Toshiba LX830 User Manual [nl]

Gebruikers­handleiding
LX830

Inhoudsopgave

Voorwoord
Algemene voorzorgsmaatregelen
Hoofdstuk 1
Aan de slag
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Rondleiding
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding ii
Hoofdstuk 4
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage C
Bijlage D
Stroomvoorziening en spaarstanden
Problemen oplossen
Specificaties
Netsnoer en connectoren
Wettelijke voetnoten
Informatie voor draadloze apparaten
Index
Gebruikershandleiding
iii
Copyright
©2012 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste druk mei 2012 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel, Intel SpeedStep, Intel Core en Centrino zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Windows, Microsoft en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Bluetooth is een handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
SRS en het SRS-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van SRS Labs, Inc. De SRS-technologie wordt gebruikt onder licentie van SRS Labs, Inc.
Corel Digital Studio is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Corel Corporation.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak Company.
Gebruikershandleiding
iv
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association. MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association. Blu-ray Disc™, Blu-ray™, Blu-ray 3D™ en de logo's ervan zijn
handelsmerken van de Blu-ray Disc Association. QUALCOMM is een handelsmerk van Qualcomm Incorporated,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. ATHEROS is een handelsmerk van Qualcomm Atheros, Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Realtek is een gedeponeerd handelsmerk van Realtek Semiconductor Corporation.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn genoemd.
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne. Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv. Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet­compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv­toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe apparaten en de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI­poort en de microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van
Gebruikershandleiding v
TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: TOSHIBA America Information Systems, Inc.
9740 Irvine Boulevard
Irvine, Californië 92618-1697, V.S.
Telefoon: (949) 583-3000
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website http://epps.toshiba-teg.com.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen, met name de richtlijn voor elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) voor het notebook en de elektronische accessoires, waaronder de meegeleverde netadapter, de richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur (1999/5/EG) in het geval van geïmplementeerde telecommunicatieaccessoires en de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) voor de meegeleverde netadapter. Bovendien voldoet het product aan de richtlijn inzake ecologisch ontwerp 2009/125/EG (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de relevante EMC- (Elektromagnetische compatibiliteit) en veiligheidsnormen. TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die
Gebruikershandleiding
vi
deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/ geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Werkomgeving
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht­industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde 'commerciële, licht-industriële en woonomgevingen' af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet goedgekeurd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
omgevingen met medische apparatuur gemotoriseerde voertuigen vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geoorloofde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geoorloofde omgevingen. In het geval van auto’s of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
Gebruikershandleiding
vii
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE HTTP://WWW.MPEGLA.COM.
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA Corporation de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de Canadese regeling voor storingsveroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la class B respecte toutes les exgences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
De volgende informatie is alleen van toepassing voor lidstaten van de EU:
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Door producten en batterijen gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba­europe.com) of neemt u contact op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Gebruikershandleiding viii
Afvalverwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de richtlijn inzake batterijen en accu's (2006/66/EG), worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak.
Door producten en batterijen/accu's afzonderlijk in te leveren, helpt u producten en batterijen op de juiste wijze te verwerken. Ook draagt u eraan bij mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Voor meer informatie over inzameling en recycling in uw land bezoekt u onze website (http://eu.computers.toshiba­europe.com) of neemt u contact op met het gemeentekantoor of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verwijdering van de computer en de computeraccu's
Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor nadere informatie.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor meer details met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de juiste wijze weggooien hiervan.
Verklaring over REACH-compatibiliteit
De nieuwe verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen), is vanaf 1 juni 2007 van kracht. TOSHIBA voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten informatie te geven over de chemische stoffen in onze producten in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website reach voor informatie over de aanwezigheid in onze producten van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens artikel 59(1) van verordening (EG)
Gebruikershandleiding
www.toshiba-europe.com/computers/info/
ix
Nr. 1907/2006 („REACH“) in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent (g/g).
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Overeenstemming met EEE-richtlijnen: TOSHIBA voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 26891 'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
Gebruikershandleiding x
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®­richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, hieraan voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY STAR®-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR­programma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden. TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Producten die een ENERGY STAR hebben, voorkomen uitstoting van broeikasgassen doordat ze voldoen aan de strenge richtlijnen die zijn ingesteld door de US EPA en de Europese Commissie. Volgens de EPA gebruikt een computer die aan de nieuwe ENERGY STAR-specificaties voldoet tussen 20% en 50% minder energie, afhankelijk van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org of http://www.energystar.gov voor meer informatie over het ENERGY STAR-programma.
Veiligheidsinstructies voor optische schijfstations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Het station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Gebruikershandleiding xi
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
Panasonic Precision Devices Co., Ltd.
1080 Takano Nagomi-machi Tamana-Gun Kumamoto, Japan
TOSHIBA SAMSUNG STORAGE TECHNOLOGY KOREA CORPORATION 14F, Bldg. No.102, Digital empire2, 486 Sin-dong, Yeongtong-gu, Suwon-si, Gyeonggi-do, Korea, 443-734
Hitachi-LG Data Storage, Inc. 22-23,KAIGAN 3-CHOME, MINATO-KU,TOKYO,108-0022 JAPAN
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
1. Panasonic Precision Devices Co., Ltd.
Blu-ray™-combinatiestation Blu-ray™-schrijfstation
2. TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE
DVD SuperMulti met Double Layer
3. HITACHI-LG Data Storage, Inc.
Gebruikershandleiding
DVD SuperMulti met Double Layer Blu-ray™-combinatiestation Blu-ray™-schrijfstation
xii
Voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1­LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde Authorized Toshiba Service Center. Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.
Gebruikershandleiding xiii

Voorwoord

Gefeliciteerd met de aankoop van deze computer. Deze krachtige, hoogpresterende staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-functionaliteit.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.

Afkortingen

Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.

Pictogrammen

Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie biedt.

Toetsen

De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. ENTER duidt bijvoorbeeld de ENTER-toets aan.

Toetsbediening

Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent CTRL + C dat u op C moet drukken terwijl u CTRL ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, houdt u de eerste twee ingedrukt en drukt u tegelijkertijd op de derde.
Gebruikershandleiding
xiv
ABC Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.

Mededelingen

Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.

Terminologie

Deze term wordt in dit document als volgt gedefinieerd:
Start
Gebruikershandleiding xv
Het woord 'Start' verwijst naar de knop ' ' in Windows 7.

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Zorg voor afdoende ventilatie

Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af. Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel. Bedek of blokkeer de luchtopeningen nooit. Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer. Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht. Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset. Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters. Extreme hitte, koude of vochtigheid. Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Gebruikershandleiding
xvi

Blessures door overbelasting

Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting

De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.

Beschermende aarding

Apparatuur die is verbonden met de beschermende aarding van het gebouw via de lichtnetaansluiting of via andere apparatuur die is verbonden met de beschermende aarding, en die met een coaxkabel is aangesloten op een kabeldistributiesysteem, kan in sommige gevallen brandgevaar veroorzaken. Daarom moet het apparaat op een kabeldistributiesysteem worden aangesloten via een apparaat dat elektrische isolatie biedt onder een bepaald frequentiebereik (galvanische isolatie, zie EN 6072811).

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding
xvii
Hoofdstuk 1
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer u de volgende items hebt:
TOSHIBA All-in-One personal computer TOSHIBA draadloos toetsenbord van volledige grootte TOSHIBA draadloze optische muis TOSHIBA daadloze ontvanger (dongle) Afstandsbediening (geleverd bij sommige modellen) Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes) Vier AAA-batterijen (voor draadloos toetsenbord/muis)

Documentatie

Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Software

Het volgende Windows®-besturingssysteem en de volgende software zijn vooraf geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Aan de slag Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort Garantie-informatie
Windows 7 TOSHIBA Recovery Media Creator TOSHIBA Assist
1-1
TOSHIBA Flash Cards TOSHIBA Disc Creator TOSHIBA VIDEO PLAYER TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor Windows Media Player TOSHIBA Blu-ray Disc Player Corel Digital Studio for TOSHIBA TOSHIBA Media Controller Hulpprogramma TOSHIBA HDD/SSD-waarschuwing TOSHIBA eco Utility TOSHIBA HW Setup (hulpprogramma) TOSHIBA PC-diagnoseprogramma TOSHIBA-webcameratoepassing TOSHIBA Accessibility TOSHIBA Service Station TOSHIBA PC Health Monitor TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand CyberLink PowerCinema voor TOSHIBA CyberLink YouPaint Gebruikershandleiding (deze handleiding)
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle bovengenoemde software.

Aan de slag

Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Gebruikershandleiding
Lees in elk geval de paragraaf De computer voor het eerst opstarten.
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met een computer te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
De netadapter aansluiten De draadloze ontvanger aansluiten De batterijen van het toetsenbord en de muis plaatsen Het toetsenbord/de muis koppelen Het apparaat inschakelen Voor het eerst opstarten De computer uitschakelen De computer opnieuw opstarten
1-2
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Het is verstandig om af en toe een back-up van de interne vaste schijf of een ander primair opslagapparaat te maken op externe media. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de vaste schijf of op een ander opslagmedium. Als u dat niet doet, kan dit mogelijk resulteren in gegevensverlies.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de computer wilt gebruiken De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt met de spanning en frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat niet doet, kunnen er brand of elektrische schokken optreden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 1-3
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en ­voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen precies in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
Afbeelding 1-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 1-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
Gebruikershandleiding 1-4
2. Sluit de uitgangsstekker van de netadapter aan op de DC IN-ingang
2
1
(19 V) op de achterkant van de computer.
Afbeelding 1-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1. Gelijkstroomuitgangsstekker 2. Gelijkstroomingang (19 V)
3. Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. Het voedingslampje op de voorzijde van de computer moeten nu gaan branden.
Gewoonlijk kunt u de kantelhoek van het LCD-scherm (15~30 graden verticaal) aanpassen door op het bovenste deel te duwen of eraan te trekken, waarbij de standaard over de tafel schuift. In de volgende situaties wordt het echter aanbevolen de standaard handmatig aan te passen in plaats van over de tafel te verschuiven:
De standaard kan de tafel beschadigen De standaard kan niet gemakkelijk over de tafel schuiven
Let erop dat u uw vingers niet op het schanier tussen de achterzijde van de computer en de standaard houdt omdat dit kan leiden tot letsel, zoals een beknelde vinger.
Voor modellen met een subwoofer wordt het aangeraden de kabels niet door de opening in de standaard te laten lopen aangezien dit kan leiden tot interferentie.

De draadloze ontvanger aansluiten

Om het draadloze toetsenbord en de muis te kunnen gebruiken, moet u eerst een koppeling tot stand brengen tussen de computer en het toetsenbord/de muis door de volgende stappen uit te voeren:
1. Open het klepje van de draadloze ontvanger op de computer.
Gebruikershandleiding
1-5
2. Plaats de draadloze ontvanger in de daarvoor bestemde aansluiting.
1
2
3
21
Afbeelding 1-4 De dongle op de computer aansluiten
1. Klepje van draadloze ontvanger 3. Draadloze ontvanger (dongle)
2. Aansluiting voor draadloze ontvanger
3. Sluit het klepje van de draadloze ontvanger.
Plaats de computer en het draadloze toetsenbord/de muis op een bepaalde afstand omdat het toetsenbord/de muis anders niet correct werkt.

De batterijen van het toetsenbord en de muis plaatsen

De batterijen in de muis plaatsen
1. Open het batterijklepje van de draadloze muis.
2. Plaats twee AAA-batterijen in de batterijruimte.
Afbeelding 1-5 De batterijen in de muis plaatsen
1. Batterijklepje
2. Batterijen
3. Sluit het batterijklepje.
De batterijen van het toetsenbord plaatsen
1. Open het batterijklepje van het draadloze toetsenbord.
Gebruikershandleiding
1-6
2. Plaats twee AAA-batterijen in de batterijruimte.
1
2
2
1
Afbeelding 1-6 De batterijen van het toetsenbord plaatsen
1. Batterijklepje 2. Batterijen
3. Sluit het batterijklepje.

Het toetsenbord/de muis koppelen

Het draadloze toetsenbord of de draadloze muis kan automatisch door de computer worden gedetecteerd. Dit kan echter ook onverwacht mislukken. In dat geval moet u het draadloze toetsenbord/de muis koppelen door de volgende stappen uit te voeren:
1. Open het klepje van de draadloze ontvanger op de computer.
2. Druk met een dun voorwerp, zoals een pincet, op de koppelingsknop van de dongle.
Afbeelding 1-7 Druk op de koppelingsknop van de dongle
1. Koppelingsknop 2. Pincet
3. Schuif de aan/uit-schakelaar op de achterkant van het toetsenbord/de muis naar de positie AAN.
4. Druk op de koppelingsknop van het toesenbord/de muis. Raadpleeg de paragrafen Draadloos toetsenbord en Draadloze muis in hoofdstuk 2, Rondleiding, voor de locatie van de koppelingsknop.
De koppeling wordt tot stand gebracht.

Het apparaat inschakelen

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u de computer aanzet. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg de paragraaf De
stroomvoorziening controleren in hoofdstuk 5, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
Gebruikershandleiding 1-7
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
1
Windows.
Houd de aan/uit-knop van de computer twee à drie seconden ingedrukt.
Afbeelding 1-8 Het apparaat inschakelen
1. Aan/uit-knop

Voor het eerst opstarten

Het opstartscherm van Windows 7 wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Volg de aanwijzingen in elk scherm om het besturingssysteem te installeren.
Lees zorgvuldig de Licentievoorwaarden voor de software door wanneer deze worden weergegeven.

Het apparaat uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende drie modi: afsluitmodus, sluimerstand of slaapstand.
Afsluitmodus
Wanneer u het apparaat uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer zal bij het inschakelen het hoofdscherm van het besturingssysteem worden weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf of een opslagmedium.
Gebruikershandleiding
1-8
2. Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Dit zou tot gegevensverlies kunnen leiden.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Als u dat wel doet, kan dit tot gegevensverlies leiden.
3. Klik op Start.
4.
Klik op de knop Uitschakelen ( ).
5. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden de gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer inschakelt.
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd helemaal uit te zetten. Hierbij moet u ook functies voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de computer niet volledig op deze manier uitschakelt, kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet-opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, houdt u de aan/uit­knop of een toets op het toetsenbord kort ingedrukt.
Gebruikershandleiding 1-9
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer (dat u opent via Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Start, wijs het pijlpictogram ( ) aan en selecteer Slaapstand in het menu.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer (dat u opent door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer).
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje oranje.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen op de vaste schijf wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld als de computer weer wordt aangezet.
Gebruikershandleiding 1-10
Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Wanneer de computer in de sluimerstand staat, dient u geen geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan gegevens verloren.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Gegevens worden opgeslagen op de vaste schijf. Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren. De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op Start.
2.
Wijs het pijlpictogram (
) aan en selecteer Sluimerstand in
het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en beveiliging en vervolgens op Energiebeheer.
3. Selecteer Het gedrag van de aan/uit-knop bepalen.
4. Activeer de gewenste zuinige slaapstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-knop druk.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren.
Gebruikershandleiding 1-11
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

De computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u de computer opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld:
Als u bepaalde systeeminstellingen hebt gewijzigd Als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Als u de computer opnieuw moet opstarten, zijn er drie manieren om dit te doen:
Klik op Start, wijs het pijlpictogram ( ) aan en selecteer Opnieuw opstarten in het menu.
Druk tegelijk op CTRL, ALT en DEL (eenmaal) om het menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw starten onder Opties voor afsluiten.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door de aan/uit­knop in te drukken.
Gebruikershandleiding 1-12
Rondleiding
6
1
7
5
2 4
3
8
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over niet-
toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.

Computer

Voorkant

De volgende afbeelding illustreert de voorkant van de computer.
Hoofdstuk 2
Afbeelding 2-1 Voorkant van de computer
1. Bluetooth-antenne, draadloos LAN-antenne (niet zichtbaar)*
2. Microfoon 6. Infraroodontvangstvenster*
3. Webcamlampje 7. Luidsprekers
4. Webcam 8. Beeldscherm
* Aanwezig op sommige modellen.
Bluetooth-antenne Sommige computers in deze serie zijn uitgerust
5. Aan/uit-knop
met een Bluetooth-antenne.
Gebruikershandleiding 2-1
Draadloos LAN­antenne
Sommige computers in deze serie worden geleverd met antennes voor draadloos LAN.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over
draadloos LAN.
Microfoon Met de ingebouwde microfoon kunt u geluiden
voor uw toepassingen importeren en opnemen.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma zoals Windows Live
Messenger. Met de TOSHIBA­webcameratoepassing kunt u diverse video-
effecten aan uw video of foto toevoegen. Hiermee kunt u video verzenden en chatten met
videobeelden via internet met behulp van speciale toepassingen.
Raadpleeg de online Help van de webcamtoepassing voor meer informatie.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Als u opnamen maakt bij weinig licht, selecteert dan Nachtmodus voor heldere beelden met minder ruis.
Aan/uit-knop Druk op de aan/uit-knop om de computer in en
uit te schakelen. Bij aansluiting op de netadatper brandt het aan/
uit gewoonlijk wit wanneer de computer is ingeschakeld en amber wanneer de computer is uitgeschakeld. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje (circa twee seconden aan en twee seconden uit).
Gebruikershandleiding 2-2
Infraroodontvangst-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
10
venster
Het infraroodontvangstvenster ontvangt signalen van de afstandsbediening waarmee u de computer of toepassingen kunt bedienen.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd.
Beeldscherm Lcd-scherm van 54,61 cm (21,2 inch) of 58,42
(23 inch), geconfigureerd met de volgende resolutie:
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Wettelijke voetnoot (LCD) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
LCD-scherm.

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Afbeelding 2-2 Linkerkant van de computer
1. Knop Beeldscherm uitschakelen 6. Knop Volume omlaag
2. AV-selectieknop 7. Geheugenmediasleuf
3. Knop Helderheid verhogen 8. Hoofdtelefoonaansluiting
4. Knop Helderheid verlagen 9. Microfoonaansluiting
5. Knop Volume omhoog 10. Universal Serial Bus (USB 3.0)-
* Aanwezig op sommige modellen.
Knop Beeldscherm uitschakelen
Druk op deze knop om het beeldscherm van de computer uit te schakelen.
poorten*
Gebruikershandleiding 2-3
AV-selectieknop Druk op deze knop om te wisselen tussen de AV-
invoermodi.
Knop Helderheid verhogen
Knop Helderheid verlagen
Knop Volume omhoog
Druk op deze knop om de helderheid van het computerscherm te verhogen.
Druk op deze knop om de helderheid van het computerscherm te verlagen.
Druk op deze knop om het volume van de computer te verhogen.
Knop Volume omlaag Druk op deze knop om het volume van de
computer te verlagen.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg de paragraaf Optionele apparaten in hoofdstuk 3, Basisbeginselen, voor meer informatie.
Hoofdtelefoonaan­sluiting
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoonaansluiting kan een stereohoofdtelefoon worden aangesloten.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor stereomicrofooninvoer worden aangesloten.
Het ingebouwde geluidssysteem ondersteunt de interne luidsprekers en microfoon van de computer en biedt aansluitingsmogelijkheden voor een externe microfoon en een hoofdtelefoon.
Gebruikershandleiding 2-4
Universal Serial Bus-
1
poorten (USB 2.0 of
3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0­of 3.0-standaard, bevinden zich in de linkerkant van de computer.
Het type USB-poort hangt af van het gekochte model. De blauwe poort is de USB 3.0-poort.
De USB 2.0-poort is compatibel met de USB 2.0­standaard en is niet compatibel met USB 3.0­apparaten.
De USB 3.0-poort is compatibel met de USB 3.0­standaard en is neerwaarts compatibel met USB
2.0-apparaten. De poort met het pictogram
biedt de functie
Slaapstand en laden.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Het is in dit verband van belang te weten dat sommige functies die verbonden zijn aan een bepaald apparaat, niet goed werken.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Afbeelding 2-3 Rechterkant van de computer
1. Optisch station
Gebruikershandleiding 2-5
Optisch station De computer kan zijn geconfigureerd met een
8 9
10
2
3
4 5 6
7
1
DVD Super Multi-station, Blu-ray™­combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation.
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.

Terug

De volgende afbeelding illustreert de achterkant van de computer.
Afbeelding 2-4 De achterkant van de computer
1. Luchtopeningen 6. Tv-antenneaansluiting*
2. Sleuf voor draadloze ontvanger (dongle)
3. Sleuf voor geheugenmodule 8. Universal Serial Bus (USB 2.0)-
4. HDMI-uit-poort* 9. LAN-aansluiting
5. HDMI-in-poort
7. Sleuf beveiligingsslot
poorten*
10. Gelijkstroomingang (19 V)
* Aanwezig op sommige modellen.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de koelopeningen komen. Metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
U houdt uw computer in optimale staat door uw werkplek te beschermen tegen stof, vocht en direct zonlicht. Wanneer u de computer in een stoffige ruimte gebruikt, kan zich in de luchtopeningen stof en vuil verzamelen. Als dit gebeurt, bestaat het gevaar dat de computer oververhit raakt, wat ertoe kan leiden dat de computer tijdens gebruik wordt uitgeschakeld. Verwijder
Gebruikershandleiding 2-6
het stof van het oppervlak van de luchtopeningen voorzichtig met een zachte doek.
Sleuf voor draadloze ontvanger (dongle)
In deze sleuf kunt u een draadloze ontvanger installeren. Raadpleeg hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
Sleuf voor geheugenmodule
In deze sleuven kunt u een extra geheugenmodule plaatsen, vervangen en verwijderen.
In de twee geheugensleuven kunnen optionele geheugenmodules van 2 GB, 4 GB of 8 GB worden geïnstalleerd voor een maximum van 16 GB systeemgeheugen. De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg de paragraaf Aanvullende
geheugenmodule in hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
HDMI-uit-poort Op de HDMI-uit-poort kan een HDMI-kabel met
een type A-stekker worden aangesloten.
HDMI-in-poort Als u de HDMI-kabel aansluit op deze poort,
kunnen de video- en audiosignalen van digitale apparaten zoals notebooks of camcorders worden verzonden en weergegeven op deze computer.
Aansluiting tv-tuner Sluit de coaxkabel aan op deze poort om tv-
programma's op de computer te kijken of op te nemen.
De afmetingen en vorm van de tv­tuneraansluiting verschillen per regio.
Sommige modellen zijn uitgerust met een tv­tuner.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.
Universal Serial Bus (USB 2.0)-poorten
Twee of vier USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0-standaard, bevinden zich in de achterkant van de computer.
Gebruikershandleiding 2-7
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg hoofdstuk 3,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
Op de LAN-poort mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Koppel de LAN-kabel niet aan een voedingsbron. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
Gelijkstroomingang (19 V)
Op deze aansluiting sluit u de netadapter aan om de computer van stroom te voorzien. Let erop dat u alleen het type netadapter gebruikt dat bij de computer is geleverd ten tijde van de aankoop. Het gebruik van een verkeerde netadapter kan de computer beschadigen (afhankelijk van het gekochte model).

Draadloos toetsenbord

Voorkant

In de volgende afbeelding ziet u de voorkant van het draadloze toetsenbord.
Afbeelding 2-5 Voorkant van draadloos toetsenbord

Achterkant

In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van het draadloze toetsenbord.
Gebruikershandleiding
2-8
1 52 3 4
1. Standaard 4. Batterijklepje
2
3
4
1
2. Koppelingsknop 5. Standaard
3. Aan/uit-schakelaar (toetsenbord)
Standaard Hiermee kun u het toetsenbord kantelen. Koppelingsknop In normale omstandigheden wordt deze knop niet
Aan/uit-schakelaar (toetsenbord)
Batterijklepje Dekt de batterijen in het toetsenbord af.

Draadloze muis

Afbeelding 2-6 Achterkant van draadloos toetsenbord
gebruikt. Hiermee schakelt u het toetsenbord in.

Voorkant

In de volgende afbeelding ziet u de voorkant van de draadloze muis.
Afbeelding 2-7 Voorkant van draadloze muis
1. Wieltje
2. Batterijlampje (muis) 4. Linkerknop
Wieltje Voor verticaal of horizontaal schuiven. Batterijlampje (muis) Dit lampje brandt gewoonlijk gedurende vijf
seconden wanneer de muis wordt ingeschakeld. Als het lampje vijf seconden knippert, betekent dat dat de batterijen in de muis bijna leeg zijn.
Gebruikershandleiding 2-9
Als het lampje twee seconden snel knippert en daarna uitgaat, zijn de batterijen in de muis leeg.
3. Rechterknop
Rechterknop Voor normale gebruik als rechtermuisknop.
1
2
3
4
Linkerknop Voor normale gebruik als linkermuisknop.

Achterkant

In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de draadloze muis.
Afbeelding 2-8 Achterkant van de draadloze muis
1. Aan/uit-schakelaar (muis) 3. Koppelingsknop
2. Optische sensor 4. Batterijklepje
Aan/uit-schakelaar (muis)
Optische sensor Wordt gebruik om de positie van de muis te
Koppelingsknop In normale omstandigheden wordt deze knop niet
Batterijklepje Dekt de batterijen in de muis af.

Afstandsbediening

Met de afstandsbediening, die bij sommige modellen wordt geleverd, kunt u bepaalde functies van de computer op afstand uitvoeren.
De afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met Windows Media Center om discs en video's af te spelen, om foto's te bekijken en om televisieprogramma's te bekijken en op te nemen.
Met de afstandsbediening navigeert u in Windows Media Center op dezelfde manier als waarop u met een afstandsbediening door televisieopties navigeert of de weergave van een film met een videorecorder of DVD-speler regelt.
Gebruiksmogelijkheden van de afstandsbediening:
Alle schermen in Windows Media Center bedienen en erin navigeren. Bediening van de weergave van video of live-tv. De computer in de slaapstand zetten en weer activeren.
Raadpleeg de paragraaf De afstandsbediening gebruiken in dit hoofdstuk voor informatie over het gebruik van de afstandsbediening en over het plaatsen en verwijderen van de batterij.
Hiermee schakelt u de muis in.
bepalen.
gebruikt.
Gebruikershandleiding 2-10
Afbeelding 2-9 Afstandsbediening
5
4
2
3
9
8
12
14
17
16
19
25
22
6
7
1
10
11
13
15
18
20
21
23
24
1. Aan/uit-knop 8. Rode knop 14. Kanaal-/
20. Pauzeren
paginaregeling
2. Starten 9. Groene knop 15. Pijlen en OK 21. Stoppen
3. Teletekst 10.Gele knop 16. Dempen 22. Volumeregeling
4. Opgenomen tv 11. Blauwe knop 17. Terugspelen 23. Afspelen
5. Gids 12. Terug 18. Overslaan 24. FWD (vooruitspoelen)
6. Live-tv 13. Meer
informatie
7. DVD-menu
19. Opnemen 25. REW (terugspoelen)
Aan/uit Hiermee wordt het besturingssysteem gestart of
afgesloten. Deze knop werkt als de Aan/uit-knop van de computer. De slaapstand komt standaard overeen met het uitschakelen van uw computer. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op Start ->
Start Hiermee opent u Windows Media Center in het
Teletekst Hiermee wordt teletekst weergegeven of
Gebruikershandleiding 2-11
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer. U kunt kiezen uit
de volgende vier opties: Niets doen, Slaapstand, Sluimerstand en Uitschakelen.
hoofdvenster.
afgesloten.
Opgenomen tv Hiermee kunt u de opname van tv-programma's
starten. De functie Opgenomen tv van Windows Media Center wordt geactiveerd.
Gids Hiermee opent u de tv-programmagids en
worden tv-kanalen en -programma's weergegeven die bekeken en opgenomen kunnen worden.
Live-tv Hiermee kunt u beelden schermvullend
weergeven. Hiermee gaat u ook terug naar het actuele moment in een live-tv-programma, als u live-tv hebt gepauzeerd.
DVD-menu Hiermee opent u het hoofdmenu van een DVD-
film, indien beschikbaar.
Rode, groene, gele en blauwe knop
Hiermee springt u naar een vaste koppeling. Sommige modellen zijn niet uitgerust met deze knoppen.
Terug Hiermee wordt het vorige venster weergegeven.
Meer info Deze knop heeft dezelfde functie als de
secundaire (rechter)muisknop. Hiermee kunt u meer uitvoerbare opties weergeven.
Kanaal/pagina omhoog (+) en omlaag (-)
Hiermee verandert u het tv-kanaal of gaat u één pagina omhoog of omlaag, afhankelijk van de beschikbare opties.
Pijlen en OK Pijlen: hiermee verplaatst u de cursor binnen de
vensters van Windows Media Center. OK: hiermee selecteert u de gewenste actie of
schermoptie. Dit heeft dezelfde functie als de
ENTER-toets.
Dempen Hiermee schakelt het geluid van de computer in/
uit.
Terugspelen Hiermee spoelt u het medium achteruit.
Overslaan Hiermee spoelt u het medium vooruit.
Gebruikershandleiding 2-12
Opnemen Hiermee neemt u de geselecteerde tv-
programma's op en worden deze op de vaste schijf opgeslagen.
Pauzeren Hiermee onderbreekt u de weergave van een
audionummer of videotrack en van live of opgenomen tv-programma's.
Stoppen Hiermee stopt u het medium dat op dat moment
wordt afgespeeld.
Volumeregeling Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume terwijl
u tv of DVD kijkt of een CD afspeelt.
Afspelen Hiermee speelt u het geselecteerde medium af.
FWD (vooruitspoelen) Hiermee spoelt u het medium (video, disc,
muziek enzovoort) vooruit.
REW (terugspoelen) Hiermee spoelt u het medium (video, disc,
muziek enzovoort) terug.

Gebruik van de afstandsbediening

Sommige computers worden geleverd met een afstandsbediening, waarmee een aantal van de functies van de computer op afstand kunnen worden bediend.
De afstandsbediening is speciaal ontworpen voor deze computer.
Sommige toepassingen bieden mogelijk geen ondersteuning voor afstandsbedieningsfuncties.
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de computer en druk op een toets. De werkzame hoek en afstand worden hierna beschreven.
Afstand Binnen 5 m van het infraroodontvangstvenster. Hoek Binnen een hoek van 15 graden horizontaal en
15 graden verticaal ten opzichte van het infraroodontvangstvenster.
Gebruikershandleiding 2-13
Afbeelding 2-10 Gebruiksbereik van de afstandsbediening
1
2
15°
15°
15°
15°
Vertically
Vertically
1. Infraroodontvangstvenster 2. Afstandsbediening
Het uiterlijk van de meegeleverde afstandsbediening hangt af van het aangeschafte model.
Zelfs als de afstandsbediening zich binnen het aangegeven effectieve bereik bevindt, werkt deze mogelijk niet of niet correct in de volgende gevallen.
Als tussen het infraroodontvangstvenster van de computer en de afstandsbediening een obstakel staat.
Als direct zonlicht of sterk tl-licht op het infraroodontvangstvenster valt.
Als het infraroodontvangstvenster of gedeelte van de afstandsbediening waaruit het infraroodlicht komt vuil is.
Als er in de buurt van de computer wordt gewerkt met andere computers die een infraroodafstandsbediening gebruiken.
Als de batterijen bijna leeg zijn.

De batterij plaatsen/vervangen

Zorg dat u de meegeleverde batterij plaatst voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Bewaar de batterij voor de afstandsbediening buiten bereik van kinderen. Een kind kan stikken als het een batterij inslikt. Mocht dit gebeuren, waarschuw dan direct een arts.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterijen van de afstandsbediening gebruikt.
Gebruik geen andere batterij dan de aangegeven batterij.
Plaats de batterij met de positieve (+) en negatieve pool (-) in de juiste richting.
De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of aan vuur blootstellen.
Gebruikershandleiding 2-14
Gebruik geen batterijen waarvan de houdbaarheidsdatum is
RC6
ir
Made in China
MCE IR Remote Control Model: G83C000BF116
1x 3V CR2032 Lithium battery
verstreken of die geheel leeg zijn.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden of andere metalen voorwerpen.
Bij het opbergen of weggooien van batterijen dient u de polen (+ en -) met isolatietape te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting, lekkage of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel ontstaan. Wanneer de huid of kleding in aanraking komt met batterijvloeistoffen, dient u deze direct te wassen met schoon water. Als batterijvloeistof in de ogen komt, moet u de ogen onmiddellijk spoelen met schoon water en een arts raadplegen. Raak de batterijvloeistof op instrumenten of apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af met een doek of papieren handdoek.
Wanneer de batterij die bij de afstandsbediening wordt geleverd, leeg is, vervangt u deze door een in de winkel verkrijgbare CR2032-batterij. Andere soorten batterijen mogen niet worden gebruikt.
De batterij plaatsen en vervangen
1. Open het batterijklepje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Schuif de batterij uit het batterijvak.
Afbeelding 2-11 De batterij plaatsen/vervangen
3. Plaats de nieuwe batterij op de juiste plaats. Plaats de batterij met de polariteiten in de juiste positie. Duw de batterij in het batterijvak.
4. Sluit het batterijklepje stevig.

Interne hardwareonderdelen

In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer beschreven.
Gebruikershandleiding 2-15
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw model bevat, opent u TOSHIBA PC diagnoseprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> PC diagnoseprogramma.
Wettelijke voetnoot (CPU) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
CPU.
Vaste schijf De grootte van de vaste schijf is afhankelijk van
het model. Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, opent u TOSHIBA PC diagnoseprogramma door te klikken op Start ->
Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> PC diagnoseprogramma.
Houd er rekening mee dat een deel van de ruimte op de vaste schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van vaste schijf) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
capaciteit van de vaste schijf.
RTC-batterij Het apparaat heeft een interne batterij voor de
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
Video-RAM Het geheugen in de grafische kaart van een
computer, dat wordt gebruikt om het beeld op te slaan dat wordt weergegeven op een bitmapscherm.
De beschikbare hoeveelheid video-RAM is afhankelijk van het systeemgeheugen van de computer.
Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm ­> Resolutie aanpassen.
U kunt de hoeveelheid video-RAM controleren door te klikken op de knop Geavanceerde instellingen in het venster Schermresolutie.
Gebruikershandleiding 2-16
Wettelijke voetnoot (geheugen (hoofdsysteem)) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over het
geheugen (hoofdsysteem).
Beeldschermcontrol­ler
De beeldschermcontroller zet software­opdrachten om in hardware-opdrachten die bepaalde elementen op het scherm in- of uitschakelen.
De schermcontroller bestuurt tevens de videomodus en bepaalt de schermresolutie en het maximum aantal kleuren dat tegelijk op het beeldscherm kan worden weergegeven op basis van industriestandaards. Software die voor een bepaalde videomodus is geschreven, kan worden gebruikt op elke computer die deze modus ondersteunt.
Aangezien het beeldscherm een hoge resolutie heeft, kunnen regels worden afgebroken wanneer beelden in de tekstmodus en schermvullend worden weergegeven.
Grafische controller De grafische controller maximaliseert de
prestaties van het beeldscherm.
Wettelijke voetnoot (Graphics Processing Unit (GPU)) Raadpleeg bijlage C, Wettelijke voetnoten, voor meer informatie over de
GPU (Graphics Processing Unit).
Gebruikershandleiding 2-17
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de basisbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

Touchscreen

Sommige modellen zijn voorzien van een capacitief touchscreen. Met uw vinger kunt u pictogrammen, knoppen, menuopties, het
schermtoetsenbord en andere items op het aanraakscherm aansturen.
Tikken Tik eenvoudig met uw vinger op het aanraakscherm om de items op
het scherm te gebruiken, zoals pictogrammen voor toepassingen en instellingen, om letters en symbolen te typen met het schermtoetsenbord of om op knoppen op het scherm te tikken.
Drukken en vasthouden Druk op een item op het scherm en laat uw vinger staan totdat er iets
gebeurt. Dit werkt op dezelfde manier als klikken met de rechtermuisknop van een standaardmuis.
Slepen Tik op een item, laat uw vinger even staan en verplaats uw vinger
vervolgens, zonder deze op te tillen, over het scherm totdat u de doelpositie hebt bereikt.
Vegen of schuiven Voor deze bewerking beweegt u uw vinger snel over het
schermoppervlak zonder te pauzeren wanneer u het scherm voor het eerst aanraakt (zodat u het item niet versleept). U kunt bijvoorbeeld omhoog of omlaag schuiven om door een lijst te bladeren.
Dubbeltikken Tik twee keer snel op een kaart of ander scherm om in te zoomen.
Knijpen In sommige toepassingen (zoals Browser en Galerij) kunt u in- en
uitzoomen door twee vingers tegelijkertijd op het scherm te plaatsen en ze samen te knijpen of te spreiden.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u op het touchscreen tikt. Hierdoor kan het scherm beschadigd raken of de computer omvallen.
Hoofdstuk 3
Gebruikershandleiding 3-1

Het toetsenbord

Het indelingen van het meegeleverde draadloze toetsenbord zijn compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 104/105 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunnen alle uitgebreide functies van dit toetsenbord op de computer worden uitgevoerd.
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn vijf soorten toetsenbordtoetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen, zogenoemde 'softkeys', sneltoetsen en speciale Windows-toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Dit kan schade veroorzaken aan de onderdelen onder de toetsen.

Toetsenbordlampjes

Om de stroom van het toetsenbord te besparen, heeft het toetsenbord geen lampje. De computer geeft de status van NUM LOCK, CAPS LOCK , SCROLL LOCK en de toetsenbordbatterij aan via pictogrammen rechtsonder op het scherm. U kunt de pictogrammen in- of uitschakelen door te klikken op de TOSHIBA-toetsenbordaanduiding (
systeemvak van de taakbalk.
NUM LOCK Wanneer u drukt op de toets NUM LOCK op het
) in het
toetsenbord, gaat het pictogram NUM LOCK op het scherm branden en kunt u de cijfertoetsen op het toetsenbord gebruiken om cijfers in te voeren.
CAPS LOCK Wanneer u drukt op de toets CAPS LOCK op het
toetsenbord, gaat het pictogram CAPS LOCK op het scherm branden. De toetsen zijn dan vergrendeld voor hoofdlettergebruik.
SCROLL LOCK Wanneer u drukt op de toets SCROLL LOCK op
het toetsenbord, gaat het pictogram SCROLL
LOCK op het scherm branden.
Toetsenbordbatterij Het pictogram van de toetsenbordbatterij geeft
de status van de toetsenbordbatterij als volgt aan:
: Goed niveau : Laag niveau : Kritiek niveau : Onbekend
Gebruikershandleiding 3-2
Als de computer opnieuw wordt opgestart vanuit de sluimerstand of slaapstand zonder dat het toetsenbord wordt gebruikt, wordt de status van de toetsenbordbatterij aangegeven als onbekend. In dat geval kunt u drukken op een toets op het toetsenbord, zodat de huidige status wordt weergegeven door het batterijpictogram.
Het batterijpictogram behoudt de vorige status in de volgende situaties:
De computer wordt opnieuw ingeschakeld of opnieuw opgestart Het toetsenbord bevat geen batterijen of de batterijen zijn leeg Het toetsenbord is uitgeschakeld

Functietoetsen: F1 ... F12

De functietoetsen (niet te verwarren met de speciale toets FN) zijn de zeven toetsen op de bovenste rij van het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de andere toetsen.
F1 tot en met F12 worden functietoetsen genoemd omdat ze geprogrammeerde functies uitvoeren als ze worden ingedrukt. In combinatie met de toets FN voeren toetsen die gemarkeerd zijn met een pictogram speciale functies uit op de computer.

Softkeys: FN-toetscombinaties

De toets FN (functie) vormt in combinatie met andere toetsen 'softkeys'. Softkeys zijn toetscombinaties die specifieke voorzieningen activeren, uitschakelen of configureren.
Let erop dat bepaalde software de werking van de softkeys kan uitschakelen of beïnvloeden, en dat de instellingen van de softkeys niet worden hersteld als de computer uit de slaapstand wordt gehaald.

Sneltoetsfuncties

Met de sneltoetsfuncties kunt u bepaalde functies van de computer in- of uitschakelen. De sneltoetsfuncties kunnen worden uitgevoerd met behulp van de sneltoetskaarten of door op de bijbehorende sneltoetsen te drukken.
U kunt de functietoetsmodus configureren door 'Speciale functiemodus' of 'Standaard F1-F12-modus' te selecteren. Raadpleeg de paragraaf HW
Setup in hoofdstuk 4, Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik.
Sneltoetskaarten
De sneltoetskaarten zijn gewoonlijk niet zichtbaar.
Gebruikershandleiding
3-3
De sneltoetskaarten gebruiken:
1. U start TOSHIBA-sneltoetskaarten als volgt: Houd de toets FN ingedrukt (in de standaard F1-F12-modus). Druk op de bijbehorende sneltoets (in de speciale functiemodus).
2. Selecteer de gewenste optie. De geselecteerde kaart wordt op volledige grootte weergegeven met
eronder de beschikbare opties. Alle andere kaarten worden weer verborgen.
Een sneltoetskaart gebruiken met een sneltoets in de standaard F1-F12­modus:
1. Druk op de FN-toets en houd de toets ingedrukt.
2. Druk op de sneltoets voor de gewenste functie. De desbetreffende sneltoetskaart verschijnt bovenaan in het scherm met eronder de beschikbare opties.
3. U rouleert door de weergegeven opties door FN ingedrukt te houden en meerdere malen op de sneltoets te drukken. Laat de FN-toets los zodra de gewenste optie is geselecteerd.
Raadpleeg het Help-bestand voor TOSHIBA-flashkaarten voor meer informatie.
Voor toegang tot deze Help klikt u op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Tools en hulpprogramma's -> Flashkaarten. Klik in het venster Instellingen voor flashkaarten op de knop Help.
Sneltoetsen
In dit gedeelte worden de functies beschreven die aan de sneltoetsen zijn gekoppeld.
Speciale functiemodus
Standaard F1­F12-modus
Functie
F1 FN + F1 Start het Help-bestand van de
software.
F2 FN + F2 Hiermee verlaagt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
F3 FN + F3 Hiermee verhoogt u stapsgewijs de
helderheid van het computerscherm.
Gebruikershandleiding 3-4
Speciale functiemodus
Standaard F1­F12-modus
Functie
F4 FN + F4 Hiermee start u de internetbrowser/
Eco Utility/Intel® WiDi of wijzigt u het actieve weergaveapparaat op basis van de instelling in het hulpprogramma TOSHIBA­knopondersteuning. De beschikbare opties van het hulpprogramma TOSHIBA-knopondersteuning hangen af van het model.
F5 FN + F5 Hiermee start u de mediaspeler/Eco
Utility/Intel® WiDi of wijzigt u het actieve weergaveapparaat op basis van de instelling in het hulpprogramma TOSHIBA­knopondersteuning. De beschikbare opties van het hulpprogramma TOSHIBA-knopondersteuning hangen af van het model.
F6 FN + F6 Hiermee spoelt u het medium
achteruit.
F7 FN + F7 Hiermee speelt u media af of
pauzeert u de weergave.
F8 FN + F8 Hiermee spoelt u het medium
vooruit .
F9 FN + F9 Verlaagt het geluidsvolume van de
computer.
F10 FN + F10 Verhoogt het geluidsvolume van de
computer.
F11 FN + F11 Schakelt het geluid in of uit.
F12 FN + F12 Hiermee schakelt u actieve draadloze
apparaten in of uit.
FN + 1 FN + 1 Hiermee verkleint u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters.
FN + 2 FN + 2 Hiermee vergroot u pictogrammen op
het bureaublad of de tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters..
Gebruikershandleiding 3-5
Speciale functiemodus
FN + spatiebalk FN + spatiebalk Wijzigt de beeldschermresolutie.
FN + Z FN + Z Zet de toetsenbordverlichting aan/uit
Standaard F1­F12-modus
Functie
(ondersteund door sommige modellen).
FN-plaktoets
Met het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility kunt u de FN-toets vergrendelen, zodat u deze toets bij het gebruik van toetscombinaties niet ingedrukt hoeft te houden. In plaats hiervan dient u eenmaal op de FN­toets te drukken, de toets los te laten en op een functietoets te drukken (F1 t/m F12). U start het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility door te klikken op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> Accessibility .

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale functie hebben: de Windows Start-toets activeert het menu Start, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.

ASCII-tekens genereren

Niet alle ASCII-tekens kunnen via het gewone toetsenbord worden gegenereerd, maar u kunt al deze tekens genereren via hun specifieke ASCII-codes.
1. Houd de ALT-toets ingedrukt.
2. Typ de ASCII-code voor het gewenste teken met behulp van de numerieke toetsen.
3. Laat ALT los. Het ASCII-teken verschijnt op het scherm.

Optische stations

De computer wordt geleverd met een geïnstalleerd DVD Super Multi­station, Blu-ray™-combinatiestation of Blu-ray™-schrijfstation.
Gebruikershandleiding
3-6

Indelingen

De stations ondersteunen de volgende indelingen.
DVD Super Multi-station
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM, DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD­EXTRA), addresseringsmethode 1, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
Blu-ray™-combinatiestation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™­combinatiestation BD-ROM en BD-ROM DL.
Blu-ray™-schrijfstation
Naast de bovenstaande indelingen ondersteunt het Blu-ray™-schrijfstation BD-R, BD-R DL, BE-RE en BD-RE DL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.

Schijfstations voor optische media gebruiken

Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van programma's op een optische schijf. U kunt schijven van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken.
Gebruik de DVD-afspeeltoepassing als u DVD-video's wilt bekijken.
Raadpleeg de paragraaf Schijven beschrijven voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven.
Voer de volgende stappen uit om schijven te laden:
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om
Gebruikershandleiding
de stationslade enigszins te openen.
3-7
2. Trek de schijflade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
2
1
1
Afbeelding 3-3 Drukken op de uitwerpknop en de stationslade opentrekken
1. Uitwerpknop 2. Schijflade
3. Leg de schijf in de schijflade met het label naar de voorzijde van de computer gericht.
Afbeelding 3-4 Een schijf plaatsen
Wanneer de schijflade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de computer de schijflade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat de schijf plat ligt.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
5. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten.
Gebruikershandleiding
1. Laserlens
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen. Controleer of de bodem van de schijflade, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
3-8
Als de schijf niet goed zit wanneer de schijflade gesloten is, bestaat het
Diameter: 1 mm
1
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de schijflade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om schijf te verwijderen:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station plaatsvindt. Wellicht draait de schijf nog wanneer u de lade opent. Verwijder de schijf pas als deze stil ligt.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig helemaal open.
Wanneer de schijflade een stukje wordt geopend, moet u even wachten totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de schijflade volledig opentrekt.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de schijflade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3. Duw zachtjes tegen het midden van de schijflade om deze te sluiten. Duw zachtjes tot de lade vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de schijflade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de schijflade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 3-5 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Uitwerpgaatje
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de schijflade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Gebruikershandleiding 3-9

Beschrijfbare schijven

In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator en Corel Digital Studio om CD's te beschrijven.
CD's
Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
Blu-ray™-discs
Een BD-R of BD-R DL kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd..
Een BD-RE of BD-RE DL kan meer dan eenmaal worden beschreven.

Schijven beschrijven

TOSHIBA Disc Creator en Corel Digital Studio worden als schrijfsoftware bij deze computer geleverd.
Corel Digital Studio kan worden gebruikt om bestanden in de video-indeling te schrijven. TOSHIBA Disc Creator kan worden gebruikt om gegevens te schrijven.
Met het DVD Super Multi-station of het Blu-ray™-combinatiestation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW of DVD-RAM.
Met het Blu-ray™-schrijfstation kunt u gegevens schrijven naar CD-R, CD­RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW, DVD­RAM, BD-R, BD-R DL, BD-RE of BD-RE DL.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de netadapter altijd aansluiten op een stopcontact.
Gebruikershandleiding 3-10
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven die door het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dat niet, dan kan het gebeuren dan het optische station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf­of herschrijffouten, wat kan leiden tot gegevensverlies of schade aan station of media.
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende winstderving of bedrijfsschade.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Vóór schrijven of herschrijven

Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven.
CD-R:
TAIYO YUDEN CO., Ltd. MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8- en 16-speed media) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media) Hitachi Maxell, Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
Gebruikershandleiding 3-11
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 4x- en 8x-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media) TAIYO YUDEN Co., Ltd. (voor 8x- en 16x-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
DVD-RW:
DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) (voor 2x-, 4x- en 6x-speed media) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA Co., Ltd. (voor 2x-, 4x- en 6x-speed
media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media) Hitachi Maxell, Ltd. (voor 3x- en 5x-speed media)
BD-R:
Panasonic Corporation
BD-R DL:
Panasonic Corporation
BD-RE:
Panasonic Corporation
BD-RE DL:
Panasonic Corporation
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL indeling 4 (Layer Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of herschrijft:
Gebruikershandleiding 3-12
Kopieer gegevens altijd van de vaste schijf naar het optische station. Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem. De computer gebruiken voor een andere functie zoals het gebruik
van een muis. Een communicatietoepassing starten. Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen. Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat of een optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten, Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een optisch medium uit het optische schijfstation verwijderen nadat het schrijven is voltooid.)
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten uit de buurt van de computer.

TOSHIBA Disc Creator

Wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om DVD-video's te maken.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt om audio-DVD's te maken.
U kunt met de functie 'Audio-CD' van TOSHIBA Disc Creator geen muziek opnemen op DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW.
Gebruik de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator niet om auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's te kopiëren.
Gebruikershandleiding 3-13
U kunt met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator geen reservekopieën van DVD-RAM-schijven maken.
U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een DVD-R, DVD-R DL of DVD-RW kopiëren met de functie 'Schijfback­up' van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een CD-ROM, CD-R of CD-RW niet naar een , DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW kopiëren met de functie 'Schijfback­up' van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, video-DVD, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW niet naar een CD-R of CD-RW kopiëren met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Disc Creator.
TOSHIBA Disc Creator kan niet opnemen in de pakketindeling. Met de functie 'Schijfback-up' van TOSHIBA Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW die met andere software op een andere recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R, DVD-R DL, DVD+R of DVD +R DL waarop reeds gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Zo kan er bijvoorbeeld niets worden gelezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows 98SE en Windows ME. In Windows NT4 hebt u Service Pack 6 of later nodig om gegevens te kunnen lezen en in Windows 2000 hebt u hiervoor Service Pack 2 of later nodig. Daarnaast kunnen met bepaalde DVD-ROM-stations en DVD-ROM- en CD-R/-RW-stations toegevoegde gegevens in het geheel niet worden gelezen, ongeacht het besturingssysteem.
TOSHIBA Disc Creator ondersteunt het opnemen naar DVD-RAM­schijven niet. Hiervoor hebt u Windows Verkenner of een soortgelijk hulpprogramma nodig.
Als u een back-up maakt van een DVD, dient u ervoor te zorgen dat het bronstation het opnemen naar DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD +R, DVD+R DL of DVD+RW ondersteunt. Als dit niet het geval is, zal de back-up van de bronschijf mogelijk niet goed zijn.
Als u een reservekopie maakt van een DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
Gegevenscontrole
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces naar correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een gegevensschijf schrijft:
1. Klik op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media &
entertainment -> Disc Creator om het hulpprogramma TOSHIBA Disc Creator te openen.
Gebruikershandleiding 3-14
2. Geef het dialoogvenster met instellingen weer door een van de volgende twee stappen uit te voeren:
Klik op de knop Opname-instellingen ( ) voor schrijven op de hoofdwerkbalk in de modus Gegevens-CD/DVD.
Selecteer Instellingen voor elke modus -> Gegevens-CD/DVD in het menu Instellingen.
3. Schakel het selectievakje Geschreven gegevens controleren in.
4. Selecteer de modus Bestand openen of Volledige vergelijking.
5. Klik op OK.
Meer informatie over TOSHIBA Disc Creator achterhalen
Raadpleeg de Help-bestanden voor meer informatie over TOSHIBA Disc Creator.

Corel Digital Studio for TOSHIBA gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Een DVD-video of film op Blu-ray Disc™ maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video of film op Blu-ray Disc™ van een videobron:
1. Klik op Start -> Alle programma's -> Corel Digital Studio for TOSHIBA -> Corel Digital Studio for TOSHIBA om Corel Digital Studio te starten.
2. Plaats een schijf in het optische station.
3. Zoek een videobron en sleep deze naar de Media Tray.
4. Klik op Burn -> Video Disc.
5. Selecteer DVD of Blu-ray bij Select disc (Schijf selecteren).
6. Selecteer DVD-Video of BDMV voor Project format (Projectindeling).
7. Voer een projectnaam in en selecteer een stijl.
8. Klik op de knop Go to menu editing (Ga naar menubewerking).
9. Klik op de knop Burn (Branden).
Meer informatie over Corel Digital Studio
Raadpleeg de Help-bestanden en de handleiding voor aanvullende informatie over Corel Digital Studio.
De handleiding van Corel Digital Studio openen Druk op F1 terwijl Corel Digital Studio is gestart.
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD of film op Blu-ray Disc™ schrijft, bestanden converteert of bestanden afspeelt.
Gebruikershandleiding 3-15
Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om Corel Digital Studio te gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u Corel Digital Studio gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt. Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt. Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
Met Corel Digital Studio kunt u geen inhoud met kopieerbeveiliging bewerken of afspelen.
Activeer de slaapstand of de sluimerstand niet terwijl u Corel Digital Studio gebruikt.
Gebruik Corel Digital Studio niet direct nadat u de computer hebt aangezet. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, DVD-audio- en video­CD-functies.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een schermbeveiliging.
MP3-bestanden coderen of decoderen wordt niet ondersteund. De DVD-VR-indeling wordt niet ondersteund door deze versie.
Voordat u de opneemt op een video-DVD of Blu-ray Disc™
Als u opneemt op een DVD of een Blu-ray Disc™, gebruik dan alleen schijven die worden aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s of Blu-ray Discs™ kunnen worden geschreven.
Vermijd de volgende handelingen: De computer gebruiken voor een andere functie zoals het gebruik van
een muis. Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan schokken
of trillingen. Gebruik van de modusschakelaar en audio-/videobedieningsknoppen
om muziek of spraak te reproduceren. Het openen van het optische station. Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten zoals
een geheugenkaart, USB-apparaat, extern beeldscherm of digitaal optisch apparaat.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen. Uitvoer naar de indelingen VCD en SVCD wordt niet ondersteund. De schijf uitwerpen.
Gebruikershandleiding 3-16
Over opgenomen DVD’s en Blu-ray™-discs
Sommige DVD-ROM-stations voor computers of andere DVD-spelers kunnen mogelijk geen DVD-R/+R/-RW/+RW/-RAM's lezen.
Wanneer u een opgenomen DVD op uw computer afspeelt, gebruikt u de toepassing TOSHIBA VIDEO PLAYER of TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
Als u een opgenomen Blu-ray Disc™ op de computer afspeelt, kunt u het beste de toepassing TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruiken.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.

TOSHIBA VIDEO PLAYER

Wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:

Opmerkingen betreffende het gebruik

Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 7. TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt meegeleverd voor weergave van
DVD-video en DVD-VR. Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde DVD-video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten DVD's die zijn gemaakt op een gewone DVD-recorder kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik DVD-video's met een de regiocode 'gelijk aan de standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van DVD-video of de opname van het televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens DVD-video-weergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de DVD-video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een DVD-video wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven in TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met TOSHIBA VIDEO PLAYER. De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand, slaapstand of afsluitmodus gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER actief is.
Gebruikershandleiding 3-17
Schakel niet over naar de sluimerstand of de slaapstand terwijl u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L of de toetsen FN + F1 wanneer u TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruikt.
TOSHIBA VIDEO PLAYER heeft een functie voor ouderlijk toezicht. Ter bescherming van het auteursrecht is de Windows-functie Print
Screen uitgeschakeld wanneer TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
De Print Screen-functies zijn zelfs uitgeschakeld als u andere toepassingen uitvoert naast TOSHIBA VIDEO PLAYER en TOSHIBA VIDEO PLAYER is geminimaliseerd. Sluit TOSHIBA VIDEO PLAYER als u de Print Screen-functie wilt gebruiken.
Installeer of verwijder TOSHIBA VIDEO PLAYER terwijl u bent aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Schakel niet over naar een andere Windows-gebruiker terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Als u bij sommige DVD-video's het geluidsspoor wijzigt via het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Als het scherm knippert terwijl u een DVD met ondertitels afspeelt in Media Player, gebruikt u TOSHIBA VIDEO PLAYER of Windows Media Center om de DVD af te spelen.
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die zijn gemaakt met Corel Digital Studio voor TOSHIBA. De weergave werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.

Beeldschermen en geluid

TOSHIBA VIDEO PLAYER kan alleen worden uitgevoerd als 'Kleuren' is ingesteld op 'Ware kleuren (32 bits)'. Klik op Start ->
Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen ­> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen, klik op 'Geavanceerde
instellingen', selecteer het tabblad 'Monitor' en stel 'Kleuren' in op 'Ware kleuren (32-bits)'.
Als het beeld van de DVD-video niet wordt weergegeven op het externe beeldscherm of de televisie, stopt u TOSHIBA VIDEO PLAYER en wijzigt u de schermresolutie. Als u de schermresolutie wilt wijzigen, klikt u op Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Resolutie aanpassen. Video kan echter niet worden uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u DVD-video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het weergaveapparaat voordat u de video start. Een video-DVD kan niet gelijktijdig (in kloonmodus) op zowel het computerscherm als het externe scherm worden weergegeven.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding 3-18
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER wordt uitgevoerd.

TOSHIBA VIDEO PLAYER starten

Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
1.
Plaats een DVD-Video in het DVD-station terwijl Windows® 7 wordt uitgevoerd.
Wanneer een DVD-video in het DVD-station wordt geplaatst (voor modellen met een DVD-station) en het venster voor selectie van de toepassing verschijnt, selecteert u Dvd-film afspelen (met TOSHIBA VIDEO PLAYER) om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.
2. Selecteer Start -> Alle programma's -> Media & entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER om TOSHIBA VIDEO PLAYER te starten.

TOSHIBA VIDEO PLAYER gebruiken

Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video­DVD en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied is geopend via het bovenste menu of de menuknoppen in het bedieningsvenster, kan de muis mogelijk niet worden gebruikt om het menu te bedienen.

De Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER 3D openen

De functies van en instructies voor TOSHIBA VIDEO PLAYER worden ook uitgebreid toegelicht in de Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER. Voer de volgende stappen uit om de Help van TOSHIBA VIDEO PLAYER te openen.
Druk op de toets F1 terwijl TOSHIBA VIDEO PLAYER is gestart en klik op de knop Help (

TOSHIBA Blu-ray Disc Player

Wanneer u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen:

Opmerkingen betreffende het gebruik

Deze software kan alleen worden gebruikt in Windows 7. Tijdens de weergave van inhoud met een hoge bitsnelheid kunnen
frames wegvallen, kan het geluid overslaan of kunnen de computerprestaties afnemen.
Sluit alle andere toepassingen voordat u een Blu-ray Disc™ afspeelt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de weergave van een Blu-ray Disc™.
Gebruikershandleiding 3-19
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl u TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruikt.
Aangezien de weergave van Blu-ray Discs™ werkt op basis van programma's die in de inhoud zijn ingebouwd, kunnen de werkwijze, schermen, geluidseffecten, pictogrammen en andere functies per schijf verschillen. Raadpleeg voor meer informatie over deze items de instructies bij de inhoud of neem rechtstreeks contact op met de fabrikant van de inhoud.
Sluit de netadapter van de computer aan wanneer u een Blu-ray Disc™ afspeelt.
TOSHIBA Blu-ray Disc Player ondersteunt de kopieerbeveiligingstechnologie AACS (Advanced Access Control System). De AACS-code die in dit product is ingebouwd, moet worden vernieuwd als u ononderbroken wilt genieten van Blu-ray Discs™. Voor verlenging is een internetverbinding vereist.
U kunt de AACS-code gratis vernieuwen gedurende 5 jaar nadat u dit product hebt gekocht. Na 5 jaar gelden er echter voorwaarden voor de vernieuwing die worden bepaald door de softwareleverancier, TOSHIBA Corporation.
Speel geen Blu-ray Disc™ af terwijl u een televisieprogramma opneemt met Windows Media Center, Mijn tv of een andere toepassing. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van de Blu-ray Disc™ of de opname van het televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens weergave van een video op een Blu-ray Disc™, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de Blu-ray Disc™ of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video op Blu-ray Disc™ wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De sneltoets functioneert niet wanneer een BD-J-titel wordt afgespeeld.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met sommige schijven en TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De interactieve functie van Blu-ray™-discs werkt mogelijk niet, afhankelijk van de inhoud of de netwerksituatie.
Blu-ray™-stations en de bijbehorende media worden vervaardigd conform de specificaties van drie verkoopgebieden. Regiocodes kunnen worden ingesteld via TOSHIBA Blu-ray Disc Player. (Klik in het weergavegebied op de knop Setting (Instelling) en klik op het menu Region (Regio)). Om problemen bij het afspelen van Blu-ray™­video's te voorkomen, dient u bij de aanschaf ervan te controleren of de disc geschikt is voor uw station.
Als u video wilt afspelen op een extern beeldscherm of een tv met TOSHIBA Blu-ray Disc Player, gebruikt u een uitvoerapparaat, zoals een extern beeldscherm of een tv, met een HDMI-poort met HDCP­ondersteuning.
Dit product kan geen HD DVD-schijven afspelen. Voor HD-weergave zijn Blu-ray™-discs met high-definition inhoud vereist.
Gebruikershandleiding 3-20
Deze software kan MPEG2-, MP4- en WTV-bestanden afspelen die zijn gemaakt met Corel Digital Studio voor TOSHIBA. De weergave werkt mogelijk niet correct als u andere bestanden dan deze bestandstypen gebruikt.

TOSHIBA Blu-ray Disc Player starten

Voer de volgende stappen uit om TOSHIBA Blu-ray Disc Player te starten.
Plaats een Blu-ray™ Disc met een film in het optische station terwijl Windows® 7 wordt uitgevoerd.
Als een Blu-ray Disc™ in het Blu-ray™-station is geplaatst, wordt TOSHIBA Blu-ray Disc Player automatisch gestart of.
Selecteer Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media & entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc Player.

TOSHIBA Blu-ray Disc Player gebruiken

Opmerkingen over het gebruik van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per Blu­ray™-video en per scène verschillen.
Als het menu in het weergavegebied is geopend via het bovenste menu of de menuknoppen in het bedieningsvenster, kan de muis mogelijk niet worden gebruikt om het menu te bedienen.

De handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player openen

De functies van en instructies voor TOSHIBA Blu-ray Disc Player worden uitgebreid toegelicht in de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
U opent de handleiding van TOSHIBA Blu-ray Disc Player als volgt.
Druk op de toets F1 wanneer TOSHIBA Blu-ray Disc Player is gestart en klik op de knop Help.

Draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
Gebruik de functies voor draadloos LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Gebruikershandleiding 3-21
Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van personen bij wie mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een draadloze functie.
Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad­hoc netwerkfunctie. Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*) worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk om zo de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te brengen. * Zorg dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.

Draadloos LAN

Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN.
Selectie van frequentiekanaal van 5 GHz voor IEEE 802.11a en/of IEEE802.11n
Selectie van frequentiekanaal van 2,4 GHz voor IEEE 802.11b/g en/of IEEE.802.11n
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen Kaartenergiebeheer WEP-gegevenscodering (Wired Equivalent Privacy), gebaseerd op
128-bits coderingsalgoritme Wi-Fi Protected Access™ (WPA™)
De verzendsnelheid via het draadloos LAN en het maximale bereik van het draadloze LAN kunnen variëren al naar gelang de elektromagnetische omgeving, obstakels, ontwerp en configuratie van toegangspunten, clientontwerp en software-/hardwareconfiguratie. De vermelde verzendsnelheid is de theoretische maximumsnelheid van de desbetreffende norm. De daadwerkelijke verzendsnelheid zal lager zijn dan de theoretische maximumsnelheid.
Instelling
1. Zorg dat de functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding 3-22
2. Klik op Start -> Configuratiescherm -> Netwerk en internet -> Netwerkcentrum.
3. Klik op Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen.
4. Volg de stappen in de wizard. U hebt de naam van het draadloze netwerk en de beveiligingsinstellingen nodig. Raadpleeg de documentatie van de router of de beheerder van het draadloze netwerk voor de instellingen.
Veiligheid
TOSHIBA beveelt u met klem aan codering in te schakelen om te voorkomen dat anderen via een draadloze verbinding illegaal toegang tot uw computer krijgen. Als u dit advies niet opvolgt, stelt u zich bloot aan afluisterpraktijken en bestaat bovendien het gevaar dat opgeslagen gegevens door onbevoegden worden verwijderd of vernietigd.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor verlies of beschadiging van gegevens als gevolg van afluisterpraktijken of onrechtmatige toegang via het draadloze LAN.
Kaartspecificaties
Model PCI Express Mini-kaart Compatibiliteit IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN's
Wi-Fi (Wireless Fidelity), gecertificeerd door de Wi-Fi Alliance. Het logo 'Wi-Fi certified' is een keurmerk van de Wi-Fi Alliance.
Netwerkbesturings­systeem
Media Access Protocol
Microsoft Windows Networking
CSMA/CA (Collision Avoidance) met ACK (Acknowledgement)
Radiospecificaties
De radiospecificaties van draadloos LAN-modules kunnen variëren afhankelijk van:
land/regio waarin het product is aangeschaft type product
Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften voor radiocommunicatie. Hoewel netwerkproducten voor draadloos LAN zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz, is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze communicatie.
Gebruikershandleiding 3-23
Radiofrequentie 5-GHz band (5150-5850 MHz) (revisie a en
n) 2,4-GHz band (2400-2483,5 MHz) (revisie b/
g en n)
Het bereik van het draadloze signaal is afhankelijk van de overdrachtssnelheid van de draadloze communicatie. Bij lagere overdrachtssnelheden kan over grotere afstanden worden gecommuniceerd.
Het bereik van uw draadloze apparaten kan worden aangetast wanneer de antennes in de buurt van metalen oppervlakken en materialen met een hoge dichtheid worden geplaatst.
Het bereik kan eveneens afnemen als gevolg van obstakels op het pad van het radiosignaal. Deze obstakels kunnen het radiosignaal namelijk absorberen of reflecteren.

Bluetooth-technologie

Sommige computers in deze serie beschikken over een Bluetooth-functie voor draadloze communicatie waardoor er geen snoeren meer nodig zijn tussen elektronische apparaten zoals computers, printers en mobiele telefoons. Als deze functie is ingeschakeld, biedt Bluetooth snel en eenvoudig een veilige en betrouwbare, draadloze netwerkomgeving.
U kunt de ingebouwde Bluetooth-functies van de computer en een externe Bluetooth-adapter niet tegelijk gebruiken. De kenmerken van Bluetooth­technologie zijn als volgt:
Wereldwijde toepasbaarheid
De Bluetooth-radiozender en -ontvanger werkt op de 2,4-GHz band. Deze band, waarvoor geen vergunning nodig is, is compatibel met radiosystemen in de meeste landen.
Radioverbindingen
U kunt eenvoudig verbindingen tot stand brengen tussen twee of meer apparaten, deze verbindingen worden gehandhaafd zelfs als de apparaten buiten het gezichtsveld van elkaar liggen.
Veiligheid
Twee geavanceerde beveiligingsmechanismen zorgen voor optimale beveiliging:
Verificatie voorkomt dat onbevoegden toegang tot kritieke gegevens krijgen en maakt het onmogelijk de oorsprong van een bericht te vervalsen.
Codering biedt bescherming tegen afluisteren en waarborgt de privacy van verbindingen.
Gebruikershandleiding 3-24
Bluetooth-stack voor Windows van TOSHIBA
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende besturingssystemen:
Windows
Informatie over het gebruik van deze software met deze besturingssystemen vindt u hieronder. Meer uitgebreide informatie vindt u in de elektronische Help-bestanden die met de software zijn meegeleverd.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op de Bluetooth-specificatie, afhankelijk van het gekochte model. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen computerproducten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth alleen garanderen voor notebookcomputers van TOSHIBA.
Release-informatie voor de Bluetooth-stack voor Windows van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen:Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth-stack worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers: het gebruik van Bluetooth in een omgeving met meerdere gebruikers wordt niet ondersteund. Dit betekent dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Productondersteuning:
De nieuwste informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa (http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm) of de Verenigde Staten (www.pcsupport.toshiba.com).
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is ingeschakeld.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
Gebruikershandleiding 3-25
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde) verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).

Typen LAN-kabels

De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.

De LAN-kabel aansluiten

Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter ontkoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-poort. Doet u dat wel, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LAN­poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen optreden.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn aangesloten.
Gebruikershandleiding 3-26
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
2
1
tot de vergrendeling vast klikt.
1. LAN-kabel 2. LAN-aansluiting
De vormgeving van het product verschilt per model.
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.

Optionele apparaten

Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de computer uitbreiden. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de volgende apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd.

Kaarten/geheugen

Afbeelding 3-6 De LAN-kabel aansluiten
Geheugenmedia
Secure Digital™-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC­geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, miniSD-kaart, microSD­kaart)
MultiMediaCard
Aanvullende geheugenmodule

Randapparaten

HDMI-apparaat

Overige

Beveiligingsslot Optionele TOSHIBA-accessoires

Geheugenmediasleuf

Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Gebruikershandleiding 3-27
Zorg dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Deze geheugenmediasleuf biedt ondersteuning voor de volgende geheugenmedia:
Secure Digital (SD)-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC­geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, miniSD-kaart, microSD­kaart)
MultiMediaCard (MMC™)
Voor gebruik van een miniSD/microSD-kaart is een adapter vereist.
Houd er rekening mee dat niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia probleemloos functioneren.
De sleuf ondersteunt geen Magic Gate-functies.
Afbeelding 3-7 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)­kaart
microSD-
kaartadapter en microSD-kaart
MultiMediaCard
(MMC)

Geheugenmedia

Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte behandeling van geheugenmedia.

Aandachtspunten met betrekking tot geheugenkaarten

SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal dus niet op andere computers of apparaten afspelen of naar andere computers of apparaten kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD­geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC-geheugenkaarten.
Gebruikershandleiding 3-28
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit. Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is (TM).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 64 GB.
Kaarttype Capaciteiten SD 8 MB, 16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB,
512 MB, 1 GB, 2 GB
SDHC 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB SDXC 64 GB

Formattering van geheugenmedia

Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen. Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.

Behandeling van schijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Buig kaarten niet. Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats. Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden. Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
Gebruikershandleiding 3-29
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
1
2
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen. Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
geen gegevens wilt vastleggen. Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens. Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.

De schrijfbeveiliging

De volgende geheugenkaarten hebben een beveiligingsfunctie.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC­geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.

Een geheugenmedium plaatsen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmedium wilt plaatsen:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen delen) naar achteren zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf aan de linkerkant van de computer.
3. Duw het geheugenmedium voorzichtig aan tot dit stevig vastzit.
Afbeelding 3-8 Een geheugenmedium plaatsen
1. Geheugenmediasleuf
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet meer verwijderen.
Gebruikershandleiding 3-30
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Schakel niet over op de slaapstand of de sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.

Een geheugenmedium verwijderen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. Voer de volgende stappen uit om een geheugenmedium te verwijderen:
1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Wijs geheugenmedium aan en klik erop.
3. Druk op het geheugenmedium, zodat dit deels uit de computer steekt.
4. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in de geheugenmediasleuf laat zitten.

Aanvullende geheugenmodule

U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door TOSHIBA.
Gebruikershandleiding 3-31
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de volgende omstandigheden: a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat vallen. Dit kan storing of een elektrische schok veroorzaken.
Aanvullende geheugenmodules zijn elektronische precisiecomponenten die onherstelbaar kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische elektriciteit kan bevatten, is het belangrijk dat u zichzelf ontlaadt voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of plaatst. Raak eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de schroefkoppen beschadigen.

Een geheugenmodule installeren

Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren :
1. Zet de computer uit. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Draai de achterzijde van de computer naar u toe.
4. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
Gebruikershandleiding 3-32
5. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
2
1
Afbeelding 3-9 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding 3-33
6. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
1
3
2
met de geheugensleuf en plaats de voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 3-10 De geheugenmodule plaatsen
1. Inkeping 3. Sleuf A
2. Sleuf B
De vormgeving van het product verschilt per model.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de groeven.
Gebruikershandleiding 3-34
7. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
2
1
met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
Afbeelding 3-11 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
De vormgeving van het product verschilt per model.
8. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt herkend door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.

Een geheugenmodule verwijderen

Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Zet de computer uit. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Draai de achterzijde van de computer naar u toe.
4. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
5. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het plaatje en til het op.
6. Druk de veertjes naar buiten om de module los te maken. Eén uiteinde van de module komt schuin omhoog.
Gebruikershandleiding 3-35
7. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
1
1
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het geheugen veroorzaken.
Afbeelding 3-12 De geheugenmodule verwijderen
1. Klemmetjes
De vormgeving van het product verschilt per model.
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het met de schroef.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.

Tv-tuner

Gebruik de functie Mijn tv van Windows Media Center om tv-programma's te kijken of op te nemen.
De afmetingen en vorm van de tv-tuneraansluiting verschillen per regio. Sommige modellen zijn uitgerust met een tv-tuner.
Sommige computermodellen zijn uitgerust met een ontvanger die digitale uitzendingen kan ontvangen. Deze ontvangers kunnen digitale DVB-T-uitzendingen ontvangen. Digitale uitzendingen kunnen niet
Gebruikershandleiding 3-36
worden ontvangen in gebieden waar digitale DVB-T-uitzendingen niet beschikbaar zijn.
Gelijktijdige ontvangst en opname is niet mogelijk als een extern video-apparaat is aangesloten en de bovenstaande instellingen worden gebruikt.
Gelijktijdige ontvangst en opname is niet mogelijk als de set-top-box is aangesloten en de bovenstaande instellingen worden gebruikt.
In verband met wettelijke voorschriften is het niet toegestaan om PAL/ SECAM tv-tuners in Korea in te voeren.

De tv-tuner gebruiken

Antenne
De kwaliteit van beeld en geluid is sterk afhankelijk van de voortplanting van radiogolven.
Als u de computer gebruikt in gebieden met zwakke radiogolven en de ontvangst is slecht, neem dan contact op met de leverancier van de computer of gebruik een in de handel verkrijgbare antenneversterker. Raadpleeg de handleiding bij de antenneversterker voor meer informatie.

De kabel aansluiten

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de coaxkabel op de computer aansluit.
De coaxkabel aansluiten
Bij onweer dient u de antennekabel niet aan te raken. Als u dit toch doet, kan dit een elektrische schok veroorzaken.
Als u tijdens onweer met de computer werkt en de tv-tuner op een externe antenne hebt aangesloten, dient u de computer op netvoeding te gebruiken. De netadapter biedt enige bescherming tegen mogelijke elektrische schokken als gevolg van onweer (maar kan deze niet helemaal voorkomen). Volledige bescherming ontstaat als u de computer tijdens onweer niet gebruikt.
1. Sla uw werk op, sluit Windows af en schakel de computer uit.
2. Sluit de coaxkabel aan op de tv-tuneraansluiting van de computer.
Gebruikershandleiding 3-37
2
1
1. Coaxkabel 2. Aansluiting tv-tuner
1
2
De vormgeving van het product verschilt per model.
Als u een descrambler hebt gebruikt om de programma's via kabel-tv of satelliet te ontvangen, dient u de set-top-box en splitter aan te sluiten op de coaxkabel.

HDMI-ingang

Apparaten met een HDMI-uit-poort, zoals een camcorder of notebook, kunnen worden aangesloten op de HDMI-ingang van de computer.
Als u een HDMI-apparaat wilt aansluiten, voert u de volgende stappen uit:
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort van het digitale apparaat.
2. Zet het digitale apparaat aan.
3. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-uit-poort van de computer.
Afbeelding 3-13 De coaxkabel aansluiten
Afbeelding 3-14 De HDMI-uit-poort aansluiten
1. HDMI-in-poort
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. HDMI-kabel

Beveiligingsslot

Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. Aan de achterkant van de computer bevindt zich een sleuf voor een beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van
Gebruikershandleiding 3-38
een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf
1
2
voor het beveiligingslot. De methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat u gebruikt.

Het beveiligingsslot aansluiten

Voer de onderstaande stappen uit om een beveiligingskabel aan te sluiten:
1. Zet de computer met de achterkant naar u toe.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 3-15 Beveiligingsslot
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot
De vormgeving van het product verschilt per model.

Optionele TOSHIBA-accessoires

U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties en accessoires toe te voegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier:
Geheugenkit U kunt geheugenmodules van 2 GB, 4 GB of 8
GB (DDR3-1333/1600) gemakkelijk in de computer installeren.
Het beschikbare optionele geheugen hangt af van de TOSHIBA-autorisatie.
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.

Geluidssysteem

In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding 3-39

Volume Mixer

Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt, versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.

Microfoonvolume

Volg de onderstaande stappen om het opnamevolume van de microfoon te wijzigen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoon en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoon op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.
SRS
SRS Premium Sound 3D™ biedt de beste audio- en entertainmentervaring voor alle pc-toepassingen op het gebied van muziek, film en games SRS Premium Sound 3D gebruikt de revolutionaire 3D-audiotechnologie van SRS en biedt daarmee een indrukwekkende en natuurgetrouwe luisterervaring die elke andere oplossing voor twee luidsprekers overtreft. SRS Premium Sound 3D biedt een breder surround-effect en een veel natuurlijker positionering van het geluid, zowel voor 2D- als 3D-inhoud, en produceert een overrompelende surround-sound, compleet met diepe, rijke bassen en zeer heldere spraak. Het biedt ook uitstekend geluid op de hoge frequenties, voor heldere details in elke luisteromgeving. Hierdoor ervaren gebruikers een uitstekend, natuurgetrouw geluid bij elke luidsprekerconfiguratie.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -
> SRS Labs -> SRS Premium Sound 3D.
Raadpleeg het Help-bestand voor voor meer informatie.

Audio-aanpassingen

Voer de onderstaande stappen uit als u de geluidseffecten van de huidige luidspreker wilt toepassen.
Gebruikershandleiding 3-40
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en selecteer Afspeelapparaten in het submenu.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Aanpassingen en klik op Toepassen.

Realtek HD Audio Manager

U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD Audio Manager. U start Realtek HD Audio Manager door te klikken op Start -> Configuratiescherm, Grote pictogrammen te selecteren voor Weergeven op en te klikken op Realtek HD Audio Manager.
Wanneer u Realtek HD Audio Manager voor het eerst start, ziet u twee apparaattabs. Speakers (Luidsprekers) is het standaarduitvoerapparaat. Microphone is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Set Default Device (Standaardapparaat instellen) onder de tab van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op de informatieknop om hardwaregegevens, softwaregegevens en de taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audio­energiebeheer wilt aanpassen, klikt op de batterijknop .
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als deze knop zwart en hol is, is audio-energiebeheer uitgeschakeld.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Audio Test om te controleren of het geluid van de interne luidsprekers of de koptelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.

Videomodus

De video-instellingen worden ingesteld in het dialoogvenster Schermresolutie.
U opent het dialoogvenster Eigenschappen voor Beeldscherm door te klikken op Start -> Configuratiescherm -> Vormgeving en persoonlijke instellingen -> Beeldscherm -> Beeldscherminstellingen wijzigen.
Gebruikershandleiding 3-41
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (zoals een 3D-toepassing, videoweergave of iets dergelijks), kunt u storingen op het scherm zien, zoals flikkering of weggevallen frames.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven.
U kunt dit probleem mogelijk ook verhelpen door Windows Aero™ uit te schakelen.

Omgaan met de computer

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u met de computer omgaat en deze onderhoudt.

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer vochtig wordt, zet u deze direct uit en laat u de computer helemaal droog worden. In deze omstandigheden moet u de computer laten nakijken door een erkende onderhoudsdienst om de schade vast te stellen.
Reinig de plastic delen van de computer met een licht bevochtigde doek.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Controleer aan de hand van het lampje op de voorzijde van de computer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen. Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Gebruikershandleiding 3-42
Druk niet te hard op de afdekking van de luidsprekers onder het scherm omdat deze dan kan vervormen.
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een lichte brandwond leiden.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor het product niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert. Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden. Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

Warmteverspreiding

Om de processor tegen oververhitting te beschermen, is deze voorzien van een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna zo nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald, wordt de ventilator uitgeschakeld en werkt de processor weer op de standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor bij een van beide instellingen een onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dat geval gaan alle niet­opgeslagen gegevens in het geheugen verloren.
Gebruikershandleiding 3-43
Hoofdstuk 4
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
In dit hoofdstuk worden de hulpprogramma's en speciale voorzieningen van deze computer beschreven en wordt het geavanceerde gebruik van bepaalde hulpprogramma's toegelicht.

Hulpprogramma's en toepassingen

In deze paragraaf worden de op de computer voorgeïnstalleerde hulpprogramma's beschreven en er wordt toegelicht hoe u de programma's start. Raadpleeg indien van toepassing de online handleiding, de Help­bestanden of het bestand Leesmij.txt bij elk hulpprogramma voor informatie over toepassing en het gebruik.
TOSHIBA PC diagnoseprogramma
TOSHIBA­wachtwoordhulppro­gramma
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
TOSHIBA Accessibility
Het TOSHIBA PC diagnoseprogramma toont gegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van de ingebouwde hardware van de computer te testen.
Met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma kunt u een wachtwoord instellen om de toegang tot de computer te beperken.
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Toegankelijkheid biedt ondersteuning voor gebruikers met bewegingsbeperkingen wanneer ze de TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met dit hulpprogramma kunt u de FN-toets vastzetten. U drukt dan eenmaal op de FN-toets, laat de toets los en drukt op een van de functietoetsen (F-toetsen) om de functie ervan te activeren. De FN-toets blijft in dit geval actief totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Gebruikershandleiding 4-1
TOSHIBA VIDEO PLAYER
Deze software wordt meegeleverd voor het afspelen van DVD-video.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> Media & entertainment -> TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over het gebruik van TOSHIBA VIDEO PLAYER.
Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba
Door middel van deze software kunnen de computer en externe Bluetooth-apparaten zoals printers en mobiele telefoons draadloos met elkaar communiceren.
Bluetooth-functies kunnen niet worden gebruikt in modellen waarin geen Bluetooth-module is geïnstalleerd.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u toegang krijgt tot speciale hulpprogramma's en toepassingen die het gebruik en de configuratie van de computer vereenvoudigen.
Start het hulpprogramma door te klikken op Start
-> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning en herstel -> TOSHIBA Assist.
TOSHIBA eco Utility Deze computer beschikt over een 'ecostand'. In
deze stand worden de prestaties van sommige apparaten iets verminderd om zo het stroomverbruik te verlagen. Als u deze stand doorlopend gebruikt, is de energiebesparing meetbaar. Het TOSHIBA eco Utility helpt u uw stroombesparing te controleren door real-time een benadering van het stroomverbruik weer te geven. Bovendien wordt een benadering weergegeven van het totale stroomverbruik en de totale energiebesparing per dag, per week en per maand bij gebruik van de ecostand. U kunt de energiebesparing bijhouden als u de ecostand doorlopend gebruikt.
Start het hulpprogramma door te klikken op Start
-> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> eco Utility.
Gebruikershandleiding 4-2
TOSHIBA Disc Creator
Hulpprogramma TOSHIBA HDD/SSD­waarschuwing
TOSHIBA Blu-ray Disc Player
Corel Digital Studio for TOSHIBA
TOSHIBA Service Station
U kunt CD's en DVD's in diverse indelingen maken, waaronder audio-CD's die op een standaard-CD-speler kunnen worden afgespeeld, en gegevensschijven voor het opslaan van bestanden en mappen op de vaste schijf van uw computer.
U start dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media & entertainment -> Disc Creator.
Dit hulpprogramma bevat wizardfuncties om de status van het schijfstation te controleren en een systeemback-up uit te voeren.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> HDD/SSD­waarschuwing.
Deze software wordt meegeleverd voor weergave van Blu-ray-schijven™. De speler heeft een scherminterface en -functies.
U start dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media & entertainment -> TOSHIBA Blu-ray Disc Player.
Deze functie van TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player is alleen beschikbaar voor bepaalde modellen.
Met Corel Digital Studio for TOSHIBA kunnen gebruikers rechtstreeks films op Blu-ray Disc™ of DVD's met video of een diashow maken via een gebruikersvriendelijke wizardinterface met speciale, taakgerichte functies.
Met deze toepassing kan de computer automatisch zoeken naar updates van TOSHIBA­software of andere waarschuwingen van TOSHIBA die specifiek zijn voor uw computersysteem en de programma's die erop staan. Als deze toepassing is ingeschakeld, wordt regelmatig een klein aantal systeemgegevens naar onze servers verzonden. Deze gegevens worden behandeld in overeenstemming met de regels en voorschriften en met wetten voor gegevensbescherming.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> Service Station.
Gebruikershandleiding 4-3
TOSHIBA-hulppro­gramma Slaapstand
TOSHIBA Media Controller
TOSHIBA Resolution +-invoegtoepassing voor Windows Media Player
CyberLink PowerCinema voor TOSHIBA
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende functies in- of uitschakelen:
Slaapstand en laden: bij aansluiting op een USB -poort kunnen apparaten zoals digitale audiospelers worden opgeladen, zelfs als de computer stand-by of in de slaapstand of de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
Start het hulpprogramma door te klikken op Start
-> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> Hulpprogramma Slaapstand.
Met deze toepassing kunt u muziek, foto's en video's afspelen door de inhoud naar een compatibel apparaat in uw huis te streamen.
U opent dit hulpprogramma door te klikken op
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Media en entertainment -> TOSHIBA Media Controller.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van TOSHIBA Media Controller.
Met deze invoegtoepassing kunt u wmv- en mp4­video's converteren met Windows Media Player.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van de TOSHIBA Resolution+-invoegtoepassing voor Windows Media Player.
U opent de Help door te klikken op Start -> Alle
programma's -> TOSHIBA -> Media & entertainment -> TOSHIBA Resolution+­invoegtoepassing voor Windows Media Player - Help.
CyberLink PowerCinema is een uitgebreid multimediacenter waarmee u meer plezier beleeft aan uw digitale media, zoals uw video's, muziek en foto's. Met deze toepassing kunt u afspeellijsten met muziek maken, uw foto's bewerken, memo's schrijven, herinneringen instellen en nog veel meer. U opent het programma door te klikken op Start -
> Alle programma's -> CyberLink -> CyberLink PowerCinema for TOSHIBA.
Het venster CyberLink PowerCinema for TOSHIBA bevat de opties Photos, Music, YouMemo, Videos en Movie die op handige wijze toegang bieden tot uw computer.
Gebruikershandleiding 4-4
Photos/Music/YouMemo: u kunt direct al uw digitale foto's bekijken, luisteren naar digitale muziek en snel memo's schrijven of een afspraak instellen met een alarm.
Videos: hiermee start u de toepassing Windows Media Player.
Movie: de toepassing TOSHIBA VIDEO PLAYER of TOSHIBA Blu-ray Disc™ Player wordt gestart, afhankelijk van het stuurprogramma op uw
computer.
U kunt tikken op More Programs om YouPaint en zes Microsoft­hulpprogramma's te starten:
Microsoft Blackboard, Microsoft Garden Pond, Microsoft Rebound, Microsoft Surface Collage, Microsoft Surface Globe en Microsoft Surface Lagoon. U kunt ook tikken op Start -> Alle programma's -> Microsoft Touch Pack for Windows 7 om deze zes Microsoft-
hulpprogramma's te starten.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help door Options te selecteren. Het standaardvenster is het Help-venster.
CyberLink YouPaint CyberLink YouPaint is een tekenprogramma
waarmee kinderen een aanraakscherm of muis kunnen gebruiken om creatieve digitale tekeningen te maken. Kinderen kunnen tekenen, een stempel gebruiken, overtrekken en gummen. U kunt dit hulpprogramma op de volgende manieren openen:
Start -> Alle programma's -> CyberLink -> CyberLink YouPaint.
Klik op het pictogram YouPaint onder More Programs in het hoofdvenster van
CyberLink PowerCinema.
Voor meer informatie raadpleegt u de Help van CyberLink YouPaint door te klikken op het pictogram en daarna op Help.
Afhankelijk van het model dat u hebt gekocht, hebt u mogelijk niet alle bovengenoemde software.

Speciale voorzieningen

De volgende voorzieningen zijn uniek voor TOSHIBA-computers of zijn geavanceerde voorzieningen die het gebruik van de computer vergemakkelijken.
U hebt toegang tot elke functie door de volgende stappen uit te voeren. *1 U opent Energiebeheer door te klikken op Start -> Configuratiescherm
-> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
Gebruikershandleiding
4-5
Sneltoetsen Sneltoetsen zijn speciale toetscombinaties
waarmee u snel de systeemconfiguratie kunt wijzigen zonder een systeemprogramma te hoeven gebruiken.
Beeldscherm automatisch uitschakelen
*1
Met deze functie wordt het beeldscherm van de computer automatisch uitgeschakeld als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. Het scherm wordt weer ingeschakeld als er een toets wordt ingedrukt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Vaste schijf automatisch uitschakelen
*1
Met deze functie wordt de vaste schijf automatisch uitgeschakeld als een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De vaste schijf wordt ingeschakeld wanneer deze weer wordt gebruikt. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Systeem automatisch in slaapstand/ sluimerstand
*1
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de slaapstand of de sluimerstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Wachtwoord voor opstarten
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Directe beveiliging Een speciale sneltoets vergrendelt het systeem
automatisch en zorgt zo voor gegevensbeveiliging.
Warmteverspreiding*1Ter bescherming tegen oververhitting heeft de
processor een interne temperatuursensor waardoor, als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, de ventilator wordt aangezet of de CPU­verwerkingssnelheid wordt verlaagd. Dit kan worden ingesteld via Energiebeheer.
Sluimerstand Met deze functie kunt u de computer
uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt automatisch op de vaste schijf opgeslagen, zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf De computer
uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de slag, voor
meer informatie.
Gebruikershandleiding 4-6
Slaapstand Als u uw werk moet onderbreken, kunt u met
deze functie de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten De gegevens worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer, zodat u kunt verder werken waar u was gebleven wanneer u de computer weer aanzet.
De functie USB­activering
TOSHIBA PC Health Monitor
Deze functie herstelt de computer uit de slaapstand, afhankelijk van de externe apparaten die op de USB-poorten zijn aangesloten.
Als bijvoorbeeld een muis of USB-toetsenbord is aangesloten op een USB-poort, wordt de computer geactiveerd als u met een muisknop klikt of een toets op het toetsenbord indrukt.
De toepassing TOSHIBA PC Health Monitor controleert proactief diverse systeemfuncties, zoals stroomverbruik en systeemkoeling, en informeert u over belangrijke systeemomstandigheden. Deze toepassing herkent het serienummer van het systeem en van afzonderlijke onderdelen en houdt specifieke activiteiten bij met betrekking tot het gebruik ervan.

Het TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand gebruiken

Het TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand wordt gebruikt om instellingen te wijzigen voor de volgende functies:

Slaapstand en laden

Slaapstand en laden
Uw computer kan de USB-poort van stroom (5 V) voorzien, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met 'uitgeschakeld' wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Deze functie kan worden gebruikt voor poorten die de functie Slaapstand en laden ondersteunen (hierna 'compatibele poorten' genoemd).
Compatibele poorten zijn USB-poorten met het symbool U kunt de functie 'Slaapstand en laden' gebruiken om bepaalde externe
USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers.
Gebruikershandleiding
.
4-7
De functie 'Slaapstand en laden' werkt echter mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'Slaapstand en laden' duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van de computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Als de functie 'Slaapstand en laden' is ingeschakeld, werkt de functie 'USB-activering' niet voor compatibele poorten. Als er in dat geval een USB-poort zonder de functie Slaapstand en laden is, sluit u de muis of het toetsenbord aan op die poort. Als alle USB-poorten beschikken over de functie Slaapstand en laden, schakelt u de functie Slaapstand en laden uit. De functie USB-activering werkt nu, maar de functie Slaapstand en laden is uitgeschakeld.
De functie Slaapstand en laden werkt niet als de stroomvoorziening van de computer wegvalt en weer wordt hersteld, bijvoorbeeld wanneer u de netadapter loskoppelt en weer aansluit.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in een tas draagt.

Het TOSHIBA-hulpprogramma Slaapstand starten

Start het hulpprogramma door te klikken op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> Hulpprogramma Slaapstand.

Slaapstand en laden inschakelen

Dit hulpprogramma kan worden gebruikt om de functie voor Slaapstand en laden in en uit te schakelen.
Gebruikershandleiding
4-8
Schakel het selectievakje Slaapstand en laden inschakelen in om deze functie in te schakelen voor compatibele USB-poorten. Deze voorziening is standaard uitgeschakeld.

Instellingen voor de stroomvoorzieningsmodus

Uw computer biedt diverse oplaadmodi, zodat veel verschillende USB­apparaten worden ondersteund door de functie Slaapstand en laden. Automatische modus (standaard) is geschikt voor een groot aantal digitale audiospelers.
U kunt echter alleen zeker weten welke modus geschikt is voor uw USB­apparaat door het uit te proberen. Gebruik de onderstaande procedure om elke modus, van de automatische modus tot de alternatieve modus, te proberen en zo de geschikte modus voor het opladen van uw USB­apparaat te vinden.
Deze functie kan mogelijk niet worden gebruikt met bepaalde aangesloten externe apparaten, ook al is de juiste modus geselecteerd. In dit geval schakelt u het selectievakje 'Slaapstand en laden inschakelen' uit en gebruikt u deze functie niet.

TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma

Het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma biedt twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor.
Wachtwoorden die met het TOSHIBA-wachtwoordhulpprogramma worden ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord.

Gebruikerswachtwoord

Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren:
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> TOSHIBA Assist -> BEVEILIGEN -> Gebruikerswachtwoord
Raadpleeg de paragraaf voor meer informatie.

Supervisorwachtwoord

Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord. U stelt als volgt een supervisorwachtwoord in:
Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Ondersteuning & herstel -> TOSHIBA Assist -> SECURE -> Supervisorwachtwoord
Met dit hulpprogramma kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren:
Het supervisorwachtwoord registreren of verwijderen. Beperkingen voor gewone gebruikers opgeven.
Gebruikershandleiding
4-9

De computer opstarten met een wachtwoord

Als u al een wachtwoord hebt geregistreerd, is er één manier om de computer op te starten:
Voer het wachtwoord handmatig in.
Het wachtwoord is alleen nodig als de computer was afgesloten in de opstartmodus, niet in de slaapstand of de sluimerstand.
Voer de volgende stappen uit als u een wachtwoord handmatig wilt invoeren:
1. Schakel de computer in volgens de instructies in hoofdstuk 1, Aan de
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Wachtwoord invoeren [ ]
Op dit punt werken de sneltoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer uitgeschakeld. In dit geval werken functies die de computer automatisch inschakelen (zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk niet. U moet de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord opnieuw proberen in te voeren.

HW Setup

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het programma TOSHIBA HW Setup configureert en wordt informatie gegevens over instellingen voor diverse functies.
Nadat u de instellingen van HW Setup hebt gewijzigd, kan een dialoogvenster worden weergegeven waarin wordt vermeld dat de wijzigingen worden toegepast nadat u de computer opnieuw hebt opgestart. Zorg dat u de computer direct opnieuw opstart om deze wijzigingen toe te passen.

HW Setup starten

U start het programma HW Setup door te klikken op Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> HW Setup.
Gebruikershandleiding 4-10

Het venster HW Setup

Het venster HW Setup bevat een aantal tabbladen (Algemeen, Wachtwoord, Beeldscherm, Opstartinstelling, Toetsenbord, USB en LAN) waarin speciale functies van de computer kunnen worden geconfigureerd.
Er zijn ook drie knoppen aanwezig: OK, Annuleren en Toepassen.
OK Bevestigt uw wijzigingen en sluit het venster HW
Setup.
Annuleren Sluit het venster zonder uw wijzigingen door te
voeren.
Toepassen Bevestigt al uw wijzigingen zonder het venster
HW Setup te sluiten.
Sommige opties worden grijs weergegeven, zodat u de status ervan kunt controleren.
Algemeen
Dit venster geeft de BIOS/EC-versie weer en heeft twee knoppen:
Standaard en Info.
Standaard De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties
herstellen.
Info Versiegegevens van HW Setup weergeven.
Instelling
In dit veld worden de geïnstalleerde BIOS-versie, de datum en de EC­versie weergegeven.
Wachtwoord
Met deze optie kunt u het gebruikerswachtwoord voor opstarten instellen of wijzigen.
Gebruikerswachtwoord
Hiermee kunt een nieuw wachtwoord registreren of een bestaand wachtwoord wijzigen/verwijderen.
Niet geregistreerd Het wachtwoord wijzigen of verwijderen
(standaardinstelling)
Geregistreerd Het wachtwoord selecteren. Er verschijnt een
venster waarin u het wachtwoord kunt instellen.
U voert als volgt een gebruikerswachtwoord in:
1. Selecteer Geregistreerd om de volgende melding weer te geven:
Gebruikershandleiding 4-11
Loading...