Whirlpool AWM 327/3, AWM 328/3, AWM 337/3 INSTRUCTION FOR USE [nl]

Page 1
GEBRUIKSAANWIJZING NL
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
U DIENT ZICH BESLIST AAN DE “AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE” TE HOUDEN.
VOORDAT U DE WASAUTOMAAT IN GEBRUIK NE EMT, DI EN T U DE BEUG ELS DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN.
Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
Draai de waterkraan open.
Doe de deur dicht.
Doe een beetje wasmiddel in het vakje (ongeveer 100 ml).
Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5.
Als het functioneringslampje brandt, wil dat zeggen dat de wasautomaat is ingeschakeld.
Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt. Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
VOOR DAGELIJKS GEBRUIK:
Draai de waterkraan open.
Sorteer het wasgoed naar textielsoort en kleur en vul de trommel.
Sluit de deur.
Doe het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het vakje.
Het programma, de temperatuur, de centrifugeersnelheid en de extra functies selecteren (zoals beschikbaar op de machine).
Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde ingedrukt.
OPMERKING:
Tijdens de eerste 15 minuten na het starten van de programma's “Bontwas” en “Synthetische” weefsels (zonder voorwas), is het mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk wanneer de extra functie “Snel” is gekozen.
59
Page 2
NL INHOUD
DE WASAUTOMAAT MET TOEBEHOREN MILIEUTIPS VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN TRANSPORT VOORBEREIDING VAN HET WASGOED WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN VERVEN EN BLEKEN HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA /
START VAN HET PROGRAMMA HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES WIJZER VAN DE PROGRAMMAFASEN
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
61 62 62 62 63
64
65
66 67 68
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA
WIJZIGEN / ONDERBREKEN VAN HET PROGRAMMA HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER ONDERHOUD EN REINIGING KINDERBEVEILIGING OPSPOREN VAN STORINGEN KLANTENSERVICE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
60
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
68
68
69 70 70 71 72 73
Page 3
DE WASAUTOMAAT MET TOEBEHOREN
Werkblad
Bedieningspaneel
Wasmiddellade
Serviceplaatje (aan binnenzijde deur)
Deur
Handgreep voor het openen van de deur
Om de deur te openen: op de knop aan de binnenzijde van de handgreep drukken en trekken.
-
Om de deur te sluiten: zachtjes duwen (totdat u een klik hoort).
-
Kinderbeveiliging (aan binnenzijde deur)
Filter voor vreemde voorwerpen (achter het deurtje)
Afvoer van restwater (indien aanwezig).
61
Page 4
MILIEUTIPS
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool .
Product
De wasautomaat is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalwerking wanneer u hem afdankt. Maak het apparaat onbruikbaar door de stekker uit het stopcontact te trekken en de voedingskabel door te snijden.
Milieutips
Was, voor zover dit mogelijk is, altijd met een
-
volledig beladen trommel (afhankelijk van het gekozen programma), voor een optimaal gebruik van energie en water.
Gebruik voor licht of normaal vervuild
-
wasgoed een programma zonder voorwas.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik de wasautomaat uitsluitend voor
huishoudelijke doeleinden.
Gebruik bij licht vervuild wasgoed een
-
programma met lage temperatuur of een kort wasprogramma.
Druk wanneer de trommel niet vol is, de
-
Bespaartoets in (indien aanwezig), en de hoeveelheid wasmiddel verminderen.
Indien het wasgoed in een droogtrommel
-
wordt gedroogd, wordt aangeraden het op de max. snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het gekozen programma). De droogtrommel verbruikt dan minder energie.
Overschrijd de op de verpakking
-
aangegeven hoeveelheid wasmiddel niet. Gebruik vlekkenmiddel en bleekmiddel
-
alleen indien dit absoluut noodzakelijk is.
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet
forceren.
Zorg ervoor dat de installatie en de
elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verrich, overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften (zie “Aanwijzingen voor de installatie).
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of het apparaat schoon te maken, de wasmachine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Wanneer de wasmachine niet in werking is,
de stroomtoevoer uitschakelen en de waterkraan dichtdraaien.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de trommel klimmen. Leun niet tegen de deur.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, schuimplastic, etc.) buiten bereik van kinderen, aangezien het een potentiële bron van gevaar kan vormen.
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
TRANSPORT
Laat restwater uit de slangen en de
wasautomaat lopen (zie Het verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen / Het afvoeren van restwater).
Monteer de beschermbeugels voor het
transport (zie Aanwijzingen voor de installatie).
62
Page 5
VOORBEREIDING VAN HET WASGOED
1. Sorteer het wasgoed volgens:
Textielsoort / symbool op etiket
Katoen, gemengde weefsels, synthetische weefsels, wol, zijde, viscose.
De kleuren
Gekleurde en witte was altijd scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.
De afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen door elkaar, voor een optimale verdeling van de belading in de trommel.
Teer wasgoed
Was teer wasgoed apart. Gebruik speciale programma's voor Zuiver Scheerwol , gord ijnen, zijde en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen, of doe de gordijnen met ringen in waszak. Was alleen wasgoed dat in de wasautomaat kan worden gewassen! Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's, ceintuurs, etc.) of wasgoed met haakjes (bijv. b.h's) in een speciale waszak of in een kussensloop met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir ernstig beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen, haken dicht. Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
WASSEN EN ONDERHOUD VAN ZIJDEN ARTIKELEN
Wassen:
artikelen:
kleurvast zijn en was ze de eerste keer apart.
3.
4.
Drogen en strijken
Voor juiste behandeling van zijden
Controleer de wasinstructies op het etiket en controleer of het zijden artikel in de machine mag worden gewassen (30°).
Was stukken wasgoed van dezelfde kleur samen.
controleer of nieuwe artikelen
Gebruik voor zijde en wol een speciaal wasmiddel.
Dit programma heeft geen centrifugeercyclus. Indien u de functie “Spoelstop” kiest, het wasgoed niet te lang in het spoelwater laten
liggen. Wikkel het stuk in een handdoek en wring het
water eruit. Droog zijden artikelen nooit in de zon. Strijk binnenstebuiten als de zijden stof nog
licht vochtig is. Spuit geen water op het stuk en gebruik geen stoomstrijkijzer, dit om watervlekken te
voorkomen.
1
2
3
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Vlekken door bloed, melk, ei etc. worden
normaal gesproken tijdens het wasprogramma verwijderd door de automatische werking van de enzymen.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken etc. een vlekkenmiddel toe in het vakje of een bleekmiddel in het vakje van de wasmiddellade (afhankelijk van het model).
Behandel voor hardnekkige vlekken het
wasgoed zo nodig vooraf met een vlekkenmiddel.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
Vouw het wasgoed uit en stop het in de
trommel, zonder het aan te drukken. Sluit de deur.
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
wasgoed minder goed schoon en kreukt het meer.
Indien de trommel te vol is, wordt het
63
Page 6
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
KEUZE
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetische weefsels, teer wasgoed, wol, zijde).
Opmerking:
speciale wasmiddelen.
de kleur,
de temperatuur van het wasprogramma,
het soort vuil.
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare wateronthardingsmiddelen in de moderne wasmiddelen zonder fosfaten. In dit geval, de betreffende stukken uitkloppen en/of borstelen en een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de nabehandelingsproducten op een droge plek, buiten bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen, ontkalkingsmiddelen en verf, die geschikt zijn voor wasautomaten voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld terpentine of wasbenzine). Was geen met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen behandelde stoffen in de wasautomaat.
Gebruik voor wol en zijde uitsl uitend
DOSERING
De doseeraanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel aanhouden, afhankelijk van:
soort/mate van vervuiling,
de belading,
-
volledige belading: volgens de aanwijzingen van de fabrikant,
-
halfvolle trommel: 3/4 van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel,
-
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel,
de hardheid van het water
informatie bij de gemeente): zacht water vereist minder wasmiddel dan hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden tot sterke schuimvorming. Daardoor wordt het wasgoed niet zo goed gewassen. Indien er sprake is van teveel schuim, kan de ingebouwde verklikker verhinderen dat de wasautomaat centrifugeert.
Bij onvoldoende wasmiddel wordt het wasgoed grauw. De kalkaanslag,die hiervan het resultaat is, kan het verwarmingselement en de trommel beschadigen.
Volg, bij het gebruik van bleekmiddel, de aanwijzingen van de fabrikant strikt op. Teveel bleekmiddel kan het wasgoed aantasten.
(vraag hierover
HARDHEID VAN HET WATER
CATEGORIE EIGENSCHAPPEN
1 2 3 4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
DUITSE
HARDHEID °DH
0-7
7-14
14-21
boven 21
Indien de machine beschikt over ee n lade met drie vakjes, de marke ring voor de hardheid van he t water regelen in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin d e wasautomaat wordt gebruikt. Schuif de markering zijwaarts in de gewenste positi e.
64
FRANSE
HARDHEID °FH
0-12 12-25 25-37
boven 37
ENGELSE
HARDHEID °EH
0-9
9-17
17-26
boven 26
Page 7
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Afhankelijk van het model kan de wasmiddella de 3 of 5 vakjes hebben.
Trek de wasmiddellade naar buiten.
Doe het wasmiddel in de lade.
Programma's met voor- en hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder voorwas. Als een vloeibaar wasmiddel wordt
gebruikt, verwijder dan het gekl eu rd e doseringshulpmiddel uit de wasmiddellade en zet het in het vakje . De verdeling op het doseringshulpmiddel geeft de juiste dosering aan.
Voeg wasverzachter en stijfsel toe, hooguit tot aan het “max” niveau (model met drie vakjes) of hooguit tot aan het 100 ml niveau
(model met vier vakjes).
Voeg bleekmiddel toe (indien model geschikt is voor dit
gebruik) (tot aan het max niveau).
Vlekkenmiddel.
Waterontharder (waterhardheidscategorie 4).
Stijfsel. Doe het stijfsel, in vloeibare of poederform, in een bakje en verdun het met ongeveer 1 liter water. Vul de wasmachine met wasgoed, sluit de deur, kies en start het programma Spoelen + Centrifugeren”. Gie, nadat het water in de wasmachine is gestroomd, het verdunde stijfsel in bakje . Giet daarna ongeveer een halve liter water in het bakje om het te reinigen.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Opmerkingen:
Om bij zeer geconcentreerde wasmiddelen in poedervorm een onjuiste dosering te voorkomen, wordt aanbevolen de in de handel verkrijgbare doseringshulpmiddelen te gebruiken en het wasmiddel rechtstreeks in de trommel te doen (alleen voor programmas zonder voorwas).
Bij programma's met voorwas kan voor deze extra functie een vloeibaar wasmiddel worden gebruikt. Voor het hoofdwasprogramma mag in dit geval alleen een waspoeder worden gebruikt.
Bij het gebruik van geconcentreerde wasverzachters, dient u water toe te voegen in de wasmiddellade, hooguit tot aan het max niveau (3 vakjes) of hooguit tot aan het niveau 100 ml (4 vakjes).
Wasmiddellade met 3 vakjes
Wasmiddellade met 4 vakjes
VERVEN EN BLEKEN
Verven:
gewoonlijk samengesteld uit een kleurmiddel, een fixatiemiddel en zout. Doe het kleurmiddel, het fixatiemiddel en vervolgens het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul de trommel pas daarna met wasgoed.
in de handel verkrijgbare producten z ijn
Gebruik alleen producten die geschikt zijn voor wasautomaten.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven kunnen de plastic en rubber delen van de wasmachine gekleurd zijn.
65
Page 8
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA /
START VAN HET PROGRAMMA
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(Zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
Open de waterkraan.
Draai de programmakeuzeknop gewenste programma. Het functioneringslampje gaat branden, wat aangeeft dat de wasautomaat is ingeschakeld .
Draai de thermostaatknop temperatuur .
Zet de keuzeknop voor de
2.
centrifugeersnelheid op de gewenste snelheid .
Opmerkingen:
1. Indien de stand (Niet Centrifugeren) is gekozen
wordt er niet gecentrifugeerd tijdens de programma's voor “Wol” en “Tere weefsels;
maar wordt er met een lagere snelheid en met tussenpozen tussen de spoelbeurten gecentrifugeerd in de programma's Katoen en Synthetische Weefsels om een goede spoeling te verzekeren. Aan het einde van het programma is er één korte centrifugeerperiode.
op het
op de gewenste
123
2. Aan ieder programma wordt automatisch een maximale centrifugeersnelheid toegekend.
Programma Max. centrifugeersnelheid in toeren per min. (afhankelijk van het model)
1200 1100 1000 900 800 600
Katoen 1200 1100 1000 900 800 600 Synthethische weefsels 900* 900* 900* 900 800 600 Tere weefsels 900* 900* 900* 900 800 600 Wol 900* 900* 900* 900 800 600 Spoelen + Centrifugeren 1200 1100 1000 900 800 600 Centrifugeren op lage
snelheid
900* 900* 900* 900 800 600
* Ter bescherming van het wasgoed is de werkelijke centrifugeersnelheid bep erkt tot 900 toeren per min.
5.
Stel eventueel de benodigde extra funct ies
in
(zie het volgende hoofdstuk).
6.
Houd de “Start”-toets
ongeveer een seconde
ingedrukt.
66
Page 9
HET KIEZEN VAN DE EXTRA FUNCTIES
(Afhankelijk van het model, zie ook de aparte programmatabel).
Voorwas
Wij raden deze functie alleen aan in het geval
van zeer vuil wasgoed (bijv. zand, hardnekkig vuil).
Programma's met voorwas duren ongeveer
15 minuten langer.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden, om kreukvorming en kleurverlies te voorkomen. Met name geschikt voor de programma's
Wol, Synthetisch of Teer wasgoed, wanneer het wasgoed niet meteen na afloop van het wasprogramma uit de wasmachine wordt gehaald. Om de keuzefunctie “Spoelstop” te
beeindigen: de toets voor de “Spoelstop” nogmaals indrukken: de wasmachine voert automatisch het centrifugeerprogramma uit dat geschikt is voor het ingestelde wasprogramma.
Intensief spoelen
Het wasgoed wordt langer gespoeld, en met
meer water, zodat het grondiger wordt uitgespoeld.
Deze functie is met name geschikt in
gebieden met zeer zacht water, voor baby­wasgoed en wasgoed van personen met allergieën.
Snel
Halve belading
Bespaartoets
/
Deze mogelijkheid kan gekozen worden voor snelle en zuinige wasprogramma's. Met name geschikt voor een kleinere belading van de trommel, met licht vervuild wasgoed.
Vermindert het waterverbruik in alle programma's, met name in de spoelfase.
Met name geschikt voor weinig vervuild wasgoed en voor kleinere beladingen van de trommel (in dit geval ook de hoeveelheid wasmiddel verminderen).
Het wasprogramma duurt langer en wordt uitgevoerd bij een lagere temperatuur. Dit levert een besparing van energie op (ongeveer 30%), terwijl men toch goede wasresultaten behaalt.
67
Page 10
WIJZER VAN DE PROGRAMMAFASEN
De indicator van de programmafasen geeft aan welk wasprogramma er wordt uitgevoerd.
Groene zone: Zwartgestreepte zone: Zwarte zone: Stop:
Hoofdwas.
Spoelen.
Centrifugeren.
Einde programma.
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het programma.
Belangrijk:
starten van de programma's Katoen en Synthetische weefsels (zonder v oorwa s) i s het
mogelijk de deur te openen om ander wasgoed toe te voegen. Dit is niet mogelijk als de extra functie Snel is gekozen.
Als de programmakeuzeknop op “0” staat of de stroomtoevoer onderbroken wordt, wordt de deur na ongeveer 2 minuten ontgrendeld.
Tijdens de eerste 15minuten na het
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het programma is beëindigd wanneer de
1.
indicator van de programmafasen op “Stop” stilstaat. Pas daarna wordt de deur ontgrendeld.
Draai de programmakeuzeknop op “0”.
2.
Het functioneringslampje gaat uit. Schakel de gekozen extra functies uit door
op de betreffende toets te drukken. Open de deur en haal het wasgoed uit de
trommel. Draai de waterkraan open.
Opmerking:
trommel kan drogen.
laat de deur halfopen, zodat de
WIJZIGEN / ONDERBREKEN VAN HET PROGRAMMA
WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
a. EEN NIEUW PROGRAMMA OF EEN
NIEUWE TEMPERATUUR INSTELLEN EN HET PROGRAMMA VOORTZETTEN
Stel een nieuw programma en eventueel
een nieuwe temperatuur in. Houd de Start-toets ongeveer een
seconde ingedrukt. Het nieuwe programma start vanaf hetzelfde punt waarop het eerder gekozen programma is onderbroken.
b. HET PROGRAMMA AFBREKEN EN EEN
NIEUW PROGRAMMA STARTEN
Bij het starten van het nieuwe programma hoeft er geen wasmiddel te worden toegevoegd, omdat de wasmachine weinig water afvoert wanneer een programma afgebroken wordt.
Houd de “Start”-toets ongeveer vijf
1.
seconden ingedrukt of totdat u duidelijk hoort dat het programma wordt voortgezet.
Wacht tot de fase-indicator van het
programma op “Stop” is teruggekeerd. Zet de programmakeuzeknop op “0”.
Zet de programmakeuzeknop op het nieuwe
4.
programma, stel de nieuwe temperatuur en eventueel nieuwe extra functies in.
Houd de Start-toets ongeveer een
seconde ingedrukt.
EEN PROGRAMMA AFBREKEN - PAUZE
Indien een ingeschakeld programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden, en vervolgens weer moet worden hervat:
Zet de programmakeuzeknop op “0”.
1.
Stel het programma weer in wanneer u het
programma wilt hervatten. Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde
ingedrukt. Het programma wordt voortgezet.
HET VOORTIJDIG AFBREKEN VAN HET PROGRAMMA / POMPEN
Een programma voortijdig afbreken en het water afvoeren:
Zet de programmakeuzeknop op “B”
(Op lage snelheid centrifugeren). Zet de keuzeknop van de
centrifugeersnelheid op (Niet spoelen). Houd de “Start”-toets ongeveer een seconde
ingedrukt. Het water wordt afgevoerd. Open de deur pas als de indicator van de programmafasen op “Stop” staat.
68
Page 11
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN?
Controleer het filter regelmatig, minstens t wee of drie keer per jaar, op vreemde voorwerpen en maak het schoon als dat nodig is.
Wanneer de wasmachine het water niet regelmatig afvoert of niet centrifugeert.
Wanneer de pomp verstopt is door een vreemd voorwerp (knopen, muntstukken, veiligheidsspelden etc.).
BELANGRIJK:
machine te laten weglopen, dient u zich ervan te verzekeren dat het is afgekoeld.
alvorens het water uit de
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
Schakel de wasautomaat uit (zet de programmakeuzeknop op “0”).
Open het deurtje van het filter voor vreemde voorwerpen met behulp van het gekleurde doseringshulpmiddel dat in de wasmiddellade zit.
Zet een bak onder het filter. Draai de handgreep van het filter langzaam
tegen de wijzers van de klok in verticale positie, zonder het naar buiten te trekken.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is. Schroef het filter helemaal los en neem het
weg.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan bewegen.
Breng het filter weer aan en draai het zo ver mogelijk met de wijzers van de klok mee (handgreep in horizontale positie).
10.
Sluit het deksel.
11.
Doe 0,5 l water in de wasmiddellade om het Eco-systeem weer in te schakelen.
12.
Stel het programma in en houd de “Start”- toets ongeveer een seconde ingedrukt.
WANNEER MOET HET RESTWATER WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het vriespunt kan zakken. In dit geval is het raadzaam het restwater na iedere wasbeurt uit de machine te verwijderen.
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De afvoerslang van het restwater (indien aanwezig) bevindt zich in de basis van de
machine. Als de wasautomaat niet met een afvoerslang is uitgerust, moet voor de afvoer van het restwater het filter voor vreemde voorwerpen verwijderd worden. Zie Het verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen”.
Trek het deksel omhoog, door licht met een vinger van beneden naar boven te drukken.
Trek de afvoerslang langzaam ongeveer
15 cm naar buiten. Verwijder de sluiting.
Laat het water weglopen in een lage bak,
totdat de machine helemaal leeg is. Slui t hi ern a de afv oer slan gen breng hem weer in de oorspronkelijke positie.
Giet, wanneer u de wasmachine vervolgens weer gebruikt, ongeveer 1 liter water in de wasmiddellade om het “Eco”-systeem te activeren.
69
Page 12
ONDERHOUD EN REINIGING
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
WASMIDDELLADE
Maak de lade los en
1
2
Spoel onder stromend water schoon.
Plaats de sifons en duw ze vast; zet de wasmiddellade terug.
2
trek hem naar buiten; druk hiervoor zachtjes op de hendel in het voorwasvakje.
Haal de sifons weg (sifon van het vakje voor de wasverzachter en het gekleurde doseringshulpmiddel voor vloeibaar wasmiddel).
DEURMANCHET
Maak het zo nodig schoon met een vochtige doek.
Controleer regelmatig de toestand van het manchet.
FILTERS VOOR DE AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
Controleer het filter regelmatig en maak het schoon.
Voor wasmachines met een rechte watertoevoerslang (zie afbeelding):
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Verwijder het filter en maak het schoon.
4.
Plaats het filter terug en schroef de toevoerslang op de waterkraan.
5.
Schroef de toevoerslang los
Rechte water-
toevoerslang
Zet het filter terug en schroef de toevoerslang weer vast.
8. Open de waterkraan en controleer of de verbindingen niet lekken.
Voor wasmachines met een Waterstop-slang (zie afbeelding):
Waterstop-
slang
van de wasmachine.
6.
Haal het filter met een tang uit de wasmachine-aansluiting en maak het schoon.
Draai de waterkraan dicht.
Schroef de Waterstop-slang van de kraan.
Verwijder alleen het uittrekbare filter en maak het schoon.
Zet het filter weer terug en schroef de waterstopslang vast op de waterkraan.
5. Open de waterkraan en controleer of de verbindingen niet lekken.
FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
Controleer het filter regelmatig, minstens twee of drie keer per jaar, op vreemde voorwerpen en maak het schoon als dat nodig is (zie Het verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen).
KINDERBEVEILIGING
Draai, om te voorkomen dat de wasauto ma at o p een onjuiste manier wordt gebruikt, de plastic schroef aan de binnenzijde van de deur met de dikke afgeronde hoek van het gekleurd e inzetstuk dat in de wasmiddellade zit o f geb rui k h ie rv oo r een muntstuk.
Als de gleuf verticaal is: de deur kan niet worden gesloten.
Als de gleuf horizontaal is: de deur kan
worden gesloten.
70
Page 13
OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine is uitgerust met veiligheidsfuncties die eventuele storingen kunnen herkennen, signaleren en verh el pen .
Het gaat daarbij vaak om kleine s to ri ng en, d ie snel opgelost kunnen worden v erho lp en.
De wasautomaat start niet.
Controleer het volgende:
of de stekker goed in het stopcontact zit,
-
of er spanning op het stopcontact staat
-
(door bijv. een staande lamp aan te sluiten),
of de deur goed gesloten is
-
(kinderbeveiliging), of er een programma ingesteld is,
-
of de “Start”-toets ongeveer een seconde
-
ingedrukt is.
De wasautomaat blokkeert tijdens een programma.
Heeft u een ander programma gekozen?
Zo ja, druk ongeveer een seconde op de
-
Start-toets om met het nieuw gekozen programma het wassen te hervatten.
Het programma is per ongeluk veranderd
-
(bijv. door een kind): Stel het gewenste programma opnieuw in en druk ongeveer een seconde op de Start-toets. Het programma wordt voortgezet.
Geen of onvoldoende watertoevoer?
Zet de programmakeuzeknop op “0”.
-
Controleer het volgende:
Is de waterkraan helemaal opengedraaid
-
en is de watertoevoer (waterdruk) voldoende?
Zit de watertoevoerslang bekneld?
-
Zijn de filters van de wateraansluiting
-
verstopt (Zie Onderhoud en reiniging, “Filters voor de aansluiting op de
waterleiding), Is het water in de watertoevoerslang
-
bevroren?
Stel het gewenste programma opnieuw in en druk ongeveer een seconde op de Start”- toets (voeg voor dit programma geen wasmiddel toe). Het programma wordt voortgezet.
Voert de wasmachine geen water af?
Draai de programmakeuzeknop op “0”.
-
Controleer het volgende:
Of de afvoerslang goed is aangebracht (zie
-
Aanwijzingen voor de installatie), of de pomp geblokkeerd is en/of het filter
-
voor vreemde voorwerpen verstopt zit (zieHet verwijd eren van het filter voor vre emde voorwerpen / Het afvoeren van restwater).
BELANGRIJK:
afgekoeld is, voordat het afgevoerd wordt. Is het water in de afvoerslang bevroren?
-
Heeft u de toets “Spoelstop” ingedrukt?
-
Stel het gewenste programma opnieuw in en druk ongeveer een seconde op de “Start”- toets (voeg geen wasmiddel toe). Het programma wordt voortgezet. Indien de storing zich herhaalt, contact opnemen met de Klantenservice (zie Klantenservice).
Gaat het lampje van de Waterstop (indien aanwezig) branden?
Draai de waterkraan dicht en trek de
-
stekker uit het stopcontact. Het Waterstop-systeem kan ingeschakeld
-
worden: a) wanneer er zich teveel schuim vormt b) wanneer er een lek in de toevoerslang
of in de wasmachine zit.
Kantel de wasmachine naar voren om het
-
water, wat zich verzamelt heeft, weg te laten lopen.
Vervolgens: draai de waterkraan open (als er
-
onmiddellijk water naar de wasmachine stroomt, terwijl deze nog niet op de waterleiding is aangesloten, wijst dat op een defect; draai de kraan dicht en neem contact op met de Klantenservice).
Steek de stekker weer in het stopcontact;
-
het programma wordt voortgezet. Indien de storing zich herhaalt, contact opnemen met de Klantenservice (zie Klantenservice).
controleer of het waswater
71
Page 14
OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasautomaat trilt tijdens het centrifugeren.
Controleer het volgende:
Staat de machine waterpas en zijn alle vier
-
de pootjes afgesteld? (zie Aanwijzingen voor de installatie).
Zijn de veiligheidsbeugels voor het
-
transport verwijderd? Voordat de machine in bedrijf gesteld wordt, dient u de veiligheidsbeugels voor het transport te verwijderen (zie Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het programma is het wasgoed niet gecentrifugeerd.
De wasmachine heeft een identificatie- en
-
correctiesysteem voor het geval er een lading uit balans is. Voor enkele stukken wasgoed van grote afmetingen (bijvoorbeeld een badmat, een badjas) is het mogelijk dat het correctiesysteem in werking treedt om de centrifugeersnelheid automatisch te verminderen of het centrifugeren zelfs te onderbreken, indien de wasmachine merkt dat het wasgoed teveel uit balans is, nadat hij meermaals geprobeerd heeft de centrifugeercyclus te starten.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
-
nat is, eventueel andere stukken wasgoed toevoegen en opnieuw de centrifugeercyclus starten.
Resten van wasmiddel en nabehandelingsproducten.
Controleer het volgende:
Is de sifon correct geplaatst en is hij niet vuil?
-
(zie “Onderhoud en reiniging”, “Wasmiddellade”)
en controleer ook: Of er voldoende water wordt aangevoerd?
-
Het kan zijn dat de filters voor de wateraansluiting verstopt zijn (zie Onderhoud en reiniging, Filters voor de aansluiting op de waterleiding”).
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen
(met behulp van Opsporen van storingen”). Start het programma opnieuw om te
controleren of het probleem is opgelost. Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
Klantenservice Vermeld:
de aard van de storing,
het model,
het Service-nummer (dit nummer bevindt
zich na het woord Service),
72
Het Service-plaatje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur.
uw volledige adres,
uw telefoonnummer,
de telefoonnummers en de adressen van
de Klantenservice vindt u op het garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen met uw eigen handelaar.
Page 15
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET TRANSPORT
De wasautomaat is voorzien van v eiligheidsbeugels, om te voorkomen dat de binnens te onderdelen v an het apparaat tijdens het transport beschadig ingen oplopen.
Voordat u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u de veiligheidsbeugels, die voor het transport zijn aangebracht, te verwijderen (zie afbeelding 1).
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel de vier schroeven een beetje los (zie afbeelding 2).
Schroef de schroeven met de hand verder los.
Houd de schroef tegen en verwijder hem samen met de rode plastic afdichting via de grootste zijde van het gat.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de hiervoor bestemde plastic dopjes, die u in de richting van de pijl van het breedste naar het smalste gedeelte laat glijden, totdat ze vastgeklemd zitten (zie afbeelding 3).
Bewaar de veiligheidsbeugels.
Opmerking:
Wanneer de wasautomaat getransporteerd moet worden, dienen de plastic dopjes met een schroevendraaier verwijderd te worden, versc hui f ze tegen de richting van de pijl in en trek ze naar buiten. Bevestig nu de veiligheidsbeuge ls do or d e mo nt ag e­handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
afbeelding 1
afbeelding 2
afbeelding 3
73
Page 16
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
INSTALLATIE
Plaats de wasautomaat op een stabiele en vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig en stabiel op de vloer rusten, controleer of de wasautomaat exact horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas).
Als de vloer ongelijk is, kan de wasmachine met het afstelbare pootje rechtsvoor worden rechtgezet (plaats geen stukjes hout, karton en dergelijke onder de pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de bijgeleverde sleutel.
Stel de pootjes met de hand af.
Draai de tegenmoer, tegen de wijzers van de klok
in, vast tegen de wasmachine aan.
Indien de wasautomaat op een houten balkenvloer wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en 3 cm dik zetten. De plaat aan de vloer bevestigen.
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de wasautomaat alleen onder een doorlopend werkblad.
De wasautomaat mag alleen worden geïnstalleerd met behulp van de serie elementen van het UBS veiligheidsblad.
Haal de stekker uit het stopcontact. Verwijder de bevestigingsschroeven, die in de
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het werkblad.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar achteren
en trek het weg terwijl u het optilt. Monteer de serie elementen van het veiligheidsblad aan de hand van de aanwijzingen.
Draai de bevestigingsschroeven opnieuw aan.
AFMETINGEN VOOR INBOUW
Breedte 600 mm Hoogte 825 mm Diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de wasmachine pas op het elektriciteit snet aa n nadat het werkblad of de afdekking tussen de wasmachine en het blad zijn gemonteerd.
74
Page 17
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Waterkraan:schroefdraadaansluiting voor slang van 3/4".
Waterdruk: 10-100 N/cm² (1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Plaats het bijgeleverde filter in de aansluiting tussen de slang en de kraan.
Schroef de watertoevoerslang, bij voorkeur met de hand, vast aan de waterkraan. Breng de slang in positie en let erop dat deze niet geknikt of afgekneld is.
Controleer of de aansluitingen naar de wasmachine en de kraan niet lekken, door de waterkraan volledig open te draaien.
Indien de slang niet lang genoeg is, de buigzame slang vervangen door een drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN 50065) van de juiste lengte.
Controleer geregeld de toestand va n de toevoerslang en vervang deze w anneer dit nodig is.
Het is mogelijk de wasautomaat aan te sluiten zonder terugslagklep.
Houd u aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften van het Waterleidingbedrijf.
WATERSTOP (indien aanwezig)
De toevoerslang en de plastic doos van de wateraansluiting bevatten elektrische onderdelen.
De slang niet doorsnijden en de plastic doos niet onderdompelen in water.
Bij beschadiging van de slang de wasautomaat onmiddellijk van het elektriciteitsnet afkoppelen.
Indien de slang niet lang genoeg is, de slang vervangen door een Waterstop-slang met een lengte van drie meter (verkrijgbaar bij de Klantenservice of bij uw handelaar). Deze handeling mag uitsluitend door een gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
75
Page 18
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERAFVOER
Aansluiting van de afvoerslang.
Schroef de afvoerslang alleen los van de linkerbevestiging (zie pijl A afbeelding 1).
Schroef de afvoerslang niet los (zie pijl B in afbeelding 1), anders bestaat er risico op lekkage (u kunt zich branden aan het hete water).
Haal het bijgeleverde elleboogstuk uit de trommel en bevestig het aan het vrije uiteinde van de afvoerslang.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of hang hem met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak (zie afbeelding 2). Normale wastafels zijn niet geschikt voor dit doel.
Min. afvoerhoogte: 70 cm Max. afvoerhoogte: 125 cm
5.
Indien het nodig is een verlengstuk te gebruiken, een slang van hetzelfde type gebruiken. Zet de aansluitpunten vast met klemmen. Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
Vermijd bij het bevestigen van de waterafvoerslang dat deze geknikt of afge kneld wordt en maak hem goed vast, zodat hij tijdens het functioneren van de wasmachin e nie t ka n vallen.
afbeelding 1
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houd u aan de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot stand worden gebracht door middel van een aansluiting met aarding, geïnstalleerd volgens de geldende normen. De aarding is volgens de wet verplicht. De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen of huisdieren, of schade aan voorwerpen, die te wijten zijn aan het veronachtzamen van bovengenoemde specificaties, af.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het opgenomen vermogen en de benodigde beveiliging staan op de binnenkant van de deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige adapters.
76
afbeelding 2
Loading...