Whirlpool MWN 400 W INSTRUCTION FOR USE [nl]

MWN 400 MWN 410
MWN 440
1
INSTALLATIE
HET APPARAAT MONTEREN
VOLG DE MEEGELEVERDE afzonderlijke montage-in- structies voor het installeren van het apparaat.
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
CONTROLEER of de spanning op het type­plaatje overeenstemt met de spanning bij u thuis.
ONTROLEER of het ovengedeelte leeg is vóór de
C
montage.
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed tegen de
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het ap­paraat niet goed werkt of als het bescha­digd of gevallen is. Dompel het netsnoer of de stekker niet onder in water. Houd het snoer uit de buurt van warme op­pervlakken. Hierdoor kunnen elektrische schokken, brand of andere ongevallen worden veroorzaakt.
NA DE AANSLUITING
U
KUNT UW OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor eventuele problemen die worden vero­orzaakt doordat de gebruiker deze instruc­ties niet in acht heeft genomen.
2
IT APPARAAT MOET worden geaard. De fa-
D
brikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsel aan personen of die­ren noch voor materiële schade als het apparaat niet is geaard.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, pa-
G
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of an­dere brandbare materialen te drogen. Er kan brand ontstaan.
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN BRAND VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS, laat de ovendeur dan dicht en schakel
de oven uit. Haal de stekker uit het stop­contact of sluit de stroom af via de zeke­ring of stroomonderbreker.
L
AAT HET VOEDSE L NIET OVERKOKEN. Er kan
brand ontstaan.
AAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTE R, vooral
L
niet wanneer er papier, plastic of andere brandbare materialen bij het koken wor­den gebruikt. Het papier kan verkolen of vlam vatten en sommige kunststoff en kunnen smelten wanneer u het voedsel opwarmt.
EBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gas-
G
sen in dit apparaat. Dit type oven is spe­ciaal ontworpen voor het verwarmen en bereiden van voedsel. De oven is niet geschikt voor industrieel of laboratori­umgebruik.
LAAT KINDEREN de oven alleen onder toezicht van volwassenen en na voldoende uitleg gebruiken, zodat het kind de oven veilig kan gebruiken en de gevaren van onjuist gebruik begrijpt. Het apparaat is niet bestemd voor gebruik door jonge kinderen of zwakbegaafden zonder dat er toezicht wordt gehouden. Houd toezicht op jonge kin­deren om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat kunnen spelen. Indien uw oven een combinatiestand heeft, dan mogen kinderen, in verband met de temperaturen die worden op­gewekt, de oven alleen gebruiken onder toezicht van volwassenen.
EBRUIK UW MAGNETRON niet
G
voor het verwarmen van ma­teriaal in luchtdicht ver­zegelde schalen. Door de druktoename kunnen deze ontploff en of bij het openen schade ver­oorzaken.
ONTROLEER DE DEURVERZEGELING en het ge-
C
bied er omheen regelmatig op beschadi­gingen. In geval van beschadiging mag het apparaat niet worden gebruikt voor­dat het is gerepareerd door een bevoegde onderhoudsmonteur.
EIEREN
EBRUIK UW MAGNETRON niet om eieren met of
G
zonder schaal te verwarmen, omdat deze kunnen ontploff en; zelfs nadat ze zijn verwarmd en uit de magnetron zijn verwijderd.
3
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
ALGEMEEN
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
D
HOUDELIJK GEBRUIK!
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voedsel
G
in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appara­at beschadigd raken.
P
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolf­energie en de oven raakt niet beschadigd.
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
G
VERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa- pieren of plastic zakken voordat u de zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren. U
kunt de temperatuur van de olie niet regelen.
GEBRUIK NA HET BEREIDEN OVENHANDSCHOENEN
zodat u zich niet brandt aan de schalen,
pannen of hete ovendelen.
VLOEISTOFFEN BIJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan boven het kookpunt worden oververhit zonder dat de vloei­stof begint te borrelen. Als ge­volg hiervan kan de hete vloei­stof plotseling overkoken. Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol­gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte houders met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houd­er in de oven te zetten en laat het lepeltje erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even staan, roer opnieuw en haal de houder voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend voedsel bereidt of opwarmt.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuigfl es
of potje in de magnetron ver­warmt, moet u het voedsel al­tijd doorroeren en de temperat­uur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt u ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld en worden brandwonden vermeden.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het opwarmen verwijdert!
4
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
R ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
E
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
CONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGER EI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven doorlaat.
ORG ERVOOR DAT VOEDSE L EN KOOKGEREI niet in aan-
Z
raking komen met de binnenkant van de oven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van metaal of met metalen delen.
A
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSO IRE in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl de oven werkt, kunnen er vonken overschieten die de oven kunnen beschadigen.
C
ONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start.
PLATEAUDRAGER
G
EBRUIK ALTIJD DE plateaudrager als
steun onder het glazen draaipla­teau. Plaats nooit andere voorwer­pen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU GEBRUIK HET GLAZEN draaiplateau bij alle toepas­singen. Het vangt spetters, sap­pen en kruimels op die anders de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
BAKPLAAT GEBRUIK DE BAKPLAAT alleen bij het bereiden met hete lucht en de grillfunctie. Gebruik deze nooit met de magne­tronfunctie.
ROOSTER
G
EBRUIK HET ROOSTER om voedsel
te bereiden en te braden met Hete Lucht, Grill, Hete Lucht Combi, Auto Hete Lucht Combi of Turbo Grill Combi.
BIJ GRILLEN ZOND ER MAGNE-
TRONFUNCTIE, plaatst u het
rooster op de bakplaat om het voedsel dichter bij het grillelement boven in de magnetron te bren­gen.
BABYFLESHOUDER
EBRUIK DE BABYFLESHOUD-
G
ER wanneer babyvoeding
wordt verwarmd in fl es­sen die te groot zijn om los in de oven te staan. Zie ook het hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen” voor meer informatie over het verwarmen van babyvoeding.
STARTBEVEILIGING / KINDERSLOT
DEZE AUTOMATI SCHE BEVEILIGING WORDT EEN MINUUT
NADAT DE oven teruggekeerd is in “stand-
by” geactiveerd. (De oven is in de “stand by”-modus als de 24-uursklok wordt weergegeven of - als de klok niet is ingesteld - als het display leeg is).
DE DEUR MOET WORDEN GEOPEND EN GESLOTEN OM ER
BIJVOORBEELD VOEDSEL IN TE ZETTEN, voordat de vei-
ligheidsvergrendeling wordt uitgeschakeld. Anders verschijnt op het display “DOOR” (deur).
door
5
DE BEREIDING ONDERBREKEN OF STOPPEN
OM DE BEREIDING TE ONDERBREKEN: DE BEREIDING KAN WORDEN ON-
DERBROKEN om het voedsel te
controleren, om te draaien of door te roeren, door de deur te openen. De instelling blijft 10 minuten lang gehandhaafd.
OM VERDER TE GAAN MET DE BEREIDING: SLUIT DE DEUR en druk EENMAAL
op de starttoets. De bereiding wordt hervat vanaf het punt waarop deze is onderbroken. DRUK TWEEMAAL op de starttoets om de tijd 30 seconden te verlengen.
W
ANNEER U NIET VERDER WILT GAAN:
HAAL HET VOEDSEL UIT DE OVEN, sluit
de deur en druk op de stoptoets.
R KLINKT GEDURENDE 10 MINUTEN om de minuut
E
een piepsignaal wanneer de bereiding voltooid is. Druk op de stoptoets of open de deur om het signaal uit te schakelen. OPMERK ING: de oven houdt de instellingen slechts 60 seconden vast als de deur geopend en vervolgens gesloten wordt nadat de berei­ding voltooid is.
GAARHEID
GAARHEID IS BESCHIKBAAR BIJ DE VOLGENDE FUNC TIES: AUTO-VERWARMEN AUTO-KOOK AUTO HETE LUCHT COMBI BIJ DE BOVENSTAANDE FUNCTIES HEBT U DE MOGELI-
JKHEID OM het eindresultaat persoonlijk aan te
passen via de functie Gaarheid instellen. Met deze functie kunt u een hogere of lagere eind­temperatuur instellen in vergelijking met de standaardinstelling.
GAARHEID
IVEAU EFFECT
N
Hi 2
Hi 1
- - - ­Lo 1
Lo 2
GEEFT DE HOOGSTE EINDTEMPERATUUR GEEFT EEN HOGERE EINDTEMPERATUUR GEEFT DE STANDAARDINSTELLING GEEFT EEN LAGERE EINDTEMPERATUUR GEEFT DE LAAGSTE EINDTEMPERATUUR
AFKOELEN
ALS EEN FUNCTIE IS VOLTOOI D, voert de oven een af­koelprocedure uit. Dit is normaal. Na deze procedure wordt de oven automa­tisch uitgeschakeld.
WANNEER U een van deze functies gebruikt, kiest de oven de standaardinstelling. Deze in­stelling geeft gewoonlijk het beste resultaat. Als het door u opgewarmde voedsel echter te heet was om meteen te eten, kunt u dit ge­makkelijk aanpassen voordat u de functie de volgende keer gebruikt. U doet dit door een gaarheidsniveau te kiezen met de instelknop, meteen nadat u op de starttoets hebt gedrukt.
OPMERK ING: DE GAARHEID kan alleen worden ingesteld of ge-
wijzigd gedurende de eerste 20 seconden na­dat de oven gestart is.
DOOR DE DEUR te openen kan zonder schadelij­ke gevolgen voor de oven, de afkoelprocedure worden onderbroken.
6
KOOKWEKKER
GEBRUIK DEZE FUNCTIE als u een keukentimer nodig heeft om de tijd precies bij te hou­den, zoals voor het koken van eieren en
qw
DRAAI DE MULTIFUNCTIONELE KNOP naar de nulpositie.
q
DRAAI DE INSTELKNOP om de bij te houden tijd in te stellen.
w
D
E KOOKWEKKER BEGINT NA 1 SECONDE AUTOMATISCH met aftellen.
WANNEER DE INGESTELDE TIJD VERSTREKEN IS, hoort u een geluidssignaal.
pasta of voor het laten rijzen van deeg enz.
KLOK
HET DISPLAY IS LEEG WANNEER HET APPARAAT VOOR
HET EERST WORDT AANGESLOTEN , en na een
stroomstoring. Indien de klok niet wordt in-
qe
wry
gesteld, blijft het display leeg totdat de be­reidingstijd wordt ingesteld.
t
DRAAI DE MULTIFUNCTIONELE KNOP naar de nulpositie.
q
DRUK DE SELECT-TOETS (KEUZETOETS) IN (3 seconden) tot het linker-
w
getal (uren) knippert.
DRAAI DE INSTELTOETS om de uren in te stellen.
e
DRUK DE SELECT-TOETS (KEUZETOETS) opnieuw in. (De twee rechter-
r
segmenten (minuten) knipperen).
DRAAI DE INSTELTOETS om de minuten in te stellen.
t
DRUK DE SELECT-TOETS (KEUZETOETS) opnieuw in.
y
E KLOK IS INGESTELD en in werking.
D ALS U DE KLOK VAN HET DISPLAY WENST TE VERWIJDEREN als deze eenmaal is
ingesteld dan drukt u opnieuw 3 seconden de Select-toets (keuze­toets) in en vervolgens de stoptoets. VOOR HET OPNIEUW INSTELLEN VAN DE KLOK, volgt u de bovengenoemde procedure. OPMERK ING: LAAT DE DEUR OPEN TERWIJL U DE KLOK INSTELT. Dit geeft u 10 minuten de tijd om de klok in te stellen. Anders moet elke stap bin­nen 60 seconden worden uitgevoerd.
7
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MAGNETRON
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor normale bereidin­gen en het opwarmen van bijvoorbeeld groenten, vis, aardappelen en vlees.
qetw
DRAAI DE MULTIFUNCTIONELE KNOP naar de magnetronpositie.
q
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
w
DRUK DE SELECT-TOETS (KEUZETOETS) IN om het vermogen te selecteren.
e
DRAAI DE INSTELKNOP om het gewenste vermogen in te stellen.
r
DRUK OP DE STARTTOETS.
t
A
LS HET BEREIDINGSPROCES EENMAAL GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 seconden
verlengen door op de starttoets te drukken. Bij elke druk op de toets wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd. U kunt de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de instelknop te draaien. DOOR DE SELECT-TOETS (KEUZETOETS) IN TE DRUKKEN kunt u heen en weer gaan tussen de bereidingstijd en het vermogen. Beiden kunnen tijdens het koken worden gewijzigd door na de selectie de instel­knop te draaien.
r
HET JUISTE VERMOGEN KIEZEN
ALLEEN MAGNETRONFUNCTIE
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
V
VERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, koffi e, thee of ander voedsel met een
TRAA L
S (900 W)
hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager ni­veau kiezen.
750 W B
650 W B
500 W
350 W L 160 W O 90 W WARM HOUDEN 0 W INSTELLEN van de nagaartijd.
8
EREIDEN VAN vis, groenten, vlees enz.
EREIDEN van gerechten die u tijdens het opwarmen niet kunt roeren.
OORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en het voltooien van
V
casseroles.
ATE N SUDDEREN VAN STOOFSCHOTELS smelten van boter.
NTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
STRAAL START
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het snel opwarmen van voedsel dat veel water bevat zoals hel­dere soepen, koffi e of thee.
qw
DRAAI DE MULTIFUNCTIONELE KNOP naar de magnetronpositie.
q
DRUK OP DE STARTTOETS.
w
DEZE FUNCTIE START AUTOM ATISCH met een maximaal magnetronvermo­gen en een bereidingstijd van 30 seconden. Elke keer dat de toets nogmaals wordt ingedrukt, wordt de tijd met 30 seconden ver­lengd. U kunt de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de instelknop te draaien, nadat de functie is gestart.
HANDMATIG ONTDOOIEN
VOLG DE PROCEDURE voor ”koken en opwarmen met de magnetron” en kies 160 W om hand­matig te ontdooien.
verpakkingen van karton kan rechtstreeks in de oven geplaatst worden wanneer de verpakking geen metalen delen bevat (bijvoorbeeld metalen bindstrips).
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
D
op de ontdooitijd. Lage pakjes ont­dooien sneller dan grote blokken.
A
FZONDERL IJKE STUKKEN wanneer ze beginnen te
ontdooien.
Afzonderlijke plakken ontdooien sneller.
S
CHEID VERSCHILLENDE STUKKEN VOED-
SEL met stukjes aluminiumfo-
lie wanneer ze warm begin­nen te worden (b.v. kippen­poten en vleugeltjes).
CONTROLEER EN INSPECTEER HET VOEDSEL REGELMATIG. Ervaring zal u leren hoeveel tijd nodig is voor verschillende hoeveelheden voedsel.
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooien.BEVROREN VOEDSEL IN PL ASTIC ZAKJES, plastic folie of
D
EKOOKT VOEDSEL , STOOFPOTTEN EN VLEESSAUZEN
G
ontdooien beter als u ze tijdens het ont­dooien doorroert.
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het
W
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het ont-
dooiproces te voltooien.
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOI -
A
EN EVEN LAAT STAAN WORDT HET RE- SULTAAT ALTIJD BETER aange-
zien de temperatuur gelijk­matiger door het voedsel ver­deeld wordt.
9
Loading...
+ 19 hidden pages