•BELANGRIJK: LEES DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG
DOOR.
•VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE
VEILIGHEIDSBEUGELS, DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE
VERWIJDEREN
•Eerste wasprogramma zonder wasgoed:
De waterkraan opendraaien.
1.
De deur sluiten.
2.
Een beetje wasmiddel (ca. 100 ml) in het vakje van de wasmiddellade doen.
3.
Een kort wasprogramma kiezen (zie de programmatabel).
4.
De "AAN/UIT"-knop indrukken.
5.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek is gebruikt
om de machine te testen, verwijderd.
VOOR DAGELIJKS GEBRUIK:
Draai de waterkraan open.
1.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
2.
Doe de deur dicht.
3.
Doe het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het vakje.
4.
Selecteer het programma, de tempe ratuur en de extra functies (afhankelijk van het
5.
model).
Druk op de "AAN/UIT"-knop.
6.
50
INHOUDSOPGAVENL
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
HET WASGOED SORTEREN
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VERVEN EN BLEKEN
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA EN DE
EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN
HET PROGRAMMA / HET INSTELLEN VAN EEN
NIEUW PROGRAMMA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
52
53
53
53
54
55
56
57
57
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN / HET AFVOEREN
VAN RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
KINDERBEVEILIGING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
58
59
59
60
60
61
51
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Wasmiddellade
4.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Om de deur te openen: aan de handgreep trekken
-
Om de deur te sluiten: zachtjes duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Kinderbeveiliging (aan binnenzijde deur)
8.
Filter (aan de binnenkant van de deur, afhankelijk van het model)
9.
Afvoer van restwater (afhankelijk van het model)
52
MILIEUTIPS
• Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en
draagt het recyclingssymbool .
• Product
De wasmachine is vervaardigd van
recyclebaar materiaal. Volg de plaatselijke
voorschriften voor afvalwerking wanneer u
hem afdankt. Maak het apparaat onbruikbaar
door de stekker uit het stopcontact te trekken
en de voedingskabel door te snijden.
• Milieutips
-
Was, voor zover dit mogelijk is (afhankelijk
van het gekozen programma), altijd met een
volledig beladen trommel voor een optimaal
gebruik van energie en water.
-
Gebruik voor licht tot normaal vervuild
wasgoed een programma zonder voorwas.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
•
Gebruik de wasmachine uitsluitend voor
huishoudelijke doeleinden.
•
Zorg ervoor dat de elektrische en
hydraulische aansluiting wordt verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften (zie “Aanwijzingen
voor de installatie”).
•
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren of het apparaat schoon te maken, de
wasmachine uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken.
•
Wanneer de machine niet in werking is, de
stroomtoevoer uitschakelen en de
waterkraan dichtdraaien.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed of bij een
halve belading een programma met lage
temperatuur of een kort wasprogramma.
-
Druk, wanneer de trommel halfvol is, op de
knop "Licht vuil" / "Halve belading"
(indien aanwezig) en gebruik minder
wasmiddel.
-
Indien het wasgoed in een wasdroger wordt
gedroogd, wordt aangeraden het op de max.
snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het
gekozen programma).
De droger verbruikt dan minder energie.
-
Overschrijd de op de verpakking
aangegeven hoeveelheid wasmiddel niet.
-
Gebruik vlekkenmiddel en bleekmiddel
alleen indien dit absoluut noodzakelijk is.
•
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet
forceren.
•
Laat kinderen niet met de wasmachine
spelen of in de trommel klimmen. Leun niet
tegen de deur.
•
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken, schuimplastic, etc.) buiten
bereik van kinderen, aangezien het een
potentiële bron van gevaar kan vormen.
•
De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn
nr. 93/68/EEG en EN 60555.
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de
slangen lopen (zie “Het afvoeren van
restwater”).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels voor het
transport (zie “Aanwijzingen voor de
installatie”).
53
HET WASGOED SORTEREN
1. Sorteer het wasgoed op:
• textielsoort / symbool op etiket
katoen, gemengde weefsels, synthetische
weefsels, wol
• kleur
Gekleurde en witte was altijd scheiden.
Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer
apart wassen.
• de afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen
door elkaar, voor een optimale verdeling van
de belading in de trommel en voor een beter
wasresultaat.
• teer wasgoed
Was teer wasgoed apart. Gebruik speciale
wasprogramma's voor wol (dat in de
machine kan worden gewassen), gordijnen
en andere tere weefsels. Haal de ringen van
de gordijnen of doe de gordijnen met de
ringen in een waszak. Was alleen textiel dat
in de wasmachine kan worden gewassen!
Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's,
ceintuurs, etc.) of wasgoed met haakjes (bijv.
b.h's) in een waszak of in een kussensloop
met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en
dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel
en het waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en ogen dicht.
Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
•
Bloed-, melk-, eiervlekken etc. worden
normaal gesproken tijdens het
wasprogramma verwijderd door de
automatische werking van de enzymen.
•
Voeg voor rode wijn-, koffie-, thee-, gras-,
fruitvlekken etc. een biologisch bleekmiddel
toe in het vakje ? of een bleekmiddel met
chloor in het vakje ? van de wasmiddellade
(afhankelijk van het model).
•
Behandel voor hardnekkige vlekken het
wasgoed zo nodig vooraf met een
vlekkenmiddel.
1
2
3
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
het wasgoed minder goed gewassen en kreukt
het meer.
indien de trommel te vol is, wordt
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
1.
Leg de stukken wasgoed één voor één losjes
2.
in de trommel zonder hem te overladen.
3.
Sluit de deur.
54
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetische
•
weefsels, teer wasgoed, wol).
Opmerking:
speciale wasmiddelen.
de kleur
•
de temperatuur van het wasprogramma
•
soort/mate van vervuiling
•
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken
•
textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare
wateronthardingsmiddelen in de moderne
wasmiddelen zonder fosfaten. In dit geval de
betreffende stukken uitkloppen en/of
borstelen en een vloeibaar wasmiddel
gebruiken.
Bewaar het wasmiddel en de
•
nabehandelingsproducten op een veilige,
droge plek, buiten bereik van kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
•
nabehandelingsproducten die geschikt zijn
voor wasmachines voor huishoudelijk
gebruik.
Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen,
•
ontkalkingsmiddelen, textielverf en middelen
voor het witter maken van de was, die
geschikt zijn voor wasmachines voor
huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpentine
•
of wasbenzine, etc.). Was geen stukken die
zijn behandeld met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine.
gebruik voor wol uitsluitend
DOSERING
Overschrijd de doseeraanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel niet.
De hoeveelheid is afhankelijk van:
soort/mate van vervuiling
•
de hoeveelheid was
•
volledige belading: volgens de
-
aanwijzingen van de fabrikant.
halfvolle trommel: 3/4 van de normale
-
hoeveelheid wasmiddel.
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
-
voor een volledige belading aangegeven
hoeveelheid wasmiddel.
de hardheid van het water (vraag hieromtrent
•
informatie bij het waterleidingbedrijf): zacht
water vereist minder wasmiddel dan hard
water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
•
tot een sterke schuimvorming. In het geval
van teveel schuim kan de ingebouwde
verklikker verhinderen dat de wasmachine
centrifugeert.
Bij onvoldoende wasmiddel wordt het
•
wasgoed grauw en kan tevens kalkaanslag
op het verwarmingselement en aan de
binnenkant van de trommel worden
gevormd.
Volg, bij het gebruik van bleekmiddel, de
•
aanwijzingen van de fabrikant strikt op.
Teveel bleekmiddel kan het wasgoed
aantasten.
HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEIDSCATEGORIEEIGENSCHAPPEN
1
2
3
4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
DUITSE
°Dh
0-7
7-14
14-21
boven 21
Indien de machine beschikt over een lade met drie vakjes, de markering voor de hardheid van het
water regelen in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de
wasmachine wordt gebruikt.
Schuif de markering zijwaarts in de gewenste positie.
FRANSE
°Fh
0-12
12-25
25-37
boven 37
ENGELSE
°Eh
0-9
9-17
17-26
boven 26
55
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Trek de wasmiddellade naar buiten.
1.
Afhankelijk van het model kan de lade drie of
vier vakjes hebben.
Doe het wasmiddel in de lade.
2.
Programma's met voor- en
•
hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder
•
voorwas
Als er een vloeibaar wasmiddel
wordt gebruikt, verwijder dan het
gekleurde doseringshulpmiddel uit
de zeepwasmiddellade en zet het
in het vakje . De verdeling op het
doseringshulpmiddel geeft de
juiste dosering aan.
Voeg wasverzachter en stijfsel toe,
•
hooguit tot aan het "max." niveau
(model met drie vakjes) of hooguit
tot aan het "100 ml" niveau (model
met vier vakjes).
Voeg bleekmiddel toe tot aan het
•
"max." niveau (indien model
geschikt is voor dit gebruik).
Vlekkenmiddel
•
Wateronthardingsmiddel
•
(waterhardheidscategorie 4)
Stijfsel
•
Doe het stijfsel, in vloeibare of
poederform, in een bakje en verdun
het met ongeveer 1 liter water.
Vul de wasmachine met wasgoed,
sluit de deur, kies en start het
programma “Spoelen +
Centrifugeren”.
Gie, nadat het water in de
wasmachine is gestroomd, het
verdunde stijfsel in bakje .
Giet daarna ongeveer een halve
liter water in het bakje om het te
reinigen.
Sluit de lade goed (totdat u een klik hoort ) .
3.
Opmerkingen:
Om bij het gebruik van zeer geconcentreerde
•
wasmiddelen een onjuiste dosering te
voorkomen, wordt aanbevolen het bij het
wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel
te gebruiken en dit rechtstreeks in de
trommel plaatsen (alleen voor programma's
zonder voorwas).
Bij programma's met voorwas kan een
•
vloeibaar wasmiddel voor de voorwas
worden gebruikt.
Voor het hoofdwasprogramma mag in dit
geval alleen een waspoeder worden
gebruikt.
Bij het gebruik van geconcentreerde
•
wasverzachters dient u water toe te voegen
in het vakje voor de wasverzachter, totdat het
maximale niveau is bereikt.
Wasmiddellade met 3 vakjes
Wasmiddellade met 4 vakjes
VERVEN EN BLEKEN
Verven:
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een
fixatiemiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixatiemiddel en vervolge ns
het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas
daarna de machine met wasgoed.
56
de in de handel verkrijgbare produkten
Gebruik alleen producten die geschikt zijn
•
voor wasmachines.
Houdt u aan de aanwijzingen van de
•
fabrikant.
Na het verven en bleken kunnen de plastic
•
en rubber delen van de wasmachine
gekleurd zijn.
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
EN DE EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
Voor machines MET thermostaatknop
A
Draai de programmakeuzeknop met de
1.
wijzers van de klok mee op het gewenste
programma.
Zet de thermostaatknop op de gewenste
2.
temperatuur.
Voor machines ZONDER thermostaatknop
B
Draai de programmakeuzeknop met de wijzers
van de klok mee tot op het programma met de
gewenste temperatuur.
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE KIEZEN
(afhankelijk van het model, zie ook de aparte
programmatabel).
Centrifugeren met een lagere snelheid
Druk op de knop: de centrifugeercyclus wordt
•
uitgevoerd op een lagere snelheid.
Zonder centrifugeercyclus
Druk op de knop: het programma wordt
•
uitgevoerd zonder te centrifugeren.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
•
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om
kreukvorming te voorkomen.
Met name geschikt voor de programma's
•
“Synthetisch” of “Teer” wasgoed, wanneer
het wasgoed niet meteen na afloop van het
wasprogramma uit de wasmachine wordt
gehaald.
Om de keuzefunctie "Spoelstop" te
beëindigen
De knop “Spoelstop” nogmaals indrukken; de
lading wordt gecentrifugeerd volgens het
ingestelde programma.
Licht vuil/Halve belading
Vermindert het waterverbruik in alle
•
programma's, met name in de spoelfase.
Met name geschikt voor weinig vervuild
•
wasgoed en voor kleinere beladingen van de
trommel (in dit geval ook de hoeveelheid
wasmiddel verminderen).
Koud wassen
A
B
Het programma gebruikt het water op de
•
temperatuur waarmee het uit de kraan komt.
Intensief spoelen
De functie “Intensief spoelen” is met name
•
geschikt in gebieden met zeer zacht water,
voor baby-wasgoed en wasgoed van
personen met allergieproblemen.
Bij deze spoelcyclus wordt ongeveer 10 l
•
meer water verbruikt.
De functie “Intensief Spoelen” wordt
•
aanbevolen voor de programma's “Katoen
95°C” en “Synthetisch 60°C”, omdat het
waswater eerst wordt gekoeld en pas daarna
afgevoerd.
Katoen 95°C
Deze functie kan worden gekozen bij het
•
programma “Katoen” en is geschikt voor
weefsels die een etiket hebben met dit
symbool.
Alleen aan te bevelen bij een zeer vuile was.
•
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Sluit de wasmachine aan.
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Druk op de “AAN/UIT” knop.
3.
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA /
HET INSTELLEN VAN EEN NIEUW PROGRAMMA
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur
automatisch geblokkeerd tot aan het einde van
het programma.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het programma is beëindigd wanneer de
•
indicator van de programmafasen op "Stop"
stilstaat.
Druk op de “AAN/UITÆ knop.
1.
Schakel de gekozen extra functies uit door
2.
op de betreffende knoppen te drukken.
Draai de waterkraan (-kranen) dicht.
3.
4.
(ongeveer 2 minuten).
Open de deur en haal het wasgoed uit de
5.
machine.
Opmerking:
trommel kan drogen.
laat de deur halfopen zodat de
WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN
PROGRAMMA
Druk op de “AAN/UIT” knop.
1.
Selecteer het nieuwe programma en stel de
2.
temperatuur en eventuele extra functies in.
Druk op de “AAN/UIT” knop.
3.
57
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR
VREEMDE VOORWERPEN
VERWIJDEREN? / HET AFVOEREN VAN
HET RESTWATER
Controleer en reinig het filter minstens 2 tot 3
•
maal per jaar.
Wanneer de wasmachine het water niet
•
regelmatig afvoert of niet centrifu geert.
Wanneer de pomp is verstopt door een
machine te laten lopen, dient u zich ervan te
verzekeren dat het is afgekoeld.
alvorens het water uit de
HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN VERWIJDEREN
Schakel de wasmachine uit (druk op de
1.
"AAN/UIT" knop).
Open het deksel van het filter voor vreemde
2.
voorwerpen met behulp van het gekleurde
doseringshulpmiddel dat in de
wasmiddellade zit.
Zet een bak onder het filter.
3.
Draai de handgreep van het filter langzaam
4.
tegen de wijzers van de klok in verticale
positie zonder het naar buiten te trekken.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
5.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
6.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
7.
het filter.
Controleer of de rotor van de pomp weer
8.
goed kan bewegen.
Breng het filter weer aan en draai het zo ver
9.
mogelijk met de wijzers van de klok mee
(handgreep in horizontale positie).
Sluit het deksel.
10.
Giet 0,5 liter water in de wasmiddellade om
11.
het "Eco"-systeem weer in te schakelen.
Sommige modellen bevatten geen filter omdat
zij voorzien zijn van een zelfreinigende pomp.
WANNEER MOET HET RESTWATER
WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt
•
transporteren.
In een ruimte waar de temperatuur onder het
•
vriespunt kan zakken. In dit geval is het
raadzaam het restwater na iedere wasbeurt
uit de machine te verwijderen.
2
4
8
1
2
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De afvoerslang van het restwater (indien
aanwezig) bevindt zich in de basis van de machine.
Trek het deksel omhoog door lichte met een
1.
vinger van beneden naar boven te drukken.
Trek de afvoerslang langzaam ongeveer 15
2.
cm naar buiten. Verwijder de sluiting.
Laat het water weglopen in een lage bak,
3.
totdat de machine helemaal leeg is.
Sluit hierna de afvoerslang en breng hem
weer in de oorspronkelijke positie.
Als de wasmachine niet met een afvoerslang in
de basis is uitgerust, dient u voor de afvoer van
het restwater de aanwijzingen op te volgen van
het hoofdstuk “Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen”.
6
3
58
ONDERHOUD EN REINIGING
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
•
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
•
doek.
WASMIDDELLADE
Maak de lade los en trek hem naar buiten
1.
trekken; druk hiervoor zachtjes op de
ontgrendelingshendel.
Haal de sifons weg (sifon van het vakje voor
2.
wasverzachter, sifon van het bleekmiddel en
het gekleurde doseringshulpmiddel voor
vloeibaar wasmiddel).
Spoel onder stromend water schoon.
3.
Plaats de sifons in de wasmiddellade en duw
4.
ze vast.
DEURMANCHET
Maak het zo nodig schoon met een vochtige
•
doek.
Controleer het manchet regelmatig op
•
vreemde voorwerpen.
FILTER VAN DE WATERSLANG
Controleer het filter regelmatig en maak het
•
schoon.
Draai de waterkraan dicht.
1.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
2.
Verwijder het filter en maak het schoon.
3.
Zet het filter weer terug en schroef de
4.
toevoerslang vast op de waterkraan.
1
2
Schroef de slang(en) los van de machine.
5.
Haal het filter met een tang uit de
6.
wasmachine en maak het schoon.
Zet het filter terug en schroef de aansluiting
7.
weer op de machine.
Open de waterkraan en controleer of de
8.
verbindingen niet lekken
2
FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN
Controleer het filter regelmatig, minstens
•
twee of drie keer per jaar, op vreemde
voorwerpen en maak het schoon als het
nodig is (zie “Het filter voor vreemde
voorwerpen verwijderen”).
KINDERBEVEILIGING
Draai, om te voorkomen dat de wasmachine op
een onjuiste manier wordt gebruikt, de plastic
schroef aan de binnenzijde van de deur met de
dikke afgeronde hoek van het gekleurde
inzetstuk dat in de wasmiddellade zit of gebruik
hiervoor een muntstuk.
Als de gleuf verticaal is (veiligheidstand): de
1.
deur kan niet worden gesloten.
Als de gleuf horizontaal is (normale stand):
2.
de deur kan worden gesloten.
2
1
59
OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine start niet.
•
Zit de stekker goed in het stopcontact?
•
Is de zekering doorgebrand?
•
Is er een stroomstoring?
•
Is de waterkraan open? Krijgt de machine
water?
•
Sluit de deur goed? Is de kinderbeveiliging
geactiveerd?
•
Heeft u een programma ingesteld?
•
Is de "AAN/UIT" knop ingedrukt?
De watertoevoer is niet (waterdruk)
voldoende.
•
Is de waterkraan helemaal opengedraaid?
•
Zit er een knik in de watertoevoerslang?
•
Is het filter van de wateraansluiting verstopt?
(zie "Onderhoud en reiniging").
•
Is het water in de slang bevroren?
De wasmachine voert geen restwater af.
•
Is de afvoerslang correct geplaatst? (zie
"Aanwijzingen voor de installatie")
•
Is het filter voor vreemde voorwerpen
verstopt? (zie “Het verwijderen van het filter
voor vreemde voorwerpen / het afvoeren van
restwater”).
•
Is het water in de afvoerslang bevroren?
•
Heeft u op de knop "Spoelstop" gedrukt?
Er zitten resten wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
•
Is de sifon correct geplaatst?
•
Is de sifon vuil?
•
Komt er weinig water in de lade? (zie boven).
•
Zie ook
“Wasmiddel en nabehandelingsproducten”
“Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
•
Staat de wasmachine waterpas en zijn alle
vier de pootjes correct afgesteld? (zie
“Aanwijzingen voor de installatie”).
•
Zijn de veiligheidsbeugels voor het transport
verwijderd? Voordat de machine in bedrijf
gesteld wordt, dient u de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen (zie
“Aanwijzingen voor de installatie”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende gecentrifugeerd
•
Is de rotor van de pomp verstopt? (zie “Het
verwijderen van het filter voor vreemde
voorwerpen / het afvoeren van restwater”).
•
Bestaat het wasgoed uit een enkel zwaar
stuk van grote afmetingen (bijvoorbeeld een
badjas, etc.)? Het is mogelijk dat de
wasmachine merkt dat het wasgoed teveel
uit balans is en de centrifugeersnelheid
automatisch vermindert.
Voeg in dit geval eventueel andere stukken
wasgoed toe en herhaal de centrifugeercyclus.
•
Indien dit verscheidene malen achter elkaar
gebeurt, wordt er tegen een lagere snelheid
gecentrifugeerd of wordt er, indien het
wasgoed erg uit balans is, niet gecentrifugeerd.
•
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog
nat is, eventueel andere stukken wasgoed
toevoegen en het centrifugeerprogramma
opnieuw starten.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
Klantenservice:
1.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen
(zie “Opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te
controleren of de storing is verholpen.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de
klantenservice. Vermeld:
•
de aard van de storing,
•
het model,
•
het Servicenummer
(dit nummer bevindt zich na het woord
SERVICE),
60
Het Serviceplaatje bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
•
uw volledige adres,
•
uw telefoonnummer met kengetal,
•
Het telefoonnummer en adres van de
Klantenservice bevindt zich op het
garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen
met uw eigen handelaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET
TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat tijdens het
transport beschadigen oplopen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt,
MOET u de veiligheidsbeugels te verwijderen
(Afb. 1).
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel
1.
de schroeven een beetje los (Afb. 2).
Draai de schroeven met de hand verder los.
2.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze
3.
inclusief de rode plastic houder, via de
grootste zijde van het gat.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de
4.
hiervoor bestemde plastic dopjes. Plaats de
dopjes en schuif ze in de richting van de pijl
naar het smalle gedeelte totdat ze goed
vastzitten (zie Afb. 3).
Bewaar de veiligheidsbeugels.
5.
Opmerking:
Plaats de veiligheidsbeugels op de volgende
manier vóór transport van de wasmachine:
Verwijder de plastic dopjes met een
1.
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting
van de pijl in naar buiten en trek ze naar
buiten.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de
2.
hierboven beschreven montage-handelingen
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
61
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
INSTALLATIE
Plaats de wasmachine op een stabiele en
•
vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van
een vertrek.
Controleer of alle vier de pootjes stevig op de
•
vloer rusten en of de wasmachine exact
horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is,
•
deze onregelmatigheden compenseren door
de pootjes van de wasmachine in of uit te
schroeven (plaats geen stukjes hout, karton
en dergelijke onder de pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de
1.
bijgeleverde sleutel.
Stel de pootjes met de hand af.
2.
Draai de tegenmoer, tegen de wijzers van de
3.
klok in, vast tegen de wasmachine aan.
Indien de wasmachine op een houten
•
balkenvloer wordt geplaatst, het apparaat op
een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en
minstens 3 cm dik zetten. Bevestig de plaat
aan de vloer.
2
1
3
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de machine onder een vast,
doorlopend werkblad.
Het apparaat mag alleen worden ingebouwd
met behulp van de serie elementen van het UBS
veiligheidsblad.
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
Verwijder de bevestigingsschroeven, die in de
1.
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het
werkblad.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar
2.
achteren en trek het weg terwijl u het optilt.
Monteer de serie elementen van het
veiligheidsblad aan de hand van de
aanwijzingen.
Breng de bevestigingsschroeven opnieuw aan
3.
en draai ze vast.
AFMETINGEN VOOR INBOUW VAN HET
VEILIGHEIDSBLAD.
Breedte600 mm
Hoogte825 mm
Diepte600 mm
LET OP:
Sluit de machine pas aan op het elektriciteitsnet
nadat het werkblad of de afdekking is gemonteerd.
1
2
3
62
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
•
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
•
slang van 3/4".
Waterdruk (wateraansluiting):
•
10-100 N/cm2(1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Opmerking:
reeds aan de achterzijde van de machine is
gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
1.
Plaats het bijgeleverde filter in de
2.
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van
de toevoerslang en de waterkraan.
Schroef de watertoevoerslang met het rechte
3.
uiteinde met de hand voorzichtig aan de
waterkraan vast.
Schroef het gebogen uiteinde van de
4.
toevoerslang voorzichtig vast aan de
machine. Let erop dat de slang niet geknikt is.
Controleer of de aansluitingen naar de
5.
wasmachine en de kraan niet lekken, door de
waterkaan volledig open te draaien.
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
•
buigzame slang vervangen door een
drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN
500 65) van de juiste lengte.
Controleer de watertoevoerslang geregeld
•
op barsten of scheuren en vervang hem
indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep
•
worden aangesloten.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
•
het Waterleidingbedrijf.
wanneer de watertoevoerslang
63
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERAFVOERSLANG
Aansluiting van de afvoerslang aan de
•
waterafvoer.
Trek de afvoerslang van het rechter haakje
1.
af; zie pijl A in Afb. 1.
Belangrijk:
Schroef de afvoerslang NIET los; zie pijl B in
Afb. 1, anders bestaat er risico op lekkage (u
kunt zich branden aan het hete water).
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of hang
2.
hem met het elleboogstuk aan de rand van
een wasbak of een badkuip (zie Afb. 1).
Kleine fonteintjes zijn niet geschikt voor dit
doel.
Min. afvoerhoogte: 70 cm
3.
Max. afvoerhoogte: 125 cm
Indien het nodig is een verlengstuk te
4.
gebruiken, een slang van hetzelfde type
gebruiken en de aansluitpennen vastzetten
met klemmen. Max. lengte van de
afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
vermijd knikken van de waterafvoerslang en
maak hem goed vast, zodat hij tijdens het
functioneren van de wasmachine niet kan vallen
(zie Afb. 2).
Afb. 1
Min. 70 cm
Max.125 cm
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houdt u zich aan de voorschriften van het
•
plaatselijk energiebedrijf.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot
•
stand worden gebracht met een correct
geïnstalleerd, geaard en geïsoleerd
stopcontact.
Het elektrische circuit moet geaard zijn.
•
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid
voor eventueel letsel aan personen of
huisdieren, of schade aan voorwerpen, die te
wijten zijn aan het veronachtzamen van
bovengenoemde specificaties, af.
De gegevens met betrekking tot de spanning,
•
het opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de
deur.
De leiding voor aansluiting op het net mag
•
alleen worden vervangen door een
gekwalificeerde elektricien.
De wasmachine voldoet aan de Europese
•
veiligheidsvoorschriften van de
EG- Richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
Gebruik geen verlengsnoeren of
•
stekkerdozen.
Afb. 2
64
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.