1999, 2000, 2001 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt
gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk
materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege
is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat
wordt gegenereerd door de software en dat in het scherm wordt
weergegeven, zoals stijlen, sjablonen, pictogrammen, uiterlijk en
inhoud van de schermen, enzovoort.
®
Xerox
, The Document Company, de gestileerde X® en alle
productnamen en -nummers van Xerox die worden vermeld in deze
publicatie zijn geregistreerde handelsmerken van Xerox
Corporation. Xerox Canada is een licentiehouder van al deze
handelsmerken. Andere productnamen en merken van andere
ondernemingen kunnen handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken zijn van hun respectievelijke bedrijven; deze worden
hierbij erkend.
PANTO N E
®
-kleuren die worden gegenereerd door de DocuColor
12 zijn simulaties van vier- en driekleurenprocessen en kunnen niet
altijd overeenkomen met de PANTONE-standaard van volle kleuren.
Actuele kleurenreferentiehandleidingen van PANTONE geven
overzichten van accurate kleuren.
PANTO N E
®
-kleurensimulaties kunnen alleen met dit product
worden verkregen als gebruik wordt gemaakt van officieel
gelicentieerde Pantone-softwarepakketten. Pantone, Inc. verstrekt
een actuele lijst van erkende licentiehouders.
INHOUDSOPGAVEVIDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 7
De DocuColor 12 van Xerox en de aanbevolen
onderhoudsartikelen zijn ontworpen en getest om
te voldoen aan strenge veiligheidseisen. Indien u
de volgende veiligheidsmaatregelen opvolgt, bent
u verzekerd van een veilige werking van uw
printer.
•Uitsluitend het bij de DocuColor 12 geleverde
netsnoer gebruiken.
•Het netsnoer rechtstreeks op een goed
geaard stopcontact aansluiten. Geen verlengsnoer gebruiken. Indien niet bekend is of het
stopcontact goed is geaard, contact opnemen
met een elektricien.
1
2
3
4
•Geen geaarde verloopstekker gebruiken om
de DocuColor 12 aan te sluiten op een
stopcontact zonder een randaarde.
Waarschuwing: Indien het stopcontact niet goed
is geaard, kan dit leiden tot zware elektrische
schokken.
•De DocuColor 12 niet zo plaatsen dat iemand
op het snoer kan stappen of erover struikelen.
Geen voorwerpen op het netsnoer plaatsen.
•Elektrische of mechanische veiligheidsscha-
kelaars niet overbruggen of uitschakelen.
•De ventilatieopeningen niet blokkeren. Door
deze openingen wordt oververhitting van het
apparaat voorkomen.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERVIIVEILIGHEIDSBEPALINGEN
Page 8
Waarschuwing: Geen voorwerpen in sleuven of
openingen in het apparaat steken. Dit kan leiden
1
tot een elektrische schok of brand.
•Indien een van de volgende omstandigheden
zich voordoet, het apparaat onmiddellijk
uitschakelen en het netsnoer uit het
stopcontact verwijderen. Contact opnemen
met een erkende Xerox-technicus om het
probleem te verhelpen.
2
3
–De DocuColor 12 verspreidt ongewone
geuren of maakt ongewone geluiden.
–Het netsnoer is beschadigd of gerafeld.
–Een aardlekschakelaar, een zekering of
andere veiligheidsapparatuur heeft de
stroomtoevoer onderbroken.
–Er is vloeistof in de DocuColor 12 terecht-
gekomen.
–Het apparaat werd blootgesteld aan
water.
–Een ander onderdeel van het apparaat is
beschadigd.
Het apparaat van de stroom ontkop-
4
pelen
Het apparaat wordt volledig van de stroom
ontkoppeld d.m.v. het netsnoer. Het netsnoer is
voorzien van een stekker die dient te worden
aangesloten op de achterkant van het apparaat.
Indien u de stroomtoevoer naar het apparaat
volledig wilt afsluiten, dient u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te nemen.
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGENVIIIDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 9
Voorzichtig: Gebruik, aanpassing of uitvoering
van procedures die afwijken van de procedures
genoemd in deze handleiding kan leiden tot
gevaarlijke blootstelling aan laserstraling.
De DocuColor 12 voldoet aan de internationale
veiligheidsstandaarden, zoals die zijn vastgesteld
door nationale en internationale instanties voor
een Klasse 1-laserproduct. Het apparaat straalt
geen gevaarlijk licht uit, de lichtstraal is in geen
enkele bedieningsmode en bij de uitvoering van
geen enkele onderhoudstaak zichtbaar.
1
2
3
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERIXVEILIGHEIDSBEPALINGEN
7
Page 10
1
•Nooit onderhoudshandelingen uitvoeren die
niet specifiek worden beschreven in de
documentatie bij uw printer.
•Geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen
gebruiken. Gebruik van niet-goedgekeurde
artikelen kan leiden tot een laag prestatie-
2
niveau van uw printer en gevaarlijke situaties
veroorzaken.
•Schoonmaakmiddelen en -artikelen
uitsluitend volgens de aanwijzingen in deze
handleiding gebruiken. Al deze materialen
buiten het bereik van kinderen houden.
•Nooit deksels of beschermplaten die met
3
schroeven vastzitten verwijderen. Achter deze
beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die moeten worden onderhouden door
de gebruiker.
Nooit onderhoudshandelingen uitvoeren die u niet
heeft geleerd van een Xerox-technicus of die niet
specifiek worden beschreven in de documentatie
bij de DocuColor 12 horen.
4
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGENXDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 11
Xerox-apparaten en -materialen zijn ontworpen en
getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen, waaronder erkende milieu-eisen die
gesteld, goedgekeurd en geïnspecteerd worden
door verscheidene veiligheidsinstanties.
Indien u de volgende veiligheidsmaatregelen
opvolgt, bent u verzekerd van een veilige werking
van uw printer.
•Altijd specifiek voor de DocuColor 12
ontworpen materialen en verbruiksartikelen
gebruiken. Gebruik van ongeschikt materiaal
kan leiden tot een laag prestatieniveau en
gevaarlijke situaties veroorzaken.
•Alle waarschuwingen en instructies opvolgen
die zijn aangebracht of meegeleverd.
•Het apparaat in een goed geventileerde
ruimte installeren met genoeg ruimte voor het
plegen van onderhoud.
•Het apparaat op een vaste, vlakke onder-
grond installeren (geen hoogpolig tapijt) met
genoeg draagkracht voor het gewicht van het
apparaat.
1
2
3
4
•Niet proberen het apparaat te verplaatsen.
Een waterpasstelmechanisme onder het
apparaat, ingesteld tijdens de installatie, kan
de vloerbedekking of de vloer beschadigen.
•Het apparaat niet in de buurt van een
verwarming of een andere warmtebron
plaatsen.
•Het apparaat niet in direct zonlicht plaatsen.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERXIVEILIGHEIDSBEPALINGEN
Page 12
•
Het apparaat niet in de koude luchtstroom van
een airconditioner plaatsen.
1
•Geen kopjes koffie of andere dranken op het
apparaat plaatsen.
•De sleuven en openingen van het apparaat
niet blokkeren of afdekken. Deze zijn bedoeld
om oververhitting van het apparaat te
voorkomen.
2
3
•Elektrische of mechanische veiligheidsscha-
kelaars niet overbruggen of uitschakelen.
Waarschuwing: Indien u het apparaat bedient in
zones die voorzien zijn van dit waarschuwingssymbool, dient u voorzichtig te zijn. Deze zones
kunnen zeer heet zijn en persoonlijk letsel veroorzaken.
Voor meer informatie over het apparaat of over
materialen, kunt u contact opnemen met uw
Xerox-leverancier.
Wanneer dit apparaat is ingeschakeld, produceert
4
het een kleine hoeveelheid ozon. De ozon is
zwaarder dan lucht. De hoeveelheid ozon die
wordt geproduceerd, is afhankelijk van het aantal
afdrukken dat wordt gemaakt. Wanneer het
apparaat in de juiste omgeving wordt opgesteld,
zoals die wordt beschreven in de Xerox-installatieprocedures, voldoet de concentratie aan ozon aan
de veiligheidseisen.
5
6
7
VEILIGHEIDSBEPALINGENXIIDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 13
FCC-richtlijnen (alleen voor de VS)
Het apparaat is getest en goedgekeurd volgens strenge
veiligheidsnormen die gelden voor een digitaal
Klasse B-apparaat onder deel 15 van de FCC-regels.
Deze veiligheidsnormen zijn opgesteld om een
aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie
in woonomgevingen te bieden. Het apparaat genereert en
gebruikt radiofrequentie en kan deze uitstralen. Indien het
niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt,
kan het schadelijke interferentie voor draadloze
verbindingen veroorzaken. Interferentie kan echter nooit
volledig worden uitgesloten. Indien het apparaat de radioof televisieontvangst stoort, wat kan worden vastgesteld
door het apparaat aan en uit te zetten, kan storing worden
opgeheven door een of meerdere van de volgende
stappen uit te voeren:
andere groep aansluiten dan het stopcontact
waarop het ontvangtoestel is aangesloten.
•Uw leverancier of een ervaren radio- of tv-
monteur raadplegen.
Elke wijziging die zonder toestemming van Xerox
Corporation wordt aangebracht, kan de goedkeuring van
de FCC om dit apparaat te bedienen, beïnvloeden.
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERXIIIMEDEDELINGEN
6
7
Page 14
1
De DocuColor 12 van Xerox voldoet aan de
bepalingen van verscheidene overheidsinstanties
en aan nationale veiligheidsbepalingen.
Alle systeempoorten voldoen aan de eisen van
“extra lage spanningscircuits”, waarop externe
accessoires van de klant of van een andere
fabrikant kunnen worden aangesloten. Dergelijke
2
accessoires moeten voldoen aan eerder
genoemde eisen. Externe eenheden dienen te
worden geïnstalleerd op de door Xerox voor de
DocuColor 12 aangegeven manier.
3
4
5
6
7
MEDEDELINGENXIVDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 15
Het CE-merk op dit product symboliseert de
Xerox-verklaring van conformiteit met de volgende
van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese
Unie vanaf de aangegeven data:
1 januari 1995: - Richtlijn 73/23/EEG bij
amendement gewijzigd door Richtlijn 93/68/EEG,
betreffende de onderlinge aanpassing van de
wetten van de lidstaten aangaande apparatuur
met lage netspanning.
1 januari 1996: - Richtlijn 89/336/EEG, betreffende de onderlinge aanpassing van de wetten
van de lidstaten aangaande elektromagnetische
compatibiliteit.
Elke wijziging of modificatie die zonder
toestemming van Xerox Europa wordt aangebracht met betrekking tot deze apparatuur, kan het
gebruiksrecht voor deze apparatuur tenietdoen.
Bij dit apparaat dienen afgeschermde kabels te worden
gebruikt om te blijven voldoen aan Richtlijn 89/336/EEG.
1
2
3
Dit apparaat is niet in eerste instantie bedoeld
voor gebruik in een huiselijke omgeving.
Een volledige verklaring met de relevante richtlijnen en normen kan worden verkregen bij uw
Xerox-leverancier.
Waarschuwing: Om dit apparaat te laten werken
in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke
en medische apparatuur, kan het zijn dat de
externe straling van die apparaten moet worden
beperkt of dat er speciale stralingstemperende
maatregelen moeten worden getroffen.
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKERXVMEDEDELINGEN
7
Page 16
1
2
3
4
5
6
7
MEDEDELINGENXVIDOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 17
1
De DocuColor 12-printer is een standalone printer
(figuur 1) die tot 12 kleurenafdrukken of 50 zwart/
wit-afdrukken per minuut kan maken.
Voor meer informatie over het gebruik van de
DocuColor 12-printer vanaf uw werkstation, de
documentatie bij het Digital Front End raadplegen.
In dit hoofdstuk vindt u algemene informatie over
de opbouw en inhoud van deze handleiding en
informatie over de gehanteerde conventies.
2
3
4
Figuur 1: DocuColor 12
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER1–1INFO OVER DEZE HANDLEIDING
5
6
7
Page 18
1
Deze handleiding is ingedeeld in de volgende
hoofdstukken:
Belangrijk: De toepassingen en opties die in de
hoofdstukken worden besproken, betreffen de
fabrieksinstellingen. Op uw eigen apparaat kunt u
andere instellingen aantreffen, afhankelijk van de
2
opties die uw systeembeheerder in de mode
Hulpprogramma’s heeft geselecteerd.
1. Info over deze handleiding
Hoofdstuk 1 bevat informatie over deze
Handleiding voor de gebruiker, een korte
3
beschrijving van de verschillende hoofdstukken en
een overzicht van de conventies die in deze
handleiding zijn gehanteerd.
2. Aan de slag met de DocuColor 12
In hoofdstuk 2 komt de basiskennis over de
DocuColor 12 aan bod. In dit hoofdstuk vindt u
4
informatie over het bedieningspaneel, het
aanraakscherm, de papierladen en de
papierbaan.
In dit hoofdstuk worden ook onderwerpen
behandeld als de printer aan- en uitzetten,
geluidssignalen, toner, witte randen, de aardlekschakelaar, aansluitmogelijkheden, opties en
accessoires.
5
3. Papier
Hoofdstuk 3 behandelt de papierladen en het
auto-overschakelen tussen laden. Het bevat ook
procedures voor het plaatsen van papier in de
papierladen van de DocuColor 12, evenals informatie over het te gebruiken papier.
6
U kunt de Handleiding voor kleurenmaterialen
raadplegen voor meer algemene informatie over
papier. Voor meer specifieke informatie, zoals
over geteste papiersoorten voor de DocuColor 12,
kunt u het document Lijst met aanbevolen materialen raadplegen.
7
INFO OVER DEZE HANDLEIDING1–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 19
4. Accessoires
In hoofdstuk 4 wordt informatie gegeven over de
optionele accessoires voor de printer, bijvoorbeeld
de mailbox, grote papierlade en het nietapparaat.
5. Problemen oplossen
Hoofdstuk 5 behandelt het oplossen van papierstoringen. Bovendien komt het analyseren en
oplossen van problemen met de hardware, de
programmering en de processor aan bod. Dit
hoofdstuk bevat tevens een aantal tips voor het
verbeteren van de afdrukkwaliteit.
6. Technische informatie
In hoofdstuk 6 vindt u een overzicht van de specificaties, de technische mogelijkheden en
vereisten, de geschatte afdruksnelheden en de
gezondheids- en veiligheidsvoorschriften bij het
gebruik van de printer. Tevens vindt u de
technische gegevens voor de mailbox en een
omrekeningstabel.
1
2
3
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER1–3INFO OVER DEZE HANDLEIDING
7
Page 20
7. Index
1
Hoofdstuk bevat een index van kernwoorden en
verwijst u naar de bijbehorende informatie.
Voor meer informatie
Deze handleiding dient samen met de DocuColor
12 Handleiding voor de systeembeheerder, de
2
3
Lijst met aanbevolen materialen en de
Handleiding voor kleurenmaterialen te worden
gebruikt.
Voor meer informatie over het gebruik van de
DocuColor 12 met een Digital Front End (DFE)
kunt u de DFE-gebruikershandleiding raadplegen.
Informatie met betrekking tot de configuratie voor
uw specifieke systeemomgeving vindt u in de
DocuColor 12 Customer Site Planning Guide.
De Xerox-website kunt u vinden op:
www.xerox.com
4
5
6
7
INFO OVER DEZE HANDLEIDING1–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 21
Beschrijvingen van toepassingen en opties gaan
meestal vooraf aan de procedurestappen. Het kan
voorkomen dat u meerdere procedures dient te
combineren om het gewenste resultaat te
bereiken.
In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van
een aantal symbolen die u helpen om verschillende soorten informatie van elkaar te onderscheiden. Deze symbolen worden hieronder
beschreven.
Dit symbool geeft het begin van een procedure
aan. U dient deze stappen zorgvuldig in de aangegeven volgorde uit te voeren.
Opmerking: Dit symbool attendeert u op belangrijke aanvullende informatie die u kan helpen bij
het begrijpen en toepassen van de procedures.
1
2
3
Belangrijk: Dit symbool attendeert u op belangrijke aanvullende informatie, aanwijzingen of tips.
Waarschuwing: Dit symbool waarschuwt u dat
het niet strikt opvolgen van een bedienings- of
onderhoudsprocedure, een handeling of een
opdracht, kan leiden tot letsel of zelfs fatale
gevolgen kan hebben.
Waarschuwing: Dit symbool waarschuwt u voor
een heet oppervlak. Het aanraken van de zone
heeft lichamelijk letsel tot gevolg.
Voorzichtig: Dit symbool waarschuwt u dat het
niet strikt opvolgen van een bedienings- of onderhoudsprocedure, een handeling of een opdracht,
kan leiden tot gegevensverlies of de al dan niet
definitieve beschadiging van het apparaat.
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER1–5INFO OVER DEZE HANDLEIDING
7
Page 22
1
2
3
4
5
6
7
INFO OVER DEZE HANDLEIDING1–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 23
1
2
De DocuColor 12 (figuur 1) verzorgt 4-kleuren
digitale beeldverwerking bij 12 afdrukken per
minuut in kleur en 50 afdrukken per minuut in
zwart/wit. De afdruksnelheid hangt af van het
papierformaat en de plaatsingsrichting van het
papier. Het apparaat is tevens standaard voorzien
van een anti-fraude-functie.
3
4
5
Figuur 1: DocuColor 12
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–1AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
6
7
Page 24
2
2
De printer uitzetten
De aan/uit-schakelaar in de uit-positie zetten om
de printer uit te schakelen. Het aanraakscherm
wordt donker.
De printer uitgeschakeld laten voor ongeveer
5 seconden voordat u deze weer aanzet.
3
De printer aanzetten
De aan/uit-schakelaar in de uit-positie zetten om
de printer uit te schakelen. Er verschijnt een
bericht waarin u wordt gevraagd even te wachten.
4
5
6
Nadat de aan/uit-schakelaar op aan is gezet,
duurt het ongeveer acht minuten voordat de
printer gereed is om af te drukken.
Voorzichtig: Indien er een stroomstoring optreedt
terwijl de printer in gebruik is, zal de fuserrol in
een onjuiste positie blijven staan. Indien de
fuserrol langdurig in deze positie blijft, kan de
fuserrol worden beschadigd en kunnen er afdrukkwaliteitsproblemen optreden. Om eventuele
schade te voorkomen, dient de printer zodra de
stroomtoevoer is hersteld, te worden aangezet en
dient er een afdruk te worden gemaakt.
De fuserrol zal pas naar de juiste positie terugkeren wanneer de stroomtoevoer is hersteld, de
aan/uit-schakelaar in de aan-positie staat en er
een afdruk is gemaakt.
Figuur 2: Aan/uit-schakelaar in uit-positie
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 25
Hieronder worden de gebruikersinterface en het
bedieningspaneel weergegeven.
1
A
Figuur 3: Het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit de volgende
gebieden (weergegeven in figuur 3):
A.) Draaischijf Contrast - wordt gebruikt om de
helderheid en het contrast van het aanraakscherm
aan te passen.
B.) Aanraakscherm - Geeft de menu’s met
toepassingen voor de printer weer.
C.)Bedieningspaneeltoetsen - worden samen
met het aanraakscherm door de systeembeheerder gebruikt om informatie in te voeren en de
mode Hulpprogramma’s te openen.
BC
2
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–3AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
5
6
7
Page 26
De functies van de toetsen op het bedieningspaneel worden hier beschreven. De nummers bij
de beschrijvingen komen overeen met de
nummers in figuur 4.
2
3
2
2
1Cijfertoetsen - De toetsen 0 t/m 9 worden
gebruikt om de toegangscode in te voeren.
4
3
1
Figuur 4: De toetsen van het
bedieningspaneel
2Beheer - Deze toets wordt door de systeembe-
heerder gebruikt om de standaardinstellingen voor
de toepassingen van het apparaat te wijzigen.
4
Figuur 5: Toets Beheer
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 27
3Energiespaarstand - Deze toets indrukken om de
printer van de energiespaarstand in de normale
stand terug te zetten. In de energiespaarstand
verbruikt de DocuColor 12 minder energie dan in
de gereedstand.
1
De DocuColor 12 schakelt automatisch over
naar de energiespaarstand wanneer de printer
een bepaalde tijd niet in bedrijf is geweest.
De systeembeheerder stelt in de mode
Hulppprogramma’s in na hoeveel tijd de printer
overschakelt naar de energiespaarstand.
Wanneer u de toets Energiespaarstand indrukt of
een opdracht naar de printer verzendt, begint het
apparaat aan de opwarmtijd voor de normale
gereedstand.
4Wissen (C) - De toets Wissen (C) indrukken om
alle waarden in een geselecteerd veld te verwijderen. De gewenste nieuwe waarden invoeren
met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel.
Opmerking: Wissen werkt niet wanneer de
opdracht onvoltooid is en kan niet worden gebruikt
om een fout of storing op te lossen.
Figuur 6: Toets Energiespaarstand
2
3
C
Figuur 7: Toets Wissen
4
Opmerking: De bedieningspaneeltoetsen die niet
in dit gedeelte worden beschreven, zijn niet in
gebruik op de DocuColor 12-printer.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–5AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
Page 28
Het aanraakscherm kan worden gebruikt om
papierformaten en -gewichten voor lade vijf te
selecteren.
Ook verschijnen op dit scherm berichten over de
status van de printer en over mogelijke storingen.
2
2
Berichtgebied
Het berichtgebied bovenaan het scherm geeft de
operateur informatie over:
•De printerstatus
3
•Programmeringsinstructies/status
•Storingsberichten
Geluidssignalen
Geluidssignalen attenderen de gebruiker op:
4
•Een wijziging in het functioneren van de
printer (bijvoorbeeld: het opwarmen is
voltooid)
•Een storing
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 29
Papierladen
De papierladen 1, 2, 3 en 4 bevinden zich in het
onderste gedeelte aan de voorkant van de printer
(zie figuur 8). Papierlade 5 bevindt zich aan de
linkerkant van de printer (zie figuur 9).
Papierlade 1 is geschikt voor de volgende papierformaten: A4, A5, B5 of 8,5 x 11 inch.
Papierlade 1 kan niet handmatig door de klant
worden afgesteld. Indien u het formaat van het
papier in deze lade wilt wijzigen, contact opnemen
met uw Xerox-vertegenwoordiger.
1
2
Papierlade 1
De papierladen 2, 3 en 4 zijn geschikt voor een
assortiment standaardpapierformaten: van B5 tot
A3 en van 8 x 10 inch tot 11 x 17 inch.
Opmerking: De papierladen 2, 3 en 4 zijn ook
geschikt voor papier van 305 x 457 mm middels
een speciale, optionele papierlade-instelling die
door uw Xerox-leverancier wordt uitgevoerd.
U kunt contact opnemen met uw Xeroxleverancier indien u interesse heeft in deze optie.
Papierlade 5, ook wel handmatige invoer
genoemd, is geschikt voor niet-standaard papierformaten tot 305 x 457 mm. Deze lade wordt ook
gebruikt voor speciaal afdrukmateriaal als transparanten en zwaar papier.
Opmerking: In figuur 8 wordt ook de optionele
grote papierlade weergegeven, waarin papier van
het formaat A4 of 8,5 x 11 inch kan worden
geplaatst.
Papierlade 6
Papierladen 2, 3, 4
Figuur 8: Papierladen
3
4
5
5
Figuur 9: Papierlade 5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–7AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
6
7
Page 30
De papierbaanzones
1Papierlade 1
2Papierlade 2
3Papierlade 3
4Papierlade 4
2
2
3
4
5Papierlade 5
6Pre-registratiezone
7Transportband
8Fuser
9Opvangbak, mailbox of afwerkeenheid
10Papierbaan 2-zijdig afdrukken (10a, 10b, 10c)
Het papier wordt vanuit de geselecteerde
papierlade (1 t/m 5) naar de papiertransportrollen
getransporteerd (zie figuur 10).
De papiertransportrollen brengen het papier naar
de pre-registratiezone (6) in de papierbaanmodule.
Het papier wordt vervolgens op de transportband
geplaatst (7) waar het beeld op papier wordt
overgedragen.
56
7
Figuur 10: De papierbaan
8
10c
1
2
3
4
10b
9
10a
Het papier gaat nu via de post-overdrachtzone
naar de fuser (8), waar het beeld permanent op
5
het papier wordt gefixeerd.
Vervolgens gaat het papier via de post-fuserzone
naar de mailbox, de afwerkeenheid (9) of naar de
papierbaan voor 2-zijdig afdrukken (10a, 10b, 10c).
Aflevering
6
De documentatie bij uw Digital Front End
raadplegen voor meer informatie over de
aflevering van afdrukken.
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–8DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 31
De DocuColor 12 is voorzien van een vierkleuren
ontwikkelsysteem dat een combinatie van toners
gebruikt om de afdrukkleur te realiseren. De tonerkleuren zijn magenta, cyaan, geel en zwart.
Elke toner zit in een afzonderlijke tonercassette.
1
Wanneer de toner in een bepaalde cassette bijna
op is, wordt er op het aanraakscherm een bericht
weergegeven met die strekking. Wanneer een
cassette leeg is, wordt er op het scherm een
bericht weergegeven dat de cassette moet
worden vervangen. De DocuColor 12 gebruikt de
desbetreffende afdrukkleur niet meer totdat de
cassette is vervangen.
De Handleiding voor de systeembeheerder bij de
DocuColor 12 raadplegen voor meer informatie
over het vervangen van de tonercassettes.
2
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–9AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
5
6
7
Page 32
Alle afdrukken gemaakt op de DocuColor 12
hebben witte randen langs de vier zijden. In de
fabrieksinstelling wordt er een rand van 2 mm
verwijderd van de linker-, rechter-, boven- en
onderrand van de afdruk. Deze fabrieksinstelling
kan niet worden gewijzigd.
2
2
Figuur 11: Een afdruk met witte randen
3
4
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–10DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 33
De DocuColor 12 is uitgerust met een beveiligingsmechanisme, de zogenaamde aardlekschakelaar. Deze schakelaar zorgt ervoor dat alle
elektriciteit naar het apparaat wordt onderbroken
indien er een storing wordt geconstateerd in de
stroomtoevoer naar het apparaat.
1
Wanneer de stroomtoevoer naar het apparaat
wordt onderbroken, dient u de volgende stappen
uit te voeren:
De aardlekschakelaar opzoeken. De schakelaar
bevindt zich aan de achterkant van het apparaat in
de linkerbenedenhoek.
Vervolgens dient u, indien de schakelaar op UIT
staat (naar beneden), de schakelaar op AAN te
zetten (naar boven).
Indien de stroomtoevoer naar het apparaat niet
wordt hersteld na het uitvoeren van bovenstaande
stappen (of er treedt weer een stroomstoring op),
het netsnoer uit het stopcontact nemen en contact
opnemen met uw Xerox-leverancier.
Voorzichtig: Bij een stroomonderbreking tijdens
het afdrukken blijft de fuserrol in verhoogde positie
staan. De fuserrol kan beschadigd raken als hij
langere tijd in deze positie blijft staan. Bovendien
kan dan de afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Om schade te voorkomen dient u direct na het
verhelpen van de stroomstoring een afdruk te
maken. Pas als de stroomtoevoer naar de printer
is hersteld, de AAN/UIT-schakelaar op AAN staat
en er een afdrukopdracht wordt verzonden, keert
de fuserrol terug naar zijn normale positie.
2
3
Figuur 12: De aardlekschakelaar
4
5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–11AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
6
7
Page 34
Indien uw DocuColor 12 al is aangesloten op een
DFE, kunt u de bijgeleverde informatie van de
DFE raadplegen voor de instructies betreffende
de installatie, de instelprocedures en de beschrijvingen van de toepassingen op uw DocuColor 12.
2
2
De DocuColor 12 dient na de installatie niet meer
te worden verplaatst. Het foutief verplaatsen van
het apparaat kan leiden tot schade aan de
apparatuur, de vloerbedekking of de vloer.
U wordt verzocht contact op te nemen met uw
3
Xerox-leverancier indien u het apparaat wilt
verplaatsen.
4
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–12DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 35
In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de
optionele apparatuur die beschikbaar is voor de
DocuColor 12.
1
OptieOpmerking
MailboxDe mailbox kan worden gebruikt om afdrukopdrachten van verschil-
lende gebruikers te scheiden in aparte mailboxvakken.
AfwerkeenheidDe afwerkeenheid biedt een nietoptie voor afdrukopdrachten. Er kun-
nen 2 tot 50 vellen van één papierformaat of bepaalde combinaties
van papierformaten worden geniet. Er kan zowel enkel als dubbel
worden geniet.
WerkbladverlengingIndien de printer geen mailbox heeft, kan deze worden uitgebreid met
een werkbladverlenging.
NietapparaatHet nietapparaat kan aan de printer worden vastgemaakt en wordt
gebruikt om afdrukken handmatig te nieten.
Grote papierlade (GPL)De grote papierlade is aan de printer gekoppeld als lade 6. De grote
papierlade kan maximaal 2000 vellen papier van 75 g/m² bevatten in
de formaten A4 of 8,5 x 11 inch.
ManoeuvreerplaatDe manoeuvreerplaat biedt een oppervlak waarmee het apparaat
gemakkelijk kan worden verplaatst wanneer onderhoud is vereist.
De plaat is vooral handig wanneer er weinig ruimte rond het apparaat
is of wanneer het apparaat op tapijt staat en moeilijk te verplaatsen is.
Tabel 1: DocuColor 12 Printeropties en accessoires
2
3
4
Voor meer informatie over bovenstaande opties
en accessoires en het bestellen ervan, kunt u
contact opnemen met uw Xerox-vertegenwoordiger.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER2–13AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
Page 36
2
2
3
4
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 122–14DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 37
In dit hoofdstuk vindt u naast elementaire
informatie over het plaatsen van papier of
transparanten en het gebruik van de papierladen
tevens enige richtlijnen voor het gebruik van
papier voor de DocuColor 12-printer.
Wit papier van goede kwaliteit, met een gewicht
van 90 g/m² en met een glad oppervlak is
standaard voor kleurenafdrukken. Dit papier is
niet doorschijnend bij 2-zijdig afdrukken en levert
het beste afdrukresultaat. Wit papier van goede
kwaliteit met een gewicht van 75 g/m² is
standaard voor zwart/wit-afdrukken.
1
3
4
Opmerking: Meer informatie over
afdrukmaterialen kunt u vinden in de Lijst met
aanbevolen materialen en de Handleiding voor
kleurenmaterialen.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–1PAPIER
Page 38
Papierladen 1, 2, 3 en 4
Het papier voor de DocuColor 12 bevindt zich in
de papierladen 1, 2, 3 en 4.
Papierlade 1, geïllustreerd in figuur 1, is
geschikt voor de papierformaten A4, B5, A5
en 8,5 x 11 inch.
De papierladen 2, 3 en 4 zijn geschikt voor een
2
3
groot aantal standaard papierformaten: van A3 tot
B5 en van 8 x 10 inch tot 17 x 11 inch.
Belangrijk: Papierladen 2, 3 en 4 zijn geschikt
voor normaal papier met een gewicht tussen
64 en 105 g/m² en bepaalde papiersoorten tussen
105 en 128 g/m². Het zwaarste standaardpapier
dat in laden 2, 3 en 4 kan worden gebruikt, is
128 g/m². Wanneer u papier zwaarder dan
105 g/m² gebruikt in een van de laden, dient deze
lade te worden ingesteld voor zwaar papier in de
mode Hulpprogramma’s. Het gedeelte over
ladenbeheer raadplegen in de DocuColor 12 Handleiding voor de systeembeheerder.
Papierlade 1
Papierladen 2, 3, 4
Figuur 1: Papierlade 1
De papierladen 2, 3 en 4 beschikken over
papiergeleiders die in de lengte en in de breedte
4
5
afstelbaar zijn. Deze dienen te worden aangepast
aan het formaat van het papier in de lade.
Opmerking: Via een speciale, optionele ladeinstellingsprocedure, uit te voeren door een
Xerox-technicus, kunnen de papierladen 2, 3 en 4
geschikt worden gemaakt voor het papierformaat
305 x 457 mm (12 x 18 inch). Mocht u hierin zijn
geïnteresseerd, dan kunt u contact opnemen met
uw Xerox-leverancier.
Voor meer informatie over afdrukmaterialen die u
via de papierladen 1, 2, 3 en 4 kunt invoeren, kunt
u de Lijst met aanbevolen materialen en de
Handleiding voor kleurenmaterialen voor de
DocuColor 12 raadplegen.
6
7
PAPIER3–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 39
Papierlade 5
Papierlade 5, ook wel de handmatige invoer
genoemd, bevindt zich aan de linkerzijde van het
apparaat. Papierlade 5 is geschikt voor transparanten en andere speciale afdrukmaterialen met
een formaat van maximaal SRA3 (320 x 450 mm)
of 12 x 18 inch.
Voor meer informatie over afdrukmaterialen die u
via papierlade 5 kunt invoeren, kunt u de Lijst met
aanbevolen materialen en de Handleiding voor
kleurenmaterialen voor de DocuColor 12 raadplegen.
Voorzichtig: Om beschadiging aan het apparaat
te voorkomen, geen andere voorwerpen of
afdrukmateriaal in papierlade 5 plaatsen dan is
aanbevolen.
Papierlade 6 (optioneel)
Papierlade 6 bevindt zich aan de linkerzijde van
de printer. Deze lade, die ook wel de grote
papierlade (GPL) wordt genoemd, heeft een
maximale capaciteit van 2000 vel papier van het
formaat A4 of 8,5 x 11 inch met een gewicht
van 75 g/m².
1
Figuur 2: Papierlade 5
3
4
Hoofdstuk 4, Accessoires, van deze handleiding
raadplegen voor meer informatie.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–3PAPIER
Page 40
Papier gebruiken
De oppervlakten van de voor- en achterzijde van
een vel papier verschillen enigszins en daarom is
er vaak een voorkeurszijde om te bedrukken bij
1-zijdig afdrukken of een zijde die men altijd eerst
2
3
bedrukt bij 2-zijdig afdrukken.
Soms staat deze voorkeurszijde op de verpakking
van het papier met een pijl aangegeven. Indien
deze pijl ontbreekt, dient u het pak om te draaien
zodat de naad boven ligt.
Het papier met de voorkeurszijde omlaag in de
laden 1, 2, 3 en 4 plaatsen. De verpakking met de
naad naar boven openen, het papier uitnemen en
zonder het om te draaien in de laden plaatsen
(zie voorgaande alinea).
Het papier met de voorkeurszijde omhoog in de
laden 5 plaatsen. De verpakking met de naad
naar beneden openen, het papier uitnemen en
zonder het om te draaien in de lade plaatsen.
4
Het maximumaantal vellen papier dat u in een
lade kunt plaatsen, is afhankelijk van het papiergewicht. Voor informatie over de aanbevolen
hoeveelheid papier kunt u de paragraaf Papiergebruik in dit hoofdstuk of de Lijst met aanbevolen
afdrukmaterialen of de Handleiding voor kleurenmaterialen voor deDocuColor 12 raadplegen.
Figuur 3: Een pak papier met de naad naar
boven openen
5
6
7
PAPIER3–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 41
Belangrijk:
•Voor het beste resultaat dient u alleen de
aanbevolen papiersoorten, -gewichten en -formaten te gebruiken. Gebruik van ander papier
kan problemen met de afdrukkwaliteit en
papierstoringen tot gevolg hebben of het kan
leiden tot mankementen aan bepaalde
onderdelen.
Voor meer informatie kunt u de Lijst met
aanbevolen afdrukmaterialen en de
Handleiding voor kleurenmaterialen voor de
DocuColor 12 raadplegen.
•Wanneer u voorgeboord papier gebruikt, dit in
papierlade 5 plaatsen met de niet-geboorde
lange kant langs de invoerrand (gaatjes aan
de linkerkant).
•Niet zoveel papier plaatsen dat het boven de
vullijn op de zijgeleider van de papierlade
uitkomt.
•De papierstapel elke keer dat de lade wordt
geopend, rechtleggen. De papierlade
langzaam sluiten om verschuiving van de
papierstapel te voorkomen. Zo ligt het papier
in de juiste positie wanneer u de lade wilt
gebruiken.
1
3
4
•Bij papierinvoerproblemen of krullen van de
afdrukken, het papier in de lade omkeren en
de afdrukken opnieuw maken. Indien de
kwaliteit van de afdrukken merkbaar
verbetert, het papier voortaan op deze wijze
plaatsen. Uit onderzoek is gebleken dat
papierbehandeling en afdrukresultaat onder
andere afhankelijk zijn van de kamertemperatuur, luchtvochtigheid, papierkwaliteit en het
bedrukte gedeelte op de afdrukken. Deze
factoren zijn ook op elkaar van invloed en
daarom dient u soms zelf te bepalen op welke
wijze het papier het beste kan worden
geplaatst.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–5PAPIER
Page 42
Transparanten gebruiken
Transparanten kunnen ALLEEN via papierlade 5
worden ingevoerd.
Het gebruik van transparanten met een verwijderbare papierstrook als invoerrand wordt aanbevolen.
Belangrijk: Alleen transparanten gebruiken die
2
3
worden aanbevolen in de Lijst met aanbevolen
materialen of de Handleiding voor
kleurenmaterialen voor deDocuColor 12.
Voordat u transparanten invoert, dient u te
bepalen aan welke zijde zich de witte strook
bevindt. Dit kunt u doen door met een zacht
potlood aan beide zijden van het transparant een
tekentje op de strook te zetten. De strook
bevindt zich aan de zijde waarop dit tekentje het
donkerst is.
De transparanten met de witte strook naar
beneden als invoerrand invoeren. De invoerrand
is de rand die als eerste in het apparaat wordt
ingevoerd.
Witte strook naar beneden en als invoerrand
4
Belangrijk: Om het ontstaan van statische
elektriciteit te voorkomen, dient u de volgende
richtlijnen in acht te nemen:
•Niet meer dan 25 transparanten van het
formaat 216 x 279 mm of A4 tegelijk in
papierlade 5 plaatsen.
Figuur 4: Transparanten
in papierlade 5 plaatsen
•Transparanten van het formaat 279 x 432 of
5
A3 alleen één voor één in papierlade 5
invoeren.
•Transparanten uit de afdruk- of
staffelopvangbak verwijderen alvorens nieuwe
afdrukopdrachten uit te voeren.
Opmerking: Indien het apparaat is voorzien van
een mailbox, worden de bedrukte transparanten
6
afgeleverd in de staffelopvangbak. Transparanten
kunnen niet via verschillende mailboxvakken in
sets of stapels worden gesorteerd.
7
PAPIER3–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 43
Papier in de laden 1, 2, 3 en 4 plaatsen
De volgende procedure gebruiken voor het
plaatsen van papier in laden 1, 2, 3 en 4:
De lade volledig uittrekken.
Papier van het gewenste formaat in de lade
plaatsen.
Het papier dient niet boven de vullijn in de lade uit
te komen.
Opmerking: De geleiders van lade 1 kunnen niet
worden aangepast door de gebruiker. Contact
opnemen met Xerox indien aanpassing nodig is.
1
Figuur 5: Een volledig geopende papierlade
3
Vullijn
Figuur 6: Papier in een lade plaatsen
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–7PAPIER
7
Page 44
De papierstapel in de laden 2, 3 en 4 recht leggen
en de papiergeleiders zodanig afstellen dat deze
het papier net raken.
2
Figuur 7: De achterste papiergeleider
afstellen
3
De papierlade langzaam sluiten om verschuiving
van de papierstapel te voorkomen. Zo ligt het
papier in de juiste positie wanneer u de lade wilt
gebruiken.
Belangrijk:
•Voor de beste resultaten alleen
papierformaten en -gewichten gebruiken die
4
in de papiertabel in dit hoofdstuk worden
genoemd.
•Aanpassing van de papiergeleiders is een
teken voor de printer dat het papierformaat is
gewijzigd. Indien geleiders niet correct zijn
afgesteld voor een papierformaat, kan het
beeld incorrect op de pagina worden
geplaatst.
5
•De papierstapel rechtleggen elke keer
wanneer de papierlade wordt geopend.
De lade voorzichtig sluiten om te voorkomen
dat het papier verschuift. Zo ligt het papier
altijd in de juiste positie voor gebruik.
Figuur 8: De rechterpapiergeleider afstellen
6
7
PAPIER3–8DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 45
Papier in lade 5 plaatsen
Papierlade 5 bevindt zich aan de linkerzijde van
de printer. De lade wordt gebruikt voor transparanten, zwaar papier en papier in niet-standaard
formaten. Er kunnen maximaal 100 vellen papier
van 80 g/m² in lade 5 worden geplaatst. Meer
informatie over papiergewichten en -vereisten
vindt u in de Lijst met aanbevolen materialen en
de Handleiding voor kleurenmaterialen.
Het papier dient niet boven de vullijn op de
geleider uit te komen
Belangrijk: Door het speciale ontwerp van de
papierbaan van lade 5 is het mogelijk dat papier
dat bij invoer via de papierladen 1, 2, 3 of 4
problemen veroorzaakt, minder problemen
oplevert bij invoer via papierlade 5.
Om het ontstaan van statische elektriciteit te
voorkomen, dient u de volgende richtlijnen in acht
te nemen:
•Niet meer dan 25 transparanten van het
formaat 216 x 279 mm of A4 tegelijk in
papierlade 5 plaatsen.
•Transparanten van het formaat 279 x 432 of
A3 alleen één voor één in papierlade 5
invoeren.
1
Figuur 9: Papierlade 5
3
4
•Transparanten uit de opvangbak of
staffelopvangbak verwijderen alvorens nieuwe
afdrukopdrachten uit te voeren.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–9PAPIER
Page 46
Papierlade 5 openen door de deksel bovenaan in
het midden vast te pakken en deze vervolgens
rustig naar beneden en van het apparaat weg te
drukken.
2
Figuur 10: Papierlade 5 openen
3
Indien u lang papier in de lade wilt plaatsen, de
ladeverlenging aan de linkerkant zover mogelijk
naar links te trekken.
De lade geheel uitschuiven om verkeerd registreren van de afdrukken of vastlopen van het
papier te voorkomen.
4
Voorzichtig: Om beschadiging aan het apparaat
te voorkomen, geen andere voorwerpen of
afdrukmateriaal in papierlade 5 plaatsen dan is
aanbevolen.
Figuur 11: De verlenging van papierlade 5
uittrekken
5
6
Figuur 12: Papierlade 5 verlengen
7
PAPIER3–10DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 47
De stapel afdrukmateriaal in papierlade 5 tussen
de randgeleiders plaatsen. De stapel in de lade
schuiven tot deze niet verder kan.
De achterste geleider zo afstellen dat deze de
zijkant van de stapel afdrukmateriaal net raakt.
De linkergeleider iedere keer wanneer u nieuw
afdrukmateriaal in de lade plaatst, afstellen.
Randgeleiders
1
Het juiste papierformaat en de juiste papiersoort
selecteren voor het papier dat u in de lade heeft
geplaatst. Voor meer informatie kunt u het scherm
voor het programmeren van lade 5 raadplegen.
Opmerking: De voorste geleider alleen
aanpassen voor SRA3-papier (12 x 18 inch).
Het gedeelte over het gebruik van SRA3-papier
in deze handleiding raadplegen voor extra
informatie.
Opmerking: Al het papier uit lade 5 verwijderen
wanneer een opdracht is voltooid. Stof en vocht
op papier kan leiden tot problemen met de
afdrukkwaliteit.
Figuur 13: Papier in papierlade 5 plaatsen
3
4
5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–11PAPIER
6
7
Page 48
Papier van het formaat SRA3 of 12 x 18 inch gebruiken
Voor papier van het formaat 305 x 457 mm
(12 x 18 inch) of 320 x 450 mm (SRA3) dient u
papierlade 5 te gebruiken.
Meer informatie over papier vindt u in de Lijst met
aanbevolen materialen en de Handleiding voor
kleurenmaterialen voor de DocuColor 12.
2
Papierlade 5 openen en de verlengstukken
volledig uitschuiven om de lade in de bedrijfsstand
te brengen. Zo nodig de instructies in de vorige
3
paragraaf raadplegen.
De voorste papiergeleider van papierlade 5
afstellen:
•De duimschroef aan de voorkant van
papierlade 5 losschroeven (zie figuur 14).
•De papiergeleider optillen en in de sleuf
4
plaatsen voor het papierformaat dat u wilt
gebruiken.
Figuur 14: Voorste papiergeleider en de
duimschroef
•De duimschroef weer vastdraaien.
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m² van het
formaat 305 x 457 mm (12 x 18 inch) of
320 x 450 mm (SRA3) in papierlade 5 plaatsen.
5
6
De achterste geleider zo afstellen dat deze het
papier net raakt.
Het juiste papierformaat en de juiste papiersoort
selecteren voor het papier dat u in de lade heeft
geplaatst. Voor meer informatie kunt u de
paragraaf over het programmeren van de papierinvoer voor lade 5 raadplegen.
Na het voltooien van de opdracht de papiergeleiders in papierlade 5 weer in hun oorspronkelijke
stand terugzetten.
7
PAPIER3–12DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 49
In dit gedeelte wordt een korte samenvatting
gegeven van nuttige informatie over papier voor
de DocuColor 12.
Voor extra informatie de Handleiding voor Kleurenmaterialen raadplegen.
Extra informatie specifiek over materialen die zijn
getest en goedgekeurd voor gebruik in de
DocuColor 12 vindt u in de Lijst met aanbevolen
materialen en de Handleiding voor kleurenmaterialen voor de DocuColor 12. Deze lijst is
verkrijgbaar via de website van Xerox
(www.xerox.com) en wordt regelmatig aangepast.
Voor extra informatie kunt u contact opnemen met
uw Xerox-leverancier.
Papier is in de volgende categorieën ingedeeld:
•Uitstekend – Betrouwbare invoer en optimale
afdrukkwaliteit gegarandeerd
•Goed – Minder betrouwbare invoer, kan
resulteren in degradatie van de afdrukkwaliteit
1
3
•Niet geschikt – Geen betrouwbare invoer
en/of kan resulteren in extreme afname van
de afdrukkwaliteit
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–13PAPIER
7
Page 50
PAPIERUitstekendGoedNiet Geschikt
Formaat• 184 x 184 tot 279 x 432 mm
• A4 tot A3
2
3
4
CapaciteitBij gebruik van Xerox-papier
van 75g/m² of equivalent of
Xerox Europa-papier (80 g/m²):
• Papierlade 1: 500 vellen
• Paperladen 2, 3, 4: 550
vellen
Gewicht• Papierlade 1:
Bondpapier van
64 g/m² tot 105 g/m²
• Paperladen 2, 3, 4:
Bondpapier van
64 g/m² to 128 g/m²
• Papierlade 5:
Bondpapier van 75 g/m² tot
250 g/m² Indexpapier
(64 g/m² tot 250 g/m²)
• 305 x 457 mm
• 102 x 152 mm
briefkaart
•SRA3
•A6
• Kleiner dan 184 x 184 mm
• Groter dan 305 x 457 mm of SRA3
(320 x 450 mm)
• Ieder formaat tussen 279 x 432 en
305 x 457 mm of tussen A3 en SRA3
• Papierlade 1:
meer dan 105 g/m²
• Papierladen 2, 3, 4:
Bondpapier van meer dan 128 g/m²
• Papierladen 1, 2, 3, 4, 5:
minder dan 64 g/m²
• Papierlade 5:
Indexpapier van meer dan 250 g/m²
Staat van
het papier
5
Onbeschadigd• Beschadigd of verkreukeld papier
• Papier met zeer veel krul
• Papier dat lange tijd is blootgesteld
aan extreme weersomstandigheden
als hoge luchtvochtigheid of hoge
temperaturen
6
7
PAPIER3–14DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 51
PAPIERUitstekendGoedNiet Geschikt
Soort
papier
• Xerox Color Xpressions- of
Xerox Europe Colotech Pluspapier
• Xerox 4024 DP of Xerox
Europe Premier uitsluitend
voor zwarte toner
• Xerox of Xerox Europe
aanbevolen voor
transparanten - lange kant
eerst (Witte strip: uitsluitend
in papierlade 5 de zijde met
de witte strip omlaag als
invoerrand plaatsen)
• De equivalenten van de
aanbevolen papiersoorten:
zeer wit, glad oppervlak,
ongecoat, gelijkmatige
formatie (gelijkmatige
verdeling van de
papiervezels)
• Voorgeboord papier - De
afgedrukte afbeelding MAG
NIET het gebied met de
gaatjes overlappen. Dit kan
leiden tot schade aan het
apparaat. Voor het beste
resultaat dit papier in
papierlade 5 met de gaatjes
naar links plaatsen.
• Laserpapier
• Xerografisch
afdrukpapier
• Gekleurd papier*
• Gecoat papier
• Papier met een slechte formatie
(ongelijkmatige verdeling van de
papiervezels)
• Carbonloos papier
• Transparanten zonder strip
• Ruw papier
• Korte kant eerst-transparanten
• Stijf papier (>250 g/m²)
1
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–15PAPIER
5
6
7
Page 52
Setup-scherm voor lade 5
Het setup-scherm voor lade 5 wordt weergegeven
wanneer er papier in lade 5 aanwezig is bij het
aanzetten van de DocuColor 12 en elke keer
wanneer er papier in lade 5 wordt geplaatst.
Het papier in de lade dient op het
clientwerkstation te worden ingesteld elke keer
wanneer u een afdrukopdracht verzendt, omdat
2
de instellingen na een bepaalde tijd automatisch
worden teruggezet op de standaardwaarden.
Het scherm verlaten door op Opslaan of
Annuleren te klikken.
Figuur 15: Scherm Internationale formaten
3
Figuur 16: Scherm Inch formaten
4
Figuur 17: Scherm Afwijkende formaten
5
6
7
PAPIER3–16DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 53
Net zoals met zwart/wit-afdrukken dient er
voorzichtig te worden omgegaan met
kleurenafdrukken om de kwaliteit en de
bruikbaarheid ervan te behouden. Voor
kleurenafdrukken is dit extra belangrijk. Om de
kwaliteit van uw kleurenafdrukken te garanderen,
raadt Xerox u aan op het volgende te letten:
Plakband en lijm
Lijm en plakband kunnen oplosmiddelen bevatten
die mogelijk de gekleurde toner zacht maken of
oplossen. Plakband en lijm dienen te worden
getest op een proefpagina voordat u ze gebruikt
op uw afdrukken. Verder kan bij het verwijderen
van plakband de toner aan het plakband blijven
plakken.
PVC en kleurenafdrukken
Contact van kleurenafdrukken met PVC en
PVC-achtig (vinyl) plastic kan ervoor zorgen dat
de toner zacht wordt en op het plastic
terechtkomt. Polypropeen en polyetheen plastic
gebruiken voor omslagen of ringbanden die in
contact komen met de kleurenafdrukken.
1
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER3–17PAPIER
5
6
7
Page 54
2
3
4
5
6
7
PAPIER3–18DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 55
1
Overzicht
De DocuColor 12-printer kan worden uitgerust
met een optionele mailbox met afwerkeenheid of
mailbox met staffelopvangbak. De mailbox bestaat
uit de volgende onderdelen:
1Hendel voor loskoppeling mailbox
2Mailboxvakken: Afdrukken worden in de vakken
afgeleverd op basis van de geselecteerde
instellingen.
3Staffelopvangbak: De afdrukken worden hier
afgeleverd wanneer u de staffelopvangbak
selecteert.
4Linker- en rechtervoordeuren: Deze openen om
papierstoringen op te lossen.
Opmerking: Voor meer informatie over de
afwerkeenheid voor de DocuColor 12, een
optionele accessoire, de Xerox DocuColor 12
In-line nieteenheid/afwerkeenheid Handleiding
voor de gebruiker raadplegen.
1
2
3
4
Figuur 1: DocuColor 12-printer met mailbox
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–1ACCESSOIRES
7
Page 56
Waarschuwing: Uw vingers niet tussen de
vakken houden wanneer de mailbox in bedrijf is.
Waarschuwing: Nooit knoeien met de veiligheidsschakelaar. Dit kan leiden tot verwondingen
of storingen.
Deze schakelaar schakelt de stroom naar de
mailbox uit wanneer de voordeuren worden
2
geopend of wanneer u de mailbox naar rechts
schuift om een papierstoring op te lossen.
3
4
4
5
6
7
ACCESSOIRES4–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 57
De mailbox gebruiken
Wanneer u de optionele mailbox gebruikt, worden
afdrukken op een van de volgende manieren
afgeleverd naar de mailboxvakken of naar de
opvangbak van de afwerkeenheid:
•Elk mailboxvak kan maximaal 100 afdrukken
van 80 g/m² bevatten.
•De mailbox kan papierformaten van A4
(8,5 x 11 inch) tot A3 (11 x 17 inch) opvangen.
•Indien u op transparanten afdrukt via lade 5,
worden de afdrukken afgeleverd in de
staffelopvangbak.
•De opvangbak van de afwerkeenheid kan
maximaal 1000 vel A4- of 8,5 x 11 inch-papier
bevatten.
Opmerking: Opdrachten die worden afgedrukt op
papier in lade 5, worden altijd afgeleverd naar de
staffelopvangbak.
1
3
4
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–3ACCESSOIRES
7
Page 58
Papierstoringen oplossen
Wanneer er een papierstoring optreedt, verschijnt
er een bericht over de storing op het scherm en
worden er instructies voor het oplossen van de
storing weergegeven.
Belangrijk: Het vastgelopen papier voorzichtig
verwijderen zodat het niet scheurt. Indien het
papier scheurt, controleren of u alle stukjes heeft
2
3
verwijderd.
De loskoppelingshendel voorzichtig in de richting
van de mailbox duwen en de mailbox wegtrekken
van de printer.
4
4
Figuur 2: Loskoppelingshendel
Eventueel papier dat vastzit tussen de rechterdeur
5
van de printer en de mailbox, verwijderen.
6
Figuur 3: Papier verwijderen
uit tussengebied
7
ACCESSOIRES4–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 59
Indien er een storing is achter de linkervoordeur
van de mailbox:
1. De linkervoordeur openen.
2. De groene hendel (5) naar beneden duwen
om de geleider vrij te maken en de knop (6)
draaien om vastgelopen papier vrij te maken.
3. Het vastgelopen papier voorzichtig verwijderen.
4. De hendel omhoog duwen om de geleider
vast te zetten.
5. De linkervoordeur sluiten.Figuur 4: Achter de linkervoordeur
1
3
4
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–5ACCESSOIRES
7
Page 60
Indien er een storing is achter de rechtervoordeur
van de mailbox:
1. De rechtervoordeur openen.
2. De groene hendel naar beneden duwen om
de geleider vrij te maken en vastgelopen
papier verwijderen.
3. De hendel omhoog duwen om de geleider
2
vast te zetten.
4. De bovenste hendel naar links duwen om het
transportgebied te openen. Vastgelopen
papier voorzichtig verwijderen.
5. De hendel naar rechts duwen en stevig op zijn
plaats vastzetten.
Figuur 5: Achter de rechtervoordeur
(onderste gedeelte)
3
4
6. De rechtervoordeur sluiten.
Vastgelopen papier dat uit het apparaat komt,
verwijderen en de mailbox op zijn plaats terug
duwen.
Indien het storingsbericht opnieuw verschijnt,
bovenstaande stappen herhalen om een
eventuele andere papierstoring op te lossen.
4
Figuur 6: Achter de rechtervoordeur
5
6
7
ACCESSOIRES4–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 61
Inleiding
Er kan een grote papierlade (GPL) aan uw
DocuColor 12 worden gekoppeld. Hoewel deze
lade 6 wordt genoemd, wordt ernaar verwezen als
de GPL.
De GPL is een optionele accessoire voor de
DocuColor 12-printer en wordt gekoppeld aan de
linkerkant van de printer, zoals weergegeven in
figuur 7.
Te gebruiken papier
De GPL kan gebruikt worden voor papier van
64 g/m² tot 105 g/m². Het maximumaantal vellen
bij het standaardgewicht 80 g/m² is 2000.
1
3
Figuur 7: DocuColor 12-printer met
grote papierlade
4
Toegestane papierformaten zijn A4 ingevoerd met
de lange kant eerst, of 8,5 x 11 inch. De
papiergeleider achter in de lade aanpassen aan
het gebruikte papierformaat. Voor uitgebreide
informatie de Lijst met aanbevolen materialen of
de Handleiding voor kleurenmaterialen gebruiken.
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–7ACCESSOIRES
Page 62
Papier plaatsen
U kunt papier toevoegen aan de GPL terwijl er uit
een andere lade wordt afgedrukt. U kunt op het
aanraakscherm zien welke lade in gebruik is en of
er dus papier kan worden geplaatst in de GPL.
Wanneer u de GPL sluit, gaat de lift niet meteen
omhoog; dit gebeurt pas wanneer de opdracht die
op dat moment wordt afgedrukt, is beëindigd.
2
De GPL opentrekken.
De lift in de GPL zakt naar beneden.
3
4
Figuur 8: De GPL openen
4
Indien u het papierformaat wijzigt, de volgende
stappen uitvoeren:
1. Al het papier in de lade verwijderen.
Voorzichtig: Voorzichtig omgaan met het papier
5
en de papiergeleider om de zwarte plastic
sensoractuators niet te beschadigen.
2. De metalen papiergeleider verwijderen door
deze recht omhoog te trekken.
3. De uitsteeksels op de geleider voor het
nieuwe formaat uitlijnen met de sleuven in de
lade. De geleider stevig in de sleuven duwen
totdat deze vastzit.
6
Figuur 9: De papiergeleider in de GPL
7
ACCESSOIRES4–8DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 63
Het papier plaatsen. Ervoor zorgen dat het papier
gelijkmatig en stevig tegen de rechterzijde van de
lade ligt.
De GPL sluiten.
Wanneer u de GPL sluit, gaat de lift omhoog en
wordt het papier in de invoerpositie geplaatst. Het
scherm geeft kort het type en het formaat van het
papier dat op dat moment voor de GPL is
geprogrammeerd, weer.
Opmerking: Om de GPL als standaardpapierlade
in te stellen, de relevante printerdriveropties
wijzigen op het clientwerkstation.
Papierstoringen in de GPL oplossen
1
3
De instructies op het aanraakscherm volgen om
de papierstoring op te lossen.
De GPL wegschuiven van de printer.
4
Figuur 10: De GPL wegschuiven
van de printer
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–9ACCESSOIRES
7
Page 64
Gedeeltelijk ingevoerd papier in het gebied tussen
de GPL en de printer verwijderen.
Het is van belang dat u gedeeltelijk ingevoerd
papier tussen de GPL en de printer verwijdert
voordat u de GPL opent. Het kan scheuren
wanneer de GPL wordt geopend en is dan moeilijk
te verwijderen.
Nadat u de storing heeft opgelost, de GPL
2
openen. Gekreukt of beschadigd papier van de
stapel verwijderen.
De papierlade sluiten en de GPL naar rechts
schuiven en in de juiste positie tegen de printer
plaatsen.
3
Figuur 11: Lade openen om vastgelopen
papier te verwijderen
4
4
5
6
7
ACCESSOIRES4–10DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 65
Toegang tot de GPL vanaf uw werkstation
U dient de GPL vanaf uw clientwerkstation toe te
voegen aan de lijst met beschikbare
apparaatopties.
Deze procedure dient te worden herhaald op elk
clientwerkstation.
Zelfs wanneer de GPL is geïnstalleerd, dient u de
optie voor auto-papierselectie te gebruiken als
de standaardinstelling. De printer zal automatisch
de GPL selecteren voor een opdracht indien deze
het gewenste papierformaat bevat.
De status van de GPL en van de andere
papierladen kan ook worden gecontroleerd vanaf
de webclient.
Windows 98/95
In het menu Start, Printers en daarna de
gewenste printer selecteren.
1
3
4
In het menu Bestand de optie Eigenschappen
selecteren.
De tab Apparaatopties selecteren.
In de keuzelijst met installeerbare opties Lade 6 (grote papierlade) selecteren.
In het menu voor het wijzigen van de instellingen
voor lade 6 (grote papierlade) de optie
Geïnstalleerd selecteren.
Op OK klikken en het venster Printers sluiten.
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–11ACCESSOIRES
7
Page 66
Windows NT
Opmerking: U heeft mogelijk
systeembeheerdersrechten nodig om deze
procedure uit te voeren.
2
3
In het menu Start, Printers en daarna de
gewenste printer selecteren.
In het menu Bestand de optie Eigenschappen
selecteren.
De tab Apparaatopties selecteren.
Door de lijst bladeren en Lade 6 (grote papierlade) markeren.
In het menu voor het wijzigen van de instellingen
voor lade 6 (grote papierlade) de optie
Geïnstalleerd selecteren.
Op OK klikken en het venster Printers sluiten.
4
4
5
6
7
ACCESSOIRES4–12DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 67
Mac OS
In het Apple-menu de Kiezer selecteren.
In de kiezer Adobe PS selecteren.
In het printerselectievenster de naam van de
gewenste printer markeren en op de setup-optie
klikken.
Opmerking: Indien er reeds een .ppd-bestand
met de printer is geassocieerd, verder gaan met
stap 7.
Naar een van de volgende bestanden bladeren:
•Splash G610-DocuColor 12
•Splash G610-DocuColor 12PM
1
3
•Fiery XP12 Color Server PS
•Fiery X12 Color Server PS
Het gewenste bestand markeren en op Selecteer
klikken.
In de Kiezer de setup-optie selecteren.
Er verschijnt een lijst met opties.
De configuratie-optie selecteren.
Bij de optie voor de grote papierlade
Geïnstalleerd selecteren en vervolgens OK.
Op OK klikken en de Kiezer sluiten.
4
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–13ACCESSOIRES
7
Page 68
Overzicht
2
Het nietapparaat kan met de DocuColor 12-printer
worden gebruikt.
Het nietapparaat wordt bevestigd linksachter op
het werkblad van de DocuColor 12-printer.
3
Figuur 12: DocuColor 12 met nietapparaat
4
4
5
6
7
ACCESSOIRES4–14DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 69
Het nietapparaat kan worden aangesloten
rechtsonder richting de achterkant van de printer.
De volledige eenheid bestaat uit een nietapparaat
en een houder voor gebruikte nietjes en
verbruiksartikelen.
Het apparaat gebruiken als een offline
nietapparaat.
Indicatielampjes
1
Figuur 13: Netsnoer voornietapparaat
De status van het nietapparaat wordt aangegeven
met indicatielampjes:
•Wanneer het groene lampje brandt, zijn er
meer dan 20 nietjes over in de nietcassette en
kan er worden geniet.
•Wanneer het rode lampje brandt, zijn er
minder dan 20 nietjes beschikbaar in de
nietcassette en dient deze te worden
vervangen.
•Wanneer er geen lampje brandt, is er een
storing opgetreden of is het nietapparaat niet
aangesloten.
3
4
Figuur 14: Indicatielampjes
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–15ACCESSOIRES
6
7
Page 70
Te gebruiken papier
In de volgende tabel wordt het maximumaantal
vellen weergegeven dat kan worden geniet bij een
bepaald papiertype en -gewicht.
PapiertypeGewichtMaximumaantal
vellen
2
Color Xpressions90 g/m²50
ColoTech +90 g/m²50
Tabel 2: Te gebruiken papier
Voor gelijksoortige papiersoorten en -gewichten
de Lijst met aanbevolen materialen voor dit
3
product raadplegen.
Nietcassettes bestellen
Het nietapparaat bevat een eenvoudig te
vervangen nietcassette met 5000 nietjes
(108R00053).
4
4
Onderstaande nummers bellen voor het bestellen
van verbruiksartikelen:
Nederland:020-6563620
België:02-7131453
5
6
7
ACCESSOIRES4–16DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 71
Het nietapparaat gebruiken
Controleren of u niet meer dan 50 vellen papier
van 90 g/m² heeft. De stapel gelijkmaken aan de
kant die u wilt nieten.
De stapel onder de kop van het nietapparaat
plaatsen met gebruik van de markeringen onder
het nietapparaat.
•Wanneer de stapel in het nietapparaat wordt
geschoven, wordt het nietapparaat
automatisch geactiveerd.
1
•De stapel uit het apparaat nemen en weer
terugplaatsen indien er nog een nietje dient te
worden aangebracht.
3
Figuur 15: Papiermarkeringen
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–17ACCESSOIRES
6
7
Page 72
Nietjes toevoegen
Het nietapparaat openen door de bovenkant vast
te pakken bij de twee inkepingen links- en
rechtsboven en deze omhoog en naar achter te
trekken.
2
Figuur 16: Het nietapparaat openen
3
De lege cassette recht naar buiten trekken door
de goudkleurige uitsteeksels vast te pakken.
De cassette weggooien met inachtneming van de
plaatselijke milieurichtlijnen.
4
4
De cassette zo plaatsen dat de onderste witte
uitsteeksels zich op de de onderste rand van het
metaal en onder de zwarte plastic zijstukken
bevinden.
De nietcassette stevig naar achter duwen totdat
deze op zijn plaats klikt.
Het deksel sluiten door het naar beneden te
duwen totdat het dichtklikt.
5
Figuur 17: De cassette verwijderen
6
7
ACCESSOIRES4–18DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 73
Een storing in het nietapparaat oplossen
In geval van een eenvoudige storing de set met de
vastgelopen nietjes uit het nietapparaat
verwijderen. Een vel papier onder de kop van het
nietapparaat plaatsen om het nietapparaat het
vastgelopen nietje te laten uitwerpen.
Indien de set zelf vastzit, de nietcassette
verwijderen op de manier die beschreven is in het
gedeelte “Nietjes toevoegen” en vervolgens de
set lostrekken.
Het vastgelopen nietje verwijderen en de cassette
terugplaatsen of een nieuwe cassette plaatsen.
1
3
4
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER4–19ACCESSOIRES
7
Page 74
Problemen oplossen
Indien u denkt dat er een probleem is met het
nietapparaat, de volgende stappen uitvoeren in de
weergegeven volgorde.
2
3
Controleren of de bovenkant van het nietapparaat
helemaal dicht is.
Het netsnoer en de aan/uit-schakelaar op de
printer controleren om te zien of de printer is
aangesloten en aanstaat.
Controleren of het netsnoer van het nietapparaat
correct is aangesloten.
De procedure voor het oplossen van een storing
in het nietapparaat uitvoeren.
Indien het nietapparaat hierna nog steeds niet
naar behoren functioneert, technische hulp
inroepen.
Figuur 18: Het netsnoer van het nietapparaat
4
4
5
6
7
ACCESSOIRES4–20DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 75
De DocuColor 12 heeft voorzieningen waarmee u
eenvoudiger problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen, kunt opsporen en oplossen.
De DocuColor spoort problemen op en geeft
vervolgens op een storingsscherm de oplossing.
Wanneer geen oplossing voor het probleem wordt
aangeboden, kunt u de tabellen en grafieken op
de volgende pagina’s raadplegen. Deze kunnen u
eventueel helpen bij het oplossen van het
probleem.
Figuur 1: Een typisch meldingsscherm
voor storingen
1
4
In dit hoofdstuk worden de verschillende soorten
storingen en hun oplossingen behandeld.
Het kan gebeuren dat u er niet in slaagt de storing
op te heffen. In dat geval kunt u het Xerox
Welcome Centre voor assistentie bellen. Voordat
u belt, dient u echter de stappen op de navolgende pagina’s te volgen.
5
6
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–1PROBLEMEN OPLOSSEN
Page 76
Wanneer de printer aanstaat en er een storing is,
de storingscodes in de hoek linksonder van het
aanraakscherm noteren.
Het serienummer van het apparaat noteren.
2
Dit nummer staat op het label aan de binnenkant
van de het apparaat, achter de onderste
linkerdeur.
Wanneer de problemen de afdrukkwaliteit
betreffen, dient u de betreffende afdrukken te
bewaren zodat de Xerox-technicus ze kan
bekijken.
3
4
Voor ondersteuning van de toepassingen van de
DocuColor 12 of technische hulp en ondersteuning kunt u het Xerox Welcome Centre bellen.
Figuur 2: De plaats van het serienummer van
het apparaat
5
5
6
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 77
Papierstoringen kunnen in de volgende zones van
het apparaat voorkomen:
•Achter de linkerdeur
•Achter de rechterdeur
•Achter de voordeur
•In de papierbaan voor 2-zijdig afdrukken
•In de afleveringszone, dat wil zeggen bij de
opvangbak (of de mailbox)
•Bij de papieruitvoer van lade 5
Bij een papierstoring worden een storingsbericht
en de bijbehorende oplossing getoond in
de berichtenzone van het aanraakscherm
(zie figuur 3).
Soms zijn er meer papierstoringen tegelijkertijd of
lopen er meerdere vellen vast tijdens een grotere
afdrukopdracht. In deze gevallen wordt er een
papierstoringsbericht weergegeven dat zichtbaar
blijft totdat alle papierstoringen in de printer zijn
opgelost. Op het scherm wordt het berichtenscherm getoond van de zone waarin de storing is
opgetreden. Dit wordt ook weergegeven totdat alle
storingen in de zone zijn opgelost.
Figuur 3: Een typisch meldingsscherm
voor storingen
1
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–3PROBLEMEN OPLOSSEN
5
7
Page 78
Belangrijk: Het vastgelopen papier voorzichtig
verwijderen zodat het niet scheurt. Indien het
papier toch scheurt, dient u ervoor te zorgen dat
alle papiersnippers worden verwijderd.
De procedure om een papierstoring op te heffen is
afhankelijk van de zone waar de fout optreedt.
De procedures voor het oplossen van de
problemen in de verschillende storingszones
worden in de navolgende paragrafen van dit
2
hoofdstuk beschreven.
Het kan voorkomen dat u meer dan één
procedure dient te volgen om de papierbaan
volledig vrij te maken. In dat geval dient u eerst de
storingen aan de zijkanten van de printer op te
lossen en vervolgens de storingen aan de
voorkant.
3
4
De instructies lezen en de te volgen stappen in de
aangegeven volgorde uitvoeren. Indien u de
instructies niet stapsgewijs volgt, kunnen
complexere papierstoringen optreden.
Wanneer de papierstoring is opgelost en alle
deuren van het apparaat weer zijn gesloten, staat
er op het aanraakscherm een bericht waarin wordt
medegedeeld dat u de opdracht kunt hervatten of
dat u de opdracht dient te wijzigen.
Papierstoringen voorkomen
Om papierstoringen te voorkomen kunt u:
5
5
•Ervoor zorgen dat het door u gebruikte papier
niet is beschadigd. Beschadigd papier dient te
worden weggegooid.
•Ervoor zorgen dat de papiergeleiders losjes
het papier raken.
Wanneer de papierstoringen zich blijven
voordoen:
6
•De papierstapel in de betreffende lade
omkeren. Extreme krulvorming van het papier
is soms de oorzaak van deze storingen.
•Nieuw papier (net uit de verpakking) in de
betreffende lade plaatsen. Indien zich na deze
ingreep geen papierstoringen meer voordoen,
het papier dat de storingen veroorzaakte
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
weggooien.
Page 79
Papierstoringen achter de linkerdeur
Opmerking: Papier dat gedeeltelijk uit de printer
steekt kan nog steviger vastlopen indien het niet
wordt verwijderd voordat u de papierbaanmodule
opent. Ervoor zorgen dat al het papier (met name
papier dat zich tussen de papierladen en het
registratiegebied van de papierbaanmodule
bevindt) uit deze zone wordt verwijderd.
De plaats van de papierstoring achter de
linkerdeur, die op het aanraakscherm wordt
getoond, noteren.
Een van de volgende handelingen uitvoeren:
•Indien de papierstoring voortkomt uit de
papierladen 1, 2, 3 of 4 dan dient het zijpaneel
achter de linkerdeur te worden geopend.
1
3
•Indien de papierstoring zich in de omgeving
van papierlade 5 voordoet, de ontgrendeling
van de lade omhoogdrukken en vervolgens
het paneel openen.
Alle geopende panelen sluiten.
Figuur 4: Een storing aan de linkerkant
oplossen
4
5
Figuur 5: Het paneel van papierlade 5 openen
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–5PROBLEMEN OPLOSSEN
7
Page 80
Papierstoringen achter de rechterdeur
De plaats van de papierstoring achter de
rechterdeur, die op het aanraakscherm wordt
getoond, noteren.
2
Indien het apparaat een mailbox heeft, de
ontgrendeling van de eenheid omlaagdrukken en
de mailbox van de printer wegdrukken.
3
Figuur 6: De ontgrendeling van de mailbox
De rechterdeur openen.
4
5
5
Figuur 7: De rechterdeur openen
Al het zichtbare papier uit de zone verwijderen.
De rechterdeur sluiten.
6
Indien het apparaat een mailbox heeft, dient de
mailbox op haar plaats te worden teruggedrukt.
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 81
Papierstoringen achter de voordeur
Indien op het aanraakscherm wordt aangegeven
dat zich een papierstoring achter de voordeur
bevindt, dient u de voordeur te openen.
1
De groene hendel met de klok mee draaien en de
papierbaanmodule uitschuiven tot hij volledig is
geopend.
Op het aanraakscherm kijken of er een nieuw
bericht met de plaats van de storing wordt
getoond.
Belangrijk: Alle storingen in de papierbaanmodule nalopen en opheffen voordat u de module
weer sluit.
Figuur 8: De voordeur openen
Figuur 9: Groene hendel met de klok mee
draaien
3
4
5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–7PROBLEMEN OPLOSSEN
7
Page 82
De geleider met het cijfer 1 in het registratiegebied
optillen en het vastgelopen papier voorzichtig
verwijderen. Vervolgens de geleider voorzichtig op
zijn plaats terugdrukken.
Opmerking: Indien in deze zone storingen met
transparanten optreden, controleren of de transparanten met de witte strip naar beneden in
papierlade 5 zijn geplaatst en de witte strip de
invoerrand is.
2
Figuur 10: Zone 1 in het aanleggebied
Waarschuwing: De fuserzone is erg heet.
Voorzichtig bij het oplossen van papierstoringen in
3
dit gebied.
Waarschuwing: Fuserolie kan irritatie aan de
ogen veroorzaken. Handen zorgvuldig met water
en zeep wassen. Ogen niet met de vingers
aanraken, indien uw handen in aanraking zijn
geweest met fuserolie.
4
In fuserzone 2 het papier in de invoerzone naar
links trekken om het los te krijgen.
5
5
Figuur 11: Fuserzone 2
6
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–8DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 83
Indien het papier zich in de uitvoerzone van de
fuser bevindt, vindt u aan de rechterkant van de
papierbaanmodule de hendel van deze
uitvoerzone. De hendel naar rechts bewegen en
het vastgelopen papier voorzichtig verwijderen.
Vervolgens de hendel weer voorzichtig op zijn
plaats bevestigen.
In de 2-zijdige papierbaan, zones 3 en 4, de
hendels voorzichtig naar beneden drukken om de
uitlijngeleider (linker hendel) en de 2-zijdige ingeleider (rechter hendel) los te maken.
Het vastgeleopen papier verwijderen en de
hendels weer op hun plaats bevestigen.
1
Figuur 12: Uitvoerzone fuser
3
De papierbaanmodule stevig weer op zijn plaats
drukken en de groene hendel tegen de klok in
draaien om de module te sluiten.
Zone 3
Zone 4
Figuur 13: Zones in de 2-zijdige papierbaan
Figuur 14: Groene hendel tegen
de klok in draaien
4
5
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–9PROBLEMEN OPLOSSEN
7
Page 84
Papierstoringen in een papierlade
Papier dat gedeeltelijk uit een open papierlade
steekt, kan complexere papierstoringen veroorzaken indien het scheurt. De gescheurde stukken
kunnen vastlopen in zones waar u niet bij kunt.
2
Het bericht op het aanraakscherm raadplegen om
de papierstoring te lokaliseren.
De voorgaande procedures uitvoeren om
3
eventuele papierstoringen achter de linker- of
rechterdeur van de printer op te lossen.
De betreffende papierlade langzaam openen.
Indien u het papier hoort scheuren of verkreukelen, dient u de papierlade niet verder te openen.
Het papier dat door het openen van de lade is
4
beschadigd, proberen vast te pakken en uit de
lade verwijderen zonder deze verder te openen.
Indien u het papier niet kunt pakken, de lade iets
verder openen en opnieuw proberen het beschadigde papier vast te pakken.
Al het beschadigde papier uit de lade verwijderen.
5
5
6
De papierstapel in de juiste positie in de lade
plaatsen. Ervoor zorgen dat de stapel niet boven
de Max-vullijn in de lade komt.
De randgeleiders zo afstellen dat ze het papier net
raken.
De papierlade langzaam sluiten om verschuiving
van de papierstapel te voorkomen.
Figuur 15: Een papierstoring in een
lade oplossen
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–10DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 85
Papierstoringen in lade 5
Het bericht op het aanraakscherm raadplegen om
de papierstoring te lokaliseren.
1
Indien nodig de hendel op de bovendeksel (in het
midden) vastpakken en de deksel van papierlade
5 naar de printer toe drukken om toegang te
verkrijgen tot de papierstoring.
Al het zichtbare vastgelopen papier in de zone
verwijderen. Gedeeltelijk ingevoerde vellen
dienen ook te worden verwijderd.
Indien u niet al het vastgelopen papier kunt
pakken via papierlade 5, de voordeur openen en
de procedure “Papierstoringen achter de
voordeur” uitvoeren.
Na het opheffen van alle papierstoringen de
hendel in het midden van de bovendeksel van
lade 5 vastpakken en de deksel weer op zijn
plaats zetten. De papierstapel weer rechtleggen
en de papiergeleider in de lade weer afstellen.
Belangrijk:
De hendel op de bovendeksel
3
Figuur 16: De bovendeksel van
papierlade 5 vastpakken
4
5
•De zijgeleider verschuiven totdat hij de zijkant
van de stapel net raakt. Wanneer papier in
papierlade 5 wordt geplaatst, de zijgeleider
ieder keer weer afstellen.
•Indien papierlade 5 niet volledig wordt uitge-
schoven, kan zich een papierstoring of een
foutieve registratie van het papier voordoen.
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–11PROBLEMEN OPLOSSEN
Figuur 17: De bovendeksel van
papierlade 5 optillen
7
Page 86
Waarschuwing: Bij het opheffen van papierstoringen in de fuserzone (die zich in de papierbaanmodule bevindt), niet vergeten dat de
oppervlakken in deze zone heet zijn. Om letsel te
voorkomen voorzichtig te werk gaan bij het
oplossen van papierstoringen in de papierbaan.
2
Tonercassette:
• De operateur kan na de verwijdering van
een gedeeltelijk gevulde tonercassette de
cassette niet opnieuw plaatsen.
3
• De operateur heeft per ongeluk de
verkeerde tonercassette verwijderd en wil
de cassette opnieuw plaatsen.
4
5
5
Het lijkt alsof de printer geen stroom krijgt,
hoewel de contactdoos waarop het
apparaat is aangesloten, werkt en de
hoofdstroomschakelaar van het apparaat op
AAN staat.
6
7
ProbleemAanbevolen oplossing
De tonercassette opnieuw plaatsen volgens de
onderstaande procedure:
Opmerking: De onderstaande procedure kan
leiden tot het morsen van toner op de vloer.
Om de vloer te beschermen kunt u een krant of
werkkleed onder en voor het apparaat
neerleggen.
• De gedeeltelijk gevulde tonercassette opnieuw
plaatsen door de cassette zo ver mogelijk naar
binnen te schuiven. De cassette draaien in de
richting die wordt aangegeven op het label van
de printer. Voor meer informatie het hoofdstuk
“De toner vervangen” in de Handleiding voor de systeembeheerder raadplegen.
• De eerstvolgende keer dat uw Xerox-technicus
langskomt voor een onderhoudsbeurt,
aangeven dat u bovenstaande procedure hebt
uitgevoerd. Eventueel moeten namelijk interne
onderdelen van de printer, waar toner op is
gemorst, worden schoongemaakt.
De printer beschikt over een extra
veiligheidsvoorziening die bescherming biedt
tegen stroomstoringen ten gevolge van
verkeerde bedrading. Deze aardlekschakelaar
zorgt ervoor dat de stroom naar het apparaat
wordt geblokkeerd als een stroomstoring
optreedt. Wanneer het lijkt alsof het de printer
geen stroom krijgt, eerst nagaan of de
aardlekschakelaar niet is geactiveerd. De
aardlekschakelaar bevindt zich op het achterste
paneel onder op het apparaat. Indien de
schakelaar op UIT staat (naar beneden) is de
aardlekschakelaar geactiveerd. De schakelaar
op AAN zetten en nagaan of de stroomtoevoer
wordt hersteld. Indien dit het geval is, kunt u de
printer weer gewoon gebruiken. Wanneer de
aardlekschakelaar weer wordt geactiveerd, de
Xerox-leverancier bellen. Voor meer informatie
hoofdstuk 1 “Aan de slag met de DocuColor 12”
raadplegen.
PROBLEMEN OPLOSSEN5–12DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 87
ProbleemAanbevolen oplossing
1
Het bedieningspaneel op het
aanraakscherm reageert niet op het
aanraken van toepassingen, opties, enz.
Printertoepassingen zijn niet selecteerbaar.Bepaalde toepassingen kunnen niet worden
Op het bedieningspaneel de toets Alles
wissen indrukken.
Op het aanraakscherm een toets aanraken.
U hoeft niet hard te drukken om een reactie
van de printer te krijgen.
Indien het probleem zich blijft voordoen, de
voordeur van de printer openen. Vervolgens
de voordeur sluiten en een toets op het
scherm aanraken. Wanneer het
aanraakscherm niet reageert op het
aanraken van selecties, de stroom uitzetten
en 5 seconden wachten. De stroom
vervolgens aanzetten.
geselecteerd vanwege eerder
geselecteerde opties. In het algemeen is
duidelijk te zien wanneer toepassingen en
toetsen selecteerbaar zijn en kunnen
worden gebruikt met eerder geselecteerde
opties. Voor meer informatie over toetsen
contact opnemen met de
systeembeheerder.
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–13PROBLEMEN OPLOSSEN
5
7
Page 88
ProbleemAanbevolen oplossing
Transparanten.Transparanten met een geverfde of verwijderbare witte strip gebruiken.
De transparanten met de witte strip omlaag als invoerrand in papierlade 5
plaatsen.
2
Transparanten zijn te
vettig.
A3-transparanten
(11 x 17 inch) lopen vast
bij de uitvoer naar de
3
opvangbak.
Meerdere vellen worden
tegelijk uit een lade
ingevoerd.
4
Meerdere vellen
worden tegelijk vanuit
papierlade 5 ingevoerd.
De transparanten plaatsen aan de hand van de instructies in hoofdstuk 3.
Voor meer informatie over transparanten de Handleiding voor kleurenmaterialen en de Lijst met aanbevolen materialen raadplegen.
Elke A3-transparant (11 x 17 inch) uit de opvangbak verwijderen vóór de
volgende afdruk uit de printer komt.
Geen papier boven de Max-vullijn in de papierladen plaatsen. Papierlade 1
heeft een capaciteit van ongeveer 500 vellen 80 g/m²-papier. De capaciteit
van laden 2, 3 en 4 is ongeveer 550 vellen papier van 80 g/m².
Het papier uit de lade verwijderen en de vellen uitwaaieren om aan elkaar
geplakte vellen los te maken.
Voorgeboorde vellen kunnen bij de gaatjes aan elkaar blijven plakken.
Het papier uit de lade verwijderen en de vellen uitwaaieren om aan elkaar
geplakte vellen los te maken.
Transparanten kunnen aan elkaar plakken en extreem statisch worden als de
omgeving waarin ze zich bevinden te droog is. De luchtvochtigheid van de
ruimte waarin de printer zich bevindt verhogen om de statische lading van de
transparanten tot een minimum terug te brengen.
5
Geen transparanten boven de Max-vullijn in papierlade 5 plaatsen.
5
Voordat u de vellen in papierlade 5 plaatst, de transparanten voorzichtig
uitwaaieren om de vellen los te maken. Indien weer meerdere vellen tegelijk
worden ingevoerd, de transparanten een voor een vanuit papierlade 5
invoeren.
Vellen worden niet
ingevoerd vanuit
papierlade 5.
6
Ervoor zorgen dat de papierstapel niet boven de Max-vullijn komt.
Controleren of de papiergeleider niet te strak zit. De papiergeleider dient de
stapel net te raken.
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–14DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 89
ProbleemAanbevolen oplossing
1
Het papier loopt vast als
het de papierlade
verlaat.
Afdrukken lopen vast bij
de uitvoer naar de
opvangbak.
Afdrukken lopen vast bij
de uitvoer naar de
staffelopvangbak.
Ervoor zorgen dat de papiergeleiders in de lade goed tegen de papierstapel
liggen.
Geen papier boven de Max-vullijn in de lade plaatsen. Lade 1 heeft een
capaciteit van ongeveer 500 vellen 80 g/m² papier, laden 2, 3 en 4 hebben
een capaciteit van ongeveer 550 vellen 80 g/m² papier.
De lade voorzichtig sluiten om verschuiving van de papierstapel te
voorkomen.
Ervoor zorgen dat de papiersoort in de lade overeenkomt met de papiersoort
die voor de lade is geprogrammeerd.
Wanneer het apparaat niet is voorzien van een mailbox, heeft de
staffelopvangbak een capaciteit van 250 vellen 80 g/m² papier. Voor een
ononderbroken aflevering de afdrukken uit de opvangbak verwijderen
voordat de maximumcapaciteit wordt bereikt.
Ervoor zorgen dat het eerste vel niet de uitvoer blokkeert, met name bij
afdrukken van het papierformaat 11 x 17.
Ervoor zorgen dat de papiersoort in de lade overeenkomt met de papiersoort
die voor de lade is geprogrammeerd.
De staffelopvangbak van de mailbox heeft een capaciteit van 500 vellen
75 g/m² papier. Voor een ononderbroken aflevering de afdrukken uit de
staffelopvangbak verwijderen voordat de maximumcapaciteit wordt bereikt.
3
4
Afdrukken van het
formaat 11 x 17 inch
blokkeren de uitvoer.
Afdrukken op papier uit
lade 5 zijn scheef
afgedrukt en mogelijk
zijn er papierstoringen.
Ervoor zorgen dat het eerste vel niet de uitvoer blokkeert, met name bij
afdrukken van het papierformaat 11 x 17.
Ervoor zorgen dat het eerste vel 11 x 17 inch of A3-papier in zijn geheel uit
de uitvoer komt.
De papiergeleider uit papierlade 5 is mogelijk niet goed afgesteld of staat te
strak tegen de papierstapel. Ervoor zorgen dat de papiergeleider goed tegen
de papierstapel staat.
5
7
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–15PROBLEMEN OPLOSSEN
Page 90
ProbleemAanbevolen oplossing
Extreem krullend papier.Krullend papier kan ontstaan door:
• De hoeveelheid toner op het afdrukpapier: hoe meer toner, hoe meer het
papier krult.
• Het gewicht van het papier.
• De luchtvochtigheid in de ruimte van de printer.
2
Problemen met krullend papier kunnen meestal tot een minimum worden
teruggebracht door het papier in de lade om te keren en nieuwe afdrukken te
maken. Wanneer het papier extreem blijft krullen een zwaardere papiersoort
gebruiken.
Ervoor zorgen dat de papiersoort in de lade overeenkomt met de papiersoort
die voor de lade is geprogrammeerd.
3
Wanneer het apparaat niet is voorzien van een mailbox, heeft de
staffelopvangbak een capaciteit van 250 vellen 75 g/m² papier. Voor een
ononderbroken aflevering de afdrukken uit de opvangbak verwijderen
voordat de maximumcapaciteit wordt bereikt.
De staffelopvangbak van de mailbox heeft een capaciteit van 500 vellen 80 g/
m² papier. Voor een ononderbroken aflevering de afdrukken uit de
staffelopvangbak verwijderen voordat de maximumcapaciteit wordt bereikt.
4
5
5
Bericht over plaatsen
van papier in lade 6
verschijnt.
Wanneer originelen met een hoge achtergrondzwarting of met gebieden van
afwisselend hoge en lage zwarting worden afgedrukt, gaat het afdrukpapier
sterker krullen. Dit kunt u enigszins voorkomen door de instellingen voor
afdrukkwaliteit zodanig aan te passen dat op de afdrukken zo min mogelijk
toner wordt gebruikt.
De printer en het papier in een ruimte met airconditioning en een lage
luchtvochtigheid plaatsen om de hoeveelheid vocht die van invloed kan zijn
op het afdrukproces te beperken.
U kunt gebruikmaken van een dikkere soort papier of van een papiersoort die
minder gevoelig is voor vocht.
Controleren of het papier correct is geplaatst en of de papiergeleider juist is
ingesteld. Ervoor zorgen dat het papier niet boven de maximum vullijn
uitkomt.
6
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–16DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 91
ProbleemAanbevolen oplossing
1
De randen van de afdruk worden
gedeeltelijk gewist.
De beeldkwaliteit en kleur verslechteren na
verloop van tijd.
Extra handelingen als schrijven of plakband
gebruiken op de afdrukken zijn moeilijk uit te
voeren.
Enige wissing is normaal op de randen van
de afdrukken, met name op de invoerrand.
Het papier kan vochtig zijn. Nieuw papier in
de laden plaatsen.
Sommige randen worden gewist omdat er
snippers papier in de printer zijn
achtergebleven na het oplossen van een
papierstoring. Bij het oplossen van een
papierstoring ervoor zorgen dat alle
papiersnippers worden verwijderd.
Er kan een probleem zijn met de
tonercassette. Contact opnemen met de
systeembeheerder.
Dit probleem wordt veroorzaakt door de olie
die wordt gebruikt tijdens het fuserproces.
U kunt dit oplossen door de afdrukken enige
tijd in de opvangbak te laten liggen voordat
u plakband gebruikt of erop gaat schrijven.
Een andere oplossing is met een zachte,
schone doek of een gum over de afdruk
wrijven.
3
4
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER5–17PROBLEMEN OPLOSSEN
5
7
Page 92
2
3
4
5
5
6
7
PROBLEMEN OPLOSSEN5–18DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 93
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van
de technische gegevens van de DocuColor 12.
Aanvullende technische informatie is verkrijgbaar
bij uw Xerox-leverancier.
1
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER6–1TECHNISCHE GEGEVENS
7
Page 94
Stroomvereisten (220-240 V AC - 50 Hz)
SpecificatiesEenfasigTweedraads plus aardeverbinding
2
3
Maximum stroomverbruik
bij 220 V
Stroombelasting bij 240 VOpwarmtijd6,3 A (1,265 kVA) (ong.)
Stroomvoorziening15 A (aparte (wand)contactdoos
aanbevolen, maar niet vereist)
Fasespanning220 - 240 V (+
Frequentie50 Hz
Voor meer informatie kunt u contact
opnemen met uw Xerox-leverancier.
1,584 kVA
Stand-by
gemiddeld
Gemiddelde
bedrijfsmode
(4-kleuren)
3 A (0,6 kVA) (ong.)
4,5 A (0,9 kVA) (ong.)
10%)
4
6
6
7
TECHNISCHE GEGEVENS6–2DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 95
Milieuvereisten
1
Luchtvochtigheid
zonder condensatie
BedrijfstemperaturenMinimum
Maximumhoogte3050 meter in de normale configuratie
Warmte-afgifteIn bedrijf3755 BTU per uur, gemiddeld
MinimumRelatieve luchtvochtigheid van 15%
MaximumRelatieve luchtvochtigheid van 85%
o
C
10
Maximum
Stand-by1230 BTU per uur, gemiddeld
35
o
C
Gezondheids- en veiligheidsinformatie
Hoorbaar geluidsniveauStand-by58,4 dB(A)
Impuls-/bedrijfsmode71,0 dB(A)
OzonemissiesMaximaal 0,01 PPM in een ruimte van 50 kubieke meter (doorlopend in
bedrijf, volgens UZ 62).
Ozonfilter vervangen bij 320.000 afdrukken.
3
4
StofStofconcentratie bij doorlopend bedrijf = 0,075 mg/kubieke meter
Type afdrukbandOrganisch
VeiligheidsbepalingenDit apparaat voldoet aan de bepalingen van de betreffende landen:
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER6–3TECHNISCHE GEGEVENS
Page 96
Prestatievermogen
Opwarmtijd
Afleveringstijd eerste
afdruk*
2
Selectie aantal afdrukken1-999 afdrukken
OriginelenEffectieve maximum afdrukgebied:
Afdrukpapierformaat203 mm x 254 mm t/m SR-A3
Papiergewicht Lade 164 - 105 g/m² bankpostpapier
7,4 - 9,5 minuten bij een temperatuur van 22
luchtvochtigheid van 53%
Zwart5,8 seconden
Kleur14,1 seconden
297 mm x 438 mm (11,7 inch x 17,2 inch)
(8 x 10 inch t/m 12,6 x 17,7 inch)
o
C en relatieve
3
Lade 2
Lade 3
Lade 4
Lade 5
4
PapiercapaciteitLade 1500 vellen bij gebruik van 80 g/m²
Lade 2550 vellen bij gebruik van 80 g/m²
64 - 128 g/m²
64 - 128 g/m²
64 - 128 g/m²
64 g/m²
bankpostpapier
bankpostpapier
bankpostpapier
bankpostpapier 250 g/m² index
Lade 3550 vellen bij gebruik van 80 g/m²
Lade 4550 vellen bij gebruik van 80 g/m²
Lade 5100 vellen bij gebruik van 80 g/m²
Verkleining/vergrotingIn een marge van: 25%-400%
Keuze uit vaste of variabele waarden (in stappen van 1%)
*Per minuut kunnen er 50 zwart/wit-afdrukken
worden gemaakt.
6
6
7
TECHNISCHE GEGEVENS6–4DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 97
Fysieke afmetingen van de DocuColor 12
Opmerking: De onderstaande afmetingen zijn
inclusief de processor en de standaard
opvangbak.
De vereisten voor vloerruimte zijn afhankelijk van
de opties op de printer en de plaatsing van het
apparaat. U kunt contact opnemen met uw Xeroxmedewerker of Xerox-technicus om de vloervereisten voor uw printer te laten berekenen.
Mailbox
Breedte711,2 mm 28 inch
Hoogte1029 mm40,5 inch
Diepte616 mm24,25 inch
Grote papierlade
Breedte460,2 mm18,12 inch
Hoogte432 mm17 inch
Diepte584 mm23 inch
DocuColor 12-printer
1
3
Breedte622,3 mm24,5 inch
Hoogte986,5 mm38,84 inch
Diepte800 mm31,5 inch
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER6–5TECHNISCHE GEGEVENS
7
Page 98
Systeemmodes
EnergiespaarstandAfhankelijk van de instelling gemaakt door de
systeembeheerder: 15-240 minuten
Fabrieksinstelling: 60 minuten
2
3
4
6
6
7
TECHNISCHE GEGEVENS6–6DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Page 99
Aantal afdrukken per minuut voor papierladen 1, 2, 3 en 4:
standaardpapier
Onderstaande tabel geeft een overzicht van
het aantal afdrukken per minuut voor
64-105 g/m²-papier dat wordt ingevoerd uit de
laden 1, 2, 3 en 4.
Zwart /wit-modeKleurmode
1-zijdig2-zijdig1-zijdig2-zijdig
B5 LKE5025128
B5 KKE291463
A4 LKE5025126
A4 KKE291463
Letter LKE5025126
Letter KKE291463
Legal KKE291463
B4 KKE291463
A3 KKE251263
1
3
Opmerking:
LKE - Lange Kant Eerst
KKE - Korte Kant Eerst
4
5
6
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER6–7TECHNISCHE GEGEVENS
7
Page 100
Aantal afdrukken per minuut voor papierladen 2, 3, en 4:
zwaar papier
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het
aantal afdrukken per minuut voor 106-128 g/m²papier dat wordt ingevoerd uit de laden 2, 3 en 4.
Zwart /wit-modeKleurmode
2
B5 LKE63,5
B5 KKE63,5
A4 LKE63,5
A4 KKE63,5
3
Letter LKE63,5
Letter KKE63,5
Legal KKE63,5
B4 KKE63,5
A3 KKE63,5
Opmerking:
1-zijdig1-zijdig
4
LKE - Lange Kant Eerst
KKE - Korte Kant Eerst
6
6
7
TECHNISCHE GEGEVENS6–8DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.