Xerox 700i, 700 Configuration and Setup [nl]

Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox 700 Digital Color Press
®
,
Configuratie en instellingen
© 2008 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45069873 06 juni 2008
INHOUD
INHOUD
INHOUD 3
INLEIDING 7
Terminologie en conventies 7
Over dit document 8
AANSLUITEN OP HET NETWERK 9
EX Print Server op het netwerk 9
Fasen van de installatie op het netwerk 10
Samenvatting van de netwerkinstallatie van de EX Print Server 11
Vereisten voor de instelling van de netwerkserver 12
Windows-netwerken 12
AppleTalk-netwerken 12
UNIX-netwerken 13
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 14
Toegangs- en beheerniveaus 14
Gebruikers en groepen 14
EX Print Server-afdrukverbindingen 17
WebTools 18
Aanvullende beveiligingsfuncties 20
E-mailtoegang tot de EX Print Server beheren 20
IP-adressen en -poorten en MAC-adressen beperken 20
LDAP-authenticatie 20
De netwerkkabel aansluiten op de EX Print Server 21
Achterpaneel van de EX Print Server 21
Ethernetverbinding 21
Over Instelling 22
Instelling vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers 22
Instelling vanaf een netwerkcomputer 22
INHOUD 4
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE
DIGITALE PERS 23
De EX Print Server instellen vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers 23
Toegang krijgen tot opties van Instelling 24
Informatie over de instellingeninterface van het bedieningspaneel van de digitale pers 26
Soorten instellingenschermen 26
Opslaan wijz. bezig 27
Menutabbladen 28
Tabblad Hoofd 28
Tabblad Info 29
Tabblad Scan 30
Tabblad Kalibreren 30
Tabblad Instelling 30
Opties voor Printerinstellingen 31
Algemene instellingen 31
Wachtrijen inschak. 32
PostScript/PCL-instellingen 34
VDP-instellingen 34
Instelling oorspronkelijke documenten 34
Takenlogboek instellen 35
Opties voor Netwerkinstellingen 36
Poortinstellingen 36
TCP/IP-instellingen 38
802.1x-authenticatie-instellingen 44
AppleTalk-instellingen 45
Service-opties 46
SMB (Windows Setup), LPD- en Web instellen 46
Poort 9100- en FTP-instellingen 47
LDAP-instellingen 48
SNMP-instellingen 50
Scaninstelling 52
E-mailinstelling 53
SLP-instelling 55
INHOUD 5
DE FIERY CONTROLLER INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER 56
Configure vanaf een netwerkcomputer openen 56
BESCHRIJVING VAN DE OPTIES VAN INSTELLING 57
Opties van Instelling 57
WEBTOOLS CONFIGUREREN 60
De EX Print Server en computers configureren voor WebTools 60
DE FIERY CONTROLLER BEHEREN 61
Beheerdersfuncties 61
Wachtwoorden instellen 62
Wachtwoorden vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers 62
Wachtwoorden op een netwerkcomputer 63
Het Windows XP-systeemwachtwoord wijzigen 63
Systeemsoftware bijwerken 64
De EX Print Server wissen 64
Externe verbinding met de EX Print Server 65
Instellingen van de EX Print Server herstellen 66
De standaardinstellingen van de EX Print Server herstellen 66
De configuratie van de EX Print Server opslaan en herstellen 66
USB-afdrukken 67
E-mailadresboeken beheren 68
VDP-zoekpad 71
Courante algemene zoekpaden instellen 71
Gebruikers toestaan om een zoekpad voor één taak te definiëren 72
De configuratiepagina afdrukken 73
Optimale prestaties van de EX Print Server onderhouden 73
INHOUD 6
De EX Print Server afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten 74
De EX Print Server afsluiten 74
De EX Print Server rebooten of opnieuw starten 75
PROBLEMEN OPLOSSEN 76
Problemen met de EX Print Server oplossen 76
Runtime-foutberichten 76
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met hulpprogramma’s 77
Kan geen verbinding met de EX Print Server maken met Command WorkStation 78
INDEX 79

INLEIDING

INLEIDING 7
In dit document wordt beschreven hoe u netwerkservers en gebruikerscomputers instelt voor gebruik met de Xerox EX Print Server, ondersteund door Fiery, voor de Xerox 700 Digital Color Press, zodat gebruikers ernaar kunnen afdrukken als een hoogwaardige netwerkprinter. Raadpleeg de documentatie bij deze producten voor algemene informatie over het gebruik van de digitale pers, de computer, de software of het netwerk.
De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van dit document. Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie.
Voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten raadpleegt u Welk om .

Terminologie en conventies

Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers Xerox 700 Digital Color Press
EX Print Server Xerox EX Print Server, ondersteund door Fiery, voor de Xerox 700
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in cursief Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003,
Digital Color Press
Windows Vista
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING 8

Over dit document

Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
• Netwerkconnectoren op de EX Print Server
• Specifieke informatie voor de EX Print Server voor het installeren van netwerkservers
OPMERKING: Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie over netwerkservers.
• Beveiliging van het systeem met niveaus en wachtwoorden
• De EX Print Server instellen vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers
• De EX Print Server instellen vanaf een netwerkcomputer
• De EX Print Server zo instellen dat gebruikers toegang hebben tot WebTools
• De EX Print Server beheren
• Problemen oplossen
Op pagina 61 wordt een overzicht gegeven van beheerdersfuncties die in andere documentatie worden beschreven.
AANSLUITEN OP HET NETWERK 9

AANSLUITEN OP HET NETWERK

Dit hoofdstuk beschrijft de fasen van de installatie van de EX Print Server.

EX Print Server op het netwerk

Wanneer de EX Print Server is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een netwerkprinter. De EX Print Server ondersteunt de volgende netwerkprotocollen (regels waarmee computers op een netwerk met elkaar kunnen communiceren):
• AppleTalk, Bonjour
• TCP/IP, met inbegrip van de protocollen BOOTP, DHCP, FTP, HTTP, IMAP, IPP, IPv4, IPv6, LDAP, LPD, NBT, POP3, Port 9100, SMB, SMTP, SNMP, SNTP en SSL/TLS
Deze protocollen kunnen tegelijkertijd op dezelfde kabel worden gebruikt. Computers die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de ondersteunde protocollen gebruikt. De EX Print Server herkent de protocollen automatisch en behandelt alle verbindingen tegelijkertijd.
AANSLUITEN OP HET NETWERK 10

Fasen van de installatie op het netwerk

De installatie kan worden uitgevoerd door een netwerk- of afdrukbeheerder. Bij een succesvolle installatie doorloopt u de volgende fasen:
1 De netwerkomgeving configureren
Configureer de netwerkservers om de gebruikers toegang te geven tot de EX Print Server als een netwerkprinter. Raadpleeg pagina 12 voor informatie over het configureren van netwerkservers in Windows- en UNIX-netwerkomgevingen wanneer deze specifiek betrekking hebben op de EX Print Server. Raadpleeg de documentatie van uw netwerk voor meer informatie over het gebruik van uw netwerk.
2 De EX Print Server fysiek aansluiten op een werkend netwerk
Maak een netwerkknooppunt voor de EX Print Server. Zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de EX Print Server wordt geïnstalleerd, en sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de EX Print Server. Zie pagina 21 voor meer informatie.
3 De EX Print Server instellen
Configureer de EX Print Server voor uw afdruk- en netwerkomgeving (zie pagina 23 en pagina 56).
4 Gebruikerscomputers voorbereiden op het afdrukken
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer gebruikerssoftware en verbind de gebruikerscomputers met het netwerk. De installatie van de software wordt beschreven in Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS.
5 De EX Print Server beheren
Controleer en onderhoud de systeemprestaties en los mogelijke problemen op (zie “De Fiery
Controller beheren” op pagina 61).
Netwerkserver configureren
Netwerkserver
Aansluiting
EX Print Server
AANSLUITEN OP HET NETWERK 11

Samenvatting van de netwerkinstallatie van de EX Print Server

Configureer de netwerkserver voor EX Print Server­afdrukwachtrijen en EX Print Server-gebruikers.
Maak een netwerkknooppunt klaar. Sluit de EX Print Server aan op het netwerk. Als u de Fiery Advanced Controller Interface gebruikt, moet u deze op het netwerk aansluiten.
EX Print Server instellen
Clientcomputers instellen
Configureer standaardinstellingen voor de opties in de instellingenmenu’s.
Op computers waarop gebruikers afdrukken naar de EX Print Server:
• Installeer de juiste printerbestanden en maak verbinding met een of meer afdrukverbindingen.
• Installeer hulpprogramma’s en een internetbrowser op de computers waar de gebruikers deze zullen gebruiken.
• Controleer de EX Print Server in de lijst met printers.
EX Print Server beschikbaar op het netwerk
AANSLUITEN OP HET NETWERK 12

Vereisten voor de instelling van de netwerkserver

Dit gedeelte verstrekt basisinformatie over het configureren van de EX Print Server en zijn gebruik op het netwerk. Het geeft geen uitleg over de algemene netwerkfuncties voor afdrukken. Het beperkt zich tot informatie die specifiek is voor de EX Print Server. De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van dit document. Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie.
Configureer het netwerk en de servers en zorg dat er een actieve netwerkverbinding is voor u de netwerkinstellingen van de EX Print Server in Instelling configureert. Dit geeft de EX Print Server de mogelijkheid om op het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers te zoeken.
Telkens als u de configuratie van de EX Print Server, de digitale pers of het netwerk op uw locatie verandert, moet u de instellingen aanpassen aan de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere opties in Instelling wijzigt.

Windows-netwerken

• De EX Print Server heeft een geldig IP-adres, subnetmasker en adres van de gateway nodig.
U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of het BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de EX Print Server zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door uw systeem wordt gebruikt.
Als er meerdere EX Print Server-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat de gebruikers direct naar elke verbinding kunnen afdrukken.
• Configureer de EX Print Server met de juiste Windows-domeinnaam.
Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken genoemd.
Om Microsoft Active Directory te gebruiken, moet u de EX Print Server aan een domein toewijzen. Als u de EX Print Server aan een werkgroep toewijst, kunt u Active Directory niet gebruiken.

AppleTalk-netwerken

AppleShare-servers hebben geen speciale configuratie nodig.
U moet Bonjour op de EX Print Server activeren om Mac OS X-computers toegang te geven tot Bonjour-printers.
AANSLUITEN OP HET NETWERK 13

UNIX-netwerken

• Wanneer u een UNIX-werkstation configureert met het LPR-protocol en verbinding maakt met de EX Print Server via een TCP/IP-netwerk, kunt u rechtstreeks afdrukken naar de EX Print Server.
• UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het ’root’-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer.
• De EX Print Server is een printercontroller die ondersteuning biedt voor LPR-protocollen.
• De EX Print Server heeft een externe printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
Ongeacht het UNIX-systeem dat u gebruikt, moet u tijdens de configuratie van het netwerk voor de EX Print Server een van de volgende namen gebruiken voor de externe printer (of het bestand
print hold
rp in het bestand /etc/printcap):
Computers in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de EX Print Server afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar Windows 2000/Server 2003- of UNIX­werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 14

INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN

Als voorbereiding op het afdrukken op uw locatie moet u de EX Print Server configureren (“Instelling”) om de netwerkomgeving op te geven en te bepalen welke soorten afdruktaken u zult uitvoeren. Voordat u met de instelling begint, moet u beslissen welke toegangsniveaus u wilt implementeren, zoals wachtwoorden en andere beveiligingsfuncties van de EX Print Server. Omdat veel van deze beveiligingsfuncties aan elkaar gekoppeld zijn, moet u de informatie in dit hoofdstuk aandachtig lezen om een doeltreffend beveiligingssysteem te plannen en de instelling vervolgens in die zin uitvoeren.

Toegangs- en beheerniveaus

Tijdens het configureren van de EX Print Server in Instelling implementeert u een bepaald beheerniveau door de volgende elementen te configureren:
• Gebruikers en groepen
•Afdrukverbindingen
• Toegang tot WebTools

Gebruikers en groepen

U kunt WebTools Configure gebruiken om gebruikers te maken, wachtwoorden toe te wijzen aan gebruikers, groepen met specifieke privileges te maken en gebruikers aan groepen toe te wijzen. Verscheidene groepen zijn standaard ingesteld en u kunt nieuwe groepen maken. Alle gebruikers in een groep hebben dezelfde rechten.
U kunt niet alleen de gebruikers die u hebt gemaakt, toewijzen aan een groep, maar ook gebruikers toevoegen uit de algemene adreslijst van uw organisatie, indien u LDAP-services hebt ingeschakeld op de EX Print Server.
Het volgende onderwerp is een overzicht dat is ontwikkeld om u te helpen een beveiligingsstrategie voor te bereiden. Raadpleeg de Help van WebTools Configure voor meer informatie, inclusief specifieke procedures.
Gebruikersauthenticatie
De term “gebruikersauthenticatie” betekent dat de EX Print Server controleert of de gebruiker die een taak verzendt, bij een groep hoort en of de groep afdrukprivileges heeft (“Afdrukken in zwart-wit” of “Afdrukken in kleur en zwart-wit”).
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 15
De EX Print Server verplicht standaard geen gebruikersauthenticatie. Zelfs als u wachtwoorden toewijst en gebruikers en de gebruikers toewijst aan groepen, wordt er geen authenticatie uitgevoerd tenzij u het selectievakje Gebruikers toestaan om af te drukken zonder authenticatie uitschakelt (in Configure > Gebruikers en groepen). Als deze optie is geselecteerd, kan iedereen afdrukken naar de EX Print Server.
Als u wilt dat gebruikers hun gebruikersnaam en wachtwoord invoeren (als u het selectievakje Gebruikers toestaan om af te drukken zonder authenticatie hebt uitgeschakeld), moet de gebruikers deze informatie invoeren in het printerstuurprogramma wanneer deze afdrukken. Gebruikers moeten ook hun gebruikersnaam en wachtwoord opgeven als deze bestanden maken vanaf het printerstuurprogramma om deze later af te drukken (zoals een e-mailbijlage die zal worden verzonden naar de EX Print Server).
Omdat taken die via FTP worden verzonden, geen printerstuurprogramma vereisen, kunt u opgeven dat FTP-taken worden geverifieerd (zie Configure > Netwerk > Services > FTP > Wachtwoord vereisen voor afdrukken).
Het Mac OS X-printerstuurprogramma ondersteunt geen authenticatie over het netwerk zoals domein\LDAP-gebruiker. Alleen lokale gebruikers van EX Print Server worden ondersteund. In het veld voor de gebruikersnaam wordt door het Mac OS X-printerstuurprogramma automatisch de aanmeldnaam van het besturingssysteem ingevuld (die de gebruiker kan bewerken). Het Mac OS X-printerstuurprogramma vereist standaard de gebruikersnaam “admin” zonder wachtwoord.
Wachtwoorden
Wanneer u een nieuwe gebruiker maakt in WebTools Configure > Gebruikers en groepen, wijst u een wachtwoord toe aan de gebruiker. In andere gebieden van het systeem kunt u ook wachtwoorden voor de volgende gebieden instellen.
• Standaardbeheerder in de beheerdersgroep
• Standaardoperator in de operatorgroep
• Windows-systeemwachtwoord
OPMERKING: Het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord staan los van het
systeemwachtwoord van Windows.
Het beheerderswachtwoord is standaard ingesteld op de EX Print Server. Wijzig het beheerderswachtwoord regelmatig om de EX Print Server te beschermen tegen willekeurige of opzettelijke wijzigingen van de instellingen. Raadpleeg “Wachtwoorden instellen” op pagina 62 voor meer informatie.
Gebruikers in de beheerdersgroep en de operatorgroep hebben rechten naast de expliciete rechten die u instelt wanneer u groepen maakt. In de volgende secties vindt u voorbeelden van deze privileges.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 16
Beheerdersrechten
Gebruikers in de beheerdersgroep hebben het hoogste beheerniveau. De beheerdersrechten omvatten:
• De EX Print Server configureren met de WebTool Configure of met het bedieningspaneel
van de digitale pers
• Groepen toevoegen en verwijderen
• Gebruikers toevoegen en verwijderen
• Wachtwoorden voor gebruikers instellen en wijzigen
• Het takenlogboek verwijderen, afdrukken, exporteren of weergeven
• Printtaken van gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen
• Alle taakgegevens van de EX Print Server wissen
• Scantaken starten en opslaan naar een postvak
• In zwart-wit of kleur afdrukken
• Afdrukverbindingen publiceren
• Lettertypen verwijderen
• Afdruktaken beheren met de hulpmiddelen voor taakbeheer
• Afdrukinstellingen vervangen
• Standaardinstellingen voor afdrukopties bepalen
• De EX Print Server kalibreren
Operatorrechten
Gebruikers in de operatorgroep beheren afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief:
• Het takenlogboek weergeven
• Printtaken van andere gebruikers verwijderen, weergeven en wijzigen
• In zwart-wit of kleur afdrukken
Gastrechten (geen wachtwoord)
Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als gastgebruiker. Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de status van de EX Print Server.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 17

EX Print Server-afdrukverbindingen

De EX Print Server ondersteunt drie afdrukverbindingen: blokkeringswachtrij, afdrukwachtrij en directe verbinding. U activeert of “publiceert” deze afdrukverbindingen voor de gebruikers op het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de directe verbinding hebben gebruikers meer directe toegang tot de EX Print Server dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle vereist is.
U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Via de wachtrij Afgedrukt kunnen gebruikers deze taken opnieuw afdrukken met de taakbeheerhulpprogramma’s (bijvoorbeeld: Command WorkStation).
OPMERKING: Als u de hulpprogramma’s en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één
afdrukverbinding inschakelen.
Blokkeringswachtrij
Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de EX Print Server geplaatst zodat deze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Afdrukwachtrij
De afdrukwachtrij is de standaardwachtrij van de EX Print Server. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin deze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de directe verbinding zijn verzonden, hebben prioriteit boven taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
Directe verbinding
Met de directe verbinding worden taken direct naar de EX Print Server verzonden, maar alleen wanneer de EX Print Server niet actief is. Als de EX Print Server bezig is, blijft de taak aanwezig op de computer van de gebruiker totdat de EX Print Server klaar is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt.
In de meeste gevallen worden taken die via de directe verbinding worden verzonden, niet opgeslagen op de vaste schijf van de EX Print Server en deze kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De directe verbinding biedt dus enige beveiliging voor vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, verschijnen wel in het takenlogboek. Dit is uitsluitend om administratieve redenen.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 18
Sommige soorten van taken die worden afgedrukt naar de directe verbinding, veroorzaken het opslaan van tijdelijke bestanden op de vaste schijf van de EX Print Server, maar verschijnen niet in een van de andere taakbeheerhulpprogramma’s. Het gaat hier om de volgende soorten taken:
•PDF-taken
•TIFF-taken
• Taken met instellingen voor elk van de volgende afdrukopties:
– Afdrukken in omgekeerde volgorde (voor grote taken)
– Booklet Maker
– Gemengde media
– Scheidingen combineren
OPMERKING: Lettertypen kunnen alleen naar de EX Print Server worden gedownload, als
de directe verbinding is gepubliceerd.

WebTools

De EX Print Server kan toegang tot het internet of een intranet ondersteunen met behulp van WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Raadpleeg “WebTools configureren” op pagina 60 om het gebruik van WebTools in te schakelen.
Begin
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de EX Print Server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg
Hulpprogramma’s voor meer informatie.
Downloads
Met Downloads kunnen gebruikers installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s en andere software rechtstreeks downloaden van de EX Print Server. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Raadpleeg Afdrukken uit Windows, Afdrukken uit
Mac OS en Hulpprogramma’s voor meer informatie.
Documenten
Met Documenten kunnen gebruikers taken in hun postvakken op de EX Print Server openen, beheren en wijzigen, en taken naar de EX Print Server verzenden. Raadpleeg de Help van WebTools Documenten voor meer informatie.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 19
Scaninstellingen
Met Scaninstellingen kunt u scansjablonen definiëren vanaf een externe computer. Deze scansjablonen zijn toegankelijk vanaf de digitale pers wanneer u een bestand scant. De beheerder heeft volledige toegang tot alle scansjablonen. Daarnaast kan de beheerder nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen maken en scansjablonen importeren en exporteren. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over scannen. Raadpleeg de Help van WebTools Scaninstellingen voor informatie over Scaninstellingen.
Configure
Met Configure kunt u opties van de EX Print Server bekijken en wijzigen vanaf een computer. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig. Raadpleeg pagina 56 voor meer informatie.
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 20

Aanvullende beveiligingsfuncties

Naast de traditionele beveiligingsfuncties zoals wachtwoorden, kunt u de volgende functies gebruiken om de veiligheid van de EX Print Server te verzekeren:
•E-mailtoegang
• IP-adressen en -poorten en MAC-adressen
• LDAP-authenticatie

E-mailtoegang tot de EX Print Server beheren

Omdat u gebruikers toestemming kunt geven bestandsbijlagen in e-mailberichten die zijn verzonden naar de EX Print Server af te drukken, accepteert de EX Print Server alleen geldige bijlagen (bijvoorbeeld: PostScript- of PDF-bestanden). Normaal moeten via e-mail verzonden virussen door de ontvanger worden uitgevoerd. Bijlagen die geen geldige bestanden zijn, worden door de EX Print Server geweigerd.
Omdat bestandstypen zoals .bat, .vbs en .exe schadelijke virusactiviteiten kunnen starten, verwerkt de EX Print Server deze bestandstypen niet. De EX Print Server negeert ook e-mails in RTF- (Rich Text Format) of HTML- (Hypertext Markup Language) indeling en alle JavaScript-code die in e-mails voorkomt.
Op de EX Print Server kunt u lijsten van geautoriseerde e-mailadressen definiëren. Elke e-mail die de EX Print Server ontvangt van een e-mailadres dat niet op deze lijst voorkomt, wordt verwijderd. Zie pagina 68 voor meer informatie.

IP-adressen en -poorten en MAC-adressen beperken

Om ongeoorloofde verbindingen met de EX Print Server te beperken, kunt u alleen gebruikers toelaten met IP-adressen of MAC-adressen die binnen een bepaald bereik vallen. U kunt onnodige poorten sluiten om ongewenste toegang via het netwerk te weigeren. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofd IP-adres worden verstuurd, worden door de EX Print Server genegeerd.

LDAP-authenticatie

Wanneer u LDAP-communicatie activeert om namen en andere informatie van mensen van uw organisatie op te vragen, kunt u het soort van authenticatie instellen. Raadpleeg de Help van WebTools Configure voor meer informatie.

De netwerkkabel aansluiten op de EX Print Server

1 Stroomconnector 2 USB-aansluitingen 3 Netwerkconnector 4 Connector gekruiste
scannerkabel
5 Connector van de digitale
pers
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 21
Dit gedeelte toont een illustratie van het achterpaneel van de EX Print Server en geeft informatie over het aansluiten van de EX Print Server op het netwerk.

Achterpaneel van de EX Print Server

1
2
3
4
5

Ethernetverbinding

Voor ethernetverbindingen ondersteunt de EX Print Server Unshielded Twisted Pair­bekabeling (UTP) voor de volgende netwerksnelheden:
• 10BaseT: Categorie 3 of hoger
• 100BaseTX: Categorie 5 of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte)
• 1000BaseT: Categorie 5e of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte)
INSTELLING VAN DE FIERY CONTROLLER VOORBEREIDEN 22
VERBINDING MAKEN MET HET NETWERK
1 Schakel de digitale pers en de EX Print Server uit.
Zie pagina 74 voor meer informatie over de correcte procedures.
2 Sluit de gekruiste scannerkabel van de EX Print Server aan op de scannerpoort op de
digitale pers.
3 Sluit de netwerkkabel van het netwerk aan op de juiste netwerkconnector (RJ-45) aan
de achterkant van de EX Print Server.
4 Schakel de EX Print Server en de digitale pers in.

Over Instelling

In Instelling configureert u de EX Print Server voor communicatie met andere apparaten en het beheren van afdruktaken. Voer Instelling uit wanneer u de EX Print Server de eerste keer aanzet nadat nieuwe systeemsoftware is geladen, of telkens als serversoftware opnieuw wordt geïnstalleerd. Wanneer de netwerk- of gebruikersafdrukomgeving verandert, moet u de opties aanpassen.
OPMERKING: U kunt de functies van Instelling niet uitvoeren vanuit Command WorkStation,
Macintosh Edition.

Instelling vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers

Voer Printerinstellingen, Netwerkinstellingen en Serverinstellingen uit, in deze volgorde. Na de eerste instelling kunt u instellingsopties wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers (pagina 24) of vanaf een netwerkcomputer (pagina 56). De meeste instellingsopties kunt u met een van deze methoden instellen.
Als u de overige instellingenmenu’s niet configureert, worden de standaardinstellingen gebruikt door de EX Print Server. Het is beter dat u de juiste instellingen voor de afdrukomgeving op uw locatie opgeeft.

Instelling vanaf een netwerkcomputer

Gebruik Configure (pagina 56) om de EX Print Server in te stellen vanaf een netwerkcomputer. Open Configure vanuit WebTools of Command WorkStation, Windows Edition.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE DIGITALE
PERS
23
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN
DE DIGITALE PERS
Instellen wordt aanbevolen wanneer u de EX Print Server de eerste keer aanzet nadat nieuwe systeemsoftware is geïnstalleerd. Als u bepaalde instellingsopties niet configureert, gebruikt de EX Print Server de standaardinstellingen. Zorg dat de instellingen aangepast zijn aan de afdrukomgeving op uw locatie.

De EX Print Server instellen vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers

Met Instelling kunt u de EX Print Server configureren om met andere apparaten te communiceren en verzonden afdruktaken te beheren.
Instelling bevat de volgende groepen opties:
• Printerinstellingen om systeeminstellingen op te geven, afdruktaken en wachtrijen
te beheren en standaardinstellingen voor PostScript- en PCL-instellingen te kiezen
• Netwerkinstellingen om actieve netwerksystemen op te geven die afdruktaken doorgeven
aan de EX Print Server
• Service-instellingen om netwerkservices zoals e-mailafdrukken en Windows-afdrukken
(SMB) in te schakelen
De resterende opdrachten in het hoofdvenster van Instelling zijn administratieve onderwerpen. Zie pagina 61 voor meer informatie.
1 Knop Services
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE DIGITALE
PERS

Toegang krijgen tot opties van Instelling

Wanneer u opties van Instelling wilt openen, moet u controleren of er niemand bezig is met afdrukken naar de EX Print Server.
TOEGANG TOT INSTELLING KRIJGEN WANNEER DE EX PRINT SERVER NIET ACTIEF IS
1 Druk op de knop Services op het digitale pers.
24
1
Services
Language
Job Status
Machine Status
Energy Saver
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE DIGITALE
PERS
25
2 Druk op de knop All Services (Alle services) op het bedieningspaneel van de digitale pers en
druk vervolgens op de knop Web Applications (Webtoepassingen).
1 Knop All Services
(Alle services) 2 Tab naar het menu Instelling 3 Knop Aanmelden/Afmelden
2
1
3
3 Zorg dat de EX Print Server niet actief is.
Controleer of Niet actief wordt weergegeven linksboven in het tabblad Hoofd. Als Afdrukken of Verwerken wordt weergegeven, is de EX Print Server een taak aan het verwerken en moet u wachten tot het systeem klaar is en de status Niet actief heeft.
4 Druk op het tabblad Instelling.
5 Druk op het veld Wachtwoord en gebruik het toetsenbord op het bedieningspaneel van de
digitale pers om het beheerderswachtwoord te typen.
6 Druk op Opslaan en vervolgens op Aanmelden.
7 Druk op de knop voor de instellingen die u wilt openen.
8 Voer Printerinstellingen, Netwerkinstellingen en Serverinstellingen uit, in deze volgorde.
De beschrijving van de opties voor Instelling begint op pagina 31.
9 Wijzig het beheerderswachtwoord om uw instellingen tegen ongeoorloofde wijzigingen
te beschermen.
Zie pagina 62 voor meer informatie.
DE EX PRINT SERVER INSTELLEN VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE DIGITALE
PERS

Informatie over de instellingeninterface van het bedieningspaneel van de digitale pers

Wanneer u de instellingen uitvoert vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers, kunt u de menu’s achter elkaar selecteren en informatie invoeren over de EX Print Server en uw netwerk- en afdrukomgeving.
Wanneer u een functie uitvoert van het bedieningspaneel van de digitale pers die u om het beheerderswachtwoord vraagt, moet u het wachtwoord onmiddellijk opgeven. Als u dit niet doet, keert het bedieningspaneel van de digitale pers terug naar Niet actief en moet u opnieuw beginnen.
Sommige menu’s die u ziet, worden weergegeven in het overzicht van het bedieningspaneel, een gids op hoog niveau voor Instelling die u kunt afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de digitale pers.
HET OVERZICHT VAN HET BEDIENINGSPANEEL AFDRUKKEN
1 Druk op de knop Services op het digitale pers.
26
2 Druk op All Services (Alle services) en druk vervolgens op Web Applications
(Webtoepassingen).
3 Druk op Info.
4 Druk op Overzicht bed. paneel.
5 Druk op Ja in het bevestigingsscherm.

Soorten instellingenschermen

Er zijn verschillende soorten instellingsopties:
Meerkeuzevragen
Tweevoudige vragen
Opties voor gegevensinvoer
Een lijst met de keuzemogelijkheden wordt weergegeven. Druk op de pijl naast de lijst en kies de instelling.
Deze opties schakelen een functie in of uit. Druk op het selectievakje naast de optie om deze in te schakelen. Druk hier opnieuw op om de optie uit te schakelen.
U moet de informatie voor uw locatie opgeven (bijvoorbeeld de printernaam of het IP-adres). Voer informatie in met het toetsenbord op het bedieningspaneel van de digitale pers.
Loading...
+ 58 hidden pages