GEBRUIKSAANWIJZING
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
VOORZORGSMAATREGELEN EN ALGEMENE
AANBEVELINGEN
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
DE OVEN MET ACCESSOIRES
REINIGING EN ONDERHOUD
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
Om het maximale resultaat met uw oven te behalen, lees eerst de gebruiksaanwijzing en bewaar
deze voor toekomstig gebruik.
43
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE
Dit appaat is van Klasse 1.
Het apparaat moet worden gebruikt met het op het typeplaatje aangegeven gas. Dit plaatje
bevindt zich aan de binnenkant van de deur van de lade (zie op het produkt vermelde details)
Installatie en onderhoud van het apparaat moeten worden gedaan door een daartoe opgeleide vakman
en volgens de toepasselijke voorschriften en beroepsgedragregels.
Het bevestigen van de oven aan de wand
Boor twee gaten in de wand ongeveer 700 mm onder de zijkant van de oven (zie afb 1F), zodat de oven
ze aan het zicht onttrekt (zie Afb. 2).
Breng deel R (plug) in de boorgaten F en schroef haak G in deel R (Afb. 3).
Bevestig de ketting aan haak G zoals getoond in afb 4 positie C.
Afb. 1 Afb. 2
Positie F = gat
ø 6 mm
H - afstelbare
voet
P
o
s
i
t
i
e
2
Afb. 3 Afb. 4
wand
wand
P
o
s
i
t
i
e
1
ketting
44
positie C
Aansluiting op het gas
Zie de afdeling over "standaarden" voor informatie met
betrekking tot de aansluiting op het gas zoals die in uw
land gelden (zie het bijgevoegde boekje "Referenties voor
Nationale Voorschriften").
De gastoevoer moet voldoen aan de plaatselijk geldende
voorschriften.
Het apparaat moet worden aangesloten op het gasnet of op de glasfles
door middel van een onbuigbare koperen of stalen buis met fittingen
die voldoen aan de plaatselijke voorschriften of door middel van een
RVS-buis uit één stuk, conform de plaatselijke voorschriften.
De maximum lengte van de buis is 2 m.
De buis moet rechtstreeks op het kniestuk van de gasleiding worden aangesloten (fig. 1), verwijder eventueel het
verlengstuk indien deze op uw keuken is gemonteerd.
Belangrijk: als u een rubberslang gebruikt, dan moet
deze zodanig worden geïnstalleerd dat hij niet in
aanraking komt met hete onderdelen aan de
achterkant van het apparaat of van de keuken. Hij
moet door een ruimte lopen waarin zich geen enkel
beletsel bevindt en op een plaats waar hij over de volle
lengte kan worden geïnspecteerd (Afb. 2).
Wanneer het apparaat is aangesloten op het gasnet, gebruik dan
zeepwater om te controleren of er geen gaslekken zijn.
De rubberslang moet worden aangesloten zoals
weergegeven wordt in Afb. 4 en 5, in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften.
UITSLUITEND VOOR BELGIE: bevestig het meegeleverde
conische aansluitstuk (A) op het apparaat (Afb. 3).
Aardgas
Gebruik een GN-uitlaatverbinding voor natuurlijk gas of een
mengsel van propaan en lucht.
De rubberslang moet worden aangesloten op de uitlaatverbinding
en vastgezet worden met slangklem B (Afb. 4).
Butaan/Propaan gas
Gebruik de uitlaatverbinding B/P voor butaan/propaangas.
De rubberslang moet worden aangesloten op de uitlaatverbinding
en vastgezet worden met slangklem B (Afb. 5).
De maximale lengte van de rubberslang is 2 m. Het moet een
standaard slang zijn en hij moet worden vervangen vóór de erop
aangegeven datum.
Belangrijk: Doe de gastoevoerkraan dicht vóór het het
uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
Gegevens voor de aansluiting: zie de voor uw land geldende
voorschriften.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
A
B
Afb. 4
B
Afb. 5
45
Gas afstellingen
Gebruik drukregelaars die geschikt zijn voor de
gasdrukwaarden die aangegeven staan op het
Productinformatieblad dat apart bijgeleverd wordt.
Als het apparaat is afgesteld voor een ander soort gas dan het
voorhanden, dan moeten de spruitstukken worden vervangen, de
minimumvlamhoogte opnieuw worden afgesteld, de
uitlaatverbinding worden vervangen en moet de bijgeleverde
nieuwe uitlaatverbindingspakking worden gemonteerd.
Volg de volgende procedure uit om de spruitstukken van de
kookplaat te vervangen: verwijder de roosters; verwijder de
branders en de afdekkingen (zie Afb. 6); vervang het spruitstuk
door een dat geschikt is voor het nieuwe soort gas (zie tabel in het
afzonderlijke Produktblad). Vervang het etiket voor de
gaskalibratie door het nieuwe etiket in het zakje van het
spruitstuk.
Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit en zorg ervoor dat
de afdekking goed op de brander zit.
Minimumvlam voor de kookplaat
Ga als volgt te werk om de minimumvlam af te stellen
• Doe de brander aan en draai de knop op de laagste stand ;
verwijder de opgeschroefde knop (Afb. 7). Plaats een kleine
schroevendraaier naast de schroefpin (Afb. 8).
Draai de stelschroef tegen de klok in om de vlam te verhogen of
met de klok mee om deze te verlagen. De afstelling is goed als de
vlam ongeveer 3 - 4 mm hoog is.
Voor butaan/propaangas moet de stelschroef helemaal naar
binnen worden gedraaid.
Zorg er voor dat de vlam niet plotseling dooft bij het snel draaien
van hoge naar vlam en omgekeerd.
Doe de knop terug op zijn plaats.
Afb. 6
Afb. 7
Afb. 8
Ventilatie van het vertrek
Gasapparaten
Dit apparaat is niet aangesloten op een rookafvoerinstallatie.
Daarom moet het worden geïnstalleerd en verbonden in
overeenstemming met de geldende installatievoorschriften.
Bijzondere aandacht verdienen de geldende voorschriften
omtrent het luchten van het vertrek.
Luchten van ruimtes
Dit apparaat mag slechts worden geïnstalleerd en gebruikt in goed
geventileerde vertrekken, volgens de geldende voorschriften, met
openingen in de muur of met speciale luchtkanalen die een afdoende
natuurlijke of mechanische ventilatie mogelijk maken en er op deze
manier voor zorgen dat er een constante en voldoende luchttoevoer
plaatsvindt, nodig voor een goede verbranding en voor het afvoeren
van onzuivere lucht.
In het geval dat dit het enige gasapparaat in het vertrek is, dan
moet er een afzuigkap boven worden geïnstalleerd om een
natuurlijke en directe afvoer van de vervuilde lucht te verzekeren,
met een recht omhoog lopend kanaal met een minimumlengte
van twee maal de diameter en een minimum doorsnede van op
zijn minst 100 cm
46
2
.