Whirlpool AWM 275/2, AWM 292, AWM 375/4, AWM 363/3, AWM 365 INSTRUCTION FOR USE [nl]

...
NL GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR HET EERSTE GEBRUIK:
BELANGRIJK: LEES DE AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE AANDACHTIG DOOR.
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK NEEMT, DIENT U DE VEILIGHEIDSBEUGELS, DIE VOOR HET TRANSPORT AANGEBRACHT ZIJN, TE VERWIJDEREN
De waterkraan opendraaien.
1.
De deur sluiten.
2.
Een beetje wasmiddel (ca. 100 ml) in het vakje van de wasmiddellade doen.
3.
Een kort wasprogramma kiezen (zie de programmatabel).
4.
De "AAN/UIT"-knop indrukken.
5.
Op deze manier worden eventuele resten van het water, dat in de fabriek is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
VOOR DAGELIJKS GEBRUIK:
Draai de waterkraan open.
1.
Het wasgoed op textielsoort en kleur sorteren en de wasmachine vullen.
2.
Doe de deur dicht.
3.
Doe het wasmiddel en eventuele nabehandelingsproducten in het vakje.
4.
Selecteer het programma, de tempe ratuur en de extra functies (afhankelijk van het
5.
model). Druk op de "AAN/UIT"-knop.
6.
50
INHOUDSOPGAVE NL
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
MILIEUTIPS
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
HET WASGOED SORTEREN
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VERVEN EN BLEKEN
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA EN DE EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA / HET INSTELLEN VAN EEN NIEUW PROGRAMMA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
52
53
53
53
54
55
56
57
57
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
KINDERBEVEILIGING
OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
PAGINA
58
59
59
60
60
61
51
DE WASMACHINE MET TOEBEHOREN
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Wasmiddellade
4.
Serviceplaatje (aan de binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van de deur
-
Om de deur te openen: aan de handgreep trekken
-
Om de deur te sluiten: zachtjes duwen (totdat u een klik hoort)
7.
Kinderbeveiliging (aan binnenzijde deur)
8.
Filter (aan de binnenkant van de deur, afhankelijk van het model)
9.
Afvoer van restwater (afhankelijk van het model)
52
MILIEUTIPS
Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar en draagt het recyclingssymbool .
Product
De wasmachine is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Volg de plaatselijke voorschriften voor afvalwerking wanneer u hem afdankt. Maak het apparaat onbruikbaar door de stekker uit het stopcontact te trekken en de voedingskabel door te snijden.
Milieutips
-
Was, voor zover dit mogelijk is (afhankelijk van het gekozen programma), altijd met een volledig beladen trommel voor een optimaal gebruik van energie en water.
-
Gebruik voor licht tot normaal vervuild wasgoed een programma zonder voorwas.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik de wasmachine uitsluitend voor huishoudelijke doeleinden.
Zorg ervoor dat de elektrische en hydraulische aansluiting wordt verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften (zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
Alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren of het apparaat schoon te maken, de wasmachine uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Wanneer de machine niet in werking is, de stroomtoevoer uitschakelen en de waterkraan dichtdraaien.
-
Gebruik bij licht vervuild wasgoed of bij een halve belading een programma met lage temperatuur of een kort wasprogramma.
-
Druk, wanneer de trommel halfvol is, op de knop "Licht vuil" / "Halve belading" (indien aanwezig) en gebruik minder wasmiddel.
-
Indien het wasgoed in een wasdroger wordt gedroogd, wordt aangeraden het op de max. snelheid te centrifugeren (afhankelijk van het gekozen programma). De droger verbruikt dan minder energie.
-
Overschrijd de op de verpakking aangegeven hoeveelheid wasmiddel niet.
-
Gebruik vlekkenmiddel en bleekmiddel alleen indien dit absoluut noodzakelijk is.
Wanneer de deur niet opengaat, hem niet forceren.
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen of in de trommel klimmen. Leun niet tegen de deur.
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken, schuimplastic, etc.) buiten bereik van kinderen, aangezien het een potentiële bron van gevaar kan vormen.
De wasmachine voldoet aan de Europese veiligheidsvoorschriften van de EG-richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555.
VERPLAATSEN EN VERVOEREN VAN DE MACHINE
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen lopen (zie “Het afvoeren van restwater”).
5.
Monteer de veiligheidsbeugels voor het transport (zie “Aanwijzingen voor de installatie”).
53
HET WASGOED SORTEREN
1. Sorteer het wasgoed op:
textielsoort / symbool op etiket
katoen, gemengde weefsels, synthetische weefsels, wol
kleur
Gekleurde en witte was altijd scheiden. Nieuw, gekleurd wasgoed de eerste keer apart wassen.
de afmetingen van het wasgoed
Was stukken van verschillende afmetingen door elkaar, voor een optimale verdeling van de belading in de trommel en voor een beter wasresultaat.
teer wasgoed
Was teer wasgoed apart. Gebruik speciale wasprogramma's voor wol (dat in de machine kan worden gewassen), gordijnen en andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met de ringen in een waszak. Was alleen textiel dat in de wasmachine kan worden gewassen! Was kleine stukken wasgoed (bijv. panty's, ceintuurs, etc.) of wasgoed met haakjes (bijv. b.h's) in een waszak of in een kussensloop met ritssluiting.
2. Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke kunnen het wasgoed, de trommel en het waterreservoir beschadigen.
3. Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en ogen dicht. Knoop de uiteinden van ceintuurs bijeen.
BEHANDELING VAN VLEKKEN
Bloed-, melk-, eiervlekken etc. worden normaal gesproken tijdens het wasprogramma verwijderd door de automatische werking van de enzymen.
Voeg voor rode wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken etc. een biologisch bleekmiddel toe in het vakje ? of een bleekmiddel met chloor in het vakje ? van de wasmiddellade (afhankelijk van het model).
Behandel voor hardnekkige vlekken het wasgoed zo nodig vooraf met een vlekkenmiddel.
1
2
3
AANBEVOLEN BELADINGEN
Zie de aparte programmatabel.
Opmerking:
het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
indien de trommel te vol is, wordt
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Open de deur.
1.
Leg de stukken wasgoed één voor één losjes
2.
in de trommel zonder hem te overladen.
3.
Sluit de deur.
54
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
KEUZE VAN HET WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, synthetische
weefsels, teer wasgoed, wol).
Opmerking:
speciale wasmiddelen. de kleur
de temperatuur van het wasprogramma
soort/mate van vervuiling
Opmerkingen:
Eventuele witte resten op donkere stukken
textiel zijn het gevolg van de niet-oplosbare wateronthardingsmiddelen in de moderne wasmiddelen zonder fosfaten. In dit geval de betreffende stukken uitkloppen en/of borstelen en een vloeibaar wasmiddel gebruiken. Bewaar het wasmiddel en de
nabehandelingsproducten op een veilige, droge plek, buiten bereik van kinderen. Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die geschikt zijn voor wasmachines voor huishoudelijk gebruik. Gebruik alleen wateronthardingsmiddelen,
ontkalkingsmiddelen, textielverf en middelen voor het witter maken van de was, die geschikt zijn voor wasmachines voor huishoudelijk gebruik. Gebruik geen oplosmiddelen (b.v. terpentine
of wasbenzine, etc.). Was geen stukken die zijn behandeld met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine.
gebruik voor wol uitsluitend
DOSERING
Overschrijd de doseeraanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel niet. De hoeveelheid is afhankelijk van:
soort/mate van vervuiling
de hoeveelheid was
volledige belading: volgens de
-
aanwijzingen van de fabrikant. halfvolle trommel: 3/4 van de normale
-
hoeveelheid wasmiddel. kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
-
voor een volledige belading aangegeven hoeveelheid wasmiddel.
de hardheid van het water (vraag hieromtrent
informatie bij het waterleidingbedrijf): zacht water vereist minder wasmiddel dan hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan leiden
tot een sterke schuimvorming. In het geval van teveel schuim kan de ingebouwde verklikker verhinderen dat de wasmachine centrifugeert.
Bij onvoldoende wasmiddel wordt het
wasgoed grauw en kan tevens kalkaanslag op het verwarmingselement en aan de binnenkant van de trommel worden gevormd.
Volg, bij het gebruik van bleekmiddel, de
aanwijzingen van de fabrikant strikt op. Teveel bleekmiddel kan het wasgoed aantasten.
HARDHEID VAN HET WATER
HARDHEIDSCATEGORIE EIGENSCHAPPEN
1 2 3 4
zacht
middelhard
hard
zeer hard
DUITSE
°Dh
0-7
7-14
14-21
boven 21
Indien de machine beschikt over een lade met drie vakjes, de markering voor de hardheid van het water regelen in overeenstemming met de hardheid van het water in het gebied waarin de wasmachine wordt gebruikt.
Schuif de markering zijwaarts in de gewenste positie.
FRANSE
°Fh
0-12 12-25 25-37
boven 37
ENGELSE
°Eh
0-9
9-17
17-26
boven 26
55
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
DE WASMIDDELLADE VULLEN MET WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Trek de wasmiddellade naar buiten.
1.
Afhankelijk van het model kan de lade drie of vier vakjes hebben.
Doe het wasmiddel in de lade.
2.
Programma's met voor- en
hoofdwas. Hoofdwasprogramma zonder
voorwas Als er een vloeibaar wasmiddel
wordt gebruikt, verwijder dan het gekleurde doseringshulpmiddel uit de zeepwasmiddellade en zet het in het vakje . De verdeling op het doseringshulpmiddel geeft de juiste dosering aan.
Voeg wasverzachter en stijfsel toe,
hooguit tot aan het "max." niveau (model met drie vakjes) of hooguit tot aan het "100 ml" niveau (model met vier vakjes).
Voeg bleekmiddel toe tot aan het
"max." niveau (indien model geschikt is voor dit gebruik).
Vlekkenmiddel
Wateronthardingsmiddel
(waterhardheidscategorie 4) Stijfsel
Doe het stijfsel, in vloeibare of poederform, in een bakje en verdun het met ongeveer 1 liter water. Vul de wasmachine met wasgoed, sluit de deur, kies en start het programma Spoelen + Centrifugeren. Gie, nadat het water in de wasmachine is gestroomd, het verdunde stijfsel in bakje . Giet daarna ongeveer een halve liter water in het bakje om het te reinigen.
Sluit de lade goed (totdat u een klik hoort ) .
3. Opmerkingen:
Om bij het gebruik van zeer geconcentreerde
wasmiddelen een onjuiste dosering te voorkomen, wordt aanbevolen het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel te gebruiken en dit rechtstreeks in de trommel plaatsen (alleen voor programma's zonder voorwas).
Bij programma's met voorwas kan een
vloeibaar wasmiddel voor de voorwas worden gebruikt. Voor het hoofdwasprogramma mag in dit geval alleen een waspoeder worden gebruikt. Bij het gebruik van geconcentreerde
wasverzachters dient u water toe te voegen in het vakje voor de wasverzachter, totdat het maximale niveau is bereikt.
Wasmiddellade met 3 vakjes
Wasmiddellade met 4 vakjes
VERVEN EN BLEKEN
Verven:
bestaan gewoonlijk uit een kleurstof, een fixatiemiddel en zout.
Doe de kleurstof, het fixatiemiddel en vervolge ns het zout rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas daarna de machine met wasgoed.
56
de in de handel verkrijgbare produkten
Gebruik alleen producten die geschikt zijn
voor wasmachines. Houdt u aan de aanwijzingen van de
fabrikant. Na het verven en bleken kunnen de plastic
en rubber delen van de wasmachine gekleurd zijn.
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
EN DE EXTRA FUNCTIES / HET PROGRAMMA STARTEN
HET KIEZEN VAN HET PROGRAMMA
(zie ook de aparte programma- en verbruikstabel)
Voor machines MET thermostaatknop
A
Draai de programmakeuzeknop met de
1.
wijzers van de klok mee op het gewenste programma. Zet de thermostaatknop op de gewenste
2.
temperatuur.
Voor machines ZONDER thermostaatknop
B
Draai de programmakeuzeknop met de wijzers van de klok mee tot op het programma met de gewenste temperatuur.
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE KIEZEN
(afhankelijk van het model, zie ook de aparte programmatabel).
Centrifugeren met een lagere snelheid
Druk op de knop: de centrifugeercyclus wordt
uitgevoerd op een lagere snelheid.
Zonder centrifugeercyclus
Druk op de knop: het programma wordt
uitgevoerd zonder te centrifugeren.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden om kreukvorming te voorkomen. Met name geschikt voor de programma's
Synthetisch of Teer wasgoed, wanneer het wasgoed niet meteen na afloop van het wasprogramma uit de wasmachine wordt gehaald.
Om de keuzefunctie "Spoelstop" te beëindigen
De knop “Spoelstop” nogmaals indrukken; de lading wordt gecentrifugeerd volgens het ingestelde programma.
Licht vuil/Halve belading
Vermindert het waterverbruik in alle
programma's, met name in de spoelfase. Met name geschikt voor weinig vervuild
wasgoed en voor kleinere beladingen van de trommel (in dit geval ook de hoeveelheid wasmiddel verminderen).
Koud wassen
A
B
Het programma gebruikt het water op de
temperatuur waarmee het uit de kraan komt.
Intensief spoelen
De functie Intensief spoelen is met name
geschikt in gebieden met zeer zacht water, voor baby-wasgoed en wasgoed van personen met allergieproblemen. Bij deze spoelcyclus wordt ongeveer 10 l
meer water verbruikt. De functie Intensief Spoelen wordt
aanbevolen voor de programma's “Katoen 95°C” en Synthetisch 60°C”, omdat het waswater eerst wordt gekoeld en pas daarna afgevoerd.
Katoen 95°C
Deze functie kan worden gekozen bij het
programma Katoen en is geschikt voor weefsels die een etiket hebben met dit symbool. Alleen aan te bevelen bij een zeer vuile was.
HET STARTEN VAN HET PROGRAMMA
Sluit de wasmachine aan.
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Druk op de “AAN/UIT” knop.
3.
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR / EINDE VAN HET PROGRAMMA /
HET INSTELLEN VAN EEN NIEUW PROGRAMMA
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld
HET BLOKKEREN VAN DE DEUR
Nadat het programma is gestart, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het programma.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het programma is beëindigd wanneer de
indicator van de programmafasen op "Stop" stilstaat. Druk op de “AAN/UITÆ knop.
1.
Schakel de gekozen extra functies uit door
2.
op de betreffende knoppen te drukken. Draai de waterkraan (-kranen) dicht.
3.
4.
(ongeveer 2 minuten). Open de deur en haal het wasgoed uit de
5.
machine.
Opmerking:
trommel kan drogen.
laat de deur halfopen zodat de
WIJZIGEN VAN EEN REEDS GEKOZEN PROGRAMMA
Druk op de “AAN/UIT” knop.
1.
Selecteer het nieuwe programma en stel de
2.
temperatuur en eventuele extra functies in. Druk op de “AAN/UIT” knop.
3.
57
HET VERWIJDEREN VAN HET FILTER VOOR VREEMDE
VOORWERPEN / HET AFVOEREN VAN RESTWATER
WANNEER MOET U HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN? / HET AFVOEREN VAN HET RESTWATER
Controleer en reinig het filter minstens 2 tot 3
maal per jaar. Wanneer de wasmachine het water niet
regelmatig afvoert of niet centrifu geert. Wanneer de pomp is verstopt door een
voorwerp (knopen, muntstukken, veiligheidsspelden).
Opmerking:
machine te laten lopen, dient u zich ervan te verzekeren dat het is afgekoeld.
alvorens het water uit de
HET FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN
Schakel de wasmachine uit (druk op de
1.
"AAN/UIT" knop). Open het deksel van het filter voor vreemde
2.
voorwerpen met behulp van het gekleurde doseringshulpmiddel dat in de wasmiddellade zit.
Zet een bak onder het filter.
3.
Draai de handgreep van het filter langzaam
4.
tegen de wijzers van de klok in verticale positie zonder het naar buiten te trekken.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
5.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
6.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit
7.
het filter. Controleer of de rotor van de pomp weer
8.
goed kan bewegen. Breng het filter weer aan en draai het zo ver
9.
mogelijk met de wijzers van de klok mee (handgreep in horizontale positie).
Sluit het deksel.
10.
Giet 0,5 liter water in de wasmiddellade om
11.
het "Eco"-systeem weer in te schakelen.
Sommige modellen bevatten geen filter omdat zij voorzien zijn van een zelfreinigende pomp.
WANNEER MOET HET RESTWATER WORDEN AFGEVOERD?
Wanneer u de wasmachine wilt
transporteren. In een ruimte waar de temperatuur onder het
vriespunt kan zakken. In dit geval is het raadzaam het restwater na iedere wasbeurt uit de machine te verwijderen.
2
4
8
1
2
HET AFVOEREN VAN RESTWATER
De afvoerslang van het restwater (indien aanwezig) bevindt zich in de basis van de machine.
Trek het deksel omhoog door lichte met een
1.
vinger van beneden naar boven te drukken. Trek de afvoerslang langzaam ongeveer 15
2.
cm naar buiten. Verwijder de sluiting. Laat het water weglopen in een lage bak,
3.
totdat de machine helemaal leeg is. Sluit hierna de afvoerslang en breng hem weer in de oorspronkelijke positie.
Als de wasmachine niet met een afvoerslang in de basis is uitgerust, dient u voor de afvoer van het restwater de aanwijzingen op te volgen van het hoofdstuk Het filter voor vreemde voorwerpen verwijderen”.
6
3
58
ONDERHOUD EN REINIGING
BEHUIZING EN BEDIENINGSPANEEL
Gebruik gewone, voor de huishouding
gebruikte reinigingsmiddelen (gebruik geen schuurmiddelen). Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
WASMIDDELLADE
Maak de lade los en trek hem naar buiten
1.
trekken; druk hiervoor zachtjes op de ontgrendelingshendel.
Haal de sifons weg (sifon van het vakje voor
2.
wasverzachter, sifon van het bleekmiddel en het gekleurde doseringshulpmiddel voor vloeibaar wasmiddel).
Spoel onder stromend water schoon.
3.
Plaats de sifons in de wasmiddellade en duw
4.
ze vast.
DEURMANCHET
Maak het zo nodig schoon met een vochtige
doek. Controleer het manchet regelmatig op
vreemde voorwerpen.
FILTER VAN DE WATERSLANG
Controleer het filter regelmatig en maak het
schoon. Draai de waterkraan dicht.
1.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
2.
Verwijder het filter en maak het schoon.
3.
Zet het filter weer terug en schroef de
4.
toevoerslang vast op de waterkraan.
1
2
Schroef de slang(en) los van de machine.
5.
Haal het filter met een tang uit de
6.
wasmachine en maak het schoon. Zet het filter terug en schroef de aansluiting
7.
weer op de machine. Open de waterkraan en controleer of de
8.
verbindingen niet lekken
2
FILTER VOOR VREEMDE VOORWERPEN
Controleer het filter regelmatig, minstens
twee of drie keer per jaar, op vreemde voorwerpen en maak het schoon als het nodig is (zie Het filter voor vreemde voorwerpen verwijderen”).
KINDERBEVEILIGING
Draai, om te voorkomen dat de wasmachine op een onjuiste manier wordt gebruikt, de plastic schroef aan de binnenzijde van de deur met de dikke afgeronde hoek van het gekleurde inzetstuk dat in de wasmiddellade zit of gebruik hiervoor een muntstuk.
Als de gleuf verticaal is (veiligheidstand): de
1.
deur kan niet worden gesloten. Als de gleuf horizontaal is (normale stand):
2.
de deur kan worden gesloten.
2
1
59
OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine start niet.
Zit de stekker goed in het stopcontact?
Is de zekering doorgebrand?
Is er een stroomstoring?
Is de waterkraan open? Krijgt de machine water?
Sluit de deur goed? Is de kinderbeveiliging geactiveerd?
Heeft u een programma ingesteld?
Is de "AAN/UIT" knop ingedrukt?
De watertoevoer is niet (waterdruk) voldoende.
Is de waterkraan helemaal opengedraaid?
Zit er een knik in de watertoevoerslang?
Is het filter van de wateraansluiting verstopt? (zie "Onderhoud en reiniging").
Is het water in de slang bevroren?
De wasmachine voert geen restwater af.
Is de afvoerslang correct geplaatst? (zie "Aanwijzingen voor de installatie")
Is het filter voor vreemde voorwerpen verstopt? (zie Het verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen / het afvoeren van restwater).
Is het water in de afvoerslang bevroren?
Heeft u op de knop "Spoelstop" gedrukt?
Er zitten resten wasmiddel en nabehandelingsproducten in de wasmiddellade.
Is de sifon correct geplaatst?
Is de sifon vuil?
Komt er weinig water in de lade? (zie boven).
Zie ook
“Wasmiddel en nabehandelingsproducten” “Onderhoud en reiniging”).
De wasmachine trilt tijdens het centrifugeren.
Staat de wasmachine waterpas en zijn alle vier de pootjes correct afgesteld? (zie Aanwijzingen voor de installatie).
Zijn de veiligheidsbeugels voor het transport verwijderd? Voordat de machine in bedrijf gesteld wordt, dient u de veiligheidsbeugels voor het transport te verwijderen (zie Aanwijzingen voor de installatie).
Na afloop van het wasprogramma is het wasgoed niet of niet voldoende gecentrifugeerd
Is de rotor van de pomp verstopt? (zie “Het verwijderen van het filter voor vreemde voorwerpen / het afvoeren van restwater”).
Bestaat het wasgoed uit een enkel zwaar stuk van grote afmetingen (bijvoorbeeld een badjas, etc.)? Het is mogelijk dat de wasmachine merkt dat het wasgoed teveel uit balans is en de centrifugeersnelheid automatisch vermindert. Voeg in dit geval eventueel andere stukken wasgoed toe en herhaal de centrifugeercyclus.
Indien dit verscheidene malen achter elkaar gebeurt, wordt er tegen een lagere snelheid gecentrifugeerd of wordt er, indien het wasgoed erg uit balans is, niet gecentrifugeerd.
Indien het wasgoed na het centrifugeren nog nat is, eventueel andere stukken wasgoed toevoegen en het centrifugeerprogramma opnieuw starten.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen (zie Opsporen van storingen).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen.
3.
Indien dit niet zo is, contact opnemen met de klantenservice. Vermeld:
de aard van de storing,
het model,
het Servicenummer (dit nummer bevindt zich na het woord SERVICE),
60
Het Serviceplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur.
uw volledige adres,
uw telefoonnummer met kengetal,
Het telefoonnummer en adres van de Klantenservice bevindt zich op het garantiebewijs. U kunt ook contact opnemen met uw eigen handelaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
VEILIGHEIDSBEUGELS VOOR HET TRANSPORT
De wasmachine is voorzien van veiligheidsbeugels om te voorkomen dat de interne onderdelen van het apparaat tijdens het transport beschadigen oplopen.
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, MOET u de veiligheidsbeugels te verwijderen (Afb. 1).
Draai met behulp van de bijgeleverde sleutel
1.
de schroeven een beetje los (Afb. 2). Draai de schroeven met de hand verder los.
2.
Houd iedere schroef tegen en verwijder ze
3.
inclusief de rode plastic houder, via de grootste zijde van het gat.
Sluit de nu vrijgekomen gaten af met de
4.
hiervoor bestemde plastic dopjes. Plaats de dopjes en schuif ze in de richting van de pijl naar het smalle gedeelte totdat ze goed vastzitten (zie Afb. 3).
Bewaar de veiligheidsbeugels.
5. Opmerking:
Plaats de veiligheidsbeugels op de volgende manier vóór transport van de wasmachine:
Verwijder de plastic dopjes met een
1.
schroevendraaier, schuif ze tegen de richting van de pijl in naar buiten en trek ze naar buiten.
Bevestig nu de veiligheidsbeugels door de
2.
hierboven beschreven montage-handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
61
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
INSTALLATIE
Plaats de wasmachine op een stabiele en
vlakke ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek. Controleer of alle vier de pootjes stevig op de
vloer rusten en of de wasmachine exact horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas). Wanneer de vloer niet glad of perfect vlak is,
deze onregelmatigheden compenseren door de pootjes van de wasmachine in of uit te schroeven (plaats geen stukjes hout, karton en dergelijke onder de pootjes).
Draai de tegenmoer los met behulp van de
1.
bijgeleverde sleutel. Stel de pootjes met de hand af.
2.
Draai de tegenmoer, tegen de wijzers van de
3.
klok in, vast tegen de wasmachine aan. Indien de wasmachine op een houten
balkenvloer wordt geplaatst, het apparaat op een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot en minstens 3 cm dik zetten. Bevestig de plaat aan de vloer.
2
1
3
VEILIGHEIDSBLAD / WERKBLAD
Installeer de machine onder een vast, doorlopend werkblad.
Het apparaat mag alleen worden ingebouwd met behulp van de serie elementen van het UBS veiligheidsblad.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Verwijder de bevestigingsschroeven, die in de
1.
achterzijde van de wasmachine zitten, uit het werkblad.
Schuif het werkblad zo ver mogelijk naar
2.
achteren en trek het weg terwijl u het optilt. Monteer de serie elementen van het veiligheidsblad aan de hand van de aanwijzingen.
Breng de bevestigingsschroeven opnieuw aan
3.
en draai ze vast.
AFMETINGEN VOOR INBOUW VAN HET VEILIGHEIDSBLAD.
Breedte 600 mm Hoogte 825 mm Diepte 600 mm
LET OP:
Sluit de machine pas aan op het elektriciteitsnet nadat het werkblad of de afdekking is gemonteerd.
1
2
3
62
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERTOEVOER
Watertoevoer: uitsluitend koud water.
Waterkraan: schroefdraadaansluiting voor
slang van 3/4". Waterdruk (wateraansluiting):
10-100 N/cm2(1-10 bar).
WATERTOEVOERSLANG
Opmerking:
reeds aan de achterzijde van de machine is gemonteerd, kunt u punt 1 en 4 overslaan.
Haal de watertoevoerslang uit de trommel.
1.
Plaats het bijgeleverde filter in de
2.
schroefdraad tussen het rechte uiteinde van de toevoerslang en de waterkraan.
Schroef de watertoevoerslang met het rechte
3.
uiteinde met de hand voorzichtig aan de waterkraan vast.
Schroef het gebogen uiteinde van de
4.
toevoerslang voorzichtig vast aan de machine. Let erop dat de slang niet geknikt is.
Controleer of de aansluitingen naar de
5.
wasmachine en de kraan niet lekken, door de waterkaan volledig open te draaien.
Wanneer de slang niet lang genoeg is, de
buigzame slang vervangen door een drukslang (min. 10 bar, conform de norm EN 500 65) van de juiste lengte. Controleer de watertoevoerslang geregeld
op barsten of scheuren en vervang hem indien nodig. De wasmachine kan zonder terugslagklep
worden aangesloten. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften van
het Waterleidingbedrijf.
wanneer de watertoevoerslang
63
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
WATERAFVOERSLANG
Aansluiting van de afvoerslang aan de
waterafvoer. Trek de afvoerslang van het rechter haakje
1.
af; zie pijl A in Afb. 1.
Belangrijk:
Schroef de afvoerslang NIET los; zie pijl B in Afb. 1, anders bestaat er risico op lekkage (u kunt zich branden aan het hete water).
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of hang
2.
hem met het elleboogstuk aan de rand van een wasbak of een badkuip (zie Afb. 1). Kleine fonteintjes zijn niet geschikt voor dit doel.
Min. afvoerhoogte: 70 cm
3.
Max. afvoerhoogte: 125 cm Indien het nodig is een verlengstuk te
4.
gebruiken, een slang van hetzelfde type gebruiken en de aansluitpennen vastzetten met klemmen. Max. lengte van de afvoerslang: 2,50 m.
Belangrijk:
vermijd knikken van de waterafvoerslang en maak hem goed vast, zodat hij tijdens het functioneren van de wasmachine niet kan vallen (zie Afb. 2).
Afb. 1
Min. 70 cm Max.125 cm
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Houdt u zich aan de voorschriften van het
plaatselijk energiebedrijf. De elektrische aansluiting mag uitsluitend tot
stand worden gebracht met een correct geïnstalleerd, geaard en geïsoleerd stopcontact. Het elektrische circuit moet geaard zijn.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen of huisdieren, of schade aan voorwerpen, die te wijten zijn aan het veronachtzamen van bovengenoemde specificaties, af. De gegevens met betrekking tot de spanning,
het opgenomen vermogen en de benodigde beveiliging staan op de binnenkant van de deur. De leiding voor aansluiting op het net mag
alleen worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien. De wasmachine voldoet aan de Europese
veiligheidsvoorschriften van de EG- Richtlijn nr. 93/68/EEG en EN 60555. Gebruik geen verlengsnoeren of
stekkerdozen.
Afb. 2
64
Loading...