Weslo WETL13906.0 Owner's Manual

Page 1
Modelnummer WETL13906.0 Serienummer
Sticker met
Serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op uw volledige tevredenheid. Mocht u nog vragen hebben, mochten sommige onderdelen ontbreken of beschadigd zijn neem dan con­tact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor zorgsmaatregelen in deze hand­leiding door voordat u dit appa raat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
-
-
Page 2
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
Aandacht: U vindt een TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN, een GEDETAILLEERDE TEKENING en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding.
WESLO is een merk van ICON IP, Inc.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische schok of persoonlijk letsel te verminderen.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge­bruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroos­ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop­band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe­gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
-
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de elec­triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 17 als de loopband niet goed werkt.)
Lees de noodstopprocedure grondig door en
14. test de procedure voordat u de loopband ge bruikt (raadpleeg GEBRUIK EN BIJSTELLEN op pagina 10).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de band staat. Houdt u altijd vast aan de hand­leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schok­kende versnellingen te voorkomen.
17. Laat de loopband nooit alleen als het oefen­toestel ingeschakeld is. Verwijder altijd de sleutel en trek de stekker uit het stopcontact als u de loopband niet gebruikt.
-
7. De loopband kan alleen door mensen die min­der dan 113 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop­band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop­band gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportkleding voor mannen en vrouwen aan bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
-
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al­tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 10). Geen elk ander appa­raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge­bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
18. De hartslagsensor is geen medisch instru­ment. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen de juistheid van de metingen aantas ten. De hartslagsensor dient slechts om een algemene hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
19. Voltooi eerst de montage van de loopband vo­ordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina
15.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig ges­loten is voordat u de loopband inklapt of ver­plaats.
21. Verander de hellingstand van de loopband niet door voorwerpen onder de loopband te plaatsen.
3
-
Page 4
2. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
2
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
23. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
24. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
act. Eveneens de stekker uit het stopcontact
t trekken vóór het schoonmaken van de loop­band, voor het plegen van onderhoud en voor
et bijregelen zoals beschreven is in deze
h handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten­zij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
oud dan datgene wat vermeld staat in deze
h handleiding moet door een technicus uitge­voerd worden.
5. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
2
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond­heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon­lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Let erop dat de tekst op de sticker in het Engels is. Zoek naar de sticker in het Nederlands en plak ze over de Engelse sticker. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht en vraag kosteloos om een nieuwe sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u voor de nieuwe WESLO®CADENCE S5 loopband gekozen heeft. De CADENCE S5 loopband is ontworpen om uw oefening thuis aangenamer en ef­fectiever te maken. En wanneer u de loopband niet ge-
ruikt kunt u de CADENCE S5 loopband inklappen
b zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg­vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Neem
Houder voor de Waterfles (fles niet inbegrepen)
Handleuning
Sluitknop
mocht u nog vragen hebben contact op met de winkel waar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u het modelnummer en het serienummer bij de hand heeft. Het modelnummer is WETL13906.0. Het serien-
mmer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie
u kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te­kening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedieningspaneel
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten voor de Achterroller
Kap
Aan/Uit Knop
Stroomonderbreker
Wiel
RECHTERKANT
Hellingpen/Hellingpoot
5
Page 6
MONTAGE
e montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
D
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be­vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Voor de montage hebt u een zeskantsleutel , een phillips schroevendraaier , twee moer­sleutels en draadsnijtangen nodig.
Opmerking: Kijk in de TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN in het midden van deze handleiding om de kleine onderdelen bij de montage te herkennen. Sommige onderdelen kunnen vooraf gemonteerd zijn.
1. Laat een tweede persoon de Basis (52) op de aangegeven plaats vasthouden.
Neem de Linker Staander (53) (de Rechter Staander [54] heeft een groot gat aan het laagste uiteinde).
Houd de Linker Staander (53) zo vast dat de krom­ming aan de aangegeven kant zit. Steek twee Bouten voor de Staander (2) in de houder op de Linker Staander. Maak de Linker Staander aan de Basis (52)
vast met de Bouten voor de Staander, twee Tussenring
voor het Onderstel (14),
(16). Draai de Moeren voor de Staander nog niet vast.
Maak de Rechter Staander (54) op dezelfde manier aan de Basis (52) vast.
2. Schuif de twee Wielbehuizingen (62) op de Basis (52)
met de kop van elke Bout van het Wiel (35) op de buitenkant, zoals getoond. Maak de Wielbehuizingen met twee Bouten voor de Wielbehuizing (6), twee Tussenringen voor de Wielbehuizing (11) en twee Moeren voor de Wielbehuizing (15) vast.
en twee Moeren voor de Staander
1
52
14
54
2
53
Kromming
2
35
62
6
52
11
15
16
Groot
Gat
62
14
16
14
2
35
15
11
6
6
Page 7
3. Met de hulp van een tweede persoon, til de Handleuningen (53, 54) op zodat de Basis (52) plat op de
rond staat zoals getoond. Plaats dan de voorkant van
g het Onderstel (51) van de loopband tussen de
taanders.
S
Raadpleeg de inzet-tekening. Neem dan de draad aan de binnenkant van het laagste uiteinde van de Rechter Handleuning (54). Bind de draad aan de Draadkoker (98) door middel van een plastic opbinddraad. Trek dan aan het andere uiteinde van de draad totdat het uiteinde van de draadkoker aan het aangegeven gat in het bovenste uiteinde van de Rechter Handleuning verschijnt.
3
53
at
G
4
5
111
Laat een tweede persoon de voorkant van het Onderstel (51) optillen. Houd een Tussenstuk van het Onderstel (111) tussen de Rechter Staander (54) en het Onderstel. Maak de Rechter Staander en het Tussenstuk van het Onderstel aan het Onderstel vast met een Schakelbout voor het Onderstel (1), een Tussenring voor het Onderstel (14) en een Sterring voor het Onderstel (9).
Herhaal deze stap aan de linkerkant van de loopband.
4. Draai het Bedieningspaneel (91) naar beneden. Zorg er-
voor dat de voorkant van het Bedieningspaneel niet wordt beschadigd.
Neem de Rechter Handleuning (55) met een groot gat aan een zijkant.
Maak de Rechter Handleuning (55) aan het Bedienings­paneel (91) vast met twee Schroeven voor het Bedieningspaneel (4), een Schroef voor de Dwarsstang (5) en een Sterring voor de Dwarsstang (12).
Groot
Gat
51
4
98
Draad
Opbind
-draad
98
Groot Gat
12
4
5
52
14
9
1
54
55
91
7
Page 8
5. Plaats de Linker Handleuning (56) op het Bedieningspa­neel (91). Maak het uiteinde van de aardingsdraad van
et Bedieningspaneel aan het aangegeven gaatje in de
h Linker Handleuning vast met een Zilveren Aardings-
chroef (8).
s
Maak de Linker Handleuning (56) aan het Bedieningspaneel (91) vast met twee Schroeven voor het Bedieningspaneel (4), een Schroef voor de Dwarsstang (5) en een Sterring voor de Dwarsstang (12).
voor dat de aardingsdraad niet gekneld raakt.
Zorg er-
5
5
G
12
4
aatje
91
56
Aardingsdraad
8
6. Houd het Bedieningspaneel (91) bij de Rechter Staander
(54). Raak de Rechter Handleuning aan om de statis-
che energie te ontladen.
Steek het uiteinde van de Draadkoker (98) in het gat aan de onderkant van de Rechter Handleuning (55) en trek het uit het grote gat in de zijkant. Steek dan het uiteinde van de Draadkoker door de twee plastic opbinddraden.
Druk het uiteinde van de Draadkoker (98) in het aangegeven aansluitstuk aan de achterkant van het Bedieningspaneel (91). Het uiteinde van de Draadkoker
moet zacht in het aansluitstuk worden geschoven en vastklikken. Als dat niet het geval is, draai het uiteinde van de Draadkoker dan om en probeer het opnieuw. ALS DE VERBINDINGSKLEM NIET GOED WORDT AANGESLOTEN, DAN KAN HET BEDIENINGSPA­NEEL WORDEN BESCHADIGD ALS U HET TOESTEL AANZET.
7. Steek het losse stuk van de Draadkoker (98) in de
Rechter Staander (54). Maak dan de twee plastic opbind­draden rond de Draadkoker vast en snijd de uiteinden van de plastic opbinddraden af.
6
Aansluitstuk
91
54
98
Plastic
Opbinddraden
55
98
7
54
98
Plastic
Opbinddraden
8
Page 9
8. Plaats het Bedieningspaneel (91) op de Rechter
Staander (54) en de Linker Staander (niet getoond).
raai vier Bouten voor de Handleuning (3) met vier
D Tussenringen voor de Handleuning (13) en vier
terringen voor de Handleuning (10) (er worden slechts
S twee getoond) in de Rechter en de Linker Staander.
Draai daarna de vier Handleuningbouten strak vast.
Steek het losse stuk van de Draadkoker (98) in de Rechter Staander (54).
Maak de Achterkant van het Bedieningspaneel (93) aan het Bedieningspaneel (91) vast met vier Schroeven voor de Achterkant van het Bedieningspaneel (7).
voor dat de Draadkoker (98) in de aangegeven gleuf zit aan de Achterkant van het Bedieningspaneel zodat de draden niet gekneld zitten.
Zorg er-
8
Gleuf
1
9
54
7
98
10
13
3
93
7
9. Laat de Handleuningen (55, 56) zacht op de grond za-
kken. Centreer het Onderstel (51) tussen de Handleuningen en draai de vier Bouten voor de Staander (2) vast. Plaats de Handleuningen dan op­nieuw in verticale positie.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak het Veerslot (108) aan de Linker Staander (53) vast met twee Schroeven voor het Veerslot (7).
georiënteerd is zoals getoond.
Raadpleeg DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERAN­DEREN op pagina 14. Verander de helling van de loop­band als u dat wenst.
10.Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra
delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 18). Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
Zorg ervoor dat het Veerslot
9
51
55, 56
53
108
7
2
9
Page 10
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK: Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
de loopband beschadigen.
u
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa­brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge­bruikt worden.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
10
Page 11
BEDIENINGSPANEEL
Sleutel
Clip
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband heeft verschil­lende functies zodat u uw oefeningen doeltreffender kunt maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband verande­ren door een druk op een toets. Het bedieningspaneel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met een ingebouwde hartslagsensor.
Op het bedieningspaneel kunt u kiezen tussen vier ver­schillende snelheidsprogramma’s. Elk programma regelt automatisch de snelheid van de loopband terwijl u een doeltreffende oefening uitvoert.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stopcontact steken (zie pagina 10). Zoek naar de aan/uit knop bij de
Rechter Staander. Plaamts
de aan/uit knop in de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke­ning boven) en maak de clip aan de tailleband van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de piste en de drie displays oplichten.
Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleu­tel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie­ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
Aan
Positie
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plas­tic. Om schade aan de loopband te vermijden, ge­bruik altijd propere schoenen als u de loopband gebruikt. Als u de loopband voor het eerst ge bruikt, controleer of de band recht loopt en cen­treer de loopband als dat nodig is (zie pagina 18).
-
1
1
Page 12
OE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
H GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 11.
Kies de handmatige instelling.
2
Als u de sleutel in het oefentoestel steekt, wordt de handmatige instelling ingeschakeld. Als u een snelheidspro­gramma hebt gekozen, kies dan opnieuw de handmatige instelling door herhaaldelijk op de Programmakeuzetoets [PRO­GRAM SELECT] te drukken totdat er alleen nullen op de displays verschijnen.
Druk op de Start-toets of de Versnellingstoets
3
om de loopband te starten.
Als u op een van deze toetsen drukt, begint de loopband te bewegen met een snelheid van 2 km/u. Houd de handleuningen vast en begin te stappen. Tijdens uw oefening kunt u de snelheid naar wens wijzigen door op de Snelheidstoetsen [SPEED Km/H] te drukken. Telkens als u op een toets drukt, zal de snelheid veranderen met 0,1 km/u.; als u een toets ingedrukt houdt, dan zal de snelheid verhogen met 0,5 km/u. Opmerking: Als u op de toetsen hebt gedrukt, kan het een tijdje duren voordat de loopband de gewenste snelheid bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stop­toets. De tijd zal beginnen te flikkeren op een van de displays. Om de loopband opnieuw te starten, druk op de Start-toets of op de Versnellingstoets.
Uw vordering op de piste en de drie displays
4
volgen.
De Piste —De piste
stelt een afstand van 400 meter voor. De indi­cators rond de piste zul len tijdens uw oefening na elkaar oplichten tot dat de hele piste brandt. De piste zal dan doven en de indicators zullen opnieuw oplichten. Het aantal voltooiden rondes verschijnt in het midden van de piste.
-
-
De display linkson­der—Terwijl u oefent,
orden op de display
w linksonder de verlopen
ijd en de gewandelde of
t gelopen afstand getoond.
De display rechtson­der—Op de display
rechtsonder worden de snelheid van de loop­band en het aantal ver­brande calorieën bij be­nadering getoond. Op de display wordt ook uw hartslag getoond als u de handsensoren vasthoudt (zie stap 5).
De prioriteitsdisplay—
De bovenste display is de prioriteitsdisplay. Op
prioriteitsdisplay
de den de verlopen tijd, de gewandelde of gelopen afstand, de snelheid van de loopband of het aantal verbrande calorieën bij benadering getoond. Druk herhaaldelijk op de Prioriteitsdisplay-toefs [PRIOR­ITY DISPLAY]. totdat de prioriteitsdisplay de infor­matie toont die u wenst. Opmerking: Als de infor­matie op de prioriteitsdisplay wordt weergegeven, zal die informatie niet op de displays links- en rechtsonder verschijnen.
Om de displays te resetten, druk op de Stoptoets, verwijder de sleutel en steek de sleutel opnieuw in het toestel bedieningspaneel.
Opgelet: Het bedien­ingspaneel kan de snel­heid en de afstand in mi jlen of kilometers tonen. Om te zien welke mee­teenheid geselecteerd is, houd de Stoptoets ingedrukt, steek de sleutel in het bedieningspaneel en laat dan de Stoptoets los. De Snelheid display zal een “E” aangeven (voor engelse mijlen) of een “M” aangeven (voor kilometers). Druk op de Versnellingstoets om de meeteenheid te wijzigen. Wanneer u de gewenste eenheid hebt gekozen haal dan de sleutel uit en steek deze weer in.
wor-
-
12
Page 13
Meet uw hartslag als u dat wilt.
5
Voordat u de handsen­soren gebruikt, verwi­jder het plastic laagje
an de metalen con-
v tactpunten. Zorg ervoor dat uw handen proper zijn.
Om uw hartslag te meten, ga op de voetrails
staan en houd de metalen contactpunten vast – beweeg uw handen niet. Als uw hartslag wordt
gedetecteerd, dan zal het kleine hartsymbool op de display rechtsonder beginnen te flikkeren. Er zullen een of twee streepjes verschijnen en dan zal uw hartslag worden getoond.
hartslagmeting houd de contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
6
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets, en haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Bewaar de sleutel op een veilige plaats. Zet de aan/uit­schakelaar dan op “uit” en trek het elektriciteitss­noer uit het stopcontact.
HOE EEN SNELHEIDSPROGRAMMA TE GE­BRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pagina 11.
Kies een van de vier snelheidsprogramma’s.
Metal
Contacts
Voor een juiste
2
Om een snelheidspro­gramma te kiezen, druk herhaaldelijk op de Programmakeuzetoets [PROGRAM SELECT]; “P-1”, “P-2”, “P-3” of “P­4” zal enkele seconden op de prioriteitsdisplay verschijnen en het gekozen programma aangeven. De maximale snelheid van het gekozen programma zal ook enkele seconden op een van de displays verschijnen.
Elk programma bestaat uit 30 tijdsegmenten van één minuut. U kunt een snelheid instellen voor elk
ijdsegment. Opmerking: U kunt dezelfde snelheid
t instellen voor twee of meer opeenvolgende tijd-
egmenten. Op de profielen links naast de
s Programmakeuzetoets wordt de snelheid van de loopband tijdens de programma’s getoond.
Druk op de Starttoets of de Versnellingstoets
3
om het programma te starten.
Als de toets wordt ingedrukt, zal de loopband au­tomatisch de snelheid aanpassen aan de in­stelling die voor het eerste tijdsegment gepro­grammeerd is. Houd de handleuning vast en begin te stappen.
Als het eerste tijdsegment van het programma voorbij is, zult u een reeks tonen horen. Als er een nieuwe snelheid voor het tweede tijdsegment ge­programmeerd is, dan zal de snelheidsinstelling op een van de displays beginnen te knipperen om u te verwittigen, loopband veranderen. Het programma zal door­gaan totdat de 30 tijdsegmenten verstreken zijn. De loopband zal dan vertragen en tot stilstand komen.
Als de snelheid te hoog of te laag is tijdens het programma, dan kunt u de snelheid handmatig bi­jstellen door op de Versnellings- of Vertragings­toets te drukken. Als het volgende tijdsegment
start, dan zal de loopband de snelheid automa­tisch aanpassen aan de snelheid die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
Om het programma te stoppen, druk op de Stoptoets. De tijd zal beginnen te knipperen op een van de displays. Om het programma opnieuw te starten, druk op de Starttoets of op de Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te draaien met een snelheid van 2 km/u. Als het vol­gende tijdsegment start, dan zal de loopband de snelheid automatisch aanpassen aan de snelheid die voor dat tijdsegment geprogrammeerd is.
Uw vordering op de piste en de drie displays
4
volgen.
Raadpleeg stap 4 op pagina 12.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan
5
neer u klaar bent met uw oefening.
en dan zal de snelheid van de
-
13
Zie stap 6 op deze pagina.
Page 14
DE HELLING VAN DE LOOPBAND VERANDEREN
m de intensiteit van uw oefening te variëren kunt u
O de helling van de loopband aanpassen. De loopband
ent drie verschillende standen. Voordat u de helling
k
verandert moet u wel eerst de sleutel verwijderen en de stekker uit het stopcontact trekken.
volgens de loopband in (zie pagina 15).
Pen voor
de Helling
Hellingstelpoot
Pen voor
de Helling
Klap ver-
Verwijder om de helling aan te passen de pen voor de helling uit het rechter been voor de helling. Stel het
een voor de helling op de gewenste hoogte en steek
b de pen weer volledig in. Stel het linker been voor de
elling op dezelfde manier bij. OPGELET: Voordat u
h
de loopband gebruikt, zorg ervoor dat beide hel­lingstelpoten op dezelfde hoogte staan en beide hellingspennen volledig in de hellingstelpoten zit­ten.
Als u de hellingstelpoten hebt bijgesteld, laat de loop­band dan zakken (raadpleeg pagina 16).
14
Page 15
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
De stekker uit het stopcontact. WAARSCHUWING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kun-
en uitklappen, inklappen of verplaatsen.
n
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET: Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd uw rug recht. Zorg ervoor dat u de kracht van uw benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te tillen.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loopband goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de veerslotknop naar links en houdt deze vast. Til het onderstel op totdat de grendelstop voorbij het veer­slotpen is. Laat de veerslotknop langzaam los.
voor dat de veerslotpen helemaal in het onderstel zit.
Til de loopband half omhoog.
Zorg er-
Onderstel
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe­dekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de grendel tegen de veerslotpen steunt.
1. Houd de handleuningen vast en plaats uw voet tegen een
van de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voor-
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats.
het onderstel op te klappen. Wees heel voorzichtig tij­dens het verplaatsen van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond.
Trek niet op het onderstel terug.
Verplaats de loopband nooit zonder
Veerslotpen
Veerslotknop
Grendelstop
Onderstel
Handleuning
Wiel
3. Plaats weer een voet tegen een van de wielen en kantel
de loopband tot deze weer rechtop staat.
15
Page 16
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangege­ven. Trek, met gebruik van uw linker hand, de veerslot­knop naar links en houdt deze vast. Draai het onderstel totdat de grendel voorbij de veerslotpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet
op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te vermij­den.
eerslotpen
V
Veerslotknop
Grendelstop
16
Page 17
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
Z neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 10).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter. De loop­band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonder­breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar opnieuw in om de stroomonder­breker opnieuw in werking te stellen (te reset­ten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electrici-
teitsnoer van de loopband bevindt. De knop moet zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha­kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
c
Doorgeslagen
d
Resetten
Aan
Positie
OPLOSSING:
Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspa
a.
neel en TACT. Verwijder de vijf aangegeven Schroeven (20) en de twee Schroeven voor de Voetleuning (25). Verwijder dan voorzichtig de Kap (65).
Zoek de Bladveerschakelaar (97) en de Magneet (113) aan de linkerkant van de Katrol (104). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de af
stand tussen de Magneet en de Bladveerscha­kelaar ongeveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de
Schroef (21) wat los en verplaats de Bladveer­schakelaar enigszins. Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap weer vast en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
TREK DE STEKKER UIT HET STOPCON-
17
-
-
a
20
3 mm
Zicht van
Boven
21
97
25
65
20
20
20
104
113
Page 18
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
PLOSSING: a
O
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Als de loopband naar links verschoven is, verwi-
. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
b
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en KER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achter­roller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg er­voor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
jder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Gebruik een bussleutel, draai de bout van de linker achterste rol een halve draai met de klok mee. Zorg ervoor dat de loopband niet te strak wordt gespannen. Als de loopband naar rechts verschoven is, draai dan de bout van de linker achterste rol een halve draai tegen de klok in. Steek dan de stekker in het stopcontact, steek de sleutel in het toestel en laat de loopband enkele minuten draaien. Herhaal deze stappen totdat de loopband gecentreerd is.
DE STEK-
b
5–7cm
Bouten van Achterroller
a
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achter­roller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop band goed ligt.
b
-
18
Page 19
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
nder oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
a der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik.
De hartslag-sensor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de hartslag metingen beïnvloeden. De hartslag-sensor is alleen als hulpmiddel be­doeld voor algemene hartslag meting.
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe­ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe­voer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een gro tere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loop­band bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt uitvoeren.
-
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu­lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge­tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor aerobic oefeningen aanbevolen.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm­fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe­ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi­teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart­slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60 minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen na de oefening.
-
Vet Verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan­gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare eerste paar minuten begint uw lichaam te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
koolhydraten
vet
. Pas na de
als energie
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te oefenen.
19
Page 20
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. WETL13906.0 R0606A
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
1 2 Schakelbout van het
Onderstel 2 4 Bout voor de Staander 3 4 Bout van de
Handleuning 4 4 Schroef van het
edieningspaneel
B 5 2 Dwarsstang Schroef 6 4 Bout voor de
Wielbehuizing 7 6 Schroef van het
Veerslot/Schroef voor de
Achterkant van het
Bedieningspaneel 8 1 Zilveren Aardingsschroef 9 2 Tussenring voor het
Onderstel
10 4 Stertussenring van
Handleuning
11 4 Tussenring voor de
Wielbehuizing
12 2 Sterring voor de
Dwarsstang
13 4 Tussenring voor de
Handleuning
14 6 Tussenring voor het
Onderstel
15 4 Moer voor de
Wielbehuizing
16 4 Moer voor de Staander 17 1 16 mm Inbussleutel 18 1 4 mm Inbussleutel 19 2 Schroef van de
Houder
20 5 Schroef van de Kap 21 18 Schroef 22 1 Bijstelbout van de Voorste
Roller
1 Geaarde Schroef
23 24 2 Bout voor het
Aansluitpaneel
25 10 Schroef voor de
Voetleuning
6 Schroef voor het
26
Kussentje van de Basis
27 2 Moer van de Motor 28 4
29 2 Bijstelbout van de
30 31 1 Schakelbout van de Motor 32 2 Incline Leg Bolt 33 2 Schroef van Isolator 34 2 Bout van de Motor 35 2 Bout van het Wiel 36 2 Sterring vand de
Schroef van Loopband
Geleider
Achterroller
2 Bout van Motorhouder
Achterroller
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
37 1 Sterring van de
Voorroller
38 2 Ster-tussenring van de
Motor
39 2 Tussenring voor het
Aansluitpaneel
0 1 Sterring voor de Aarding
4 41 13 Schroef van de
Voetkussentje
42 6 Sterring voor de
Elektronica
43 4 Tussenring voor de
Hellingspoot 44 2 Moer van de Motor 45 2 Moer voor de
Onderstelspil 46 5 Moeren 47 5 Klip van de Kap 48 4 Moer voor de
Handleuning 49 3 Kleine Moer 50 2 Bevestiging van de iso-
latie 51 1 Onderstel 52 1 Basis 53 1 Linkerstaander 54 1 Rechter Staander 55 1 Rechter Handleuning 56 1 Linker Handleuning 57 1 Beugel voor Elektronica 58 1 Stofscherm 59 1 Beugel voor Motor 60 1 Houder voor de Linker
Achterrol 61 1 Houder voor de Rechter
Achterrol 62 2 Wielbehuizing 63 6 Kussen voor de Basis
1 Sluiting
64 65 1 Kap
Onderkap
1
66 67 1 Linker Voetkussentje 68 1 Kap rechter Voetkussentje
2 Hellingstelpoot
69
Wiel
2
70 71 4 Tussenstuk van de Wiel 72 1 73 2 Motorbus 74 4 Staander Beschermkapje 75 2 Beschermkapje voor
76 4 Beschermkapje voor de
77 2 Platformkussen, Voorkant 78
79 80
Motorisolatie
de Staander
Handleuning
Platformkussen,
2
Middendeel
1 Aandrijvings Motor
Opbinddraad voor de
4
Onder-
r. Aantal Beschrijving
N
bedrading 81 4 8” Opbinddraad 82 1 Houder voor de
Opbinddraad 83 1 Snelheidsensorclip 84 1 Metalen oog voor de
oorste Bemanteling
V 85 1 Pakkingring 86 0 (Niet gebruikt) 87 1 Controller 88 1 Transformator 89 1 Filter 90 1 Electrische Snoer 91 1 Bedieningspaneel 92 1 Dwarsstang voor het
Bedieningspaneel 93 1 Bedieningspaneel 94 0 (Niet gebruikt) 95 1 Aarde-kabel 96 1 Aarde-kabel 97 1 Bladveershakelaar 98 1 Draadharnas 99 1 Montage van de
Aansluitdoos
100 1 Loopoppervlak 101 1 Loopband 102 0 (Niet gebruikt) 103 2 Loopband Geleider 104 1 Wieltje/Katrol 105 1 Magneet 106 1 Riem van de Motor 107 1 Achteroller 108 1 Montage van de
Veerslotpen
109 1 Sleutel/Klip 110 2 Hellingspen 111 2 Tussenstuk van het
Onderstel
1 Electrische snoer Adapter
112 113 1 Waarschuwingsticker
Schroef voor de
1
114
Opbinddraadhouder
# 1 Rode Draad van 6”, M/F
1 Zwarte Draad van 4”, M/F
#
Blauwe Draad von 4”, M/F
1
# # 1 Blauwe Draad von 8”, 2F
Blauwe Draad von
1
# # 1 Witte Draad van 6”, 2F # 1 Witte Draad van 10”, 2F # 1 Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet ge-
Deze technische gegevens
toond. kunnen zonder voorafgaande verwitti­ging worden gewijzigd.
10”, 2F
Page 21
Bout voor de Staander (2)–4
Schroef van het
Bediening-
spaneel (4)–4
Dwarsstang
Schroef (5)–2
Schroef van het Veerslot/Schroef voor de Achterkant van het
Bedieningspaneel
(7)–6
Tussenring voor
het Onderstel
(9)–2
Stertussenring
van Handleuning
(10)–4
Tussenring voor
de Wielbehuizing
(11)–4
Sterring voor de
Dwarsstang
(12)–2
Tussenring voor de Handleuning
(13)–4
Tussenring voor
het Onderstel
(14)–6
Moer voor de
Wielbehuizing
(15)–4
Moer voor de
Staander (16)–4
Bout van de Handleuning (3)–4
Schakelbout van hat Onderstl (1)–2
Bout voor de Wielbehuizing (6)–4
Zilveren Aardings-
schroef (8)–1
TEKENING OM ONDERDELEN TE HERKENNEN
Haal deze kaart uit de handleiding en gebruik ze om de kleine onderdelen te identificeren tijdens de mon-
age. Bewaar deze kaart en de GEDETAILLEERDE TEKENING/LIJST MET ONDERDELEN voor verdere
t raadpleging.
Page 22
80
21
21
103
17
81
100
51
27
101
67
28
105
97
21
83
103
109
54
52
35
70
35
51
65
113
111
53
14
1
9
45
45
29
98
1
111
14
9
63
26
75
3
93
34
38
44
31
79
46
63
26
63
26
26
63
25
21
21
25
25
25
25
29
25
25
106
7
108
34
25
77
77
41
30
74
74
64
41
59
38
104
68
61
60
37
22
28
18
46
19
107
36
36
69
110
32
46
43
43
69
110
46
32
43
43
42
19
42
66
90
84
24
20
41
41
20
20
21
58
39
39
49
20
27
57
87
88
21
89
71
71
51
70
71
71
63
26
98
75
99
112
7
7
7
7
76
56
76
55
76
76
41
41
41
92
48
33
3
4
5
6
10
10
10
10
3
3
11
6
12
13
13
13
13
15
21
21
21
21
21
96
23
26
63
40
42
42
46
47
47
47
47
49
62
62
85
91
95
73
72
82
21
41
41
5
12
24
48
4
33
114
82
11
15
16
16
2
2
33
11
15
15
11
8
79
50
50
79
76
20
47
14
14
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. WETL13906.0 R0606A
Page 23
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
araat hebt gekocht.
p
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
• het MODELNUMMER van het produkt (WETL13906.0)
• de NAAM van het produkt (WESLO
• het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
• het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel (zie GETAILLEERDE TEKE­NING en LIJST MET ONDERDELEN in het midden van deze handleiding)
®
CADENCE S5 loopband)
Onderdeel Nr. 237162 R0606A
Gedrukt in
2006 ICON IP, Inc.
©
Loading...