Whirlpool AMW 214 WH INSTRUCTION FOR USE [nl]

AMW 214
www.whirlpool.com
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
INSTALLATIE
ONTROLEER OF DE SPANNING op het type-
C
plaatje overeenstemt met de spanning in uw woning.
Plaats de oven op een sta­biel, vlak oppervlak dat sterk
genoeg is voor de oven en de schalen die u erin plaatst. Behandel de oven voorzichtig.
Zorg voor afstand tussen de oven en ande­re warmtebronnen. Voor een goede ventilatie moet er minstens 20 cm ruimte boven de oven blijven. Zorg ervoor dat de lucht onder, boven en rondom de oven vrij kan stromen.
NA DE AANSLUITING
U
KUNT UW OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is. Plaats uw oven niet vlak bij een televisie, radio of antenne; u kunt last krij­gen van storing.
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
V
de interne deurvergrendeling niet beschadigd is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant met een zachte, vochtige doek.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het ap­paraat niet goed werkt of als het bescha­digd of gevallen is. Dompel het netsnoer of de stekker niet onder in water. Houd het snoer uit de buurt van warme op­pervlakken. Hierdoor kunnen elektrische schokken, brand of andere ongevallen worden veroorzaakt.
IT APPARAAT MOET worden geaard. De fa-
D
brikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsel aan personen of die­ren noch voor materiële schade als het apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor eventuele problemen die worden vero­orzaakt doordat de gebruiker deze instruc­ties niet in acht heeft genomen.
NL
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, pa-
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of an­dere brandbare materialen te drogen. Er kan brand ontstaan.
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN
BRAND VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS,
laat de ovendeur dan dicht en schakel de oven uit. Haal de stekker uit het stopcon­tact of sluit de stroom af via de zekering of stroomonderbreker.
LAAT HET VOEDSEL NIET OVERKOKEN. Er kan brand ontstaan.
LAAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral niet wanneer er papier, plastic of andere brandbare materialen bij het koken wor­den gebruikt. Het papier kan verkolen of vlam vatten en sommige kunststo en kunnen smelten wanneer u het voedsel opwarmt.
EBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gas-
G
sen in dit apparaat. Dit type oven is spe­ciaal ontworpen voor het verwarmen en koken van voedsel. De oven is niet ge­schikt voor industrieel of laboratorium­gebruik.
H
ANG OF PLAATS GEEN zware voorwerpen
aan of op de deur, omdat de deur en de scharnieren hierdoor beschadigd kun­nen worden. De handgreep van de deur mag niet gebruikt worden om dingen aan te hangen.
LAAT KINDEREN de oven alleen onder toezicht van volwassenen en na voldoende uitleg gebruiken, zodat het kind de oven veilig kan gebruiken en de gevaren van onjuist gebruik begrijpt. Het apparaat is niet bestemd voor gebruik door jonge kinderen of zwakbegaafden zonder toezicht. Houd toezicht op jonge kin­deren om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat kunnen spelen. Indien uw oven een combinatiestand heeft, dan mogen kinderen, in verband met de temperaturen die worden op­gewekt, de oven alleen gebruiken onder toezicht van volwassenen.
EBRUIK UW MAGNETRON NIET
G
voor het verwarmen van ma­teriaal in luchtdicht ver­zegelde schalen. Door de druktoename kunnen deze ontplo en of bij het openen schade ver­oorzaken.
C
ONTROLEER DE DEURAFDICHTINGEN en het ge-
bied er omheen regelmatig op beschadi­gingen. In geval van beschadiging mag het apparaat niet worden gebruikt voor­dat het is gerepareerd door een bevoegde onderhoudsmonteur.
EIEREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om hele ei- eren met
of zonder schaal te verwarmen, om­dat deze kunnen ontplo en; zelfs nadat ze zijn verwarmd in de magnetron.
3
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
ALGEMEEN
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
D
HOUDELIJK GEBRUIK!
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voedsel
G
in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appara­at beschadigd raken.
E VENTILATIEGATEN van de oven mogen niet bedekt
D
worden. Wanneer de aanzuig- of uitlaatopenin­gen worden geblokkeerd, kan de oven schade oplopen en kan het bereidingsresultaat slechter zijn dan normaal.
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
P
testen. Het water absorbeert de microgolf­energie en de oven raakt niet beschadigd.
P
LAATS OF GEBRUIK dit apparaat niet buiten.
GEBRUIK HET APPARAAT NIET naast een gootsteen,
in een natte kelder, in de buurt van een zwem­bad en dergelijke.
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
G
V
ERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet kunt regelen.
VLOEISTOFFEN BIJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan boven het kookpunt worden oververhit zonder dat de vloei­stof begint te borrelen. Als ge­volg hiervan kan de hete vloei­stof plotseling overkoken. Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol­gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of  essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houd­er in de oven te zetten en laat het lepeltje erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even staan, roer opnieuw en haal de houder voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend voedsel kookt of opwarmt.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuig es
of potje in de magnetron ver­warmt, moet u het voedsel al­tijd doorroeren en de temperat­uur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt u ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het opwarmen verwijdert!
GEBRUIK NA HET KOKEN OVENHANDSCHOENEN om u niet aan de schalen, pannen of hete ovendelen te branden.
NL
4
ACCESSOIRES
ALGEMEEN ER ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar. Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
CONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGER EI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven doorlaat.
Z
ORG ERVOOR DAT VOEDS EL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van metaal of met metalen delen.
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSO IRE in aanraking
A
komt met de binnenkant van de oven, terwijl de oven werkt, kunnen er vonken overschieten die de oven zouden kunnen beschadigen.
C
ONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start. Als het draai­plateau niet vrij kan draaien, moet u een klei­nere schaal gebruiken.
PLATEAUDRAGER
EBRUIK ALTIJD DE PLATEAUDRAGER als
G
steun onder het glazen draaipla­teau. Plaats nooit andere voorwer­pen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU GEBRUIK HET GLAZEN DRAAIPLATEAU bij alle toepas- singen. Het vangt spetters, sap­pen en kruimels op die anders de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
ROOSTER GEBRUIK HET ROOSTER met de grill­functies.
MAGNETRONVERMOGEN KIEZEN
VERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
VERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, ko e, thee of ander voedsel met
AX
M
(750 W)
600 W B
400 W
NTDOOIEN
O
(160 W)
ARMHOUDEN
W
(90 W)
5
een hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager niveau kiezen.
EREIDEN VAN vis, groenten, vlees enz.
OORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het
V
afmaken van casseroles. Laten sudderen van stoofschotels, smelten van boter.
ONTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
IJS ZACHT laten worden
NL
Loading...
+ 11 hidden pages