WHIRLPOOL WIP 4O41 PLEG Daily Reference Guide [nl]

1
GEBRUIKSAANWIJZING
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN WHIRLPOOL PRODUCT . Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op: www.whirlpool.eu/register
Voordat u het apparaat gebruikt leest u de Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
8
9
10
11
12
Service:
0000 000 00000
NL
1. Bovenste rek
2
3
4
5
6
7
2. Besteklade
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Power Clean® steunen
7. Onderste rek
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
13
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
1. AAN/UIT toets
2. VORIGE toets
3. VOLGENDE toets
5. Display
6. Controlelampje Multizone
7. Controlelampje Eco-programma
8. Controlelampje van Uitstel van Start
9. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
10. Controlelampje gesloten waterkraan
11. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
12. Controlelampje zout bijvullen
13. Controlelampje van tablet vaatwasmiddel (Alles-in-een)
14. Tablet vaatwasmiddel toets met controlelampje (Alles-in-een)
15. Turbo toets met controlelampje
16. Power Clean toets met controlelampje
17. Uitstel van Start toets met controlelampje
18. START toets met controlelampje
1
EERSTE GEBRUIK
INSTELLING MENU EN ZOUT
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische borgelementen uit het bovenste rek.
INSTELLING MENU
1. Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
2. Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
3. De toets START 5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
4. Het display geeft de eerste beschikbare instelling (letter „A”) weer, gevolgd door zijn waarde (bijvoorbeeld: 3).
5. Druk op VORIGE/VOLGENDE om door de lijst van de beschikbare instellingen te scrollen en hun waarden te zien (zie de onderstaande tabel), druk vervolgens op START als u de waarde van de weergege­ven instelling wilt veranderen: de waarde ervan begint te knipperen.
6. Gebruik de toetsen VORIGE/VOLGENDE om de knipperende wa- arde van de geselecteerde instellingen te veranderen, druk vervol­gens op START om de nieuwe waarde op te slaan: het houdt op met knipperen.
7. Herhaal de stappen 5-6 om andere instellingen te wijzigen.
8. Om het menu van de instellingen af te sluiten - druk op de toets
AAN/UIT.
LETTER INSTELLING
Waterhardheidniveau
(zie “WATERHARDHEID INSTELLEN” EN
“WATERHARDHEIDTABEL”)
Glansspoelmiddelniveau
(zie “DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL
AANPASSEN”)
Startprogramma
Om de cyclus in te stellen die moet worden weergegeven wanneer het
apparaat wordt ingeschakeld.
“E”= Eco, “L”= Laatste cyclusuitvoering
Helderheidsniveau
Om het helderheidsniveau van het
display te wijzigen.
“Lo”=Laag, “Hi”= Hoog
WAARDEN
(Default - in vet)
1 | 2 | 3 | 4 | 5
1 | 2 | 3 | 4 | 5
E | L
Lo | Hi
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
Het gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is noodzakelijk dat HET ZOUTRESERVOIR NOOIT LEEG IS
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld. Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachine
(zie PRODUCTBESCHRIJVING) en moet worden gevuld wanneer het con- trolelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongebruikelijk dat er een beetje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid­del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen). Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder la­ding uit. Het „Voorspoelen” programma alleen is NIET voldoende. Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen leiden tot ernsti­ge corrosie waardoor de roestvrijstalen onderdelen onherstelbaar be­schadigd worden. Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die hie­rop betrekking hebben. Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT BIJVULLEN uitgeschakeld.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd. Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzachter
en het verwarmingselement beschadigd raken als gevolg van de ac­cumulatie van ketelsteen.
Het gebruik van zout wordt aanbevolen met elk type vaatwasmiddel. Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure he-
lemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten om corrosie te voorkomen.
Geluidssterkte
Om het volume van de geluiden te
wijzigen.
“OF” = geluid uit, “Lo” = laag volume,
“Hi” = hoog volume.
Licht op de vloer
(zie “OPTIES EN FUNCTIES”)
“On” = aan, “OF” = uit
Fabrieksinstellingen
Om alle waarden van de instellingen
die in het instellingenmenu staan te
herstellen met de fabrieksdefault-
waarden. Na de activering van deze
instelling (AAN) wordt de machine
UITgeschakeld en worden de fabriek-
sinstellingen hersteld.
“On” = aan, “OF” = uit
NaturalDry
(zie “OPTIES EN FUNCTIES”)
“On” = aan, “OF” = uit
OF | Lo | Hi
On | OF
On | OF
On | OF
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke wa­terhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleveran­cier worden opgevraagd.
De fabrieksinstelling is “3” voor gemiddelde waterhardheid.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte “INSTELLING MENU”.
Tabel waterhardheid
Niveau
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 0 - 7
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 8 - 14
3 Gemiddeld 12 - 16 21 - 29 15 - 20
4 Hard 17 - 34 30 - 60 21 - 42
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90 43 - 62
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
°Clark
Engelse graden
2
FIRST TIME USE
B
C
D
RINSE AID AND DETERGENT
NL
WATERVERZACHTEND SYSTEEM
Waterverzachters reduceren automatisch de waterhardheid en voorkomen bijgevolg ketelsteenvorming op de verwarmer en dragen bij tot een eciëntere reiniging.
Dit systeem wordt automatisch met zout geregenereerd, u dient dus het zoutreservoir te vullen wanneer het leeg is.
De frequentie van de regeneratie hangt af van de instelling van het waterhardheidniveau - standaard wordt de regeneratie uitgevoerd om de 6 Eco-cyclussen met het waterhardheidniveau ingesteld op 3. Het regeneratieproces start tijdens de laatste spoeling en eindigt tijdens de droogfase, voordat de cyclus beëindigt.
• Eén enkele regeneratie verbruikt: ~3,5 liter water;
• Doet de cyclus 5 minuten langer duren;
• Verbruikt minder dan 0,005 kWh energie.
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het con­trolelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display brandt.
A
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
Volg voor de verandering de instructies in het gedeelte “INSTELLING MENU”.
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 zal geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het model afwasmachine.
De fabrieksinstelling is “5”.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in
(2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (4-5).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Het gebruik van vaatwasmiddelen die niet bedoeld zijn voor va­atwasmachines kan de slechte werking van het apparaat veroorza­ken of het beschadigen.
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het gecombineerde gebruik
van vaatwasmiddel, vloeibaar glansspoelmiddel en zout vereist. Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken, aangezien deze producten schadelijk voor het milieu
zijn. Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste hoeveelheid vaatwasmiddel. Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt niet tot
een meer eectieve afwas en doet de milieuvervuiling toenemen. De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden aangepast. Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g (vaatwasmid-
del in poedervorm) of 35 ml (vloeibaar vaatwasmiddel) en een extra theelepel vaatwasmiddel direct in de kuip. Als er tabletten worden gebruikt is één tablet voldoende.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden vermin­derd (minimaal 25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Om het vaatwasmiddeldoseerbakje te openen, druk op toets C. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje D invoeren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel de eerder vermelde informatie om de juiste hoeveelheid toe te voegen. In het doseerbakje D vindt u de aanwijzingen voor het do­seren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwa­smiddeldoseerbakje door het om­hoog te trekken tot het sluitingsme­chanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste mo­ment, volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het raadzaam om de toets TABLET VAATWASMIDDEL te gebruiken, omdat het programma dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten worden bereikt.
Als u alles-in-een vaatwasmiddelen gebruikt is het raadzaam om in ieder geval zout toe te voegen, vooral als het water hard of zeer hard is (volg de aanwijzingen op de verpakking).
3
PROGRAMMATABEL
Programma
P1
Eco 50°
P2
6th Sense®
P3
Intensief 65°
Snel wassen
P4
en drogen
P5
Kristallen
P6
Snel 30’ 50°
P7
Stil 50°
P8
Desinfecterende
Drogen
50-60°
50°
45°
-
65°
fase
Dry
Natural-
-
-
Beschikbare functies
wasprogram-
*)
Duur van
Waterverbruik
ma
**)
(h:min)
3:10 9,5 0,75
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
2:50 16,0 1,60
1:25 11,5 1,10
1:40 11,5 1,20
0:30 9,0 0,50
3:30 15,0 1,15
1:40 10,0 1,30
(liter/cyclus)
Energieverbruik
(kWh/cyclus)
P9
Voorspoelen
P10
Zelfreinigend 65°
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 60436:2019. Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met:
dw_test_support@whirlpool.com Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig. *) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. **) Waarden aangegeven voor andere programma’s dan het Eco-programma zijn slechts indicatief. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals de
temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
- -
-
-
-
0:12 4,5 0,01
0:50 8,0 0,85
PROGRAMS DESCRIPTION
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
P1 ECO
Het Eco-programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild vaatwerk, dat voor dit gebruik het meest eciënte programma is wat betreft de combinatie van energie- en waterverbruik en in overeen­stemming is met de Europese Ecodesign-wetgeving.
P2 6th SENSE
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling meet, verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur aangepast.
P3 INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name ge­schikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden voor kwetsbare stukken).
P4 SNEL WASSEN EN DROGEN
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale reini­gende en drogende werking in kortere tijd garandeert.
P5 KRISTALLEN
Programma voor kwetsbare stukken die gevoeliger zijn voor hoge tem­peraturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
P6 SNEL 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor een halve lading licht vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Heeft geen droogfase.
P7 STIL
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Garandeert een op­timale reinigende en drogende werking met de laagste geluidsemissie.
P8 DESINFECTEREND
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële afwas­fase. Kan gebruikt worden voor het uitvoeren van onderhoud aan de afwasmachine.
P9 VOORSPOELEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet wor­den. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
P10 ZELFREINIGEND
Programma te gebruiken voor het onderhoud van de afwasmachine, wordt enkel uitgevoerd wanneer de afwasmachine LEEG is met gebruik van speci­eke reinigingsmiddelen die speciaal ontworpen zijn voor het onderhoud van de afwasmachine.
Opmerkingen:
Gelieve er rekening mee te houden dat de cyclus SNEL 30’ bedoeld is voor licht vervuilde vaat.
4
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED 3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld
NL
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is, kan er een programma «halve lading» worden gebruikt, om water, elektricit eit en vaatwasmiddel te besparen. Selecteer een compatibel programma (zie «Programmatabel») en druk daarna op de MULTIZONEtoets: het symbool van het geselecteerde rek verschijnt op het display::
(enkel onderste rek geselecteerd)
enkel bovenste rek geselecteerd)
enkel bestekmandje geselecteerd)
Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle rekken. Optie is UIT.
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig te verlagen. Als het bovenste rek is verwijderd, breng dan het vaat­wasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats van in het vaatwasmiddelreservoir.
TABLET VAATWASMIDDEL (Alles-in-een)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel dat gebruikt wordt. Druk op de toets TABLET VAATWASMIDDEL (het controle­lampje gaat branden) als u Alles-in-een vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (spoelmiddel, zout en vaatwasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze optie worden uitgeschakeld.
TURBO
Deze optie kan gebruikt worden om de duur van de hoofdprogramma’s te verlagen, met behoud van dezelfde was- en droogprestaties. Selecteer een compatibel programma (zie “Programmatabel”), druk op de toets TURBO en het controlelampje gaat branden. Druk dezelfde toets opnieuw in om de optie uit te schakelen.
UITSTEL VAN START
De start van het programma kan worden uitgesteld voor een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste opties. Druk (meerdere keren) op de toets UITSTEL om de start van het programma uit te stellen. Instelbaar van 0:30 tot 24 uur. Wanneer de instelling 24 uren is bereikt, druk nogmaals op de toets UITSTEL VAN START om de functie UITSTEL VAN START uit te schakelen.
2. Druk op de toets START en sluit binnen 4 seconden de deur: de timer begint met aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is, wordt het controlelampje uitgeschakeld en begint het programma automatisch.
The START DELAY function cannot be set once a program has been started.
LICHT OP DE VLOER
Er wordt LED-licht op de vloer geprojecteerd om aan te geven dat de afwasmachine in bedrijf is. Het licht blijft tijdens de cyclus branden en dooft aan het einde van de cyclus. Deze functie is standaard actief, maar kan worden uitgeschakeld in het “INSTELLING MENU”.
NaturalDry
NaturalDry is een convectiedroogsysteem dat de deur tijdens/na de droogfase automatisch opent om elke dag voor buitengewone droog­prestaties te zorgen. De deur gaat open wanneer de temperatuur veilig is voor uw keukenmeubelen, de deur gaat bijgevolg niet open wanneer de optie TURBO ingeschakeld is.
Als extra bescherming tegen stoom wordt een speciaal ontworpen beschermingsfolie geleverd met de vaatwasser. Raadpleeg de INSTALLATIEGIDS om te zien hoe u de beschermingsfolie aanbrengt.
Deze functie is standaard actief, maar kan worden uitgeschakeld in het “INSTELLING MENU”.
POWER CLEAN®
dankzij de extra krachtige stralen biedt deze functie een intensievere en krachtigere afwascyclus op de betreende plek in het onderste rek (zie pagina 6 “Power Clean (krachtig reinigen) in onderste rek”). Deze functie wordt aanbevolen voor het afwassen van pannen en ovenschalen. Selecteer een compatibel programma (zie “Programmatabel”), druk deze knop in om POWER CLEAN (krachtig reinigen) te activeren (het controlelampje gaat branden).
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de waterkraan gesloten is.
5
REKKEN VULLEN
BESTEKLADE
Het derde rek werd ontworpen om het bestek te herbergen. Rangschik het bestek zoals op de afbeelding. Een aparte rangschikking voor het bestek maakt het oppakken na de afwas eenvoudiger en verbetert de was- en droogprestaties.
Messen en andere gebruiksvoor­werpen met scherpe randen moeten worden geplaatst met de punten naar beneden gericht.
De geometrie van het rek maakt het mogelijk om kleine items als koekopjes in het midden te plaatsen.
De bestekmand is uitgerust met twee schuifbladen, om optimaal ge­bruik te maken van de hoogte van de ruimte eronder en om het laden van hoge items in het bovenste rek mogelijk te maken.
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om optima­al gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste rek zijn geladen te voorkomen. Het bovenste rek is uitgerust met een hoog­teversteller bovenste rek (zie afbeelding , zonder op de hefbomen te hoeven drukken, opheen door gewoon de zijkanten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bovenste positie staat. Voor herstellen naar de lagere positie op de hefbomen A aan de zijkanten van het rek druk­ken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen
.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen en dek­sels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de sproeierarmen te voorkomen. Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
UPPER RACK
Laden van kwetsbaar en licht va­atwerk: glazen, kopjes, schoteltjes, lage saladekommen.
Het bovenste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van thee/dessertschotelt­jes of in een lagere positie om kom­men en schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen worden opgevouwen of opengevouwen voor een optimale rangschikking van het serviesgoed in het rek. Wijnglazen kunnen veilig in de opvo­uwbare kleppen worden geplaatst door de steel van elk glas in de ove­reenkomstige sleuven in te voeren. Afhankelijk van het model:
• om de kleppen open te vouwen moet u ze omhoog schuiven en roteren of ze losmaken van de klemmen en omlaag trekken.
• om de kleppen op te vouwen moet u ze roteren en omlaag schuiven of ze omhoog trekken en aan de klemmen vastmaken.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
POWER CLEAN IN ONDERSTE REK
Power Clean® maakt gebruik van speciale waterstralen aan de achterzij­de van de ruimte voor een intensievere reiniging van zeer vuile items. Het onderste rek heeft een lege ruimte, een speciale uittrekbare steun aan de achterzijde van het rek, die kan worden gebruikt ter ondersteuning van koekenpannen of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder ruimte in beslag nemen. Activeer POWER CLEAN op het paneel tijdens het plaatsen van de pannen / ovenschalen tegenover het Power Clean® component Power Clean® gebruiken:
1. Pas het Power Clean gebied (G) aan door de achterste borden­houders omlaag te klappen om potten en pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen verticaal gekanteld in het Power Clean gebied. Potten en pannen moeten naar de krachtige water­stralen toe gekanteld worden.
GLAZEN SERVIESGOED
Toegewijde accessoires om glazen met een lange steel veilig onder te brengen onderin de vaatwasmachine. Reinigen & drogen is mogelijk omdat de glazen beter en stabieler geplaatst worden.
.
2
3
1
1
2
3
B
A
6
DAGELIJKS GEBRUIK
NL
1. CONTROLEER DE WATERAANSLUITING
Controleer of de afwasmachine is aangesloten op de waterleiding en of de bovenkant open is.
2. LAAD DE REKKEN (zie REKKEN LADEN)
3. VUL HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE
4. SCHAKEL DE AFWASMACHINE IN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT. Vergeet niet dat de toetsen gedeactiveerd worden wanneer de deur meer dan driek­wart t.o.v. de verticale (gesloten) positie open staat.
5. IES HET PROGRAMMA EN PAS DE CYCLUS AAN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie PRO- GRAMMABESCHRIJVING ). Op het display is de letter “P” te zien gevolgd door het nummer van het programma (bijv. “P 1”). Druk op de toetsen VORIGE/VOL- GENDE om van programma te veranderen. Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start de wascyclus door op de START-toets te drukken (de led licht op) en de deur binnen 4 seconden te sluiten. Wanneer het pro­gramma start, hoort u een enkele piep. Als de deur niet binnen 4 seconden wordt gesloten, gaat het alarmgeluid af. Open in dat geval de deur, druk op de START-toets en sluit binnen 4 seconden de deur.
7. EINDE VAN WASCYCLUS
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven met pieptonen en op de display is “End” (einde) te zien. De deur openen en het appa­raat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken. Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwijderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiviteit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te minimal­iseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de
hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd.
EEN DRAAIEND PROGRAMMA WIJZIGEN
Als er een verkeerd programma was geselecteerd, kan het worden gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: open de deur, houd de AAN/UIT-toets ingedrukt en het apparaat wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het wasprogramma door de START-toets in te drukken en de deur binnen 4 seconden te sluiten.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Open de deur zonder het apparaat uit te schakelen (“:” houdt op met knipperen en de START-led begint te knipperen) (let op HETE
stoom!) en plaats het serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de START-toets en sluit de deur binnen 4 seconden, de cyclus herneemt
vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
TOEVALLIGE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een stroomstoring is, wordt het wasprogramma gestopt. Om de cyclus te hernemen vanaf het punt waarop het werd onderbroken, druk op de
START-toets en sluit de deur binnen 4 seconden.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo­ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien. Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand. Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla­atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre­staties hebben. Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun­nen draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem­peraturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzi­gen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma afgelopen is.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen van
vaatwerk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER ENERGIE en water dan met de hand afwassen.
• Om de eciëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de vaat- wasmachine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwasma­chine vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant draagt bij tot het besparen van energie en water. Informatie over het correct laden van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN VULLEN. Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de speciaal daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken (Halve lading/ Zone Wash/ Multizone) en enkel geselecteerde rekken te vullen. De vaatwasmachine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik van de hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het geluidsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
• Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en ener-
gieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder lading draaien.
7
REINIGING EN ONDERHOUD
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het
uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen brandba­re vloeistoen om de machine schoon te maken.
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat kunnen worden verwijderd met een doek die is bevochtigd met water en een beetje azijn. De externe oppervlakken van de machine en het bedieningspaneel kunnen met een niet-schurende doek, bevochtigd met water worden gereinigd. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan. Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel in de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrij­gen via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer. Afhankelijk van het type slang:
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het l­tersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken (Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein, beende­ren, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten. VERWIJ- DER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail) (Afb. 4).
21
B
A
A
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig con­troleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de slang wellicht lek en moet worden vervangen. Voor waterstopslangen: controleer het kleine veiligheidsklepinspec­tievenster (zie pijl). Als het rood is werd de waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een nieuwe worden vervangen. Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl de slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverhe­den. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterin­laat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte lters of vreemde vo­orwerpen in het ltersysteem of de sproeiarmen kan de slechte wer­king ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger verbruik van hulpbronnen veroorzaken. Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten cir­culeren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als het lter is losgeraakt.
C
43
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt. Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan wor­den verwijderd door het omhoog te trekken.
8
INSTALLATIE
NL
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is, kan het op de rug worden gekanteld.
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd. De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie. Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen komen of dat de slangen geplet worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
• Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
• De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie en de kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met een specialistische winkel of een erkende technicus. De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel Techni­sche Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine naar behoren functioneren. Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet samen­gedrukt is.
SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE WATERTOEVOERSLANG:
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK
0,05 ÷ 1 MPa (0.5 ÷ 10 bar) 7,25 – 145 psi
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
De afvoerslang aansluiten op een aftapleiding met een minimale diameter van 2 cm A. De aansluiting van de afvoerslang moet op een hoogte zijn, variërend van 40 tot 80 cm vanaf de vloer of het oppervlak waar de afwasmachi­ne op rust.
MAX 80 cm
MIN 40 cm
Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit op de gootsteenaf­voer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij
defecten of lekken binnen het apparaat. Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra veiligheidssysteem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging zelfs garandeert bij een breuk in de toevoerslang. De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoerslang mag onder geen beding worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
• De aansluiting geaard s en aan de huidige regelgeving oldoet;
Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting van het apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
• Het netspanningsvoltage valt binnen de waarden die staan aange­geven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
• Het stopcontact is compatibel met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker te vervangen (zie CONSUMENTENSERVICE). Gebruik geen verlengkabels of meervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd mo­eten de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn. De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn. Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door de fabri­kant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke gevaren te voorkomen. Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze voorschriften niet worden nageleefd.
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer ongelijk is kunnen de voorste poten van het apparaat worden afge­steld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct waterpas staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het beweegt of trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet de zelfklevende transparante strip onder de houten plank vastplakken, om het te beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant van de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel met een opening van 8 mm. De moersleutel naar rechts draaien om de hoogte te vergroten en naar links om de hoogte te verkleinen.
DIMENSIONS AND CAPACITY:
BREEDTE 598 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
VERMOGEN 14 standaard couverts
9
PROBLEMEN OPLOSSEN
IAls uw vaatwasmachine niet goed werkt, doorloopt u de onderstaande lijst om te controleren u of u het probleem kunt verhelpen. Voor andere fouten of problemen neemt u contact op met de bevoegde Consumentenservice, de contactgegevens ervan vindt u in de garantieboekje. De fabrikant verzekert dat de reserveonderdelen tenminste 10 jaren na de datum van productie van dit apparaat te verkrijgen zullen zijn.
PROBLEMEN
Zoutindicator
brandt
Glansspoelmid delindicator brandt
De afwasmachine start niet of reageert niet op opdrachten.
De afwasmachine pompt niet af. Weergave op het display: F3 en en alle LED’s knippe­ren snel.
De afwasmachine maakt veel lawaai.
Het vaatwerk is niet schoon.
De afwasmachine vult zich niet met water. Weergave op het display: en en
alle LED’s knip-
peren snel. De vaatwasmachine
beëindigt de cyclus voortijdig. Weer­gave op het display: en
F15 en
knipperen snel.
Het vaatwerk is niet droog.
F6,
alle LED’s
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Zoutreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het zoutniveau blijven bran­den gedurende een aantal afwascycli).
Glansspoelmiddelreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan het controlelampje van het glansspoelmiddel blijven branden gedurende een aantal afwascycli).
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten. De NaturalDry-pin is niet ingetrokken.
De cyclus wordt onderbroken als de deur > 4 seconden wordt geopend.
Het reageert niet op opdrachten. Weergave op het display: F9 of F12 en LED’s knipperen snel.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
De dop op het glansspoelmiddelcompartiment is niet correct afgesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
Geen water in de watertoevoer of de kraan is gesloten.
Er zit een knik in de toevoerslang.
De zeef in de watertoevoerslang is verstopt; het moet gereinigd worden.
De afvoerslang bevindt zich te laag of heveling in het huishoudelijke afvalwatersysteem.
Lucht in watertoevoer. Controleer de watertoevoer op lekken of andere problemen die lucht inlaten.
Het geselecteerde programma heeft geen droogfase.
Het glansspoelmiddel is op of de resolutie is niet voldoende.
Het vaatwerk heeft een antiaanbaklaag of is van kunststof.
en
alle
Vul reservoir bij met zout (voor meer informatie - raadpleeg pagina 2). Pas de waterhardheid aan - zie tabel, pagina 2.
Vul reservoir bij met glansspoelmiddel (voor meer informatie - raadpleeg pagina 3).
Om veiligheidsredenen wordt de vaatwasmachine niet automatisch opnieuw gestart wanneer er opnieuw stroom is. Open de deur van de vaatwasmachine, druk op de START-toets en sluit de deur binnen 4 sec.
De deur krachtig aanduwen totdat u de „klik” hoort.
Druk op START en sluit de deur binnen 4 seconden.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma opnieuw starten. Als het probleem aanblijft, trekt u de stekker van het apparaat 1 minuut lang uit, breng dan de stekker terug in.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN). Start de actuele wascyclus opnieuw: schakel de afwasmachine UIT, vervolgens terug in, selecteer een nieuw programma, druk op START en sluit de deur binnen 4 seconden. Voeg geen vaatwasmiddel toe.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of dat de kraan loopt.
Controleer of er geen knik in de toevoerslang zit (zie INSTALLATIE), de afwasmachine herprogrammeren en rebooten.
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine uitschakelen en inschakelen en een nieuw programma starten.
Controleer of het uiteinde van de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt (zie INSTALLATIE).Controleer de heveling in het huishoudelijke afvalwatersysteem, installeer zo nodig een luchttoevoerklep.
Controleer in de programmatabel of het geselecteerde programma een droogfase heeft.
Voeg het glansspoelmiddel toe of stel hogere doseringen af (zie HET GLANSSPOELMID-
DELRESERVOIR BIJVULLEN).
Een paar druppels water is normaal (zie ADVIEZEN).
10
PROBLEMEN OPLOSSEN
NL
PROBLEMEN
Het vaatwerk en het glas hebben blauwe strepen of een blauwachtige tint.
Het vaatwerk en het glaswerk vertoont calcinatie of een witachtige lm.
De deur wordt niet vergrendeld..
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De dosering van glansspoelmiddel is te hoog. Pas de doseringsaantallen hieronder aan.
Het zoutniveau is te laag. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
De aanpassing van de waterhardheid is niet voldoende.
De dop van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het glansspoelmiddel is opgebruikt of de dose­ring is onvoldoende.
Racks are not t to the end. Verify that racks are t to the end.
The door is not lock. Vigorously push the door until you hear the “clack” sound.
Hiermee verhoogt u de waarden (zie TABEL WATERHARDHEID).
Controleer of de dop van het zoutreservoir goed is gesloten.
Het glansspoelmiddel toevoegen of hogere doseringen toepassen.
De gedragslijn, standaarddocumentatie en aanvullende productinformatie kunt u vinden:
• Op onze website docs.whirlpool.eu
• Gebruik makend van de QR-code
• Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje). Wanneer u
contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het identicatieplaatje van
het apparaat staan. De modelinformatie kan gevonden worden aan de hand van de QR-code die op het energielabel aangegeven is. Het label bevat ook de model-ID die kan worden gebruikt om het portaal van het register te raadplegen op https://eprel.ec.europa.eu (alleen bij bepaalde modellen).
:
IEC 436
11
12
400011461069
05/2020 as - Xerox Fabriano
Loading...