De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk materiaal
en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt
gegenereerd door de software en dat op het scherm wordt weergegeven zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, uiterlijk en inhoud
van de schermen, enzovoort.
®
XEROX
PhaserShare
, The Document Company®, de gestileerde X, CentreWare®, DocuPrint®, Made For Each Other®, Phaser®,
®
, het TekColor®-pictogram en WorkSet® zijn gedeponeerde handelsmerken van Xerox Corporation.
infoSMART™, PhaserPort™, PhaserPrint™, PhaserSMART™, PhaserSym™, PhaserTools™ en de TekColor™-naam zijn
handelsmerken van Xerox Corporation.
, Carta®, Mythos®, Quake® en Tekton® zijn gedeponeerde handelsmerken en Adobe Jenson™, Adobe Brilliant Screens™
technology en IntelliSelect™ zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated of hun dochterondernemingen die in bepaalde
jurisdicties gedeponeerd kunnen zijn.
Bernhard Modern™, Clarendon™, Coronet™, Helvetica™, New Century Schoolbook™, Optima™, Palatino™, Stempel
Garamond™, Times™ en Univers™ zijn handelsmerken van Linotype-Hell AG en/of haar dochterondernemingen.
®
MS-DOS
Wingdings™ in TrueType
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
®
-indeling is een product van Microsoft Corporation. WingDings is een handelsmerk van Microsoft
Corporation en TrueType is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Albertus™, Arial™, Gill Sans™, Joanna™ en Times New Roman™ zijn handelsmerken van Monotype Corporation.
®
Antique Olive
is een gedeponeerd handelsmerk van M. Olive.
Eurostile™ is een handelsmerk van Nebiolo.
®
en NetWare® zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell, Incorporated.
Novell
®
Sun
en Sun Microsystems® zijn gedeponeerde handelsmerken van Sun Microsystems, Incorporated. SPARC® is een
gedeponeerd handelsmerk van SPARC International, Incorporated. SPARCstation™ is een handelsmerk van SPARC
International, Incorporated, waarvoor een exclusieve licentie is verleend aan Sun Microsystems, Incorporated.
®
is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten en andere landen, waarvoor een exclusieve licentie is verleend
UNIX
door X/Open Company Limited.
Als een E
NERGY STAR
voor efficiënt energiegebruik. De naam en het logo van E
®
-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat dit product voldoet aan de E
NERGY STAR
zijn gedeponeerde handelsmerken in de Verenigde Staten.
NERGY STAR
-richtlijnen
Voor dit product wordt code voor SHA-1 gebruikt, die is geschreven door John Halleck. De code wordt gebruikt met zijn toestemming.
Dit product bevat een implementatie van LZW onder licentie van Amerikaans patent 4,558,302.
Andere merknamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betrokken bedrijven.
®
PANTONE
-kleuren die door de Phaser 7300-kleurenprinter worden gegenereerd, zijn vier- en/of driekleurige processimulaties en
komen mogelijk niet overeen met de door PANTONE geïdentificeerde vaste-kleurenstandaarden. Gebruik recente
PANTONE-handleidingen voor kleurenreferentie voor nauwkeurige kleuren.
PANTONE-kleurensimulaties kunnen op dit product alleen worden verkregen met behulp van erkende, door Pantone gelicentieerde
software-pakketten. Voor een bijgewerkte lijst met gekwalificeerde licentiehouders neemt u contact op met Pantone, Inc.
Een IP-adres (Internet Protocol) is vereist om uw printer op een netwerk te kunnen identificeren.
Gebruik de procedures in deze sectie om het IP-adres van uw printer in te stellen.
Automatische IP-adressering — zie pagina 1.
■
Andere methoden voor het instellen van het IP-adres van de printer — zie pagina 1.
■
DDNS (Dynamic Domain Name Service) — zie pagina 4.
■
Andere secties van de Handleiding Netwerk bevatten installatiestappen voor specifieke besturingssystemen.
Automatische IP-adressering
Voordat het Xerox-installatieprogramma voor Windows het IP-adres van de printer kan instellen, moet
aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
De printer heeft een netwerkverbinding.
■
TCP/IP is op de clientcomputer geïnstalleerd en geconfigureerd.
■
Het IP-adres is nog niet toegewezen, bijvoorbeeld via het voorpaneel van de printer of via DHCP
■
(Dynamic Host Configuration Protocol). DHCP is een systeem waarin netwerkservers dynamisch
IP-adressen kunnen toewijzen. De printer is een DHCP-client. Als de printer opnieuw wordt
ingesteld, ontvangt deze een IP-adres van de DHCP-server.
Tijdens de installatie kunt u het automatisch toegewezen adres accepteren of een ander adres toewijzen.
In kleiner netwerken zal het automatisch toegewezen adres in de meeste gevallen correct functioneren.
In grote netwerken kunt u het beste contact opnemen met de netwerkbeheerder om na te gaan of het
voorgestelde adres correct zal functioneren.
Andere methoden voor het instellen van het
IP-adres van de printer
U kunt het IP-adres van de printer ook op de volgende manieren instellen:
Voorpaneel
■
DHCP
■
CentreWare Internet Services is een hulpprogramma voor printerbeheer en -ondersteuning. In dit
■
programma wordt webtechnologie gebruikt. Met de software van CentreWare IS kunt u de
printerstatus bekijken en de printer met behulp van een webbrowser via een TCP/IP-netwerk
beheren.
Bij UNIX-systemen moet u een configuratiebestand maken met behulp van een shellscript.
■
Dit script wordt door Xerox geleverd. Als u dit bestand naar de printer verzendt, worden de
IP-adresgegevens opgeslagen in het printergeheugen. Als u de printer vervolgens opnieuw
inschakelt, worden deze gegevens ingelezen door de printer.
PostScript-hulpbestanden kunnen worden gebruikt op hosts die niet beschikken over BOOTP of
■
DHCP — zie het leesmij-bestand op de cd met printerinstallatieprogramma en
hulpprogramma’s. Het Leesmij-bestand voor pc bevindt zich in de map
van de cd met
UTILS
printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s; het Leesmij-bestand voor de Macintosh
bevindt zich in de map
Network Utilities.
Opmerking
Als u het IP-adres tegelijkertijd op verschillende manieren wijzigt, wordt het eerste IP-adres
gebruikt dat met succes aan de printer wordt toegewezen.
IP-adres
Vereiste gegevens voor IP-adressering
GegevensOpmerkingen
Internet-adres (IP-adres) voor de printer Het formaat
vertegenwoordigt.
NetwerkmaskerAls u niet zeker weet wat u hier moet invoeren, laat u deze optie leeg.
De printer kiest een correct masker.
Standaardrouter/Gateway-adresAls u niet vanuit het lokale netwerksegment, maar vanuit een andere
locatie wilt communiceren met de printer, hebt u het routeradres nodig.
xxx.xxx.xxx.xxx
, waarbij
een decimaal getal van 0 - 255
xxx
Het IP-adres instellen via het voorpaneel
Raadpleeg de sectie over het Voorpaneel in de Handleiding Functies op de interactieve documentatie-
cd-rom voor informatie over het gebruik van het voorpaneel.
Opmerking
DHCP moet worden ingesteld op UIT voordat u het IP-adres vanaf het voorpaneel van de
printer kunt instellen.
1. Druk als Menu’s is geselecteerd op de toets OK.
2. Druk op de toets Pijl-omlaag om naar het Menu Verbinding-instellingen te schuiven
en druk op de toets OK.
3. Schuif naar het Menu TCP/IP-adres door op de toets Pijl-omlaag te drukken en druk op de
toets OK.
4. Schuif naar TCP/IP-adres door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken en druk op
de toets OK.
5. Verifieer het aantal tekens in de IP-adressen. Er moeten 12 tekens zijn. IP-adressen worden
ingevoerd in de notatie xxx.xxx.xxx.xxx, waarbij elk segment een getal van 0-255
vertegenwoordigt.
6. Schuif naar het juiste nummer voor het eerste segment van het adres door op de toets Pijl-omhoog
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
7. Herhaal stap 6 voor de volgende segmenten.
8. Schuif naar TCP/IP-netwerkmasker door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
9. Schuif naar het juiste nummer voor het eerste segment van het adres door op de toets Pijl-omhoog
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
10. Herhaal stap 9 voor de andere segmenten.
11. Schuif naar TCP/IP-gateway door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
Phaser® 7300-kleurenprinter2
IP-adres
12. Schuif naar het juiste nummer voor het eerste segment van het adres door op de toets Pijl-omhoog
of Pijl-omlaag te drukken. Druk op de toets OK om het segment te accepteren.
13. Herhaal stap 12 voor de andere segmenten.
14. Schuif naar
Afsluiten
en druk op de toets OK om het menusysteem af te sluiten.
DHCP inschakelen op de printer
Zorg ervoor dat het DHCP-protocol van de printer is ingeschakeld via het voorpaneel of gebruik
CentreWare IS.
Opmerking
Selecteer Printeridentificatie via het voorpaneel of druk de configuratiepagina’s af om na te
gaan wat het IP-adres van de printer is. Raadpleeg de sectie over het Voorpaneel in de
Handleiding Functies op de Interactieve documentatie-cd-rom voor informatie over het
gebruik van het voorpaneel.
Het IP-adres instellen met behulp van CentreWare Internet
Services
CentreWare IS is een hulpprogramma voor printerbeheer en -ondersteuning. In dit programma wordt
webtechnologie gebruikt. Met de software van CentreWare IS kunt u de printerstatus bekijken en de
printer met behulp van een webbrowser via een TCP/IP-netwerk beheren. Raadpleeg CentreWare Internet Services (IS) in de sectie Printerbeheer voor meer informatie.
Als u het IP-adres van de printer op een andere manier hebt ingesteld, kunt u de TCP/IP-configuratie
voltooien met CentreWare IS.
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik rechts in het hoofdvenster van CentreWare IS op Properties (Eigenschappen).
3. Klik links onder Protocols (Protocollen) op TCP/IP.
4. Voer de gewenste printerinstellingen in en klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan) onderaan
in het scherm.
De printer opnieuw instellen met behulp van CentreWare
Internet Services
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik rechts in het hoofdvenster van CentreWare IS op Properties.
3. Selecteer Resets op het tabblad General (Algemeen).
4. Klik op Reset Printer (Printer opnieuw instellen). De webpagina wordt pas bijgewerkt nadat de
printer opnieuw is ingesteld.
Domain Name Service (DNS)
De printer biedt ondersteuning voor DNS via een ingesloten DNS-stubresolver. Het DNSresolverprotocol communiceert met één of meer DNS-servers en vraagt om een IP-adres voor een
bepaalde hostnaam of een hostnaam voor een bepaald IP-adres.
Phaser® 7300-kleurenprinter3
IP-adres
Als u een IP-hostnaam wilt gebruiken voor de printer, moet de systeembeheerder één of meer
DNS-servers hebben geconfigureerd en een lokale database met DNS-domeinnamen.
Als u de printer wilt instellen voor DNS, kunt u maximaal twee IP-adressen voor de DNS-server
opgeven. U kunt de printer op twee manieren instellen:
DHCP
■
TCP/IP — zie de volgende sectie.
■
DNS instellen met behulp van CentreWare Internet Services
Nadat u het IP-adres voor de printer hebt ingesteld, kunt u met behulp van CentreWare IS de printer
instellen voor DNS.
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik rechts in het hoofdvenster van CentreWare IS op Properties (Eigenschappen).
3. Klik in de groep Protocols (Protocollen) op TCP/IP.
4. Selecteer onder DNS Settings (DNS Instellingen) de instelling ON (AAN) voor Domain Name
Service Resolver.
5. Voer de volgende informatie in:
IP-adres primaire-naamserver (vereist)
■
IP-adres secundaire-naamserver (optioneel)
■
6. Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op Save Changes (Wijzigingen opslaan) onderaan
in het scherm.
DDNS (Dynamic Domain Name Service)
Deze printer ondersteunt Dynamisch DNS via DHCP. U moet DHCP hebben ingeschakeld om gebruik
van DDNS te kunnen maken. DHCP inschakelen:
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik rechts in het hoofdvenster van CentreWare IS op Properties.
3. Klik links onder Protocols op TCP/IP.
4. Stel de optie BOOTP/DHCP in op ON.
Voer de volgende gegevens in voor DDNS/WINS om DDNS in te schakelen:
DDNS - Stel deze optie in op ON.
■
Hostnaam vrijgeven - Stel deze optie in op NO (NEE).
■
DDNS/WINS-naam - Gebruik de standaardnaam die door Xerox wordt gegeven of voer een
■
andere naam in.
IP-adres primaire naamserver (optioneel)
■
IP-adres secundaire naamserver (optioneel)
■
5. Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op Save Changes onderaan in het scherm.
Phaser® 7300-kleurenprinter4
Phaser® 7300-kleurenprinter
Printerbeheer
Overzicht
Voer onderstaande procedures uit om het Xerox-installatieprogramma te starten voor uw
besturingssysteem. Tevens bevatten de volgende secties benodigde informatie:
Printergebruik beheren — zie pagina 6.
■
CentreWare DP voor NetWare — zie pagina 6.
■
CentreWare MC (Microsoft Management Console) — zie pagina 7.
■
CentreWare Internet Services — zie pagina 7.
■
CentreWare Web — zie pagina 7.
■
Functies voor printerbeheer — zie pagina 8.
■
Taakbeheer — zie pagina 8.
■
Gebruiksprofielrapporten — zie pagina 9.
■
Een verbinding met uw printer instellen
Het Xerox-installatieprogramma uitvoeren
De printerstuurprogramma’s en overige software worden geïnstalleerd met een enkel geïntegreerd
installatieprogramma. Alle installatietaken voor de printer worden automatisch uitgevoerd door het Xeroxinstallatieprogramma, en er wordt een printer aangemaakt. In de meeste gevallen hoeft u slechts een klein
aantal installatiekeuzes te maken en te klikken op Volge nd e om naar het volgende scherm te gaan.
Windows 95/98/Me/NT/2000
1. Plaats de cd met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s in het cd-rom-station.
Als de Windows-functie voor automatisch afspelen is ingeschakeld, wordt de cd-rom
■
automatisch gestart.
Als de Windows-functie voor automatisch afspelen niet is ingeschakeld, dubbelklikt u op
■
Deze computer, dubbelklikt u vervolgens op het cd-pictogram voor toegang tot de cd-rom,
en dubbelklikt u vervolgens op startup.exe.
2. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Macintosh
1. Plaats de cd met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s in het cd-rom-station.
2. Klik op Start Me First (Start Mij Eerst).
3. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Op de hoofdpagina van CentreWare IS klikt u op Properties (Eigenschappen).
3. In de groep Protocols (Protocollen) (links op het scherm) klikt u op IPP (Internet Printing
Protocol). In het veld Network Path (Netwerkpad) op de IPP-pagina van CentreWare IS wordt de
URL van de printer weergegeven.
Een IPP-printer maken
1. Selecteer vanaf uw pc Start, selecteer vervolgens Instellingen en selecteer Printers.
2. Dubbelklik op Printer toevoegen om de Microsoft-wizard Printer toevoegen te starten.
3. Selecteer Netwerkprinter wanneer u daarom wordt gevraagd.
4. Als u wordt gevraagd om het netwerkpad (Windows 9x) of de URL (Windows NT/2000/XP), typt
u de URL van de printer met het volgende opmaak:
http://ip-adres van printer
5. In plaats van
van de printer staat op de IPP-pagina van CentreWare IS in het veld Network Path.)
ip-adres van printer
typt u het IP-adres of de DNS-naam van uw printer. (De URL
Printergebruik beheren
CentreWare DP voor NetWare
CentreWare DP is gebruiksvriendelijke printerbeheersoftware die kan worden gebruikt met Windows
95/98/Me, Windows NT 4.x en Windows 2000/XP. Met behulp van muisgestuurde navigatie kunt u de
printer snel en gemakkelijk in een netwerk installeren, aansluiten en configureren. CentreWare DP biedt
installatieprocedures en beheer van netwerkprinters voor netwerkbeheerders.
De volgende tabel bevat de belangrijkste functies en voordelen van CentreWare DP.
FunctieVoordeel
Setup WizardEen stapsgewijze handleiding waarmee de printer snel wordt
Advanced SetupEen hulpprogramma waarmee de printer voor meerdere bestandsservers
Instant statusHiermee kunt u een printer selecteren in de lijst met printers om op elk
Remote Configuration and Management Hiermee kunt u de meeste configuratie- en controletaken uitvoeren vanaf
Printer UpgradesHiermee kunt u de printer upgraden vanaf uw werkstation (indien deze
geïnstalleerd en gebruiksklaar wordt gemaakt in het netwerk.
en wachtrijen kan worden gebruikt.
moment de activiteiten van deze printer te bekijken.
uw werkstation.
optie beschikbaar is voor het printermodel).
Raadpleeg de CentreWare DP User Guide (Gebruikershandleiding CentreWare DP) voor specifieke
informatie over het gebruik en de werking van CentreWare DP. Alle CentreWare-software en
-documentatie vindt u op de Advanced Printer Management Tools CD-ROM (Hulpprogramma’s
voor geavanceerd printerbeheer).
Phaser® 7300-kleurenprinter6
Printerbeheer
CentreWare MC (Microsoft Management Console)
Met CentreWare MC is IP-detectie van printers met een ingesloten webserver mogelijk. De ingesloten
webserver in Xerox-printers heet CentreWare Internet Services.
Als u meerdere printers wilt installeren of beheren in een Windows NT 4.x- (Service Pack 6 of hoger) of
Windows 2000/XP-netwerk waarin het TCP/IP-protocol is ingeschakeld, kunt u de invoegtoepassing
Xerox CentreWare MC gebruiken in de Microsoft Management Console. Raadpleeg de CentreWare
MC User Guide (Gebruikershandleiding CentreWare MC) op de Advanced Printer Management
Tools CD-ROM (Hulpprogramma’s voor geavanceerd printerbeheer).
CentreWare Internet Services
CentreWare IS is een hulpprogramma voor printerbeheer en -ondersteuning. In het programma wordt
webtechnologie gebruikt. Met de software van CentreWare IS kunt u de printerstatus bekijken en de
printer met behulp van een webbrowser via een TCP/IP-netwerk beheren.
CentreWare IS biedt u de volgende mogelijkheden:
De printerstatus ontvangen en printers beheren, onafhankelijk van netwerkservers en
■
besturingssystemen.
Een koppeling maken naar de ondersteuningspagina op de lokale webserver.
■
Handleidingen en technische ondersteuningsinformatie on line bekijken via de ingebouwde
■
koppelingen naar de website van Xerox.
CentreWare IS beschikt over een gebruiksvriendelijke, consistente interface waarmee u de meeste
configuratietaken kunt uitvoeren die in deze handleiding worden beschreven.
Als u CentreWare IS wilt gebruiken, hebt u alleen een webbrowser en een TCP/IP-verbinding tussen de
printer en het netwerk nodig (in Windows/Macintosh/UNIX-omgevingen). (TCP/IP en HTTP moeten
zijn ingeschakeld in de printer.)
Zie de on line Help voor CentreWare IS voor uitgebreide informatie over het gebruik van
CentreWare IS.
CentreWare Web
CentreWare web is een toepassing voor het beheer, de installatie en het oplossen van problemen van
printers van verschillende merken. Met CentreWare Web kunt u met behulp van een webbrowser
printers in uw netwerk op afstand beheren, installeren en problemen met deze printers oplossen.
De printers worden gevonden met behulp van netwerk- of printserverdetectie en beheerd via
TCP/IP-netwerken met behulp van RFC-1759 SNMP (Simple Network Management Protocol).
Enkele functies van CentreWare Web:
De mogelijkheid om op afstand poorten, wachtrijen en stuurprogramma’s toe te voegen aan
■
Windows 2000/XP- en NT4.x SP6-printservers.
Wizards voor installeren, oplossen van problemen, upgraden en klonen als hulpmiddel voor
■
gebruikers bij het uitvoeren van beheerstaken.
Installeer CentreWare Web op een server voor beschikbaarheid voor alle clients in het netwerk die
■
Internet-toegang hebben via een browser.
Phaser® 7300-kleurenprinter7
Printerbeheer
Ondersteunen van meerdere gebruikers en leveren van verschillende niveaus/bevoegdheden voor
■
gebruikerstoegang, zoals beheerders of gasten.
Detectie van printers in lokale en externe subnetten.
■
Automatische detectie van printers volgens schema.
■
Genereren van rapporten.
■
Verbinden met printerwebservers voor extra printerspecifieke functies, inclusief Help.
■
Raadpleeg de CentreWare Web User Guide (Gebruikershandleiding CentreWare Web) op de Advanced Printer Management Tools CD-ROM (Hulpprogramma’s voor geavanceerd
printerbeheer) en de on line Help voor meer informatie over de werking en het gebruik van CentreWare
Web.
Functies voor printerbeheer
Taakbeheer
In de printer wordt informatie over afgedrukte taken opgeslagen in een logbestand. Dit logbestand
wordt opgeslagen in het printergeheugen of op een optionele vaste schijf (indien een vaste schijf met de
printer is verbonden). Als het logbestand wordt opgeslagen in het printergeheugen, wordt de inhoud van
het bestand gewist wanneer u de printer opnieuw instelt. Daarom wordt het aanbevolen dat u een vaste
schijf gebruikt voor het taakbeheer.
Het logbestand bevat een lijst met records voor taakbeheer. Elke record bevat velden, zoals
gebruikersnaam, taaknaam, aantal afgedrukte pagina’s, taaktijden en de hoeveelheid toner/inkt die werd
gebruikt. Niet alle velden worden ondersteund door alle printers. Raadpleeg de on line Help van
CentreWare IS of CentreWare Web voor meer informatie.
De gerapporteerde waarden voor het taakbeheer zijn afhankelijk van het protocol en de afdrukopdracht
die werden gebruikt bij het afdrukken van de taak. Als u bijvoorbeeld NPRINT gebruikt in een
NetWare-netwerkomgeving, beschikt de printer over de meeste informatie over de taak die wordt
afgedrukt. Wanneer u Windows en NetWare gebruikt, is de taaknaam vaak LST: of LST:BANNER. Als
u andere taken uitvoert vanaf andere poorten is er vaak nog minder taakinformatie beschikbaar.
U kunt via CentreWare IS and CentreWare Web. van het taakbeheer gebruik maken.
CentreWare IS gebruiken
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Rechts op de hoofdpagina van CentreWare IS klikt u op Jobs (Taken).
De pagina Job Accounting Links (Taakbeheerkoppelingen) bevat koppelingen waarmee u de
records van het taakbeheer kunt bekijken, downloaden en wissen.
Zie de on line Help van CentreWare IS voor uitgebreide informatie over het taakbeheer in CentreWare
IS, zoals taakinformatie wissen of downloaden naar een bestand en de verschillende bestandsindelingen
voor het taakbeheer.
Phaser® 7300-kleurenprinter8
Printerbeheer
MaiLinX-waarschuwingen
Met MaiLinX-waarschuwingen kan de printer automatisch een e-mail verzenden naar de
systeembeheerder en anderen in de volgende situaties:
Bij printerfouten, waarschuwingen en alarmberichten.
■
Wanneer er iets met de printer moet gebeuren (bijvoorbeeld een onderhoudsbeurt of het aanvullen
■
van verbruiksartikelen).
Wanneer een antwoord is vereist op een Remote Internet Printing (Internet-bericht voor
■
afdrukken) op afstand dat via CentreWare IS is ontvangen. Raadpleeg de on line Help voor meer
informatie over afdrukken op afstand via het Internet met CentreWare IS.
Er zijn drie aangewezen gebruikers die berichten kunnen ontvangen: de SysAdmin (Systeembeheerder),
Service en de Key User (Hoofdgebruiker). Printerberichten over fouten, alarmmeldingen en
waarschuwingen kunnen stuksgewijs worden toegewezen aan deze drie gebruikers. Bij de Status
Notification (Statusmeldingen) kunt u de tekst van het bericht en de onderwerpregel aanpassen.
Statusmeldingen worden geleverd door de SMTP-client (Simple Mail Transport Protocol) van de printer.
De CentreWare IS-functie voor statusmeldingen instellen
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Rechts op de hoofdpagina van CW IS klikt u op Properties (Eigenschappen).
3. Klik op Mail Alerts (Mail-waarschuwingen), links op de pagina.
4. Volg de instructies op de pagina om de functie voor statusmeldingen in te stellen.
5. Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Zie de on line Help voor CentreWare IS voor uitgebreide informatie over de CentreWare IS-functie
voor statusmeldingen.
Gebruiksprofielrapporten
De printer kan rapporten met gebruiksgegevens genereren. In deze rapporten worden meer dan 100
gegevens bijgehouden, waaronder de volgende:
Unieke printergegevens, zoals de printernaam, installatiedatum, het totaal aantal afgedrukte
■
pagina’s, de geïnstalleerde opties en het netwerk-ID.
Verbruiksgegevens (bijvoorbeeld over de toner of inkt). Door de verbruiksgegevens bij te houden
■
kunt u de juiste toebehoren op tijd bijbestellen, zodat de printer altijd gebruiksklaar is.
Informatie over media en de papierladen, bijvoorbeeld het aantal keren dat u op papier hebt
■
afgedrukt (in plaats van op transparanten) en hoe vaak elke lade is gebruikt.
Taakgegevens, zoals de grootte en timing van taken.
■
Phaser® 7300-kleurenprinter9
Printerbeheer
Typen rapporten
Taakrapport — Dit rapport bevat informatie over de taak die het laatst is afgedrukt. Het rapport is
■
alleen beschikbaar als e-mail. Het kan niet worden afgedrukt, omdat daardoor een nieuwe taak
ontstaat en de rapportgegevens zouden worden overschreven. Het taakrapport is nuttig in situaties
waarin elke afdruktaak in rekening wordt gebracht.
Volledig rapport — Dit rapport bevat uitgebreide gebruiksgegevens over alle taken die vanaf de
■
ingebruikname van de printer zijn afgedrukt. Het volledige rapport is beschikbaar in verschillende
indelingen. Zie de onderstaande tabel voor meer informatie.
Indelingen voor het volledig rapport
AfdrukE-mail
U kunt het rapport bekijken. Voor de leesbaarheid zijn de
velden gelabeld. De volgende drie indelingen zijn beschikbaar:
Lege velden zijn weggelaten.
■
Alle velden worden weergegeven.
■
Voor OCR (optische tekenherkenning). Alle velden worden
■
weergegeven met labels, maar de rapporten zijn ingesteld
om te worden gelezen met behulp van OCR. Alle tekst wordt
weergegeven in het monospace-lettertype en elke
gegevenswaarde staat op een vaste positie op de pagina.
De volgende twee indelingen zijn beschikbaar:
Voor weergave. Lege velden zijn weggelaten.
■
Voor de leesbaarheid zijn de velden gelabeld.
Voor werkbladen. Alle velden worden
■
weergegeven. De meeste gegevens zijn
gecodeerd met getallen en veldlabels zijn
weggelaten, zodat de gegevens gemakkelijk
kunnen worden geïmporteerd.
De functie voor Gebruiksprofielrapportage instellen
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik op Jobs (Taken), rechts op de pagina.
3. Selecteer Usage Profile (Gebruiksprofiel) aan de linkerkant en kies vervolgens Usage Profile
Properties (Gebruiksprofieleigenschappen).
4. Volg de instructies op de pagina om de rapporten in te stellen.
5. Klik op Save Changes (Wijzigingen opslaan) om de wijzigingen op te slaan.
Zie de on line Help van CentreWare IS voor uitgebreide informatie over Gebruiksprofielrapporten,
inclusief beschrijvingen van alle rapportvelden.
Gebruiksprofielrapporten afdrukken
Via het voorpaneel
Opmerking
Raadpleeg de sectie over het
Voorpaneel
documentatie-cd-rom voor informatie over het gebruik van het voorpaneel.
1. Druk als Menu’s is geselecteerd op de toets OK.
in de
Handleiding Functies
op de interactive
2. Schuif naar Menu Ondersteuning door op de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag te drukken.
3. Druk op de toets OK.
4. Schuif naar Menu Gebruiksprofiel door op de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag te drukken.
5. Druk op de toets OK.
Phaser® 7300-kleurenprinter10
Printerbeheer
6. Schuif naar
drukken.
7. Druk op de toets OK.
8. Schuif naar
Gebruiksprofiel afdrukken
Afsluiten
en druk op de toets OK om het menusysteem af te sluiten.
door op de toets pijl-omhoog of pijl-omlaag te
CentreWare IS gebruiken
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik op Jobs (Taken), rechts op de pagina.
3. Klik op Usage Profile (Gebruiksprofiel), links op de pagina.
4. Klik op Print Usage Profile Report (Gebruiksprofielrapport afdrukken) om een volledig rapport
af te drukken waarin de lege velden worden weggelaten.
Rapporten verzenden per e-mail
Via het voorpaneel
Opmerking
Als u gebruiksprofielrapporten per e-mail wilt verzenden, moet de printer correct zijn
ingesteld met CentreWare Internet Services, zie pagina 7.
1. Druk als Menu’s is geselecteerd op de toets OK.
2. Schuif naar Menu Ondersteuning door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
3. Druk op de toets OK.
4. Schuif naar Menu Gebruiksprofiel door op de toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
5. Druk op de toets OK.
6. Schuif naar Volledig rapport e-mailen of Taakrapport e-mailen door op de
toets Pijl-omhoog of Pijl-omlaag te drukken.
7. Druk op de toets OK.
8. Schuif naar Afsluiten en druk op de toets OK om het menusysteem af te sluiten.
CentreWare IS gebruiken
Opmerking
Als u gebruiksprofielrapporten per e-mail wilt verzenden, moet de MaiLinx correct zijn
ingesteld met “MaiLinX-waarschuwingen” op pagina 9.
1. Maak via CentreWare IS een verbinding met de printer door in uw browser het IP-adres van de
printer in te voeren.
2. Klik op Jobs, rechts op de hoofdpagina.
3. Klik op Usage Profile, links op de pagina.
4. Typ het gewenste e-mailadres in het veld Send to Specific Address (Naar specifiek adres
verzenden).
5. Klik op Send Usage Profile Report (Gebruiksprofielrapport verzenden).
Phaser® 7300-kleurenprinter11
Loading...
+ 36 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.