3A
GEBRUIKERSHANDLEIDING
6L5-28199-72-D0
Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door vooraleer uw buitenboord-
motor in gebruik te nemen.
DMU25101
Aan de eigenaar
Dank u voor uw keuze van een Yamaha-bui- tenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding bevat informatie die vereist is voor een behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging. Een grondig begrip van deze instructies zal u helpen maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamaha-dealer te raadplegen.
In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende manieren onderscheiden.
Het Veiligheidsalarmsymbool betekent AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!
DWM00780
WAARSCHUWING
Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert of herstelt.
DCM00700
OPGELET:
Een waarschuwing toont de speciale voorzorgmaatregelen die moeten worden genomen om beschadiging van de buitenboordmotor te voorkomen.
NOTA:
Een NOTA verstrekt belangrijke informatie om procedures gemakkelijker of duidelijker te maken.
Yamaha streeft voortdurend vorderingen in productontwerp en -kwaliteit na. Hoewel deze handleiding de meest recente beschikbare productinformatie op het moment van het drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze handleiding. Mocht u nog vragen hebben over deze handleiding, gelieven dan uw Yamaha-dealer te raadplegen.
Om ervoor te zorgen dat het product lang zou meegaan, beveelt Yamaha aan het product te gebruiken en de gespecificeerde nazichten en onderhoudsbeurten te laten uitvoeren overeenkomstig de instructies in de gebruikershandleiding. Wanneer u die instructies niet volgt, is het niet alleen mogelijk dat het product defect raakt maar ook dat de garantie vervalt.
In bepaalde landen gelden wetten of voorschriften die gebruikers verbieden het product elders te gebruiken dan in het land waar het werd aangekocht, en de kans bestaat dan ook dat het product niet kan worden geregistreerd in het land van bestemming. Bovendien is het mogelijk dat de garantie niet geldt in bepaalde gebieden. Wanneer u van plan bent het product mee te nemen naar een ander land, dient u de dealer te raadplegen bij wie het product werd gekocht.
Als u het product tweedehands aankocht, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde dealer om het opnieuw te laten registreren en om in aanmerking te komen voor de gespecificeerde diensten.
NOTA:
De 3AMH en de standaard accessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding. Bijgevolg kunnen bepaalde elementen eventueel niet van toepassing zijn op elk model.
Belangrijke handleidingsinformatie
DMU25120
3A GEBRUIKERSHANDLEIDING ©2006 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e Uitgave, februari 2006
Alle rechten voorbehouden. Elke herdruk of onbevoegd gebruik zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd. is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Japan
Algemene informatie......................... |
1 |
Plaats voor identificatienummers .... |
1 |
Buitenboordmotorserienummer.......... |
1 |
EG label .......................................... |
1 |
Veiligheidsinformatie ....................... |
1 |
Belangrijke labels ............................ |
3 |
Waarschuwingslabels......................... |
3 |
Tankinstructies ................................ |
3 |
Benzine .............................................. |
4 |
Motorolie............................................. |
4 |
Propellerselectie.............................. |
4 |
Basiscomponenten ........................... |
5 |
Hoofdcomponenten......................... |
5 |
Brandstoftank ..................................... |
5 |
Brandstoftankdop ............................... |
6 |
Ontluchtingsschroef............................ |
6 |
Brandstofkraan ................................... |
6 |
Stuurhendel ........................................ |
6 |
Schakelhendel.................................... |
7 |
Gashendel .......................................... |
7 |
Brandstofverbruiksindicator................ |
7 |
Gashandel frictie afstelling ................. |
7 |
Motorstopknop.................................... |
8 |
Chokeknop voor trektype ................... |
8 |
Hendel voor manuele start ................. |
8 |
Stuurfrictieafstelinrichting ................... |
8 |
Trimstang (kantelpen) ........................ |
9 |
Kantelsteunstang................................ |
9 |
Motorkapvergrendelhendel |
|
(optrektype)..................................... |
9 |
Draaghendel....................................... |
9 |
Werking ............................................ |
10 |
Installatie ....................................... |
10 |
De buitenboordmotor monteren ....... |
10 |
Vastklemmen van de |
|
buitenboordmotor.......................... |
11 |
Inlopen van de motor .................... |
12 |
Diagram voor het |
|
benzine-en-oliemengsel (50:1) ..... |
12 |
Procedure voor modellen op |
|
tweetaktbrandstof.......................... |
12 |
Controles voor gebruik.................. |
13 |
Brandstof .......................................... |
13 |
Olie ................................................... |
13 |
Bedieningselementen....................... |
13 |
Motor ................................................ |
13 |
Brandstof en motorolie bijvullen.... |
13 |
Brandstof toevoegen voor |
|
ingebouwde tank........................... |
13 |
Benzineen olievermenging |
|
(100:1)........................................... |
14 |
De motor gebruiken ...................... |
15 |
Brandstof toevoeren ......................... |
15 |
De motor starten............................... |
15 |
De motor laten warmdraaien......... |
17 |
Modellen met een chokestarter ........ |
17 |
Schakelen ..................................... |
17 |
Vooruit (modellen met stuurhendel |
|
en afstandsbediening)................... |
17 |
Achteruit ........................................... |
18 |
Motor uitzetten .............................. |
18 |
Procedure......................................... |
18 |
De buitenboordmotor trimmen ...... |
19 |
Afstelling van de trimhoek bij |
|
modellen met een handbediend |
|
kantelmechanisme ........................ |
20 |
Boottrim instellen.............................. |
21 |
Naar boven en naar beneden |
|
kantelen ..................................... |
21 |
Procedure voor het naar boven |
|
kantelen (modellen met |
|
handbediend |
|
kantelmechanisme)....................... |
22 |
Procedure voor omlaag kantelen |
|
(modellen met handbediend |
|
kantelsysteem).............................. |
23 |
Varen in ondiep water ................... |
23 |
Varen in ondiep water (modellen met |
|
een handbediend |
|
kantelmechanisme)....................... |
23 |
Inhoud
Varen in andere |
|
omstandigheden......................... |
24 |
Onderhoud ....................................... |
26 |
Technische gegevens ................... |
26 |
Vervoer en opslag van de |
|
buitenboordmotor ....................... |
26 |
Met knevelbouten gemonteerde |
|
modellen ....................................... |
27 |
Opberging van de |
|
buitenboordmotor.......................... |
27 |
Procedure......................................... |
28 |
Smering (met uitzondering van de |
|
modellen met olie-inspuiting) ........ |
29 |
Reiniging van de |
|
buitenboordmotor.......................... |
29 |
Controle van het geverfde oppervlak |
|
van de motor ................................. |
29 |
Periodiek onderhoud ..................... |
29 |
Vervangingsonderdelen ................... |
29 |
Onderhoudsschema ......................... |
30 |
Smering ............................................ |
31 |
Reiniging en afstelling van de |
|
bougie ........................................... |
31 |
Controle van het |
|
brandstofsysteem.......................... |
32 |
Controle van de vrijloopsnelheid ...... |
33 |
Controle van de bedrading en |
|
aansluitstukken ............................. |
33 |
Uitlaatlekkage................................... |
33 |
Waterlekkage ................................... |
33 |
De propeller controleren................... |
33 |
Verwijdering van de propeller........... |
34 |
Installeren van de propeller .............. |
35 |
Vervanging van tandwielolie............. |
35 |
Controle en vervanging van |
|
anoden .......................................... |
36 |
Controle van de motorkap ................ |
37 |
De onderkant van de boot van een |
|
coating voorzien............................ |
37 |
Herstellen van defecten.................. |
38 |
Problemen verhelpen.................... |
38 |
Tijdelijke handeling in een |
|
noodgeval .................................. |
41 |
Beschadiging door botsing ............... |
41 |
De starter werkt niet ......................... |
42 |
Noodstart.......................................... |
42 |
Behandeling van een |
|
ondergedompelde motor............ |
43 |
Procedure......................................... |
43 |
DMU25170
Plaats voor identificatienummers
DMU25183
Buitenboordmotorserienummer
Het buitenboordmotorserienummer staat vermeld op het label op de bakboordzijde van de klembeugel.
Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.
1. Buitenboordmotorserienummerlocatie
DMU25202
EG label
Motoren voorzien van dit label voldoen aan bepaalde gedeelten van de richtlijn van het Europese Parlement in verband met machineparken. Zie het label en de EG Verklaring van Overeenstemming voor verdere details.
1. EG-labellocatie
ZMU01696
DMU25371
Veiligheidsinformatie
●Vooraleer de buitenboordmotor te monteren of in gebruik te nemen, moet u deze volledige handleiding doorlezen. Door deze te lezen krijgt u een goed inzicht in de motor en zijn werking.
●Vooraleer de boot in gebruik te nemen, moet u alle meegeleverde eigenaarsof gebruikerhandleidingen en alle labels. Zorg dat u elk punt begrijpt vooraleer de boot in gebruik te nemen.
●Oefen niet te veel aandrijfkracht op de boot uit met deze buitenboordmotor. Te veel aandrijfkracht kan u de controle over de boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet gelijk zijn aan of lager dan de nominaal-vermo- genscapaciteit van de boot. Als de nomi-
1
Algemene informatie
naal-vermogencapaciteit van de boot onbekend is, raadpleeg dan de dealer of bootfabrikant.
●Voer geen aanpassingen aan de buitenboordmotor uit. Aanpassingen kunnen de motor ongeschikt of onveilig voor gebruik maken.
●Het gebruik van een verkeerde schroef of een verkeerd gebruik kan niet alleen leiden tot motorschade maar ook tot een te hoog brandstofverbruik. Raadpleeg uw dealer in verband met een correct gebruik.
●Gebruik de boot nooit na het drinken van alcohol of innemen van drugs. Ongeveer 50% van alle bootongelukken hebben te maken met intoxicatie.
●Zorg dat u een goedgekeurd zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Het is een goed idee een zwemvest te dragen telkens u met de boot vaart. Ten minste de kinderen en niet-zwemmers aan boord moeten steeds een zwemvest dragen en iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.
●Benzine is uiterst ontvlambaar en de benzinedampen zijn ontvlambaar en explosief. Hanteer en bewaar benzine op zorgvuldige wijze. Ga na of er geen gasdampen of brandstoflekken zijn vooraleer de motor te starten.
●Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolstofmonoxide bevatten, dat een kleurloos en geurloos gas is dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.
●Controleer de goede werking van gashendel, schakelhendel en besturing vooraleer de motor te starten.
●Maak het motorstopschakelaarsnoer op een veilige plaats vast aan uw kleding, uw arm of been tijdens het varen. Als u ongewild weggaat van de stuurhendel, zal het snoer worden losgetrokken van de schakelaar en de motor doen uitvallen.
●Zorg dat u de scheepvaartwetten en -regle- menten kent op de plaats waar u wilt varen - en leef deze na.
●Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersverwachtingen vooraleer te gaan varen. Vermijd het varen in gevaarlijke weersomstandigheden.
●Vertel aan iemand waar u naartoe gaat: laat een vaarplan achter bij een betrouwbare persoon. Vergeet het vaarplan niet opnieuw te annuleren als u terugkeert.
●Gebruik uw gezond verstand bij het varen. Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet hoe uw boot reageert in de verschillende vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds met veilige snelheden en blijf opletten voor eventuele hindernissen en ander verkeer.
●Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl de motor draait.
●Blijf uit de buurt van zwemzones.
●Als een zwemmer in het water ligt in uw buurt, zet de schakelhendel dan in neutraal en zet de motor uit.
●Werp lege bussen die u hebt gebruikt voor het verversen of bijvullen van olie niet op een onwettige manier weg. Raadpleeg de verkoper van de olie in verband met de correcte procedure voor het wegwerpen van lege oliebussen.
2
Algemene informatie
●Bij het verversen van oliën die worden gebruikt voor het smeren van het product (motor- of tandwielolie), dient u eventuele gemorste olie steeds op te vegen. Giet nooit olie in de motor zonder gebruik te maken van een trechter of een gelijkaardig voorwerp. Raadpleeg eventueel uw dealer in verband met de vereiste procedure voor het verversen van olie.
●Dank het product nooit op een illegale manier af. Yamaha raadt u aan uw dealer te raadplegen in verband met het afdanken
van het product.
DMU25382
Belangrijke labels
DMU25395
Waarschuwingslabels
DMU25401
Label
DWM01260
WAARSCHUWING
●Zorg dat de schakelinrichting in neutraal staat alvorens de motor te starten (behalve bij 2 pk).
●Verwijder of raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten of als de motor draait.
●Hou handen, haar en kleren uit de buurt van het vliegwiel en andere draaiende onderdelen als de motor draait.
DMU25441
Label
DWM01311
WAARSCHUWING
LEKKENDE BRANDSTOF KAN BRAND VEROORZAKEN.
Alvorens de motor te kantelen of op zijn zij te leggen:
●Draai de brandstofkraan in de gesloten stand.
●Draai de ontluchtingsschroef op de brandstoftankdop vast.
DMU31490
Tankinstructies
DWM01490
WAARSCHUWING
BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN ERG ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!
●Rook niet als u brandstof bijvult en blijf uit de buurt van vonken, vlammen en andere bronnen van ontbranding.
●Zet de motor af alvorens brandstof te tanken.
●Tank op een goed verluchte plaats.
●Mors geen benzine. Als u toch benzine morst, veeg hem dan onmiddellijk op met droge doeken.
●Doe de brandstoftank niet te vol.
●Draai de vuldop goed vast na het tanken.
●Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt ingeademd of benzine in de ogen hebt gekregen.
●Mocht er benzine op uw huid terecht komen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Trek andere kleren aan als er benzine op uw kleren terecht is gekomen.
●Raak met de tuit de vulopening of de trechter aan om elektrostatische vonken te voorkomen.
3
Algemene informatie
DCM00010
OPGELET:
Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine die bewaard werd in zuivere containers en die niet gecontamineerd is door water of vreemde stoffen.
DMU25580
Benzine
Aanbevolen benzinetype:
Gewone loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 90 (Research Octane Number).
Als de motor begint te kloppen of pingelen, gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.
DMU25650
Motorolie
Aanbevolen motorolie:
YAMALUBE 2-takt buitenboordmotorolie
Als de aanbevolen motorolie niet beschikbaar is, mag een andere 2-takt motorolie met een door de NMMA gewaarmerkte TC-W3-graad worden gebruikt.
DMU25742
Propellerselectie
De prestaties van uw buitenboordmotor worden sterk beïnvloed door uw propellerkeuze, aangezien een verkeerde keuze een nadelige invloed kan hebben op de prestaties en de motor ook ernstige schade kan toebrengen. Het motortoerental is afhankelijk van het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het motortoerental te hoog of te laag is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.
Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust met propellers die werden gekozen om goede prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen zijn
waarbij een propeller met een andere spoed geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere spoed beter geschikt, vermits deze het mogelijk maakt het juiste motortoerental in stand te houden. Anderzijds is een propeller met grotere spoed beter geschikt voor een kleinere belasting.
Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven over de best geschikte propeller voor uw toepassing en deze ook voor u monteren.
x
-
1 2 3
ZMU04604
1.Propellerdiameter in inches
2.Propellerspoed in inches
3.Type van propeller (propellermerk)
NOTA:
Selecteer een propeller die de motor in staat zal stellen het middenof bovengedeelte van het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel met maximale bootbelasting te bereiken. Als de bedrijfsomstandigheden zoals lichte bootbelastingen daarna het motortoerental tot boven het aanbevolen maximum bereik laten stijgen, zet dan de gashendel minder ver open om de motor binnen het gepaste bedrijfsbereik te houden.
Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 33.
4
DMU25797
Hoofdcomponenten
NOTA:
* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; kan ook niet als standaard uitrusting op alle modellen voorzien zijn.
1. |
Ontluchtingsschroef |
16.Kantelsteunhendel |
2. |
Brandstoftankkap |
17.Touwbevestiging |
3. |
Handgreep repeteerstarter |
18.Brandstofkraan |
4. |
Chokeknop |
19.Schakelinrichtinghendel |
5. |
Motorstopknop |
20.Motorkap |
6. |
Motorkapvergrendelingshendel |
DMU25821 |
7. |
Stuurhendel |
Brandstoftank |
8. |
Gashendelfrictieafstelling |
Als uw model een brandstoftank heeft, zijn de |
9. |
Draaghendel |
onderdelen en functies als volgt. |
10.Knevelbout
11.Trimstang
12.Koelwaterinlaat
13.Propeller 14.Anti-cavitatieplaat 15.Klembeugel
5
Basiscomponenten
DMU25881
Gesloten
Om de brandstoftoevoer naar de motor af te sluiten, moet de hendel of de knop in de gesloten stand worden gezet.
Zet de hendel of de knop altijd in de gesloten stand als de motor niet draait.
1.Ontluchtingsschroef
2.Brandstoftankkap
DMU25850
Brandstoftankdop
Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij verwijderd is, kan de tank worden gevuld met brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25860
Ontluchtingsschroef
Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.
DMU25872
Brandstofkraan
De brandstofkraan sluit de brandstoftoevoer van de brandstoftank naar de motor af.
1. Brandstofkraan
1. Gesloten stand
DMU25891
Open
Als de hendel/knop in die stand staat, stroomt er brandstof naar de carburator.
Als de motor draait, staat de hendel/knop in die stand.
1. Open stand
DMU25911
Stuurhendel
Om van richting te veranderen beweegt u de stuurhendel naar links of naar rechts.
6
Basiscomponenten
DMU25930
Schakelhendel
Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet u de motor in de voorwaartse versnelling zodat dat boot vooruit vaart.
1.Neutraal “”
2.Vooruit “”
DMU25941
Gashendel
De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Als u de hendel tegen de klok in draait, verhoogt de snelheid en als u hem met de klok mee draait verlaagt de snelheid.
DMU25961
Brandstofverbruiksindicator
De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de beste prestaties en het laagste verbruik biedt voor de gewenste werking.
1. Brandstofverbruikindicator
DMU25971
Gashandel frictie afstelling
Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.
Om de weerstand te verhogen draait u de frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand te verlagen draait u de frictieregelaar linksom.
7
Basiscomponenten
DWM00031
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
Als constante snelheid vereist is, draai de frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste gashendelinstelling te bewaren.
DMU26001
Motorstopknop
Om het ontstekingscircuit te openen en de motor uit te zetten, dient u op die knop te drukken.
DMU26011
Chokeknop voor trektype
Om de motor te voorzien van het rijke brandstofmengsel dat vereist is om te starten, dient u die knop uit te trekken.
DMU26070
Hendel voor manuele start
Om de motor te starten trekt u eerst de handel uit tot u weerstand voelt. Trek hem dan snel verder uit om de motor aan te zwengelen.
DMU26122
Stuurfrictieafstelinrichting
Een frictie-inrichting geeft een instelbare weerstand aan het stuurmechanisme en kan worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Op de zwenkbeugel bevindt er zich een instelschroef of -bout.
8
Basiscomponenten
Om de weerstand te doen toenemen dient u de schroef met de wijzer van de klok mee te draaien.
Om de weerstand te doen afnemen dient u de schroef tegen de wijzers van de klok in te draaien.
DWM00040
WAARSCHUWING
Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk kan veroorzaken.
DMU26261
Trimstang (kantelpen)
De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.
DMU26382
Motorkapvergrendelhendel (optrektype)
Om de motorkapvergrendelhendel te verwijderen, moet u de vergrendelhendel(s) omhoog trekken en de kap afnemen. Bij het installeren van de motorkap moet u nagaan of deze wel goed in de rubberen dichting past. Vergrendel de kap vervolgens door de hendel(s) omlaag te bewegen.
DMU26440
Draaghendel
In de zwenkbeugel zit een draaghendel. U kan hem gebruiken om de buitenboordmotor met één hand te dragen.
DMU26330
Kantelsteunstang
De kantelsteunstang houdt de buitenboordmotor in de naar boven gekantelde stand.
9
DMU26901
Installatie
DCM00110
OPGELET:
Een verkeerde motorhoogte of zaken die een gelijkmatige waterstroom belemmeren (de vorm of de staat van de boot, of accessoires als spiegelladders of dieptesensoren) kunnen zorgen voor stuivend water als de boot aan het varen is. Als de motor voortdurend omgeven wordt door stuivend water als hij draait, kan dat tot ernstige motorschade leiden.
NOTA:
Controleer tijdens het testen in het water het drijfvermogen van de boot in rusttoestand met maximale lading. Controleer of het statische waterpeil op de uitlaatbehuizing voldoende laag is om te voorkomen dat water in de krachtbron terechtkomt, als het waterpeil stijgt door golven als de buitenboordmotor niet draait.
DMU26910
De buitenboordmotor monteren
DWM00820
WAARSCHUWING
●Een boot te krachtig aandrijven kan ernstige instabiliteit veroorzaken. Installeer geen buitenboordmotor die meer paardenkracht heeft dan de maximumwaarde op de capaciteitsplaat van de boot. Als de boot geen capaciteitsplaat heeft, raadpleeg dan de fabrikant van de boot.
●De informatie die in deze sectie wordt verstrekt is alleen als referentie bedoeld. Het is niet mogelijk om voor elke denkbare boot-motorcombinatie volledige instructies te geven. Een juiste montage hangt voor een deel van ervaring en de specifieke boot-motorcombinatie af.
DWM00830
WAARSCHUWING
Een verkeerde montage van de buitenboordmotor kan tot gevaarlijke omstandigheden leiden, zoals slecht vaargedrag, verlies van controle of brandgevaar. Neem de volgende punten in acht:
●Bij modellen voor permanente montage dient uw dealer of een andere persoon die voldoende ervaring heeft met optuigen de motor te monteren. Als u zelf de motor monteert, dient u daarvoor een opleiding te hebben gekregen van iemand die voldoende ervaring heeft op dat gebied.
●Bij draagbare modellen dient uw dealer of een andere persoon die voldoende ervaring heeft in het monteren van buitenboordmotoren, u te tonen hoe u uw motor moet monteren.
Monteer de buitenboordmotor op de kiellijn van de boot, en zorg dat de boot zelf goed in evenwicht ligt. Anders zal de boot moeilijk handelbaar zijn. Voor boten zonder kiel of asymmetrisch gebouwde boten kunt u best uw dealer raadplegen.
1 ZMU01760
1. Middellijn (kiellijn)
10