Eerste editie oktober 2017
Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de
maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag
uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere
toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar
digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en
verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder
vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of
middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de
auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.
Afwijzing van aansprakelijkheid
Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De
aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het
tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers
en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd.
TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of
uit discrepanties tussen computer en handleiding.
Handelsmerken
Intel en het Intel-logo zijn handelsmerken van Intel Corporation of diens
dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom
is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het
HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI
Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde
handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
USB Type-C™ is een handelsmerk van USB Implementers Forum.
Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaren zijn.
Voorschriften
De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de IDinformatie op de onderkant van het apparaat voor specifieke informatie met
betrekking tot het aangeschafte model.
FCC-informatie
FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal
apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden
tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze
apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze
energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de
radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter
storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of
televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de
apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of
meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Gebruikershandleiding
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
1-2
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv.
Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan.
Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B
mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met nietcompatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn
aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tvtoestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe
apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial
Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI™-uitgang en de hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van
deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door
TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de
apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking
van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1.Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2.Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren,
zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres:Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100
Irvine, California, USA, 92617
Telefoon:(949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit
vereist is.
Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat
Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere
vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na
aanraken.
Alleen voor de staat Californië.
Gebruikershandleiding1-3
Exportwetten
Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de
exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk
moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel.
Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse
exportwetgeving, is verboden.
EU-verklaring van overeenstemming
Dit product draagt het CE-keurmerk in
overeenstemming met de relevante Europese
richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing
van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe
GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss,
Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring
van overeenstemming is te vinden op de
TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die
worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is
beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/
Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese
richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de
RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch
ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de
toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA
garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen
voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of
geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels
hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc
plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter
voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende
richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/
geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden
aangesloten.
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften
(elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, lichtindustriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit
product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde
werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom
van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur)
gemotoriseerde voertuigen
vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet
aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van
TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde
werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de
nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in
gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd
door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische
compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle
niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen
mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of
luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden
dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.
Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)
Canadese voorschriften (alleen in Canada)
De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de
limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio
Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
Gebruikershandleiding
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
1-5
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze
apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging
tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de
Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du
Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.
Kennisgeving voor Canada
Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van
ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit
apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het
apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables
aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux
deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage,
et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si
le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling
aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte
bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne
of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de
afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière
d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent
pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre
émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13
mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet
ordinateur.
Gebruikershandleiding1-6
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz
en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist
dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van
5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele
satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden
van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze
radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit
apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont
réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire
les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites
mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont
désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les
bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars
pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs
LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un
transmetteur opérant en mode 802.11 a.
De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:
Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU)
801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft
voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het
elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische
huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uitstand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Gebruikershandleiding1-7
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en
gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden
verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het
product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door
het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is
gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van
producten en batterijen draagt u bij aan de juiste
afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en
helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu
en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding1-8
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan
dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden
ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten
worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd
in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden
de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of
cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de
doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt
u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en
batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen.
Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te
leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een
winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden
ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg
er daarbij voor dat u de contacten afplakt met nietgeleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het
hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
(
gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
REACH - Verklaring van overeenstemming
De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische
stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of
Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van
chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde
inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten
informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op
de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website
www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een
concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9
De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:
Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat
dit product niet mag worden ingezameld en
weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer
het product het einde van zijn gebruiksduur heeft
bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een
inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende
instantie om zo het milieu en de menselijke
gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over
inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land
neemt u contact op met de gemeente of met de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300
'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in
elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik
ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama”
yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt
gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal
pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of
defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt
van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden
opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect.
Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.
De volgende informatie geldt alleen voor India:
Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet
als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te
verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het
milieu en de menselijke gezondheid die kunnen
voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te
voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product
bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding1-10
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft,
zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.
Verklaring met betrekking tot videostandaarden
DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL
PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE
PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT
VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE
BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II)
DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD
DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN
NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN
VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT
OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET
OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET
IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE
MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL
GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com
OpenSSL Toolkit License Issues
LICENSE ISSUES
==============
The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit.
See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style
Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL
please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*=====================================================
Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the above copyright notice,
this list of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding1-11
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4.The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be
used to endorse or promote products derived from this software
without prior written permission. For written permission, please contact
openssl-core@openssl.org.
5.Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor
may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission
of the OpenSSL Project.
6.Redistributions of any form whatsoever must retain the following
acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for
use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS''
AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT
NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY
AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN
NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS
BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL,
EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT
LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR
SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS
INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF
LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT
(INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE
POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
=====================================================
This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim
Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/
Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com)
All rights reserved.
This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com).
The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding1-12
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the
following conditions are aheared to. The following conditions apply to all
code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code;
not just the SSL code. The SSL documentation included with this
distribution is covered by the same copyright terms except that the holder
is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the
code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution
as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in
documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1.Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list
of conditions and the following disclaimer.
2.Redistributions in binary form must reproduce the above copyright
notice, this list of conditions and the following disclaimer in the
documentation and/or other materials provided with the distribution.
3.All advertising materials mentioning features or use of this software
must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library
being used are not cryptographic related :-).
4.If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from
the apps directory (application code) you must include an
acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson
(tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED
TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND
FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO
EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR
ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR
CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER
CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE
OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS
SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
Gebruikershandleiding1-13
The licence and distribution terms for any publically available version or
derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be
copied and put under another distribution licence [including the GNU Public
Licence.]
*/
FreeType License Issues
The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27
Copyright 1996-2002, 2006 by
David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg
Introduction
============
The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools
and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not
fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType
font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very
least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG
Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main
points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be
interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form,
without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only
parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your
documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or
without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no
liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to
use in compliance with this license. We thus encourage you to use the
following text:
"""
Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project
www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-14
All rights reserved.
"""
Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use.
Legal Terms
============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and
`FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the
authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the
`FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a
generic term including compiling the project's source code as well as
linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as
`a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project,
including all source code, binaries and documentation, unless otherwise
stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original
archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this
license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert
Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified
below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT
WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED,
INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN
NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS
BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE
INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable
right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create
derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both
source and object code forms) and derivative works thereof for any
purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights
granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding1-15
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT')
unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must
be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright
notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies
of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that
the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the
distribution documentation. We also encourage you to put an URL to
the FreeType web page in your documentation, though this isn't
mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the
FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you
must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name
of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without
specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following
phrases to refer to this software in your documentation or advertising
materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or
`FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it.
However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license,
or another one contracted with the authors, grants you the right to use,
distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the
FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the
terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org
Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking
for support, start in this list if you haven't found anything to help you in
the documentation.
freetype-devel@nongnu.org
Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at
http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding1-16
ENERGY STAR®-programma
Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze
richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Starlogo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STARprogramma van de Environmental Protection Agency
(EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY
STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn
de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld
op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving
en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de
netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de
energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en
het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten
in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben
plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende
instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo
energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand
uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet
standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van
inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige
slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord
aan om de computer snel weer te activeren. Deze
slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar
aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse
uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor
informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de
computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions
Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van
netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement
Afvalverwerking van de computer en de
computeraccu's
Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en
voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor meer informatie.
Gebruikershandleiding1-17
Deze computer bevat een oplaadbare accu. Nadat de accu meerdere
Hitachi-LG Data Storage, Inc.
22-23,KAIGAN 3-CHOME,
MINATO-KU,TOKYO,108-0022
JAPAN
malen is opgeladen en gebruikt, verliest deze de mogelijkheid om
lading vast te houden en moet hij worden vervangen. Volgens de
geldende wetten en voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om
oude accu's weg te gooien met het huisvuil.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor meer details
met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de juiste
wijze weggooien hiervan.
Veiligheidsinstructies voor optische stations
Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te
lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker
van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze
handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden.
Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op
met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan
wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico
van directe blootstelling aan de laserstraal.
De locatie van het vereiste etiket
(Zie het voorbeeld hieronder. De locatie van het etiket en de fabricageinformatie kunnen afwijken van dit voorbeeld.)
Gebruikershandleiding1-18
Voorzorgsmaatregelen
LET OP: Dit apparaat bevat een
lasersysteem, dat is geclassificeerd
als een KLASSE 1LASERPRODUCT. Om te zorgen
dat u dit product correct gebruikt,
dient u de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig te lezen en ter referentie
bij de hand te houden. Wend u in
geval van problemen met dit model
tot het dichtstbijzijnde erkende
Toshiba-servicecenter. Probeer de
kast niet te openen. Doet u dit wel,
dan loopt u het risico van directe
blootstelling aan de laserstraal.
Algemene voorzorgsmaatregelen
TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal
gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap
voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen
nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de
computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen
die in de handleiding worden gegeven.
Zorg voor afdoende ventilatie
Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de
computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen
oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter
wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de
slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af.
Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel.
Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer.
Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander
zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in
systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met
mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding1-19
Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten
Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de
computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een
printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor
een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te
stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht.
Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset.
Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters.
Extreme hitte, koude of vochtigheid.
Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.
Blessures door overbelasting
Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin
wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig
toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens
informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de
verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt
reduceren.
Letsel door verhitting
Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de
computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het
oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt,
kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer
op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in
rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet
worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na
langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit
is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en
laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan
namelijk schade veroorzaken.
Schade door druk of stoten
Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde
stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd
of storingen optreden.
Gebruikershandleiding1-20
De computer schoonmaken
Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de
computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de
buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt,
schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen..
In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend
servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd
is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid
reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het
scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er
geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer
te reinigen.
De computer verplaatsen
Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u
enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de
computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft
werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer
verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten).
Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen.
Sluit het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan
deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de
warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen
(bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude
omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat
het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als
u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging
van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd.
Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de
computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Gebruikershandleiding1-21
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Mobiele telefoons
Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in
het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt
beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een
afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de
mobiele telefoon.
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze
computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor
veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.
Veiligheidspictogrammen
Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent
te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid
zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de
instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van
apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in
gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de
apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding1-22
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle
basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door
TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden
beschreven mogelijk niet correct.
Controlelijst van apparatuur
Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het
verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Hardware
Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer
Accu (vooraf geïnstalleerd in de computer)
Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)
Documentatie
Aan de slag
Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items
ontbreken of beschadigd zijn.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
KlikkenTik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de linkermuisknop.
RechtsklikkenKlik eenmaal met de rechter
touchpadbesturingsknop.
Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Gebruikershandleiding2-1
DubbelklikkenTik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal met de linker
touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Starten
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in
de linkerbenedenhoek van het scherm.
De computer voor het eerst gebruiken
Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding
is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten
werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de
kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te
gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten
Het beeldscherm openen
Het apparaat inschakelen
Eerste configuratie
Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit
regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te
controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens
verloren.
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde schijf
of van een ander primair opslagapparaat op externe media te maken.
Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange
termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in
gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat
alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de ingebouwde
schijf of op een ander opslagmedium. Als u dit niet doet, kan dit
gegevensverlies tot gevolg hebben.
De netadapter aansluiten
Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de
netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de tablet op
accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen
100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
Gebruikershandleiding
2-2
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet
wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de
computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is
meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA
wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc
te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan
leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig
letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele
adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet
overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het
voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de
wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en
frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan
dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag
niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's
dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de
veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen
exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze
handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet
de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium
verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder
stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische
schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen
onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak,
meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan
beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de
onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter
namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard,
warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort
voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding
2-3
1.Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
1
2
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd,
afhankelijk van het model.
2.Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de
gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
De vormgeving van het product verschilt per model.
3.Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt.
Het beeldscherm openen
Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal
kijkgemak.
Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt
opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het
beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Gebruikershandleiding
2-4
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1
1. Beeldscherm
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het
scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer
beschadigt.
Houd uw vingers niet in de opening tussen het lcd-scherm en de accu
wanneer u het scherm sluit omdat u zich anders kunt bezeren.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de
scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke
voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn
achtergebleven.
Gebruikershandleiding2-5
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
1
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en
gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of
dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of
dichtklappen van het beeldscherm).
Het apparaat inschakelen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/
uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet
uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van
Windows.
1.Open het beeldscherm.
2.Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.
Eerste configuratie
Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u
de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het
Gebruikershandleiding
2-6
besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt
weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door
wanneer deze worden weergegeven.
Kennismaken met Windows
Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows
raadpleegt u Tips in het menu Start.
Het menu Start
Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het
Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps,
programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het
scherm.
Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een
rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie
uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.
Windows-taakbalk
Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U
ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.
Taakweergave
De taakweergave ( ) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het
scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden
uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve
apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u
maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergavebureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U
schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.
Zoeken
Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen
en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding
beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet
weergegeven.
Gebruikershandleiding
en klik op Nieuw
2-7
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk
van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen
Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van
internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe
microfoon vereist.
Actiecentrum
U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het
actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt
hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest
gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum
de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.
Instellingen
Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder
geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn
onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren,
optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden.
U opent Instellingen door te klikken op Starten -> (Instellingen).
U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te
kiezen.
Windows Store
op
Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook
veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in
overzichtelijke categorieën.
Aanmeldingsopties
Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door
middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ) en Afbeeldingswachtwoord
( ) om toegang door onbevoegden te voorkomen. Als u meerdere
aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u
een optie selecteren in het aanmeldingsscherm van Windows door op de
optie te klikken. Verificatie door middel van wachtwoord is de
standaardaanmeldingsoptie.
Het apparaat uitschakelen
U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi:
afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Gebruikershandleiding
2-8
Afsluitmodus
Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen
gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt
het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1.Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf
of een ander opslagmedium op.
2.Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf
verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt,
kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Doet u dat
wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los
en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van
gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4.Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn
aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd
om mogelijke beschadiging te voorkomen.
De computer opnieuw opstarten
In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld
als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.
Slaapstand
Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder
dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te
zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het
hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer
inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Gebruikershandleiding
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te
klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
2-9
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op
een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend,
dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor
draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de
computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de
computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw
worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of nietopgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen
verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de
slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Verwijder de accu niet terwijl de computer in de slaapstand staat
(tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Hierdoor
kunnen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Energiebeheer.
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand
is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het
toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat
de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie
Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via
Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
Gebruikershandleiding2-10
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uitlampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale
gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de
sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de
computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
De accu is leeg en de netadapter is niet aangesloten.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt
uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de
computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de
randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen
bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd,
wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde
schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste
handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter loskoppelt voordat het
opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding2-11
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de
sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media,
zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe
geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu
bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde
schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige
werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en
selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt
in:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2.Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3.Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4.Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer kan zo worden geconfigureerd dat automatisch de
sluimerstand wordt geactiveerd wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het
scherm sluit. U definieert deze instellingen als volgt:
1.Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2.Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3.Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding2-12
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit
het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele
ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit
te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Systeemherstel
De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de
systeemherstelopties die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen.
De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de ingebouwde
schijf wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de
herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of
de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg
dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBAhulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken
om uw systeem te herstellen nadat u de ingebouwde schijf hebt gewist.
Herstelmedia maken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia
maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals
een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding2-13
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht
tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de antivirussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde
bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's
die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch,
dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/
afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en
vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op
de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden
gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1.Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen.
In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de
herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten
schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het
optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer
daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium
dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en
gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2.Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows
op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3.Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of
plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een
herstelstation maken.
5.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor
onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf
herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van
Windows.
Gebruikershandleiding2-14
De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de
gemaakte herstelmedia
Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de
computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u
hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop
verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup
Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1.Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2.Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3.Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde
herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de
standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup
Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1.Plaats het herstelmedium in het optische station of sluit het USBflashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USBpoort.
2.
Klik op Starten ->
3.Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de
computer is ingeschakeld.
4.Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het
menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5.Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet
uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder
een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden
gemaakt.
Gebruikershandleiding2-15
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de
herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met
de ondersteuning van TOSHIBA.
De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de
herstelpartitie
Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd
als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden
opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software
te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen
partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier
dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk
geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een
partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de
ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure.
Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt
de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens
erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de
geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windowsbesturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na
de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2.Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de
computer is ingeschakeld.
3.Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-herstelwizard.
4.Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding2-16
Hoofdstuk 3
13
2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer
beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel
voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het
oppervlak te voorkomen.
Voorkant met gesloten beeldscherm
In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met
gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. DC IN-/acculampje
2. Aan/uit-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
DC IN-/acculampjeHet DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit
geeft aan dat de accu volledig is opgeladen
terwijl de computer correct stroom krijgt via de
netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Gebruikershandleiding3-1
3. Lampje voor draadloze communicatie
Aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje brandt wit als de computer
12
8
6
7
3
B
4
5
A
126
7
3109
B
4
5
A
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in
de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor
draadloze
communicatie
Linkerkant
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer.
5. USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1)*10. Lampje voor draadloos WAN*
Het lampje voor draadloze communicatie
brandt wit wanneer de draadloze functies zijn
ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze
functies.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
8. Optisch station*
9. SIM-kaartsleuf*
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een
bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren
ter bescherming tegen diefstal.
Gebruikershandleiding3-2
LAN-aansluitingVia deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde
ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits
per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN
(100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of
Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als
u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Universal Serial Buspoort (USB 2.0 of 3.0)
Eén of twee USB-poorten, die voldoen aan de
USB 2.0- of 3.0-standaard, bevinden zich aan de
linkerkant van de computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
USB Type-C-poort
(USB 3.1 Gen1)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.1
Gen1-standaard, bevindt zich aan de linkerkant
van de computer.
Deze USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1)
ondersteunt USB 2.0 met een theoretische
maximale overdrachtsnelheid van 480 Mbps en
USB 3.1 Gen1 (5 V gelijkstroom, 900 mA) met
een theoretische maximale overdrachtsnelheid
van 5 Gbps. Deze poort ondersteunt alleen USBgegevensoverdracht.
Sommige modellen zijn voorzien van een USB
Type-C-poort (USB 3.1 Gen1).
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort, klikt u op
het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op
de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-apparaat dat u wilt
verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding3-3
Hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting
Smart Card-sleufIn deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
Optisch stationDe computer is geconfigureerd met een DVD
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of
beschreven.
SIM-kaartsleufIn deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoon-/
microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon,
stereohoofdtelefoon of headset aansluiten.
plaatsen.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart
Card-sleuf.
Super Multi-station.
Sommige modellen zijn voorzien van een optisch
station.
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet
en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIMkaartsleuf.
Lampje voor
draadloos WAN
Rechterkant
De volgende afbeeldingen illustreren de rechterkant van de computer.
Gebruikershandleiding
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw
wanneer de functies voor draadloos WAN zijn
ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de
verbindingsstatus van de functie voor draadloos
WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie
voor draadloos WAN.
3-4
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
1224653
1. Geheugenmediasleuf4. Poort voor externe RGB-monitor
2. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0)5. Luchtopeningen
3. HDMI™-uitgang6. Gelijkstroomingang (19 V)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of
MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het
gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt
en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Universal Serial Buspoort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0standaard, bevinden zich in de rechterkant van
de computer.
Een USB 3.0-poort is compatibel met de USB
3.0-standaard en is neerwaarts compatibel met
USB 2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) beschikt over de
functie Slaapstand en laden en deze functie is
alleen beschikbaar op sommige modellen.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden
gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USBapparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die
zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet
correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de
computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USBapparaat dat u wilt verwijderen.
Gebruikershandleiding3-5
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
1
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen
tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat,
met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI™-uitgangOp de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Poort voor externe
RGB-monitor
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Gelijkstroomingang
(19 V)
Achterkant
In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort.
Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe
RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe
RGB-monitor op de computer aansluiten.
processor voorkomen.
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten
om de computer van stroom te voorzien en om
de interne accu's te laden. U mag alleen het
model netadapter gebruiken dat bij de computer
is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter
gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1. Accu
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-6
AccuDe oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
2
4
3
1
2
5
3
1
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.
Onderkant
De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg
dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid
om schade te voorkomen.
computer van stroom wanneer de netadapter niet
is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het gebruik en de werking van de
accu.
* Aanwezig op sommige modellen.
De vormgeving van het product verschilt per model.
3-7
1
AccuvergrendelingVerschuif de accuvergrendeling om de accu te
2
ontgrendelen zodat u deze kunt verwijderen.
Accuontgrendelingsschuif
Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde
stand, zodat u de accu kunt verwijderen.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie over het verwijderen van de accu.
LuchtopeningenDe luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen
voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen
komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden,
waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
DockingpoortOp deze poort kan een optionele TOSHIBA Hi-
Speed Port Replicator III 180W/120W worden
aangesloten, zoals wordt beschreven in
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is
compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een
pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer
beschadigen.
Gebruikershandleiding3-8
Afdekplaatje
geheugenmodule
Sommige modellen zijn uitgerust met een
afdekplaatje over de geheugenmodules. In de
sleuven onder dit afdekplaatje kunt u extra
geheugenmodules plaatsen, vervangen en
verwijderen.
Er kunnen geheugenmodules van 4, of 8 in de
twee sleuven van de computer worden
geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van
maximaal 16 GB. De daadwerkelijke hoeveelheid
bruikbaar systeemgeheugen is minder dan de
geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg het gedeelte Aanvullende
geheugenmodule.
Voorkant met geopend beeldscherm
In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm
beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een
comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding3-9
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm
6
1111
5
1
9
10
8
7
8
2
2
43
12
6
1111
14
16
14
15
5
1
139
10
8
7
8
2
2
43
12
1. Antennes voor draadloze
communicatie (niet zichtbaar)*
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Toetsenbord
Antennes voor draadloze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer
zijn een of alle van de volgende antennes
ingebouwd:
Draadloos LAN
Draadloos LAN/Bluetooth
®
Sommige modellen zijn uitgerust met antennes
voor draadloze communicatie.
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af
met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet
werkt.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
MicrofoonsMet de ingebouwde microfoons kunt u geluiden
voor uw toepassingen importeren en opnemen.
Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
ingebouwde microfoon.
WebcamEen webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw
computer. U kunt deze camera gebruiken voor
videochats of videovergaderingen via een
communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een
webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel
doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje
(lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze
vuil wordt.
WebcamlampjeHet webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt.
Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Gebruikershandleiding3-11
BeeldschermLCD-scherm van 39,6 cm (15,6 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels
verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels
verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu
wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn
als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit
verschil in helderheid dient om accu-energie te
besparen wanneer het apparaat op de accu
werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
StereoluidsprekersVia de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de
geluidssignalen die door het systeem worden
gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg
is.
Aan/uit-knopDruk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Beeldschermscharnieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het
beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand
zetten.
ToetsenbordHet toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale
Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden
van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor
meer informatie.
TouchpadMet het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de muisaanwijzer aansturen.
Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in
de richting te bewegen waarin u de
muisaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding3-12
Touchpadbesturingsknoppen
VingerafdruksensorMet deze sensor kunt u een vingerafdruk
AccuPointMet dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
De twee knoppen onder het touchpad worden op
dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een
standaardmuis. Druk op de linkerknop om een
menuoptie te selecteren of om te werken met
tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer
worden aangegeven. Druk op de rechterknop om
een menu of andere functie weer te geven,
afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen.
Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
van het toetsenbord bevindt, kunt u de
schermaanwijzer besturen. Sommige modellen
zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPointbesturingsknoppen
Aan/uit-pictogram
voor touchpad
TOSHIBA ecopictogram
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord
kunt u menuopties selecteren of bewerkingen
uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de
schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen
modellen met een AccuPoint zijn voorzien van
AccuPoint-besturingsknoppen.
Dubbeltik op dit pictogram om het touchpad in/uit
te schakelen.
Sommige modellen zijn voorzien van een aan/uitpictogram voor het touchpad.
Dubbeltik op dit pictogram om TOSHIBA eco
Utility te starten.
Sommige modellen zijn voorzien van het
TOSHIBA eco-pictogram.
Interne hardwareonderdelen
In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer
beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
CPUHet type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw
model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Systeem.
Gebruikershandleiding3-13
Wettelijke voetnoot (CPU)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijfDe capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model.
Houd er rekening mee dat een deel van de
ingebouwde schijf wordt gebruikt voor
beheerdoeleinden.
Sommige modellen zijn uitgerust met een solid-state drive (SSD) in
plaats van een vaste schijf. In deze handleiding verwijst de term 'vaste
schijf' (of HDD voor Hard Disk Drive) ook naar de SSD, tenzij anders
wordt aangegeven.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solidstate geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals
een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de vaste schijf/SSD
langere tijd niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van
gegevens optreden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf)
Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.
RTC-batterijHet apparaat heeft een interne batterij voor de
RTC (Real-Time Clock) en kalender.
Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden
De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu
worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden,
bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu
heeft.
DC IN-/acculampje
Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu te bepalen
en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op
de volgende indicaties:
Gebruikershandleiding3-14
Knipperend oranjeDe accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
OranjeGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
WitGeeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend witDuidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en verwijder
de accu. Plaats daarna de accu terug en sluit de
netadapter weer aan. Als de computer nog
steeds niet werkt, moet u wellicht contact
opnemen met de leverancier of verkoper.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat
het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer
normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of
uitstaat.
Aan/uit-lampje
Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let
daarbij op de volgende indicaties:
WitGeeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend oranjeGeeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is
(adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt nietIn alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding3-15
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik
beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij
dient te treffen.
Het touchpad gebruiken
Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
TikkenTik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Hoofdstuk 4
Tikken met twee
vingers
Knijpen of spreidenPlaats twee of meer vingers op het touchpad en
Schuiven met twee
vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het
touchpad om een menu of andere functie weer te
geven, afhankelijk van de gebruikte software.
(Vergelijkbaar met klikken met de
rechtermuisknop)
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar
af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende
informatieniveaus weer of kunt u in- of
uitzoomen.
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of
horizontaal vanaf elke positie op het touchpad.
Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster
bedienen.
Gebruikershandleiding4-1
Vegen met drie
vingers
Plaats geen voorwerpen op het oppervlak van het touchpad om
ongewenste acties te voorkomen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen
ondersteund in bepaalde toepassingen.
Het toetsenbord
Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de
toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn
toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen
en speciale Windows-toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan
kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Beweeg snel met drie vingers tegelijk vanaf een
rand van het touchpad zonder te pauzeren
wanneer u het touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de bovenrand: het bureaublad
weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: alle geopende apps
in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de linker- of rechterrand: schakelen
tussen geopende apps. Veeg langzaam met uw
vingers over het touchpad om door alle apps te
bladeren.
Toetsenbordlampje
In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS
LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje, die de volgende
omstandigheden aangeven:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord
hoofdletters produceren.
Als het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen cijfers
invoeren.
Gebruikershandleiding
4-2
Afbeelding 4-1 Lampje voor numeriek toetsenblok
2
1
1. CAPS LOCK-lampje2. NUM LOCK-lampje
CAPS LOCKDit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor
lettertoetsen.
NUM LOCKWanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken
om cijfers in te voeren.
Functietoetsen
De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het
toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of
uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de
bijbehorende functietoetsen.
ToetscombinatieFunctie
FN + F1De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u
opnieuw aan te melden.
FN + F2Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4Het systeem in de sluimerstand zetten.
FN + F5Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken,
moet u de resolutie van het interne beeldscherm
instellen op dezelfde resolutie als die van het
externe scherm.
FN + F6De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
Gebruikershandleiding4-3
ToetscombinatieFunctie
FN + F7De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
FN + F8De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + ESCHet geluid in- of uitschakelen.
FN + 1Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde
toepassingsvensters vergroten.
FN + 3Het afspeelvolume van de computer verlagen.
FN + 4Het afspeelvolume van de computer verhogen.
FN + 5Schakelen tussen de beschikbare koelmethoden in
het huidige energiebeheerschema.
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
FN + spatiebalkDe beeldschermresolutie wijzigen.
FN + SHiermee kunt u zoeken op uw computer, op
internet of in een app.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen
tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op
Starten -> TOSHIBA -> TOSHIBA Settings. Klik
op de tab Toetsenbord en selecteer een niveau
onder Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS
Setup-hulpprogramma, selecteert u Power
Management -> Keyboard Backlight Control
Mode en selecteert u TIMER. Pas de timer aan
onder Backlight Lighting Time.
Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand
van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen
in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding4-4
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA -> TOSHIBA Settings
-> Toetsenbord.
Speciale Windows-toetsen
Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale
functie hebben: de toets met het Windows®-logo activeert het menu Start,
terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.
Optisch station
In sommige modellen is een DVD Super Multi-station geïnstalleerd.
Indelingen
Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM,
DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM
Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CDEXTRA), adresseringsmethode 2, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW,
DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Het optische station gebruiken
Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van
programma's op een optische schijf. U kunt discs van 12 cm of 8 cm
zonder adapter gebruiken.
Voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven raadpleegt u
het gedeelte Schijven beschrijven.
U plaats schijven als volgt:
1.Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om
de disclade enigszins te openen.
Gebruikershandleiding
4-5
2.Trek de disclade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
1
2
1
Afbeelding 4-2 Drukken op de uitwerpknop en de disclade openen
1. Uitwerpknop
3.Leg de schijf met het opschrift omhoog in de disclade.
Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen
1. Laserlens
Wanneer de disclade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de
computer de disclade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst,
moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf
echter dat de schijf plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste
uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen.
Controleer of de bodem van de disclade, vooral het gedeelte achter de
voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4.Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
5.Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten.
Gebruikershandleiding
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het
ladeoppervlak.
Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
4-6
Als de schijf niet goed zit wanneer de disclade gesloten is, bestaat het
1
Φ1.0mm
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat
de disclade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop
drukt.
Schijven verwijderen
U verwijdert de schijf als volgt:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station
plaatsvindt. Wacht totdat het lampje voor het optische station uit is voordat
u de disclade opent. Haal de schijf pas uit de disclade nadat de schijf is
opgehouden met draaien.
1.Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de
disclade voorzichtig helemaal open.
Wanneer de disclade een stukje wordt geopend, moet u even wachten
totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de disclade volledig
opentrekt.
2.De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de disclade, zodat u hem
kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3.Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten.
Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de disclade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is
uitgeschakeld. In dat geval kunt u de disclade openen door een dun
voorwerp (ongeveer 20 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het
uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Gaatje voor handmatig uitwerpen
Gebruikershandleiding4-7
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje,
dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u
de disclade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.
Beschrijfbare schijven
In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven
beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen
kunnen worden beschreven.
Cd's
Een CD-R kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen
gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en
ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Dvd's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen
slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens
kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals
worden beschreven.
Schijven beschrijven
Met het DVD Super Multi-station met kunt u gegevens schrijven naar CDR, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW
en DVD-RAM.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de
netadapter altijd aansluiten op een werkend stopcontact. Als gegevens
worden weggeschreven bij gebruik van de accu, kan het wegschrijven
soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in
gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven of
herschrijven die door het optische station worden ondersteund en volg alle
configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Als u dat niet doet, werkt het
optische station mogelijk niet correct en worden gegevens mogelijk niet
correct (her)schreven. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of het
station of medium beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
4-8
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit
product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als
gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende
winstderving of bedrijfsschade.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software
van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige
technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten
kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de
gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën
te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud
onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.
Vóór schrijven of herschrijven
Op grond van beperkte compatibiliteitstests door TOSHIBA worden de
volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit
kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA
staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei
schijven.
CD-R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
Dvd-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen
gebruik, versie 2.0
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
Gebruikershandleiding4-9
DVD-RW:
Dvd-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of
versie 1.2
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 6-speed media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
Dvd-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen
onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL-indeling 4 (Layer Jump
Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of
herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de ingebouwde schijf naar het optische
station. Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de
oorspronkelijke gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem.
Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik
van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het
beeldscherm.
Een communicatietoepassing starten.
Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen.
Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een
optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te
reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten,
Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u
overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een
optisch medium uit het optische station verwijderen nadat het
schrijven is voltooid.)
Gebruikershandleiding4-10
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en
onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden
tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd
plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's,
treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een
wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten
uit de buurt van de computer.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba
Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u CyberLink
PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA gebruikt:
Opmerkingen betreffende het gebruik
Deze software kan alleen worden gebruikt in het besturingssysteem
Windows.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba wordt alleen geleverd bij
modellen die zijn geconfigureerd met een DVD Super Multi-station.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA ondersteunt het afspelen
van dvd's en videobestanden.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid
en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van
bepaalde video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u CyberLink PowerDVD 14
DVD for Toshiba gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer
geen andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave
kan in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten dvd's die zijn gemaakt op een gewone dvd-recorder
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik video-dvd's met een regiocode 'gelijk aan de
standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een
televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan
in de weergave van de video of de opname van het
televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start
tijdens videoweergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van
de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video
wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven
in CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video
afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave
verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer
in op 'Balans'.
Gebruikershandleiding4-11
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba. De computer wordt niet
automatisch in de sluimerstand of slaapstand gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet
zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl CyberLink PowerDVD 14
DVD for Toshiba wordt uitgevoerd.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl CyberLink
PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L
wanneer u CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA gebruikt.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA heeft geen functie voor
ouderlijk toezicht.
Installeer of verwijder CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba
terwijl u bent aangemeld met een gebruikersaccount met
beheerdersrechten.
Wissel niet tussen Windows-gebruikers terwijl CyberLink PowerDVD
14 DVD for Toshiba actief is.
Als u bij sommige dvd's of videobestanden het geluidsspoor wijzigt via
het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Sommige mediabestanden worden mogelijk niet correct afgespeeld
door deze speler. Dit kan ook gebeuren als u Windows Media Player
en de video-app gebruikt.
Wanneer een video-dvd in het dvd-station wordt geplaatst (voor
modellen met een dvd-station), kan CyberLink PowerDVD 14 DVD for
TOSHIBA automatisch worden gestart.
Beeldschermen en geluid
Als het videobeeld niet wordt weergegeven op een extern
beeldscherm of een televisie, stopt u CyberLink PowerDVD 14 DVD
for TOSHIBA en wijzigt u de schermresolutie. Als u de
schermresolutie wilt wijzigen, klikt u op Starten -> > Systeem -> Beeldscherm -> Resolutie. Video kan echter niet
worden uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie
vanwege de uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het
weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen
worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern
scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt CyberLink
PowerDVD 14 DVD for Toshiba mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD
for Toshiba wordt uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl CyberLink PowerDVD 14
DVD for Toshiba wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding4-12
(Instelllingen) -
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba starten
U start CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA door te klikken op
Starten -> CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba gebruiken
Opmerkingen over CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video en
per scène verschillen.
De handleiding van CyberLink PowerDVD 14 DVD for
TOSHIBA openen
De functies van en instructies voor CyberLink PowerDVD 14 DVD for
Toshiba worden uitgebreid toegelicht in de Help van CyberLink PowerDVD
14 DVD for Toshiba. Gebruik de volgende procedure om de Help van
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba te openen.
Druk op de toets F14 wanneer CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba
is gestart.
De AccuPoint gebruiken
U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te
duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de
AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik
Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer
wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld
tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht
worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten;
u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent;
er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt;
er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen
foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer
verder gaat.
Het kapje vervangen
Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig
gebruik te worden vervangen.
Gebruikershandleiding4-13
1.U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw
vinger los te trekken.
Afbeelding 4-5 Het AccuPoint-kapje verwijderen
1. AccuPoint-kapje
De vormgeving van het product verschilt per model.
2.Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin
bevindt.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële
TOSHIBA-leverancier.
De vingerafdruksensor gebruiken
Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee
vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor
vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het
toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het
volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows
De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen.
Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer
wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder
vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruikershandleiding4-14
Uw vinger over de sensor halen
1
1
Gebruik de volgende stappen wanneer u uw vingers over de sensor haalt
voor vingerafdrukregistratie of verificatie om zo de kans op verificatiefouten
te verkleinen:
Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van de
sensor. Raak de sensor licht aan en beweeg uw vinger recht naar u toe
totdat het sensoroppervlak weer zichtbaar is. Terwijl u dit doet, moet u
ervoor zorgen dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor
bevindt.
In de volgende afbeeldingen ziet u de aanbevolen manier om uw vinger
over de vingerafdruksensor te halen.
Afbeelding 4-6 Haal de vinger over de sensor
1. Sensor
Houd uw vinger niet stijf, druk niet te hard op de sensor en zorg dat
het midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over
de sensor beweegt. Als u niet aan een van deze voorwaarden voldoet,
kan uw vingerafdruk mogelijk niet worden gelezen.
Controleer eerst waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich
bevindt en beweeg deze plek over het midden van de sensor.
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te
langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om
de snelheid van de beweging aan te passen.
Aandachtspunten met betrekking tot de
vingerafdruksensor
Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich
niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen
met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager
herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of
scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor.
Gebruikershandleiding4-15
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen.
Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en
vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor.
Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een
vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig.
Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak
van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen
schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te
reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat
herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de
vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van
vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt
genomen
Gewonde vinger
Natte vinger
Vuile of vettige vinger
Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te
vergroten.
Registreer twee of meer vingers.
Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds
vastgelegde vingers vaak mislukt.
Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd
nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of
zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen
het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is
versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het
herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u
ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor
identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn
waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren
doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Gebruikershandleiding4-16
Accu's en batterijen
In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee,
de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.
Accutypen
De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen.
Accu
Een verwisselbare lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel
'hoofdaccu' of kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van
de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra
accu's kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom, maar u
dient de accu niet te verwisselen als de adapter is aangesloten.
Alvorens de accu te verwijderen dient u uw gegevens op te slaan en de
computer af te sluiten of de computer in de sluimerstand te zetten. Let erop
dat als u de computer in de sluimerstand zet, de geheugeninhoud wordt
opgeslagen op de ingebouwde schijf, hoewel het uit
veiligheidsoverwegingen verstandig is uw gegevens ook handmatig op te
slaan.
RTC-batterij (Real-Time Clock)
De RTC- ofwel Real-Time Clock-batterij voorziet de interne real-time klok
en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de
computer is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het systeem
deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg Real-Time Clock voor meer informatie.
De RTC-batterij van de computer moet worden vervangen door uw
leverancier of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger. Indien de batterij
onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat
ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften.
Onderhoud en gebruik van de accu
Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte
behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid encomfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en
bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding4-17
Zorg dat de accu correct in de computer is geïnstalleerd voordat u
probeert de accu op te laden. Bij een onjuiste installatie kan rook of
vuur ontstaan of kan de accu barsten.
Houd de accu buiten bereik van kinderen. De accu kan letsel
veroorzaken.
De accu kan ontploffen als deze onjuist wordt vervangen, gebruikt,
gehanteerd of afgedankt. Houd u bij het afdanken van de accu aan de
plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die
door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC.
Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan
elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de
gebruiksduur van de accu achteruitgaan.
Installeer of verwijder de accu nooit voordat de computer is
uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu nooit
terwijl de computer in de slaapstand staat omdat dan gegevens
verloren kunnen gaan.
Verwijder de accu nooit terwijl de functie Activering op LAN is
ingeschakeld, omdat dan gegevens verloren gaan. Schakel de functie
Activering op LAN uit voordat u een accu verwijdert.
De accu opladen
Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om
aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden
gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje
knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens
verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in
de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een functionerend
stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/acculampje oranje.
Oplaadtijd
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu
volledig op te laden.
Gebruikershandleiding4-18
Type accuUitgeschakeldIngeschakeld
Accu
(45 Wh, 4 cellen)
circa 3 uurcirca 3 ~ 10 uur
RTC-batterijWordt niet
opgeladen
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat,
wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de
computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld
intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens
gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
Wordt niet opgeladen
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1.Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2.Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding4-19
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt
controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende
capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur
te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan
afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu
geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet
zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig
opgeladen zijn.
Gebruiksduur van de accu maximaliseren
De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één
acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt
van het volgende:
Processorsnelheid
Helderheid van scherm
Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld
Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe
schijfstations, zoals het optische station, gebruikt
Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu
De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien
De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat
Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie
De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen
Slaapstand
Sluimerstand
Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld
Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt
De toestand van de accu-aansluitpunten. Zorg er altijd voor dat de
aansluitpunten schoon blijven door ze af te vegen met een schone,
droge doek voordat u de accu plaatst.
Leeglooptijd van accu's
Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen,
zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Gebruikershandleiding4-20
Type accuSlaapstandAfsluitmodus
Accu
(45 Wh, 4 cellen)
RTC-batterijongeveer 8 jaar ongeveer 8 jaar
circa 6 dagencirca 105 dagen
Gebruiksduur van de accu verlengen
U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen
ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1.Schakel de computer uit.
2.Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer
niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3.Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu
minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu
helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er
een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4.Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje
brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het
DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom
wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het
netsnoer correct zijn aangesloten.
5.Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
De accu vervangen
Vergeet niet dat de accu een verbruiksartikel is.
De gebruiksduur van de accu neemt geleidelijk af door herhaaldelijk laden
en ontladen, en de accu moet worden vervangen als de levensduur is
verstreken. U kunt daarnaast een lege accu ook vervangen door een
reserve-accu als u de computer voor een langere tijd niet op het
elektriciteitsnet kunt aansluiten.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de accu verwijdert en installeert.
Hierbij wordt in de volgende stappen eerst uitgelegd hoe u de accu
verwijdert.
Verwijder de accu niet terwijl de computer in de slaapstand staat,
aangezien gegevens die in het RAM zijn opgeslagen, verloren kunnen
gaan als de computer geen stroom meer krijgt.
In de sluimerstand gaan gegevens verloren als u de accu verwijdert of
de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid.
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu er dan uit kan vallen doordat de accuhouder
per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
Gebruikershandleiding4-21
De accu verwijderen
2
1
3
U verwijdert een lege accu als volgt:
1.Sla uw werk op.
2.
Klik op Starten ->
(Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl
u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
3.Verwijder alle op de computer aangesloten kabels en randapparatuur.
4.Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5.Schuif de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand (
).
6.Verschuif de accu-ontgrendelingsschuif en houd deze vast om de
accu te ontgrendelen, til de accu op en verwijder deze uit de
computer.
Afbeelding 4-7 De accu losmaken
1. Accuvergrendeling3. Accu
2. Accu-ontgrendelingsschuif
De accu installeren
U installeert een accu als volgt:
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer
vasthoudt omdat de accu er dan uit kan vallen doordat de accuhouder per
ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
1.Schuif de accu zo ver als het gaat in de computer.
2.Zorg dat de accu correct is geplaatst en dat de accuvergrendeling in
de vergrendelde stand (
) staat.
3.Draai de computer om.
Draadloos WAN-apparaat
Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos
WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een
bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Gebruikershandleiding4-22
Een SIM-kaart installeren
1
U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten ->
Let erop dat het aan/uit-lampje uit is.
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Sluit het beeldscherm.
4.Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5.Draai de computer om en zoek de SIM-kaartsleuf.
6.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
Trek de SIM-kaarthouder nooit helemaal uit de sleuf.
Afbeelding 4-8 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje
(Aan/uit) en klik vervolgens op Uitschakelen.
1. Uitwerpgaatje
7.Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omhoog gericht in
de SIM-kaarthouder
8.Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het
midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de
houder vastklikt.
9.Plaats de accu.
Gebruikershandleiding4-23
Afbeelding 4-9 De SIM-kaart plaatsen
1
2
1. SIM-kaarthouder2. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan.
Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.
Een SIM-kaart verwijderen
U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1.Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
2.Sluit het beeldscherm.
3.Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
4.U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun
voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een
rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek
voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
5.Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
6.Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.
GPS-functie
Uw computer kan ingebouwde GPS (Global Positioning System) bevatten.
De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de
locatie niet correct worden vastgesteld.
Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
Gebruikershandleiding4-24
GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie
ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden
gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige
locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende
plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw
In een tas of doos
Tussen dichte bomen
Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt
In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water
In volgebouwde straten of woongebieden
In de buurt van hoogspanningskabels
Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw
Aanvullende geheugenmodule
Dit gedeelte is alleen van toepassing op modellen met een afdekplaatje
over de geheugenmodules.
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt bekrast of beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/
vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit
genereert of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de
volgende omstandigheden:
a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat
vallen. Dit kan leiden tot een defect of elektrische schok.
Gebruikershandleiding4-25
Een aanvullende geheugenmodule is een elektronische
1
2
precisiecomponent die onherstelbaar kan worden beschadigd door
statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische
elektriciteit kan bevatten, moet u zichzelf ontladen voordat u
aanvullende geheugenmodules aanraakt of installeert. Raak
eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de
statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te
verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de
schroefkoppen beschadigen.
Een geheugenmodule installeren
U installeert een geheugenmodule als volgt:
1.
Klik op Starten ->
u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Sluit het beeldscherm.
4.Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5.Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6.Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
Afbeelding 4-10 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
(Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl
1. Schroef
Gebruikershandleiding4-26
2. Afdekplaatje geheugenmodule
7.Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
1
3
2
met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf
onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens
omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 4-11 De geheugenmodule plaatsen
1. Inkeping3. Sleuf B
2. Sleuf A
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer
niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met
geheugentoegang veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik
sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is
geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
Gebruikershandleiding4-27
8.Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
1
2
met de schroef.
Zorg dat het afdekplaatje van de geheugenmodule goed is gesloten.
Afbeelding 4-12 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
1. Afdekplaatje geheugenmodule2. Schroef
9.Plaats de accu.
10. Draai de computer om.
11. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan. Controleer of het
toegevoegde geheugen wordt herkend. U controleert dit door te
klikken op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.
Een geheugenmodule verwijderen
U verwijdert een geheugenmodule als volgt:
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl
u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
2.Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3.Sluit het beeldscherm.
4.Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5.Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de
geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje
bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6.Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
7.Duw de klemmetjes opzij, zodat de module vrijkomt. Een veertje zorgt
ervoor dat de module naar voren komt.
Gebruikershandleiding4-28
8.Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
1
1
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de
nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat
geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de
modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer
niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met
geheugentoegang veroorzaken.
Afbeelding 4-13 De geheugenmodule verwijderen
1. Klemmetjes
9.Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
Zorg dat het afdekplaatje van de geheugenmodule goed is gesloten.
10. Plaats de accu.
11. Draai de computer om.
12. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10
megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per
seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
Gebruikershandleiding4-29
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
2
1
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met
een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in
het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.
De LAN-kabel aansluiten
U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens
LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de
netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een
LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat
niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LANaansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of
storingen veroorzaken.
1.Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2.Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw
voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-14 De LAN-kabel aansluiten
1. LAN-aansluiting
Gebruikershandleiding4-30
2. LAN-kabel
3.Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Geheugenmedia
Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u
verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt
plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten
zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf
terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven,
nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen.
Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de
computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel
tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD-/microSD-kaart is een adapter vereist.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan
derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia
probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-15 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)
Aandachtspunten met betrekking tot
geheugenkaarten
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure
Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal
kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal
daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar
kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor
privégebruik.
Gebruikershandleiding4-31
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SDgeheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXCgeheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit.
Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf
goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ().
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ().
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ().
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De
maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De
maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 128 GB.
Formattering van geheugenmedia
Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen.
Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een
apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd
conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert,
dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of
digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de
formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het
beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg
kan met het kopieerbeveiligingssysteem.
Behandeling van schijven
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van
kaarten in acht.
Buig kaarten niet.
Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats.
Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden.
Plaats de kaart na gebruik terug in de houder.
De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen.
Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Gebruikershandleiding4-32
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
2
1
geen gegevens wilt vastleggen.
Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens.
Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten.
Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen
gegevens wilt vastleggen.
Geheugenmedia plaatsen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1.Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen
delen) naar beneden zijn gericht.
2.Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de
computer.
3.Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
Afbeelding 4-16 Geheugenmedia plaatsen
1. Geheugenmediasleuf
2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u
dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet
meer verwijderen.
Gebruikershandleiding4-33
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia
plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan
statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of
sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel,
dan kunnen gegevens verloren gaan.
Geheugenmedia verwijderen
De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde
media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
1.Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2.Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3.Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar
voren komt.
4.Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt
terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans
dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de
slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer
instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren
gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in
de geheugenmediasleuf laat zitten.
Smart Card
Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat
een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens
kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor
uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische
betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart
Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de
computer gebruikt.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart Card-sleuf.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde
protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
Gebruikershandleiding4-34
Een Smart Card plaatsen
De Smart Card-sleuf bevindt zich in de zijkant van de computer. De
Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om een
Smart Card te plaatsen terwijl de computer is ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1.Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen
aansluitpunten naar boven gericht.
2.Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit. De computer
herkent de Smart Card en toont een pictogram op de Windowstaakbalk.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u
erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf
bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing.
Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de
computer verplaatst.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de
computer en/of de Smart Card.
3.Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te
lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.
Een Smart Card verwijderen
U verwijdert een Smart Card als volgt:
1.Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door
een programma of het systeem wordt gebruikt.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de
computer verwijdert.
2.Wijs Smart Card aan en klik op de linkerbesturingsknop van het
touchpad.
3.Verwijder de Smart Card.
Extern beeldscherm
U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra
beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad
uitbreiden.
Gebruikershandleiding4-35
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is
1
2
gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.
Een extern beeldscherm aansluiten
Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook
andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op
de computer.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe
analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge
monitor aan:
1.Sluit het ene uiteinde van de RGB-kabel aan op de poort voor een
externe RGB-monitor.
2.Sluit het andere uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGB-poort van
de computer.
3.
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen
bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met
bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
4.Zet de externe monitor aan.
Afbeelding 4-17 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
monitor
1. Poort voor externe RGB-monitor
2. RGB-kabel
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend
door en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor
betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor,
wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte
balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een
weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad
wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogtebreedteverhouding.
Gebruikershandleiding4-36
De HDMI™-uitgang
1
2
De HDMI™-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel videoals audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt.
HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies,
kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een
geschikte HDMI™-kabel kopen.
1.Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™uitgang van het HDMI™-apparaat.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™uitgang van de computer.
3.Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Afbeelding 4-18 Aansluiten op de HDMI™-uitgang
1. HDMI™-uitgang2. HDMI™-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet
aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI™-poort,
moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI™.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten
minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw
aansluit.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI™
Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de
volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk
niets weergegeven.
Gebruikershandleiding4-37
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u
de video afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet
terwijl u video afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt
Wireless Display
Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze
technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen
draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip
van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display
kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud
draadloos met anderen worden gedeeld.
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten
vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning
van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless
Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort
op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen
van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met
een extern beeldscherm:
1.Ga naar (Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2.Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer
zoekt het Wireless Display-apparaat.
3.Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless
Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt
u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op
Apparaat verwijderen.
De instellingen voor weergave op een extern scherm
wijzigen
Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het
besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren,
identificeren en configureren.
Gebruikershandleiding4-38
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de
scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets ( ) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt
voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het audioafspeelapparaat mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het
afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door
het audio-afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1.Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2.Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u
wilt overschakelen.
3.Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken,
selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt
gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een
ander afspeelapparaat.
4.Klik op de knop Als standaard instellen.
5.Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W
Naast de beschikbare poorten op de computer biedt de TOSHIBA HiSpeed Port Replicator III 180W/120W ook diverse soorten poorten.
De Port Replicator wordt rechtstreeks aan de dockinginterface op de
onderkant van de computer gekoppeld. De Port Replicator wordt via de
netadapter op een voedingsbron aangesloten.
Sluit eerst de netadapter aan en daarna pas de Port Replicator.
De poorten op de Port Replicator hebben mogelijk een hogere
prioriteit dan de poorten op de gekoppelde computer.
Wanneer u de poorten voor externe beeldschermen op de Port
Replicator of op de computer gebruikt, kan in sommige toepassingen
een ander type poort worden weergegeven wanneer een scherm is
aangesloten.
Wanneer u een netadapter op de Port Replicator aansluit, moet u altijd
de netadapter gebruiken die bij de Port Replicator is inbegrepen.
Gebruik de netadapter van de computer niet.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer
informatie.
Voer de onderstaande stappen uit on de computer aan de Port Replicator
te koppelen:
Gebruikershandleiding4-39
1.Lijn de linker- en rechterbovenhoek van de computer uit met de juiste
1
C’-markering op de Port Replicator.
2.Druk de achterkant van de computer omlaag totdat deze op zijn plaats
klikt. De computeraansluiting op de port replicator haakt de
dockingpoort van de computer vast.
Wanneer de computer is aangesloten, brandt het koppelingslampje op
de Port Replicator groen terwijl de computer is ingeschakeld.
Afbeelding 4-19 De computer uitlijnen met de Port Replicator
1. Dockingpoort (computer)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat de netadapter tijdens het gebruik altijd op de TOSHIBA Hi-Speed
Replicator III 180W/120W aangesloten is. Anders stopt de Port Replicator
met werken, wat mogelijk leidt tot gegevensverlies.
Sommige modellen ondersteunen een functie voor meerdere
beeldschermen als ze zijn uitgerust met een TOSHIBA Hi-Speed Port
Replicator III 180W/120W.
De Port Replicator ondersteunt maximaal twee externe schermen. Voor elk
VIDEO-scherm kan slechts één poort tegelijk worden gebruikt.
Beveiligingsslot
Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot
voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of
door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een
Gebruikershandleiding4-40
beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een
bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De
methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per
product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat
2
1
u gebruikt.
Het beveiligingsslot aansluiten
U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1.Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe
is gericht.
2.Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en
zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-20 Beveiligingsslot
1. Sleuf beveiligingsslot2. Beveiligingsslot
Optionele TOSHIBA-accessoires
Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt
u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u
informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of
TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee
om voor elke locatie een extra netadapter te
kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee
te nemen.
AccuEen extra accu als reserve of ter vervanging.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer
informatie.
TOSHIBA Hi-Speed
Port Replicator III
180W/120W
De TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/
120W biedt diverse soorten poorten. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de Port Replicator
voor meer informatie.
Geluidssysteem en videomodus
In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding4-41
Volumemixer
Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen
van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de
rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het
submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te
schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt,
versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.
Microfoonvolume
U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1.Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de
Windows-taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2.Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3.Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus
om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar
Microfoonversterking naar een hoger niveau.
Audioverbeteringen
U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1.Rechtsklik op het pictogram Luidsprekers op de Windows-taakbalk
en selecteer Afspeelapparaten in het submenu.
2.Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3.Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen
en klik op Toepassen.
DTS Studio Sound™
DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die
revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en
natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een
configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit
ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een
levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surroundsound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers
of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Gebruikershandleiding4-42
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping
of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen
Basverbetering voor rijke lage frequenties
Heldere hoge frequenties voor heldere details
Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc ->DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie
http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing
Limited.
Realtek HD Audio configuratie
U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD
Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en
geluiden -> Realtek HD Audio configuratie.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee
apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat.
Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het
standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de
taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de
audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audioenergiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje
linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de
interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Gebruikershandleiding4-43
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1.Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde
hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
2.Dubbelklik op de ronde knop
HD Audio configuratie.
3.Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten
apparaat.
rechts in het hoofdscherm van Realtek
Videomodus
De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het
dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of
videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend
beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct
wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding4-44
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.