Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan contact op met de winkel waar u dit
produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor
zorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit appa
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Aandacht: U vindt een TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN, een GEDETAILLEERDE TEKENING
en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
-
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie ONDERHOUD
EN PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 17
als de loopband niet goed werkt.)
Lees de noodstopprocedure grondig door en
14.
test de procedure voordat u de loopband ge
bruikt (raadpleeg GEBRUIK EN BIJSTELLEN
op pagina 10).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen.
17. Laat de loopband nooit alleen als het oefentoestel ingeschakeld is. Verwijder altijd de
sleutel en trek de stekker uit het stopcontact
als u de loopband niet gebruikt.
-
7. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loopband.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
-
voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 10). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
18. De hartslagsensor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
kunnen de juistheid van de metingen aantas
ten. De hartslagsensor dient slechts om een
algemene hartslag te meten, als hulpmiddel
bij uw oefeningen.
19. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie
MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND
INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina
15.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de
loopband te kunnen uitklappen, inklappen of
verplaatsen.
20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaats.
21. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
3
-
Page 4
2. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
2
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
23. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
24. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
act. Eveneens de stekker uit het stopcontact
t
trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor
et bijregelen zoals beschreven is in deze
h
handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
oud dan datgene wat vermeld staat in deze
h
handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden.
5. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
2
bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Let erop dat de tekst op de sticker in het Engels is.
Zoek naar de sticker in het Nederlands en plak ze over
de Engelse sticker. Als er een sticker onbreekt, of niet
leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u
dit apparaat hebt gekocht en vraag kosteloos om een
nieuwe sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de nieuwe WESLO®CADENCE S5
loopband gekozen heeft. De CADENCE S5 loopband
is ontworpen om uw oefening thuis aangenamer en effectiever te maken. En wanneer u de loopband niet ge-
ruikt kunt u de CADENCE S5 loopband inklappen
b
zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere
loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorgvuldig door voordat u de loopband gebruikt. Neem
Houder voor de Waterfles
(fles niet inbegrepen)
Handleuning
Sluitknop
mocht u nog vragen hebben contact op met de winkel
waar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u
het modelnummer en het serienummer bij de hand
heeft. Het modelnummer is WETL13906.0. Het serien-
mmer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie
u
kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Kap
Aan/Uit Knop
Stroomonderbreker
Wiel
RECHTERKANT
Hellingpen/Hellingpoot
5
Page 6
MONTAGE
e montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
D
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Voor de montage hebt u een zeskantsleutel , een phillips schroevendraaier , twee moersleutels en draadsnijtangen nodig.
Opmerking: Kijk in de TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN in het midden van deze handleiding
om de kleine onderdelen bij de montage te herkennen. Sommige onderdelen kunnen vooraf gemonteerd
zijn.
1. Laat een tweede persoon de Basis (52) op de
aangegeven plaats vasthouden.
Neem de Linker Staander (53) (de Rechter Staander [54]
heeft een groot gat aan het laagste uiteinde).
Houd de Linker Staander (53) zo vast dat de kromming aan de aangegeven kant zit. Steek twee Bouten
voor de Staander (2) in de houder op de Linker
Staander. Maak de Linker Staander aan de Basis (52)
vast met de Bouten voor de Staander, twee Tussenring
voor het Onderstel (14),
(16). Draai de Moeren voor de Staander nog niet vast.
Maak de Rechter Staander (54) op dezelfde manier aan
de Basis (52) vast.
2. Schuif de twee Wielbehuizingen (62) op de Basis (52)
met de kop van elke Bout van het Wiel (35) op de
buitenkant, zoals getoond. Maak de Wielbehuizingen met
twee Bouten voor de Wielbehuizing (6), twee
Tussenringen voor de Wielbehuizing (11) en twee
Moeren voor de Wielbehuizing (15) vast.
en twee Moeren voor de Staander
1
52
14
54
2
53
Kromming
2
35
62
6
52
11
15
16
Groot
Gat
62
14
16
14
2
35
15
11
6
6
Page 7
3. Met de hulp van een tweede persoon, til de
Handleuningen (53, 54) op zodat de Basis (52) plat op de
rond staat zoals getoond. Plaats dan de voorkant van
g
het Onderstel (51) van de loopband tussen de
taanders.
S
Raadpleeg de inzet-tekening. Neem dan de draad aan
de binnenkant van het laagste uiteinde van de Rechter
Handleuning (54). Bind de draad aan de Draadkoker (98)
door middel van een plastic opbinddraad. Trek dan aan
het andere uiteinde van de draad totdat het uiteinde van
de draadkoker aan het aangegeven gat in het bovenste
uiteinde van de Rechter Handleuning verschijnt.
3
53
at
G
4
5
111
Laat een tweede persoon de voorkant van het Onderstel
(51) optillen. Houd een Tussenstuk van het Onderstel
(111) tussen de Rechter Staander (54) en het Onderstel.
Maak de Rechter Staander en het Tussenstuk van het
Onderstel aan het Onderstel vast met een Schakelbout
voor het Onderstel (1), een Tussenring voor het
Onderstel (14) en een Sterring voor het Onderstel (9).
Herhaal deze stap aan de linkerkant van de loopband.
4. Draai het Bedieningspaneel (91) naar beneden. Zorg er-
voor dat de voorkant van het Bedieningspaneel niet
wordt beschadigd.
Neem de Rechter Handleuning (55) met een groot gat
aan een zijkant.
Maak de Rechter Handleuning (55) aan het Bedieningspaneel (91) vast met twee Schroeven voor het
Bedieningspaneel (4), een Schroef voor de Dwarsstang
(5) en een Sterring voor de Dwarsstang (12).
Groot
Gat
51
4
98
Draad
Opbind
-draad
98
Groot Gat
12
4
5
52
14
9
1
54
55
91
7
Page 8
5. Plaats de Linker Handleuning (56) op het Bedieningspaneel (91). Maak het uiteinde van de aardingsdraad van
et Bedieningspaneel aan het aangegeven gaatje in de
h
Linker Handleuning vast met een Zilveren Aardings-
chroef (8).
s
Maak de Linker Handleuning (56) aan het
Bedieningspaneel (91) vast met twee Schroeven voor het
Bedieningspaneel (4), een Schroef voor de Dwarsstang
(5) en een Sterring voor de Dwarsstang (12).
voor dat de aardingsdraad niet gekneld raakt.
Zorg er-
5
5
G
12
4
aatje
91
56
Aardingsdraad
8
6. Houd het Bedieningspaneel (91) bij de Rechter Staander
(54). Raak de Rechter Handleuning aan om de statis-
che energie te ontladen.
Steek het uiteinde van de Draadkoker (98) in het gat aan
de onderkant van de Rechter Handleuning (55) en trek
het uit het grote gat in de zijkant. Steek dan het uiteinde
van de Draadkoker door de twee plastic opbinddraden.
Druk het uiteinde van de Draadkoker (98) in het
aangegeven aansluitstuk aan de achterkant van het
Bedieningspaneel (91). Het uiteinde van de Draadkoker
moet zacht in het aansluitstuk worden geschoven en
vastklikken. Als dat niet het geval is, draai het uiteindevan de Draadkoker dan om en probeer het opnieuw. ALS
DE VERBINDINGSKLEM NIET GOED WORDT
AANGESLOTEN, DAN KAN HET BEDIENINGSPANEEL WORDEN BESCHADIGD ALS U HET TOESTEL
AANZET.
7. Steek het losse stuk van de Draadkoker (98) in de
Rechter Staander (54). Maak dan de twee plastic opbinddraden rond de Draadkoker vast en snijd de uiteinden
van de plastic opbinddraden af.
6
Aansluitstuk
91
54
98
Plastic
Opbinddraden
55
98
7
54
98
Plastic
Opbinddraden
8
Page 9
8. Plaats het Bedieningspaneel (91) op de Rechter
Staander (54) en de Linker Staander (niet getoond).
raai vier Bouten voor de Handleuning (3) met vier
D
Tussenringen voor de Handleuning (13) en vier
terringen voor de Handleuning (10) (er worden slechts
S
twee getoond) in de Rechter en de Linker Staander.
Draai daarna de vier Handleuningbouten strak vast.
Steek het losse stuk van de Draadkoker (98) in de
Rechter Staander (54).
Maak de Achterkant van het Bedieningspaneel (93) aan
het Bedieningspaneel (91) vast met vier Schroeven voor
de Achterkant van het Bedieningspaneel (7).
voor dat de Draadkoker (98) in de aangegeven gleuf
zit aan de Achterkant van het Bedieningspaneel
zodat de draden niet gekneld zitten.
Zorg er-
8
Gleuf
1
9
54
7
98
10
13
3
93
7
9. Laat de Handleuningen (55, 56) zacht op de grond za-
kken. Centreer het Onderstel (51) tussen de
Handleuningen en draai de vier Bouten voor de
Staander (2) vast. Plaats de Handleuningen dan opnieuw in verticale positie.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak het Veerslot (108)
aan de Linker Staander (53) vast met twee Schroeven
voor het Veerslot (7).
georiënteerd is zoals getoond.
Raadpleeg DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN op pagina 14. Verander de helling van de loopband als u dat wenst.
10.Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra
delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U
zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 18). Leg een matje onder de
loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
Zorg ervoor dat het Veerslot
9
51
55, 56
53
108
7
2
9
Page 10
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
de loopband beschadigen.
u
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
10
Page 11
BEDIENINGSPANEEL
Sleutel
Clip
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het
engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse
talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw
taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband heeft verschillende functies zodat u uw oefeningen doeltreffender
kunt maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de
snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Het bedieningspaneel
zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven.
U kunt zelfs uw hartslag meten met een ingebouwde
hartslagsensor.
Op het bedieningspaneel kunt u kiezen tussen vier verschillende snelheidsprogramma’s. Elk programma
regelt automatisch de snelheid van de loopband terwijl
u een doeltreffende oefening uitvoert.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stopcontact
steken (zie pagina 10). Zoek
naar de aan/uit knop bij de
Rechter Staander. Plaamts
de aan/uit knop in de aan
positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie tekening boven) en maak de clip aan de tailleband van uw
kleding vast. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de piste en de drie displays oplichten.
Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
Aan
Positie
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik altijd propere schoenen als u de loopband
gebruikt. Als u de loopband voor het eerst ge
bruikt, controleer of de band recht loopt en centreer de loopband als dat nodig is (zie pagina 18).
-
1
1
Page 12
OE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
H
GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies de handmatige instelling.
2
Als u de sleutel in het
oefentoestel steekt,
wordt de handmatige
instelling ingeschakeld.
Als u een snelheidsprogramma hebt gekozen,
kies dan opnieuw de handmatige instelling door
herhaaldelijk op de Programmakeuzetoets [PROGRAM SELECT] te drukken totdat er alleen nullen
op de displays verschijnen.
Druk op de Start-toets of de Versnellingstoets
3
om de loopband te starten.
Als u op een van deze toetsen drukt, begint de
loopband te bewegen met een snelheid van 2
km/u. Houd de handleuningen vast en begin te
stappen. Tijdens uw oefening kunt u de snelheid
naar wens wijzigen door op de Snelheidstoetsen
[SPEED Km/H] te drukken. Telkens als u op een
toets drukt, zal de snelheid veranderen met 0,1
km/u.; als u een toets ingedrukt houdt, dan zal de
snelheid verhogen met 0,5 km/u. Opmerking: Als
u op de toetsen hebt gedrukt, kan het een tijdje
duren voordat de loopband de gewenste snelheid
bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets. De tijd zal beginnen te flikkeren op een van
de displays. Om de loopband opnieuw te starten,
druk op de Start-toets of op de Versnellingstoets.
Uw vordering op de piste en de drie displays
4
volgen.
De Piste —De piste
stelt een afstand van
400 meter voor. De indicators rond de piste zul
len tijdens uw oefening
na elkaar oplichten tot
dat de hele piste brandt. De piste zal dan doven en
de indicators zullen opnieuw oplichten. Het aantal
voltooiden rondes verschijnt in het midden van de
piste.
-
-
De display linksonder—Terwijl u oefent,
orden op de display
w
linksonder de verlopen
ijd en de gewandelde of
t
gelopen afstand
getoond.
De display rechtsonder—Op de display
rechtsonder worden de
snelheid van de loopband en het aantal verbrande calorieën bij benadering getoond. Op de display wordt ook uw
hartslag getoond als u de handsensoren
vasthoudt (zie stap 5).
De prioriteitsdisplay—
De bovenste display is
de prioriteitsdisplay. Op
prioriteitsdisplay
de
den de verlopen tijd, de
gewandelde of gelopen
afstand, de snelheid van de loopband of het aantal
verbrande calorieën bij benadering getoond. Druk
herhaaldelijk op de Prioriteitsdisplay-toefs [PRIORITY DISPLAY]. totdat de prioriteitsdisplay de informatie toont die u wenst. Opmerking: Als de informatie op de prioriteitsdisplay wordt weergegeven,
zal die informatie niet op de displays links- en
rechtsonder verschijnen.
Om de displays te resetten, druk op de Stoptoets,
verwijder de sleutel en steek de sleutel opnieuw in
het toestel bedieningspaneel.
Opgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in mi
jlen of kilometers tonen.
Om te zien welke meeteenheid geselecteerd
is, houd de Stoptoets ingedrukt, steek de sleutel
in het bedieningspaneel en laat dan de Stoptoets
los. De Snelheid display zal een “E” aangeven
(voor engelse mijlen) of een “M” aangeven (voor
kilometers). Druk op de Versnellingstoets om de
meeteenheid te wijzigen. Wanneer u de gewenste
eenheid hebt gekozen haal dan de sleutel uit en
steek deze weer in.
wor-
-
12
Page 13
Meet uw hartslag als u dat wilt.
5
Voordat u de handsensoren gebruikt, verwijder het plastic laagje
an de metalen con-
v
tactpunten. Zorg ervoor
dat uw handen proper
zijn.
Om uw hartslag te meten, ga op de voetrails
staan en houd de metalen contactpunten vast –
beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt
gedetecteerd, dan zal het kleine hartsymbool op
de display rechtsonder beginnen te flikkeren. Er
zullen een of twee streepjes verschijnen en dan
zal uw hartslag worden getoond.
hartslagmeting houd de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
6
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets, en
haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar
de sleutel op een veilige plaats. Zet de aan/uitschakelaar dan op “uit” en trek het elektriciteitssnoer uit het stopcontact.
HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 11.
Kies een van de vier snelheidsprogramma’s.
Metal
Contacts
Voor een juiste
2
Om een snelheidsprogramma te kiezen, druk
herhaaldelijk op de
Programmakeuzetoets
[PROGRAM SELECT];
“P-1”, “P-2”, “P-3” of “P4” zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay
verschijnen en het gekozen programma
aangeven. De maximale snelheid van het
gekozen programma zal ook enkele seconden op
een van de displays verschijnen.
Elk programma bestaat uit 30 tijdsegmenten van
één minuut. U kunt een snelheid instellen voor elk
ijdsegment. Opmerking: U kunt dezelfde snelheid
t
instellen voor twee of meer opeenvolgende tijd-
egmenten. Op de profielen links naast de
s
Programmakeuzetoets wordt de snelheid van de
loopband tijdens de programma’s getoond.
Druk op de Starttoets of de Versnellingstoets
3
om het programma te starten.
Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband automatisch de snelheid aanpassen aan de instelling die voor het eerste tijdsegment geprogrammeerd is. Houd de handleuning vast en
begin te stappen.
Als het eerste tijdsegment van het programma
voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een
nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment geprogrammeerd is, dan zal de snelheidsinstelling
op een van de displays beginnen te knipperen om
u te verwittigen,
loopband veranderen. Het programma zal doorgaan totdat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn.
De loopband zal dan vertragen en tot stilstand
komen.
Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het
programma, dan kunt u de snelheid handmatig bijstellen door op de Versnellings- of Vertragingstoets te drukken. Als het volgende tijdsegment
start, dan zal de loopband de snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid die voor dat
tijdsegment geprogrammeerd is.
Om het programma te stoppen, druk op de
Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op
een van de displays. Om het programma opnieuw
te starten, druk op de Starttoets of op de
Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te
draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende tijdsegment start, dan zal de loopband de
snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid
die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
Uw vordering op de piste en de drie displays
4
volgen.
Raadpleeg stap 4 op pagina 12.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan
5
neer u klaar bent met uw oefening.
en dan zal de snelheid van de
-
13
Zie stap 6 op deze pagina.
Page 14
DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN
m de intensiteit van uw oefening te variëren kunt u
O
de helling van de loopband aanpassen. De loopband
ent drie verschillende standen. Voordat u de helling
k
verandert moet u wel eerst de sleutel verwijderen
en de stekker uit het stopcontact trekken.
volgens de loopband in (zie pagina 15).
Pen voor
de Helling
Hellingstelpoot
Pen voor
de Helling
Klap ver-
Verwijder om de helling aan te passen de pen voor de
helling uit het rechter been voor de helling. Stel het
een voor de helling op de gewenste hoogte en steek
b
de pen weer volledig in. Stel het linker been voor de
elling op dezelfde manier bij. OPGELET: Voordat u
h
de loopband gebruikt, zorg ervoor dat beide hellingstelpoten op dezelfde hoogte staan en beide
hellingspennen volledig in de hellingstelpoten zitten.
Als u de hellingstelpoten hebt bijgesteld, laat de loopband dan zakken (raadpleeg pagina 16).
14
Page 15
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
De stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U
moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kun-
en uitklappen, inklappen of verplaatsen.
n
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd
uw rug recht. Zorg ervoor dat u de kracht van uw
benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband
te tillen.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de
loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker
hand, de veerslotknop naar links en houdt deze vast. Til
het onderstel op totdat de grendelstop voorbij het veerslotpen is. Laat de veerslotknop langzaam los.
voor dat de veerslotpen helemaal in het onderstel zit.
Til de loopband half omhoog.
Zorg er-
Onderstel
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de grendel tegen de veerslotpen steunt.
1. Houd de handleuningen vast en plaats uw voet tegen een
van de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voor-
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats.
het onderstel op te klappen. Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de loopband zodat u het
risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de
loopband niet over een oneffen ondergrond.
Trek niet op het onderstel terug.
Verplaats de loopband nooit zonder
Veerslotpen
Veerslotknop
Grendelstop
Onderstel
Handleuning
Wiel
3. Plaats weer een voet tegen een van de wielen en kantel
de loopband tot deze weer rechtop staat.
15
Page 16
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de veerslotknop naar links en houdt deze vast. Draai het onderstel
totdat de grendel voorbij de veerslotpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat
de loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet
op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u
rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermijden.
eerslotpen
V
Veerslotknop
Grendelstop
16
Page 17
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
Z
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 10).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter. De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop
uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk
de schakelaar opnieuw in om de stroomonderbreker opnieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electrici-
teitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet
zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
c
Doorgeslagen
d
Resetten
Aan
Positie
OPLOSSING:
Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspa
a.
neel en
TACT. Verwijder de vijf aangegeven Schroeven
(20) en de twee Schroeven voor de Voetleuning
(25). Verwijder dan voorzichtig de Kap (65).
Zoek de Bladveerschakelaar (97) en de Magneet
(113) aan de linkerkant van de Katrol (104). Draai
de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met
de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de af
stand tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (21) wat los en verplaats de Bladveerschakelaar enigszins. Draai de Schroef weer vast.
Maak de Kap weer vast en laat de loopband een
paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te
kijken.
TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
17
-
-
a
20
3 mm
Zicht van
Boven
21
97
25
65
20
20
20
104
113
Page 18
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
PLOSSING: a
O
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Als de loopband naar links verschoven is, verwi-
. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
b
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal
de sleutel uit het bedieningspaneel en
KER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5
à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loopband
een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling
tot de loopband goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
jder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER UITHET STOPCONTACT. Gebruik een bussleutel,
draai de bout van de linker achterste rol een halve
draai met de klok mee. Zorg ervoor dat de loopband
niet te strak wordt gespannen. Als de loopbandnaar rechts verschoven is, draai dan de bout van
de linker achterste rol een halve draai tegen de klok
in. Steek dan de stekker in het stopcontact, steek de
sleutel in het toestel en laat de loopband enkele minuten draaien. Herhaal deze stappen totdat
de loopband gecentreerd is.
DE STEK-
b
5–7cm
Bouten van
Achterroller
a
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7
cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor
dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop
band goed ligt.
b
-
18
Page 19
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
nder oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
a
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De hartslag-sensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging
van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid
van de hartslag metingen beïnvloeden. De
hartslag-sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoeren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic
oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit
vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed
naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een gro
tere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof
te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van
uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt
uitvoeren.
-
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivasculair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie getallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarmfase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag
en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op
uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten).
Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem
in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
-
Vet Verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
eerste paar minuten begint uw lichaam
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
koolhydraten
vet
. Pas na de
als energie
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
19
Page 20
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL13906.0 R0606A
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
12Schakelbout van het
Onderstel
24Bout voor de Staander
34Bout van de
Handleuning
44Schroef van het
edieningspaneel
B
52Dwarsstang Schroef
64Bout voor de
Wielbehuizing
76Schroef van het
Veerslot/Schroef voor de
Achterkant van het
Bedieningspaneel
81Zilveren Aardingsschroef
92Tussenring voor het
Onderstel
104Stertussenring van
Handleuning
114Tussenring voor de
Wielbehuizing
122Sterring voor de
Dwarsstang
134Tussenring voor de
Handleuning
146Tussenring voor het
Onderstel
154Moer voor de
Wielbehuizing
164Moer voor de Staander
17116 mm Inbussleutel
1814 mm Inbussleutel
192Schroef van de
Houder
205Schroef van de Kap
2118Schroef
221Bijstelbout van de Voorste
Roller
1Geaarde Schroef
23
242Bout voor het
Aansluitpaneel
25 10Schroef voor de
Voetleuning
6Schroef voor het
26
Kussentje van de Basis
272Moer van de Motor
284
292Bijstelbout van de
30
311Schakelbout van de Motor
322Incline Leg Bolt
332Schroef van Isolator
342Bout van de Motor
352Bout van het Wiel
362Sterring vand de
Schroef van Loopband
Geleider
Achterroller
2Bout van Motorhouder
Achterroller
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
371Sterring van de
Voorroller
382Ster-tussenring van de
Motor
392Tussenring voor het
Aansluitpaneel
01Sterring voor de Aarding
4
4113Schroef van de
Voetkussentje
426Sterring voor de
Elektronica
434Tussenring voor de
Hellingspoot
442Moer van de Motor
452Moer voor de
Onderstelspil
465Moeren
475Klip van de Kap
484Moer voor de
Handleuning
493Kleine Moer
502Bevestiging van de iso-
latie
511Onderstel
521Basis
531Linkerstaander
541Rechter Staander
551Rechter Handleuning
561Linker Handleuning
571Beugel voor Elektronica
581Stofscherm
591Beugel voor Motor
601Houder voor de Linker
Achterrol
611Houder voor de Rechter
Achterrol
622Wielbehuizing
636Kussen voor de Basis
70
714Tussenstuk van de Wiel
721
732Motorbus
744Staander Beschermkapje
752Beschermkapje voor
764Beschermkapje voor de
772Platformkussen, Voorkant
78
79
80
Motorisolatie
de Staander
Handleuning
Platformkussen,
2
Middendeel
1Aandrijvings Motor
Opbinddraad voor de
4
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
bedrading
8148” Opbinddraad
821Houder voor de
Opbinddraad
831Snelheidsensorclip
841Metalen oog voor de
oorste Bemanteling
V
851Pakkingring
860(Niet gebruikt)
871Controller
881Transformator
891Filter
901Electrische Snoer
911Bedieningspaneel
921Dwarsstang voor het
Bedieningspaneel
931Bedieningspaneel
940(Niet gebruikt)
951Aarde-kabel
961Aarde-kabel
971Bladveershakelaar
981Draadharnas
991Montage van de
Aansluitdoos
1001Loopoppervlak
1011Loopband
102 0(Niet gebruikt)
1032Loopband Geleider
1041Wieltje/Katrol
1051Magneet
1061Riem van de Motor
107 1Achteroller
108 1Montage van de
Veerslotpen
1091Sleutel/Klip
110 2Hellingspen
111 2Tussenstuk van het
Onderstel
1Electrische snoer Adapter
112
113 1Waarschuwingsticker
Schroef voor de
1
114
Opbinddraadhouder
#1Rode Draad van 6”, M/F
1Zwarte Draad van 4”, M/F
#
Blauwe Draad von 4”, M/F
1
#
#1Blauwe Draad von 8”, 2F
Blauwe Draad von
1
#
#1Witte Draad van 6”, 2F
#1Witte Draad van 10”, 2F
#1Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet ge-
Deze technische gegevens
toond.
kunnen zonder voorafgaande verwittiging worden gewijzigd.
10”, 2F
Page 21
Bout voor de Staander (2)–4
Schroef van het
Bediening-
spaneel (4)–4
Dwarsstang
Schroef (5)–2
Schroef van het
Veerslot/Schroef voor
de Achterkant van het
Bedieningspaneel
(7)–6
Tussenring voor
het Onderstel
(9)–2
Stertussenring
van Handleuning
(10)–4
Tussenring voor
de Wielbehuizing
(11)–4
Sterring voor de
Dwarsstang
(12)–2
Tussenring voor
de Handleuning
(13)–4
Tussenring voor
het Onderstel
(14)–6
Moer voor de
Wielbehuizing
(15)–4
Moer voor de
Staander (16)–4
Bout van de Handleuning (3)–4
Schakelbout van hat Onderstl (1)–2
Bout voor de Wielbehuizing (6)–4
Zilveren Aardings-
schroef (8)–1
TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN
Haal deze kaart uit de handleiding en gebruik ze om de kleine onderdelen te identificeren tijdens de mon-
age. Bewaar deze kaart en de GEDETAILLEERDE TEKENING/LIJST MET ONDERDELEN voor verdere
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
araat hebt gekocht.
p
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
• het MODELNUMMER van het produkt (WETL13906.0)
• de NAAM van het produkt (WESLO
• het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel (zie GETAILLEERDE TEKENING en LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding)