Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een andere
stroomvoorziening of adaptor dan die, die omschreven staat
in de handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is
aangeraden door Yamaha.
Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard die
wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen en instructies die het component vergezellen.
SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:
Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct is
ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het recht
voor om specificaties te wijzigen of aan te passen, zonder
hier vantevoren melding van te maken, om bestaande apparatuur te update’n.
Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en
hoofdtelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te
produceren die gehoorverlies kunnen veroorzaken. WERK
NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gesuis in uw oren moet
u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid hoe sneller schade optreedt.
Sommige Yamaha-producten kunnen zijn voorzien van banken en/of ‘mountinghulpmiddelen’ die ofwel bij het produkt
zijn bijgeleverd ofwel los verkrijgbaar zijn. Sommige van deze
onderdelen zijn ontworpen om door de dealer te worden
geinstalleerd. Verzeker u er VOOR gebruik van dat de banken
stabiel zijn en extra fixtures (waar toepasbaar) goed bevestigd.
Door Yamaha geleverde banken zijn alleen bedoeld om op te
zitten. Ander gebruik wordt niet aanbevolen.
OPMERKING:
Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis over de
werking van een functie of een effect (als het apparaat naar
behoren functioneert), worden niet gedekt door de garantie,
en zijn derhalve voor de verantwoording van de eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en raadpleeg uw dealer
alvorens om service te verzoeken.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die
zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We zijn
ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes
hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van
de wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd.
De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem
dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten. Sommige van dit type batterij kan worden opgeladen. Verzeker u
ervan dat de batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij
die u op wil laden.
Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude met
nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen. Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte fouten bij
het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot
oververhitting en ontploffende batterijen.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen. Gooi oude
batterijen volgens voorschrift weg.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt
en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de
geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood,
batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet
helpen, neem dan contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje zit onderop het instrument. Op dit plaatje
staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten enz.
Hieronder zou u het model nummer, serienummer en de datum van aanschaf in kunnen vullen, en de handleiding goed
bewaren als een permanent ‘bewijs’ van aanschaf.
Model
Serienummer
Datum van Aanschaf
BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED
BELANGRIJKE MEDEDELING: Alle elektronische produkten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een
onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het produkt op de juiste manier wordt gebruikt, er geen voorspelbare
risico’s zijn. Pas het instrument NIET aan, en vraag ook anderen niet het instrument te modificeren, als Yamaha zelf hier niet
uitdrukkelijk om verzocht heeft. Hierdoor kan de kwaliteit en de standaard van veiligheid te kort schieten. Als er garantie
geëist wordt, en het instrument is wel aangepast, kan dit geweigerd worden.
SPECIFIKATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN: De informatie in deze handleiding is correct op het moment dat
het gedrukt wordt.
Yamaha heeft echter het recht om wijzigingen om de specificaties te wijzigen zonder hiervoor eerst over
te berichten, of de verplichting aan te gaan alle voorgaande modellen te update’n (van de nieuwigheden te voorzien).
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar produkten die zowel veilig in het gebruik als milieuvriendelijk zijn. We
zijn ervan overtuigd dat onze produkten en produktiemethodes hieraan voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de
wet willen we u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast gesoldeerd.
De gemiddelde levensduur van een dergelijke batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe bent, neem dan
contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet op te laden, te demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen.
Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg. Opmerking: in sommige gebieden bent u volgens de wet verplicht stukke
onderdelen te retourneren. U kunt dit verzoek echter indienen bij uw dealer, zodat die ze weg kan gooien of retourneren.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens de
geldende wettelijke voorschriften voor produkten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u niet helpen,
neem dan contact op met Yamaha.
OPMERKING: Service onkosten, te wijten aan een gebrek aan kennis over hoe een functie of een effect werkt (mits het
instrument functioneert zoals het hoort) vallen niet onder de garantie, en zijn derhalve uw verantwoording.
Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem in het geval van twijfel eerst contact op met uw dealer, alvorens
het instrument zelf van service te voorzien.
NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de lokatie van het naamplaatje aan. Het typenummer, het serienummer, de
voedinggegevens e.d. vindt u op dit plaatje. U moet het typenummer, het serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren
en deze handleiding bewaren als bewijs van aankoop.
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te
zijn, stop dan met het gebruik van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
•Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of
rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten
kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-3B of aanverwante,
door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde
adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan
oververhitting.
•Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
hebt.
•Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen
zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
•Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker
trekken, nooit aan het snoer.
•Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
•Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt,
of tijdens onweer.
•Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.
•Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme
koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of
schade aan de interne elektronica.
•Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals
televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen
veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden.
•Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
•Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
•Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone
doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op
het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen
verkleuren.
•Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
•Gebruik alleen de standaard/rek van dit instrument. Bij het bevestigen
van de standaard moet u alleen gebruik maken van de meegeleverde
schroeven. Doet u dit niet kan er schade ontstaan aan de interne
componenten of er voorzorgen dat het instrument valt.
•Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u
gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op
met een K.N.O.-arts.
■
DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
•Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij, waardoor de gegevens bewaard blijven, zelfs als het instrument uitstaat. Als
deze vervangen moet worden verschijnt de melding “Battery Low” in de
display. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk uw data backuppen (op een
extern opslagmedium zoals de op floppy-disk gebaseerde Yamaha MIDI
Data Filer MDF2), waarna de batterij vervangen moet worden door
gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de
batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Leg de batterij niet op een plek die toegankelijk is voor kinderen,
aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch
gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
■
USER DATA OPSLAAN
•Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u
belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het
apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Over Deze Handleiding
INHOUD
Gefeliciteerd met de aankoop van de CS2x Control
Synthesizer! En bedankt voor het kiezen van een Yamaha.
De CS2x geeft een compleet nieuwe dimensie aan de enorm
populaire CS1x, met meer soorten geluiden, extra SOUND
CONTROL-knoppen voor bredere realtime geluidsscheppende capaciteiten, plus andere praktische kenmerken
die een handigere bediening en flexibeler spel garanderen.
Deze handleiding is uw persoonlijk ‘handboek’ waarmee u
het meest uit uw CS2x kunt halen - bewaar het daarom op
een veilige en toegankelijke plaats, zodat u snel iets op kunt
zoeken indien dat nodig is! Het boek is verdeeld in de volgende
onderdelen:
Beginnen
Dit gedeelte bevat alles dat u moet weten over de binnen- en
buitenkant van de CS2x. Het is in vier gedeelten onderverdeeld:
Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis, Het Opstellen
van de CS2x, Uw CS2x Leren Kennen, Een Snelle CS2x-Ronde.
Kenmerk Referentie
In dit gedeelte staan beschrijvingen van CS2x-kenmerken en uitleg
over de bediening. Het is in feite een woordenboek waarin u als dat
nodig is de referenties van een kenmerk kunt opzoeken. U vindt hier
de volgende gedeelten: Performance Mode, Multi Play Mode, Utility
Mode, Store Mode, en Fabrieksinstellingen.
Appendix
Dit gedeelte geeft informatie over digitale effecten, MIDI,
foutmeldingen, probleemoplossingen en meer.
Naamconventies
Ter bevordering van het begrip, worden in deze handleiding
de volgende twee basisconventies gebruikt voor de CS2xkenmerken:
De namen van de specifieke knoppen op het paneelstaan
tussen vierkante haakjes, bv. [ARPEGGIO]-knop,
[PERFORMANCE]-knop, [USER]-knop, enz.
De namen van andere paneelkenmerken en aansluitingen
worden in hoofdletters weergegeven, net zoals zij op het
paneel staan. Bijv. PITCH-wiel, TO HOST- aansluiting,
EFFECT REC SEND parameter, enz.
Beginnen................................6
Welkom in de wereld van CS2x Control Synthesis ......... 6
Index ...................................................................... 79
5
Beginnen
CONTROL
Welkom in de Wereld van de CS2x
SYNTHESIZER
Of u nu een beginner bent en de CS2x uw eerste professionele synthesizer is, of dat u een professionele speler bent die geld
verdiend met het bespelen van het instrument - of dat u hier ergens tussenin zit - u zult de CS2x zeker als een van de prettigste
instrumenten ervaren die u ooit bezat. En het is er zeker één waaraan u een hoop plezier zult beleven.
De CS2x is een soort
eenvoud in het gebruik, natuurlijke “met de handjes” interactiviteit, brede geluidsdimensies, een Arpegiator en een rijkdom
aan realtime besturingskenmerken - en verenigt dat met het beste van de moderne digitale - zoals stabiele toonhoogte, volledige
polyfonie van 64 noten, ‘one-touch’ instellingsreconfiguraties, maar liefst 16 MB Wave ROM plus een groot opslaggeheugen,
uitgebreide MIDI-kenmerken en veel, veel meer.
Een ander voordeel van de CS2x is dat er geen pagina’s zijn en geen pagina’s met moeilijk toegankelijke functies. Letterlijk alles
dat u nodig heeft ziet u voor u op het instrument. En is toegankelijk met een eenvoudige druk op een knop - of een draai aan
een knop. Aangezien alle gecompliceerde concepten en frustrerende factoren meteen bij het begin zijn geëlimineerd, is de
bediening van de CS2x snel en gemakkelijk onder de knie te krijgen.
Als u de CS2x ooit als een multitimbrale toongenerator wilt gebruiken, dan zult u ontdekken dat het een ideaal MIDIsysteemcomponent is, aangezien het is ontworpen om de XG en General MIDI System Level 1 (GM) formaten met gemak te
kunnen verwerken. U kunt tevens uw eigen configuratie van meerdere timbres opstellen met het “4-Layer plus 12-Part”systeem hetgeen uw Performance-timbre intact houdt. Het is zelfs voorzien van een stereo miniplug-input waarmee u de stereo
of mono audiosignalen van een extern component als een sampler of een submixer kunt “mixen’ met de audio-output van de
CS2x.
Control Synthesis
analoge-stijl digitale synthesizer
. Het heeft het beste van de traditionele analoge in zich - zoals de
Dit alles in aanmerking nemende, is de CS2x goed en eenvoudig - en ongelofelijk krachtig. U zult er trots op zijn een instrument
te bezitten dat in staat om zich in iedere muzikale situatie in de opwindende wereld van de moderne muziek staande te
houden.
GENERAL
GENERAL
GM System Level 1
“GM System Level 1” is een standaardspecificatie die het arrangement van voices in een toongenerator en zijn MIDIfunctionaliteit bepaalt. Dit verzekert u ervan dat de data met hetzelfde geluid kan worden afgespeeld op iedere GMcompatibele toongenerator, ongeacht de fabrikant of het model. Toongeneratoren en songdata die voldoen aan “GM
System Level 1” dragen dit logo.
XG
“XG” is een toongeneratorformaat die het voice-arrangement van de “GM System Level 1” uitbreidt om te voldoen
aan de toenemende eisen van het huidige computertijdperk. Het voorziet van rijkere expressievere kracht, terwijl de
compatibiliteit van de data behouden blijft. ”XG” breidt “GM System Level 1” uit door de manieren te bepalen
waarop de voices worden uitgezet of bewerkt en door de structuur en het soort effect te bepalen.
Als commercieel verkijgbare songdata met dit XG-logo worden afgespeeld op een toongenerator, dan kunt u genieten
van ongekende muzikale mogelijkheden met ongelimiteerde expansie van voices en effectfuncties.
6
Belangrijkste Kenmerken
De CS2x is ontworpen voor maximale realtime besturing tijdens uw spel. Dit maakt het de ideale keus voor
Dance Deejees, Rhythm & Rhyme MC’s, Drum & Bas en Techno-muzikanten - en voor ieder anderwiens
muziek naar synth-geluid neigt. Het is tevens een multitimbrale “module” die past bij ieder MIDI-systeem.
Hieronder volgen de belangrijkste kenmerken van de CS2x.
16 MB Wave ROM met AWM2 Voices
•
AWM2 (Advanced Wave Memory 2) voices zijn samengesteld uit werkelijke digitale opnamen, of uit
samples, echte muziekinstrumenten of andere geluiden. De voices die voor gebruik beschikbaar zijn
bestaan uit 586 normale voices en 20 drumvoices (kits) voor GM -en XG-formaattoepassingen in Multi
Play mode, plus nog veel meer.
256 Preset en 256 User Performances
•
Een “Performance” is een complete configuratie van een
gelayerd ofwel in een geavanceerde toetsenbord- of velocitysplit worden afgespeeld) met digitale
effectselecties, Arpeggiator en vele andere parameterinstellingen. Performance mode - de
hoofdbedieningsmode voor het spelen in realtime - bevat 256 Preset Performances plus 256 User
Performances om uw eigen performances op te slaan.
8 Realtime Sound Controlknoppen en “Scenes”
•
Met de SOUND CONTROL(geluidsbedienings)knoppen heeft u direct toegang tot de belangrijkste
parameters van de huidig geselecteerde Performance terwijl u speelt. Iedere Performance is voorzien
van twee Scenegeheugens, waarvan ieder direct de specifieke SOUND CONTROL-knoppositie op
kan roepen. Met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt u tijdens een performance
“morphen” tussen het geluid van iedere Scene.
Layer
(maximaal 4 voices die ofwel zijn
Arpeggiator met 40 Patronen
•
Met de Arpeggiator kunt u uit 40 soorten arpeggio akkoordpatronen en 10 timing subdivisies selecteren,
waaronder uit Up, Down en Up/Down patronen over één of meer octaven, plus verscheidene speciale
patronen waaronder Techno, House, Random, Echo&Pan en meer. Alle Arpeggiatorinstellingen worden
als een deel van iedere Performance opgeslagen. Het tempo van de Arpeggiator kan worden bestuurd
met een externe MIDI-clock, en de Arpeggiatordata kan via MIDI worden uitgestuurd.
3 Programmeerbare Digitale Effecteenheden
•
De drie onafhankelijke DSP digitale effecteenheden - Reverb (12 soorten), Chorus (14 soorten) en
Variation (12 soorten) - kunnen tegelijktijdig worden gebruikt.
Gemakkelijke Aansluiting Op en Gebruik Met Computer
•
Met een ingebouwde TO HOST aansluiting plus een HOST SELECT schakelaar kunt u directe aansluiting
maken op een IBM PC/AT of Apple Macintosh computer zonder dat u daar enige extra externe interface
hardware voor nodig hebt. Met Multi play mode kunt u multitimbraal spelen, met maar liefst 16
verschillende Parts (over 16 MIDI-kanalen, bij gebruik van een externe sequencer) met 64 noten uit de
beschikbare polyfonie.
7
Voorpaneel
PHONES
ATTACK
DECAY
CUTOFFCUTOFF LPFHPF
3
VOLUME
2
MW FC
1
SCENE
PITCH
MODULATION
(º ¡
R
L/MONO
OUTPUT
RELEASEDATAASSIGN
RESONANCE
456 9)#$21
FOOT
FOOT
FOOT
SWITCH
PROGRAM
HOST SELECT
INPUT TO HOST
SHIFT
HOLD
+
OCTAVE
USER
+
PERFORMANCE
PRESET USER ARPEGGIATOR
INOUT
THRU
MIDI
CONTROL SYNTHESIZER
,
&
VWX
STORE
MULTI
UTILITY
YZ
8
7
9
%
PQR STU
MNO
5
6
4
JKL
GHI
DEF
2
3
1
ABC
0
QUICK PC
PERFORMANCE
SPACE
.,
ENTER
–
NO
YES
STORE
!8@
ARPEGGIATOR
PERFORM
TEMPO
LEVEL
SUB
TYPE
DIVIDE
P BEND
MW
RANGE
FMOD
PMOD
CUTOFF
NOTE
TUNE
NOTE
DETUNE
LIMIT
LIMIT
SFT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
ATK
SUS
TIME
TIME
TIME
LEVEL
FEG
REL
DCY
SUS
ATK
TIME
TIME
LEVEL
TIME
VOLUME
PROGRAM
PAN
BANK
DEMO
MULTI
UTILITY
SYSTEM
KBD
VEL
MASTER
VEL
TRANS
FIX
TUNE
CURVE
^&*
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
CH
PERFORM
EFFECT
NAME
CHO
VARI
VARI
VARI
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
FC
CUTOFF
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
FMOD
ATK
ATK
LEVEL
TIME
EFFECT
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCVCHTRANS
NO
COMMON
PORTA
ASSIGN1
PARAM
SWITCH
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
LFO
SPEED
PHASE
WAVE
INIT
LAYER
PEG
DCY
REL
REL
TIME
TIME
LEVEL
POLY
FILTER
REZ
MONO
CUTOFF
ASSIGN
CTRL
BULK
LOCAL
UTILITY
NO
DUMP
STANDBY
DC IN
VOLUME
CONTROLLER
ON
ARPEGGIO
1
–
PART LAYER
7
PRESET
ASSIGN
–
2
1 VOLUME knop
Deze knop bestuurt het algehele niveau van de audio-volume output
van de PHONES en OUTPUT jacks van de CS2x. Zet deze tussen de
uiterst linker- (minimum) en uiterst rechter- (maximum) posities in
om het juiste luisterniveau in te stellen voor ofwel hoofdtelefoon ofwel
luidsprekers.
2 SOUND CONTROL-knoppen
De acht SOUND CONTROL-knoppen worden gebruikt voor realtimebesturing en het bewerken van de verschillende toongeneratorparameters. Het naar links of rechts draaien van een knop offset de
geselecteerde parameter overeenkomstig (naar links voor negatieve
waarden, naar rechts voor positieve waarden). Iedere knop is voorzien
van een middenstoppositie die de oorspronkelijke waarde van de
parameter representeert (pag. 19).
3 [SCENE]-knoppen
Elk van de 512 Performances op de CS2x bevat twee “Scene”geheugens waarin de specifieke posities van de acht SOUND
CONTROL-knoppen worden opgeslagen, hetgeen u de mogelijkheid
biedt om kleine of zelfs radicale geluidsvervormingen te maken met
één druk op een [SCENE]-knop. Het tegelijkertijd indrukken van twee
[SCENE]-knoppen activeert de SCENE CONTROL-functie, waardoor
u met het MODULATIE-wiel of een aangesloten Voetpedaal kunt
“sound-morphen” tussen twee Scenes (pag. 25).
4 [ARPEGGIO] knop
Als u op deze knop drukt dan zet u de Arpeggiator aan en uit. Als de
Arpeggiator aanstaat, dan kunt u, terwijl u speelt, automatisch arpeggio
akkoorden creëren. U kunt een arpeggiosoort, tempo en timing
subdivisie aanwijzen met de editfuncties op het paneel. Met de
ARPEGGIATOR SPLIT-functie kunt u het toetsenbord bij C3 opsplitsen
zodat de akkoorden die u links van het splitpunt speelt gearpeggieerde
akkoorden creëert, en alles dat u vanaf het splitpunt naar rechts speelt
normaal is. Met de ARPEGGIATOR HOLD-functie blijven de arpeggio
akkoorden doorspelen, ook nadat u de toetsen heeft losgelaten (pag.
27).
5 [SHIFT] knop
Deze knop heeft drie functies. (1) Het vasthouden van [SHIFT] en
indrukken van OCTAVE [-]/[+] transponeert de octaaf van een
Performance of voice naar boven of beneden (pag. 25). (2) Het
vasthouden van [SHIFT] en het indrukken van [ARPEGGIO] zet de
ARPEGGIATOR HOLD-functie aan en uit (pag. 27). (3) Het vasthouden
van [SHIFT] en het indrukken van ARPEGGIATOR TYPE [UP/DOWN]
(in Performance Edit mode als het Arpeggiator Type scherm op de
display verschijnt) zet de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan en uit
(pag. 27).
6 PART/LAYER/OCTAVE [-]/[+]
knoppen
Deze twee knoppen hebben twee functies. (1) In Performance mode
kunt u hiermee één van de vier Layervoices selecteren (pag. 29). (2)
In Multi Play mode kunt u hiermee één van de 16 Parts selecteren
(pag. 32). (3) Indien tezamen met de [SHIFT] knop gebruikt, kunt u
hiermee de octaaf van de Performance of voice naar boven of beneden
transponeren (pag. 25).
7 [PRESET] en [USER]
Performanceknoppen
Met het indrukken van één van beide knoppen krijgt u toegang tot
een Preset of User Performance-bank in Performance Play mode.
Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u heen en
weer tussen respectievelijk de P1- en P2- of U1- en U2-banken. Iedere
bank bevat 128 Performances, er zijn er in totaal dus 512 beschikbaar
(pag. 23).
8 PROGRAM [-]/[+] knoppen
Iedere keer dat u op één van deze knoppen drukt, gaat u op [+] of
neer[-] door de opeenvolgende Performances (in Performance mode)
of voices (in Multi Play mode). Door een knop vast te houden ‘scrollt’
u door de programlijst.
9 LCD
Het verlichte LCD-scherm toont, afhankelijk van de geselecteerde
mode of de specifieke functie, verschillende soorten informatie om
de huidige bedieningsstatus van de CS2x aan te geven.
8
0 Numerieke Toetsenbord
Het Numerieke Toetsenbord wordt tezamen gebruikt met de [ENTER/
YES] EN [-/NO/QUICK PC] knoppen en heeft verscheidene functies.
In Performance mode of Multi Play mode kunt u hiermee een specifiek
Performance- of voiceprogramnummer selecteren (pag. 24) ofwel
een programnummer selecteren als de QUICK PROGRAM CHANGEfunctie actief is (pag. 41). In Edit mode kunt u hiermee positieve of
negatieve numerieke datawaarden invoeren (pag.42) of karakters
selecteren als u een naam geeft aan een User Performance (pag. 45).
A [-/NO QUICK PC] knop
Deze knop heeft drie functies. (1) Als [-] knop kunt u hiermee negatieve
datawaarden invoeren in Edit mode (pag. 42). (2) Als [NO]-knop
kunt u hiermee het opslaan annuleren als u van gedachten verandert
(pag. 66). (3) Als [QUICK PC]-knop kunt u de QUICK PROGRAM
CHANGE-functie hiermee activeren (pag. 41).
B [ENTER/YES] knop
Deze knop wordt tezamen met het Numerieke Toetsenbord gebruikt
als een [ENTER]-knop om een specifiek programnummer in te voeren
in Play mode (pag. 24) of datawaarden in Edit mode (pag. 42). Het
wordt gebruikt als [YES} knop om het opslaan te bevestigen (pag.
66).
F [MULTI] knop
Een druk op deze knop activeert Multi Play mode, waarmee u zowel
de 586 XG-voices kunt selecteren en afspelen als maximaal 16 Parts
kunt aanwijzen om multitimbraal af te spelen (bij het gebruik van
een externe sequencer). Parameters die kunnen worden bewerkt in
Multi Play Edit mode zijn in op een regel direct boven de Parameter
Waarde [UP/DOWN]-knoppen geprint (pag. 31).
Demo Functie
Het tegelijktijdig drukken op [PERFORMANCE] en [MULTI]
activeert de fabrieksgeprogrammeerde demonstratiesongs.
(pag. 14)
G [UTILITY] knop
Een druk op deze knop activeert de Utility mode, waarmee u toegang
krijgt tot ‘systeem’parameters die op de gehele CS2x effect hebben,
inclusief MASTER TUNE, MIDI TRANSIT en RECEIVE CHANNEL
nummers, toetsenbord LOCAL aan/uitinstellingen, enz., zoals direct
boven iedere Parameter Waarde [UP/DOWN]knop is geprint (pag.
61).
H [STORE] knop
Deze knop gebruikt u bij het uitvoeren van User Performance-, Sceneen Multi Store-handelingen (pag. 66).
C EDIT PARAMETER
DRAAIKNOP-schakelaar
In Performance mode kunt u met deze schakelaar met 6 posities één
van de twee COMMON of van de vier LAYER menu’s van parameters
selecteren (pag. 41). In Multi Play mode is alleen het onderste menu
van parameters beschikbaar, ongeacht de huidige positie van de
schakelaar (pag. 57).
D Parameter Waarde [UP/
DOWN]-knoppen
Om toegang te krijgen tot en het kunnen bewerken van specifieke
paneelparameters en instellingen, correspondeert ieder van deze tien
knoppen met een op het paneel geprinte parameternaam boven of
onder een gegeven [UP/DOWN]-knop. Druk eenmaal om de Edit
mode in te gaan en om het parameterscherm op de LCD getoond te
krijgen. Druk op [▲] om de waarden te verhogen en op [▼] om ze te
verlagen. Als u één van beiden ingedrukt houdt, dan ‘scrollt’ u door
de beschikbare waarden. In Performance Edit mode bepaalt de positie
van de Editparameter draaiknop-schakelaar welke COMMON- of
LAYER-parameter beschikbaar is voor iedere knop. In Multi Part Edit
mode zijn alleen die parameters beschikbaar die direct boven de
knop staan vermeld. In Utility mode zijn alleen die parameters
beschikbaar die direct onder de knoppen staan vermeld.
E [PERFORMANCE] knop
Een druk op deze knop activeert de Performance mode, waardoor u
één van de Preset of User Performances kunt selecteren, de SOUND
CONTROL-knoppen en SCENE-functies kunt gebruiken en zowel de
Arpeggiator kunt activeren als de COMMON- en LAYER-editparameters. Druk op [PERFORMANCE] om de Performance mode binnen
te gaan vanuit een andere mode, of om de Edit mode te verlaten en
het Performance Selectscherm opnieuw op te roepen na het uitvoeren
van een bewerking op het paneel (pag. 23).
I PITCH wiel
Met deze controller kunt u de toonhoogte onder het spelen naar
boven of beneden buigen. Het springt automatisch terug naar de
middenpositie als u het loslaat. In Performance mode kunt u de grootte
van de toonhoogtewijziging bepalen met de PITCH BEND editfunctie
(pag. 45).
J MODULATIE wheel
Met deze controller kunt u onder het spelen een gespecificeerde
hoeveelheid vibrato of tremelo toepassen of instellen. U kunt het
ook instellen om de filter cutoff, filtermodulatie en pitchmodulatie te
wijzigen (pag. 64). Als de SCENE CONTROL-functie actief is, kan
het geluid hiermee in realtime worden ge’morphed’ tussen twee
Scenes (het geluid gaat geleidelijk van het ene geluid in het andere
geluid over).
K T oetsenbord
Het 61-toetsen aanslaggevoelige toetsenbord is uitgerust met Initial
Touch (velocity).
9
Achterpaneel
THRU
MIDI
HOST SELECT
2
PC-
1
PC-
INOUT
MIDI Mac
TO HOST
INPUT
123456789)!
1 MIDI-aansluitingen
Op de MIDI-aansluitingen kunt u externe MIDI-apparatuur met MIDIkabels aansluiten, zoals een sampler, drummachine, sequencer, of
computer. MIDI IN ontvangt zowel invoer van MIDI-noten en andere
performance-gerelateerde data als bulk datadumps van een andere
CS2x of MIDI-data opslagmedium. MIDI THRU is voor een “daisy
chain”-aansluiting van meerdere MIDI-instrumenten, waarbij de
MIDI-data die via MIDI IN wordt ontvangen, onbeïnvloed wordt
doorgegeven via MIDI THRU. (NB: Stel HOST SELECT in op “MIDI”
als u gebruik maakt van de MIDI-aansluitingen.)
2 HOST SELECT-schakelaar
Met deze schakelaar kunt u het soort host computer selecteren, hetzij
PC1, PC2, Mac, of MIDI (pag. 13). (NB: Als er geen host computer is
aangesloten, stel de HOST SELECT dan in op “MIDI” voor normale
MIDI-uitsturing en -ontvangst.)
3 TO HOST -aansluiting
Via deze aansluiting kunt u de CS2x direct op een host computer
aansluiten die niet is voorzien van een MIDI-interface (pag. 13).
4 INPUT jack
Via deze ingang kunt u een externe audiobron (zoals een sampler,
CD-speler, enz.) met een stereo of mono miniplug direct op de CS2x
aansluiten.
5 FOOTSWITCH jack
Als u een extra verkrijgbare Yamaha FC4 of FC5 voetschakelaar op
deze ingang aansluit, dan kunt u hiermee de control hold aan/uit,
portamento aan/uit, en andere parameters besturen die worden
bepaald door de ASSIGN CTRL NO (Assign Control Change Nummer),
ingesteld in Utility mode (pag. 64).
ASSIGNABLE
FOOT
SWITCH
FOOT
CONTROLLER
FOOT
VOLUME
STANDBY
ON
IN
DC
R
OUTPUT
L/MONO
6 FOOT CONTROLLER jack
Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze
ingang aansluit, dan kunt u hiermee zowel filtermodulatie, filter cutoff
en het Variation effect (pag. 12) als het Control Change Nummer
(pag. 64) besturen. U kunt hiermee ook, als de SCENE CONTROLfunctie actief is, tussen Scenes “geluid morphen” (pag. 25).
7 FOOT VOLUME jack
Als u een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal op deze
ingang aansluit, dan kunt u hiermee het algehele volume met uw
voet regelen.
8 STANDBY/ON-schakelaar
Met deze schakelaar zet u de CS2x aan en uit (pag. 14).
9 DC IN-aansluiting
Op deze aansluiting sluit u de bijgeleverde Yamaha PA-3B Adaptor
aan. (PAS OP: Gebruik geen andere adaptor als de Yamaha PA-3B of
gelijkwaardig, aangezien het gebruik van een inadequate adaptor
onherstelbare schade aan de CS2x toe kan brengen, of u zelfs
stroomschokken kan geven.)
0 OUTPUT jacks
Via de stereo OUTPUT jacks kunt u de CS2x op een extern stereo
versterker/luidsprekerssysteem aansluiten. Gebruik de L/MONO
uitgang bij gebruik van een monosysteem (pag. 11).
A PHONES jack
Op deze jack kunt u een hoofdtelefoon aansluiten voor individueel
luistergenot (pag. 11).
PHONES
10
CONTROL
SYNTHESIZER
Het Opstellen van de CS2x
In dit gedeelte worden u de basisaansluitingen getoond die nodig zijn om de CS2x in een systeem te integreren
van een eenvoudig versterkerssysteem tot een complete MIDI-muziekstudio. Ook wordt informatie verschaft
over het aanzetten van het instrument en het luisteren naar de voorgeprogrammeerde “Demo”songs.
Basisaansluitingen
Er zijn vele manieren om de CS2x op een eenvoudig of
uitgebreid muzieksysteem aan te sluiten. Hieronder een paar
voorbeelden om u vast een idee te geven.
Adaptor
De CS2x wordt geleverd met de Yamaha PA-3B adaptor,
hetgeen het instrument van stroom voorziet.
1. STANDBY
ASSIGNABLE
HOST SELECT
MIDI
PC-
2
PC-
1
FOOT
SWITCH
INOUT
THRU
INPUT
TO HOST
MIDI Mac
2. DC IN
1.
Verzeker u ervan dat de STANDBY/ON-schakelaar op
STANDBY (uit) staat.
Sluit de DC-plug van de PA-3B aan op de DC IN-jack van
2.
de CS2x.
Stop de plug van de adaptor in het dichtstbijzijnde
3.
stopcontact.
Pas Op
Gebruik geen andere adaptor als de PA-3B. Het
gebruik van een inadequate adaptor kan
resulteren in onherstelbare schade aan de CS2x
en u zelfs elektrisch schokken bezorgen.
Haal de adaptor uit het stopcontact als u de
CS2x niet gebruikt.
OUTPUT
STANDBY
FOOT
FOOT
CONTROLLER
VOLUME
R
ON
L/MONO
IN
DC
3. Naar stopcontact
PHONES
De CS2x zelf
Op de meest eenvoudige manier, is alles wat u moet doen om
de CS2x af te luisteren een hoofdtelefoon aansluiten op de
PHONES jack op het achterpaneel.
Of u kan een paar versterkte luidsprekers (i.e. luidsprekers
met een eigen ingebouwde versterker, zoals wordt gebruikt
voor een personal computer) aansluiten waarvoor u twee
audiokabels in de linker- en rechteruitgangen (OUTPUT) van
de CS2x en in de ingang van iedere luidspreker moet steken.
(Voor mono weergave, sluit u het ene eind van de enkele
audiokabel in de L/MONO jack van de CS2x.)
Als u de CS2x in een groter systeem met andere instrumenten
met meer audioverwerkingscapaciteiten wilt integreren, sluit
het dan aan op een mixer, versterker en stereo monitorsysteem
zoals hieronder wordt getoond.
LuidsprekerLuidspreker
Versterker
LR INPUT
Hoofdtelefoon
L
L
R OUTPUT
12345678910111213141516LR
MIXER
R OUTPUTPHONES
CONTROL SYNTHESIZER
11
Pas Op
CS2x
Zorg ervoor, om eventuele schade aan de
luidsprekers of andere aangesloten
elektronische apparatuur te vermijden, dat het
volumeniveau van de CS2x en alle andere
aangesloten apparatuur op een minimum zijn
ingesteld voordat u de apparaten aanzet.
Een Voetpedaal Aansluiten
Naast het gebruik van de SOUND CONTROLknoppen en andere realtime controllers op het paneel, kunt u
een extra verkrijgbaar Yamaha FC7 of FC9 voetpedaal
aansluiten op de FOOT CONTROLLER jack van de CS2x en
er één van de vele beschikbare parameters aan toe te wijzen
om door de voet te kunnen worden bestuurd.
1.
Sluit de kabel van de FC7 of FC9 aan op de FOOT
CONTROLLER jack van de CS2x.
THRU
MIDI Mac
HOST SELECT
MIDI
2
PC-
INOUT
ASSIGNABLE
STANDBY
FOOT
PC-
1
TO HOST
FOOT
FOOT
CONTROLLER
VOLUME
SWITCH
INPUT
ON
FC7 or FC9
2.
Druk op de [UTILITY]-knop om naar de Utility mode te
gaan.
3.
Druk eenmaal op de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]
knop.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
4.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Beweeg het voetpedaal tot er “FC” in het scherm getoond
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
FMOD
LEVEL
FEG
LEVEL
VOLUME
CURVE
REV
TYPE
MW
NOTE
LIMIT
LOW
SUS
SUS
VEL
CUTOFF
LIMIT
HIGH
REL
TIME
REL
TIME
PAN
VEL
FIX
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
CUTOFF
EFFECT
wordt.
PHONES
OUTPUT
R
L/MONO
IN
DC
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
PERFORM
NAME
VARI
DATA
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
BULK
UTILITY
NO
DUMP
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
Externe MIDI-Componenten
Aansluiten
Er zijn veel verschillende soorten MIDI-componenten
beschikbaar die u met MIDI-kabels direct op de CS2x aan
kunt sluiten om zo profijt te hebben van de multitimbrale
kenmerken van de CS2x en om uw muzikale capaciteiten er
mee te verhogen. Hier volgt een voorbeeld hoe u een externe
sequencer en een extra toongenerator kunt aansluiten om zo
een uitgebreid muziekproductiesysteem op te zetten.
Sequencer
(QY700)
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI OUTIN
CONTROL SYNTHESIZER
CS2x
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op het achterpaneel van
de CS2x op MIDI.
2.
Sluit een MIDI-kabel van de MIDI OUT-aansluiting van
de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de sequencer.
Sluit een andere MIDI-kabel van de MIDI IN-aansluiting
van de CS2x aan op de MIDI OUT-aansluiting van de
sequencer.
3.
Sluit een MIDI-kabel van de MIDI THRU-aansluiting van
de CS2x aan op de MIDI IN-aansluiting van de
toongenerator.
In dit voorbeeldsysteem is de CS2x de “master-toetsenbordbestuurder” die muzieknoten en control data invoert naar de
MIDI kanaaltracks van de QY700. De QY700 stuurt de
opgenomen data direct naar de CS2x Parts, en - via de MIDI
THRU-aansluiting - naar de Parts van de externe toongenerator.
OUTTHRUMIDI IN
Toongenerator
TONE GENERATOR
TG500
MIDI IN
5.
Selecteer met de ASSIGN CTRL NO [UP/DOWN]-knop
het Control Change Nummer en de Naam van de
parameter die u wilt besturen.
Zie pag. 65 voor informatie over de beschikbare Control
Change Nummers en Namen.
N.B.
U kunt ook een FC7 of FC9 voetpedaal op de
FOOT VOLUME jack van de CS2x aansluiten
en er op dezelfde manier als hierboven
beschreven een parameter aan toewijzen.
12
N.B.
Als u Parts op een externe sequencer opneemt,
dan moet u de Local-instelling op het
toetsenbord uitzetten (OFF) (Pag. 63). Zie pag.
63 voor details over het toewijzen van CS2x
MIDI stuur- en ontvangstkanalen. Kijk in de
handleiding van de desbetreffende apparatuur
voor het toewijzen van MIDI-kanalen en andere
instellingen van de externe apparatuur.
Een MIDI-Data
Opslagmedium Aansluiten
Als u een MIDI-data opslagmedium, zoals de Yamaha MDF3
MIDI Data Filer, op de CS2x aansluit, dan kunt u een enkele
User Performance of alle User Performances en Utility
parameters op diskette opslaan met behulp van MIDI-data
“Bulk Dump”handelingen.
Hierdoor kunt u complete bibliotheken van Performance- en
andere data opbouwen, hetgeen gemakkelijk weer is terug te
laden op de CS2x. (U kunt ook direct vanaf de MDF3 zelf
compatibele songdata op de CS2x afspelen, zonder dat u
hiervoor een sequencer nodig heeft.)
Directe Aansluiting op een Macintosh
Als u een Apple Macintosh heeft zonder een extern MIDIinterface, voer dan de volgende handelingen uit:
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op Mac.
2.
Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op
de Modem- of Printerpoort van de Mac.
3.
Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.
4.
Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
MIDI IN
MIDI OUT
CONTROL SYNTHESIZER
CS2x
MIDI
OUT
MIDI IN
MDF3 enz.
MIDI
MDF2
MDR SEO JOB UTIL
MIDI DATA FILTER
- FILE DATA +
CURSOR
REC PAUSE START/STOP
TEMPO
De HOST SELECT-schakelaar moet op MIDI
staan. Zie pag. 64 voor details over de CS2x
Bulk Dumphandelingen. (Zie ook de
N.B.
handleiding van het MIDI-data opslagmedium
voor instructies over het sturen en ontvangen
van data.)
Een Computer Aansluiten
Het gebruik van de CS2x met een computer, biedt het grootst
aantal opties om het meeste uit de multitimbrale
muziekproductie-mogelijkheden te krijgen van uw CS2x,
afhankelijk van de precieze muzieksequencer softwareapplicatie die u gebruikt.
De CS2x is met zijn ingebouwde host computer-interface (TO
HOST-aansluiting) zo ontworpen dat deze direct aangesloten
kan worden op een Apple Macintosh, IBM PC/AT of NEC PC9800 Series computer - zonder dat u hiervoor een speciale
MIDI-interface tussen de computer en de CS2x nodig heeft.
(Als er op uw computer reeds een MIDI-interface is
geïnstalleerd, dan prefereert u die misschien.)
Afhankelijk van de gebruikte computer of interface, zult u
een geschikte MIDI/computer aansluitingskabel nodig hebben
(zie hieronder) en de HOST SELECT-schakelaar op ofwel PC1 (NEC PC-9800 Series), PC2 (IBM PC en klonen), Mac
(Macintosh) of MIDI (standaard MIDI-interface) moeten zetten.
HOST SELECT
PC-2 PC-1
MIDI Mac
Verbindingskabel
TO HOST
CONTROL SYNTHESIZER
N.B.
U zult de Apple MIDI Driver-instelling
waarschijnlijk als volgt in moeten stellen: MIDIInterface Type (Clock)➔1MHz. Andere
instellingen kunnen ook vereist zijn. Kijk in de
handleiding van uw specifieke muzieksoftware
voor meer informatie.
Directe Aansluiting op IBM PC en Klonen
Als u een IBM PC/AT of compatibele computer heeft zonder
een extern MIDI-interface, voer dan de volgende handelingen
uit:
1.
Zet de HOST SELECT-schakelaar op PC-2.
2.
Sluit de kabel van de CS2x TO HOST-aansluiting aan op
één van de seriële poorten van de computer, COM 1 of
COM 2.
3.
Zet de host computer aan, en vervolgens de CS2x.
4.
Open de muziek software-applicatie en stel de softwareopties in voor de CS2x.
N.B.
MIDI/COMPUTER-AANSLUITKABELS
MIDI Standaard MIDI-kabel, maximum lengte 15
meter.
Mac Apple Macintosh Peripheral kabel (M0197),
maximum lengte 2 meter.
PC-1 8-pins MIDI DIN naar D-SUB 25-pins-kabel,
maxi-mum lengte 1,8 meter. (Als uw PC-1-type
computer van een 9-pins seriële poort is voorzien,
gebruik dan het PC-2-type kabel).
PC-2 8-pins MINI DIN naar D-SUB 9 pins-kabel,
maximum lengte 1,8 meter.
Zie voor meer informatie de handleiding van
uw specifieke muzieksoftware.
CS2x
Computer
13
Aanzetten
PERFORMANCEMULTI
DEMO
STOREUTILITY
Het Afspelen van de
Nu u alle audio en MIDI-aansluitingen op de juiste wijze heeft
gemaakt, bent u gereed om het apparaat aan te zetten en om
in volle glorie van de CS2x te kunnen genieten. Hier volgt de
basisprocedure:
Zet de VOLUME-knop van de CS2x op minimum.
1.
Druk op de STANDBY/ON-schakelaar op het
2.
achterpaneel. Na een korte begroeting in het scherm, is
de CS2x gereed om te spelen.
Draai de VOLUME-knop, terwijl u op het toetsenbord
3.
speelt, beetje bij beetje naar rechts, net zo lang totdat u
een aangenaam luisterniveau heeft bereikt.
Pas Op
Pas Op
Zet, om eventuele schade aan de luidsprekers
of andere aangesloten elektronisch apparatuur
te vermijden, altijd eerst de CS2x aan, voordat
u de versterkte luidsprekers of mixer of
versterker aanzet. En zet evenzo de CS2x pas
uit nadat u de versterkte luidsprekers of mixer
of versterker heeft uitgezet.
Zelfs als de schakelaar op de “STANDBY”positie staat, staat er nog een minimum aan
elektrische stroom op het apparaat. Als u de
CS2x voor langere tijd niet gebruikt, haal dan
de adaptor uit het stopcontact.
Demosongs
Voordat u de vele Performances en de andere fantastische
functies van de CS2x gaat uitproberen, wilt u misschien eerst
luisteren naar de voorgeprogrammeerde demonstratiesongs.
De demonstratiesongs geven een dynamisch voorbeeld van
de kracht van de CS2x. Voer de volgende handelingen uit om
de DEMO af te spelen:
Houdt de [PERFORMANCE]-knop ingedrukt, en druk
1.
vervolgens op [MULTI].
Het woord “DEMO” verschijnt in het scherm, en eventjes
2.
daarna begint de eerste demonstratiesong, onmiddellijk
gevolgd door de volgende, enzovoorts.
Druk, om de Demo op ieder moment te stoppen,
3.
eenvoudig op een modeknop zoals [PERFORMANCE].
N.B.
Als de Demo-mode actief is, dan kunt u een
specifieke Demosong selecteren door een
nummer op het numerieke toestenbord in te
drukken.
14
Uw CS2x Leren Kennen
CS2x Toongeneratie
De CS2x Control Synthesizer - en de wijze waarop het een
enorm aantal geluiden creëert - is een natuurlijke evolutie
van de verschillende soorten populaire synthesizers die in de
afgelopen tientallen jaren zijn uitgekomen.
Het begon allemaal met de populaire analoge “voltage
controlled” synthesizers die werden gebruikt op de hits van
de zestiger en zeventiger jaren. Hoewel ze verre van volmaakt
waren - ze hadden te lijden aan een gemis aan
opslagmogelijkheid, onstabiele afstemming en beperkte
polyfonie - waren ze voorzien van knoppen die gemakkelijk
in het gebruik waren en zelfs tot op vandaag zijn ze bekend
als de “vintage” synthesizers die nu worden gezocht door de
wereldtop van dansmuziekartiesten.
Toen kwam de digitale doorbraak van de vroege tachtiger jaren
- gepersonifieerd door de Yamaha DX7 die al helemaal geen
knoppen meer gebruikteen de wereld kennis deed maken
met praktische polyfonische synthesis. Met zijn voice-opslag,
MIDI en andere mogelijkheden herdefinieerde deze het begrip
synthesizer, hoewel deze wel een beetje ingewikkeld was om
te programmeren.
Vervolgens kwam het digitale samplen - een gebied waar
Yamaha ook een voorloper was met zijn
Memory
populaire muziek zelf en tot op heden immens populair.
Nu is er dan de CS2x, met zijn handige digitale kenmerken en
knoppen en andere analoog-achtige functies. Als combinatie
van het beste van zowel de analoge als digitale wereld, is de
CS2x een echt uniek - en geheel modern - elektronisch
instrument dat net zo gemakkelijk te begrijpen en te bedienen
is als leuk en intuïtief om te bespelen.
(AWM) technologie - een ware revolutie voor de
Advanced Wave
Het Elektronisch Genereren van Geluiden
Laten we voor diegenen die nog niet zijn ingewijd
eens kijken naar een paar basisfeiten omtrent de
herkomst van geluiden en hoe deze elektronisch
worden gegenereerd. De volgende drie basiselementen maken tezamen een soort geluid, of ze nu
akoestisch zijn georiënteerd of elektronisch
gegenereerd.
TOONHOOGTE, of hoe laag of hoog een geluid is;
TOON, of hoe het gehele timbre van het geluid, of de
kwaliteit is;
AMPLITUDE, of hoe luid het volume van een geluid
is.
Eenvoudig gezegd, akoestische muziekinstrumenten
zijn speciaal ontworpen en nauwgezet gebouwd om
precieze geluidskarakteristieken te produceren binnen
een bepaald bereik als ze worden bespeeld. Daarom
klinkt een viool altijd als een viool, een piano altijd
als een piano en een fluit altijd als een fluit. De
speeltechnieken van de muzikant zijn daarbij ook heel
erg belangrijk.
Een violist bijvoorbeeld “zaagt” de strijkstok met een
zekere intensiteit over de snaar om de vioolgeluidsgolven op een zeker volumeniveau (amplitude)
te genereren en produceert lage of hoge noten
afhankelijk van de positie van de vingers (toonhoogte).
De vibrerende snaren, het resonerende hout en tevens
de speelstijl en technieken van de muzikant bepalen
de algehele kwaliteit van het timbre van de viool
(toon).
Praktisch gezien betekent dit dat de CS2x u voorziet van
honderden gesamplede geluiden, of ingebouwde “voices”,
waarvan u de gedetailleerde karakteristieken in realtime onder
het spelen kunt manipuleren met de acht SOUND CONTROLknoppen en andere praktische controllers. Met deze en vele
andere parameterbewerkings-functies kunt u snel en
gemakkelijk zoveel geluidsopstellingen maken als u voor een
tune nodig heeft, en ze vervolgens opslaan in de
“Performance”- en “Scene”-geheugens waardoor ze met één
druk op de knop onmiddellijk oproepbaar zijn!
15
Oscillators, Filters, Amplifiers en Envelope Generatoren
Synthesizers bouwen op drie distinctieve elektronische componenten om zowel de geluidsgolven van de muziekinstrumentvoices te imiteren ofwel te “synthiseren” als om geheel nieuwe geluiden te creëren. Bij traditionele analoge synthesis wordt de
fundamentele bron van de toonhoogte van het geluid gegenereerd door een
volume bepaald door een
amplifier
(versterker).
oscillator
, de toon gecreëerd door een
filter
en het
Een ander hoofdcomponent staat bekend als de
envelope generator
(EG). Een envelope generator bepaalt hoe de toonhoogte,
filter of amplifier zich in tijd ontwikkelt om grotere dynamiek te creëren. De EG beïnvloedt specifieke geluidsniveaus in tijd via
“ADSR” fasen, ofwel Attack (initiële fade-in tijd), Decay (de tijd die nodig is om het Sustainniveau te bereiken), Sustain ( het
gespecificeerde niveau als een toets wordt vastgehouden) en Release (de tijd die nodig is voor het niveau om nul te bereiken
nadat de toets wordt losgelaten).
Oscillator
Pitch Envelope GeneratorFilter Envelope Generator
VersterkerFilter
Amplitude Envelope Generator
Bestuurt Volume Karakteristieken in TijdBestuurt Pitch Karakteristieken in TijdBestuurt Toon Karakteristieken in Tijd
De oscillator genereert geluidsgolfvibraties op controleerbare snelheden, of
OSCILLATOR
Frequenties genereren de toonhoogte van
gespecificeerde noten
1 octaaf
1 octaaf
1 cyclus per seconde = 1 Hz
* Verdubbeling freq. verhoogt toonhoogte met 1 octaaf
** Halvering freq. verlaagt toonhoogte met 1 octaaf
A4 = 880Hz
***
A3 = 440Hz
***
A2 = 220Hz
(“cycli per seconde”) om toonhoogte te creëren. Een frequentie
een geluidsgolf nodig heeft om van de nulpositie (gevisualiseerd door de stippellijn
in de illustratie) naar de maximum piek (top) te gaan, vervolgens via nul naar het
maximum dieptepunt en uiteindelijk weer op nul terug te komen. Frequenties worden
in “Hertz” (Hz) gemeten, waar één cyclus per seconde gelijk is aan 1 Hz. Synthesizer
oscillators bieden gewoonlijk een bereik van frequenties tussen de 20 Hz en 20kHz
om toonhoogte te genereren, hetgeen het bereik van het “audio-spectrum” is dat
voor de meeste mensen hoorbaar is. Ze bieden gewoonlijk ook verschillende soorten
geluidsgolfvormen met specifieke vormen en geluidskarakteristieken, zoals sinus,
zaagtand, vierkant, puls, en andere geluidsvormen. De oscillators in de CS2x bestaan,
anders als bij traditionele analoge synthesizers, uit complete AWM2-soort gesamplede
cyclus
is de tijd die
“golfvormen” met stabiele afstemming. U kunt met de PEG (Pitch Envelope Generator)
parameters direct de kritieke toonhoogtekarakteristieken in tijd besturen.
frequenties
FILTER
Het aantal harmoniën kan worden
vermeerderd en verminderd.
Harmoniën
Grondtoon
Meer harmonisch
creëert een
heldere toon
Minder
harmonisch
creëert een
donkere toon
AMPLIFIER
Het volumeniveau van een toon kan in
tijd worden bestuurd
Lager volumeniveau
Hoger volumeniveau
De geluiden van muziekinstrumenten bestaan uit een basistoon, die we duidelijk
met onze oren kunnen onderscheiden, plus harmonieën of boventonen die op iedere
octaaf over de basistoon staan, maar die we niet goed op het gehoor kunnen
onderscheiden. De filter biedt besturing van deze harmonieën. Door het manipuleren
van de cutoff frequentie van de filter (hetgeen bepaalt waar er gewist moet worden,
of waar de overtonen moeten worden afgeknepen) en de resonantie-instellingen,
kunt u zo de toon bepalen. Op de CS2x kunt u met de FEG (Filter Envelope Generator)
parameters direct de kritieke toonkarakteristieken in tijd besturen, en tevens de cutoff,
resonantie en andere parameters besturen om de toon te vormen.
Een amplifier bestuurt het volume van de toon. De CS2x is voorzien van een AEG
(Amplitude Envelope Generator) waarmee u de verschillende volumekarakteristieken
in tijd kunt besturen.
16
Hoe de CS2x Geluid Genereert
Het diagram en de begeleidende informatie hieronder leggen de architectuur van de CS2x-toongenerator uit en
de hoofdcomponenten die een AWM2-voice vormen en leggen tevens uit welke soorten controls en parameters
u toe kunt passen op de voice.
2
OSCILLATORS
ATTACK NIVEAU
( ATK LEVEL )
NIVEAU
GESPEELDE
TOONHOOGTE
INITIEEL NIVEAU
( INIT LEVEL )
ATTACK TIJD
( ATK TIME
KEY ON
DECAY TIJD
( DCY TIME
BASISTOETS
RELEASE TIJD
( REL TIME )
KEY OFF
TIJD
RELEASE NIVEAU
( REL LEVEL )
NIVEAU
CUT OFF
FREQUENTIE
1
WM2 GOLFVORM
AWM2 VOICE
ATTACK TIJD
DECAY TIJD
( ATK TIME )
( DCY TIME )
KEY ON
SUSTAIN NIVEAU
(SUS LEVEL)
RELEASE TIJD
( REL TIME )
KEY OFF
VERSTERKERSEFFECTENFILTERS
NIVEAU
VOLUME
TIJD
ATTACK TIJD
DECAY TIJD
( ATK TIME )
( DCY TIME )
KEY ON
SUSTAIN NIVEAU
( SUS LEVEL )
RELEASE TIJD
( REl TIME )
KEY OFF
5
TIJD
1AWM2 Golfvorm De fundamentele bron
van het geluid van de CS2x is de gesamplede
AWM2 golfvorm. Er zijn honderden voorgeprogrammeerd in ROM, die worden gebruikt
door de Performances.
2AWM2 VOICE De AWM2 golfvorm wordt
gecombineerd met de oscillator, filter en
amplifier om een CS2x voice te maken.
•
PEG De Pitch Envelope Generator
bestuurt de wijziging in toonhoogte in tijd.
INIT LEVEL (Initieel niveau) stelt het niveau
van de initiële toonhoogte in als een toets
wordt gespeeld.
ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Attack
Niveau te bereiken nadat een noot is
gespeeld.
DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om de
basistoonhoogte te bereiken vanaf het
Attackniveau als de toets wordt
vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
de basistoonhoogte nodig heeft om het
Release Niveau te bereiken nadat de toets
is losgelaten.
REL LEVEL (Release Niveau) stelt het
uiteindelijk gewenste niveau in nadat de
toets is losgelaten.
FEG De Filter Envelope Generator bestuurt
•
de wijziging van het timbre in tijd.
ATK TIME) bepaalt de tijd die een geluid
nodig heeft om zijn maximum cutoff
frequentieniveau te bereiken als een noot
wordt gespeelt.
DCY TIME (Decay Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Sustain
Niveau te bereiken vanaf het maximum
niveau terwijl de toets wordt
vastgehouden.
34
LFO
SUS LEVEL (Sustain Niveau) stel het
Sustain Niveau in; de cutoff frequentie
wordt op dit niveau behouden zolang de
4CONTROLLER U kunt met verschillende
soorten controllers verschillende parameters
in realtime manipuleren.
CONTROLLER
toets wordt vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
de cutoff frequentie nodig heeft om het
MW Met het Modulatie Wiel bestuurt u
•
PMOD, FMOD en Filter Cutoff.
niveau te bereiken dat is ingesteld (preset)
voor iedere voice nadat de toets is
losgelaten.
FC Met het Voetpedaal (Foot Controller)
•
kunt u de FMOD, Filter Cutoff en het
Variation Effect besturen.
•
AEG De Amplitude Envelope Generator
bestuurt de volumewijziging in tijd.
ATK TIME (Attack Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om zijn Sustain
Niveau te bereiken vanaf het maximum
volumeniveau terwijl de toets wordt
vastgehouden.
SUS LEVEL (Sustain Niveau) stelt het
Sustain Niveau in; het volume wordt op
dit niveau behouden zolang de toets wordt
SOUND CONTROL KNOPPEN Met de
•
acht SOUND CONTROL-knoppen kunt
u de AEG Attack, Decay en Release Tijden,
HPF en LPF Cutoffs, LPF Resonantie en
meer (pag. 19) besturen. De ASSIGN 1/
DATA en ASSIGN 2 knoppen kunnen
worden geselecteerd om één van de vele
soorten beschikbare parameters te
besturen (zie de lijsten op pag. 47 en 65).
vastgehouden.
REL TIME (Release Tijd) bepaalt de tijd die
een geluid nodig heeft om weg te sterven
nadat een toets is losgelaten.
5EFFECTEN Welke effecten beschikbaar
zijn om te kunnen worden toegepast op een
voice is afhankelijk van het feit of de CS2x in
Performance mode of Multi Play mode staat.
3 LFO De Lage Frequentie Oscillator
genereert lage frequentiesignalen waarmee
de PEG, FEG en AEG kunnen worden
gemoduleerd.
PMOD De LFO kan Pitch Modulatie op
•
de PEG toepassen om vibrato effecten te
creëren.
•
FMOD De LFO kan Filter Modulatie op
de FEG toepassen om wah-wah-achtige
effecten te creëren
•
AMOD De LFO kan Amplitude
Modulatie op de AEG toepassen om
tremelo effecten te creëren.
17
Normale Voices en
Drum Voices
Zoals in het vorige gedeelte werd uitgelegd, is de AWM2
golfvorm de fundamentele bron van een CS2x “voice”, die
ook bestaat uit oscillator-, filter- en amplifier-instellingen.
De CS2x heeft twee soorten voices in het geheugen die door
de fabriek zijn vooringesteld:
Een normale voice is een karakteristieke gepitchte
(getransponeerde) muziekinstrumentvoice, zoals piano,
strijkinstrumenten, blaasinstrumenten, enz. Een drum voice is
een complete drumkit met verschillende bassen,
snaarinstrumenten, toms, hi-hat, cymbals en andere
akoestische of elektronische percussie- en effectgeluiden die
op specifieke toetsen op het toetsenbord “geplaatst” zijn.
normal
voices en
drum
voices.
Layers
Hoewel de individuele AWM2 voices op zich al heel goed
klinken, geeft de CS2x u de mogelijkheid om er hiervan vier
tegelijkertijd te gebruiken, en zo een
mode te creëren. U kunt ze alle vier selecteren om gelijktijdig
te klinken - om zo een ongelofelijk rijk sonisch geheel te krijgen
-of u kunt specifieke Layer voices “plaatsen” op verschillende
noot- en velocityzones op het toetsenbord, om zo een
verbazend complexe geluidsstructuur te creëren die zich op
verschillende wijzen uit, afhankelijk van welke noot u speelt
en hoe hard u de toets aanslaat.
Layer
in Performance
De beste manier om uit te vinden hoe buitengewoon deze
Layers zijn is door de 256 Preset Performances te gaan die
door de fabriek zijn voorgeprogrammeerd. Als u dat doet, vindt
u het misschien handig om een kijkje te nemen in de Preset
Performance-lijst in het “Data Lijst” boek, die informatie bevat
over het gebruik van de Layer voices en andere belangrijke
instellingen voor iedere Performance.
In Performance mode zijn een behoorlijk aantal COMMONen LAYER-parameters beschikbaar die u kunt besturen of
bewerken en die respectievelijke alle Layers of Layer voices
gelijkelijk beïnvloeden (zie het volgende).
N.B.
Zie pag. 41 en 58 voor meer informatie. Zie
ook in het aparte “Data Lijst” boek welke voices
beschikbaar zijn voor gebruik in Performances.
18
Knopparameters
De acht SOUND CONTROL-knoppen verschaffen u direct toegang tot een verscheidenheid aan belangrijke
parameters van de Performance. Het naar links of rechts draaien van een SOUND CONTROL-knop offset de
parameterwaarden overeenkomstig (afhankelijk van de positie van de knop; naar links voor negatieve waarden,
naar rechts voor positieve waarden). Iedere SOUND CONTROL-knop heeft een middenpositie, of stoppositie
die de oorspronkelijk waarde van de parameters representeert.
11
Knop 1
[ATTACK]
ATTACK
55666777888
Knop 5
[HPF CUTOFF]
Attack, Decay & Release
Knoppen
Met deze knoppen kunt u de initiële
Amplitude Envelope Generatorkarakteristieken van het timbre besturen.
VOLUME
SUS
NIVEAU
ATK TIJDREL TIJDDCY TIJD
Key OnKey Off
1[ATTACK] (Knop 1)
Deze knop bestuurt de initiële AEG attacktijd
van de voice. Draai het naar links voor een
snellere attacktijd of naar rechts voor een
langzamere attacktijd (pag. 50).
2[DECAY] (Knop 2)
Deze knop bestuurt de AEG decaytijd van
de voice. Draai het naar links voor een
kortere decaytijd of naar rechts voor een
langere decaytijd (pag. 50).
3[RELEASE] (Knop 3)
Deze knop bestuurt de AEG releasetijd van
de voice. Draai het naar links voor een
kortere releasetijd of naar rechts voor een
langere releasetijd (pag. 51).
4[ASSIGN 1/DATA] (Knop 4)
Deze knop heeft twee functies. Als een
ASSIGN 1-knop, kunt u één van de vele
parameters - met inbegrip van Performance
Volume, Arpeggiator Tempo of Type,
Portamento Time en anderen - toewijzen om
te worden bestuurd, door er aan te draaien
(pag. 47). Als een DATA-invoerknop kunt u
hiermee snel de editwaarde van de huidig
geselecteerde editparameter wijzigen.
2334442
Knop 2
[DECAY]
DECAY
Knop 6
[LPF CUTOFF]
[RESONANCE]
CUTOFFCUTOFFLPFHPF
Knop 3
[RELEASE]
RELEASEDATAASSIGN
Knop 7
RESONANCE
HPF Cutoff, LPF Cutoff &
Resonantie Knoppen
Met deze knoppen kunt u de filterinstellingen
besturen die de geluidskwaliteit van het
timbre bepalen.
5[HPF CUTOFF] (Knop 5)
Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van
de high pass filter. De cutoff is het
frequentiepunt waaronder andere frequenties
worden gewist of uitgefilterd. Draai deze naar
links om het cutoffpunt te verlagen, of naar
rechts om het te verhogen en het geluid
TIJD
magerder te maken.
VOLUME
AFGEKNEPEN
FREQUENTIES
6[LPF CUTOFF] (Knop 6)
Deze knop bepaalt de cutoff frequentie van
de low pass filter. De cutoff is het
frequentiepunt waarboven andere
frequenties worden gewist of uitgefilterd.
Draai deze naar links om het cutoffpunt te
verlagen en het geluid donkerder te maken,
of naar rechts om het te verhogen en het
geluid helderder te maken (pag. 55).
VOLUME
DOORGEGEVEN FREQUENTIES
DOORGEGEVEN FREQUENTIES
CUTOFF FREQUENTIE
CUTOFF FREQUENTIE
FREQUENTIE
AFGEKNEPEN
FREQUENTIES
FREQUENTIE
Knop 4
[ASSIGN 1/DATA]
1
Knop 8
[ASSIGN 2]
ASSIGN
2
7[RESONANCE] (Knop 7)
Deze knop bepaalt de hoeveelheid
filterresonantie of nadruk van de cutoff
frequentie van de low pass filter. Draai deze
naar links om een relatief vlakke respons te
produceren, of naar rechts om overtonen toe
te voegen en het geluid resonanter te maken
(pag. 55).
VOLUME
RESONANTIE
CUTOFF FREQUENTIE
FREQUENTIE
8[ASSIGN 2] (KNOP 8)
Met deze knop kan één van de vele
parameters die er aan toe kunnen worden
gewezen worden bestuurd -zoals Volume,
Note Shift, Pan, Chorus Send en anderen
(pag. 49).
Editteken
In Performance mode verschijnt een
editteken in het scherm, tussen de
Performancebank en het -nummer, om
aan te geven dat de oorspronkelijk
Performance bewerkt is.
19
Editparameters op
Hier volgt een beschrijving van de soorten parameters die
beschikbaar zijn om te bewerken:
het Paneel
Er zijn verschillende parameters op het paneel beschikbaar
in de editmatrix van menu’s. In Performance mode is alles
wat u moet doen de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar op het door u gewenste menu zetten, en vervolgens
op de [UP/DOWN]-knop drukken direct onder de naam van
de parameter die u wilt bewerken. In Multi Play of Utility
mode maakt de positie van de EDIT PARAMETER
DRAAIKNOP-schakelaar niet uit, want er is voor elk slechts
één menu parameters beschikbaar.
Edit Parameter Draaiknop Schakelaar
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
TRANS
CH
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
MASTER
TUNE
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
Parameter Waarde [UP/DOWN] Knoppen
Een eenvoudige druk op een [UP/DOWN]-knop activeert de
Edit mode en toont de naam van de corresponderende
parameter in het LCD-scherm, samen met de huidige instelling.
Er zijn drie manieren om de parameterwaarde-instelling te
wijzigen:
Druk op [▲] van de [UP/DOWN]-knop om de waarden
1.
te verhogen of [▼] om de waarden te verlagen.
Voer het getal van de door u gewenste waarde in met het
2.
Numerieke Toetsenbord, gevolgd door [ENTER] (druk
voor negatieve waarden op [-] voordat u het getal invoert).
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
SPEED
PERFORM
NAME
VARI
DATA
ASSIGN1
PARAM
TIME
2
ASSIGN
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
BULK
NO
DUMP
COMMON
LAYER
UTILITY
COMMON Alleen beschikbaar in Performance mode, worden
de COMMON-parameters in de Common Edit 1 en 2 menu’s
op de gehele huidig geselecteerde Performance toegepast. Met
uitzondering van de PORT SWITCH-instelling, maakt het niet
uit welke Layer huidig is geselecteerd, aangezien common
parameters gelijkelijk op alle Layer voices worden toegepast.
Wijzigingen aan COMMON-parameters blijven effectief
zolang de huidige Performance is geselecteerd, maar gaan
verloren zodra u een andere Performance selecteert voordat
u de Performance heeft opgeslagen (pag. 43).
LAYER Alleen beschikbaar in Performance mode, hebben de
LAYER-parameters in de Layer Edit 1, 2, 3 en 4 menu’s alleen
effect op de huidig geselecteerde Layer van de huidig
geselecteerde Performance. Wijzigingen aan LAYER
parameterinstellingen blijven effectief zolang de huidige
Performance is geselecteerd, maar gaan verloren zodra u een
andere Performance selecteert voordat u de Performance heeft
opgeslagen (pag. 47).
MULTI Alleen beschikbaar in Multi Play mode, omvatten de
MULTI-parameters voice, effect, en anderen die worden
toegepast op het huidige Part. Er is geheugenruimte voor een
enkele set MULTI-parameterinstellingen. Wijzigingen aan
MULTI-parameterinstellingen blijven effectief zolang u in Multi
mode blijft, maar gaan verloren zodra u naar Performance
mode gaat voordat u de Multi-instellingen heeft opgeslagen
(pag. 58).
UTILITY Alleen beschikbaar in Utility mode, bestaan de
Utility-parameters uit system, MIDI en type datatoewijzing
(voor de SOUND CONTROL-knoppen) die de CS2x als geheel
beïnvloeden. Deze instellingen blijven effectief ongeacht u
naar Performance mode of Multi mode gaat (pag. 61).
Draai de ASSIGN 1/DATA-knop naar links of rechts om
3.
de waarden te wijzigen als de knop is geselecteerd als
DATA ENTRY-knop.
20
Bedieningsmodes
De CS2x heeft twee belangrijke bedieningsmodes Performance mode en Multi Play mode - waarvan beiden u
een scala aan opties bieden voor zowel realtime spel als
multitimbraal Part spel met een externe MIDI sequencer voor
songproductie. Verder is er een Utility en Store mode.
Performance Modes
Performance mode - toegankelijk met een druk op de
[PERFORMANCE]-knop - bestaat feitelijk uit de Performance
Play en Performance Edit modes. Het diagram hieronder biedt
u een overzicht van de algehele structuur van de Performance
mode-componenten.
Preset Bank
(256 Performance)
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
Performance
PERFORMANCE
Een
COMMON EDITTEN
ARPEGGIATOR
PERFORM
TEMPO
LEVEL
SUB
TYPE
DIVIDE
P BEND
MW
RANGE
FMOD
PMOD
CUTOFF
NOTE
TUNE
NOTE
DETUNE
LIMIT
LIMIT
SFT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
ATK
SUS
TIME
TIME
TIME
LEVEL
FEG
REL
DCY
SUS
ATK
TIME
TIME
LEVEL
TIME
VOLUME
PROGRAM
PAN
BANK
Performance
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
LAYER EDITTEN
bestaat uit maar liefst vier “Layers” of AWM2
PERFORM
EFFECT
NAME
CHO
VARI
VARI
VARI
TYPE
PARAM
DATA
TYPE
FC
CUTOFF
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
FMOD
ATK
ATK
LEVEL
TIME
EFFECT
VARI
CHO
SEND
SEND
PORTA
SWITCH
LFO
WAVE
PEG
DCY
TIME
FILTER
CUTOFF
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
SPEED
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
SLA OP ALS SCENE 1 of 2
2
MW FC
1
SCENE
voices die tegelijktijdig klinken - ofwel tegelijk afspelend over
de lengte van het toetsenbord, ofwel onafhankelijk afspelend
overeenkomstig de gespecificeerde toets- en velocitybereikinstellingen - plus een verscheidenheid aan andere instellingen
die bepalend zijn voor het gedrag van de Arpeggiator, de
digitale effectenselectie, de karakteristieken van de envelope
generatoren en veel meer.
Layer 1
Layer 2
VOICE
(256 Performance)
Layer 4
Layer 3
VOICE
VOICE
VOICE
ATTACK
User Bank
II: 128 PerformanceI: 128 Performance
SLA OP IN USER BANK
DECAY
RELEASEDATAASSIGN
CUTOFFCUTOFF LPFHPF
RESONANCE
REAL TIME EDITTEN met
DE SOUND CONTROL KNOPPEN
ASSIGN
Performance Edit mode
Performance Edit mode wordt geactiveerd als u een instelling
van een van de beschikbare parameters in het editmenu op
het paneel wijzigt met de Parameter Waarde [UP/DOWN]knoppen - hetgeen gelijkelijk effect heeft op alle Layer voices
(COMMON menu’s) of alleen op de huidig geselecteerde Layer
voice (LAYER menu’s).
Aanpassingen die u maakt met de SOUND CONTROLknoppen of de [UP/DOWN]-knoppen
aan of onttrekken aan) de parameterdatawaarde die voor
iedere voice zijn vooringesteld (preset waarde). Een editteken,
of “E”, verschijnt in het LCD-scherm om aan te geven dat een
parameter is gewijzigd. Als u tevreden bent met het geluid
van de Performance, sla deze dan eenvoudig op in één van
de 256 User Performance geheugens met Performance Store
(pag. 66), voordat u een andere Performance selecteert.
N.B.
Zie pag. 40 voor meer informatie over de
Performance mode.
Song Produktie in Performance Mode
1
2
Hoewel Performance mode ten eerste wordt gebruikt
voor het spelen in realtime, kunt u het ook gebruiken
voor multitimbrale bediening om zo voordeel te hebben
van Arpeggiator, Scene en andere Performance modegeoriënteerde functies die niet beschikbaar zijn in Multi
Play mode. In een dergelijk geval is één van de
instrument”Parts” opgebouwd uit Layer voices van de
geselecteerde Performance. (Zie pag. 33 voor meer
informatie).
offsetten
(voegen toe
Performance Play Mode
In Performance Play mode kunt u uit 512 Performances
selecteren - waarvan er 128 beschikbaar zijn in elk van de
twee Preset Performance banken en 128 in elk van de User
Performance banken - en het toetsenbord beginnen te
bespelen. Onder het spelen kunt u één van de twee
beschikbare Performance timbre variaties selecteren door op
de SCENE-schakelaar te drukken, of in realtime tussen de
geluiden van iedere Scene faden (“morphen”) door tegelijk
op beide [SCENE]-knoppen te drukken (SCENE CONTROL
functie) en vervolgens met het MODULATIE-wiel of een
aangesloten Voetpedaal precies de relatieve volumes van ieder
Scene timbre in relatie met de ander bepalen.
21
Multi Play Mode
Utility Mode
Multi Play mode - toegankelijk met een druk op de [MULTI]knop - wordt voornamelijk gebruikt voor multitimbrale
songproductie en voor het afspelen van maar liefst 16
individuele instrument”Parts” indien een externe MIDIsequencer op de CS2x is aangesloten. Het diagram hieronder
toont de beschikbare parameters voor ieder Part.
STORE 1 ~ 9
BANK
Part 1 ~ 16
PART SELECTIE
Hoewel u verschillende parameters in de Multi Part Edit mode
kunt wijzigen om de geselecteerde voice naar uw smaak aan
te passen, moet u er wel rekening mee houden dat Scene,
Arpeggiator en andere Performance mode-georiënteerde
functies niet beschikbaar zijn.
PROGRAM
VOLUME
PAN
EFFECT
FILTER (LPF)
POLY/MONO
Met Utility mode kunt u System, MIDI en controllertoewijzingsparameters modificeren die effect hebben op zowel
Performance als Multi Play mode. Zie pag. 61 voor meer
informatie.
Store Mode
Met Store mode kunt u uw eigen User Performances, Scenes
en een Multi-opstelling opslaan. Zie pag. 66 voor meer
informatie.
Als de bewerkte Multi-opstelling precies zo is als u dat wilt,
sla deze dan eenvoudig op met Multi Store voordat u naar
Performance mode overschakelt (pag. 68).
N.B.
Bij GM-formaat, is kanaal 10 gereserveerd voor
drum voices, hetgeen inhoudt dat u PART 10
kunt selecteren om de drum voices af te spelen.
N.B.
Zie pag. 57 voor meer informatie over Multi
Play mode. Zie pag. 33 voor informatie over
GM en XG.
22
CONTROL
SYNTHESIZER
Een Snelle CS2x-Ronde
In dit gedeelte wordt u een snelle ronde langs alle fundamentele CS2x-handelingen in Performance mode geboden,
zoals het gebruik van realtime-besturing, Scene, Arpeggiator, paneeledit- en Performance Store-functies. Er wordt
u tevens informatie gegeven over Multi Play mode en multitimbrale bediening, met inbegrip van Multi Play in
Performance mode.
Performance Mode
In Performance mode kunt u selecteren uit 256 Preset en 256
user Performances, met de SOUND CONTROL-knoppen
bepaalde parameters onder het spelen modificeren, Scenes
selecteren en de SCENE CONTROL-functie gebruiken voor
Scene-morphen en de waarden en instellingen van specifieke
COMMON- en LAYER-parameters bewerken.
Performance Selectie
Hieronder volgen de basisprocedures voor het selecteren van
CS2x Performances.
Selectie Performance Mode
Druk eenvoudig op de [PERFORMANCE]-knop om naar de
Performance mode te gaan.
Het basis Performance selectiescherm verschijnt in de display,
met informatie over Preset of User bankselectie, Performance
naam, programnummer (1-128), categoriecode, en meer.
Performance naamCategorie
DEMO
PERFORMANCEMULTI
STOREUTILITY
Bank
P I (P1) : Preset Bank 1
P II (P2) : Preset Bank 2
U I (U1) : User Bank 1
U II (U2) : User Bank 2
Performance (Program) nummer
Selectie Performance Bank
Individuele Performances worden opgeslagen in één van de
vier beschikbare banken. Er zijn twee Preset banken met ieder
128 Performances en twee User banken met ieder 128
Performances.
Druk één of meermaal op [PRESET] om één van de Preset
banken te selecteren.
Druk één of meermaal op [USER] om één van de User banken
te selecteren.
Iedere keer dat u op [PRESET] of [USER] drukt, schakelt u
respectievelijk heen en weer tussen de P1/P2 of U1/U2 banken.
De huidig geselecteerde bank verschijnt overeenkomstig in
het scherm.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
+
OCTAVE
+
Selectie Performance Nummer
Er zijn twee manieren om één van de 128 programnummers
uit iedere Preset of User Performance bank te selecteren namelijk met gebruik van de PROGRAM-knoppen of het
Numerieke Toetsenbord.
■
PROGRAM-knop-Methode
De ene manier om een Performance uit de huidig
geselecteerde bank te selecteren gaat als volgt:
Druk één of meermaal op de PROGRAM [+] of [-]knop, tot u
het gewenste nummer heeft bereikt (tussen 1 en 128).
Een andere manier om een Performance-nummer uit de
huidige geselecteerde bank te selecteren, is met het Numerieke
Toetsenbord. Dit is speciaal handig als u het precieze nummer
weet van de Performance die u zoekt. U doet dat als volgt:
Voer het specifieke nummer in (1-128). Het nummer gaat
knipperen in het scherm.
Categorie Coden
Aan iedere Performance (of voice in Multi Play mode) is een
“Categorie”code toegewezen hetgeen u helpt uw
Performances en voices naar soort te organiseren voor
gemakkelijkere visuele toegankelijkheid. De volgende lijst
beschrijft iedere beschikbare categorie.
VWX
MNO
DEF
ABC
7
4
1
0
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
+
3
0
Druk op de knoppen
voor het gewenste
Performance
nummer
Druk op [ENTER]. Hiermee selecteert u de Performance,
het nummer stopt met knipperen maar blijft zichtbaar in
het scherm.
VWX
7
MNO
4
DEF
1
ABC
0
N.B.
YZ'
8
PQR
5
GHI
2
NO/
QUICK PC
&
*
9
STU
6
JKL
3
SPACE
ENTER
YES
Er is nog een andere manier om snel een
specifiek Performance programnummer te
selecteren binnen een groep van 10
performances - namelijk met de Quick Program
Change functie (pag. 41).
N.B.
Zie pag. 45 voor details over het toewijzen van
Categorie Codes aan User Performances.
24
Performance Afspelen
Nadat u een performance heeft geselecteerd, bent u gereed
om de CS2x te gaan bespelen. En in dat geval zult u de
verschillende parameters en andere beschikbare kenmerken
in Performance mode willen uitproberen. Laten we doorgaan
met onze stap-voor-stap ronde.
Octave Shift Functie
De CS2x Octave Shift functie biedt u een gemakkelijke manier
om de octaaf van een Performance op of neer te transponeren
met een maximum van ongeveer 3 octaven. En dat gaat als
volgt:
1.
Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave
[+] om de octaaf opwaarts te transponeren.
2.
Houdt de [SHIFT] vast en druk eenmaal of meer op [octave
[-] om de octaaf opwaarts te transponeren.
Transponeert de octaaf omhoog terwijl [SHIFT] wordt vastgehouden
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
PROGRAM
N.B.
+
OCTAV E
+
De transponeerwaarde wordt tevens
gereflecteerd door de KEY TRANSPOSE-functie
in de Utility mode. Houdt er rekening mee dat,
aangezien het maximum ongeveer 3 octaven
is, de volledige drie octaven niet gehaald kan
worden door de Octave Shift-functie als u de
toetsenbordtranspositie met halve tonen
verhoogt of verlaagt.
Geeft
transpositie
aan van twee
octaven omhoog
Het Gebruik van het MODULATIE-wiel
■
Door het MODULATIE-wiel heen en weer te bewegen kunt u
zoveel modulatie op de toon toepassen als u wilt. Het soort
modulatie dat wordt toegepast wordt bepaald door de drie
MW-parameterinstellingen in de editmatrix op het paneel (pag.
46).
MODULATIE
Maximale modulatie toegepast
Geen modulatie toegepast
U kunt het MODULATIE-wiel ook gebruiken
N.B.
om het volume, pan of anderen mee te besturen
(pag. 64) , voor SCENE CONTROL of voor
morphen (pag. 26).
Scenes en SCENE CONTROL-functie
Iedere Preset en User Performance bevat twee Scenegeheugens die in essentie “snapshots” zijn van SOUND
CONTROL-knopposities (pag. 26). Hierdoor krijgt u twee extra
geluidsstructuren door een enkele druk op een knop!
Bovendien kunt u de SCENE CONTROL-functie activeren
waarmee u het geluid van de ene Scene in het geluid van een
ander kunt “morphen”.
Scene Selectie
■
Druk op de [SCENE 1]-knop om Scene 1 te selecteren.
Druk op de [SCENE 2]-knop om Scene 2 te selecteren.
PITCH- en MODULATIE-wiel
Selectie Performance
NummerPITCH
Onder het spelen kunt u met het PITCH-wiel de toonhoogte
naar boven en beneden ‘buigen’ en met het MODULATIEwiel verschillende gradaties van modulatie op de toon
toepassen.
■
Het Gebruik van het PITCH-wiel
Door het PITCH-wiel heen en weer te bewegen kunt u de
toonhoogte van de toon verbuigen met een hoeveelheid die
is bepaald door de P BEND RANGE parameterinstelling in de
editmatrix op het paneel (pag. 45).
PITCH
(toonhoogte)
Buigt de
toonhoogte
omhoog
Buigt de
toonhoogte
omlaag
2
MW/FC
1
SCENE
Een rood LED-lampje brandt naast de huidig geselecteerde
Scene. Druk nogmaals op de [SCENE]-knop om selectie van
de scene ongedaan te maken.
25
■
SCENE CONTROL-functie
1.
Druk tegelijkertijd op beide [SCENE]-knoppen.
Het rode LED-lampje links van beide [SCENE]-knoppen
brandt om aan te geven dat de SCENE CONTROL-functie
actief is.
2.
Draai het MODULATIE-wiel heen en weer om de relatieve
niveaus van iedere scene aan te passen.
MODULATIE
Maximum = alleen Scene 2
Performance Bewerken en
Opslaan
Als een
editfuncties die tijdens het spelen direct beschikbaar zijn,
waaronder de SOUND CONTROL-knoppen voor directe
toonmodificatie, een Arpeggiator met een brede selectie
arpeggio akkoordtypen en timing resoluties, en veel meer.
De volgende drie stappen van onze ronde zijn eigenlijk
Performance Edit functies, die waarbij het editteken (“E”) in
het scherm verschijnt.
SOUND CONTROL-knoppen
control synthesizer
biedt de CS2x gemakkelijke
Halverwege = Gelijk niveau van
Minimum = alleen Scene 1
Scene 1 en Scene 2
Zoals wordt getoond in bovenstaande illustratie, bepaalt de
positie van het MODULATIE-wiel de relatieve niveaus van
iedere scene, waar op minimum controllerpositie Scene 1
wordt gespeeld en op maximum positie Scene 2. Een positie
tussen deze twee uitersten in (binnen het bereik 0 -127) speelt
een overeenkomstige mix van beide Scenes.
N.B.
U kunt ook een aangesloten Voetpedaal voor
SCENE CONTROL gebruiken (pag. 12 en 64).
■
Het Creëren en opslaan van Scenes
U kunt met de SOUND CONTROL-knoppen gemakkelijk uw
eigen Scenes creëren en in een Performance opslaan - hetzij
tijdelijk in de Scene-buffer voor de huidig geselecteerde Preset
of User Performance, hetzij permanent in een User
Performance. Zie pag. 67 voor details.
Met de SOUND CONTROL-knoppen krijgt u direct toegang
tot acht verschillende parameters. Het enige dat u hoeft te
doen is ze naar links of rechts te draaien om de toon ofwel
een beetje ofwel radicaal te wijzigen. Het zal u zo bevallen,
dat u als u niet oppast alleen al bij het uitproberen van de
filter- en resonantieinstellingen ongemerkt uren zoet bent.
De stopposities in het midden representeren de oorspronkelijke
parameterinstellingen, zoals ze zijn opgeslagen in de
geselecteerde Performance. U hoeft dus alleen maar even naar
de verschillende posities van de knoppen te kijken om te weten
waar u bent. En vergeet niet dat als u een toon heeft die u
bevalt, u deze in één van de twee Scene-geheugens kan
opslaan voor onmiddellijke oproepbaarheid (pag. 67).
ATTACK
DECAY
CUTOFFCUTOFFLPFHPF
RELEASEDATAASSIGN
RESONANCE
ASSIGN
1
2
Een beschrijving van de standaardfunctie die aan iedere
SOUND CONTROL-knop is toegewezen (onder iedere knop
op het paneel geprint), wordt gegeven op pag. 19. U kunt ook
een willekeurige parameter naar keuze toewijzen met de edit
matrix op het paneel (pag. 64).
26
N.B.
Als er een Scene is geselecteerd, of de SCENE
CONTROL-functie actief is, dan heeft het
draaien aan de SOUND CONTROL-knoppen
geen effect.
De Arpeggiator
De Arpeggiator is een andere functie waarmee u urenlang
zoet kunt zijn. U heeft misschien inmiddels al gemerkt dat
sommige Performances de Arpeggiator gebruiken als
onderdeel van hun opmaak, om arpeggio akkoorden
automatisch onder het spelen te genereren. Daarbij kan de
Arpeggiator data als MIDI messages worden uitgevoerd via
de MIDI OUT-aansluiting en worden opgenomen door een
aangesloten muzieksequencer.
Maar
hoe
ze precies spelen hangt af van de TYPE-, TEMPO-,
SUBDIVIDE- en SPLIT-instellingen die beschikbaar zijn in het
Common Edit 1 menu (pag. 43) plus het aantal noten dat u op
het toetsenbord speelt. (Performances met snelle attacks lijken
de beste resultaten te boeken.)
N.B.
■
Arpeggiator On/Off
1.
Druk op [ARPEGGIO]. Er verschijnt rechts onderin, boven
het woord “ARPEGGIATOR”, een indicator in het scherm.
De Arpeggiator-functies zijn niet beschikbaar
in Multi Play mode.
■
Arpeggiator Hold
Met de handige ARPEGGIATOR HOLD-functie kunt u een
akkoord spelen om de automatische arpeggio te starten,
waarna u uw handen kunt weghalen van het toetsenbord en
de arpeggio’s voortdurend, zonder te stoppen, in een loop
door laten spelen. Als u een ander akkoord speelt, dan wijzigen
de arpeggio’s overeenkomstig.
1.
Houdt [SHIFT] vast en druk op [ARPEGGIO]. De
“ARPEGGIATOR”-indicator in het scherm gaat
knipperen.
2.
Speel een akkoord en haal uw hand weg. Speel vervolgens
op dezelfde wijze andere akkoorden om het gevoel voor
de juiste timing te krijgen.
Druk op [ARPEGGIO] om de gearpeggieerde akkoorden te
stoppen. Druk tweemaal op {ARPEGGIO] en houdt een
akkoord vast om de ARPEGGIATOR HOLD-functie uit te zetten
maar de Arpeggiator aan te laten.
■
Arpeggiator Split
De Arpeggiator Split-functie vergroot de realtime performance
capaciteit van de CS2x aanmerkelijk. Als ARPEGGIATOR
SPLIT is geactiveerd, produceert ieder akkoord dat u links van
het splitpunt (vanaf B2 naar beneden) speelt een gearpeggieerd
akkoord, terwijl de akkoorden rechts van het splitpunt normaal
afspelen.
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
PRESETUSER
Speel een serie akkoorden en varieer het aantal noten
2.
PROGRAM
+
OCTAVE
+
(even en oneven) om te horen hoe verschillend de
gearpeggieerde akkoorden klinken.
Druk nogmaals op [ARPEGGIO] om de Arpeggiator uit te
zetten.
1.
Druk op [ARPEGGIATOR] om de Arpeggiator-functie te
activeren.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op
het Common Edit 1 menu.
3.
Houdt [SHIFT] vast en druk op de uiterst linker Parameter
Waarde [UP/DOWN]-knop (ARPEGGIATOR TYPEparameter).
4.
Druk op [UP] om de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aan
te zetten.
Een letter “S” verschijnt in het scherm naast het TYPE, om aan
te geven dat de ARPEGGIATOR SPLIT-functie aanstaat. Houdt
[SHIFT] vast en druk op [DOWN] om deze uit te zetten.
N.B.
Zie pag. 44 voor meer informatie.
27
■
Arpeggiator Parameterinstellingen
De voornaamste Arpeggiator parameters zijn TYPE, TEMPO
en SUBDIVIDE. TYPE bepaalt de arpeggio-karakteristieken (up,
down, up & down, random, enz.). TEMPO bestuurt natuurlijk
de snelheid van de gearpeggieerde akkoorden. SUBDIVIDE
bepaalt de arpeggio-timingresolutie (achtsten, zestienden,
dotted noten, enz.).
1.
Activeer de ARPEGGIO HOLD-functie en speel een
akkoord.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
Common Edit 1 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
3.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Druk op de TYPE [UP/DOWN]-knop en probeer iedere
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
SYSTEM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
VEL
VEL
FIX
CURVE
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
TYPE
CUTOFF
LIMIT
HIGH
TIME
EFFECT
CHO
SEND
RCV
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
VARI
SEND
MIDI
DEVICE
NO
CH
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
TIME
CUTOFF
LOCAL
PERFORM
NAME
VARI
DATA
TIME
SPEED
TIME
BULK
DUMP
COMMON
ASSIGN1
PARAM
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
ASSIGN
CTRL
UTILITY
NO
PORTA
DCY
FILTER
beschikbare instelling uit. Druk ook op SUBDIVIDE [UP/
DOWN] om te horen hoe deze instellingen iedere TYPE
instelling beïnvloeden.
N.B.
Zie voor meer informatie Arpeggio
Patroonlengte hiernaast en pag. 43. Zie ook de
Arpeggiator Type Lijst op pag. 43.
Arpeggio Patroonlengte
De lengte van een CS2x arpeggio-patroon wordt
bepaald door drie factoeren die tegelijktijdig
samenwerken: TYPE- en SUBDIVIDE-instellingen, en
het totaal aantal noten dat u speelt voor een
gearpeggieerd akkoord.
Laten we bijvoorbeeld eens aannemen dat u een
gearpeggieerd akkoord speelt met vier noten, zoals een
C-majeur drieklank met een octaaf in de grondtoon.
Als SUBDIVIDE is ingesteld op “1/8”, dan deelt de
Arpeggiator het akkoord in achten, en arpeggieert het
op basis van de TYPE-instelling. Als TYPE is ingesteld
op “Up Oct2”, dan gaat de arpeggio twee octaven
omhoog en herhaalt zich na vier tellen. Als u vervolgens
de SUBDIVIDE wijzigt in “1/16” dan herhaalt de
arpeggio zich na twee tellen. Verder, als u TYPE dan
weer wijzigt in “UpOct1”, herhaalt de arpeggio zich
na slechts één tel.
Aangezien het aantal noten dat u speelt in een akkoord
direct verband houdt met de patroonlengte gebaseerd
op de SUBDIVIDE-resolutie, kunnen soms
onverwachte syncopaties worden gegenereerd. Over
het algemeen kunt u dit vermijden door een even aantal
noten te kiezen voor een akkoord met evengenummerde SUBDIVIDE-resoluties (1/4, 1/8, 1/16 en
1/32) en een oneven aantal noten (bijv. drie of vijf
noten) met oneven-genummerde resoluties (1/16, 1/
12, 1/24).
Dit geldt echter niet voor dotted note ritmes (3/8, 3/16
en 3/32). Deze resoluties zijn speciaal interessant voor
even-genummerde tellen (bijv. 3/8 of 6/8), dus u moet
akkoorden spelen met een even aantal noten om deze
drieparts ritmes goed na te kunnen spelen.
Zet bijvoorbeeld TYPE op “UpOct2” en SUBDIVIDE
op“3/8” resolutie. Het spelen van een drieklank plaatst
de grondtoon op de eerste tel in de vierde balk, hiermee
onregelmatige cycli genererend. Een akkoord met vier
noten echter, genereert symetrische cycli met vier
balken. De grondtoon wordt herhaald na de eerste
cyclus op balk 3, na de tweede cyclus op balk 5 en na
de derde cyclus op balk 7 enz., altijd neerkomend op
de eerste tel.
28
Edit Matrix op het Paneel
Hoewel de tot nu toe uitgelegde kenmerken u zonder twijfel
hebben voorzien van een rijkdom aan toonbesturing en
geweldige opties voor het maken van muziek, zijn we nog
maar net begonnen om de werkelijke kracht van de CS2x te
ontdekken.
De editmatrix op het paneel biedt u zes menu’s met
Performance Editparameters met virtuele opties zonder
grenzen voor toonbesturing en het creëren van eigen User
Performance met de EDIT PARAMETER DRAAIKNOPschakelaar in samenwerking met de tien parameter [UP/
DOWN]-knoppen.
Iedere parameter wordt uitgelegd en de beschikbare
instellingen worden in het Referentie-deel (vanaf pag. 39)
opgenoemd. Het lezen - met natuurlijk het één voor één
uitproberen - hiervan, maakt u een virtuoze CS2x-expert!
In het kader van onze ronde, zonder al te veel in detail te
gaan, zullen we nu wat experimenteren met de COMMON
en LAYER editmenu’s zodat u vast een beetje gewend raakt
aan collectieve en individuele Performance Layers.
■
Common Parameters
Iedere CS2x Performance is gemaakt uit één tot vier Layer
voices. De wijzigingen die u maakt aan parameterinstellingen
in de twee COMMON menu’s hebben gelijkelijk effect op
alle Layer voices.
Probeer de vele verschillende effecten uit.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
1.
Common Edit 1 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
2.
MULTI
UTILITY
STORE
Probeer de verschillende Reverb effecttypen uit met de
TEMPO
PMOD
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
REV TYPE [UP/DOWN]-knop. Probeer de verschillende
Chorus effecttypen uit met de CHO TYPE [UP/DOWN]knop.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
PORTA
FILTER
VARI
DATA
SPEED
TIME
PERFORM
NAME
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
LEVEL
POLY
REZ
MONO
Probeer de verschillende Variation effecttypen uit met
de VARI TYPE [UP/DOWN]-knop. Selecteer de
beschikbare Variation effect parameters met de VARI
PARAM [UP/DOWN]-knop. Selecteer specifieke
parameterdata waarde-instellingen, met de VARI DATA
[UP/DOWN]-knop.
U kunt de hoeveelheid Reverb en Chorus voor iedere Layer
instellen met respectievelijk de EFFECT REV SEND en CHO
SEND parameters, die zich in het Layer Edit 4 menu bevinden.
Als EFFECT VARI SEND echter aanstaat, dan worden de Reverb
en Chorus sendniveaus gelijkelijk op alle Layers toegepast.
N.B.
Zie pag. 70 voor meer informatie over effecten.
Zie ook het aparte “Data Lijst”boek.
Pas de parameter van de ASSIGN 1/DATA-knop aan.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
1.
Common Edit 2 menu.
ARPEGGIATOR
TYPE
P BEND
RANGE
TUNE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
PROGRAM
BANK
DEMO
PERFORMANCE
2.
MULTI
UTILITY
STORE
MASTER
TUNE
Bepaal met de ASSIGN1 PARAM [UP/DOWN]-knop
TEMPO
PMOD
DETUNE
TIME
TIME
TRANS
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
DCY
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
SYSTEM
KBD
VEL
VEL
FIX
CURVE
REV
TYPE
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
REV
SEND
TRANS
CH
CUTOFF
LIMIT
HIGH
EFFECT
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
MIDI
DEVICE
RCV
NO
CH
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
LOCAL
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
REL
TIME
REZ
BULK
DUMP
ASSIGN
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
REL
LEVEL
POLY
MONO
ASSIGN
CTRL
NO
COMMON
LAYER
UTILITY
welke parameter wordt beïnvloed door de ASSIGN 1/
DATA-knop.
Er zijn 30 keuzes. U kunt er bijvoorbeeld het Arpeggio tempo
mee besturen, of de linker- en rechterpan van het geluid, de
algehele toonhoogte en veel meer.
N.B.
Zie pag. 65 voor een lijst van beschikbare
parameters.
■
Layer Parameters
Er zijn vier menu’s met LAYER-parameters die alleen effect
hebben op de huidig geselecteerde Layer als u ze bewerkt.
(Houdt er rekening mee dat hoewel de PORTA SWITCH
parameter zich in het Common Edit 2 menu bevindt, het in
feite een Layer parameter is en daarom ingesteld kan worden
voor iedere individuele voice.)
Selecteer een Layer
Druk op de PART/LAYER [-] en [+]knoppen om de gewenste
Layer te selecteren
HOLDSHIFT
ARPEGGIO
PART/LAYER/
+
OCTAVE
PRESETUSER
+
PROGRAM
Geeft huidig geselecteerde Layer aan
29
Wijzig de Layer-voice
Dit is een snelle en effectieve manier om een geheel nieuwe
Performance te creëren!
Selecteer een gewenste Layer.
1.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
2.
Layer Edit 4 menu en druk op de BANK [UP/DOWN]knop om een beschikbare bank te selecteren.
Druk op de PROGRAM [UP/DOWN]-knop om een
3.
beschikbare voice te selecteren.
PARAM
SWITCH
CUTOFF
PERFORM
NAME
VARI
VARI
DATA
PORTA
SPEED
WAVE
DCY
TIME
FILTER
COMMON
ASSIGN1
PARAM
TIME
ASSIGN
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
INIT
LAYER
REL
REL
TIME
LEVEL
POLY
REZ
MONO
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
TIME
TIME
BANK
SFT
ATK
ATK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
FMOD
LIMIT
AEG
LEVEL
FEG
LEVEL
VOLUME
TYPE
MW
CUTOFF
FMOD
NOTE
LIMIT
HIGH
LOW
REL
AMOD PMOD
SUS
TIME
REL
SUS
TIME
LEVEL
PAN
SEND
EFFECT
CHO
REV
LIMIT
LOW
INIT
REV
TYPE
CUTOFF
LIMIT
HIGH
TIME
EFFECT
SEND
VARI
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
VARI
CHO
SEND
Herhaal eenvoudig het proces om een nieuwe voice aan iedere
layer toe te wijzen. Als het BANK- of PROGRAM-scherm wordt
getoond, zal u door het selecteren van een Layer weten welke
bank of voice huidig is geselecteerd.
VARI
PARAM
SWITCH
WAVE
DCY
TIME
CUTOFF
PORTA
FILTER
VARI
DATA
TIME
SPEED
REL
TIME
REZ
ASSIGN
PERFORM
NAME
ASSIGN1
PARAM
2
DATAPARAMDEPTHOFFSET
PHASE
REL
LEVEL
POLY
MONO
COMMON
INIT
LAYER
PERFORMANCE
STORE
DEMO
MULTI
UTILITY
TYPE
P BEND
RANGE
NOTE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
ARPEGGIATOR
TEMPO
PMOD
TUNE
DETUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
REV
TYPE
CUTOFF
FMOD
LIMIT
LOW
AMOD PMOD
INIT
LEVEL
EFFECT
REV
SEND
EFFECT
CHO
VARI
TYPE
TYPE
FC
VARI
EF
VEL
LIMIT
HIGH
LFO
FMOD
PEG
ATK
ATK
LEVEL
TIME
VARI
CHO
SEND
SEND
PERFORM
LEVEL
SUB
DIVIDE
MW
FMOD
CUTOFF
NOTE
LIMIT
LIMIT
HIGH
LOW
AEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
FEG
REL
SUS
TIME
LEVEL
VOLUME
PAN
Herhaal eenvoudig het proces om het niveau van iedere layer
in te stellen. Als het VOLUME-scherm wordt getoond, krijgt u
door eenvoudig een Layer te selecteren zijn niveau-instelling
te zien.
User Performance Opslaan
Op het einde van onze ronde is het heel goed mogelijk dat u
inmiddels iets heeft gecreëerd dat het waard is om opgeslagen
te worden als een User Performance, om later weer op te
kunnen roepen. Om een Performance Store handeling uit te
voeren, moet het Performance Naamscherm in de LCD te zien
zijn.
1.
Druk op de [STORE]-knop. Het Performance Storescherm verschijnt.
N.B.
Zie het aparte “Data Lijst”boek voor een lijst
van beschikbare voices voor Performance
Layers.
Pas de relatieve volumeniveaus aan van iedere Layer.
Dit is een snelle en gemakkelijke manier om een Performance
met één of twee Layers opnieuw te vormen.
1.
Selecteer een gewenste Layer.
2.
Zet de EDIT PARAMETER DRAAIKNOP-schakelaar op het
Layer Edit 4 menu en druk op de VOLUME [UP/DOWN]
knop om het niveau aan te passen
ARPEGGIATOR
TEMPO
TYPE
P BEND
RANGE
PMOD
TUNE
NOTE
DETUNE
SFT
ATK
TIME
ATK
TIME
BANK
DEMO
PERFORMANCE
STORE
2.
Druk op [USER] om een User Performance bank (U1 of
MULTI
UTILITY
MASTER
TUNE
DCY
TIME
DCY
TIME
PROGRAM
KBD
TRANS
AEG
FEG
SYSTEM
U2) te selecteren.
3.
Selecteer met het Numerieke Toetsenbord het
programnummer (1-128) waaronder u de User Performance wilt opslaan. Het nummer knippert in het scherm.
4.
Druk op [ENTER].
De vraag “Sure?” (Weet u het zeker?) verschijnt in de LCD.
Druk op [YES] om de Performance op te slaan. Druk op [NO]
om te annuleren.
30
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.