
FormNo.3436-670RevB
ZMaster
®
7000serie
professionelezitmaaier
MeteenTURBOFORCE
132cmof152cm
Modelnr.:72264TE—Serienr.:406427909enhoger
Modelnr.:72265TE—Serienr.:406427926enhoger
Modelnr.:72279TE—Serienr.:406397919enhoger
®
maaidekvan
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3436-670*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof
AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conguratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-,
emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan
dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel
hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie
vandemotorfabrikant.
Raadpleegdemeegeleverdedocumentatievande
motorfabrikant.
Inleiding
g248729
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Dezemaaitractormetdraaiendemessenis
bedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras
opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële
gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden
danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru
ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomschadeaandemachineen
letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet
juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.T oro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaat
deQR-code(indienaanwezig)ophetplaatje
methetserienummerscannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Waarschuwingspictogram..................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Hellingsindicator................................................5
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Algemeenoverzichtvandemachine.......................16
Bedieningsorganen..........................................17
Voorgebruik........................................................19
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................19
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................20
Brandstofbijvullen............................................20
Eennieuwemachineinrijden............................22
Deomkantelbeveiliging(rolbeugel)
gebruiken......................................................22
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................23
Bestuurdersstoelinstellen................................24
Bestuurdersstoelontgrendelen.........................24
Destoelophangingverstellen...........................25
Tijdensgebruik....................................................25
Veiligheidtijdenshetwerk.................................25
©2022—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Parkeerremgebruiken......................................28
Demesschakelaar(aftakas)bedienen..............28
Degashendelbedienen....................................29
Starteninnormaleweersomstandighe-
den................................................................29
Demotorstartenbijkoudweer(beneden
-5°C)............................................................30
Demotorafzetten.............................................30
Derijhendelsgebruiken....................................31
Metdemachinerijden.......................................31
Zijafvoergebruiken...........................................32
Demaaihoogteinstellen...................................33
Antiscalpeerrollenafstellen...............................33
Deknopvandeafvoerplaatinstellen.................34
Standvanafvoerplaatinstellen.........................35
Oververhittingssensor......................................36
Tipsvoorbedieningengebruik.........................36
Nagebruik...........................................................37
Veiligheidnahetwerk.......................................37
Debrandstofafsluitklepgebruiken.....................37
Machinemetdehandduwen............................38
Demachinetransporteren................................38
Onderhoud..............................................................41
Veiligheidbijonderhoud....................................41
Aanbevolenonderhoudsschema.........................42
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........44
DeZStand
TM
gebruiken...................................44
Deafdekkingvanhetmaaidek
losmaken......................................................46
Hetplaatmetaalschermverwijderen..................46
Smering...............................................................46
Demachinesmeren..........................................46
Dunvloeibareolieofsproeismering
gebruiken......................................................47
Maaidekenriemspanpoeliessmeren...............47
Draaipuntenvandezwenkwielen
smeren..........................................................48
Dezwenkwielnavensmeren.............................49
Onderhoudmotor................................................50
Veiligheidvandemotor.....................................50
Onderhoudvanhetluchtlter............................50
Motoroliepeilcontroleren/motorolie
verversen......................................................51
Onderhoudbrandstofsysteem.............................56
Brandstoflter/waterafscheider
onderhoudsbeurtgeven................................56
Onderhoudvandebrandstoftank......................57
Onderhoudelektrischsysteem............................57
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................57
Onderhoudvandeaccu....................................57
Onderhoudvandezekeringen..........................59
Onderhoudaandrijfsysteem................................60
Veiligheidsgordelcontroleren...........................60
Desporingafstellen..........................................60
Debandenspanningcontroleren.......................60
Dewielmoerencontroleren...............................61
Dekroonmoervandewielnaaf
aandraaien....................................................61
Lagervandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................61
Onderhoudvandetandwielkast........................61
Elektrischekoppelingafstellen.........................62
Onderhoudkoelsysteem.....................................64
Koelvloeistofpeilcontroleren.............................64
Dekoelervandehydraulischeolieenhet
radiateurschermreinigen..............................65
Motorkoelvloeistofverversen............................65
Onderhoudenremmen........................................65
Parkeerremafstellen........................................65
Onderhoudriemen..............................................66
Riemencontroleren..........................................66
Drijfriemvanmaaidekvervangen.....................66
Aandrijfriemvanaftakasvervangen..................68
Aandrijfriemvanpompvervangen....................69
Riemvanwisselstroomdynamovervangen
enspannen...................................................69
Onderhoudbedieningsysteem............................71
Neutraalstandvanrijhendelafstellen................71
Onderhoudhydraulischsysteem.........................72
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........72
Specicatieshydraulischevloeistof..................72
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................72
Hydraulischevloeistofverversenendelter
vervangen.....................................................73
Hydraulischesysteemontluchten.....................74
Neutraalstandhydraulischepomp
afstellen........................................................75
Onderhoudvanhetmaaidek................................77
Veiligheidvandemessen.................................77
Onderhoudvandemaaimessen.......................77
Hetmaaidekhorizontaalstellenop3
standen.........................................................80
Grasgeleidervervangen...................................82
Reiniging.............................................................83
Deonderkantvanhetmaaidekreinigen............83
Afvalafvoeren..................................................83
Stalling....................................................................84
Veiligheidtijdensopslag...................................84
Reinigenenopslaan.........................................84
Problemen,oorzaakenremedie.............................85
Schema's................................................................87
3

Veiligheid
Dezemachineisontworpenvolgensnorm
ENISO5395:2013.
Waarschuwingspictogram
Algemeneveiligheid
Dezemachinekanhandenofvoetenafsnijdenen
voorwerpenuitwerpen.T oroheeftdezemaaier
ontworpenomonderredelijkeomstandigheden
veiligtewerken,hetnietopvolgenvande
veiligheidsaanwijzingenkanechterleidentotletsel
ofdedood.
Ditwaarschuwingspictogram(Figuur2)wordtzowel
indezehandleidingalsopdemachinegebruiktom
belangrijkeveiligheidsinformatieaantegeven.Deze
informatiemoetwordenopgevolgdomongelukken
tevoorkomen.
Ditpictogrambetekent:A TTENTIE!PASOP!HET
GAATOMUWVEILIIGHEID!
Figuur2
Waarschuwingspictogram
Ditpictogramstaatboveninformatiedieuwaarschuwt
overonveiligehandelingenofsituaties,enwordt
gevolgddoorhetwoordGEVAAR,WAARSCHUWING
ofVOORZICHTIG.
GEVAAR:eendirectgevaarlijkesituatiedie,alsdeze
nietwordtvoorkomen,altijdzalleidentotdedood
ofernstigletsel.
WAARSCHUWING:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
lichtofernstigletsel.
WAARSCHUWING:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot
lichtofmiddelmatigletsel.
Erwordenindezehandleidingnogtweewoorden
gebruiktomuwaandachtopbijzondereinformatie
tevestigen.Belangrijkattendeertuopbijzondere
technischeinformatieenOpmerkingduidtalgemene
informatieaandiebijzondereaandachtverdient.
•Leesdeaanwijzingenenwaarschuwingen
metbetrekkingtotdemachine,motoren
hulpstukkenindegebruikershandleidingen
anderinstructiemateriaal,zorgdatuzebegrijpt,
envolgzeop.Allebestuurdersenmonteurs
moeteninstructieshebbenontvangen.Alsde
bestuurder(s)ofmonteur(s)dezehandleiding
nietkan/kunnenlezendanisdeeigenaar
verantwoordelijkvoorhetuitleggenvandeinhoud
daarvanaanhen.Dehandleidingismogelijk
beschikbaarinanderetalenoponzewebsite.
g000502
•Dezemachinemagalleenwordenbedienddoor
geïnstrueerde,verantwoordelijkebestuurders,
diedaartoefysiekinstaatzijnenbekendzijn
metdeveiligewerking,bedieningsorganen,
veiligheidspictogrammenengebruiksaanwijzing.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerkt.
•Houdderolbeugelaltijdindevolledigomhoog
geklapteenvergrendeldestandendoede
veiligheidsgordelom.
•Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere
gevaren,ofophellingensteilerdan15graden.
•Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
•Gebruikdemachinenooitmetbeschadigde
afschermingen,schermenendeksels.Verzeker
datdeveiligheidsafschermingen,schakelaars
enanderevoorzieningenaanwezigzijnenjuist
werken.
•Stopdemachine,schakeldemotoruit
enverwijderhetsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertaan
demachine,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
4

Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek
tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde
betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
5
g011841

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
2.Nietroken.Geenopen
vuurofvonken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
Merktekenvanfabrikant
1.GeeftaandathetmesonderdeelvaneenorigineleToro
maaimachineis.
decal93-7010
93-7010
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen–Zorgervoordatde
grasgeleideropzijnplaatszit.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-8069
93-8069
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–blijfuitdebuurt
vanhetheteoppervlak.
decaloemmarkt
decal98-1977
98-1977
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
decal58-6520
58-6520
1.Smeervet
98-4387
1.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
decal98-4387
6

Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
131-1180
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Kort,lichtgras;droogweer4.Hoog,dichtgras;vochtig
3.Opvangmodus
weer
decal131-1180
decal107-3069
107-3069
1.Waarschuwing–Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
2.Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomenals
demachineomkantelt,moetuderolbeugelinde
omhooggeklapteenvergrendeldepositiehoudenende
veiligheidsgordelomdoen.Klapderolbeugeluitsluitend
omlaagalsditabsoluutnoodzakelijkis;alsderolbeugel
omlaagisgeklapt,magudeveiligheidsgordelnietomdoen.
3.LeesdeGebruikershandleiding;rijlangzaamenvoorzichtig.
140-4356
1.Brandstofklep–gesloten3.Brandstofklep–
rechtertank
2.Brandstofklep–linkertank
decal140-4356
decal133-8062
133-8062
7

1.Maaihoogteinmillimeters
decal107-3962
107-3962
1.Maaihoogteinmillimeters
decal107-3961
107-3961
1.Handenofvoeten
kunnenworden
gesneden/geamputeerd,
maaimes–Neemgeen
passagiersmeeenhoud
omstandersopeenafstand.
2.Handenofvoetenkunnen
wordengesneden/geamputeerd,maaimes–Verwijder
hetsleuteltjeenleesde
instructiesalvorensserviceofonderhoudswerkzaamhedenuittevoeren;blijfuit
debuurtvanbewegende
onderdelen.
decal107-3963
107-3963
3.Gevaaropweggeslingerde
objecten–houd
omstandersopeen
afstand;zorgervoordatde
grasgeleideropzijnplaats
zit.
4.Voordatudemotorstart,
moetugrasenvuilonderde
aandrijfriemenpoeliesvan
hetmaaidekverwijderen,
steekvervolgenshet
sleuteltjeinhetcontacten
startdemotor.
8

decal107-3964
107-3964
1.Waarschuwing–Gebruikgeendrugs
ofalcohol.
2.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleidingenzorg
ervoordatuinstructieinhetgebruik
krijgt.
107-3968
1.Uitschakelen3.Parkeerrem
2.Inschakelen
3.Waarschuwing–Steldeparkeerremin
werking,zetdemotorafenverwijder
hetsleuteltjevoordatudemachine
verlaat.
4.Waarschuwing–Draag
gehoorbescherming.
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerden
wordengegrepen,ventilator,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
decal107-3968
2.Voordatudemotorstart,moetugrasenvuilonderde
aandrijfriemenpoeliesvanhetmaaidekverwijderen,steek
vervolgenshetsleuteltjeinhetcontactenstartdemotor.
5.LeesdeGebruikershandleiding.
decal107-7719
107-7719
107-3969
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Ledematenkunnenbekneldraken,maaimachine–Stelde
parkeerreminwerking,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltjevoordatuwerkzaamhedenonderdemaaimachine
gaatverrichten.
decal107-3969
9
1.Geleidingvandrijfriem
decal140-4358
140-4358
2.Leesde
Gebruikershandleiding.

decal108-5981
108-5981
decal140-4359
140-4359
1.Geleidingvandrijfriem
2.Maaihoogte
1.Leesde
2.Geleidingvandrijfriem
Gebruikershandleiding.
110-0820
1.Snel5.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Langzaam
3.Neutraalstand
4.Achteruit
6.Gevaarvoorvergiftigingenrisicovanbijtende
vloeistof/chemischebrandwonden–blijfuitdebuurtvande
accu.
7.Gevaarvoorontplofng–Geenvonkenofvuurennietroken.
8.Omdetractieaandrijvingteontgrendelen,draaitude
omloopklep1heleslaglinksommetbehulpvaneen⅝"of
16mmsleutel.
decal110-0820
decal110-2067
110-2067
1.Verwijderhetsleuteltje
uithetcontactenlees
deinstructiesvoordatu
110-3852
2.Ononderbrokentoon
geeftaandatdemotor
oververhitraakt.
decal110-3852
service-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
10

1.Ledematen
kunnenworden
gesneden/geamputeerd
enwordengegrepen,
ventilator,riem.
Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
110-3853
2.Neemhetsleuteltjeuitde
contactschakelaarenlees
deinstructiesvoordatu
service-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
112-3858
decal110-3853
decal112-3858
1.Peilvandehydraulische
vloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
decal115-4212
115-4212
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Verwijderhetsleuteltje
voordatudemaaihoogte
afstelt.
2.LeesdeGebruikers-
4.Maaihoogte-instellingen
handleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
112-9028
1.Waarschuwing–Blijfopafstandvanbewegendedelen;
zorgdatallebeschermendedelenophunplaatszijn.
114-9600
decal112-9028
decal114-9600
116-5610
1.Urenteller4.Neutraalstand
2.Aftakasschakelaar
5.Dodemansknop
3.Parkeerrem6.Accu
116-8283
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor
instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen
torsievan75tot81N·m.
decal116-5610
decal116-8283
1.LeesdeGebruikershandleiding.
11

Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
117-3848
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Machinekanvoorwerpenuitwerpen,omhooggebrachte
grasgeleider–Gebruikdemachinenooitzonderdat
degrasgeleider,deafsluitervandeafvoerofhet
grasopvangsysteemisgemonteerd.
3.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
maaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houd
allebeschermendedelenophunplaats.
decal117-3848
1.Drukinomtestarten4.Toerentalregelaar
2.Leesde
Gebruikershandleiding
voormeerinformatieover
hetvoorverwarmenvande
motor.
3.Langzaam
decal121-7562
121-7562
5.Snel
140-4360
1.Relaisvangloeibougie3.Relaisvanventilator
2.Relaisvanmotorstarter4.Temperatuur
140-4361
1.Motorstarten–30A
2.Ventilator–50A5.Leesde
3.Koppeling–10A
4.Stroom–20A
Gebruikershandleiding
voorinformatieoverde
zekering.
decal140-4360
decal140-4361
126-2055
1.Wielmoer–aandraaienmeteentorsievan129N·m.
2.Moervanwielnaaf–aandraaienmeteentorsievan
319N·m.
3.LeesdeGebruikershandleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert;controleerde
torsienadeeerste100bedrijfsurenenvervolgenselke
500bedrijfsuren.
140-4357
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding
voorinformatieoverde
accu,gooideloodaccu
nietweg.
2.Opgelet–Leesde
Gebruikershandleiding
voorinformatieoverhet
opladenvandeaccu.
decal126-2055
decal140-4357
12

Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
decal127-0326
127-0326
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Maaihoogte
3.Verwijderhet
sleuteltjeenleesde
Gebruikershandleiding
voordatuonderhoud
uitvoert.
13

132-0871
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop
hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachine
opeenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatde
machineandersreageertophellingen.
decal132-0871
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;alle
bestuurdersmoeteninstructiehebbenontvangenvoordatzij
demachinegebruikeñ;draaggehoorbescherming.
2.Gevaar:handenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendedelen;houdalle
beschermendedelenophunplaats.
3.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
4.Kantelgevaar–Gebruikgeendubbeleoprijplaatbijhetladen
opeenaanhanger;gebruikéénenkeleoprijplaatdiebreed
genoegisvoordemachineendieeenhellingshoekheeft
vanminderdan15graden;rijachteruitdeoprijplaatopenrij
vooruitdeoprijplaataf.
5.Gevaaromoverredenteworden–Vervoergeenpassagiers;
kijkachteromalsuachteruitrijdt.
6.Kantelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingenofhellingenvanmeerdan15°;gebruikdemachine
enkelophellingenvanminderdan15°.
14

Uitsluitendvoormachinesmetzijafvoer
Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
decal140-4362
140-4362
1.LeesdeGebruikershandleidingalvorensonder-
houdswerkzaamhedenuit
tevoeren.
2.Verwijderhetsleuteltje.
3.Hydraulischevloeistof–
Mobil115W-50
4.Motorolie–SAE10W-3013.Omde40bedrijfsuren–
5.Bandendruk–0,9bar
6.Transmissievloeistof–
SAE75W90
7.Omde100bedrijfsuren–
motorolieverversen
8.Omde50bedrijfsuren–
bandendrukcontroleren
9.Omde100bedrijfsuren
–transmissievloeistof
verversen
10.Omde25bedrijfsuren
–motorkoelvloeistof
verversen
11.Omde200bedrijfsuren–
smeren
12.Omde25bedrijfsuren–
smeren
smeren
14.Omde500bedrijfsuren–
smeren
15.Omde400bedrijfsuren
–hetbrandstoflter
vervangen
16.Omde250bedrijfsuren–
hetluchtltervervangen
17.Omde25bedrijfsuren–
dehydraulischevloeistof
verversen
18.Omde500bedrijfsuren–
dehydraulischevloeistof
verversen
decal140-4363
140-4363
1.LeesdeGebruikershandleidingalvorensonder-
houdswerkzaamhedenuit
tevoeren.
2.Verwijderhetsleuteltje.
3.Hydraulischevloeistof–
Mobil115W-50
4.Motorolie–SAE10W-3013.Omde40bedrijfsuren–
5.Bandendruk–0,9bar
6.Transmissievloeistof–
SAE75W90
7.Omde100bedrijfsuren–
motorolieverversen
8.Omde50bedrijfsuren–
bandendrukcontroleren
9.Omde100bedrijfsuren
–transmissievloeistof
verversen
10.Omde25bedrijfsuren
–motorkoelvloeistof
verversen
11.Omde200bedrijfsuren–
smeren
12.Omde25bedrijfsuren–
smeren
smeren
14.Omde500bedrijfsuren–
smeren
15.Omde400bedrijfsuren
–hetbrandstoflter
vervangen
16.Omde250bedrijfsuren–
hetluchtltervervangen
17.Omde25bedrijfsuren–
dehydraulischevloeistof
verversen
18.Omde500bedrijfsuren–
dehydraulischevloeistof
verversen
15

Algemeenoverzicht
vandemachine
Machinesmetzijafvoer
1.Hefpedaalmaaihoogtedek
2.Transportvergrendeling7.Veiligheidsgordel
3.Parkeerremhendel
4.Bedieningsorganen9.Maaidek
5.Rijhendel10.Zwenkwiel
Figuur4
g020466
Figuur5
g019888
1.ZStand
6.Rolbeugel
8.Brandstoftankdop
2.Maaihoogtehendel
3.Rijhendel8.Maaidek
4.Veiligheidsgordel9.Zwenkwiel
5.Rolbeugel
Machinesmetachterafvoer
©
6.Brandstoftankdop(beide
kanten)
7.Parkeerremhendel
16

Bedieningsorganen
Urenteller
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
Figuur6
1.Urenteller
2.Contactschakelaar
3.Brandstofafsluitklep8.Gashendel
4.Akoestisch
waarschuwingssignaal
5.Schakelaargloeibougie
6.Indicatielampjevan
7.Lampjemotortemperatuur
9.Aftakasschakelaar
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde
motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals
demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig
onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur7).
g008950
Figuur7
1.Brandstofmeter
g010363
gloeibougie
(streepjes)
2.Acculampje5.Indicatielampje
3.Urenteller
4.Symbolen
veiligheidssysteem
brandstofpeil
Indicatorsveiligheidssysteem
Erstaansymbolenopdeurentellerdiemeteen
zwartedriehoekaangevendathetveiligheidssysteem
juistaangebrachtis(Figuur7).
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,LOPENenSTART.Zie
Starteninnormaleweersomstandigheden(bladz.29).
Gashendel
Degashendelregelthetmotortoerentalenzorgtvoor
eencontinuverstelbareregelingvanLANGZAAMtot
SNEL(Figuur6).
Maaimesschakelaar(aftakas,PTO)
Metdemaaimesschakelaar,aangeduidmethet
aftakassymbool(PTO),schakeltudeaandrijvingnaar
demaaimessenaanofuit(Figuur6).
Accu-indicatielampje
Alsuhetcontactsleuteltjegedurendeeenpaar
secondenindestandAANzet,wordtdeaccuspanning
weergeveninhetgebiedwaarnormaaldeuren
wordenweergegeven.
Hetacculampjewordtingeschakeldwanneerde
contactschakelaarisingeschakeldenwanneerde
ladingzichonderhetjuistebedrijfsniveaubevindt
(Figuur7).
Lampjegloeibougie
Hetindicatielampjevandegloeibougiegaatbranden
alsdegloeibougieinwerkingis(Figuur6).
Schakelaargloeibougie
Dezeschakelaarsteltdegloeibougieinwerking.
Hetlampjevandegloeibougiegaatdanbranden.
Houddeschakelaarvandegloeibougie10seconden
ingedruktvoordatudemachinestart.
17

Temperatuurlampje
Hettemperatuurlampjegaatbrandenalsdemotor
oververhitraakt(Figuur6).
Akoestischwaarschuwingssignaal
Dezemachineisvoorzienvaneenakoestisch
signaalomdegebruikertewaarschuwendatdeze
demotormoetafzetten,omdaterandersschade
aandemotorkanontstaandooroververhitting.Zie
Oververhittingssensor(bladz.36).
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten
achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof
naarrechtstemaken(Figuur4).
Brandstofafsluitklep
Debrandstofafsluitklepbevindtzichachterde
bestuurdersstoel.
gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele
Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik
tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan
anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit
kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt
tevervallen.
Sluitdebrandstofafsluitklepwanneerudemachine
transporteertofstalt.
Beweegdeafsluitklepnaarlinksofrechtsvoor
gebruik.
Vergrendeldeneutraalstand
Zetderijhendelsvanuithetmiddennaarbuitennaar
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDwanneerude
machineverlaat(Figuur25).Zetderijhendelsaltijdin
deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDalsudemachine
stoptofonbeheerdachterlaat.
Parkeerremhendel
Alsudemotorafzet,moetudeparkeerreminwerking
stellenomtevoorkomendatdemachineperongeluk
inbewegingkomt.
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur,
ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker
vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden
18

Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
slijtenofbeschadigdraken,waardoorbewegende
delenzichtbaarwordenofvoorwerpenkunnen
wordenuitgeworpen.Controleerregelmatigof
eronderdelenversletenzijnofhuntoestand
achteruitisgegaanenvervangdezeindiennodig
dooronderdelendiedoordefabrikantworden
aanbevolen.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomgoeden
veiligtewerken.Gebruikalleenaccessoiresen
hulpstukkendiegoedgekeurdzijndoorToro.
•Controleerhetgebiedwaardemachinewordt
ingezetenverwijderallestenen,speelgoed,
stokken,takken,draden,bottenenandere
materialen.Dezekunnenwordenweggeworpen
ofdewerkingvandemachinestoren,enkunnen
leidentotletselvandegebruikerofomstanders.
•Draaggeschiktepersoonlijkebeschermingsmid-
delenzoalseenveiligheidsbril,stevige,stroeve
schoenenengehoorbescherming.Draaglang
haarnietlosendraaggeenloszittendekledingof
sieradendieaangegrepenkunnenwordendoor
bewegendedelen.
VOORZICHTIG
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij
langdurigeblootstellingkanditleidentot
gehoorbeschadiging.
Draaggehoorbeschermingalsudeze
machinegebruikt.
Brandstofveiligheid
Gabijzondervoorzichtigommetbrandstof.
GEVAAR
Onderbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzijndedampen
explosief.
Brandofexplosievanbrandstofkan
brandwondenbijuofanderenenschadeaan
eigendommenveroorzaken.
•Vuldebrandstoftankopeenhorizontaal
oppervlakenindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuis
ofingeslotenaanhangwagenvullenof
aftappen.
•Vuldebrandstoftankniethelemaalvol.
Vuldetanktotaandeonderkantvande
vulbuis.Devrijeruimtegeeftdebrandstof
indetankruimteomuittezetten.Alsde
tanktevolwordtgevuld,kanditleidentot
brandstoekkageofschadeaandemotor
ofhetemissiesysteem.
•Rooknooitwanneerumetbrandstofbezig
bentenhouddebrandstofwegvanopen
vlammenofvonken.
•Brandstofineengoedgekeurdvatofblik
enbuitenbereikvankinderenbewaren.
•Controleerdeaanwezigheidendegoede
werkingvandedetectievandeaanwezigheid
vandebestuurder,veiligheidsschakelaarsen
afschermingenGebruikdemachineuitsluitendals
dezenaarbehorenwerkt.
•Gebruikdemaaiernietindienermensen,vooral
kinderen,ofhuisdierenindebuurtzijn.Stopde
machineenhetwerktuigindieniemandindebuurt
komt.
•Gebruikdemachinenietzonderdathetgehele
grasopvangsysteem,degrasgeleider,enandere
veiligheidsvoorzieningenaanwezigzijnengoed
werken.Deonderdelenvandegrasvangerkunnen
•Vulbrandstofbijvoordatudemotorstart.
Verwijderdedopvandebrandstoftank
nooitenvuldetanknooitbijalsdemotor
looptofheetis.
•Alsubrandstofmorst,startdemotordan
niet.Verlaatdemorsplekenvoorkom
alleontstekingsbronnentotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
•Gebruikhetvoertuiguitsluitendalshet
completeuitlaatsysteemisgemonteerden
naarbehorenwerkt.
19

GEVAAR
VOORZICHTIG
Inbepaaldeomstandighedenkantijdens
hettankenstatischeelektriciteitworden
ontladenwaardoorvonkenontstaandie
brandstofdampentotontbrandingkunnen
brengen.Brandofexplosievanbrandstof
kanbrandwondenofmateriëleschade
veroorzaken.
•Zetbrandstofvatenaltijdopdegronden
uitdebuurtvandemachinevoordatude
tankbijvult.
•Brandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangervullen,
omdatbekledingofkunststofbeplatinghet
vatkanisolerenendeafvoervanstatische
ladingkanbemoeilijken.
•Alshetpraktischmogelijkis,kuntuhet
besteeenmachinemeteenbenzinemotor
eerstvandevrachtwagenofaanhanger
halenenbijtankenalsdemachinemetde
wielenopdegrondstaat.
•Alsditnietmogelijkis,verdienthetde
voorkeurdergelijkemachinesopeentruck
ofaanhangerbijtevullenuiteendraagbaar
vat,nietmetbehulpvaneenvulpistoolvan
eenpomp.
•Alsueenvulpistoolmoetgebruiken,dient
udevulpijpvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopening
vanhetvattehouden,totdatuklaarbent
metbijvullen.Gebruikgeenvergrendeling
vanhetvulpistool.
Deontluchtingvandebrandstoftankbevindt
zichindebuisvanderolbeugel.Derolbeugel
verwijderenofaanpassenkanleidentot
brandstoekkageendeemissievoorschriften
schenden.
•Derolbeugelnietverwijderen.
•Derolbeugelnietlassen,borenof
aanpassenopomhetevenwelkemanier.
Voorkomenvanbrandgevaar:
•Voorkomdeopbouwopenronddemotorvan
gras,bladeren,overmatigvetofolie,enandere
vervuilingdiezichhierkanopbouwen.
•Verwijdergemorsteolieenbrandstofenmet
brandstofdoortrokkenrommel.
•Laatdemachineafkoelenvoordatudemachine
binnenstalt.Staldemachinenietindebuurt
vanopenvuurofeengeslotenruimtemet
waakvlammenofverwarmingsapparatuur.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de
dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.41).
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
WAARSCHUWING
Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenheeft
bijlaboratoriumdierenkankerveroorzaakt.
Onvoorzichtigheidkanleidentoternstigletsel
enziekte.
•Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
•Houduwgezichtuitdebuurtvaneen
vulpijpendeopeningvaneentankofeen
blik.
•Houdzeuitdebuurtvanogenenhuid.
•Probeerbrandstofnooitmetuwmondover
tehevelen.
Demotorlooptopschoneversedieselbrandstofmet
eenoctaangetalvanminimaal40.Koopbrandstofin
hoeveelhedendiebinnen30dagenkunnenworden
gebruiktzodatualtijdversebrandstofheeft.
Gebruikzomerbrandstof(nr.2-D)bijtemperaturen
boven-7°Cenwinterbrandstof(nr.1-Dof
nr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturenonder
-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstofbijlage
temperaturenbiedteenlagervlampunteneenlager
stolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenenvermindert
dekansvaneenchemischescheidingvande
brandstofalsgevolgvanlagetemperaturen(vorming
vanwas,waardoordeltersverstoptkunnenraken).
Zomerdieselbrandstofgebruikenbijtemperaturen
boven-7°Cdraagtbijaaneenlangerelevensduur
vandeonderdelenvandepomp.
20

Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze
waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden
totbeschadigingvandemotor.
Geschiktvoorbiodiesel
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetbeantwoordenaan
ASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmet
eenlagerpercentageinkoudweer.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloop
vantijdverstoptraakt,nadatubentovergestapt
opeenbiodieselmengsel.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande
brandstoftank.
5.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis
(Figuur8).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank
ruimteomuittezetten.
g027726
Figuur8
Brandstoftankswisselen
Belangrijk:Laatdemachinenietzonder
brandstofvallen,wantditkandemachine
beschadigen.
Debrandstofafsluitklepbevindtzichachterde
linkerkantvandestoel.
Demachineheefttweebrandstoftanks,eenopde
linkerkanteneenopderechterkant.Elketankis
aangeslotenopdebrandstofafsluitklep.Hiervandaan
loopteengemeenschappelijkebrandstofslangnaar
demotor(Figuur9).
Omdelinkerbrandstoftanktegebruiken,moetu
debrandstofafsluitklepnaarlinksdraaien.Om
derechterbrandstoftanktegebruiken,moetude
brandstofafsluitklepnaarrechtsdraaien(Figuur9).
Sluitdebrandstofafsluitklepvoordatudemachine
transporteertofstalt.
21

Deomkantelbeveiliging
(rolbeugel)gebruiken
WAARSCHUWING
Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomen
alsdemachineomkantelt:laatderolbeugel
volledigomhooggeklaptenvergrendeld,en
doedeveiligheidsgordelom.
Controleerofdestoelgoedopdemachine
isbevestigd.
WAARSCHUWING
Erisgeenomkantelbeveiligingalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Klapderolbeugeluitsluitendomlaagals
ditabsoluutnoodzakelijkis.
Figuur9
1.Linkerbrandstoftank2.Brandstofafsluitklep
Eennieuwemachine
inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen
teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen
hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor
demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee
dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40
tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente
ontwikkelenvoordebesteprestaties.
g000962
•Doedeveiligheidsgordelnietomalsde
rolbeugelomlaagisgeklapt.
•Rijlangzaamenvoorzichtig.
•Klapderolbeugelomhoogzodraderuimte
dittoelaat.
•Letgoedopdatervoldoenderuimte
bovendemachineis(denkaantakken,
deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdtenzorg
ervoordatuditnietraakt.
Derolbeugelomlaagklappen
Belangrijk:Klapderolbeugeluitsluitendomlaag
alsditabsoluutnoodzakelijkis.
1.MaakdeR-pennenlosenverwijderde2pennen
(Figuur1 1).
2.Klapderolbeugelomlaag(Figuur10).
Opmerking:Derolbeugelkanin2standen
omlaagwordengeklapt;zieFiguur10.
3.Plaatsde2pennenenzetdezevastmetde
R-pennen(Figuur11).
22

1.Volledigneergelatenstand
Figuur10
2.Omlaaggeklaptmetde
grasvangergemonteerd
Hetveiligheidssysteem
gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde
interlockschakelaarskunnenonverwachte
gevolgenhebbenopdewerkingvan
demachine.Ditkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
•Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
g004954
•Controleerelkedagdewerkingvan
deinterlockschakelaarsenvervang
beschadigdeschakelaarsvoordatude
machineweeringebruikneemt.
Belangrijk:Zorgdatuhetachterste
gedeeltevandestoelbevestigtmetde
stoelvergrendeling.
Derolbeugelomhoogklappen
Belangrijk:Doealtijddeveiligheidsgordelomals
derolbeugelomhoogisgeklapt.
1.MaakdeR-pennenlosenverwijderde2pennen
(Figuur1 1).
2.Klapderolbeugelomhoog,plaatsde2pennen
enzetdezevastmetdeR-pennen(Figuur11).
Werkingvanhetveiligheidssysteem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande
motoralleenmogelijktemakenwanneer:
•deparkeerreminwerkingisgesteld;
•demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
•derijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALST AND
staan;
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotor
wordtuitgeschakeldwanneerderijhendelsuit
deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDwordengezet
alsdeparkeerreminwerkingisgesteldofalsu
debestuurdersstoelverlaatterwijldeaftakasis
ingeschakeld.
Deurentellerisvoorzienvanindicatorenom
degebruikersopdehoogtetestellenalshet
veiligheidssysteemindejuistestandstaat.Alshet
veiligheidssysteemindejuistestandstaat,wordteen
indicatorweergegevenophetscherm.
Figuur11
1.Rolbeugel3.Pen
2.Omhooggeklaptestand
4.R-pen
g004955
Figuur12
1.Indicatorenverschijnenalshetveiligheidssysteemzichin
dejuistestandbevindt.
23
g009612

Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem
telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als
hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder
wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren
dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
IN.Probeerdemotortestarten;demotormag
nunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
UIT.Beweegeenvanbeiderijhendelsuitde
VERGRENDELDENEUTRAALST AND.Probeerde
motortestarten;demotormagnunietgaan
draaien.Herhaalvoordeandererijhendel.
3.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werking,schakeldemesschakelaarUITenzetde
rijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALSTAND.
Startnudemotor.Laatdemotorlopenenzet
deparkeerremvrij,schakeldemesschakelaar
(aftakas)inenkomietsovereinduitde
bestuurdersstoel.Demotormoetafslaan.
4.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin
werking,schakeldemesschakelaar(aftakas)
UITenzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Alsdemotor
loopt,centreertueenvanbeiderijhendelsen
beweegtudeze(vooruitofachteruit).Demotor
moetnustoppen.Herhaaldezeprocedurebijde
andererijhendel.
g019754
Figuur13
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
1.Beweegdestoelzovermogelijknaarachteren.
Opmerking:Ditvoorkomtdatdestoelergens
tegenaankomtwanneeruhemomhoogbrengt.
2.Duwdestoelvergrendelingnaarachterenomde
stoelteontgrendelen.
3.Zetdestoelomhoog(Figuur14).
Opmerking:Hierdoorkuntubijhetdeelvan
demachineonderdestoelkomen.
5.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem
uit,schakeldemesschakelaar(aftakas)UIT
enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Probeerdemotortestarten;de
motormagnunietgaandraaien.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren
verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn
datudemachinehetbestkuntbedienenendatu
comfortabelzit(Figuur13).
g000950
Figuur14
1.Stoelvergrendeling3.Stoel
2.Brandstoftankdop
24

Destoelophanging
verstellen
Destoelkanwordenversteldzodatuprettigen
comfortabelkuntrijden.Zetdestoelineenstanddie
vooruhetmeestcomfortabelis.
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Omdestoelteverstellen,draaitudeknopineenvan
beiderichtingenomdemeestcomfortabelepositie
teverkrijgen(Figuur15).
Figuur15
1.Knopvoorstoelophanging
Bijhetgebruikvandemachinemoetdebestuurder
zijn/haaraandachthiervolledigoprichten.Doe
nietsdatuaeidt,ditzoukunnenleidentotletselof
schade.
WAARSCHUWING
Diversemotoronderdelen,vooralde
knaldemper,wordenbijzonderheet.Het
aanrakendaarvankanleidentoternstige
brandwonden,enzekunnenbladeren,gras,
struiken,enz.inbrandsteken.
•Laatdemotoronderdelen,vooralde
knaldemper,afkoelenvoordatudeze
aanraakt.
g019768
•Verwijdervervuilingdiezichheeft
opgebouwdbijdeknaldemperenmotor.
WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinneneengebouwof
opeenafgeslotenplaatsdraaienomdat
hetgevaarlijkekoolmonoxidezichdaarkan
opbouwen.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvan
anderen,enschadeaaneigendom,diehij/zijkan
voorkomen.
•Dezemaaierisontworpenvooréénbestuurder.
Neemgeenpassagiersmeeenhoudiedereenuit
debuurtvandemachinealsdezeingebruikis.
•Gebruikdemachinenietalsuonderdeinvloed
vanalcoholofdrugsbent.
•Werkuitsluitendbijdaglichtofgoedkunstlicht.
•Bliksemkanernstigofdodelijkletselveroorzaken.
Alsubliksemzietofdonderhoortinhetgebied,
gebruikdemachinedannietengaschuilen.
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volg,waarnodig,de
aanwijzingenvoordecontragewichtenop.
•Blijfuitdebuurtvangaten,bandensporen,
stenenenandereverborgengevaren.Wees
25

voorzichtigbijhetnaderenvanblindehoeken,
struiken,bomen,hooggrasenandereobjecten
dieobstakelskunnenverbergenofhetzicht
verminderen.Opongelijkeoppervlakkenkande
machineomslaanofdebestuurderhetevenwicht
verliezen.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
staanendeparkeerreminwerkingisgesteld
voordatudemotorstart.Doedeveiligheidsgordel
omalsderolbeugelomhoogisgeklaptenis
vergrendeld.
•Startdemotorvoorzichtig,volgensde
aanwijzingen,houuwvoetenuitdebuurtvande
bladen.
•Gebruikdemaaiernooitmetbeschadigde
afschermingen,schermenendeksels.Verzeker
datdeveiligheidsafschermingen,schakelaars
enanderevoorzieningenaanwezigzijnenjuist
werken.
•Blijfaltijduitdebuurtvandeafvoeropening.Maai
nooitalsdeklepvandeuitworpindegeheven
standstaat,verwijderdisofgewijzigdis,tenzijeen
grasvangerofmulch-setgemonteerdisengoed
werkt.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.Doe,indienmogelijk,
geeninstellingenterwijldemotorloopt.
WAARSCHUWING
Handen,voeten,haar,kledingenandere
dingenkunnenverstriktrakenmet
draaiendeonderdelen.Hetaanraken
vandraaiendeonderdelenkanleiden
toternstigesnijwondenofverliesvan
lichaamsdelen.
–Gebruikdemachinenietalsde
afschermingen,schermenen
veiligheidheidsvoorzieningenniet
aanwezigzijnofnietgoedwerken.
–Houhanden,voeten,haar,sieradenen
kledinguitdebuurtvandedraaiende
onderdelen.
•Hefhetmaaideknooitalsdemaaimessendraaien.
•Letopdeuitworpvandemaaierenrichtdezeuit
debuurtvanmensen.Zorgtdathetafgevoerde
materiaalniettegeneenmuurofobstakelkomt
omdathetmateriaalnaardebestuurderterug
kanketsen.Stopdemaaimessen,verminderde
snelheid,enweesvoorzichtigalsopeenoppervlak
andersdangrasrijdtenbijhettransportvande
maaiervanennaardemaailocatie.
•Letgoedop,verminderuwsnelheidenwees
voorzichtigalsueenbochtmaakt.Kijkachterom
ennaarlinksennaarrechtsvoordatuvanrichting
verandert.Maainietindeachteruit-stand,tenzij
datstriktnoodzakelijkis.
•Wijzigdeinstellingvandemotortoerentalregeling
nietenlaatdemotorniettesnellopen.
•Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
–Voordatudemaaimachinegaatcontroleren,
schoonmakenofwerkzaamhedendaaraan
gaatverrichten.
–Nahetrakenvaneenvoorwerpofalser
abnormaletrillingenzijn(controleerdemaaier
opschadeenrepareerdezevoordatude
maaierweerstartengebruikt).
–Voordatuverstoppingenverwijdert.
–Alsudemaaierverlaat.Laateendraaiende
machinenietzondertoezichtachter.
•Stopdemotorenwachttotdatallebewegende
delentotstilstandzijngekomen:
–Voordatubrandstofbijvult.
–Voordatudegrasvangerleegt.
–Voordatudehoogteinstelt.
•Alsdebestuurderzichnietbewustisvankinderen
indebuurtkanditleidentottragischeongevallen.
Kinderenkomenvaaknaardemachineenhet
maaienkijken.Gaernooitvanuitdatkinderenop
deplaatsblijvenwaaruzevoorlaatstzag.
–Houkinderenbuitenhetmaaigebiedenonder
toezichtvaneenandereverantwoordelijke
volwassene(dusnietondertoezichtvande
bestuurder).
–Pasgoedopenschakeldemachineuitalser
kinderenindebuurtkomen.
–Kijkvoorentijdenshetachteruitrijdenof
vanrichtingveranderennaarachteren,naar
benedenenvanlinksnaarrechtsomtezienof
erkleinekinderenindebuurtzijn.
–Laatkinderennooitdemachinebedienen.
–Laatnooitkinderenmeerijden,ooknietals
demaaimessenuitgeschakeldzijn.Kinderen
kunnenvandemachinevallenenernstigletsel
oplopen,ofhetveiliggebruikvandemachine
onmogelijkmaken.Alsinkindinhetverleden
opeenmaaierheeftmeegeredenkanhet
opeensinhetmaaigebiedverschijnenomweer
meeterijden,enkandanoverredenworden
doordemaaier,bijhetvooruitofachteruit
rijden.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Hetmaaienophellingeniseenbelangrijke
factorbijongelukkenwaarbijdecontroleoverde
26

machinewordtverlorenofdezeomkantelt.Dit
kanernstigofdodelijkletselveroorzaken.De
bestuurderisverantwoordelijkvooreenveilig
gebruikvandemachineophellingen.Gebruik
vandemachineophellingenvereistaltijdextra
voorzichtigheid.Voordatdemachineopeen
hellingwordtgebruiktmoetdebestuurder:
–Leesdeinstructiesvoorgebruikopeenhelling
indehandleidingenopdemachine,enzorg
datudezeinstructiesbegrijpt.
–Gebruikeenhellingsindicatoromde
hellingshoekbijbenaderingtebepalen.
–Gebruikdemaaimachinenooitophellingen
vanmeerdan15graden.
–Onderzoekdetoestandvanhetwerkgebied
opdiedagomtebepalenofdemachine
veiligkanwordengebruiktopdehelling.
Gebruikuwgezondverstandenuw
beoordelingsvermogenwanneerudit
onderzoekuitvoert.Veranderingeninhet
terrein,zoalsdevochtigheidsgraad,kunnen
snelvaninvloedzijnopdemanierwaaropde
machinereageertopeenhelling.
•Spoorgevarenonderaandehellingop.Gebruik
demachinenietindebuurtvanranden,sloten,
taluds,water,ofanderegevaren.Demachinekan
plotselingomslaanalseenwieloverderandkomt
ofalsderandinstort.Houdeenveiligeafstand
(tweemaaldebreedtevandemachine)tussende
machineenlandschapselementendiegevaarlijk
kunnenzijn.Gebruikeenloopmaaierofeen
handtrimmeromgrastemaaienopdezeplaatsen.
g221745
Figuur16
1.Veiliggebied:gebruikdemaaierhierophellingenvan
minderdan15graden
2.Gevaarlijkgebied:gebruikeenloopmaaieren/ofhandmodel
trimmerophellingenvanmeerdan15graden
3.Water
4.W=breedtevandemachine
5.Houdeenveiligeafstand(tweemaaldebreedtevande
machine)tussendemachineenlandschapselementendie
gevaarlijkkunnenzijn.
•Vermijdstarten,stoppenofbochtenmakenop
hellingen.Vermijdplotseveranderingenvan
snelheidofrichting;verandertraagengeleidelijk
vanrichting.
•Gebruikdemachinenooitonderomstandigheden
waardegoedetractie,sturenofstabiliteitonzeker
zijn.Denkeraandatdemachinetractiekan
verliezendoordatubergafwaarts,opnatgrasof
dwarsopeenhellingmaait.Alsdeaandrijfwielen
tractieverliezen,kunnenzegaanslippenenkunt
unietmeerremmenofsturen.Demachinekan
schuiven,zelfsalsdeaandrijfwielennietdraaien.
•Verwijderofmarkeerobstakelszoalssloten,gaten,
bandensporen,oneffenheden,stenenenandere
verborgengevaren.Inhooggraszijnobstakels
nietaltijdzichtbaar.Demachinekanomslaanop
oneffenhedeninhetterrein.
•Weesextravoorzichtigwanneerudemachine
gebruiktmetaccessoiresofwerktuigenzoals
grasopvangsystemen.Dezekunnendemachine
minderstabielmaken,waardoorudecontroleover
demachinekuntverliezen.Volgdeaanwijzingen
voordecontragewichtenop.
•Laathetmaaidekindienmogelijkneeropdegrond
wanneerudemachineopeenhellinggebruikt.
Alsuhetmaaidekomhoogbrengtophellingen,
kandemachineonstabielworden.
27