TOSHIBA A50-D-1GX User Manual [nl]

Gebruikers­handleiding
Satellite Pro R50-D/A50-D
TECRA A50-D/Z50-D

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken ....... 1-1
Voorschriften ......................................................................................... 1-2
Verklaring met betrekking tot videostandaarden ............................. 1-11
OpenSSL Toolkit License Issues ....................................................... 1-11
FreeType License Issues .................................................................... 1-14
ENERGY STAR®-programma ............................................................. 1-17
Afvalverwerking van de computer en de computeraccu's .............. 1-17
Veiligheidsinstructies voor optische stations .................................. 1-18
Algemene voorzorgsmaatregelen ...................................................... 1-19
Veiligheidspictogrammen ................................................................... 1-22
Controlelijst van apparatuur ................................................................. 2-1
Conventies ............................................................................................. 2-1
De computer voor het eerst gebruiken ............................................... 2-2
Kennismaken met Windows ................................................................. 2-7
Het apparaat uitschakelen .................................................................... 2-8
Systeemherstel .................................................................................... 2-13
Rondleiding
Voorkant met gesloten beeldscherm .................................................. 3-1
Linkerkant .............................................................................................. 3-2
Rechterkant ............................................................................................ 3-4
Achterkant .............................................................................................. 3-6
Onderkant ............................................................................................... 3-7
Voorkant met geopend beeldscherm .................................................. 3-9
Interne hardwareonderdelen .............................................................. 3-13
Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden ............ 3-14
Hoofdstuk 4
Gebruikershandleiding ii
Basisbeginselen
Het touchpad gebruiken ....................................................................... 4-1
Het toetsenbord ..................................................................................... 4-2
Optisch station ...................................................................................... 4-5
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba ....................................... 4-11
De AccuPoint gebruiken ..................................................................... 4-13
De vingerafdruksensor gebruiken ..................................................... 4-14
Accu's en batterijen ............................................................................ 4-17
Draadloos WAN-apparaat ................................................................... 4-22
GPS-functie .......................................................................................... 4-24
Aanvullende geheugenmodule .......................................................... 4-25
LAN ....................................................................................................... 4-29
Geheugenmedia .................................................................................. 4-31
Smart Card ........................................................................................... 4-34
Extern beeldscherm ............................................................................ 4-35
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W .......................... 4-39
Beveiligingsslot ................................................................................... 4-40
Optionele TOSHIBA-accessoires ....................................................... 4-41
Geluidssysteem en videomodus ....................................................... 4-41
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hulpprogramma's en geavanceerd gebruik
Hulpprogramma's en toepassingen .................................................... 5-1
Speciale voorzieningen ........................................................................ 5-9
Problemen oplossen
Probleemoplossingsproces ................................................................. 6-1
Controlelijst voor hardware en systeem ............................................. 6-4
TOSHIBA-ondersteuning .................................................................... 6-18
Aanhangsel
Specificaties .......................................................................................... 7-1
Netsnoer en connectoren ..................................................................... 7-2
Informatie voor draadloze apparaten .................................................. 7-4
Informatie over Intel® AMT ................................................................. 7-15
Informatie over Intel® Authenticate ................................................... 7-18
Wettelijke voetnoten ............................................................................ 7-18
Index
Gebruikershandleiding
iii
Hoofdstuk 1
TOSHIBA: wet- en regelgeving en veiligheid
In dit hoofdstuk vindt u informatie over wet- en regelgeving en veiligheid met betrekking tot TOSHIBA-computers.
TOSHIBA verwijst naar Toshiba Corporation en/of diens dochterondernemingen zoals Toshiba Client Solutions Co., Ltd. indien van toepassing.

Copyright, afwijzing van aansprakelijkheid en handelsmerken

Auteursrecht

© 2017 Toshiba Client Solutions Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Krachtens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
Eerste editie oktober 2017 Het auteursrecht voor muziek, films, computerprogramma's, databases en
ander auteursrechtelijk beschermd intellectueel eigendom berust bij de maker of de copyrighthouder. Auteursrechtelijk beschermd materiaal mag uitsluitend voor privé- of huiselijk gebruik worden verveelvoudigd. Andere toepassingen dan hierboven zijn vermeld (met inbegrip van conversie naar digitale indeling, wijziging, overdracht van gekopieerd materiaal en verspreiding via een netwerk) zonder toestemming van de copyrighthouder vormen schendingen van het auteursrecht en kunnen strafrechtelijk of middels een schadevergoeding worden vervolgd. Houd u aan de auteurswetten wanneer u deze handleiding of delen ervan verveelvoudigt.

Afwijzing van aansprakelijkheid

Deze handleiding is zorgvuldig geverifieerd en nagekeken. De aanwijzingen en beschrijvingen waren correct voor uw computer op het tijdstip waarop deze handleiding ter perse ging. Erop volgende computers en handleidingen kunnen echter zonder kennisgeving worden gewijzigd. TOSHIBA aanvaardt dientengevolge geen aansprakelijkheid voor schade
Gebruikershandleiding
1-1
die direct of indirect voortvloeit uit fouten of omissies in de handleiding, of uit discrepanties tussen computer en handleiding.

Handelsmerken

Intel en het Intel-logo zijn handelsmerken van Intel Corporation of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Het Bluetooth®-woordmerk is een gedeponeerd handelsmerk dat eigendom is van Bluetooth SIG, Inc.
De termen HDMI en HDMI High-Definition Multimedia Interface en het HDMI-logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen.
DTS, het symbool, en DTS en het symbool samen zijn gedeponeerde handelsmerken en DTS Studio Sound is een handelsmerk van DTS, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance. USB Type-C™ is een handelsmerk van USB Implementers Forum. Alle andere bedrijfsnamen, productnamen en servicenamen die hierin
worden genoemd, kunnen handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren zijn.

Voorschriften

De hierin beschreven voorschriften kunnen variëren. Controleer de ID­informatie op de onderkant van het apparaat voor specifieke informatie met betrekking tot het aangeschafte model.

FCC-informatie

FCC-verklaring van overeenstemming
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de voorschriften voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze voorwaarden zijn ontworpen teneinde redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie bij gebruik in woongebieden. Deze apparatuur genereert en gebruikt hoogfrequente energie en kan deze energie uitstralen. Indien de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit resulteren in schadelijke storing van de radiocommunicatie. Zelfs als alle instructies zijn opgevolgd, kan echter storing optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing voor radio- of televisieontvangst oplevert (wat kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten), verdient het aanbeveling een of meer van de volgende maatregelen te treffen om de storing te verhelpen:
Gebruikershandleiding
Wijzig de richting of positie van de ontvangstantenne.
1-2
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de radio/tv. Sluit de apparatuur en de ontvanger op verschillende stopcontacten
aan. Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio-/tv-monteur.
Alleen randapparaten die voldoen aan de FCC-normen voor klasse B mogen op deze apparatuur worden aangesloten. Gebruik met niet­compatibele randapparaten of randapparaten die niet door TOSHIBA zijn aanbevolen, zal waarschijnlijk resulteren in storing op radio- en tv­toestellen. U moet afgeschermde kabels gebruiken tussen de externe apparaten en de poort voor een externe RGB-monitor, de Universal Serial Bus-poorten (USB 2.0 en 3.0), de HDMI™-uitgang en de hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting van de computer. Het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA of door TOSHIBA erkende partijen kan de machtiging tot het gebruik van de apparatuur tenietdoen.
FCC-voorwaarden
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
1. Het apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken.
2. Het apparaat moet in staat zijn alle ontvangen storing te accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Contact
Adres: Toshiba America Information Systems Inc.
5241 California Avenue, Suite 100 Irvine, California, USA, 92617
Telefoon: (949) 583-3000
Deze informatie is alleen van toepassing op de landen/regio's waar dit vereist is.

Waarschuwing voor Californië in verband met Prop 65

Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood, die volgens de staat Californië kanker, aangeboren afwijkingen of andere vruchtbaarheidsproblemen kunnen veroorzaken. Was uw handen na
aanraken.
Alleen voor de staat Californië.
Gebruikershandleiding 1-3

Exportwetten

Dit document bevat technische gegevens die kunnen vallen onder de exportwetgeving van de V.S. en voorafgaand aan de export mogelijk moeten worden goedgekeurd door het Amerikaanse Ministerie van Handel. Export, direct of indirect, die in strijd is met de Amerikaanse exportwetgeving, is verboden.

EU-verklaring van overeenstemming

Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen. De verantwoording voor de toewijzing van CE-keurmerken ligt bij TOSHIBA Europe GmbH, Hammfelddamm 8, 41460 Neuss, Duitsland. De volledige en officiële EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op de TOSHIBA-website
http://epps.toshiba-teg.com op internet.
Overeenstemming met CE-richtlijnen
Hierbij verklaart Toshiba Europe GmbH dat het model/de modellen die worden beschreven in deze handleiding voldoen aan richtlijn 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
https://epps.toshiba-teg.com/ Dit product draagt het CE-keurmerk in overeenstemming met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen van de toepasselijke Europese richtlijnen, met name richtlijn (2014/53/EU) betreffende radioapparatuur, de RoHS-richtlijn 2011/65/EU, richtlijn 2009/125/EG betreffende ecologisch ontwerp (ErP) en de bijbehorende implementatiemaatregelen.
Dit product en de oorspronkelijke opties zijn ontworpen conform de toepasselijke EMC-normen (Elektromagnetische Compatibiliteit). TOSHIBA garandeert echter niet dat dit product nog steeds aan deze EMC-normen voldoet indien kabels of opties van andere leveranciers zijn aangesloten of geïmplementeerd. In dat geval moeten de personen die deze opties/kabels hebben geïmplementeerd/aangesloten, ervoor zorgen dat het systeem (pc plus opties/kabels) nog steeds aan de vereiste normen voldoet. Ter voorkoming van EMC-problemen moeten in het algemeen de volgende richtlijnen in acht worden genomen:
Alleen opties met het CE-keurmerk mogen worden aangesloten/ geïmplementeerd.
Alleen hoogwaardige afgeschermde kabels mogen worden aangesloten.
Gebruikershandleiding
1-4
Werkomgeving
この装置は、クラスB情報技術装置です。この装置は、家庭環境で使 用することを目的としていますが、この装置がラジオやテレビジョン
受信機に近接して使用されると、受信障害を引き起こすことがあります。
取扱説明書に従って正しい取り扱いをしてください。
VCCI-B
Dit product is ontworpen conform de EMC-voorschriften (elektromagnetische compatibiliteit) voor zogenoemde 'commerciële, licht­industriële en woonomgevingen'. TOSHIBA keurt het gebruik van dit product in andere werkomgevingen dan de bovengenoemde werkomgeving af.
De volgende omgevingen zijn bijvoorbeeld niet geverifieerd:
industriële omgevingen (bijvoorbeeld omgevingen waar krachtstroom van 380 V (drie fasen) wordt gebruikt)
medische omgevingen (volgens de richtlijn voor medische apparatuur) gemotoriseerde voertuigen vliegtuigen
Gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde/niet aanbevolen werkomgevingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van TOSHIBA.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van dit product in niet-geverifieerde werkomgevingen zijn onder andere:
storing van de werking van andere apparaten of machines in de nabijheid;
storing van de werking van dit product, mogelijk resulterend in gegevensverlies, als gevolg van storingen die worden gegenereerd door andere apparaten of machines in de nabijheid.
TOSHIBA beveelt gebruikers dan ook met klem aan de elektromagnetische compatibiliteit van dit product vóór gebruik naar behoren te testen in alle niet-geverifieerde omgevingen. In het geval van voertuigen of vliegtuigen mag dit product uitsluitend worden gebruikt nadat de fabrikant of luchtvaartmaatschappij hiervoor voorafgaand toestemming heeft verleend.
Verder is het in verband met algemene veiligheidsoverwegingen verboden dit product te gebruiken in omgevingen met ontploffingsgevaar.

Informatie voor VCCI-klasse B (alleen Japan)

Canadese voorschriften (alleen in Canada)

De radioruis die door dit digitale apparaat wordt uitgezonden, ligt binnen de limieten voor digitale apparaten van klasse B conform de Radio Interference Regulation (voorschriften voor radiostoring) van het Canadese
Gebruikershandleiding
ministerie van Communicatie (Department of Communications ofwel DOC).
1-5
De DOC-voorschriften bepalen dat het wijzigen of aanpassen van deze apparatuur zonder uitdrukkelijke toestemming van TOSHIBA de machtiging tot het gebruik van de apparatuur kan tenietdoen.
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan alle voorschriften van de Canadese regeling voor storing veroorzakende apparatuur.
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel brouilleur du Canada.

Kennisgeving voor Canada

Dit apparaat voldoet aan de RSS-standaard(en) voor licentievrijstelling van ISED (voorheen Industry Canada).
De werking van dit product dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet ontvangen storing accepteren, zelfs als de werking van het apparaat hierdoor wordt aangetast.
Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2) l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement.
Om te voldoen aan de Canadese nalevingsvereisten voor blootstelling aan RF, mogen dit apparaat en de antenne zich niet in dezelfde ruimte bevinden als en niet tegelijk worden gebruikt met een andere antenne of zender. Wanneer u deze computer gebruikt, moet u zorgen dat de afstand tot de antenne minimaal 13 mm is.
Pour être conforme aux exigences canadiennes en matière d'exposition aux fréquences radio, l'appareil et son antenne ne doivent pas être situés au même endroit qu'une autre antenne ou un autre émetteur ni fonctionner en même temps. Une distance minimale de 13 mm de l'antenne doit être maintenue durant l'utilisation de cet ordinateur.
Gebruikershandleiding 1-6
Dit apparaat werkt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz en kan daarom alleen binnenshuis worden gebruikt. De FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt in het frequentiebereik van 5,15 GHz tot 5,25 GHz om mogelijk schadelijke storing van mobiele satellietsystemen op hetzelfde kanaal te voorkomen.
Krachtige radars zijn toegewezen als hoofdgebruikers van de banden van 5,25 GHz tot 5,35 GHz en 5,65 GHz tot 5,85 GHz. Deze radarstations kunnen storing en/of schade veroorzaken aan dit apparaat.
Les dispositifs fonctionnant dans la bande 5150-5250 MHz sont réservés uniquement pour une utilisation à l’intérieur afin de réduire les risques de brouillage préjudiciable aux systèmes de satellites mobiles utilisant les mêmes canaux.
Veuillez noter que les utilisateurs de radars de haute puissance sont désignés utilisateurs principaux (c.-à-d., qu’ils ont la priorité) pour les bandes 5250-5350 MHz et 5650-5850 MHz et que ces radars pourraient causer du brouillage et/ou des dommages aux dispositifs LAN-EL.
De bovenstaande waarschuwing geldt voor producten die werken met een
802.11a-radio-apparaat.
La mise en garde ci-dessus ne s’applique qu’aux appareils ayant un transmetteur opérant en mode 802.11 a.

De volgende informatie geldt alleen voor EU-lidstaten:

Informatievereisten Verordening EG 1275/2008
Aanvullende informatie zoals vereist door Verordening
(EG) 1275/2008, gewijzigd door Verordening (EU) 801/2013 die de Europese richtlijn wat betreft voorschriften inzake ecologisch ontwerp voor het elektriciteitsverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparatuur in de stand-by- en uit­stand implementeert, kan hier worden gevonden:
http://www.toshiba.eu/Eco-Design
Gebruikershandleiding 1-7
Afvalverwerking van producten
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat producten afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt. Interne batterijen en accu's kunnen met het product worden weggegooid. Ze worden gescheiden door het recyclingcentrum.
De zwarte balk geeft aan dat het product op de markt is gebracht na 13 augustus 2005.
Door mee te werken aan het afzonderlijk inzamelen van producten en batterijen draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u zo mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
( www.toshiba.eu/recycling gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Gebruikershandleiding 1-8
Verwerking van batterijen en/of accu's
Het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat batterijen en/of accu's afzonderlijk moeten worden ingezameld en gescheiden van huishoudelijk afval moeten worden verwerkt.
Als de batterij of accu meer lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) bevat dan de waarden die zijn gedefinieerd in de Europese richtlijn inzake batterijen en accu's, worden de chemische symbolen voor lood (Pb), kwik (Hg) en/of cadmium (Cd) weergegeven onder het symbool van de doorgekruiste vuilnisbak.
Door batterijen en accu's gescheiden in te zamelen, draagt u bij aan de juiste afvalverwerking van producten en batterijen/accu's en helpt u mogelijk schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid voorkomen. Om dit te bereiken dient u elke batterij en/of accu in te leveren bij een plaatselijke recyclinginstantie of bij een winkel of inzamelpunt waar deze onderdelen worden ingezameld voor een milieuvriendelijke verwerking. Zorg er daarbij voor dat u de contacten afplakt met niet­geleidende tape.
Zie voor meer informatie over de inzameling en het hergebruik van afval in uw land onze website
www.toshiba.eu/recycling
( gemeente of de winkel waar u het product hebt gekocht.
) of neem contact op met uw
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.

REACH - Verklaring van overeenstemming

De verordening van de Europese Unie (EU) met betrekking tot chemische stoffen, REACH (Registration, Evaluation, Authorization and Restriction of Chemicals ofwel registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen van chemische stoffen) is vanaf 1 juni 2007 van kracht, met een gefaseerde inwerkingtreding tot 2018.
Toshiba voldoet aan alle REACH-vereisten en verplicht zich klanten informatie te geven over de aanwezigheid in onze artikelen van stoffen op de kandidatenlijst in overeenstemming met de REACH-verordening.
Raadpleeg de volgende website www.toshiba.eu/reach voor informatie over de aanwezigheid in onze
artikelen van stoffen die op de kandidatenlijst staan volgens REACH in een concentratie van meer dan 0,1 gewichtsprocent.
Gebruikershandleiding
1-9

De volgende informatie geldt alleen voor Turkije:

Afvalverwerking van producten:
Het symbool van doorgekruiste vuilnisbak betekent dat dit product niet mag worden ingezameld en weggegooid met ander huishoudelijk afval. Wanneer het product het einde van zijn gebruiksduur heeft bereikt, moet dit worden ingeleverd bij een inzamelpunt, recyclingbedrijf of afvalverwerkende instantie om zo het milieu en de menselijke gezondheid te beschermen. Voor meer informatie over inzamelings- en recyclingprogramma's in uw land neemt u contact op met de gemeente of met de winkel waar u het product hebt gekocht.
Toshiba voldoet aan alle vereisten van de Turkse richtlijn 28300 'Beperking op het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur'.
AEEE Yönetmeliğine Uygundur
Toshiba 28300 sayılı Türkiye ''Elektrikle çalişan ve elektronik ekipmanda belirli tehlikeli maddelerin kullanimiyla ilgili kisitlama” yönetmeliği gereklerini tamamen yerine getirmektedir
Het aantal mogelijke pixelfouten van het beeldscherm wordt gedefinieerd volgens de norm ISO 9241-307. Als het aantal pixelfouten minder is dan deze norm, wordt dit niet als een fout of defect gerekend.
Accu's zijn verbruiksartikelen, aangezien de accugebruiksduur afhangt van het gebruik van de computer. Als de accu niet meer kan worden opgeladen, wordt dit veroorzaakt door een fout of defect. Veranderingen in de accugebruiksduur zijn geen fout of defect.

De volgende informatie geldt alleen voor India:

Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld.
Door dit product op de juiste manier als afval te verwerken, draagt u eraan bij negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid die kunnen voortvloeien uit onjuiste verwerking van dit product te voorkomen.
Voor meer informatie over recycling van dit product bezoekt u onze website
(
http://www.toshiba-india.com ) of neem contact op met
het callcenter (1800-200-6768).
Gebruikershandleiding 1-10
Afhankelijk van in welk land of welke regio u dit product hebt aangeschaft, zijn deze symbolen mogelijk niet aanwezig.

Verklaring met betrekking tot videostandaarden

DIT PRODUCT WORDT IN LICENTIE GEGEVEN ONDER DE VISUAL PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR AVC, VD-1 EN MPEG-4 INZAKE PERSOONLIJK, NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN KLANT VOOR (I) CODERING VAN VIDEO IN OVEREENSTEMMING MET DE BOVENGENOEMDE STANDAARDEN ("VIDEO") EN/OF (II) DECODERING VAN AVC, VC-1 EN MPEG-4 VIDEO DIE IS GECODEERD DOOR EEN KLANT ALS ONDERDEEL VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN DIE IS VERKREGEN VAN EEN VIDEOPROVIDER DIE OVER EEN LICENTIE VAN MPEG LA BESCHIKT OM EEN DERGELIJKE VIDEO AAN TE BIEDEN. VOOR AL HET OVERIGE GEBRUIK WORDT GEEN LICENTIE VERLEEND, OOK NIET IMPLICIET. AANVULLENDE INFORMATIE, INCLUSIEF INFORMATIE MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, L.L.C. ZIE
http://www.mpegla.com

OpenSSL Toolkit License Issues

LICENSE ISSUES ============== The OpenSSL toolkit stays under a dual license, i.e. both the conditions of
the OpenSSL License and the original SSLeay license apply to the toolkit. See below for the actual license texts. Actually both licenses are BSD-style Open Source licenses. In case of any license issues related to OpenSSL please contact openssl-core@openssl.org.
OpenSSL License
------------------------
/*===================================================== Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without
modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Gebruikershandleiding 1-11
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit."
( http://www.openssl.org/
)
4. The names "OpenSSL Toolkit" and "OpenSSL Project" must not be used to endorse or promote products derived from this software without prior written permission. For written permission, please contact openssl-core@openssl.org.
5. Products derived from this software may not be called "OpenSSL" nor may "OpenSSL" appear in their names without prior written permission of the OpenSSL Project.
6. Redistributions of any form whatsoever must retain the following acknowledgment:
"This product includes software developed by the OpenSSL Project for use in the OpenSSL Toolkit"
http://www.openssl.org/
(
)
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
===================================================== This product includes cryptographic software written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
*/ Original SSLeay License
----------------------------------
/* Copyright (C) 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com) All rights reserved. This package is an SSL implementation written by Eric Young
(eay@cryptsoft.com). The implementation was written so as to conform with Netscapes SSL.
Gebruikershandleiding 1-12
This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com).
Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution as the author of the parts of the library used.
This can be in the form of a textual message at program startup or in documentation (online or textual) provided with the package.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
3. All advertising materials mentioning features or use of this software must display the following acknowledgement:
"This product includes cryptographic software written by Eric Young (eay@cryptsoft.com)"
The word 'cryptographic' can be left out if the rouines from the library being used are not cryptographic related :-).
4. If you include any Windows specific code (or a derivative thereof) from the apps directory (application code) you must include an acknowledgement:
"This product includes software written by Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com)"
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY ERIC YOUNG ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE AUTHOR OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Gebruikershandleiding 1-13
The licence and distribution terms for any publically available version or derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be copied and put under another distribution licence [including the GNU Public Licence.]
*/

FreeType License Issues

The FreeType Project LICENSE
----------------------------
2006-Jan-27 Copyright 1996-2002, 2006 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg Introduction ============ The FreeType Project is distributed in several archive packages; some of
them may contain, in addition to the FreeType font engine, various tools and contributions which rely on, or relate to, the FreeType Project.
This license applies to all files found in such packages, and which do not fall under their own explicit license. The license affects thus the FreeType font engine, the test programs, documentation and makefiles, at the very least.
This license was inspired by the BSD, Artistic, and IJG (Independent JPEG Group) licenses, which all encourage inclusion and use of free software in commercial and freeware products alike. As a consequence, its main points are that:
We don't promise that this software works. However, we will be interested in any kind of bug reports. (`as is' distribution)
You can use this software for whatever you want, in parts or full form, without having to pay us. (`royalty-free' usage)
You may not pretend that you wrote this software. If you use it, or only parts of it, in a program, you must acknowledge somewhere in your documentation that you have used the FreeType code. (`credits')
We specifically permit and encourage the inclusion of this software, with or without modifications, in commercial products.
We disclaim all warranties covering The FreeType Project and assume no liability related to The FreeType Project.
Finally, many people asked us for a preferred form for a credit/disclaimer to use in compliance with this license. We thus encourage you to use the following text:
""" Portions of this software are copyright (C) <year> The FreeType Project www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-14
All rights reserved. """ Please replace <year> with the value from the FreeType version you
actually use. Legal Terms ============
0. Definitions
--------------
Throughout this license, the terms `package', `FreeType Project', and `FreeType archive' refer to the set of files originally distributed by the authors (David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg) as the `FreeType Project', be they named as alpha, beta or final release.
`You' refers to the licensee, or person using the project, where `using' is a generic term including compiling the project's source code as well as linking it to form a `program' or `executable'. This program is referred to as `a program using the FreeType engine'.
This license applies to all files distributed in the original FreeType Project, including all source code, binaries and documentation, unless otherwise stated in the file in its original, unmodified form as distributed in the original archive. If you are unsure whether or not a particular file is covered by this license, you must contact us to verify this.
The FreeType Project is copyright (C) 1996-2000 by David Turner, Robert Wilhelm, and Werner Lemberg. All rights reserved except as specified below.
1. No Warranty
--------------
THE FREETYPE PROJECT IS PROVIDED `AS IS' WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EITHER EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. IN NO EVENT WILL ANY OF THE AUTHORS OR COPYRIGHT HOLDERS BE LIABLE FOR ANY DAMAGES CAUSED BY THE USE OR THE INABILITY TO USE, OF THE FREETYPE PROJECT.
2. Redistribution
--------------
This license grants a worldwide, royalty-free, perpetual and irrevocable right and license to use, execute, perform, compile, display, copy, create derivative works of, distribute and sublicense the FreeType Project (in both source and object code forms) and derivative works thereof for any purpose; and to authorize others to exercise some or all of the rights granted herein, subject to the following conditions:
Gebruikershandleiding 1-15
Redistribution of source code must retain this license file (`FTL.TXT') unaltered; any additions, deletions or changes to the original files must be clearly indicated in accompanying documentation. The copyright notices of the unaltered, original files must be preserved in all copies of source files.
Redistribution in binary form must provide a disclaimer that states that the software is based in part of the work of the FreeType Team, in the distribution documentation. We also encourage you to put an URL to the FreeType web page in your documentation, though this isn't mandatory.
These conditions apply to any software derived from or based on the FreeType Project, not just the unmodified files. If you use our work, you must acknowledge us. However, no fee need be paid to us.
3. Advertising
--------------
Neither the FreeType authors and contributors nor you shall use the name of the other for commercial, advertising, or promotional purposes without specific prior written permission.
We suggest, but do not require, that you use one or more of the following phrases to refer to this software in your documentation or advertising materials: `FreeType Project', `FreeType Engine', `FreeType library', or `FreeType Distribution'.
As you have not signed this license, you are not required to accept it. However, as the FreeType Project is copyrighted material, only this license, or another one contracted with the authors, grants you the right to use, distribute, and modify it. Therefore, by using, distributing, or modifying the FreeType Project, you indicate that you understand and accept all the terms of this license.
4. Contacts
--------------
There are two mailing lists related to FreeType:
freetype@nongnu.org Discusses general use and applications of FreeType, as well as future
and wanted additions to the library and distribution. If you are looking for support, start in this list if you haven't found anything to help you in the documentation.
freetype-devel@nongnu.org Discusses bugs, as well as engine internals, design issues, specific
licenses, porting, etc.
Our home page can be found at http://www.freetype.org
Gebruikershandleiding 1-16

ENERGY STAR®-programma

Uw computer voldoet mogelijk aan de ENERGY STAR®­richtlijnen. Als het model dat u hebt gekocht, aan deze richtlijnen voldoet, is het voorzien van het Energy Star­logo en is de volgende informatie van toepassing.
TOSHIBA neemt deel aan het ENERGY STAR­programma van de Environmental Protection Agency (EPA). Deze computer voldoet aan de nieuwste ENERGY STAR-richtlijnen voor energiebesparing. Bij levering zijn de opties voor energiebeheer van uw computer ingesteld op een configuratie die de meest stabiele werkomgeving en optimale systeemprestaties biedt voor gebruik met de netvoeding en met de accu.
Om energie te besparen, wordt uw computer in de energiebesparende slaapstand gezet die het systeem en het beeldscherm uitschakelt als er gedurende 15 minuten in de netvoedingsmodus geen activiteiten hebben plaatsgevonden.
TOSHIBA raadt aan deze en andere energiebesparende instellingen ingeschakeld te laten, zodat de computer zo energiezuinig mogelijk werkt. U kunt de slaapstand uitschakelen door op de aan/uit-knop te drukken.
Uw computer met ENERGY STAR-certificering moet standaard zo zijn ingesteld dat deze na een periode van inactiviteit overschakelt naar een energiezuinige slaapstand. Raak eenvoudig de muis of het toetsenbord aan om de computer snel weer te activeren. Deze slaapfuncties kunnen u tot $23 per jaar (200 kWh per jaar aan elektriciteit) besparen en verminderen de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen met max. 300 pond. Voor informatie over hoe u deze slaapstandinstellingen van de computer aanpast of inschakelt, gaat u naar:
www.energystar.gov/sleepinstructions Als u deze slaapstandinstellingen snel en gemakkelijk in
uw organisatie wilt inschakelen met behulp van netwerkprogramma's, gaat u naar:
www.energystar.gov/powermanagement

Afvalverwerking van de computer en de computeraccu's

Verwijder deze computer overeenkomstig de toepasselijke wetten en voorschriften. Raadpleeg uw lokale overheid voor meer informatie.
Gebruikershandleiding 1-17
Deze computer bevat een oplaadbare accu. Nadat de accu meerdere
Hitachi-LG Data Storage, Inc. 22-23,KAIGAN 3-CHOME, MINATO-KU,TOKYO,108-0022 JAPAN
malen is opgeladen en gebruikt, verliest deze de mogelijkheid om lading vast te houden en moet hij worden vervangen. Volgens de geldende wetten en voorschriften is het mogelijk niet toegestaan om oude accu's weg te gooien met het huisvuil.
Denk om het milieu. Raadpleeg de lokale overheden voor meer details met betrekking tot de recycling van oude accu's of het op de juiste wijze weggooien hiervan.

Veiligheidsinstructies voor optische stations

Vergeet niet de voorzorgsmaatregelen aan het einde van deze paragraaf te lezen.
Het model met een station gebruikt een lasersysteem. Om er zeker van te zijn dat dit product correct wordt gebruikt, dient u deze handleiding zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
Het gebruik van regelaars, instellingen of procedures anders dan wordt vermeld, kan resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling.
Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

De locatie van het vereiste etiket

(Zie het voorbeeld hieronder. De locatie van het etiket en de fabricage­informatie kunnen afwijken van dit voorbeeld.)
Gebruikershandleiding 1-18

Voorzorgsmaatregelen

LET OP: Dit apparaat bevat een lasersysteem, dat is geclassificeerd als een KLASSE 1­LASERPRODUCT. Om te zorgen dat u dit product correct gebruikt, dient u de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig te lezen en ter referentie bij de hand te houden. Wend u in geval van problemen met dit model tot het dichtstbijzijnde erkende Toshiba-servicecenter. Probeer de kast niet te openen. Doet u dit wel, dan loopt u het risico van directe blootstelling aan de laserstraal.

Algemene voorzorgsmaatregelen

TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken.
Lees de volgende algemene aanwijzingen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.

Zorg voor afdoende ventilatie

Zorg er altijd voor dat er afdoende ventilatie beschikbaar is voor de computer en de netadapter en dat deze apparaten zijn beschermd tegen oververhitting als de stroom wordt ingeschakeld of als een netadapter wordt aangesloten op een stopcontact (zelfs als de computer in de slaapstand staat). Let hierbij op het volgende:
Dek de computer of netadapter nooit met een voorwerp af. Plaats de computer of netadapter nooit in de buurt van een
warmtebron, zoals een elektrische deken of een verwarmingstoestel. Bedek of blokkeer de luchtopeningen niet, met inbegrip van de
openingen op de onderzijde van de computer. Plaats de computer voor gebruik altijd op een harde, vlakke
ondergrond. Als u de computer gebruikt op een tapijt of een ander zacht materiaal, kunnen de ventilatieopeningen worden geblokkeerd.
Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom de computer.
Oververhitting van de computer of de netadapter kan resulteren in systeemstoringen, schade aan computer of netadapter of brand, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 1-19

Een gebruiksvriendelijke omgeving inrichten

Plaats de computer op een egaal oppervlak dat groot genoeg is voor de computer en eventuele andere apparaten die u nodig hebt, zoals een printer.
Laat voldoende ruimte vrij rondom de computer en andere apparatuur voor een adequate ventilatie. De apparaten kunnen anders oververhit raken.
Houd uw computer in optimale werkconditie door de werkplek niet bloot te stellen aan:
Stof, vocht en direct zonlicht. Apparatuur met sterke magnetische velden, zoals stereoluidsprekers
(andere dan die op de computer zijn aangesloten) of een headset. Plotselinge veranderingen in temperatuur of vochtigheid, en
warmtebronnen zoals radiatoren en airconditioningroosters. Extreme hitte, koude of vochtigheid. Vloeistoffen en bijtende chemicaliën.

Blessures door overbelasting

Lees zorgvuldig de Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Hierin wordt toegelicht hoe u hand- en polsblessures als gevolg van langdurig toetsenbordgebruik kunt voorkomen. Dit document bevat eveneens informatie over het inrichten van de werkplek, de lichaamshouding en de verlichting, met behulp waarvan u lichamelijke overbelasting kunt reduceren.

Letsel door verhitting

Vermijd langdurig lichamelijk contact met de computer. Indien de computer gedurende een langere periode is gebruikt, kan het oppervlak zeer heet worden. Zelfs als de computer niet heet aanvoelt, kan langdurig lichamelijk contact, bijvoorbeeld wanneer u de computer op uw schoot of uw handen op de polssteun laat rusten, resulteren in rode plekken op de huid.
De metalen plaat die de interfacepoorten ondersteunt, kan heet worden. Vermijd daarom rechtstreeks contact met deze plaat na langdurig computergebruik.
Het oppervlak van de netadapter kan bij gebruik heet worden, maar dit is normaal. Als u de netadapter wilt vervoeren, koppelt u deze los en laat u deze eerst afkoelen.
Plaats de netadapter niet op materiaal dat hittegevoelig is, deze kan namelijk schade veroorzaken.

Schade door druk of stoten

Zorg dat de computer niet wordt blootgesteld aan zware druk of harde stoten, hierdoor kunnen onderdelen van de computer worden beschadigd of storingen optreden.
Gebruikershandleiding 1-20

De computer schoonmaken

Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer.
Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer nat wordt, schakelt u deze direct uit en laat u de computer helemaal opdrogen.. In dit geval dient u de computer te laten nakijken door een erkend servicecentrum om de omvang van de schade te laten vaststellen.
Reinig het plastic van de computer met een doek die licht bevochtigd is met water.
U kunt het beeldscherm reinigen door een kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte, schone doek te sproeien en het scherm voorzichtig af te vegen.
Sproei schoonmaakmiddel nooit rechtstreeks op de computer en laat er geen vloeistof inlopen. Gebruik nooit bijtende chemicaliën om de computer te reinigen.

De computer verplaatsen

Hoewel de computer is ontworpen voor flexibel dagelijks gebruik, dient u enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen te treffen wanneer u de computer verplaatst om te zorgen dat het systeem probleemloos blijft werken.
Zorg dat alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de computer verplaatst.
Schakel de computer uit (afsluiten). Koppel de netadapter en alle randapparaten los alvorens de computer
te verplaatsen. Sluit het beeldscherm. Til de computer niet op aan het beeldscherm. Voordat u de computer draait, schakelt u deze uit, koppelt u de
netadapter los en laat u de computer afkoelen. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dit leiden tot lichte verwondingen door de warmte.
Stel de computer niet bloot aan snelle temperatuurwisselingen (bijvoorbeeld wanneer u de computer meeneemt van een koude omgeving naar een warme kamer). Zet de computer pas aan nadat het condensvocht is verdwenen.
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van de computer, storingen of gegevensverlies.
Vervoer de computer nooit terwijl er kaarten in zijn geïnstalleerd. Hierdoor kan de computer en/of de kaart beschadigen, waardoor de computer niet meer werkt.
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
Gebruikershandleiding 1-21
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en vallen te vermijden.
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.

Mobiele telefoons

Let erop dat het gebruik van mobiele telefoons kan leiden tot storingen in het audiosysteem. Hoewel de werking van de computer hierdoor niet wordt beïnvloed, verdient het aanbeveling om tijdens telefoongesprekken een afstand van minimaal 30 cm in acht te nemen tussen de computer en de mobiele telefoon.

Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort

Alle belangrijke informatie voor een veilig en juist gebruik van deze computer wordt beschreven in de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort. Lees deze gids voordat u de computer gebruikt.

Veiligheidspictogrammen

Veiligheidspictogrammen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd.
Duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die bij veronachtzaming van de instructies kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies, beschadiging van de apparatuur of licht letsel.
Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Gebruikershandleiding 1-22
Hoofdstuk 2
Aan de slag
Dit hoofdstuk bevat een controlelijst voor de apparatuur en alle basisgegevens om met uw computer aan de slag te gaan.
Als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf is geïnstalleerd door TOSHIBA, werken sommige functies die in deze handleiding worden beschreven mogelijk niet correct.

Controlelijst van apparatuur

Pak de computer voorzichtig uit en bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.

Hardware

Controleer of u de volgende items hebt:
TOSHIBA draagbare personal computer Accu (vooraf geïnstalleerd in de computer) Netadapter en netsnoer (stekker met 2 of 3 pinnetjes)

Documentatie

Aan de slag Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort Garantie-informatie
Neem onmiddellijk contact op met uw leverancier als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.

Conventies

In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures.
Klikken Tik op het touchpad of klik eenmaal op de
linker touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de linkermuisknop.
Rechtsklikken Klik eenmaal met de rechter
touchpadbesturingsknop. Klik eenmaal met de rechtermuisknop.
Gebruikershandleiding 2-1
Dubbelklikken Tik tweemaal op het touchpad of klik
tweemaal met de linker touchpadbesturingsknop.
Klik tweemaal met de linkermuisknop.
Starten
Het woord 'Starten' verwijst naar de knop ' ' in de linkerbenedenhoek van het scherm.

De computer voor het eerst gebruiken

Zorg dat u de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort hebt gelezen om deze computer veilig en juist te gebruiken. De handleiding is bedoeld om u comfortabeler en productiever met laptops te laten werken. Als u de aanbevelingen in deze handleiding volgt, verkleint u de kans op pijnlijk of blijvend letsel aan uw handen, armen, schouders of nek.
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie om met de computer aan de slag te gaan. De volgende onderwerpen worden behandeld:
De netadapter aansluiten Het beeldscherm openen Het apparaat inschakelen Eerste configuratie Kennismaken met Windows
Gebruik een programma voor viruscontrole en zorg ervoor dat dit regelmatig wordt bijgewerkt.
Formatteer opslagmedia nooit zonder eerst de inhoud ervan te controleren. Tijdens het formatteren gaan alle opgeslagen gegevens verloren.
Het is raadzaam om regelmatig een back-up van de ingebouwde schijf of van een ander primair opslagapparaat op externe media te maken. Algemene opslagmedia zijn niet duurzaam of stabiel op de lange termijn en onder bepaalde omstandigheden kan dit resulteren in gegevensverlies.
Voordat u een apparaat of toepassing installeert, zorgt u ervoor dat alle gegevens in het geheugen worden opgeslagen op de ingebouwde schijf of op een ander opslagmedium. Als u dit niet doet, kan dit gegevensverlies tot gevolg hebben.

De netadapter aansluiten

Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. U moet de accu opladen voordat u de tablet op accuvoeding kunt gebruiken.
De netadapter kan zich automatisch aanpassen aan elke spanning tussen 100 en 240 volt en aan een frequentie van 50 of 60 hertz, waardoor u de
Gebruikershandleiding
2-2
computer in praktisch elk land of gebied kunt gebruiken. De netadapter zet wisselstroom om in gelijkstroom en reduceert de spanning die aan de computer wordt geleverd.
Gebruik altijd de TOSHIBA-netadapter die bij uw computer is meegeleverd of gebruik een andere netadapter die door TOSHIBA wordt aanbevolen om het risico van brand of andere schade aan de pc te vermijden. Het gebruik van een incompatibele netadapter kan leiden tot brand of schade aan de computer, mogelijk met ernstig letsel tot gevolg. TOSHIBA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door het gebruik van een incompatibele adapter.
Sluit de netadapter nooit aan op een voedingsbron die niet overeenstemt met het spanningsbereik en de frequentie die op het voorschriftetiket van het apparaat zijn vermeld. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruik of koop altijd netsnoeren die overeenstemmen met de wettelijke specificaties en voorschriften met betrekking tot spanning en frequentie die gelden in het land van gebruik. Als u dat wel doet, kan dit leiden tot brand of elektrische schokken met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en ­voorschriften in de regio waarin de computer wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt. Voor gebruik in andere regio's dient u een netsnoer aan te schaffen dat voldoet aan de veiligheidsregels en -voorschriften in die regio.
Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins.
Wanneer u de netadapter op de computer aansluit, dient u de stappen exact uit te voeren in de volgorde die wordt beschreven in deze handleiding. Het aansluiten van het netsnoer op een stopcontact moet de laatste stap zijn. Als u deze handeling in een eerder stadium verricht, kan de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter onder stroom komen te staan, waardoor u het risico van een elektrische schok of persoonlijk letsel loopt. Raak voor de veiligheid geen metalen onderdelen aan.
Plaats de computer of netadapter nooit op een houten oppervlak, meubelstuk of een ander oppervlak dat door verhitting kan beschadigen. Tijdens normaal gebruik zal de temperatuur aan de onderkant van de computer en de buitenkant van de netadapter namelijk stijgen.
Plaats de computer of netadapter altijd op een vlak en hard, warmtebestendig oppervlak.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding
2-3
1. Sluit het netsnoer op de netadapter aan.
1
2
Afbeelding 2-1 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (2-pins stekker)
Afbeelding 2-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker)
Een 2- of 3-pins adapter/snoer wordt met de computer meegeleverd, afhankelijk van het model.
2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer.
Afbeelding 2-3 De gelijkstroomuitgangsstekker op de computer aansluiten
1. Gelijkstroomingang (19 V) 2. Gelijkstroomuitgangsstekker
De vormgeving van het product verschilt per model.
3. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt.

Het beeldscherm openen

Het scherm kan in een aantal standen worden geopend voor optimaal kijkgemak.
Druk met één hand op de polssteun, zodat het hoofdgedeelte niet wordt opgetild. Til het scherm nu langzaam op, waarna de hoek van het beeldscherm zo kan worden ingesteld dat de helderheid optimaal is.
Gebruikershandleiding
2-4
Afbeelding 2-4 Het beeldscherm openen
1
1. Beeldscherm
Wees voorzichtig wanneer u het beeldscherm opent en sluit. Als u het scherm te ruw opent of dichtklapt, bestaat het risico dat u de computer beschadigt.
Houd uw vingers niet in de opening tussen het lcd-scherm en de accu wanneer u het scherm sluit omdat u zich anders kunt bezeren.
Let op dat u het beeldscherm niet te ver opent aangezien dit de scharnieren van het scherm kan overbelasten en beschadigen.
Druk of duw niet op het beeldscherm.
Til de computer niet op aan het beeldscherm.
Klap het beeldscherm niet dicht als er pennen of soortgelijke voorwerpen tussen het beeldscherm en het toetsenbord zijn achtergebleven.
Gebruikershandleiding 2-5
Wanneer u het beeldscherm open- of dichtklapt, moet u een hand op
1
de polssteun plaatsen om de computer op zijn plaats te houden en gebruikt u de andere hand om het beeldscherm voorzichtig open of dicht te klappen (gebruik niet te veel kracht bij het open- of dichtklappen van het beeldscherm).

Het apparaat inschakelen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat inschakelt. Het aan/ uit-lampje geeft de status aan. Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer informatie.
Nadat u het apparaat voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u dit niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd.
Het volume kan niet worden aangepast tijdens de installatie van Windows.
1. Open het beeldscherm.
2. Druk op de aan/uit-knop.
Afbeelding 2-5 Het apparaat inschakelen
1. Aan/uit-knop
De vormgeving van het product verschilt per model.

Eerste configuratie

Het opstartscherm van Windows wordt als eerste weergegeven wanneer u de computer aanzet. Voor een correcte installatie van het
Gebruikershandleiding
2-6
besturingssysteem volgt u de aanwijzingen in elk scherm dat wordt weergegeven.
Lees zorgvuldig de licentievoorwaarden en licentieovereenkomst door wanneer deze worden weergegeven.

Kennismaken met Windows

Voor meer informatie over nieuwe functies en het gebruik van Windows raadpleegt u Tips in het menu Start.

Het menu Start

Het menu Start vormt het startpunt voor alles wat u kunt doen in het Windows-besturingssysteem en biedt eenvoudig toegang tot uw apps, programma's, websites en andere belangrijke gegevens.
U kunt het menu Start als volgt openen via een app of het bureaublad:
Klik op de knop Starten ( ) in de linkerbenedenhoek van het scherm. Druk op de toets met het Windows®-logo ( ) op het toetsenbord.
U kunt uw favoriete apps vastmaken aan het menu Start als tegels in een rasterpatroon en ze ook groeperen. Op tegels wordt dynamische informatie uit apps weergegeven zonder dat u ze hoeft te openen.

Windows-taakbalk

Onder aan het bureaublad bevindt zich standaard de Windows-taakbalk. U ziet alle actieve apps op de Windows-taakbalk.

Taakweergave

De taakweergave ( ) wordt gestart via de Windows-taakbalk onder in het scherm. In de taakweergave ziet u de apps die momenteel worden uitgevoerd. U kunt ook aangepaste bureaubladen maken, waarop u actieve apps kunt groeperen, bijvoorbeeld voor vermaak, productiviteit of wat u maar wilt.
Klik hiervoor op het pictogram Taakweergave bureaublad. Open de apps die u wilt gebruiken op dat bureaublad. U schakelt tussen bureaubladen door opnieuw op Taakweergave te klikken.

Zoeken

Met Zoeken op de Windows-taakbalk kunt u apps, bestanden, instellingen en meer op de computer vinden. Wanneer een internetverbinding beschikbaar is, worden ook de beste zoekresultaten van internet weergegeven.
Gebruikershandleiding
en klik op Nieuw
2-7
De persoonlijke assistent Cortana is mogelijk ook beschikbaar, afhankelijk van uw land/regio. U kunt gesproken vragen stellen aan of praten tegen Cortana en Cortana beantwoordt uw vragen met behulp van informatie van internet. Voor het gebruik van Cortana is een ingebouwde of externe microfoon vereist.

Actiecentrum

U kunt belangrijke meldingen van apps of Windows bekijken in het actiecentrum en actie ondernemen zonder apps te moeten openen. U vindt hier ook snelle actieknoppen die direct toegang bieden tot de meest gebruikte instellingen. Selecteer het pictogram van het actiecentrum de Windows-taakbalk om meldingen en snelle acties weer te geven.

Instellingen

Instellingen biedt toegang tot systeeminstellingen, waaronder geavanceerde instellingen in het Configuratiescherm. Ze zijn onderverdeeld in categorieën, waarmee u Windows kunt configureren, optimaliseren of aan uw persoonlijke voorkeur kunt aanpassen.
U kunt ook een trefwoord typen en Zoeken gebruiken om iets te vinden. U opent Instellingen door te klikken op Starten -> (Instellingen). U kunt Instellingen vastmaken aan het menu Start door met de
rechtermuisknop op Instellingen te klikken en Aan Start vastmaken te kiezen.

Windows Store

op
Hoewel diverse apps vooraf op uw computer zijn geïnstalleerd, kunt u ook veel andere apps downloaden van de Windows Store.
U kunt zoeken en bladeren naar duizenden apps, alle gegroepeerd in overzichtelijke categorieën.

Aanmeldingsopties

Windows biedt een aantal aanmeldingsopties, waaronder verificatie door middel van Wachtwoord ( ), Pincode ( ) en Afbeeldingswachtwoord ( ) om toegang door onbevoegden te voorkomen. Als u meerdere aanmeldingsmethoden hebt ingesteld voor een gebruikersaccount, kunt u een optie selecteren in het aanmeldingsscherm van Windows door op de optie te klikken. Verificatie door middel van wachtwoord is de standaardaanmeldingsoptie.

Het apparaat uitschakelen

U kunt het apparaat uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus, slaapstand of sluimerstand.
Gebruikershandleiding
2-8

Afsluitmodus

Wanneer u de computer uitschakelt in de afsluitmodus, worden er geen gegevens opgeslagen. De volgende keer dat u de computer aanzet, wordt het hoofdscherm van het besturingssysteem weergegeven.
1. Als u gegevens hebt ingevoerd, slaat u deze op de ingebouwde schijf of een ander opslagmedium op.
2. Controleer of alle schijfactiviteit is gestopt voordat u de schijf verwijdert.
Als u de computer uitzet terwijl er nog schijfactiviteit plaatsvindt, kunnen gegevens verloren gaan of de schijf beschadigd raken.
Zet het apparaat nooit uit terwijl een toepassing actief is. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
Zet het apparaat nooit uit, koppel nooit een extern opslagapparaat los en verwijder nooit opslagmedia tijdens het lezen/schrijven van gegevens. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.
3.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Afsluiten.
4. Schakel eventuele randapparaten die op de computer zijn aangesloten uit.
Zet de computer of de randapparaten niet direct weer aan. Wacht korte tijd om mogelijke beschadiging te voorkomen.

De computer opnieuw opstarten

In sommige gevallen moet u de computer opnieuw opstarten, bijvoorbeeld als u bepaalde computerinstellingen wijzigt.
U kunt de computer op meerdere manieren opnieuw opstarten:
Sla uw gegevens op voordat u de computer opnieuw opstart.

Slaapstand

Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder dat u de software hoeft te sluiten door de computer in de slaapstand te zetten. In deze modus worden gegevens opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer. Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u direct doorgaan waar u was gebleven.
Gebruikershandleiding
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten. Druk tegelijkertijd (eenmaal) op CTRL, ALT en DEL om het
menuvenster weer te geven en selecteer Opnieuw opstarten door te klikken op het voedingspictogram ( ) in de rechterbenedenhoek
2-9
Als u de computer moet uitschakelen aan boord van een vliegtuig of op een plaats waar elektronische apparaten worden bestuurd of bediend, dient u de computer altijd af te sluiten. Hierbij moet u ook functies voor draadloze communicatie uitschakelen en instellingen annuleren die de computer automatisch activeren, zoals een opnametimer. Als u de computer niet op deze manier afsluit, kan het besturingssysteem opnieuw worden geactiveerd en voorgeprogrammeerde taken uitvoeren of niet­opgeslagen gegevens opslaan en zo luchtvaart- of andere systemen verstoren, wat mogelijk ernstig letsel kan veroorzaken.
Vergeet niet uw gegevens op te slaan alvorens de computer in de slaapstand te zetten.
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de slaapstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Verwijder de accu niet terwijl de computer in de slaapstand staat (tenzij de computer op een stopcontact is aangesloten). Hierdoor kunnen gegevens in het geheugen verloren gaan.
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
Als u de werking van de computer wilt herstellen nadat de slaapstand is geactiveerd, houdt u de aan/uit-knop of een toets op het toetsenbord gedurende korte tijd ingedrukt. Houd er rekening mee dat de toetsenbordtoetsen alleen kunnen worden gebruikt als de optie Activering op toetsenbord is ingeschakeld in TOSHIBA Settings.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Als u de hybride slaapfunctie wilt gebruiken, configureert u deze via Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de sluimerstand.
Gebruikershandleiding 2-10
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand activeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Slaapstand. Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer. Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Wanneer de computer in de slaapstand staat, knippert het aan/uit­lampje oranje.
Als u de computer op accuvoeding gebruikt, kunt u de totale gebruiksduur verlengen door de computer uit te schakelen in de sluimerstand. De slaapstand gebruikt meer stroom wanneer de computer is uitgeschakeld.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet. Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis. De accu is leeg en de netadapter is niet aangesloten.

Sluimerstand

De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf wanneer de computer wordt uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de computer weer wordt aangezet. Vergeet niet dat de status van de randapparaten die op de computer zijn aangesloten, niet wordt opgeslagen bij het inschakelen van de sluimerstand.
Sla uw gegevens op. Wanneer de sluimerstand wordt geactiveerd, wordt de inhoud van het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf. U kunt uw gegevens voor de zekerheid echter het beste handmatig opslaan.
Als u de accu verwijdert of de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid, gaan gegevens verloren.
Gebruikershandleiding 2-11
Om gegevensverlies te voorkomen mag u niet overschakelen naar de sluimerstand terwijl gegevens worden overgezet naar externe media, zoals USB-apparaten, geheugenmedia of andere externe geheugenapparaten.
Voordelen van de sluimerstand
De sluimerstand biedt de volgende voordelen.
Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden de gegevens opgeslagen op de ingebouwde schijf.
Na het inschakelen van de computer kunt u direct naar uw vorige werkomgeving terugkeren.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt activeren, klikt u op Starten -> (Aan/uit) en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu Aan/uit, stelt u dit als volgt in:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer kan zo worden geconfigureerd dat automatisch de sluimerstand wordt geactiveerd wanneer u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U definieert deze instellingen als volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gebruikershandleiding 2-12
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de gegevens uit het geheugen opgeslagen op de ingebouwde schijf, wat enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is opgeslagen op de ingebouwde schijf, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.

Systeemherstel

De ingebouwde schijf bevat een verborgen partitie voor de systeemherstelopties die kunnen worden gebruikt in geval van problemen.
U kunt ook herstelmedia maken en het systeem herstellen. De volgende items worden in dit gedeelte beschreven:
Herstelmedia maken De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte
herstelmedia De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie
Als u met het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud de ingebouwde schijf wist, worden alle gegevens, inclusief het besturingssysteem en de herstelpartitie, verwijderd. In dat geval kunt u geen herstelmedia maken of de vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie. Zorg dat u al een herstelmedium hebt gemaakt voordat u het TOSHIBA­hulpprogramma voor onderhoud start. U kunt dit herstelmedium gebruiken om uw systeem te herstellen nadat u de ingebouwde schijf hebt gewist.

Herstelmedia maken

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u herstelmedia maakt.
Vergeet niet de netadapter aan te sluiten wanneer u herstelmedia maakt.
Sluit alle softwareprogramma's, behalve Recovery Media Creator.
Voer geen programma's uit die de processor zwaar belasten, zoals een schermbeveiliging.
Zorg dat de computer op volledige energie werkt.
Gebruik geen energiebesparingsfuncties.
Gebruikershandleiding 2-13
Schrijf niet naar het medium terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot de viruscontrole is beëindigd en schakel vervolgens de anti­virussoftware (en eventuele op de achtergrond uitgevoerde bestandscontroleprogramma's) uit.
Gebruik geen hulpprogramma's, met inbegrip van hulpprogramma's die de toegang tot de ingebouwde schijf versnellen. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen en gegevensverlies.
Activeer tijdens het (her)schrijven van het medium niet de afsluit-/ afmeldprocedure of de slaapstand/sluimerstand.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, zoals auto's, treinen en vliegtuigen.
Gebruik de computer niet op instabiele plekken, zoals een standaard.
Een herstelimage van de software op uw computer wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf en kan naar een disc of USB-flashgeheugen worden gekopieerd met behulp van de volgende stappen:
1. Selecteer een lege schijf of leeg USB-flashgeheugen. In de toepassing kunt u kiezen uit diverse media waarnaar de herstelimage wordt gekopieerd, waaronder verschillende soorten schijven en USB-flashgeheugen.
Sommige van de schijfmedia zijn mogelijk niet compatibel met het optische station dat op uw computer is aangesloten. Controleer daarom voordat u verdergaat of het optische station het lege medium dat u hebt gekozen ondersteunt.
Als u verdergaat, wordt het USB-flashgeheugen geformatteerd en gaan alle gegevens in het USB-flashgeheugen verloren.
2. Zet de computer aan en wacht terwijl het besturingssysteem Windows op de normale manier van de ingebouwde schijf wordt geladen.
3. Plaats de eerste lege schijf in de lade van het optische station of plaats het USB-flashgeheugen in een beschikbare USB-poort.
4. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en
beveiliging -> Beveiliging en onderhoud -> Herstel -> Een herstelstation maken.
5. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstelmedium te maken.
De optie TOSHIBA-herstelwizard in het TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud is niet beschikbaar als u de computer herstelt vanaf herstelmedia die u hebt gemaakt via de optie Een herstelstation maken van Windows.
Gebruikershandleiding 2-14

De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de gemaakte herstelmedia

Als de vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, kunt u de computer in de oorspronkelijke staat herstellen met de herstelmedia die u hebt gemaakt. U voert deze herstelbewerking als volgt uit:
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de vaste schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erop verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruik de standaardoptie voor de opstartmodus in TOSHIBA Setup Utility voordat u de herstelbewerking uitvoert.
1. Start TOSHIBA Setup Utility.
Raadpleeg het gedeelte TOSHIBA Setup Utility voor meer informatie.
2. Selecteer in TOSHIBA Setup Utility achtereenvolgens Advanced ->
System Configuration -> Boot Mode.
Opmerking: Sla het volgende over als u de optie Boot Mode niet kunt
vinden in uw systeem.
3. Selecteer UEFI Boot (Standaard).
Als u een herstelimage maakt met behulp van geavanceerde herstelfuncties in het Configuratiescherm, zorg dan dat u de standaardoptie voor de opstartmodus (UEFI Boot) in TOSHIBA Setup Utility selecteert voordat u de herstelbewerking uitvoert.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
1. Plaats het herstelmedium in het optische station of sluit het USB­flashgeheugen met herstelgegevens aan op een beschikbare USB­poort.
2.
Klik op Starten ->
3. Houd de toets F12 ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
4. Druk op de pijltoetsen omhoog en omlaag om de juiste optie in het menu te selecteren op basis van het herstelmedium.
5. Er wordt een menu weergegeven waarin u de instructies moet uitvoeren.
Als u er eerder voor hebt gekozen de herstelpartitie te verwijderen zonder een herstelmedium te maken, kan het herstelmedium niet worden gemaakt.
Gebruikershandleiding 2-15
(Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
Als u echter al een herstelmedium hebt gemaakt, kunt u hiermee de herstelpartitie herstellen.
Als u geen herstelmedium hebt gemaakt, neemt u voor hulp contact op met de ondersteuning van TOSHIBA.

De vooraf geïnstalleerde software herstellen vanaf de herstelpartitie

Een deel van de totale ruimte op de ingebouwde schijf is geconfigureerd als een verborgen herstelpartitie. In deze partitie worden bestanden opgeslagen die kunnen worden gebruikt om vooraf geïnstalleerde software te herstellen in geval van problemen.
Als u de ingebouwde schijf later opnieuw gebruiksklaar maakt, dient u geen partities te wijzigen, te verwijderen of toe te voegen op een andere manier dan wordt vermeld in de handleiding. Als u dat wel doet, is er mogelijk geen ruimte beschikbaar voor de vereiste software.
Bovendien kunt u de computer mogelijk niet installeren als u een partitioneringsprogramma van derden gebruikt om partities op de ingebouwde schijf opnieuw te configureren.
Zorg dat de netadapter is aangesloten tijdens de herstelprocedure. Sluit het beeldscherm niet tijdens de herstelprocedure.
Wanneer u het Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, wordt de ingebouwde schijf opnieuw geformatteerd, waardoor alle gegevens erin verloren gaan.
Als uw model een vingerafdrukfunctie heeft, verwijdert u de geregistreerde vingerafdrukken voordat u het Windows­besturingssysteem opnieuw installeert. Als u dat niet doet, kunnen na de installatie niet dezelfde vingerafdrukken worden geregistreerd.
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en selecteer Opnieuw opstarten.
2. Houd de toets 0 (nul) ingedrukt en laat de toets los vlak nadat de computer is ingeschakeld.
3. Selecteer Problemen oplossen -> TOSHIBA-hulpprogramma voor onderhoud -> TOSHIBA-herstelwizard.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om het herstel te voltooien.
Gebruikershandleiding 2-16
Hoofdstuk 3
1 3
2
Rondleiding
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Het wordt aanbevolen vertrouwd te raken met elk onderdeel voordat u de computer gebruikt.
Wettelijke voetnoot (niet-toepasselijke pictogrammen) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
niet-toepasselijke pictogrammen.
Ga voorzichtig om met de computer om krassen of beschadiging van het oppervlak te voorkomen.

Voorkant met gesloten beeldscherm

In de volgende afbeelding ziet u de voorzijde van de computer met gesloten beeldscherm.
Afbeelding 3-1 Voorkant van de computer met gesloten beeldscherm
1. DC IN-/acculampje
2. Aan/uit-lampje
De vormgeving van het product verschilt per model.
DC IN-/acculampje Het DC IN-/acculampje geeft de status van de
gelijkstroomtoevoer en de acculading aan. Wit geeft aan dat de accu volledig is opgeladen terwijl de computer correct stroom krijgt via de netadapter.
Raadpleeg het gedeelte Beschrijving van de
stroomvoorzieningsomstandigheden voor meer
informatie over deze functie.
Gebruikershandleiding 3-1
3. Lampje voor draadloze communicatie
Aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje brandt wit als de computer
1 2
8
6
7
3
B
4
5
A
1 2 6
7
3109
B
4
5
A
aanstaat. Als u de computer echter uitschakelt in de slaapstand, knippert dit lampje oranje.
Lampje voor draadloze communicatie

Linkerkant

De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer.
1. Sleuf beveiligingsslot 6. Hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting
2. LAN-aansluiting 7. Smart Card-sleuf*
3. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0 of 3.0)
4. Universal Serial Bus-poort (USB 2.0 of 3.0)*
5. USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1)* 10. Lampje voor draadloos WAN*
Het lampje voor draadloze communicatie brandt wit wanneer de draadloze functies zijn ingeschakeld.
Sommige modellen beschikken over draadloze functies.
Afbeelding 3-2 Linkerkant van de computer
8. Optisch station*
9. SIM-kaartsleuf*
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
Sleuf beveiligingsslot Aan deze sleuf kunt u een beveiligingskabel
bevestigen waarmee u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp kunt verankeren ter bescherming tegen diefstal.
Gebruikershandleiding 3-2
LAN-aansluiting Via deze poort kunt u de computer op een LAN
aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX), of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T). Raadpleeg
Basisbeginselen voor meer informatie.
Op de LAN-aansluiting mogen alleen LAN-kabels worden aangesloten. Als u dit doet, kan dit leiden tot schade of storingen.
Universal Serial Bus­poort (USB 2.0 of 3.0)
Eén of twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 2.0- of 3.0-standaard, bevinden zich aan de linkerkant van de computer.
De USB 2.0-poort is niet compatibel met USB
3.0-apparaten.
USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1)
Eén USB-poort, die voldoet aan de USB 3.1 Gen1-standaard, bevindt zich aan de linkerkant van de computer.
Deze USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1) ondersteunt USB 2.0 met een theoretische maximale overdrachtsnelheid van 480 Mbps en USB 3.1 Gen1 (5 V gelijkstroom, 900 mA) met een theoretische maximale overdrachtsnelheid van 5 Gbps. Deze poort ondersteunt alleen USB­gegevensoverdracht.
Sommige modellen zijn voorzien van een USB Type-C-poort (USB 3.1 Gen1).
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB-apparaat dat u wilt verwijderen.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Gebruikershandleiding 3-3
Hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting
Smart Card-sleuf In deze sleuf kunt u een Smart Card-apparaat
Optisch station De computer is geconfigureerd met een DVD
DVD-RAM-schijven van 2,6 GB en 5,2 GB kunnen niet worden gelezen of beschreven.
SIM-kaartsleuf In deze sleuf kunt u een SIM-kaart plaatsen die
Op de 3,5-mm mini-hoofdtelefoon-/ microfoonaansluiting kunt u een monomicrofoon, stereohoofdtelefoon of headset aansluiten.
plaatsen. Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart
Card-sleuf.
Super Multi-station. Sommige modellen zijn voorzien van een optisch
station.
snelle toegang tot internet, een bedrijfsintranet en e-mail biedt wanneer u niet op kantoor bent.
Raadpleeg het gedeelte Draadloos WAN-
apparaat voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een SIM­kaartsleuf.
Lampje voor draadloos WAN

Rechterkant

De volgende afbeeldingen illustreren de rechterkant van de computer.
Gebruikershandleiding
Het lampje voor draadloos WAN brandt blauw wanneer de functies voor draadloos WAN zijn ingeschakeld.
Op sommige modellen knippert het lampje om de verbindingsstatus van de functie voor draadloos WAN aan te geven.
Sommige modellen zijn voorzien van een functie voor draadloos WAN.
3-4
Afbeelding 3-3 Rechterkant van de computer
1 2 2 4 653
1. Geheugenmediasleuf 4. Poort voor externe RGB-monitor
2. Universal Serial Bus-poort (USB 3.0) 5. Luchtopeningen
3. HDMI™-uitgang 6. Gelijkstroomingang (19 V)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Geheugenmediasleuf In deze sleuf kunt u een SD™/SDHC™/SDXC™-
geheugenkaart, miniSD™/microSD™-kaart of MultiMediaCard™ plaatsen. Raadpleeg het gedeelte Geheugenmedia voor meer informatie.
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de geheugenmediasleuf komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Universal Serial Bus­poort (USB 3.0)
Twee USB-poorten, die voldoen aan de USB 3.0­standaard, bevinden zich in de rechterkant van de computer.
Een USB 3.0-poort is compatibel met de USB
3.0-standaard en is neerwaarts compatibel met USB 2.0-apparaten.
De poort met het pictogram ( ) beschikt over de functie Slaapstand en laden en deze functie is alleen beschikbaar op sommige modellen.
USB 3.0-poorten werken mogelijk als USB 2.0-poorten als ze worden gebruikt in de modus USB Legacy-emulatie.
Het is niet mogelijk om het gebruik van alle functies van alle USB­apparaten die beschikbaar zijn te bevestigen. Sommige functies die zijn gekoppeld aan een specifiek apparaat werken mogelijk niet correct.
Voordat u een USB-apparaat loskoppelt van de USB-poort van de computer, klikt u op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk en selecteert u het USB­apparaat dat u wilt verwijderen.
Gebruikershandleiding 3-5
Zorg ervoor dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en
1
paperclips, in de USB-poort komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
HDMI™-uitgang Op de HDMI™-uitgang kan een HDMI™-kabel
met een type A-stekker worden aangesloten.
Poort voor externe RGB-monitor
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Gelijkstroomingang (19 V)

Achterkant

In de volgende afbeelding ziet u de achterkant van de computer.
Dit is een 15-pins analoge RGB-poort. Raadpleeg het gedeelte Pintoewijzing van poort
voor externe RGB-monitor voor informatie over
de pintoewijzing van de poort voor een externe RGB-monitor. Via deze poort kunt u een externe RGB-monitor op de computer aansluiten.
processor voorkomen.
De netadapter wordt op deze ingang aangesloten om de computer van stroom te voorzien en om de interne accu's te laden. U mag alleen het model netadapter gebruiken dat bij de computer is meegeleverd. Als u de verkeerde netadapter gebruikt, kan de computer beschadigd raken.
Afbeelding 3-4 De achterkant van de computer
1. Accu
De vormgeving van het product verschilt per model.
Gebruikershandleiding
3-6
Accu De oplaadbare lithium-ion accu voorziet de
2
4
3
1
2
5
3
1
Wettelijke voetnoot (gebruiksduur van de accu) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
gebruiksduur van de accu.

Onderkant

De volgende afbeeldingen illustreren de onderkant van de computer. Zorg dat het beeldscherm gesloten is voordat de computer wordt omgedraaid om schade te voorkomen.
computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer informatie over het gebruik en de werking van de accu.
Afbeelding 3-5 Onderkant van de computer
Gebruikershandleiding
1. Accuvergrendeling 4. Dockingpoort*
2. Accu-ontgrendelingsschuif 5. Afdekplaatje geheugenmodule*
3. Luchtopeningen
* Aanwezig op sommige modellen. De vormgeving van het product verschilt per model.
3-7
1
Accuvergrendeling Verschuif de accuvergrendeling om de accu te
2
ontgrendelen zodat u deze kunt verwijderen.
Accu­ontgrendelingsschuif
Zet de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand, zodat u de accu kunt verwijderen. Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer informatie over het verwijderen van de accu.
Luchtopeningen De luchtopeningen helpen oververhitting van de
processor voorkomen.
U mag de luchtopeningen niet blokkeren. Zorg dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de luchtopeningen komen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Verwijder stof in de luchtopeningen zorgvuldig met een zachte doek.
Dockingpoort Op deze poort kan een optionele TOSHIBA Hi-
Speed Port Replicator III 180W/120W worden aangesloten, zoals wordt beschreven in
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W.
Sommige modellen zijn uitgerust met een dockingpoort.
Alleen de TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W of 120W is compatibel met deze dockingpoort.
Probeer niet een andere Port Replicator te gebruiken.
Zorg dat er geen voorwerpen in de dockingpoort terechtkomen. Een pinnetje of vergelijkbaar voorwerp kan de schakelingen in de computer beschadigen.
Gebruikershandleiding 3-8
Afdekplaatje geheugenmodule
Sommige modellen zijn uitgerust met een afdekplaatje over de geheugenmodules. In de sleuven onder dit afdekplaatje kunt u extra geheugenmodules plaatsen, vervangen en verwijderen.
Er kunnen geheugenmodules van 4, of 8 in de twee sleuven van de computer worden geïnstalleerd voor een systeemgeheugen van maximaal 16 GB. De daadwerkelijke hoeveelheid bruikbaar systeemgeheugen is minder dan de geïnstalleerde geheugenmodules.
Raadpleeg het gedeelte Aanvullende
geheugenmodule.

Voorkant met geopend beeldscherm

In deze paragraaf wordt de computer met geopend beeldscherm beschreven. U opent het scherm door dit omhoog te klappen en in een comfortabele kijkhoek te plaatsen.
Gebruikershandleiding 3-9
Afbeelding 3-6 Voorkant van de computer met geopend beeldscherm
6
1111
5
1
9
10
8
7
8
2
2
4 3
12
6
1111
14
16
14
15
5
1
13 9
10
8
7
8
2
2
4 3
12
1. Antennes voor draadloze communicatie (niet zichtbaar)*
2. Microfoons* 10. Touchpad
3. Webcam* 11. Touchpadbesturingsknoppen
4. Webcamlampje* 12. Vingerafdruksensor*
5. Beeldscherm 13. AccuPoint*
6. Stereoluidsprekers 14. AccuPoint-besturingsknoppen*
7. Aan/uit-knop 15. Aan/uit-pictogram voor touchpad*
8. Beeldschermscharnieren 16. TOSHIBA eco-pictogram*
* Aanwezig op sommige modellen.
Gebruikershandleiding 3-10
De vormgeving van het product verschilt per model.
9. Toetsenbord
Antennes voor draad­loze communicatie
Afhankelijk van de configuratie van de computer zijn een of alle van de volgende antennes ingebouwd:
Draadloos LAN Draadloos LAN/Bluetooth
®
Sommige modellen zijn uitgerust met antennes voor draadloze communicatie.
Dek het gedeelte met de antennes voor draadloze communicatie niet af met metalen voorwerpen, omdat de draadloze functie anders mogelijk niet werkt.
Wettelijke voetnoot (draadloos LAN) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over
draadloos LAN.
Microfoons Met de ingebouwde microfoons kunt u geluiden
voor uw toepassingen importeren en opnemen. Raadpleeg het gedeelte Geluidssysteem en
videomodus voor meer informatie.
Sommige modellen zijn uitgerust met een ingebouwde microfoon.
Webcam Een webcam is een apparaat waarmee u video
kunt opnemen of foto's kunt maken met uw computer. U kunt deze camera gebruiken voor videochats of videovergaderingen via een communicatieprogramma.
Sommige modellen zijn uitgerust met een webcam.
Richt de webcam niet direct op de zon.
Raak de lens van de webcam niet aan en druk er niet op. Als u dat wel doet, kan de beeldkwaliteit afnemen. Gebruik een brillendoekje (lensdoekje) of andere zachte doek om de lens te reinigen als deze vuil wordt.
Webcamlampje Het webcamlampje brandt wanneer de webcam
wordt gebruikt. Sommige modellen zijn voorzien van een
webcamlampje.
Gebruikershandleiding 3-11
Beeldscherm LCD-scherm van 39,6 cm (15,6 inch),
geconfigureerd met de volgende resolutie:
HD, 1366 pixels horizontaal x 768 pixels verticaal
FHD, 1920 pixels horizontaal x 1080 pixels verticaal
Denk eraan dat als de computer door de accu wordt gevoed, het scherm niet zo helder zal zijn als wanneer u een netadapter gebruikt. Dit verschil in helderheid dient om accu-energie te besparen wanneer het apparaat op de accu werkt.
Wettelijke voetnoot (LCD) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over het
LCD-scherm.
Stereoluidsprekers Via de luidsprekers kunt u het geluid horen dat
door uw software wordt gegenereerd, en de geluidssignalen die door het systeem worden gegenereerd, bijvoorbeeld als de accu bijna leeg is.
Aan/uit-knop Druk op deze knop om de computer in of uit te
schakelen.
Beeldschermschar­nieren
Dankzij de beeldschermscharnieren kunt u het beeldscherm in de gewenste, comfortabele stand zetten.
Toetsenbord Het toetsenbord bevat tekentoetsen,
besturingstoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen die alle functionaliteit bieden van een volledig toetsenbord.
Raadpleeg het gedeelte Het toetsenbord voor meer informatie.
Touchpad Met het touchpad in de polssteun kunt u de
beweging van de muisaanwijzer aansturen. Als u het touchpad wilt gebruiken, dient u uw
vingertop op het touchpad te plaatsen en deze in de richting te bewegen waarin u de muisaanwijzer wilt verplaatsen.
Gebruikershandleiding 3-12
Touchpadbesturings­knoppen
Vingerafdruksensor Met deze sensor kunt u een vingerafdruk
AccuPoint Met dit aanwijsapparaat, dat zich in het midden
De twee knoppen onder het touchpad worden op dezelfde wijze gebruikt als de knoppen op een standaardmuis. Druk op de linkerknop om een menuoptie te selecteren of om te werken met tekst of afbeeldingen die met de aanwijzer worden aangegeven. Druk op de rechterknop om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software.
registreren en laten herkennen. Sommige modellen zijn voorzien van een
vingerafdruksensor.
van het toetsenbord bevindt, kunt u de schermaanwijzer besturen. Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.
AccuPoint­besturingsknoppen
Aan/uit-pictogram voor touchpad
TOSHIBA eco­pictogram
Met de besturingsknoppen onder het toetsenbord kunt u menuopties selecteren of bewerkingen uitvoeren op tekst en afbeeldingen die u met de schermaanwijzer hebt geselecteerd. Alleen modellen met een AccuPoint zijn voorzien van AccuPoint-besturingsknoppen.
Dubbeltik op dit pictogram om het touchpad in/uit te schakelen.
Sommige modellen zijn voorzien van een aan/uit­pictogram voor het touchpad.
Dubbeltik op dit pictogram om TOSHIBA eco Utility te starten.
Sommige modellen zijn voorzien van het TOSHIBA eco-pictogram.

Interne hardwareonderdelen

In dit gedeelte worden de interne hardwareonderdelen van de computer beschreven.
De werkelijke specificaties hangen af van het gekochte model.
CPU Het type processor hangt af van het model.
Als u wilt controleren welk type processor uw model bevat, klikt u op Starten -> Systeem ->
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.
Gebruikershandleiding 3-13
Wettelijke voetnoot (CPU) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
CPU.
Ingebouwde schijf De capaciteit van de ingebouwde schijf hangt af
van het model. Houd er rekening mee dat een deel van de
ingebouwde schijf wordt gebruikt voor beheerdoeleinden.
Sommige modellen zijn uitgerust met een solid-state drive (SSD) in plaats van een vaste schijf. In deze handleiding verwijst de term 'vaste schijf' (of HDD voor Hard Disk Drive) ook naar de SSD, tenzij anders wordt aangegeven.
Een SSD is een opslagapparaat met een hoge capaciteit dat solid­state geheugen gebruikt in plaats van een magnetische schijf, zoals een vaste schijf.
In bepaalde ongebruikelijke omstandigheden wanneer de vaste schijf/SSD langere tijd niet wordt gebruikt en/of wordt blootgesteld aan hoge temperaturen, kunnen er fouten met betrekking tot het bewaren van gegevens optreden.
Wettelijke voetnoot (capaciteit van ingebouwde schijf) Raadpleeg het gedeelte Wettelijke voetnoten voor meer informatie over de
capaciteit van de ingebouwde schijf.
RTC-batterij Het apparaat heeft een interne batterij voor de
RTC (Real-Time Clock) en kalender.

Beschrijving van de stroomvoorzieningsomstandigheden

De bedrijfscapaciteit van de computer en de energiestatus van de accu worden beïnvloed door de stroomvoorzieningsomstandigheden, bijvoorbeeld of er een netadapter is aangesloten en hoeveel lading de accu heeft.

DC IN-/acculampje

Controleer het DC IN-/acculampje om de status van de accu te bepalen en de voedingsstatus wanneer de netadapter is aangesloten. Let daarbij op de volgende indicaties:
Gebruikershandleiding 3-14
Knipperend oranje De accu is bijna leeg. De netadapter moet
worden aangesloten om de accu op te laden.
Oranje Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu wordt opgeladen.
Wit Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en
dat de accu volledig is opgeladen.
Knipperend wit Duidt op een probleem met de computer. Koppel
de netadapter enkele seconden los en verwijder de accu. Plaats daarna de accu terug en sluit de netadapter weer aan. Als de computer nog steeds niet werkt, moet u wellicht contact opnemen met de leverancier of verkoper.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Als de accu tijdens het opladen te heet wordt, stopt het opladen en gaat het DC IN-/acculampje uit. Wanneer de temperatuur van de accu weer normaal is, wordt het opladen hervat, ongeacht of de computer aan- of uitstaat.

Aan/uit-lampje

Controleer het aan/uit-lampje om de status van de accu te bepalen. Let daarbij op de volgende indicaties:
Wit Geeft aan dat de computer van stroom wordt
voorzien en is ingeschakeld.
Knipperend oranje Geeft aan de computer nog steeds in de
slaapstand staat en dat er voldoende stroom is (adapter of accu) om in deze stand te blijven.
Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Gebruikershandleiding 3-15
Basisbeginselen
In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van computergebruik beschreven en wordt toegelicht welke voorzorgsmaatregelen u daarbij dient te treffen.

Het touchpad gebruiken

Het touchpad in de polssteun kan de volgende bewegingen ondersteunen:
Tikken Tik eenmaal op het touchpad om een item, zoals
een app, te activeren.
Hoofdstuk 4
Tikken met twee vingers
Knijpen of spreiden Plaats twee of meer vingers op het touchpad en
Schuiven met twee vingers
Tik eenmaal met twee vingers tegelijk op het touchpad om een menu of andere functie weer te geven, afhankelijk van de gebruikte software. (Vergelijkbaar met klikken met de rechtermuisknop)
beweeg ze naar elkaar toe (knijpen) of van elkaar af (spreiden). Hiermee geeft u verschillende informatieniveaus weer of kunt u in- of uitzoomen.
Zet twee vingers neer en beweeg ze verticaal of horizontaal vanaf elke positie op het touchpad. Hiermee kunt u de schuifbalken van een venster bedienen.
Gebruikershandleiding 4-1
Vegen met drie vingers
Plaats geen voorwerpen op het oppervlak van het touchpad om ongewenste acties te voorkomen.
Sommige van de hier beschreven touchpadbewerkingen worden alleen ondersteund in bepaalde toepassingen.

Het toetsenbord

Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Er zijn verschillende soorten toetsen: typemachinetoetsen, functietoetsen en speciale Windows-toetsen.
Verwijder nooit de toetsen van het toetsenbord. Doet u dat wel, dan kunnen de onderdelen onder de toetsen beschadigd raken.
Beweeg snel met drie vingers tegelijk vanaf een rand van het touchpad zonder te pauzeren wanneer u het touchpad voor het eerst aanraakt.
Vegen vanaf de bovenrand: het bureaublad weergeven.
Vegen vanaf de onderrand: alle geopende apps in de taakweergave weergeven.
Vegen vanaf de linker- of rechterrand: schakelen tussen geopende apps. Veeg langzaam met uw vingers over het touchpad om door alle apps te bladeren.

Toetsenbordlampje

In de volgende afbeelding wordt de positie aangegeven van het CAPS LOCK-lampje en het NUM LOCK-lampje, die de volgende
omstandigheden aangeven:
Wanneer het CAPS LOCK-lampje brandt, zal het toetsenbord hoofdletters produceren.
Als het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u met de tien toetsen cijfers invoeren.
Gebruikershandleiding
4-2
Afbeelding 4-1 Lampje voor numeriek toetsenblok
2
1
1. CAPS LOCK-lampje 2. NUM LOCK-lampje
CAPS LOCK Dit lampje brandt groen als de
hoofdlettervergrendeling is ingeschakeld voor lettertoetsen.
NUM LOCK Wanneer het NUM LOCK-lampje brandt, kunt u
de cijfertoetsen van het toetsenbord gebruiken om cijfers in te voeren.

Functietoetsen

De functietoetsen (F1~F12) zijn de twaalf toetsen bovenaan op het toetsenbord.
Met de functietoetsen kunt u bepaalde functies van de computer in- of uitschakelen. De functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de bijbehorende functietoetsen.
Toetscombinatie Functie
FN + F1 De modus 'Computer vergrendelen' activeren.
U kunt uw bureaublad alleen herstellen door u opnieuw aan te melden.
FN + F2 Schakelen tussen energiebeheerschema's.
FN + F3 Het systeem in de slaapstand zetten.
FN + F4 Het systeem in de sluimerstand zetten.
FN + F5 Het actieve beeldscherm wijzigen.
Als u twee beeldschermen tegelijk wilt gebruiken, moet u de resolutie van het interne beeldscherm instellen op dezelfde resolutie als die van het externe scherm.
FN + F6 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verhogen.
Gebruikershandleiding 4-3
Toetscombinatie Functie
FN + F7 De helderheid van het beeldscherm stapsgewijs
verlagen.
FN + F8 De vliegtuigmodus in- of uitschakelen.
FN + F9 Het touchpad in- of uitschakelen.
FN + ESC Het geluid in- of uitschakelen.
FN + 1 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters verkleinen.
FN + 2 Pictogrammen op het bureaublad of de
tekengrootte binnen een van de ondersteunde toepassingsvensters vergroten.
FN + 3 Het afspeelvolume van de computer verlagen.
FN + 4 Het afspeelvolume van de computer verhogen.
FN + 5 Schakelen tussen de beschikbare koelmethoden in
het huidige energiebeheerschema. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
FN + spatiebalk De beeldschermresolutie wijzigen.
FN + S Hiermee kunt u zoeken op uw computer, op
internet of in een app.
FN + Z ( )
De modus van de schermverlichting schakelen tussen Timer, Aan en Uit.
Als u de helderheid wilt instellen, klikt u op Starten -> TOSHIBA -> TOSHIBA Settings. Klik op de tab Toetsenbord en selecteer een niveau onder Helderheidsregeling toetsenbordverlichting.
Als u een timer wilt instellen, start u het BIOS Setup-hulpprogramma, selecteert u Power
Management -> Keyboard Backlight Control Mode en selecteert u TIMER. Pas de timer aan
onder Backlight Lighting Time. Sommige modellen zijn voorzien van deze functie.
Bij sommige functies wordt een pop-upmelding weergegeven aan de rand van het scherm.
Die pop-upmeldingen zijn standaard ingeschakeld. U kunt ze uitschakelen in TOSHIBA Settings.
Gebruikershandleiding 4-4
U opent dit door te klikken op Starten -> TOSHIBA -> TOSHIBA Settings
-> Toetsenbord.

Speciale Windows-toetsen

Het toetsenbord is voorzien van twee toetsen die in Windows een speciale functie hebben: de toets met het Windows®-logo activeert het menu Start, terwijl de toepassingstoets dezelfde functie heeft als de rechtermuisknop.
Deze toets activeert het menu Start van Windows.
Deze toets heeft dezelfde functie als de secundaire (rechter)muisknop.

Optisch station

In sommige modellen is een DVD Super Multi-station geïnstalleerd.

Indelingen

Dit station ondersteunt de volgende indelingen: CD-ROM, DVD-ROM, DVD-Video, CD-DA, CD-Text, Photo CD™ (single/multi-sessie), CD-ROM Mode 1/Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD­EXTRA), adresseringsmethode 2, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD-RAM, DVD-R DL (Format1) en DVD+R DL.
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.

Het optische station gebruiken

Het station van volledige grootte ondersteunt snelle uitvoering van programma's op een optische schijf. U kunt discs van 12 cm of 8 cm zonder adapter gebruiken.
Voor voorzorgsmaatregelen bij het beschrijven van schijven raadpleegt u het gedeelte Schijven beschrijven.
U plaats schijven als volgt:
1. Zorg dat de computer is ingeschakeld en druk op de uitwerpknop om de disclade enigszins te openen.
Gebruikershandleiding
4-5
2. Trek de disclade voorzichtig uit totdat deze volledig is geopend.
1
2
1
Afbeelding 4-2 Drukken op de uitwerpknop en de disclade openen
1. Uitwerpknop
3. Leg de schijf met het opschrift omhoog in de disclade.
Afbeelding 4-3 Een schijf plaatsen
1. Laserlens
Wanneer de disclade volledig is uitgeschoven, bedekt de rand van de computer de disclade een stukje. Wanneer u de schijf in de lade plaatst, moet u de schijf daarom schuin houden. Zorg na het plaatsen van de schijf echter dat de schijf plat ligt.
Raak nooit de laserlens of de omringende behuizing aan om onjuiste uitlijning te voorkomen.
Zorg dat er geen stof, vuil of voorwerpen in het station terechtkomen. Controleer of de bodem van de disclade, vooral het gedeelte achter de voorrand van de lade, schoon is voordat u het station sluit.
4. Druk voorzichtig in het midden van de schijf tot deze vastklikt. De
5. Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten.
Gebruikershandleiding
schijf moet onder de bovenkant van de as liggen, vlak op het ladeoppervlak.
Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
4-6
Als de schijf niet goed zit wanneer de disclade gesloten is, bestaat het
1
Φ1.0mm
risico dat de schijf beschadigd raakt. Bovendien kan het dan gebeuren dat de disclade niet volledig wordt geopend wanneer u op de uitwerpknop drukt.
Schijven verwijderen
U verwijdert de schijf als volgt:
Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit in het optische station plaatsvindt. Wacht totdat het lampje voor het optische station uit is voordat u de disclade opent. Haal de schijf pas uit de disclade nadat de schijf is opgehouden met draaien.
1. Druk op de uitwerpknop om de lade een stukje te openen. Trek de disclade voorzichtig helemaal open.
Wanneer de disclade een stukje wordt geopend, moet u even wachten totdat de schijf is opgehouden met draaien voordat u de disclade volledig opentrekt.
2. De schijf steekt iets uit over de zijkanten van de disclade, zodat u hem kunt pakken. Til de schijf er voorzichtig uit.
3. Duw zachtjes tegen het midden van de disclade om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
Een schijf verwijderen wanneer de disclade niet opengaat
U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen wanneer de computer is uitgeschakeld. In dat geval kunt u de disclade openen door een dun voorwerp (ongeveer 20 mm lang), zoals een rechtgebogen paperclip, in het uitwerpgaatje rechts van de uitwerpknop te steken.
Afbeelding 4-4 De lade openen door middel van het uitwerpgaatje
1. Gaatje voor handmatig uitwerpen
Gebruikershandleiding 4-7
Als u de lade handmatig wilt openen door middel van het uitwerpgaatje, dient u de computer eerst uit te schakelen. Als de schijf nog draait terwijl u de disclade opent, kan de schijf van de as vliegen en letsel veroorzaken.

Beschrijfbare schijven

In deze paragraaf worden de verschillende soorten beschrijfbare schijven beschreven. Controleer in de specificaties van uw station welke schijftypen kunnen worden beschreven.
Cd's
Een CD-R kan slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
CD-RW-schijven, zoals multispeed CD-RW's, high-speed CD-RW’s en ultra-speed CD-RW’s kunnen meer dan één keer worden beschreven.
Dvd's
DVD-R's, DVD+R's, DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd.
DVD-RW-, DVD+RW- en DVD-RAM-schijven kunnen meermaals worden beschreven.

Schijven beschrijven

Met het DVD Super Multi-station met kunt u gegevens schrijven naar CD­R, CD-RW, DVD-R, DVD-R DL, DVD-RW, DVD+R, DVD+R DL, DVD+RW en DVD-RAM.
Wanneer u media beschrijft met behulp van een optisch station, moet u de netadapter altijd aansluiten op een werkend stopcontact. Als gegevens worden weggeschreven bij gebruik van de accu, kan het wegschrijven soms mislukken omdat de accu bijna leeg is. Dit kan resulteren in gegevensverlies.
Belangrijk bericht
Lees dit gedeelte grondig door voordat u media gaat beschrijven of herschrijven die door het optische station worden ondersteund en volg alle configuratie- en gebruiksaanwijzingen. Als u dat niet doet, werkt het optische station mogelijk niet correct en worden gegevens mogelijk niet correct (her)schreven. Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan of het station of medium beschadigd raken.
Gebruikershandleiding
4-8
Afwijzing van aansprakelijkheid
TOSHIBA is niet aansprakelijk voor:
Schade aan een schijf die is veroorzaakt door te (her)schrijven met dit product.
Wijzigingen in of verlies van de opgenomen inhoud van media als gevolg van het schrijf- of herschrijfproces, en eventuele resulterende winstderving of bedrijfsschade.
Schade die is veroorzaakt door het gebruik van hardware of software van andere leveranciers.
Hedendaagse optische stations zijn onderhevig aan dusdanige technologische beperkingen dat er onverwachte schijf- of herschrijffouten kunnen optreden als gevolg van de schijfkwaliteit of problemen met de gebruikte apparaten. Het is dan ook raadzaam om ten minste twee kopieën te maken van belangrijke gegevens, voor het geval de opgenomen inhoud onverhoopt wordt veranderd of verloren gaat.

Vóór schrijven of herschrijven

Op grond van beperkte compatibiliteitstests door TOSHIBA worden de volgende fabrikanten van schijfmedia aanbevolen. De schijfkwaliteit kan echter van invloed zijn op het schrijf- of herschrijfproces TOSHIBA staat niet in voor de werking, kwaliteit of prestaties van enigerlei schijven.
CD-R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
CD-RW: (Multi-Speed, High-Speed en Ultra-Speed)
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD.
DVD-R:
Dvd-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, versie 2.0
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD-R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD+R:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8- en 16-speed media)
DVD+R DL:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 8-speed media)
Gebruikershandleiding 4-9
DVD-RW:
Dvd-specificaties voor herschrijfbare schijven voor versie 1.1 of versie 1.2
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 6-speed media)
DVD+RW:
MITSUBISHI KAGAKU MEDIA CO., LTD. (voor 4- en 8-speed media)
DVD-RAM (alleen DVD Super Multi-station):
Dvd-specificaties voor DVD-RAM-schijven voor versie 2.0, 2.1 of 2.2
Panasonic Corporation (voor 3x- en 5x-speed media)
DVD-R DL- en DVD+R DL-schijven in bepaalde indelingen kunnen onleesbaar zijn.
Schijven die zijn gemaakt als DVD-R DL-indeling 4 (Layer Jump Recording) kunnen niet worden gelezen.
Tijdens schrijven of herschrijven
Neem de volgende punten in acht wanneer u een medium beschrijft of herschrijft:
Kopieer gegevens altijd van de ingebouwde schijf naar het optische station. Gebruik geen knippen en plakken, aangezien de oorspronkelijke gegevens verloren gaan ingeval van een schrijffout.
Vermijd de volgende handelingen:
Wisselen tussen gebruikers in het besturingssysteem. Gebruik van de computer voor andere functies zoals het gebruik
van een muis of touchpad of het sluiten/openen van het beeldscherm.
Een communicatietoepassing starten. Handelingen waardoor de computer wordt blootgesteld aan
schokken of trillingen. Het installeren, verwijderen of aansluiten van externe apparaten
zoals een geheugenkaart, USB-apparaat, externe monitor of een optisch digitaal apparaat.
Gebruik van de audio-/videobedieningsknoppen om geluid te reproduceren.
Het openen van het optische station.
Gebruik tijdens het schrijven of herschrijven niet de functies Afsluiten, Afmelden, Slaapstand of Sluimerstand.
Zorg ervoor dat het schrijven/herschrijven is voltooid voordat u overschakelt naar de slaapstand of de sluimerstand. (U kunt een optisch medium uit het optische station verwijderen nadat het schrijven is voltooid.)
Gebruikershandleiding 4-10
Controleer of de schijven van goede kwaliteit, schoon en onbeschadigd zijn. Is dit niet het geval, dan kunnen fouten optreden tijdens het (her)schrijven.
Plaats de computer op een egaal, horizontaal oppervlak en vermijd plaatsen waar trillingen waarneembaar zijn, bijvoorbeeld auto's, treinen en vliegtuigen. Gebruik ook geen instabiele plekken zoals een wankele tafel.
Houd mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparaten uit de buurt van de computer.

CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba

Houd rekening met de volgende beperkingen wanneer u CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA gebruikt:

Opmerkingen betreffende het gebruik

Deze software kan alleen worden gebruikt in het besturingssysteem Windows.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba wordt alleen geleverd bij modellen die zijn geconfigureerd met een DVD Super Multi-station.
CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA ondersteunt het afspelen van dvd's en videobestanden.
Er kunnen frames wegvallen, het geluid kan overslaan en het geluid en beeld kunnen niet meer synchroon lopen tijdens de weergave van bepaalde video's.
Sluit alle andere toepassingen wanneer u CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba gebruikt. Open geen andere toepassingen en voer geen andere bewerkingen uit tijdens de videoweergave. De weergave kan in sommige gevallen stoppen of niet correct werken.
Niet-afgesloten dvd's die zijn gemaakt op een gewone dvd-recorder kunnen mogelijk niet worden afgespeeld op de computer.
Gebruik video-dvd's met een regiocode 'gelijk aan de standaardfabrieksinstelling' (indien van toepassing) of 'alles'.
Speel geen video af terwijl u met een ander programma een televisieprogramma kijkt of opneemt. Hierdoor kunnen fouten ontstaan in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Als een voorgeprogrammeerde opname start tijdens videoweergave, kan dit fouten veroorzaken in de weergave van de video of de opname van het televisieprogramma. Bekijk een video wanneer er geen opname is geprogrammeerd.
De hervattingsfunctie kan niet worden gebruikt met bepaalde schijven in CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.
Het wordt aanbevolen de netadapter aan te sluiten wanneer u video afspeelt. Energiebesparende functies kunnen een vloeiende weergave verstoren. Als u een video afspeelt op de accu, stelt u Energiebeheer in op 'Balans'.
Gebruikershandleiding 4-11
De schermbeveiliging wordt uitgeschakeld tijdens videoweergave met CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba. De computer wordt niet automatisch in de sluimerstand of slaapstand gezet.
Configureer de functie Beeldscherm automatisch uitschakelen niet zodanig dat deze wordt uitgevoerd terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba wordt uitgevoerd.
Schakel niet over naar de sluimerstand of slaapstand terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA wordt uitgevoerd.
Vergrendel de computer niet met de toetsen Windows-logo ( ) + L wanneer u CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA gebruikt. CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA heeft geen functie voor
ouderlijk toezicht. Installeer of verwijder CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba
terwijl u bent aangemeld met een gebruikersaccount met beheerdersrechten.
Wissel niet tussen Windows-gebruikers terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba actief is.
Als u bij sommige dvd's of videobestanden het geluidsspoor wijzigt via het bedieningsvenster, wordt ook het ondertitelspoor gewijzigd.
Sommige mediabestanden worden mogelijk niet correct afgespeeld door deze speler. Dit kan ook gebeuren als u Windows Media Player en de video-app gebruikt.
Wanneer een video-dvd in het dvd-station wordt geplaatst (voor modellen met een dvd-station), kan CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA automatisch worden gestart.

Beeldschermen en geluid

Als het videobeeld niet wordt weergegeven op een extern beeldscherm of een televisie, stopt u CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA en wijzigt u de schermresolutie. Als u de
schermresolutie wilt wijzigen, klikt u op Starten -> > Systeem -> Beeldscherm -> Resolutie. Video kan echter niet
worden uitgevoerd naar sommige externe schermen en televisie vanwege de uitvoer- of weergaveomstandigheden.
Als u video kijkt op een extern scherm of een tv, wijzigt u het weergaveapparaat voordat u de video start. Een video kan alleen worden weergegeven op het interne LCD-scherm of op een extern scherm. In de kloonmodus (dubbele weergave) werkt CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba mogelijk niet correct.
Wijzig de schermresolutie niet terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba wordt uitgevoerd.
Wijzig het weergaveapparaat niet terwijl CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba wordt uitgevoerd.
Gebruikershandleiding 4-12
(Instelllingen) -

CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba starten

U start CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA door te klikken op Starten -> CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.

CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba gebruiken

Opmerkingen over CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA.
De schermweergave en de beschikbare functies kunnen per video en per scène verschillen.

De handleiding van CyberLink PowerDVD 14 DVD for TOSHIBA openen

De functies van en instructies voor CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba worden uitgebreid toegelicht in de Help van CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba. Gebruik de volgende procedure om de Help van CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba te openen.
Druk op de toets F14 wanneer CyberLink PowerDVD 14 DVD for Toshiba is gestart.

De AccuPoint gebruiken

U gebruikt de AccuPoint door deze met uw vingertop in de richting te duwen waarin u de schermaanwijzer wilt verplaatsen.
De twee knoppen boven het touchpad werken in combinatie met de AccuPoint op dezelfde manier als bij gebruik met het touchpad.
Sommige modellen zijn uitgerust met een interne AccuPoint.

Voorzorgsmaatregelen bij AccuPoint-gebruik

Bepaalde omstandigheden kunnen van invloed zijn op de aanwijzer wanneer u de AccuPoint gebruikt. De aanwijzer kan bijvoorbeeld tegengesteld aan de AccuPoint-bediening werken of er kan een foutbericht worden weergegeven als
u de AccuPoint aanraakt tijdens het opstarten; u tijdens het opstarten constante, zachte druk op de AccuPoint
uitoefent; er een plotselinge temperatuurverandering plaatsvindt; er harde druk op de AccuPoint wordt uitgeoefend.
Als een foutbericht verschijnt, start u de computer opnieuw op. Ziet u geen foutbericht, dan wacht u even tot de aanwijzer stilstaat, waarna u weer verder gaat.

Het kapje vervangen

Het AccuPoint-kapje is onderhevig aan slijtage en dient na langdurig gebruik te worden vervangen.
Gebruikershandleiding 4-13
1. U verwijdert het kapje van de AccuPoint door dit voorzichtig met uw vinger los te trekken.
Afbeelding 4-5 Het AccuPoint-kapje verwijderen
1. AccuPoint-kapje
De vormgeving van het product verschilt per model.
2. Plaats een nieuw kapje op de pin en druk het vast.
De pin is vierkant; zorg dus dat het gat zich recht boven de pin bevindt.
Vervangende AccuPoint-kapjes zijn verkrijgbaar bij uw officiële TOSHIBA-leverancier.

De vingerafdruksensor gebruiken

Sommige modellen zijn voorzien van een vingerafdruksensor waarmee vingerafdrukken kunnen worden geregistreerd en herkend.
Als u de id en het wachtwoord registreert via de functie voor vingerafdrukverificatie, hoeft u het wachtwoord niet meer via het toetsenbord in te voeren. U kunt de functie voor vingerafdrukken voor het volgende gebruiken:
Aanmelden bij Windows De schermbeveiliging met wachtwoordbeveiliging ontgrendelen. Verificatie van het gebruikerswachtwoord (en indien van toepassing
het wachtwoord voor de vaste schijf of de SSD) wanneer de computer wordt opgestart (gegevenscontrole bij de systeemstart).
Functie voor enkelvoudige aanmelding
Vingerafdrukken kunnen niet worden gebruikt bij modellen zonder vingerafdrukfunctie.
Er kunnen maxmiaal 20 vingerafdrukken worden geregistreerd.
Gebruikershandleiding 4-14

Uw vinger over de sensor halen

1
1
Gebruik de volgende stappen wanneer u uw vingers over de sensor haalt voor vingerafdrukregistratie of verificatie om zo de kans op verificatiefouten te verkleinen:
Plaats het eerste vingerkootje op dezelfde hoogte als het midden van de sensor. Raak de sensor licht aan en beweeg uw vinger recht naar u toe totdat het sensoroppervlak weer zichtbaar is. Terwijl u dit doet, moet u ervoor zorgen dat het midden van uw vingerafdruk zich op de sensor bevindt.
In de volgende afbeeldingen ziet u de aanbevolen manier om uw vinger over de vingerafdruksensor te halen.
Afbeelding 4-6 Haal de vinger over de sensor
1. Sensor
Houd uw vinger niet stijf, druk niet te hard op de sensor en zorg dat het midden van de vingertop de sensor raakt voordat u uw vinger over de sensor beweegt. Als u niet aan een van deze voorwaarden voldoet, kan uw vingerafdruk mogelijk niet worden gelezen.
Controleer eerst waar het midden van de krul in de vingerafdruk zich bevindt en beweeg deze plek over het midden van de sensor.
Er kunnen verificatiefouten optreden als u uw vinger te snel of te langzaam over de sensor haalt. Volg de instructies op het scherm om de snelheid van de beweging aan te passen.

Aandachtspunten met betrekking tot de vingerafdruksensor

Let op het volgende wanneer u de vingerafdruksensor gebruikt. Als u zich niet aan deze richtlijnen houdt, kan dit leiden tot schade aan of storingen met de sensor, problemen met vingerafdrukherkenning of een lager herkenningspercentage.
Kras of tik niet op de sensor met uw nagels of andere harde of scherpe voorwerpen.
Druk niet hard op de sensor.
Gebruikershandleiding 4-15
Raak de sensor niet aan met een natte vinger of natte voorwerpen. Houd het sensoroppervlak droog en vrij van waterdamp.
Raak de sensor niet aan met vuile vingers aangezien kleine stof- en vuildeeltjes de sensor kunnen bekrassen.
Plak geen stickers op de sensor en schrijf niet op de sensor. Raak de sensor niet aan met een vinger of ander voorwerp waarin
mogelijk statische elektriciteit is opgebouwd.
Doe het volgende voordat u uw vinger op de sensor plaatst om een vingerafdruk te registreren of te laten herkennen.
Was en droog uw handen grondig. Verwijder statische elektriciteit van uw vingers door een metalen
oppervlak aan te raken. Statische elektriciteit is een gangbare oorzaak van sensorstoringen, met name bij droog weer.
Reinig de sensor met een pluisvrije doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of andere chemicaliën om de sensor te reinigen.
Vermijd het volgende wanneer u uw vingerafdruk registreert of laat herkennen aangezien dit kan leiden tot fouten bij de vingerafdrukregistratie of problemen met het herkennen van vingerafdrukken.
Weke of gezwollen vinger, bijvoorbeeld nadat u een bad hebt genomen
Gewonde vinger Natte vinger Vuile of vettige vinger Zeer droge huid op vinger
Doe het volgende om het herkenningspercentage van vingerafdrukken te vergroten.
Registreer twee of meer vingers. Registreer aanvullende vingers als de herkenning van reeds
vastgelegde vingers vaak mislukt. Controleer de staat van uw vinger. Omstandigheden die zijn gewijzigd
nadat u uw vinger hebt geregistreerd, zoals letsel, een ruwe huid of zeer droge, natte, vuile, vettige, weke of gezwollen vingers, kunnen het herkenningspercentage verkleinen. Als de vingerafdruk is versleten of de vinger dunner of dikker is geworden, kan het herkenningspercentage ook afnemen.
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger anders en uniek is, moet u ervoor zorgen dat alleen geregistreerde vingerafdrukken voor identificatie worden gebruikt.
De vingerafdruksensor vergelijkt en analyseert de unieke eigenschappen van een vingerafdruk. Er kunnen echter gevallen zijn waarin bepaalde gebruikers hun vingerafdruk niet kunnen registreren doordat hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken hebben.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Gebruikershandleiding 4-16

Accu's en batterijen

In dit gedeelte worden de soorten accu's en batterijen, de omgang ermee, de oplaadmethoden en het gebruik ervan toegelicht.

Accutypen

De computer bevat verschillende soorten accu’s/batterijen.
Accu
Een verwisselbare lithium-ion accu, in deze handleiding ook wel 'hoofdaccu' of kortweg 'accu' genoemd, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu's kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom, maar u dient de accu niet te verwisselen als de adapter is aangesloten.
Alvorens de accu te verwijderen dient u uw gegevens op te slaan en de computer af te sluiten of de computer in de sluimerstand te zetten. Let erop dat als u de computer in de sluimerstand zet, de geheugeninhoud wordt opgeslagen op de ingebouwde schijf, hoewel het uit veiligheidsoverwegingen verstandig is uw gegevens ook handmatig op te slaan.
RTC-batterij (Real-Time Clock)
De RTC- ofwel Real-Time Clock-batterij voorziet de interne real-time klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie als de computer is uitgeschakeld. Als de RTC-batterij leeg is, raakt het systeem deze gegevens kwijt en werken de real-time klok en kalender niet meer.
U kunt de instellingen van de RTC wijzigen in TOSHIBA Setup Utility. Raadpleeg Real-Time Clock voor meer informatie.
De RTC-batterij van de computer moet worden vervangen door uw leverancier of een TOSHIBA-servicevertegenwoordiger. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften.

Onderhoud en gebruik van de accu

Dit gedeelte bevat belangrijke voorzorgsmaatregelen voor een correcte behandeling van de accu.
Raadpleeg de bijgesloten Instructiehandleiding voor veiligheid en comfort voor gedetailleerde voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies.
Gebruikershandleiding 4-17
Zorg dat de accu correct in de computer is geïnstalleerd voordat u probeert de accu op te laden. Bij een onjuiste installatie kan rook of vuur ontstaan of kan de accu barsten.
Houd de accu buiten bereik van kinderen. De accu kan letsel veroorzaken.
De accu kan ontploffen als deze onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu’s die door TOSHIBA zijn aanbevolen.
Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 ºC en 35 ºC. Als u de accu bij een hogere of lagere temperatuur oplaadt, kan elektrolytische vloeistof ontsnappen en kunnen de werking en de gebruiksduur van de accu achteruitgaan.
Installeer of verwijder de accu nooit voordat de computer is uitgeschakeld en de netadapter is ontkoppeld. Verwijder de accu nooit terwijl de computer in de slaapstand staat omdat dan gegevens verloren kunnen gaan.
Verwijder de accu nooit terwijl de functie Activering op LAN is ingeschakeld, omdat dan gegevens verloren gaan. Schakel de functie Activering op LAN uit voordat u een accu verwijdert.

De accu opladen

Als de accu bijna leeg is, gaat het DC IN-/acculampje oranje knipperen om aan te geven dat er nog slechts enkele minuten op accustroom kan worden gewerkt. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het DC IN-/acculampje knippert, wordt de sluimerstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
U moet de accu opladen wanneer deze leeg raakt.
Procedures
Als u een accu wilt opladen, steekt u het ene uiteinde van de netadapter in de gelijkstroomingang (19 V) en het andere uiteinde in een functionerend stopcontact. Tijdens het opladen van de accu brandt het DC IN-/ acculampje oranje.
Oplaadtijd
In de volgende tabel ziet u de geschatte tijd die nodig is om een lege accu volledig op te laden.
Gebruikershandleiding 4-18
Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (45 Wh, 4 cellen)
circa 3 uur circa 3 ~ 10 uur
RTC-batterij Wordt niet
opgeladen
Houd er rekening mee dat de oplaadtijd wanneer de computer aan staat, wordt beïnvloed door de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks opgeladen.
Wordt niet opgeladen
Opmerking over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en 35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele minuten aangesloten. Daarna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt. De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in dat geval het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale niveau heeft bereikt.

Accucapaciteit controleren

De resterende accu-energie kan als volgt worden gecontroleerd.
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding 4-19
Wacht enkele seconden wanneer u de resterende gebruiksduur wilt controleren omdat de computer tijd nodig heeft om de resterende capaciteit van de accu te controleren en de resterende gebruiksduur te berekenen op basis hiervan en van het huidige stroomverbruik.
Let er wel op dat de werkelijke resterende gebruiksduur enigszins kan afwijken van de berekende tijd.
Bij herhaald ontladen en opladen zal de capaciteit van de accu geleidelijk afnemen. Een veelgebruikte oudere accu zal derhalve niet zo lang werken als een nieuwe accu, zelfs indien beide volledig opgeladen zijn.

Gebruiksduur van de accu maximaliseren

De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de gebruiksduur die één acculading levert, terwijl de gebruiksduur van de lading in een accu afhangt van het volgende:
Processorsnelheid Helderheid van scherm Tijd waarna de ingebouwde schijf wordt uitgeschakeld Hoe vaak en hoe lang u de ingebouwde schijf en externe
schijfstations, zoals het optische station, gebruikt Het oorspronkelijke ladingsniveau van de accu De wijze waarop u gebruikmaakt van optionele apparaten (zoals een
USB-apparaat) die door de accu van stroom worden voorzien De locatie waar u uw programma’s en gegevens opslaat Of u het scherm sluit wanneer u het toetsenbord niet gebruikt. Het
scherm sluiten bespaart energie De omgevingstemperatuur. De gebruiksduur neemt af bij lage
temperaturen Slaapstand Sluimerstand Tijd waarna het beeldscherm wordt uitgeschakeld Of de slaapstand is ingeschakeld, zodat accu-energie kan worden
bespaard als u de computer regelmatig in- en uitschakelt De toestand van de accu-aansluitpunten. Zorg er altijd voor dat de
aansluitpunten schoon blijven door ze af te vegen met een schone, droge doek voordat u de accu plaatst.

Leeglooptijd van accu's

Wanneer u de computer uitschakelt terwijl de accu volledig is opgeladen, zal de accu binnen de onderstaande geschatte tijdsduur zijn leeggelopen.
Gebruikershandleiding 4-20
Type accu Slaapstand Afsluitmodus
Accu (45 Wh, 4 cellen)
RTC-batterij ongeveer 8 jaar ongeveer 8 jaar
circa 6 dagen circa 105 dagen

Gebruiksduur van de accu verlengen

U kunt de gebruiksduur van een accu verlengen door de volgende stappen ten minste eenmaal per maand uit te voeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer niet wordt ingeschakeld, gaat u naar stap 4.
3. Laat de computer vijf minuten aanstaan op de accu. Als de accu minimaal vijf minuten gebruiksduur heeft, ga dan verder totdat de accu helemaal leeg is. Als echter het DC IN-/acculampje knippert of als er een ander signaal is dat de accu bijna leeg is, ga dan naar stap 4.
4. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de computer en op een werkend stopcontact. Het DC IN-/acculampje brandt oranje om aan te geven dat de accu wordt opgeladen. Als het DC IN-/acculampje echter niet brandt, betekent dit dat er geen stroom wordt toegevoerd. Controleer in dat geval of de netadapter en het netsnoer correct zijn aangesloten.
5. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.

De accu vervangen

Vergeet niet dat de accu een verbruiksartikel is. De gebruiksduur van de accu neemt geleidelijk af door herhaaldelijk laden
en ontladen, en de accu moet worden vervangen als de levensduur is verstreken. U kunt daarnaast een lege accu ook vervangen door een reserve-accu als u de computer voor een langere tijd niet op het elektriciteitsnet kunt aansluiten.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de accu verwijdert en installeert. Hierbij wordt in de volgende stappen eerst uitgelegd hoe u de accu verwijdert.
Verwijder de accu niet terwijl de computer in de slaapstand staat, aangezien gegevens die in het RAM zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan als de computer geen stroom meer krijgt.
In de sluimerstand gaan gegevens verloren als u de accu verwijdert of de netadapter loskoppelt voordat het opslagproces is voltooid.
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer vasthoudt omdat de accu er dan uit kan vallen doordat de accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
Gebruikershandleiding 4-21
De accu verwijderen
2
1
3
U verwijdert een lege accu als volgt:
1. Sla uw werk op.
2.
Klik op Starten ->
(Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl
u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
3. Verwijder alle op de computer aangesloten kabels en randapparatuur.
4. Sluit het beeldscherm en leg de computer ondersteboven.
5. Schuif de accuvergrendeling in de ontgrendelde stand (
).
6. Verschuif de accu-ontgrendelingsschuif en houd deze vast om de accu te ontgrendelen, til de accu op en verwijder deze uit de computer.
Afbeelding 4-7 De accu losmaken
1. Accuvergrendeling 3. Accu
2. Accu-ontgrendelingsschuif
De accu installeren
U installeert een accu als volgt:
Raak de accu-ontgrendelingsschuif niet aan terwijl u de computer vasthoudt omdat de accu er dan uit kan vallen doordat de accuhouder per ongeluk wordt ontgrendeld en letsel kan veroorzaken.
1. Schuif de accu zo ver als het gaat in de computer.
2. Zorg dat de accu correct is geplaatst en dat de accuvergrendeling in de vergrendelde stand (
) staat.
3. Draai de computer om.

Draadloos WAN-apparaat

Sommige modellen zijn voorzien van een functionaliteit voor draadloos WAN. Dit apparaat maakt een snelle verbinding met internet, een bedrijfsintranet en e-mail mogelijk wanneer u niet op kantoor bent.
Gebruikershandleiding 4-22

Een SIM-kaart installeren

1
U installeert een SIM-kaart als volgt:
1.
Klik op Starten -> Let erop dat het aan/uit-lampje uit is.
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5. Draai de computer om en zoek de SIM-kaartsleuf.
6. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
Trek de SIM-kaarthouder nooit helemaal uit de sleuf.
Afbeelding 4-8 De SIM-kaarthouder openen via het uitwerpgaatje
(Aan/uit) en klik vervolgens op Uitschakelen.
1. Uitwerpgaatje
7. Plaats de SIM-kaart met de metalen connectoren omhoog gericht in de SIM-kaarthouder
8. Plaats de SIM-kaarthouder in de SIM-kaartsleuf en druk op het midden van de houder om deze te sluiten. Duw zachtjes totdat de houder vastklikt.
9. Plaats de accu.
Gebruikershandleiding 4-23
Afbeelding 4-9 De SIM-kaart plaatsen
1
2
1. SIM-kaarthouder 2. SIM-kaart
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de aansluitpunten op de SIM-kaart en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan toegangsproblemen veroorzaken.

Een SIM-kaart verwijderen

U verwijdert de SIM-kaart als volgt:
1. Schakel de computer uit. Controleer of het aan/uit-lampje uit is.
2. Sluit het beeldscherm.
3. Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
4. U kunt de houder van de SIM-kaart gedeeltelijk openen door een dun voorwerp (van circa 10 mm, met een diameter van 0,8 mm) zoals een rechtgebogen paperclip in het uitwerpgaatje te steken. Trek voorzichtig aan de SIM-kaarthouder om deze te openen.
5. Verwijder de SIM-kaart uit de SIM-kaarthouder.
6. Plaats de SIM-kaarthouder terug in de SIM-kaartsleuf.

GPS-functie

Uw computer kan ingebouwde GPS (Global Positioning System) bevatten. De prestaties van de GPS zijn afhankelijk van de omgeving. Soms kan de
locatie niet correct worden vastgesteld. Uw huidige locatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van de
Gebruikershandleiding 4-24
GPS-status of de locatie. Als u de gegevens over uw huidige locatie ophaalt van de computer, kan uw huidige locatie mogelijk niet worden
gedetecteerd vanwege de nauwkeurigheid van de informatie. Uw huidige locatie kan bijvoorbeeld mogelijk niet worden gedetecteerd op de volgende plaatsen of in de volgende situaties:
In of direct onder een gebouw In een tas of doos Tussen dichte bomen Als zich een obstakel (persoon of voorwerp) voor de antenne bevindt In een ondergrondse tunnel, onder de grond of onder water In volgebouwde straten of woongebieden In de buurt van hoogspanningskabels Bij slecht weer zoals zware regen of sneeuw

Aanvullende geheugenmodule

Dit gedeelte is alleen van toepassing op modellen met een afdekplaatje over de geheugenmodules.
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel wordt bekrast of beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/ vervangt. Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door TOSHIBA.
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de volgende omstandigheden: a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Zorg dat u geen schroefjes of ander materiaal in de computer laat vallen. Dit kan leiden tot een defect of elektrische schok.
Gebruikershandleiding 4-25
Een aanvullende geheugenmodule is een elektronische
1
2
precisiecomponent die onherstelbaar kan worden beschadigd door statische elektriciteit. Aangezien het menselijk lichaam statische elektriciteit kan bevatten, moet u zichzelf ontladen voordat u aanvullende geheugenmodules aanraakt of installeert. Raak eenvoudig met blote handen een metalen voorwerp aan om de statische elektriciteit van uw lichaam te laten afvloeien.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 0 om de schroeven te verwijderen en vast te draaien. Een verkeerde schroevendraaier kan de schroefkoppen beschadigen.

Een geheugenmodule installeren

U installeert een geheugenmodule als volgt:
1.
Klik op Starten -> u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
Afbeelding 4-10 Het afdekplaatje van de geheugenmodule verwijderen
(Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl
1. Schroef
Gebruikershandleiding 4-26
2. Afdekplaatje geheugenmodule
7. Breng het uitstekende gedeelte van de geheugenmodule op één lijn
1
3
2
met de geheugensleuf en plaats de module voorzichtig in de sleuf onder een hoek van ongeveer 30 graden. Duw de module vervolgens omlaag tot deze aan weerszijden vastklikt.
Afbeelding 4-11 De geheugenmodule plaatsen
1. Inkeping 3. Sleuf B
2. Sleuf A
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met geheugentoegang veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de groeven.
Gebruikershandleiding 4-27
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
1
2
met de schroef.
Zorg dat het afdekplaatje van de geheugenmodule goed is gesloten.
Afbeelding 4-12 Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroef
9. Plaats de accu.
10. Draai de computer om.
11. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan. Controleer of het toegevoegde geheugen wordt herkend. U controleert dit door te klikken op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Systeem.

Een geheugenmodule verwijderen

U verwijdert een geheugenmodule als volgt:
1.
Klik op Starten -> (Aan/uit) en klik vervolgens op Afsluiten terwijl u de SHIFT-toets ingedrukt houdt. Zorg dat het aan/uit-lampje uit is.
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Draai de computer ondersteboven en verwijder de accu.
5. Draai de schroef los waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd. De schroef is aan het plaatje bevestigd om zoekraken te voorkomen.
6. Schuif uw nagel of een dun voorwerp onder het klepje en til het op.
7. Duw de klemmetjes opzij, zodat de module vrijkomt. Een veertje zorgt ervoor dat de module naar voren komt.
Gebruikershandleiding 4-28
8. Pak de module bij de randen vast en verwijder hem uit de computer.
1
1
Bij langdurig computergebruik worden de geheugenmodules en de nabijgelegen schakelingen heet. Laat de geheugenmodules in dat geval afkoelen tot kamertemperatuur alvorens ze te hanteren. Als u de modules eerder aanraakt, kunt u zich branden.
Raak de aansluitpunten op de geheugenmodule en op de computer niet aan. Vuil op de connectoren kan problemen met geheugentoegang veroorzaken.
Afbeelding 4-13 De geheugenmodule verwijderen
1. Klemmetjes
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het met de schroef.
Zorg dat het afdekplaatje van de geheugenmodule goed is gesloten.
10. Plaats de accu.
11. Draai de computer om.
12. Sluit de netadapter aan en zet de computer aan.
LAN
De computer heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) of Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en ontkoppelt van een LAN.
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
Gebruikershandleiding 4-29
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden (aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).

Typen LAN-kabels

2
1
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T) gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX) gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel of hoger aan te sluiten. U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt u de computer aansluiten met een CAT3-kabel of hoger.

De LAN-kabel aansluiten

U sluit de LAN-kabel als volgt aan:
Sluit de netadapter aan alvorens de LAN-kabel aan te sluiten. Tijdens LAN-gebruik moet de netadapter aangesloten blijven. Als u de netadapter loskoppelt terwijl de computer gegevens uitwisselt met een LAN, wordt de verbinding wellicht verbroken.
Sluit uitsluitend LAN-kabels aan op de LAN-aansluiting. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die op de LAN­aansluiting is aangesloten. Doet u dat niet, dan kan dit schade of storingen veroorzaken.
1. Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn aangesloten.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt.
Afbeelding 4-14 De LAN-kabel aansluiten
1. LAN-aansluiting
Gebruikershandleiding 4-30
2. LAN-kabel
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of configureert.

Geheugenmedia

Deze computer is uitgerust met een geheugenmediasleuf waarin u verschillende soorten geheugenmedia met diverse capaciteiten kunt plaatsen, zodat u eenvoudig gegevens kunt overbrengen vanaf apparaten zoals digitale camera's en PDA's (Personal Digital Assistants).
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de geheugenmediasleuf terechtkomen. Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes en paperclips, in de computer of het toetsenbord terechtkomen. Vreemde metalen voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Voor gebruik van een miniSD-/microSD-kaart is een adapter vereist.
Niet alle geheugenmedia zijn getest op een correcte werking. Er kan derhalve niet worden gegarandeerd dat alle geheugenmedia probleemloos functioneren.
Afbeelding 4-15 Voorbeelden van geheugenmedia
Secure Digital (SD)-kaart microSD-kaartadapter en
microSD-kaart
MultiMediaCard (MMC)

Aandachtspunten met betrekking tot geheugenkaarten

SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten zijn compatibel met SDMI (Secure Digital Music Initiative), een technologie ter voorkoming van het illegaal kopiëren of afspelen van digitale muziek. U kunt beschermd materiaal daarom niet op andere computers of apparaten afspelen of ernaar kopiëren, en u mag auteursrechtelijk materiaal alleen verveelvoudigen voor privégebruik.
Gebruikershandleiding 4-31
Hieronder vindt u een eenvoudige uitleg van de manier waarop u SD­geheugenkaarten kunt onderscheiden van SDHC- en SDXC­geheugenkaarten.
SD-, SDHC- en SDXC-geheugenkaarten zien er vrijwel hetzelfde uit. Het logo op geheugenkaarten verschilt echter, zodat u bij aanschaf goed op het logo moet letten.
Het logo van een SD-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDHC-geheugenkaart is ( ).
Het logo van een SDXC-geheugenkaart is ( ).
De maximale capaciteit van SD-geheugenkaarten is 2 GB. De maximale capaciteit van SDHC-geheugenkaarten is 32 GB. De maximale capaciteit van SDXC-geheugenkaarten is 128 GB.

Formattering van geheugenmedia

Nieuwe mediakaarten worden geformatteerd volgens specifieke normen. Als u een mediakaart opnieuw wilt formatteren, gebruik hiervoor dan een apparaat dat mediakaarten kan gebruiken.
Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart koopt, is deze reeds geformatteerd conform specifieke normen. Als u een geheugenkaart opnieuw formatteert, dient u deze te formatteren met een apparaat, zoals een digitale camera of digitale audiospeler, dat geheugenkaarten gebruikt en niet met de formatteeropdracht van Windows.
Als u alle gebieden van de SD-geheugenkaart wilt formatteren, inclusief het beschermde gebied, dient u een toepassing aan te schaffen die overweg kan met het kopieerbeveiligingssysteem.

Behandeling van schijven

Neem de volgende voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van kaarten in acht.
Buig kaarten niet. Houd kaarten uit de buurt van vloeistoffen en bewaar ze niet op een
vochtige plaats. Raak het metalen deel van een kaart niet aan en laat het niet vochtig
of vuil worden. Plaats de kaart na gebruik terug in de houder. De kaart kan slechts op één manier worden geplaatst. Gebruik geen
overmatige kracht om de kaart in de sleuf te duwen. Laat een kaart niet gedeeltelijk in de sleuf zitten. Duw de kaart in de
sleuf totdat deze vastklikt.
Gebruikershandleiding 4-32
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u
2
1
geen gegevens wilt vastleggen. Geheugenkaarten hebben maar een beperkte levensduur, zorg er dus
voor dat u een back-up maakt van belangrijke gegevens. Schrijf niet naar een kaart als de accu bijna leeg is. Een laag
energieniveau kan de schrijfkwaliteit aantasten. Verwijder een kaart niet tijdens het lezen of schrijven van gegevens.
Raadpleeg de handleiding bij de geheugenkaarten voor meer informatie.
De schrijfbeveiliging
Geheugenkaarten hebben een schrijfbeveiliging.
SD-kaart (SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC­geheugenkaart)
Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de vergrendelde stand als u geen gegevens wilt vastleggen.

Geheugenmedia plaatsen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U plaatst geheugenmedia als volgt:
1. Draai het geheugenmedium zodanig dat de contactpunten (metalen delen) naar beneden zijn gericht.
2. Plaats het geheugenmedium in de geheugenmediasleuf van de computer.
3. Duw zachtjes totdat het geheugenmedium vastklikt.
Afbeelding 4-16 Geheugenmedia plaatsen
1. Geheugenmediasleuf
2. Geheugenmedium
Zorg dat u het geheugenmedium recht voor de sleuf houdt voordat u dit plaatst. Als u het medium verkeerd plaatst, kunt u dit mogelijk niet meer verwijderen.
Gebruikershandleiding 4-33
Raak de metalen contactpunten niet aan wanneer u geheugenmedia plaatst. Hierdoor wordt het opslaggebied mogelijk blootgesteld aan statische elektriciteit, waardoor gegevens verloren kunnen gaan.
Zet de computer niet uit en schakel niet over naar de slaapstand of sluimerstand terwijl bestanden worden gekopieerd. Doet u dat wel, dan kunnen gegevens verloren gaan.

Geheugenmedia verwijderen

De volgende instructies zijn van toepassing op alle soorten ondersteunde media. U verwijdert geheugenmedia als volgt:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
2. Selecteer het geheugenmedium dat u wilt verwijderen.
3. Duw op het geheugenmedium totdat u een klik hoort en de kaart naar voren komt.
4. Verwijder nu het medium.
Als u het geheugenmedium verwijdert of de computer uitschakelt terwijl de computer het geheugenmedium gebruikt, bestaat de kans dat gegevens op het medium verloren gaan of beschadigd raken.
Verwijder een geheugenmedium niet terwijl de computer in de slaapstand of de sluimerstand staat. Hierdoor kan de computer instabiel raken of kunnen gegevens op het geheugenmedium verloren gaan.
Verwijder niet alleen de miniSD/microSD-kaart terwijl u de adapter in de geheugenmediasleuf laat zitten.

Smart Card

Een Smart Card is een plastic kaart van creditcardformaat. De kaart bevat een zeer dunne IC-chip (geïntegreerde schakeling) waarop gegevens kunnen worden opgeslagen. Deze kaarten kunnen worden gebruikt voor uiteenlopende toepassingen, zoals telefoonfuncties en elektronische betalingen.
Deze paragraaf bevat informatie over een correct gebruik van de Smart Card-sleuf en het wordt ten zeerste aanbevolen dit te lezen voordat u de computer gebruikt.
Sommige modellen zijn uitgerust met een Smart Card-sleuf.
Deze computer ondersteunt ISO7816-3 asynchrone kaarten (ondersteunde protocollen zijn T=0 en T=1) met een werkvoltage van 5 V.
Gebruikershandleiding 4-34

Een Smart Card plaatsen

De Smart Card-sleuf bevindt zich in de zijkant van de computer. De Windows-voorziening voor directe installatie maakt het mogelijk om een Smart Card te plaatsen terwijl de computer is ingeschakeld.
U installeert een Smart Card als volgt:
1. Plaats de Smart Card in de Smart Card-sleuf met de metalen aansluitpunten naar boven gericht.
2. Duw de Smart Card voorzichtig aan tot hij stevig vastzit. De computer herkent de Smart Card en toont een pictogram op de Windows­taakbalk.
Wanneer u een Smart Card in de Smart Card-sleuf steekt, dient u erop te letten dat u de kaart in de juiste richting plaatst.
Duw op de Smart Card totdat deze het einde van de Smart Card-sleuf bereikt. De Smart Card steekt iets uit over de rand van de behuizing. Probeer de kaart niet verder in de sleuf te duwen.
Verwijder de Smart Card altijd uit de Smart Card-sleuf voordat u de computer verplaatst.
Verwijder de Smart Card na gebruik.
Als u deze instructies niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de computer en/of de Smart Card.
3. Nadat u de Smart Card hebt geplaatst, dient u de documentatie te lezen en in Windows te controleren of de configuratie correct is.

Een Smart Card verwijderen

U verwijdert een Smart Card als volgt:
1. Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen en media uitwerpen op de Windows-taakbalk.
Controleer voordat u de Smart Card verwijdert of de kaart niet door een programma of het systeem wordt gebruikt.
Wees voorzichtig dat u de Smart Card niet buigt terwijl u deze uit de computer verwijdert.
2. Wijs Smart Card aan en klik op de linkerbesturingsknop van het touchpad.
3. Verwijder de Smart Card.

Extern beeldscherm

U kunt de weergavemogelijkheden van uw computer uitbreiden met extra beeldschermen.
Met extra beeldschermen kunt u uw bureaublad delen of het bureaublad uitbreiden.
Gebruikershandleiding 4-35
Aangezien de poortwerking niet van alle externe monitoren is
1
2
gecontroleerd, werken sommige weergaveapparaten mogelijk niet correct.

Een extern beeldscherm aansluiten

Uw computer wordt geleverd met een ingebouwd scherm, maar u kunt ook andere externe beeldschermen aansluiten via de beschikbare poorten op de computer.
Poort voor externe RGB-monitor
Op de computerpoort voor een externe RGB-monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten. U sluit als volgt een externe analoge monitor aan:
1. Sluit het ene uiteinde van de RGB-kabel aan op de poort voor een externe RGB-monitor.
2. Sluit het andere uiteinde van de RGB-kabel aan op de RGB-poort van de computer.
3.
De poort voor een externe RGB-monitor bevat geen bevestigingsschroeven voor een monitorkabel. Monitorkabels met bevestigingsschroeven kunnen echter wel worden gebruikt.
4. Zet de externe monitor aan.
Afbeelding 4-17 De RGB-kabel aansluiten op de poort voor een externe RGB-
monitor
1. Poort voor externe RGB-monitor
2. RGB-kabel
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend door en wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft.
Als het bureaublad wordt weergegeven op een externe RGB-monitor, wordt dit soms in het midden van de monitor weergegeven met zwarte balken rondom (in een klein formaat).
Raadpleeg in dat geval de handleiding van de monitor en stel een weergavemodus in die door de monitor wordt ondersteund. Het bureaublad wordt dan weergegeven op een geschikte grootte met de juiste hoogte­breedteverhouding.
Gebruikershandleiding 4-36
De HDMI™-uitgang
1
2
De HDMI™-poort (High-Definition Multimedia Interface) zet zowel video­als audiogegevens digitaal over zonder dat de kwaliteit hierbij afneemt. HDMI™-compatibele externe beeldschermen, waaronder televisies, kunnen via de HDMI™-uitgang worden aangesloten.
U sluit een HDMI™-compatibel beeldscherm als volgt aan:
Als u een apparaat wilt aansluiten op de HDMI™-uitgang, moet u een geschikte HDMI™-kabel kopen.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™­uitgang van het HDMI™-apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI™-kabel aan op de HDMI™­uitgang van de computer.
3. Zet het HDMI™-beeldscherm aan.
Afbeelding 4-18 Aansluiten op de HDMI™-uitgang
1. HDMI™-uitgang 2. HDMI™-kabel
In de volgende omstandigheden mag u een HDMI™-apparaat niet aansluiten of loskoppelen:
Het systeem wordt opgestart.
Het systeem wordt afgesloten.
Wanneer u een televisie of externe monitor aansluit op de HDMI™-poort, moet het beelduitvoerapparaat zijn ingesteld op HDMI™.
Wanneer u de HDMI™-kabel verwijdert en weer aansluit, dient u ten minste vijf seconden te wachten voordat u de HDMI™-kabel opnieuw aansluit.
Instellingen voor beeldweergave op HDMI™
Als u beelden op een HDMI™-apparaat wilt weergeven, dient u de volgende instellingen te configureren. Als u dit niet doet, wordt er mogelijk niets weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-37
Selecteer het weergaveapparaat met behulp van de functietoets voordat u de video afspeelt. Wijzig het weergaveapparaat of het audioapparaat niet terwijl u video afspeelt.
Kies geen ander weergaveapparaat in de volgende situaties.
Terwijl er gegevens worden gelezen of weggeschreven
Terwijl er communicatie plaatsvindt

Wireless Display

Uw computer ondersteunt mogelijk Wireless Display, een draadloze technologie die Wi-Fi® gebruikt om de computer in staat te stellen draadloos verbinding te maken met externe beeldschermen, met inbegrip van tv's, die als schermuitbreiding worden gebruikt. Met Wireless Display kunnen documenten, gestreamde/lokale media of andere online inhoud draadloos met anderen worden gedeeld.
Als u Wireless Display wilt gebruiken, is een van de volgende apparaten vereist:
Een compatibel extern beeldscherm met ingebouwde ondersteuning van Wireless Display.
Een extern beeldscherm met een HDMI™-poort en een Wireless Display-adapter.
De Wireless Display-adapter is een apparaat dat via de HDMI™-poort op het externe beeldscherm wordt aangesloten en Wi-Fi®-signalen van de computer kan ontvangen.
Voer de volgende stappen uit als u draadloos verbinding wilt maken met een extern beeldscherm:
1. Ga naar (Instellingen) en klik op Apparaten -> Bluetooth en andere apparaten -> Bluetooth- of ander apparaat toevoegen.
2. Klik op Draadloos beeldscherm of dockingstation. De computer zoekt het Wireless Display-apparaat.
3. Nadat het Wireless Display-apparaat is gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de naam van het Wireless Display-apparaat weergegeven onder Projectors.
Als u de verbinding met het Wireless Display-apparaat wilt verbreken, klikt u op de naam van het Wireless Display-apparaat en klikt u daarna op Apparaat verwijderen.

De instellingen voor weergave op een extern scherm wijzigen

Nadat een of meer externe beeldschermen zijn aangesloten, kan het besturingssysteem automatisch de beeldscherminstellingen detecteren, identificeren en configureren.
Gebruikershandleiding 4-38
U kunt ook handmatig beheren hoe de externe schermen werken en de scherminstellingen wijzigen door op P te drukken terwijl u de Windows-
toets ( ) ingedrukt houdt. Als u het externe beeldscherm loskoppelt voordat u de computer uitschakelt, moet u eerst overschakelen naar het
interne scherm.
Wanneer u het beelduitvoerapparaat wijzigt, wordt het audio­afspeelapparaat mogelijk niet automatisch gewijzigd. In dit geval stelt u het afspeelapparaat in op hetzelfde apparaat als het beelduitvoerapparaat door het audio-afspeelapparaat als volgt aan te passen:
1. Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Geluid.
2. Selecteer op het tabblad Afspelen het afspeelapparaat waarnaar u wilt overschakelen.
3. Als u de interne luidsprekers van de computer wilt gebruiken, selecteert u Luidsprekers. Als u de televisie of externe monitor wilt gebruiken die u op de computer hebt aangesloten, selecteert u een ander afspeelapparaat.
4. Klik op de knop Als standaard instellen.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Geluid te sluiten.

TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W

Naast de beschikbare poorten op de computer biedt de TOSHIBA Hi­Speed Port Replicator III 180W/120W ook diverse soorten poorten.
De Port Replicator wordt rechtstreeks aan de dockinginterface op de onderkant van de computer gekoppeld. De Port Replicator wordt via de netadapter op een voedingsbron aangesloten.
Sluit eerst de netadapter aan en daarna pas de Port Replicator.
De poorten op de Port Replicator hebben mogelijk een hogere prioriteit dan de poorten op de gekoppelde computer.
Wanneer u de poorten voor externe beeldschermen op de Port Replicator of op de computer gebruikt, kan in sommige toepassingen een ander type poort worden weergegeven wanneer een scherm is aangesloten.
Wanneer u een netadapter op de Port Replicator aansluit, moet u altijd de netadapter gebruiken die bij de Port Replicator is inbegrepen. Gebruik de netadapter van de computer niet.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer informatie.
Voer de onderstaande stappen uit on de computer aan de Port Replicator te koppelen:
Gebruikershandleiding 4-39
1. Lijn de linker- en rechterbovenhoek van de computer uit met de juiste
1
C’-markering op de Port Replicator.
2. Druk de achterkant van de computer omlaag totdat deze op zijn plaats klikt. De computeraansluiting op de port replicator haakt de dockingpoort van de computer vast.
Wanneer de computer is aangesloten, brandt het koppelingslampje op de Port Replicator groen terwijl de computer is ingeschakeld.
Afbeelding 4-19 De computer uitlijnen met de Port Replicator
1. Dockingpoort (computer)
De vormgeving van het product verschilt per model.
Zorg dat de netadapter tijdens het gebruik altijd op de TOSHIBA Hi-Speed Replicator III 180W/120W aangesloten is. Anders stopt de Port Replicator met werken, wat mogelijk leidt tot gegevensverlies.
Sommige modellen ondersteunen een functie voor meerdere beeldschermen als ze zijn uitgerust met een TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W.
De Port Replicator ondersteunt maximaal twee externe schermen. Voor elk VIDEO-scherm kan slechts één poort tegelijk worden gebruikt.

Beveiligingsslot

Met het beveiligingsslot kunt u de computer aan een bureau of ander groot voorwerp verankeren om te voorkomen dat de computer wordt gestolen of door onbevoegden wordt verwijderd. De computer heeft een sleuf voor een
Gebruikershandleiding 4-40
beveiligingsslot. Bevestig één uiteinde van een kabel aan bijvoorbeeld een bureau en het andere uiteinde aan de sleuf voor het beveiligingsslot. De methoden voor het bevestigen van beveiligingskabels verschillen per
product. Raadpleeg voor meer informatie de instructies bij het product dat
2
1
u gebruikt.

Het beveiligingsslot aansluiten

U kunt als volgt een beveiligingskabel op de computer aansluiten:
1. Draai de computer zodat de sleuf voor het beveiligingsslot naar u toe is gericht.
2. Lijn de beveiligingskabel uit met de sleuf van het beveiligingsslot en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
Afbeelding 4-20 Beveiligingsslot
1. Sleuf beveiligingsslot 2. Beveiligingsslot

Optionele TOSHIBA-accessoires

Als u de computer nog krachtiger en gebruiksvriendelijker wilt maken, kunt u diverse opties en accessoires toevoegen. In de volgende lijst vindt u informatie over enkele items die verkrijgbaar zijn u bij uw verkoper of TOSHIBA-leverancier:
Universele netadapter Als u de computer regelmatig op verschillende
locaties gebruikt, is het wellicht een goed idee om voor elke locatie een extra netadapter te kopen: u hoeft de adapter dan niet telkens mee te nemen.
Accu Een extra accu als reserve of ter vervanging.
Raadpleeg het gedeelte Accu voor meer informatie.
TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/120W
De TOSHIBA Hi-Speed Port Replicator III 180W/ 120W biedt diverse soorten poorten. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Port Replicator voor meer informatie.

Geluidssysteem en videomodus

In dit gedeelte worden enkele van de audiobedieningsfuncties beschreven.
Gebruikershandleiding 4-41

Volumemixer

Met het hulpprogramma Volumemixer kunt u het afspeelvolume regelen van apparaten en toepassingen onder Windows.
U start het hulpprogramma Volumemixer door met de rechtermuisknop te klikken op het luidsprekerpictogram op de Windows-taakbalk en Volumemixer openen te selecteren in het submenu.
U past het volume van de luidsprekers of de hoofdtelefoon aan door te schuifregelaar Luidsprekers te verslepen.
Als u het volume wilt aanpassen van een toepassing die u gebruikt, versleept u de schuifregelaar van de desbetreffende toepassing.

Microfoonvolume

U wijzigt het opnameniveau van de microfoon als volgt:
1. Klik met de rechtermuisknop op het luidsprekerpictogram op de Windows-taakbalk en selecteer Opnameapparaten in het submenu.
2. Selecteer Microfoonmatrix en klik op Eigenschappen.
3. Versleep de schuifregelaar Microfoonmatrix op het tabblad Niveaus om het volume van de microfoon te verhogen of te verlagen.
Als het microfoonvolume niet toereikend is, verplaatst u de schuifregelaar Microfoonversterking naar een hoger niveau.

Audioverbeteringen

U kunt als volgt geluidseffecten op de huidige luidspreker toepassen:
1. Rechtsklik op het pictogram Luidsprekers op de Windows-taakbalk en selecteer Afspeelapparaten in het submenu.
2. Selecteer Luidsprekers en klik op Eigenschappen.
3. Selecteer de gewenste geluidseffecten op het tabblad Verbeteringen en klik op Toepassen.

DTS Studio Sound™

DTS Studio Sound™ is een suite programma's voor audioverbetering die revolutionaire audiotechnologie gebruikt om de meest overrompelende en natuurgetrouwe luisterbeleving te bieden die ooit mogelijk was in een configuratie met twee luidsprekers.
DTS Studio Sound™ wordt bij sommige modellen geleverd. Dit ondersteunt de volgende functies:
Geavanceerde audioweergave voor 2D- en 3D-video-inhoud voor een levensechte surround-sound
Accurate plaatsing van audiocues voor een overrompelende surround­sound bij elke luidsprekerconfiguratie van laptop-/desktopluidsprekers of een hoofdtelefoon
Brede 'sweet spot' met een verbeterd geluidsbeeld
Gebruikershandleiding 4-42
Maximale volume-uitvoer met een maximaal volume zonder afkapping of vervorming
Verbetering van spraak voor heldere en verstaanbare stemmen Basverbetering voor rijke lage frequenties Heldere hoge frequenties voor heldere details Consistent volumeniveau voor de gehele inhoud
U opent het hulpprogramma door te klikken op Starten -> DTS, Inc -> DTS Studio Sound.
Er zijn Amerikaanse octrooien van toepassing op dit product. Zie http://patents.dts.com . Geproduceerd onder licentie van DTS Licensing Limited.

Realtek HD Audio configuratie

U kunt de audioconfiguratie controleren en wijzigen met Realtek HD Audio configuratie. U start Realtek HD Audio configuratie als volgt:
Klik op Starten -> Systeem -> Configuratiescherm -> Hardware en geluiden -> Realtek HD Audio configuratie.
Wanneer u Realtek HD Audio configuratie voor het eerst start, ziet u twee apparaattabs. Luidsprekers is het standaarduitvoerapparaat. Microfoonmatrix is het standaardinvoerapparaat. Als u het standaardapparaat wilt wijzigen, klikt u op de knop Standaardapparaat instellen op het tabblad van het gekozen apparaat.
Informatie
Klik op Informaties om hardwaregegevens, softwaregegevens en de taalinstelling weer te geven.
Energiebeheer
De audiocontroller in uw computer kan worden uitgeschakeld wanneer de audiofunctie niet actief is. Als u de configuratie van het audio­energiebeheer wilt aanpassen, klikt op de knop Energiebeheer
Als audio-energiebeheer is ingeschakeld, is de knop met het rondje linksboven in Power Management (Energiebeheer) blauw en bol.
Als audio-energiebeheer is uitgeschakeld, is de knop zwart en hol.
.
Luidsprekerconfiguratie
Klik op de knop Autotesten om te controleren of het geluid van de interne luidsprekers of de hoofdtelefoon uit de juiste richting komt.
Standaardindeling
U kunt de samplingfrequentie en bitdiepte van geluid wijzigen.
Gebruikershandleiding 4-43
Hoofdtelefoon/microfoon selecteren
U wijzigt als volgt het type hoofdtelefoon of microfoon:
1. Sluit een hoofdtelefoon of microfoon aan op de gecombineerde hoofdtelefoon-/microfoonaansluiting.
2. Dubbelklik op de ronde knop HD Audio configuratie.
3. Selecteer een van de apparaten in de lijst voor het aangesloten apparaat.
rechts in het hoofdscherm van Realtek

Videomodus

De instellingen voor de videomodus worden geselecteerd in het dialoogvenster Beeldscherm.
U opent het dialoogvenster Beeldscherm door te klikken op Starten -> (Instellingen) -> Systeem -> Beeldscherm.
Als u bepaalde toepassingen uitvoert (bijvoorbeeld een 3D-toepassing of videoweergave), kan er sprake zijn van een schokkerig of knipperend beeld of van het wegvallen van beeld.
Als dit gebeurt, verlaagt u de schermresolutie totdat het scherm correct wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding 4-44
Loading...