Toro 22370 Operator's Manual [nl]

FormNo.3446-252RevB
TX1300compactewerktuigdra­ger
Modelnr.:22370—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3446-252*
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondereengoedwerkende vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442 of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen (PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleiding bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection Agency(EPA)indeVerenigdeStatenende CaliforniaEmissionControlRegulationvoor emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel vervangingsonderdelenbijdefabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan devoortplantingsorganenveroorzaken. Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Inleiding
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeuditproductopdejuistewijzemoetgebruikenen onderhoudenenomletselenschadeaandemachine tevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuiste enveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren hetserienummervanhetproducttevermelden.De locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer (indienaanwezig)scannenomtoegangte krijgentotdegarantie,onderdelenenandere productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
©2021—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
2
g362307
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2), dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
Figuur2
Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................13
InfoCenterdisplay.........................................16
Specicaties....................................................20
Werktuigen/accessoires...................................20
Voorgebruik........................................................20
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................20
Brandstofbijvullen............................................21
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................23
Tijdensgebruik....................................................23
Veiligheidtijdenshetwerk.................................23
Motorstarten....................................................25
Metdemachinerijden.......................................25
Demotorafzetten.............................................26
Werktuigengebruiken.......................................26
OverhetSmartLoadsysteem...........................28
Regeneratievanhetdieselpartikellter
(DPF)............................................................29
Nagebruik...........................................................40
Veiligheidnahetwerk.......................................40
Eenvastzittendemachineuitdemodder
halen.............................................................40
Eendefectemachineverplaatsen.....................40
Demachinetransporteren................................41
Demachineomhoogbrengen...........................43
Onderhoud..............................................................44
Veiligheidbijonderhoud...................................44
Aanbevolenonderhoudsschema.........................44
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........46
Decilindervergrendelingengebruiken..............46
Toegangkrijgentotinwendige
onderdelen....................................................47
Devoorstekapverwijderen..............................48
Devoorstekapverwijderen..............................49
Zijschermenverwijderen...................................49
Smering...............................................................49
Demachinesmeren..........................................49
Onderhoudmotor................................................50
Veiligheidvandemotor.....................................50
g000502
Onderhoudvanhetluchtlter............................50
Motorolieverversen..........................................51
Onderhoudvandedieseloxidatiekatalysator
(DOC)enhetroetlter...................................54
Onderhoudbrandstofsysteem.............................54
Waterafscheideraftappen................................54
Filtervanwaterafscheidervervangen...............55
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................55
Hetbrandstofsysteemontluchten.....................56
Brandstofaftappenuitdebrandstof-
tank(s)...........................................................56
Onderhoudelektrischsysteem............................56
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................56
Deaccu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken......................................................56
Onderhoudvandeaccu....................................57
Demachinestartenmetstartkabel....................59
Onderhoudvandezekeringen..........................61
Onderhoudaandrijfsysteem................................62
Onderhoudvanderupsbanden........................62
Onderhoudkoelsysteem.....................................65
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................65
Onderhoudvanhetkoelsysteem......................65
Motorkoelvloeistofverversen............................66
Onderhoudriemen..............................................66
Deriemspanningvandewisselstroomdy-
namocontroleren..........................................66
Onderhoudbedieningsysteem............................67
Debedieningsorganenafstellen.......................67
Onderhoudhydraulischsysteem.........................67
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........67
Hydraulischedrukaaten.................................67
Specicatieshydraulischevloeistof..................68
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................69
Hydraulischeltersvervangen..........................70
Hydraulischevloeistofverversen......................70
Onderhoudvandelader.......................................71
Deinstelschroevenvandearmenvande
ladervastdraaien..........................................71
Reiniging.............................................................72
Vuilverwijderen................................................72
3
Demachineschoonmaken...............................72
Hetchassisreinigen.........................................72
Stalling....................................................................73
Veiligheidtijdensopslag...................................73
Stalling..............................................................73
Problemen,oorzaakenremedie.............................74
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet denormISO20474-15:2019.
Algemeneveiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze beschadigt,kandatelektrischeschokkenof eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen leidingengemarkeerdwordenopde locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde gemarkeerdegebieden.Neemcontactop metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde Staten811ofinAustralië1100voorde nationalemarkeringsdienst).
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor udecontroleoverdemachineverliest.
Vervoergeenladingmetgehevenofgestrekte
armen;vervoerladingenaltijddichtbijdegrond, metdearmenvandeladeringetrokken.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra voorzichtigheid.
Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde topvandeheuvelgericht,deladingdichtbijde grondendearmenvandeladeringetrokken.
Degewichtsverdelingverandertinfunctievande werktuigen.Alshetlastdragendewerktuigleeg iszaldeachterkantvandemachinehetzwaarst zijn,enalshetlastdragendewerktuigvoliszal devoorkantvandemachinehetzwaarstzijn. Demeesteanderewerktuigenzorgenervoordat hetgewichtvoornamelijkopdevoorkantvande machinerust.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet graven.
4
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen naarbehorenwerken.
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof ontbrekendestickers.
Houomstandersenhuisdierenuitdebuurtvan
demachine.
Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymboolteletten,datbetekent Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren nietroken
3.Risicovanbijtende vloeistof/chemische brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming; explosievegassenkunnen blindheidenanderletsel veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid ofernstigebrandwonden veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater spoelenensnelarts raadplegen.
10.Bevatlood;niet weggooien
93-6681
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerd, ventilator–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-6681
decal93-7814
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop hunplaatszijn.
decal115-2047
115-2047
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal115-4855
115-4855
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–Draag beschermendehandschoenenbijhethanterenvande hydraulischekoppelingenenleesdeGebruikershandleiding voormeerinformatieoverhethanterenvanhydraulische onderdelen.
5
decal120-0625
120-0625
1.Knelpunt,hand–Houdhandenuitdebuurt.
decal115-4857
115-4857
1.Brengdearmenvande
4.Bakophalen.
laderomlaag.
2.Bakleegstorten.5.Bakbovendegrondlaten zweven.
3.Laadarmenomhoog.
115-4858
1.Handenofvoetenkunnenbekneldraken–monteerde
vergrendelingvandecilinder.
115-4865
1.Motorkoelvloeistof
2.Leesde Gebruikershandleiding.
decal122-1925
122-1925
1.Vastdraaienmeteentorsievan2,82tot3,16N·m.
decal115-4858
decal115-4865
decal125-4967
125-4967
1.Hefpunt
1.Motorkoelvloeistofonder druk
2.Explosiegevaar–Leesde Gebruikershandleiding.
decal117-3276
117-3276
3.Waarschuwing–Raakhet heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde Gebruikershandleiding.
6
decal125-6694
125-6694
1.Locatiebevestigingspunt
decal131-8026
131-8026
125-8483
1.Hydraulischevloeistof;leesdeGebruikershandleiding.
decal125-8483
1.Accuvermogen
3.Aan
uitschakelen
2.Uit4.Leesde Gebruikershandleiding.
133-8062
137-5409
decal133-8062
decal137-5409
139-1158
1.Pletgevaarvanbovenafenklemgevaar–Blijfuitdebuurt
vandebakendearmenvandelader.
7
decal139-1158
139-1159
1.Waarschuwing–Houdomstandersopeenafstand.
139-1162
decal139-1159
decal139-1162
decal139-1173
139-1173
1.Gevaarvoorvloeistofonderhogedruk,injectieinhet
lichaam–LeesdeGebruikershandleidingvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding
voorhetmaximalegewicht vandebak.
2.Kantelgevaar–Rijd nietmetdemachine metgehevenladingof gestrektearmen;vervoer deladingdichtbijde grondmetingetrokken armenwanneerumetde machinerijdt.
145-4273
1.Dehydraulischecilinder intrekken(optioneel)
2.Dehydraulischecilinder uitschuiven(optioneel)
3.Stroomwerktuig–V ooruit6.Dearmenintrekken(alleen
4.Dearmenuitschuiven (alleenuitschuifbaar model)
5.Stroomwerktuig– Achteruit
uitschuifbaarmodel)
decal145-4273
139-1164
1.Pletgevaarvanbovenaf,vallendelading–Zorgdatde snelbevestigingshendelsvergrendeldzijn.
decal139-1164
8
decal145-4274
145-4274
1.LeesdeGebruikershand-
9.Motorolie leidingalvorensonder­houdswerkzaamhedenuit tevoeren.
2.Controleeromde
10.Motorkoelvloeistof
8bedrijfsuren
3.Brandstof11.Hydraulischevloeistof
4.Smeerpunten12.Vloeistoffen
5.Luchtltervanmotor
13.Inhoud
6.Veiligheidslter14.Vloeistonterval (bedrijfsuren)
7.Motoroliepeil
15.Filterinterval(bedrijfsuren)
8.Spanningvanriem
9
131-0708
1.Vooruit3.Achteruit
2.Linksaf4.Rechtsaf
144-4253
decal131-0708
decal144-4253
1.Parkeerrem–inwerking
5.Motor–afzetten
2.Parkeerrem–buitenwerking6.Motor–draaien
3.Snel
4.Langzaam
7.Motor–starten
8.Claxon
10
decal145-0637
145-0637
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.7.Handenofvoetenkunnenwordengesnedenofgeamputeerd
–Wachttotallebewegendedelentotstilstandzijngekomen voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert,blijfuitde buurtvanbewegendeonderdelenenhoudallebeschermende delenophunplaats.
2.Waarschuwing–Zorgervoordatuopgeleidbentvoorgebruik
vandemachinealvorensermeetewerken.
8.Ontplofngsgevaar;gevaarvoorelektrocutie–Belde plaatselijkenutsbedrijvenvoordatuineengebiedbegintte werken.
3.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
9.Gevaarvoorbeknelling–Blijfuitdebuurtvanhetwerktuigals udemachinegebruikt;houdomstandersuitdebuurtvan demachine.
4.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,laathet werktuigneeropdegrond,zetdemotoruitenverwijderhet sleuteltjeuithetcontactvoordatudemachineverlaat.
10.Kantelgevaar–Omhellingopwaartsen-afwaartsterijden, moetuhetwerktuigaltijdneerlaten;rijnooiteenhelling opmethetwerktuigomhooggebracht;bedienaltijdmethet zwareuiteindenaardetopvandeheuvelgericht;zorgervoor datdeladingaltijddichtbijdegrondis;treknooithardaande bedieningshendels;gebruikeengeleidelijkebeweging.
5.Gevaaropelektrocutie,elektrischeleidingen–Controleer hetwerkterreinopelektrischeleidingenvoordatubegintte
11.Kantelgevaar–Rijdniettesnelinbochten;kijkaltijdachteru voordatuachteruitrijdtmetdemachine.
werkenmetdemachine.
6.Ledematenkunnenbekneldraken–Blijfuitdebuurtvan knelpunten;leesdeGebruikershandleidingvoordatuservice- ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
11
Algemeenoverzicht vandemachine
g318043
Figuur3
1.Motorkap
2.Hydraulischehulpkoppelin­gen
3.Bevestigingsplaat7.Rupsband11.V ergrendelingsschakelaar
4.Hefpunt8.Cilindervergrendeling12.Bestuurdersplatform
5.Onderstearmvanlader
6.Bovenstearmvanlader10.Hydraulischetank14.Bevestigingspunt
9.Bedieningspaneel
hulphydrauliek
13.Brandstofmeter
15.Brandstoftank
12
Bedieningsorganen
Bedieningspaneel
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle bedieningsorganenvoordatudemotorstartende tractie-eenheidgebruikt.
Referentiebalk
Gebruiktijdenshetrijdenmetdetractie-eenheidde referentiebalkalshandgreepenhefboompuntomde tractiebedieningendejoysticktebedienen.Vooreen soepele,gecontroleerdebedieninghoudtualtijdbeide handenopdereferentiebalkentijdenshetbedienen vandemachine.
Tractiebediening
g029289
Figuur5
1.Referentiebalk
2.Tractiebediening
Figuur4
1.Plugvooroptioneleset
2.Schakelaarhandrem8.Claxon
3.Referentiebalk
4.InfoCenterdisplay
5.Stopcontact
6.Gasklepschakelaar
7.Contactschakelaar
9.Vergrendelingvanklep vanlader
10.Hendelvoorlader­arm/werktuigkanteling
11.Bedieningsorganenvan joystick
12.Tractiebediening
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstarten uitzet,heeftdriestanden:UIT,LOPENenSTART.
Parkeerremschakelaar
Drukdeparkeerremschakelaarinomdeparkeerrem inenuitteschakelen.Deparkeerremwordtook automatischingeschakeldwanneerudemachine uitschakelt.
Gasklepschakelaar
g318044
Omvooruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarvoren.
g264830
Figuur6
Omachteruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarachteren.
Belangrijk:Kijkbijhetachteruitrijden
altijdachteruenhouduwhandenopde referentiebalk.
g264831
Figuur7
Houddeschakelaargedurende2ofmeerseconden naarvorenomdegasklepschakelaarintestellen opHOOGST ATIONAIR;houddeschakelaar gedurende2ofmeersecondennaarachterenomde gasklepschakelaarintestellenopLAAGSTATIONAIR ofdrukdeschakelaarkortnaarvorenofnaarachteren omhetmotortoerentalinkleinerestappenteverhogen ofteverlagen.
13
Vooreenbochtnaarrechtsdraaitude
tractiebedieningrechtsom.
Figuur8
Vooreenbochtnaarlinksdraaitude
tractiebedieninglinksom.
Hendelvoordeladerarm/werktuig­kanteling
Beweegdehendellangzaamomdearmenvande ladertebedienenenhetwerktuigtekantelen.
Opmerking:Metdevergrendeldestand
(zweefstand)kunnenwerktuigenzoalsde nivelleerschuifenhethydraulischebladdecontouren vandegrondvolgen(bijvoorbeeldzweven).
g264833
Figuur9
Omdemachinetestoppen,laatude
tractiebedieninglos.
Opmerking:Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachine indierichtinggaat.
g264832
g358629
Figuur10
1.Vergrendeldestand (zweefstand)–Duwde hendelvolledignaar voren.
2.Laatdearmenvande laderneer.
3.Hefdearmenvandelader op.
4.Werktuignaarachteren kantelen.
5.Werktuignaarvoren kantelen.
Doordehendelnaareentussenliggendestand (bijvoorbeeldnaarvorenennaarlinks)tebewegen, kuntutegelijkertijddearmenvandeladerbewegen enhetwerktuigkantelen.
14
Vergrendelingvanklepvanlader
Metvergrendelingvandeklepvandeladerkuntu dehendelvoordeladerarm/werktuigkantelingzo vergrendelendatudezenietnaarvorenkanbewegen. Ditvoorkomtdatiemandperongelukdearmenvan deladerneerlaattijdensonderhoudswerkzaamheden. Bevestigdeklepvandeladermetdevergrendeling, naastdecilindervergrendelingen,steedswanneeru demachinemoetuitschakelenmetomhooggebrachte armenvandelader.ZieDecilindervergrendelingen
gebruiken(bladz.46).
Omdevergrendelingaantebrengen,brengtu devergrendelingomhooguitdeopeninginhet bedieningspaneelendraaitudevergrendelingnaar linksvoordehendelvandearmenvandelader. Duwdevergrendelingdannaarbenedeninde vergrendeldestand.
Bedieningsorganenvanjoystick
Figuur12
1.Primairefunctievan werktuig(alleen hydraulischewerktuigen)
2.Secundairefunctievan werktuig(alleenbepaalde werktuigen)
Opmerking:Dearmenvandeladermogenniet
wordengestrektwanneerzevolledigomhooggebracht zijnomwillevandevastgehoudendruk;brengde armenlichtjesomlaagomdedrukopteheffenen strekzedan.
3.Dearmenvandelader strekkenenintrekken
g318281
1.Vergrendelingvanklepvanlader
Figuur11
g358630
WAARSCHUWING
Metdemachinerijdenterwijldearmenvan deladergestrektzijnkandestabiliteitvande machinebeïnvloeden.
Beperkdebewegingvandemachineterwijl dearmenvandeladergestrektzijn.
15
Vergrendelingsschakelaar
InfoCenterdisplay
hulphydrauliek
Schakeldevoor-ofachterwaartsehydrauliek inendrukdanmetuwrechtervoetopde vergrendelingsschakelaaromdestroomvoort tezettenenuwhandvrijtemakenvoorandere bedieningsorganen.
Figuur13
1.Vergrendelingsschakelaarhulphydrauliek
Brandstofmeter
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatiezoalsde bedrijfsmodusendiversediagnostiekenenandere informatieoverdemachine.HetInfoCenterheefteen startschermeneenhoofdscherm.Ukuntteallen tijdeheenenweergaantussenhetstartschermen hethoofdschermdooropomhetevenwelkeknopin InfoCentertedrukkenendandeovereenkomstige pijlteselecteren.
g358628
g264015
Figuur15
1.Controlelampjes
2.Knopnaarrechts4.Linkerknop
3.Middelsteknop
Debrandstofmetergeeftaanhoeveelbrandstoferin detank(s)zit.
Figuur14
Linkerknop,knoptoegangtotmenu/terug–druk
opdezeknopomnaardemenu'svanInfoCenter tegaan.Ukunthemgebruikenomhethuidige menuteverlaten.
Middelsteknop–gebruikdezeknopomnaar
benedendoormenu'stebewegen.
Rechterknop–gebruikdezeknopalseenpijlnaar
rechtsaangeeftdaternogandereoptiesinhet menuzijn.
g371278
Opmerking:Deknoppenkunnenverschillende
functiesvervullenafhankelijkvanwatopdatmoment nodigis.Voorelkeknopisereenicoondatdehuidige functieweergeeft.
16
VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
Toegangtotmenu
VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
(cont'd.)
Volgende
Vorige
Naarbenedenscrollen
Drukop
Wijzigdevolgendewaardein delijst
Verhogen
Verminderen
Waardeopslaan
Menuverlaten
Aanvaarden
Deoptieisvergrendeld.
Parkeerrem
Motor
Gloeibougies
Koelvloeistoftemperatuur
Motortoerental
Accuspanning
SmartLoadisactief.
Geeftaanwanneergepland onderhoudmoetworden uitgevoerd
DPF-regeneratieisvereist.
Urenteller
Wijzigcijfer
Waarschuwing
Toegangtothetschermmet detransportsnelheid
Snel
Langzaam
Neutraalstand
Vergrendelinghulpsysteem
Koudestart
Eengeparkeerdeof herstelregeneratieisbezig.
Hogeuitlaattemperatuur
Defectvandiagnosecontrole vanstikstofoxide;rijd demachineterugnaar dewerkplaatsenneem contactopmetuwerkende servicedealer.
17
Demenu'sgebruiken
Service
Drukinhethoofdschermopdemenuknop naarhetmenusysteemvanInfoCentertegaan.U gaatnaarhethoofdmenu.Raadpleegdevolgende tabellenvooreenoverzichtvandeoptiesdieuhebtin demenu's:
Hoofdmenu
Menu-itemBeschrijving
FoutenHetmenuFoutenbevateen
lijstmetderecentemachine­enmotorstoringen.Raadpleeg deOnderhoudshandleiding ofeenerkendeservicedealer voormeerinformatieover hetmenuStoringenende informatiediehetbevat.
OnderhoudHetmenuOnderhoudbevat
informatieoverdemachine, zoalsbedrijfsurenenandere cijfergegevensvandieaard.
DiagnostiekHetmenuDiagnostiek
geeftdestatusvanelke machineschakelaar,sensor enbedieningsoutputaan.U kuntditmenugebruikenom sommigeproblemenopte lossen.Inhetmenuzietu namelijkwelkeonderdelenin­enuitgeschakeldzijn.
InstellingenInhetmenuInstellingenkunt
uhetInfoCenter-scherm congurerenenaanuw voorkeurenaanpassen.
BetreffendeInhetmenuBetreffendeziet
uhetmodelnummer,het serienummerendeversievan desoftwareopuwmachine.
om
Menu-itemBeschrijving
Hours
Counts
DPFRegenerationDeoptieDPF-regeneratieen
InhibitRegen
ParkedRegen
LastRegen
RecoverRegen
Hettotaleaantalbedrijfsuren vandemachine,motor enhulphydrauliek,alsook hetaantalurenvoor motoronderhouden onderhoudvanhethydraulisch systeem.
Hetaantalkeerdatde machineisgestart,hetaantal keerdatdemachineeen waarschuwingheeftgegeven datdemotortemperatuurte hoogisenhetaantalkeerdat demotorisafgeslaanomwille vanhogetemperatuur .
deDPF-submenu’s.
Omderegeneratieteresetten.
Omeengeparkeerde regeneratietestarten.
Geefthetaantaluren weersindsdevorige reset,geparkeerdeof herstelregeneratie.
Omeenherstelregeneratiete starten.
Diagnostiek
Menu-itemBeschrijving
Traction
Auxiliary
Engine
Boom
Geeftdeinputsenoutputs voorhetrijdenmetdemachine aan.
Geeftdeinputsenoutputs voorhetinschakelenvande hulphydrauliekaan.
Geeftdeinputsenoutputs voorhetinschakelenvande motoraan.
Geeftdeinputsenoutputs voorhetstrekkenenintrekken vandeuitschuifbarearmen aan.
18
Instellingen
Menu-itemBeschrijving
EenhedenBepaaltdeeenhedendie
TaalBepaaltdetaaldiegebruikt
HelderheidDehelderheidvanhet
Contrast
Beveiligdemenu’s
BeveiligdeinstellingenVerandertwanneereen
gebruiktwordeninhet InfoCenter;demenukeuzes zijnmetrischofAmerikaans (imperiaal).
wordtinhetInfoCenter.
lcd-scherm.
Regelthetcontrastvanhet lcd-scherm.
Geefttoegangtotbeveiligde menu's.
pincodevereistisinbeveiligde menu's.
Betreffende
Menu-itemBeschrijving
ModelToonthetmodelnummervan
Serial
SoftwareToontdesysteemsoftwarever-
Display
demachine
Toonthetserienummervande machine
sievandemachine.
Toontdedisplaysoftwarever­sievanhetInfoCenter.
2.ScrollinhetINSTELLINGENMENUnaarbenedentot hetBEVEILIGDEMENUendrukopderechterknop.
g364601
Figuur17
3.Omdepincodeintevoerendruktuopde middelsteknoptotheteerstegewenstecijfer verschijnt.Drukdanopderechterknopomnaar hetvolgendecijfertegaan.Herhaaldezelaatste staptothetlaatstecijferingevoerdisendruk nogeenkeeropderechterknop.
Naarbeveiligdemenu'sgaan
Opmerking:Standaardstaatdepincodevanuw
machineingesteldop0000of1234. Alsudepincodeheeftgewijzigdenvergetenbent,
neemdancontactopmetuwerkendeservicedealer voorhulp.
1.ScrollinhetHOOFDMENUnaarbenedentothet
INSTELLINGENMENUendrukopderechterknop.
Figuur16
g364599
Figuur18
4.Drukopdemiddelsteknopomdepincodete bevestigen.
Opmerking:AlshetInfoCenterde
pincodeaanvaardtenhetbeveiligdemenuis ontgrendeld,wordthetwoord‘PIN’weergegeven inderechterbovenhoekvanhetscherm.
UkuntdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU weergevenenwijzigen.ScrollinhetBEVEILIGDEMENU
g364600
omlaagtotdeoptieINSTELLINGENBEVEILIGEN.Gebruik derechterknopomdeinstellingtewijzigen.Doorde optieInstellingenbeveiligenUITteschakelen,kunt udeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENUbekijken enwijzigenzonderdepincodeintevoeren.Als uInstellingenbeveiligenopAANzet,wordende beveiligdeoptiesverborgenenmoetudepincode invoerenomdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU tewijzigen.
19
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte116,8cm Lengte215,6cm Hoogte143,5cm Gewicht Werkcapaciteit(35%van
kantelcapaciteit
1
)
Armengestrekt
Kantelcapaciteit
1
Armengestrekt
Wielbasis99,1cm Storthoogte(metstandaardbak)
Armengestrekt
Bereik–volledigomhooggebracht(met standaardbak)
Armengestrekt
Hoogtetotscharnierpen(metstandaard bakinhoogstestand)
Armengestrekt
1.Dewerkcapaciteitwordtberekendals35%vandekantelcapaciteitmet
eenstandaardbakeneenbestuurdervan75kg,volgensISO14397-1.
Anderewerktuigenzulleneenanderewerkcapaciteithebben;raadpleegde
Gebruikershandleidingofdestickermethetlaadvermogenvanhetwerktuig.
Werktuigen/accessoires
EriseenaantalT orowerktuigenenaccessoires verkrijgbaaromdemogelijkhedenvandemachine uittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende servicedealerofeenerkendeToroverdeler,ofbezoek www.T oro.comvooreenlijstvanalleT orowerktuigen enaccessoires.
Omveiligeenoptimaleprestatiesteverkrijgen, moetutervervangingorigineleT oroonderdelenen accessoiresgebruiken.T oroisnietverantwoordelijk voorschadeaandemachineofpersoonlijkeletsels diehetgevolgzijnvanhetgebruikvanwerktuigen vananderefabrikanten.Degebruikeriszelf verantwoordelijkvoordezerisico's.
1750kg
589,7kg Armeningetrokken
280kg
1685kg Armeningetrokken
792kg
180,1cm Armeningetrokken 230,3cm
33,5cm Armeningetrokken 67,8cm
227,1cm Armeningetrokken 277,3cm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten. Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen stellenaandeleeftijdvandegenediemetde machinewerktofgebiedendatdegenediemetde machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde instructievanallebestuurdersentechnici.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht totdatallebewegendeonderdelentotstilstand zijngekomenenlaatdemachineafkoelen voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
Controleerofdeveiligheidsschakelaarsende
veiligheidsschermenzijnbevestigdennaar behorenwerken.Gebruikdemachineuitsluitend alsdezenaarbehorenwerken.
Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde juistewijzeisbevestigd.Leesaldehandleidingen vanhetwerktuig.
Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed enveiligtewerken.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet graven.Letopdelocatievanongemarkeerde
20
objectenenstructuren,zoalsondergrondse opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
Controleerhetterreinwaarudemachinegaat
gebruikenoponeffenoppervlakkenenverborgen gevaren.
Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart. Zetdemachineafalseenomstanderhetgebied betreedt.
Brandstofveiligheid
Weeszeervoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen kunnentotontplofngkomen.
Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof toevoegen.
Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander toestel)aanwezigkunnenzijn.
Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn verdwenen.
Omtevoorkomendateenstatischelading
debrandstofdoetontbranden,verwijdertude machinevandetruckofaanhangerentanktuop degrond,uitdebuurtvanallevoertuigen.Indien ditnietmogelijkis,plaatsdaneendraagbaar brandstofvatopdegrond,uitdebuurtvanalle voertuigen,envuldit;tankdemachinevervolgens bijuithetbrandstofvatinplaatsvanmeteen vulpistoolvaneenpomp.
Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis. Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstofof biodieselmeteenultralaag(<15ppm)zwavelgehalte. Hetcetaangetalmoetminimaal45zijn.Een cetaangetalvanmeerdan50genietdevoorkeur, vooralbijtemperaturenonder-20°Cofbijeen hoogtevanmeerdan1500m.Koopbrandstofin hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken zodatualtijdversebrandstofheeft.
Hetgebruikvanbrandstofzonderultralaag zwavelgehaltebeschadigthetemissiesysteemvan demotor.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-Dof nr.2-DS15)bijtemperaturenboven-10°Cen winterdieselbrandstof(nr.1-Dofnr.1-DS15) bijtemperaturenbeneden-10°C.Gebruikvan
21
winterdieselbrandstofbijlagetemperaturenbiedt eenlagervlampunteneenlagerstolpunt.Dit vergemakkelijkthetstartenenvermindertdekansdat deltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen boven-10°Cdraagtbijaaneenlangere levensduurvandepompdanbijgebruikvan winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen dieselmengseltotmaximaalB5(5%biodiesel,95% petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende voorzorgsmaatregeleninacht:
Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
Inhoudbrandstoftank:42liter
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Brengdebeugelomhoog.
Figuur19
g362590
1.Brandstoftankdop
4.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
5.Vuldetankmetbrandstoftotdevulbuis.
6.Plaatsdedopterug.
7.Brengdebeugelomlaag.
22
Dagelijksonderhoud uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde proceduresuitinhetonderdeelT elkensvoor gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.44).
Belangrijk:Controleerhetniveauvan
dehydraulischevloeistofenontluchthet brandstofsysteemvoordatudemotorvoorhet eerststart;zieHetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.69)enHet brandstofsysteemontluchten(bladz.56).
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor udecontroleoverdemachineverliest.Het werkvermogenwordtverminderdalsdearmenvan deladerzoverwordengestrektdatdegestreepte stickeraandebinnenkantvandearmenzichtbaar wordt.
Vervoergeenwerktuig/ladingmetgehevenof
gestrektearmen;vervoerwerktuigen/ladingen altijddichtbijdegrond,metdearmenvandelader ingetrokken.
Werktuigenkunneninvloedhebbenopdestabiliteit
endebedieningvandemachine.
Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als udecontroleoverdemachineverliest,moetu vanhetplatformstappenenuverwijderenvan demachine.
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden vastegreepopdereferentiebalkenofde bedieningvandeladerhebben.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen voorkomen.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek, stevigeschoenenmeteengripvastezoolen gehoorbescherming.Draagookaltijdeenlter­ofstofmaskerinstofgeomstandigheden.Draag langhaarnietlosendraaggeenlossekledingof juwelen.
Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande machineblijven.
Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
Zorgervoordatalleaandrijvingeninde
neutraalstandstaanvoordatudemotorstart.Start demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel ophetplatformzit.
Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie hetzichtkunnenbelemmeren.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden oversteekt.Letophetverkeer.
Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke reparatiesuitvoordatudemachineweerin gebruikneemt.
Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte
23
manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand houdttotbomen,murenenanderebarrières kanditleidentotletselalsdemachinetijdens gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde omgevinglet.
Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg ervoordatuditnietraakt.
Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel veroorzaken.
Veiligheidophellingen
Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Alshet lastdragendewerktuigleegiszaldeachterkant vandemachinehetzwaarstzijn,enalshet lastdragendewerktuigvoliszaldevoorkant vandemachinehetzwaarstzijn.Demeeste anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtof
strektopeenhelling,heeftditinvloedopde stabiliteitvandemachine.Houddearmenvande laderomlaageningetrokkenalsuopeenhelling rijdt.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra voorzichtigheid.
Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken omnategaanopwelkehellingenudemachine veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru ditonderzoekuitvoert.
Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam ineenrechtelijnaf.
Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts gerichthouden.
Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde rijrichtingvandemachine.
Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling danniet.
Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein. Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan glijden.
Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete ondersteunen.
24
Weesvoorzichtigalsudemachinegebruiktinde
buurtvan:
–Steilehellingen
–Greppels
–Dijkenentaluds
–Water
Demachinekanplotselingomslaanalseen rupsbandoverderandkomt,ofalsderandinstort. Houdeenveiligeafstandtussendemachineen eengevarenzoneaan.
Motorstarten
1.Zorgdatdeaccu-ontkoppelingsschakelaarAAN staat;zieDeaccu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken(bladz.56).
2.ZorgervoordatdetractiebedieninginNEUTRAAL staat.
3.Brenghetsleuteltjeinhetcontactendraaihet naardestandAAN.
4.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.Laat hetsleuteltjeloszodrademotoraanslaat.
Umaggeenwerktuigenverwijderenof
aankoppelenopeenhelling.
Parkeerdemachinenietopeenhelling.
Veiligheidomtrentleidingenvan nutsbedrijven
Doehetvolgendealsueenleidingvaneen
nutsbedrijfraakt:
–Zetdemachineuitenverwijderhetsleuteltje.
–Stuurallepersonenweguithetwerkgebied.
–Neemonmiddellijkcontactopmetdejuiste
hulpdienstenennutsbedrijvenomhetgebied veiligtestellen.
–Alsueenglasvezelkabelbeschadigt,kijkdan
nietinhetblootgesteldelicht.
Verlaathetbestuurdersplatformnietalsde
machineonderstroomstaat.Ubentveiligzolang uhetplatformnietverlaat.
–Alsueendeelvandemachineaanraakt,kunt
uaardingkrijgen.
–Laatiemandandersdemachinenietaanraken
ofbenaderenwanneerdezeonderstroom staat.
–Gaeraltijdvanuitdatdemachineonder
stroomstaatalsueenelektrischeof communicatieleidingraakt.Probeerde machinenietteverlaten.
Lekkendgasiszowelontvlambaaralsexplosief
enkanernstigletselofdedoodtotgevolghebben. Rooknietterwijludemachinebedient.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde motornietwilstarten,moetunaelkepoging 30secondenwachtenomdestartmotorte latenafkoelen.Indienudezeinstructiesniet opvolgt,kandestartmotordoorbranden.
Startenbijkoudweer
Alsdebuitentemperatuuronderhetvriespuntis, slademachinedanineengarageop.Zoblijftde machinewarmerenkandezemakkelijkerstarten.
Desoftwarevandemachinekanhetmotortoerental automatischbeperkenalsdekoelvloeistofextreem koudis.Nadatdemotorgestartis,moetuwachten tothetsneeuwvlokpictogramendewaarschuwing i.v.m.koudehydraulischevloeistofvanhetInfocenter isverdwenenvoordatumeergasgeeftende hulphydrauliekinschakelt.
Belangrijk:Demotoropvolletoerenlaten
draaienterwijlhethydraulischesysteemkoudis (bijvoorbeeldalsdeomgevingstemperatuurrond ofonderhetvriespuntis)kanhethydraulische systeembeschadigen.
Metdemachinerijden
Gebruikdetractiebedieningomdemachinete bewegen.Hoeverderudetractiebedieningineen bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachinein dierichtinggaat.Laatdetractiebedieninglosomde machinetotstilstandtebrengen.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor, oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut). Laatdemachinevolgaslopenomdebesteresultaten teverkrijgen.
25
Demotorafzetten
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond enlaatdeladerarmenzakken.
2.Schakeldehulphydrauliekuit.
3.Steldegashendelinoplaagstationair.
4.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheet is,moetudezenogvijfminutenlatendraaien voordatuhetcontactsleuteltjeopUITdraait.
Opmerking:Demotorkandanafkoelen
voordatuhemuitzet.Ineennoodgevalkuntu demotoronmiddellijkafzetten.
5.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijder het.
VOORZICHTIG
Figuur20
1.Bevestigingsplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren kantelt.
2.Ontvangerplaat
g003710
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende omstanderdemachineprobeerttebedienen endaarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneer udemachineachterlaat,ookalishetslechts vooreenpaarseconden.
Werktuigengebruiken
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigenkunnen invloedhebbenopdestabiliteitendebediening vandemachine.Degarantievandemachinekan komentevervallenalsudemachinegebruiktmet werktuigendienietzijngoedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,
moetuervoorzorgendatdebevestigingsplaten vrijvanvuilzijnendepennenonbelemmerd ronddraaien.Alsdepennennietvrijronddraaien, moetenzegesmeerdworden.
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg ruimtevoordemachineis.
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg ervoordatzevolledigindebevestigingsplaat zitten.
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is debevestigingsplaatnietpreciesrecht tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet volledigindebevestigingsplatenzitten, bestaatdekansdathetwerktuigvande machinevalt,waardooruofomstanders bekneldkunnenraken.
Zorgervoordatde snelkoppelingspennenvollediginde bevestigingsplatenzitten.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig naarvoren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip vandeontvangerplaatophetwerktuig.
26
Figuur21
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2.Nietvastgezet
3.Vastgezet
Hydraulischeslangenaansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk ontsnapt,kandoordehuidheendringen enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele urenoperatieftewordenverwijderddoor eenartsdiebekendismetdezevormvan verwondingen,omdaterandersgangreenkan ontstaan.
g003711
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals uheteonderdelenaanraakt.
Draaghandschoenenalsuwerktaande hydraulischekoppelingen.
Laatdemachineafkoelenvoordatude hydraulischeonderdelenaanraakt.
Zorgervoordatunietinaanrakingkomt metgemorstehydraulischevloeistof.
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
2.Verwijderdebeschermplatenvande hydraulischeaansluitingenopdemachine.
3.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijn verwijderdvandehydraulischeaansluitingen.
4.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuig indevrouwelijkeaansluitingopdemachine.
Opmerking:Alsueerstdemannelijke
aansluitingvanhetwerktuigbevestigt,heftude drukinhetwerktuigop.
5.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuig opdemannelijkeaansluitingopdemachine.
6.Trekaandeslangenomtecontrolerenofde aansluitingbetrouwbaaris.
Controleerofallehydraulischeslangen enleidingeningoedestaatverkerenen allehydraulischeaansluitingenenttings stevigvastzittenvoordatudrukzetophet hydraulischesysteem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit onderhogedrukhydraulischevloeistof ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem opsporenmetbehulpvankartonofpapier; doeditnooitmetuwhanden.
27
Eenwerktuigverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Laathetwerktuigneeropdegrond.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordeze naarbuitentedraaien.
OverhetSmartLoad systeem
HetSmartLoadsysteemmeetdehydraulischedruk indecilindersvandearmenvandeladeromhet maximalebereiktebepalen.
Wanneerudearmenvandeladerstrekttothet maximalebereikvoordearmhoogteenhetgewicht vandelading,verschijnthetSmartLoad-pictogramop hetInfoCenterenknipperthetindicatielampje,klinkt eenalarmsignaalenstoppendearmenmetstrekken.
Omdearmenvandeladernogverdertestrekken, moetudeladinglichtermaken.
g270732
Figuur23
Figuur22
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2.Nietvastgezet
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend, schuiftudekragenopdehydraulischekoppeling terugenmaaktudezelos.
3.Vastgezet
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhet
werktuigaanelkaaromtevoorkomendat hethydraulischesysteemtijdensdeopslag wordtverontreinigd.
6.Monteerdebeschermkappenopdehydraulische koppelingenopdemachine.
7.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaat naarvorenenrijdemachineachteruitvanhet werktuigvandaan.
g003711
28
Regeneratievanhet dieselpartikellter(DPF)
OverDPF-regeneratie
Hetdieselpartikellter(DPF)iseenonderdeelvanhet uitlaatsysteem.Dedieseloxidatiekatalysatorvanhet DPFvermindertschadelijkegassen,enderoetlter verwijdertroetuitdemotoruitlaat.
BijderegeneratievanhetDPFwordthetroetinhet lterverbranddoordehittevandeuitlaatgassen. Hierbijwordthetroetomgezettotasenworden dekanalenvanhetlterschoongemaaktzodat degelterdeuitlaatgassendoorhetDPFkunnen stromen.
Demotorcomputercontroleertderoetophopingdoor detegendrukinhetDPFtemeten.Alsdetegendruk tehoogis,verbrandthetroetbijnormaalmotorbedrijf nietinhetroetlter.OmhetDPFvrijvanroette houden,dientuhetvolgendeinachttenemen:
Passieveregeneratievindtvoortdurendplaats
terwijldemotordraait–laatdemotorzomogelijk opvolletoerendraaienomDPF-regeneratiete bevorderen.
AlsdetegendrukinhetDPFtehoogwordtofer
geenresetregeneratieisgebeurdgedurende 100uur,signaleertdecomputervandemotor viahetInfoCenterwanneerderesetregeneratie bezigis.
Laatderesetregeneratievolledigwordenvoltooid
voordatudemotorafzet.
Houdbijhetgebruikenhetonderhoudvanuw machinerekeningmetdewerkingvanhetDPF.Een belastemotorbijeenhoogstationairtoerental(volgas) produceertmeestaluitlaatgassendieheetgenoegzijn voorderegeneratievanhetDPF .
Belangrijk:Laatdemotorzoweinigmogelijk
stationairofbijlaagmotortoerentaldraaienomde roetafzettinginhetroetltertebeperken.
29
RoetopbouwinhetDPF
Naverloopvantijdbouwthetdieselpartikellterroetopinhetroetlter.Decomputervandemotorbewaakt
deroetopbouwinhetDPF .
Alserteveelroetwordtopgebouwd,geeftdecomputeraandatregeneratievanhetDPFnodigis.
HierbijwordthetroetinhetDPFverbrandtotas.
Decomputergeeftnietalleenwaarschuwingsmeldingen,maarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijk
vandematevanroetopbouw.
Motorwaarschuwingen–roetopbouw
Aanduidingsni-
Niveau1:
waarschuwing
Niveau2:
waarschuwing
veau
motor
motor
Storingscode
Controleerdemotor
SPN3719,FMI16
Controleerdemotor
SPN3719,FMI0
Nominaalmotorver-
mogen
Decomputerverlaagthet
motorvermogentot85%.
Decomputerverlaagthet
motorvermogentot50%.
Aanbevolenactie
Voerzosnelmogelijkeen
geparkeerderegeneratie
uit;zieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieuitvoeren
(bladz.37).
Voerzosnelmogelijkeen
herstelregeneratieuit;
zieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieuitvoeren
(bladz.37).
30
AsopbouwinhetDPF
Delichtereaswordtviahetuitlaatsysteemafgevoerd;dezwaardereasverzameltzichinhetroetlter.
Asiseenresiduvanhetregeneratieproces.Naverloopvantijdhooptinhetdieselpartikellterasopdieniet
metdemotoruitlaatwordtafgevoerd.
DecomputervoordemotorberekentdehoeveelheidasdiezichinhetDPFheeftopgehoopt.
Alsereenzekerehoeveelheidasisopgebouwd,stuurtdecomputervandemotordezeinformatienaarhet
InfoCenteralseenmotorfoutomdeopbouwvanasinhetDPFaantegeven.
Defoutberichtengevenaandathettijdisvooronderhoudvanhetdieselpartikellter.
Decomputergeeftnietalleeneenwaarschuwingmaarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijkvan
dematevanasopbouw.
InfoCenterbestuurdersadviezenenmotorwaarschuwingen–asopbouw
Aanduidings-
waarschuwing
waarschuwing
niveau
Niveau1:
motor
Niveau2:
motor
Storingscode
Controleerdemotor
SPN3720,FMI16
Controleerdemotor
SPN3720,FMI0
Beperking
motortoerental
Geen
Geen
motorvermogen
Decomputerverlaagt
hetmotorvermogen
Decomputerverlaagt
hetmotorvermogen
Nominaal
tot85%.
tot50%.
Aanbevolenactie
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt;
zieGeparkeerdeof
herstelregeneratie
(bladz.36)
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt;
zieGeparkeerdeof
herstelregeneratie
(bladz.36)
31
TypesDPF-regeneratie
TypesDPF-regeneratiedieuitgevoerdwordenterwijldemachineinbedrijfis:
Typeregeneratie
PassieveregeneratieVindtplaatstijdensnormaalgebruikvande
Ondersteunde regeneratie
Resetregeneratie
Omstandighedendieleidentotregeneratievan hetdieselpartikellter
machinebijhoogmotortoerentalofhoge motorbelasting
Vanwegeeenlaagtoerental,lagemotorbelasting, ofalsdecomputervaststeltdathetDPFverstopt raaktdoorroet
Eensomde100bedrijfsuren.
Doetzichookvoorindiendecomputerdetecteert dateenondersteunderegeneratieonvoldoende roetheeftverwijderd
DPF-activiteit
HetInfoCentergeeftgeenpictogramweerdat
passieveregeneratieaanduidt.
Tijdenspassieveregeneratieverwerkthet
dieselpartikellterheteuitlaatgassen,waarbij schadelijkeemissieswordengeoxideerden roetwordtverbrandtotas.
ZiePassieveregeneratievanhetDPF(bladz.34).
HetInfoCentergeeftgeenpictogramweerdat
ondersteunderegeneratieaanduidt.
Tijdensondersteunderegeneratiepastde
computervandemotordeinstellingenvande motorzoaandatdeuitlaattemperatuurstijgt.
ZieOndersteunderegeneratievanhetDPF(bladz.
34).
Wanneerhetpictogramhoge
uitlaattemperatuur ophetInfoCenter,wordteenregeneratie uitgevoerd.
wordtweergegeven
Tijdensresetregeneratiepastdecomputer
vandemotordeinstellingenvandemotorzo aandatdeuitlaattemperatuurstijgt.
TypesDPF-regeneratiewaarbijudemachinedientteparkeren:
Typeregeneratie
Geparkeerde regeneratie
Omstandighedendieleidentotregeneratievan hetdieselpartikellter
Doetzichvooromdatdecomputertegendruk tengevolgevanroetophopingwaarneemtinhet dieselpartikellter
Doetzichookvoorwanneerdebestuurdereen geparkeerderegeneratiestart
Kanzichvoordoenwanneeruresetregeneratie hebtverhinderdinhetInfoCenterendemachine bentblijvengebruiken,waarbijmeerroetzichheeft opgestapeldterwijlhetdieselpartikellteralreset regeneratievereiste
Kanveroorzaaktwordendoordeverkeerde brandstofofmotorolietegebruiken.
ZieRegeneratieresetten(bladz.34).
DPF-activiteit
Wanneerhetpictogramreset-
standby/geparkeerdeofherstelregeneratie
ofMELDINGNR.188wordtweergegeven
ophetInfoCenter,wordtregeneratiegevraagd.
Voerdegeparkeerderegeneratiezo
spoedigmogelijkuitomtevoorkomendat herstelregeneratienodigis.
Eengeparkeerderegeneratieduurt30tot
60minuten.
Debrandstoftankmoettenminste1/4gevuld
zijn.
Umoetdemachineparkerenomeen
geparkeerderegeneratieuittevoeren.
ZieEengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren(bladz.37).
32
TypesDPF-regeneratiewaarbijudemachinedientteparkeren:(cont'd.)
Typeregeneratie
HerstelregeneratieWordtuitgevoerdomdatdebestuurderaanvragen
Omstandighedendieleidentotregeneratievan hetdieselpartikellter
vooreengeparkeerderegeneratieheeftgenegeerd endemachineisblijvengebruiken,waardoorer meerroetwordtopgebouwdinhetDPF
MenuDPFRegeneration
ToegangtothetmenuDPFRegeneration
1.Ganaarhetonderhoudsmenuenscrollnaar benedennaarDPFREGENERATION.
DPF-activiteit
Wanneerhetpictogramreset-
standby/geparkeerdeofherstelregeneratie
ofMELDINGNR.190wordtweergegeven ophetInfoCenter,wordtherstelregeneratie gevraagd.
Eenherstelregeneratieduurttot3uur .
Debrandstoftankvandemachinemoetten
minste1/2gevuldzijn.
Umoetdemachineparkerenomeen
herstelregeneratieuittevoeren.
ZieEengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren(bladz.37).
MenuTechnician
Belangrijk:Alsditubeteruitkomt,kuntu
eengeparkeerderegeneratieuitvoerenvoordat deroetbelasting100%bereikt,opvoorwaarde datdemotormeerdan50uurheeftgedraaid sindsdevorigegeslaagdereset,geparkeerdeof herstelregeneratie.
Figuur24
2.DrukopderechterknopomnaarhetmenuDPF Regenerationtegaan.
Tijdsindsvorigeregeneratie
ScrollinhetmenuDPFRegenerationomlaagnaar hetveldLASTREGEN.
InhetveldLASTREGENzietuhoeveeluurdemotor heeftgelopensindsdevorigereset,geparkeerdeof herstelregeneratie.
GebruikhetmenuT echnicianomdehuidige regeneratie-instellingvandemotorenhetopgegeven roetniveautezien.
g362603
GanaarhetmenuDPFRegeneration,scrolldan omlaagenganaarhetmenuTECHNICIAN.
g362719
Figuur26
Gebruikdewerkingstabelvanhet
dieselpartikelltervoormeerinformatieoverde huidigewerkingsstatusvanhetdieselpartikellter.
Figuur25
g362604
Figuur27
33
g362718
DPF-werkingstabel
Status
Normaal
AssistRegenDecomputervandemotorvoerteen
ResetStby
ResetRegenDecomputervandemotorvoerteen
ParkedStby
ParkedRegenUhebteengeparkeerderegeneratie
Recov.Stby
Recov.RegenUhebteenherstelregeneratiegevraagd
Beschrijving
Hetdieselpartikellterisinnormale bedrijfsmodus–passieveregeneratie.
ondersteunderegeneratieuit.
Decomputer vandemotor probeerteenreset regeneratieuitte voeren,maaréén vandevolgende omstandigheden verhindert regeneratie:
resetregeneratieuit.
Decomputervandemotorvraagtdatu eengeparkeerderegeneratieuitvoert.
aangevraagdendecomputervande motorisbezigmetderegeneratie.
Decomputervandemotorvraagtomeen herstelregeneratie.
endecomputervandemotorisbezig metderegeneratie.
DeinstellingInhibit RegenstaatAAN.
De uitlaattemperatuur istelaagvoor regeneratie.
Deroetbelastingwordtuitgedruktalshet
percentageroetinhetdieselpartikellter;kijkin detabelroetbelasting.
Opmerking:Dewaardevanderoetbelasting
varieertnaargelanghetgebruikvandemachine enDPF-regeneratie.
Tabelroetbelasting(cont'd.)
Belangrijkeroetbelastings­waarden
100%
122%
Statusregeneratie
Decomputervandemotor vraagtautomatischeen geparkeerderegeneratie.
Decomputervandemotor vraagtautomatischeen herstelregeneratie.
PassieveregeneratievanhetDPF
Passieveregeneratiewordtuitgevoerdtijdensde
normalewerkingvandemotor.
Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet hogebelastinglopenomderegeneratievanhet DPFtebevorderen.
Ondersteunderegeneratievanhet DPF
Decomputervandemotorpastdeinstellingen
vandemotoraanomdeuitlaattemperatuurte verhogen.
Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet hogebelastinglopenomderegeneratievanhet DPFtebevorderen.
Regeneratieresetten
Tabelroetbelasting
Belangrijkeroetbelastings­waarden
0%tot5%
78%
Figuur28
Statusregeneratie
Minimaleroetbelasting
Decomputervandemotor voerteenondersteunde regeneratieuit.
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C).
g365225
Heteuitlaatgassenkunnenuofanderenletsel toebrengen.
Laatdemotornooitdraaienineen afgeslotenruimte.
Zorgdaterzichgeenontvlambare materialenindebuurtvanhet uitlaatsysteembevinden.
Raakonderdelenvaneenheet uitlaatsysteemnooitaan.
Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande machinestaan.
Hetpictogramhogeuitlaattemperatuur
weergegevenophetInfoCenterterwijldereset regeneratiewordtuitgevoerd.
34
wordt
Decomputervandemotorpastde
motorinstellingenzoaandatdeuitlaattemperatuur stijgt.
Belangrijk:Hetpictogramhoge
uitlaattemperatuurgeeftaandatde uitlaattemperatuurvanuwmachinehogerkan zijndanbijnormaalbedrijf.
Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet hogebelastinglopenomderegeneratievanhet DPFtebevorderen.
Zetwanneerditmogelijkisdemotornietafen
verlaaghetmotortoerentalniettijdensdereset regeneratie.
Belangrijk:Laatdemachineindienmogelijk
devolledigeherstelregeneratieuitvoeren voordatudemotorafzet.
Periodiekeresetregeneratie
Alsdemotorindeafgelopen100bedrijfsurengeen succesvollereset,geparkeerdeofherstelregeneratie heeftuitgevoerd,zaldecomputervandemotoreen resetregeneratietrachtenuittevoeren.
InhibitRegeninstellen
Uitsluitendresetregeneratie
Eenresetregeneratieleidttothogeretemperatuur vandeuitlaatgassen.Alsudemachinegebruikt nabijbomen,struiken,hooggrasofandere temperatuurgevoeligeplantenofmaterialen,kuntude instellingInhibitRegengebruikenomteverhinderen datdecomputervandemotoreenresetregeneratie uitvoert.
Belangrijk:Wanneerudemotoruitschakelten
weerstart,schakeltdeinstellingInhibitRegen naarUIT.
Opmerking:AlsuhetInfoCentervraagtom
regeneratieteverhinderen,zalhetInfoCenter zolangdemotoreenresetregeneratievraagtomde 15minutenMELDINGNR.185weergeven.
Figuur29
1.GanaarhetmenuDPFRegenerationenscroll omlaagnaarINHIBITREGEN.
Figuur30
2.DrukopderechterknopomdeinstellingInhibit RegennaarAANofUITtewijzigen.
Figuur31
g224692
g362745
g365224
35
Resetregeneratietoestaan
Geparkeerdeofherstelregeneratie
HetInfoCentergeefthetpictogramhoge
uitlaattemperatuurweerwanneereenreset regeneratiewordtuitgevoerd.
Opmerking:AlsInhibitRegenAANstaat,geeft
hetInfoCenterMELDINGNR.185weer.Drukopde rechterknopomdeinstellingInhibitRegenUITte schakelenengadoormetderesetregeneratie.
Figuur32
Opmerking:AlshetInfoCenterMELDINGNR.186
weergeeft,zetudemotoropvolgas(hoogstationair) omderesetregeneratietelatenverdergaan.
Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerderegeneratieofherstelregeneratie vraagt,wordthetpictogramregeneratievereist
weergegevenophetInfoCenter.
Demachinevoertnietautomatischeen
geparkeerderegeneratieofeenherstelregeneratie uit;umoetderegeneratieuitvoerenviahet InfoCenter.
Berichtengeparkeerderegeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreengeparkeerde regeneratievraagt,wordendevolgendemeldingen weergegeveninhetInfoCenter:
MotorwaarschuwingSPN3720,FMI16
g362746
g213863
Figuur34
Figuur33
Opmerking:Wanneerresetregeneratievoltooidis,
verdwijnthetpictogramhogeuitlaattemperatuur vanhetschermvanhetInfoCenter.
MELDINGNR.188Geparkeerderegeneratievereist
Opmerking:Meldingnr.188verschijntomde
15minuten.
g224395
g224397
Figuur35
Berichtenherstelregeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreengeparkeerde regeneratievraagt,wordendevolgendemeldingen weergegeveninhetInfoCenter:
MotorwaarschuwingSPN3719,FMI0
RaadpleegdeOnderhoudshandleidingofuwerkende servicedealervoormeerinformatie.
g213867
Figuur36
36
OnbeschikbareoptiesDPF-status
Alsdecomputervandemotoreengeparkeerde
regeneratievraagtofbezigismetdeverwerking vaneengeparkeerderegeneratie,wordtde optiePARKEDREGENvergrendeldenhet vergrendelingspictogramverschijntophetscherm.
Figuur37
Alsdecomputervandemotoreen
herstelregeneratievraagtofbezigismet deverwerkingvaneenherstelregeneratie,wordt deoptieRECOVERYREGENvergrendeldenhet vergrendelingspictogramverschijntophetscherm.
stationairetoerentalverhoogtofdeparkeerrem vrijzet.
g224625
Figuur38
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie uitvoeren
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C). Heteuitlaatgassenkunnenuofanderenletsel toebrengen.
Laatdemotornooitdraaienineen afgeslotenruimte.
Zorgdaterzichgeenontvlambare materialenindebuurtvanhet uitlaatsysteembevinden.
Raakonderdelenvaneenheet uitlaatsysteemnooitaan.
Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande machinestaan.
g224628
Belangrijk:Decomputervandemachine
annuleertdeDPF-regeneratiealsuhetlaag
37
1.Zorgdatdemachineminstensdeaanbevolen hoeveelheidbrandstofindetankheeftvoorhet typeregeneratiedatuwenstuittevoeren:
Geparkeerderegeneratie:brandstoftank
1/4vol
Herstelregeneratie:brandstoftank1/2vol
8.DrukinhetschermINITIA TEDPFREGENopde rechterknopomverdertegaan.
2.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond, opeenplaatsbuiten,uitdebuurtvanbrandbare materialen.
3.Schakeldeparkeerreminenlaatdearmenvan deladerzakken.
4.ZetgashendeloplaagSTATIONAIR.
5.ScrollinhetmenuDPFRegenerationnaar PARKEDREGENST ARTofRECOVERYREGEN START.Drukopderechterknopomde regeneratietestarten.
Figuur39
6.Wanneerudaaromwordtgevraagd,controleert uofhetbrandstofpeilvoldoendeis,zoals aangegeveninstap1.Drukopderechterknop omverdertegaan.
g224630
Figuur42
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
9.HetInfoCentertoontdeboodschapINITIATING DPFREGEN.
g227681
Figuur43
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
g362809
10.HetInfoCentertoonthoelangderegeneratie zalduren.
Eengeparkeerderegeneratieduurttot
30minuten.
Eenherstelregeneratieduurttot3uur.
Opmerking:ZieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieannuleren(bladz.39)alsu
deregeneratiemoetannulerennadatdezeis gestart.
Figuur40
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
7.ControleerinhetschermDPFchecklist ofdeparkeerremingeschakeldisenhet motortoerentaloplaagstationairstaat.Drukop derechterknopomverdertegaan.
Figuur41
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
g227678
g224406
g224416
Figuur44
g227679
38
11.Decomputervandemotorcontroleertde motorstatusenfoutinformatie.HetInfoCenter kandevolgendemeldingenweergeven:
BerichtRemedie
Verlaathetmenu regeneratieenlaat demachinelopentot ermeerdan50uur verstrekenissindsde vorigeregeneratie;zieTijd
sindsvorigeregeneratie (bladz.33).
Losdemotorfoutop enprobeernogmaals DPF-regeneratieuitte voeren.
Startdemotorenlaatdeze lopen.
13.Wanneerdecomputervandemotoreen geparkeerdeofherstelregeneratievoltooid heeft,verschijntMELDINGNR.183ophet InfoCenter.Alsderegeneratienietvoltooid kanworden,geefthetInfoCenterMELDING
NR.184weer.Drukopdelinkerknopomhet
hoofdschermteverlaten.
g362807
Figuur45
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie annuleren
Laatdemotorlopentotde koelvloeistoftemperatuur 60°Cbedraagt.
Veranderhet motortoerentalnaarlaag stationair.
Loshetprobleemmetde computervandemotor openprobeernogmaals DPF-regeneratieuitte voeren.
12.HethoofdschermvanhetInfoCenterverschijnt
enhetpictogramregeneratieaanvaard verschijntrechtsonderaanhetschermterwijlde regeneratiebezigis.
Opmerking:T erwijldeDPF-regeneratiebezig
is,wordthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
1.ScrollinhetmenuDPFRegenerationnaar PARKEDREGENCANCELofRECOVERYREGEN CANCEL.
g362918
Figuur46
2.Drukopderechterknopomderegeneratiete annuleren.
weergegeveninhetInfoCenter.
39
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig),
laatdearmenvandeladerneer,zetdemotor uit,verwijderhetsleuteltje,wachttotdatalle bewegendedelentotstilstandzijngekomenen laatdemachineafkoelenvoordatudezeafstelt, reinigt,staltofonderhouduitvoert.
Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotor ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen brandstofop.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig vastzit.
Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruik
heetkunnenworden.Laatdezeeerstafkoelen voordatudemachineafsteltoferonderhouds-of reparatiewerkzaamhedenopuitvoert.
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Eendefectemachine verplaatsen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenof
trekkenzonderdatueerstdesleepkleppenhebt geopend,omdatandershethydraulischesysteem beschadigdraakt.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
2.Verwijderdeondersteplaat;zieDeonderste
plaatverwijderen(bladz.48).
3.Verwijderdedopvoorelkeaandrijfmotor.
Eenvastzittendemachine uitdemodderhalen
Alsdemachinevastkomttezitten(bv.inmodderige omstandigheden),trektudemachineterugineen stabielepositiedoorgelijktijdigbeidehefpunten vooraanofbeideachterstebevestigingspuntente gebruiken.
Belangrijk:Gebruikdevoorstebevestigingspun-
tennietomdemachinetetrekken.
g362932
Figuur48
1.Dopvanaandrijfmotor
4.Smeereenring(M12)aanbeidekanteninmet olie.
5.Schroefeenmoer(M12)opeenschroef(M12) enmonteervervolgensdeschroefdoordering enhetbypassgereedschapinderemzuiger. Niettevastdraaien.
1.Hefpuntenvooraan
Figuur47
g371330
2.Achterste bevestigingspunten
1.Bypassgereedschap3.Moer
2.Ring
40
Figuur49
4.Schroef
g370287
6.Draaidemoervastomderemvrijtezetten.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte. Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten inzakeaanhangersendebevestigingvanmachines.
Figuur50
7.Verwijderdevoorstekap;Devoorstekap
verwijderen(bladz.48).
8.Draaidesleepkleppenonderdehydraulische pompentweekeerlinksom.
Figuur51
1.Sleepklep
9.Sleepdemachinezoalsvereist.Maakhierbij gebruikvandepuntendiewordenomschreven inEenvastzittendemachineuitdemodder
halen(bladz.40).
g370392
WAARSCHUWING
Deelnameaanhetwegverkeerzonder richtingaanwijzers,verlichting,reectoren ofeenbordmetdeaanduiding'Langzaam rijdendvoertuig'isgevaarlijkenkanleidentot ongelukkendielichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerselecteren
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken(Figuur52).
Gebruikuitsluitendoprijplatenoverde
g362931
volledigebreedte.
Zorgervoordatdeoprijplaatminstens 4keerzolangisalsdeafstandvande aanhangwagenofdelaadbaktotdegrond. Hierdoorisdehoekdiedeoprijplaatmaakt nietgroterdan15gradenopeenvlakke ondergrond.
10.Nadatudemachinehebthersteld,moetude sleepkleppensluitenvoordatudemachine gebruikt.
11.Monteerdevoorstekap.
12.Verwijderhetbevestigingsmateriaalenhet bypassgereedschapvanelkeaandrijfmotoren monteerdedop.
13.Plaatsdeondersteplaat.
41
Figuur52
1.Oprijplaat/-platenover volledigebreedtein opslagpositie
2.Deoprijplaatisminstens4 keerzolangalsdeafstand vandeaanhangwagenof delaadbaktotdegrond
3.H=Afstandvande aanhangeroflaadbaktot degrond
4.Aanhanger
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagenofwordt uitgeladen,wordtdekansvergrootdatde machinekantelt.Ditkanernstiglichamelijk letselofdedoodveroorzaken.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen machineeenoprijplaatop-/afrijdt.
Laaddemachineinenuitmetdezwaarste kantnaardebovenstezijdevande oprijplaatgericht.
Umagnietabruptversnellenofvertragen alsudemachineeenoprijplaatop-of
g229507
afrijdt,omdatandersdemachinekan kantelenofudecontroleoverdemachine kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,moetudeze danaanhetsleepvoertuigbevestigenende veiligheidskettingenaansluiten.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenvande aanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
4.Brengdearmenvandeladeromlaag.
5.Laaddemachineopdeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit.
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanvoorwaartsopdeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan achteruitopdeoprijplaat.
Figuur53
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machinevooruitopde oprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machineachteruitopde oprijplaat/-platen.
6.Laatdearmenvandeladervolledigzakken.
7.Steldeparkeerreminwerking,zetdemotoraf enverwijderhetcontactsleuteltje.
42
g204457
8.Gebruikdemetalenbindogenopdemachine omdemachinegoedtebevestigenopde aanhangwagenofdevrachtwagenmetbanden, kettingen,kabelsoftouwen.Raadpleegde lokalevoorschrifteninzakehetvastbindenvan demachine.
Belangrijk:Gebruikdebindogennietom
demachinetetillen.
Figuur54
Demachineomhoogbren­gen
Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigenen brengdemachineomhoogmetbehulpvande4 hefpunten.
Overschrijdeenhoekvan30gradennietwanneer udemachineomhoogbrengt;gebruikdeminimale kettinglengtesdiehieronderzijnaangegeven.
g318338
1.Bindogen
Demachineuitladen
1.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
2.Rijdemachinevandeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit.
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanachteruitvandeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan vooruitvandeoprijplaat.
g375790
Figuur56
1.Kettinglengtevoorachterstehefpunt(2)–143,0cm
2.Kettinglengtevoorvoorstehefpunt(2)–223,2cm
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machineachteruitvan deoprijplaat/-platen.
g204458
Figuur55
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machinevooruitvande oprijplaat/-platen.
43
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidbijonderhoud
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande machine.
Parkeerdemachineopeenegaleondergrond,
schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuig omlaag,steldeparkeerrem(indienaanwezig) inwerking,zetdemotoruitenverwijderhet sleuteltje.Wachttotdatallebewegendedelentot stilstandzijngekomenenlaatdemachineafkoelen voordatudezeafstelt,reinigt,staltofrepareert.
Veeggemorsteolieenbrandstofop.
Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructiesnooitonderhoudswerkzaamhedenaan demachineuitvoeren.
Plaatsdeonderdelenopkriksteunenindiendit
nodigis.
Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie;zieHydraulischedrukaaten
(bladz.67).
Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieDe
Aanbevolenonderhoudsschema
accu-ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.
56).
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde machinenietafterwijldemotorloopt.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig vastzit.Vervangversletenofbeschadigdestickers.
Knoeinietmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Werktuigenkunneninvloedhebbenopdestabiliteit
endebedieningvandemachine.
Gebruikalleenoriginelereserveonderdelenvan
Toro.
Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamhe-
dennodigisdatdeladerarmenomhoogstaan,kunt udearmenindeopgehevenstandvergrendelen metdehydraulischecilindervergrendeling(en).
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Demachinesmeren.(onmiddellijknaelkewasbeurt).
•Controleerdeonderhoudsindicatorvanhetluchtlter.
•Controleerhetmotoroliepeil.
•Reinigderupsbandenencontroleeropovermatigeslijtageenganaofzedejuiste spanninghebben.
•Verwijderdagelijksvuilvanhetscherm,deoliekoelerendevoorzijdevande radiateur.Doeditvakerinstofgeenvuileomstandigheden.
•Hetradiateurschermcontrolerenenreinigen
•Controleerhetkoelvloeistofpeilindeexpansietank.
•Verwijdervuilvandemachine.
•Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
•Deinstelschroevenvandearmenvandeladervastdraaien.
44
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Verwijderwaterenandervuiluitdewaterafscheider.
•Controleerdeconditievandeaccu.
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Verwijderhetluchtlterdekselenverwijderhetvuil.(Verwijderhetvuilvakeralsde machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden.)
•Controleerdeslangenvanhetkoelsysteem.
•Deriemspanningvandewisselstroomdynamocontroleren.
•Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen, kinken,loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenalsgevolgvanweersinvloeden endeinwerkingvanchemicaliën.
•Controleeroferaangekoektvuilophetchassiszit.(Vakerinvuileomstandigheden.)
•Spanningvanderiemvandewisselstroomdynamo/ventilatorcontroleren.
Omde250bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
Omde1000bedrijfsuren
Omde1500bedrijfsuren
Omde3000bedrijfsuren
Jaarlijksofvóórstalling
Omde2jaar
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Controleerdebrandstoeidingenenaansluitingenopslijtage,beschadigingenof loszittendeverbindingen.
•Verversdehydraulischeolieenvervangdelters(alsugeenT orovloeistofgebruikt).
•Luchtlteronderhoudsbeurtgeven.(Geefhetluchtltervakereenonderhoudsbeurt inzeerstofgeofvuileomstandigheden.)
•Filtervanwaterafscheidervervangen.
•Brandstofaftappenuitdebrandstoftank(s)endezereinigen—alleendooreen erkendeservicedealer.
•Deriemvandewisselstroomdynamo/ventilatorvervangen(raadpleegde Gebruikershandleidingvandemotorvoorinstructies).
•Motorkoelvloeistofverversen.
•Verversdehydraulischeolieenvervangdelters(alsuT orovloeistofgebruikt).
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
•Demonteer,reinigenmonteerhetroetltervanhetDPFofalsmotorfoutSPN3251
FMI0,SPN3720FMI0,ofSPN3720FMI16ophetInfoCenterverschijnt.
•Despanningvanderupsbandencontrolerenenopdejuistespanningbrengen.
•Beschadigdelakbijwerken.
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
45
Procedures voorafgaandeaan onderhoud
Decilindervergrendelingen gebruiken
WAARSCHUWING
Alsdearmenvandeladerindeopgeheven standstaan,kunnendezeomlaagkomen waardooriemanddieeronderstaatbekneld kanraken.
Plaatsdecilindervergrendeling(en)voordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertwaarbij dearmenvandeladeromhoogmoetenstaan.
5.Schuifdecilindervergrendelingoverde hefcilinderstang.
g267536
Figuur58
1.Cilindervergrendeling3.Pen(2)
2.Stangvanhefcilinder
Cilindervergrendelingen aanbrengen
1.Verwijderhetwerktuig.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Draaideknoploswaarmeedecilindervergren­delingaandearmvandeladerisbevestigd.
Figuur57
1.Pen3.Handknop
2.Cilindervergrendeling
6.Herhaalstap4en5voordeanderekantvan demachine.
7.Brenglangzaamdearmenvandeladeromlaag totdatdecilindervergrendelingencontactmaken metdecilinderbehuizingenendeuiteindenvan destang.
8.Bevestigdevergrendelingvandeklepvande lader;zieVergrendelingvanklepvanlader
(bladz.15)
g359013
46
Decilindervergrendelingen verwijderenenopslaan
Belangrijk:Verwijderdecilindervergrendelingen
vandestangenenvergrendelzevollediginde opslagstandvoordatudemachinebedient.
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Verwijderdepennenwaarmeede cilindervergrendelingenzijnbevestigd.
Toegangkrijgentot inwendigeonderdelen
WAARSCHUWING
Alsudeksels,kappenofschermenopenmaakt terwijldemotordraait,kuntuincontact komenmetbewegendeonderdelenendaarbij ernstigletseloplopen.
Voordatueendeksel,kapofschermopent: zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeuithet contactenlaatdemotorafkoelen.
5.Verwijderdecilindervergrendelingenvande hefcilinderstangen.
6.Plaatsdepennenindevergrendelingen.
7.Plaatsdecilindervergrendelingenopdearmen vandelader,metdepenringenonderde vergrendelingen,enbevestigelkevergrendeling metdehandknop.
Figuur59
1.Pen3.Handknop
2.Cilindervergrendeling
Motorkapopenen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Ontgrendeldemotorkapmetde vergrendelsleutelendrukopdeknopom devergrendelingvrijtezetten.
g359013
8.Brengdearmenvandeladeromlaag.
g362359
Figuur60
4.Opendemotorkap
Demotorkapsluiten
1.Laatdemotorkapzakken.
2.Drukdevergrendelingnaarbenedenomde motorkaptebevestigen.
3.Vergrendeldemotorkapmetde vergrendelsleutel.
47
Deachterstekapverwijderen
Deondersteplaatverwijderen
1.Verwijderde2boutenwaarmeedebovenkant vandeachterstekapisbevestigd.
Figuur61
2.Tildekapuitdesleuvenindebeugelvande radiateur.
1.Verwijderde2boutenwaarmeedeonderste plaatisbevestigd.
g359291
Figuur63
2.Verwijderdeondersteplaat.
g359278
Devoorstekapverwijderen
1.Brengdelaadarmenomhoogenbevestigze metdecilindervergrendelingen.
2.Maakde2boutenloswaarmeedevoorstekap aandemachineisbevestigd.
Figuur62
g359302
Figuur64
1.Voorstekap
2.Bout(2)
3.Schuifdekapvandemachine.
4.Wanneerudekapmonteert,draaitudebouten
g359279
vastmeteentorsievan41N·m
48
Devoorstekapverwijderen
1.Brengdelaadarmenomhoogenbevestigze metdecilindervergrendelingen.
2.Opendemotorkap.
3.Verwijderde4boutenwaarmeedekapis bevestigdaandemachine.
Figuur65
Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
(onmiddellijknaelkewasbeurt).
Typevet:vetvooralgemenedoeleinden.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
g363210
4.Verwijderdekap.
Zijschermenverwijderen
1.Opendemotorkap.
2.Schuifhetschermuitdevoorsteenachterste sleuven.
Figuur66
g359308
Figuur67
4.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel.
5.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbij delagersnaarbuitenkomt(ongeveer3maal pompen).
g363164
6.Overtolligvetwegvegen.
1.Zijscherm
49
Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
Verandernooitdestandvandetoerenregelaar
vandemotorenlaatdemotorniettesneldraaien.
Houduwhanden,voeten,gezicht,andere
lichaamsdelenenkledinguitdebuurtvande geluiddemperenandereheteoppervlakken.
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde onderhoudsindicatorvanhet luchtlter.
Omde100bedrijfsuren—Verwijderhet luchtlterdekselenverwijderhetvuil.(Verwijder hetvuilvakeralsdemachinewordtgebruiktin stofgeofvuileomstandigheden.)
Omde500bedrijfsuren—Luchtlter onderhoudsbeurtgeven.(Geefhetluchtlter vakereenonderhoudsbeurtinzeerstofgeof vuileomstandigheden.)
Figuur68
1.Luchtlterbehuizing
2.Pakking
3.Veiligheidselement6.Rubberenuitlaatklep
7.Zorgervoordathetdekselgoedvastzitende luchtlterbehuizinghelemaalafsluit.
4.Filter
5.Luchtlterdeksel
Onderhoudvanhetluchtlter
Opmerking:Alsdeschuimrubberenpakkinginhet
dekselisbeschadigd,moetuditvervangen.
Belangrijk:Gebruikgeenpersluchtonderhoge
druk,omdathierdoorvuilviahetlterinhet inlaatkanaalkanwordengeblazen.
Belangrijk:Reinignooiteengebruiktlteromdat
ditkanleidentotbeschadigingvandeltermedia.
Belangrijk:Eenbeschadigdltermagniet
wordengebruikt.
g332364
Luchtltercontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Opendemotorkap.
4.Controleerdeluchtlterbehuizingop beschadigingendieeenluchtlekzoudenkunnen veroorzaken.
Vervangeenbeschadigdeluchtlterbehuizing.
5.Controleerhetluchtinlaatsysteemoplekken, beschadigingoflosseslangklemmen.
6.Geefhetluchtlterenhetveiligheidselement eenonderhoudsbeurtwanneeruwordt gewaarschuwd.
Belangrijk:Geefhetluchtlterniettevaak
eenonderhoudsbeurt.
Belangrijk:Druknietophetexibelemiddenvan
hetlter.
50
Carterinhoud:6,6litermetlter
Verkieslijkemotorolie:T oroPremiummotorolie
Indienueenandereoliegebruikt,gebruikdan hoogwaardigemotoroliemetlaagasgehaltedie minstensvoldoetaandevolgendespecicaties:
APIonderhoudsclassicatieCJ-4ofhoger
ACEAonderhoudsclassicatieE6
JASOonderhoudsclassicatieDH-2
Belangrijk:Gebruikvanandereoliedan
API-classicatieCJ-4ofhoger,ACEAE6,ofJASO DH-2kanhetdieselpartikellterdoenverstoppen ofdemotorbeschadigen.
Gebruikmotoroliemetdevolgendeviscositeit:
SAE10W-30of5W-30(vooralletemperaturen)
SAE15W-40(boven0°F)
Opmerking:Vraaguwerkendeservicedealerom
ToroPremiummotorolie.
Figuur69
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet motoroliepeil.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Verversde motorolieenvervanghetlter.
Omde250bedrijfsuren—Verversdemotorolie envervanghetlter.
Hetmotoroliepeilcontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Verwijderhetlinkerzijscherm.
5.Maakschoonronddeoliepeilstokende olievuldop.
g031807
g361061
Figuur70
1.Olievuldop2.Oliepeilstok
Motorolietype
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet olie;hetoliepeilmoetechterwordengecontroleerd voor-ennadatdemotorvoordeeerstekeerisgestart.
6.Controleerhetoliepeilenvulindiennodigbij metolie.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhet
carter;alshetoliepeilinhetcartertehoogis
51
enulaatdemotortochdraaien,kuntudeze beschadigen.
Motorolieverversenenlter vervangen
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterworden
afgetapt.
3.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
4.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde cilindervergrendelingenaan.
5.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
6.T apdeolieafonderhetplatform.
VOORZICHTIG
Deonderdelenkunnenheetzijnals demachineheeftgewerkt.Ukunt zichverbrandenalsuheteonderdelen aanraakt.
7.Sluitdemotorkap.
Figuur71
g264959
Zorgdatugeenheteonderdelenaanraakt wanneerudeolieen/ofhetltervervangt.
52
g361063
Figuur72
7.Draaideaftapplugvastmeteentorsievan46 tot56N·m.
8.Opendemotorkap.
9.Verwijderhetlinkerscherm;zieZijschermen
verwijderen(bladz.49).
10.Plaatseenondiepeopvangbakofeendoek onderhetlteromolieoptevangen.
11.Vervanghetolielter.
g360882
Figuur73
g031261
12.Verwijderdeolievuldopengietlangzaam ongeveer80%vandegespeciceerde hoeveelheidolieinhetklepdeksel.
13.Controleerhetoliepeil.
14.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde bovensteopeningopdepeilstokbereikt.
15.Plaatsdevuldopterug.
16.Monteerhetlinkerscherm.
17.Sluitdemotorkap.
53
Onderhoudvande
Onderhoud
dieseloxidatiekatalysator (DOC)enhetroetlter
Onderhoudsinterval:Omde3000bedrijfsurenof
alsmotorfoutSPN3251FMI0,SPN 3720FMI0,ofSPN3720FMI16op hetInfoCenterverschijnt.
AlsmotorfoutCHECKENGINESPN3251FMI0,CHECK
ENGINESPN3720FMI0,ofCHECKENGINESPN3720FMI
16ophetInfoCenterverschijnt,maakhetroetlter danschoonzoalshieronderbeschreven:
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschade veroorzaken.
RaadpleegBrandstofveiligheid(bladz.
21)vooreenvolledigelijstvan
brandstofgerelateerdevoorzorgen.
Waterafscheideraftappen
g214715
g213864
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
Figuur74
1.Ziehethoofdstukoverdemotorinde Onderhoudshandleidingvoorinformatie overdedemontageenmontagevande dieseloxidatiekatalysator(DOC)enroetltervan hetDPF .
2.Neemcontactopmetuwerkendeservicedealer voorvervangingsonderdelenofonderhoud vandedieseloxidatiekatalysator(DOC)enhet roetlter.
3.Neemcontactopmetuwerkendeservicedealer vooreenresetvandeECUvandemotorna montagevaneenschoonDPF .
3.Plaatseenopvangbakonderdewaterafscheider.
g213863
g361075
Figuur75
1.Waterafscheider2.Aftapventiel
4.Draaihetaftapventielaandeonderzijdevande lterbuslosenlaathetwaterweglopen.
5.Maakhetaftapventielvast.
54
Filtervanwaterafscheider
Brandstoeidingenen
vervangen
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Verwijderdeachterstekap;zieDeachterstekap
verwijderen(bladz.48).
4.Reinighetgebiedwaardewaterafscheider wordtbevestigd.
aansluitingencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
Inspecteerdebrandstoeidingenenaansluitingenop slijtage,beschadigingenofloszittendeverbindingen. Draaieventuelelosseaansluitingenvastenneem contactopmeteenerkendeservicedealervoorhulp bijhetherstellenvanbeschadigdebrandstoeidingen.
Figuur76
1.Waterafscheider
5.Verwijderdelterbusenreinigdeplaatswaar dezewordtgemonteerd
6.Smeerschoneolieopdepakkingvandenieuwe lterbus.
7.Vuldebusmetbrandstof.
8.Monteerdelterbusmetdehandtotdatde pakkingcontactmaaktendraaidezevervolgens nogeenhalveslagverder.
9.Monteerdeachterstekap.
g361076
55
Hetbrandstofsysteem
Onderhoudelektrisch
ontluchten
Umoethetbrandstofsysteemontluchtenvoordatude motorstart,indienzichéénvandevolgendesituaties heeftvoorgedaan:
Eerstekeerstartenvaneennieuwemachine
Demotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
Erisonderhouduitgevoerdoponderdelenvan
hetbrandstofsysteem(erisbijvoorbeeldeenlter vervangen).
1.DraaihetsleuteltjenaardestandLOPEN.
2.Laatdebrandstofpomp2minutendraaien voordatudemachinestart.
Brandstofaftappenuitde brandstoftank(s)
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren
Laateenerkendeservicedealerbrandstofaftappenuit debrandstoftank(s)endezereinigen.
systeem
Veiligheidvanhet elektrischsysteem
Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieDe
accu-ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.
56).
Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding engebruikgeïsoleerdgereedschap.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwonden
veroorzaken.Voorkomcontactmetdehuid,ogen enkleding.Beschermuwgezicht,ogenenkleding alsuwerkzaamhedenverrichtaandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
Deaccu-ontkoppelings­schakelaargebruiken
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Opendemotorkap.
4.Zetdeaccu-ontkoppelingsschakelaarinde standAANofUITomdeonderstaandeactiesuit tevoeren:
Omdemachineelektrischopteladen,
draaitudeaccu-ontkoppelingsschakelaar rechtsomnaardestandAAN.
Omdemachineelektrischteontladen,draait
udeaccu-ontkoppelingsschakelaarlinksom naardestandUIT.
56
Figuur77
g361175
1.Accu-ontkoppelingsscha­kelaar:standUIT
2.Accu-ontkoppelingsscha­kelaar:standAAN
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Controleerdeconditie vandeaccu.
Deaccuverwijderen
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden, kanditschadeaandemachineendekabels totgevolghebbenenvonkenveroorzaken. Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng komen,waardoorlichamelijkletselkan ontstaan.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
3.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde cilindervergrendelingenaan.
4.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
5.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.49).
6.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool. Bewaardebevestigingsmiddelen.
Figuur78
1.Pluskabel4.Minkabel
2.Vleugelmoerenstang(2)
3.Beugel
7.Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel (rood).
8.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool. Bewaardebevestigingsmiddelen.
9.Verwijderdevleugelmoeren,stangenenband.
10.Deaccuverwijderen.
5.Accu
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij deaccukomen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265).Dit isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvandemachine;raadpleeg
Deaccuverwijderen(bladz.57).
2.Laaddeaccu4tot8uuropbij3tot4A.De accunietoverladen.
g361207
57
Figuur79
1.Pluspoolvandeaccu
2.Minpoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
4.Zwarte(–)oplaadkabel
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt udeacculaderuithetstopcontactenmaakt uvervolgensdeoplaadkabelslosvande accuklemmen.
Deaccureinigen
Opmerking:Zorgervoordatdeaccuklemmenen
degeheleaccubehuizingschoonzijnomdateenvuile acculangzaamstroomafgeeft.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Haaldeaccuuitdemachine;Deaccu
g003792
verwijderen(bladz.57).
4.Wasdeheleaccubakmeteenoplossingvan natriumbicarbonaatenwater.
5.Spoeldeaccumetschoonwater.
6.SmeereendunlaagjeGrafo112X-vet(T oro onderdeelnr.505-47)ofvaselineopde accupolenendekabelklemmenomcorrosiete voorkomen.
7.Monteerdeaccu;zieAccumonteren(bladz.
59).
58
Accumonteren
Demachinestartenmet
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden, kanditschadeaandemachineendekabels totgevolghebbenenvonkenveroorzaken. Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng komen,waardoorlichamelijkletselkan ontstaan.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
1.Plaatsdeaccuopdeaccubakenbevestighem metdeband,vleugelmoerenenstangen.
startkabel
WAARSCHUWING
Deaccustartenmeteenstartkabelkangassen producerendietotontplofngkunnenkomen.
Rooknietindebuurtvandeaccuenzorg ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij deaccukomen.
1.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.48).
2.Controleerdeaccupolenoproestvormingen verwijderroestvoordatudemachinestartmet eenstartkabel.Zorgdatdeverbindingenstevig vastzitten.
VOORZICHTIG
Roestenlosseverbindingenkunnen opomhetevenwelkmomentvande startprocedureongewensteelektrische spanningspiekenveroorzaken.
Figuur80
1.Pluskabel4.Minkabel
2.Vleugelmoerenstang(2)
3.Beugel
2.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid­delenomdepluskabel(rood)opdepluspool(+) vandeaccuaantesluiten.
3.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop depluspoolvandeaccu.
4.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid­delenomdeminkabel(zwart)opdeminpool(–) vandeaccuaantesluiten.
5.Monteerdevoorstekap.
5.Accu
Onderhoudvaneenreserveaccu
Deoorspronkelijkeaccuheeftgeenonderhoudnodig. Raadpleegvoorhetonderhoudvaneenreserveaccu deinstructiesvandefabrikant.
Gebruikgeenstartkabelsalsde accupolenloszittenofverroestzijn;dit
g361207
kanschadeaandemotorveroorzaken.
GEVAAR
Startkabelsgebruikenopeenzwakke accudiegebrokenofbevrorenis, ofdieeenlaagaccuzuurpeilofeen open/kortgeslotenaccucelheeft,kantot ontplofngenernstigpersoonlijkletsel leiden.
Gebruikgeenstartkabelsopeenzwakke accudiezulkeeigenschappenvertoont.
3.Gebruikalsstartaccueengoede,volledig opgeladenloodzuuraccumeteenspanningvan minstens12,6V.
Opmerking:Gebruikkortestartkabelsvande
juistegrootteomhetspanningsverliestussen desystementebeperken.Zorgervoordat dekabelsvoorzienzijnvaneenkleurcodeof markeringvoordejuistepolariteit.
59
WAARSCHUWING
Accu'sbevattenzuurenproduceren ontvlambaregassen.
Beschermteallentijdeuwogenen gezichtvoordeaccu's.
Leunnietoverdeaccu's.
Opmerking:Zorgervoordatdevuldoppen
stevigvastzittenenhorizontaalzijn.Indien vochtigedoekenvoorhandenzijn,legtudeze overdevuldoppenvandeaccu's.Zorgerook voordatdemachineselkaarnietraken,datde beideelektrischesystemenuitgeschakeldzijn endatzehetzelfdenominalevoltagehebben. Dezeinstructiesgeldenalleenvoornegatief geaardesystemen.
4.Koppeldepluskabel(+)aanopdepluspool(+) vandeontladenaccudieverbondenismetde starterofdesolenoïde;zieFiguur81.
10.Monteerdevoorstekap.
Figuur81
1.Pluskabel(+)vande
ontladenaccu
2.Pluskabel(+)vande
startaccu
3.Minkabel(-)vande
startaccu
4.Minkabel(-)vanhet
motorblok
5.Startaccu
6.Ontladenaccu
7.Motorblok
5.Sluithetandereuiteindevandeplus(+)vande startkabelaanopdepluspoolvandeaccuinde anderemachine.
6.Sluitheteneuiteindevandemin(-)vande startkabelaanopdeminpoolvandeaccuinde anderemachine.
7.Sluithetandereuiteindevandemin(-)vande startkabelaanopeenaardingspunt,zoalseen ongeverfdeboutofeendeelvanhetchassis.
8.Startdemotorvandeanderemachine.Laat demotoreenaantalminutendraaienenstart vervolgensdetweedemotor.
9.Koppeldekabelsindeomgekeerdevolgorde los.
g012785
60
Onderhoudvandezekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvanzekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud.Alsereen zekeringisdoorgebrand,moetuechterhetonderdeelofcircuitcontrolerenopdefectenofkortsluiting.
Figuur82
Zekeringen
g362178
1234
HendelVoedingwerktuigAccessoireVoedingT ec
AXX
(5A)(20A)(10A)(7,5A)
BXXXX
C
DXXX
EXXX
XXXX
5
TDM2002AutoLevelVoedingTec
(10A)(10A)(7,5A)
TelematicaVoedingTec
(10A)
(Relais)(Relais)(Relais)
6
7
XX
89101112
(7,5A)
Opmerking:Alsdemachinenietstart,kandezekeringvanhethoofdcircuitofdezekeringvanhet
bedieningspaneel/relaiszijndoorgebrand.
Claxon
(10A)
Lichten/USB
(15A)
Voedingsysteem
(15A)
61
Onderhoud aandrijfsysteem
Onderhoudvande rupsbanden
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8
bedrijfsuren—Controleerde spanningvanderupsbandenen brengzeopdejuistespanning.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Controleerde spanningvanderupsbandenenbrengzeop dejuistespanning.
Omde50bedrijfsuren—Controleerdespanning vanderupsbandenenbrengzeopdejuiste spanning.
Figuur83
1.Sectionele tandwielaandrijving
2.Achterwiel5.Voorwiel
3.Wegwiel(4)
g361234
4.Rupsband
Bijelkgebruikofdagelijks—Reinigde rupsbandenencontroleeropovermatige slijtageenganaofzedejuistespanning hebben.
Derupsbandenreinigen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
2.Laatdegemonteerde,naarbenedengerichte bakindegrondzakkenzodatdevoorzijdevan detractie-eenheideenpaarcentimetervande grondkomt.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Gebruikeenwaterslangofeenhogedrukreiniger omderupsbandentereinigen.
Belangrijk:Gebruikalleenwaterdruk
voorhetreinigenvanderupsbanden.De restvandetractie-eenheidmagnietmet eenhogedrukreinigerbehandeldworden. Gebruikgeenhogedrukreinigingtussende tandwielaandrijvingendetractie-eenheidomdat demotorafdichtinghierdoorbeschadigdkan raken.Hogedrukreinigingkanhetelektrischeen hydraulischesysteembeschadigenofdesmering aantasten.
Belangrijk:Zorgervoordatudewegwielen,het
voorwiel,hetachterwielendetandwielaandrijving grondigreinigt.Dewegwielenmoetenvrijkunnen draaienalsdezeschoonzijn.
Despanningvanderupsbanden controlerenenafstellen
Hef/ondersteun1zijdevandemachineengebruikhet gewichtvanderupsbandomnategaanofderuimte tussendeonderkantvandelipvanhetwegwielen derupsband19mmbedraagt.Alsditniethetgeval is,steldandespanningvanderupsbandenafmet behulpvandevolgendeprocedure.
g361233
Figuur84
1.Wegwiel3.Rupsband
2.Openingvan19mm
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Brengdekantvandemachinedieuaanhet afstellenbentomhoogzodatderupsbandvan degrondis.
62
4.Draaideboutenlosopdeachterstekapen verwijderdekap.
Figuur85
Rupsbandenvervangen
Verwijderenvanderupsbanden
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlakenzorgerhierbijvoordatslechts1 tandwielhelftaangrijptopderupsband.
g363402
1.Achterstekap
2.Bout(2)
5.Draaidecontramoerlosendraaidespanschroef rechtsomtotdespelingvanderupsband19mm bedraagt.
Figuur86
1.Spanschroef2.Contramoer
6.Draaidecontramoervast.
7.Plaatsdekapenmaakdeboutenvast.
8.Herhaaldeprocedurevoordeandererupsband.
9.Rijdemachinenaareenhorizontaaloppervlak enparkeerdemachinedaar,steldeparkeerrem inwerking,schakeldemotoruitenverwijderhet sleuteltje.
10.Controleerofderupsband19mmdoorbuigt. Indiennodiginstellen.
g361326
Figuur87
1.Tandwielhelft
3.Brengdearmenvandeladeromlaag.
4.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
5.Krikdemachineopzodatdeonderkantvan
g363401
derupsbandzichminstens10,2cmvande grondbevindt.Ondersteundemachinemet assteunen.
Opmerking:Gebruiksteunenmetvoldoende
capaciteitvooruwmachine.
WAARSCHUWING
Hetkangebeurendateenmechanische ofhydraulischekrikeenmachineniet ondersteunt.Alsdemachinedanvalt, kanditernstigletselveroorzaken.
Plaatsdemachinealtijdopassteunen.
6.Draaideboutenlosopdeachterstekapen verwijderdekap.
63
1.Achterstekap
g363402
Figuur88
2.Bout(2)
7.Draaidecontramoerlosendraaiaande spanschroefomdespanningopteheffen.
Figuur89
1.Spanschroef2.Contramoer
8.Verwijderhetgedeeltevandetandwielaandrij­vingdatnietmetderupsbandisverbonden.
Belangrijk:Alsuditgedeeltenietverwijdert,
kanhetmoeilijkzijnomeennieuwerupsband teplaatsenzonderdezetebeschadigen.
12.Verwijderderupsbandvanhetrupsbandframe, deaandrijfspilendanhetvoorwiel.
Derupsbandplaatsen
1.Legdenieuwerupsbandrondhetvoorwiel.
g363401
g361328
Figuur92
1.Rupsband
2.Voorwiel4.Achterwiel
2.Duwderupsbandonderentussendewegwielen enleghemrondhetachterstewiel.
3.Startdemotorenzetdeparkeerremvrij.
3.Wegwiel(4)
Figuur90
1.Bout(5)2.Tandwielhelft
9.Startdemachineenzetdeparkeerremvrij.
10.Zetdetractiebedieningnaarvorentotdeandere helftvandetandwielaandrijvingnietaangrijpt opderupsband.
4.Beweegdetractiebedieningnaarvorentot detandwielaandrijvinghelftaangrijptopde rupsband.
g361327
g361324
Figuur93
5.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
Figuur91
11.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
g361325
64
6.Brengschroefdraadborgmiddelaanopde boutenvandetandwielaandrijvinghelftdieuhebt verwijderdenmonteerdeanderetandwielhelft. Draaideboutenvastmeteentorsievan80tot 99N·m.
Figuur94
1.Bout(5)2.Tandwielhelft
7.Steldespanschroefaftotderupsband19mm doorbuigt.
Onderhoudkoelsysteem
Veiligheidvanhet koelsysteem
Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenbereikvankinderenen huisdierenhouden.
Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige brandwondenoplopen.
–Laatdemotorminstens15minutenafkoelen
g361327
Onderhoudvanhet
voordatuderadiateurdopverwijdert.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom destoomtelatenontsnappen.
Figuur95
1.Spanschroef2.Contramoer
8.Draaidecontramoervast.
9.Plaatsdekapenmaakdeboutenvast.
10.Herhaaldeprocedureomdeandererupsband tevervangen.
11.Laatdemachineneeropdegrond.
12.Rijdemachinenaareenhorizontaaloppervlak enparkeerdemachinedaar,steldeparkeerrem inwerking,schakeldemotoruitenverwijderhet sleuteltje.
13.Verieerofdespanningvanderupsband correctis;zieDespanningvanderupsbanden
controlerenenafstellen(bladz.62).
koelsysteem
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Verwijderdagelijks vuilvanhetscherm,deoliekoeler endevoorzijdevanderadiateur.
g363401
Omde100bedrijfsuren—Controleerdeslangen vanhetkoelsysteem.
Radiateurschermreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderaangekoektgrasofandervuilmetperslucht vanhetradiateurscherm.
Doeditvakerinstofgeenvuile omstandigheden.
65
Hetkoelvloeistofpeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet koelvloeistofpeilindeexpansietank.
Onderhoudriemen
Deriemspanningvan
Hetkoelsysteembevateenmengselmeteen 50/50verhoudingvanwaterenpermanente ethyleenglycol-antivries.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaalvlak,laat deladerarmenzakken,steldeparkeerremin werkingenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenlaat demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Controleerhetkoelvloeistofpeilinde expansietank.
Opmerking:Hetkoelvloeistofpeilhoortopof
bovendemarkeringaandezijkantvandetank testaan.
dewisselstroomdynamo controleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Drukmeteenkrachtvan44Nhalverwege tussendepoeliesopderiem.
2.Alsdespelingnietcorrectis(10mm),moetu demontageboutenvandewisselstroomdynamo losdraaien.
Figuur96
1.Expansietank
2.Vol-markering
5.Alshetkoelvloeistofpeiltelaagis,verwijdertu dedopvandeexpansietankenvultudetank bijmeteenoplossingdiehalfuitwater,halfuit permanenteethyleenglycol-antivriesbestaat.
Belangrijk:Vuldeexpansietankniettevol.
6.Plaatsdedopweeropdeexpansietank.
Motorkoelvloeistof verversen
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren
Laatdemotorkoelvloeistofeenmaalperjaarverversen dooreenerkendeservicedealer.
g008932
Figuur97
g361339
1.Bevestigingsbout2.Wisselstroomdynamo
3.Vergrootofverkleindespanningvanderiem vandewisselstroomdynamo.
4.Draaidemontageboutenvast.
5.Controleernogmaalsdespelingvanderiemom zekervantezijndatdespanningcorrectis.
Alsermotorkoelvloeistofmoetwordenbijgevuld, raadpleegHetkoelvloeistofpeilcontroleren(bladz.
66).
66
Onderhoud
Onderhoudhydraulisch
bedieningsysteem
Debedieningsorganen afstellen
Debedieningsorganenwordenindefabriekafgesteld voordatdemachinewordtverzonden.Navele bedrijfsurenmoetuechtermogelijkdeuitlijning vandetractiebediening,deNEUTRAALSTANDvande tractiebedieningendesporingvandetractiebediening indestandvolledigvooruitopnieuwafstellen.
Neemcontactopmetuwerkendeservicedealerom debedieningsorganenvanuwmachineaftestellen.
systeem
Veiligheidvanhet hydraulischesysteem
Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid. Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren operatiefwordenverwijderddooreenarts.
Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle hydraulischeaansluitingenenttingsstevig vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische systeem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk hydraulischevloeistofontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Hydraulischedrukaaten
Omhydraulischedrukaftelatenterwijldemotor draait,moetudehulphydrauliekuitschakelenende armenvandeladervollediglatenzakkenenintrekken.
Omdedrukaftelatenterwijldemotoruitstaat, beweegtudejoystickeenpaarkeertussende voorwaartsepositiesomdearmenvandelader omlaagtebrengen.
Figuur98
g362371
67
Specicatieshydraulische vloeistof
Omde400bedrijfsuren—Verversde hydraulischeolieenvervangdelters(alsu geenT orovloeistofgebruikt).
Omde1000bedrijfsuren—Verversde hydraulischeolieenvervangdelters(alsu Torovloeistofgebruikt).
Capaciteithydraulischetank:34,8liter
Gebruikslechts1vandevolgendevloeistoffeninhet hydraulischesysteem:
ToroPremiumtransmissie-/hydraulische
tractorvloeistof(vraaguwerkendeservicedealer ommeerinformatie)
ToroPXExtendedLifehydraulischevloeistof
(vraaguwerkendeservicedealerommeer informatie)
AlsgeenvandebovenstaandeT orovloeistoffen
verkrijgbaaris,kuntueenandereUniversal TractorHydraulicFluid(UTHF)gebruiken,maar hetmaguitsluitendgaanomeenconventioneel, petroleumgebaseerdproduct.Despecicaties moetenbinnenhetvermeldebereikvallenvoor alleonderstaandemateriaaleigenschappenen devloeistofmoetvoldoenaandevermelde industriestandaarden.Vraaguwleveranciervan hydraulischevloeistofofdevloeistofvoldoetaan dezespecicaties.
15tot22lhydraulischevloeistof.Ukuntdeze kleurstofbestellenbijeenerkendeTorodealermet onderdeelnr.44-2500.
Opmerking:Toroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordt veroorzaaktdoorgebruikvanverkeerde vervangendevloeistoffen.Gebruikdaarom uitsluitendproductenvangerenommeerde fabrikantendiegarantstaanvoordedoorhen aanbevolenvloeistoffen.
Materiaaleigenschappen
cStbij40°C:55tot62 Viscositeit,ASTMD445
cStbij100°C:9,1tot9,8
Viscositeitsindex ASTMD2270
Stolpunt,ASTMD97-37tot-43°C
Industriestandaarden
APIGL-4,AGCOPoweruid821XL,FordNewHolland FNHA-2-C-201,00,KubotaUDT ,JohnDeereJ20C,Vickers 35VQ25enVolvoWB-101/BM
140tot152
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijn
bijnakleurloos,zodathetmoeilijkislekkages optesporen.Eriseenrodekleurstofvoorde vloeistofinhethydraulischsysteemverkrijgbaar inesjesvan20ml.Eénesjeisvoldoendevoor
68
Hetpeilvande hydraulischevloeistof controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruikaltijddejuistehydraulische
vloeistof.Vloeistoffenvooralgemeengebruik brengenschadetoeaanhethydraulische systeem.ZieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.68).
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Brengdebeugelomhoog.
g362074
Figuur100
Figuur99
1.Dopvanvulbuis
5.Maakschoonronddedopvandevulbuis.
6.Verwijderdedopvandevulbuisencontroleer hetvloeistofpeilopdepeilstok.
Opmerking:Hetvloeistofpeilmoettussende
markeringenopdepeilstokstaan.
g363235
69
7.Alshetpeiltelaagstaat,vultuvloeistofbijtot hetcorrectepeil.
8.Plaatsdevuldopterug.
9.Brengdebeugelomlaag.
Hydraulischelters
10.Controleerhetpeilvandevloeistofinde hydraulischetank;zieHetpeilvande
hydraulischevloeistofcontroleren(bladz.69),
envoegvloeistoftoetothetpeilopdemarkering opdepeilstokstaat.
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniettevol.
11.Monteerdevoorstekap.
vervangen
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatdithethydraulische systeemernstigkanbeschadigen.
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
3.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde cilindervergrendelingenaan.
4.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
5.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.48).
6.Plaatseenopvangbakonderhetlteren vervanghetlter.
12.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hydraulischevloeistof verversen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Plaatseengroteopvangbakgeschiktvoor 57literonderdeaftapplugopdehydraulische tank.
Figuur101
7.Neemgemorstevloeistofop.
8.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
9.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
g363374
Figuur102
1.Aftapplug
4.Verwijderdeaftapplugzodatdeolieinde opvangbakkanlopen.
5.Alsergeenoliemeernaarbuitenstroomt, plaatstudeaftapplugterugendraaituhemvast.
Opmerking:Geefdeoudeolieafbijeen
erkendinzamelcentrum.
g031621
6.Vuldehydraulischetankmethydraulische vloeistof;zieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.68).
7.Startdemotorenlaatdezeeenpaarminuten lopen.
8.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
70
9.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof envulindiennodigdetankbijmetvloeistof; raadpleegHetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren(bladz.69).
Onderhoudvandelader
Deinstelschroevenvan dearmenvandelader vastdraaien
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Controleerhetaandraaimomentwanneerdeonderste armenvandeladerrammelen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
3.Draaiopelkearmvandeladerdestelschroef vande4instelschroevenlos.
Figuur103
1.Instelschroef(4)
4.Draaideinstelschroevenaantot27N·m.
5.Controleerofdelengtevandeinstelschroeven dieuitdearmensteektvanlinksnaarrechts gelijkis.
6.Brengmiddelmatigsterkschroefdraadborgmid­delaanopdestelschroevenendraaizevasttot zedeinstelschroevenraken.
Belangrijk:Draaidestelschroevenniette
vast;anderskuntudeschroefdraadvande instelschroevenbeschadigen.
g362079
71
Reiniging
Vuilverwijderen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruiktterwijl
deschermenverstoptzijnen/ofdeuitlaatringen zijnverwijderd,kanditleidentotschadeaande motordooroververhitting.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond enlaatdeladerarmenzakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Verwijdervuilvanhetvoorschermende zijschermen.
5.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
6.Verwijdermeteenborstelofblazeraangekoekt vuilvandemotorenderibbenvandeoliekoeler.
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruikt
terwijldeschermenverstoptzijnen/ofde uitlaatringenzijnverwijderd,kanditleiden totschadeaandemotordooroververhitting.
7.Verwijdervuilvandeopeningvandemotorkap, degeluiddemper,dehitteschermenenhet radiateurscherm(indienvantoepassing).
8.Sluitdemotorkap.
Hetchassisreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleeroferaangekoekt vuilophetchassiszit.(Vakerin vuileomstandigheden.)
Naverloopvantijdzalervuilaankoekenophet chassisonderdemotor.Ditmoetwordenverwijderd. Opendemotorkapeninspecteerregelmatighet gebiedonderdemotormetbehulpvaneenzaklamp. Alsdelaagvuil2,5tot5cmdikis,moetuhetchassis schoonmaken.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond enlaatdearmenvandeladerzakken.
2.Tildevoorkantvandemachineopzodatde machinenaarachterenisgekanteld.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Verwijderdeondersteplaat;zieDeonderste
plaatverwijderen(bladz.48).
5.Verwijderdevoorstekap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.49).
6.Spuitwaterinhetchassisomhetvuilte verwijderen.
Opmerking:Hetwaterzaluitdeachterkant
vandemachinelopen.
Belangrijk:Spuitgeenwaterindemotor.
Demachineschoonmaken
Doehetvolgendewanneerudemachinereinigtmet eenhogedrukreiniger:
Draaggeschiktebeschermendeuitrustingvoorde
hogedrukreiniger.
Laatallebeveiligingenophunplaatszitten.
Vermijdspuitenopelektronischeonderdelen.
Vermijdspuitenopderandenvanstickers.
Spuitenkelopdebuitenkantvandemachine.
Spuitnietrechtstreeksinopeningenindemachine.
Spuitenkelopdevuiledelenvandemachine.
Gebruikeenspuitdopvan40gradenofmeer.
Spuitdoppenvan40gradenzijnmeestalwit.
Houhetuiteindevandehogedrukreinigerminstens
61cmverwijderdvanhetoppervlakdatgereinigd wordt.
Gebruikenkelhogedrukreinigersmeteendruk
onder137,89bareneendebietonder7,6literper minuut.
Vervangafpellendeofbeschadigdestickers.
Smeerallesmeerpuntennahetschoonmaken;zie
Demachinesmeren(bladz.49).
7.Smeerhetvoertuig;zieDemachinesmeren
(bladz.49).
8.Plaatsdeondersteplaat.
9.Monteerdevoorstekap.
10.Laatdemachineneer.
72
Stalling
Veiligheidtijdensopslag
Zetdemotoruit,verwijderdecontactsleutelen
wachttotallebewegendedelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu dezestalt.
Umagdemachineofdebrandstofnietopslaanin
denabijheidvaneenopenvuur.
Stalling
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Verwijdervuilenroetvandevolledigemachine.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen. Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde buurtvanhetbedieningspaneel,demotor, dehydraulischepompenendeaccu.
4.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.50).
5.Smeerdemachine;zieDemachinesmeren
(bladz.49).
6.Verversdemotorolie;zieMotorolieverversen
enltervervangen(bladz.52).
7.Laaddeaccuop;zieOnderhoudvandeaccu
(bladz.57).
8.Controleerdespanningvanderupsbandenen brengzeopdejuistespanning;zieDespanning
vanderupsbandencontrolerenenafstellen (bladz.62).
9.Controleerallebevestigingenendraaidezevast. Repareerofvervangversleten,beschadigdeen ontbrekendeonderdelen.
10.Werkallekrassenofafgebladderde metaaloppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaar isbijuwerkendeservicedealer.
11.Slademachineineenschone,drogegarageof opslagruimteop.Verwijderhetsleuteltjeuithet contactenbewaarhetopeenlogischeplaats.
12.Koppeldeaccuaf;zieDeaccu-
ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.56).
13.Dekdemachineafomdezetebeschermenen schoontehouden.
73
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstartniet.
Demotorverliestvermogen.
1.Vuil,water,oudeofverkeerde brandstofinhetbrandstofsysteem.
2.Hetbrandstoflterisverstopt.2.Brandstofltervervangen.
3.Eenonjuistebrandstofklassevoor gebruikinkoudweerwordtgebruiktin demachine.
4.Accuisleeg.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Brandstoftankmetversebrandstof
2.Erzitluchtindebrandstof.2.Ontluchthetbrandstofsysteemen
3.Demotorraaktoververhit.3.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
4.Demotoristezwaarbelast.4.Deladingverminderen;meteenlagere
5.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
6.Deluchtlterszijnvuil.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
3.Brandstofsysteemaftappenen brandstofltervervangen.Verse brandstofvanjuisteklassebijvullen voordetemperatuuromstandigheden. Umoetmogelijkdevolledige tractie-eenheidverwarmen.
4.Accuopladenofvervangen.
vullen.
controleeropluchtlekkagebijde aansluitingenvandebrandstofslang endeaansluitingentussende brandstoftankendemotor.
raaktoververhit".
snelheidrijden.
5.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde volmarkeringbereikt.
6.Geefdeluchtlterseen onderhoudsbeurt.
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
1.Debrandstoftankisleeg.
2.Erzitluchtindebrandstof.2.Ontluchthetbrandstofsysteemen
3.Demotorraaktoververhit.3.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
4.Deluchtlterszijnvuil.
1.Brandstoftankmetversebrandstof vullen.
controleeropluchtlekkagebijde aansluitingenvandebrandstofslang endeaansluitingentussende brandstoftankendemotor.
raaktoververhit".
4.Geefdeluchtlterseen onderhoudsbeurt.
74
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorraaktoververhit.
Demachinedrijftnietaan.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
2.Deriemvandewisselstroomdynamo isgebrokenofuitgerekt.
3.Meerkoelvloeistofnodig.3.Koelvloeistofcontrolerenenbijvullen.
4.Concentratievanantivriesistehoog.4.Voegalleenwatertoeofschakelover
5.Luchtstroomnaarderadiatoris belemmerd.
6.Debinnenkantvanderadiateuris verroest.
7.Deradiateurofderadiateurdopis beschadigd.
8.Dethermostaatisdefect.8.Controleerdethermostaatenvervang
9.Detemperatuurmeterof-sensoris defect.
10.Demotoristezwaarbelast.10.Deladingverminderen;meteenlagere
11.Dekoppakkingisbeschadigdoferis waterlekkage.
1.Deparkeerremisinwerkinggesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Hetpeilvandehydraulischevloeistof istelaag.
3.Hethydraulischesysteemis beschadigd.
4.Deomloopkleppenzijnopen.
5.Eenaandrijfkoppelingvande tractiepompislosofdefect.
6.Pompen/ofwielmotorbeschadigd.
7.Deregelklepisbeschadigd.7.Neemcontactopmeteenerkende
8.Deoverdrukklepisbeschadigd.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Dekoelventilatorenzijnbeschadigdof losgekoppeld.
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde volmarkeringbereikt.
2.Vervangderiemofstelde riemspanningaf.
opkoelvloeistofmetdeaangegeven mengverhouding.
5.Controleerenreinighet radiateurscherm.
6.Reinigofvervangderadiateurende onderdelen.
7.Vervangdebeschadigdeonderdelen.
indiennodig.
9.Controleerdetemperatuurmeteen thermometerenvervangdemeterof sensorindiennodig.
snelheidrijden.
11.Vervangbeschadigdeonderdelen.
2.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet reservoir.
3.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
4.Sluitdeomloopkleppen.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
servicedealer.
9.Controleerdeaansluitingenvande ventilatorofvervangbeschadigde onderdelen.
75
Opmerkingen:
Opmerkingen:
PrivacyverklaringEEA/VK
Toro'sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer .T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Hoeuwpersoonlijkeinformatiebewaardwordt
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro'sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC
CaliforniaProposition65waarschuwing–alleenvoorCalifornië
Watiseenwaarschuwing?
Sommigeproductendieopdemarktzijnbevatteneenetiketmeteenwaarschuwingals:
WAARSCHUWING:Kankerenschadeaandevoortplantingsorganen– www.p65Warnings.ca.gov.
WatisProp65?
Prop65geldtvoorelkbedrijfdatactiefisinCalifornië,productenverkooptinCalifornië,ofproductenmaaktdiekunnenwordenverkochtofgeïmporteerd inCalifornië.DewetschrijftvoordatdeGouverneurvanCaliforniëeenlijstvanchemischestoffenbijhoudtenpubliceertwaarvanbekendisdatze kanker,geboorteafwijkingenen/ofandereschadeaandevoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.Delijstwordtjaarlijksbijgewerktenomvat honderdenchemischestoffendieinveelalledaagsevoorwerpenvoorkomen.Prop65heeftalsdoelmensenteinformerenoverblootstellingaan dezechemischestoffen.
Prop65verbiedtdeverkoopvanproductendiedezechemicaliënbevattenniet;welschrijftdewetvoordathetproduct,deproductverpakkingende bijgevoegdedocumentatiewaarschuwingenbevatten.EenProp65-waarschuwingbetekentooknietdateenproductenigenormofvereisteinzake productveiligheidschendt.DeCalifornischeregeringsteltduidelijkdateenProp65-waarschuwing“nietneerkomtopeenwettelijkebeslissingdateen product‘veilig’of‘onveilig’is.”V eelvandezechemischestoffenwordenaljarenopgroteschaalenzondergedocumenteerdeschadegebruiktin alledaagsevoorwerpen.Gavoormeerinformatienaarhttps://oag.ca.gov/prop65/faqs-view-all
EenProp65-waarschuwingbetekentdat(1)eenbedrijfdeblootstellingheeftbeoordeeldenvanmeningisdatdezehetniveau‘geensignicant risico’overschrijdt,ofdat(2)hetbedrijfkiestomeenwaarschuwingtevermeldenomdathetweetdateenbetreffendechemischestofaanwezigis, zonderevenweldeblootstellingeraantebeoordelen.
.
Isdezewetoveralvankracht?
Prop65-waarschuwingenzijnenkelvereistkrachtensdeCalifornischewet.DezewaarschuwingenzietmeninheelCaliforniëinuiteenlopende omgevingen,bijvoorbeeldinrestaurants,kruidenierswinkels,hotels,scholen,ziekenhuizenenopeengrootaantalproducten.Daarnaastkiezensommige webverkopersenpostorderbedrijvenervooromProp65-waarschuwingentegevenophunwebsiteofincatalogi.
HoeverschillendeCalifornischewaarschuwingenvandefederalegrenswaardes?
DeProp65-voorschriftenzijnvaakstrikterdanfederaleeninternationalenormen.VoorverschillendestoffenisinCaliforniëalbijveellageredosisseneen waarschuwingvereistdaneldersindeVS.Bijvoorbeeld:deProp65-normvoorwaarschuwingenvoorloodbedraagt0,5microgramperdag,watveel minderisdandefederaleeninternationalestandaarden.
Waaromhebbennietallevergelijkbareproductendezewaarschuwing?
ProductendieverkochtwordeninCaliforniëmoetenvoorzienwordenvaneenProp65-aanduiding,maarditgeldtnietvoorvergelijkbare
productenopandereplaatsen.
EenbedrijfkaninnavolgingvaneenrechtszaakverplichtwordenomzijnproductentevoorzienvanProp65-waarschuwingen,terwijlditvoor
anderebedrijvendievergelijkbareproductenverkopennietgeldt.
Prop65wordtnieteenduidigopgelegd.
Bedrijvenkunnenervoorkiezengeenwaarschuwingtevermeldenomdatzevindendatzedaarniettoeverplichtzijninhetkadervande
Prop65-voorschriften;ookalsergeenwaarschuwingenopeenproductstaan,ishetbestmogelijkdatdebetreffendechemischeproductentoch invergelijkbaredosissenaanwezigzijn.
WaaromvermeldtTorodezewaarschuwing?
Torowilconsumentenzogoedmogelijkinformerenzodatzegeïnformeerdebeslissingenkunnennemenoverdeproductendiezekopenengebruiken. Torovermeldtinsommigegevallenwaarschuwingenopbasisvanzijnkennisoverdeaanwezigheidvanéénofmeervandebetreffendechemische stoffen,zonderevenwelhetniveauvanblootstellingtebeoordelen,aangeziennietallebetreffendechemischestoffenvoorzienzijnvanvoorschriften voorblootstellingslimieten.OokalisdeblootstellingdoorproductenvanT oroverwaarloosbaarofvaltdezeruimbinnendecategorie'geensignicant risico',heeftToroerveiligheidshalvevoorgekozenomProp65-waarschuwingenoptenemen.AlsTorodezewaarschuwingennietvermeldt,zouhet bovendienvervolgdkunnenwordendoordeStaatCaliforniëofdoorprivatepersonendietenuitvoerleggingvanProp65beogen,enhetkanopdie manieraanzienlijkeboeteskrijgen.
RevA
Loading...