4. Instelknop "FINE" voor de fijne instelling van de uitgangsspanning
5. Weergave uitgangsspanning
6. Weergave uitgangsstroom (instelling stroombegrenzing)
7. Instelknop "COARSE" voor de grove instelling van de stroombegrenzing (uit-
gangsstroom)
8. Instelknop "FINE" voor de fijne instelling van de stroombegrenzing
9. Schakelaar "PRESET" voor het omschakelen van de weergave momentele last-
stroom verbruiker "NORM" naar de ingestelde stroombegrenzing "C-LIMIT"
10. Schakelaar "OUTPUT" voor het in- (ON) of uitschakelen (OFF) van de netvoe-
dinguitgang
11. Geel oplichtende LED "OFF" als aanduiding voor "Uitgang" uitgeschakeld
12. Geel oplichtende LED "TEMP" als aanduiding voor te hoge temperatuur
(thermische overbelasting)
13. Groen oplichtende LED "CV" als aanduidings-LED voor de uitgangsspanning
(Constant Voltage = constante spanning)
14. Rood oplichtende LED "CC" als aanduidings-LED voor de stroombegrenzing
(Constant Current = constante stroom)
15. Metalen bus 4 mm voor aardeaansluiting (= aansluiting aardedraad = directe ver-
binding met aardedraad van het netsnoer)
16. Hoge belastingsklem / 4-mm-bus voor de plus-(+)-uitgang
17. Hoge belastingsklem / 4-mm-bus voor de minus-(-)-uitgang
Achterzijde (zonder afbeelding)
18. Zekeringshouder voor de netzekering (overstroomschakelaar bij type 3635)
19. Geaarde inbouwstekker voor het aansluiten van het geaarde netsnoer
20. Ventilatieopeningen met de hierachter liggende ventilator (mechanische ventila-
tie)
Veiligheidsaanwijzingen
Bij schade of persoonlijk letsel, die/ dat veroorzaakt wordt door het niet in
acht nemen van de veiligheidaanwijzingen resp. de gebruiksaanwijzing,
zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op
garantie.
• De netvoedingen van de serie 36xx hebben de fabriek in veiligheidstechnisch per-
fecte staat verlaten. Om dit zo te houden en zeker te zijn van gebruik zonder gevaar,
dient u zich als gebruiker te houden aan deze veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen die in deze handleiding staan.
• De apparaten zijn opgebouwd in veiligheidsklasse 1. De aardedraad mag voor uw
eigen veiligheid noch in het apparaat noch in het netsnoer onderbroken of verwijdert
worden. Bij een onderbroken aardedraad kan bij aanraking een levensgevaarlijke
situatie ontstaat (spanning op de behuizing).
• Er dient er op gelet worden dat de isolatie van de apparaten, de veiligheidsbussen,
de aangesloten snoeren en de netsnoeren noch beschadigd noch vernield worden.