Gebruikershandleiding voor de TOSHIBA U400 draagbare personal
computer
Eerste editie, maart 2008
Eigendom en auteursrecht van muziek, video's, computerprogramma's,
databases etc. zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving.
Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden
gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de
bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt
(hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen),
via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder
van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke
vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke
rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer
u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren
of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten
van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen
beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt
om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel
winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal
computers uit de U400 op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse
ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder
kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen
aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten
of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer
en handleiding.
Handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
DirectX, ActiveDesktop, DirectShow en Windows Media zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Intel, Intel Core, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated.
Gebruikershandleidingii
Page 3
Bluetooth™ is een gedeponeerd handelsmerk in eigendom van
de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation.
DVD MovieFactory is een handelsmerk van Ulead Systems. Inc.
BizCard is een handelsmerk van NewSoft Technology Corporation.
Dolby is een gedeponeerd handelsmerk van Dolby Laboratories.
ExpressCard is een handelsmerk van PCMCIA.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Labelflash™ is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION.
Memory Stick, Memory Stick PRO en i.LINK zijn gedeponeerde
handelsmerken en i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation.
MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association.
Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak.
Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association.
xD-Picture Card is een handelsmerk van Fuji Photo Film, Co., Ltd.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer
te beschermen.
U400
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam
rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen.
Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs
brandwonden veroorzaken.
■ Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-
instructies nauwgezet.
■ Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen
kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan,
met het risico van brandwonden.
■ Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten
en dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen
of staan.
Gebruikershandleidingiii
Page 4
U400
■ Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer
op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet
met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik
de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
■ Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd
voor gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu
of netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
■ Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten
of de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die
van de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van
Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten
(zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz
in het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa,
het Midden Oosten en het Verre Oosten.
■ Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten
niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
■ Om de stroomvoorziening naar de computer stop te zetten schakelt
u de computer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u de stekker
van de netadapter uit het stopcontact.
■ Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen
of ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden
op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een
elektrische schok.
■
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat werken.
Conformiteitverklaring EU
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de richtlijn
voor radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur 1999/5/EC
die naleving van de richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit
2004/108/EC en de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC omvat.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA
EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon
+49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van
overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com.
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform
de relevante EMC-normen (elektromagnetische compatibiliteit). Toshiba
garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen
voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of
distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van
EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht
worden genomen:
■ Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
■ Alleen hoogwaardige afgeschermde gegevenskabels mogen worden
aangesloten.
Gebruikershandleidingiv
Page 5
GOST
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform raadsbesluit 98/482/EC "TBR 21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched
Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle
Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende
landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor
storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken
en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan
de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
U400
DuitslandATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
GriekenlandATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04
PortugalATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08,
SpanjeATAAB AN005, 007, 012 en ES01
ZwitserlandATAAB AN002
Alle overige landen/
regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke
softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van
de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale
goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale
voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken
kan niet worden gegarandeerd.
Gebruikershandleidingv
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
10
ATAAB AN003, 004
Page 6
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten
van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte
wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar
opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens.
Neem voor meer informatie over de recyclage van dit product
contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
EnergyStar® Program
Uw computermodel voldoet mogelijk aan de EnergyStar®-richtlijnen.
Als het aangeschafte model hieraan voldoet, is de computer voorzien van
het ENERGY STAR-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR
Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de
nieuwste ENERGY STAR®-richtlijnen voor energiebesparing. Uw computer
wordt geleverd met de energiebeheeropties vooraf geconfigureerd
waardoor de computer de meest stabiele gebruiksomgeving en optimale
systeemprestaties biedt in zowel de netvoedingsmodus als de accumodus.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende
slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er
gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden. TOSHIBA raadt u aan deze en andere energiebesparende
functies actief te laten, zodat uw computer functioneert met optimale
energiebesparing. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uitknop te drukken.
Producten die voldoen aan de ENERGY STAR®-richtlijnen voorkomen
CO2-uitstoot omdat ze voldoen aan de strenge richtlijnen voor
energiebesparing die zijn opgesteld door de EPA (VS) en de Europese
Commissie. Volgens de EPA verbruikt een computer die voldoet aan
de nieuwe ENERGY STAR
energie, afhankelijk van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org
of http://www.energystar.gov voor meer informatie over het ENERGY STAR
Program.
®
-specificaties tussen de 20% en 50% minder
®
Program van de
U400
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde
van deze paragraaf te lezen.
Gebruikershandleidingvi
Page 7
Panasonic
DVD Super Multi UJ-862B/862F
■ Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd
in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig
kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt
u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
■ Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
U400
Gebruikershandleidingvii
Page 8
Hitachi-LG Data Storage
DVD Super Multi GSA-U10N/10F
■ Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze
gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd
in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig
kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt
u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
■ Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
■ Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
U400
Gebruikershandleidingviii
Page 9
Internationale voorzorgsmaatregelen
CAUTION: This appliance contains a laser
system and is classified as a "CLASS 1
LASER PRODUCT." To use this model
properly, read the instruction manual
carefully and keep this manual for your
future reference. In case of any trouble
with this model, please contact your
nearest "AUTHORIZED service station."
To prevent direct exposure to the laser
beam, do not try to open the enclosure.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein
Laser-System und ist als
"LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT"
klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch
dieses Modells lesen Sie bitte die
Bedienungsanleitung sorgfältig durch und
bewahren diese bitte als Referenz auf.
Falls Probleme mit diesem Modell
auftreten, benachrichtigen Sie bitte die
nächste "autorisierte Service-Vertretung".
Um einen direkten Kontakt mit dem
Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät
nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt
udvendigt på apparatet og indikerer, at
apparatet arbejder med laserstråler af
klasse 1, hviket betyder, at der anvendes
laserstrlier af svageste klasse, og at man
ikke på apparatets yderside kan bilve
udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF
FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB
TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her
gengivne advarselsmækning, som advarer
imod at foretage sådanne indgreb i
apparatet, at man kan komme til at udsatte
sig for laserstråling.
U400
Gebruikershandleidingix
Page 10
Belangrijke mededeling
Auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals - maar niet alleen - muziek,
video, computerprogramma's en databases zijn beschermd onder de
auteursrechtelijke wetgeving. Tenzij u specifiek toestemming hebt volgens
het auteursrecht dat van toepassing is, mag u auteursrechtelijk beschermd
materiaal zonder de toestemming van de eigenaar van de auteursrechten
niet kopiëren, bewerken, toewijzen, overdragen of gebruiken. Overtreding
van dit verbod kan resulteren in gerechtelijke vervolging.
■ Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
■ Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
■ Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
■ Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type
of van een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
■ Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften
van de fabrikant.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een
optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de
verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor
eventuele schade.
U400
OBS! Apparaten innehåller
laserkomponent som avger laserstråining
överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata.
Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää
näkymätöntä silmilie vaarallista
lasersäteilyä.
CAUTION: USE OF CONTROLS OR
ADJUSTMENTS OR PERFORMANCE OF
PROCEDURES OTHER THAN THOSE
SPECIFIED IN THE OWNER’S MANUAL
MAY RESULT IN HAZARDOUS
RADIATION EXPOSURE.
VORSICHT:
VON ANDEREN STEURUNGEN
ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS
DURCHFÜHREN VON ANDEREN
VORGÄNGEN ALS IN DER
BEDIENUNGSANLEITUNG
BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE
STRAHLENEXPOSITIONEN
ZUR FOLGE HABEN.
DIE VERWENDUNG
Gebruikershandleidingx
Page 11
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer
verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor
de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot
te stellen aan:
■ stof, vocht en direct zonlicht;
■ apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
■ plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
■ extreme hitte, koude of vochtigheid;
■ vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en
gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt
voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over
het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting,
met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Gebruikershandleidingxi
Page 12
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
■ Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak
zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan
langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer
op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren
in rode plekken op de huid.
■ De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
■ Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar
dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los
en laat u deze eerst afkoelen.
■ Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Oververhitting van de ExpressCard
Sommige ExpressCards kunnen bij langdurig gebruik heet worden, wat kan
leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook
voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart of ExpressCard
die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer
wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en
comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Bijlagen D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlagen E Juridische verklaring
Bijlagen F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleidingxv
Page 16
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de U400. Deze krachtige,
hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar
computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden,
bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de U400
gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt
gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer,
elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele
apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare
computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken
Rondleiding
en accessoires van de computer. Lees vervolgens
stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen
om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna
de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name
aandacht aan de paragraaf Specificaties in de Inleiding om kennis te
maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers.
Als u ExpressCards gaat installeren of externe apparaten zoals een
monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken,
zes bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, biedt een overzicht van de voorzieningen,
mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer
geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de
computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid
en het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Basisbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de
volgende apparaten: touchpad, geluidssysteem, optische stations, modem,
draadloze communicatie en LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van
de computer en het omgaan met CD's/DVD’s.
om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen
Inleiding
Aan de slag
en
voor
Gebruikershandleidingxvi
Page 17
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties
beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over
de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert
met het programma HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware
beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, verschaft nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt
voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen
en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring tussen haakjes. Bijvoorbeeld: ROM (Read Only
Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld
de Enter-toets aan.
Gebruikershandleidingxvii
Page 18
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen
indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een
plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat
uopC moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen
worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden
en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
ABCAls in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram
of het invoeren van tekst, wordt de naam van
het pictogram of wordt de tekst die moet worden
ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat
hier links is afgebeeld.
Beeldscherm
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en
door de computer gegenereerde tekst die op het
beeldscherm verschijnt, worden in het links
weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken
op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals
hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect
gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren
in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming
van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term is in dit document als volgt gedefinieerd:
StartHet woord "Start" verwijst naar de knopin
Microsoft
Gebruikershandleidingxviii
®
Windows Vista™.
Page 19
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft
de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht,
functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt
dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.
Controlelijst van apparatuur
Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het
verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
■ TOSHIBA U400 draagbare personal computer
■ Universele netadapter en netsnoer
Inleiding
Hoofdstuk 1
Software
Microsoft® Windows Vista™
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
■ Microsoft® Windows Vista™
■ Microsoft Internet Explorer
■ TOSHIBA Value Added Package
■ TOSHIBA Hardware Setup
■ TOSHIBA Supervisor Password
■ TOSHIBA Assist
■ TOSHIBA ConfigFree
■ TOSHIBA DVD-speler
■ TOSHIBA-hulpprogramma voor vingerafdrukken*
■ Hulpprogramma's voor TOSHIBA SD-geheugens
■ TOSHIBA Disc Creator
Gebruikershandleiding1-1
Page 20
■ TOSHIBA-gezichtsherkenning*
■ TOSHIBA Acoustic Silencer
■ Ulead DVD MovieFactory
■ Presto! BizCard 5*
■ Onlinehandleiding
* is voorgeïnstalleerd afhankelijk van het gekochte model.
Documentatie
■ U400 Gebruikershandleiding voor de personal computer
■ U400 Aan de slag
■ Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
■ Garantie-informatie
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk
contact op met uw dealer.
Voorzieningen
Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het
model dat u hebt aangeschaft.
Processor
®
voor TOSHIBA*
Inleiding
Ingebouwd Afhankelijk van het aangeschafte model.
Ga naar de website voor uw gebied voor de
configuratiegegevens van het model dat u hebt
aangeschaft.
®
ChipsetMobile Intel
Gebruikershandleiding1-2
GM965/GL960 Express-chipset
Page 21
Geheugen
Inleiding
SleuvenPC2-5300 (GM965)/PC2-4200 (GL960) 512 MB,
1024 MB of 2048 MB.
In de geheugensleuf kunnen geheugenmodules
van maximaal 2 GB worden geïnstalleerd
voor een systeemgeheugen van maximaal
4 GB (GM965) of 2 GB (GL960).
Afwijzing van
aansprakelijkheid met
betrekking tot het
hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdgeheugen van de
computer kan worden gebruikt door het grafische
systeem om de grafische prestaties te
verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid
hoofdgeheugen die voor andere
computeractiviteiten beschikbaar is.
De hoeveelheid hoofdgeheugen die wordt
toegewezen om de graphics te ondersteunen,
hangt af van het grafische systeem, de
gebruikte toepassingen, de grootte van het
systeemgeheugen en andere factoren.
Voor PC's die zijn geconfigureerd met 4 GB
systeemgeheugen is de totale geheugenruimte
voor computeractiviteiten aanzienlijk kleiner en
varieert deze per model en systeemconfiguratie.
Als uw computer is geconfigureerd met twee geheugenmodules van 2 GB,
wordt het geheugen mogelijk weergegeven als maar 3 GB (afhankelijk van
de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is juist omdat het besturingssysteem gewoonlijk het beschikbare
geheugen weergeeft in plaats van het fysieke geheugen (RAM) dat
in de computer is ingebouwd.
Verschillende systeemonderdelen (zoals de GPU van de grafische adapter
en PCI-apparaten zoals draadloos LAN, enz.) vereisen eigen
geheugenruimte. Omdat een 32-bits besturingssysteem niet meer dan
4 GB geheugen kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het
fysieke geheugen. Het is een technische beperking dat het overlapte
geheugen niet beschikbaar is voor het besturingssysteem.
Ook al geeft een aantal hulpmiddelen het werkelijke fysieke geheugen van
uw computer weer, het beschikbare geheugen voor het besturingssysteem
blijft maar 3 GB.
Video-RAMAfhankelijk van het gekochte model:
®
Mobile Intel
®
Intel
GM965 Express-chipset/Mobile
GL960 Express-chipset-model: De videoRAM-capaciteit wordt gedeeld met het
hoofdgeheugen en de verdeling hangt af van
Dynamic Video Memory Technology.
Gebruikershandleiding1-3
Page 22
Voeding
Inleiding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
een oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze
opraken. De adapter wordt geleverd met een
verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is,
ondersteunt hij netspanningen tussen 100
en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter
al naar gelang het model. Gebruik van het
verkeerde model netadapter kan resulteren in
beschadiging van de computer. Raadpleeg het
gedeelte Netadapter in Hoofdstuk 2, Rondleiding.
Stations/schijven
Vaste schijf
Verkrijgbaar in 1 x 2,5" vaste schijf (9,5 mm/SATA)
■ 80 GB
■ 120 GB
■ 160 GB
■ 200 GB
■ 250 GB
■ 320 GB
Gebruikershandleiding1-4
Page 23
Inleiding
DVD Super Multistation (met
ondersteuning
voor DVD±R DL)
Uw computer is uitgerust met een DVD Super
Multi-stationsmodule van volledige grootte
waarmee u zonder adapter gegevens op
herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen
en CD's/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm
(3,15 inch) kunt lezen. De maximale leessnelheid
is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor
CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid bedraagt
24-speed voor CD-R, 16-speed voor CD-RW,
8-speed voor DVD-R, 6-speed voor DVD-RW,
8-speed voor DVD+R, 8-speed voor DVD+RW,
4-speed voor DVD+R (DL), 4-speed voor DVD-R
(DL) en 5-speed voor DVD-RAM. De volgende
indelingen worden ondersteund:
■ DVD-ROM
■ DVD-Video
■ DVD-R
■ DVD-RW
■ DVD+R
■ DVD+RW
■ DVD-RAM
■ DVD+R DL
■ DVD-R DL
■ CD-DA
■ CD-Text
■ Photo CD (single/multi-session)
■ CD-ROM Mode 1, Mode 2
■ CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
■ Enhanced CD (CD-EXTRA)
■ CD-G (alleen audio-CD)
■ Adresseringsmethode 2
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge
resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal
comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 13,3-inch WXGA, 16 miljoen kleuren,
met de volgende resolutie: 1280 horizontale ×
800 verticale pixels.
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B,
Beeldschermcontroller en videomodi, voor nadere
informatie.
Gebruikershandleiding1-5
Page 24
Toetsenbord
Inleiding
Ingebouwd TOSHIBA Vista-toetsenbord, 85 of 86 toetsen,
compatibel met IBM uitgebreid toetsenbord,
geïntegreerde numerieke toetsen, vaste
cursorbesturingstoetsen, en de toetsen
en. Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord,
voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen
en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
HDMIMet deze HDMI-aansluiting kunt u externe
weergave- en audioapparaten aansluiten.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Externe monitor Op deze 15-pins poort kunt u een extern
beeldscherm aansluiten.
De USB 2.0-compatibele poorten van de
computer ondersteunen
gegevensoverdrachtsnelheden die veertigmaal
hoger liggen dan die van de USB 1.1-norm.
(De poorten ondersteunen tevens USB 1.1.)
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten
zoals digitale videocamera’s.
Dit venster ontvangt signalen van de
afstandsbediening die bij uw computer
wordt geleverd.
Sleuven
ExpressCard-sleufDe ExpressCard-sleuf biedt ruimte aan twee
standaardmodules: een ExpressCard/34-module
en een ExpressCard/54-module. Een
ExpressCard is een kleine, modulaire,
toevoegbare kaart met een PCI Expressen Universal Serial Bus (USB)-interface.
Sleuf voor meerdere
digitale mediakaarten
Gebruikershandleiding1-6
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHCgeheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-,
MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Page 25
Multimedia
Inleiding
WebcameraFoto's of videobeelden opnemen/verzenden
met deze geïntegreerde webcam. (Aanwezig
op sommige modellen.)
®
Geluidssysteem Het Windows
Sound System bestaat uit
luidsprekers en aansluitingen voor een externe
microfoon en hoofdtelefoon.
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(S/P DIF)
Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt
als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische
digitale apparatuur.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer
worden aangesloten.
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens-
en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E.
De snelheid van gegevensverzending en
faxcommunicatie is afhankelijk van de
omstandigheden van de analoge telefoonlijn.
De computer heeft een modempoort voor
aansluiting op een telefoonlijn. V.90 en V.92
worden uitsluitend in de VS, Canada, het
Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland
ondersteund. In andere gebieden wordt V.90
ondersteund. (Aanwezig op sommige modellen.)
LAN De computer is voorzien van een LAN-kaart die
Fast Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX)
of Gigabit Ethernet LAN (1 Gbit/s, 1000BASE-T)
ondersteunt.
Gebruikershandleiding1-7
Page 26
Inleiding
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn
uitgerust met een WLAN-functie die de
standaarden A, B, G en concept-N ondersteunt.
De functie is ook compatibel met andere
LAN-systemen op basis van Direct Sequence
Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division
Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan
de IEEE 802.11-standaard.
■ Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 54, 48,
36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11a/g)
■ Automatische selectie van verzendsnelheid in
het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s
(IEEE 802.11b)
■ Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
■ Kaartenergiebeheer
■ WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits
coderingsalgoritme
■ AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het
128-bits coderingsalgoritme
BluetoothSommige computers in deze serie hebben
Bluetooth-functies. De draadloze Bluetoothtechnologie maakt kabels tussen elektronische
apparaten zoals computer en printers overbodig.
Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en
veilige draadloze communicatie in een kleine
ruimte. (Aanwezig op sommige modellen.)
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Met deze schakelaar zet u de draadloos LANen Bluetooth-functies aan en uit. (Aanwezig
op sommige modellen.)
Beveiliging
Sleuf beveiligingsslot Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de
computer worden aangesloten om deze aan een
bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
WachtwoordWachtwoordbeveiliging voor opstarten
Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus
Wachtwoordbeveiliging voor harde schijf
Vingerafdrukverificatie (aanwezig op sommige
modellen)
Gebruikershandleiding1-8
Page 27
Speciale voorzieningen
De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel
geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt
Geïntegreerde
numerieke toetsen
Instant Security
(directe beveiliging)
Beeldscherm
automatisch
uitschakelen
Vaste schijf
automatisch
uitschakelen
Automatische
slaapstand/zuinige
slaapstand
Intelligente
stroomvoorziening
*1
*1
*1
u de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder
een systeemconfiguratieprogramma te hoeven
gebruiken.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde
numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5,
Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen.
Met de sneltoets Fn + F1 kunt u het scherm
leegmaken en de computer blokkeren; deze
functie dient voor gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne
beeldscherm automatisch stopgezet als het
toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt.
De stroomvoorziening wordt hersteld zodra
een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat
wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste
schijf automatisch stopgezet als gedurende een
bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft
plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt
hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Met deze functie wordt het systeem automatisch
in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde
tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft
plaatsgevonden.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert
de acculading en berekent de resterende
accucapaciteit. De microprocessor beschermt
de elektronische onderdelen tevens tegen
ongewone omstandigheden, zoals extreme
spanningspieken vanuit een voedingsbron.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Inleiding
Gebruikershandleiding1-9
Page 28
Inleiding
Energiebesparings-
*1
modus
Met deze voorziening kunt u accuenergie
besparen.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
In-/uitschakelen
via LCD
*1
Met deze functie wordt de stroom naar de
computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt
gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD
wordt geopend.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
Automatische zuinige
slaapstand bij lage
acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat
u de computer niet meer kunt gebruiken,
wordt automatisch de slaapstand geactiveerd
en wordt het systeem afgesloten.
Dit kan worden opgegeven in Power Options
(Energiebeheer).
TOSHIBAvasteschijfbeveiliging
Deze functie gebruikt de ingebouwde sensor
in de computer om trillingen en schokken te
detecteren en automatisch de kop van de vaste
schijf in een veilige stand te plaatsen. Hiermee
wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt
doordat deze in aanraking komt met de kop.
Raadpleeg de paragraaf De vasteschijfbeveiliging
gebruiken in hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor
bijzonderheden.
De TOSHIBA-functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat
de vaste schijf niet beschadigt.
Zuinige slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud
van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf
opgeslagen zodat u uw werk kunt hervatten op de
plaats waar u was opgehouden wanneer u de
computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de
slag, voor bijzonderheden.
Sleep Mode
(Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de
computer uitschakelen zonder de software te
hoeven sluiten. De gegevens worden in het
hoofdgeheugen van de computer bewaard zodat
u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was
opgehouden wanneer u de computer weer aanzet.
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power
Options (Energiebeheer).
Gebruikershandleiding1-10
Page 29
TOSHIBA Value Added Package
In dit gedeelte worden de functies van TOSHIBA Component beschreven
die vooraf zijn geïnstalleerd op de computer.
TOSHIBA Power
Saver
TOSHIBAhulpprogramma Zoom
TOSHIBA PC
Diagnostic Tool
TOSHIBAflashkaarten
TOSHIBA
Components
Common Driver
TOSHIBA
Accessibility
(Toegankelijkheid)
TOSHIBA Button
Support
TOSHIBA Power Saver voorziet u van de functies
voor het beheer van de stroomvoorziening.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen
op het bureaublad vergroten of verkleinen en
het zoompercentage instellen voor specifieke
toepassingen.
TOSHIBA PC Diagnostic Tool toont gegevens
over de configuratie van de computer en biedt
de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde
ingebouwde apparaten te testen.
Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende
functies.
■ Sneltoetsfunctie
■ Functie voor het starten van het TOSHIBA-
hulpprogramma.
TOSHIBA Components Common Driver bevat
de module die nodig is voor het hulpprogramma
dat TOSHIBA biedt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility
biedt ondersteuning voor gebruikers met
bewegingsbeperkingen wanneer ze de
TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken.
Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets
vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets,
laat de toets los en drukt op een van de
functietoetsen ("F"-toetsen) om de functie ervan
te activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief
totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Met dit hulpprogramma kunt u de knoppen
van de computer gebruiken.
U kunt instellen welke toepassing met de knop
wordt gestart.
Inleiding
Gebruikershandleiding1-11
Page 30
Hulpprogramma's en toepassingen
In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven
en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de
onlinehandleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor
informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk
toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen
en de randapparaten die u gebruikt. U start
het hulpprogramma door te dubbelklikken
op TOSHIBA Assist op het bureaublad.
Klik vervolgens op het tabblad OPTIMIZE
(OPTIMALISEREN) en klik op TOSHIBA
Hardware Settings (TOSHIBA-hardwareinstellingen).
Wachtwoord voor
opstarten
Geluiddemper voor
cd/dvd-station
Ulead DVD
MovieFactory
voor TOSHIBA
®
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van
wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd
gebruik van uw computer te voorkomen.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen,
dubbelklikt u op TOSHIBA Assist op het
bureaublad. Klik op het tabblad SECURE
(BEVEILIGING) en start het hulpprogramma
Supervisor Password.
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen,
klikt u op het tabblad SECURE (Beveiliging) in
TOSHIBA Assist en start u het hulpprogramma
User Password. Op het tabblad Password
(Wachtwoord) kunt u een gebruikerswachtwoord
instellen.
Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid
van het optische station configureren. U kunt de
normale modus of de stille modus configureren.
In de normale modus werkt het station op
maximale snelheid voor een snelle toegang tot
gegevens en in de stille modus kunt u op single
speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft
geen invloed in de DVD-modus.
U kunt digitale video's bewerken en een
DVD-video maken. De Labelflash™-functie
wordt tevens ondersteund. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Inleiding
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power
Options (Energiebeheer).
Gebruikershandleiding1-12
Page 31
Inleiding
Hulpprogramma voor
vingerafdrukken
TOSHIBA
DVD-speler
TOSHIBA Disc
Creator
Afhankelijk van het aangeschafte model is
er op uw computer een hulpprogramma
voor vingerafdrukken geïnstalleerd waarmee
vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en
herkend. Als u de id en het wachtwoord vastlegt
in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft
u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord
in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen
de vingerafdruksensor, waarna de volgende
functies worden ingeschakeld:
■ Aanmelden bij Windows en toegang
tot een beveiligde webpagina via IE
(Internet Explorer).
■ Bestanden en mappen kunnen worden
gecodeerd/gedecodeerd, zodat andere
gebruikers er geen toegang toe hebben.
■ De wachtwoordbeveiliging van de
schermbeveiliging uitschakelen bij terugkeer
uit de energiebesparende stand (slaapstand).
■ Verificatie tijdens de systeemstart
en de functie Single Touch Boot.
■ Opstartbeveiliging en functie voor
enkelvoudige aanmelding.
De DVD-speler wordt gebruikt om DVD-video’s
af te spelen. Het programma bestaat uit een
interface met functies op het scherm. Klik op ,
wijs All Programs (Alle programma's) aan, wijs
TOSHIBA DVD Player(TOSHIBA DVD-speler)
aan en klik vervolgens op TOSHIBA DVD Player(TOSHIBA DVD-speler).
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen
maken: audio-CD's die op een gewone stereoCD-speler kunnen worden afgespeeld, en dataCD's/-DVD's voor het opslaan van multimediaen/of documentbestanden op uw vaste schijf.
Deze software kan worden gebruikt op een
model met een CD-RW-/DVD-ROM-station,
DVD-R/-RW-station, DVD+R/+RW-station
of DVD Super Multi-station.
Als u TOSHIBA Disc Creator wilt starten,
klikt u op , selecteert u All Programs
TOSHIBA DVD-RAM-hulpprogramma biedt
de functie Fysiek formatteren en een
schrijfbeveiligingsfunctie voor DVD-RAM.
Dit hulpprogramma maakt deel uit van de module
TOSHIBA Disc Creator.
U start TOSHIBA DVD-RAM-hupprogramma door
te klikken op , Alle programma's, TOSHIBA,
CD&DVD-toepassingen te selecteren en op
DVD-RAM-hulpprogramma te klikken.
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen
eenvoudig kunnen worden beheerd.
Met ConfigFree kunt u tevens
communicatieproblemen opsporen en profielen
maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen
locaties en communicatienetwerken.
U voert ConfigFree uit door te klikken op ,
TOSHIBAgezichtsherkenning
All Programs (Alle programma's), TOSHIBA
Networking (Netwerken)
en vervolgens te klikken op
te selecteren
ConfigFree
TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruikt een
gezichtsherkenningsbibliotheek om de
,
.
gezichtsgegevens van gebruikers te verifiëren
als deze zich aanmelden bij Windows. Als de
verificatie geslaagd is, wordt de gebruiker
automatisch aangemeld bij Windows. Op deze
manier hoeft de gebruiker geen wachtwoord in
te voeren, wat het aanmeldproces eenvoudiger
maakt. (Aanwezig op sommige modellen.)
postadressen, telefoon-/faxnummers,
e-mailadressen en meer bij. Scan gewoon
uw visitekaartjes en presto! BizCard slaat
automatisch de gegevens en de afbeelding
van elk kaartje op. Er zijn verschillende
weergavemodi beschikbaar waarmee
u eenvoudig kaartjes kunt zoeken, bewerken,
maken en sorteren. U kunt informatie delen
met bureaubladagenda's, contactmanagers,
PIM's (personal information managers) en PDA's
(personal digital assistants). Ook kunt u idbadges, postetiketten en stickers afdrukken.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding1-14
Page 33
Inleiding
Opties
Windows Mobility
Center
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door
een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding Er kunnen twee geheugenmodules
In dit gedeelte wordt Windows Mobility Center
beschreven. Mobility Center is een hulpprogramma
voor een snelle toegang tot verscheidene mobielepc-instellingen in één venster. Er zijn maximaal acht
tegels beschikbaar voor de standaardinstelling van
het besturingssysteem. Er worden echter twee
aanvullende groepen toegevoegd aan het
Mobiliteitscentrum.
Als u het pakket "TOSHIBA Extended Tiles for
Windows Mobility Center" installeert, worden
de volgende functies toegevoegd.
■ Computer vergrendelen:
Vergrendel uw computer zonder deze uit
te schakelen. Dit is dezelfde functie als
de vergrendelknop onder in het
rechterdeelvenster van het menu Start.
■ TOSHIBA Assist:
Open TOSHIBA Assist als dit programma
al is geïnstalleerd op uw computer.
in de computer worden geïnstalleerd.
Gebruik alleen PC5300*-compatibele DDRII-geheugenmodules.
Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte model.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij
uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserveexemplaar gebruiken, zodat u langer met uw
computer kunt werken.
NetadapterIndien u uw computer vaak op verschillende
Gebruikershandleiding1-15
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een
extra netadapter per werkplek aan te schaffen,
zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
Page 34
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met
de computer aan de slag gaat.
Voorkant met gesloten beeldscherm
De volgende afbeelding geeft de voorkant van de computer weer,
met het beeldscherm gesloten.
Sleuf voor meerdere
digitale mediakaarten
Schakelaar voor
draadloze communicatie
Rondleiding
Hoofdstuk 2
Lampje voor
draadloze activiteit
Aan/uit-
lampje
Lampje voor
schijf
Volumeregelaar
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Sleuf voor meerdere
digitale mediakaarten
Infraroodontvangstvenster
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHCgeheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-,
DC-INlampje
Accu-
lampje
Lampje voor
kaartsleuf voor
meerdere
digitale media
MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Schakelaar voor
draadloze
communicatie
Met de schakelaar voor draadloze communicatie
wordt de zender/ontvanger van het draadloze
netwerk in- of uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het
lampje voor draadloze activiteit. Het lampje brandt niet wanneer de functie
voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding2-1
Page 35
Rondleiding
VolumeregelaarGebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
Infraroodontvangstvenster
Sommige modellen zijn met een
infraroodontvangstvenster uitgerust.
Dit is een sensorvenster dat signalen
ontvangt van de afstandsbediening
die bij sommige modellen is geleverd.
Lampje voor
draadloze activiteit
Geeft aan of het draadloze LAN of Bluetooth
actief is. (Aanwezig op sommige modellen.)
DC-IN-lampjeHet DC-IN-lampje brandt wanneer de computer is
aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt
aan een voedingsbron is gekoppeld.
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt blauw als de computer
aan is. Als u bij Turn Off Computer (Computer
uitschakelen) klikt op Sleep Mode (Slaapstand),
knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee
seconden uit) terwijl de computer in de
slaapstand wordt gezet.
Accu-lampjeHet accu-lampje toont het ladingsniveau van
de accu: blauw betekent volledig opgeladen,
oranje betekent dat de accu wordt opgeladen
en knipperend oranje betekent dat de accu
bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
Lampje voor schijfHet lampje voor de schijf geeft aan dat de vaste
schijf of het optische schijfstation wordt gebruikt.
Lampje voor
kaartsleuf voor
meerdere digitale
media
Gebruikershandleiding2-2
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale
mediakaarten gaat branden als er toegang
tot de kaartsleuf voor meerdere digitale
mediakaarten wordt gezocht.
Page 36
Linkerkant
De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Rondleiding
Poort voor externe monitor
Poort voor externe
monitor
Luchtopeningen
Linkerkant van de computer
Op deze 15-pins poort kunt u een extern
beeldscherm aansluiten.
HDMI
i.LINK-poort
(IEEE1394a)
USB-poorten
Microfoonaansluiting
ExpressCard-sleuf
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(S/P DIF)
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de CPU
te beschermen tegen oververhitting.
HDMIMet behulp van een poort kunt u de toepassingen
van High Definition Multimedia Interface
aansluiten, zoals een DVD-speler, LCD-scherm,
LCD-TV, HDTV, set-top-box of projector.
(Aanwezig op sommige modellen.)
i.LINK-poort
(IEEE1394a)
Op deze poort kunt u een extern apparaat
aansluiten, bijvoorbeeld een digitale
videocamera, voor snelle gegevensoverdracht.
(Aanwezig op sommige modellen.)
ExpressCard-sleufIn deze sleuf kunt u een ExpressCard plaatsen.
Een ExpressCard is een kleine, modulaire,
uitbreidingskaart met een PCI Expressen Universal Serial Bus (USB)-interface.
De maximale overdrachtssnelheid is 2,5 Gbps.
ExpressCard/34- en Express-kaart/54-typen
worden ondersteund.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg er ook voor dat
er geen voorwerpen, zoals spelden of soortgelijke voorwerpen,
in de luchtopeningen terechtkomen die de schakelingen van
de computer kunnen beschadigen.
Gebruikershandleiding2-3
Page 37
Rondleiding
Universal Serial Buspoorten (USB 2.0)
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(S/P DIF)
Rechterkant
De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Het apparaat is voorzien van Universal Serial
Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0standaard. Met de poorten met het pictogram ( )
kan in de slaapstand via USB worden geladen.
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer
worden aangesloten.
Via deze bus worden analoge audiosignalen
uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt
als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische
digitale apparatuur.
ODD-lampje
Ejectknop
Noodejectgaatje
Aansluiting voor modem
of FM-antenne*
USB-poort
LAN-poort
Beveiligingsslot
Rechterkant van de computer
* Op de afbeelding wordt de aansluiting voor de FM-antenne weergegeven.
ODD-lampjeHet ODD-lampje brand oranje wanneer de
computer toegang heeft tot het optische station.
NoodejectgaatjeDruk op deze knop om de stationslade handmatig
te openen indien het station op onverklaarbare
wijze blokkeert of niet meer reageert.
EjectknopDruk op deze knop om de stationslade te openen.
Universal Serial Buspoorten (USB 2.0)
Het apparaat is voorzien van Universal Serial
Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0standaard. Met de poorten met het pictogram ( )
kan in de slaapstand via USB worden geladen.
LAN-poort
Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-Tx). Zie
hoofdstuk 4,
Gebruikershandleiding2-4
Basisbeginselen
, voor meer informatie.
Page 38
Rondleiding
Achterkant
De volgende afbeelding geeft het achterpaneel van de computer weer.
Modemaansluiting Met de modemaansluiting kunt u de modem door
middel van een modulaire kabel direct met een
telefoonlijn verbinden. (Aanwezig op sommige
modellen)
■ Bij onweer dient u de modemkabel uit
de telefoonaansluiting te verwijderen.
■ Sluit de modem niet op een digitale
telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem
schade oplopen.
Aansluiting voor
FM-antenne
Hier kunt u een FM-antenne op aansluiten.
(Aanwezig op sommige modellen.)
BeveiligingsslotAan deze poort kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. Met de optionele beveiligingskabel
kunt u de computer aan een bureau of ander
groot voorwerp verankeren en tegen diefstal
beschermen.
Gelijkstroomingang (19 V)
Achterkant van de computer
Gelijkstroomingang
(19 V)
Op deze ingang wordt de netadapter
aangesloten. Gebruik alleen het model
netadapter dat bij de computer is geleverd.
Gebruik van een verkeerd model netadapter kan
resulteren in beschadiging van de computer.
Gebruikershandleiding2-5
Page 39
Onderkant
De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat
het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Vergren
deling
van de
accu-
eenheid
Afdekpl
aatje
vaste
schijf
Accu-eenheid Vergrendeling accuhouder
Geheugenmodule en
afdekplaatje voor
draadloos LAN
De onderkant van de computer
Rondleiding
Luchtopeningen
Geheugenmodule
en afdekplaatje voor
draadloos LAN
Dit plaatje beschermt de twee sleuven voor
geheugenmodules; een of twee modules zijn
vooraf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele
apparaten.
Vergrendeling van
de accu-eenheid
Duw deze schuif opzij, zodat de accu-eenheid
verwijderd kan worden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer
van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Vergrendeling
accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om
de accu-eenheid vrij te geven. Raadpleeg
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden,
voor uitgebreide informatie over het verwijderen
van de accu-eenheid.
LuchtopeningenDe luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Afdekplaatje vaste
Dit plaatje beschermt de vaste schijf.
schijf
Gebruikershandleiding2-6
Page 40
Voorkant met geopend beeldscherm
Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend
beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Als
u het beeldscherm wilt openen, tilt u de voorkant van het scherm omhoog.
Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Lampje van webcamera*
Beeld-
scherm
Webcamera*
Rondleiding
Ingebouwde microfoon*
Aan/uit-knop
Knop Dempen of knop met aan-/uitlampje*
CD/DVD-knop*
Knop Afspelen/Pauze*
Knop Stop*
Knop Vorige*
Knop Volgende*
Luidspreker
TouchPad
Luidspreker
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Sensor voor
vingerafdrukken*
Bedieningsknoppen voor
touchpad
* Aanwezig op sommige modellen
Wees voorzichtig met uw computer om krassen of andere schade
te voorkomen.
Luidsprekers
Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
BeeldschermDe LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller en
videomodi. Als de computer door de netadapter
wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder
uit dan bij gebruik van de accu. Het lagere
helderheidsniveau dient om accu-energie
te besparen.
Lampje van
webcamera
Het lampje van de webcamera geeft aan of de
webcamera werkt of niet. (Aanwezig op sommige
modellen.)
Gebruikershandleiding2-7
Page 41
Rondleiding
WebcameraMaak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen. (Aanwezig op sommige
modellen.)
Ingebouwde
microfoon
De microfoon wordt gebruikt met de webcamera
om te praten met andere webcameragebruikers
en om berichten op te nemen op Windows Media.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Aan/uit-knopSchakelt de computer in en uit en stelt de
(zuinige) slaapstand in en uit.
Knop Dempen of knop
met aan-/uitlampje
Afhankelijk van het gekochte model, drukt u op
deze knop om het geluid te dempen of om de
verlichting van het TouchPad, het logo en de
knoppen in of uit te schakelen. (Aanwezig op
sommige modellen.)
CD/DVD-knopAls u op deze knop drukt, wordt er een
toepassingsprogramma gestart waarmee u CD's
of DVD's kunt afspelen. De toepassing die wordt
gestart, verschilt per model: Windows Media
Player/TOSHIBA DVD PLAYER. (Aanwezig op
sommige modellen.)
Knop Afspelen/Pauze Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitaal
audiobestand. Deze knop fungeert tevens als
pauzeknop. (Aanwezig op sommige modellen.)
Knop StopHiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet. (Aanwezig op sommige
modellen.)
Knop VorigeHiermee gaat u terug naar het vorige nummer,
hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Knop VolgendeHiermee gaat u vooruit naar het volgende
nummer, hoofdstuk of digitale bestand. Zie
hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer
informatie. (Aanwezig op sommige modellen.)
TouchPad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Gebruikershandleiding2-8
Page 42
Rondleiding
Sensor voor
vingerafdrukken
Bedieningsknoppen
voor touchpad
Optisch station
Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM's wordt een ATAPIinterfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt
tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Door uw vinger langs de vingerafdruksensor
te bewegen, schakelt u de volgende functies in:
aanmelden bij Windows en toegang tot een
beveiligde webpagina via IE (Internet Explorer).
Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/
gedecodeerd, zodat andere gebruikers er geen
toegang toe hebben. De wachtwoordbeveiliging
van de schermbeveiliging uitschakelen bij
terugkeer uit de energiebesparende stand
(slaapstand). Verificatie tijdens de systeemstart en
de functie Single Touch Boot. Verificatie van
gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord
terwijl de computer wordt opgestart. Raadpleeg de
paragraaf
(optioneel) gebruiken
Basisbeginselen
modellen.)
Hiermee kunt u menuopties selecteren en
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen
die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd.
Raadpleeg de paragraaf Touchpad gebruiken in
Hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
De sensor voor vingerafdrukken
in Hoofdstuk 4,
. (Aanwezig op sommige
Regiocodes voor DVD-station en media
Optische schijfstations en de bijbehorende media worden vervaardigd
conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen
bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf
van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor
de regio van uw station.
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's
en DVD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke
schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator
voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
CD's
■ CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
■ CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of
high-speed 4- tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra-speed
CD-RW's is maximaal 24-speed. (Ultra-speed wordt alleen ondersteund
door het DVD-ROM- en CD-R/RW-station.)
DVD's
■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts
één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet
worden gewist of veranderd.
■ DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station (met ondersteuning voor DVD±R DL)
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder
adapter gegevens op beschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s
van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
Rondleiding
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan
de buitenrand.
De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de
spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich
automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt
en aan een frequentie van 50 of 60 Hertz, waardoor u de computer
in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron
en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
■ Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
equivalente optionele adapter. Gebruik van een onjuiste netadapter
kan leiden tot beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in
een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
■ Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd,
of een equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van andere typen
netadapters (mogelijk met een andere spanning) kan resulteren
in beschadiging van de computer, storingen en/of gegevensverlies.
TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade,
computerstoringen of gegevensverlies veroorzaakt door het
gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is meegeleverd. Andere
netadapters hebben een ander voltage en een andere uitgangspolariteit,
en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigingen of brand
veroorzaken.
Gebruikershandleiding2-11
Page 45
Afstandsbediening (optioneel)
Met een afstandsbediening, die bij sommige modellen is geleverd,
kunt u een aantal functies van de computer op afstand bedienen.
De afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met Media Center
voor het afspelen van CD's, DVD's en video's, en voor het bekijken van
foto's.
Met de afstandsbediening kunt u het afspelen van een film via Media
Center regelen.
Gebruiksmogelijkheden voor de afstandsbediening:
■ Alle schermen in Media Center navigeren en bedienen.
■ De video bedienen.
■ Zet de computer in de slaapstand en weer terug.
Slanke afstandsbediening
CD/DVD-knop
LCD-
helderheid
verlagen
LCD-helderheid
verhogen
Rondleiding
DVD Menu
Volume +
Volume -
OK
Dempen
Back
Start
Rewind
Terugspelen
Stop
Voeding
Lampje aan/uit
Pijlen
Verdere
bijzonderheden
Snel vooruitspoelen
Afspelen/pauze
Overslaan
CD/DVD-knopMet een druk op deze knop start u een
toepassing waarmee u Windows Media Player/
DVD Video Player kunt gebruiken.
Helderheid verlagenHiermee wordt de helderheid van het
LCD-scherm stapsgewijs verlaagd.
Helderheid verhogenHiermee wordt de helderheid van het
LCD-scherm stapsgewijs verhoogd.
Gebruikershandleiding2-12
Page 46
Rondleiding
Voed ing
Hiermee wordt het besturingssysteem gestart
of afgesloten. Deze knop werkt net als de aanuitknop van uw computer. De slaapstand werkt
standaard net zo als het uitschakelen van uw
computer. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op
Start Control panel (Configuratiescherm)
System and Maintenance (Systeem en
onderhoud)
(Energiebeheer)
button does
Power Options
en
Choose what the Power
(Kies wat de aan/uit-knop doet)
U kunt kiezen uit de volgende vier opties:
Do nothing (Niets doen), Sleep (Slaapstand),
Hibernate (Zuinige slaapstand) en Shut down
(Uitschakelen).
Volu m e +Hiermee verhoogt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
Volu m e -Hiermee verlaagt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
DVD-menuHiermee opent u het hoofdmenu van een
DVD-film, indien beschikbaar.
PijlenHiermee beweegt u de cursor voor navigatie
binnen de Media Center-vensters.
OKHiermee selecteert u de gewenste actie of
schermoptie. Dezelfde functie als ENTER.
Lampje aan/uitDruk op deze knop om de verlichting van de
lampjes in of uit te schakelen.
.
DempenHiermee schakelt het geluid van de computer uit.
BackHiermee wordt het vorige scherm weergegeven.
Meer informatieVia deze knop krijgt u meer informatie.
StartHiermee opent u Media Center in het
hoofdscherm.
RewindHiermee spoelt u het medium (video, DVD,
muziek, enzovoort) terug.
Gebruikershandleiding2-13
Page 47
Rondleiding
Afspelen/pauzeHiermee speelt u het geselecteerde medium af.
Snel vooruitspoelenHiermee spoelt u het medium (video, DVD,
Terugspelen
StopHiermee stopt u het medium dat op dat moment
OverslaanHiermee springt het medium vooruit
Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
muziek, enzovoort) vooruit.
Hiermee springt het medium terug (zeven
seconden bij video's, één muzieknummer
of één DVD-hoofdstuk per keer).
speelt.
(30 seconden bij video's, één muzieknummer
of één DVD-hoofdstuk).
Gebruik van de afstandsbediening
Sommige computers worden geleverd met een afstandsbediening,
waarmee een aantal functies van de computer op afstand kan worden
bediend.
■ De afstandsbediening is speciaal ontworpen voor deze computer.
■ De afstandsbediening ondersteunt mogelijk een aantal toepassingen
niet.
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de computer en druk op een toets.
De werkzame hoek en afstand staan hierna beschreven.
Afstand
HoekTussen ongeveer 30 graden horizontaal en
Binnen 5 meter van het
infraroodontvangstvenster.
ongeveer 15 graden verticaal loodrecht op het
infraroodontvangstvenster.
Gebruikershandleiding2-14
Page 48
Rondleiding
30 graden
15 graden
30 graden
Infraroodontvangstvenster
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Afstandsbediening
5 m
(verticaal)
Zelfs binnen de effectieve afstand zoals hierboven beschreven, kan in
de volgende gevallen de afstandsbediening niet of niet goed werken.
■ Wanneer tussen het infraroodontvangstvenster van de computer
en de afstandsbediening een obstakel staat.
■ Wanneer direct zonlicht of sterk fluorescerend licht op het
infraroodontvangstvenster valt.
■ Als het infraroodontvangstvenster of het infrarood straaldeel
van de afstandsbediening vuil is.
■ Wanneer er in de buurt van uw computer wordt gewerkt met andere
computers die een infraroodafstandsbediening gebruiken.
■ Als de batterijen bijna leeg zijn.
Plaatsen/Verwijderen van batterijen
Zorg dat u de meegeleverde batterijen van het type CR2016 plaatst
voordat u de afstandsbediening gebruikt. De procedure voor het plaatsen
en verwijderen van de batterijen verschilt per type afstandsbediening.
Controleer het type en plaats of verwijder dan de batterijen volgens de
instructies.
Bewaar de batterij voor de afstandsbediening buiten het bereik van
kinderen.
Een kind kan stikken als het een batterij inslikt. Mocht dit gebeuren,
waarschuw dan direct een arts.
Gebruikershandleiding2-15
Page 49
Rondleiding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterij
van de afstandsbediening gebruikt.
■ Gebruik geen andere batterijen dan de aangegeven batterijen.
■ Plaats de batterijen met de positieve (+) en negatieve pool (-) in de
juiste richting.
■ De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of aan
vuur blootstellen.
■ Gebruik geen batterijen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken
of die geheel leeg zijn.
■ Gebruik geen verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
■ Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden
of metalen onderdelen.
■ Bij het opbergen of weggooien van batterijen dient u de polen (+ en -)
met isolatietape te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting,
lekkage of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander
letsel ontstaan. Wanneer de huid of kleding aan batterijvloeistoffen wordt
blootgesteld, moet u die onmiddellijk wassen met schoon water. Wanneer
batterijvloeistof in de ogen komt, moet u onmiddellijk spoelen met schoon
water en een arts consulteren. Raak de batterijvloeistof op instrumenten
of apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af met een
doek of papieren handdoek.
Het soort batterij dat kan worden gebruikt voor
de afstandsbediening
Wanneer de meegeleverde batterijen leeg zijn, vervangt u deze door
de juiste batterijen. U kunt batterijen van het type CR2016 gebruiken.
Andere soorten batterijen mogen niet worden gebruikt.
De batterijen plaatsen
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
Batterijklep
Open de batterijklep
Gebruikershandleiding2-16
Page 50
Rondleiding
2. Plaats de batterijen met de polariteiten in de juiste positie. Druk de
batterij naar beneden tot het klemmetje en duw de batterij naar voren,
zodat deze in de batterijhouder past.
Klemmetje
Accu
De batterijen plaatsen
3. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
De batterijklep sluiten
De batterijen vervangen
Wanneer de batterijen in de afstandsbediening bijna leeg zijn, is het
mogelijk dat de afstandsbediening niet goed of alleen op korte afstand
van de computer werkt. In dat geval dient u de batterijen te vervangen
door nieuwe.
Slanke afstandsbediening
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Houd het klemmetje ingedrukt en schuif de batterij uit de batterijhouder.
KlemmetjeAccu
De batterijen verwijderen
3. Plaats de batterij op de juiste plaats. Plaats de batterijen met de polariteiten
in de juiste positie. Druk de batterij naar beneden tot het klemmetje en duw
de batterij naar voren, zodat deze in de batterijhouder past.
4. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
Gebruikershandleiding2-17
Page 51
De slanke afstandsbediening plaatsen
Een slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening
wilt plaatsen.
1. Zorg ervoor dat de ExpressCard-sleuf leeg is.
2. Zorg dat de voorkant naar boven wijst en plaats de slanke
afstandsbediening.
Slanke
afstandsbediening
De slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
3. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
Rondleiding
Een slanke afstandsbediening verwijderen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening wilt
verwijderen.
1. Druk de slanke afstandsbediening licht in om de kaart een stukje
uit te schuiven.
2. Trek de slanke afstandsbediening uit de sleuf.
Gebruikershandleiding2-18
Page 52
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw
computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt
productaansprakelijkheid toegelicht.
■ De accu-eenheid installeren
■ De netadapter aansluiten
■ Het beeldscherm openen
■ De computer inschakelen
■ Windows Vista™ installeren
■ De computer uitschakelen
■ Computer opnieuw opstarten
■ Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen
Lees in elk geval de paragraaf Windows Vista™ installeren.
Aan de slag
Hoofdstuk 3
De accu-eenheid installeren
Als de accu-eenheid reeds is geïnstalleerd op uw computer, kunt u dit
gedeelte overslaan. Om een accu te installeren voert u de volgende
stappen uit.
■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's
die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
■ Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan wanneer
u de computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt,
komt de accu te vallen en kunt u zich bezeren.
■ Druk niet op de Aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
Gebruikershandleiding3-1
Page 53
Aan de slag
3. Plaats de accu-eenheid. De accu-ontgrendelingsschuif klikt
op zijn plaats.
4. Zet de vergrendeling van de accu-eenheid vast om ervoor te zorgen
dat de accu op zijn plaats wordt vastgezet. Als u de accu later
wilt verwijderen, moet u eerst deze vergrendeling opheffen.
Accuontgrendelingsschuif
Vergren-
deling van
de accu-
eenheid
De accu-eenheid vastzetten
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het verwijderen
van de accu-eenheid.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de
computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden
opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100
tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid
met de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere
netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit,
en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken
of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding3-2
Page 54
Aan de slag
■ Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele
adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door
het gebruik van een incompatibele adapter.
■ Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de
stappen exact in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het
aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste
stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de
gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te
staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk
letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aansluiten op de netadapter
2. Plaats de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de
gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan.
Gebruikershandleiding3-3
Page 55
Het beeldscherm openen
Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal
kijkgemak.
1. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste
zicht op hebt.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te
ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Aan de slag
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding3-4
Page 56
De computer inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg
de paragraaf Windows Vista™ installeren.
Houd de Aan/uit-knop van de computer twee tot drie seconden ingedrukt.
Aan de slag
De computer inschakelen
Windows Vista™ installeren
Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het
opstartscherm van Microsoft
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Lees de Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers
van Windows
zorgvuldig door.
®
Windows Vista™.
De computer uitschakelen
U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus (ofwel opstartmodus), zuinige slaapstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het
hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder
vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD).
Gebruikershandleiding3-5
Page 57
Controleer of de lampjes van de schijf en het optische station uit zijn.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het
risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op en vervolgens op de pijl op de knop voor energiebeheer
. Selecteer Shut Down (Afsluiten) in het menu.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen
van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw
werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
■ Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster
Power Options (Energiebeheer).
■ Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de Aan/uit-
knop of op een willekeurige toets. Laatstbeschreven handeling werkt
alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in HW Setup.
■ Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
■ Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options
(Energiebeheer). Hierna voldoet de computer echter niet langer
aan de Energy Star-richtlijnen.
Aan de slag
■ Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer
in de slaapstand te zetten.
■ Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan
bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat
geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de slaapstandfunctie
van het systeem.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding3-6
Page 58
Aan de slag
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
■ Klik op Start en vervolgens op de aan/uit-knop () bij de knoppen
voor energiebeheer ().
Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(klik hiervoor op Control Panel (Configuratiescherm)
System and Maintenance (Systeem en onderhoud) Power
Options (Energiebeheer)).
■ Klik op, klik op de aan/uit-knop bij de knoppen voor
energiebeheer of klik op de pijl en selecteer Sleep
(Slaapstand) in het menu.
■ Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie
moet ingeschakeld zijn. Zie Power Options (Energiebeheer)
(klik hiervoor op Control Panel(Configuratiescherm)
System and Maintenance (Systeem en onderhoud)
Power Options (Energiebeheer)).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten
op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F3 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
■ Wanneer de computer in de slaapstand wordt afgesloten,
gaat het aan/uit-lampje oranje knipperen.
■ Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de zuinige slaapstand, aangezien
de slaapstand meer energie gebruikt.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
■ De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
■ Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische ruis.
Gebruikershandleiding3-7
Page 59
Zuinige slaapstand
De zuinige slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende
keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld.
De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de zuinige
slaapstand niet opgeslagen.
■ Sla uw gegevens op. Wanneer de zuinige slaapstand wordt
geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf
opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste
handmatig opslaan.
■ Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het
schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen geheugenmodule
■
te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens
verloren.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
■ Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
■ De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen
invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Zuinige slaapstand
van het onderdeel Systeem is ingesteld.
■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Aan de slag
De zuinige slaapstand starten
U kunt de zuinige slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken.
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op .
2. Klik op de pijl bij de knoppen voor energiebeheer .
3. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Gebruikershandleiding3-8
Page 60
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de
computer automatisch in de zuinige slaapstand gezet. Eerst dient u echter
de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open System and Maintenance (Systeem en onderhoud)
en vervolgens Power Options (Energiebeheer).
3. Selecteer Kies wat de aan/uit-knop doet.
4. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de Aan/uit-knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Save changes(Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de zuinige slaapstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens
uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze tijd brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste
schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Computer opnieuw opstarten
In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel
een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. klik op en vervolgens op de pijl bij de knoppen voor
energiebeheer en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven
en selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties
voor Shut Down (Afsluiten).
3. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden
ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot
15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/
uit-knop te drukken.
Aan de slag
Gebruikershandleiding3-9
Page 61
Aan de slag
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen
Opties voor systeemherstel
Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen
voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het
systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel worden onbruikbaar zodra deze partitie
is verwijderd.
De functie System Recovery Options (Opties voor systeemherstel)
is geïnstalleerd op de vaste schijf waneer deze door de fabriek wordt
geleverd. Het menu voor systeemherstel bevat opties waarmee
opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden
uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over
Opstartherstel.
Bij het oplossen van problemen kunnen de opties voor systeemherstel
kunnen ook handmatig worden uitgevoerd.
Ga hierbij als volgt te werk: Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBAscherm herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp
van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De Windows Vista®-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen
worden gebruik in Windows Vista
®
Business Edition en Ultimate Edition.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Afhankelijk van het gekochte model worden er verschillende manieren
geboden om de vooraf geïnstalleerde software te herstellen:
■ Optische herstelschijven maken.
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelschijven.
■ De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf.
Gebruikershandleiding3-10
Page 62
Optische herstelschijven maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelschijven maakt.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelschijven
maakt.
■ Sluit alle softwareprogramma's behalve de Herstelschijf maken.
■ Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten,
zoals een schermbeveiliging.
■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
■ Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ Schrijf niet naar de schijf terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware
uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren
op de achtergrond.
■ Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico
van storingen of gegevensverlies.
■ Gebruik tijdens het (her)schrijven van de schijf niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
■ Plaats de computer op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen
en vliegtuigen.
■ Plaats uw computer niet op een onstabiele tafel of een ander onstabiel
oppervlak.
Er wordt een herstelimage van de software op uw computer opgeslagen
op de vaste schijf, en deze kan worden gekopieerd naar een DVD
door middel van de volgende stappen:
1. Zorg dat u een lege DVD hebt.
2. De toepassing biedt u de mogelijkheid om uit een groot aantal
verschillende media te kiezen waarnaar de herstelimage kan worden
gekopieerd, zoals DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW.
Sommige van de bovenstaande media zijn mogelijk niet compatibel
met het optische schijfstation van uw computer. Daarom dient u, voordat
u verder gaat, te controleren of het optische schijfstation het lege
medium ondersteunt dat u hebt gekozen.
3. Schakel uw computer in en wacht totdat het Windows Vista®besturingssysteem op de vaste schijf op de gebruikelijke manier is opgestart.
4. Plaats het eerste lege medium in de lade van het optische schijfstation.
5. Dubbelklik op het pictogram voor het maken van herstelschijven op
het bureaublad van Windows Vista
menu Start.
6. Kies nadat de toepassing is gestart het type medium en de titel die
u naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de knop Maken.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Uw herstelschijven worden gemaakt.
®
of selecteer de toepassing in het
Aan de slag
Gebruikershandleiding3-11
Page 63
Aan de slag
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, kunt
u de gemaakte herstelschijven gebruiken om de fabrieksinstellingen
van de computer te herstellen. Volg de onderstaande stappen als u deze
herstelbewerking wilt uitvoeren:
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, van de onlinehandleiding
voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de
vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren
gaan.
1. Plaats de herstelschijf in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 op het toetsenbord ingedrukt en schakel de
computer in. Wanneer het scherm met het TOSHIBA-logo verschijnt,
laat u de toets F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD-ROM-pictogram te selecteren
in het menu. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7,
HW Setup voor meer informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf
Op uw gegevensstation vindt u mogelijk de map "HDDRecovery".
Deze map bevat bestanden waarmee u uw systeem kunt herstellen
naar de oorspronkelijk geïnstalleerde fabrieksstand.
Als u vervolgens uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen
partities te wijzigen, verwijderen of toe te voegen op een andere manier
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dit wel doet, is er mogelijk geen
ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet installeren als u een
partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw vaste schijf
opnieuw te configureren.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het
geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces
start. Raadpleeg hoofdstuk 5, voor meer informatie.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten. U hebt anders mogelijk niet
genoeg accuvermogen tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Gebruikershandleiding3-12
Page 64
Aan de slag
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBAscherm herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties)
wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp
van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Selecteer de gewenste toetsenbordindeling en druk vervolgens op Next (Volgende).
5. Voor de herstelprocedure dient u zich aan te melden als bevoegd
gebruiker met voldoende rechten.
6. Klik op TOSHIBA HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel) op het
scherm System Recovery Options (Opties voor systeemherstel).
7. Volg de aanwijzingen op het scherm van het dialoogvenster TOSHIBA
HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel).
De computer wordt hersteld naar de fabrieksstand.
Gebruikershandleiding3-13
Page 65
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
toegelicht, zoals het gebruik van het TouchPad, de optionele
vingerafdruksensor, de optionele webcamera, optionele interne microfoon,
optische mediastations, geluidssysteem, modem, het draadloze LAN en
LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer.
Touchpad gebruiken
U gebruikt het touchpad door eenvoudig uw vingertop op het touchpad
te plaatsen en te schuiven in de richting waarin u de schermaanwijzer
wilt verplaatsen.
Basisbeginselen
Hoofdstuk 4
TouchPad
TouchPadbesturingsknoppen
Touchpad en besturingsknoppen
Gebruikershandleiding4-1
Page 66
Basisbeginselen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt
als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te
selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer
hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie
weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen
zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te
tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Klikken: tik één keer op het touchpad.
Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad.
Slepen en neerzetten: 1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en
beweeg de cursor om het te verplaatsen item te
verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste
plaats te zetten.
Schuiven:Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant
van het touchpad omhoog of omlaag.
Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant
van het touchpad naar links of rechts.
De sensor voor vingerafdrukken (optioneel) gebruiken
Op uw computer is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd
waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend.
Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor
vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het
toetsenbord in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen de
vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
■ Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina
via IE (Internet Explorer).
■ Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd, zodat
andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
■ De wachtwoordbeveiliging van de schermbeveiliging uitschakelen bij
terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand).
Functie voor opstartbeveiliging en functie voor enkelvoudige aanmelding.
■
■ Verificatie van gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord terwijl
de computer wordt opgestart.
Als u uw vinger langs de sensor haalt, leest deze uw vingerafdruk.
Gebruikershandleiding4-2
Page 67
Uw vinger laten lezen
Als u de volgende stappen uitvoert wanneer u uw vingers over de sensor
haalt voor vingerafdrukregistratie of -verificatie om zo fouten te voorkomen:
1. Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van
de sensor Raak de sensor zachtjes aan en beweeg uw vinger
horizontaal naar u toe.
2. Terwijl u de sensor zachtjes aanraakt, beweegt u uw vinger naar u toe
tot het sensoroppervlak zichtbaar wordt.
3. Zorg dat het midden van de vingerafdruk zich op de sensor bevindt
wanneer u uw vinger langs de sensor haalt.
Beweeg uw vinger over de herkenningssensor
■ Houd uw vinger niet stijf en druk niet te hard op de sensor:
De vingerafdruk wordt mogelijk niet correct gelezen als het midden
van uw vingertop de sensor niet raakt of als u te hard drukt. Zorg
dat het midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger
over de sensor beweegt.
■ Controleer waar het midden van de krul op de vingerafdruk zich
bevindt:
De vingerafdruk van de duim bevat een grotere krul, zodat de kans
op afwijkingen en vervormingen groter is. Hierdoor wordt de registratie
moeilijker en zal het verificatiepercentage afnamen. Controleer altijd
waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich bevindt, voordat
u uw vinger over het midden van de sensor haalt.
■ Als de vingerafdruk niet wordt gelezen:
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te
langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm
om de snelheid van de beweging aan te passen.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-3
Page 68
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor vingerafdrukken
Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kant dit leiden tot (1)
beschadiging of storing van de sensor, of (2) problemen met de
vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
■ Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
■ Drukt niet hard op de sensor.
■ Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
■ Raak de sensor niet aan met een vuile vinger. Kleine vuildeeltjes
op een smerige vinger kunnen krassen op de sensor veroorzaken.
■ Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
■ Raak de sensor niet aan met een vinger of een voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag,
registratie of herkenning van de vingerafdruk.
■ Was uw handen en droog ze grondig.
■ Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
■ Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
reinigingsmiddel om de sensor te reinigen.
■ Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een
afname in het herkenningspercentage
■ Weke of gezwollen vinger (bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen)
■ Verwonde vinger
■ Natte vinger
■ Vuile of vettige vinger
■ Zeer droge huid op de vinger
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de
vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
■ Let twee of meer vingers vast.
■ Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt
met de opgeslagen vingers.
■ Controleer de staat van uw vingers. Het herkenningspercentage
neemt af bij veranderingen in de vinger, zoals verwondingen of ruwe,
zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als
de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt,
kan het herkenningspercentage afnemen.
■ De vingerafdruk van elke vinger is verschillend en uniek. Let erop
dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken)
voor identificatie gebruikt.
■
Controleer de positie en de snelheid van uw vinger tijdens het bewegen.
Gebruikershandleiding4-4
Page 69
■
Vingerafdrukgegevens kunnen maximaal 30-34 keer worden opgeslagen.
■ De vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen van de sensor voor vingerafdrukken. Het wordt aangeraden
om vingerafdrukgegevens te verwijderen met behulp van het menu
Delete (Verwijderen) in Fingerprint Software Management
(Vingerafdrukbeheer) voordat u de computer weggooit.
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de pc aan een ander geeft of
weggooit, wordt aanbevolen de volgende bewerkingen uit te voeren.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop.
2. Het scherm voor de TrueSuite Access Manager-vingerafdruksoftware
wordt weergegeven.
3. Voer uw Windows-wachtwoord in en klik op Next (Volgende) om het
Control Center te openen. U kunt ook uw opgeslagen vinger langs
de sensor halen om het Control Center te openen.
4. Klik op Delete All Fingerprints (Alle vingerafdrukken verwijderen).
Beperkingen van de sensor voor vingerafdrukken
■ De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk.
■ Er wordt een waarschuwing weergegeven als de herkenning afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
■ Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
■ Toshiba garandeert niet dat de technologie voor
vingerafdrukherkenning foutloos is.
■ Toshiba garandeert niet dat de sensor voor vingerafdrukken de
opgeslagen gebruiker altijd herkent of onbevoegde gebruikers altijd
de toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of
beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van
de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukherkenning.
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot het hulpprogramma voor
vingerafdrukken
■ Als de bestandscoderingsfunctie EFS (Encryption File System) van
Windows Vista™ wordt gebruikt om een bestand te coderen, kan het
bestand niet worden gecodeerd met de coderingsfunctie van deze
software.
■ U kunt een reservekopie maken van de vingerafdrukgegevens of de
informatie die is opgeslagen in de Password Bank.
■ Gebruik het menu Import/Export (Importeren/Exporteren) in Fingerprint
Software Management (Vingerafdrukbeheer).
Gebruikershandleiding4-5
Page 70
■ Raadpleeg tevens het Help-bestand in het hulpprogramma voor
vingerafdrukken voor meer informatie. Dit kunt u op de volgende
manier starten:
■ Klik op Start, wijs All Programs(Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik op Document.
■ Klik op Start, wijs All Programs(Alle programma's)
aan en vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop.
Het hoofdscherm wordt weergegeven. Klik in de rechterbovenhoek
van het scherm op Help.
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie
gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens op met de Fingerprints Enrollment
Wizard (Wizard voor vastlegging van vingerafdrukken).
■ De vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde aanmeldings-id
en hetzelfde wachtwoord dat u Windows gebruikt. Als u geen
aanmeldingswachtwoord voor Windows hebt ingesteld,
doet u dat voorafgaand aan de registratie.
■
Er kunnen maximaal 30-34 vingerafdrukpatronen worden geregistreerd.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop. U kunt ook
dubbelklikken op het pictogram in de taakbalk.
2. Het scherm Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in)
wordt weergegeven. Voer een wachtwoord in het veld Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in) in. Klik op Volgend e.
3. Het scherm van het Control Center wordt weergegeven. Klik op het
pictogram voor niet-opgeslagen vingers boven de vinger.
4. Het venster Fingerprint Enrollment (Vingerafdruk vastleggen) wordt
weergegeven. Bevestig het bericht en klik op Volg ende.
5. Het venster Scanning Practice (Scanoefening) wordt weergegeven.
U kunt nu oefenen en uw vinger over de sensor halen. Wanneer u klaar
bent met oefenen, klikt u op Volgend e.
6. Het scherm Fingerprint Image Capture (Afbeelding vingerafdruk
vastleggen) wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm en
beweeg dezelfde vinger die u hebt geselecteerd in het Control Center
(met goede afbeeldingen) drie keer langs de sensor zodat er een
vingerafdruksjabloon kan worden gemaakt.
7. Ingeval van een verwonde vinger of een verificatiefout wordt
aanbevolen ook andere vingerafdrukken te registreren. Het volgende
bericht wordt weergegeven:
least two fingerprint images.]
minste twee afbeeldingen van uw vingerafdruk vast te leggen. Klik op
OK en herhaal stap 3, 4, 5 en 6 met een andere vinger.
[We recommended enrolling at
(Wij raden u aan om ten
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-6
Page 71
Basisbeginselen
Aanmelden bij Windows via vingerafdrukverificatie
In plaats van de gebruikelijke Windows-aanmelding met een
id en een wachtwoord, kunt u zich ook bij Windows aanmelden
via vingerafdrukverificatie.
Dit is met name handig als de pc door veel gebruikers wordt gebruikt,
aangezien hierbij de gebruikersselectie kan worden overgeslagen.
Procedure voor vingerafdrukverificatie
1. Start de computer op.
2. Het venster Logon Authorization(Aanmeldingsverificatie) wordt
weergegeven. Haal een van de geregistreerde vingers over de sensor.
Als de verificatie is gelukt, wordt de gebruiker aangemeld bij Windows.
■ Als de vingerafdrukverificatie mislukt, dient u zich aan te melden
met het Windows-wachtwoord.
■ Meld u aan met het Windows-wachtwoord als de vingerafdrukverificatie
vijfmaal mislukt. Als u zich wilt aanmelden met het Windowswachtwoord, voert u dit wachtwoord op de gebruikelijke manier
in het
welkomstscherm in.
■ Er wordt een waarschuwing weergegeven als de verificatie afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
Vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten van het systeem
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als
vervanging van het wachtwoordverificatiesysteem via het toetsenbord
tijdens het opstarten.
Als u het vingerafdrukverificatiesysteem niet wilt gebruiken tijdens het
opstarten, maar liever een wachtwoord invoert met behulp van het
toetsenbord, drukt u op de toets BACKSPACE wanneer het venster
Fingerprint System Boot Authentication (Vingerafdrukverificatie bij
opstarten) wordt weergegeven. Het scherm waarin u een wachtwoord
met het toetsenbord kunt invoeren wordt nu weergegeven.
■
U moet een gebruikerswachtwoord registreren voordat u
opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de aanvullende functie,
enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken, kunt gebruiken. Registreer
het gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
■ Als de vingerafdrukverificatie vaker dan vijfmaal mislukt, moet u het
gebruikers- of supervisorwachtwoord handmatig invoeren om de
computer te starten.
■ Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid langs
de sensor. Als het verificatiepercentage hierdoor niet toeneemt,
pas dan de snelheid aan.
■ Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals
het gebruikerswachtwoord of het wachtwoord voor de vaste schijf.
Gebruikershandleiding4-7
Page 72
Basisbeginselen
De instellingen voor vingerafdrukverificatie tijdens
het opstarten inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met TrueSuite Access Manager
voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken kunt inschakelen
en configureren.
Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen
configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook
uw Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt
weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint
Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie
inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken
wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken
Algemeen
Via deze functie kan de gebruiker zowel de verificatie van het
gebruikerswachtwoord (en desgewenst het wachtwoord voor de vaste schijf)
uitvoeren als hij zich aanmeldt bij Windows met slechts één
vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten. De gebruiker moet het
gebruikerswachtwoord en het aanmeldingswachtwoord voor Windows
registreren voordat de opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de functie
voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunnen worden gebruikt.
Registreer uw gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
Er is slechts één vingerafdrukverificatie vereist ter vervanging van het
gebruikerswachtwoord (en het wachtwoord voor de vaste schijf, indien
geselecteerd) en het wachtwoord voor de Windows-aanmelding.
Gebruikershandleiding4-8
Page 73
Basisbeginselen
De functie voor enkelvoudige aanmelding via
vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma TrueSuite Access
Manager voordat u enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunt
inschakelen en configureren. Controleer of de vingerafdruk is geregistreerd
voordat u de instellingen configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw
Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt
weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint
Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie
inschakelen).
4. Zet vervolgens een vinkje in "Enable Single Sign-On Fingerprint
Authentication" (Enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukverificatie
inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken
wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
Beperkingen van het hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor het
vingerafdrukhulpprogramma volledig veilig of foutloos werkt. TOSHIBA
garandeert niet dat het vingerafdrukprogramma onbevoegde gebruikers
altijd de toegang weigert. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor fouten of
beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software
of het hulpprogramma voor vingerafdrukken.
Functie voor USB-slaapstand en laden
Uw computer kan de USB-poort van stroom (5 V) voorzien, zelfs als de
computer is uitgeschakeld. Met uitgeschakeld wordt bedoeld dat de computer
in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Deze functie kan alleen worden gebruikt voor poorten die de functie voor
laden via USB in slaapstand ondersteunen (hierna "compatibele poorten"
genoemd).
Compatibele poorten zijn USB-poorten met het symbool ( ).
U kunt de functie "Laden via USB in slaapstand" gebruiken om bepaalde
externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons
of draagbare digitale muziekspelers.
De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt echter mogelijk niet
bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met
de USB-specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het
apparaat op te laden.
Gebruikershandleiding4-9
Page 74
Basisbeginselen
■ De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt alleen voor
compatibele poorten. Deze functie is standaard uitgeschakeld.
U schakelt de functie in door in HW Setup [Disabled] (Uitgeschakeld)
te veranderen in [Enabled] (Ingeschakeld).
■ Als de functie "Laden via USB in slaapstand" in HW Setup is ingesteld
op [Enabled] (Ingeschakeld), krijgen compatibele USB-poorten stroom
(5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld.
Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op
de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe
apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden
opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten
contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de
specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
■ Externe apparaten opladen via de functie 'USB-slaapstand en laden'
duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
■ Als externe apparaten zijn aangesloten op compatibele poorten terwijl
de netadapter niet op de computer is aangesloten, zal de accu van de
computer leeg raken, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Daarom
raden wij aan de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer
u de functie 'USB-slaapstand en laden' gebruikt.
■ Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van
de computer, kunnen altijd worden gebruikt.
■ Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom
(5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
■ Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten
in contact komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer
u de computer in een tas draagt.
De functie voor laden via USB in slaapstand in-/uitschakelen
U kunt de functie voor laden via USB in slaapstand in- en uitschakelen
in HW Setup. Raadpleeg Functie voor USB-slaapstand en laden
in hoofdstuk 7 Basisbeginselen.
Gebruikershandleiding4-10
Page 75
De webcamera (optioneel) gebruiken
In deze paragraaf wordt het hulpprogramma voor webcams beschreven.
Hiermee kunnen foto's en videobeelden worden vastgelegd. De
webcamera wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
Verwijder het plastic beschermfolie voordat u de webcamera gaat
gebruiken.
Basisbeginselen
Ingebouwde microfoon*
Lens van de webcamera*
Lampje van webcamera*
* Aanwezig op sommige modellen
Gebruikershandleiding4-11
Page 76
De software gebruiken
De software voor de webcamera is vooraf geconfigureerd om te worden
gestart als u Windows Vista inschakelt; als u de software opnieuw moet
starten, gaat u naar Start All Programs (Alle programma's) Camera
Assistant Software (Software camerahulp) Camera Assistant
Software (Software camerahulp).
Foto's vastleggenVideo opnemenAudio opnemen
Functie
Weergavevenster
Cameraresolutie
EffectenDempen
Foto's vastleggenKlik hier als u een voorbeeld van de vastgelegde
foto wilt zien; u kunt de foto ook per e-mail
verzenden.
Video opnemenKlik hier als u video wilt opnemen. Klik opnieuw
om te beginnen met opnemen. Klik nogmaals
om te stoppen met opnemen en een voorbeeld
van de video te zien.
Audio opnemenKlik hier om te beginnen met opnemen.
Klik nogmaals om te stoppen en te luisteren
naar een voorbeeld van de audio.
FunctieToegang tot extra functies: About, Player,
Effecten, Eigenschappen, Instellingen en Help.
AboutHier worden de gegevens van de
softwarefabrikant weergegeven.
PlayerHiermee speelt u videobestanden af.
EffectenKies beelden die moeten worden weergegeven
Eigenschappen
op het vastlegscherm.
Kies het tabblad
Options (Opties)
omdraaien, zoomen, knippersnelheid, nachtmodus
en compensatie achtergrondverlichting; wijzig
de kleurinstellingen in het tabblad
(Afbeelding)
in het tabblad
; wijzig de lichtomstandigheden
Profiles (Profielen)
Image
.
Basisbeginselen
voor
Gebruikershandleiding4-12
Page 77
Basisbeginselen
InstellingenKies het tabblad Options (Opties) om de positie
HelpHier worden de Help-bestanden voor de software
van het hulpprogramma te wijzigen; kies het
tabblad Picture(Afbeelding) om de opties voor
afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand
en opslagpad te selecteren; kies het tabblad
Video voor video-uitvoerinstellingen zoals
framesnelheid, grootte, compressie en
framesnelheid, grootte, opnamecompressor en
opslagpad te kiezen; kies het tabblad Audio om
audioapparaat, audiocompressor, volume en
opslagpad te wijzigen.
weergegeven.
De microfoon (optioneel) gebruiken
Sommige modellen in deze serie hebben een ingebouwde microfoon
waarmee u monogeluid voor uw toepassingen kunt opnemen. Deze kan
ook worden gebruikt om spraakopdrachten te geven aan toepassingen
die dergelijke functies ondersteunen. (Sommige modellen zijn voorzien
van een ingebouwde microfoon)
Omdat de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan
er onder bepaalde omstandigheden "rondzingen" optreden. Rondzingen
doet zich voor wanneer het geluid van de luidspreker door de microfoon
wordt opgevangen en versterkt wordt doorgegeven naar de luidspreker,
die het geluid verder versterkt naar de microfoon doorgeeft.
Dit rondzingen herhaalt zich en veroorzaakt een hard, hoogtonig geluid.
Dit is een veelvoorkomend verschijnsel dat zich voordoet in elk
geluidssysteem wanneer het in de microfoon ingesproken geluid naar
de luidspreker wordt doorgegeven en de luidspreker te hard staat of zich
te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het
volume van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in
het deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie
voor informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume
(Master Volume).
Het optische station gebruiken
Het station ondersteunt een snelle uitvoering van CD- en DVDprogramma's. U kunt CD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder
adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD/DVD wordt een ATAPIinterface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een
CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg ook het gedeelte CD's/DVD's schrijven met het DVD Super
Multi-station met ondersteuning voor DVD±R DL voor
voorzorgsmaatregelen wanneer u CD's/DVD's beschrijft.
Gebruikershandleiding4-13
Page 78
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeeldingen
om een schijf te laden.
1. a. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop
om de lade een stukje te openen.
Ejectknop
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen als het station geen
stroom krijgt. In dat geval kunt u de lade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip
in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Basisbeginselen
De lade door middel van het ejectgaatje openen
Gebruikershandleiding4-14
Page 79
Basisbeginselen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
3. Leg de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Gebruikershandleiding4-15
Page 80
Basisbeginselen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer
iets uit over de lade. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de
schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter
dat deze plat ligt (zie de vorige afbeelding).
■ Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
■ Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade
vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf
moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico
dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de
lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De lade sluiten
Gebruikershandleiding4-16
Page 81
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het
schijfstation. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat
voor u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze
is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade
voorzichtig open.
■ Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
tot de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig
opentrekt.
■ Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf
nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en
letsel veroorzaken.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u deze kunt
pakken. Pak de schijf voorzichtig aan de randen uit de lade.
Basisbeginselen
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt.
Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Gebruikershandleiding4-17
Page 82
Basisbeginselen
CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station
met ondersteuning voor DVD±R DL
Op sommige modellen in deze serie kunt u CD's/DVD's schrijven met het
DVD Super Multi-station (met ondersteuning voor DVD±R DL).
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven
naar CD-R-/CD-RW-schijven en naar DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAMschijven. De volgende toepassingen voor schrijven zijn voorgeïnstalleerd:
TOSHIBA Disc Creator en Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA.
Belangrijk bericht (DVD Super Multi-station met ondersteuning
voor DVD±R DL)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/RW-schijven
of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/-RAM-schijven grondig door en volg alle
configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het
gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt
u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies
of materiële schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
■ Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVDRW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen.
TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties
van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of
herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
High-speed CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ultra-speed CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD-R (DL):MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+R: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+R (DL):MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
voor algemene versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Ricoh Co., Ltd.
Gebruikershandleiding4-18
Page 83
Basisbeginselen
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven
voor versie 1.1 of versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven
voor versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Hitachi Maxell Ltd.
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed
of hoger (DVD-R, DVD+R, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 6-speed
of hoger (DVD-RW) ondersteunen.
■
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is. Is
dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
■ Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop
de schijf wordt gebruikt.
■ Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven
voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden
beschreven.
■ Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt
u niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan 4,7 GB zijn,
raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
■ U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten.
U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB
dubbelzijdig niet gebruiken.
■ DVD-R-/RW-schijven en DVD+R-/+RW-schijven kunnen wellicht niet
worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations
voor computers.
■ Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
■ Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM
zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud
van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere
stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven,
dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station
verwijdert.
■ Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven
mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
Gebruikershandleiding4-19
Page 84
Basisbeginselen
■ De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden
geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een
kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf
met dummygegevens te vullen.
■ Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
®
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
■ Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde
station schrijft.
■ Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
■ Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven
is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
■
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
■ Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■
Gebruik de computer met het energiebeheerschema
(Hoge prestaties)
. Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
High Performance
■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele
op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
■ Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip
van hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch,
dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of
andere netwerkapparaten.
■ Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator wordt niet
aangeraden.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven,
DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven
beschrijft of herschrijft.
■ Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
■ Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows
■ Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen
van het LCD-scherm.
■ Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
■ Handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken
of trillingen.
Gebruikershandleiding4-20
®
Vista.
Page 85
Basisbeginselen
■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid
te reproduceren.
■ Het DVD Super Multi-station openen.
■ Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en (zuinige) slaapstand.
■ Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat
u overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is
voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
■ Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en
vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
■ Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
■ Kopieer altijd gegevens van de vaste schijf naar de CD-R/-RW-,
DVD-R/-RW/-RAM- of DVD+R/+RW-schijf. Gebruik geen functies
voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan
de originele gegevens verloren.
Vrijwaringsverklaring (DVD Super Multi-station met ondersteuning
voor DVD±R DL)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
■ beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-
schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
■ wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/RW-schijven
en DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven als gevolg van het schrijfof herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving
of bedrijfsonderbreking;
■ schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn
onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er
onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg
van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten.
Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken
van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Gebruikershandleiding4-21
Page 86
TOSHIBA Disc Creator
Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc
Creator gebruikt:
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken
van DVD-video.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken
van DVD-audio.
■ De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/
+RW.
■ Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator
niet voor het kopiëren
■ van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen
back-up maken van DVD-RAM-media.
■ U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc Backup
van TOSHIBA Disc Creator.
■ U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf, DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren
met TOSHIBA Disc Creator.
■ TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
■ Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met
andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder
is gemaakt.
■ Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in
bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Er kan niets worden
gelezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows
Windows
om gegevens te kunnen lezen en in Windows
Service Pack 2 of hoger nodig. Sommige optische stations kunnen
geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht het besturingssysteem.
■ Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner
of een ander hulpprogramma te gebruiken.
■ Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RWof DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD
mogelijk niet correct gekopieerd.
■ Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R
of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
■ Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
®
ME. In Windows® NT4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig
Basisbeginselen
®
98SE en
®
2000 hebt u hiervoor
Gebruikershandleiding4-22
Page 87
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert
u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD
schrijft.
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee
manieren weer:
■ Klik op de instelknop () voor het schrijven op de belangrijkste
werkbalk in de modus Data Disc (Gegevensschijf).
■ Selecteer Settings for Each Mode (Instellingen voor elke
modus) in het menu Settings (Instellingen) en selecteer
vervolgens Data Disc(Gegevens-CD/DVD).
2. Schakel het selectievakje Verify Written Data (Geschreven gegevens controleren) in.
3. Selecteer de modus File Open (Bestand openen) of Full Compare(Volledige vergelijking).
4. Klik op OK.
Ulead DVD MovieFactory voor TOSHIBA gebruiken
Een Labelflash-DVD maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een Labelflash-DVD:
1. Plaats een Labelflash-schijf in het DVD-station.
Stel AFDRUKBARE OPPERVLAK voor onderkant in.
2. Klik op All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
3. Klik op Print Disc Label Label Printing. Ulead Label@Once wordt
gestart.
4. Klik op het tabblad General (Algemeen).
5. Kies DVD-station voor printer. bijv. <E:> PIONEER DVD…
6. Voeg dit toe en pas de weergave van uw beelden en tekst aan.
7. Klik op Labelflash setting (Labelflash-instelling) en kies Draw Quality(Tekenkwaliteit).
8. Klik op Print (Afdrukken).
Basisbeginselen
Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens
die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op All Programs (Alle programma's) DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
Gebruikershandleiding4-23
Page 88
Basisbeginselen
3. Klik op
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Controleer of de bron DV is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door
een videobron toe te voegen.
1. Klik op All Programs(Alle programma's) DVD
2. Klik op Video DiscNew Project (Nieuw project) om de 2
3. Voeg bron toe van HD-schijf door op de knop Add Video files
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, drukt u op de knop Next
6. Selecteer het invoertype en druk vervolgens op de knop Burn
Video Disc (Videoschijf) Burn Video to Disc (Video
op schijf branden)
opnemen)
Capture to Disc
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for
TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
te starten, kies het projecttype en open DVD MovieFactory.
(Videobestanden toevoegen) te klikken en het dialoogvenster
van de browser te openen.
toe te passen.
(Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
(Branden).
te starten, selecteer
om het dialoogvenster
(Rechtstreeks vastleggen op schijf)
DVD-Video/+VR
Direct Recording (Direct
om de pagina
te openen.
Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory
Raadpleeg de Help-bestanden en de handleiding voor aanvullende
informatie over Ulead DVD MovieFactory.
Straight
e
Launcher
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD
maakt:
1. Digitale video bewerken
■ Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te
kunnen gebruiken.
■ Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD
MovieFactory gebruikt.
■ Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
■ U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden
mogelijk niet correct weergegeven.
■ Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
■ Activeer de slaapstand of de sluimerstand niet terwijl u DVD
MovieFactory gebruikt.
Gebruikershandleiding4-24
Page 89
Basisbeginselen
■ Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
■ Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens
opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
■ Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
■ Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD.
■ Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
■ Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD
■ Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
■ Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen
worden.
■ Vermijd de volgende handelingen:
■ gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen
van het LCD-scherm.
■ Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld
aan schokken of trillingen.
■ gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;
■ het DVD-station openen;
■ Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
■ Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
■ Een DVD-R/+R/+RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
■ Ondersteunt geen weergave van VCD- SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
■ Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R
■ Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV
■ HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video
■ In de DVD-VR-indeling kan geen menu worden toegevoegd.
4. Over opgenomen DVD’s
■ DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations
voor PC's.
■ Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de toepassing WinDVD.
Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
■
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.
Gebruikershandleiding4-25
Page 90
Behandeling van schijven
Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die
u op CD's of DVD's hebt opgeslagen. Ga voorzichtig om met schijven
en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen
kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen
gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen
en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet
door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast.
Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf
onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme
koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een
schone, droge doek. Veeg vanuit het midden van de CD/ DVD naar
buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd
met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine,
verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Basisbeginselen
Modem
In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem
aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund.
De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting
te verwijderen.
■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal
het modem schade oplopen.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor
zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het
modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) TOSHIBA
en Networking (Netwerken) aan en klik Modem Regio Select(Modemregioselectie).
Gebruikershandleiding4-26
Page 91
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm
een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet
te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt,
wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de taakbalk. Klik
met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde
regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatieinformatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde
telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het
submenu.
■ Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
■ Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regioinstelling van het modem.
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met
eigenschappen op het scherm weer te geven.
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Basisbeginselen
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer
u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Open the Dialling Properties (Keuze-opties
openen) na selectie van de regio
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat
u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Dialoogvenster openen als modem en huidige
telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen
voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Gebruikershandleiding4-27
Page 92
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een
dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor
de modem wilt gebruiken.
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan
als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan
met een andere selectie te gebruiken.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
■ Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt
van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het
kabeluiteinde met de kern aan de computer.
■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal
het modem schade oplopen.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een telefoonaansluiting.
Basisbeginselen
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl
de kabel is aangesloten.
Gebruikershandleiding4-28
Page 93
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch
station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld,
kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
■ de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
■ geluidsstoringen.
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los
te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek
de connector eruit.
2. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.
De FM-tuner gebruiken
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte
model.
1. Sluit de antenne van de FM-tuner aan op de poort voor de FM-antenne.
Basisbeginselen
Antenne voor
Aansluiting voor
FM-antenne
Sluit de antenne van de FM-tuner aan op de poort.
FM-tuner
Selecteer Start All Programs (Alle programma's) FM Tuner Utility (Hulpprogramma voor FM-tuner) om de FM-software te starten.
Gebruikershandleiding4-29
Page 94
Lampje voor draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
■ Gebruik de draadloos LAN (Wi-Fi)- of Bluetooth-functies niet in
de buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of
magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan
tot onderbreking van de draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
■ Schakel Wi-Fi- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen
waarbij mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch
apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van
de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk
ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat
als u gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
■ Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer
in de buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen,
zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen
storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
■ Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van
de ad-hoc-netwerkfunctie.
Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het nieuwe
netwerk (*) worden geconfigureerd voor alle computers die zijn
aangesloten op hetzelfde netwerk.
* Controleer of u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Basisbeginselen
Draadloos LAN
De functie voor draadloos LAN is niet op alle modellen beschikbaar.
Als deze functie wel aanwezig is, ondersteunt deze de A-, B-, G- en
N-standaard, maar is deze ook compatibel met andere LAN-systemen
die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal
Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan
de IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's.
■ automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11g)
■ Automatische selectie van verzendsnelheid in het verzendbereik 11,
■ Schakel de coderingsfunctie in om te voorkomen dat anderen zich via
het draadloos LAN onrechtmatig toegang tot uw computer verschaffen,
wat kan leiden tot wederrechtelijke toe-eigening, afluisterpraktijken
en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt
u daarom met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen.
■ TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang
tot gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van
die gegevens.
Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba (afhankelijk van het
aangeschafte model)
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende
besturingssystemen:
■ Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze
besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie
die bij deze software is inbegrepen.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op Bluetooth-specificatie versie 1.1/
1.2/2.0+EDR. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen pc-producten en/of
andere elektronische apparaten met Bluetooth alleen garanderen voor
notebookcomputers van TOSHIBA.
®
Windows Vista™
Release-informatie voor de Bluetooth-stack voor Windows
van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen:
Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth-stack
worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers:
In Windows Vista™ wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving
met meerdere gebruikers. Dit houdt in dat als u Bluetooth gebruikt,
andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de
Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Productondersteuning
De meest recente informatie over de ondersteuning van besturingssystemen,
taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa
U kunt de functie voor draadloos LAN in- of uitschakelen met de schakelaar
voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen
gegevens worden verzonden of ontvangen. Verschuif de schakelaar om de
functie in en uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer
het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze
communicatie is uitgeschakeld.
Lampje voor draadloze activiteit
Het lampje voor draadloze activiteit geeft de status van de functies voor
draadloze communicatie aan.
Lampje Aanduiding
Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op uit. Automatisch uitgeschakeld wegens
oververhitting. Stroomstoring
Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat op
aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld door een
toepassing.
Als u draadloos LAN uitschakelt via de taakbalk, moet u de computer
opnieuw opstarten om deze functie weer in te schakelen. U kunt in plaats
daarvan ook de volgende stappen uitvoeren:
1. Klik in het Configuratiescherm op Systeem en onderhoud.
2. Klik op Apparaatbeheer. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend.
Klik op Network adaptors(Netwerkadapters).
3. Selecteer de gewenste netwerkadapter en klik op de knop Inschakelen
op de werkbalk.
Basisbeginselen
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Fast Ethernet LAN
of Gigabit Ethernet LAN (afhankelijk van het aangeschafte model). In dit
gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt
van een LAN.
LAN-kabeltypen
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een
LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen
van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag
de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Als u Gigabit Ethernet LAN gebruikt, dient u de computer met een CAT5-Ekabel of hoger aan te sluiten. U kunt hiervoor geen CAT5- of CAT3-kabel
gebruiken.
Gebruikershandleiding4-32
Page 97
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting.
Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Basisbeginselen
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting
van de computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg
de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Gebruikershandleiding4-33
Page 98
De computer reinigen
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient
u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen
in de buurt van de computer.
■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen
voordat u hem weer aanzet.
■ Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek.
Voor het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken.
Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte,
schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
■ Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen
aan de linkerkant van de computer. Zie hoofdstuk 2, Rondleiding,
Linkerkant.
De computer verplaatsen
De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst,
dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te
zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
■ Het wordt aanbevolen TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in te schakelen
voordat u de computer verplaatst. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in dit hoofdstuk.
■ Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het Vaste-schijf-lampje op de computer.
■ Als er een CD/DVD in het station zit, dient u deze te verwijderen.
Zorg tevens dat de stationslade goed is gesloten.
■ Schakel de computer uit (afsluiten).
■ Koppel de universele netadapter en alle randapparaten los alvorens
de computer te verplaatsen.
■ Sluit het LCD-scherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
■ Voordat u de computer gaat verplaatsen, schakelt u deze uit, koppelt
u het netsnoer los en wacht u totdat de computer is afgekoeld. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit resulteren in licht letsel.
■ Schakel altijd de stroom uit als u de computer gaat verplaatsen.
Als de aan/uit-knop een blokkeringsstand heeft, activeert u deze
blokkeringsstand. Zorg ervoor dat de computer nergens tegenaan
stoot. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan de computer
beschadigd raken, kunnen er in de computer storingen optreden
of kunnen er gegevens verloren gaan.
■ Vervoer de computer nooit terwijl PC-kaarten zijn geïnstalleerd. Dit kan
tot schade aan computer en/of PC-kaart leiden, waardoor het product
niet meer werkt.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding4-34
Page 99
■ Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
■ Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
■ Til de computer niet op aan uitstekende delen.
De vasteschijfbeveiliging gebruiken
Deze computer bevat een functie die de kans op beschadiging van
de vaste schijf verkleint.
Via een ingebouwde sensor in de computer detecteert de TOSHIBAvasteschijfbeveiliging trillingen, schokken en dergelijke en plaatst
vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige stand.
Zo wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in
aanraking komt met de kop.
Deze functie garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Als trillingen worden gedetecteerd, wordt een bericht weergegeven en
verandert het pictogram in het systeemvak van de taakbalk in de beveiligde
status. Dit bericht wordt weergegeven totdat op OK wordt gedrukt of er
30 seconden zijn verstreken. Wanneer de trillingen verdwijnen, wordt
de normale status van het pictogram hersteld.
Pictogram op taakbalk
StatusPictogram Beschrijving
NormaalTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
ingeschakeld.
BeveiligingTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
ingeschakeld. De kop van de vaste schijf
staat op een veilige positie.
UITTOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
uitgeschakeld.
Basisbeginselen
TOSHIBA beveiliging van de vaste schijf - Eigenschappen
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging instellen in het venster
Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging. U opent dit venster
door te klikken op Start All Programs (Alle programma's)
TOSHIBA Utilities (Hulpprogramma's) HDD Protection Setting
(Vasteschijfbeveiliging instellen). U kunt dit venster ook openen via het
pictogram op de taakbalk of via Configuratiescherm.
Beveiliging van de vaste schijf
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in- of uitschakelen
Gebruikershandleiding4-35
Page 100
Detectieniveau
Deze functie kan worden ingesteld op vier niveaus. De gevoeligheid
waarmee trillingen, schokken en dergelijke worden gedetecteerd kan
worden ingesteld op UIT, 1, 2 en 3. Niveau 3 wordt aanbevolen voor
de beste bescherming van de computer. Als de computer echter in een
mobiele omgeving of in andere onstabiele omstandigheden wordt gebruikt,
wordt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging mogelijk zeer vaak uitgevoerd als
u detectieniveau 3 instelt. Hierdoor neemt de lees- en schrijfsnelheid van
de vaste schijf af. Stel een lager detectieniveau in als de lees- en
schrijfsnelheid van de vaste schijf van belang is.
U kunt verschillende detectieniveaus instellen, afhankelijk van het feit of
u de computer als handheld of draagbare pc gebruikt of in een stabiele
omgeving, zoals op een tafel op kantoor of thuis. Als u verschillende
detectieniveaus voor de computer instelt afhankelijk van het gebruik met
de netadapter (bureau) of met de accu (handheld of draagbaar), wordt het
detectieniveau automatisch gewijzigd op basis van de stroomvoorziening.
Details
U opent het venster Details door te klikken op de knop Details instellen
in het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging.
Verhoging van het detectieniveau
Als de netadapter niet is aangesloten of het scherm is gesloten, gaat de
vasteschijfbeveiliging ervan uit dat de computer wordt gedragen en wordt
het detectieniveau gedurende 10 seconden op het maximum ingesteld.
Basisbeginselen
TOSHIBA-bericht voor vasteschijfbeveiliging
Geeft aan of er een bericht wordt weergegeven wanneer de TOSHIBAvasteschijfbeveiliging wordt geactiveerd.
■ Deze functie werkt niet terwijl de computer wordt opgestart, in de
slaapstand of de sluimerstand staat, overgaat naar de sluimerstand,
wordt geactiveerd uit de sluimerstand of is uitgeschakeld. Let erop
dat u de computer niet blootstelt aan trillingen of schokken terwijl
deze functie is uitgeschakeld.
■ Deze functie werkt alleen met Windows Vista™.
Gebruikershandleiding4-36
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.