Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer12
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer14
Bedieningspaneel van de digitale pers van de Integrated Fiery Color Server15
Hoofdpagina15
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION17
Command WorkStation, Windows Edition installeren17
De verbinding met de Integrated Fiery Color Server configureren18
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken21
Extra functies22
Gebruikersauthenticatie22
Papierladen uitlijnen22
Gemengde media24
Virtuele printers28
Problemen oplossen31
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Integrated Fiery
Color Server31
Command WorkStation reageert niet32
INHOUD4
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION33
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren33
Configureren van de verbinding met de Integrated Fiery Color Server34
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken37
Extra functies38
Gebruikersauthenticatie38
Gemengde media38
Problemen oplossen41
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de Integrated Fiery
Color Server41
Command WorkStation reageert niet42
SCAN43
Remote Scan installeren en configureren44
Remote Scan installeren44
Remote Scan configureren44
Werken met Remote Scan45
Scannen vanaf de digitale pers46
Scanworkflows46
Standaardscaninstellingen47
Met standaardscaninstellingen scannen48
Scaninstellingen wijzigen op de digitale pers49
Scaninstellingen in WebTools wijzigen51
Scaninstellingen in WebTools maken52
Scantaken ophalen52
FIERY BRIDGE53
Fiery Bridge installeren53
Fiery Bridge configureren53
Servers opgeven54
Serverinstellingen configureren54
INHOUD5
Fiery Bridge gebruiken55
Postvaksynchronisatie56
Toegang krijgen tot een ander postvak57
WebTools openen57
HOT FOLDERS58
Hot Folders installeren58
Hot Folders gebruiken58
Extra functies59
Documentinstelling handhaven59
Over Hot Folders-filters59
De filter PDF naar PS gebruiken59
Microsoft Office-filters voor Hot Folders59
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder60
WEBTOOLS61
WebTools instellen61
De homepage van WebTools openen62
WebTools gebruiken63
Begin63
Downloads63
Documenten63
Configure63
Scaninstellingen64
INDEX65
INLEIDING
INLEIDING7
Het mediapakket voor Xerox 700 Digital Color Press met Integrated Fiery Color Server
bevat een pakket hulpprogramma’s waarmee u de Xerox 700 Digital Color Press met
Integrated Fiery Color Server, de workflow voor afdruktaken en de inhoud van de taken op
de Xerox 700 Digital Color Press met Integrated Fiery Color Server kunt beheren.
Dit document biedt een overzicht van de installatie, de configuratie en het gebruik van de
volgende hulpprogramma’s van de Integrated Fiery Color Server:
• Command WorkStation, Windows Edition
• Command WorkStation, Macintosh Edition
• Remote Scan
• Fiery Bridge
•Hot Folders
•WebTools
INLEIDING8
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventieVerwijst naar
AeroIntegrated Fiery Color Server (in illustraties en voorbeelden)
Digitale persXerox 700 Digital Color Press
Integrated Fiery Color Server Xerox 700 Digital Color Press met Integrated Fiery Color Server
Mac OSApple Mac OS X
Titels in cursiefAndere documenten in dit pakket
WindowsMicrosoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003,
Windows Vista
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door
de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke
schade kunnen toebrengen
INLEIDING9
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
•
Command WorkStation, Windows Edition: Controleren en beheren van de workflow
van afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server.
Command WorkStation, Macintosh Edition: Controleren en beheren van de workflow
•
van afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server.
•
Remote Scan: Een scantaak ophalen van een externe computer op het netwerk naar
de digitale pers. Omvat de TWAIN-invoegtoepassing voor scannen.
•
Fiery Bridge: Rechtstreeks toegang krijgen tot gescande documenten in het postvak van
uw Integrated Fiery Color Server vanaf een Windows XP/Vista-clientcomputer.
Hot Folders: Veelgebruikte afdrukopties bij het afdrukken van PostScript- en PDF-
•
bestanden op de Integrated Fiery Color Server opslaan en opnieuw gebruiken.
WebTools: Op afstand beheren van uw Integrated Fiery Color Server via internet of
•
uw bedrijfsintranet.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het installeren, configureren
en gebruiken van ColorWise Pro Tools.
Over Help
Gedetailleerde instructies voor het gebruik van de meeste hulpprogramma’s voor Integrated
Fiery Color Server zijn te vinden in de Help. Indien van toepassing wordt in dit document
naar de Help verwezen voor aanvullende informatie. Bovendien wordt uitgelegd hoe u de
Help voor elk hulpprogramma kunt openen.
INLEIDING10
Installatie voorbereiden op Windows-computers
Doe het volgende voordat u Integrated Fiery Color Server-software op een Windowscomputer installeert:
• Als u de gebruikerssoftware van de Integrated Fiery Color Server wilt gebruiken op een
Windows-computer, moet u het Sun Java-bestand Java Runtime Environment (JRE) op
uw computer installeren dat u kunt vinden in de map Common Utilities op de dvd met
gebruikerssoftware. Als het juiste Sun Java-bestand niet is geïnstalleerd, zal de Fiery User
Software Installer dit automatisch installeren voordat de software van de Integrated Fiery
Color Server wordt geïnstalleerd.
OPMERKING: De aanbevolen versie van JRE, SE, bevindt zich op de dvd met
gebruikerssoftware.
• Als u de Integrated Fiery Color Server-software wilt installeren op een Windows 2000computer, moet Service Pack 4 op de computer zijn geïnstalleerd. Als u met Windows XP
werkt, moet Service Pack 2 zijn geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, wordt u via een
waarschuwingsbericht gevraagd het Service Pack te installeren.
U kunt verschillende versies van Sun Java JRE op uw computer hebben. De Integrated Fiery
Color Server-software vindt automatisch de juiste versie. U hoeft dus geen andere versies van
Sun Java JRE te verwijderen die nodig zijn voor andere toepassingen.
INLEIDING11
Installatie voorbereiden op Mac OS-computers
Voor u de software van de Integrated Fiery Color Server op een Mac OS X-computer
installeert, kunt u printerlettertypen installeren.
Lettertypen
De lettertypen op de dvd met gebruikerssoftware bevatten scherm- en printerlettertypen die
overeenkomen met de 136 ingebouwde PostScript- en TrueType-printerlettertypen op de
Integrated Fiery Color Server. De schermlettertypen moeten worden geïnstalleerd in
Mac OS X om in toepassingen te kunnen worden gebruikt.
SCHERM- ENPRINTERLETTERTYPENINSTALLERENONDER MAC OS X V10.3 ENV10.4
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de Mac OS X-computer.
2 Start de toepassing Lettertypecatalogus in Programma’s/Lettertypecatalogus.
3 Kies Voeg lettertypen toe in het menu Archief.
4 Kies User Software/OSX/Fonts/Albertus MT.
5 Kies Selecteer alles in het menu Wijzig.
6 Kies een van de volgende opties voor Installeer lettertypen:
• Voor uw persoonlijk gebruik: alleen voor uzelf
• Voor gedeeld gebruik: voor alle gebruikers van deze computer
• Voor Classic: voor Classic Mac OS X
OPMERKING: Voor Mac OS X v10.4 moet u vooraf Gebruiker, Computer of Classic Mac OS
selecteren bij Voorkeuren/Installeer standaard in van Lettertypecatalogus.
7 Klik op Openen.
8 Sluit de toepassing Lettertypecatalogus af.
INLEIDING12
Gebruikerssoftware installeren
U kunt de gebruikerssoftware voor de Integrated Fiery Color Server op de volgende manieren
installeren:
• Vanaf de dvd met gebruikerssoftware
• Vanaf de Integrated Fiery Color Server via internet of intranet
Als u al eerder Integrated Fiery Color Server-gebruikerssoftware hebt geïnstalleerd op uw
computer, stelt het installatieprogramma u in staat deze toepassingen te verwijderen.
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer gebeurt via de Fiery
User Software Installer. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u
gebruikerssoftware installeert vanaf de dvd of via het internet en hoe u gebruikerssoftware
wijzigt.
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
Het welkomstvenster van het installatieprogramma wordt geopend.
2 Volg de instructies op het scherm.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
Als u gebruikerssoftware wilt wijzigen of verwijderen nadat u deze op de computer hebt
geïnstalleerd, gebruikt u de dvd met gebruikerssoftware en de onderstaande procedure.
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 In het venster dat verschijnt, selecteert u Wijzigen, Herstellen of Verwijderen.
3 Volg de instructies op het scherm.
Als uw computer geen dvd-station heeft, kunt u de gebruikerssoftware installeren vanaf de
Integrated Fiery Color Server via het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder om het IP-adres of
de DNS-servernaam van de Integrated Fiery Color Server.
U kunt de gebruikerssoftware voor de Integrated Fiery Color Server ook via het internet
installeren. Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de Integrated Fiery Color Server.
Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom voor
volledige informatie over browser- en systeemvereisten.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server.
De homepage van Integrated Fiery Color Server wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad Downloads.
4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
5 Kies Uitvoeren om het bestand te openen of Opslaan om het op uw computer op te slaan.
6 Als u Uitvoeren kiest, gaat u naar stap 9.
7 Als u Opslaan kiest, bladert u naar de locatie waar u het bestand USERSWMI.exe wilt opslaan
en klikt u vervolgens op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanuit de Integrated Fiery Color Server.
8 Dubbelklik op het bestand USERSWMI.exe.
9 Geef op of u het bestand wilt openen of het wilt opslaan op uw computer.
10 Voer de URL van de Integrated Fiery Color Server, http://<IP-adres>, in als u daarom wordt
gevraagd.
11 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de Help van Downloads voor volledige instructies over het gebruik van
Downloads.
Raadpleeg WebTools voor meer informatie over WebTools en Downloads.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
INLEIDING14
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer
De installatie van gebruikerssoftware op een Mac OS-computer gebeurt afzonderlijk voor
elke toepassing.
GEBRUIKERSSOFTWAREINSTALLERENOPEEN MAC OS-COMPUTERVANAFDEDVDMETGEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Blader naar de map OSX.
3 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
4 Volg de instructies op het scherm.
GEBRUIKERSSOFTWAREINSTALLERENOPEEN MAC OS-COMPUTERVIAHETINTERNET
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server.
De homepage van Integrated Fiery Color Server wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad Downloads.
4 Klik op de koppeling voor het installatieprogramma voor de Mac OS X-clientsoftware.
Het bestand osxutils.dmg wordt gedownload naar uw computer en er wordt een virtuele schijf
weergegeven op uw bureaublad.
5 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de Help van WebTools Downloads voor volledige instructies over het gebruik
van Downloads.
Raadpleeg WebTools voor meer informatie over WebTools en Downloads.
INLEIDING15
Bedieningspaneel van de digitale pers van de Integrated
Fiery Color Server
Er zijn verschillende functies beschikbaar vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers van
de Integrated Fiery Color Server door pagina’s van de volgende tabbladen op te vragen:
•Via
Hoofd kunt u afdrukverbindingen beheren.
•
Info geeft de geïnstalleerde opties op de Integrated Fiery Color Server weer. U kunt hier
ook systeempagina’s en activiteitlogboeken afdrukken. Raadpleeg Configuratie en
instellingen voor meer informatie.
Opmerking: Digitale pers opties worden niet weergegeven.
•Via
Scan kunt u scansjablonen aanpassen. Zie “Scannen vanaf de digitale pers” op
pagina 46 voor meer informatie.
Kalibreren kunt u kalibreren met ColorCal. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor
•Via
meer informatie.
•Via
Instelling krijgt u toegang tot instellingsopties. Raadpleeg Configuratie en instellingen
voor meer informatie.
OPMERKING: Het bedieningspaneel van de digitale pers van de Integrated Fiery Color Server
heeft een vernieuwingsfrequentie van 2-3 seconden.
Hoofdpagina
De hoofdpagina geeft de taakwachtrijen Even geduld, Geblokkeerd, Afgedrukt en Beveiligd
afdrukken weer. Wanneer u als beheerder of operator bent aangemeld, kunt u taken in de
wachtrijen Even geduld, Geblokkeerd en Afgedrukt afdrukken, afdrukken en blokkeren of
verwijderen. U kunt ook het aantal afdrukken wijzigen. De taakwachtrijen Beveiligd
afdrukken zijn toegankelijk voor elke gebruiker die een Beveiligde afdruktaak vanuit het
printerstuurprogramma heeft verzonden. U kunt de functie Afdrukken onderbreken op alle
taken toepassen.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over
Beveiligd afdrukken. Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie over Afdrukken
onderbreken.
Hieronder vindt u procedures voor het openen en gebruiken van functies op de Hoofdpagina.
INLEIDING16
TOEGANGKRIJGENTOTHETBEDIENINGSPANEELVANDEDIGITALEPERSVANDE INTEGRATED FIERY COLOR SERVER
1 Druk op het pictogram All Services (Alle services) rechtsboven op het bedieningspaneel van
de digitale pers.
2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen) op het bedieningspaneel van de digitale pers.
De hoofdpagina wordt weergegeven.
AFDRUKWACHTRIJENBEHEREN
1 Klik op de Hoofdpagina op een tabblad om toegang te krijgen tot de pagina voor dat tabblad.
2 Als u taken wilt beheren in de pagina’s Even geduld, Geblokkeerd en Afgedrukt, drukt u op
Aanmelden op het bedieningspaneel van de digitale pers en meldt u zich aan als beheerder of
operator.
3 Om door de wachtrijen te bladeren drukt u op de knoppen Eerste, Vorige, Volgende en Laatste
op het bedieningspaneel van de digitale pers.
4 Druk op Verwijderen op het bedieningspaneel van de digitale pers om een taak te
verwijderen.
5 Druk op Afdrukken op het bedieningspaneel van de digitale pers om een taak af te drukken.
De afdrukpagina verschijnt.
6 Wijzig in de afdrukpagina het aantal afdrukken door een getal in het veld Kopieën in te
voeren.
7 Selecteer naar wens Afdrukken, Afdrukken en blokkeren of Annuleren.
8 Klik op Meer informatie op het bedieningspaneel van de digitale pers om de
informatiepagina te openen.
9 Druk op Afdrukken onderbreken op het bedieningspaneel van de digitale pers om de taak die
wordt afgedrukt, te onderbreken.
10 Druk op Afdrukken hervatten op het bedieningspaneel van de digitale pers om verder te gaan
met het afdrukken van een onderbroken taak.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION17
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
Met Command WorkStation, Windows Edition kunnen operators van de Integrated Fiery
Color Server (of gebruikers met operator- of beheerdersrechten) de workflow voor
afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server controleren en beheren.
Met Command WorkStation, Windows Edition kunt u het volgende doen:
• De status van afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server bekijken
• Taken blokkeren, verwerken en afdrukken
• Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties
• Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak
• Pagina’s van een taak in een andere volgorde plaatsen en pagina’s van verschillende taken
met elkaar combineren
• FreeForm-modelbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele gegevens
• Taakbestanden archiveren
• Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken
• Virtuele printers definiëren
• Lettertypen beheren
Command WorkStation, Windows Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Windows Edition op een Microsoft Windows-computer
met een netwerkverbinding naar de Integrated Fiery Color Server. Raadpleeg Wel k o m voor
een volledige lijst met systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Command WorkStation, Windows Edition bevindt zich op de
dvd met gebruikerssoftware. Met het installatieprogramma worden behalve de software van
Command WorkStation ook de Java-bestanden geïnstalleerd die nodig zijn om de instellingen
van Fiery te gebruiken vanuit Command WorkStation. Raadpleeg Configuratie en instellingen
voor meer informatie over het gebruik van de instellingen van Fiery.
OPMERKING: ColorWise Pro Tools wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u Command
WorkStation installeert. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het gebruik
van ColorWise Pro Tools.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION18
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op “Installatie voorbereiden op Windows-
computers” op pagina 10.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 12 voor de
installatie van Command WorkStation, Windows Edition.
De verbinding met de Integrated Fiery Color Server configureren
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Integrated Fiery Color Server te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Integrated Fiery Color Server
of netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de
Integrated Fiery Color Server wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de
verbinding aanpast. Raadpleeg “De configuratie van Command WorkStation, Windows
Edition wijzigen” op pagina 20 voor meer informatie over het bijwerken van de configuratie
van de verbinding.
VOORDATUBEGINT
• Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Integrated Fiery Color Server. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNSnaam gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Integrated Fiery Color Server al in een
Domain Name Server (DNS) op uw netwerk is geregistreerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder
voor meer informatie.
DEVERBINDINGVOOR COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITIONCONFIGUREREN
1 Kies Start > Programma’s > Fiery > Command WorkStation om het hulpprogramma te starten.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle servers weergegeven die zijn gevonden
in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION19
2 Als geen Integrated Fiery Color Server wordt gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om
te zoeken op DNS-naam of IP-adres. Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen
om de server toe te voegen aan de lijst Beschikbare servers.
Als geen Integrated Fiery Color Server wordt gevonden tijdens de handmatige zoekactie, klikt
u op het tabblad Automatisch zoeken en vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op een
bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
3 Selecteer de Integrated Fiery Color Server die u wilt gebruiken en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Integrated Fiery Color Server wordt toegevoegd aan het venster
Aanmeldserver.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION20
4 Klik op de knop links van de servernaam.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
5 Klik op de sleutel links naast Beheerder, Operator of Gastgebruiker en typ het juiste
wachtwoord indien dit nodig is.
6 Klik op Aanmelden.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Integrated Fiery Color Server.
Command WorkStation is nu verbonden met de Integrated Fiery Color Server.
DECONFIGURATIEVAN COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITIONWIJZIGEN
1 Start Command WorkStation.
Het venster Aanmeldserver wordt geopend.
2 Selecteer de Integrated Fiery Color Server waarvoor u de configuratie wilt wijzigen en klik
op Verwijderen.
3 Herhaal “De verbinding voor Command WorkStation, Windows Edition configureren” op
pagina 18.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION21
Command WorkStation, Windows Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gaan
gebruiken voor het controleren en beheren van taken op de Integrated Fiery Color Server.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Command
WorkStation kunt u vinden in de Help van Command WorkStation. Extra functies worden
beschreven in de secties die beginnen op pagina 22.
DE HELPVAN COMMAND WORKSTATIONOPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Integrated Fiery Color Server in het dialoogvenster Serverlijst en meld u aan
bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Integrated Fiery Color Server.
2 Kies Help in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION22
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in de Help van Command WorkStation.
Gebruikersauthenticatie
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de instellingen van Integrated Fiery Color
Server, moeten gebruikers mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord typen in het
printerstuurprogramma om een taak naar de Integrated Fiery Color Server te kunnen zenden.
Of en hoe u de taak kunt beheren in Command WorkStation wordt bepaald door hoe u zich
aanmeldt bij de Integrated Fiery Color Server (als Beheerder, Operator of Gastgebruiker).
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van gebruikers
en groepen en het inschakelen van gebruikersauthenticatie in de WebTool Configure. Voor
meer informatie over gebruikersauthenticatie in het printerstuurprogramma raadpleegt u
Afdrukopties.
Papierladen uitlijnen
Met de functie Papierladen uitlijnen kunt u tekst en afbeeldingen zo op de pagina plaatsen dat
deze correct worden uitgelijnd op een vel papier. Hierdoor kunt u ervoor zorgen dat beide
zijden van een dubbelzijdig vel exact dezelfde uitlijning hebben.
U kunt de lade-uitlijning ook uitvoeren vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers van
de Integrated Fiery Color Server door Lade-uitlijning te kiezen in het menu Functies.
Ga als volgt te werk om laden uit te lijnen:
• Meld u als beheerder aan op de Integrated Fiery Color Server activeer Lade-uitlijning in
de instellingen van de Integrated Fiery Color Server.
• Schakel Lade-uitlijning in het gebied Media van het printerstuurprogramma n.
• Selecteer de juiste papierlade voor u afdrukt.
OPMERKING: Zorg ervoor dat Lade-uitlijning werkt bij het afdrukken van een taak door voor
het afdrukken de lade te selecteren die u in de optiebalk Papierbron hebt uitgelijnd. Ladeuitlijning werkt niet als u later een taak afdrukt met de automatische ladekeuze.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION23
PAGINA’SUITLIJNENOMDEZEAFTEDRUKKEN
1 Selecteer in het venster Actieve taken de aangesloten Integrated Fiery Color Server waarvoor
u laden wilt uitlijnen.
Als het venster Actieve taken niet zichtbaar is, kiest u Actieve taken in het menu Venster om
dit weer te geven.
2 Kies Papierladen uitlijnen in het menu Server.
Er wordt een dialoogvenster geopend met verschillende opties voor het uitlijnen van de laden.
3 Selecteer in het menu Lade de lade die u wilt uitlijnen.
4 Selecteer in het menu Mediaformaat het papierformaat dat in de lade is geplaatst.
OPMERKING: De uitlijning die wordt uitgevoerd, is afhankelijk van de specifieke combinatie
van lade en papierformaat. Als u een bepaalde lade uitlijnt voor papier van het formaat Letter
en u vervolgens papier van het formaat Legal in de lade legt, is de uitlijning onjuist. U moet
de uitlijning voor elke combinatie van lade en papierformaat opnieuw uitvoeren.
5 Schakel bij Uitlijnpagina afdrukken het selectievakje voor dubbelzijdig afdrukken in of laat
het vakje leeg als u de pagina enkelzijdig wilt bedrukken.
6 Klik op Afdrukken.
7 Voer de aanwijzingen op de afgedrukte uitlijnpagina uit.
Vouw het vel eerst in horizontale richting dubbel en vervolgens in verticale richting. Ga
hierbij zorgvuldig te werk. Wanneer u het vel openvouwt, ziet u dat de vouwen drie schalen
doorkruisen die aan drie zijden van de pagina zijn afgedrukt. Kijk bij welk nummer de
vouwlijn elke schaal doorkruist.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION24
8 Geef in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren voor Zijde 1 de waarden op die worden
weergegeven waar de vouwlijn elk van de drie schalen (A, B en C) doorkruist. Als u de lade
wilt uitlijnen voor dubbelzijdig afdrukken, moet u ook de waarden voor de drie schalen voor
Zijde 2 van de pagina invoeren.
OPMERKING: Als u verschillende waarden invoert in A en C, wordt het paginabeeld gedraaid,
wat tot gevolg heeft dat de afdruk ongelijkmatige gebieden bevat. Als dit het geval is, voert u
dezelfde waarde in bij A en C.
9 Klik op Toepassen nadat u de uitlijnwaarden hebt ingevoerd en klik vervolgens op Uitlijning
controleren om de uitlijnpagina af te drukken.
10 Als u de uitlijningen wilt verwijderen, selecteert u een lade en klikt u op Standaardwaarden
in het groepsvak Uitlijnwaarden invoeren.
11 Klik op Voltooid.
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen pagina’s
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
• In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
• Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven
dat u het conflict moet oplossen.
• Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of
bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
• Instellingen voor gemengde media zijn van invloed op het gebruik van
kleuruitvoerprofielen als de optie “Mediaprofiel gebruiken” is ingeschakeld in ColorWise
Pro Tools. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
• Als tellers zijn geconfigureerd voor de digitale pers, tellen blanco media die tussen pagina’s
worden ingevoegd als afgedrukte pagina’s.
Basisinstructies voor het openen en gebruiken van Gemengde media vindt u in de Help van
Command WorkStation. In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van de
Integrated Fiery Color Server besproken.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION25
SPECIFICATIESVOORGEMENGDEMEDIADEFINIËREN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op
een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
3 Voer bij Hoofdstukbeginpagina’s de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken
wilt laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om
het begin van elk nieuwe hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor
elke beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande lege
linkerpagina in te voegen.
OPMERKING: U hoeft niet de eerste pagina in te voeren. De paginanummers verwijzen naar de
nummering van het originele document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina gebruikt,
moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk dezelfde
afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als een aparte afwerkingsset” in.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
5 U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren
te klikken.
Zie “Instellingen voor omslagmedia definiëren” op pagina 26 voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION26
6 U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door op
Nieuw paginabereik te klikken.
Zie “Media definiëren voor specifieke pagina’s” op pagina 27 voor meer informatie.
7 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Zie “Blanco pagina’s invoegen” op pagina 28 voor meer informatie.
8 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de
lijst Definitie gemengde media en klikt u vervolgens op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
9 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK
om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
OPMERKING: U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
INSTELLINGENVOOROMSLAGMEDIADEFINIËREN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION27
2 Als u identieke media voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie Zelfde
instellingen toepassen op voor- en achteromslag in. Als u aparte media-instellingen wilt
definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de optie Vooromslag of Achteromslag in.
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
4 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor voor-/achteromslagen hebben voorrang op instellingen die worden
gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
MEDIADEFINIËRENVOORSPECIFIEKEPAGINA’S
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw paginabereik.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2 Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld:
3,9–14,18).
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt.
4 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
5 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION28
BLANCOPAGINA’SINVOEGEN
1 Klik op Nieuw tussenvel in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste pagina in het document, de laatste pagina in het document of als
een pagina met een specifiek nummer.
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
4 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
5 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
Virtuele printers
Met virtuele printers beschikken gebruikers over een methode om af te drukken naar de
Integrated Fiery Color Server met vooraf gedefinieerde instellingen om de afdruktaak te
configureren. De beheerder van de Integrated Fiery Color Server kan virtuele printers en
wachtrijen instellen en deze publiceren zodat gebruikers toegang hebben tot deze printers via
het netwerk. SMB-, LPR- en FTP-services worden ondersteund. U hebt ook toegang tot
virtuele printers via de functie Bestand > Importeren in Command WorkStation en via
de USB-mediaserver. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie over USBmediaserver en afdrukken vanaf een USB-apparaat.
OPMERKING: Standaard zijn reeds drie virtuele printers ingesteld die overeenkomen met de
afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en directe verbinding. Deze virtuele printers kunnen niet
worden gewijzigd.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION29
De beheerder geeft taakinstellingen voor de virtuele printer op. De beheerder kan een
inslagsjabloon toepassen op een virtuele printer. Inslaginstellingen krijgen voorrang op de
instellingen van de taakeigenschappen.
De beheerder van de Integrated Fiery Color Server kan de beschikbare virtuele printers en
gepubliceerde wachtrijen bekijken, een virtuele printer publiceren en een virtuele printer
verwijderen, dupliceren of bewerken.
U moet zich aanmelden als beheerder om virtuele printers te configureren.
EENVIRTUELEPRINTERCONFIGUREREN
1 Kies Virtuele printers in het menu Server van Command WorkStation.
2 Klik op Nieuw.
3 Geef de volgende instellingen op:
• Naam virtuele printer: typ een alfanumerieke naam.
•
Opmerkingen: voeg commentaar toe om de virtuele printer te helpen definiëren voor de
gebruiker, bijvoorbeeld “dubbelzijdige bedrijfsbrochure”.
Bezig met afdrukken: selecteer een van de standaardacties van de Integrated Fiery Color
•
Server die beschikbaar zijn vanuit Command WorkStation, zoals Blokkeren, Verwerken
en blokkeren, Afdrukken of Afdrukken en blokkeren.
Aangepaste taakeigenschappen gebruiken: open en kies Taakeigenschappen.
•
•
Inslaginstellingen toepassen: open en kies Inslaginstellingen.
OPMERKING: Alleen gebruikers die toegang hebben tot printerstuurprogramma’s waarin de
functie Tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld, kunnen de taakinstellingen zien en
vervangen.
4 Klik op OK.
VIRTUELEPRINTERSBEHEREN
1 Kies Server > Virtuele printers.
2 Selecteer een virtuele printer in de lijst en klik op Bewerken, Dupliceren of Verwijderen.
OPMERKING: Wanneer een virtuele printer is gemaakt, kan zijn naam niet meer worden
gewijzigd, hoewel de afdrukinstellingen wel kunnen worden gewijzigd.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION30
Afdrukken naar een virtuele printer via SMB
Virtuele printers worden gepubliceerd op het netwerk. Volg de onderstaande procedure als u
met behulp van SMB vanaf een clientcomputer wilt afdrukken naar een gepubliceerde
virtuele printer.
AFDRUKKENNAAREENVIRTUELEPRINTERVIA SMB
1 Klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of Mijn netwerklocaties en klik op
Computer zoeken of Zoeken naar computers.
2 Typ de naam van de Integrated Fiery Color Server die u zoekt en klik op Nu zoeken.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de Integrated Fiery Color Server niet kunt
vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de Integrated Fiery Color Server om gepubliceerde virtuele
printers weer te geven.
4 Dubbelklik op de virtuele printer waarmee u verbinding wilt maken.
U moet het printerstuurprogramma van de dvd met gebruikerssoftware installeren zoals
beschreven in Afdrukken uit Windows.
De virtuele printer wordt weergegeven in Instellingen>Printers en faxapparaten.
Afdrukken naar een virtuele printer via LPR onder Windows
Als u vanaf een clientcomputer via een LPR-verbinding onder Windows wilt afdrukken naar
een virtuele printer, moet u een standaard-TCP/IP-poort voor afdrukken via LPR
configureren en de stuurprogramma’s voor de Integrated Fiery Color Server installeren.
Selecteer tijdens het configureren van de poort LPR als protocol en typ de naam van de
virtuele printer als wachtrijnaam.
Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie.
Afdrukken naar een virtuele printer via LPR onder Mac OS
Als u vanaf een clientcomputer via een LPR-verbinding onder Mac OS wilt afdrukken naar
een virtuele printer, volgt u de instructies voor het instellen van de Integrated Fiery Color
Server onder Mac OS X voor afdrukken via IP. Voer bij Wachtrijnaam de naam van de
virtuele printer in.
Raadpleeg Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION31
Afdrukken naar een virtuele printer via FTP
Als dit is ingeschakeld in de Serverinstellingen, kan de Integrated Fiery Color Server fungeren
als een FTP-server. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de
instelling.
Als u naar een virtuele printer wilt afdrukken via FTP, gebruikt u uw FTP-clientsoftware en
maakt u op dezelfde wijze als bij elke andere FTP-server verbinding met de Integrated Fiery
Color Server. Vraag uw netwerkbeheerder om de volgende informatie:
• IP-adres of DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server
• Gebruikersnaam en wachtwoord, indien vereist
• Naam van de virtuele printer
Raadpleeg Afdrukken uit Windows of Afdrukken uit Mac OS voor meer informatie over
afdrukken via FTP.
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command
WorkStation voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Integrated Fiery Color Server
Als u geen verbinding kunt maken met de Integrated Fiery Color Server of de Integrated Fiery
Color Server niet kunt vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder. Mogelijk moet de beheerder uw netwerkverbindingen controleren en de
instellingen op de servers bekijken waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het
nodig zijn de Integrated Fiery Color Server opnieuw te configureren (raadpleeg Configuratie
en instellingen).
Als u verbinding kunt maken met de Integrated Fiery Color Server via een ander
hulpprogramma, moet u mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de
Integrated Fiery Color Server opnieuw configureren (zie pagina 18).
Als u de Integrated Fiery Color Server hebt geconfigureerd en clientcomputers en
netwerkservers hebt ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een
testpagina af. Als u wel een testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt
afdrukken vanaf een externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de
netwerkverbinding te controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en geen testpagina kunt afdrukken, kijkt u op het
bedieningspaneel van de digitale pers voor informatie over de fout.
COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION32
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command
WorkStation niet reageert.
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden
weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een
opdracht in een snelmenu gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Integrated Fiery Color Server offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATIONGEFORCEERDAFSLUITEN
1 Druk op Ctrl-Alt-Delete en gebruik Programmabeheer om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Integrated Fiery Color Server los, sluit de kabel
weer aan en probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Integrated Fiery Color Server opnieuw starten.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION33
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION
Met Command WorkStation, Macintosh Edition kunnen operators van de Integrated
Fiery Color Server (of gebruikers met operator- of beheerdersrechten) de workflow voor
afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server controleren en beheren.
Met Command WorkStation, Macintosh Edition, kunt u het volgende doen:
• De status van afdruktaken op de Integrated Fiery Color Server bekijken
• Taken blokkeren, verwerken en afdrukken
• Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties
• Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak
• FreeForm-modelbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van variabele gegevens
• Taakbestanden archiveren
• Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken
Command WorkStation, Macintosh Edition installeren
Installeer Command WorkStation, Macintosh Edition op een Mac OS X-computer met
een netwerkverbinding naar de Integrated Fiery Color Server. Raadpleeg Wel ko m voor een
volledig overzicht van de systeemvereisten.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op “Installatie voorbereiden op Mac OS-
computers” op pagina 11.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer” op pagina 14 voor de
installatie van Command WorkStation, Macintosh Edition.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION34
Configureren van de verbinding met de Integrated Fiery Color Server
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de Integrated Fiery Color Server te configureren.
U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging in uw Integrated Fiery Color Serverserver of netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen
van de Integrated Fiery Color Server wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van
de verbinding aanpast.
VOORDATUBEGINT
• Maak een afdruk van de configuratiepagina van de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de
configuratiepagina.
Deze pagina bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals
het IP-adres van de Integrated Fiery Color Server. Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNSnaam gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de Integrated Fiery Color Server al in een
Domain Name Server (DNS) op uw netwerk geregistreerd is. Raadpleeg de documentatie van
uw netwerksysteem voor meer informatie.
DEVERBINDINGVOOR COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITIONCONFIGUREREN
1 Ga naar Programma’s : Fiery : en open de map CWS Macintosh Edition op de vaste schijf van
de Mac OS X-computer. Dubbelklik op het bestand CWS Macintosh Edition om de toepassing
te starten.
In het dialoogvenster Beschikbare servers worden alle servers weergegeven die zijn gevonden
in het lokale subnetwerk.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION35
2 Als geen Integrated Fiery Color Servers zijn gevonden, klikt u op het tabblad Handmatig om
te zoeken op DNS-naam of IP-adres. Klik op Toevoegen om de server toe te voegen aan de lijst
met beschikbare servers.
Als geen Integrated Fiery Color Server wordt gevonden tijdens de handmatige zoekactie, klikt
u op het tabblad Automatisch zoeken en vervolgens op Geavanceerd om te zoeken op een
bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker.
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
3 Selecteer de Integrated Fiery Color Server die u wilt gebruiken, en klik op Toevoegen.
De geselecteerde Integrated Fiery Color Server wordt weergegeven in het dialoogvenster
Serverlijst.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION36
4 Klik op de servernaam om deze te selecteren en klik vervolgens op het sleutelpictogram of op
de knop Aanmelden.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
5 Klik op beheerder, operator of gastgebruiker, typ indien nodig het juiste wachtwoord in het
veld naast de sleutel en klik vervolgens op Aanmelden.
Er wordt een verbinding tot stand gebracht tussen uw computer en de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaard beheerderswachtwoord voor de Integrated Fiery Color Server.
Als u de verbinding van Command WorkStation met de Integrated Fiery Color Server wilt
wijzigen, moet u de server verwijderen uit de lijst in het venster Serverlijst en de procedure
voor het configureren van de verbinding uitvoeren.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION37
Command WorkStation, Macintosh Edition gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u het gaan
gebruiken voor het controleren en beheren van taken op de Integrated Fiery Color Server.
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de functies van Command
WorkStation kunt u vinden in de Help van Command WorkStation.
DE HELPVAN COMMAND WORKSTATIONOPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de Integrated Fiery Color Server in de serverlijst en meld u aan bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de Integrated Fiery Color Server.
2 Kies Help in het menu CWS.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION38
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in de Help van Command WorkStation.
Gebruikersauthenticatie
Als gebruikersauthenticatie is ingeschakeld in de instellingen van Integrated Fiery Color
Server, moeten gebruikers mogelijk een gebruikersnaam en wachtwoord typen in het
printerstuurprogramma om een taak naar de Integrated Fiery Color Server te kunnen zenden.
Of en hoe u de taak kunt beheren in Command WorkStation wordt bepaald door hoe u zich
aanmeldt bij de Integrated Fiery Color Server (als Beheerder, Operator of Gastgebruiker).
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van gebruikers
en groepen en het inschakelen van gebruikersauthenticatie in de WebTool Configure. Voor
meer informatie over gebruikersauthenticatie in het printerstuurprogramma raadpleegt u
Afdrukopties.
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de hoofdstukverdelingen voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen pagina’s
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
• In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
• Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven
dat u het conflict moet oplossen.
• Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of
bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
• Als tellers zijn geconfigureerd voor de digitale pers, tellen blanco media die tussen pagina’s
worden ingevoegd als afgedrukte pagina’s.
In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van de Integrated Fiery Color
Server besproken.
OPMERKING: De procedures voor het bepalen van de instellingen in Command WorkStation,
Windows Edition zijn dezelfde als in Command WorkStation, Macintosh Edition, maar
omvatten illustraties. Zie pagina 24 voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION39
SPECIFICATIESVOORGEMENGDEMEDIADEFINIËREN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in het venster Actieve taken en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op
een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
3 Voer bij Hoofdstukbeginpagina’s de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken wilt
laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om
het begin van elk nieuw hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat elke
beginpagina een rechterpagina is door indien nodig een voorafgaande lege linkerpagina in
te voegen.
OPMERKING: Het is niet nodig de eerste pagina te typen. De paginanummers verwijzen naar
de nummering van het oorspronkelijke document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina
gebruikt, moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk
dezelfde afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als een aparte afwerkingsset” in.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
5 U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren te
klikken.
Zie “Instellingen voor omslagmedia definiëren” op pagina 40 voor meer informatie.
6 U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door op
Nieuw paginabereik te klikken.
Zie “Media definiëren voor specifieke pagina’s” op pagina 40 voor meer informatie.
7 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Zie “Blanco pagina’s invoegen” op pagina 41 voor meer informatie.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION40
8 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de
lijst Definitie gemengde media en klikt u vervolgens op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
9 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK
om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
OPMERKING: U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
INSTELLINGENVOOROMSLAGMEDIADEFINIËREN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie Zelfde
instellingen toepassen op voor- en achteromslag in. Als u aparte media-instellingen wilt
definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de optie Vooromslag of Achteromslag in.
3 Geef naar wens andere instellingen op.
4 Geef bij Omslagpaginamodus op hoe u de inhoud wilt laten afdrukken op de omslag. U kunt
opgeven dat u alleen op de voorkant wilt afdrukken, alleen op de achterkant of op beide
kanten van de omslag.
5 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor voor-/achteromslagen hebben voorrang op instellingen die worden
gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
MEDIADEFINIËRENVOORSPECIFIEKEPAGINA’S
1 Klik op Nieuw paginabereik in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2 Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld:
3,9–14,18).
3 Geef naar wens andere instellingen op.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt.
4 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
5 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION41
BLANCOPAGINA’SINVOEGEN
1 Klik op Nieuw tussenvel in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste pagina in het document, de laatste pagina in het document of als
een pagina met een specifiek nummer.
3 Geef naar wens andere instellingen op voor de blanco pagina.
4 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
5 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command
WorkStation voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de
Integrated Fiery Color Server
Als u geen verbinding kunt maken met de Integrated Fiery Color Server of de Integrated Fiery
Color Server niet kunt vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de
netwerkbeheerder. Mogelijk moet de beheerder uw netwerkverbinding controleren en de
instellingen op de servers bekijken waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het
nodig zijn de Integrated Fiery Color Server opnieuw te configureren.
Als u verbinding kunt maken met de Integrated Fiery Color Server via een ander
hulpprogramma, moet u mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de
Integrated Fiery Color Server opnieuw configureren (zie pagina 34).
Als u de Integrated Fiery Color Server hebt geconfigureerd en clientcomputers en
netwerkservers hebt ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een
testpagina af. Als u wel een testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt
afdrukken vanaf een externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de
netwerkverbinding te controleren.
COMMAND WORKSTATION, MACINTOSH EDITION42
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command
WorkStation niet reageert.
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden
weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een
opdracht met de Ctrl-toets gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de
Integrated Fiery Color Server offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATIONGEFORCEERDAFSLUITEN
1 Druk op Command-Option-Escape en gebruik het dialoogvenster Programma’s geforceerd
verlaten om Command WorkStation te sluiten.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de Integrated Fiery Color Server los, sluit de kabel
weer aan en probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de Integrated Fiery Color Server opnieuw starten.
SCAN
SCAN43
Scan is een verzameling softwareonderdelen die u in staat stellen documenten te scannen
vanaf de glasplaat van de digitale pers of de automatische documentinvoer van de digitale pers
(ADF) en de gescande afbeeldingen te verzenden naar specifieke bestemmingen. Scan bestaat
uit de volgende onderdelen:
•
Remote Scan omvat de TWAIN-invoegtoepassing. Remote Scan stelt u in staat een
scanbestand op afstand op te halen vanaf een digitale pers.
Scan naar e-mail stelt u in staat het scanbestand via e-mail te verzenden als bijlage of URL.
•
•
Scan naar FTP stelt u in staat het scanbestand te verzenden naar een FTP-server.
Scan naar Internet-fax stelt u in staat het scanbestand als fax te verzenden naar een
•
e-mailadres.
•
Scan to Mailbox (Scannen naar postvak) stelt u in staat te scannen naar een postvak op
de Integrated Fiery Color Server, vanwaaruit het scanbestand kan worden opgehaald.
Scan to Hold queue (Scannen naar blokkeringswachtrij) stelt u in staat te scannen naar
•
de blokkeringswachtrij van de Integrated Fiery Color Server om documenten samen te
voegen en te bewerken.
WebTool Documenten stelt u in staat gescande taken op te halen vanuit postvakken op
•
de Integrated Fiery Color Server.
SCAN44
Remote Scan installeren en configureren
In de volgende secties wordt beschreven hoe u Remote Scan moet installeren en configureren.
Nadat u verbinding hebt gemaakt met de Integrated Fiery Color Server, kunt u de Help
openen vanuit Remote Scan.
Remote Scan installeren
Voor de installatie en het gebruik van de toepassing Remote Scan en de TWAINinvoegtoepassing hebt u een Windows- of Mac OS-computer met een netwerkverbinding
nodig. Raadpleeg Wel ko m voor een gedetailleerd overzicht van de systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Remote Scan bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware.
Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 12 en
“Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer” op pagina 14 voor meer
informatie over het installeren van Remote Scan.
Remote Scan configureren
De eerste keer dat u Remote Scan start, moet u de verbinding met de Integrated Fiery Color
Server configureren. U moet het juiste IP-adres kennen voor u de verbinding kunt
configureren. Zorg dat de Integrated Fiery Color Server geregistreerd is op een Domain Name
Server (DNS) op uw netwerk. Wanneer u Remote Scan opent, wordt het dialoogvenster Scan
Configuratie weergegeven. Voor informatie over de eerste instelling van de verbinding met de
Integrated Fiery Color Server, zie “De verbinding met de Integrated Fiery Color Server” op
pagina 45.
Raadpleeg de Help van Remote Scan voor volledige instructies over het configureren en
aanpassen van de verbinding met de Integrated Fiery Color Server.
Als u reeds eerder een verbinding met de Integrated Fiery Color Server hebt geconfigureerd,
wordt deze weergegeven in het hoofdvenster van Remote Scan en kunt u onmiddellijk een
scan starten, scans ophalen die via het bedieningspaneel van de digitale pers zijn gestart of de
Help van Remote Scan openen.
SCAN45
DEVERBINDINGMETDE INTEGRATED FIERY COLOR SERVER
1 Als u Remote Scan voor het eerst start, verschijnt het configuratievenster automatisch. Typ
het IP-adres of de DNS-naam van de afdrukserver in het tekstveld Servernaam (of IP-adres).
2 Selecteer Bijnaam gebruiken om een andere naam te typen om de Integrated Fiery Color
Server te onderscheiden. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de servernaam van
de Integrated Fiery Color Server.
3 Typ de naam van het apparaat waarmee de Integrated Fiery Color Server is verbonden.
U kunt een willekeurige naam toewijzen aan de apparaatnaam.
4 Klik op de groene pijl om de Integrated Fiery Color Server aan de lijst My Fiery toe te voegen.
5 Klik op OK.
DE HELPVAN REMOTE SCANOPENEN
1 Start Remote Scan of open de invoegtoepassing Remote Scan.
2 Maak verbinding met de Integrated Fiery Color Server die al is geconfigureerd.
3 Klik op de knop Help.
4 Gebruik de deelvensters Inhoud, Index of Zoeken om de Help-onderwerpen voor Remote Scan
te bekijken.
Werken met Remote Scan
Met Fiery Remote Scan en de TWAIN-invoegtoepassing kunt u scanbestanden ophalen op
afstand door een postvak te openen dat is ingesteld in de rubriek Gebruikers en groepen van
WebTools Configure. U kunt het scanbestand openen in een hosttoepassing, bijvoorbeeld
Adobe Photoshop en het scanbestand verzenden naar een postvak, de blokkeringswachtrij of
een e-mailadres. Alle scanbestanden worden opgeslagen op de vaste schijf van de Integrated
Fiery Color Server en opgehaald via het netwerk.
Volledige instructies over het gebruik van Remote Scan en de TWAIN-invoegtoepassing vindt
u in de Help van Remote Scan. Hoewel de Help instructies bevat voor het starten van
scantaken via Remote Scan, wordt deze functie niet ondersteund voor de Integrated Fiery
Color Server. Het scannen wordt gestart vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
SCAN46
Scannen vanaf de digitale pers
Scantaken worden gestart op het bedieningspaneel van de digitale pers en opgeslagen in een
postvak op de Integrated Fiery Color Server voor ophalen op afstand, of verzonden vanaf de
Integrated Fiery Color Server via e-mail, Internetfax, FTP of SMB. Scantaken kunnen uit een
postvak worden opgehaald met de WebTool Documenten of de toepassing Remote Scan.
De Integrated Fiery Color Server gebruikt Scaninstellingen, of scansjablonen, om te bepalen
hoe een document moet worden gescand en naar waar het moet worden verzonden. Elke
scansjabloon wordt vermeld in het gebied Network Scanning (Netwerkscannen) van het
bedieningspaneel van de digitale pers. Om een document te scannen moet u een van de
scansjablonen van het bedieningspaneel van de digitale pers gebruiken. Een aantal
standaardscansjablonen worden met de Integrated Fiery Color Server meegeleverd. U kunt
een gekopieerde scansjabloon in het bedieningspaneel van de digitale pers aanpassen of een
nieuwe scansjabloon maken in de WebTool Scaninstellingen.
Scanworkflows
Elke gebruiker kan een scantaak starten op de digitale pers door een van de
standaardscansjablonen van het gebied Network Scanning (Netwerkscannen) van het
bedieningspaneel van de digitale pers te kiezen. De scantaak kan dan uit een “gastpostvak”
worden opgehaald met de WebTool Documenten of de toepassing Remote Scan. Er zijn
verschillende standaardscansjablonen beschikbaar, waarvan sommigen vergrendeld zijn en
andere bewerkt kunnen worden. Zie “Standaardscaninstellingen” op pagina 47 voor meer
informatie.
U kunt een andere bestemming opgeven voor een bewerkbare standaardscansjabloon in het
tabblad Scan of het gebied Web Applications (Webtoepassingen) van het bedieningspaneel
van de digitale pers en deze als een nieuwe scansjabloon opslaan. Vervolgens kunt u deze
nieuwe scansjabloon in de lijst in het gebied Network Scanning (Netwerkscannen) van het
bedieningspaneel van de digitale pers selecteren. Zie “Scaninstellingen wijzigen op de digitale
pers” op pagina 49 voor meer informatie.
De beheerder van de Integrated Fiery Color Server kan in WebTools Scaninstellingen een
standaardscansjabloon maken die andere gebruikers niet kunnen bewerken. De administrator
kan het eigendomsrecht van deze nieuwe scansjabloon aan een bestaande gebruiker toewijzen.
De beheerder of de gebruiker die eigenaar is van de scansjabloon, kan de
documentinstellingen en de bestemmingen ervan definiëren. Vervolgens kan de sjabloon
worden geselecteerd in de lijst van het gebied Network Scanning (Netwerkscannen) van het
bedieningspaneel van de digitale pers.
SCAN47
De beheerder kan postvakken voor scantaken instellen in Gebruikers en groepen van
WebTools Configure. De beheerder behoort tot de groep “admin”. Ook Gast en Operator zijn
standaardgroepen op de Integrated Fiery Color Server. Een postvak wordt ingesteld door
gebruikersnamen aan een groep met Fiery postvakrechten toe te voegen. De beheerder kan
ook gebruikers van een LDAP-adresboek toevoegen. Beheerders kunnen alle sjablonen van
Scaninstellingen bekijken en beheren, sjablonen wissen en de gebruikersnaam/het postvak
voor een specifieke sjabloon van Scaninstellingen wijzigen. Beheerders kunnen ook alle
postvakken bekijken in WebTools Documenten en de scantaken die naar postvakken worden
verzonden, beheren.
OPMERKING: Om u als beheerder bij WebTools Documenten aan te melden, moet u als
gebruikersnaam “admin” invoeren.
Standaardscaninstellingen
Als u een scantaak vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers wilt starten, kiest u een
sjabloon met scaninstellingen. De Integrated Fiery Color Server wordt geleverd met een aantal
standaardsjablonen met scaninstellingen, die u kunt kiezen in het bedieningspaneel van de
digitale pers.
Vergrendelde standaardsjablonen die u niet kunt wijzigen, zijn:
• (ColorCal): voor kalibratie van de Integrated Fiery Color Server.
• (bw): voor zwart-witdocumenten
• (color): voor documenten in kleur
• (grayscale): voor documenten met grijswaarden, zoals zwart-witfoto’s
Standaardgastsjablonen die u kunt wijzigen, zijn:
• COLOR0GUEST
•GRAYSCALE0GUEST
• BW0GUEST
U kunt een nieuwe sjabloon maken op basis van een van de standaardgastsjablonen door deze
te hernoemen en aan te passen op de digitale pers of door deze te wijzigen in WebTools
Scaninstellingen. U kunt de bestemmingen wijzigen op de digitale pers of in WebTools
Scaninstellingen. U kunt de scaninstellingen wijzigen in WebTools Scaninstellingen.
OPMERKING: U kunt de kleurmodusinstelling niet wijzigen als u een nieuwe scansjabloon
baseert op een van de standaardgastsjablonen van de Integrated Fiery Color Server of op een
sjabloon die u hebt gemaakt in WebTools Scaninstellingen.
Raadpleeg de Help van WebTools Scaninstellingen en “Scaninstellingen in WebTools
wijzigen” op pagina 51 voor meer informatie over het maken van scansjablonen.
Raadpleeg de Help van WebTools Configure voor informatie over het instellen van gebruikers
en postvakken.
SCAN48
Met standaardscaninstellingen scannen
Wanneer u een scantaak van het digitale pers start, kiest u een sjabloon met scaninstellingen in
de lijst die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de digitale pers.
EENDOCUMENTVANDEDIGITALEPERSSCANNEN
1 Druk op het pictogram All Services (Alle services) rechtsboven op het bedieningspaneel van
de digitale pers.
2 Druk op Network Scanning (Netwerkscannen).
3 Selecteer de sjabloon die u wilt gebruiken.
Alle sjablonen van Scaninstellingen worden weergegeven.
4 Indien gewenst kunt u opties kiezen in het deelvenster Algemene Instellingen, alsook in de
deelvensters Beeldkwaliteit, Opmaakaanpassing en Uitvoerformaat.
OPMERKING: U kunt geen kleurmodusinstellingen wijzigen voor de standaardsjablonen of de
daarvan afgeleide sjablonen.
Wanneer u opties in de deelvensters Beeldkwaliteit, Opmaakaanpassing en Uitvoerformaat
kiest, moet u op Opslaan klikken. Documentinstellingen die u op het bedieningspaneel van
de digitale pers selecteert voor het scannen van een document, worden alleen opgeslagen en
toegepast voor de scantaak die u aan het uitvoeren bent. Nadat de scantaak is uitgevoerd,
keren de instellingen terug naar de oorspronkelijke instellingen voor deze scansjabloon.
Raadpleeg de documentatie bij uw digitale pers voor meer informatie over de
documentinstellingen op de digitale pers.
5 Druk op de groene startknop aan de voorkant van de digitale pers.
6 Gebruik Remote Scan of WebTools Documenten om uw scantaak op te halen.
OPMERKING: Het standaardpostvak voor alle standaardscaninstellingen is gast.
SCAN49
Scaninstellingen wijzigen op de digitale pers
Alle gebruikers kunnen de scaninstellingen van gasteigenaars wijzigen op de digitale pers.
Wanneer u een scansjabloon kiest in het gebied Web Applicaties (Webtoepassingen) van het
bedieningspaneel van de digitale pers, kunt u de naam van de sjabloon wijzigen om een
nieuwe sjabloon te maken en vervolgens alle bestemmingen van de scaninstellingen bewerken.
Wanneer u een standaardsjabloon als basis voor een nieuwe sjabloon gebruikt, kunt de
scankleur van de oorspronkelijke sjabloon niet wijzigen. U moet dus de te gebruiken sjabloon
kiezen op basis van de kleur: kleur, zwart-wit of grijswaarden.
1 Druk op het pictogram All Services (Alle services) rechtsboven op het bedieningspaneel van
de digitale pers.
2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen).
3 Druk op het tabblad Scannen.
OPMERKING: Alleen de scaninstellingen van gasteigenaars worden weergegeven. “Gasteigenaar”
betekent dat deze werden gemaakt met de gebruikersnaam “gast” en dat de scans naar het
gastpostvak worden verzonden.
4 Als u het doelpostvak voor een van de scaninstellingen van de gasteigenaars wilt wijzigen,
moet u zich als beheerder aanmelden.
Daarvoor klikt u op Aanmelden, selecteert u Beheerder en voert u het beheerderswachtwoord
in.
5 Selecteer een sjabloon voor scaninstellingen.
6 Om de bestemmingsinstellingen van een scansjabloon te bekijken, drukt u op de twee pijlen
links van de scansjabloonnaam.
De scanbestemmingen voor deze sjabloon worden weergegeven.
7 Om de documentinstellingen van een sjabloon te bekijken, drukt u op de pijl rechtsboven in
het venster.
De Documentinstellingen worden weergegeven.
8 Klik op OK om terug te keren naar de pagina Scansjablonen.
9 Als u een scansjabloon wilt maken, klikt u op de knop Bewerken voor de sjabloon die u als
basis wilt gebruiken.
10 Voer een nieuwe naam in het veld Naam voor de Scaninstellingen in.
De gebruikersnaam voor alle scansjablonen die in Web Applications (Webtoepassingen) op
het bedieningspaneel van de digitale pers wordt weergegeven, is “gast” en kan niet worden
gewijzigd door gebruikers met gasttoegang. Wanneer u zich als beheerder aanmeldt, kunt u de
gebruikersnaam wijzigen. Als Beheerder kunt u ook de gebruikersnaam in WebTools
Scaninstellingen wijzigen.
OPMERKING: De naam van de nieuwe scansjabloon mag alleen uit hoofdletters en cijfers
bestaan. Kleine letters en speciale tekens mogen niet worden gebruikt.
SCAN50
11 Als u dat wilt, kunt u een beschrijving invoeren in het veld Beschrijving.
12 Kies een van de volgende bestemmingen:
• Postvak stelt u in staat om het scanbestand te verzenden naar een Postvak dat u kiest in
WebTools Scaninstellingen. U moet het Postvak eerst definiëren als een gebruiker of een
groep met postvakrechten in Gebruikers en groepen van WebTools Configure. De
standaardpostvakken zijn: admin, operator en gast.
•
E-mail stelt u in staat het scanbestand via e-mail te verzenden. In de instellingen bepaalt de
beheerder hoe groot de bijlage maximaal mag zijn. Als de bijlage die maximumgrootte
overschrijdt, verzendt de Integrated Fiery Color Server het als URL. Raadpleeg
Configuratie en instellingen voor meer informatie.
•
Internetfax stelt u in staat het scanbestand per e-mail via een faxserver naar een analoog
faxapparaat te verzenden. Het scanbestand wordt geconverteerd naar de
internetfaxindeling. Wanneer u een scanbestand naar internetfax verzendt, moet u het
adres in e-mailindeling invoeren.
FTP stelt u in staat het scanbestand naar een FTP-site te verzenden. Als de beheerder van de
•
Integrated Fiery Color Server in Instelling een proxyserver heeft ingeschakeld, vraagt u de
beheerder om het proxyadres. Mogelijk moet u een gebruikersnaam en het wachtwoord
invoeren. Als de gebruikersnaam blanco is weergegeven, kunt u zich anoniem aanmelden
en hoeft u geen wachtwoord in te voeren.
SMB stelt u in staat het scanbestand naar een netwerkmap of een computer op het netwerk
•
te verzenden met SMB. U moet het domein, de computernaam (servernaam) en de
gedeelde map voor de doelcomputer invoeren om een bestand met SMB te verzenden.
U moet een gebruikersnaam en een wachtwoord invoeren. Als een wachtwoord vereist is,
maar niet wordt ingevoerd, verschijnt er geen foutmelding en wordt het scanbestand niet
naar de bestemming verzonden. Mogelijk was er geen wachtwoord vereist. Vraag aan uw
netwerkbeheerder wat de aanmeldeisen zijn voor SMB-verbindingen op uw netwerk.
13 Druk op Wijzigingen opslaan.
De nieuwe scansjabloon die u zojuist hebt gemaakt, verschijnt in de sjablonenlijst.
14 Druk op het pictogram All Services (Alle services) rechtsboven op het bedieningspaneel van
de digitale pers.
Nadat u de nieuwe sjabloon op het bedieningspaneel van de digitale pers hebt gemaakt, kunt
u documentinstellingen opgeven in het bedieningspaneel van de digitale pers en de scantaak
starten.
SCAN51
Scaninstellingen in WebTools wijzigen
Wanneer u zich aanmeldt bij Scaninstellingen, kunt u alle scansjablonen verbonden aan uw
gebruikersnaam bekijken. U moet postvakrechten van de Integrated Fiery Color Server
hebben en u kunt alleen scansjablonen wijzigen waartoe u toegang hebt.
De beheerder heeft volledige toegang tot alle scansjablonen. Daarnaast kan de beheerder
nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen maken en scansjablonen importeren en exporteren.
Onderstaande procedure geldt voor alle gebruikers.
SCANINSTELLINGENIN WEBTOOLSWIJZIGEN
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server.
3 Klik op het tabblad Scaninstellingen.
4 Meld u aan bij Scaninstellingen.
U hebt geen wachtwoord nodig om u als gast aan te melden. Om u als Beheerder aan te
melden, moet u in het veld gebruikersnaam “admin” invoeren en indien nodig het
beheerderswachtwoord opgeven.
5 Kies de scansjabloon die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
6 Geef de volgende algemene instellingen voor uw scansjabloon op.
• Naam: Geef de naam op die op het bedieningspaneel van de digitale pers en in de lijst van
Scaninstellingen moet worden weergegeven. De naam moet bestaan uit cijfers en/of
hoofdletters en mag geen speciale tekens bevatten.
Beschrijving: Voer een beschrijving van uw scansjabloon in zodat gebruikers de
•
scansjabloon kunnen identificeren in het scanopstartscherm van het afdrukapparaat.
Gebruikersnaam: Geef de naam van de eigenaar van de scansjabloon op. Wanneer u zich
•
aanmeldt bij Scaninstellingen, verschijnen alleen de scansjablonen die overeenstemmen
met uw naam en uw gebruikersnaam.
Die optie kan uitsluitend door een beheerder worden aangepast. De beheerder kan elke
Integrated Fiery Color Server-gebruiker met postvakrechten (met inbegrip van lokale
Integrated Fiery Color Server-gebruikers, LDAP-gebruikers en leden van LDAP-groepen
die postvakrechten hebben) opgeven.
7 Definieer de opties van Scanbestemming voor uw scansjabloon.
8 Definieer de opties van Documentinstellingen voor uw scansjabloon.
9 Definieer de opties van Scanverbetering voor uw scansjabloon.
10 Klik op Opslaan om uw scansjabloon op te slaan.
U moet ten minste één scanbestemming opgeven om de scansjabloon te kunnen opslaan.
11 Klik op Annuleren om uw wijzigingen te annuleren en terug te keren naar het hoofdvenster
van Scaninstellingen.
12 Om veranderingen in de scansjabloon ongedaan te maken, klikt u op Reset.
SCAN52
Scaninstellingen in WebTools maken
Via Scaninstellingen kunnen gebruikers met beheerderstoegang niet alleen scansjablonen
bewerken, maar ook nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen maken. Beheerders kunnen
ook scansjablonen wissen en gebruikersnamen voor een sjabloon met scaninstellingen
wijzigen.
EENNIEUWESCANSJABLOONIN WEBTOOLSMAKEN
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server.
3 Klik op het tabblad Scaninstellingen.
4 Meld u aan bij Scaninstellingen.
Om u als Beheerder aan te melden, moet u in het veld gebruikersnaam “admin” invoeren en
indien nodig het beheerderswachtwoord opgeven.
5 Klik op het pictogram Nieuw.
6 Geef de instellingen voor uw scansjabloon op.
7 Klik op Opslaan om uw scaninstellingen op te slaan.
Scantaken ophalen
U kunt scantaken uit een postvak ophalen met WebTools Documenten of Remote Scan.
Raadpleeg “Werken met Remote Scan” op pagina 45 voor meer informatie over Remote
Scan. Raadpleeg pagina 61 voor informatie over het gebruik van WebTools.
FIERY BRIDGE
FIERY BRIDGE53
Fiery Bridge is een toepassing waarmee u rechtstreeks toegang kunt krijgen tot gescande
documenten in uw postvak op de Fiery vanaf een Windows XP-clientcomputer.
Fiery Bridge maakt uw postvak toegankelijk alsof het een gewoon netwerkstation is, zodat u
kunt vanuit Windows door de inhoud bladeren. U kunt een gescand document openen
vanuit een geschikte toepassing op uw computer, op dezelfde wijze als u een bestand op uw
computer opent.
Fiery Bridge is een alternatief voor het overbrengen van gescande documenten vanuit een
Fiery met Remote Scan of WebTools en kan uw scanworkflow vereenvoudigen. U kunt Fiery
Bridge zelfs gebruiken in combinatie met Hot Folders om een workflow te automatiseren.
Fiery Bridge installeren
Installeer Fiery Bridge op een Windows XP-computer met een netwerkverbinding naar de
Integrated Fiery Color Server. Raadpleeg Welkom voor een volledige lijst met
systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Fiery Bridge bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, leest u eerst de richtlijnen door in “Installatie
voorbereiden op Windows-computers” op pagina 10.
Zie “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 12 voor de
installatie van Fiery Bridge.
Fiery Bridge configureren
Als u Fiery Bridge wilt gebruiken, moet u de verbinding met de Integrated Fiery Color Server
configureren door de volgende taken uit te voeren:
• Een of meer Integrated Fiery Color Server-servers opgeven waartoe u toegang wilt krijgen.
• Instellingen configureren voor elke server.
Details worden in de volgende procedures beschreven.
FIERY BRIDGE54
Servers opgeven
Wanneer u Fiery Bridge voor de eerste keer start, is de lijst met servers leeg. U moet de servers
zoeken op het netwerk en deze toevoegen.
FIERY BRIDGESTARTEN
• Kies Start > Alle programma’s > Fiery > Fiery Bridge of dubbelklik op de snelkoppeling voor
Fiery Bridge op het bureaublad.
EENSERVERTOEVOEGENAAN FIERY BRIDGE
1 Klik op Server toevoegen.
2 Als de Integrated Fiery Color Server die u wilt toevoegen in de lijst van beschikbare printers
wordt weergegeven, selecteert u de Integrated Fiery Color Server en klikt u op OK.
Als de Integrated Fiery Color Server die u wilt toevoegen niet in de lijst van
beschikbare printers wordt weergegeven, selecteert u Voer printernaam of IP-adres in, typt
u de DNS-naam of het IP-adres van de Integrated Fiery Color Server en klikt u op OK.
De Integrated Fiery Color Server wordt op het netwerk gezocht en toegevoegd aan de lijst
van servers.
EENSERVERVERWIJDERENUIT FIERY BRIDGE
1 Selecteer de Integrated Fiery Color Server-server in de lijst.
2 Klik op Verwijderen.
3 Klik op OK om het verwijderen te bevestigen.
Serverinstellingen configureren
U kunt instellingen configureren voor elk van de servers in de lijst. Momenteel is de enige
instelling de bestandsindeling (PDF of TIFF) voor een gescand document. Gescande
documenten bevinden zich niet op de Integrated Fiery Color Server-server in PDF- of TIFFindeling. Wanneer u echter een gescand document met Fiery Bridge overbrengt van een
Integrated Fiery Color Server naar uw computer, wordt het document geconverteerd
naar PDF- of TIFF-indeling, afhankelijk van de instelling die u configureert.
DEINSTELLINGVOORBESTANDSINDELINGVOORDE INTEGRATED FIERY COLOR SERVERCONFIGUREREN
1 Selecteer de Integrated Fiery Color Server-server in de lijst.
2 Klik op Instellingen.
3 Kies PDF of TIFF in de vervolgkeuzelijst Bestandsindeling.
4 Klik op OK.
FIERY BRIDGE55
Fiery Bridge gebruiken
Wanneer u Fiery Bridge installeert, wordt een Fiery-pictogram toegevoegd aan het venster
Deze computer op het bureaublad. Wanneer u een Integrated Fiery Color Server-server
toevoegt aan Fiery Bridge, wordt een map voor deze server toegevoegd onder het Fierypictogram. De map voor de server bevat weer een map Mijn documenten waarin zich de
documenten uit uw postvak op de Integrated Fiery Color Server bevinden.
De gescande documenten worden weergegeven als normale bestanden met een PDF- of TIFFindeling (afhankelijk van de instelling voor bestandsindeling). Deze bestanden bevinden zich
echter niet werkelijk op uw computer. Standaard wordt een gescand document pas
overgebracht naar uw computer wanneer u het opent in een toepassing op uw computer of het
kopieert naar uw computer.
U kunt een gescand document niet weer opslaan in het postvak op de Integrated Fiery Color
Server. U moet het opslaan als een nieuw document op uw computer. Het gescande
document op de Integrated Fiery Color Server blijft ongewijzigd.
U kunt toegang krijgen tot gescande documenten door te bladeren vanaf het bureaublad,
vanuit een toepassing of vanuit het hoofdvenster van Fiery Bridge.
Vanuit een toepassing kiest u Bestand > Openen en bladert u naar Deze computer.
2 Open het Fiery-pictogram onder Deze computer.
3 Open onder het Fiery-pictogram de map met dezelfde naam als de Fiery die het gescande
document bevat.
4 Als een gebruikersnaam en wachtwoord worden gevraagd, typt u deze en klikt u op
Aanmelden.
Schakel Gebruikersinformatie opslaan in voordat u op Aanmelden klikt als u wilt dat uw
gebruikersnaam en wachtwoord in de toekomst automatisch worden ingevuld, zelfs als u de
computer opnieuw opstart.
5 Open Mijn documenten onder de map met dezelfde naam als de Integrated Fiery Color Server
die het gescande document bevat.
De lijst met gescande document wordt weergegeven.
6 Als u vanaf het bureaublad hebt gebladerd, kunt u dubbelklikken op een document om dit te
openen in de standaardtoepassing of een document selecteren en naar een andere map
kopiëren.
Als u vanuit een toepassing hebt gebladerd, kunt u een document selecteren en klikken op
Openen.
Een document wordt pas overgebracht naar uw computer wanneer u het opent of kopieert.
1 Dubbelklik in het hoofdvenster van Fiery Bridge op de Integrated Fiery Color Server waartoe
u toegang wilt krijgen.
2 Als een gebruikersnaam en wachtwoord worden gevraagd, typt u deze en klikt u op
Aanmelden.
Schakel Gebruikersinformatie opslaan in voordat u op Aanmelden klikt als u wilt dat uw
gebruikersnaam en wachtwoord in de toekomst automatisch worden ingevuld, zelfs als u
de computer opnieuw opstart.
De map Mijn documenten voor de Integrated Fiery Color Server die de gescande
documenten bevat, wordt geopend in Windows Explorer.
Postvaksynchronisatie
Als u wilt dat gescande documenten naar uw computer worden overgebracht zodra deze
beschikbaar zijn (bijvoorbeeld om een bepaalde workflow mogelijk te maken), kunt u
postvaksynchronisatie instellen. Met postvaksynchronisatie wordt een gescand document
zodra dit wordt gemaakt, overgebracht naar uw computer in een bepaalde map (een andere
dan de map Mijn documenten voor de server). Als een gescand document uit uw postvak op
de Integrated Fiery Color Server wordt verwijderd, wordt het bestand ook uit de map op uw
computer verwijderd.
POSTVAKSYNCHRONISATIEVOOREEN FIERYCONFIGUREREN
1 Selecteer de Integrated Fiery Color Server-server in de lijst.
2 Klik op Postvaksynchronisatie.
Het dialoogvenster Postvaksynchronisatie wordt weergegeven.
3 Schakel Postvaksynchronisatie in.
4 Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de Integrated Fiery Color Server.
5 Klik op Testverbinding om uw verbinding met de Integrated Fiery Color Server te testen.
Fiery Bridge probeert verbinding te maken met de Integrated Fiery Color Server met
de gegevens die u hebt opgegeven en toont het resultaat.
6 Als PaperPort op uw computer is geïnstalleerd, kunt u Toevoegen aan PaperPort selecteren.
Selecteer deze optie om in PaperPort een snelkoppeling naar uw postvak op de Integrated
Fiery Color Server toe te voegen.
7 Klik op OK.
OPMERKING: De padnaam van de map waarnaar gescande documenten worden overgebracht,
wordt in het dialoogvenster Postvaksynchronisatie weergegeven. U kunt de locatie van deze
map niet wijzigen.
FIERY BRIDGE57
Toegang krijgen tot een ander postvak
Als u zich bij een Integrated Fiery Color Server hebt aangemeld, blijft u aangemeld totdat u
zich afmeldt bij de Windows-sessie. Als u toegang wilt krijgen tot een ander postvak op
dezelfde Integrated Fiery Color Server, moet u zich als een andere gebruiker aanmelden.
3 Klik met de rechtermuisknop onder het Fiery-pictogram op de map met dezelfde naam als de
Integrated Fiery Color Server waartoe u toegang wilt krijgen en klik op Aanmelden als.
4 Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord en klik op Aanmelden.
WebTools openen
U kunt WebTools openen voor elke Integrated Fiery Color Server die u aan Fiery Bridge hebt
toegevoegd.
WEBTOOLSOPENENVANUIT FIERY BRIDGE
1 Selecteer de Integrated Fiery Color Server-server in de lijst in het hoofdvenster van
Fiery Bridge.
2 Klik op WebTools.
De standaardbrowser wordt gestart en naar de geselecteerde Integrated Fiery Color Server
gestuurd.
HOT FOLDERS
HOT FOLDERS58
Hot Folders is een hulpprogramma dat u in staat stelt veelgebruikte afdrukopties bij het
afdrukken van PostScript- en PDF-bestanden op de Integrated Fiery Color Server op te slaan
en opnieuw te gebruiken. Met Hot Folders kunt u het volgende doen:
• Speciale mappen (hot folders) maken waarmee specifieke afdrukinstellingen en
afdrukwachtrijen worden toegewezen aan taken
• Taken afdrukken op de Integrated Fiery Color Server door deze naar hot folders op het
bureaublad van uw computer te slepen
• De status van taken controleren die naar hot folders zijn verzonden
Hot Folders installeren
Het installatieprogramma voor Hot Folders bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op pagina 10.
Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 12 voor de
installatie van Hot Folders op een Windows-computer. Zie “Gebruikerssoftware installeren
op een Mac OS-computer” op pagina 14 voor de installatie van Hot Folders op een Mac OS-
computer.
Hot Folders gebruiken
Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Hot Folders
kunt u vinden in de Help van Hot Folders.
DE HELPVAN HOT FOLDERSOPENEN
1 Start Hot Folders.
2 Kies Help > EFI Hot Folders Help.
HOT FOLDERS59
Extra functies
In de volgende sectie wordt beschreven hoe u extra functies van Hot Folders kunt gebruiken
die niet worden behandeld in de Help van Hot Folders.
Documentinstelling handhaven
Als u taakinstellingen definieert voor een nieuwe Hot Folder en het venster
Taakeigenschappen opent, wordt de standaardwaarde voor veel instellingen weergegeven als
Documentinstelling handhaven. Met deze instelling kunt u de taakeigenschappen bewaren
die u hebt ingesteld bij het maken van de oorspronkelijke taak in de toepassing.
Over Hot Folders-filters
Met Hot Folders-filters kunt u bepaalde bestanden converteren naar PostScript of PDF, of
voor bestanden een Preflight-controle op conformiteit uitvoeren. De bestandsconversie en De
bestandsconversie en de Preflight-controle vinden plaats op uw computer in Hot Folders,
waar de Integrated Fiery Color Server-hulpmiddelen worden opgeslagen. U kunt bestanden
direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het programma te starten waarin die zijn
gemaakt.
De filter PDF naar PS gebruiken
De filter PDF naar PS is standaard. De filter PDF naar PS accepteert PDF-bestanden
(versies 1.2 tot en met 1.7) en voert PostScript-bestanden uit.
OPMERKING: De filter converteert PDF v1.2-bestanden naar PDF v1.7-bestanden en
vervolgens naar PostScript Level 3-bestanden, voordat deze naar de Integrated Fiery Color
Server worden verstuurd.
OPMERKING: Deze filter wordt niet ondersteund op Mac OS X.
Microsoft Office-filters voor Hot Folders
Met de functie Microsoft Office-filters voor Hot Folders kunt u bepaalde MS Officebestandsindelingen converteren naar PostScript. De bestandsconversie vindt plaats op uw
computer in Hot Folders, waar de Integrated Fiery Color Server-hulpmiddelen worden
opgeslagen. U kunt bestanden direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het
programma te starten waarin die zijn gemaakt.
De Microsoft Office-filters hebben geen opties die u kunt configureren. U moet echter wel de
volgende versies van elke toepassing hebben en Acrobat Distiller moet zijn geïnstalleerd om de
bestanden naar PostScript-bestanden te kunnen converteren.
• Microsoft Excel 2000 of hoger
• Microsoft Publisher 2002 of hoger
HOT FOLDERS60
• Microsoft PowerPoint 2000 of hoger
• Microsoft Word 2000 of hoger
OPMERKING: Office 2007-filters worden niet ondersteund.
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder
Eerst geeft u de filterinstellingen en opties voor uw Hot Folder op; vervolgens sleept u de
gewenste bestandsindelingen naar uw Hot Folder en zet u deze daar neer om de conversie te
starten.
Open het dialoogvenster Filterinstellingen onder het dialoogvenster Mapeigenschappen.
EENFILTERINSTELLINGSELECTEREN
1 Selecteer in het Hot Folders Configuratiescherm de Hot Folder en klik op Eigenschappen.
2 Selecteer Filterinstellingen en klik op Definiëren.
Het dialoogvenster Filterinstellingen wordt geopend. Hier kunt u de filter selecteren.
Voor Windows hebben de filters een kleurcode. Exclusieve filters zijn blauw en niet-exclusieve
filters zijn zwart.
Als u een exclusieve filter selecteert, kunt u geen andere filter selecteren. Microsoft Officefilters zijn niet-exclusieve filters. U kunt er dus zoveel selecteren als u wilt.
3 U kunt alle PostScript-bestanden automatisch converteren naar PDF door PS converteren
naar PDF en een taakoptie te selecteren in de keuzelijst Distiller-profiel in het deelvenster
PostScript->PDF normalisatie.
4 Klik op OK.
WEBTOOLS
WEBTOOLS61
WebTools stelt u in staat uw Integrated Fiery Color Server op afstand te beheren via het
internet of uw bedrijfsintranet. Vanaf de homepage van Integrated Fiery Color Server kunt
u een keuze maken uit de volgende WebTools:
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de
•
Integrated Fiery Color Server.
Downloads stelt externe gebruikers in staat installatieprogramma’s (voor
•
printerstuurprogramma’s, PPD’s en andere software) rechtstreeks te downloaden van de
Integrated Fiery Color Server.
Documenten stelt externe gebruikers in staat toegang te krijgen tot taken op de Integrated
•
Fiery Color Server via het internet of intranet.
•
Configure stelt de beheerder van de Integrated Fiery Color Server in staat op afstand
instellingsopties te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer.
Scaninstellingen geeft de beheerder van de Integrated Fiery Color Server de mogelijkheid
•
om scansjablonen aan te maken.
WebTools instellen
De WebTools bevinden zich op de vaste schijf van de Integrated Fiery Color Server en
vereisen geen speciale installatie. De WebTools moeten echter wel in eerste instantie worden
ingesteld door de beheerder van de Integrated Fiery Color Server.
Voordat netwerkgebruikers toegang kunnen krijgen tot WebTools en deze kunnen gebruiken,
moet de beheerder specifieke opties instellen in Netwerkinstellingen en Printerinstellingen.
Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie over deze specifieke instellingen.
De beheerder moet ook de computers van alle gebruikers voorbereiden voor communicatie
met de Integrated Fiery Color Server via internet of intranet.
WEBTOOLS62
CLIENTCOMPUTERSINSTELLENVOORGEBRUIKVAN WEBTOOLS
1 Activeer het TCP/IP-netwerkprotocol.
2 Controleer of de computer een geldig, uniek IP-adres heeft.
3 Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde internetbrowser is geïnstalleerd.
Raadpleeg Wel ko m voor meer informatie over ondersteunde browsers.
4 Controleer of Java is geactiveerd in uw internetbrowser.
Controleer bovendien of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven
in “Installatie voorbereiden op Windows-computers” op pagina 10.
OPMERKING: Als de clientcomputer onder Windows XP met Service Pack 2 (SP2) draait, is
Pop-upblokkering standaard ingeschakeld. Wanneer deze functie ingeschakeld is, ziet u een
waarschuwing wanneer u WebTools opent en wordt de toegang tot WebTools u ontzegd. Ga
als volgt te werk om toegang te krijgen:
• Wijzig de instelling van Pop-upblokkering door op de waarschuwing te klikken en een van
de selecties te kiezen die verschijnen.
• Schakel Pop-upblokkering in Internet Explorer uit via het menu Extra of in Internet-
opties.
Raadpleeg Help van Internet Explorer of de documentatie van uw Windows-systeem voor
meer informatie.
De homepage van WebTools openen
Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom voor
volledige informatie over browser- en systeemvereisten.
DEHOMEPAGEVAN WEBTOOLSOPENEN
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Integrated Fiery Color Server.
De homepage van Integrated Fiery Color Server wordt weergegeven.
Als de homepage voor de digitale pers wordt weergegeven in plaats van de homepage van
WebTools, klikt u op de koppeling van WebTools.
3 Klik op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
WEBTOOLS63
WebTools gebruiken
In de volgende secties wordt beschreven hoe u WebTools kunt gebruiken.
Begin
Begin biedt u de mogelijkheid taken te bekijken die momenteel worden verwerkt en afgedrukt
op de Integrated Fiery Color Server. De afdruk- en verwerkingsinformatie wordt elke
30 seconden bijgewerkt.
Raadpleeg de Help van WebTools Begin voor volledige instructies over het gebruik van Begin.
Downloads
De WebTool Downloads stelt u in staat installatieprogramma’s (voor stuurprogramma’s,
PPD’s en andere software van de Integrated Fiery Color Server) rechtstreeks te downloaden
van de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg de Help van WebTools Downloads voor volledige instructies over het gebruik
van Downloads.
Documenten
Documenten stelt u in staat toegang te krijgen tot taken op de Integrated Fiery Color Server
via het internet of intranet. U kunt:
• Taken in uw postvak beheren en distribueren.
Postvakken worden ingesteld in de zone Gebruikers en groepen van de WebTool
Configure.
• Taken besturen en wijzigen.
• Taken naar de afdrukserver verzenden.
Raadpleeg de Help van WebTools Documenten voor volledige instructies over het gebruik
van Documenten.
Configure
Configure stelt de beheerder van de Integrated Fiery Color Server in staat op afstand
instellingsopties te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. Raadpleeg
Configuratie en instellingen voor informatie over het gebruik van Configure.
Controleer voordat u Configure gaat gebruiken, of u de procedures voor het voorbereiden van
Configure hebt uitgevoerd die worden beschreven in “Installatie voorbereiden op Windows-
computers” op pagina 10.
Raadpleeg de Help van WebTools Configure voor volledige instructies over het gebruik van
Configure.
WEBTOOLS64
Scaninstellingen
Scaninstellingen geeft de beheerder van de Integrated Fiery Color Server de mogelijkheid om
scansjablonen in te stellen. Deze scansjablonen zijn toegankelijk via het bedieningspaneel van
de digitale pers, door op Network Scanning (Netwerkscannen) of Web Applications
(Webtoepassingen) te drukken. Het bedieningspaneel van de digitale pers van Network
Scanning (Netwerkscannen) toont de standaardscansjablonen van de digitale pers en
eventuele sjablonen die via WebTools Scaninstellingen zijn ingesteld.
EENSCANSJABLOONMAKEN
1 Klik op de homepage van WebTools op de tab Scaninstellingen.
2 Meld u aan als beheerder.
Alleen beheerders kunnen scansjablonen maken.
3 Klik op het pictogram Nieuw.
4 Voer in de zone Algemene instellingen een naam voor uw nieuwe scansjabloon in en
desgewenst een beschrijving.
5 Selecteer in de zone Scanbestemming de gewenste bestemmingen en voer de vereiste
informatie in.
U kunt een scan naar een postvak, een e-mailadres, een FTP-server of een SMB-locatie
verzenden.
6 Selecteer in de zones Documentinstellingen en Scanverbeteringen uw keuzes in de menu’s
voor elke optie.
7 Klik op Opslaan. Klik op Reset om de standaardwaarden te herstellen.
De zojuist gemaakte sjabloon wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de digitale
pers.
Raadpleeg de Help bij WebTools Scaninstellingen voor volledige instructies over het gebruik
van Scaninstellingen.
INDEX
INDEX65
A
ADF (automatische documentinvoer) 43
afdrukken via LPR
in Mac OS 30
in Windows 30
afdrukken via slepen-en-neerzetten 58
B
Begin, WebTool 63
bestandsfilters
instellingen selecteren 60
opgeven 60
C
Configure, WebTool 63
configureren
Command WorkStation, Macintosh
Edition 34
Command WorkStation, Windows
Edition 18
servers 63
verbinding onder Windows 44
virtuele printers 29
WebTools 61, 62