enkele druk op een knop! Bovendien kunt u de SCENE CONTROL-functie activeren waarmee u het geluid van de ene Scene in het geluid van een ander kunt “morphen”.

Scene Selectie

Druk op de [SCENE 1]-knop om Scene 1 te selecteren.

Druk op de [SCENE 2]-knop om Scene 2 te selecteren.

PITCHen MODULATIE-wiel

Onder het spelen kunt u met het PITCH-wiel de toonhoogte naar boven en beneden ‘buigen’ en met het MODULATIEwiel verschillende gradaties van modulatie op de toon toepassen.

Het Gebruik van het PITCH-wiel

Door het PITCH-wiel heen en weer te bewegen kunt u de toonhoogte van de toon verbuigen met een hoeveelheid die is bepaald door de P BEND RANGE parameterinstelling in de editmatrix op het paneel (pag. 45).

PITCH

(toonhoogte) Buigt de toonhoogte

omhoog

Buigt de toonhoogte omlaag

2

MW/FC

1

SCENE

Een rood LED-lampje brandt naast de huidig geselecteerde Scene. Druk nogmaals op de [SCENE]-knop om selectie van de scene ongedaan te maken.

25

SCENE CONTROL-functie

1.Druk tegelijkertijd op beide [SCENE]-knoppen.

Het rode LED-lampje links van beide [SCENE]-knoppen brandt om aan te geven dat de SCENE CONTROL-functie actief is.

2.Draai het MODULATIE-wiel heen en weer om de relatieve niveaus van iedere scene aan te passen.

MODULATIE

Maximum = alleen Scene 2

Halverwege = Gelijk niveau van

Scene 1 en Scene 2

Minimum = alleen Scene 1

Zoals wordt getoond in bovenstaande illustratie, bepaalt de positie van het MODULATIE-wiel de relatieve niveaus van iedere scene, waar op minimum controllerpositie Scene 1 wordt gespeeld en op maximum positie Scene 2. Een positie tussen deze twee uitersten in (binnen het bereik 0 -127) speelt een overeenkomstige mix van beide Scenes.

N.B. U kunt ook een aangesloten Voetpedaal voor SCENE CONTROL gebruiken (pag. 12 en 64).

Het Creëren en opslaan van Scenes

U kunt met de SOUND CONTROL-knoppen gemakkelijk uw eigen Scenes creëren en in een Performance opslaan - hetzij tijdelijk in de Scene-buffer voor de huidig geselecteerde Preset of User Performance, hetzij permanent in een User Performance. Zie pag. 67 voor details.

Performance Bewerken en Opslaan

Als een control synthesizer biedt de CS2x gemakkelijke editfuncties die tijdens het spelen direct beschikbaar zijn, waaronder de SOUND CONTROL-knoppen voor directe toonmodificatie, een Arpeggiator met een brede selectie arpeggio akkoordtypen en timing resoluties, en veel meer. De volgende drie stappen van onze ronde zijn eigenlijk Performance Edit functies, die waarbij het editteken (“E”) in het scherm verschijnt.

SOUND CONTROL-knoppen

Met de SOUND CONTROL-knoppen krijgt u direct toegang tot acht verschillende parameters. Het enige dat u hoeft te doen is ze naar links of rechts te draaien om de toon ofwel een beetje ofwel radicaal te wijzigen. Het zal u zo bevallen, dat u als u niet oppast alleen al bij het uitproberen van de filteren resonantieinstellingen ongemerkt uren zoet bent.

De stopposities in het midden representeren de oorspronkelijke parameterinstellingen, zoals ze zijn opgeslagen in de geselecteerde Performance. U hoeft dus alleen maar even naar de verschillende posities van de knoppen te kijken om te weten waar u bent. En vergeet niet dat als u een toon heeft die u bevalt, u deze in één van de twee Scene-geheugens kan opslaan voor onmiddellijke oproepbaarheid (pag. 67).

ATTACK

DECAY

RELEASE

ASSIGN 1 DATA

HPF CUTOFF

LPF CUTOFF

RESONANCE

ASSIGN 2

Een beschrijving van de standaardfunctie die aan iedere SOUND CONTROL-knop is toegewezen (onder iedere knop op het paneel geprint), wordt gegeven op pag. 19. U kunt ook een willekeurige parameter naar keuze toewijzen met de edit matrix op het paneel (pag. 64).

N.B. Als er een Scene is geselecteerd, of de SCENE CONTROL-functie actief is, dan heeft het draaien aan de SOUND CONTROL-knoppen geen effect.

26

De Arpeggiator

De Arpeggiator is een andere functie waarmee u urenlang zoet kunt zijn. U heeft misschien inmiddels al gemerkt dat sommige Performances de Arpeggiator gebruiken als onderdeel van hun opmaak, om arpeggio akkoorden automatisch onder het spelen te genereren. Daarbij kan de Arpeggiator data als MIDI messages worden uitgevoerd via de MIDI OUT-aansluiting en worden opgenomen door een aangesloten muzieksequencer.

Maar hoe ze precies spelen hangt af van de TYPE-, TEMPO-, SUBDIVIDEen SPLIT-instellingen die beschikbaar zijn in het Common Edit 1 menu (pag. 43) plus het aantal noten dat u op het toetsenbord speelt. (Performances met snelle attacks lijken de beste resultaten te boeken.)

N.B. De Arpeggiator-functies zijn niet beschikbaar in Multi Play mode.

Arpeggiator On/Off

1.Druk op [ARPEGGIO]. Er verschijnt rechts onderin, boven het woord “ARPEGGIATOR”, een indicator in het scherm.

ARPEGGIO

+

PART/LAYER/

PRESET USER

+

PROGRAM

2.Speel een serie akkoorden en varieer het aantal noten (even en oneven) om te horen hoe verschillend de gearpeggieerde akkoorden klinken.

Druk nogmaals op [ARPEGGIO] om de Arpeggiator uit te zetten.

Arpeggiator Hold

Met de handige ARPEGGIATOR HOLD-functie kunt u een akkoord spelen om de automatische arpeggio te starten, waarna u uw handen kunt weghalen van het toetsenbord en de arpeggio’s voortdurend, zonder te stoppen, in een loop door laten spelen. Als u een ander akkoord speelt, dan wijzigen de arpeggio’s overeenkomstig.

1.Houdt [SHIFT] vast en druk op [ARPEGGIO]. De “ARPEGGIATOR”-indicator in het scherm gaat knipperen.

2.Speel een akkoord en haal uw hand weg. Speel vervolgens op dezelfde wijze andere akkoorden om het gevoel voor de juiste timing te krijgen.

Druk op [ARPEGGIO] om de gearpeggieerde akkoorden te stoppen. Druk tweemaal op {ARPEGGIO] en houdt een akkoord vast om de ARPEGGIATOR HOLD-functie uit te zetten maar de Arpeggiator aan te laten.

Arpeggiator Split

De Arpeggiator Split-functie vergroot de realtime performance capaciteit van de CS2x aanmerkelijk. Als ARPEGGIATOR SPLIT is geactiveerd, produceert ieder akkoord dat u links van het splitpunt (vanaf B2 naar beneden) speelt een gearpeggieerd akkoord, terwijl de akkoorden rechts van het splitpunt normaal afspelen.

1.Druk op [ARPEGGIATOR] om de Arpeggiator-functie te activeren.

2.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Common Edit 1 menu.

3.Houdt [SHIFT] vast en druk op de uiterst linker Parameter Waarde [UP/DOWN]-knop (ARPEGGIATOR TYPEparameter).

4.Druk op [UP] om de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan te zetten.

Een letter “S” verschijnt in het scherm naast het TYPE, om aan te geven dat de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aanstaat. Houdt [SHIFT] vast en druk op [DOWN] om deze uit te zetten.

N.B. Zie pag. 44 voor meer informatie.

27

Arpeggiator Parameterinstellingen

De voornaamste Arpeggiator parameters zijn TYPE, TEMPO en SUBDIVIDE. TYPE bepaalt de arpeggio-karakteristieken (up, down, up & down, random, enz.). TEMPO bestuurt natuurlijk de snelheid van de gearpeggieerde akkoorden. SUBDIVIDE bepaalt de arpeggio-timingresolutie (achtsten, zestienden, dotted noten, enz.).

1.Activeer de ARPEGGIO HOLD-functie en speel een akkoord.

2.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Common Edit 1 menu.

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

COMMON

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

ASSIGN2

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

SFT

AEG

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

LFO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SPEED

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

PHASE

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

INIT

 

 

FEG

 

 

 

 

PEG

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

3.Druk op de TYPE [UP/DOWN]-knop en probeer iedere beschikbare instelling uit. Druk ook op SUBDIVIDE [UP/ DOWN] om te horen hoe deze instellingen iedere TYPE instelling beïnvloeden.

N.B. Zie voor meer informatie Arpeggio Patroonlengte hiernaast en pag. 43. Zie ook de Arpeggiator Type Lijst op pag. 43.

Arpeggio Patroonlengte

De lengte van een CS2x arpeggio-patroon wordt bepaald door drie factoeren die tegelijktijdig samenwerken: TYPEen SUBDIVIDE-instellingen, en het totaal aantal noten dat u speelt voor een gearpeggieerd akkoord.

Laten we bijvoorbeeld eens aannemen dat u een gearpeggieerd akkoord speelt met vier noten, zoals een C-majeur drieklank met een octaaf in de grondtoon. Als SUBDIVIDE is ingesteld op “1/8”, dan deelt de Arpeggiator het akkoord in achten, en arpeggieert het op basis van de TYPE-instelling. Als TYPE is ingesteld op “Up Oct2”, dan gaat de arpeggio twee octaven omhoog en herhaalt zich na vier tellen. Als u vervolgens de SUBDIVIDE wijzigt in “1/16” dan herhaalt de arpeggio zich na twee tellen. Verder, als u TYPE dan weer wijzigt in “UpOct1”, herhaalt de arpeggio zich na slechts één tel.

Aangezien het aantal noten dat u speelt in een akkoord direct verband houdt met de patroonlengte gebaseerd op de SUBDIVIDE-resolutie, kunnen soms onverwachte syncopaties worden gegenereerd. Over het algemeen kunt u dit vermijden door een even aantal noten te kiezen voor een akkoord met evengenummerde SUBDIVIDE-resoluties (1/4, 1/8, 1/16 en 1/32) en een oneven aantal noten (bijv. drie of vijf noten) met oneven-genummerde resoluties (1/16, 1/ 12, 1/24).

Dit geldt echter niet voor dotted note ritmes (3/8, 3/16 en 3/32). Deze resoluties zijn speciaal interessant voor even-genummerde tellen (bijv. 3/8 of 6/8), dus u moet akkoorden spelen met een even aantal noten om deze drieparts ritmes goed na te kunnen spelen.

Zet bijvoorbeeld TYPE op “UpOct2” en SUBDIVIDE op“3/8” resolutie. Het spelen van een drieklank plaatst de grondtoon op de eerste tel in de vierde balk, hiermee onregelmatige cycli genererend. Een akkoord met vier noten echter, genereert symetrische cycli met vier balken. De grondtoon wordt herhaald na de eerste cyclus op balk 3, na de tweede cyclus op balk 5 en na de derde cyclus op balk 7 enz., altijd neerkomend op de eerste tel.

28

Edit Matrix op het Paneel

Hoewel de tot nu toe uitgelegde kenmerken u zonder twijfel hebben voorzien van een rijkdom aan toonbesturing en geweldige opties voor het maken van muziek, zijn we nog maar net begonnen om de werkelijke kracht van de CS2x te ontdekken.

De editmatrix op het paneel biedt u zes menu’s met Performance Editparameters met virtuele opties zonder grenzen voor toonbesturing en het creëren van eigen User Performance met de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar in samenwerking met de tien parameter [UP/ DOWN]-knoppen.

Iedere parameter wordt uitgelegd en de beschikbare instellingen worden in het Referentie-deel (vanaf pag. 39) opgenoemd. Het lezen - met natuurlijk het één voor één uitproberen - hiervan, maakt u een virtuoze CS2x-expert!

In het kader van onze ronde, zonder al te veel in detail te gaan, zullen we nu wat experimenteren met de COMMON en LAYER editmenu’s zodat u vast een beetje gewend raakt aan collectieve en individuele Performance Layers.

Common Parameters

Iedere CS2x Performance is gemaakt uit één tot vier Layer voices. De wijzigingen die u maakt aan parameterinstellingen in de twee COMMON menu’s hebben gelijkelijk effect op alle Layer voices.

Probeer de vele verschillende effecten uit.

1.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Common Edit 1 menu.

 

 

ARPEGGIATOR

 

 

PERFORM

 

 

 

EFFECT

 

 

 

 

PERFORM

 

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

 

VARI

 

VARI

VARI

NAME

COMMON

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

 

TYPE

 

PARAM

DATA

 

 

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

 

ASSIGN2

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

 

OFFSET

 

DEPTH

PARAM

DATA

 

SFT

AEG

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

LFO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SPEED

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

 

FMOD

 

WAVE

PHASE

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

 

 

 

INIT

 

 

FEG

 

 

 

 

 

 

PEG

 

 

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

 

ATK

 

DCY

REL

REL

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

 

LEVEL

 

TIME

TIME

LEVEL

DEMO

PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

2.Probeer de verschillende Reverb effecttypen uit met de REV TYPE [UP/DOWN]-knop. Probeer de verschillende Chorus effecttypen uit met de CHO TYPE [UP/DOWN]- knop.

Probeer de verschillende Variation effecttypen uit met de VARI TYPE [UP/DOWN]-knop. Selecteer de beschikbare Variation effect parameters met de VARI PARAM [UP/DOWN]-knop. Selecteer specifieke parameterdata waarde-instellingen, met de VARI DATA [UP/DOWN]-knop.

U kunt de hoeveelheid Reverb en Chorus voor iedere Layer instellen met respectievelijk de EFFECT REV SEND en CHO SEND parameters, die zich in het Layer Edit 4 menu bevinden. Als EFFECT VARI SEND echter aanstaat, dan worden de Reverb en Chorus sendniveaus gelijkelijk op alle Layers toegepast.

N.B. Zie pag. 70 voor meer informatie over effecten. Zie ook het aparte “Data Lijst”boek.

Pas de parameter van de ASSIGN 1/DATA-knop aan.

1.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Common Edit 2 menu.

 

ARPEGGIATOR

 

PERFORM

 

 

EFFECT

 

 

PERFORM

 

TYPE

TEMPO

SUB

LEVEL

REV

CHO

VARI

VARI

VARI

NAME

 

 

 

DIVIDE

 

TYPE

TYPE

TYPE

PARAM

DATA

COMMON

 

P BEND

 

MW

 

 

FC

 

PORTA

ASSIGN1

 

RANGE

PMOD

FMOD

CUTOFF

FMOD

CUTOFF

VARI

SWITCH

TIME

PARAM

 

TUNE

NOTE

 

VEL

EF

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

SFT

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

LFO

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

SPEED

PHASE

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

INIT

 

 

FEG

 

 

 

PEG

 

 

 

ATK

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

DCY

REL

REL

 

TIME

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

PROGRAM

VOLUME

 

REV

EFFECT

VARI

FILTER

POLY

 

BANK

PAN

CHO

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

DEMO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

 

 

 

 

 

 

 

 

STORE

UTILITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SYSTEM

 

 

 

MIDI

 

 

ASSIGN

 

MASTER

KBD

VEL

VEL

TRANS

RCV

DEVICE

LOCAL

BULK

CTRL

 

TUNE

TRANS

CURVE

FIX

CH

CH

NO

 

DUMP

NO

2.Bepaal met de ASSIGN1 PARAM [UP/DOWN]-knop welke parameter wordt beïnvloed door de ASSIGN 1/ DATA-knop.

Er zijn 30 keuzes. U kunt er bijvoorbeeld het Arpeggio tempo mee besturen, of de linkeren rechterpan van het geluid, de algehele toonhoogte en veel meer.

N.B. Zie pag. 65 voor een lijst van beschikbare parameters.

Layer Parameters

Er zijn vier menu’s met LAYER-parameters die alleen effect hebben op de huidig geselecteerde Layer als u ze bewerkt. (Houdt er rekening mee dat hoewel de PORTA SWITCH parameter zich in het Common Edit 2 menu bevindt, het in feite een Layer parameter is en daarom ingesteld kan worden voor iedere individuele voice.)

Selecteer een Layer

Druk op de PART/LAYER [-] en [+]knoppen om de gewenste Layer te selecteren

ARPEGGIO

+

PART/LAYER/

PRESET USER

+

PROGRAM

Geeft huidig geselecteerde Layer aan

29

Wijzig de Layer-voice

Dit is een snelle en effectieve manier om een geheel nieuwe Performance te creëren!

1.Selecteer een gewenste Layer.

2.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Layer Edit 4 menu en druk op de BANK [UP/DOWN]- knop om een beschikbare bank te selecteren.

3.Druk op de PROGRAM [UP/DOWN]-knop om een beschikbare voice te selecteren.

DEMO

PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

 

TUNE

 

 

NOTE

 

 

VEL

 

 

 

 

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

 

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

SFT

 

 

 

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

 

LFO

 

 

SPEED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

DCY

 

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

PHASE

 

LAYER

 

 

TIME

 

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

PEG

 

 

 

 

 

INIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FEG

 

 

 

 

 

DCY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

DCY

 

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

REL

REL

 

 

 

 

TIME

 

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

 

 

 

FILTER

 

 

POLY

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DEMO PERFORMANCE MULTI

STORE UTILITY

 

TUNE

NOTE

 

 

VEL

 

 

 

 

 

ASSIGN2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

LIMIT

LIMIT

LIMIT

LIMIT

OFFSET

DEPTH

PARAM

DATA

 

 

 

 

SFT

 

 

 

LOW

HIGH

LOW

HIGH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

 

 

 

 

LFO

 

 

SPEED

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

DCY

SUS

REL

AMOD

PMOD

FMOD

WAVE

PHASE

 

LAYER

 

 

TIME

 

TIME

LEVEL

TIME

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INIT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FEG

 

 

 

 

 

PEG

DCY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ATK

 

DCY

SUS

REL

INIT

ATK

ATK

REL

REL

 

 

 

 

TIME

 

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

LEVEL

TIME

TIME

LEVEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

EFFECT

 

 

 

 

FILTER

 

 

POLY

 

 

BANK

PROGRAM

VOLUME

PAN

REV

CHO

VARI

CUTOFF

REZ

MONO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SEND

SEND

SEND

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Herhaal eenvoudig het proces om het niveau van iedere layer in te stellen. Als het VOLUME-scherm wordt getoond, krijgt u door eenvoudig een Layer te selecteren zijn niveau-instelling te zien.

Herhaal eenvoudig het proces om een nieuwe voice aan iedere layer toe te wijzen. Als het BANKof PROGRAM-scherm wordt getoond, zal u door het selecteren van een Layer weten welke bank of voice huidig is geselecteerd.

N.B. Zie het aparte “Data Lijst”boek voor een lijst van beschikbare voices voor Performance Layers.

Pas de relatieve volumeniveaus aan van iedere Layer.

Dit is een snelle en gemakkelijke manier om een Performance met één of twee Layers opnieuw te vormen.

1.Selecteer een gewenste Layer.

2.Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het Layer Edit 4 menu en druk op de VOLUME [UP/DOWN] knop om het niveau aan te passen

User Performance Opslaan

Op het einde van onze ronde is het heel goed mogelijk dat u inmiddels iets heeft gecreëerd dat het waard is om opgeslagen te worden als een User Performance, om later weer op te kunnen roepen. Om een Performance Store handeling uit te voeren, moet het Performance Naamscherm in de LCD te zien zijn.

1.Druk op de [STORE]-knop. Het Performance Storescherm verschijnt.

 

 

 

ARPEGGIATOR

 

 

TYPE

TEMPO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P BEND

 

 

 

 

 

 

 

RANGE

 

PMOD

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNE

 

 

 

 

 

NOTE

DETUNE

 

SFT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AEG

 

ATK

 

 

DCY

 

TIME

 

TIME

 

 

 

 

 

 

 

 

FEG

 

ATK

 

 

DCY

 

TIME

 

TIME

 

 

BANK

PROGRAM

DEMO

 

 

PERFORMANCE

MULTI

 

STORE

UTILITY

 

 

 

SYSTEM

 

MASTER

KBD

 

TUNE

TRANS

2.Druk op [USER] om een User Performance bank (U1 of U2) te selecteren.

3.Selecteer met het Numerieke Toetsenbord het programnummer (1-128) waaronder u de User Performance wilt opslaan. Het nummer knippert in het scherm.

4.Druk op [ENTER].

De vraag “Sure?” (Weet u het zeker?) verschijnt in de LCD. Druk op [YES] om de Performance op te slaan. Druk op [NO] om te annuleren.

30

Loading...
+ 78 hidden pages