TOSHIBA X40-D-10Q, X30-D-11F, X30-D-119 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikers­handleiding
PORTEGE X30-D
TECRA X40-D
Page 2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................. 1-11
OpenSSL Toolkit License Issues ....................................................... 1-11
FreeType License Issues .................................................................... 1-14
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-17
Afvalverwerking van de computer en de computeraccu ................. 1-17
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-18
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-21
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Kennismaken met Windows ................................................................. 2-7
Het apparaat uitschakelen .................................................................. 2-10
Herstel .................................................................................................. 2-14
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm .................................................. 3-1
Linkerkant .............................................................................................. 3-2
Rechterkant ............................................................................................ 3-3
Achterkant .............................................................................................. 3-5
Onderkant ............................................................................................... 3-5
Voorkant met geopend beeldscherm .................................................. 3-6
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-11
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-12
Hoofdstuk 4
Gebruikershandleiding ii
Basisbeginselen
Het touchscreen gebruiken .................................................................. 4-1
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-2
TOSHIBA-aanwijsapparaat ................................................................... 4-3
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-5
De vingerafdruksensor gebruiken ....................................................... 4-8
Accu's en batterijen ............................................................................ 4-10
Geheugenmedia .................................................................................. 4-14
Smart Card ........................................................................................... 4-17
Page 3
Draadloos WAN-apparaat ................................................................... 4-17
GPS-functie .......................................................................................... 4-19
HDMI™-uitgang .................................................................................... 4-19
USB Type-C™-adapters ...................................................................... 4-20
Meerdere monitoren ............................................................................ 4-26
Wireless Display .................................................................................. 4-26
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-27
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-28
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-28
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-9
Problemen oplossen
Probleemoplossingsproces ................................................................. 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-17
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-3
Informatie over Intel® AMT ................................................................. 7-15
Informatie over Intel® Authenticate ................................................... 7-18
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-18
Index
Gebruikershandleiding
iii
Page 4
Hoofdstuk 1
Wet- en regelgeving en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid met betrekking tot TOSHIBA-computers.
TOSHIBA verwijst naar Toshiba Corporation en/of diens dochterondernemingen zoals Toshiba Client Solutions Co., Ltd. indien van toepassing.

Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken

Auteursrecht

© 2018 Toshiba Client Solutions Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste editie mei 2018 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.

Afwijzing van aansprakelijkheid

Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
Page 5
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.

Handelsmerken

Intel, het Intel-logo, Thunderbolt en het Thunderbolt-logo zijn handelsmerken van Intel Corporation of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. USB Type-C™ en USB-C™ zijn handelsmerken van USB Implementers
Forum. Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren zijn.

Voorschriften

De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de ID­informatie op de onderkant van het apparaat of de doos voor specifieke informatie met betrekking tot het aangeschafte model.

FCC-informatie

Dit apparaat voldoet aan de FCC-vereisten voor RF­blootstelling.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
Gebruikershandleiding
1-2
Page 6
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv. Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet­compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv­toestellen. Er moeten afgeschermde kabels worden gebruikt tussen externe apparaten en de Universal Serial Bus-poort (USB 3.0), Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort, HDMI™-uitgang en hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100 Irvine, California, USA, 92617
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit vereist is.

Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere
Gebruikershandleiding 1-3
Page 7
vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na aanraken.
Alleen voor de staat Californië.

Exportwetten

Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel. Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse exportwetgeving, is verboden.

EU-verklaring van overeenstemming

Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/ Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc
Gebruikershandleiding
1-4
Page 8
plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/ geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht­industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur) gemotoriseerde voertuigen vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Gebruikershandleiding
1-5
Page 9

Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)

この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使 用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B

Canadese voorschriften (alleen in Canada)

De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.

Kennisgeving voor Canada

Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Gebruikershandleiding
1-6
Page 10
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13 mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet ordinateur.
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un transmetteur opérant en mode 802.11 a.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 11

De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:

Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU) 801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uit­stand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van producten en batterijen draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding 1-8
Page 12
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen. Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg er daarbij voor dat u de contacten afplakt met niet­geleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
( gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen, is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u de computer hebt gekocht.

REACH - Verklaring van overeenstemming

De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9
Page 13

De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:

Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat dit product niet mag worden ingezameld en weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer het product het einde van zijn gebruiksduur heeft bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende instantie om zo het milieu en de menselijke gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land neemt u contact op met de gemeente of met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300 'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama” yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.

De volgende informatie geldt alleen voor India:

Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding 1-10
Page 14
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen, is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u de computer hebt gekocht.

Verklaring met betrekking tot videostandaarden

DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II) DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com

OpenSSL Toolkit License Issues

LICENSE ISSUES ============== The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit. See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*===================================================== Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding 1-11
Page 15
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
===================================================== This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/ Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding 1-12
Page 16
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Gebruikershandleiding 1-13
Page 17
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
*/

FreeType License Issues

The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27 Copyright 1996-2002, 2006 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg Introduction ============ The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in commercial and freeware products alike. As a consequence, its main points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form, without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to use in compliance with this license. We thus encourage you to use the following text:
""" Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-14
Page 18
All rights reserved. """ Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use. Legal Terms ============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and `FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the `FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a generic term including compiling the project's source code as well as linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as `a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project, including all source code, binaries and documentation, unless otherwise stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both source and object code forms) and derivative works thereof for any purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding 1-15
Page 19
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT') unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the distribution documentation. We also encourage you to put an URL to the FreeType web page in your documentation, though this isn't mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following phrases to refer to this software in your documentation or advertising materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or `FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it. However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license, or another one contracted with the authors, grants you the right to use, distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking for support, start in this list if you haven't found anything to help you in the documentation.
freetype-devel@nongnu.org Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-16
Page 20

ENERGY STAR®-programma

Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®­richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Star­logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR­programma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord aan om de computer snel weer te activeren. Deze slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement

Afvalverwerking van de computer en de computeraccu

De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op met een erkende TOSHIBA-servicedienst voor informatie over afvalverwerking van de computer en de accu.
Gebruikershandleiding 1-17
Page 21

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Zorg voor afdoende ventilatie

Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af. Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel. Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer. Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht. Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset. Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters. Extreme hitte, koude of vochtigheid. Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding 1-18
Page 22

Blessures door overbelasting

Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting

Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt, schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen.. In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding 1-19
Page 23
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen. Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm. Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen (bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd. Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert. Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden. Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Gebruikershandleiding 1-20
Page 24

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.

Veiligheidspictogrammen

Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-21
Page 25
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden beschreven mogelijk niet correct.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer USB-C™-naar-Ethernet LAN-adapter
USB-C™-naar-VGA-adapter (geleverd bij sommige modellen en afhankelijk van het aangeschafte
model) Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes) Reinigingsdoekje (meegeleverd bij sommige modellen)

Documentatie

Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Gebruikershandleiding
Aan de slag Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort Garantie-informatie
2-1
Page 26
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de linkermuisknop. Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
Rechtsklikken Klik eenmaal met de rechter
touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de rechtermuisknop. Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een aanraakscherm).
Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal met de linker touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop. Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Starten
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in de linkerbenedenhoek van het scherm.

De computer voor het eerst gebruiken

Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten Het beeldscherm openen Het apparaat inschakelen Eerste configuratie Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 2-2
Page 27
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde solid-state drive of van een ander primair opslagapparaat op externe media te maken. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, slaat u alle gegevens in het geheugen op de interne SSD of een ander opslagmedium op. Als u dit niet doet, kan dit gegevensverlies tot gevolg hebben.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de computer op accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Het wordt aanbevolen altijd de TOSHIBA-netadapter te gebruiken die bij uw computer is meegeleverd of een andere netadapter die door TOSHIBA is voorgeschreven om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en ­voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Gebruikershandleiding 2-3
Page 28
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze handleiding. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
2. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Gebruikershandleiding
2-4
Page 29
3. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op een
1
2
1
van de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten van de computer. Het DC IN-/acculampje brandt.
U kunt ook een aansluiting tot stand brengen via de USB Type-C™­adapter (geleverd bij sommige modellen). Raadpleeg het gedeelte
USB Type-C™-adapters voor meer informatie.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™­poort
2. Gelijkstroomuitgangsstekker

Het beeldscherm openen

Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
U opent het scherm door dit langzaam met één hand op te tillen aan het midden van het scherm (zoals in de volgende afbeelding), waarbij u met de andere hand de polssteun omlaag duwt, zodat het hoofdgedeelte van de computer niet wordt opgetild. Zo kunt u de hoek van het beeldscherm aanpassen voor een optimale zichtbaarheid.
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
2-5
Page 30
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Sluit de computer niet als zich pennen of andere voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord bevinden.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).
Duw of druk niet met veel kracht op het beeldscherm omdat de computer dan onstabiel kan worden en kan omvallen.

Het apparaat inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van Windows.
Raak het beeldscherm niet aan terwijl u de computer inschakelt.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop.
Gebruikershandleiding
2-6
Page 31
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.

Eerste configuratie

Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door wanneer deze worden weergegeven.

Kennismaken met Windows

Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.

Het menu Start

Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps, programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het scherm. Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.
Gebruikershandleiding
2-7
Page 32

Windows-taakbalk

Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.

Taakweergave

De taakweergave ( scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergave bureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het
en klik op Nieuw

Zoeken

Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet weergegeven.
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe microfoon vereist.

Actiecentrum

U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
op

Instellingen

Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren, optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden. U opent Instellingen door te klikken op Starten -> U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te kiezen.
Gebruikershandleiding
(Instellingen).
2-8
Page 33

Windows Store

Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.

Windows Hello

Windows Hello vormt een meer persoonlijke en veilige manier om u aan te melden bij uw Windows-systeem, apps en services met behulp van een vingerafdruk of gezichtsherkenning.
Als u Windows Hello wilt instellen, klikt u op Starten -> Accounts -> Aanmeldingsopties.
Onder Windows Hello ziet u opties voor gezichtsherkenning en vingerafdrukken als uw computer een vingerafdruksensor heeft en als uw computer een gezichtsherkenningssensor heeft die deze functie ondersteunt. Nadat u Windows Hello hebt ingesteld, kunt u zich aanmelden met een korte aanraking of blik.
Mogelijk moet u een pincode toevoegen voordat u Windows Hello kunt instellen.
(Instellingen) ->

Aanmeldingsopties

Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ), Vingerafdruk ( ), Gezichtsherkenning ( ) en Afbeeldingswachtwoord ( ) om toegang door onbevoegden te voorkomen. Als u meerdere aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in het aanmeldingsscherm van Windows door op de optie te klikken.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om Windows Hello (gezichtsherkenning) alleen binnenshuis te gebruiken. Gebruik van deze functie buitenshuis kan registratie-/aanmeldfouten veroorzaken door de invloed van zonlicht.

Tabletmodus

In de tabletmodus is de werkomgeving geoptimaliseerd voor aanraking en kunt u werken zonder toetsenbord en touchpad.
Nadat u bent overgeschakeld naar de tabletmodus, worden het menu Start en apps schermvullend uitgevoerd, waardoor u meer werkruimte hebt. Als u twee apps naast elkaar wilt gebruiken, sleept u een app opzij. U ziet vervolgens geopende apps waarnaast u de app kunt plaatsen. U sluit een app door deze naar de onderkant van het scherm te slepen.
Gebruikershandleiding
2-9
Page 34

Het apparaat uitschakelen

U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.

Afsluitmodus

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf of een ander opslagmedium op.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Als u dat doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.

De computer opnieuw opstarten

In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te klikken op het voedingspictogram (
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
) in de rechterbenedenhoek

Slaapstand

Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
Gebruikershandleiding 2-10
Page 35
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet­opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.)
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
Gebruikershandleiding 2-11
Page 36
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Als de computer in de slaapstand staat en het beeldscherm is gesloten, knippert het aan/uit-lampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.

Sluimerstand

De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 2-12
Page 37
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt in:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer kan zo worden geconfigureerd dat automatisch de sluimerstand wordt geactiveerd wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U definieert deze instellingen als volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 2-13
Page 38

Herstel

Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de herstelopties die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen. De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de ingebouwde schijf wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBA­hulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken om uw systeem te herstellen nadat u de ingebouwde schijf hebt gewist.

Herstelmedia maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia maakt.
Zorg dat u alle andere programma's hebt gesloten.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 2-14
Page 39
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti­virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/ afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen. In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het externe optische station of sluit het USB-flashgeheugen aan op een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een herstelstation maken.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van Windows.
Gebruikershandleiding 2-15
Page 40

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte herstelmedia

Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2. Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3. Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Plaats het herstelmedium in het externe optische station of sluit het USB-flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USB-poort.
2.
Klik op Starten ->
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden gemaakt.
Gebruikershandleiding 2-16
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Page 41
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met de ondersteuning van TOSHIBA.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie

Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
3. Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-herstelwizard.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 2-17
Page 42
Hoofdstuk 3
1 132
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. Stereoluidsprekers
2. DC IN-/acculampje
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Gebruikershandleiding 3-1
3. Aan/uit-lampje
Page 43
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
1 2 3
4
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer

Linkerkant

In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
1. Sleuf beveiligingsslot 3. Hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting
2. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 4. SIM-kaartsleuf*
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand terwijl het beeldscherm is gesloten, knippert het lampje oranje.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
Gebruikershandleiding 3-2
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 ­standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten. De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
Page 44
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
1 2 3
54
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting
SIM-kaartsleuf In deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die

Rechterkant

In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
1. Smart Card-sleuf*
2. Geheugenmediasleuf 5. HDMI™-uitgang
3. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort (B)
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon, stereohoofdtelefoon of headset aansluiten.
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent. Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie. Sommige
modellen zijn uitgerust met een SIM-kaartsleuf.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
4. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort (A)
Gebruikershandleiding 3-3
Smart Card-sleuf In deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
plaatsen. Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart Card-sleuf.
Page 45
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een microSD™/SDHC™/
SDXC™-geheugenkaart plaatsen. Raadpleeg het gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort
Twee Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten, die Thunderbolt™ 3 en USB 3.1 Gen2 ondersteunen, bevinden zich op de rechterzijde van de computer.
Deze poort ondersteunt USB­gegevensoverdracht, video-uitvoer (mogelijk inclusief audio) en stroomvoorziening via USB.
De netadapter wordt op deze poort aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om de accu op te laden. Het wordt aanbevolen de TOSHIBA-netadapter te gebruiken die bij uw computer is geleverd of een door TOSHIBA voorgeschreven netadapter. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle beschikbare Thunderbolt™-/USB-apparaten te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI™-uitgang Op de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Gebruikershandleiding 3-4
Page 46

Achterkant

1 1
1 1
22
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
processor voorkomen.
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
Gebruikershandleiding 3-5
processor voorkomen.
2. Stereoluidsprekers
Page 47
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.

Voorkant met geopend beeldscherm

In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding 3-6
Page 48
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm
4
6
5
8
1
7 7
2
3
9
9
12
10
17 17
16
4
11
14
13
15
4
6
5
8
1
7 7
2
3
9
9
12
10
4
11
14
13
15
1. Infraroodlampje* 10. Aan/uit-knop
2. Gezichtsherkenningssensor* 11. Ringverlichting van aan/uit-knop
3. Infraroodlampje* 12. Toetsenbord
4. Microfoons* 13. Touchpad
5. Webcamlampje* 14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Webcam* 15. Vingerafdruksensor*
7. Antennes voor draadloze communicatie (niet zichtbaar)
8. Beeldscherm 17. AccuPoint-besturingsknoppen*
9. Beeldschermscharnieren
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
16. AccuPoint*
3-7
Page 49
Infraroodlampje Het infraroodlampje knippert terwijl Windows
Hello (gezichtsherkenning) in gebruik is. Sommige modellen zijn voorzien van
infraroodlampjes.
Gezichtsherken­ningssensor
De gezichtsherkenningssensor legt het gezicht vast voor registratie en aanmelding bij het besturingssysteem. Raadpleeg de aanwijzingen op het scherm in Windows Hello voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een gezichtsherkenningssensor.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om Windows Hello (gezichtsherkenning) alleen binnenshuis te gebruiken. Gebruik van deze functie buitenshuis kan registratie-/aanmeldfouten veroorzaken door de invloed van zonlicht.
Richt de gezichtsherkenningssensor niet rechtstreeks op de zon. Druk of duw niet hard op de lens en infraroodlampjes van de
gezichtsherkenningssensor. Als u dat wel doet, worden gezichten mogelijk onjuist herkend. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens en de lampjes te reinigen als ze vuil zijn.
Wanneer u uw gezicht registreert bij Windows Hello, moet u erop letten dat er geen ander gezicht wordt weergegeven in het voorbeeld in het configuratievenster van Windows Hello.
Zorg dat u uw gezicht voor de sensor houdt en rechtstreeks in de sensor kijkt terwijl de gezichtsherkenningssensor uw gezicht vastlegt.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een microfoon.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt. Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Gebruikershandleiding 3-8
Page 50
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Antennes voor draad­loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer zijn een of alle van de volgende antennes ingebouwd:
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Draadloos WAN/draadloos LAN/Bluetooth
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet werkt.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Beeldscherm LCD-scherm van 33,8 cm (13,3 inch) of 35,6 cm
(14,0 inch), geconfigureerd met een van de volgende resoluties, afhankelijk van het gekochte model:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer het apparaat op de accu werkt.
®
Gebruikershandleiding 3-9
Page 51
Wettelijke voetnoot (LCD) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Beeldschermschar­nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Ringverlichting van aan/uit-knop
De ringverlichting van de aan/uit-knop brandt wit als de computer aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert deze verlichting wit.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de muisaanwijzer aansturen. Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de muisaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturings­knoppen
De twee knoppen onderaan op het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Vingerafdruksensor Met deze sensor kunt u een vingerafdruk
registreren in Windows Hello en zich hiermee aanmelden. Raadpleeg de aanwijzingen op het scherm in Windows Hello voor meer informatie.
Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor.
Gebruikershandleiding 3-10
Page 52
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de schermaanwijzer besturen. Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPoint­besturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord kunt u menuopties selecteren of bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen modellen met een AccuPoint zijn voorzien van AccuPoint-besturingsknoppen.

Interne hardwareonderdelen

In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.
Wettelijke voetnoot (CPU) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijf De capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model. Houd er rekening mee dat een deel van de
ingebouwde schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Uw computer is voorzien van een Solid State Drive (SSD). In deze handleiding verwijzen de woorden 'intern opslagstation' naar de SSD tenzij anders wordt vermeld.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solid­state geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de SSD langere tijd niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Gebruikershandleiding 3-11
Page 53
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.

Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden, bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu heeft.

DC IN-/acculampje

Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu te bepalen en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op de volgende indicaties:
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend wit Duidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en sluit de netadapter daarna weer aan. Druk vervolgens op de aan/uit-knop. Als de computer nog steeds niet werkt, moet u wellicht contact opnemen met de leverancier of verkoper.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of uitstaat.

Aan/uit-lampje

Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding 3-12
Page 54
Knipperend oranje Geeft aan dat de computer in de slaapstand staat
terwijl het beeldscherm is gesloten en dat er voldoende stroom is (adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-13
Page 55
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

Het touchscreen gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen. Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
Tikken Tik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houden Zet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven over een item of er wordt een menu weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan het doen bent.
Knijpen of spreiden Raak het scherm of een item aan met twee
vingers en beweeg de vingers naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Draaien Plaats twee vingers op een item en draai uw
hand om items te roteren in de richting waarin u uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen worden geroteerd.
Schuiven Sleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding 4-1
Page 56
Vegen Beweeg uw vinger snel vanaf de rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: alle geopende apps in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: het actiecentrum openen.
Vegen vanaf de bovenrand: titelbalken voor schermvullende apps weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: de taakbalk weergeven in schermvullende apps.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor gebruik met Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.
Druk of duw niet met veel kracht op het touchscreen.
Oefen niet veel druk uit wanneer u het touchscreen reinigt.
Raak het scherm nooit aan met een scherp voorwerp zoals een balpen aangezien dit het oppervlak kan bekrassen of beschadigen.
Gebruik geen beschermend vel voor het touchscreen aangezien hierdoor de gevoeligheid voor aanrakingen kan afnemen.
Raak het scherm niet aan met handschoenen, natte handen of de punt van uw vingernagels omdat hierdoor de gevoeligheid kan afnemen.
Het touchscreen werkt mogelijk niet correct als een deel van het oppervlak vochtig is of door een voorwerp wordt afgedekt.

Het touchpad gebruiken

Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee vingers
Gebruikershandleiding 4-2
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het touchpad om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software. (Vergelijkbaar met klikken met de rechtermuisknop)
Page 57
Knijpen of spreiden Plaats twee vingers op het touchpad en beweeg
ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Schuiven met twee vingers
Tikken met drie vingers
Schuiven met drie vingers
Tikken met vier vingers
Schuiven met vier vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster bedienen.
Tik eenmaal met drie vingers op het touchpad om Cortana te openen (beschikbaarheid hangt af van uw land/regio).
Zet drie vingers neer en verplaats ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Naar links/rechts vegen: schakelen tussen geopende apps. Veeg langzaam met uw vingers over het touchpad om door alle apps te bladeren. Omhoog vegen: alle geopende apps weergeven in de taakweergave. Omlaag vegen: het bureaublad weergeven.
Tik eenmaal met vier vingers op het touchpad om het actiecentrum te openen.
Zet vier vingers neer en verplaats ze horizontaal vanaf elke positie op het touchpad om tussen virtuele bureaubladen te schakelen.
Plaats geen voorwerpen op het touchpadoppervlak aangezien deze kunnen leiden tot onbedoelde bewerkingen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen ondersteund in bepaalde toepassingen.

TOSHIBA-aanwijsapparaat

AccuPoint

U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding
4-3
Page 58
De besturingsknoppen onder de AccuPoint worden op dezelfde wijze
2 3
1
gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
Afbeelding 4-1 AccuPoint
Gebruikershandleiding
1. AccuPoint 3. Rechterbesturingsknop van
2. Linkerbesturingsknop van AccuPoint
De vormgeving van het product verschilt per model.
AccuPoint
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten; u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent; er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt; er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer verder gaat.
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig gebruik te worden vervangen.
4-4
Page 59
1. U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw vinger los te trekken.
Afbeelding 4-2 Het AccuPoint-kapje verwijderen
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. Plaats een nieuw kapje op de pin. Let erop dat de pin in de ronde groef in het nieuwe kapje valt en druk het kapje vervolgens op zijn plek.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële TOSHIBA-leverancier.
Het AccuPoint-kapje kan worden verwijderd. Gebruik de AccuPoint altijd voorzichtig.

Het toetsenbord

Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.

Toetsenbordlampje

De volgende afbeelding toont de positie van het CAPS LOCK-lampje. Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
produceren.
Gebruikershandleiding
4-5
Page 60
Afbeelding 4-3 CAPS LOCK-lampje
1
1. CAPS LOCK-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.

Functietoetsen

De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de bijbehorende functietoetsen.
Toetscombinatie Functie
FN + F1 De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.
FN + F2 Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3 Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4 De microfoon dempen of inschakelen.
FN + F5 Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het externe scherm.
FN + F6 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
Gebruikershandleiding 4-6
Page 61
Toetscombinatie Functie
FN + F7 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
FN + F8 De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9 Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + F10 De cursormodus inschakelen.
FN + F11 De numerieke modus inschakelen.
FN + F12 De cursor vergrendelen op een bepaalde regel.
FN + ESC Het afspeelgeluid in- of uitschakelen.
FN + 1 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters vergroten.
FN + 3 Het afspeelvolume van de computer verlagen.
FN + 4 Het afspeelvolume van de computer verhogen.
FN + spatiebalk De beeldschermresolutie wijzigen.
FN + S Hiermee kunt u zoeken op uw computer, op
internet of in een app.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op Starten
-> TOSHIBA Settings. Klik op de tab Toetsenbord en selecteer een niveau onder Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS Setup-hulpprogramma, selecteert u
PowerManagement -> Keyboard Backlight Control Mode en selecteert u TIMER. Pas de
timer aan onder Backlight Lighting Time. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding 4-7
Page 62
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings ->
1
1
Toetsenbord.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale functie hebben: de toets met het Windows®-logo activeert het menu Start, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.

De vingerafdruksensor gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend. Raak de vingerafdruksensor lichtjes aan en laat uw vinger liggen om vingerafdrukken te herkennen. Tijdens de registratie moet u de sensor mogelijk meerdere malen kort aanraken totdat de configuratie is voltooid. Volg de aanwijzingen op het scherm om de configuratie te voltooien.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen. Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Afbeelding 4-4 De vingerafdruksensor gebruiken
1. Vingerafdruksensor
Gebruikershandleiding 4-8
Page 63
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.

Aandachtspunten met betrekking tot de vingerafdruksensor

Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor. Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp. Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen. Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor. Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig. Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt genomen
Gewonde vinger Natte vinger Vuile of vettige vinger Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te vergroten.
Registreer twee of meer vingers.
Gebruikershandleiding
4-9
Page 64
Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds vastgelegde vingers vaak mislukt.
Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.

Accu's en batterijen

In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee, de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.

Accu

De lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten.

RTC-functie (Real-Time Clock)

De RTC-functie (Real-Time Clock) wordt ondersteund. De hoofdaccu voorziet de interne real-time klok en kalenderfunctie van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie wanneer de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-duur volledig is verstreken, raakt het systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in TOSHIBA Setup Utility. Raadpleeg Real-Time Clock voor meer informatie.

Onderhoud en gebruik van de accu

Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 65
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC. Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de accu achteruitgaan.

De accu opladen

Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, sluit u het ene uiteinde van de netadapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten en steekt u het andere uiteinde in een werkend stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/acculampje oranje.
Oplaadtijd
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu volledig op te laden.
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (48 Wh)
circa 3,5 uur circa 3,5 ~ 10 uur
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
De oplaadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur, de interne temperatuur van de computer en de manier waarop de computer wordt gebruikt. Bijvoorbeeld of het scherm automatisch wordt uitgeschakeld als de computer inactief is, of u veel gebruik maakt van externe apparaten die stroom krijgen van de computer en of het interne opslagstation van de computer vaak door een toepassing wordt gebruikt.
De accu wordt mogelijk niet opgeladen, afhankelijk van de manier waarop de computer wordt gebruikt, de lading van de accu kan afnemen en de accu wordt soms niet volledig opgeslagen.
Gebruikershandleiding 4-11
Page 66
Als een netadapter is aangesloten via de USB Type-C™-adapter, kan het langer duren om de accu op te laden.
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt. De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/USB Type­C™-poorten van de computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.

Accucapaciteit controleren

De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig opgeladen zijn.
Gebruikershandleiding 4-12
Page 67

Gebruiksduur van de accu maximaliseren

De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt van het volgende:
Processorsnelheid Helderheid van scherm Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe
schijfstations, zoals het optische station, gebruikt Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt

Gebruiksduur van de accu

Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen, zal de accu in de onderstaande geschatte tijd leeglopen.
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (48 Wh)
Houd er rekening mee dat de gebruiksduur van de accu afneemt als er externe apparaten zijn aangesloten.
circa 7 dagen circa 115 dagen

Gebruiksduur van de accu verlengen

U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
Gebruikershandleiding 4-13
Page 68
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/USB Type­C™-poorten van de computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.

Geheugenmedia

Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Deze geheugenmediasleuf biedt ondersteuning voor de volgende geheugenmedia: microSD/SDHC/SDXC-kaart.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-5 Voorbeelden van geheugenmedia (microSD-kaart)

Aandachtspunten met betrekking tot geheugenkaarten

microSD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
De maximale capaciteit van geheugenkaarten is 256 GB.
Gebruikershandleiding 4-14
Page 69

Formattering van geheugenmedia

Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen. Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.

Behandeling van schijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Buig kaarten niet. Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats. Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden. Plaats de kaart na gebruik terug in de houder. De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen. Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens. Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten. Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.

Geheugenmedia plaatsen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de computer.
Gebruikershandleiding 4-15
Page 70
3. Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
1
2
Afbeelding 4-6 Geheugenmedia plaatsen
1. Geheugenmediasleuf 2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.

Geheugenmedia verwijderen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar voren komt.
4. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren gaan.
Gebruikershandleiding 4-16
Page 71

Smart Card

Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de computer gebruikt.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
Sommige modellen bevatten een Smart Card-sleuf aan de rechterkant van de computer. De Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om een Smart Card te plaatsen terwijl de computer is ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1. Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen
2. Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de computer en/of de Smart Card.
aansluitpunten naar boven gericht.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing. Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de computer verplaatst.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door een programma of het systeem wordt gebruikt.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de computer verwijdert.
3. Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.

Draadloos WAN-apparaat

Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 72

Een SIM-kaart installeren

1
2
3
4
Nano SIM
U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten -> erop dat het aan/uit-lampje uit is
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Zoek de SIM-kaartsleuf.
4. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
5. Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omlaag gericht in de SIM-kaarthouder.
6. Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
(Aan/uit) en selecteer daarna Uitschakelen. Let
Afbeelding 4-7 De SIM-kaart plaatsen
1. SIM-kaartsleuf 3. SIM-kaarthouder
2. Dun voorwerp (diameter van 0,8 mm)
4. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.

Een SIM-kaart verwijderen

U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 73
2. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
3. Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
4. Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.

GPS-functie

Als uw computer een draadloos WAN-apparaat bevat, beschikt deze mogelijk over GPS (Global Positioning System).
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de locatie niet correct worden vastgesteld.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw In een tas of doos Tussen dichte bomen Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water In volgebouwde straten of woongebieden In de buurt van hoogspanningskabels Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw

HDMI™-uitgang

De HDMI™-uitgang (High-Definition Multimedia Interface™) zet zowel video- als audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een geschikte HDMI™-kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™­uitgang van het HDMI™-apparaat.
2. Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 74
3. Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™-
1
2
uitgang van de computer.
Afbeelding 4-8 Aansluiten op de HDMI™-uitgang
1. HDMI™-uitgang 2. HDMI™-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw aansluit.

Instellingen voor beeldweergave op HDMI™

Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat of audioapparaat voordat u de video afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet terwijl u video afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt

USB Type-C™-adapters

U kunt de mogelijkheden van de computer uitbreiden door externe apparaten, zoals een RGB-monitor, via een USB Type-C™-adapter aan te sluiten op de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort. U kunt de computer ook opladen door de netadapter aan te sluiten via de USB Type-C™­adapter.
Gebruikershandleiding 4-20
Page 75
Afhankelijk van het aangeschafte model wordt mogelijk een van de
2
1
volgende USB Type-C™-adapters meegeleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA USB Type-C™-adapter die wordt meegeleverd bij uw computer of TOSHIBA-accessoires.
Koppel alle apparaten en kabels los van de USB Type-C™-adapter wanneer u een netadapter of de USB Type-C™-adapter aansluit of loskoppelt.
Wanneer u de USB Type-C™-adapter aansluit, wordt de Thunderbolt­functie niet ondersteund.
Als een netadapter is aangesloten via de USB Type-C™-adapter, kan het langer duren om de accu op te laden.
Sluit geen andere USB Type-C™-adapter aan op de USB Type-C™­poort van de USB Type-C™-adapter.
USB-C™-naar-Ethernet LAN-adapter Deze adapter biedt een USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening)
en een LAN-aansluiting.
1. LAN-aansluiting 2. USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening)
De USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening) van deze adapter wordt alleen gebruikt om de netadapter aan te sluiten. USB-gegevensoverdracht wordt niet ondersteund door deze poort.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 76
USB-C™-naar-VGA-adapter
2
1
Deze adapter biedt een USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening) en een RGB-monitorpoort.
1. RGB-monitorpoort 2. USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening)
De uitvoerresolutie van de RGB-monitorpoort van deze adapter is maximaal 1920x1200 @ 60 Hz.
De USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening) van deze adapter wordt alleen gebruikt om de netadapter aan te sluiten. USB­gegevensoverdracht wordt niet ondersteund door deze poort.

USB Type-C™-poort

De USB Type-C™-adapter biedt een USB Type-C™-poort waarop u de netadapter kunt aansluiten wanneer u de accu wilt opladen of wilt werken op netstroom.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de USB Type-C™-poort op de USB Type-C™-adapter.
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Gebruikershandleiding 4-22
Page 77
4. Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/
1
2
3
4
USB Type-C™-poorten op de computer.
Afbeelding 4-9 De netadapter aansluiten via de USB Type-C™-adapter
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte model.

RGB-monitorpoort

Op de RGB-monitorpoort op de USB Type-C™-adapter kan een externe analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge monitor aan:
1. Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/ USB Type-C™-poorten op de computer.
2. Sluit het ene uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGB-poort op de RGB-monitor.
3. Zet de externe monitor aan.
4. Sluit het andere uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGB­monitorpoort op de USB Type-C™-adapter.
De RGB-monitorpoort bevat geen bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-23
Page 78
Afbeelding 4-10 De RGB-kabel aansluiten op de RGB-monitorpoort
1
4
2
3
1. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort 2. RGB-monitorpoort
2. USB Type-C™-adapter 4. RGB-kabel
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte model.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor, wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte­breedteverhouding.

LAN-aansluiting

De LAN-aansluiting op de USB Type-C™-adapter ondersteunt Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt. Activering op LAN wordt alleen ondersteund in de slaapstand of de sluimerstand.
Sluit de netadapter niet aan op de USB Type-C™-adapter en koppel de netadapter niet los terwijl de functie Activering op LAN wordt gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde) verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Gebruikershandleiding 4-24
Page 79
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN­aansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
1. Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/ USB Type-C™-poorten op de computer.
Gebruikershandleiding 4-25
Page 80
2. Sluit het ene uiteinde van de kabel aan op de LAN-aansluiting op de
1
4
2
3
USB Type-C™-adapter. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
1. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort 3. LAN-aansluiting
2. USB Type-C™-adapter 4. LAN-kabel
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte model.
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.

Meerdere monitoren

Uw computer ondersteunt een functie waarbij het beeld op meerdere monitoren, onafhankelijk van elkaar, kan worden weergegeven.
De volgende combinaties worden ondersteund:
Afbeelding 4-11 De LAN-kabel aansluiten
Intern beeldscherm Ja Ja Ja
HDMI™-uitgang Ja Ja -
USB-C™-naar-VGA-adapter Ja - Ja
Ja: Wordt ondersteund

Wireless Display

Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos met anderen worden gedeeld.
Gebruikershandleiding 4-26
Page 81
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met een extern beeldscherm:
1. Ga naar andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2. Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer zoekt het Wireless Display-apparaat.
3. Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op Apparaat verwijderen.

Beveiligingsslot

Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat u gebruikt.
(Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en

Het beveiligingsslot aansluiten

U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1. Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe is gericht.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Gebruikershandleiding 4-27
Page 82
Afbeelding 4-12 Beveiligingsslot
1
2
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot

Optionele TOSHIBA-accessoires

Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
USB Type-C™­adapters
Toshiba Thunderbolt™ 3 Dock
U kunt verschillende soorten USB Type-C™­adapters als accessoire kopen bij TOSHIBA. Neem contact op met uw leverancier of TOSHIBA-verkoper over het beschikbare type voor uw regio.
Toshiba Thunderbolt™ 3 Dock is een dockingstation waarmee u randapparaten op bepaalde TOSHIBA-computers kunt aansluiten met een Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-kabel. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Toshiba Thunderbolt™ 3 Dock voor meer informatie.
Niet alle accessoires zijn beschikbaar in uw regio. Neem contact op met uw wederverkoper of TOSHIBA-leverancier voor meer informatie.

Geluidssysteem en videomodus

In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding 4-28
Page 83

Volumemixer

Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt, versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.

Microfoonvolume

U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid -> Opnemen.
2. Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.

Audioverbeteringen

U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen en klik op Toepassen.

DTS Studio Sound™

DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surround­sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Gebruikershandleiding 4-29
Page 84
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen Basverbetering voor rijke lage frequenties Heldere hoge frequenties voor heldere details Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc -> DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.

Realtek HD Audio configuratie

U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Realtek HD Audio configuratie.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat. Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audio­energiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Gebruikershandleiding 4-30
Page 85
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1. Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
2. Dubbelklik op de ronde knop HD Audio configuratie.
3. Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten apparaat.
rechts in het hoofdscherm van Realtek

Videomodus

De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-31
Page 86
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van bepaalde hulpprogramma's toegelicht.

Hulpprogramma's en toepassingen

In deze paragraaf worden de vooraf op de computer geïnstalleerde hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's start. Voor meer informatie over de werking ervan raadpleegt u de online handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT of LEESMIJ.txt (indien beschikbaar) van elk hulpprogramma.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle software die in dit gedeelte wordt genoemd.

TOSHIBA Settings

TOSHIBA Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start Settings door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings. Met dit hulpprogramma kunt u de computerinstellingen configureren op de
volgende tabbladen:
Start: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
eco Utility: hier kunt u het stroomverbruik van uw computer beheren Opladen via USB: hier kunt u functies voor opladen via USB beheren Toetsenbord: hier kunt u opties voor het toetsenbord en de helderheid
van de toetsenbordverlichting instellen Opstartopties: hier kunt u opstartinstellingen beheren Systeemwachtwoord: hier kunt u het gebruikerswachtwoord, het
supervisorwachtwoord en de eigenaarstekenreeks beheren en het gebruikersbeleid instellen
Geavanceerde opties: hier kunt u de voorwaarden voor elk apparaat en elke functie instellen
Gebruikershandleiding
5-1
Page 87
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
eco Utility
Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In deze stand worden de prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de energiebesparing meetbaar.
eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen. Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie Peak Shift (Piekverschuiving) die kan helpen het stroomverbruik tijdens piekperioden te verminderen door een deel van het stroomverbruik te verschuiven naar perioden met een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-oplaadmodus. In deze modus wordt de accu niet volledig opgeladen, waardoor de levensduur van de accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken terwijl de netadapter is aangesloten aangezien de gebruiksduur van de accu in deze modus relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de levensduur van de accu mogelijk niet correct worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings -> eco Utility.
Voor meer informatie over eco Utility klikt u op Klik hier voor meer informatie voordat u eco Utility gebruikt op dit tabblad om het Help­bestand weer te geven.
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien.
De poort met het pictogram (
Gebruikershandleiding
) ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
5-2
Page 88
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USB­poort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Als u de functie USB-slaapstand en laden wilt inschakelen, klikt u op
Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te schakelen.
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB­specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van de computer ontladen als deze in de sluimerstand staat of wanneer de computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u de functie Slaapstand en laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
5-3
Page 89
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in een tas draagt.
Uw pc biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB-apparaten worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden.
Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal digitale audiospelers. Terwijl u de automatische modus gebruikt, kan de computer USB-busvoeding van maximaal 2,0 A leveren aan compatibele poorten terwijl de computer is uitgeschakeld. Als een USB-apparaat niet kan worden opgeladen in de automatische modus, schakelt u over naar de alternatieve modus.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. Schakel in dat geval de functie uit en gebruik deze niet meer.
Sommige externe apparaten kunnen de automatische modus niet gebruiken. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Gebruik in accumodus
Met deze optie kunt u Slaapstand en laden in de accumodus in- en uitschakelen. Tevens wordt de resterende capaciteit van de accu weergegeven.
Verplaats de schuifregelaar om deze functie in of uit te schakelen.
Ingeschakeld Schakelt de functie Slaapstand en laden in de
accumodus in.
Uitgeschakeld De functie Slaapstand en laden kan alleen
worden ingeschakeld als de netadapter is aangesloten.
Functies uitschakelen wanneer het accuniveau is
Geef de minimale resterende accuduur aan door de schuifregelaar te verplaatsen. Als de resterende gebruiksduur van de accu onder deze instelling valt, wordt de functie Slaapstand en laden gestopt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als Gebruik in accumodus is ingeschakeld.
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
Deze functie schakelt CDP (Charging Downstream Port) in als u snel wilt opladen via USB terwijl de computer is ingeschakeld. Als 'CDP­oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' is ingeschakeld, kan de computer
Gebruikershandleiding
5-4
Page 90
USB-busvoeding (5 V gelijkstroom, 1,5 A) leveren aan compatibele poorten wanneer de computer is ingeschakeld.
Als u 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' wilt inschakelen, klikt u op Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB.
Ingeschakeld De USB-accu snel opladen met maximaal 1,5 A
terwijl de pc is ingeschakeld.
Uitgeschakeld De USB-accu op de normale manier opladen
terwijl de pc is ingeschakeld.
De functie 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' werkt mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB­specificatie. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie 'USB­slaapstand en laden' of schakel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' uit.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten op de computer terwijl een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom, 1,5 A) wordt voorzien.
Als de accucapaciteit te laag is om door te gaan, werkt 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' mogelijk niet. Sluit in dat geval de netadapter aan en start de computer opnieuw op.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Als 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' of 'USB-slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie 'USB-slaapstand en laden' of schakel zowel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' als 'USB­slaapstand en laden' uit.
Systeemwachtwoord
Op het tabblad Systeemwachtwoord kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beperken. Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging beschikbaar: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met de functie Systeemwachtwoord worden ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikerswachtwoord
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, klikt u op Starten -> TOSHIBA Settings -> Systeemwachtwoord.
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te controleren wanneer u Systeemwachtwoord gebruikt om wachtwoorden te verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Gebruikershandleiding
5-5
Page 91
Instellen (knop) Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Nadat een
wachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren, dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken. Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop) Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop) Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord correct hebt ingevoerd.
Eigenaarstekenreeks (tekstvak) U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Klik op Starten -> TOSHIBA Settings -> Systeemwachtwoord. Klik vervolgens op de pijl omlaag naast Geavanceerde opties om de instellingen voor Supervisorwachtwoord weer te geven.
Met deze functie kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Gebruikershandleiding
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen. Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
5-6
Page 92
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de sluimertand of de opstartmodus of opnieuw wordt opgestart. U hebt het niet nodig in de slaapstand.
U kunt als volgt handmatig een wachtwoord invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Password =
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer afgesloten. In dit geval werken functies die de computer automatisch inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord opnieuw proberen in te voeren.
Gegevens controleren bij de systeemstart
Via Systeemwachtwoord kunt u de functie Gegevens controleren bij de systeemstart in- of uitschakelen, zodat u zich kunt verifiëren door
vingerafdrukken te scannen in plaats van een wachtwoord in te voeren voordat Windows wordt opgestart. U kunt hier ook de functie Enkelvoudige aanmelding instellen als u zich wilt aanmelden met een vingerafdruk voor zowel gegevenscontrole bij de systeemstart als het Windows­besturingssysteem.
De functies Gegevens controleren bij de systeemstart en Enkelvoudige aanmelding worden uitgeschakeld als TOSHIBA Settings wordt verwijderd.

TOSHIBA Service Station

Met TOSHIBA Service Station kan de computer automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA-software of andere waarschuwingen van TOSHIBA die specifiek zijn voor uw computersysteem en de programma's die erop staan.
Dit hulpprogramma biedt ook functies en services voor hardwarediagnose en probleemoplossing. Het activiteitenlogbestand voor diagnose en probleemoplossing wordt opgeslagen op de computer. Als 'Logbestand met
Gebruikershandleiding
5-7
Page 93
diagnostische gegevens en probleemoplossingen verzenden' is ingeschakeld, wordt het logbestand regelmatig naar TOSHIBA verzonden. De gegevensoverdracht is volledig anoniem, want er worden geen persoonlijk identificeerbare gegevens verzameld.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Service Station.
De volgende tabbladen zijn mogelijk beschikbaar:
Startpagina: hier kunt u het huidige stroomverbruik van het systeem en de temperatuur van uw computer bekijken
Software-updates: hier kunt u beschikbare software-updates controleren en de noodzakelijke bewerkingen uitvoeren
Waarschuwingen: hier kunt u de beschikbare waarschuwingen bekijken
Diagnostische hulpprogramma's: hier kunt u tests uitvoeren om de prestaties van de computer te controleren
Problemen oplossen: hier kunt u veel hardwareproblemen met de computer oplossen door op de weergegeven items te klikken
Rapport: hier kunt u rapporten controleren en afdrukken Systeeminformatie: hier kunt u basisinformatie over de computer
weergeven Opties: hier kunt u opties instellen voor het verzenden van
gegevenslogbestanden.

TOSHIBA Setup Utility

TOSHIBA Setup Utility is een BIOS Setup-hulpprogramma dat een gebruikersinterface met een menu biedt, zodat u de BIOS-instellingen gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
U opent TOSHIBA Setup Utility als volgt:
1. Sla uw werk op.
2.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
3. Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Om de wijzigingen op te slaan en het hulpprogramma af te sluiten drukt u op de toets F10 en selecteert u Yes of selecteert u Exit -> Exit Saving Changes -> Yes. De computer wordt direct opnieuw opgestart.
Wanneer u LCD + External Display kiest onder de optie Power On Display in TOSHIBA Setup Utility terwijl twee of meer externe
beeldschermen op uw computer zijn aangesloten, selecteert het besturingssysteem het interne LCD-scherm en een van de externe schermen om te gebruiken wanneer de computer wordt opgestart.
Gebruikershandleiding 5-8
Page 94

TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud

Het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud wordt meegeleverd om het interne opslagstation te wissen. Met dit hulpprogramma kunt u alle gegevens en partities verwijderen en alle sectoren op de ingebouwde schijf overschrijven.
Als er een externe vaste schijf op de computer is aangesloten, kan deze ook worden gewist. Als u de gegevens van de externe vaste schijf echter niet wilt verwijderen, koppelt u deze los van de computer.
U opent dit hulpprogramma als volgt:
1. Ga naar Herstel.
2. Klik op Nu opnieuw opstarten onder Geavanceerde opstartopties.
3. Klik op Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud.
Als u de verwijderingsmethode hebt geselecteerd en de bewerking vervolgt, gaan alle gegevens in de ingebouwde schijf (inclusief het besturingssysteem en de herstelpartitie) verloren. Zorg dat u al herstelmedia hebt gemaakt als u de computer wilt gebruiken nadat u de vaste schijf of schijven hebt gewist.
(Instellingen) en klik op Bijwerken en beveiliging ->

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren. *1 U opent Energiebeheer door te klikken op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Ingebouwde schijf automatisch uitschakelen
*1
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de computer automatisch uitgeschakeld als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de ingebouwde schijf automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd geen activiteit op de schijf heeft plaatsgevonden. De ingebouwde schijf wordt ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding 5-9
Page 95
Systeem automatisch in slaapstand/ sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardware­activiteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Intelligente stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent automatisch de resterende accucapaciteit; de elektronische onderdelen worden beschermd tegen abnormale omstandigheden zoals extreme spanningspieken vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Energiebesparings­modus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer configureren om accu-energie te besparen. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
*1
LCD
Met deze functie wordt de computer automatisch uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Automatische sluimerstand bij lage acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de sluimerstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt automatisch op de ingebouwde schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet. U moet de sluimerstand inschakelen voordat u deze functie kunt gebruiken. Raadpleeg het gedeelte
Sluimerstand activeren voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 5-10
Page 96
De functie USB­activering
Deze functie herstelt de computer uit de slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is aangesloten op een USB-poort, wordt de computer geactiveerd als u met een muisknop klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Warmteverspreiding*1Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna zo nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald, werken de ventilator en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Gebruikershandleiding 5-11
Page 97
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken, maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam kennis te nemen van dit hoofdstuk omdat u bepaalde problemen kunt vermijden als u weet wat er fout kan gaan.

Probleemoplossingsproces

Als u zich aan de volgende richtlijnen houdt, kunt u probleem veel makkelijker oplossen.
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie die met het probleem te maken heeft en kan worden gebruikt om het op te lossen, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt. Schrijf op wat het systeem doet en welke handelingen u verrichtte vlak voordat het probleem zich voordeed. Maak een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen eenvoudig worden verholpen, maar voor enkele hebt u hulp nodig van de TOSHIBA­ondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, moet u het probleem zo gedetailleerd mogelijk kunnen beschrijven.

Algemene controlepunten

Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn eenvoudig te verhelpen, maar kunnen ogenschijnlijk ernstige problemen veroorzaken:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Als u de computer weer aanzet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste stuurprogramma's zijn geladen (raadpleeg de documentatie bij de optionele accessoires voor meer informatie over installatie en configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Page 98
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als een probleem zich opnieuw voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit logboek bovendien sneller identificeren.

Het probleem analyseren

Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord, vaste schijf/SSD, beeldscherm, touchpad, touchpadbesturingsknoppen. Elk apparaat vertoont andere symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag? Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Page 99
Software De problemen worden wellicht door uw software
of schijf veroorzaakt. Als u een softwarepakket niet kunt laden, is het programma misschien beschadigd. Probeer in dat geval een andere kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een gedeelte over probleemoplossing of een overzicht van foutberichten.
Vervolgens kijkt u of eventuele foutberichten staan vermeld in de documentatie bij het besturingssysteem.
Hardware Als u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de hardware. Werk eerst de eerder genoemde controlelijsten af en als u het probleem dan nog steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te identificeren. In het volgende gedeelte vindt u een controlelijst voor afzonderlijke componenten en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot letsel of tot schade aan de computer.

Als er iets misgaat

De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op toetsenbordopdrachten, doet u het volgende:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw programma reageert niet meer.
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
Page 100
2. Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Beëindigen. Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken. Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3. Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam te selecteren en op Beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's hebt gesloten, zou u verder moeten kunnen werken. Zo niet, zet dan de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten. Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp. Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld. Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen. Als u een netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het DC IN-/
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het opstarten
Als u een van de volgende toetsen ingedrukt houdt tijdens het opstarten, kan de computer de volgende geavanceerde opties laden.
Toets Geavanceerde optie
F2 TOSHIBA Setup Utility
F12 Boot Menu (Opstartmenu)
0 (nul) Herstelopties
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste geavanceerde opties, doet u het volgende:
1.
Klik op Starten ->
2. Houd de desbetreffende toets ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.

Controlelijst voor hardware en systeem

In dit gedeelte worden problemen besproken die worden veroorzaakt door de hardware van de computer of door aangesloten randapparaten. In de volgende gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Gebruikershandleiding
6-4
Loading...