installation material to be used… Have the material and the device itself checked regularly. Do not
attempt to install the device yourself if you lack these qualifications as improper installation may result
in injuries.
• Adjust the desired inclination angle via the mounting bracket and tighten the bracket screws.
• Make sure there is no flammable material within a 50cm radius of the device.
• Have a qualified electrician carry out the electric connection.
• Connect the device to the mains with the power plug. Do not connect it to a dimming pack.
• The installation has to be approved by an expert before the device is taken into service.
5. Use
This device can be operated in manual mode or DMX mode. In manual mode, the flash speed and
dimmer function can be set manually by the DIP switches. In DMX mode, speed and dimmer function are
set by 2 DMX channels.
a. DMX-512 Connections
Connect the provided XLR cable to the female 3-pin
XLR output of your controller and the other side to
the male 3-pin XLR input of the VDP750ST.
Multiple VDP750STs can be linked through serial
linking. The linking cable should be two core,
screened cable with XLR input and output
connectors.
Please refer to the diagram at the right.
b. DMX-512 Chain with termination
A DMX terminator is recommended for installations where the DMX cable has to run a long distance or is
in an electrically noisy environment (e.g. discos). The terminator prevents corruption of the digital
control signal by electrical noise. This device features a built-in DMX terminator, which is activated by
VDP750ST
means of the red DIP switch on the device. Switch it in the ON position if the device is the last device in
the chain.
c. Projector DMX start address selection
All DMX-controlled devices need a digital start address so that the correct device responds to the signals.
This digital start address is the channel number from which the device starts to “listen” to the DMX
controller. Set the correct number by means of the DIP switches on the device.
You can use the same starting address for a whole group of devices or enter an individual one for every
device.
When all devices have the same address, all the units will “listen” to the control signal on one particular
channel. In other words: changing the settings of one channel will affect all devices simultaneously. If
you set different addresses, each device will “listen” to a separate channel number. Changing the settings
of one channel will only affect the device in question.
DMX channels:
• Ch 1: strobe rate
• Ch 2: strobe dimmer
! Warning: Ch2 to 0% and Ch1 from 10 to 85% creates a blinder effect. The level of CH1 is the dimming
level of the blinder effect. This may only last for max. 5 seconds, otherwise the lamp may get
damaged. When CH1 is higher than 85%, the strobe turns into stand-alone mode with music-controlled
function on.
d. Function selection
There are 10 DIP switches ; the way these are set determines the operation mode of the device.
DMX address setting
Set DIP switch 10 to ON (up). Now use the first 9 switches to determine the address. The 9 switches
each have a different value, which is always one more than the sum of all switches before it. This means
switch 1 has value 1, switch 2 has value 2, switch 3 has value 4, 4 is 8, 5 is 15, 6 is 32, 7 is 64, 8 is 128
and 9 is 256. Take the address you want to give to the device and start counting from switch 9 to 1,
selecting the values that need to be added along the way. Set the corresponding switches to ON. The
maximum value is 511 (all 9 switches are ON).
Test program
Switch 10 must be OFF (down).
This function allows you to perform the automatic test program (switch 9 OFF) or to set the speed and
dimmer functions yourself (switch 9 ON).
For the automatic test program, the value of the first 8 switches does not matter, as long as they are not
all ON.
In the manual program, switches 1-4 are used to set the speed and switches 5-8 are used to set the
dimmer function.
The table below indicates you the switches should be set to determine speed and dimmer function (16
levels each):
level DIP switch setting level DIP switch setting
0 (slow) OFF – OFF – OFF – OFF 8 OFF – OFF – OFF – ON
1 ON – OFF – OFF – OFF 9 ON – OFF – OFF – ON
2 OFF – ON – OFF – OFF 10 OFF – ON – OFF – ON
3 ON – ON – OFF – OFF 11 ON – ON – OFF – ON
4 OFF – OFF – ON – OFF 12 OFF – OFF – ON – ON
5 ON – OFF – ON – OFF 13 ON – OFF – ON – ON
6 OFF – ON – ON – OFF 14 OFF – ON – ON – ON
7 ON – ON – ON – OFF 15 (fast) ON – ON – ON – ON
Music control
This function sets the device to music-controlled. Switches 1-8 must be ON, switches 9 and 10 must be
OFF.
6. Maintenance
1. All screws should be tightened and free of corrosion.
2. The housing, the lenses, the mounting supports and the installation location (e.g. ceiling, suspension,
trussing) should not be deformed, modified or tampered with e.g. do not drill extra holes in mounting
supports, do not change the location of the connections …
3. Mechanically moving parts must not show any signs of wear and tear.
• Om beschadiging te vermijden, mag u het toestel niet inschakelen onmiddellijk nadat het werd
blootgesteld aan temperatuurschommelingen. Wacht tot het toestel op kamertemperatuur gekomen is.
• Dit toestel valt onder beschermingsklasse I, wat wil zeggen dat het toestel geaard moet zijn. Een
geschoolde technicus moet de elektrische aansluiting verzorgen.
• De beschikbare netspanning mag niet hoger zijn dan de spanning in de specificaties achteraan de
handleiding.
• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel
plaatsen.
• Trek de stekker uit het stopcontact (trek nooit aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het niet
gebruikt.
• Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, kan dit gepaard gaan met een lichte rookontwikkeling
en een bepaalde geur. Dit is normaal en de eventuele rook of geur zal geleidelijk verdwijnen.
• Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. De lichtbron kan bij gevoelige mensen leiden tot een aanval van
epilepsie.
• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de
garantie.
• Hou dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
• Wanneer de glasplaat vooraan beschadigd is, MOET deze worden vervangen.
3. Algemene richtlijnen
Raadpleeg de Velleman® service- en kwaliteitsgarantie achteraan deze handleiding.
• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, theaters, enz. U mag dit toestel
enkel binnenshuis gebruiken met een wisselspanning van maximum 230Vac/50Hz.
• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer
meegaan.
• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit
toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen, vocht en stof. Zorg voor een minimumafstand
van 50 cm tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bvb. VDLSC8).
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen
mogen dit toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot
kortsluitingen, brandwonden, elektrische schokken, ontploffing van de lamp enz. Bij onoordeelkundig
gebruik vervalt de garantie.
4. Installatie
a) Lamp
• Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Laat een lamp afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur van een lamp ligt rond de 700°C.
Zet een lamp ook niet terug aan binnen de 10 minuten nadat u ze heeft uitgezet.
• Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te
vervangen.
• Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is
voorzien.
•Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie “7. Technische
specificaties”). Ga als volgt te werk:
1. Draai de 4 schroeven van de glasplaat vooraan los en verwijder voorzichtig de glasplaat.
2. Maak de schroeven van de aansluitingsblokjes links en rechts los en koppel de draden los.
3. Verwijder de oude lamp en breng de nieuwe in, met de draden aan dezelfde kant als bij de
oude lamp.
4. Sluit de draden van de nieuwe lamp aan.
5. Plaats de glasplaat voorzichtig terug en zet de 4 schroeven vast.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
• De draagconstructie moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit toestel kunnen dragen zonder te
vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel.
• Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar volledig
nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u kunt
gebruiken en u moet het gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer het
toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot
verwondingen.
• Regel de gewenste invalshoek door middel van de montagebeugel en draai de regelschroeven stevig
aan.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
• De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
5. Gebruik
Dit toestel kan werken in manuele of DMX-mode. In manuele mode kunnen de flitssnelheid en
dimmerfunctie worden geregeld met dipschakelaars. In DMX-mode worden ze geregeld via 2 DMXkanalen.
a. DMX-512 verbindingen
Verbind de meegeleverde XLR-kabel met de vrouwelijke 3pins XLR-uitgang van uw controller en de mannelijke 3-pins
XLR-ingang van de VDP750ST. U kunt meerdere
VDP750STs serieel verbinden. De verbindingskabel moet
een beschermde kabel zijn met dubbele kern en met een XLR
in- en uitgangsconnector. Zie het diagram rechts.
b. DMX-512 keten met terminator
Een DMX terminator is aanbevolen als de DMX kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een omgeving met
veel elektrische ruis (bvb. een discotheek). De terminator voorkomt corruptie van het digitale
controlesignaal door elektrische ruis. Dit toestel is uitgerust met een ingebouwde DMX terminator, die
wordt ingeschakeld door middel van de rode dipschakelaar op het toestel. Zet die schakelaar op ON als
het toestel het laatste toestel in de reeks is.
c. Startadres van de DMX projector bepalen
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op
de signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel “luistert” naar het
signaal van de DMX controller. Geef dit startadres door middel van de dipschakelaars op het toestel.
U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel een nieuw
startadres ingeven.
Wanneer u één enkel startadres instelt, zullen alle toestellen “luisteren” naar hetzelfde kanaal. Met
andere woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op
reageren.
Wanneer u verschillende adressen instelt, dan luistert elk toestel naar een ander kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen van een kanaal verandert, zal enkel het toestel op dat kanaal
reageren.
DMX-kanalen:
• Ch 1: snelheid strobo
• Ch 2: strobo dimmer
Let op! Ch2 op 0% en Ch1 van 10% tot 85% creëert een blindereffect. CH1 is het dimniveau van het
effect. Dit mag slechts max. 5 seconden duren, anders kan de lamp worden beschadigd. Wanneer u
CH1 hoger dan 85% plaatst, dan zal de stroboscoop in muziekgestuurde modus werken.
d. Functiebepaling
Er zijn 10 dipschakelaars; hoe ze zijn ingesteld, bepaalt de werkingsmode van het toestel.
DMX adresinstelling
Zet dipschakelaar 10 op ON (omhoog). Gebruik nu de eerste 9 schakelaars om het adres in te stellen. De
9 schakelaars hebben elk een eigen waarde, die altijd 1 hoger ligt dan de waarde van alle voorgaande