• Use the original packaging if the device is to be transported.
• All modifications of the device are forbidden for safety reasons.
• Only use the device for its intended purpose. All other uses may lead to short circuits, burns,
electroshocks, crash, etc. Using the device in an unauthorised way will void the warranty.
4. Installation
a) Lamps
• Only fit or replace a lamp when the device is unplugged from the mains.
• Let a lamp cool down before replacing it as the temperature of a lamp can reach 700°C during
operation.
• When handling a halogen lamp, do not touch it with your bare hands. Use a cloth to insert or remove
it.
• Do not install lamps with a higher wattage. They get hotter than this device was designed for.
• Replace any deformed or damaged lamp with a lamp of the same type (see “Technical
Specifications”):
1. Pull the extension spring and open the housing.
2. When replacing a lamp, unplug the lamp socket and remove the old lamp.
3. Insert the lamp in the housing.
4. Fix the socket and close the device.
Remark: Do not operate the device when the cover is open.
b) Mounting the Device
• Have the device installed by a qualified person, respecting EN 60598-2-17 and all other applicable
norms.
• The construction to which the device is attached should be able to support 10 times the weight of the
device for one hour without deformation.
• The installation must always be secured with a secondary attachment e.g. a safety cable (e.g. VDLSC7 or
VDLSC8).
• Never stand directly below the device when it is being mounted, removed or serviced. Have a qualified
technician check the device once a year and once before you bring it into service.
• Install the device in a location with few passers-by that is inaccessible to unauthorised persons.
• Overhead mounting requires extensive experience: calculating work load limits, determining the
installation material to be used. Have the material and the device itself checked regularly. Do not
attempt to install the device yourself if you lack these qualifications as improper installation may result
in injuries.
• Adjust the desired inclination angle via the mounting bracket and tighten the bracket screws.
• Make sure there is no flammable material within a 0.5m radius of the device.
• Have a qualified electrician carry out the electric connection.
• Connect the device to the mains with the power plug. Don’t connect it to a dimming pack.
• The installation has to be approved by an expert before the device is taken into service.
In order to connect the fixture to the mains, you have to install a power plug.
Brown = live, blue = neutral, yellow/green = earth.
Connect the fixture to the mains with the power plug. If the device will be directly connected with the
local power supply network, a disconnection switch with a minimum opening of 3mm at every pole has to
be included in the permanent electrical installation.
5. Cleaning and Maintenance
1. All screws should be tightened and free of corrosion.
2. The housing, visible parts, mounting supports and the installation location (e.g. ceiling, suspension,
trussing) should not be deformed, modified or tampered with e.g. do not drill extra holes in mounting
supports, do not change the location of the connections.
3. Moving mechanic parts must not show any signs of wear and tear.
4. The electric power supply cables must not show any damage. Have a qualified technician maintain the
device.
5. Disconnect the device from the mains prior to maintenance activities.
6. Wipe the device regularly with a moist, lint-free cloth. Do not use alcohol or solvents.
7. There are no user-serviceable parts.
8. Contact your dealer for spare parts if necessary.
• Dit toestel valt onder beschermingsklasse I, wat wil zeggen dat het toestel geaard moet zijn. Een
geschoolde technicus moet de elektrische aansluiting verzorgen.
• De beschikbare netspanning mag niet hoger zijn dan de spanning in de specificaties achteraan de
handleiding.
• De voedingskabel mag niet omgeplooid of beschadigd zijn. Laat uw dealer zo nodig een nieuwe kabel
plaatsen.
• Trek de stekker uit het stopcontact (trek niet aan de kabel!) voordat u het toestel reinigt en als u het
niet gebruikt.
• Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt, kan dit gepaard gaan met een lichte rookontwikkeling
en een bepaalde geur. Dit is normaal en de eventuele rook of geur zal geleidelijk aan verdwijnen.
• Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron. De lichtbron kan bij gevoelige mensen leiden tot een aanval van
epilepsie.
• Schade door wijzigingen die de gebruiker heeft aangebracht aan het toestel vallen niet onder de
garantie.
• Houd dit toestel uit de buurt van kinderen en onbevoegden.
3. Algemene richtlijnen
Raadpleeg de Velleman® kwaliteit- en servicegarantie achteraan de handleiding.
• Dit toestel is ontworpen voor professioneel gebruik op podia, in disco's, enz. U mag dit toestel enkel
binnenshuis gebruiken door de meegeleverde adapter aan te sluiten op een wisselspanning van
maximum 230 VAC~50-60 Hz.
• Lichteffecten zijn niet ontworpen voor continue werking: regelmatige onderbrekingen doen ze langer
meegaan.
• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie ‘Technische specificaties’), vochtigheid en
stof. Zorg voor een minimumafstand van 1m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte
oppervlak.
• Maak het toestel vast met een geschikte veiligheidskabel (bv. VDLSC7 of VDLSC8).
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen
mogen dit toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot
kortsluitingen, brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de
garantie.
4. Installatie
a) Lampen
• Plaats of vervang een lamp enkel wanneer het toestel niet is aangesloten op het lichtnet.
• Laat een lamp gedurende minstens 10 minuten afkoelen voor u ze vervangt: de bedrijfstemperatuur
van een lamp ligt rond de 700°C.
• Raak een halogeenlamp niet aan met uw blote handen. Gebruik een doek om een halogeenlamp te
vervangen.
• Plaats geen lampen met een te hoog wattage. Deze worden warmer dan die waarop dit toestel is
voorzien.
•Vervang een vervormde of beschadigde lamp door een lamp van hetzelfde type (zie ‘Technische
specificaties’). Ga als volgt te werk:
1. Trek aan het veertje en open de behuizing.
2. Wanneer u de lamp wenst te vervangen, ontkoppel de fitting en verwijder de oude lamp.
3. Plaats de lamp in de behuizing.
4. Maak de fitting vast en sluit de behuizing.
Opmerking: Stel het toestel niet in werking wanneer het deksel eraf is.
b) Toestel monteren
• Laat een geschoolde technicus dit toestel installeren conform EN 60598-2-17 en andere toepasselijke
normen.
• De constructie waaraan het toestel wordt bevestigd, moet gedurende 1 uur 10 x het gewicht van dit
toestel kunnen dragen zonder te vervormen.
• Maak het toestel ook vast met een veiligheidskabel (bv. VDLSC7 of VDLSC8).