Whirlpool RED ZAC 1400 Manual [NL]

0 (0)

GEBRUIKSAANWIJZING

VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT EERSTE WASPROGRAMMA

ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE KINDERBEVEILIGING

VOORBEREIDING VAN HET WASSEN WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN WASPROGRAMMA

HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN

AFVOEREN VAN HET RESTWATER

ONDERHOUD EN REINIGING

HET OPSPOREN VAN STORINGEN

KLANTENSERVICE

TRANSPORT EN BEHANDELING

INSTALLATIE

52

VOORDAT U DE WASMACHINE GEBRUIKT

1.Verwijder de verpakking en controleer de machine

Controleer na het uitpakken of de wasmachine niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in geval van twijfel niet. Neem contact op met de klantenservice of uw plaatselijke leverancier.

Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, polystyreen, enzovoort) buiten bereik van kinderen, aangezien dit een gevaar kan vormen.

2.Verwijder de veiligheidsbeugels

De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de interne onderdelen van het apparaat beschadigen tijdens transport. Voordat u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u de veiligheidsbeugels te verwijderen (zie “De veiligheidsbeugels plaatsen/verwijderen”).

3.Installeer de wasmachine

Verwijder de beschermende folie van het regelpaneel.

Verplaats de machine zonder deze aan het bovenblad vast te pakken.

Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.

Stel de pootjes af zodat de machine stabiel en vlak staat (zie “Installatie / De pootjes afstellen”).

4.Watertoevoer

Sluit de watertoevoerslang aan volgens de voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie “Installatie/De watertoevoerslang aansluiten”).

Watertoevoer: uitsluitend koud water

• Kraan:

3/4” schroefdraadaansluiting

 

voor slang

• Druk :

100-1000 kPa (1-10 bar).

5.Afvoerslang

Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak of badkuip (zie “Installatie/De waterafvoerslang aansluiten”).

Als de wasmachine op een ingebouwd afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aanen afgevoerd kan worden (sifoneffect).

6.Elektrische aansluitingen

Elektrische aansluitingen moeten tot stand worden gebracht door een bevoegd technicus en in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en actuele standaardveiligheidsvoorschriften.

De gegevens met betrekking tot de spanning, het opgenomen vermogen en de benodigde beveiliging staan op de binnenkant van de deur van het apparaat.

Het apparaat mag uitsluitend op het elektriciteitsnet worden aangesloten door middel van een stopcontact dat overeenkomstig de geldende verordeningen geaard is. Het is wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen of voor letsel aan personen of dieren die/dat direct of indirect veroorzaakt is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.

Gebruik geen verlengkabels of meervoudige stopcontacten.

Haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat van de elektriciteit voordat u onderhoudsof reinigingswerkzaamheden uitvoert.

Na de installatie moeten de stekker of de afkoppeling van het elektriciteitsnet via een tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.

Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens transport is beschadigd. Stel de Klantenservice op de hoogte.

Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice worden vervangen.

De wasmachine mag alleen voor de beschreven toepassingen in het huishouden worden gebruikt.

Minimale afmetingen behuizing:

Breedte: 600 mm

Hoogte: 825 mm

Diepte: 600 mm

53

EERSTE WASPROGRAMMA

Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.

Zo wordt eventueel overgebleven water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.

1.Draai de kraan open.

2.Sluit de deur van de wasmachine.

3.Een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel doen .

4.Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).

5.Druk op de “AAN/UIT”-toets.

ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN

1.Verpakking

De verpakking is 100% recyclebaar, zoals aangegeven door het kringloopsymbool. Voor de verwerking dienen de plaatselijke voorschriften te worden nageleefd.

2.Tips voor het besparen van energie

Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd optimaal door de trommel altijd zo veel mogelijk te laden.

De door de fabrikant op de verpakking aangegeven dosering wasmiddel niet overschrijden.

De ecoklep - een speciaal systeem in de afvoer - voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in het milieu te vermijden.

Gebruik “Voorwas” alleen voor sterk vervuilde was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en tot 15% energie door “Voorwas” niet te selecteren voor normaal vervuilde was.

Behandel vlekken vooraf met een vlekkenmiddel of maak ingedroogde vlekken nat voor het wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven wassen.

Bespaar 40 tot 50% energie door op 60°C te wassen in plaats van 90° C, of op 40° C in plaats van 60° C.

Bespaar energie en tijd door een hoge centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het watergehalte in de was wordt teruggebracht, voordat u een droogprogramma gaat gebruiken (voor automaten met een instelbare centrifugeersnelheid).

3.De verpakking en oude apparaten als afval verwerken

De wasmachine is gemaakt met herbruikbare materialen. De wasmachine moet worden verwerkt in overeenstemming met plaatselijke afvalvoorschriften.

Snijd de voedingskabel van het apparaat door als u het afdankt, zodat de wasmachine niet meer bruikbaar is.

Verwijder eventuele resten wasmiddel uit het bakje, als u het apparaat wilt wegdoen.

4.Kinderbeveiliging

Laat kinderen niet met de wasmachine spelen.

5.Algemene adviezen

Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact en draai de kraan dicht wanneer de machine niet in gebruik is.

Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat af van de elektriciteit voordat u onderhoudsof reinigingswerkzaamheden uitvoert.

Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een vochtige doek om de buitenkant van de wasmachine schoon te maken.

Gebruik geen schuurmiddelen.

Forceer de deur niet bij het openen.

Indien nodig kan het netsnoer vervangen worden door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de Klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden vervangen door een bevoegd technicus.

6.EC Verklaring van overeenstemming

Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en gedistribueerd in overeenstemming met de veiligheidseisen van EC Richtlijnen: 93/68/EEC.

54

Whirlpool RED ZAC 1400 Manual

BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE

1.Werkblad

2.Bedieningspaneel

3.Doseerbakje afwasmiddel

4.Serviceplaatje (op de achterkant van de deur)

5.Deur

6. Handgreep voor het openen

3

van de deur

 

• Druk op de knop aan de binnenkant van de handgreep en trek eraan, om de deur te openen

• Sluit de deur door hem stevig dicht te duwen (totdat u een klik hoort)

7.Kinderbeveiliging (aan de binnenkant van de deur)

8.Filter (achter deksel)

9.Plint

10.Verstelbare pootjes

9

10

KINDERBEVEILIGING

Om het apparaat tegen onjuist gebruik te beschermen, dient de plastic schroef aan de binnenkant van de deur te worden omgedraaid met behulp van een muntstuk of het dikke en afgeronde plastic uitsteeksel op het gekleurde doseringshulpmiddel van het wasmiddel:

Gleuf verticaal: veilige positie, d.w.z. de deur kan niet vergrendeld worden.

Gleuf horizontaal: normale positie, d.w.z. de deur kan weer worden vergrendeld.

1

2

4

5

6

7

8

55

VOORBEREIDING VAN HET WASSEN

Het wasgoed sorteren

1.Het wasgoed sorteren naar:

Textielsoort/symbool op het etiket

Katoen, gemengde weefsels, easy care/ synthetische weefsels, wol, textiel dat met de hand gewassen moet worden.

Kleur

Witte en bonte was scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.

Afmeting

Was stukken van verschillende afmetingen samen voor betere wasresultaten en een optimale verdeling van de belading in de trommel.

Tere weefsels

Teer wasgoed apart wassen: gebruik een speciaal

programma voor zuiver scheerwol, gordijnen en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak. Gebruik het speciale programma voor de handwas. Was kleine stukken zoals kousen, riemen of stukken met haakjes (bijvoorbeeld bh's) in speciale katoenen

waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.

2.Maak de zakken leeg

Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir beschadigen.

3.Sluitingen

Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.

Behandeling van vlekken

Vlekken van bloed, melk, eieren en andere organische stoffen worden normaal gesproken tijdens de enzymenfase van het wasprogramma verwijderd.

Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken

etc. een vlekkenmiddel toe in het wasmiddelbakje

van de lade of een bleekmiddel in de lade (afhankelijk van het model).

Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf behandelen.

Verven en bleken

In de handel verkrijgbare producten bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en zout. Doe de kleurstof, het fixeermiddel en vervolgens het zout rechtstreeks in de lege trommel. Laad het wasgoed pas daarna.

Gebruik alleen verf en bleekmiddelen die worden aanbevolen voor wasmachines.

Volg de aanwijzingen van de fabrikant.

Na het verven en bleken kunnen de plastic en rubberen onderdelen van de wasmachine gekleurd en gevlekt zijn.

Wasgoed in de machine doen

1.Open de deur.

2.Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de trommel. Volg de aanwijzingen voor beladingen op de programmakaart: Indien de trommel te vol is, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.

3.De deur sluiten.

WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN

Keuze van het juiste wasmiddel en nabehandelingsproducten

De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:

de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch, tere weefsels, wol).

Opmerking: gebruik voor wol uitsluitend speciale wasmiddelen.

de kleur;

de temperatuur van het wasprogramma;

het soort vuil.

Opmerkingen:

Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg van onoplosbare waterontharders in moderne fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet, afschudden of -borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.

Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen.

Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor apparaten voor huishoudelijk gebruik. Let erop dat ontkalkingmiddelen, textielverf en bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor de wasmachine. Ontkalkingmiddelen kunnen componenten bevatten die onderdelen van uw wasmachine kunnen aantasten. Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine). Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld zijn met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen.

Dosering

Volg de aanwijzingen op de verpakking met betrekking tot:

het soort vuil;

de belading:

volledig beladen trommel: volg de aanwijzingen van de fabrikant op;

halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor een volledige belading;

kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de hoeveelheid voor een volledige belading;

56

de waterhardheid bij u in de buurt (vraag hierover informatie bij het waterleidingbedrijf). Bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig dan bij hard water.

Opmerkingen:

Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich te veel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.

Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot: grauw wasgoed en restanten in de trommel, het waterreservoir en het verwarmingselement.

U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de “Voorwas” voor programma's die deze extra functie hebben. In dat geval alleen een waspoeder in de lade voor de hoofdwas gebruiken .

Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan het teken “MAX”.

Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij de verdeling te voorkomen, het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel gebruiken en dit rechtstreeks in de trommel plaatsen.

Waterhardheid: bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig

Waterhardheidgebied

Technische

Graden Duitse

Graden Franse

Clarkeschaal

gegevens

hardheid °dH

hardheid °fH

°eH

 

 

 

 

 

 

1

zacht

0-7

0-12

0-9

2

gemiddeld

7-14

12-25

9-17

3

hard

14-21

25-37

17-26

4

zeer hard

meer dan 21

meer dan 37

meer dan 26

 

 

 

 

 

Machines met een wasmiddellade met drie bakjes: Stel de wijzer van de waterhardheid in de wasmiddellade in volgens de hardheid van het water in uw gebied. Verplaats de wijzer zijwaarts in de gewenste positie.

Vullen met wasmiddelen en nabehandelingsproducten

1.Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten,

tot hij niet verder kan. De lade heeft, afhankelijk van het model, drie of vier bakjes.

2.Vullen met wasmiddel:

• Programma met vooren hoofdwas

• Hoofdwasprogramma zonder voorwas

Als er een vloeibaar wasmiddel wordt gebruikt, het gekleurde doseringshulpmiddel uit de zeeplade verwijderen en in het bakje zetten.

De verdeling op de dispenser helpt bij de dosering.

Wasverzachter en conditioners: niet meer dan het merkteken “MAX” (bij modellen met

drie bakjes “B”) of “100 ml” (bij modellen met

vier bakjes “A”).

• Chloorbleekmiddel: niet meer dan het merkteken “MAX” (bij modellen met vier bakjes “A”).

• Vlekkenmiddelen

• Waterontharders (waterhardheid 4)

• Stijfsel (in water opgelost)

3.Sluit de wasmiddellade helemaal.

A

B

57

Loading...
+ 11 hidden pages