
FormNo.3449-802RevA
TimeCutter
Modelnr.:74683—Serienr.:400000000enhoger
®
ZS4200Szitmaaier
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3449-802*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof
AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conguratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-,
emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan
dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie
vandemotorfabrikant.
Ganaarwww.Toro.comomdespecicatiesvanuw
typeteraadplegen.
Inleiding
g297763
Figuur1
Onderdestoel
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernoteren
inderuimtehieronder:
Dezezitmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticuliereninresidentiële
toepassingen.Demachineisvoornamelijkontworpen
voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden
gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden
danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru
ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)komtzowel
indezehandleidingalsopdemachinevoorom
belangrijkeveiligheidsberichtenteidenticerendie
umoetopvolgenomongevallentevoorkomen.Het
symboolzalverschijnenmethetwoordGevaarof
Waarschuwing.
•Gevaar:eendirectgevaarlijkesituatiedie,als
dezenietwordtvoorkomen,altijdzalleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
dedoodofernstigletsel.
•Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
lichtofmiddelmatigletsel.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
©2022—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
sa-black
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Algemeenoverzichtvandemachine.........................9
Bedieningsorganen..........................................10
Voorgebruik.........................................................11
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk...............................................................11
Brandstofbijvullen............................................12
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................13
Eennieuwemachineinrijden............................13
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................13
Bestuurdersstoelinstellen................................14
Rijhendelsafstellen..........................................14
Uitworpafsluiterverwijderenom
uitwerpkanaaltegebruiken...........................15
Deuitworpafsluitermonterenomte
mulchen........................................................16
Tijdensgebruik....................................................17
Veiligheidtijdenshetwerk.................................17
Demesschakelaar(aftakas)bedienen..............19
Degashendelbedienen....................................20
Dechokebedienen...........................................20
Motorstarten....................................................20
Demotorafzetten.............................................21
Derijhendelsgebruiken....................................21
Metdemachinerijden.......................................21
HetSmartSpeed
gebruiken......................................................22
Zijafvoergebruiken...........................................23
Demaaihoogteinstellen...................................24
Antiscalpeerrollenafstellen...............................24
Tipsvoorbedieningengebruik.........................25
Nagebruik...........................................................26
Veiligheidnahetwerk.......................................26
Demachineschoonmaken...............................26
Machinemetdehandduwen............................26
Demachinetransporteren................................27
Onderhoud..............................................................30
Veiligheidbijonderhoud....................................30
Aanbevolenonderhoudsschema.........................31
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........32
Deafdekkingvanhetmaaidek
losmaken......................................................32
Demachineopkrikken......................................32
Smering...............................................................33
Delagerssmeren.............................................33
Onderhoudmotor................................................33
Veiligheidvandemotor.....................................33
Onderhoudvanhetluchtlter............................33
Motorolieverversen..........................................34
Onderhoudvandebougie................................37
Hetkoelsysteemreinigen.................................38
Onderhoudbrandstofsysteem.............................38
Brandstofltervandeslangvervangen.............38
TM
besturingssysteem
Onderhoudelektrischsysteem............................39
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................39
Onderhoudvandeaccu....................................39
Onderhoudvandezekeringen..........................41
Onderhoudaandrijfsysteem................................41
Bandenspanningcontroleren............................41
Elektrischeremvrijzetten.................................41
Desporingafstellen..........................................42
Onderhoudriemen..............................................43
Riemencontroleren..........................................43
Drijfriemvanmaaidekvervangen.....................43
Onderhoudvandemaaimachine..........................44
Veiligheidvandemessen.................................44
Onderhoudvandemaaimessen.......................44
Maaidekhorizontaalstellen..............................47
Hetmaaidekverwijderen..................................49
Hetmaaidekmonteren.....................................50
Grasgeleidervervangen...................................50
Reiniging.............................................................51
Deonderkantvanhetmaaidekreinigen............51
Afvalafvoeren..................................................52
Stalling....................................................................52
Veiligheidtijdensopslag...................................52
Reinigenenopslaan.........................................52
Opslagvandeaccu..........................................53
Problemen,oorzaakenremedie.............................54
Schema's................................................................56
3

Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk
dodelijkletseltevoorkomen.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Houdomstandersenkinderenuitdebuurt.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.Laat
enkelmensendieverantwoordelijkengetraindzijn
endiebovendienvertrouwdzijnmetdeinstructies
enfysiekertoeinstaatzijndemachinebedienen
oferonderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere
gevaren,ofophellingensteilerdan15°.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenietalserschermen,veilig-
heidsschakelaarsofanderebeveiligingsmiddelen
ontbrekenofalsdezenietnaarbehorenwerken.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
4

Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek
tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde
betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
5
g011841

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleToromaaimachineis.
decal105-7015
105-7015
1.Geleidingvandrijfriem
decaloemmarkt
decal121-2989b
121-2989
93-7009
1.Waarschuwing–Gebruikdemaaimachinenietalsde
grasgeleideromhooggeklaptofverwijderdis;zorgervoor
datdegrasgeleiderisgemonteerd.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-7009
1.Omloophendel,hendelin
duwstand
6
2.Omloophendel,hendelin
gebruiksstand

decal132-0872
132-0872
1.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
–Houdomstandersuitde
buurtvandemachine.
2.Demaaierkan
voorwerpenuitwerpen,
omhooggebrachte
geleider–Gebruikde
machinenietmeteen
openmaaidek;gebruik
eengrasvangerofeen
geleider.
Sticker138-6074isgegotenindebrandstoftank.
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Parkeerdemachine
opeenhorizontaal
oppervlakwanneeru
debrandstoftankvult.
3.Handenofvoetenkunnen
wordengesneden–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
4.Risicoomgegrepente
worden–Blijfuitdebuurt
vanbewegendedelenen
houdallebeschermende
delenophunplaats.
138-6074
3.Detankniettevolvullen.
decal138-2456
decal139-2388
139-2388
1.Langzaam
2.Vervoeren
3.Snel
decal139-2394
139-2394
1.Tractiebediening4.Neutraalstand
2.Snel
3.Langzaam6.Parkeerrem
1.Parkeerrem4.Neutraalstand
2.Snel
3.Langzaam6.Tractiebediening
7
5.Achteruit
decal139-2395
139-2395
5.Achteruit

decal140-2716
140-2716
1.Choke
3.Langzaam
2.Snel
decal144-5288
144-5288
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiede
statischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaard
zijnindesector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordt
vermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruik
vandemachineophellingenindeGebruikershandleidingende
omstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnate
gaanofudemachineopeenbepaaldedagenophetterreinin
kwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentot
gevolghebbendatdemachineandersreageertophellingen.
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Handenofvingers
kunnenworden
gesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvan
bewegendedelen;houd
allebeschermendedelen
ophunplaats.
decal140-2748
140-2748
3.Machinekanvoorwerpen
uitwerpen–Houd
omstandersuitdebuurt;
raapafvalop;zorgervoor
datdegrasgeleideropzijn
plaatszit.
4.Gevaaromoverredente
worden-Vervoergeen
passagiers;kijkachterom
alsuachteruitrijdt.
5.Kantelgevaar-Gebruik
geendubbeleoprijplaat
bijhetladenopeen
aanhanger.Gebruik
eenenkeleoprijplaatdie
breedgenoegisvoor
demachine.Gebruik
geenoprijplaatdieeen
hellingshoekheeftvan
meerdan15°.Rijachteruit
deoprijplaatopenrij
vooruitdeoprijplaataf.
6.Kantelgevaar–Gebruik
demachinenietinde
buurtvansteilehellingen
ofhellingenvanmeerdan
15°;gebruikdemachine
enkelophellingenvan
minderdan15°.
decal142-5864
142-5864
8

Algemeenoverzicht
vandemachine
1.Motor4.Rijhendels
2.Bestuurdersstoel
3.Dopvanbrandstoftank
Figuur4
7.Grasgeleider
5.Achteraandrijfwiel8.SmartSpeed™hendel
6.Voorstezwenkwielen9.Maaihoogtehendel
g378562
10.Bedieningspaneel
9

Bedieningsorganen
Rijhendels
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
Figuur5
1.Gas-/Chokehendel3.Contactschakelaar
2.Aftakasschakelaar
Contactschakelaar
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten
achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof
naarrechtstemaken(Figuur4).
Parkeerstand
Zetderijhendelsvanuithetmiddennaarbuiteninde
PARKEERSTANDwanneerudemachineverlaatom
deelektrischereminwerkingtestellen(Figuur24).
ZetderijhendelsaltijdindePARKEERST ANDalsude
machinestoptofonbeheerdachterlaat.
SmartSpeed™bedieningssys-
teem
DehendelvanhetSmartSpeed™systeembevindt
zichonderdebestuurdersstoelengeeftudekeuzeuit
g296034
driesnelheidsbereiken:trimmen,slepenenmaaien
(Figuur4).
Brandstofvenstertje
Methetbrandstofvenstertjeaandelinkerkantvande
machinekuntunagaanoferzichbrandstofindetank
bevindt(Figuur6).
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART(Figuur
5).
Gas-/Chokehendel
Metdegas-/chokehendelkuntuzoweldegasklep
alsdechokebedienen.Degashendelregelthet
motortoerentalenzorgtvooreencontinuverstelbare
regelingvanLANGZAAMtotSNEL(Figuur5).
Maaimesschakelaar(aftakas,PTO)
Metdemaaimesschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool(PTO),schakeltudeaandrijvingnaar
demaaimessenaanofuit(Figuur5).
g292100
Figuur6
1.Brandstofvenstertje
10

Maaihoogtehendel
Metdemaaihoogtehendelkuntuhetmaaidek
opheffenenneerlatenvanuitdebestuurdersstoel.
Alsudehendelomhoogzet,naarutoe,wordt
hetmaaidekopgehevenvandegrondenalsude
hendelomlaagzet,wegvanu,wordthetmaaidek
neergelaten.Demaaihoogtemaguitsluitendworden
ingesteldalsdemachinestilstaat(Figuur28).
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenof
eronderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
•Controleerdeomgevingwaarudemachinegaat
gebruiken.Verwijderallevoorwerpendiede
werkingvandemachinekunnenbeïnvloedenof
diedoordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars
enschermen.Gebruikdemachineuitsluitendals
dezenaarbehorenwerkt.
•Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine
afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
•Controleervoordatubeginttemaaiendemachine
omzekertezijndatdemaai-eenhedengoed
werken.
•Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde
machineveiligengoedtegebruiken.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Vervoergeenpassagiersopdemachine.
•Houomstandersenhuisdierentijdenshetwerkuit
debuurtvandemachine.Schakeldemachine
11

enhet/dewerktuig(en)uitindieniemandhet
werkgebiedbetreedt.
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangversletenofkapotteonderdelen
indiennodig.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.
Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.
•Gietdebrandstoftankniettevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
Brandstofveiligheid
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstofdoetontbranden,verwijdertude
machinevandetruckofaanhangerentanktu
opdegrond,uitdebuurtvanallevoertuigen.
Indienditnietmogelijkis,plaatsdaneen
draagbaarbrandstofvatopdegrond,uitde
buurtvanallevoertuigen,envuldit;tankde
machinevervolgensbijuithetbrandstofvatin
plaatsvanmeteenvulpistoolvaneenpomp.
–Vuldebrandstoftankopeenhorizontaal
oppervlakenindeopenluchtwanneerde
motorkoudis.Eventueelgemorstebrandstof
opnemen.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren
vonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
geluiddemper,deaandrijvingen,degrasvangeren
demotorombrandtevoorkomen.Veeggemorste
olieenbrandstofop.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
TypeLoodvrijebenzine
Minimaaloctaangetal
Ethanol
Methanol
MTBE(methyl-tertiairbutylether)
Olie
Gebruikuitsluitendschone,versebrandstof(minder
dan30dagenoud)vaneengerespecteerdebron.
87(VS)of91
(researchoctaangetal;buiten
deVS)
Nietmeerdan10%vanhet
volume
Geen
Nietmeerdan15%vanhet
volume
Niettoevoegenaande
brandstof
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
•Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv .vaneenboilerofandere
toestellen)aanwezigkunnenzijn.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikstabilizer/conditionerindemachineom
debrandstoflangerverstehouden;volgde
aanbevelingenvandefabrikantvandestabilizerop.
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditieven
diemethanolofethanolbevatten.
Voegdehoeveelheidstabilizer/conditionertoeaan
deversebrandstofvolgensdevoorschriftenvande
fabrikantvandestabilizer.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.ZetderijhendelsinPARKEER.
3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
12

5.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis
(Figuur7).Vuldebrandstoftankniethelemaal.
Figuur7
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
g293796
•demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
•DerijhendelsstaaninPARKEER.
Hetveiligheidssysteemzorgtookdatdemotorwordt
gestoptwanneerderijhendelsnietinPARKEERstaan
enudebestuurdersstoelverlaat.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.30).
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Hetveiligheidssysteemtesten
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,zetde
rijhendelsindePARKEERST ANDenzetde
messchakelaarAAN.Probeerdemotorte
starten;demotormagnunietgaandraaien.
2.Blijfzittenopdebestuurdersstoelenschakelde
messchakelaarindeUIT-stand.Zetéénvan
derijhendelsindemiddelste,onvergrendelde
stand.Probeerdemotortestarten;demotor
magnunietgaandraaien.Beweegnude
andererijhendel.
3.Blijfzittenopdebestuurdersstoel,zetde
messchakelaarUITenzetderijhendelsvastin
dePARKEERST AND.Startdemotor.Alsdemotor
loopt,schakeltudemesschakelaarinenkomtu
ietsovereinduitdebestuurdersstoel;demotor
moetstoppen.
4.Blijfzittenopdebestuurdersstoel,zetde
messchakelaarUITenzetderijhendelsvastin
dePARKEERST AND.Startdemotor.Alsdemotor
loopt,moetuderijhendelsindemiddelste,
13

onvergrendeldestandzetten.Komdaniets
overeinduitdebestuurdersstoel;demotormoet
stoppen.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren
verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn
datudemachinehetbestkuntbedienenendatu
comfortabelzit(Figuur8).
Figuur8
Rijhendelsafstellen
Dehoogteinstellen
Ukuntderijhendelshogeroflagerafstellen,voor
meercomfort(Figuur9).
g027249
g333847
Figuur9
14

Hoekvanrijhendelsverstellen
Ukuntdehoekvanderijhendelsnaarvorenof
achterenafstellen,voormeercomfort.
1.Verwijderdebovensteboutwaarmeede
rijhendelisbevestigdaandeschachtvande
bedieningsarm.
2.Draaideondersteboutlostotdatuderijhendels
naarvorenofnaarachterenkuntbewegen.
Uitworpafsluiter
verwijderenom
uitwerpkanaaltegebruiken
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldemesschakelaaruitenzet
derijhendelsnaarbuitenindePARKEERSTAND.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Maakdebuigbarevergrendelinglosvande
grendelhouderopdeafvoerafsluiterenkantel
deafvoerafsluiternaarrechts(Figuur11).
Figuur10
3.Draaidemoerenaanomderijhendelvastte
zettenindenieuwestand.
4.Stelvervolgensookdeandererijhendelaf.
g333846
g293897
Figuur11
1.Grendelhouder3.Afvoerafsluiter
2.Vergrendeling
4.Maakdehaakvormigegrendelbovenaande
afvoerafsluiterlosvandedraaistang(Figuur15).
5.Buighetmetalenlipjevandeafvoerafsluiter
uitdesleufindebeugeldieisgelastaanhet
maaidek(Figuur12).
15
1.Afvoerafsluiter
2.Metalenlipje
g230250
Figuur12
3.Beugelophetmaaidek

Deuitworpafsluiter
monterenomtemulchen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,schakeldemesschakelaaruitenzet
derijhendelsnaarbuitenindePARKEERSTAND.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
3.Buighetmetalenlipjevandeafvoerafsluiter
indesleufindebeugeldieisgelastaanhet
maaidek(Figuur13).
g297786
Figuur15
Figuur13
1.Afvoerafsluiter
2.Metalenlipje
3.Beugelophetmaaidek
4.Draaideafvoerafsluiternaarachtereninde
richtingvanhetmaaidekzodatdeafvoerafsluiter
opgelijkehoogtemethetmaaidekis(Figuur14).
1.Grasgeleider
2.Vergrendeling
3.Draaistang
4.Afvoerafsluiter
6.Bevestigdeafvoerafsluiteraanhetmaaidekdoor
debuigbarevergrendelingopdeafvoerafsluiter
tebevestigenaandehouderophetmaaidek
g230248
(Figuur1 1).
Figuur14
5.Zetdehaakvormigevergrendelingopde
bovenkantvandeafvoerafsluitervastrondde
draaistangvandegrasgeleider(Figuur15).
g230249
16

Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële
schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke
ongelukkentevoorkomen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kunnenerletselsontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
•Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Contactmethetmeskanleidentoternstig
lichamelijkletsel.Zetdemotoraf,verwijderhet
contactsleuteltjeenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.Wanneerudesleutel
naarUITdraait,moetdemotorafslaanenmoet
hetmesstoppen.Alsditniethetgevalis,mag
udemachinenietverdergebruikenenmoetu
contactopnemenmeteenerkendeservicedealer.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik
demachinenietalserkansopbliksemis.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaai-eenheden.Blijfuitdebuurtvande
afvoeropening.
•Maainietalsdegrasgeleiderindegehevenstand
staat,verwijderdisofgewijzigdis,tenzijeen
grasvangerofmulchsetgemonteerdisengoed
werkt.
•Maaiuitsluitendindeachteruitstand,alsdat
striktnoodzakelijkis.Kijkaltijdnaarbenedenen
achteromvoordatuachteruitrijdt.
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
decontactsleutelverwijderen(indiendemachine
hiermeeisuitgerust)enwachtentotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen
voordatudemachineopbeschadigingcontroleert.
Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude
machineweeringebruikneemt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteektmetdemachine.Verleenaltijd
voorrang.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
–Wachttotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
•Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
•Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
•Bevestigmateriaaldatwordtgesleeptuitsluitend
aanhetsleeppuntaandemachine.
•Gebruikdemachineniettenzijalleschermenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleidersende
volledigegrasvangerophunplaatszittenengoed
werken.Vervangversletenofkapotteonderdelen
indiennodig.
•GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
g229846
Figuur16
1.Draaggehoorbescherming.
•Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,de
aandrijvingen,degeluiddemperendemotorom
brandtevoorkomen.
•Startdemotorenzorgerhierbijvoordatuw
voetenuitdebuurtvandemessenzijn.
•Letopdeuitworpvandemaaierenrichtdezeuit
debuurtvanmensen.Zorgtdathetafgevoerde
materiaalniettegeneenmuurofobstakelkomt
omdathetmateriaalnaaruterugkanketsen.
•Stopdemessen,verminderdesnelheidvande
machineenweesvoorzichtigwanneerueen
17

oppervlakzondergrasoversteektofwanneerude
machinetransporteertvanennaarhetwerkgebied.
•Veranderdesnelheidvandetoerenregelaarniet
enlaatdemotorhetmaximaletoerentalniet
overschrijden.
•Kinderenkomenvaaknaardemachineenhet
maaienkijken.Gaernooitvanuitdatkinderenop
deplaatsblijvenwaaruzevoorlaatstzag.
•Houdkinderenuitdebuurtvanhetwerkgebied
enplaatszeondertoezichtvaneenandere
verantwoordelijkevolwassenedandebediener
vandemaaier.
•Weesalertenschakeldemachineuitalskinderen
hetwerkgebiedbetreden.
•Voordatudemachineachteruitrijdtofdraait,moet
unaarbenedenenrondukijkenofergeenkleine
kinderenindebuurtzijn.
•Vervoergeenkinderenopdemachine,zelfs
wanneerdemessennietbewegen.Kinderen
kunnenvandemachinevallenenkunnenernstig
letseloplopenofuverhindereninhetveilig
gebruikenvandemachine.Alseenkindin
hetverledenopeenmaaierheeftmeegereden,
kanhetinhetmaaigebiedverschijnenzonder
waarschuwing,enkandanoverredenwordendoor
demaaier,bijhetvooruit-ofachteruitrijden.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvansteilehellingen,
greppels,oevers,waterofanderegevaren.
Demachinekanplotselingomslaanalseen
wieloverderandkomtofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedte
vandemachine)tussendemachineen
landschapselementendiegevaarlijkkunnenzijn.
Gebruikeenloopmaaierofeenhandtrimmerom
grastemaaienopdezeplaatsen.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk
vanrichting.
•Gebruikeenmachinenooitinomstandigheden
waarbijutwijfeltovertractie,sturenofstabiliteit.
Denkeraandatdemachinetractiekanverliezen
doordatubergafwaarts,opnatgrasofdwarsop
eenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielentractie
verliezen,kunnenzegaanslippenenkuntu
nietmeerremmenofsturen.Demachinekan
schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
•Verwijderofletopobstakelsalssloten,gaten,
geulen,hobbels,stenenofandereverborgen
gevaren.Inhooggraszijnobstakelsniet
altijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde
machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit
kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.De
bestuurderisverantwoordelijkvooreenveilig
gebruikvandemachineophellingen.Gebruik
vandemachineophellingenvereistaltijdextra
voorzichtigheid.Doehetvolgendevoordatude
machineopeenhellinggaatgebruiken:
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg
datudezeinstructiesbegrijpt.
–Gebruikeenhellingsindicatoromde
hellingshoekbijbenaderingtebepalen.
–Gebruikdemaaimachinenooitophellingen
vanmeerdan15°.
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine
veiligkanwordengebruiktopdehelling.
Gebruikuwgezondverstandenuw
beoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet
terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen
snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde
machinereageertopeenhelling.
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volgdeinstructies
voorgebruikvancontragewichtenop.
•Laathetmaaidekindienmogelijkneeropdegrond
wanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsuhetmaaidekomhoogbrengtophellingen,
kandemachineonstabielworden.
18