05.10.05
Samengesteld door:
Xerox Corporation
Global Knowledge and Language Services
800 Phillips Road, Bldg. 0845-17S
Webster, New York 14580
Verenigde Staten
Vertaald door:
Xerox
GKLS European Operations
Bessemer Road
Welwyn Garden City
Hertfordshire AL7 1BU
Verenigd Koninkrijk
, PaperWare, SMARTsend, en FreeFlow zijn handelsmerken van of worden gebruikt onder
licentie door Xerox Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
DataGlyph® is een handelsmerk van Palo Alto Research Center, Inc.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems, Incorporated.
IBM, Lotus, Domino en Domino.Doc zijn gedeponeerde handelsmerken van IBM Corporation.
NetWare is een gedeponeerd handelsmerk van Novell, Inc.
Flash is een handelsmerk van Macromedia, Inc.
Microsoft, Microsoft Windows, Microsoft W ord, Microsoft Excel, Microsoft PowerPoint, Micr osoft Internet
Explorer, Microsoft Office, Exchange 2000, SharePoint en Internet Information Services (IIS) zijn
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Netscape Navigator is een gedeponeerd handelsmerk van Netscape Communications Corporation.
WordPerfect is een gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation.
WorkSite is een handelsmerk van Interwoven, Inc.
Hummingbird DM is een handelsmerk van Hummingbird, Ltd.
Documentum is een gedeponeerd handelsmerk van EMC Corporation.
LiveLink is een gedeponeerd handelsmerk van Open Text Corporation.
Xerox PDF Reader wordt aangedreven door Foxit Software Company http://www.foxitsoftware.com
viHandleiding voor installatie en beheer van SMARTsend
1
Welkom bij SMARTsend
In dit hoofdstuk worden de functies en toepassingen van de software FreeFlow™ SMARTsend™ van Xerox
beschreven en de ondersteuning die beschikbaar is via zowel documentatie als Xerox-medewerkers in het
Welcome Centre.
SMARTsend is verkrijgbaar in de Standaardeditie en in de Professionele editie.
Toepassingen die in beide versies voorkomen
Toepassingen voor het maken van werkstromen die de conversie en verzending bepalen van papieren
documenten van multifunctionele apparaten van Xerox naar de volgende bestemmingen:
DocuShare-server
Domino-server
Domino.Doc-server
FTP-locatie
Microsoft Exchange 2000 Web-map
Microsoft SharePoint Portal Server 2001
Microsoft SharePoint Portal Server 2003
NetWare-map
Netwerkmap
Externe printer
URL-locatie
Verbinding voor externe applicatie
Toepassingen werkstroompublicaties en -beheer
Backupprogramma en Herstelprogramma—voor het opslaan van werkstromen, legitimeringen,
gebruikersvoorkeuren, apparaatconfiguraties en algemene instellingen van SMARTsend.
Sjabloon importeren—hiermee worden sjablonen van CentreWare Netwerkscanservices in SMARTsend
geïmporteerd.
Opdrachtenoverzicht exporteren—hiermee wordt een tekstbestand met een opdrachtenoverzicht
gemaakt voor analyse en rapportage.
Toepassingen in Professionele editie
De Professionele editie omvat de volgende extra functies:
OCR (Optical Character Recognition)
Scannen met PaperWare-voorbladen
Optionele onderdelen voor de Standaard of Professionele versies
De volgende onderdelen kunnen bij Xerox worden aangeschaft en aan beide versies van SMARTsend
worden toegevoegd:
Bestemmingsondersteuning voor Documentum versie 5.2
Bestemmingsondersteuning voor Hummingbird versie 5.1.0.5
Bestemmingsondersteuning voor Interwoven WorkSite versie 8
Ondersteuning voor LiveLink versie 9.5.0
Optionele onderdelen voor de Professionele versie
De volgende onderdelen kunnen aan de professionele editie van SMARTsend worden toegevoegd:
TrueMatch—een gepatenteerde Xerox-technologie waarmee u elektronische documenten kunt zoeken
door gedeelten van het originele papieren document te scannen.
1-2Welkom bij SMARTsend
Wat is er nieuw in deze versie?
De huidige uitgave van SMARTsend biedt vele nieuwe en verbeterde toepassingen. De belangrijkste
wijzigingen omvatten:
Het SMARTsend-installatieprogramma is bijgewerkt om naadloze upgrades van eerdere versies
te
bieden.
SMARTsend kan nu op elk van de ondersteunde besturingssystemen ook samen met VMware
(GSX
Server-versie 3.2.0, Workstation 4.5) of Microsoft Virtual PC 2004/Virtual Server 2005
worden
geïnstalleerd.
SMARTsend ondersteunt nu installatie op Windows XP-computers.
Er zijn verschillende opties voor de bestandsindeling en verbeterde bestandscompressie toegevoegd.
Gebruikers kunnen nu één werkstroom maken die unieke bestandsindelingen voor alle
bestemmingen
DocuShare-legitimeringen kunnen nu op het serverniveau worden gedefinieerd. Eerdere
SMARTsend-versies vereisten legitimeringen voor elke DocuShare-verzameling.
SharePoint Portal Server 2003-bestemmingen vereisen niet meer dat de neerwaarts compatibele
documentbibliotheken van SharePoint worden geïnstalleerd.
SMARTsend biedt nu een verbeterde integratie met nieuwere Xerox-apparaten. Deze verbeterde
integratie beperkt wijzigingen voor bepaalde instellingen tijdens het scannen om ongewenste resultaten
of scanfouten te voorkomen.
Documentkenmerkvelden (metagegevens) kunnen nu worden gemaskeerd en/of als verplichte velden
worden aangewezen. Deze wijzigingen verbeteren de beveiliging en helpen ervoor te zorgen dat
gescande documenten goed worden verwerkt.
Er is ondersteuning voor SNMP v3 toegevoegd om het geavanceerd zoeken van apparaten en
beveiligingsopties te bieden.
Er is ondersteuning voor de HTTP- en HTTPS-gegevensoverdrachtprotocollen toegevoegd om
aanvullende opties voor de apparaatconfiguratie en geavanceerde beveiliging te bieden.
maakt.
SMARTsend biedt nu capaciteiten voor het doostu ren van PaperWare-formulieren. Het doorsturen
van
PaperWare-formulieren stelt u in staat om SMARTsend-computers te configureren, zodat deze
PaperW are-voorbladen die op andere SMARTsend- of Xerox Flowport-computers zijn gemaakt, kunnen
worden verwerkt. Deze optie verbetert de bruikbaarheid en breidt het vermogen van SMARTsend
binnen de onderneming uit door het aantal apparaten dat kan worden gebruikt om scanopdrachten
via
één PaperWare-voorblad effectief te vergroten.
De standaardscansjabloon kan nu worden geconfigureerd om met PaperWare-voorbladen te werken.
De SMARTsend-computer kan nu als een beveiligde website worden geconfigureerd. Deze
configuratie-optie maakt gecodeerde HTTPS- en SSL-gegevensoverdracht een vereiste voor alle
communicatie tussen SMARTsend en de apparaten en clients die deze bed ient.
De nieuwe bestemming Verbinding voor externe toepassing is toegevoegd waarmee gebruikers
documenten kunnen scannen en de resulterende bestanden met externe applicaties kunnen verwerken.
Deze toepassing is bedoeld voor gebruik door geavanceerde gebruikers en systeemintegrators.
Werkstromen kunnen nu een mechanisme bieden voor het aanpassen en exporteren van opdrachtlogs
naar FTP- en netwerkmapbestemmingen.
Wat is er nieuw in deze versie?1-3
De volgende nieuwe toepassingen zijn optionele onderdelen die aan de standaardconfiguratie van
SMARTsend kunnen worden toegevoe gd:
Ondersteuning voor Documentum versie 5.2
Ondersteuning voor Hummingbird versie 5.1.0.5
Ondersteuning voor Interwoven WorkSite versie 8
Ondersteuning voor LiveLink versie 9.5.0
TrueMatch… een gepatenteerde Xerox-technologie waarmee u elektronische documenten kunt
zoeken door gedeelten van het originele papieren document te scannen. (De Professionele editie
van SMARTsend is voor dit onderdeel vereist.)
1-4Welkom bij SMARTsend
Overzicht SMARTsend
SMARTsend combineert en verbetert vele van de krachtige toepassingen van twee Xerox-producten—
FlowPort™ en CentreWare™ Netwerkscanservices—in één geïntegreerd softwarepakket. De
SMARTsend-software is op het Microsoft .NET-platform gebouwd en werkt met nieuwe en oude
geavanceerde multifunctionele Xerox-systemen, evenals met vele soorten internetfaxapparaten van
Xerox
en andere fabrikanten.
Wanneer u SMARTsend gebruikt, kunt u papieren docu menten in kleur scannen en naar verschillende
digitale industriestandaard-indelingen converteren, waaronder de indelingen PDF, JFIF/JPEG, TIFF, en
Multi-page TIFF . SMAR Tsend kan ook gescande documenten naar bewerkbare bestanden converteren, zoals
Excel, Word, PowerPoint of doorzoekbare PDF. De resulterende bestanden kunnen dan worden bewerkt,
gemanipuleerd, opgeslagen en gedeeld. SMARTsend biedt de gebruiker tevens de mogelijkheid om
beschrijvende informatie toe te voegen (ook wel bekend als metagegevens) die de gescande documenten
zullen begeleiden. Deze veelzijdige toepassingen maken het gemakkelijk om gescande documenten te
categoriseren, te zoeken en op te halen.
Webapplicatie
SMARTsend is een webapplicatie die geen aanvullende clientsoftware vereis t. Gebruikers kunnen
gemakkelijk werkstromen maken die het type gescande document definiëren, de distributielocaties en
verwerkingen en de methoden en apparaten die kunnen worden gebruikt om SMARTsend-scanopdrachten
te
verzenden De werkstroom wordt vervolgens gepubliceerd om deze als apparaatscansjablonen of
PaperWare-voorbladen voor gebruikers beschikbaar te maken. Deze publicaties maken het voor iedereen
eenvoudig om een document te scannen en de resulterende elektronische bestanden naar vele verschillende
bestemmingen te distribueren, waaronder e-mailadressen, netwerkmappen, FTP-mappen, externe printers,
externe applicaties, Web-URL's, Domino- en Domino.doc-opslagplaatsen, Microsoft SharePoint Portal
Server-opslagplaatsen en Xerox DocuShare-opslagplaatsen. Aanvullende bestemmingen, zoals
geavanceerde documentbeheeropslagplaatsen, kunnen als optionele onderdelen worden toegevoegd.
Gebruiksgemak
SMARTsend is ontworpen voor gebruiksgemak , veel zi jdigheid en beveiliging. Wizards helpen gebruikers
bij complexe taken, en beschrijvende instructies, statusberichten en Help-informatie begeleiden alle
SMARTsend-vensters. Gebruikers kunnen e-mailad ressen en afgedrukte bevestigingsrapporten opzetten,
en
beheerders kunnen opdrachtlogs maken om het gebruik te volgen en boekhoudkundige controles te
verrichten, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke voorschriften. SMARTsend biedt waar dat nodig
is een betere beveiliging dan de concurrentie. SMART send levert namelijk ondersteuning voor de nieuwste
beveiligingsprotocollen en opties voor beveiligde websiteconfiguratie. Dankzij de open en flexibele
architectuur van .NET is de integratie met andere programma's daarnaast eenvoudig en kunnen eventuele
toekomstige verbeteringen op het gebied van mogelijkheden en toepassingen die Xerox aanbiedt
gemakkelijk worden geïntegreerd.
Overzicht SMARTsend1-5
Documentatie van SMARTsend
Er zijn allerlei soorten SMARTsend-documenten beschikbaar, waaronder afdrukbare handleidingen in
Adobe PDF-bestandsindeling. De onderdelen van de documentatie zijn te vinden via de koppelingen op
de
homepages van SMARTsend en via de koppelingen van het AutoRun-programma op cd. SMARTsendbeheerders kunnen ook het Readme-bestand en de Handleiding voor installatie en beheer via het menu Menu
op de SMARTsend-computer openen.
Om de handleidingen te kunnen bekijken en afdrukken heeft u het programma Adobe Acrobat Reader nodig.
Dit programma kan worden gedownload van de website van Adobe:
Handleiding voor installatie en beheer van SMARTsend
De Handleiding voor installatie en beheer van SMART send bevat stapsgewijze instructies voor de installatie
en configuratie van de SMARTsend-computer, clients en ondersteunde scanapparaten.
Handleiding voor de gebruiker van SMARTsend
In de Handleiding voor de gebruiker van SMARTsend maken gebruikers kennis met SMARTsend.
De
handleiding bevat overzichten van alle belangrijke pagina's en toepassingen in SMARTsend,
plus
stapsgewijze instructies voor de essentiële taken die gebruikers uitvoeren met SMARTsend.
Help
SMARTsend bevat een uitgebrei de online Help met informatie omtrent het gebruik van de applicatie na de
installatie en de eerste configuratie. Help-koppelingen zijn opgenomen in de rechterbovenhoek van iedere
pagina van SMARTsend.
www. adobe.com.
Instructiekaarten
De documentatie voor SMARTsend omvat de volgen de instructiek aarten:
Instructiekaart voor de beheerder—Bevat informatie over vereisten, elementaire
installatieprocedures en site-configuratie voor SMARTsend-beheerders.
Instructiekaart voor de gebruiker—Bevat een beknopt overzicht en informatie waarmee algemene
gebruikers van SMARTsend aan de slag kunnen.
OPMERKING: De Instructiekaart voor de beheerder is niet voldoende voor iemand die het product voor
het eerst installeert. Gebruik de Handleiding voor installatie en beheer voor uitvoerige plannings- en
installatie-instructies.
1-6Welkom bij SMARTsend
Readme.txt
Het bestand Readme.txt bevat ondersteunende informatie die nog niet beschikbaar was toen de andere
onderdelen van de documentatie werden uitgebracht. Deze informatie is uitsluitend bedoeld voor
SMARTsend-beheerders die de informatie via de volgend e m e tho den kunnen verkrijgen:
Nadat SMARTsend is geïnstalleerd:
Op een server met Windows 2000 als besturingssysteem klikt u op Start > Programma's > Xerox >
SMARTsend > Readme.txt bekijken;
– OF –
Op een Windows XP Professional-computer of -server met Windows Server 2003, klikt u op Start >
Alle programma's > Xerox > SMARTsend > Readme.txt bekijken.
Plaats de SMARTsend-cd in het cd-rom-station. Klik op de koppeling naar het Readme-bestand vanuit
het installatieprogramma op de cd.
Klik tijdens de installatie op de toets Readme-bestand bekijken.
Documentatie van SMARTsend1-7
Klantondersteuning
U kunt contact opnemen met Xerox voor telefonische of internetondersteunin g.
Telefonische ondersteuning
Neem voor meer hulp telefonisch contact op een medewerker van het Xerox Welcome Centre. Zorg dat u
het
serienummer van SMARTsend bij de hand hebt voordat u belt. U vindt het serienum mer door op de
koppeling Info, die zich rechtsboven op iedere pagina van SMART send bevindt te klikken. Voor toekomstig
gebruik noteert u het serienummer in de daarvoor bestemde ruimte hieronder. Het serienummer is nodig
voor het aanvragen van technische ondersteuning door Xerox.
Serienummer van SMARTsend van Xerox:
OPMERKING: Met SMARTsend kan een beperkt aantal apparaten worden beheerd. Klik om het aantal
ondersteunde apparaten te achterhalen op de koppeling Info op elke pagina van SMARTsend en zoek het
serienummer van het product. De laatste cijfers die aan het serienummer zijn toegevoegd geven het
aantal ondersteunde apparaten aan. U kunt licentiepakketten aanschaffen om het beheer van meerdere
apparaten mogelijk te maken.
Het telefoonnummer van het Xerox Welcome Centre vindt u hieronder . Indien het telefoonnummer voor uw
land niet wordt vermeld, neemt u contact op met uw plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger om het nummer
op te vragen. Noteer indien nodig het telefoonnummer in de daarvoor bestemde ruimte hieronder.
Telefoonnummer van het Xerox Welcome Centre:
VERENIGDE STATEN800-821-2797
Internetondersteuning
Op de Xerox-website www.xerox.com vindt u aanvullende tips en technische informatie voor ondersteuning
en drivers. Zoek uw product en klik op de koppelingen voor de bijbehorende productondersteuning. De
documenten in dit gedeelte bevatten informatie over specifieke zaken waarvoor speciale procedures nodig
zijn of waarvoor extra aandacht is vereist op het gebied van de bediening en de configuratie van uw
Xerox-product.
1-8Welkom bij SMARTsend
2
Voorbereiding op installatie
In dit hoofdstuk worden de zaken op het gebied van hardware, software, netwerk en beveiliging beschreven
die geregeld moeten zijn voordat SMARTsend op een computer word t geïnstalleerd. Deze taken en
overwegingen zijn wezenlijke onderdelen van een geslaagde installatie.
Lees dit hoofdstuk grondig en voer alle vereiste configuratietaken uit voordat u verder gaat met
Hoofdstuk 3, SMARTsend installeren.
TIP:Druk de Instructiekaart voor de beheerder af, zodat u deze als controlelijst voor de configuratie kunt
gebruiken. De Instructiekaart voor de beheerder is beschikbaar via de SMARTsend-cd met daarop het
AutoRun-programma.
OPMERKING: Als u van een proefversie of een eerdere versie van SMARTsend opwaardeert, volgt u
gewoon de upgradeprocedures in
Het installatieprogramma van SMARTsend waardeert een huid ige proefversie automatisch naar de
huidige gelicentieerde versie op. Alle werkstromen die met de proefversie of een eerdere versie zijn
gegenereerd, blijven toegankelijk nadat de upgrade is uitgevoerd. Als u een proefversie van SMARTsend
heeft die is verlopen, kunt u naar de handelsversie opwaa rderen en alle werkstromen behouden. De
handelsversie kan via uw Xerox-verkoopvertegenwoordiger worden besteld, en als ee n upgrad e voor
bestaande proefversie worden geïnstalleerd. Zie Mogelijkheid tot opwaarderen op pagina 3-3 voor
uw
aanvullende informatie.
Hoofdstuk 3, SMARTsend installeren om uw software op te waarderen.
2-1
Overwegingen bij de planning
Dit gedeelte bevat informatie waarvan u op de hoogte moet zijn voordat u de SMARTsend-applicatie gaat
installeren en gebruiken. Gun uzelf de tijd om deze punten goed door te nemen.
Beveiliging
Er kan een beveiligingscertificaat op de SMARTsend-computer worden geïnstalleerd als het beveiligd
invoeren van toegangscodes in de SMARTsend-besturingsomgeving is vereist. Beveiligingscertificaten
worden gebruikt om vertrouwelijke informatie te coderen. Beveiligingscertificaten kunnen worden
verkregen binnen het netwerk door gebruik te maken van software die bij het netwerkbesturingssysteem
wordt geleverd of door gebruik te maken van een product met open broncode. Ook kunnen ze tegen
vergoeding extern worden verkregen via een derde partij. Welke optie u kiest, als u dat al doet, is afhankelijk
van factoren zoals:
Beveiligingsprocedures en eisen aangaande het gebruik van het netwerk en andere fysieke bronnen in
uw organisatie moeten worden bekeken en (opnieuw) worden ingesteld voordat SMARTsend wordt
geïnstalleerd. Denk na over de vraag hoe uw beveiligingsprocedures van toepassing moeten zijn op
SMARTsend en configureer uw computer, clients en scanapparaten dienovereenkomstig. Raadpleeg
Hoofdstuk 9, Beveiliging van SMARTsend voor meer informatie over beveiliging.
De nieuwste multifunctionele Xerox-apparaten, zoals WorkCentre Pro 232/238/245/255/265/275 of
nieuwere apparaten, bieden aanvullende beveiligingsmogelijkheden, waaronder verificatie en veiligere
communicatieprotocollen zoals SNMP v3 en HTTPs. Deze uitgebreide capaciteiten kunnen de
end-to-end beveiliging verder verbeteren wanneer apparaten voor het gebruik met SMARTsend zijn
geconfigureerd.
SMARTsend maakt het gebruik van beveiligi ngscertificaten optioneel, zodat de software ook kan
worden geïnstalleerd op systemen waarop andere beveiligingsmaatregelen zijn getroffen of waarop
beveiliging geen rol speelt. Wanneer er een beveiligingscertificaat op de SMARTsend-computer is
geïnstalleerd, kunnen de gebruikers veilig toegangscodes invoeren wanneer ze SMARTsend openen.
Als daarnaast de optie Beveiligd kanaal vereist (SSL) en het beveiligingscertificaat goed op de
SMARTsend-computer zijn geconfigureerd , is de gegevensoverdracht tussen SMARTsend-gebruikers
en -apparaten gecodeerd.
Zie Zo kunt u de SMARTsend-computer configureren om HTTPS/SSL te
vereisen: op pagina 9-4 voor aanvullende informatie.
Als het gebruik van SMARTsend wordt beperkt tot het lokale netwerk of intranet, dan is de meest
rendabele benadering om de optie #SelfSSL te gebruiken of een certificeringsinstantie in uw eigen
organisatie in te stellen. Er kan met behulp van Microsoft Certificate Services een lokale certifice
ringsinstantie worden geïmplementeerd. De Microsoft Certificate Services zijn op elke cd van het
Microsoft-besturingssysteem te vinden. De optie #SelfSSL is in de resourcekit van de Microsoft IIS
(Internet Information Services) beschikbaar. Ga naar
http://www.microsoft.com/downloads voor
aanvullende informatie.
Als SMARTsend via het internet beschikbaar is, verdient het gebruik van certificeringsservices van een
derde partij de voorkeur.
Zie Een beveiligingscertificaat verkrijgen en installeren op pagina 2-16 voor
meer informatie.
OPMERKING: Het kan dagen duren voordat u een beveiligingscertificaat van een derde partij heeft
ontvangen. Als het beveiligd invoeren van toegangscodes in SMARTsend wordt vereist, moet u deze
activiteit meenemen in uw planning en deze starten voordat u SMARTsend installeert. Anders moet u
computer en SMARTsend later opnieuw configureren.
de
2-2Voorbereiding op installatie
Migratie scanapparaat en applicatie
Sla dit gedeelte over als er momenteel geen netwerkscanapplicaties in uw organisatie worden gebruikt.
Als er andere scanapplicaties of -services bij u worden gebruikt, moet u voor uzelf vaststellen wat de
gevolgen kunnen zijn voor uw huidige scanbronnen als u SMARTsend installeert. Overweeg de volgende
factoren wanneer u uw migratiestrategie bepaalt:
SMARTsend kan niet op dezelfde computer als Xerox FlowPort worden geïnstalleerd.
De SMARTsend-computer mag geen domeincontroller zijn.
SMARTsend kan sjablonen importeren die met CentreWare Netwerkscanservices zijn gemaakt. Zie
Sjabloon importeren op pagina 8-3 voor aanvullende informatie.
Multifunctionele Xerox-apparaten kunnen niet voor gelijktijdig gebruik met zowel SMARTsend
en
CentreWare Netwerkscanservices worden geconfigureerd, omdat elke applicatie de standaard-
opslagplaats moet gebruiken. Elke applicatie moet daarom een andere set apparaten beheren.
Tijdens de configuratie van het apparaat overschrijft SMARTsend de scaninst ellingen van de standaard
opslagplaats en de sjablonengroep van een multifunctioneel apparaat van Xerox. Als uw huidige
applicaties de standaardopslagplaats gebruiken, configureer dan de applicaties en het apparaat opnieuw
met een alternatieve opslagplaats voor deze applicaties voordat u het apparaat configureert voor het
gebruik van SMARTsend.
Als u een multifunctioneel Xerox-apparaat bijvoorbeeld met zowel FlowPort als SMARTsend wilt
gebruiken, moet u het apparaat opnieuw configureren zodat er een alternatieve opslagplaats voor
FlowPort wordt gebruikt, voordat u het apparaat met SMAR Tsend configureert. Op dezelfde manier
moeten sjablonen die zijn gemaakt met CentreWare Internetservices worden aangepast als ze
momenteel de standaardopslagplaats gebruiken.
TIP:Indien u multifunctionele apparaten van Xerox die bedoeld zijn voor SMARTsend al heeft
geconfigureerd voor het gebruik met andere scanapplicaties, moet u een configuratie-overzicht afdrukken en
opslaan voor die apparaten, voordat u deze configureert voor SMARTsend. Op het configuratie-overzicht kunt
u de huidige netwerkscaninstellingen aflezen, en dat kan van pas komen als u later de oude in stellingen van
het apparaat wilt herstellen.
Als FlowPort en SMARTsend in dezelfde kantooromgeving op verschillende computers zijn
geconfigureerd, moet bij het gebruik van FlowPort of SMARTsend zorgvuldig de juiste sjabloon op
het
apparaat worden gekozen. Onder deze omstandigheden moet aan de FlowPort-computer een
alternatieve opslagplaats worden toegewezen bij de configuratie van het multifunctionele Xeroxapparaat. Gebruikers moeten ook controleren of ze bij het scannen een SMARTsend-sjabloon hebben
geselecteerd op het apparaat. Gebruikers van PaperWare moeten de PaperWare-sjabloon van
SMARTsend selecteren.
SMARTsend kan vanaf release 2.0 PaperWare-formulieren verwerken die op andere SMARTs end- of
Xerox Flowport-computers zijn gemaakt. De optie verbetert de bruikbaarheid en breidt het vermogen
van SMARTsend binnen de onderneming uit door het aantal apparaten dat kan worden gebruikt om
scanopdrachten via één PaperWare-voorblad effectief te vergroten.
doorsturen formulieren configureren op pagina 4-40 voor aanvullende informatie.
Zie PaperWare-instellingen voor
Overwegingen bij de planning2-3
Netwerkconfiguratie en logistiek
SMARTsend is een website die zo is opgezet dat gebruikers gelijktijdig bediend kunnen worden. De
volgende factoren kunnen van invloed zijn op het vermogen om gebruikers van SMARTsend in uw
organisatie te bedienen:
Fysieke omgeving en de netwerkbandbreedte, waaronder factoren zoals het aantal ondersteunde
scanapparaten en de nabijheid van deze apparaten, het verwachte netwerkverkeer, de beschikbaarheid
van kennisgevingen via e-mail en de werkstroomverwerking. Analyseer deze factoren om de beste
locatie voor de SMARTsend-computer vast te stellen.
Het gebruik van bepaalde toepassingen van SMARTsend kan worden beperkt door de
netwerkconfiguratie, beveiligingsprocedures en de mogelijkheden en onmogelijkheden van
het
scanapparaat. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Als SMB op een router wordt geblokkeerd of niet beschikbaar is op een bepaald apparaat, kunt
u
alleen FTP gebruiken als SMARTsend-opslagprotocol.
Als de scanapparaten zich in een ander subnet bevinden, moet DNS goed geconfigureerd en
operationeel zijn.
voor meer informatie.
Als SNMP-rondzending niet is ingeschakeld tussen routers, kunt u de toepassing voor het
automatisch zoeken en herkennen van apparaten van SMARTs end niet gebruiken.
Als de werkstroomverificatietoepassingen van SMARTsend (Privé-werkstromen, Scannen naar
Mijn e-mail) worden gebruikt, moeten de geconfigureerde scanapparaten zich in hetzelfde domein
(of vertrouwde domein) als de SMARTsend-computer bevinden. De multifunctionele apparaten
van Xerox moeten ook verificatie ondersteunen, en verificatie moet op ieder apparaat zijn
geconfigureerd en ingeschakeld.
In de handleiding vindt u aanvullende informatie voor het configureren van netwerk en apparaten. Als
u
na de installatie op problemen stuit, raadpleegt u Hoofdstuk 7, Problemen oplossen voor aanvullende
informatie.
Zie DNS-configuratie van de SMARTsend-computer verifiëren op pagina 2-8
2-4Voorbereiding op installatie
Configuratievereisten voor SMARTsend
De computerconfiguratie vormt de basis voor een succesvolle installatie van SMARTsend. Volg voordat u
SMARTsend installeert de richtlijnen en vo ldoe aan alle eisen in dit hoofdstuk, zodat de computer goed is
geconfigureerd om SMARTsend te ondersteunen. In de gedeelten na deze controlelijst vindt u een
uitgebreide toelichting en uitvoerige configuratiegegevens.
Installeer SMARTsend voor de beste prestaties op een specifieke computer met een processor van
minimaal 1,0 GHz, ten minste 750 MB vrije schijfruimte, 512 MB RAM (1 GB of meer wordt
aangeraden), en een enkele netwerkadapter (meervoudige adapters worden niet ondersteund).
De computer mag geen domeincontroller zijn.
SMARTsend kan op de volgende platforms worden geïnstall eerd: Windows 2000 Server of Advanced
Server (SP4 of later), Windows Server 2003 waarop alle essentiële software-updates voor het
besturingssysteem zijn geïnstalleerd of een Windows XP Professional-computer (SP2 of later).
OPMERKING: Het is voor grote installaties, meerdere gebruikers en het beheren van vele apparaten
aangeraden om Windows 2000 of 2003 te installeren.
SMARTsend kan op elk van de ondersteunde besturingssystemen ook samen met VMware (GSX Server-
versie 3.2.0, Workstation 4.5) of Microsoft Virtual PC 2004/Virtual Server 2005 worden geïnstalleerd.
OPMERKING: De prestaties van SMART send kunnen verslechteren wanneer deze op een gedeelde
bestands-/afdrukserver wordt uitgevoerd, of wanneer VMware of Microsoft Virtual PC/Virtual Server
worden gebruikt. Het verslechteren van de prestaties is waarschijnlijk nadeliger wanneer de
toepassingen van de Professionele OCR van SMARTsend worden gebruikt.
TCP/IP dient ingeschakeld en bedrijfsklaar te zijn.
Controleer of de poorten voor elk vereiste ondersteunde protocol niet worden geblokkeerd via filters bij
een switch, router of firewall. Zie TCP/IP-poortconfiguratie op pagina 2-29.
Als u DNS gebruikt, moet dit goed geconfigureerd zijn. Als de opties voor het doorsturen van
PaperWare-formulieren worden gebruikt (Professionele editie), moet DNS ook op alle SMARTsenden FlowPort-computers worden geconfigureerd die doorgestuurde formulieren zullen ontvangen. Zie
DNS-configuratie van de SMARTsend-computer verifiëren op pagina 2-8 en PaperWare-instellingen
voor doorsturen formulieren configureren op pagina 4-40.
Bestands- en printerdeling moet op een netwerkadapter worden ingeschakeld en poort 139 moet
beschikbaar zijn. Zie Bestands- en printerdeling inschakelen op pagina 2-9.
IIS 5.0 (Internet Information Services) of hoger, moet met de Gemeenschappelijke bestanden, Beheer
van Internet Information Services en World Wide Web Service zijn geïnstalleerd en geconfigureerd.
Als u FTP gebruikt voor de opslag, moet de FTP-server ook zijn ingeschakeld. Zie IIS/FTP installeren en configureren op pagina 2-10. Houd er rekening mee dat IIS onderdeel uitmaakt van het
Windows-besturingssysteem, en dat de onderdelen ervan via de Windows-opties voor Software kunnen
worden geïnstalleerd.
OPMERKING: Het SMART send-installatieprogramma installeert .NET Framework als deze software
op de computer ontbreekt. IIS moet echter voor
Advanced Server of op een Windows XP Professional-computer worden geïnstalleerd. Als .NET
Framework en IIS momenteel op de comput er zijn geïnst alleerd en u weet niet zeker of IIS als eerste
is geïnstalleerd, moet u deze onderdelen verwijderen en opnieuw in de juiste volgorde installeren.
.NET Framework op een Windows 2000 Server/
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-5
Controleer of de standaardwebsite en de FTP-server werken onder IIS voordat u SMARTsend gaat
gebruiken.
Controleer of de Windows-verificatiemethoden goed in IIS zijn geconfigureerd voordat u
SMARTsend installeert. Geïntegreerde Windows-verificatie is altijd vereist, en Basisverificatie is
ook nodig wanneer er Windows 95/98/Me-clients en niet-Microsoft-browsers met SMARTsend
worden gebruikt.
ASP.NET moet zijn ingeschakeld (uitsluitend Windows Server 2003). Zie ASP.NET inschakelen op
Zie Configuratie van Windows-verificatiemethoden op pagina 2-11.
pagina 2-12.
Als SMARTsend op een Windows XP Professional-computer wordt geïnstalleerd, moet eenvoudige
bestandsdeling worden uitgeschakeld. Bezoek de Microsoft-website,
www.microsoft.com, voor
configuratie-instructies voor eenvoudige bestandsdeling.
De beheerder-, gebruiker- en apparaataccounts van SMARTsend moeten zijn geconfigureerd. Zie
Beheerders-, gebruikers- en apparaataccounts maken op pagina 2-13.
Als de beveiligde invoer van toegangscodes vereist is, moet er een beveiligingscertificaat zijn
geïnstalleerd (Optioneel). Zie Een beveiligingscertificaat verkrijgen en installeren op pagina 2-16.
Er is aanvullende configuratie vereist om de SMARTsend-computer als een beveili gde websit e te
beheren. Zie Beveiligde configuratie van websites op pagina 9-3.
Er is aanvullende configuratie op de SMARTsend-comput er vereist wanneer Domino.doc, SharePoint
Portal Server 2001, Novell NetWare, externe printers, DocuShare en andere optionele bestemmingen
worden gebruikt. Zie Aanvullende vereisten voor bestemmingen op pagina 2-19.
2-6Voorbereiding op installatie
Configuratievereisten voor SMARTsend-computer
De volgende tabel geeft een overzicht van de belangrijkste configuratievereisten en -opties waaraan moet
worden voldaan om SMARTsend te kunnen installeren.
SMARTsend-computer
Configuratievereisten
Windows 2000
Server/Advanced
Windows Server
2003
Windows XP
Professional
Server
Minimale hardware:
1,0 GHz CPU, 750 MB vrije ruimte op
de vaste schijf, 512 MB RAM, één
netwerkadapter.
SMARTsend-computer kan als een
domeincontroller worden gebruikt
Er kan SMARTsend-software met
VMware (GSX Server-versie 3.2.0,
W orkstation 4.5) of MS Virtual PC
2004/Virtual Server 2005 worden
geïnstalleerd
TCP/IP-ondersteuning inschakelen
Controleer of er poorten voor elk
vereiste protocol (FTP, SMB, HTTP,
HTTPS) beschikbaar zijn
Installeer Internet Information Services
5.0+ met gemeenschappelijke
bestanden, Beheer van IIS en Wor ld
Wide Web Service.
Tabel 2-1: Overzicht van configuratievereisten voor SMARTsend-computer
Niet van toepassingNiet van toepassing
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-7
DNS-configuratie van de SMARTsend-computer verifiëren
SMARTsend vereist een geldige DNS-configuratie voor het vinden van scanapparaten of andere computers
wanneer twee of meerdere subnets worden gebruikt. Als de opties voor het doorsturen van PaperWareformulieren worden gebruikt (Professionele editie), moet DNS ook worden geconfigureerd op alle
SMARTsend- en FlowPort-computers die doorgestuurde formulieren zullen ontvangen.
instellingen voor doorsturen formulieren configureren op pagina 4-40 voor aanvullende informatie.
OPMERKING: Het gebruik van DNS is optioneel als SMARTsend en de scanapparaten zich in een enkel
subnet bevinden. In dit geval kunt u WINS of het IP-adres van het apparaat gebruiken in plaats van DNS,
en de volgende DNS-verificatieprocedures kunnen worden genegeerd: W
gebruikt,
geïnstalleerd en geconfigureerd.
moeten eventuele DNS-configuratieproblemen worden opgelost voordat SMARTsend wordt
anneer DNS echter wordt
Zo verifieert u de lokale DNS-configuratie:
1Gebruik ipconfig om te controleren of de IP-adressen van de DNS-servers juist zijn en in de juiste
volgorde worden vermeld.
a) Open het opdrachtpromptvenster
b) Typ ipconfig/all
c) Controleer of de DNS-servers goed worden vermeld
2Gebruik nslookup om de netwerkverbinding van de SMARTsend-computer en het multifunctionele
Xerox-apparaat en de naamresolutie te verifiëren.
Zie PaperWare-
a) Open het opdrachtpromptvenster
b) Typ nslookup
c) Voer het IP-adres van de SMARTsend-computer in. De hostnaam moet als antwoord terugkomen.
d) Voer vervolgens de volledige hostnaam voor de SMARTsend-computer in. Het zojuist in de vorige
stap verkregen IP-adres moet als antwoord terugkomen.
e) Herhaal stap a-d met behulp van het IP-adres en de volledige hostnaam van de apparaten die u van
plan bent te configureren voor gebruik met SMARTs end.
OPMERKING: Als de zoekactie 'nslookup' mislukt, is er een probleem met de netwerkconnectiviteit
dat moet worden opgelost voordat SMARTsend wordt geïnstalleerd. Als de zoekactie voor het
IP-adres lukt maar die voor de DNS-naam mislukt, moet u de configuratie van de DNS-naamresolutie
controleren. Op dezelfde manier moet u de configuratie van de DNS-naamresolutie controleren als
de zoekactie voor de hostnaam niet precies hetzelfde resultaat oplevert als die voor het IP-adres.
Breng waar nodig wijzigingen in de DNS-naamresolutie aan en voer een nieuwe test uit met
nslookup om de DNS-configuratie te verifiëren.
2-8Voorbereiding op installatie
Bestands- en printerdeling inschakelen
De SMARTsend-computer moet worden geconfigureerd om bestands- en printerdeling voor Microsoftnetwerken in te schakelen en poort 139 moet beschikbaar zijn. Configureer met behulp van de volgende
procedure bestands- en printerdeling op de SMARTsend-computer:
OPMERKING: De volgende voorbeeldprocedure is op een server met Windows 2000 gebaseerd.
Zo configureert u bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken:
1Klik op de SMARTsend-computer Start > Instellingen > Configuratiescherm aan.
2Selecteer de optie Netwerkverbindingen.
3Klik met de rechtermuisknop op de betreffende netwerkadapter en selecteer Eigenschappen.
4Selecteer de optie voor Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken. Deze optie is
standaard ingeschakeld.
5Klik op OK om eventuele wijzigingen op te slaan.
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-9
IIS/FTP installeren en configureren
SMARTsend hangt in allerlei opzichten af van de installatie en configuratie van Microsoft Internet
Information Services (IIS). Het is van belang rekening te houden met deze aspecten en eventueel wijzigingen
aan te brengen voor een goede site-configuratie en betrouwbar e service voor SMARTsend-gebruikers. Houd
er rekening mee dat IIS onderdeel uitmaakt van het Windows-besturingssysteem, en dat
via de Windows-opties voor Software kunn en worden geïnstalleerd. Bezoek de website van Microsoft,
www.microsoft.com, voor aanvullende instructies aangaande de installatie en configuratie van IIS.
OPMERKING: IIS moet voor .NET Framework op een Windows XP Professional-computer of Windows
2000 Server/Advanced Server worden geïnstalleerd. Het SMART send-installatieprogramma installeert het
.NET Framework als het niet op de computer aanwezig is, maar het kan niet de volgorde detecteren
waarin deze applicaties zijn geïnstalleerd. Als .NET Framework en IIS momenteel op de computer zijn
geïnstalleerd en u weet niet zeker of IIS als eerste is geïnstalleerd, moet u deze onderdelen verwijderen
en opnieuw in de juiste volgorde installeren.
Algemene installatievereisten voor IIS
IIS 5.0 (Internet Information Services) of hoger moet zijn geïnstalleerd en geconfigureerd, waarbij de
volgende onderdelen of opties ingeschakeld en actief zijn:
Gemeenschappelijke bestanden–Hiermee installeert u de vereiste IIS-programmabe standen .
Beheer van Internet Information Services–Hiermee installeert u de beheerdersinterface van IIS in
Microsoft Management Console.
World Wide We b-service–Gebruikt het HTTP-protocol om verzoeken van webclients op een TCP/IP-
netwerk te beantwoorden.
FTP-server (optioneel)–W ordt gebruikt voor de ondersteuning van FTP-gegevensoverdracht tussen de
SMARTsend-computer en geconfigureerde scanapparaten, wanneer het FTP-opslagprotocol is
geselecteerd. Deze component is geen onderdeel van de standaard IIS-installatie, maar dient te worden
geselecteerd tijdens de eerste installatieprocedure of achteraf aan de installatie te worden toegevoegd.
de onderdelen ervan
OPMERKING: FTP-ondersteuning is vereist als de apparaten die met SMARTsend moeten worden
gebruikt SMB, HTTP of HTTPS niet ondersteunen of in andere gevallen waar het gebruik van deze
aanvullende protocollen voor uw netwerk is beperkt. Lees als FTP is geïnstalleerd nadat
geïnstalleerd bovendien het onderwerp SMARTsend herkent de service IIS FTP niet op pagina 7-4 voor
aanvullende configuratie-instructies.
SMARTsend is
Configuratie van de FTP-servicemap
Apparaten die FTP als overdrachtprotocol ondersteunen, interpreteren informatie over het FTP-bestandspad
volgens UNIX-conventies. De stijl voor de weergave van mappen van de FTP-server van Internet
Information Services moet volgens de UNIX-conventies worden geconfigureerd. (O
PMERKING: De volgende
voorbeeldprocedure is op een Windows 2000 Server gebaseerd.)
Zo verandert u de stijl van de basismap van de FTP-server in UNIX en controleert u de lees- en
schrijfrechten:
1Open Beheer van Internet Information Services (Start > Programma's > Systeembeheer > Beheer
van Internet Information Services) en klap IIS uit in de structuurweergave.
2Klik met de rechtermuisknop op Standaard FTP-site en selecteer Eigenschappen.
3Selecteer het tabblad Basismap en selecteer UNIX als Stijl voor weergave van mappen.
4Controleer of zowel Lezen als Schrijven zijn ingeschakeld.
5Klik op OK in alle schermen.
2-10Voorbereiding op installatie
Configuratie van Windows-verificatiemethoden
SMARTsend vereist een goede configuratie van de verificatie-opti e s voor ISS (Internet Information
Services). Deze opties moeten worden geconfigureerd en gecontroleerd
wordt geïnstalleerd.
Zo kunt u Windows-verificatie op de SMART send-computer configureren:
voordat de SMARTsend-applicatie
1Als SMARTsend op een Windows 2000 Server/Advanced Server is geïnstalleerd:
Klik op Start > Instellingen > Configuratiescherm > Systeembeheer > Internet-servicebeheer.
– OF –
Als SMARTsend op een computer met Windows Server 2003 of Windows XP Professional als
besturingssysteem is geïnstalleerd:
Klik op Start > Configuratiescherm > Systeembeheer > Internet Information Services.
2Klap IIS in de boomstructuur uit.
3Klik met de rechtermuisknop op Standaardwebsite en selecteer Eigenschappen.
4Selecteer het tabblad Mapbeveiliging.
5Klik op Bewerken in het onderdeel Anonieme toegang en verificatiemethoden.
6Selecteer het vakje Geïntegreerde Windows-verificatie.
7Als Windows 95/98/Me-clients of niet-Microsoft-browsers met SMARTsend worden gebruikt, dient
het vakje Basisverificatie te selecteren.
u
8Klik op OK in alle schermen.
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-11
ASP.NET inschakelen
Alleen van toepassing op installaties met Windows Server 2003.
Wanneer SMARTsend wordt geïnstalleerd onder Windows Server 2003, moet ASP.NET ingeschakeld
en
goed geconfigureerd zijn op de server. Bezoek de website van Microsoft, www.microsoft.com, voor
instructies aangaande de installatie en configuratie van ASP.NET.
OPMERKING: Er zijn aanvullende ASP.NET-configuratiewijzigingen nodig als de server een upgrade
heeft ondergaan van Windows 2000 Server of Advanced Server naar Windows Server 2003. In dat geval
moet de ASP.NET-account machtiging tot uitvoeren worden verleend voor alle bestanden onder wwwroot.
U kunt deze wijziging aanbrengen op uw server met Windows 2003 door het dialoogvenster
Eigenschappen van wwwroot te openen en daarna het tabblad Beveiliging te selecteren. Selecteer
vervolgens de account voor Iedereen en schakel het selectievakje Lezen en uitvoeren toestaan in.
op Toepassen om de wijzigingen op te slaan en daarna op OK om desgewenst de
Klik
configuratiedialoogvensters te sluiten.
2-12Voorbereiding op installatie
Beheerders-, gebruikers- en apparaataccounts maken
Beheerders en gebruikers van SMARTsend en de multifunctionele Xerox-ap parat e n die met SMARTsend
worden gebruikt, moeten worden geverifieerd met behulp van een geldige Windows-account voor toegang
tot de SMARTsend-computer. Het Windows-systeem dat als host voor SMARTsend fungeert kan een
standalone systeem zijn of tot een domein behoren, maar mag echter geen domeincontroller zijn.
Houd rekening met de volgende factoren bij het opstellen van site-specifieke eisen voor
SMARTsend-accounts:
Alle leden van de groep Beheerders op de SMARTsend-computer hebben SMARTsend-
beheerdersrechten, en alle leden van de groep Gebruikers hebben SMARTsend-gebruikersrechten.
De
computerbeheerder kan de module Computerbeheer van de Microsoft Management Console (MMC)
gebruiken om accounts die toegang tot de SMARTsend-computer bieden te maken, bekijken of te
wijzigen.
Als u de SMARTsend op een standalone computer installeert, of op een netw erk dat geen domein
gebruikt of waar gebruikers zich buiten het domein (of vertrouwde domeinen) bevinden, dan moet
u
lokale accounts voor de SMARTsend-beheerders en -gebruikers maken.
Als u de SMARTsend-computer configureert als lid van een domein of vertrouwd dom ein, wordt
de
opgenomen. Als u verder geen actie onderneemt, hebben alle domeinleden toegang tot de SMARTsendsite overeenkomstig hun huidige domeinrechten. De domeinaccount biedt bevoegde gebruikers toegang
tot bronnen in het domein en eventuele vertrouwde domeinen. Lokale accounts kunnen indien nodig
ook handmatig worden toegevoegd.
Wanneer apparaten in SMARTsend worden geconfigureerd, worden de apparaataccounts van lokale
gebruikers automatisch op de SMARTsend-computer voor elk ondersteunde protocol gemaakt. Er is
in
de meeste gevallen geen verdere configuratie voor apparaataccounts vereist. Zie Apparaataccounts
beheren op pagina 4-15 voor aanvullende informatie.
Zie Account maken en beheren op pagina 2-14 voor instructies.
domeinbeveiligingsgroep (Domeingebruikers) standaard in de gebruikersgroep van de computer
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-13
Account maken en beheren
Hieronder worden de procedures beschreven voor het gebruik van Microsoft Management Console (MMC)
voor het maken en beheren van accounts voor beheerder, gebruikers en apparaten van SMARTsend.
OPMERKING: De voorbeeldprocedures in deze sectie zijn op een server met Windows 2000 gebaseerd.
Afzonderlijke stappen en namen van stappen kunnen voor Windows Server 2003 enigszins verschillen.
Lokale gebruikers of beheerdersaccounts maken
Zo maakt u lokale gebruikers- of beheerdersaccounts:
1Open Configuratiescherm > Systeembeheer > Computerbeheer.
2Klap Lokale gebruikers en groepen uit en klik met de rechtermuisknop op de map Gebruikers en
selecteer Nieuwe gebruiker.
3Voer de accountinformatie in en kies de toepasselijke opties.
4Klik op Maken.
5Klik op Sluiten.
Lokale toegang tot SMARTsend beheren
Zo beheert u de lokale toegang tot SMART send:
1Open Configuratiescherm > Systeembeheer > Computerbeheer.
2Klap Lokale gebruikers en groepen uit en selecteer de map Groepen.
3Klik met de rechtermuisknop op Gebruikers of Beheerders in het rechtervak en selecteer
Eigenschappen.
4Klik op Toevoegen en selecteer de gebruiker(s) of groep(en) die u toegang tot SMARTsend wilt bieden.
Realiseer u wel dat iedere gebruiker of groep di e u aan de groep Beheerders toevoegt als Beheerder
toegang krijgt tot SMARTsend.
5Klik naar behoefte op OK om de wijzigingen toe te passen en de dialoogvensters te sluiten.
OPMERKING: Voor toegang tot de SMARTsend-site is lidmaa tschap van de groep Geb r uikers of
Beheerders vereist. Alleen leden van de groep Beheerders kunnen SMARTsend-beheerders zijn.
SMARTsend-toegang in een domein beheren
Zo beheert u toegang tot SMARTsend in een domein:
1Open Configuratiescherm > Systeembeheer > Computerbeheer.
2Klap Lokale gebruikers en groepen uit, en selecteer Groepen.
3Klik met de rechtermuisknop op Gebruikers in het rechtervak en selecteer Eigenschappen.
4Selecteer in de lijst Leden de groep Domeingebruikers en klik daarna op Verwijderen.
5Voeg naar behoefte domeingebruikers of domeingroepen toe aan de groep Gebruikers om toegang te
bieden tot de SMARTsend-site.
2-14Voorbereiding op installatie
6Klik naar behoefte op OK om de wijzigingen toe te passen en de dialoogvensters te sluiten.
OPMERKING: Volg dezelfde stappen om Beheerderstoegang in de lokale groep Beheerders te
beperken, zodat niet één lid van de groep Domeinbeheerders als beheerder toegangsrechten heeft
de SMARTsend-site.
tot
Apparaataccounts van SMARTsend maken
Dit is een optionele procedure. Zie Apparaataccounts beheren op pagina 4-15 voor aanvullende informatie.
Zo maakt u SMARTsend-apparaataccounts:
1Volg de procedures voor Account maken en beheren op pagina 2-14 om een Lokale gebruikersaccount
te maken voor de multifunctionele Xero x-apparaten die met SMARTsend worden gebruikt.
OPMERKING: Noteer de naam en de toegangscode van de SMARTsend-apparaataccount als u de
account maakt. U moet deze informatie later invoeren als u de site-configuratietaken uitvoert die in
Xerox-apparaten toevoegen/bijwerken op pagina 4-8 worden behandeld.
2Klap Lokale gebruikers en groepen uit en selecteer de map Groepen.
3Klik met de rechtermuisknop op Gebruikers in het rechtervak en selecteer Eigenschappen.
4Inspecteer de lijst Leden. Als de SMARTsend-apparaataccount in de groep Gebruikers voorkomt,
selecteert u de account en klikt u op Verwijderen.
5Klik op OK.
6Klik met de rechtermuisknop op Beheerders in het rechtervak en selecteer Eigenschappen.
7Inspecteer de lijst Leden. Als de SMARTsend-apparaataccount in de groep Beheerders voorkomt,
selecteert u de account en klikt u op Verwijderen. Een apparaataccount moet geen beheerdersrechten
hebben, aangezien dit een beveiligingsrisico vormt.
8Klik naar behoefte op OK om de wijzigingen toe te passen en de dialoogvensters te sluiten.
Configuratievereisten voor SMARTsen d2-15
Een beveiligingscertificaat verkrijgen en installeren
Sla deze sectie over als het beveiligd invoeren van toegangscodes en communicatie niet vereist is.
U kunt een beveiligingscertificaat verkrijgen door een aanvraag voor een certificaat in te dienen bij een
certificeringsinstantie. Vervolgens installeert u het certificaat dat u van de betreffende instantie ontvangt.
In
dit onderdeel wordt ervan uitgegaan dat Microsoft Certificate Services op een computer in een
netwerkdomein is geïnstalleerd; deze server vervult de rol van centrale certificeringsinstantie. Er wordt
beschreven hoe u een certificaataanvraag aanmaakt en hoe u het aanvraagbestand kunt verzenden naar een
server van een certificeringsinstantie. De voorbeelden en procedures in dit gedeelte kunnen variëren
afhankelijk van de configuratie en certificeringsservice. Raadpleeg
voor gedetailleerde informatie over gerelateerde SMARTsend-beveiligingsproblemen en beveiligde
configuratie-opties.
OPMERKING: De optie #SelfSSL is in de resourcekit van de Microsoft IIS (Internet Information
Services) beschikbaar. Ga naar
De volgende informatie wordt verlangd als u het certificaat ontvangt:
De "gebruikersvriendelijke" naam van het nieuwe certificaat. Dit is een korte, gemakkelijk te
herkennen naam, bijvoorbeeld "scancomputer".
De bit-lengte van de codeersleutel. Een langere sleutel is veiliger, maar een kortere sleutel heeft
minder invloed op de prestaties.
De "gemeenschappelijke naam" van de site die wordt beveiligd. Dit is ofwel de volledige
DNS-naam ofwel de NetBIOS-naam. Voor sites die op internet verschijnen moet de volledige
DNS-naam worden gebruikt.
Informatie over de locatie. Hierbij kunt u denken aan de naam van het bedrijf, de afdeling, de plaats,
de provincie en het land.
http://www.microsoft.com/ voor aanvullende informatie.
HTTPS/SSL-certificaten op pagina 9-3
Een certificaataanvraag maken
Een certificaataanvraag aanmaken:
Er wordt er voor de volgende instructies van uitgegaan dat u toegang heeft tot de IIS-beheerconsole op de
computer waarop SMARTsend zal worden geïnstalleerd.
1Klik met de rechtermuisknop op de standaardwebsite van IIS of de website van IIS waarop SMARTsend
is of wordt geïnstalleerd. Selecteer Eigenschappen.
2Selecteer het tabblad Mapbeveiliging.
3Klik op Servercertificaat.
4Het venster van de wizard Webservercertificaat verschijnt. Klik op Volgende.
5Selecteer Een nieuw certificaat maken. Klik op Volgende.
6Selecteer Nu de aanvraag maken, maar later verzenden. Klik op Volgende.
7Voer de gebruikersvriendelijke naam in voor het nieuwe certificaat. Selecteer de bitlengte als een andere
bitlengte wordt verlangd. Klik op Volgende.
8Voer de naam van de organisatie en de afdeling in. Klik op Volgende.
2-16Voorbereiding op installatie
Loading...
+ 162 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.