Toshiba EQUIUM U400 User Manual [nl]

Page 1
Gebruikershandleiding

U400

computers.toshiba-europe.com
Page 2
Copyright
U400
© 2008 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Volgens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Gebruikershandleiding voor de TOSHIBA U400 draagbare personal computer
Eerste editie, maart 2008 Eigendom en auteursrecht van muziek, video's, computerprogramma's,
databases etc. zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Deze auteursrechtelijk beschermde materialen mogen uitsluitend worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik thuis. Indien u buiten de bovengenoemde beperking om deze materialen kopieert of bewerkt (hieronder valt tevens het transformeren van gegevensindelingen), via internet verzendt of verspreidt zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, kan dit leiden tot schadeclaims en/of strafrechtelijke vervolging wegens schending van het auteursrecht of de persoonlijke rechten van de auteur. Houd u daarom aan de auteurswetten wanneer u dit product gebruikt om auteursrechtelijk beschermde werken te kopiëren of andere bewerkingen uit te voeren.
Houd er rekening mee dat u de auteursrechtelijk beschermde rechten van de eigenaar kunt schenden als u de functies voor het schakelen tussen beeldschermmodi (zoals breedbeeld of zoomen) van dit product gebruikt om beelden/video vergroot weer te geven in een café of hotel met als doel winst te maken of deze beelden aan het publiek aan te bieden.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig gevalideerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor draagbare personal computers uit de U400 op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Navolgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
DirectX, ActiveDesktop, DirectShow en Windows Media zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Intel, Intel Core, Celeron, Centrino en Pentium zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation.
Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Gebruikershandleiding ii
Page 3
Bluetooth™ is een gedeponeerd handelsmerk in eigendom van de eigenaar en wordt door TOSHIBA onder licentie gebruikt.
ConfigFree is een handelsmerk van TOSHIBA Corporation. DVD MovieFactory is een handelsmerk van Ulead Systems. Inc. BizCard is een handelsmerk van NewSoft Technology Corporation. Dolby is een gedeponeerd handelsmerk van Dolby Laboratories. ExpressCard is een handelsmerk van PCMCIA. HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Labelflash™ is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Memory Stick, Memory Stick PRO en i.LINK zijn gedeponeerde
handelsmerken en i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation. MultiMediaCard en MMC zijn handelsmerken van MultiMediaCard
Association. Photo CD is een handelsmerk van Eastman Kodak. Secure Digital en SD zijn handelsmerken van SD Card Association. xD-Picture Card is een handelsmerk van Fuji Photo Film, Co., Ltd. Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. In deze handleiding wordt mogelijk verwezen naar andere handelsmerken
en gedeponeerde handelsmerken die hierboven niet zijn vermeld.
Veiligheidsinstructies
Volg de onderstaande veiligheidsinstructies om uzelf en uw computer te beschermen.
U400
Tijdens het gebruik van de computer
Laat de portable tijdens gebruik niet lange tijd achtereen op uw lichaam rusten. Bij intensief gebruik kan er zich warmte in de basis opbouwen. Langdurig contact met de huid kan een onaangenaam gevoel of zelfs brandwonden veroorzaken.
Probeer niet de computer zelf te repareren. Volg de installatie-
instructies nauwgezet.
Draag een accu niet in uw zak, handtas of een andere houder waar
metalen objecten (zoals sleutels) de accucontactpunten kunnen kortsluiten. Hierdoor kunnen extreem hoge temperaturen ontstaan, met het risico van brandwonden.
Zorg dat er geen voorwerpen op het snoer van de netadapter rusten
en dat het snoer niet op een locatie ligt waar regelmatig mensen lopen of staan.
Gebruikershandleiding iii
Page 4
U400
Plaats de netadapter op een positie met voldoende ventilatie,
bijvoorbeeld op een bureaublad of op de vloer, wanneer u de computer op de netvoeding gebruikt of de accu oplaadt. Bedek de netadapter niet met papier of andere voorwerpen die afkoeling belemmeren, en gebruik de netadapter niet terwijl deze in een draagtas zit.
Gebruik uitsluitend de netadapter en accu's die zijn goedgekeurd
voor gebruik met deze computer. Gebruik van een ander type accu of netadapter resulteert in brand- of ontploffingsgevaar.
Controleer alvorens de computer op een voedingsbron aan te sluiten
of de spanningsspecificatie van de netadapter overeenkomt met die van de beschikbare voedingsbron. 115 V/60 Hz in het merendeel van Noord- en Zuid-Amerika en een aantal landen in het Verre Oosten (zoals Taiwan). 100 V/50 Hz in het oosten van Japan en 100 V/60 Hz in het westen van Japan. 230 V/50 Hz in de meeste landen van Europa, het Midden Oosten en het Verre Oosten.
Als u de netadapter met een verlengsnoer gebruikt, zorg dan dat de
totale stroomsterkte van de op het verlengsnoer aangesloten apparaten niet hoger is dan de stroomspecificatie van het verlengsnoer.
Om de stroomvoorziening naar de computer stop te zetten schakelt
u de computer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u de stekker van de netadapter uit het stopcontact.
Tijdens onweer dient u geen kabels aan de computer te koppelen
of ervan te ontkoppelen, of onderhouds- of configuratiewerkzaamheden op de computer uit te voeren. Hierdoor loopt u het risico van een elektrische schok.
Plaats de computer op een vlak oppervlak wanneer u ermee gaat werken.
Conformiteitverklaring EU
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de richtlijn voor radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur 1999/5/EC die naleving van de richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit 2004/108/EC en de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC omvat.
De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA EUROPE GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland, telefoon +49-(0)-2131-158-01.
Raadpleeg voor een exemplaar van de betreffende CE-verklaring van overeenstemming de volgende website: http://epps.toshiba-teg.com.
Dit product en de meegeleverde accessoires zijn ontworpen conform de relevante EMC-normen (elektromagnetische compatibiliteit). Toshiba garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of accessoires van andere leveranciers of distributeurs zijn aangesloten of geïmplementeerd. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen accessoires met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde gegevenskabels mogen worden
aangesloten.
Gebruikershandleiding iv
Page 5
GOST
Modemwaarschuwing
Verklaring van overeenstemming
De apparatuur is goedgekeurd (conform raadsbesluit 98/482/EC ­"TBR 21") voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen.
Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
Wend u in het geval van problemen in eerste instantie tot uw leverancier.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product is ontworpen voor gebruik met de volgende netwerken en is compatibel met deze netwerken. Het is getest en voldoet aan de aanvullende voorschriften in EG 201 121.
U400
Duitsland ATAAB AN005, AN006, AN007, AN009, AN010
Griekenland ATAAB AN005, AN006 en GR01, 02, 03, 04 Portugal ATAAB AN001, 005, 006, 007, 011 en P03, 04, 08,
Spanje ATAAB AN005, 007, 012 en ES01 Zwitserland ATAAB AN002 Alle overige landen/
regio's
Voor elk netwerk zijn specifieke switchinstellingen of een specifieke softwareconfiguratie vereist; raadpleeg de relevante gedeelten van de gebruikershandleiding voor nadere informatie.
De hookflash-functie is onderhevig aan afzonderlijke nationale goedkeuring. Deze functie is niet getest op conformiteit met nationale voorschriften, en correcte werking van deze functie op nationale netwerken kan niet worden gegarandeerd.
Gebruikershandleiding v
en DE03, 04, 05, 08, 09, 12, 14, 17
10
ATAAB AN003, 004
Page 6
De volgende informatie is alleen bedoeld voor lidstaten van de EU:
Het symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Zorg ervoor dat dit product op correcte wijze wordt weggegooid. Doet u dit niet, dan kan dit gevaar opleveren voor het milieu en de gezondheid van de mens. Neem voor meer informatie over de recyclage van dit product contact op met uw gemeentekantoor, uw vuilnisdienst of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, is dit symbool mogelijk niet aanwezig.
EnergyStar® Program
Uw computermodel voldoet mogelijk aan de EnergyStar®-richtlijnen. Als het aangeschafte model hieraan voldoet, is de computer voorzien van het ENERGY STAR-logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR®-richtlijnen voor energiebesparing. Uw computer wordt geleverd met de energiebeheeropties vooraf geconfigureerd waardoor de computer de meest stabiele gebruiksomgeving en optimale systeemprestaties biedt in zowel de netvoedingsmodus als de accumodus.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden. TOSHIBA raadt u aan deze en andere energiebesparende functies actief te laten, zodat uw computer functioneert met optimale energiebesparing. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit­knop te drukken.
Producten die voldoen aan de ENERGY STAR®-richtlijnen voorkomen CO2-uitstoot omdat ze voldoen aan de strenge richtlijnen voor energiebesparing die zijn opgesteld door de EPA (VS) en de Europese Commissie. Volgens de EPA verbruikt een computer die voldoet aan de nieuwe ENERGY STAR energie, afhankelijk van het gebruik. Ga naar http://www.eu-energystar.org of http://www.energystar.gov voor meer informatie over het ENERGY STAR Program.
®
-specificaties tussen de 20% en 50% minder
®
Program van de
U400
Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation
Vergeet niet de internationale voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Gebruikershandleiding vi
Page 7
Panasonic
DVD Super Multi UJ-862B/862F
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
U400
Gebruikershandleiding vii
Page 8
Hitachi-LG Data Storage
DVD Super Multi GSA-U10N/10F
Het DVD Super Multi-station gebruikt een lasersysteem. Lees met
het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures die hier niet zijn
vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Open nooit de behuizing, zodat rechtstreekse blootstelling aan de
laserstraal wordt voorkomen.
U400
Gebruikershandleiding viii
Page 9
Internationale voorzorgsmaatregelen
CAUTION: This appliance contains a laser
system and is classified as a "CLASS 1 LASER PRODUCT." To use this model properly, read the instruction manual carefully and keep this manual for your future reference. In case of any trouble with this model, please contact your nearest "AUTHORIZED service station." To prevent direct exposure to the laser beam, do not try to open the enclosure.
VORSICHT: Dieses Gerät enthält ein Laser-System und ist als "LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT" klassifiziert. Für den richtigen Gebrauch dieses Modells lesen Sie bitte die Bedienungsanleitung sorgfältig durch und bewahren diese bitte als Referenz auf. Falls Probleme mit diesem Modell auftreten, benachrichtigen Sie bitte die nächste "autorisierte Service-Vertretung". Um einen direkten Kontakt mit dem Laserstrahl zu vermeiden darf das Gerät nicht geöffnet werden.
ADVARSEL: Denne mærking er anbragt udvendigt på apparatet og indikerer, at apparatet arbejder med laserstråler af klasse 1, hviket betyder, at der anvendes laserstrlier af svageste klasse, og at man ikke på apparatets yderside kan bilve udsat for utilladellg kraftig stråling.
APPARATET BOR KUN ÅBNES AF FAGFOLK MED SÆRLIGT KENDSKAB TIL APPARATER MED LASERSTRÅLER!
Indvendigt i apparatet er anbragt den her gengivne advarselsmækning, som advarer imod at foretage sådanne indgreb i apparatet, at man kan komme til at udsatte sig for laserstråling.
U400
Gebruikershandleiding ix
Page 10
Belangrijke mededeling
Auteursrechtelijk beschermd materiaal zoals - maar niet alleen - muziek, video, computerprogramma's en databases zijn beschermd onder de auteursrechtelijke wetgeving. Tenzij u specifiek toestemming hebt volgens het auteursrecht dat van toepassing is, mag u auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder de toestemming van de eigenaar van de auteursrechten niet kopiëren, bewerken, toewijzen, overdragen of gebruiken. Overtreding van dit verbod kan resulteren in gerechtelijke vervolging.
Telefoneer niet tijdens onweer (behalve als u een draadloze telefoon
gebruikt). Bliksem kan elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik de telefoon niet om een gaslek te rapporteren in de nabijheid
van het lek.
Gebruik alleen het in deze handleiding vermelde netsnoer.
Vervang de accu uitsluitend door een accu van hetzelfde type
of van een gelijkwaardig, door de fabrikant aanbevolen type.
Houd u bij het afdanken van gebruikte accu's aan de voorschriften
van de fabrikant.
Gebruik alleen de accu-eenheid die bij de computer is geleverd of een optionele, door de fabrikant aanbevolen accu-eenheid. Gebruik van de verkeerde accu kan resulteren in beschadiging van de computer.
TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
U400
OBS! Apparaten innehåller laserkomponent som avger laserstråining överstigande gränsen för laserklass 1.
VAROITUS. Suojakoteloa si saa avata. Laite sisältää laserdiodin, joka lähetää näkymätöntä silmilie vaarallista lasersäteilyä.
CAUTION: USE OF CONTROLS OR ADJUSTMENTS OR PERFORMANCE OF PROCEDURES OTHER THAN THOSE SPECIFIED IN THE OWNER’S MANUAL MAY RESULT IN HAZARDOUS RADIATION EXPOSURE.
VORSICHT:
VON ANDEREN STEURUNGEN ODER EINSTELLUNGEN ODER DAS DURCHFÜHREN VON ANDEREN VORGÄNGEN ALS IN DER BEDIENUNGSANLEITUNG BESCHRIEBEN KÖNNEN GEFÄHRLICHE STRAHLENEXPOSITIONEN ZUR FOLGE HABEN.
DIE VERWENDUNG
Gebruikershandleiding x
Page 11
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
stof, vocht en direct zonlicht;
apparatuur met sterke magnetische velden, zoals luidsprekers (andere
dan die op de computer zijn aangesloten) of een hoofdtelefoon;
plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters;
extreme hitte, koude of vochtigheid;
vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees de instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruikomstandigheden. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en
polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Hoofdstuk 3, Aan de slag, bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.
Gebruikershandleiding xi
Page 12
Letsel door verhitting van computeroppervlakken
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact - bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten - resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar
dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.
Oververhitting van de ExpressCard
Sommige ExpressCards kunnen bij langdurig gebruik heet worden, wat kan leiden tot instabiliteit in de werking van het apparaat in kwestie. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart of ExpressCard die langdurig is gebruikt.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiegids voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Gebruikershandleiding xii
Page 13

Inhoud

Hoofdstuk 1 Inleiding
Controlelijst van apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1
Voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2
Speciale voorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-9
TOSHIBA Value Added Package . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-11
Hulpprogramma's en toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-12
Opties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-15
Hoofdstuk 2 Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1
Linkerkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-3
Rechterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-4
Achterkant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-5
Onderkant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-6
Voorkant met geopend beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-7
Optisch station . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-9
Netadapter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-11
Afstandsbediening (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-12
U400
Hoofdstuk 3 Aan de slag
De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1
De netadapter aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2
Het beeldscherm openen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-4
De computer inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Windows Vista™ installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
De computer uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5
Computer opnieuw opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-9
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde
software herstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-10
Gebruikershandleiding xiii
Page 14
U400
Hoofdstuk 4
Basisbeginselen
Touchpad gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1
De sensor voor vingerafdrukken (optioneel) gebruiken. . . . . . . . . . 4-2
De webcamera (optioneel) gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-11
De microfoon (optioneel) gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
Het optische station gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-13
CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station
met ondersteuning voor DVD±R DL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-18
TOSHIBA Disc Creator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-22
Ulead DVD MovieFactory voor TOSHIBA gebruiken. . . . . . . . . . . . 4-23
Behandeling van schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
Modem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-26
De FM-tuner gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-29
Lampje voor draadloze communicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-30
LAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-32
De computer reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-34
De computer verplaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-34
De vasteschijfbeveiliging gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-35
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord
Typemachinetoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1
Functietoetsen F1 ... F12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Softkeys: Fn-toetscombinaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2
Sneltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3
Speciale Windows
Geïntegreerde numerieke toetsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-5
ASCII-tekens genereren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-7
®
-toetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-5
Hoofdstuk 6 Stroomvoorziening en spaarstanden
Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1
Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2
Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3
Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-5
De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-11
De computer opstarten met een wachtwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Spaarstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13
Uit/Inschakelen via LCD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Systeem automatisch uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-14
Hoofdstuk 7 HW Setup
HW Setup starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Het HW Setup-venster . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7-1
Gebruikershandleiding xiv
Page 15
U400
Hoofdstuk 8
Optionele apparaten
ExpressCard-sleuf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-2
Geheugenkaarten van het type SD/SDHC/MMC/
MEMORY STICK/MEMORY STICK PRO/xD. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-4
Geheugenuitbreiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-7
Extra accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Extra netadapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-10
Externe monitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
HDMI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-11
i.LINK (IEEE1394) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-12
Beveiligingsslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8-14
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Handelwijze bij probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-1
Controlelijst voor hardware en systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-3
TOSHIBA-ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9-19
Bijlagen A Specificaties
Bijlagen B Beeldschermcontroller en videomodi
Bijlagen C Draadloos LAN
Bijlagen D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen
Bijlagen E Juridische verklaring
Bijlagen F Als uw computer wordt gestolen
Woordenlijst
Index
Gebruikershandleiding xv
Page 16
Voorwoord
Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de U400. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten.
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw computer uit de U400 gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat. Verder wordt gedetailleerde informatie gegeven over het configureren van de computer, elementaire bewerkingen en onderhoud, het gebruik van optionele apparaten en probleemoplossing.
Als u nog nooit een computer hebt gebruikt of nog nooit met een draagbare computer hebt gewerkt, lees dan eerst de hoofdstukken
Rondleiding
en accessoires van de computer. Lees vervolgens stapsgewijze instructies voor het gebruiksklaar maken van de computer.
Als u een ervaren computergebruiker bent, dient u dit voorwoord te lezen om inzicht te krijgen in de indeling van deze handleiding. Blader daarna de handleiding door om ermee vertrouwd te raken. Besteed met name aandacht aan de paragraaf Specificaties in de Inleiding om kennis te maken met de voorzieningen die bijzonder of uniek zijn voor de computers. Als u ExpressCards gaat installeren of externe apparaten zoals een monitor gaat aansluiten, dient u hoofdstuk 8, Optionele apparaten te lezen.
Inhoud van de handleiding
Deze handleiding bestaat uit de volgende negen hoofdstukken, zes bijlagen, een woordenlijst en een index.
Hoofdstuk 1, Inleiding, biedt een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer.
In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
In hoofdstuk 3, Aan de slag, wordt beknopt uitgelegd hoe u met de computer aan de slag kunt gaan en worden tips gegeven over veiligheid en het inrichten van uw werkplek.
In hoofdstuk 4, Basisbeginselen, staan instructies voor het gebruik van de volgende apparaten: touchpad, geluidssysteem, optische stations, modem, draadloze communicatie en LAN. U krijgt ook tips voor het onderhoud van de computer en het omgaan met CD's/DVD’s.
om uzelf vertrouwd te maken met de voorzieningen, onderdelen
Inleiding
Aan de slag
en
voor
Gebruikershandleiding xvi
Page 17
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties beschreven zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup, wordt uitgelegd hoe u de computer configureert met het programma HW Setup.
Hoofdstuk 8, Optionele apparaten, beschrijft welke optionele hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, verschaft nuttige informatie over het uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze als de computer niet correct lijkt te werken.
De Bijlagen verschaffen technische informatie over de computer. De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt. Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring tussen haakjes. Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. Enter duidt bijvoorbeeld de Enter-toets aan.
Gebruikershandleiding xvii
Page 18
Gebruik van toetsen
Voor sommige bewerkingen moet u tegelijkertijd twee of meer toetsen indrukken. Dergelijke bewerkingen worden aangeduid door een plusteken (+) tussen de toetsopschriften. Zo betekent Ctrl + C dat uopC moet drukken terwijl u Ctrl ingedrukt houdt. Als er drie toetsen worden gebruikt, dient u de eerste twee toetsen ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de derde toets te drukken.
ABC Als in procedures een actie moet worden
uitgevoerd, zoals het klikken op een pictogram of het invoeren van tekst, wordt de naam van het pictogram of wordt de tekst die moet worden ingevoerd, weergegeven in het lettertype dat hier links is afgebeeld.
Beeldscherm
ABC
De namen van vensters en pictogrammen, en door de computer gegenereerde tekst die op het beeldscherm verschijnt, worden in het links weergegeven lettertype gedrukt.
Mededelingen
Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
Terminologie
Deze term is in dit document als volgt gedefinieerd:
Start Het woord "Start" verwijst naar de knop in
Microsoft
Gebruikershandleiding xviii
®
Windows Vista™.
Page 19
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst van de apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer.
Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd.

Controlelijst van apparatuur

Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA U400 draagbare personal computer
Universele netadapter en netsnoer
Inleiding
Hoofdstuk 1
Software
Microsoft® Windows Vista™
De volgende software is vooraf geïnstalleerd:
Microsoft® Windows Vista™
Microsoft Internet Explorer
TOSHIBA Value Added Package
TOSHIBA Hardware Setup
TOSHIBA Supervisor Password
TOSHIBA Assist
TOSHIBA ConfigFree
TOSHIBA DVD-speler
TOSHIBA-hulpprogramma voor vingerafdrukken*
Hulpprogramma's voor TOSHIBA SD-geheugens
TOSHIBA Disc Creator
Gebruikershandleiding 1-1
Page 20
TOSHIBA-gezichtsherkenning*
TOSHIBA Acoustic Silencer
Ulead DVD MovieFactory
Presto! BizCard 5*
Onlinehandleiding
* is voorgeïnstalleerd afhankelijk van het gekochte model.
Documentatie
U400 Gebruikershandleiding voor de personal computer
U400 Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn, neemt u onmiddellijk contact op met uw dealer.

Voorzieningen

Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
Processor
®
voor TOSHIBA*
Inleiding
Ingebouwd Afhankelijk van het aangeschafte model.
Ga naar de website voor uw gebied voor de configuratiegegevens van het model dat u hebt aangeschaft.
®
Chipset Mobile Intel
Gebruikershandleiding 1-2
GM965/GL960 Express-chipset
Page 21
Geheugen
Inleiding
Sleuven PC2-5300 (GM965)/PC2-4200 (GL960) 512 MB,
1024 MB of 2048 MB. In de geheugensleuf kunnen geheugenmodules
van maximaal 2 GB worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 4 GB (GM965) of 2 GB (GL960).
Afwijzing van aansprakelijkheid met betrekking tot het hoofdgeheugen
Een deel van het hoofdgeheugen van de computer kan worden gebruikt door het grafische systeem om de grafische prestaties te verbeteren. Dit vermindert de hoeveelheid hoofdgeheugen die voor andere computeractiviteiten beschikbaar is. De hoeveelheid hoofdgeheugen die wordt toegewezen om de graphics te ondersteunen, hangt af van het grafische systeem, de gebruikte toepassingen, de grootte van het systeemgeheugen en andere factoren. Voor PC's die zijn geconfigureerd met 4 GB systeemgeheugen is de totale geheugenruimte voor computeractiviteiten aanzienlijk kleiner en varieert deze per model en systeemconfiguratie.
Als uw computer is geconfigureerd met twee geheugenmodules van 2 GB, wordt het geheugen mogelijk weergegeven als maar 3 GB (afhankelijk van de hardwarespecificaties van de computer).
Dit is juist omdat het besturingssysteem gewoonlijk het beschikbare geheugen weergeeft in plaats van het fysieke geheugen (RAM) dat in de computer is ingebouwd.
Verschillende systeemonderdelen (zoals de GPU van de grafische adapter en PCI-apparaten zoals draadloos LAN, enz.) vereisen eigen geheugenruimte. Omdat een 32-bits besturingssysteem niet meer dan 4 GB geheugen kan adresseren, overlappen deze systeembronnen het fysieke geheugen. Het is een technische beperking dat het overlapte geheugen niet beschikbaar is voor het besturingssysteem.
Ook al geeft een aantal hulpmiddelen het werkelijke fysieke geheugen van uw computer weer, het beschikbare geheugen voor het besturingssysteem blijft maar 3 GB.
Video-RAM Afhankelijk van het gekochte model:
®
Mobile Intel
®
Intel
GM965 Express-chipset/Mobile
GL960 Express-chipset-model: De video­RAM-capaciteit wordt gedeeld met het hoofdgeheugen en de verdeling hangt af van Dynamic Video Memory Technology.
Gebruikershandleiding 1-3
Page 22
Voeding
Inleiding
Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door
RTC-batterij De computer bevat een interne batterij voor de
Netadapter De universele netadapter voorziet het systeem
een oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
interne RTC (Real Time Clock) en kalender.
van stroom en laadt de accu’s op wanneer deze opraken. De adapter wordt geleverd met een verwisselbaar netsnoer.
Aangezien de netadapter universeel is, ondersteunt hij netspanningen tussen 100 en 240 volt; de uitgangsstroom varieert echter al naar gelang het model. Gebruik van het verkeerde model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer. Raadpleeg het gedeelte Netadapter in Hoofdstuk 2, Rondleiding.
Stations/schijven
Vaste schijf
Verkrijgbaar in 1 x 2,5" vaste schijf (9,5 mm/SATA)
80 GB
120 GB
160 GB
200 GB
250 GB
320 GB
Gebruikershandleiding 1-4
Page 23
Inleiding
DVD Super Multi­station (met ondersteuning voor DVD±R DL)
Uw computer is uitgerust met een DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte waarmee u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's/DVD's kunt vastleggen en CD's/DVD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) kunt lezen. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s. De maximale schrijfsnelheid bedraagt 24-speed voor CD-R, 16-speed voor CD-RW, 8-speed voor DVD-R, 6-speed voor DVD-RW, 8-speed voor DVD+R, 8-speed voor DVD+RW, 4-speed voor DVD+R (DL), 4-speed voor DVD-R (DL) en 5-speed voor DVD-RAM. De volgende indelingen worden ondersteund:
DVD-ROM
DVD-Video
DVD-R
DVD-RW
DVD+R
DVD+RW
DVD-RAM
DVD+R DL
DVD-R DL
CD-DA
CD-Text
Photo CD (single/multi-session)
CD-ROM Mode 1, Mode 2
CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2)
Enhanced CD (CD-EXTRA)
CD-G (alleen audio-CD)
Adresseringsmethode 2
Beeldscherm
Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videobeelden met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Ingebouwd 13,3-inch WXGA, 16 miljoen kleuren,
met de volgende resolutie: 1280 horizontale × 800 verticale pixels.
Grafische controller Grafische controller voor optimale
beeldschermprestaties. Raadpleeg bijlage B,
Beeldschermcontroller en videomodi, voor nadere
informatie.
Gebruikershandleiding 1-5
Page 24
Toetsenbord
Inleiding
Ingebouwd TOSHIBA Vista-toetsenbord, 85 of 86 toetsen,
compatibel met IBM uitgebreid toetsenbord, geïntegreerde numerieke toetsen, vaste cursorbesturingstoetsen, en de toetsen en . Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Aanwijsapparaat
Ingebouwd touchpad Met het touchpad en de besturingsknoppen in de
polssteun kunt u de schermaanwijzer verplaatsen en door de inhoud van vensters schuiven.
Poorten
HDMI Met deze HDMI-aansluiting kunt u externe
weergave- en audioapparaten aansluiten. (Aanwezig op sommige modellen.)
Externe monitor Op deze 15-pins poort kunt u een extern
Universal Serial Bus (USB 2.0)
i.LINK (IEEE1394a) Deze poort ondersteunt snelle, rechtstreekse
Infraroodontvangst­venster
beeldscherm aansluiten. De USB 2.0-compatibele poorten van de
computer ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die veertigmaal hoger liggen dan die van de USB 1.1-norm. (De poorten ondersteunen tevens USB 1.1.)
gegevensoverdracht vanaf externe apparaten zoals digitale videocamera’s.
Dit venster ontvangt signalen van de afstandsbediening die bij uw computer wordt geleverd.
Sleuven
ExpressCard-sleuf De ExpressCard-sleuf biedt ruimte aan twee
standaardmodules: een ExpressCard/34-module en een ExpressCard/54-module. Een ExpressCard is een kleine, modulaire, toevoegbare kaart met een PCI Express­en Universal Serial Bus (USB)-interface.
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
Gebruikershandleiding 1-6
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHC­geheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-, MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Page 25
Multimedia
Inleiding
Webcamera Foto's of videobeelden opnemen/verzenden
met deze geïntegreerde webcam. (Aanwezig op sommige modellen.)
®
Geluidssysteem Het Windows
Sound System bestaat uit luidsprekers en aansluitingen voor een externe microfoon en hoofdtelefoon.
Aansluiting voor hoofdtelefoon (S/P DIF)
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Communicatie
Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens-
en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De snelheid van gegevensverzending en faxcommunicatie is afhankelijk van de omstandigheden van de analoge telefoonlijn. De computer heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. V.90 en V.92 worden uitsluitend in de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland ondersteund. In andere gebieden wordt V.90 ondersteund. (Aanwezig op sommige modellen.)
LAN De computer is voorzien van een LAN-kaart die
Fast Ethernet LAN (100 Mbit/s, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1 Gbit/s, 1000BASE-T) ondersteunt.
Gebruikershandleiding 1-7
Page 26
Inleiding
Draadloos LAN Sommige computers in deze serie zijn
uitgerust met een WLAN-functie die de standaarden A, B, G en concept-N ondersteunt. De functie is ook compatibel met andere LAN-systemen op basis van Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE 802.11-standaard.
Automatische selectie van de
verzendsnelheid in het verzendbereik 54, 48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11a/g)
Automatische selectie van verzendsnelheid in
het verzendbereik 11, 5,5, 2 en 1 Mbit/s (IEEE 802.11b)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired
Equivalent Privacy), gebaseerd op 128-bits coderingsalgoritme
AES-gegevenscodering (AES = Advanced
Encryption Standard), gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme
Bluetooth Sommige computers in deze serie hebben
Bluetooth-functies. De draadloze Bluetooth­technologie maakt kabels tussen elektronische apparaten zoals computer en printers overbodig. Bluetooth zorgt voor snelle, betrouwbare en veilige draadloze communicatie in een kleine ruimte. (Aanwezig op sommige modellen.)
Schakelaar voor draadloze communicatie
Met deze schakelaar zet u de draadloos LAN­en Bluetooth-functies aan en uit. (Aanwezig op sommige modellen.)
Beveiliging
Sleuf beveiligingsslot Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de
computer worden aangesloten om deze aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren.
Wachtwoord Wachtwoordbeveiliging voor opstarten
Wachtwoordarchitectuur met twee niveaus Wachtwoordbeveiliging voor harde schijf Vingerafdrukverificatie (aanwezig op sommige
modellen)
Gebruikershandleiding 1-8
Page 27

Speciale voorzieningen

De volgende functies zijn ofwel uniek voor Toshiba-computers ofwel geavanceerde functies, waardoor de computer handiger is in gebruik.
Sneltoetsen Door middel van deze zogeheten hotkeys kunt
Geïntegreerde numerieke toetsen
Instant Security (directe beveiliging)
Beeldscherm automatisch uitschakelen
Vaste schijf automatisch uitschakelen
Automatische slaapstand/zuinige slaapstand
Intelligente stroomvoorziening
*1
*1
*1
u de systeemconfiguratie snel wijzigen zonder een systeemconfiguratieprogramma te hoeven gebruiken.
Het toetsenbord heeft tien geïntegreerde numerieke toetsen. Raadpleeg de paragraaf
Geïntegreerde numerieke toetsen in hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor informatie over het gebruik
van deze toetsen. Met de sneltoets Fn + F1 kunt u het scherm
leegmaken en de computer blokkeren; deze functie dient voor gegevensbeveiliging.
Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Met deze functie wordt de stroom naar de vaste schijf automatisch stopgezet als gedurende een bepaalde tijd geen activiteit op de vaste schijf heeft plaatsgevonden. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra de vaste schijf wordt gebruikt.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Met deze functie wordt het systeem automatisch in de (zuinige) slaapstand gezet als een bepaalde tijd lang geen invoer of hardwareactiviteit heeft plaatsgevonden.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Een microprocessor in de intelligente
*1
stroomvoorziening van de computer detecteert de acculading en berekent de resterende accucapaciteit. De microprocessor beschermt de elektronische onderdelen tevens tegen ongewone omstandigheden, zoals extreme spanningspieken vanuit een voedingsbron.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Inleiding
Gebruikershandleiding 1-9
Page 28
Inleiding
Energiebesparings-
*1
modus
Met deze voorziening kunt u accuenergie besparen.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
In-/uitschakelen via LCD
*1
Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
Automatische zuinige slaapstand bij lage acculading
*1
Als de acculading zover is gedaald dat u de computer niet meer kunt gebruiken, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd en wordt het systeem afgesloten.
Dit kan worden opgegeven in Power Options (Energiebeheer).
TOSHIBA­vasteschijfbeveiliging
Deze functie gebruikt de ingebouwde sensor in de computer om trillingen en schokken te detecteren en automatisch de kop van de vaste schijf in een veilige stand te plaatsen. Hiermee wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop. Raadpleeg de paragraaf De vasteschijfbeveiliging
gebruiken in hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor
bijzonderheden.
De TOSHIBA-functie voor vasteschijfbeveiliging garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Zuinige slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen
zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet. Raadpleeg de paragraaf
De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor bijzonderheden.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard zodat u uw werk kunt hervatten op de plaats waar u was opgehouden wanneer u de computer weer aanzet.
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power Options (Energiebeheer).
Gebruikershandleiding 1-10
Page 29

TOSHIBA Value Added Package

In dit gedeelte worden de functies van TOSHIBA Component beschreven die vooraf zijn geïnstalleerd op de computer.
TOSHIBA Power Saver
TOSHIBA­hulpprogramma Zoom
TOSHIBA PC Diagnostic Tool
TOSHIBA­flashkaarten
TOSHIBA Components Common Driver
TOSHIBA Accessibility (Toegankelijkheid)
TOSHIBA Button Support
TOSHIBA Power Saver voorziet u van de functies voor het beheer van de stroomvoorziening.
Met dit hulpprogramma kunt u de pictogrammen op het bureaublad vergroten of verkleinen en het zoompercentage instellen voor specifieke toepassingen.
TOSHIBA PC Diagnostic Tool toont gegevens over de configuratie van de computer en biedt de mogelijkheid de functionaliteit van bepaalde ingebouwde apparaten te testen.
Dit hulpprogramma ondersteunt de volgende functies.
Sneltoetsfunctie
Functie voor het starten van het TOSHIBA-
hulpprogramma.
TOSHIBA Components Common Driver bevat de module die nodig is voor het hulpprogramma dat TOSHIBA biedt.
Het hulpprogramma TOSHIBA Accessibility biedt ondersteuning voor gebruikers met bewegingsbeperkingen wanneer ze de TOSHIBA-sneltoetsfuncties willen gebruiken. Met dit hulpprogramma kunt u de Fn-toets vastzetten. U drukt dan eenmaal op de Fn-toets, laat de toets los en drukt op een van de functietoetsen ("F"-toetsen) om de functie ervan te activeren. De Fn-toets blijft in dit geval actief totdat een andere toets wordt ingedrukt.
Met dit hulpprogramma kunt u de knoppen van de computer gebruiken.
U kunt instellen welke toepassing met de knop wordt gestart.
Inleiding
Gebruikershandleiding 1-11
Page 30

Hulpprogramma's en toepassingen

In dit gedeelte worden vooraf geïnstalleerde hulpprogramma’s beschreven en wordt toegelicht hoe u de programma’s start. Raadpleeg de onlinehandleiding, Help of readme-bestanden bij elk hulpprogramma voor informatie over bewerkingen.
TOSHIBA Assist TOSHIBA Assist is een grafische
gebruikersinterface waarmee u gemakkelijk toegang tot Help en services kunt verkrijgen.
HW Setup Met dit programma kunt u uw hardware-
instellingen aanpassen aan uw werkwijzen en de randapparaten die u gebruikt. U start het hulpprogramma door te dubbelklikken op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik vervolgens op het tabblad OPTIMIZE
(OPTIMALISEREN) en klik op TOSHIBA Hardware Settings (TOSHIBA-hardware­instellingen).
Wachtwoord voor opstarten
Geluiddemper voor cd/dvd-station
Ulead DVD MovieFactory voor TOSHIBA
®
Er zijn twee niveaus voor het beveiligen van wachtwoorden beschikbaar om ongeoorloofd gebruik van uw computer te voorkomen.
Als u een supervisorwachtwoord wilt instellen, dubbelklikt u op TOSHIBA Assist op het bureaublad. Klik op het tabblad SECURE
(BEVEILIGING) en start het hulpprogramma Supervisor Password.
Als u een gebruikerswachtwoord wilt instellen, klikt u op het tabblad SECURE (Beveiliging) in TOSHIBA Assist en start u het hulpprogramma
User Password. Op het tabblad Password (Wachtwoord) kunt u een gebruikerswachtwoord
instellen. Met dit hulpprogramma kunt u de leessnelheid
van het optische station configureren. U kunt de normale modus of de stille modus configureren. In de normale modus werkt het station op maximale snelheid voor een snelle toegang tot gegevens en in de stille modus kunt u op single speed geruislozer naar CD's luisteren. Het heeft geen invloed in de DVD-modus.
U kunt digitale video's bewerken en een DVD-video maken. De Labelflash™-functie wordt tevens ondersteund. (Aanwezig op sommige modellen.)
Inleiding
*1 Klik op , Control Panel (Configuratiescherm), System and
Maintenance (Systeem en onderhoud) en klik vervolgens op Power Options (Energiebeheer).
Gebruikershandleiding 1-12
Page 31
Inleiding
Hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA DVD-speler
TOSHIBA Disc Creator
Afhankelijk van het aangeschafte model is er op uw computer een hulpprogramma voor vingerafdrukken geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen de vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
Aanmelden bij Windows en toegang
tot een beveiligde webpagina via IE (Internet Explorer).
Bestanden en mappen kunnen worden
gecodeerd/gedecodeerd, zodat andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
De wachtwoordbeveiliging van de
schermbeveiliging uitschakelen bij terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand).
Verificatie tijdens de systeemstart
en de functie Single Touch Boot.
Opstartbeveiliging en functie voor
enkelvoudige aanmelding.
De DVD-speler wordt gebruikt om DVD-video’s af te spelen. Het programma bestaat uit een interface met functies op het scherm. Klik op , wijs All Programs (Alle programma's) aan, wijs TOSHIBA DVD Player (TOSHIBA DVD-speler) aan en klik vervolgens op TOSHIBA DVD Player (TOSHIBA DVD-speler).
U kunt CD's/DVD's in verschillende indelingen maken: audio-CD's die op een gewone stereo­CD-speler kunnen worden afgespeeld, en data­CD's/-DVD's voor het opslaan van multimedia­en/of documentbestanden op uw vaste schijf. Deze software kan worden gebruikt op een model met een CD-RW-/DVD-ROM-station, DVD-R/-RW-station, DVD+R/+RW-station of DVD Super Multi-station.
Als u TOSHIBA Disc Creator wilt starten, klikt u op , selecteert u All Programs
(Alle programma's), TOSHIBA, CD&DVD Applications (CD- & DVD-toepassingen)
en klikt u vervolgens op Disc Creator.
Gebruikershandleiding 1-13
Page 32
Inleiding
TOSHIBA DVD-RAM Utility
TOSHIBA DVD-RAM-hulpprogramma biedt de functie Fysiek formatteren en een schrijfbeveiligingsfunctie voor DVD-RAM.
Dit hulpprogramma maakt deel uit van de module TOSHIBA Disc Creator.
U start TOSHIBA DVD-RAM-hupprogramma door te klikken op , Alle programma's, TOSHIBA,
CD&DVD-toepassingen te selecteren en op DVD-RAM-hulpprogramma te klikken.
TOSHIBA ConfigFree ConfigFree is een programmapakket waarmee
communicatieapparaten en netwerkverbindingen eenvoudig kunnen worden beheerd. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken.
U voert ConfigFree uit door te klikken op ,
TOSHIBA­gezichtsherkenning
All Programs (Alle programma's), TOSHIBA Networking (Netwerken)
en vervolgens te klikken op
te selecteren
ConfigFree
TOSHIBA-gezichtsherkenning gebruikt een gezichtsherkenningsbibliotheek om de
,
.
gezichtsgegevens van gebruikers te verifiëren als deze zich aanmelden bij Windows. Als de verificatie geslaagd is, wordt de gebruiker automatisch aangemeld bij Windows. Op deze manier hoeft de gebruiker geen wachtwoord in te voeren, wat het aanmeldproces eenvoudiger maakt. (Aanwezig op sommige modellen.)
Presto! BizCard 5 Presto! BizCard houdt namen, bedrijven,
postadressen, telefoon-/faxnummers, e-mailadressen en meer bij. Scan gewoon uw visitekaartjes en presto! BizCard slaat automatisch de gegevens en de afbeelding van elk kaartje op. Er zijn verschillende weergavemodi beschikbaar waarmee u eenvoudig kaartjes kunt zoeken, bewerken, maken en sorteren. U kunt informatie delen met bureaubladagenda's, contactmanagers, PIM's (personal information managers) en PDA's (personal digital assistants). Ook kunt u id­badges, postetiketten en stickers afdrukken. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 1-14
Page 33
Inleiding

Opties

Windows Mobility Center
U kunt uw computer nog krachtiger en gebruikersvriendelijker maken door een aantal opties toe te voegen. Raadpleeg hoofdstuk 8, Optionele
apparaten, voor meer informatie. De volgende opties zijn beschikbaar:
Geheugenuitbreiding Er kunnen twee geheugenmodules
In dit gedeelte wordt Windows Mobility Center beschreven. Mobility Center is een hulpprogramma voor een snelle toegang tot verscheidene mobiele­pc-instellingen in één venster. Er zijn maximaal acht tegels beschikbaar voor de standaardinstelling van het besturingssysteem. Er worden echter twee aanvullende groepen toegevoegd aan het Mobiliteitscentrum.
Als u het pakket "TOSHIBA Extended Tiles for Windows Mobility Center" installeert, worden de volgende functies toegevoegd.
Computer vergrendelen:
Vergrendel uw computer zonder deze uit te schakelen. Dit is dezelfde functie als de vergrendelknop onder in het rechterdeelvenster van het menu Start.
TOSHIBA Assist:
Open TOSHIBA Assist als dit programma al is geïnstalleerd op uw computer.
in de computer worden geïnstalleerd.
Gebruik alleen PC5300*-compatibele DDRII-geheugenmodules. Neem contact op met uw TOSHIBA-dealer voor nadere informatie.
* De beschikbaarheid van DDRII is afhankelijk van het aangeschafte model.
Accu-eenheid U kunt een extra accu-eenheid aanschaffen bij
uw TOSHIBA-dealer. U kunt deze als reserve­exemplaar gebruiken, zodat u langer met uw computer kunt werken.
Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende
Gebruikershandleiding 1-15
plekken gebruikt, is het wellicht handig om een extra netadapter per werkplek aan te schaffen, zodat u deze niet hoeft mee te nemen.
Page 34
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat.

Voorkant met gesloten beeldscherm

De volgende afbeelding geeft de voorkant van de computer weer, met het beeldscherm gesloten.
Sleuf voor meerdere
digitale mediakaarten
Schakelaar voor
draadloze communicatie
Rondleiding
Hoofdstuk 2
Lampje voor
draadloze activiteit
Aan/uit-
lampje
Lampje voor
schijf
Volumeregelaar
Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
Sleuf voor meerdere digitale mediakaarten
Infraroodontvangstvenster
Biedt ondersteuning voor een SD-/SDHC­geheugenkaart, MMC-, MEMORY STICK-,
DC-IN­lampje
Accu-
lampje
Lampje voor
kaartsleuf voor
meerdere
digitale media
MEMORY STICK PRO- en xD-Picture-kaart.
Schakelaar voor draadloze communicatie
Met de schakelaar voor draadloze communicatie wordt de zender/ontvanger van het draadloze netwerk in- of uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje voor draadloze activiteit. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding 2-1
Page 35
Rondleiding
Volumeregelaar Gebruik deze regelaar om het volume van de
stereoluidsprekers of hoofdtelefoon in te stellen.
Infraroodontvangst­venster
Sommige modellen zijn met een infraroodontvangstvenster uitgerust. Dit is een sensorvenster dat signalen ontvangt van de afstandsbediening die bij sommige modellen is geleverd.
Lampje voor draadloze activiteit
Geeft aan of het draadloze LAN of Bluetooth actief is. (Aanwezig op sommige modellen.)
DC-IN-lampje Het DC-IN-lampje brandt wanneer de computer is
aangesloten op de netadapter, die op zijn beurt aan een voedingsbron is gekoppeld.
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt blauw als de computer
aan is. Als u bij Turn Off Computer (Computer uitschakelen) klikt op Sleep Mode (Slaapstand), knippert dit lampje oranje (één seconde aan, twee seconden uit) terwijl de computer in de slaapstand wordt gezet.
Accu-lampje Het accu-lampje toont het ladingsniveau van
de accu: blauw betekent volledig opgeladen, oranje betekent dat de accu wordt opgeladen en knipperend oranje betekent dat de accu bijna leeg is. Raadpleeg hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden.
Lampje voor schijf Het lampje voor de schijf geeft aan dat de vaste
schijf of het optische schijfstation wordt gebruikt.
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale media
Gebruikershandleiding 2-2
Lampje voor kaartsleuf voor meerdere digitale mediakaarten gaat branden als er toegang tot de kaartsleuf voor meerdere digitale mediakaarten wordt gezocht.
Page 36

Linkerkant

De volgende afbeelding illustreert de linkerkant van de computer.
Rondleiding
Poort voor externe monitor
Poort voor externe monitor
Luchtopeningen
Linkerkant van de computer
Op deze 15-pins poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
HDMI
i.LINK-poort
(IEEE1394a)
USB-poorten
Microfoon­aansluiting
ExpressCard-sleuf
Aansluiting voor
hoofdtelefoon
(S/P DIF)
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU
te beschermen tegen oververhitting.
HDMI Met behulp van een poort kunt u de toepassingen
van High Definition Multimedia Interface aansluiten, zoals een DVD-speler, LCD-scherm, LCD-TV, HDTV, set-top-box of projector. (Aanwezig op sommige modellen.)
i.LINK-poort (IEEE1394a)
Op deze poort kunt u een extern apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een digitale videocamera, voor snelle gegevensoverdracht. (Aanwezig op sommige modellen.)
ExpressCard-sleuf In deze sleuf kunt u een ExpressCard plaatsen.
Een ExpressCard is een kleine, modulaire, uitbreidingskaart met een PCI Express­en Universal Serial Bus (USB)-interface. De maximale overdrachtssnelheid is 2,5 Gbps. ExpressCard/34- en Express-kaart/54-typen worden ondersteund.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg er ook voor dat er geen voorwerpen, zoals spelden of soortgelijke voorwerpen, in de luchtopeningen terechtkomen die de schakelingen van de computer kunnen beschadigen.
Gebruikershandleiding 2-3
Page 37
Rondleiding
Universal Serial Bus­poorten (USB 2.0)
Microfoonaansluiting Op de 3,5-mm mini-microfoonaansluiting kan een
Aansluiting voor hoofdtelefoon (S/P DIF)

Rechterkant

De volgende afbeelding illustreert de rechterkant van de computer.
Het apparaat is voorzien van Universal Serial Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0­standaard. Met de poorten met het pictogram ( ) kan in de slaapstand via USB worden geladen.
drie-aderige miniplug voor mono-microfooninvoer worden aangesloten.
Via deze bus worden analoge audiosignalen uitgevoerd. Deze bus kan ook worden gebruikt als S/P DIF-bus en voor aansluiting van optische digitale apparatuur.
ODD-lampje
Ejectknop
Noodejectgaatje
Aansluiting voor modem
of FM-antenne*
USB-poort
LAN-poort
Beveiligingsslot
Rechterkant van de computer
* Op de afbeelding wordt de aansluiting voor de FM-antenne weergegeven.
ODD-lampje Het ODD-lampje brand oranje wanneer de
computer toegang heeft tot het optische station.
Noodejectgaatje Druk op deze knop om de stationslade handmatig
te openen indien het station op onverklaarbare wijze blokkeert of niet meer reageert.
Ejectknop Druk op deze knop om de stationslade te openen.
Universal Serial Bus­poorten (USB 2.0)
Het apparaat is voorzien van Universal Serial Bus-poorten die voldoen aan de USB 2.0­standaard. Met de poorten met het pictogram ( ) kan in de slaapstand via USB worden geladen.
LAN-poort
Via deze poort kunt u de computer op een LAN aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-Tx). Zie hoofdstuk 4,
Gebruikershandleiding 2-4
Basisbeginselen
, voor meer informatie.
Page 38
Rondleiding

Achterkant

De volgende afbeelding geeft het achterpaneel van de computer weer.
Modemaansluiting Met de modemaansluiting kunt u de modem door
middel van een modulaire kabel direct met een telefoonlijn verbinden. (Aanwezig op sommige modellen)
Bij onweer dient u de modemkabel uit
de telefoonaansluiting te verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale
telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.
Aansluiting voor FM-antenne
Hier kunt u een FM-antenne op aansluiten. (Aanwezig op sommige modellen.)
Beveiligingsslot Aan deze poort kan een beveiligingskabel worden
bevestigd. Met de optionele beveiligingskabel kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren en tegen diefstal beschermen.
Gelijkstroomingang (19 V)
Achterkant van de computer
Gelijkstroomingang (19 V)
Op deze ingang wordt de netadapter aangesloten. Gebruik alleen het model netadapter dat bij de computer is geleverd. Gebruik van een verkeerd model netadapter kan resulteren in beschadiging van de computer.
Gebruikershandleiding 2-5
Page 39

Onderkant

De volgende afbeelding illustreert de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat u de computer ondersteboven zet.
Vergren
deling
van de
accu-
eenheid
Afdekpl
aatje
vaste
schijf
Accu-eenheid Vergrendeling accuhouder
Geheugenmodule en
afdekplaatje voor
draadloos LAN
De onderkant van de computer
Rondleiding
Luchto­peningen
Geheugenmodule en afdekplaatje voor draadloos LAN
Dit plaatje beschermt de twee sleuven voor geheugenmodules; een of twee modules zijn vooraf geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf
Geheugenuitbreiding in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Vergrendeling van de accu-eenheid
Duw deze schuif opzij, zodat de accu-eenheid verwijderd kan worden.
Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer
van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6
Stroomvoorziening en spaarstanden voor
uitgebreide informatie over de accu-eenheid.
Vergrendeling accuhouder
Duw deze schuif opzij en houd de schuif vast om de accu-eenheid vrij te geven. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, voor uitgebreide informatie over het verwijderen van de accu-eenheid.
Luchtopeningen De luchtopeningen dienen om de CPU te
beschermen tegen oververhitting.
Afdekplaatje vaste
Dit plaatje beschermt de vaste schijf.
schijf
Gebruikershandleiding 2-6
Page 40

Voorkant met geopend beeldscherm

Deze paragraaf beschrijft de voorkant van de computer met geopend beeldscherm. Raadpleeg de desbetreffende illustratie voor details. Als u het beeldscherm wilt openen, tilt u de voorkant van het scherm omhoog. Zet het scherm in een stand waar u er goed zicht op hebt.
Lampje van webcamera*
Beeld-
scherm
Webcamera*
Rondleiding
Ingebouwde microfoon*
Aan/uit-knop Knop Dempen of knop met aan-/uitlampje*
CD/DVD-knop*
Knop Afspelen/Pauze*
Knop Stop*
Knop Vorige*
Knop Volgende*
Luidspreker
TouchPad
Luidspreker
De voorkant van de computer met geopend beeldscherm
Sensor voor vingeraf­drukken*
Bedie­ningsknop­pen voor touchpad
* Aanwezig op sommige modellen
Wees voorzichtig met uw computer om krassen of andere schade te voorkomen.
Luidsprekers
Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Beeldscherm De LCD toont contrastrijke tekst en afbeeldingen.
Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller en
videomodi. Als de computer door de netadapter
wordt gevoed, ziet het scherm er minder helder uit dan bij gebruik van de accu. Het lagere helderheidsniveau dient om accu-energie te besparen.
Lampje van webcamera
Het lampje van de webcamera geeft aan of de webcamera werkt of niet. (Aanwezig op sommige modellen.)
Gebruikershandleiding 2-7
Page 41
Rondleiding
Webcamera Maak een foto of verzend de afbeelding naar
internetcontactpersonen. (Aanwezig op sommige modellen.)
Ingebouwde microfoon
De microfoon wordt gebruikt met de webcamera om te praten met andere webcameragebruikers en om berichten op te nemen op Windows Media. (Aanwezig op sommige modellen.)
Aan/uit-knop Schakelt de computer in en uit en stelt de
(zuinige) slaapstand in en uit.
Knop Dempen of knop met aan-/uitlampje
Afhankelijk van het gekochte model, drukt u op deze knop om het geluid te dempen of om de verlichting van het TouchPad, het logo en de knoppen in of uit te schakelen. (Aanwezig op sommige modellen.)
CD/DVD-knop Als u op deze knop drukt, wordt er een
toepassingsprogramma gestart waarmee u CD's of DVD's kunt afspelen. De toepassing die wordt gestart, verschilt per model: Windows Media Player/TOSHIBA DVD PLAYER. (Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Afspelen/Pauze Druk op deze knop om te beginnen met het
afspelen van een audio-CD, DVD-film of digitaal audiobestand. Deze knop fungeert tevens als pauzeknop. (Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Stop Hiermee wordt het afspelen van de CD, DVD of
digitale audio stopgezet. (Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Vorige Hiermee gaat u terug naar het vorige nummer,
hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4,
Basisbeginselen, voor meer informatie.
(Aanwezig op sommige modellen.)
Knop Volgende Hiermee gaat u vooruit naar het volgende
nummer, hoofdstuk of digitale bestand. Zie hoofdstuk 4, Basisbeginselen, voor meer informatie. (Aanwezig op sommige modellen.)
TouchPad Met het touchpad in het midden van de polssteun
kunt u de schermaanwijzer verplaatsen.
Gebruikershandleiding 2-8
Page 42
Rondleiding
Sensor voor vingerafdrukken
Bedieningsknoppen voor touchpad

Optisch station

Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM's wordt een ATAPI­interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Door uw vinger langs de vingerafdruksensor te bewegen, schakelt u de volgende functies in: aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina via IE (Internet Explorer). Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/ gedecodeerd, zodat andere gebruikers er geen toegang toe hebben. De wachtwoordbeveiliging van de schermbeveiliging uitschakelen bij terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand). Verificatie tijdens de systeemstart en de functie Single Touch Boot. Verificatie van gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord terwijl de computer wordt opgestart. Raadpleeg de paragraaf
(optioneel) gebruiken Basisbeginselen
modellen.) Hiermee kunt u menuopties selecteren en
bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Raadpleeg de paragraaf Touchpad gebruiken in Hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
De sensor voor vingerafdrukken
in Hoofdstuk 4,
. (Aanwezig op sommige
Regiocodes voor DVD-station en media
Optische schijfstations en de bijbehorende media worden vervaardigd conform de specificaties van zes verkoopgebieden. Om problemen bij het afspelen van DVD-video's te voorkomen dient u bij de aanschaf van DVD-Video-schijven te controleren of de schijven geschikt zijn voor de regio van uw station.
Code Regio 1 Canada, Verenigde Staten 2 Japan, Europa, Zuid-Afrika, Midden-Oosten 3 Zuidoost-Azië, Oost-Azië 4 Australië, Nieuw-Zeeland, Stille-Oceaaneilanden,
Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied
5 Rusland, Indisch subcontinent, Afrika, Noord-
6 China
Gebruikershandleiding 2-9
Korea, Mongolië
Page 43
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare CD's en DVD's beschreven. Controleer in de specificaties voor uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven. Gebruik TOSHIBA Disc Creator voor het beschrijven van CD's. Raadpleeg hoofdstuk 4, Basisbeginselen.
CD's
CD-R-schijven kunnen slechts eenmaal worden beschreven.
De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW- ofwel CD-Rewritable-schijven kunnen meer dan één keer
worden beschreven. Gebruik multispeed CD-RW's (1x, 2x of 4x) of high-speed 4- tot 10-speed schijven. De schrijfsnelheid van ultra-speed CD-RW's is maximaal 24-speed. (Ultra-speed wordt alleen ondersteund door het DVD-ROM- en CD-R/RW-station.)
DVD's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts
één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
DVD Super Multi-station (met ondersteuning voor DVD±R DL)
In de DVD Super Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op beschrijfbare CD's/DVD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) lezen.
Rondleiding
In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenrand.
DVD lezen 8-speed (maximaal)
DVD-R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-RW schrijven 6-speed (maximaal)
DVD+R schrijven 8-speed (maximaal)
DVD+RW schrijven 8-speed (maximaal)
DVD-R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)
DVD+R (DL) schrijven 4-speed (maximaal)
DVD-RAM schrijven 5-speed (maximaal)
CD lezen 24-speed (maximaal)
CD-R schrijven 24-speed (maximaal)
CD-RW schrijven 16-speed (maximaal, ultra-speed media)
Gebruikershandleiding 2-10
Page 44

Netadapter

De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd. De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 Volt en aan een frequentie van 50 of 60 Hertz, waardoor u de computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken.
Als u de accu wilt opladen, dient u de netadapter op een voedingsbron en op de computer aan te sluiten. Zie hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor meer informatie.
Rondleiding
De netadapter
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd of een
equivalente optionele adapter. Gebruik van een onjuiste netadapter kan leiden tot beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt in een dergelijk geval geen aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd,
of een equivalente, compatibele netadapter. Gebruik van andere typen netadapters (mogelijk met een andere spanning) kan resulteren in beschadiging van de computer, storingen en/of gegevensverlies. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade, computerstoringen of gegevensverlies veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is meegeleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en een andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigingen of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 2-11
Page 45

Afstandsbediening (optioneel)

Met een afstandsbediening, die bij sommige modellen is geleverd, kunt u een aantal functies van de computer op afstand bedienen.
De afstandsbediening kan worden gebruikt in combinatie met Media Center voor het afspelen van CD's, DVD's en video's, en voor het bekijken van foto's.
Met de afstandsbediening kunt u het afspelen van een film via Media Center regelen.
Gebruiksmogelijkheden voor de afstandsbediening:
Alle schermen in Media Center navigeren en bedienen.
De video bedienen.
Zet de computer in de slaapstand en weer terug.
Slanke afstandsbediening
CD/DVD-knop
LCD-
helderheid
verlagen
LCD-helderheid
verhogen
Rondleiding
DVD Menu
Volume +
Volume -
OK
Dempen
Back
Start
Rewind
Terugspelen
Stop
Voeding
Lampje aan/uit
Pijlen
Verdere bijzonderheden
Snel vooruitspoelen Afspelen/pauze
Overslaan
CD/DVD-knop Met een druk op deze knop start u een
toepassing waarmee u Windows Media Player/ DVD Video Player kunt gebruiken.
Helderheid verlagen Hiermee wordt de helderheid van het
LCD-scherm stapsgewijs verlaagd.
Helderheid verhogen Hiermee wordt de helderheid van het
LCD-scherm stapsgewijs verhoogd.
Gebruikershandleiding 2-12
Page 46
Rondleiding
Voed ing
Hiermee wordt het besturingssysteem gestart of afgesloten. Deze knop werkt net als de aan­uitknop van uw computer. De slaapstand werkt standaard net zo als het uitschakelen van uw computer. Als u de instelling wilt wijzigen, klikt u op
Start  Control panel (Configuratiescherm)  System and Maintenance (Systeem en onderhoud) (Energiebeheer) button does
Power Options
en
Choose what the Power
(Kies wat de aan/uit-knop doet)
U kunt kiezen uit de volgende vier opties: Do nothing (Niets doen), Sleep (Slaapstand), Hibernate (Zuinige slaapstand) en Shut down (Uitschakelen).
Volu m e + Hiermee verhoogt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
Volu m e - Hiermee verlaagt u het volume tijdens het
bekijken van DVD's of het terugspelen van CD's.
DVD-menu Hiermee opent u het hoofdmenu van een
DVD-film, indien beschikbaar.
Pijlen Hiermee beweegt u de cursor voor navigatie
binnen de Media Center-vensters.
OK Hiermee selecteert u de gewenste actie of
schermoptie. Dezelfde functie als ENTER.
Lampje aan/uit Druk op deze knop om de verlichting van de
lampjes in of uit te schakelen.
.
Dempen Hiermee schakelt het geluid van de computer uit.
Back Hiermee wordt het vorige scherm weergegeven.
Meer informatie Via deze knop krijgt u meer informatie.
Start Hiermee opent u Media Center in het
hoofdscherm.
Rewind Hiermee spoelt u het medium (video, DVD,
muziek, enzovoort) terug.
Gebruikershandleiding 2-13
Page 47
Rondleiding
Afspelen/pauze Hiermee speelt u het geselecteerde medium af.
Snel vooruitspoelen Hiermee spoelt u het medium (video, DVD,
Terugspelen
Stop Hiermee stopt u het medium dat op dat moment
Overslaan Hiermee springt het medium vooruit
Deze knop fungeert tevens als pauzeknop.
muziek, enzovoort) vooruit.
Hiermee springt het medium terug (zeven seconden bij video's, één muzieknummer of één DVD-hoofdstuk per keer).
speelt.
(30 seconden bij video's, één muzieknummer of één DVD-hoofdstuk).
Gebruik van de afstandsbediening
Sommige computers worden geleverd met een afstandsbediening, waarmee een aantal functies van de computer op afstand kan worden bediend.
De afstandsbediening is speciaal ontworpen voor deze computer.
De afstandsbediening ondersteunt mogelijk een aantal toepassingen
niet.
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de computer en druk op een toets. De werkzame hoek en afstand staan hierna beschreven.
Afstand
Hoek Tussen ongeveer 30 graden horizontaal en
Binnen 5 meter van het infraroodontvangstvenster.
ongeveer 15 graden verticaal loodrecht op het infraroodontvangstvenster.
Gebruikershandleiding 2-14
Page 48
Rondleiding
30 graden
15 graden
30 graden
Infraroodont­vangstvenster
Gebruiksbereik van de afstandsbediening
Afstandsbediening
5 m
(verticaal)
Zelfs binnen de effectieve afstand zoals hierboven beschreven, kan in de volgende gevallen de afstandsbediening niet of niet goed werken.
Wanneer tussen het infraroodontvangstvenster van de computer
en de afstandsbediening een obstakel staat.
Wanneer direct zonlicht of sterk fluorescerend licht op het
infraroodontvangstvenster valt.
Als het infraroodontvangstvenster of het infrarood straaldeel
van de afstandsbediening vuil is.
Wanneer er in de buurt van uw computer wordt gewerkt met andere
computers die een infraroodafstandsbediening gebruiken.
Als de batterijen bijna leeg zijn.
Plaatsen/Verwijderen van batterijen
Zorg dat u de meegeleverde batterijen van het type CR2016 plaatst voordat u de afstandsbediening gebruikt. De procedure voor het plaatsen en verwijderen van de batterijen verschilt per type afstandsbediening. Controleer het type en plaats of verwijder dan de batterijen volgens de instructies.
Bewaar de batterij voor de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen. Een kind kan stikken als het een batterij inslikt. Mocht dit gebeuren, waarschuw dan direct een arts.
Gebruikershandleiding 2-15
Page 49
Rondleiding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterij van de afstandsbediening gebruikt.
Gebruik geen andere batterijen dan de aangegeven batterijen.
Plaats de batterijen met de positieve (+) en negatieve pool (-) in de
juiste richting.
De batterij niet herladen, verhitten, uit elkaar halen of kortsluiten, of aan
vuur blootstellen.
Gebruik geen batterijen waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken
of die geheel leeg zijn.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen of oude en nieuwe
batterijen door elkaar.
Vervoer de batterij niet samen met metalen kettingen, haarspelden
of metalen onderdelen.
Bij het opbergen of weggooien van batterijen dient u de polen (+ en -)
met isolatietape te bedekken om kortsluiting te voorkomen.
Bij het niet naleven van deze voorzorgsmaatregelen kan verhitting, lekkage of ontploffing voorkomen. Hierdoor kunnen brandwonden of ander letsel ontstaan. Wanneer de huid of kleding aan batterijvloeistoffen wordt blootgesteld, moet u die onmiddellijk wassen met schoon water. Wanneer batterijvloeistof in de ogen komt, moet u onmiddellijk spoelen met schoon water en een arts consulteren. Raak de batterijvloeistof op instrumenten of apparaten niet met blote handen aan. Veeg de vloeistof af met een doek of papieren handdoek.
Het soort batterij dat kan worden gebruikt voor de afstandsbediening
Wanneer de meegeleverde batterijen leeg zijn, vervangt u deze door de juiste batterijen. U kunt batterijen van het type CR2016 gebruiken. Andere soorten batterijen mogen niet worden gebruikt.
De batterijen plaatsen
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
Batterijklep
Open de batterijklep
Gebruikershandleiding 2-16
Page 50
Rondleiding
2. Plaats de batterijen met de polariteiten in de juiste positie. Druk de batterij naar beneden tot het klemmetje en duw de batterij naar voren, zodat deze in de batterijhouder past.
Klemmetje
Accu
De batterijen plaatsen
3. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
De batterijklep sluiten
De batterijen vervangen
Wanneer de batterijen in de afstandsbediening bijna leeg zijn, is het mogelijk dat de afstandsbediening niet goed of alleen op korte afstand van de computer werkt. In dat geval dient u de batterijen te vervangen door nieuwe.
Slanke afstandsbediening
1. Open de batterijklep aan de achterzijde van de afstandsbediening.
2. Houd het klemmetje ingedrukt en schuif de batterij uit de batterijhouder.
Klemmetje Accu
De batterijen verwijderen
3. Plaats de batterij op de juiste plaats. Plaats de batterijen met de polariteiten in de juiste positie. Druk de batterij naar beneden tot het klemmetje en duw de batterij naar voren, zodat deze in de batterijhouder past.
4. Sluit de batterijklep Sluit de klep goed tot het klikt.
Gebruikershandleiding 2-17
Page 51
De slanke afstandsbediening plaatsen
Een slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening wilt plaatsen.
1. Zorg ervoor dat de ExpressCard-sleuf leeg is.
2. Zorg dat de voorkant naar boven wijst en plaats de slanke afstandsbediening.
Slanke
afstandsbediening
De slanke afstandsbediening in het apparaat plaatsen
3. Duw de kaart voorzichtig aan tot deze vastzit.
Rondleiding
Een slanke afstandsbediening verwijderen
Volg de onderstaande stappen als u de slanke afstandsbediening wilt verwijderen.
1. Druk de slanke afstandsbediening licht in om de kaart een stukje uit te schuiven.
2. Trek de slanke afstandsbediening uit de sleuf.
Gebruikershandleiding 2-18
Page 52
Aan de slag
Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld:
Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
De accu-eenheid installeren
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
De computer inschakelen
Windows Vista™ installeren
De computer uitschakelen
Computer opnieuw opstarten
Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software
herstellen
Lees in elk geval de paragraaf Windows Vista™ installeren.
Aan de slag
Hoofdstuk 3

De accu-eenheid installeren

Als de accu-eenheid reeds is geïnstalleerd op uw computer, kunt u dit gedeelte overslaan. Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit.
De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan wanneer
u de computer vasthoudt. Als u de schuif per ongeluk opzij duwt, komt de accu te vallen en kunt u zich bezeren.
Druk niet op de Aan/uit-knop voordat u de accu-eenheid installeert.
1. Schakel de computer uit.
2. Ontkoppel alle kabels van de computer.
Gebruikershandleiding 3-1
Page 53
Aan de slag
3. Plaats de accu-eenheid. De accu-ontgrendelingsschuif klikt op zijn plaats.
4. Zet de vergrendeling van de accu-eenheid vast om ervoor te zorgen dat de accu op zijn plaats wordt vastgezet. Als u de accu later wilt verwijderen, moet u eerst deze vergrendeling opheffen.
Accuontgrendelingsschuif
Vergren-
deling van
de accu-
eenheid
De accu-eenheid vastzetten
Raadpleeg het gedeelte De accu-eenheid verwijderen in hoofdstuk 6,
Stroomvoorziening en spaarstanden, voor informatie over het verwijderen
van de accu-eenheid.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien.
De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid
met de netadapter.
Gebruik alleen de netadapter die als accessoire is geleverd. Andere netadapters hebben een ander voltage en andere uitgangspolariteit, en kunnen heet worden, rook produceren of zelfs beschadigd raken of brand veroorzaken.
Gebruikershandleiding 3-2
Page 54
Aan de slag
Gebruik alleen de netadapter die bij de computer is geleverd, of een
soortgelijke, compatibele netadapter. Gebruik van een incompatibele adapter kan resulteren in beschadiging van de computer. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de
stappen exact in de hier beschreven volgorde uit te voeren. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
1. Sluit het netsnoer aan op de netadapter.
Het netsnoer aansluiten op de netadapter
2. Plaats de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter in de gelijkstroomingang (DC IN 19V) op de achterkant van de computer.
De adapter op de computer aansluiten
3. Sluit het netsnoer op een wandcontactdoos aan.
Gebruikershandleiding 3-3
Page 55

Het beeldscherm openen

Het LCD-scherm kan in een aantal standen worden gezet voor optimaal kijkgemak.
1. Kantel het scherm omhoog en zet het in de stand waar u er het beste zicht op hebt.
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Aan de slag
Het beeldscherm openen
Gebruikershandleiding 3-4
Page 56

De computer inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt.
Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg de paragraaf Windows Vista™ installeren.
Houd de Aan/uit-knop van de computer twee tot drie seconden ingedrukt.
Aan de slag
De computer inschakelen

Windows Vista™ installeren

Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Microsoft
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Lees de Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers
van Windows
zorgvuldig door.
®
Windows Vista™.

De computer uitschakelen

U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), zuinige slaapstand of slaapstand.
Afsluitmodus (opstartmodus)
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen; bij het opstarten van de computer wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op op de vaste schijf.
2. Controleer of er geen schijfactiviteit meer plaatsvindt en verwijder vervolgens eventuele schijfmedia (CD/DVD).
Gebruikershandleiding 3-5
Page 57
Controleer of de lampjes van de schijf en het optische station uit zijn. Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, loopt u het risico dat gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raakt.
3. Klik op en vervolgens op de pijl op de knop voor energiebeheer
. Selecteer Shut Down (Afsluiten) in het menu.
4. Schakel eventuele randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Sleep Mode (Slaapstand)
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De gegevens worden in het hoofdgeheugen van de computer bewaard. Wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de
slaapstand gezet conform de instellingen in het dialoogvenster Power Options (Energiebeheer).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, drukt u op de Aan/uit-
knop of op een willekeurige toets. Laatstbeschreven handeling werkt alleen als de optie Wake-up on Keyboard is ingeschakeld in HW Setup.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Power Options (Energiebeheer). Hierna voldoet de computer echter niet langer aan de Energy Star-richtlijnen.
Aan de slag
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer
in de slaapstand te zetten.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, dient u geen
geheugenmodule te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan bestaat het risico dat de computer of de module schade oploopt.
Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de slaapstand
staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). In dat geval zullen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de slaapstandfunctie van het systeem.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Gebruikershandleiding 3-6
Page 58
Aan de slag
De slaapstand inschakelen
U kunt de slaapstand op een van de volgende drie manieren activeren:
Klik op Start en vervolgens op de aan/uit-knop ( ) bij de knoppen
voor energiebeheer ( ). Let erop dat deze functie moet worden ingeschakeld via Energiebeheer
(klik hiervoor op Control Panel (Configuratiescherm)
System and Maintenance (Systeem en onderhoud)  Power Options (Energiebeheer)).
Klik op , klik op de aan/uit-knop bij de knoppen voor
energiebeheer of klik op de pijl en selecteer Sleep (Slaapstand) in het menu.
Sluit het venster met beeldscherminstellingen. Deze functie
moet ingeschakeld zijn. Zie Power Options (Energiebeheer) (klik hiervoor op Control Panel (Configuratiescherm)
System and Maintenance (Systeem en onderhoud) Power Options (Energiebeheer)).
Wanneer u de computer opnieuw inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F3 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Wanneer de computer in de slaapstand wordt afgesloten,
gaat het aan/uit-lampje oranje knipperen.
Als u de computer via de accu gebruikt, kunt u de gebruiksduur
verlengen door af te sluiten in de zuinige slaapstand, aangezien de slaapstand meer energie gebruikt.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische ruis.
Gebruikershandleiding 3-7
Page 59
Zuinige slaapstand
De zuinige slaapstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen wanneer de computer wordt uitgeschakeld. De volgende keer dat de computer wordt aangezet, wordt de vorige toestand hersteld. De status van randapparaten wordt bij het inschakelen van de zuinige slaapstand niet opgeslagen.
Sla uw gegevens op. Wanneer de zuinige slaapstand wordt
geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter ontkoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren. Wacht tot het schijflampje uitgaat.
Wanneer de computer in de slaapstand is, dient u geen geheugenmodule
te installeren of te verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens verloren.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart stroom doordat het systeem wordt afgesloten
wanneer er geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die op het tabblad Zuinige slaapstand van het onderdeel Systeem is ingesteld.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Aan de slag
De zuinige slaapstand starten
U kunt de zuinige slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, voor meer informatie.
Voer de volgende stappen uit om de slaapstand in te schakelen:
1. Klik op .
2. Klik op de pijl bij de knoppen voor energiebeheer .
3. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Gebruikershandleiding 3-8
Page 60
Automatische slaapstand
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het beeldscherm sluit, wordt de computer automatisch in de zuinige slaapstand gezet. Eerst dient u echter de juiste instellingen te definiëren door de volgende stappen uit te voeren.
1. Open het Configuratiescherm.
2. Open System and Maintenance (Systeem en onderhoud) en vervolgens Power Options (Energiebeheer).
3. Selecteer Kies wat de aan/uit-knop doet.
4. Activeer de gewenste slaapstandinstelling voor Als ik op de Aan/uit- knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de zuinige slaapstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het schijflampje.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Computer opnieuw opstarten

In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: Bijvoorbeeld:
als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd;
als er een fout optreedt en de computer niet reageert op
toetsenbordopdrachten.
Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen:
1. klik op en vervolgens op de pijl bij de knoppen voor energiebeheer en selecteer Restart (Opnieuw opstarten) in het menu.
2. Druk op Ctrl + Alt + Del om het menuvenster weer te geven en selecteer vervolgens Restart (Opnieuw opstarten) in de opties voor Shut Down (Afsluiten).
3. Druk op de Aan/uit-knop en houd deze knop circa 5 seconden ingedrukt. Als de computer zichzelf heeft uitgeschakeld, wacht u 10 tot 15 seconden voordat u de computer weer inschakelt door op de aan/ uit-knop te drukken.
Aan de slag
Gebruikershandleiding 3-9
Page 61
Aan de slag

Opties voor systeemherstel en de vooraf geïnstalleerde software herstellen

Opties voor systeemherstel
Een verborgen partitie van circa 1,5 GB op de vaste schijf is toegewezen voor de opties voor systeemherstel.
Deze partitie herstelt bestanden die kunnen worden gebruikt om het systeem te herstellen in geval van problemen.
De opties voor systeemherstel worden onbruikbaar zodra deze partitie is verwijderd.
De functie System Recovery Options (Opties voor systeemherstel) is geïnstalleerd op de vaste schijf waneer deze door de fabriek wordt geleverd. Het menu voor systeemherstel bevat opties waarmee opstartproblemen kunnen worden gerepareerd, een diagnose kan worden uitgevoerd of het systeem kan worden hersteld.
Raadpleeg Windows Help en ondersteuning voor meer informatie over Opstartherstel.
Bij het oplossen van problemen kunnen de opties voor systeemherstel kunnen ook handmatig worden uitgevoerd.
Ga hierbij als volgt te werk: Volg de aanwijzingen op het scherm.
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBA­scherm herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties) wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm.
De Windows Vista®-functie voor volledige back-up van de pc kan alleen worden gebruik in Windows Vista
®
Business Edition en Ultimate Edition.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen
Afhankelijk van het gekochte model worden er verschillende manieren geboden om de vooraf geïnstalleerde software te herstellen:
Optische herstelschijven maken.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelschijven.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf.
Gebruikershandleiding 3-10
Page 62
Optische herstelschijven maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelschijven maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelschijven
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de Herstelschijf maken.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten,
zoals een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Schrijf niet naar de schijf terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies.
Gebruik tijdens het (her)schrijven van de schijf niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en vliegtuigen.
Plaats uw computer niet op een onstabiele tafel of een ander onstabiel
oppervlak.
Er wordt een herstelimage van de software op uw computer opgeslagen op de vaste schijf, en deze kan worden gekopieerd naar een DVD door middel van de volgende stappen:
1. Zorg dat u een lege DVD hebt.
2. De toepassing biedt u de mogelijkheid om uit een groot aantal verschillende media te kiezen waarnaar de herstelimage kan worden gekopieerd, zoals DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW.
Sommige van de bovenstaande media zijn mogelijk niet compatibel met het optische schijfstation van uw computer. Daarom dient u, voordat u verder gaat, te controleren of het optische schijfstation het lege medium ondersteunt dat u hebt gekozen.
3. Schakel uw computer in en wacht totdat het Windows Vista®­besturingssysteem op de vaste schijf op de gebruikelijke manier is opgestart.
4. Plaats het eerste lege medium in de lade van het optische schijfstation.
5. Dubbelklik op het pictogram voor het maken van herstelschijven op het bureaublad van Windows Vista menu Start.
6. Kies nadat de toepassing is gestart het type medium en de titel die u naar het medium wilt kopiëren. Klik vervolgens op de knop Maken.
7. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Uw herstelschijven worden gemaakt.
®
of selecteer de toepassing in het
Aan de slag
Gebruikershandleiding 3-11
Page 63
Aan de slag
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte herstelschijven
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden zijn beschadigd, kunt u de gemaakte herstelschijven gebruiken om de fabrieksinstellingen van de computer te herstellen. Volg de onderstaande stappen als u deze herstelbewerking wilt uitvoeren:
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces start. Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord, van de onlinehandleiding voor meer informatie.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
1. Plaats de herstelschijf in het optische station en schakel de computer uit.
2. Houd de toets F12 op het toetsenbord ingedrukt en schakel de computer in. Wanneer het scherm met het TOSHIBA-logo verschijnt, laat u de toets F12 los.
3. Gebruik de cursortoetsen om het CD-ROM-pictogram te selecteren in het menu. Raadpleeg de paragraaf Opstartprioriteit in hoofdstuk 7,
HW Setup voor meer informatie.
4. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de herstelschijf
Op uw gegevensstation vindt u mogelijk de map "HDDRecovery". Deze map bevat bestanden waarmee u uw systeem kunt herstellen naar de oorspronkelijk geïnstalleerde fabrieksstand.
Als u vervolgens uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen partities te wijzigen, verwijderen of toe te voegen op een andere manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dit wel doet, is er mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u mogelijk uw computer niet installeren als u een partitieprogramma van derden gebruikt om partities op uw vaste schijf opnieuw te configureren.
Als u het geluid hebt gedempt door op Fn + ESC te drukken, schakel het geluid dan in, zodat geluiden hoorbaar zijn voordat u het herstelproces start. Raadpleeg hoofdstuk 5, voor meer informatie.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten. U hebt anders mogelijk niet genoeg accuvermogen tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
Gebruikershandleiding 3-12
Page 64
Aan de slag
1. Schakel de computer uit.
2. Schakel de computer in en druk op de toets F8 als het TOSHIBA­scherm herhaaldelijk wordt weergegeven.
3. Het menu Advanced Boot Options (Geavanceerde opstartopties) wordt weergegeven. Selecteer Uw computer repareren met behulp van de pijltoetsen en druk op ENTER.
4. Selecteer de gewenste toetsenbordindeling en druk vervolgens op Next (Volgende).
5. Voor de herstelprocedure dient u zich aan te melden als bevoegd gebruiker met voldoende rechten.
6. Klik op TOSHIBA HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel) op het scherm System Recovery Options (Opties voor systeemherstel).
7. Volg de aanwijzingen op het scherm van het dialoogvenster TOSHIBA HDD Recovery (TOSHIBA harde-schijfherstel).
De computer wordt hersteld naar de fabrieksstand.
Gebruikershandleiding 3-13
Page 65
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik toegelicht, zoals het gebruik van het TouchPad, de optionele vingerafdruksensor, de optionele webcamera, optionele interne microfoon, optische mediastations, geluidssysteem, modem, het draadloze LAN en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer.

Touchpad gebruiken

U gebruikt het touchpad door eenvoudig uw vingertop op het touchpad te plaatsen en te schuiven in de richting waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
Basisbeginselen
Hoofdstuk 4
TouchPad
TouchPad­besturingsknoppen
Touchpad en besturingsknoppen
Gebruikershandleiding 4-1
Page 66
Basisbeginselen
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een muis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om tekst of afbeeldingen te bewerken die u met de aanwijzer hebt geselecteerd. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
Druk niet te hard op het touchpad en gebruik geen spitse voorwerpen zoals ballpoints. Hierdoor kan het touchpad beschadigd raken.
Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken.
Klikken: tik één keer op het touchpad. Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad. Slepen en neerzetten: 1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en
beweeg de cursor om het te verplaatsen item te verslepen.
2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten.
Schuiven: Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant
van het touchpad omhoog of omlaag. Horizontaal: schuif uw vinger aan de onderkant
van het touchpad naar links of rechts.

De sensor voor vingerafdrukken (optioneel) gebruiken

Op uw computer is een vingerafdrukhulpprogramma geïnstalleerd waarmee vingerafdrukken kunnen worden vastgelegd en herkend. Als u de id en het wachtwoord vastlegt in het apparaat voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. Houd eenvoudig uw vinger tegen de vingerafdruksensor, waarna de volgende functies worden ingeschakeld:
Aanmelden bij Windows en toegang tot een beveiligde webpagina
via IE (Internet Explorer).
Bestanden en mappen kunnen worden gecodeerd/gedecodeerd, zodat
andere gebruikers er geen toegang toe hebben.
De wachtwoordbeveiliging van de schermbeveiliging uitschakelen bij
terugkeer uit de energiebesparende stand (slaapstand). Functie voor opstartbeveiliging en functie voor enkelvoudige aanmelding.
Verificatie van gebruikerswachtwoord en vasteschijfwachtwoord terwijl
de computer wordt opgestart.
Als u uw vinger langs de sensor haalt, leest deze uw vingerafdruk.
Gebruikershandleiding 4-2
Page 67
Uw vinger laten lezen
Als u de volgende stappen uitvoert wanneer u uw vingers over de sensor haalt voor vingerafdrukregistratie of -verificatie om zo fouten te voorkomen:
1. Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van de sensor Raak de sensor zachtjes aan en beweeg uw vinger horizontaal naar u toe.
2. Terwijl u de sensor zachtjes aanraakt, beweegt u uw vinger naar u toe tot het sensoroppervlak zichtbaar wordt.
3. Zorg dat het midden van de vingerafdruk zich op de sensor bevindt wanneer u uw vinger langs de sensor haalt.
Beweeg uw vinger over de herkenningssensor
Houd uw vinger niet stijf en druk niet te hard op de sensor:
De vingerafdruk wordt mogelijk niet correct gelezen als het midden van uw vingertop de sensor niet raakt of als u te hard drukt. Zorg dat het midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over de sensor beweegt.
Controleer waar het midden van de krul op de vingerafdruk zich
bevindt:
De vingerafdruk van de duim bevat een grotere krul, zodat de kans op afwijkingen en vervormingen groter is. Hierdoor wordt de registratie moeilijker en zal het verificatiepercentage afnamen. Controleer altijd waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich bevindt, voordat u uw vinger over het midden van de sensor haalt.
Als de vingerafdruk niet wordt gelezen:
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om de snelheid van de beweging aan te passen.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-3
Page 68
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot de sensor voor vingerafdrukken
Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kant dit leiden tot (1) beschadiging of storing van de sensor, of (2) problemen met de vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of duw niet met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen
op de sensor.
Drukt niet hard op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met een vuile vinger. Kleine vuildeeltjes
op een smerige vinger kunnen krassen op de sensor veroorzaken.
Plak geen stickers op de sensor en schrijft er niet op.
Raak de sensor niet aan met een vinger of een voorwerp met
opgebouwde statische elektriciteit.
Let op het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst voor opslag, registratie of herkenning van de vingerafdruk.
Was uw handen en droog ze grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
reinigingsmiddel om de sensor te reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk vastlegt of wilt laten
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten in de opslag of een afname in het herkenningspercentage
Weke of gezwollen vinger (bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen)
Verwonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op de vinger
Doe het volgende als u het slagingspercentage van de vingerafdrukherkenning wilt verbeteren.
Let twee of meer vingers vast.
Leg aanvullende vingers vast als de herkenning vaak mislukt
met de opgeslagen vingers.
Controleer de staat van uw vingers. Het herkenningspercentage
neemt af bij veranderingen in de vinger, zoals verwondingen of ruwe, zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers. Ook als de vingerafdruk is verzwakt of als de vinger dunner of dikker wordt, kan het herkenningspercentage afnemen.
De vingerafdruk van elke vinger is verschillend en uniek. Let erop
dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen vingerafdruk(ken) voor identificatie gebruikt.
Controleer de positie en de snelheid van uw vinger tijdens het bewegen.
Gebruikershandleiding 4-4
Page 69
Vingerafdrukgegevens kunnen maximaal 30-34 keer worden opgeslagen.
De vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige
geheugen van de sensor voor vingerafdrukken. Het wordt aangeraden om vingerafdrukgegevens te verwijderen met behulp van het menu Delete (Verwijderen) in Fingerprint Software Management (Vingerafdrukbeheer) voordat u de computer weggooit.
De vingerafdrukgegevens verwijderen
Opgeslagen vingerafdrukgegevens worden opgeslagen in het niet-vluchtige geheugen in de vingerafdruksensor. Als u de pc aan een ander geeft of weggooit, wordt aanbevolen de volgende bewerkingen uit te voeren.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop.
2. Het scherm voor de TrueSuite Access Manager-vingerafdruksoftware wordt weergegeven.
3. Voer uw Windows-wachtwoord in en klik op Next (Volgende) om het Control Center te openen. U kunt ook uw opgeslagen vinger langs de sensor halen om het Control Center te openen.
4. Klik op Delete All Fingerprints (Alle vingerafdrukken verwijderen).
Beperkingen van de sensor voor vingerafdrukken
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk.
Er wordt een waarschuwing weergegeven als de herkenning afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Toshiba garandeert niet dat de technologie voor
vingerafdrukherkenning foutloos is.
Toshiba garandeert niet dat de sensor voor vingerafdrukken de
opgeslagen gebruiker altijd herkent of onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. Toshiba is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukherkenning.
Basisbeginselen
Aandachtspunten met betrekking tot het hulpprogramma voor vingerafdrukken
Als de bestandscoderingsfunctie EFS (Encryption File System) van
Windows Vista™ wordt gebruikt om een bestand te coderen, kan het bestand niet worden gecodeerd met de coderingsfunctie van deze software.
U kunt een reservekopie maken van de vingerafdrukgegevens of de
informatie die is opgeslagen in de Password Bank.
Gebruik het menu Import/Export (Importeren/Exporteren) in Fingerprint
Software Management (Vingerafdrukbeheer).
Gebruikershandleiding 4-5
Page 70
Raadpleeg tevens het Help-bestand in het hulpprogramma voor
vingerafdrukken voor meer informatie. Dit kunt u op de volgende manier starten:
Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en
vervolgens TrueSuite Access Manager en klik op Document.
Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's)
aan en vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop. Het hoofdscherm wordt weergegeven. Klik in de rechterbovenhoek van het scherm op Help.
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens op met de Fingerprints Enrollment Wizard (Wizard voor vastlegging van vingerafdrukken).
De vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde aanmeldings-id
en hetzelfde wachtwoord dat u Windows gebruikt. Als u geen aanmeldingswachtwoord voor Windows hebt ingesteld, doet u dat voorafgaand aan de registratie.
Er kunnen maximaal 30-34 vingerafdrukpatronen worden geregistreerd.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) aan en vervolgens TrueSuite Access Manager en klik hierop. U kunt ook dubbelklikken op het pictogram in de taakbalk.
2. Het scherm Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in) wordt weergegeven. Voer een wachtwoord in het veld Enter Windows Password (Voer Windows-wachtwoord in) in. Klik op Volgend e.
3. Het scherm van het Control Center wordt weergegeven. Klik op het pictogram voor niet-opgeslagen vingers boven de vinger.
4. Het venster Fingerprint Enrollment (Vingerafdruk vastleggen) wordt weergegeven. Bevestig het bericht en klik op Volg ende.
5. Het venster Scanning Practice (Scanoefening) wordt weergegeven. U kunt nu oefenen en uw vinger over de sensor halen. Wanneer u klaar bent met oefenen, klikt u op Volgend e.
6. Het scherm Fingerprint Image Capture (Afbeelding vingerafdruk vastleggen) wordt weergegeven. Volg de instructies op het scherm en beweeg dezelfde vinger die u hebt geselecteerd in het Control Center (met goede afbeeldingen) drie keer langs de sensor zodat er een vingerafdruksjabloon kan worden gemaakt.
7. Ingeval van een verwonde vinger of een verificatiefout wordt aanbevolen ook andere vingerafdrukken te registreren. Het volgende bericht wordt weergegeven:
least two fingerprint images.]
minste twee afbeeldingen van uw vingerafdruk vast te leggen. Klik op OK en herhaal stap 3, 4, 5 en 6 met een andere vinger.
[We recommended enrolling at
(Wij raden u aan om ten
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-6
Page 71
Basisbeginselen
Aanmelden bij Windows via vingerafdrukverificatie
In plaats van de gebruikelijke Windows-aanmelding met een id en een wachtwoord, kunt u zich ook bij Windows aanmelden via vingerafdrukverificatie.
Dit is met name handig als de pc door veel gebruikers wordt gebruikt, aangezien hierbij de gebruikersselectie kan worden overgeslagen.
Procedure voor vingerafdrukverificatie
1. Start de computer op.
2. Het venster Logon Authorization (Aanmeldingsverificatie) wordt weergegeven. Haal een van de geregistreerde vingers over de sensor. Als de verificatie is gelukt, wordt de gebruiker aangemeld bij Windows.
Als de vingerafdrukverificatie mislukt, dient u zich aan te melden
met het Windows-wachtwoord.
Meld u aan met het Windows-wachtwoord als de vingerafdrukverificatie
vijfmaal mislukt. Als u zich wilt aanmelden met het Windows­wachtwoord, voert u dit wachtwoord op de gebruikelijke manier in het
welkomstscherm in.
Er wordt een waarschuwing weergegeven als de verificatie afwijkend
is of binnen een bepaalde tijd niet is geslaagd.
Vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten van het systeem
Algemeen
Het systeem voor vingerafdrukverificatie kan worden gebruikt als vervanging van het wachtwoordverificatiesysteem via het toetsenbord tijdens het opstarten.
Als u het vingerafdrukverificatiesysteem niet wilt gebruiken tijdens het opstarten, maar liever een wachtwoord invoert met behulp van het toetsenbord, drukt u op de toets BACKSPACE wanneer het venster Fingerprint System Boot Authentication (Vingerafdrukverificatie bij opstarten) wordt weergegeven. Het scherm waarin u een wachtwoord met het toetsenbord kunt invoeren wordt nu weergegeven.
U moet een gebruikerswachtwoord registreren voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de aanvullende functie, enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken, kunt gebruiken. Registreer het gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
Als de vingerafdrukverificatie vaker dan vijfmaal mislukt, moet u het
gebruikers- of supervisorwachtwoord handmatig invoeren om de computer te starten.
Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid langs
de sensor. Als het verificatiepercentage hierdoor niet toeneemt, pas dan de snelheid aan.
Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals het gebruikerswachtwoord of het wachtwoord voor de vaste schijf.
Gebruikershandleiding 4-7
Page 72
Basisbeginselen
De instellingen voor vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met TrueSuite Access Manager voordat u opstartbeveiliging via vingerafdrukken kunt inschakelen en configureren.
Controleer of uw vingerafdruk is vastgelegd voordat u de instellingen configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken
Algemeen
Via deze functie kan de gebruiker zowel de verificatie van het gebruikerswachtwoord (en desgewenst het wachtwoord voor de vaste schijf) uitvoeren als hij zich aanmeldt bij Windows met slechts één vingerafdrukverificatie tijdens het opstarten. De gebruiker moet het gebruikerswachtwoord en het aanmeldingswachtwoord voor Windows registreren voordat de opstartbeveiliging via vingerafdrukken en de functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunnen worden gebruikt. Registreer uw gebruikerswachtwoord met behulp van TOSHIBA HW Setup.
Er is slechts één vingerafdrukverificatie vereist ter vervanging van het gebruikerswachtwoord (en het wachtwoord voor de vaste schijf, indien geselecteerd) en het wachtwoord voor de Windows-aanmelding.
Gebruikershandleiding 4-8
Page 73
Basisbeginselen
De functie voor enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het programma TrueSuite Access Manager voordat u enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukken kunt inschakelen en configureren. Controleer of de vingerafdruk is geregistreerd voordat u de instellingen configureert.
1. Haal uw vinger over de sensor voor vingerafdrukken. U kunt ook uw Windows-wachtwoord invoeren en op Next (Volgende) klikken.
2. Klik op Settings (Instellingen).
3. Het scherm Administrator Settings (Beheerdersinstellingen) wordt weergegeven. Zet een vinkje in "Enable Pre-OS Fingerprint Authentication" (Opstartbeveiliging via vingerafdrukverificatie inschakelen).
4. Zet vervolgens een vinkje in "Enable Single Sign-On Fingerprint Authentication" (Enkelvoudige aanmelding via vingerafdrukverificatie inschakelen) en klik op OK.
De gewijzigde configuratie voor opstartbeveiliging via vingerafdrukken wordt toegepast wanneer u het systeem opnieuw opstart.
Beperkingen van het hulpprogramma voor vingerafdrukken
TOSHIBA garandeert niet dat de technologie voor het vingerafdrukhulpprogramma volledig veilig of foutloos werkt. TOSHIBA garandeert niet dat het vingerafdrukprogramma onbevoegde gebruikers altijd de toegang weigert. TOSHIBA is niet aansprakelijk voor fouten of beschadigingen die het gevolg kunnen zijn van het gebruik van de software of het hulpprogramma voor vingerafdrukken.
Functie voor USB-slaapstand en laden
Uw computer kan de USB-poort van stroom (5 V) voorzien, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Met uitgeschakeld wordt bedoeld dat de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat of volledig is uitgeschakeld.
Deze functie kan alleen worden gebruikt voor poorten die de functie voor laden via USB in slaapstand ondersteunen (hierna "compatibele poorten" genoemd).
Compatibele poorten zijn USB-poorten met het symbool ( ). U kunt de functie "Laden via USB in slaapstand" gebruiken om bepaalde
externe USB-compatibele apparaten op te laden, zoals mobiele telefoons of draagbare digitale muziekspelers.
De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt echter mogelijk niet bij bepaalde externe apparaten, zelfs als deze compatibel zijn met de USB-specificatie. Zet in die gevallen de computer aan om het apparaat op te laden.
Gebruikershandleiding 4-9
Page 74
Basisbeginselen
De functie "Laden via USB in slaapstand" werkt alleen voor
compatibele poorten. Deze functie is standaard uitgeschakeld. U schakelt de functie in door in HW Setup [Disabled] (Uitgeschakeld) te veranderen in [Enabled] (Ingeschakeld).
Als de functie "Laden via USB in slaapstand" in HW Setup is ingesteld
op [Enabled] (Ingeschakeld), krijgen compatibele USB-poorten stroom (5 V gelijkstroom), zelfs als de computer is uitgeschakeld. Er wordt ook stroom (5 V) geleverd aan externe apparaten die op de compatibele USB-poorten zijn aangesloten. Sommige externe apparaten kunnen echter niet alleen via USB-stroom (5 V) worden opgeladen. Neem voor de specificaties van de externe apparaten contact op met de fabrikant van het apparaat of raadpleeg de specificaties van het apparaat voordat u dit gebruikt.
Externe apparaten opladen via de functie 'USB-slaapstand en laden'
duurt langer dan wanneer u de eigen lader van het apparaat gebruikt.
Als externe apparaten zijn aangesloten op compatibele poorten terwijl
de netadapter niet op de computer is aangesloten, zal de accu van de computer leeg raken, zelfs als de computer is uitgeschakeld. Daarom raden wij aan de netadapter op de computer aan te sluiten wanneer u de functie 'USB-slaapstand en laden' gebruikt.
Externe apparaten die stroom (5 V) krijgen via de USB-poorten van
de computer, kunnen altijd worden gebruikt.
Als de externe apparaten die op de compatibele poorten zijn
aangesloten, te veel stroom trekken, kan de toevoer van USB-stroom (5 V) uit veiligheidsoverwegingen worden gestopt.
Metalen paperclips of haarspelden genereren warmte als ze in contact
komen met een USB-poort. Voorkom daarom dat USB-poorten in contact komen met metalen voorwerpen, bijvoorbeeld wanneer u de computer in een tas draagt.
De functie voor laden via USB in slaapstand in-/uitschakelen
U kunt de functie voor laden via USB in slaapstand in- en uitschakelen in HW Setup. Raadpleeg Functie voor USB-slaapstand en laden in hoofdstuk 7 Basisbeginselen.
Gebruikershandleiding 4-10
Page 75

De webcamera (optioneel) gebruiken

In deze paragraaf wordt het hulpprogramma voor webcams beschreven. Hiermee kunnen foto's en videobeelden worden vastgelegd. De webcamera wordt automatisch ingeschakeld als Windows wordt opgestart.
Verwijder het plastic beschermfolie voordat u de webcamera gaat gebruiken.
Basisbeginselen
Ingebouwde microfoon*
Lens van de webcamera*
Lampje van webcamera*
* Aanwezig op sommige modellen
Gebruikershandleiding 4-11
Page 76
De software gebruiken
De software voor de webcamera is vooraf geconfigureerd om te worden gestart als u Windows Vista inschakelt; als u de software opnieuw moet starten, gaat u naar Start All Programs (Alle programma's) Camera
Assistant Software (Software camerahulp) Camera Assistant Software (Software camerahulp).
Foto's vastleggen Video opnemen Audio opnemen
Functie
Weergavevenster
Cameraresolutie
Effecten Dempen
Foto's vastleggen Klik hier als u een voorbeeld van de vastgelegde
foto wilt zien; u kunt de foto ook per e-mail verzenden.
Video opnemen Klik hier als u video wilt opnemen. Klik opnieuw
om te beginnen met opnemen. Klik nogmaals om te stoppen met opnemen en een voorbeeld van de video te zien.
Audio opnemen Klik hier om te beginnen met opnemen.
Klik nogmaals om te stoppen en te luisteren naar een voorbeeld van de audio.
Functie Toegang tot extra functies: About, Player,
Effecten, Eigenschappen, Instellingen en Help.
About Hier worden de gegevens van de
softwarefabrikant weergegeven.
Player Hiermee speelt u videobestanden af. Effecten Kies beelden die moeten worden weergegeven
Eigenschappen
op het vastlegscherm. Kies het tabblad
Options (Opties)
omdraaien, zoomen, knippersnelheid, nachtmodus en compensatie achtergrondverlichting; wijzig de kleurinstellingen in het tabblad
(Afbeelding)
in het tabblad
; wijzig de lichtomstandigheden
Profiles (Profielen)
Image
.
Basisbeginselen
voor
Gebruikershandleiding 4-12
Page 77
Basisbeginselen
Instellingen Kies het tabblad Options (Opties) om de positie
Help Hier worden de Help-bestanden voor de software
van het hulpprogramma te wijzigen; kies het tabblad Picture (Afbeelding) om de opties voor afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand en opslagpad te selecteren; kies het tabblad Video voor video-uitvoerinstellingen zoals framesnelheid, grootte, compressie en framesnelheid, grootte, opnamecompressor en opslagpad te kiezen; kies het tabblad Audio om audioapparaat, audiocompressor, volume en opslagpad te wijzigen.
weergegeven.

De microfoon (optioneel) gebruiken

Sommige modellen in deze serie hebben een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid voor uw toepassingen kunt opnemen. Deze kan ook worden gebruikt om spraakopdrachten te geven aan toepassingen die dergelijke functies ondersteunen. (Sommige modellen zijn voorzien van een ingebouwde microfoon)
Omdat de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan er onder bepaalde omstandigheden "rondzingen" optreden. Rondzingen doet zich voor wanneer het geluid van de luidspreker door de microfoon wordt opgevangen en versterkt wordt doorgegeven naar de luidspreker, die het geluid verder versterkt naar de microfoon doorgeeft.
Dit rondzingen herhaalt zich en veroorzaakt een hard, hoogtonig geluid. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel dat zich voordoet in elk geluidssysteem wanneer het in de microfoon ingesproken geluid naar de luidspreker wordt doorgegeven en de luidspreker te hard staat of zich te dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie voor informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume (Master Volume).

Het optische station gebruiken

Het station ondersteunt een snelle uitvoering van CD- en DVD­programma's. U kunt CD's van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor het aansturen van CD/DVD wordt een ATAPI­interface-controller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg ook het gedeelte CD's/DVD's schrijven met het DVD Super
Multi-station met ondersteuning voor DVD±R DL voor
voorzorgsmaatregelen wanneer u CD's/DVD's beschrijft.
Gebruikershandleiding 4-13
Page 78
Schijven laden
Voer de volgende stappen uit en raadpleeg de bijbehorende afbeeldingen om een schijf te laden.
1. a. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop
om de lade een stukje te openen.
Ejectknop
De uitwerpknop indrukken
b. U kunt de lade niet met de ejectknop openen als het station geen
stroom krijgt. In dat geval kunt u de lade openen door een dun voorwerp (ongeveer 15 mm lang) zoals een rechtgebogen paperclip in het ejectgaatje rechts van de ejectknop te steken.
Basisbeginselen
De lade door middel van het ejectgaatje openen
Gebruikershandleiding 4-14
Page 79
Basisbeginselen
2. Trek de lade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
De lade opentrekken
3. Leg de schijf met het label omhoog in de lade.
Een schijf plaatsen
Gebruikershandleiding 4-15
Page 80
Basisbeginselen
Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de lade. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat deze plat ligt (zie de vorige afbeelding).
Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen
verstoren.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer alvorens het station te sluiten of de achterkant van de lade vrij is van ongerechtigheden.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
5. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Als de schijf niet goed zit wanneer de lade gesloten is, bestaat het risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de lade niet volledig wordt geopend wanneer u op de ejectknop drukt.
De lade sluiten
Gebruikershandleiding 4-16
Page 81
Schijven verwijderen
Voer de volgende stappen uit om de schijf te verwijderen.
Druk niet op de uitwerpknop terwijl de computer toegang heeft tot het schijfstation. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u de lade opent. Neem de schijf pas uit de lade nadat deze is opgehouden met draaien.
1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Wanneer de lade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
tot de schijf is opgehouden met draaien voordat u de lade volledig opentrekt.
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het gaatje naast
de ejectknop, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de lade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de lade, zodat u deze kunt pakken. Pak de schijf voorzichtig aan de randen uit de lade.
Basisbeginselen
Een schijf verwijderen
3. Duw zachtjes tegen het midden van de lade tot deze dichtklikt. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt.
Gebruikershandleiding 4-17
Page 82
Basisbeginselen

CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station met ondersteuning voor DVD±R DL

Op sommige modellen in deze serie kunt u CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station (met ondersteuning voor DVD±R DL).
Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/CD-RW-schijven en naar DVD-R/-RW/+R/+RW/-RAM­schijven. De volgende toepassingen voor schrijven zijn voorgeïnstalleerd: TOSHIBA Disc Creator en Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA.
Belangrijk bericht (DVD Super Multi-station met ondersteuning voor DVD±R DL)
Lees deze paragraaf vóór het beschrijven van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/-RAM-schijven grondig door en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Doet u dit niet, dan kan het gebeuren dat het DVD Super Multi-station niet correct werkt en krijgt u mogelijk te maken met schrijf- of herschrijffouten, gegevensverlies of materiële schade.
Voordat u gaat schrijven of herschrijven
Op grond van TOSHIBA’s beperkte compatibiliteitstests worden de
volgende fabrikanten van CD-R-/CD-RW-schijven en DVD-R-/DVD­RW-, DVD+R-/DVD+RW- en DVD-RAM-schijven aanbevolen. TOSHIBA staat echter niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven. De schijfkwaliteit kan het schrijf- of herschrijfproces beïnvloeden.
CD-R: TAIYO YUDEN Co., Ltd.
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. Ricoh Co., Ltd.
Hitachi Maxell Ltd.
CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
High-speed CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ultra-speed CD-RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven
DVD-R (DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD. DVD+R: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+R (DL): MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
Ricoh Co., Ltd.
voor algemene versie 2.0
TAIYO YUDEN Co., Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Ricoh Co., Ltd.
Gebruikershandleiding 4-18
Page 83
Basisbeginselen
DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven
voor versie 1.1 of versie 1.2
Victor Company of Japan, Ltd. (JVC) MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD+RW: MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO, LTD.
DVD-RAM: DVD-specificaties voor DVD-RAM-schijven
voor versie 2.0, versie 2.1 of versie 2.2
Hitachi Maxell Ltd. Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Dit station is niet geschikt voor schijven die schrijfsnelheden van 8-speed of hoger (DVD-R, DVD+R, DVD+RW) of schrijfsnelheden van 6-speed of hoger (DVD-RW) ondersteunen.
Controleer of de disc van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd is. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven. Controleer de schijf op vuil of beschadiging voor u deze gebruikt.
Hoe vaak een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM kan worden
beschreven, is afhankelijk van de schijfkwaliteit en de manier waarop de schijf wordt gebruikt.
Er bestaan twee soorten DVD-R's: voor authoring en voor algemeen
gebruik. Gebruik geen zogeheten authoring-schijven. Alleen schijven voor algemeen gebruik kunnen met een computerstation worden beschreven.
Alleen Format 1 wordt ondersteund voor DVD-R DL. Daarom kunt
u niets extra schrijven. Als uw gegevens minder dan 4,7 GB zijn, raden wij aan DVD-R (SL)-schijven te gebruiken.
U kunt DVD-RAM-schijven gebruiken die u uit hun omhulsel kunt
verwijderen en DVD-RAM-schijven die geen omhulsel bevatten. U kunt schijven met een capaciteit van 2,6 GB enkelzijdig of 5,2 GB dubbelzijdig niet gebruiken.
DVD-R-/RW-schijven en DVD+R-/+RW-schijven kunnen wellicht niet
worden gelezen op andere DVD-spelers of andere DVD-ROM-stations voor computers.
Gegevens die naar een CD-R, DVD-R of DVD+R zijn geschreven,
kunnen niet gedeeltelijk of volledig worden verwijderd.
Gegevens die van een CD-RW, DVD-RW, DVD+RW of DVD-RAM
zijn gewist, kunnen niet worden teruggehaald. Controleer de inhoud van een schijf zorgvuldig voordat u deze verwijdert. Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet de gegevens van het verkeerde station verwijdert.
Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is
schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven.
Gebruikershandleiding 4-19
Page 84
Basisbeginselen
De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk
opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Een DVD-RAM die met FAT32 is geformatteerd, kan onder Windows
®
2000 alleen met een DVD-RAM-stuurprogramma worden gelezen.
Als er meerdere stations zijn aangesloten die gegevens naar schijven
kunnen schrijven, dient u op te letten dat u niet naar het verkeerde station schrijft.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten voordat u begint met schrijven
of herschrijven.
Als u wilt overschakelen naar de (zuinige) slaapstand, moet u eerst
controleren of het schrijven naar DVD-RAM is voltooid. Het schrijven is voltooid wanneer u de DVD-RAM-schijf kunt uitwerpen.
Sluit alle softwareprogramma's behalve de schrijfsoftware.
Voer geen programma's uit die de processor belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Gebruik de computer met het energiebeheerschema
(Hoge prestaties)
. Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
High Performance
Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole
is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip
van hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD/DVD. Probeer
niet te schrijven vanaf gedeelde apparaten zoals een LAN-server of andere netwerkapparaten.
Schrijven met andere software dan TOSHIBA Disc Creator wordt niet
aangeraden.
Schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft.
Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces:
Wisselen van gebruiker in het besturingssysteem Windows
Gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen van het LCD-scherm.
Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een
modemprogramma).
Handelingen waardoor de pc wordt blootgesteld aan schokken
of trillingen.
Gebruikershandleiding 4-20
®
Vista.
Page 85
Basisbeginselen
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm, optische digitale apparaten.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid
te reproduceren.
Het DVD Super Multi-station openen.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de afsluit-/
afmeldprocedure en (zuinige) slaapstand.
Zorg ervoor dat het schrijven of herschrijven is voltooid voordat
u overschakelt naar de (zuinige) slaapstand. Het schrijfproces is voltooid als u de lade van het DVD Super Multi-station kunt openen.
Plaats de PC op een vlak, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen
waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze-communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
Kopieer altijd gegevens van de vaste schijf naar de CD-R/-RW-,
DVD-R/-RW/-RAM- of DVD+R/+RW-schijf. Gebruik geen functies voor knippen en plakken. In het geval van schrijffouten gaan de originele gegevens verloren.
Vrijwaringsverklaring (DVD Super Multi-station met ondersteuning voor DVD±R DL)
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
beschadiging van CD-R-/RW-schijven of DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-
schijven als gevolg van het (her)schrijfproces;
wijziging of verlies van de opgenomen inhoud van CD-R-/RW-schijven
en DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven als gevolg van het schrijf­of herschrijfproces, of hieruit voortvloeiende winstderving of bedrijfsonderbreking;
schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers. Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Gebruikershandleiding 4-21
Page 86

TOSHIBA Disc Creator

Opmerking: let op de volgende beperkingen wanneer u TOSHIBA Disc Creator gebruikt:
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken
van DVD-video.
TOSHIBA Disc Creator kan niet worden gebruikt voor het maken
van DVD-audio.
De functie Audio CD van TOSHIBA Disc Creator kan niet worden
gebruikt voor het opnemen van muziek op DVD-R/-RW of DVD+R/ +RW.
Gebruik de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator
niet voor het kopiëren
van auteursrechtelijk beschermde DVD-video's en DVD-ROM's.
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u geen back-up maken van DVD-RAM-media.
U kunt de inhoud van een CD-ROM of CD-R/RW niet naar een DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW kopiëren met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator.
U kunt de inhoud van een DVD-ROM, DVD-video-schijf, DVD-R/
DVD-RW of DVD+R/DVD+RW niet naar een CD-R/CD-RW kopiëren met TOSHIBA Disc Creator.
TOSHIBA Disc Creator kan niet in pakketindeling opnemen.
Met de functie Disc Backup van TOSHIBA Disc Creator kunt u wellicht
geen back-up maken van een DVD-R-/-RW of DVD+R/+RW die met andere software op een andere DVD-R/-RW- of DVD+R/+RW-recorder is gemaakt.
Als u gegevens toevoegt aan een DVD-R of DVD+R waarop reeds
gegevens zijn opgenomen, kunnen de toegevoegde gegevens in bepaalde omstandigheden niet worden gelezen. Er kan niets worden gelezen vanuit 16-bits besturingsystemen zoals Windows Windows om gegevens te kunnen lezen en in Windows Service Pack 2 of hoger nodig. Sommige optische stations kunnen geen toegevoegde gegevens lezen, ongeacht het besturingssysteem.
Opname op DVD-RAM-schijven wordt niet ondersteund door TOSHIBA
Disc Creator. Als u op een DVD-RAM wilt opnemen, dient u Verkenner of een ander hulpprogramma te gebruiken.
Controleer alvorens een back-up van een DVD te maken of het
bronstation ondersteuning biedt voor opnemen op DVD-R-/DVD-RW­of DVD+R-/DVD+RW-schijven. Is dit niet het geval, dan wordt de DVD mogelijk niet correct gekopieerd.
Wanneer u een back-up maakt van een DVD-R, DVD-RW, DVD+R
of DVD+RW, dient u hetzelfde type schijf te gebruiken.
Gegevens die naar een CD-RW, DVD-RW of DVD+RW zijn
geschreven, kunnen niet gedeeltelijk worden verwijderd.
®
ME. In Windows® NT4 hebt u Service Pack 6 of hoger nodig
Basisbeginselen
®
98SE en
®
2000 hebt u hiervoor
Gebruikershandleiding 4-22
Page 87
Gegevensverificatie
Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft.
1. Geef het dialoogvenster Instellingen op een van de volgende twee manieren weer:
Klik op de instelknop ( ) voor het schrijven op de belangrijkste
werkbalk in de modus Data Disc (Gegevensschijf).
Selecteer Settings for Each Mode (Instellingen voor elke
modus) in het menu Settings (Instellingen) en selecteer
vervolgens Data Disc (Gegevens-CD/DVD).
2. Schakel het selectievakje Verify Written Data (Geschreven gegevens controleren) in.
3. Selecteer de modus File Open (Bestand openen) of Full Compare (Volledige vergelijking).
4. Klik op OK.

Ulead DVD MovieFactory voor TOSHIBA gebruiken

Een Labelflash-DVD maken
Eenvoudige stappen voor het maken van een Labelflash-DVD:
1. Plaats een Labelflash-schijf in het DVD-station.
Stel AFDRUKBARE OPPERVLAK voor onderkant in.
2. Klik op All Programs (Alle programma's) DVD MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
3. Klik op Print Disc Label Label Printing. Ulead Label@Once wordt gestart.
4. Klik op het tabblad General (Algemeen).
5. Kies DVD-station voor printer. bijv. <E:> PIONEER DVD…
6. Voeg dit toe en pas de weergave van uw beelden en tekst aan.
7. Klik op Labelflash setting (Labelflash-instelling) en kies Draw Quality (Tekenkwaliteit).
8. Klik op Print (Afdrukken).
Basisbeginselen
Een DVD-video maken
Vereenvoudigde stappen om een DVD-video te maken van videogegevens die zijn vastgelegd met een DV-camera:
1. Klik op All Programs (Alle programma's)DVD
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
2. Plaats een DVD-RW of DVD+RW in de brander.
Gebruikershandleiding 4-23
Page 88
Basisbeginselen
3. Klik op
4. Selecteer DVD-Video (DVD-video-indeling).
5. Controleer of de bron DV is.
6. Druk op de knop Capture (Opnemen).
Eenvoudige stappen voor het maken van een DVD-video door een videobron toe te voegen.
1. Klik op All Programs (Alle programma's)DVD
2. Klik op Video Disc New Project (Nieuw project) om de 2
3. Voeg bron toe van HD-schijf door op de knop Add Video files
4. Selecteer de bronvideo en ga naar de volgende pagina om het menu
5. Nadat u een menusjabloon hebt geselecteerd, drukt u op de knop Next
6. Selecteer het invoertype en druk vervolgens op de knop Burn
Video Disc (Videoschijf)  Burn Video to Disc (Video op schijf branden) opnemen) Capture to Disc
MovieFactory for TOSHIBA Ulead DVD MovieFactory for TOSHIBA Launcher om DVD MovieFactory te starten.
te starten, kies het projecttype en open DVD MovieFactory.
(Videobestanden toevoegen) te klikken en het dialoogvenster van de browser te openen.
toe te passen.
(Volgende) om naar de Burning Page (Branden-pagina) te gaan.
(Branden).
te starten, selecteer
om het dialoogvenster
(Rechtstreeks vastleggen op schijf)
DVD-Video/+VR
Direct Recording (Direct
om de pagina
te openen.
Meer informatie over Ulead DVD MovieFactory
Raadpleeg de Help-bestanden en de handleiding voor aanvullende informatie over Ulead DVD MovieFactory.
Straight
e
Launcher
Belangrijke informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u een video-DVD maakt:
1. Digitale video bewerken
Meld u aan met beheerdersrechten om DVD MovieFactory te
kunnen gebruiken.
Zorg dat de computer op de netadapter werkt wanneer u DVD
MovieFactory gebruikt.
Zorg dat de computer met een volledige stroomvoorziening werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
U kunt een voorbeeld weergeven terwijl u een DVD bewerkt.
Als echter een andere toepassing actief is, worden voorbeelden mogelijk niet correct weergegeven.
Met DVD MovieFactory kunt u geen auteursrechtelijk beschermde
inhoud bewerken of afspelen.
Activeer de slaapstand of de sluimerstand niet terwijl u DVD
MovieFactory gebruikt.
Gebruikershandleiding 4-24
Page 89
Basisbeginselen
Gebruik DVD MovieFactory niet direct nadat u de computer hebt
ingeschakeld. Wacht tot alle schijfactiviteit is geëindigd.
Als u opneemt naar een DV-camera, laat de camera dan gedurende
enkele seconden opnemen voor u de daadwerkelijke gegevens opneemt om ervoor te zorgen dat alle gegevens worden vastgelegd.
Deze versie ondersteunt geen CD-recorder-, JPEG-, DVD-audio-,
mini-DVD- en video-CD-functies.
Sluit alle andere programma’s terwijl u video opneemt op DVD.
Voer geen programma's uit die de CPU belasten, zoals een
schermbeveiliging.
Ondersteunt geen mp3-decodering en -codering.
2. Voor u de video opneemt op DVD
Als u opneemt op DVD, gebruik dan alleen schijven die worden
aanbevolen door de fabrikant van het station.
Stel de werkschijf niet in op een traag apparaat, zoals een vaste
schijf met USB 1.1, omdat anders geen DVD’s geschreven kunnen worden.
Vermijd de volgende handelingen:
gebruik van de computer zoals het hanteren van het
aanwijsapparaat (muis of touchpad) en het sluiten/openen
van het LCD-scherm.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld
aan schokken of trillingen.
gebruik van de modusschakelaar en audio-/
videobedieningsknoppen om muziek of spraak af te spelen;
het DVD-station openen;
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals: PC-kaart, SD-kaart, USB-apparaten, extern beeldscherm,
i.LINK- apparaten, optische digitale apparaten.
Controleer de schijf nadat u belangrijke gegevens hebt opgenomen.
Een DVD-R/+R/+RW kan niet in VR-indeling worden beschreven.
Ondersteunt geen weergave van VCD- SVCD-indeling.
3. Over Rechtstreeks naar schijf
Ondersteunt geen opnamen op DVD-R/+R
Ondersteunt geen opnamen in DVD+VR-indeling door HDV
HDV-ondersteuning voor alleen branden van DVD-video
In de DVD-VR-indeling kan geen menu worden toegevoegd.
4. Over opgenomen DVD’s
DVD-R's, DVD+R's, DVD-RW's en DVD-RAM's kunnen wellicht niet
worden gelezen op bepaalde DVD-spelers of op DVD-ROM-stations voor PC's.
Als u een opgenomen schijf afspeelt op uw computer, gebruik dan
de toepassing WinDVD. Als u een vaak gebruikte herschrijfbare schijf gebruikt, is een volledige
formattering wellicht niet mogelijk. Gebruik een nieuwe schijf.
Gebruikershandleiding 4-25
Page 90

Behandeling van schijven

Dit gedeelte bevat tips voor het beschermen van de gegevens die u op CD's of DVD's hebt opgeslagen. Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen:
CD’s/DVD’s
1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden.
2. Buig een CD/DVD niet.
3. Beschadig het oppervlak van een CD/DVD die gegevens bevat niet door er bijvoorbeeld een etiket op te plakken of erop te schrijven.
4. Houd een CD/DVD bij de rand of bij het gat in het midden vast. Vingerafdrukken op het oppervlak van een CD/DVD kunnen de schijf onleesbaar maken.
5. Stel de schijven niet bloot aan direct zonlicht, extreme hitte of extreme koude. Plaats geen zware voorwerpen op uw CD's/DVD's.
6. Als uw CD's/DVD's stoffig of vuil raken, kunt u ze afvegen met een schone, droge doek. Veeg vanuit het midden van de CD/ DVD naar buiten (niet in een cirkel). Gebruik zo nodig een doek die is bevochtigd met water of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen benzine, verdunningsmiddel of soortgelijke schoonmaakmiddelen.
Basisbeginselen

Modem

In deze paragraaf wordt beschreven hoe u het interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan ontkoppelt.
Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De data- en faxfuncties worden wel ondersteund.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting
te verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal
het modem schade oplopen.
Regioselectie
Telecommunicatievoorschriften variëren per regio, en u moet er dus voor zorgen dat de modeminstellingen correct zijn voor de regio waarin u het modem gaat gebruiken.
Om een regio te selecteren voert u de volgende stappen uit.
1. Klik op Start, wijs All Programs (Alle programma's) TOSHIBA en Networking (Netwerken) aan en klik Modem Regio Select (Modemregioselectie).
Gebruikershandleiding 4-26
Page 91
Als in het hulpprogramma voor de modem van het Configuratiescherm een functie voor regio-/landselectie beschikbaar is, dient u deze niet te gebruiken. Als u het land/de regio in het Configuratiescherm wijzigt, wordt deze wijziging mogelijk niet doorgevoerd.
2. Het pictogram Regioselectie wordt weergegeven in de taakbalk. Klik met de primaire knop op het pictogram om een lijst van ondersteunde regio's weer te geven. U ziet tevens een submenu met telefoonlocatie­informatie. Naast de geselecteerde regio en de geselecteerde telefoonlocatie staat een kruisje.
3. Selecteer een regio in het regiomenu of een telefoonlocatie uit het submenu.
Wanneer u op een regio klikt, wordt dit de regioselectie van het
modem en wordt automatisch de nieuwe telefoonlocatie ingesteld.
Wanneer u een telefoonlocatie selecteert, wordt automatisch de
corresponderende regio geselecteerd en wordt dit de huidige regio­instelling van het modem.
Het menu met eigenschappen
Klik met de secundaire knop op het pictogram om het menu met eigenschappen op het scherm weer te geven.
Instellingen
U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen:
Basisbeginselen
AutoRun Mode
Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start.
Dialoogvenster Open the Dialling Properties (Keuze-opties openen) na selectie van de regio
Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd.
Locatielijst voor regioselectie
Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Dialoogvenster openen als modem en huidige telefoonlocatie niet overeenkomen
Er verschijnt een waarschuwingsvenster als de huidige instellingen voor het regionummer en de telefoonlocatie incorrect zijn.
Gebruikershandleiding 4-27
Page 92
Modemselectie
Als de computer de interne modem niet herkent, wordt er een dialoogvenster weergegeven. Selecteer de COM-poort die u voor de modem wilt gebruiken.
Kiesopties
Als u Dialing Properties selecteert, worden de kiesopties weergegeven.
Als u de computer in Japan gebruikt, bent u wettelijk verplicht Japan als regio te selecteren. Het is niet toegestaan de modem in Japan met een andere selectie te gebruiken.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten.
Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt
van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer.
Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te
verwijderen.
Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal
het modem schade oplopen.
1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort.
2. Steek het andere uiteinde van de modemkabel in een telefoonaansluiting.
Basisbeginselen
De interne modem aansluiten
U dient niet aan de kabel te trekken of de computer te verplaatsen terwijl de kabel is aangesloten.
Gebruikershandleiding 4-28
Page 93
Als u gebruik maakt van een opslagapparaat (bijvoorbeeld een optisch station of een vaste schijf) dat aan een 16-bits PC-kaart is gekoppeld, kunt u te maken krijgen met de volgende modemproblemen:
de modemsnelheid is laag of de communicatie wordt onderbroken;
geluidsstoringen.
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de kabel van de interne modem te los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de telefoonaansluiting in en trek de connector eruit.
2. Trek de andere kabelconnector op dezelfde manier uit de computer.

De FM-tuner gebruiken

De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model.
1. Sluit de antenne van de FM-tuner aan op de poort voor de FM-antenne.
Basisbeginselen
Antenne voor
Aansluiting voor FM-antenne
Sluit de antenne van de FM-tuner aan op de poort.
FM-tuner
Selecteer Start All Programs (Alle programma's) FM Tuner Utility (Hulpprogramma voor FM-tuner) om de FM-software te starten.
Gebruikershandleiding 4-29
Page 94

Lampje voor draadloze communicatie

De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt zowel Wireless LAN- als Bluetooth-apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN en Bluetooth.
Gebruik de draadloos LAN (Wi-Fi)- of Bluetooth-functies niet in
de buurt van een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden. Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
Schakel Wi-Fi- en Bluetooth-functies uit in de buurt van mensen
waarbij mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u gebruikmaakt van een Wi-Fi- of Bluetooth-functie.
Schakel altijd de Wi-Fi- of Bluetooth-functie uit als de computer
in de buurt komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen, zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het is wellicht niet mogelijk om een netwerkverbinding met een
opgegeven netwerknaam tot stand te brengen door middel van de ad-hoc-netwerkfunctie. Om de netwerkverbindingen weer in te schakelen, moet het nieuwe netwerk (*) worden geconfigureerd voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk. * Controleer of u de nieuwe netwerknaam gebruikt.
Basisbeginselen
Draadloos LAN
De functie voor draadloos LAN is niet op alle modellen beschikbaar. Als deze functie wel aanwezig is, ondersteunt deze de A-, B-, G- en N-standaard, maar is deze ook compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE 802.11-standaard voor draadloze LAN's.
automatische selectie van de verzendsnelheid in het verzendbereik 54,
48, 36, 24, 18, 12, 9 en 6 Mbit/s. (IEEE 802.11g)
Automatische selectie van verzendsnelheid in het verzendbereik 11,
5,5, 2 en 1 Mbit/s (IEEE 802.11b)
Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
Kaartenergiebeheer
WEP-gegevenscodering (WEP = Wired Equivalent Privacy), gebaseerd
op het 128-bits coderingsalgoritme
AES-gegevenscodering (AES = Advanced Encryption Standard),
gebaseerd op het 128-bits coderingsalgoritme
Gebruikershandleiding 4-30
Page 95
Basisbeginselen
Beveiliging
Schakel de coderingsfunctie in om te voorkomen dat anderen zich via
het draadloos LAN onrechtmatig toegang tot uw computer verschaffen, wat kan leiden tot wederrechtelijke toe-eigening, afluisterpraktijken en verlies of vernietiging van opgeslagen gegevens. TOSHIBA raadt u daarom met klem aan de coderingsfunctie in te schakelen.
TOSHIBA is niet verantwoordelijk voor onrechtmatige toegang
tot gegevens via het draadloos LAN of voor beschadiging van die gegevens.
Bluetooth-stack voor Windows van Toshiba (afhankelijk van het aangeschafte model)
Denk eraan dat deze software speciaal ontworpen is voor de volgende besturingssystemen:
Microsoft
U vindt hieronder gedetailleerde informatie over het gebruik met deze besturingssystemen. Raadpleeg ook de elektronische informatie die bij deze software is inbegrepen.
Deze Bluetooth-stack is gebaseerd op Bluetooth-specificatie versie 1.1/
1.2/2.0+EDR. TOSHIBA kan de compatibiliteit tussen pc-producten en/of andere elektronische apparaten met Bluetooth alleen garanderen voor notebookcomputers van TOSHIBA.
®
Windows Vista™
Release-informatie voor de Bluetooth-stack voor Windows van TOSHIBA
1. Faxtoepassingen: Sommige faxtoepassingen kunnen niet met deze Bluetooth-stack
worden gebruikt.
2. Meerdere gebruikers: In Windows Vista™ wordt Bluetooth niet ondersteund in een omgeving
met meerdere gebruikers. Dit houdt in dat als u Bluetooth gebruikt, andere gebruikers die op dezelfde computer zijn aangemeld de Bluetooth-functionaliteit niet kunnen gebruiken.
Productondersteuning
De meest recente informatie over de ondersteuning van besturingssystemen, taalondersteuning of beschikbare upgrades vindt u op onze website in Europa
http://www.toshiba-europe.com/computers/tnt/bluetooth.htm http://www.pcsupport.toshiba.com)
Gebruikershandleiding 4-31
in de Verenigde Staten.
in Europa of
Page 96
Schakelaar voor draadloze communicatie
U kunt de functie voor draadloos LAN in- of uitschakelen met de schakelaar voor draadloze communicatie. Als de schakelaar op uit staat, kunnen geen gegevens worden verzonden of ontvangen. Verschuif de schakelaar om de functie in en uit te schakelen.
Zet de schakelaar in vliegtuigen en ziekenhuizen op uit. Controleer het lampje. Het lampje brandt niet wanneer de functie voor draadloze communicatie is uitgeschakeld.
Lampje voor draadloze activiteit
Het lampje voor draadloze activiteit geeft de status van de functies voor draadloze communicatie aan.
Lampje Aanduiding Lampje uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat
op uit. Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring
Lampje brandt Schakelaar voor draadloze communicatie staat op
aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld door een toepassing.
Als u draadloos LAN uitschakelt via de taakbalk, moet u de computer opnieuw opstarten om deze functie weer in te schakelen. U kunt in plaats daarvan ook de volgende stappen uitvoeren:
1. Klik in het Configuratiescherm op Systeem en onderhoud.
2. Klik op Apparaatbeheer. Het venster Apparaatbeheer wordt geopend. Klik op Network adaptors (Netwerkadapters).
3. Selecteer de gewenste netwerkadapter en klik op de knop Inschakelen op de werkbalk.
Basisbeginselen
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Fast Ethernet LAN of Gigabit Ethernet LAN (afhankelijk van het aangeschafte model). In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
LAN-kabeltypen
De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen op het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Als u Gigabit Ethernet LAN gebruikt, dient u de computer met een CAT5-E­kabel of hoger aan te sluiten. U kunt hiervoor geen CAT5- of CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikershandleiding 4-32
Page 97
De LAN-kabel aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Basisbeginselen
De LAN-kabel loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel los te koppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de LAN-aansluiting van de computer in en trek de connector eruit.
2. Koppel de kabel op dezelfde wijze los van de LAN-hub. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub loskoppelt.
Gebruikershandleiding 4-33
Page 98

De computer reinigen

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt,
schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet.
Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek.
Voor het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken. Sproei een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek en veeg het scherm hiermee voorzichtig af.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.
Verwijder regelmatig met een stofzuiger het stof uit de luchtopeningen
aan de linkerkant van de computer. Zie hoofdstuk 2, Rondleiding,
Linkerkant.

De computer verplaatsen

De computer is een robuust apparaat. Wanneer u de computer verplaatst, dient u echter enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Het wordt aanbevolen TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in te schakelen
voordat u de computer verplaatst. Raadpleeg de paragraaf De
vasteschijfbeveiliging gebruiken in dit hoofdstuk.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voor u de computer verplaatst.
Controleer het Vaste-schijf-lampje op de computer.
Als er een CD/DVD in het station zit, dient u deze te verwijderen.
Zorg tevens dat de stationslade goed is gesloten.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de universele netadapter en alle randapparaten los alvorens
de computer te verplaatsen.
Sluit het LCD-scherm. Til de computer niet op bij het beeldscherm.
Voordat u de computer gaat verplaatsen, schakelt u deze uit, koppelt
u het netsnoer los en wacht u totdat de computer is afgekoeld. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit resulteren in licht letsel.
Schakel altijd de stroom uit als u de computer gaat verplaatsen.
Als de aan/uit-knop een blokkeringsstand heeft, activeert u deze blokkeringsstand. Zorg ervoor dat de computer nergens tegenaan stoot. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan de computer beschadigd raken, kunnen er in de computer storingen optreden of kunnen er gegevens verloren gaan.
Vervoer de computer nooit terwijl PC-kaarten zijn geïnstalleerd. Dit kan
tot schade aan computer en/of PC-kaart leiden, waardoor het product niet meer werkt.
Basisbeginselen
Gebruikershandleiding 4-34
Page 99
Gebruik een draagtas wanneer u de computer vervoert.
Houd de computer goed vast tijdens het dragen, zodat deze niet kan
vallen of iets kan raken.
Til de computer niet op aan uitstekende delen.

De vasteschijfbeveiliging gebruiken

Deze computer bevat een functie die de kans op beschadiging van de vaste schijf verkleint.
Via een ingebouwde sensor in de computer detecteert de TOSHIBA­vasteschijfbeveiliging trillingen, schokken en dergelijke en plaatst vervolgens automatisch de kop van de vaste schijf in de veilige stand. Zo wordt het risico verkleind dat de schijf beschadigt doordat deze in aanraking komt met de kop.
Deze functie garandeert echter niet dat de vaste schijf niet beschadigt.
Als trillingen worden gedetecteerd, wordt een bericht weergegeven en verandert het pictogram in het systeemvak van de taakbalk in de beveiligde status. Dit bericht wordt weergegeven totdat op OK wordt gedrukt of er 30 seconden zijn verstreken. Wanneer de trillingen verdwijnen, wordt de normale status van het pictogram hersteld.
Pictogram op taakbalk
Status Pictogram Beschrijving Normaal TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
ingeschakeld.
Beveiliging TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
ingeschakeld. De kop van de vaste schijf staat op een veilige positie.
UIT TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging is
uitgeschakeld.
Basisbeginselen
TOSHIBA beveiliging van de vaste schijf - Eigenschappen
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging instellen in het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging. U opent dit venster door te klikken op Start All Programs (Alle programma's)
TOSHIBA Utilities (Hulpprogramma's) HDD Protection Setting (Vasteschijfbeveiliging instellen). U kunt dit venster ook openen via het pictogram op de taakbalk of via Configuratiescherm.
Beveiliging van de vaste schijf
U kunt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging in- of uitschakelen
Gebruikershandleiding 4-35
Page 100
Detectieniveau
Deze functie kan worden ingesteld op vier niveaus. De gevoeligheid waarmee trillingen, schokken en dergelijke worden gedetecteerd kan worden ingesteld op UIT, 1, 2 en 3. Niveau 3 wordt aanbevolen voor de beste bescherming van de computer. Als de computer echter in een mobiele omgeving of in andere onstabiele omstandigheden wordt gebruikt, wordt de TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging mogelijk zeer vaak uitgevoerd als u detectieniveau 3 instelt. Hierdoor neemt de lees- en schrijfsnelheid van de vaste schijf af. Stel een lager detectieniveau in als de lees- en schrijfsnelheid van de vaste schijf van belang is.
U kunt verschillende detectieniveaus instellen, afhankelijk van het feit of u de computer als handheld of draagbare pc gebruikt of in een stabiele omgeving, zoals op een tafel op kantoor of thuis. Als u verschillende detectieniveaus voor de computer instelt afhankelijk van het gebruik met de netadapter (bureau) of met de accu (handheld of draagbaar), wordt het detectieniveau automatisch gewijzigd op basis van de stroomvoorziening.
Details
U opent het venster Details door te klikken op de knop Details instellen in het venster Eigenschappen voor TOSHIBA-vasteschijfbeveiliging.
Verhoging van het detectieniveau
Als de netadapter niet is aangesloten of het scherm is gesloten, gaat de vasteschijfbeveiliging ervan uit dat de computer wordt gedragen en wordt het detectieniveau gedurende 10 seconden op het maximum ingesteld.
Basisbeginselen
TOSHIBA-bericht voor vasteschijfbeveiliging
Geeft aan of er een bericht wordt weergegeven wanneer de TOSHIBA­vasteschijfbeveiliging wordt geactiveerd.
Deze functie werkt niet terwijl de computer wordt opgestart, in de
slaapstand of de sluimerstand staat, overgaat naar de sluimerstand, wordt geactiveerd uit de sluimerstand of is uitgeschakeld. Let erop dat u de computer niet blootstelt aan trillingen of schokken terwijl deze functie is uitgeschakeld.
Deze functie werkt alleen met Windows Vista™.
Gebruikershandleiding 4-36
Loading...