Whirlpool KS3102BUU/A07, KS3088BUU/A08, KD60122AUU/A03, KS3088BUU/A07, KS3102AUU/A07 INSTRUCTION FOR USE [nl]

...
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A) Koelvak
(voor het bewaren van verse levensmiddelen) Schappen (gedeeltelijk in hoogte verstelbaar)
1.
Groente- en fruitladen
2.
Binnendeur koelkast met:
3.
4.
Dooiwater afvoer
5.
Typeplaatje
6.
BEDIENINGEN
B) Vriesvak (indien bijgeleverd)
(gekenmerkt door het symbool voor het bewaren van verse levensmiddelen en diepvriesproducten en het maken van ijsblokjes)
Rooster (niet op de afbeelding weergegeven,
7.
indien leverbaar) Invrieszone
8.
IJsbakjes
9. C) Bedieningen
Thermostaatknop
A.
Lichtknop
B.
Referentieteken thermostaatstand
D.
Gloeilampje/Ledlampje
E.
4
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat is een koelkast met een vriesvak met sterren. Of is een koelkast met een vriesvak met sterren. Het apparaat levert optimale prestaties als de omgevingstemperatuur tussen +10 °C en +38 °C ligt.
Ingebruikneming van het apparaat
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact gestoken is, en de thermostaat binnenverlichting telkens wanneer de deur geopend wordt. Nadat de temperatuur is ingesteld – zoals beschreven in het volgende hoofdstuk – is het apparaat gebruiksklaar.
Temperatuurinstelling
- Als u de temperatuur in het vak wilt wijzigen, draait u de thermostaatknop:
op de lagere cijfers temperatuur in het vak
op de middencijfers temperatuur;
op de hogere cijfers temperatuur.
Thermostaat op worden onderbroken.
Opmerking
De omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat kunnen van invloed zijn op de binnentemperatuur van de koelkast. De thermostaatstand moet op grond van deze factoren worden aangepast.
Belangrijk
De instelling van de thermostaat waar het apparaat geïnstalleerd is, van de temperatuur van het vertrek en de frequentie waarmee de deur geopend wordt.
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak:
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding hiernaast:
Gekookte levensmiddelen
1.
Zuivel, conserven, kaas, boter
2.
Vis, vlees
3.
Vleeswaren
4.
Fruit, groente, salades
5.
Kleine conserven, eieren
6.
Tubes, kleine conserven
7.
Kleine flessen
8.
Flessen
9.
Opmerking
De levensmiddelen moeten worden afgedekt om te voorkomen dat ze uitdrogen.
Warme gerechten moeten eerst afkoelen, voordat ze in de koelkast gezet mogen worden.
Zorg ervoor dat de lucht goed kan circuleren tussen de levensmiddelen.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
niet op het symbool
(1)
1-2/MIN
MINDER KOUD
3-4/MED
5-7/MAX
: de functies van het apparaat en de verlichting
:
:
staat, brandt de
wanneer u wilt dat de
voor een
voor een
(1)
is;
GEMIDDELD LAGE
LAGERE
is afhankelijk van de plaats
5
Loading...
+ 4 hidden pages