Eerste editie mei 2018
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
Page 5
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel, het Intel-logo, Thunderbolt en het Thunderbolt-logo zijn
handelsmerken van Intel Corporation of diens dochterondernemingen in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom
is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
USB Type-C™ en USB-C™ zijn handelsmerken van USB Implementers
Forum.
Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaren zijn.
Voorschriften
De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de IDinformatie op de onderkant van het apparaat of de doos voor specifieke
informatie met betrekking tot het aangeschafte model.
FCC-informatie
Dit apparaat voldoet aan de FCC-vereisten voor RFblootstelling.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
Gebruikershandleiding
1-2
Page 6
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met nietcompatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tvtoestellen. Er moeten afgeschermde kabels worden gebruikt tussen
externe apparaten en de Universal Serial Bus-poort (USB 3.0),
Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort, HDMI™-uitgang en hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van
deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door
TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de
apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1.Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2.Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres:Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100
Irvine, California, USA, 92617
Telefoon:(949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat
Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere
Gebruikershandleiding1-3
Page 7
vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na
aanraken.
Alleen voor de staat Californië.
Exportwetten
Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de
exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk
moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel.
Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse
exportwetgeving, is verboden.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe
GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die
worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is
beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese
richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de
RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch
ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA
garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen
voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of
geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels
hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc
Gebruikershandleiding
1-4
Page 8
plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter
voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende
richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, lichtindustriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde
werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur)
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet
aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van
TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen
mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging
tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Kennisgeving voor Canada
Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van
ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit
apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het
apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables
aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux
deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage,
et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si
le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Gebruikershandleiding
1-6
Page 10
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling
aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte
bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne
of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de
afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière
d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent
pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre
émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13
mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet
ordinateur.
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz
en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist
dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van
5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele
satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden
van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze
radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit
apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont
réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire
les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites
mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont
désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les
bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars
pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs
LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un
transmetteur opérant en mode 802.11 a.
Gebruikershandleiding1-7
Page 11
De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:
Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU)
801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft
voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het
elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische
huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uitstand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
producten en batterijen draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en
helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding1-8
Page 12
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden
de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt
u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en
batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te
leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een
winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden
ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg
er daarbij voor dat u de contacten afplakt met nietgeleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
(
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen,
is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u
de computer hebt gekocht.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische
stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of
Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van
chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde
inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op
de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9
Page 13
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat
dit product niet mag worden ingezameld en
weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer
het product het einde van zijn gebruiksduur heeft
bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een
inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende
instantie om zo het milieu en de menselijke
gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over
inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land
neemt u contact op met de gemeente of met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300
'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik
ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama”
yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding1-10
Page 14
De informatie over regelgeving die wordt aangegeven met deze symbolen,
is mogelijk niet van toepassing, afhankelijk van het land en de regio waar u
de computer hebt gekocht.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com
OpenSSL Toolkit License Issues
LICENSE ISSUES
==============
The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit.
See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style
Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL
please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the above copyright notice,
this list of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding1-11
Page 15
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4.The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission. For written permission, please contact
openssl-core@openssl.org.
5.Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor
may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission
of the OpenSSL Project.
6.Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS''
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS
BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
=====================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding1-12
Page 16
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4.If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Gebruikershandleiding1-13
Page 17
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU Public
Licence.]
*/
FreeType License Issues
The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27
Copyright 1996-2002, 2006 by
David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg
Introduction
============
The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools
and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not
fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType
font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very
least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG
Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main
points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be
interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form,
without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only
parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your
documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or
without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no
liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to
use in compliance with this license. We thus encourage you to use the
following text:
"""
Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project
www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-14
Page 18
All rights reserved.
"""
Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use.
Legal Terms
============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and
`FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the
authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the
`FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a
generic term including compiling the project's source code as well as
linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as
`a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project,
including all source code, binaries and documentation, unless otherwise
stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original
archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this
license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert
Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified
below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT
WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN
NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS
BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE
INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable
right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create
derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both
source and object code forms) and derivative works thereof for any
purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights
granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding1-15
Page 19
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT')
unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must
be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright
notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies
of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that
the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the
distribution documentation. We also encourage you to put an URL to
the FreeType web page in your documentation, though this isn't
mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the
FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you
must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name
of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without
specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following
phrases to refer to this software in your documentation or advertising
materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or
`FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it.
However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license,
or another one contracted with the authors, grants you the right to use,
distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the
FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the
terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org
Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking
for support, start in this list if you haven't found anything to help you in
the documentation.
freetype-devel@nongnu.org
Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at
http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-16
Page 20
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze
richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Starlogo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STARprogramma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet
standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van
inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige
slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord
aan om de computer snel weer te activeren. Deze
slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar
aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse
uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor
informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de
computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions
Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van
netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement
Afvalverwerking van de computer en de
computeraccu
De computeraccu is niet toegankelijk voor de gebruiker. Neem contact op
met een erkende TOSHIBA-servicedienst voor informatie over
afvalverwerking van de computer en de accu.
Gebruikershandleiding1-17
Page 21
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding1-18
Page 22
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer
op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in
rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt,
schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen..
In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend
servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd
is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Gebruikershandleiding1-19
Page 23
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan
deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de
warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen
(bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude
omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat
het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd.
Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Gebruikershandleiding1-20
Page 24
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor
veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding1-21
Page 25
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door
TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven mogelijk niet correct.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
USB-C™-naar-Ethernet LAN-adapter
USB-C™-naar-VGA-adapter
(geleverd bij sommige modellen en afhankelijk van het aangeschafte
model)
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Reinigingsdoekje (meegeleverd bij sommige modellen)
Documentatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Gebruikershandleiding
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
2-1
Page 26
KlikkenTik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Tik eenmaal op het aanraakscherm (alleen
modellen met een aanraakscherm).
RechtsklikkenKlik eenmaal met de rechter
touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Tik op het aanraakscherm en laat uw vinger
staan (alleen voor modellen met een
aanraakscherm).
DubbelklikkenTik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal met de linker
touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Tik tweemaal op het aanraakscherm (alleen
voor modellen met een aanraakscherm).
Starten
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in
de linkerbenedenhoek van het scherm.
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Gebruikershandleiding2-2
Page 27
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde
solid-state drive of van een ander primair opslagapparaat op externe
media te maken. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel
op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit
resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, slaat u alle gegevens
in het geheugen op de interne SSD of een ander opslagmedium op.
Als u dit niet doet, kan dit gegevensverlies tot gevolg hebben.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de computer op
accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Het wordt aanbevolen altijd de TOSHIBA-netadapter te gebruiken die
bij uw computer is meegeleverd of een andere netadapter die door
TOSHIBA is voorgeschreven om het risico van brand of andere
schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele
netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk
met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van
een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Gebruikershandleiding2-3
Page 28
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1.Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2.Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Gebruikershandleiding
2-4
Page 29
3.Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op een
1
2
1
van de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten van de computer. Het
DC IN-/acculampje brandt.
U kunt ook een aansluiting tot stand brengen via de USB Type-C™adapter (geleverd bij sommige modellen). Raadpleeg het gedeelte
USB Type-C™-adapters voor meer informatie.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™poort
2. Gelijkstroomuitgangsstekker
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
U opent het scherm door dit langzaam met één hand op te tillen aan het
midden van het scherm (zoals in de volgende afbeelding), waarbij u met de
andere hand de polssteun omlaag duwt, zodat het hoofdgedeelte van de
computer niet wordt opgetild. Zo kunt u de hoek van het beeldscherm
aanpassen voor een optimale zichtbaarheid.
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1. Beeldscherm
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
2-5
Page 30
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Sluit de computer niet als zich pennen of andere voorwerpen tussen
het beeldscherm en het toetsenbord bevinden.
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Duw of druk niet met veel kracht op het beeldscherm omdat de
computer dan onstabiel kan worden en kan omvallen.
Het apparaat inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
Raak het beeldscherm niet aan terwijl u de computer inschakelt.
1.Open het beeldscherm.
2.Druk op de aan/uit-knop.
Gebruikershandleiding
2-6
Page 31
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het
besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt
weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door
wanneer deze worden weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows
raadpleegt u Tips in het menu Start.
Het menu Start
Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps,
programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een
rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie
uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.
Gebruikershandleiding
2-7
Page 32
Windows-taakbalk
Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U
ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.
Taakweergave
De taakweergave (
scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden
uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve
apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u
maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergavebureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U
schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het
en klik op Nieuw
Zoeken
Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen
en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding
beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet
weergegeven.
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk
van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen
Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van
internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe
microfoon vereist.
Actiecentrum
U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het
actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt
hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest
gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum
de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
op
Instellingen
Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder
geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn
onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren,
optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden.
U opent Instellingen door te klikken op Starten ->
U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te
kiezen.
Gebruikershandleiding
(Instellingen).
2-8
Page 33
Windows Store
Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook
veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in
overzichtelijke categorieën.
Windows Hello
Windows Hello vormt een meer persoonlijke en veilige manier om u aan te
melden bij uw Windows-systeem, apps en services met behulp van een
vingerafdruk of gezichtsherkenning.
Als u Windows Hello wilt instellen, klikt u op Starten -> Accounts -> Aanmeldingsopties.
Onder Windows Hello ziet u opties voor gezichtsherkenning en
vingerafdrukken als uw computer een vingerafdruksensor heeft en als uw
computer een gezichtsherkenningssensor heeft die deze functie
ondersteunt. Nadat u Windows Hello hebt ingesteld, kunt u zich aanmelden
met een korte aanraking of blik.
Mogelijk moet u een pincode toevoegen voordat u Windows Hello kunt
instellen.
(Instellingen) ->
Aanmeldingsopties
Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door
middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ), Vingerafdruk ( ),
Gezichtsherkenning ( ) en Afbeeldingswachtwoord ( ) om toegang
door onbevoegden te voorkomen. Als u meerdere aanmeldingsmethoden
hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in
het aanmeldingsscherm van Windows door op de optie te klikken.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om Windows Hello (gezichtsherkenning)
alleen binnenshuis te gebruiken. Gebruik van deze functie buitenshuis kan
registratie-/aanmeldfouten veroorzaken door de invloed van zonlicht.
Tabletmodus
In de tabletmodus is de werkomgeving geoptimaliseerd voor aanraking en
kunt u werken zonder toetsenbord en touchpad.
Nadat u bent overgeschakeld naar de tabletmodus, worden het menu Start
en apps schermvullend uitgevoerd, waardoor u meer werkruimte hebt. Als
u twee apps naast elkaar wilt gebruiken, sleept u een app opzij. U ziet
vervolgens geopende apps waarnaast u de app kunt plaatsen. U sluit een
app door deze naar de onderkant van het scherm te slepen.
Gebruikershandleiding
2-9
Page 34
Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1.Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf
of een ander opslagmedium op.
2.Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Als u dat
doet, kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4.Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld
als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram (
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
) in de rechterbenedenhoek
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
Gebruikershandleiding2-10
Page 35
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer
inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of nietopgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen
verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer.)
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
Gebruikershandleiding2-11
Page 36
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Als de computer in de slaapstand staat en het beeldscherm is
gesloten, knippert het aan/uit-lampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale
gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de
sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de
computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt
uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de
computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de
randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen
bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde
schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste
handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid,
gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding2-12
Page 37
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde
schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en
selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt
in:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2.Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3.Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4.Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer kan zo worden geconfigureerd dat automatisch de
sluimerstand wordt geactiveerd wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het
scherm sluit. U definieert deze instellingen als volgt:
1.Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2.Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding2-13
Page 38
Herstel
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele
ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit
te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de herstelopties
die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de ingebouwde
schijf wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de
herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of
de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg
dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBAhulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken
om uw systeem te herstellen nadat u de ingebouwde schijf hebt gewist.
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Zorg dat u alle andere programma's hebt gesloten.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding2-14
Page 39
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch,
dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1.Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het
optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer
daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium
dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2.Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows
op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3.Plaats de eerste lege schijf in de lade van het externe optische station
of sluit het USB-flashgeheugen aan op een beschikbare USB-poort.
4.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een
herstelstation maken.
5.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor
onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf
herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van
Windows.
Gebruikershandleiding2-15
Page 40
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup
Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1.Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2.Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3.Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup
Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1.Plaats het herstelmedium in het externe optische station of sluit het
USB-flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare
USB-poort.
2.
Klik op Starten ->
3.Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de
computer is ingeschakeld.
4.Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5.Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder
een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden
gemaakt.
Gebruikershandleiding2-16
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Page 41
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de
herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
herstelpartitie
Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd
als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden
opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software
te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen
partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk
geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een
partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de
ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2.Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de
computer is ingeschakeld.
3.Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-herstelwizard.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding2-17
Page 42
Hoofdstuk 3
1132
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. Stereoluidsprekers
2. DC IN-/acculampje
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Gebruikershandleiding3-1
3. Aan/uit-lampje
Page 43
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
123
4
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
Linkerkant
In de volgende afbeelding ziet u de linkerkant van de computer.
2. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)4. SIM-kaartsleuf*
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand terwijl het beeldscherm is
gesloten, knippert het lampje oranje.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
Gebruikershandleiding3-2
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.0 standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de
computer.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) biedt de functie
Slaapstand en laden.
Page 44
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB-
123
54
apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
SIM-kaartsleufIn deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
Rechterkant
In de volgende afbeelding ziet u de rechterkant van de computer.
1. Smart Card-sleuf*
2. Geheugenmediasleuf5. HDMI™-uitgang
3. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort
(B)
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon,
stereohoofdtelefoon of headset aansluiten.
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet
en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie. Sommige
modellen zijn uitgerust met een SIM-kaartsleuf.
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
4. Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort
(A)
Gebruikershandleiding3-3
Smart Card-sleufIn deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
plaatsen. Sommige modellen zijn uitgerust met
een Smart Card-sleuf.
Page 45
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een microSD™/SDHC™/
SDXC™-geheugenkaart plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Thunderbolt™ 3/USB
Type-C™-poort
Twee Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten,
die Thunderbolt™ 3 en USB 3.1 Gen2
ondersteunen, bevinden zich op de rechterzijde
van de computer.
Deze poort ondersteunt USBgegevensoverdracht, video-uitvoer (mogelijk
inclusief audio) en stroomvoorziening via USB.
De netadapter wordt op deze poort aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de accu op te laden. Het wordt aanbevolen de
TOSHIBA-netadapter te gebruiken die bij uw
computer is geleverd of een door TOSHIBA
voorgeschreven netadapter. Het gebruik van een
incompatibele netadapter kan leiden tot brand of
schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle
beschikbare Thunderbolt™-/USB-apparaten te bevestigen. Sommige
functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken
mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de Thunderbolt™ 3/USB
Type-C™-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardwareveilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en
selecteert u het USB-apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
HDMI™-uitgangOp de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Gebruikershandleiding3-4
Page 46
Achterkant
11
11
22
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om
schade te voorkomen.
processor voorkomen.
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
1. Luchtopeningen
De vormgeving van het product verschilt per model.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
Gebruikershandleiding3-5
processor voorkomen.
2. Stereoluidsprekers
Page 47
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding3-6
Page 48
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm
4
6
5
8
1
77
2
3
9
9
12
10
1717
16
4
11
14
13
15
4
6
5
8
1
77
2
3
9
9
12
10
4
11
14
13
15
1. Infraroodlampje*10. Aan/uit-knop
2. Gezichtsherkenningssensor*11. Ringverlichting van aan/uit-knop
3. Infraroodlampje*12. Toetsenbord
4. Microfoons*13. Touchpad
5. Webcamlampje*14. Touchpadbesturingsknoppen
6. Webcam*15. Vingerafdruksensor*
7. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)
8. Beeldscherm17. AccuPoint-besturingsknoppen*
9. Beeldschermscharnieren
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
16. AccuPoint*
3-7
Page 49
InfraroodlampjeHet infraroodlampje knippert terwijl Windows
Hello (gezichtsherkenning) in gebruik is.
Sommige modellen zijn voorzien van
infraroodlampjes.
Gezichtsherkenningssensor
De gezichtsherkenningssensor legt het gezicht
vast voor registratie en aanmelding bij het
besturingssysteem. Raadpleeg de aanwijzingen
op het scherm in Windows Hello voor meer
informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
gezichtsherkenningssensor.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om Windows Hello
(gezichtsherkenning) alleen binnenshuis te gebruiken. Gebruik van
deze functie buitenshuis kan registratie-/aanmeldfouten veroorzaken
door de invloed van zonlicht.
Richt de gezichtsherkenningssensor niet rechtstreeks op de zon.
Druk of duw niet hard op de lens en infraroodlampjes van de
gezichtsherkenningssensor. Als u dat wel doet, worden gezichten
mogelijk onjuist herkend. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of
andere zachte doek om de lens en de lampjes te reinigen als ze vuil
zijn.
Wanneer u uw gezicht registreert bij Windows Hello, moet u erop
letten dat er geen ander gezicht wordt weergegeven in het voorbeeld
in het configuratievenster van Windows Hello.
Zorg dat u uw gezicht voor de sensor houdt en rechtstreeks in de
sensor kijkt terwijl de gezichtsherkenningssensor uw gezicht vastlegt.
MicrofoonMet de ingebouwde microfoon kunt u geluid voor
uw toepassing opnemen. Raadpleeg het
gedeelte Geluidssysteem en videomodus voor
meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
microfoon.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Gebruikershandleiding3-8
Page 50
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
Antennes voor draadloze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Draadloos WAN/draadloos LAN/Bluetooth
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af
met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet
werkt.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
BeeldschermLCD-scherm van 33,8 cm (13,3 inch) of 35,6 cm
(14,0 inch), geconfigureerd met een van de
volgende resoluties, afhankelijk van het gekochte
model:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn
als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer het apparaat op de accu
werkt.
®
Gebruikershandleiding3-9
Page 51
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Beeldschermscharnieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
Aan/uit-knopDruk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Ringverlichting van
aan/uit-knop
De ringverlichting van de aan/uit-knop brandt wit
als de computer aanstaat. Als u de computer
echter uitschakelt in de slaapstand, knippert deze
verlichting wit.
ToetsenbordHet toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
TouchpadMet het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de muisaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
muisaanwijzer wilt verplaatsen.
Touchpadbesturingsknoppen
De twee knoppen onderaan op het touchpad
worden op dezelfde wijze gebruikt als de
knoppen op een standaardmuis. Druk op de
linkerknop om een menuoptie te selecteren of om
te werken met tekst of afbeeldingen die met de
aanwijzer worden aangegeven. Druk op de
rechterknop om een menu of andere functie weer
te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
VingerafdruksensorMet deze sensor kunt u een vingerafdruk
registreren in Windows Hello en zich hiermee
aanmelden. Raadpleeg de aanwijzingen op het
scherm in Windows Hello voor meer informatie.
Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
Gebruikershandleiding3-10
Page 52
AccuPointMet dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen. Sommige modellen
zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPointbesturingsknoppen
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord
kunt u menuopties selecteren of bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen
modellen met een AccuPoint zijn voorzien van
AccuPoint-besturingsknoppen.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
CPUHet type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Systeem.
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijfDe capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ingebouwde schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Uw computer is voorzien van een Solid State Drive (SSD). In deze
handleiding verwijzen de woorden 'intern opslagstation' naar de SSD
tenzij anders wordt vermeld.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solidstate geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals
een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de SSD langere tijd
niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen,
kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Gebruikershandleiding3-11
Page 53
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu
heeft.
DC IN-/acculampje
Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu te bepalen
en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op
de volgende indicaties:
Knipperend oranjeDe accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
OranjeGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
WitGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend witDuidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en sluit de
netadapter daarna weer aan. Druk vervolgens op
de aan/uit-knop. Als de computer nog steeds niet
werkt, moet u wellicht contact opnemen met de
leverancier of verkoper.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat
het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer
normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of
uitstaat.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let
daarbij op de volgende indicaties:
WitGeeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding3-12
Page 54
Knipperend oranjeGeeft aan dat de computer in de slaapstand staat
terwijl het beeldscherm is gesloten en dat er
voldoende stroom is (adapter of accu) om in
deze stand te blijven.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding3-13
Page 55
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchscreen gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een touchscreen.
Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het touchscreen aansturen.
TikkenTik eenmaal met uw vinger op het touchscreen
om een item, zoals een app, te activeren.
Ingedrukt houdenZet uw vinger neer en laat deze enkele seconden
staan. Er wordt meer informatie weergegeven
over een item of er wordt een menu
weergegeven dat betrekking heeft op wat u aan
het doen bent.
Knijpen of spreidenRaak het scherm of een item aan met twee
vingers en beweeg de vingers naar elkaar toe
(knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee
geeft u verschillende informatieniveaus weer of
kunt u in- of uitzoomen.
DraaienPlaats twee vingers op een item en draai uw
hand om items te roteren in de richting waarin u
uw hand draait. Alleen bepaalde items kunnen
worden geroteerd.
SchuivenSleep met uw vinger over het touchscreen om de
inhoud van het scherm te verplaatsen.
Gebruikershandleiding4-1
Page 56
VegenBeweeg uw vinger snel vanaf de rand van het
scherm zonder te pauzeren wanneer u het
scherm voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de linkerrand: alle geopende apps
in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de rechterrand: het actiecentrum
openen.
Vegen vanaf de bovenrand: titelbalken voor
schermvullende apps weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: de taakbalk
weergeven in schermvullende apps.
Voor meer informatie en meer geavanceerde touchscreenbewegingen voor
gebruik met Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.
Druk of duw niet met veel kracht op het touchscreen.
Oefen niet veel druk uit wanneer u het touchscreen reinigt.
Raak het scherm nooit aan met een scherp voorwerp zoals een
balpen aangezien dit het oppervlak kan bekrassen of beschadigen.
Gebruik geen beschermend vel voor het touchscreen aangezien
hierdoor de gevoeligheid voor aanrakingen kan afnemen.
Raak het scherm niet aan met handschoenen, natte handen of de
punt van uw vingernagels omdat hierdoor de gevoeligheid kan
afnemen.
Het touchscreen werkt mogelijk niet correct als een deel van het
oppervlak vochtig is of door een voorwerp wordt afgedekt.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
TikkenTik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Tikken met twee
vingers
Gebruikershandleiding4-2
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
Page 57
Knijpen of spreidenPlaats twee vingers op het touchpad en beweeg
ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af
(spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Schuiven met twee
vingers
Tikken met drie
vingers
Schuiven met drie
vingers
Tikken met vier
vingers
Schuiven met vier
vingers
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Tik eenmaal met drie vingers op het touchpad
om Cortana te openen (beschikbaarheid hangt af
van uw land/regio).
Zet drie vingers neer en verplaats ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Naar links/rechts vegen: schakelen tussen
geopende apps. Veeg langzaam met uw vingers
over het touchpad om door alle apps te bladeren.
Omhoog vegen: alle geopende apps weergeven
in de taakweergave. Omlaag vegen: het
bureaublad weergeven.
Tik eenmaal met vier vingers op het touchpad om
het actiecentrum te openen.
Zet vier vingers neer en verplaats ze horizontaal
vanaf elke positie op het touchpad om tussen
virtuele bureaubladen te schakelen.
Plaats geen voorwerpen op het touchpadoppervlak aangezien deze
kunnen leiden tot onbedoelde bewerkingen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
TOSHIBA-aanwijsapparaat
AccuPoint
U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te
duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding
4-3
Page 58
De besturingsknoppen onder de AccuPoint worden op dezelfde wijze
23
1
gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om
een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die
met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een
menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte
software.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
Afbeelding 4-1 AccuPoint
Gebruikershandleiding
1. AccuPoint3. Rechterbesturingsknop van
2. Linkerbesturingsknop van AccuPoint
De vormgeving van het product verschilt per model.
AccuPoint
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer
wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld
tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht
worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen
foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer
verder gaat.
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig
gebruik te worden vervangen.
4-4
Page 59
1.U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw
vinger los te trekken.
Afbeelding 4-2 Het AccuPoint-kapje verwijderen
De vormgeving van het product verschilt per model.
2.Plaats een nieuw kapje op de pin. Let erop dat de pin in de ronde
groef in het nieuwe kapje valt en druk het kapje vervolgens op zijn
plek.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële
TOSHIBA-leverancier.
Het AccuPoint-kapje kan worden verwijderd. Gebruik de AccuPoint
altijd voorzichtig.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen,
functietoetsen, speciale Windows-toetsen en geïntegreerde numerieke
toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan
kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Toetsenbordlampje
De volgende afbeelding toont de positie van het CAPS LOCK-lampje.
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters
produceren.
Gebruikershandleiding
4-5
Page 60
Afbeelding 4-3 CAPS LOCK-lampje
1
1. CAPS LOCK-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
CAPS LOCKDit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
Functietoetsen
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of
uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de
bijbehorende functietoetsen.
ToetscombinatieFunctie
FN + F1De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u
opnieuw aan te melden.
FN + F2Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4De microfoon dempen of inschakelen.
FN + F5Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken,
moet u de resolutie van het interne beeldscherm
instellen op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
FN + F6De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
Gebruikershandleiding4-6
Page 61
ToetscombinatieFunctie
FN + F7De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
FN + F8De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + F10De cursormodus inschakelen.
FN + F11De numerieke modus inschakelen.
FN + F12De cursor vergrendelen op een bepaalde regel.
FN + ESCHet afspeelgeluid in- of uitschakelen.
FN + 1Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters vergroten.
FN + 3Het afspeelvolume van de computer verlagen.
FN + 4Het afspeelvolume van de computer verhogen.
FN + spatiebalkDe beeldschermresolutie wijzigen.
FN + SHiermee kunt u zoeken op uw computer, op
internet of in een app.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen
tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op Starten
-> TOSHIBA Settings. Klik op de tab
Toetsenbord en selecteer een niveau onder
Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS
Setup-hulpprogramma, selecteert u
PowerManagement -> Keyboard Backlight
Control Mode en selecteert u TIMER. Pas de
timer aan onder Backlight Lighting Time.
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen
in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding4-7
Page 62
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings ->
1
1
Toetsenbord.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de toets met het Windows®-logo activeert het menu Start,
terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
De vingerafdruksensor gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee
vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend. Raak de
vingerafdruksensor lichtjes aan en laat uw vinger liggen om
vingerafdrukken te herkennen. Tijdens de registratie moet u de sensor
mogelijk meerdere malen kort aanraken totdat de configuratie is voltooid.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de configuratie te voltooien.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor
vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het
toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het
volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows
De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen.
Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer
wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Afbeelding 4-4 De vingerafdruksensor gebruiken
1. Vingerafdruksensor
Gebruikershandleiding4-8
Page 63
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder
vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.
Aandachtspunten met betrekking tot de
vingerafdruksensor
Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich
niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen
met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager
herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of
scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een
vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te
reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de
vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van
vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen
Gewonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te
vergroten.
Registreer twee of meer vingers.
Gebruikershandleiding
4-9
Page 64
Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds
vastgelegde vingers vaak mislukt.
Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd
nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of
zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen
het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is
versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het
herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u
ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor
identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn
waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren
doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Accu's en batterijen
In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee,
de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Accu
De lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg
'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer
de netadapter niet is aangesloten.
RTC-functie (Real-Time Clock)
De RTC-functie (Real-Time Clock) wordt ondersteund. De hoofdaccu
voorziet de interne real-time klok en kalenderfunctie van stroom en
handhaaft de systeemconfiguratie wanneer de computer is uitgeschakeld.
Als de RTC-duur volledig is verstreken, raakt het systeem deze gegevens
kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg Real-Time Clock voor meer informatie.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid encomfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding4-10
Page 65
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC. Als
u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische
vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de
accu achteruitgaan.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om
aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, sluit u het ene uiteinde van de netadapter aan
op een van de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poorten en steekt u het
andere uiteinde in een werkend stopcontact. Tijdens het opladen van de
accu brandt het DC IN-/acculampje oranje.
Oplaadtijd
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu
volledig op te laden.
Type accuUitgeschakeldIngeschakeld
Accu
(48 Wh)
circa 3,5 uurcirca 3,5 ~ 10 uur
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan
staat, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de
temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer
gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt van externe
apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen.
De oplaadtijd hangt af van de omgevingstemperatuur, de interne
temperatuur van de computer en de manier waarop de computer
wordt gebruikt. Bijvoorbeeld of het scherm automatisch wordt
uitgeschakeld als de computer inactief is, of u veel gebruik maakt van
externe apparaten die stroom krijgen van de computer en of het
interne opslagstation van de computer vaak door een toepassing
wordt gebruikt.
De accu wordt mogelijk niet opgeladen, afhankelijk van de manier
waarop de computer wordt gebruikt, de lading van de accu kan
afnemen en de accu wordt soms niet volledig opgeslagen.
Gebruikershandleiding4-11
Page 66
Als een netadapter is aangesloten via de USB Type-C™-adapter, kan
het langer duren om de accu op te laden.
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1.Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2.Sluit de netadapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/USB TypeC™-poorten van de computer en op een werkend stopcontact.
3.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt
controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende
capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur
te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruikershandleiding4-12
Page 67
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe
schijfstations, zoals het optische station, gebruikt
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt
Gebruiksduur van de accu
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu in de onderstaande geschatte tijd leeglopen.
Type accuSlaapstandAfsluitmodus
Accu
(48 Wh)
Houd er rekening mee dat de gebruiksduur van de accu afneemt als er
externe apparaten zijn aangesloten.
circa 7 dagencirca 115 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen
ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1.Schakel de computer uit.
2.Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer
niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
Gebruikershandleiding4-13
Page 68
3.Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu
minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu
helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4.Sluit de netadapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/USB TypeC™-poorten van de computer en op een werkend stopcontact. Het
DC IN-/acculampje brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt
opgeladen. Als het DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit
dat er geen stroom wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de
netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Deze geheugenmediasleuf biedt ondersteuning voor de volgende
geheugenmedia: microSD/SDHC/SDXC-kaart.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan
derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia
probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-5 Voorbeelden van geheugenmedia (microSD-kaart)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
microSD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI
(Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het
illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd
materiaal daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of
ernaar kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen
verveelvoudigen voor privégebruik.
De maximale capaciteit van geheugenkaarten is 256 GB.
Gebruikershandleiding4-14
Page 69
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1.Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2.Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de
computer.
Gebruikershandleiding4-15
Page 70
3.Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
1
2
Afbeelding 4-6 Geheugenmedia plaatsen
1. Geheugenmediasleuf2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of
sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel,
dan kunnen gegevens verloren gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
1.Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2.Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3.Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar
voren komt.
4.Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Gebruikershandleiding4-16
Page 71
Smart Card
Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat
een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens
kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor
uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische
betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart
Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de
computer gebruikt.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde
protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
Sommige modellen bevatten een Smart Card-sleuf aan de rechterkant van
de computer. De Windows-voorziening voor directe installatie maakt het
mogelijk om een Smart Card te plaatsen terwijl de computer is
ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1.Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen
2.Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de
computer en/of de Smart Card.
aansluitpunten naar boven gericht.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u
erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf
bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing.
Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de
computer verplaatst.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door
een programma of het systeem wordt gebruikt.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de
computer verwijdert.
3.Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te
lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.
Draadloos WAN-apparaat
Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos
WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een
bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Gebruikershandleiding4-17
Page 72
Een SIM-kaart installeren
1
2
3
4
Nano SIM
U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten ->
erop dat het aan/uit-lampje uit is
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Zoek de SIM-kaartsleuf.
4.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
5.Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omlaag gericht in de
SIM-kaarthouder.
6.Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het
midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de
houder vastklikt.
(Aan/uit) en selecteer daarna Uitschakelen. Let
Afbeelding 4-7 De SIM-kaart plaatsen
1. SIM-kaartsleuf3. SIM-kaarthouder
2. Dun voorwerp (diameter van 0,8
mm)
4. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd
raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.
Een SIM-kaart verwijderen
U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1.Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
Gebruikershandleiding4-18
Page 73
2.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
3.Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
4.Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.
GPS-functie
Als uw computer een draadloos WAN-apparaat bevat, beschikt deze
mogelijk over GPS (Global Positioning System).
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de
locatie niet correct worden vastgesteld.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie
ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden
gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige
locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende
plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw
In een tas of doos
Tussen dichte bomen
Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt
In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water
In volgebouwde straten of woongebieden
In de buurt van hoogspanningskabels
Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw
HDMI™-uitgang
De HDMI™-uitgang (High-Definition Multimedia Interface™) zet zowel
video- als audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij
afneemt. HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder
televisies, kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is
gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een
geschikte HDMI™-kabel kopen.
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™uitgang van het HDMI™-apparaat.
2.Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Gebruikershandleiding4-19
Page 74
3.Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™-
1
2
uitgang van de computer.
Afbeelding 4-8 Aansluiten op de HDMI™-uitgang
1. HDMI™-uitgang2. HDMI™-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet
aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten
minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw
aansluit.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI™
Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de
volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk
niets weergegeven.
Selecteer het weergaveapparaat of audioapparaat voordat u de video
afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet terwijl u
video afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt
USB Type-C™-adapters
U kunt de mogelijkheden van de computer uitbreiden door externe
apparaten, zoals een RGB-monitor, via een USB Type-C™-adapter aan te
sluiten op de Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-poort. U kunt de computer
ook opladen door de netadapter aan te sluiten via de USB Type-C™adapter.
Gebruikershandleiding4-20
Page 75
Afhankelijk van het aangeschafte model wordt mogelijk een van de
2
1
volgende USB Type-C™-adapters meegeleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA USB Type-C™-adapter die wordt
meegeleverd bij uw computer of TOSHIBA-accessoires.
Koppel alle apparaten en kabels los van de USB Type-C™-adapter
wanneer u een netadapter of de USB Type-C™-adapter aansluit of
loskoppelt.
Wanneer u de USB Type-C™-adapter aansluit, wordt de Thunderboltfunctie niet ondersteund.
Als een netadapter is aangesloten via de USB Type-C™-adapter, kan
het langer duren om de accu op te laden.
Sluit geen andere USB Type-C™-adapter aan op de USB Type-C™poort van de USB Type-C™-adapter.
USB-C™-naar-Ethernet LAN-adapter
Deze adapter biedt een USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening)
en een LAN-aansluiting.
1. LAN-aansluiting2. USB Type-C™-poort (met
stroomvoorziening)
De USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening) van deze adapter wordt
alleen gebruikt om de netadapter aan te sluiten. USB-gegevensoverdracht
wordt niet ondersteund door deze poort.
Gebruikershandleiding4-21
Page 76
USB-C™-naar-VGA-adapter
2
1
Deze adapter biedt een USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening)
en een RGB-monitorpoort.
1. RGB-monitorpoort2. USB Type-C™-poort (met
stroomvoorziening)
De uitvoerresolutie van de RGB-monitorpoort van deze adapter is
maximaal 1920x1200 @ 60 Hz.
De USB Type-C™-poort (met stroomvoorziening) van deze adapter
wordt alleen gebruikt om de netadapter aan te sluiten. USBgegevensoverdracht wordt niet ondersteund door deze poort.
USB Type-C™-poort
De USB Type-C™-adapter biedt een USB Type-C™-poort waarop u de
netadapter kunt aansluiten wanneer u de accu wilt opladen of wilt werken
op netstroom.
1.Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
2.Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
USB Type-C™-poort op de USB Type-C™-adapter.
3.Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Gebruikershandleiding4-22
Page 77
4.Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/
1
2
3
4
USB Type-C™-poorten op de computer.
Afbeelding 4-9 De netadapter aansluiten via de USB Type-C™-adapter
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte
model.
RGB-monitorpoort
Op de RGB-monitorpoort op de USB Type-C™-adapter kan een externe
analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge
monitor aan:
1.Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/
USB Type-C™-poorten op de computer.
2.Sluit het ene uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGB-poort op de
RGB-monitor.
3.Zet de externe monitor aan.
4.Sluit het andere uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGBmonitorpoort op de USB Type-C™-adapter.
De RGB-monitorpoort bevat geen bevestigingsschroeven voor een
monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel
worden gebruikt.
Gebruikershandleiding4-23
Page 78
Afbeelding 4-10 De RGB-kabel aansluiten op de RGB-monitorpoort
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte model.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogtebreedteverhouding.
LAN-aansluiting
De LAN-aansluiting op de USB Type-C™-adapter ondersteunt Ethernet
LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100
megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000
megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt. Activering op LAN
wordt alleen ondersteund in de slaapstand of de sluimerstand.
Sluit de netadapter niet aan op de USB Type-C™-adapter en koppel
de netadapter niet los terwijl de functie Activering op LAN wordt
gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Gebruikershandleiding4-24
Page 79
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat
niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LANaansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1.Sluit de USB Type-C™-adapter aan op een van de Thunderbolt™ 3/
USB Type-C™-poorten op de computer.
Gebruikershandleiding4-25
Page 80
2.Sluit het ene uiteinde van de kabel aan op de LAN-aansluiting op de
1
4
2
3
USB Type-C™-adapter. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Het uiterlijk van de USB Type-C™-adapter hangt af van het aangeschafte
model.
3.Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Meerdere monitoren
Uw computer ondersteunt een functie waarbij het beeld op meerdere
monitoren, onafhankelijk van elkaar, kan worden weergegeven.
De volgende combinaties worden ondersteund:
Afbeelding 4-11 De LAN-kabel aansluiten
Intern beeldschermJaJaJa
HDMI™-uitgangJaJa-
USB-C™-naar-VGA-adapterJa-Ja
Ja: Wordt ondersteund
Wireless Display
Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze
technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen
draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip
van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display
kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud
draadloos met anderen worden gedeeld.
Gebruikershandleiding4-26
Page 81
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten
vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless
Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort
op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen
van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met
een extern beeldscherm:
1.Ga naar
andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2.Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer
zoekt het Wireless Display-apparaat.
3.Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless
Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt
u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op
Apparaat verwijderen.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een
beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een
bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De
methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per
product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat
u gebruikt.
(Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en
Het beveiligingsslot aansluiten
U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1.Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe
is gericht.
2.Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Gebruikershandleiding4-27
Page 82
Afbeelding 4-12 Beveiligingsslot
1
2
1. Sleuf beveiligingsslot2. Beveiligingsslot
Optionele TOSHIBA-accessoires
Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt
u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
USB Type-C™adapters
Toshiba
Thunderbolt™ 3 Dock
U kunt verschillende soorten USB Type-C™adapters als accessoire kopen bij TOSHIBA.
Neem contact op met uw leverancier of
TOSHIBA-verkoper over het beschikbare type
voor uw regio.
Toshiba Thunderbolt™ 3 Dock is een
dockingstation waarmee u randapparaten op
bepaalde TOSHIBA-computers kunt aansluiten
met een Thunderbolt™ 3/USB Type-C™-kabel.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
Toshiba Thunderbolt™ 3 Dock voor meer
informatie.
Niet alle accessoires zijn beschikbaar in uw regio. Neem contact op met uw
wederverkoper of TOSHIBA-leverancier voor meer informatie.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding4-28
Page 83
Volumemixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het
submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid -> Opnemen.
2.Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3.Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus
om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Audioverbeteringen
U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2.Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3.Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen
en klik op Toepassen.
DTS Studio Sound™
DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die
revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en
natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een
configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit
ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een
levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surroundsound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers
of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Gebruikershandleiding4-29
Page 84
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc ->DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie
http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing
Limited.
Realtek HD Audio configuratie
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD
Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Realtek HD Audio configuratie.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee
apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat.
Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het
standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de
taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de
audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audioenergiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje
linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de
interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Gebruikershandleiding4-30
Page 85
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1.Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
2.Dubbelklik op de ronde knop
HD Audio configuratie.
3.Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten
apparaat.
rechts in het hoofdscherm van Realtek
Videomodus
De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het
dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend
beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding4-31
Page 86
Hoofdstuk 5
Hulpprogramma's en
geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen
van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van
bepaalde hulpprogramma's toegelicht.
Hulpprogramma's en toepassingen
In deze paragraaf worden de vooraf op de computer geïnstalleerde
hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's
start. Voor meer informatie over de werking ervan raadpleegt u de online
handleiding, Help-bestanden of het bestand README.TXT of LEESMIJ.txt
(indien beschikbaar) van elk hulpprogramma.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle
software die in dit gedeelte wordt genoemd.
TOSHIBA Settings
TOSHIBA Settings is een TOSHIBA-hulpprogramma voor
configuratiebeheer dat beschikbaar is via het Windows-besturingssysteem.
U start Settings door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings.
Met dit hulpprogramma kunt u de computerinstellingen configureren op de
volgende tabbladen:
Start: hier ziet u de huidige BIOS-versie en kunt u de
standaardwaarde van bepaalde instellingen wijzigen
eco Utility: hier kunt u het stroomverbruik van uw computer beheren
Opladen via USB: hier kunt u functies voor opladen via USB beheren
Toetsenbord: hier kunt u opties voor het toetsenbord en de helderheid
van de toetsenbordverlichting instellen
Opstartopties: hier kunt u opstartinstellingen beheren
Systeemwachtwoord: hier kunt u het gebruikerswachtwoord, het
supervisorwachtwoord en de eigenaarstekenreeks beheren en het
gebruikersbeleid instellen
Geavanceerde opties: hier kunt u de voorwaarden voor elk apparaat
en elke functie instellen
Gebruikershandleiding
5-1
Page 87
De instellingen en opties die hier worden beschreven hangen af van het
aangeschafte model.
Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden
weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast
nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer
direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.
eco Utility
Deze computer beschikt over een 'ecomodus'. In deze stand worden de
prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het
stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de
energiebesparing meetbaar.
eco Utility helpt het energieverbruik van de computer regelen.
Verschillende soorten informatie kunnen u helpen te begrijpen in welke
mate u bijdraagt aan het milieu.
Bovendien bevat dit hulpprogramma de functie Peak Shift
(Piekverschuiving) die kan helpen het stroomverbruik tijdens piekperioden
te verminderen door een deel van het stroomverbruik te verschuiven naar
perioden met een lager stroomverbruik.
Het hulpprogramma ondersteunt ook de eco-oplaadmodus. In deze modus
wordt de accu niet volledig opgeladen, waardoor de levensduur van de
accu wordt verlengd.
Het wordt aanbevolen de computer te gebruiken terwijl de netadapter is
aangesloten aangezien de gebruiksduur van de accu in deze modus
relatief kort is.
Afhankelijk van de gebruikssituatie kan de levensduur van de accu
mogelijk niet correct worden verlengd.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Settings -> eco Utility.
Voor meer informatie over eco Utility klikt u op Klik hier voor meer informatie voordat u eco Utility gebruikt op dit tabblad om het Helpbestand weer te geven.
Opladen via USB
Uw computer kan via een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom)
voorzien.
De poort met het pictogram (
Gebruikershandleiding
) ondersteunt de volgende functies:
USB-slaapstand en laden
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
5-2
Page 88
USB-slaapstand en laden
U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe
USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of
draagbare digitale muziekspelers. Uw computer kan een compatibele USBpoort van stroom (5 V gelijkstroom) voorzien, zelfs als de computer is
uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Als u de functie USB-slaapstand en laden wilt inschakelen, klikt u op
Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB
Verplaats de schuifregelaar om de functie Slaapstand en laden in of uit te
schakelen.
De functie Slaapstand en laden werkt mogelijk niet bij bepaalde
externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USBspecificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op
te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen
compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan
externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn
aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen
via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties
van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het
apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit
gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt
langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als de functie Slaapstand en laden is ingeschakeld, zal de accu van
de computer ontladen als deze in de sluimerstand staat of wanneer de
computer wordt uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen de netadapter
op de computer aan te sluiten wanneer u de functie Slaapstand en
laden gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de
computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie
'USB-activering' mogelijk niet voor compatibele poorten. Als er in dat
geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u
de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten
beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie
Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de
functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding
5-3
Page 89
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact
komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in
een tas draagt.
Uw pc biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB-apparaten
worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden.
Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal
digitale audiospelers. Terwijl u de automatische modus gebruikt, kan de
computer USB-busvoeding van maximaal 2,0 A leveren aan compatibele
poorten terwijl de computer is uitgeschakeld. Als een USB-apparaat niet
kan worden opgeladen in de automatische modus, schakelt u over naar
de alternatieve modus.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten
externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. Schakel in dat
geval de functie uit en gebruik deze niet meer.
Sommige externe apparaten kunnen de automatische modus niet
gebruiken. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact
op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het
apparaat voordat u dit gebruikt.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Gebruik in accumodus
Met deze optie kunt u Slaapstand en laden in de accumodus in- en
uitschakelen. Tevens wordt de resterende capaciteit van de accu
weergegeven.
Verplaats de schuifregelaar om deze functie in of uit te schakelen.
IngeschakeldSchakelt de functie Slaapstand en laden in de
accumodus in.
UitgeschakeldDe functie Slaapstand en laden kan alleen
worden ingeschakeld als de netadapter is
aangesloten.
Functies uitschakelen
wanneer het
accuniveau is
Geef de minimale resterende accuduur aan door
de schuifregelaar te verplaatsen. Als de
resterende gebruiksduur van de accu onder deze
instelling valt, wordt de functie Slaapstand en
laden gestopt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als
Gebruik in accumodus is ingeschakeld.
CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system
Deze functie schakelt CDP (Charging Downstream Port) in als u snel wilt
opladen via USB terwijl de computer is ingeschakeld. Als 'CDPoplaadmodus bij ingeschakeld systeem' is ingeschakeld, kan de computer
Gebruikershandleiding
5-4
Page 90
USB-busvoeding (5 V gelijkstroom, 1,5 A) leveren aan compatibele poorten
wanneer de computer is ingeschakeld.
Als u 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld systeem' wilt inschakelen, klikt u
op Starten -> TOSHIBA Settings -> Opladen via USB.
IngeschakeldDe USB-accu snel opladen met maximaal 1,5 A
terwijl de pc is ingeschakeld.
UitgeschakeldDe USB-accu op de normale manier opladen
terwijl de pc is ingeschakeld.
De functie 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' werkt mogelijk niet
bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USBspecificatie. Gebruik in dat geval een USB-poort zonder de functie 'USBslaapstand en laden' of schakel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld
system' uit.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten op de computer terwijl
een USB-poort van stroom (5 V gelijkstroom, 1,5 A) wordt voorzien.
Als de accucapaciteit te laag is om door te gaan, werkt 'CDP-oplaadmodus
bij ingeschakeld system' mogelijk niet. Sluit in dat geval de netadapter aan
en start de computer opnieuw op.
Gebruik altijd de USB-kabel die bij het USB-apparaat is geleverd.
Als 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' of 'USB-slaapstand en
laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet. Gebruik in dat
geval een USB-poort zonder de functie 'USB-slaapstand en laden' of
schakel zowel 'CDP-oplaadmodus bij ingeschakeld system' als 'USBslaapstand en laden' uit.
Systeemwachtwoord
Op het tabblad Systeemwachtwoord kunt u een wachtwoord instellen om
de toegang tot de computer te beperken. Er zijn twee niveaus van
wachtwoordbeveiliging beschikbaar: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met de functie Systeemwachtwoord worden ingesteld,
verschillen van het Windows-wachtwoord.
Gebruikerswachtwoord
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, klikt u op Starten ->
TOSHIBA Settings -> Systeemwachtwoord.
Gebruikersverificatie is mogelijk vereist om de gebruikersrechten te
controleren wanneer u Systeemwachtwoord gebruikt om wachtwoorden te
verwijderen, te wijzigen en dergelijke.
Gebruikershandleiding
5-5
Page 91
Instellen (knop)
Klik op deze knop om een wachtwoord te registreren. Nadat een
wachtwoord is ingesteld, wordt u gevraagd het wachtwoord in te
voeren wanneer u de computer opstart.
Nadat u het wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt er een
dialoogvenster met de vraag of u het wachtwoord op een ander
medium wilt opslaan. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u het
wachtwoordbestand op een andere computer openen. Bewaar de
diskette/schijf met het wachtwoordbestand op een veilige plaats.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Wanneer u een wachtwoord invoert, gebruik dan geen tekens die u
maakt met behulp van de toetsen SHIFT of ALT, zoals ! of #.
Verwijderen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te verwijderen. U
kunt een wachtwoord pas verwijderen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Wijzigen (knop)
Klik op deze knop om een geregistreerd wachtwoord te wijzigen. U
kunt een wachtwoord pas wijzigen nadat u het huidige wachtwoord
correct hebt ingevoerd.
Eigenaarstekenreeks (tekstvak)
U kunt dit vak gebruiken om tekst aan het wachtwoord te koppelen.
Klik na het invoeren van de tekst op Toepassen of OK. Wanneer de
computer wordt gestart, wordt deze tekst weergegeven samen met
een melding waarin u om een wachtwoord wordt gevraagd.
Supervisorwachtwoord
Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk
beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het
gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Klik op Starten -> TOSHIBA Settings -> Systeemwachtwoord. Klik
vervolgens op de pijl omlaag naast Geavanceerde opties om de
instellingen voor Supervisorwachtwoord weer te geven.
Met deze functie kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Gebruikershandleiding
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen.
Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
5-6
Page 92
De computer starten met een wachtwoord
Als u al een gebruikerswachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om
de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer is afgesloten in de
sluimertand of de opstartmodus of opnieuw wordt opgestart. U hebt het niet
nodig in de slaapstand.
U kunt als volgt handmatig een wachtwoord invoeren:
1.Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Password =
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2.Voer het wachtwoord in.
3.Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer afgesloten.
In dit geval werken functies die de computer automatisch inschakelen
(zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk niet. U moet
de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord opnieuw proberen in
te voeren.
Gegevens controleren bij de systeemstart
Via Systeemwachtwoord kunt u de functie Gegevens controleren bij de
systeemstart in- of uitschakelen, zodat u zich kunt verifiëren door
vingerafdrukken te scannen in plaats van een wachtwoord in te voeren
voordat Windows wordt opgestart. U kunt hier ook de functie Enkelvoudige
aanmelding instellen als u zich wilt aanmelden met een vingerafdruk voor
zowel gegevenscontrole bij de systeemstart als het Windowsbesturingssysteem.
De functies Gegevens controleren bij de systeemstart en Enkelvoudige
aanmelding worden uitgeschakeld als TOSHIBA Settings wordt verwijderd.
TOSHIBA Service Station
Met TOSHIBA Service Station kan de computer automatisch zoeken naar
updates van TOSHIBA-software of andere waarschuwingen van TOSHIBA
die specifiek zijn voor uw computersysteem en de programma's die erop
staan.
Dit hulpprogramma biedt ook functies en services voor hardwarediagnose
en probleemoplossing. Het activiteitenlogbestand voor diagnose en
probleemoplossing wordt opgeslagen op de computer. Als 'Logbestand met
Gebruikershandleiding
5-7
Page 93
diagnostische gegevens en probleemoplossingen verzenden' is
ingeschakeld, wordt het logbestand regelmatig naar TOSHIBA verzonden.
De gegevensoverdracht is volledig anoniem, want er worden geen
persoonlijk identificeerbare gegevens verzameld.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Starten -> TOSHIBA Service Station.
De volgende tabbladen zijn mogelijk beschikbaar:
Startpagina: hier kunt u het huidige stroomverbruik van het systeem
en de temperatuur van uw computer bekijken
Software-updates: hier kunt u beschikbare software-updates
controleren en de noodzakelijke bewerkingen uitvoeren
Waarschuwingen: hier kunt u de beschikbare waarschuwingen
bekijken
Diagnostische hulpprogramma's: hier kunt u tests uitvoeren om de
prestaties van de computer te controleren
Problemen oplossen: hier kunt u veel hardwareproblemen met de
computer oplossen door op de weergegeven items te klikken
Rapport: hier kunt u rapporten controleren en afdrukken
Systeeminformatie: hier kunt u basisinformatie over de computer
weergeven
Opties: hier kunt u opties instellen voor het verzenden van
gegevenslogbestanden.
TOSHIBA Setup Utility
TOSHIBA Setup Utility is een BIOS Setup-hulpprogramma dat een
gebruikersinterface met een menu biedt, zodat u de BIOS-instellingen
gemakkelijk kunt bekijken en wijzigen.
U opent TOSHIBA Setup Utility als volgt:
1.Sla uw werk op.
2.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
3.Houd de toets F2 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de
computer is ingeschakeld.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
Om de wijzigingen op te slaan en het hulpprogramma af te sluiten drukt u
op de toets F10 en selecteert u Yes of selecteert u Exit -> Exit Saving Changes -> Yes. De computer wordt direct opnieuw opgestart.
Wanneer u LCD + External Display kiest onder de optie Power On
Display in TOSHIBA Setup Utility terwijl twee of meer externe
beeldschermen op uw computer zijn aangesloten, selecteert het
besturingssysteem het interne LCD-scherm en een van de externe
schermen om te gebruiken wanneer de computer wordt opgestart.
Gebruikershandleiding5-8
Page 94
TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud
Het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud wordt meegeleverd om het
interne opslagstation te wissen. Met dit hulpprogramma kunt u alle
gegevens en partities verwijderen en alle sectoren op de ingebouwde schijf
overschrijven.
Als er een externe vaste schijf op de computer is aangesloten, kan deze
ook worden gewist. Als u de gegevens van de externe vaste schijf echter
niet wilt verwijderen, koppelt u deze los van de computer.
U opent dit hulpprogramma als volgt:
1.Ga naar
Herstel.
2.Klik op Nu opnieuw opstarten onder Geavanceerde opstartopties.
3.Klik op Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud.
Als u de verwijderingsmethode hebt geselecteerd en de bewerking
vervolgt, gaan alle gegevens in de ingebouwde schijf (inclusief het
besturingssysteem en de herstelpartitie) verloren. Zorg dat u al
herstelmedia hebt gemaakt als u de computer wilt gebruiken nadat u de
vaste schijf of schijven hebt gewist.
(Instellingen) en klik op Bijwerken en beveiliging ->
Speciale voorzieningen
De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn
geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer
vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren.
*1 U opent Energiebeheer door te klikken op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Ingebouwde schijf
automatisch
uitschakelen
*1
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de
computer automatisch uitgeschakeld als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een
toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Met deze functie wordt de ingebouwde schijf
automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd
geen activiteit op de schijf heeft plaatsgevonden.
De ingebouwde schijf wordt ingeschakeld
wanneer deze weer wordt gebruikt. Dit kan
worden ingesteld via Energiebeheer.
Gebruikershandleiding5-9
Page 95
Systeem automatisch
in slaapstand/
sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de slaapstand of de sluimerstand gezet als
een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor
opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging
om ongeoorloofd gebruik van uw computer te
voorkomen.
Intelligente
stroomvoorziening
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent automatisch de
resterende accucapaciteit; de elektronische
onderdelen worden beschermd tegen abnormale
omstandigheden zoals extreme spanningspieken
vanuit de netadapter. Dit kan worden ingesteld
via Energiebeheer.
Energiebesparingsmodus
*1
Met deze voorziening kunt u de computer
configureren om accu-energie te besparen. Dit
kan worden ingesteld via Energiebeheer.
In-/uitschakelen via
*1
LCD
Met deze functie wordt de computer automatisch
uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
gesloten en weer ingeschakeld zodra het scherm
wordt geopend. Dit kan worden ingesteld via
Energiebeheer.
Automatische
sluimerstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de
computer niet meer kunt gebruiken, wordt
automatisch de sluimerstand geactiveerd en
wordt het systeem afgesloten. Dit kan worden
ingesteld via Energiebeheer.
SlaapstandAls u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de
software te hoeven sluiten. De gegevens worden
opgeslagen in het hoofdgeheugen van de
computer, zodat u kunt verder werken waar u
was gebleven wanneer u de computer weer
aanzet.
SluimerstandMet deze functie kunt u de stroom naar de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De inhoud van het
hoofdgeheugen wordt automatisch op de
ingebouwde schijf opgeslagen, zodat u uw werk
kunt hervatten op de plaats waar u was gebleven
wanneer u de computer weer aanzet. U moet de
sluimerstand inschakelen voordat u deze functie
kunt gebruiken. Raadpleeg het gedeelte
Sluimerstand activeren voor meer informatie.
Gebruikershandleiding5-10
Page 96
De functie USBactivering
Deze functie herstelt de computer uit de
slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten
die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is
aangesloten op een USB-poort, wordt de
computer geactiveerd als u met een muisknop
klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
Warmteverspreiding*1Om de processor tegen oververhitting te
beschermen, is deze voorzien van een interne
temperatuursensor die een ventilator inschakelt
of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de
interne temperatuur van de computer een
bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator
aan te zetten en daarna zo nodig de
processorsnelheid te verlagen of vice versa.
Deze functies worden beide ingesteld via
Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een
normaal niveau is gedaald, werken de ventilator
en de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van
beide instellingen een onaanvaardbaar hoog
niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In
dat geval gaan alle niet-opgeslagen gegevens in
het geheugen verloren.
Gebruikershandleiding5-11
Page 97
Hoofdstuk 6
Problemen oplossen
TOSHIBA heeft met deze computer een duurzaam product willen maken,
maar mochten zich problemen voordoen dan kunt u aan de hand van de
procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is.
Het is raadzaam kennis te nemen van dit hoofdstuk omdat u bepaalde
problemen kunt vermijden als u weet wat er fout kan gaan.
Probleemoplossingsproces
Als u zich aan de volgende richtlijnen houdt, kunt u probleem veel
makkelijker oplossen.
Stop meteen als u een probleem ontdekt, omdat doorgaan kan leiden
tot verlies van gegevens of schade. Ook kan waardevolle informatie
die met het probleem te maken heeft en kan worden gebruikt om het
op te lossen, verloren raken.
Kijk goed wat er gebeurt. Schrijf op wat het systeem doet en welke
handelingen u verrichtte vlak voordat het probleem zich voordeed.
Maak een schermafbeelding van het huidige scherm.
Vergeet niet dat de vragen en procedures die in dit hoofdstuk worden
beschreven, zijn bedoeld als leidraad, niet als onfeilbare
probleemoplossingstechnieken. Veel problemen kunnen eenvoudig worden
verholpen, maar voor enkele hebt u hulp nodig van de TOSHIBAondersteuning. Als u anderen wilt raadplegen, moet u het probleem zo
gedetailleerd mogelijk kunnen beschrijven.
Algemene controlepunten
Kies altijd eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn
eenvoudig te verhelpen, maar kunnen ogenschijnlijk ernstige problemen
veroorzaken:
Zorg ervoor dat u alle randapparatuur aansluit voordat u de computer
aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur
waarvan u gebruik maakt.
Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Als u
de computer weer aanzet, zal het nieuwe apparaat worden herkend.
Controleer of alle optionele accessoires correct zijn geconfigureerd in
het configuratieprogramma van de computer en of alle vereiste
stuurprogramma's zijn geladen (raadpleeg de documentatie bij de
optionele accessoires voor meer informatie over installatie en
configuratie).
Gebruikershandleiding
6-1
Page 98
Controleer of alle kabels op de juiste manier zijn aangesloten en
stevig vastzitten. Loszittende kabels kunnen signaalfouten
veroorzaken.
Controleer alle verbindingskabels op losse draden en alle connectoren
op losse pinnen.
Controleer of een eventuele schijf correct is geplaatst
Maak uitgebreide notities van uw bevindingen en bewaar deze in een
permanent foutenlogboek. Hierdoor kunt u gemakkelijker aan de
TOSHIBA-ondersteuning uitleggen wat de problemen zijn. Als een
probleem zich opnieuw voordoet, kunt u dit probleem aan de hand van dit
logboek bovendien sneller identificeren.
Het probleem analyseren
Soms geeft de computer aanwijzingen aan de hand waarvan u kunt
bepalen wat er aan de hand is. Houd daarom de volgende vragen in
gedachten:
Welk deel van de computer werkt niet naar behoren: toetsenbord,
vaste schijf/SSD, beeldscherm, touchpad,
touchpadbesturingsknoppen. Elk apparaat vertoont andere
symptomen.
Controleer de apparaten in het besturingssysteem om na te gaan of
de configuratie juist is ingesteld.
Wat is er op het beeldscherm te zien? Worden er berichten of
willekeurige tekens weergegeven? Maak een schermafbeelding van
het huidige scherm en zoek de berichten zo mogelijk op in de
documentatie bij de computer, de software of het besturingssysteem.
Controleer of alle kabels goed en stevig vastzitten, aangezien
loszittende kabels foutieve of onderbroken signalen kunnen
veroorzaken.
Branden de lichtjes en zo ja welke en in welke kleur en branden ze
doorlopend of knipperend? Noteer wat u ziet.
Hoort u piepjes, zo ja hoeveel, zijn ze lang of kort en hoog of laag?
Maakt de computer daarbij ongebruikelijke geluiden? Noteer wat u
hoort.
Noteer uw bevindingen, zodat u ze gedetailleerd kunt beschrijven aan de
TOSHIBA-ondersteuning.
Gebruikershandleiding
6-2
Page 99
SoftwareDe problemen worden wellicht door uw software
of schijf veroorzaakt. Als u een softwarepakket
niet kunt laden, is het programma misschien
beschadigd. Probeer in dat geval een andere
kopie van de software te laden.
Als tijdens het gebruik van een softwarepakket
een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de
softwaredocumentatie. Deze bevat meestal een
gedeelte over probleemoplossing of een
overzicht van foutberichten.
Vervolgens kijkt u of eventuele foutberichten
staan vermeld in de documentatie bij het
besturingssysteem.
HardwareAls u geen softwareprobleem kunt vinden,
controleert u de installatie en configuratie van de
hardware. Werk eerst de eerder genoemde
controlelijsten af en als u het probleem dan nog
steeds niet kunt verhelpen, probeert u de bron te
identificeren. In het volgende gedeelte vindt u
een controlelijst voor afzonderlijke componenten
en randapparaten.
Controleer, voordat u randapparatuur of toepassingen gaat gebruiken die
niet door TOSHIBA zijn goedgekeurd, of deze geschikt zijn voor gebruik
met uw computer. Het gebruik van incompatibele apparaten kan leiden tot
letsel of tot schade aan de computer.
Als er iets misgaat
De computer reageert niet op toetsenbordopdrachten.
Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten, doet u het volgende:
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt.
Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden
voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw programma reageert niet meer.
Als tijdens het werken met een programma plotseling alle bewerkingen
worden geblokkeerd, is het programma waarschijnlijk vastgelopen. U kunt
het desbetreffende programma afsluiten zonder het besturingssysteem af
te sluiten of andere programma's te sluiten.
U kunt een programma dat niet meer reageert, als volgt sluiten:
1.Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL en klik daarna op
Taakbeheer. Het venster Windows Taakbeheer verschijnt.
Gebruikershandleiding
6-3
Page 100
2.Selecteer het programma dat u wilt sluiten en klik op Beëindigen.
Nadat het programma is gesloten, zou u moeten kunnen doorwerken.
Zo niet, ga dan verder met de volgende stap.
3.Sluit de overige programma’s een voor een door de programmanaam
te selecteren en op Beëindigen te klikken. Nadat u alle programma's
hebt gesloten, zou u verder moeten kunnen werken. Zo niet, zet dan
de computer uit en start opnieuw op.
De computer wordt niet opgestart
Controleer of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
Als u de netadapter gebruikt, controleert u of het stopcontact werkt door er
een ander apparaat op aan te sluiten, zoals een lamp.
Controleer aan de hand van het aan/uit-lampje of de computer is
ingeschakeld.
Als het lampje brandt, staat de computer aan. Probeer ook de computer uit
en weer in te schakelen.
Als u een netadapter gebruikt, controleert u aan de hand van het DC IN-/
acculampje of de computer stroom krijgt via de externe voedingsbron. Als
het lampje brandt, is de computer aangesloten op een werkende
voedingsbron.
De computer laadt geen geavanceerde opties tijdens het
opstarten
Als u een van de volgende toetsen ingedrukt houdt tijdens het opstarten,
kan de computer de volgende geavanceerde opties laden.
ToetsGeavanceerde optie
F2TOSHIBA Setup Utility
F12Boot Menu (Opstartmenu)
0 (nul)Herstelopties
Als uw computer het besturingssysteem laadt in plaats van de gewenste
geavanceerde opties, doet u het volgende:
1.
Klik op Starten ->
2.Houd de desbetreffende toets ingedrukt en laat de toets los vlak nadat
de computer is ingeschakeld.
3.Volg de aanwijzingen op het scherm om verder te gaan.
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Controlelijst voor hardware en systeem
In dit gedeelte worden problemen besproken die worden veroorzaakt door
de hardware van de computer of door aangesloten randapparaten. In de
volgende gebieden kunnen zich elementaire problemen voordoen:
Gebruikershandleiding
6-4
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.