plaatje overeenstemt met de spanning
in uw woning.
Plaats de oven op een stabiel, vlak oppervlak dat sterk
genoeg is voor de oven
en de schalen die u erin
plaatst. Behandel de oven
voorzichtig.
Zorg voor afstand tussen de oven en andere warmtebronnen. Voor een goede ventilatie
moet er minstens 20 cm ruimte boven de oven
blijven. Zorg ervoor dat de lucht onder, boven
en rondom de oven vrij kan stromen.
NA DE AANSLUITING
U
KUNTUWOVENALLEENINSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
Plaats uw oven niet vlak
bij een televisie, radio of
antenne; u kunt last krijgen van storing.
ERZEKERUERVANDATHETAPPARAATNIETBESCHADIGD
V
IS. Controleer of de ovendeur goed sluit en of
de interne deurvergrendeling niet beschadigd
is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant
met een zachte, vochtige doek.
G
EBRUIKHETAPPARAATNIET als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed werkt of als het beschadigd of gevallen is. Dompel het netsnoer
of de stekker niet onder in water. Houd
het snoer uit de buurt van warme oppervlakken. Hierdoor kunnen elektrische
schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
ITAPPARAATMOETworden geaard. De fa-
D
brikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor letsel aan personen of dieren noch voor materiële schade als het
apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
eventuele problemen die worden veroorzaakt doordat de gebruiker deze instructies niet in acht heeft genomen.
NL
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE
TOEKOMST
VERWARMOFGEBRUIKGEENONTVLAMBAREMATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
G
EBRUIKUWMAGNETRONNIET om textiel, pa-
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of andere brandbare materialen te drogen. Er
kan brand ontstaan.
A
LSMATERIAALBINNENOFBUITENDEOVENIN
BRANDVLIEGTOFALSERROOKONTWIKKELINGIS,
laat de ovendeur dan dicht en schakel de
oven uit. Haal de stekker uit het stopcontact of sluit de stroom af via de zekering
of stroomonderbreker.
LAATHETVOEDSELNIETOVERKOKEN. Er kan
brand ontstaan.
LAATDEOVENNIETONBEWAAKTACHTER, vooral
niet wanneer er papier, plastic of andere
brandbare materialen bij het koken worden gebruikt. Het papier kan verkolen
of vlam vatten en sommige kunststo en
kunnen smelten wanneer u het voedsel
opwarmt.
EBRUIKGEEN bijtende chemicaliën of gas-
G
sen in dit apparaat. Dit type oven is speciaal ontworpen voor het verwarmen en
koken van voedsel. De oven is niet geschikt voor industrieel of laboratoriumgebruik.
H
ANGOFPLAATSGEENzware voorwerpen
aan of op de deur, omdat de deur en de
scharnieren hierdoor beschadigd kunnen worden. De handgreep van de deur
mag niet gebruikt worden om dingen
aan te hangen.
LAATKINDEREN de oven alleen onder toezicht
van volwassenen en na voldoende uitleg
gebruiken, zodat het kind de oven veilig
kan gebruiken en de gevaren van onjuist
gebruik begrijpt.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik
door jonge kinderen of zwakbegaafden
zonder toezicht. Houd
toezicht op jonge kinderen om er zeker van
te zijn dat ze niet met
het apparaat kunnen
spelen.
Indien uw oven een combinatiestand
heeft, dan mogen kinderen, in verband
met de temperaturen die worden opgewekt, de oven alleen gebruiken onder
toezicht van volwassenen.
EBRUIKUWMAGNETRONNIET
G
voor het verwarmen van materiaal in luchtdicht verzegelde schalen. Door de
druktoename kunnen deze
ontplo en of bij het openen schade veroorzaken.
C
ONTROLEERDEDEURAFDICHTINGEN en het ge-
bied er omheen regelmatig op beschadigingen. In geval van beschadiging mag
het apparaat niet worden gebruikt voordat het is gerepareerd door een bevoegde
onderhoudsmonteur.
EIEREN
G
EBRUIKUWMAGNETRONNIET om hele ei- eren met
of zonder schaal te verwarmen, omdat deze kunnen ontplo en;
zelfs nadat ze zijn verwarmd in
de magnetron.
3
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
ALGEMEEN
ITAPPARAATISUITSLUITENDBEDOELDVOORHUIS-
D
HOUDELIJKGEBRUIK!
EBRUIKDEMAGNETRONFUNCTIENOOIT zonder voedsel
G
in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het apparaat beschadigd raken.
EVENTILATIEGATEN van de oven mogen niet bedekt
D
worden. Wanneer de aanzuig- of uitlaatopeningen worden geblokkeerd, kan de oven schade
oplopen en kan het bereidingsresultaat slechter
zijn dan normaal.
LAATSEENGLASWATERINDEOVENals u deze wilt
P
testen. Het water absorbeert de microgolfenergie en de oven raakt niet beschadigd.
P
LAATSOFGEBRUIK dit apparaat niet buiten.
GEBRUIKHETAPPARAATNIET naast een gootsteen,
in een natte kelder, in de buurt van een zwembad en dergelijke.
EBRUIKDEOVENRUIMTENIETals opslagruimte.
G
V
ERWIJDERMETALENSLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de
zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIKUWMAGNETRONNIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
BIJVOORBEELDDRANKENOFWATER. De vloeistof kan
boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat de vloeistof begint te borrelen. Als gevolg hiervan kan de hete vloeistof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als volgt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder in de oven te zetten en laat het lepeltje
erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEGALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel kookt of opwarmt.
W
ANNEERUBABYVOEDING in een zuig es
of potje in de magnetron verwarmt, moet u het voedsel altijd doorroeren en de temperatuur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt u
ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld
en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
GEBRUIKNAHETKOKENOVENHANDSCHOENEN
om u niet aan de schalen, pannen of
hete ovendelen te branden.
NL
4
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
ERZIJNVERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
CONTROLEERVOORGEBRUIKOFHETKOOKGER EIDATU
GEBRUIKTgeschikt is voor de
oven en microgolven
doorlaat.
Z
ORGERVOORDATVOEDS ELENKOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
LSEENMETAALHOUDENDACCESSO IRE in aanraking
A
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
C
ONTROLEERALTIJDof het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start. Als het draaiplateau niet vrij kan draaien, moet u een kleinere schaal gebruiken.
PLATEAUDRAGER
EBRUIKALTIJDDEPLATEAUDRAGER als
G
steun onder het glazen draaiplateau. Plaats nooit andere voorwerpen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
GEBRUIKHETGLAZENDRAAIPLATEAU bij alle toepas-
singen. Het vangt spetters, sappen en kruimels op die anders
de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
ROOSTER
GEBRUIKHETROOSTER met de grillfuncties.
MAGNETRONVERMOGEN KIEZEN
VERMOGENAANBEVOLENGEBRUIK:
VERWARMENVANDRANKEN, water, heldere soepen, ko e, thee of ander voedsel met
AX
M
(750 W)
600 WB
400 W
NTDOOIEN
O
(160 W)
ARMHOUDEN
W
(90 W)
5
een hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een
lager niveau kiezen.
EREIDENVANvis, groenten, vlees enz.
OORZICHTIGBEREIDENVANeiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het
V
afmaken van casseroles. Laten sudderen van stoofschotels, smelten van boter.
ONTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
IJSZACHT laten worden
NL
Loading...
+ 11 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.