
FormNo.3398-970RevA
TimeCutter
Modelnr.:74670—Serienr.:316000001enhoger
®
SW3200zitmaaier
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3398-970*A

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Brutopaardenkracht
Debrutoennettopkvandezemotorisdoorde
motorfabrikantinlaboratoriumomstandighedengemeten
volgensstandaardJ1940vandeSocietyofAutomotive
Engineers(SAE).Omdatbijdeconguratierekeningis
gehoudenmetdeveiligheids-engebruiksvoorschriften,zalde
motorvandittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.
Ganaarwww.Toro.comomdespecicatiesvanuwmaaier
teraadplegen.
Hetelektronischeontstekingssysteemvoldoetaande
CanadesenormICES-002.
Figuur1
Onderdestoel
1.Plaatjemetmodelnummerenserienummer
Ukunthetmodelnummerenhetserienummernotereninde
ruimtehieronder:
Inleiding
Dezemachineiseenzitmaaiermetdraaiendemessenbedoeld
voorgebruikdoorparticuliereninhuiselijketoepassingen.De
machineisvoornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras
opgoedonderhoudengazons.Demachineisnietontworpen
voorhetmaaienvanborsteliggrasenanderebegroeiinglangs
desnelwegofvoorgebruikindelandbouw .
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweethoeude
machineopdejuistewijzemoetgebruikenenonderhouden
enomschadeaandemachineenletseltevoorkomen.Ubent
verantwoordelijkvoorhetjuisteenveiligegebruikvande
machine.
NeemrechtstreekscontactopmetToroviawww.toro.com
voortrainingsmaterialenoverproductveiligheiden-bediening,
informatieoveraccessoires,omeenverdelertezoekenofom
uwproductrechtstreeksteregistreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmeteen
erkendeservicedealerofmetdeklantenservicevanToro.U
dienthierbijaltijdhetmodelnummerenhetserienummer
vanhetproducttevermelden.Delocatievanhetplaatjemet
hetmodelnummerenhetserienummervanhetproductis
aangegevenopFiguur1.Ukuntdenummersnotereninde
ruimtehieronder.
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijkegevaren
eneenaantalveiligheidsberichtengenoemdmetdevolgende
veiligheidssymbolen(Figuur2),dieduidenopeengevaarlijke
situatiediezwaarlichamelijkletselofdedoodtotgevolg
kanhebbenwanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnischeinformatie
enOpmerkingduidtalgemeneinformatieaandiebijzondere
aandachtverdient.
©2015—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Inhoud
Veiligheid......................................................................4
Veiligebediening.....................................................4
VeiligheidToro-maaiers............................................6
Model74670...........................................................7
Hellingsindicator....................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers................................9
Algemeenoverzichtvandemachine................................13
Bedieningsorganen................................................13
Gebruiksaanwijzing.......................................................15
Brandstofbijvullen.................................................15
Hetmotoroliepeilcontroleren..................................16
Eennieuwemachineinrijden....................................16
Veiligheidstaatvoorop............................................17
Motorstarten.........................................................18
DeSmartPark
Bedieningvandemaaimessen..................................19
Demotorstoppen..................................................19
Metdemachinerijden.............................................19
Demachinestoppen...............................................20
Achteruitmaaien....................................................20
Maaihoogteinstellen...............................................20
Bestuurdersstoelinstellen........................................21
Hetstuurwielafstellen.............................................21
Machinemetdehandduwen....................................21
Zijuitworpgebruiken..............................................22
Demachinetransporteren.......................................22
Demachineladen...................................................23
Tipsvoorbedieningengebruik................................25
Onderhoud..................................................................26
Aanbevolenonderhoudsschema..................................26
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud......................26
Destoelomhoogzetten..........................................26
Deafdekkingvanhetmaaideklosmaken....................27
Devoorkantvandemachineomhoog
brengen.............................................................27
Smering...................................................................27
Delagerssmeren....................................................27
Onderhoudmotor.....................................................28
Onderhoudvanhetluchtlter..................................28
Motorolieverversen/oliepeilcontroleren...................29
Onderhoudvandebougie.......................................32
Ventilatorbehuizingreinigen....................................33
Onderhoudbrandstofsysteem.....................................33
Brandstofltervandeslangvervangen.......................33
Onderhoudelektrischsysteem....................................34
Accuopladen.........................................................34
Onderhoudvandezekeringen..................................35
Onderhoudaandrijfsysteem........................................36
Bandenspanningcontroleren...................................36
Elektrischeremvrijzetten........................................36
Onderhoudvanhetmaaimachine.................................37
Onderhoudvandemaaimessen................................37
Maaidekhorizontaalstellen......................................39
Maaidekverwijderen...............................................42
Onderhoudvandemaaidekriem...............................43
Hetmaaidekmonteren............................................43
™
parkeerremgebruiken......................18
Grasgeleidervervangen...........................................44
Reiniging..................................................................45
Onderdevoorkantvandemachinereinigen...............45
Onderkantvanmaaimachinewassen.........................45
Stalling........................................................................46
Demachinereinigenenstallen.................................46
Problemen,oorzaakenremedie......................................47
Schema's......................................................................49
3

Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmetde
EN-normISO5395:2013.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemaaier
kanletseltotgevolghebben.Houduaandeze
veiligheidsinstructiesomhetrisicoopletselte
verminderen.
Toroheeftdezemaaierontworpenvoorengetestopveilig
gebruik.Alsuzichechterniethoudtaandevolgende
instructieskanditlichamelijkletseltotgevolghebben.
Hetisvanessentieelbelangdatueneventuele
anderegebruikersvandemaaierdeinhoudvandeze
handleidinglezenenbegrijpenvoordatdemotorvoor
heteerstwordtgestartommaximaleveiligheidende
besteprestatiestegaranderenenzodatukennisover
hetproductopdoet.Letmetnameophetsymboolvoor
veiligheidswaarschuwingen(Figuur2),datVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaarkanbetekenen.Zorgdatude
instructiesleestenbegrijpt,ditisbelangrijkvoorde
veiligheid.Niet-nalevingvandeinstructiekanleiden
totlichamelijkletsel.
Veiligebediening
Instructie
Vooringebruikname
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelkeaccessoires
enwerktuigennodigzijnomgoedenveiligtewerken.
Gebruikalleendoordefabrikantgoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
•Draaggeschiktekledingzoalseenveiligheidsbril,
langebroek,stevigeengripvasteschoenen,
veiligheidshandschoenenengehoorbescherming.
Belangrijk:Draaglanghaarnietlos.Draaggeen
juwelen.
•Controleerhetterreinwaardemachinezalworden
gebruiktenzorgervoordatallevoorwerpenvande
machinezijnverwijderdvoordatudezegebruikt.
•Weesextravoorzichtigbijhethanterenvanbrandstof.
Dezestoffenzijnontvlambaarendedampenkunnentot
ontplofngkomen.
–Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
–Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvul
nooitbrandstofbijterwijldemotorloopt.Laatde
motorafkoelenvoordatubrandstofbijvult.Niet
rokenindebuurtvandemachinealsdemotorloopt.
–Umagdebrandstoftanknietbinnenshuisbijvullen
ofaftappen.
•Controleerofdedodemansknop,deveiligheidsschakelaars
endeveiligheidsschermenzijnbevestigdennaarbehoren
werken.Gebruikdemachineuitsluitendalsdezenaar
behorenwerkt.
•LeesofraadpleegdeGebruikershandleidingenander
instructiemateriaal.
Opmerking:Alsdebestuurder(s)ofdemonteur(s)de
taalwaarindehandleidingisgeschreven,nietmachtigis
(zijn),moetdeeigenaarervoorzorgendatzijdeinhoud
vanhetmateriaalbegrijpen.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,enweet
hoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Allebestuurdersenmonteursmoeteninstructiehebben
ontvangen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievandegebruikers.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Opmerking:Plaatselijkevoorschriftenkunnennadere
eisenstellenaandeleeftijdvandegenediemetdemachine
werkt.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvananderen,
enschadeaaneigendom,enkanditvoorkomen.
Bediening
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.Alsu
bliksemzietofdonderhoortinhetgebied,gebruikde
machinedanniet;gaschuilen.
•Laatdemotornooitineenafgeslotenruimtelopen,omdat
zichdaargiftigekoolstofmonoxide-enuitlaatgassen
kunnenverzamelen.
•Werkuitsluitendbijgoedlichtenblijfuitdebuurtvan
kuilenenverborgengevaren.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstandzijn
endeparkeerreminwerkingisgesteldvoordatude
motorstart.Demotormaguitsluitendwordengestartals
debestuurderopdestoelzit.
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtigop
hellingen.Rijaltijdheenenweerophellingen.De
gazonomstandighedenkunnenvaninvloedzijnopde
stabiliteitvandemachine.Weesvoorzichtigalsudichtin
debuurtvaneensteilehellingwerkt.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsuopeen
hellingeenbochtmaaktofvanrichtingverandert.
•Brenghetmaaideknietomhoogterwijldemessendraaien.
•Gebruikdemachinenietalshetaftakasschermofandere
beveiligingennietstevigophunplaatszitten.Zorgervoor
datalleinterlockschakelaarszijnaangebracht,correctzijn
afgesteldennaarbehorenwerken.
4

•Gebruikdemachinenietterwijldegrasgeleideromhoog
staat,verwijderdisofaangepastis,tenzijueengrasvanger
gebruikt.
•Verandernooitdestandvandetoerenregelaarvande
motorenlaatdemotorniettesneldraaien.
•Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak,schakel
deaandrijvingenuit,steldeparkeerreminwerking
(indienaanwezig)enzetdemotorafvoordatude
bestuurdersplaatsverlaatomwatvoorredendanook,
inclusiefhetlegenvandegrasvangersofhetontstoppen
vandeafvoertunnel.
•Stopdemachineencontroleerdemaaimessenalsueen
vreemdvoorwerpheeftgeraaktofdemachineabnormaal
beginttetrillen.V oerallenoodzakelijkereparatiesuit
voordatudemachineweeringebruikneemt.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvanhetmaaidek.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdtomer
zekervantezijndatdewegvrijis.
•Houdierenenomstandersuitdebuurtvaneen
ingeschakeldemachine.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsueen
bochtmaaktofwegenenvoetpadenoversteekt.Stopde
messenalsunietaanhetmaaienbent.
•Letopderichtingvandeafvoervandemachineenlaat
dezenaarniemandwijzen.
opdegrondenuitdebuurtvandemachinevóórude
tankbijvult.
•Neemeenmachineeerstvandevrachtwagenof
aanhangerentankdemachinebijopdegrond.Als
ditnietmogelijkis,ishetbeteromtetankenuiteen
draagbaarvatdanmeteenbrandstofpistool.
•Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis.Gebruik
geenvergrendelingvoorhetvulpistool.
•Kleeduonmiddellijkomalserbrandstofopuwkleding
belandt.
•Gietdebrandstoftankniettevol.Plaatsdebrandstofdop
terugendraaidezegoedvast.
Onderhoudenopslag
•Schakeldeaandrijvingenuit,steldeparkeerremin
werking,stopdemotorenverwijderhetcontactsleuteltje
ofkoppeldebougiekabelaf.W achttotdatallebewegende
delentotstilstandzijngekomenvoordatudemachine
afstelt,reinigtofrepareert.
•Verwijdergrasenvuilvanhetmaaidek,deaandrijvingen,
degeluiddempersendemotorombrandtevoorkomen.
•Neemgemorsteolieofbrandstofmeteenop.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinestalt.
•Gebruikdemaaimachinenietalsuziek,moeofonderde
invloedvanalcoholofdrugsbent.
•Weesvoorzichtigalsudemachineinofvaneenaanhanger
ofvrachtwagenrijdt.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblindehoeken,
struiken,bomen,enandereobjectendiehetzichtkunnen
belemmeren.
Veiligomgaanmetbrandstof
•Omletselenschadetevoorkomendientubijzonder
voorzichtigtezijnbijdeomgangmetbenzine.Benzineis
uiterstbrandbaarendedampenzijnexplosief.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdbrandstofvatof
-blik.
•Verwijdernooitdedopvandebrandstoftankenvulnooit
brandstofbijterwijldemotorloopt.
•Laatdemotorafkoelenvoordatubrandstoftank.
•Tankuitsluitendbuiten.
•Bewaardemachineofhetbrandstofbliknietbijeenopen
vlam,vonkofwaakvlambijbijv.eengeiserofandere
apparaten.
•Umagbrandstofnietopslaanindenabijheidvaneen
openvuurofbinnenshuisaftappenuitdebrandstoftank.
•Laatpersoneeldatnietbekendismetdeinstructiesgeen
onderhoudswerkzaamhedenaandemachineuitvoeren.
•Plaatsonderdelenopkriksteunenindienditnodigis.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmetopgeslagen
energie.
•Maakdeaccukabelslosofverwijderdebougiekabel
voordatureparatiewerkzaamhedengaatverrichten.Maak
eerstdeminpoolvandeacculosendaarnadepluspool.
Sluiteerstdepluspoolvandeaccuaanendaarnade
minpool.
•Weesvoorzichtigalsudemessencontroleert.
Omwikkeldemaaimessenofdraaghandschoenen
meteendikkevoeringenweesvoorzichtigalsuer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.Messenmoetu
altijdvervangen;nietrechttrekkenoflassen.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.Stelindienmogelijkdemachinenietafterwijl
demotorloopt.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaatverkeren
enallebevestigingselementenstevigvastzitten.V ervang
versletenofbeschadigdestickers.
•Vulvatennietineenvoertuigofvrachtwagenofopeen
opleggermetplasticafdekking.Zetbenzinevatenaltijd
5

Demachinetransporteren
•Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
•Gebruikoprijplatenoverdevolledigebreedteomde
machineopeenaanhangwagenofineenvrachtwagen
teladen.
•Maakdemachinestevigvastmetspanbanden,kettingen,
kabelsoftouwen.Zoweldevoorstealsdeachterste
spanbandmoetnaarbenedenennaardebuitenkantvan
demachinelopen.
VeiligheidToro-maaiers
Devolgendelijstbevatspeciekeenalgemene
veiligheidsinformatievoorToro-productenwaarvanuopde
hoogtemoetzijn.
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijdenenvoorwerpen
uitwerpen.Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstig
ofmogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
Toroheeftdezemaaimachineontworpenvoorhetmaaienen
jnmakenvangrasof,indienuitgerustmeteengrasvanger
voorhetverzamelenvangemaaidgras.Toepassingvoor
anderedoeleindendandezekangevaarlijkzijnvoorde
bestuurderofomstanders.
Maaienophellingen
Weesvoorzichtigophellingenenhellingbanen.Alsuzich
onveiligvoeltopeenhelling,maaidezedanniet.
•Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakken,enz.uit
hetmaaigebied.
•Kijkuitvoorgaten,groevenofbulten.
Opmerking:Inhooggraszijnobstakelsnietaltijd
zichtbaar.
•Weesvoorzichtigindebuurtvansteilehellingen,greppels
ofdijken.
Opmerking:Demachinekanplotselingomslaanals
eenwieloverderandvaneenklipofgreppelkomt,ofals
eenrandafbrokkelt.
•Weesextravoorzichtigmetgrasvangersofandere
werktuigen.
Opmerking:Dezekunnendemachineminderstabiel
maken.
•Voerallebewegingenophellingenlangzaamengeleidelijk
uit.
•Maaidwarsophellingen.
•Maainooitopeenhellingvanmeerdan15graden.
Algemeengebruik
•Vóórugaatmaaien,moetucontrolerenoferzichverder
niemandinhetwerkgebiedbevindt.Zetdemachineaf
alsiemandhetgebiedbetreedt.
•Raakgeenonderdelenvandemachineofwerktuigen
aandietijdenshetgebruikheetkunnenworden.Laat
alleonderdelenafkoelenvoordatudemachineafsteltof
onderhouds-ofreparatiewerkzaamhedenuitvoert.
•GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurdewerktuigen.
Degarantiekankomentevervallenalswerktuigen
wordengebruiktdienietzijngoedgekeurd.
•Letgoedopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdt,enzorgervoordatu
ditnietraakt.
•Verminderuwsnelheidvoordatueenbochtmaakten
weesextravoorzichtig.
•Weesvoorzichtigbijhetrijdenindebuurtvanstoepen,
stenen,wortelsofandereobstakels.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdtomer
zekervantezijndatdewegvrijis.W eesextravoorzichtig
alsudemachineindeachteruitstandbedient.
•Treknietruwaanhetstuur,beweegdezegelijkmatig.
•Gebruikvoorhetin-ofuitladenvandemachineéén
oprijplaatdiebrederisdandemachine.
•Hetisniettoegestaanpassagierstevervoeren.
•Transporteergeenbenodigdhedenopdemachine.
Veiligheidtijdenshetslepen
•Bevestigmateriaaldatwordtgesleept,uitsluitendaanhet
sleeppunt.
•Volgdeaanwijzingvandefabrikantopmetbetrekking
totdegewichtslimietvoorsleepwerktuigenenslepen
ophellingen.Hetgesleeptegewichtmagniethoger
zijndanhettotalegewichtvandemachine,bestuurder
enballast.Gebruiktegengewichtenofwielgewichten
zoalsaangegevenophetsleepwerktuigofinde
Gebruikershandleidingvanhetsleepvoertuig.
•Laatkinderenofanderepersonennooitplaatsnemenin
ofopgesleeptewerktuigen.
•Opeenhellingkanhetgewichtvaneengesleeptwerktuig
ertoeleidendatdewielenhungripverliezen,eenhoger
risicoopomslaan,enverliesvandecontroleoverde
machinedoordebestuurderV erminderhetsleepgewicht
enverminderuwsnelheid.
•Hoezwaarderdegesleeptelast,hoelangerdestopafstand
wordt.Rijlangzaamenzorgvoorvoldoendeafstandom
testoppen.
•Maakgrotebochtenomervoortezorgendathetwerktuig
demachinenietraakt.
Onderhoud
•Slademaaimachineofeenbrandstofvatnietopineen
ruimtewaarinzicheenopenvuurbevindt,zoalseen
waakvlamvaneenboilerofeenfornuis.
6

•Zorgervoordatmoerenenboutengoedzijnvastgedraaid,
inhetbijzonderdebevestigingsboutenvanhetmes.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningenenverwijder
dezenooitvandemachine.Controleerregelmatigof
zegoedwerken.Doenooitietswatdefunctievaneen
veiligheidsvoorzieningbelemmertofwatervoorzorgtdat
eenveiligheidsvoorzieningminderbeschermingbiedt.
•OrigineleonderdelenvanTorozijndebestewaarborgvan
uwinvesteringenvanhetoptimaleprestatievermogen
vanuwmaaimachine.Torolevertvervangonderdelen
diepreciesvoldoenaandefabricagespecicatiesvanuw
machine:betrouwbaarheidgegarandeerd.Eisdaarom
origineleToro-onderdelenvooreenzorgeloosgebruik.
•Controleerdewerkingvanderemmenregelmatig.Indien
nodigmoetudezeafstelleneneenonderhoudsbeurt
geven.
Model74670
Geluidsdruk
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan87dBAuitophet
gehoorvandebestuurder(meteenonzekerheidswaarde(K)
van1dBA.
Hetgeluidsniveauwerdbepaaldvolgensdeproceduresin
ISO11094.
Geluidsniveau
Dezemachineheefteengeluidsniveauvan100dBAmeteen
onzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
Hand-/armtrillingen
Gemetentrillingsniveauvoordelinkerhand=1,7m/s
Gemetentrillingsniveauvoorderechterhand=1,8m/s
Onzekerheidswaarde(K)=0,9m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
2
Trillingenophetgehelelichaam
Gemetentrillingsniveau=0,51m/s
2
2
2
Onzekerheidswaarde(K)=0,26m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeproceduresin
ENISO5395:2013.
2
7

Hellingsindicator
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachineveiligkuntgebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomde
hellingshoektebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langs
debetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
8

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderenbevindenzich
bijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenenstickers.
93-7009
1.Waarschuwing–Gebruikdemaaimachinenietalsde
grasgeleideromhooggeklaptofverwijderdis;zorgervoor
datdegrasgeleiderisgemonteerd.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
106-8717
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren.
2.Controleerdebandenspanningomde25bedrijfsuren.
3.Smeerdemachineomde25bedrijfsuren.
4.Motor
110-6691
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Gebruikdemachine
nooitzonderdatdegrasgeleiderofhetgrasopvangsysteem
isgemonteerd.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
120-5469
1.Maaihoogte
1.Omloophendel,hendelin
duwstand
9
121-2989
2.Omloophendel,hendelin
gebruiksstand

Merktekenvanfabrikant
1.Geeftaandathetmesonderdeelvaneenoriginele
Toro-maaimachineis.
131-3665
131-3620
1.Pedaalstand–vooruit3.Pedaalstand–achteruit
2.Pedaalstand–neutraal
1.Mesrotatie3.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Achteruit
131-3955
1.Aan2.Uit
131-4036
131-3621
1.Omstanderskunnenbekneldrakenofledematenverliezen
–Houdomstandersuitdebuurtvandemachine;startde
machinenietalseromstandersindebuurtzijn.
1.Maximaletrekkracht
trekstang36kg
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
132-6863
10

132-0870
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Handenkunnenwordengesneden,
mes.Handenkunnenbekneldraken,
riem–Houdhandenenvoetenuit
debuurtvanbewegendedelen;zorg
datallebeschermendedelenophun
plaatszijn.
3.Risicooplichamelijkletsel–laat
niemandmeerijden.Kijkachteruals
uachteruitmaait.
4.Machinekanvoorwerpenuitwerpen
–houdomstandersuitdebuurtvan
demachine.Verwijderrommeluithet
gebiedvoordatugaatmaaien.Houd
hetgeleiderschermomlaag.
5.Oprijplaatkankantelen–gebruikgeen
dubbeleoprijplatenbijhetladenop
eenaanhanger.Gebruikeenenkele
oprijplaatdiebreedgenoegisvoor
demachineendieeenhellingshoek
heeftvanminderdan15graden.Rij
achteruitdeoprijplaatopenrijvooruit
deoprijplaataf.
6.Machinekankantelenophellingen–
maakgeenscherpe,snellebochten.
Nietgebruikenophellingenvanmeer
dan15graden.
11

1.Demachinekan
voorwerpenuitwerpen
–Houdomstandersuitde
buurtvandemachine.
2.Demaaierkanvoorwerpen
uitwerpen,geopende
uitwerpplaat–Gebruik
demachinenietmeteen
openmaaidek;gebruik
eengrasvangerofeen
uitwerpplaat.
132-0872
3.Handenofvoetenkunnen
wordengesneden–Blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
4.Risicoomgegrepente
worden–Blijfuitdebuurt
vanbewegendedelenen
houdallebeschermende
delenophunplaats.
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu
1.Explosiegevaar6.Houdomstandersop
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken.
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
gebruikershandleiding.
veiligeafstandvande
accu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien.
1.Choke
2.Snel5.Aftakas,aftakasschakelaar
3.Continusnelheidsregeling
121-0771
4.Langzaam
12

Algemeenoverzicht
g027912
1
2
4
5
6
7
8
9
11
12
10
3
vandemachine
1.Tractiepedaal
2.Maaihoogtehendel5.Bedieningspaneel
3.SmartPark
™
Figuur4
4.Stuurwiel
schakelaar
6.Bestuurdersstoel
7.Motor
8.Dopvanbrandstoftank
9.Achteraandrijfwiel
10.KeyChoice
11.Maaidek
12.Voorstezwenkwielen
®
-bediening
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
inFiguur4enFiguur5voordatudemotorstartende
machinegebruikt.
Figuur6
1.Schakelaarhandrem
2.Gashendel/Choke
3.Contactschakelaar
4.Aftakasschakelaar
Figuur5
Bedieningspaneel
5.Parkeerrem–Inwerking
6.Indicatielampjehandrem
7.Parkeerrem–
Uitgeschakeld
1.Waarschuwingslampje
werken-in-achteruit
2.KeyChoice-sleutel(blauw
inkleur)
3.Brandstofvenstertje
13

Contactschakelaar
SmartPark
™
-schakelaar
Decontactschakelaarheeftdriestanden–UIT,LOPEN
andSTART.AlsuhetcontactsleuteltjeopSTARTdraaiten
loslaat,zalhetzelfnaarLOPENdraaien.Alsuhetsleuteltje
opUITdraait,wordtdemotorafgezet;hetverdientechter
aanbevelinghetsleuteltjealtijduithetcontactteverwijderen
alsudemachineverlaatomtevoorkomendatiemandper
ongelukdemotorstart(Figuur5).
Gas-/Chokehendel
Metdegas-/chokehendelkuntuzoweldegasklepalsde
chokebedienen.Degashendelregelthetmotortoerentalen
zorgtvooreencontinuverstelbareregelingvanLangzaamtot
Snel.Omdechoketebedienen,moetudehendelzover
mogelijkvoorbijSnelzetten(Figuur5).
Aftakasschakelaar
Metdemesschakelaarschakeltudeaandrijvingnaarde
maaimesseninofuit(Figuur5).
Brandstofvenstertje
Methetbrandstofvenstertjeaandelinkerkantvandemachine
kuntunagaanoferzichbrandstofindetankbevindt(Figuur
6).
Deparkeerremwordtelektronischgeactiveerd.
Activeerdeparkeerremopeenvandevolgendemanieren:
•ZetdeSmartPark
™
-schakelaaropAan(Figuur5).
•Deparkeerremwordtautomatischingeschakeldalsde
bestuurderdestoelverlaatenhettractiepedaalinneutraal
staat.
•Deparkeerremwordtautomatischingeschakeld5tot
6secondennadatdecontactschakelaaropUITisgezet
(indienhijnognietingeschakeldwas).
Omdeparkeerremuitteschakelen,zetude
SmartPark-schakelaaropUITterwijldesleutelindestand
LOPENstaat.
Maaihoogtehendel
Metdemaaihoogtehendelkuntuhetmaaidekopheffen
enneerlatenvanuitdebestuurdersstoel.Alsudehendel
omhoogbeweegt(naarutoe),wordthetmaaidekopgetild
vandegrond,enalsudehendelnaarbenedenbeweegt(weg
vanu),wordthetmaaidekneergelaten.Demaaihoogtemag
uitsluitendwordeningesteldalsdemachinestilstaat(Figuur
14).
KeyChoice
Alsdezeschakelaaringeschakeldis,kuntuinachteruit
maaien.Omdezeteactiveren,zetudeschakelaaraanen
laatuhemloswanneerdeaftakasingeschakeldis.Omde
schakelaaruitteschakelen,schakeltudeaftakasuit(Figuur6).
®
-schakelaar
Waarschuwingslampjewerken-inachteruit
Hetwaarschuwingslampjewerken-in-achteruitgaatbranden
wanneerdeKeyChoice-sleutelwordtgebruiktomde
werken-in-achteruit-veiligheiduitteschakelen.Hetis
eengeheugensteuntjeomeraanteherinnerendathet
veiligheidssysteemuitgeschakeldis.Hetlampjegaatuit
wanneerdeaftakasofdemotoruitgeschakeldwordt.
Wanneerhetlampjebrandt,kijkdanachteromenweesextra
voorzichtigbijhetachteruitrijden.
14

Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Brandstofbijvullen
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitendschone,verse
(minderdan30dagenoud),loodvrijebenzinemeteen
octaangetalvan87ofhoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Ethanol:benzinemetmaximaal10vol.%ethanolof
15vol.%MTBE(methyltertiairebutylether)isgeschikt.
EthanolenMTBEzijnverschillendestoffen.Benzine
met15vol.%ethanol(E15)magnietwordengebruikt.
Gebruiknooitbenzinemetmeerdan10vol.%
ethanol,zoalsE15(bevat15%ethanol),E20(bevat20%
ethanol),ofE85(bevattot85%ethanol).Hetgebruik
vanongeschiktebenzinekanleidentoteenverminderde
prestatieen/ofschadeaandemotorwelkemogelijkniet
doordegarantiewordtgedekt.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbenzineuiterst
ontvlambaarenzeerexplosief.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorstebenzine
opnemen.
•Vuldebrandstoftanknooitalsdemachineop
eenaanhangerineenafgeslotenruimtestaat.
•Vuldebrandstoftankniethelemaal.Vulde
brandstoftankmetbenzinetotdathetpeil6mm
tot13mmvandeonderkantvandevulbuisstaat.
Dezeruimteindetankgeeftbenzinedekans
omuittezetten.
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenkantijdenshet
tankenstatischeelektriciteitwordenontladen
waardoorvonkenontstaandiebenzinedampentot
ontbrandingkunnenbrengen.Brandofexplosie
vanbenzinekanbrandwondenbijuofanderenen
materiëleschadeveroorzaken.
•Zetbenzinevatenaltijdopdegrondenuitde
buurtvanhetvoertuigvoordatudetankbijvult.
•Benzinevatennietineenvrachtwagenof
aanhangervullen,omdatbekledingofkunststof
beplatinghetvatkanisoleren,waardoorde
afvoervanstatischeladingwordtbemoeilijkt.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhetbeste
eenmachinemeteenbenzinemotoreerstvande
vrachtwagenofaanhangerhalenenbijtanken
alsdemachinemetdewielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetdevoorkeur
dergelijkemachinesopeentruckofaanhanger
bijtevullenuiteendraagbaarvat,nietmet
behulpvaneenvulpistoolvaneenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dientude
vulpijpvoortdurendincontactmetderandvan
debrandstoftankofdeopeningvanhetvatte
houden,totdatuklaarbentmetbijvullen.
WAARSCHUWING
Benzineisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleidentot
ernstigletselenziekte.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvandevulpijpen
deopeningvandetankofblikmetconditioner.
•Rooknooitwanneerumetbenzinebezigbent,
enhouddebrandstofwegvanopenvuurof
vonken.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderen.Koopnooitmeer
benzinedanuin30dagenkuntopmaken.
•Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren
werkt.
•Vermijdcontactmetdehuid;spoelgemorste
vloeistofafmetwaterenzeep.
15

Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedtde
volgendevoordelen:
•Houdtdebenzineversgedurendeopslagvanmaximaal
90dagen.Alsudemachinelangerwiltopslaan,ishet
raadzaamdebenzineaftetappenuitdebrandstoftank.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden
Belangrijk:Gebruiknooitbrandstofadditievendie
methanolofethanolbevatten.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraande
benzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestals
dezemetversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijd
stabilizer/conditioneromhetrisicovanharsachtige
afzettingeninhetbrandstofsysteemzokleinmogelijkte
houden.
Figuur7
Brandstoftankvullen
Opmerking:V erzekerdatdemotorisuitgeschakeldende
rijhendelsindeparkeerstandstaan.
Opmerking:Gebruikhetbrandstofvenstertjeomvoorhet
tankennategaanoferzichbrandstofindetankbevindt
(Figuur7).
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniettevol.Vulde
tanktotaandeonderkantvandevulbuis.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.Overvullen
kanleidentotbrandstoekken,motorschadeofschade
aanhetsysteemomdeuitlaatgassentebeheersen.
Hetmotoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruikneemt,
moetuhetoliepeilinhetcartervandemotorcontroleren;zie
Hetmotoroliepeilcontroleren(bladz.29).
Eennieuwemachineinrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogente
ontwikkelen.Maaidekkenenaandrijfsystemenhebbenmeer
wrijvingalszijnieuwzijn,waardoordemotorextrawordt
belast.Houderrekeningmeedateennieuwemachineeen
inrijperiodevan40tot50bedrijfsurennodigheeftomvol
vermogenteontwikkelenvoordebesteprestaties.
16