
FormNo.3446-252RevB
TX1300compactewerktuigdrager
Modelnr.:22370—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3446-252*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondereengoedwerkende
vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of
eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleiding
bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection
Agency(EPA)indeVerenigdeStatenende
CaliforniaEmissionControlRegulationvoor
emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel
vervangingsonderdelenbijdefabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Inleiding
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager
bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen
anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand
bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin
combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren
vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor
anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan
gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeuditproductopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachine
tevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuiste
enveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
©2021—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
2
g362307
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden

Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals
udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
Figuur2
Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................13
InfoCenterdisplay.........................................16
Specicaties....................................................20
Werktuigen/accessoires...................................20
Voorgebruik........................................................20
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................20
Brandstofbijvullen............................................21
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................23
Tijdensgebruik....................................................23
Veiligheidtijdenshetwerk.................................23
Motorstarten....................................................25
Metdemachinerijden.......................................25
Demotorafzetten.............................................26
Werktuigengebruiken.......................................26
OverhetSmartLoadsysteem...........................28
Regeneratievanhetdieselpartikellter
(DPF)............................................................29
Nagebruik...........................................................40
Veiligheidnahetwerk.......................................40
Eenvastzittendemachineuitdemodder
halen.............................................................40
Eendefectemachineverplaatsen.....................40
Demachinetransporteren................................41
Demachineomhoogbrengen...........................43
Onderhoud..............................................................44
Veiligheidbijonderhoud...................................44
Aanbevolenonderhoudsschema.........................44
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........46
Decilindervergrendelingengebruiken..............46
Toegangkrijgentotinwendige
onderdelen....................................................47
Devoorstekapverwijderen..............................48
Devoorstekapverwijderen..............................49
Zijschermenverwijderen...................................49
Smering...............................................................49
Demachinesmeren..........................................49
Onderhoudmotor................................................50
Veiligheidvandemotor.....................................50
g000502
Onderhoudvanhetluchtlter............................50
Motorolieverversen..........................................51
Onderhoudvandedieseloxidatiekatalysator
(DOC)enhetroetlter...................................54
Onderhoudbrandstofsysteem.............................54
Waterafscheideraftappen................................54
Filtervanwaterafscheidervervangen...............55
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................55
Hetbrandstofsysteemontluchten.....................56
Brandstofaftappenuitdebrandstof-
tank(s)...........................................................56
Onderhoudelektrischsysteem............................56
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................56
Deaccu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken......................................................56
Onderhoudvandeaccu....................................57
Demachinestartenmetstartkabel....................59
Onderhoudvandezekeringen..........................61
Onderhoudaandrijfsysteem................................62
Onderhoudvanderupsbanden........................62
Onderhoudkoelsysteem.....................................65
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................65
Onderhoudvanhetkoelsysteem......................65
Motorkoelvloeistofverversen............................66
Onderhoudriemen..............................................66
Deriemspanningvandewisselstroomdy-
namocontroleren..........................................66
Onderhoudbedieningsysteem............................67
Debedieningsorganenafstellen.......................67
Onderhoudhydraulischsysteem.........................67
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........67
Hydraulischedrukaaten.................................67
Specicatieshydraulischevloeistof..................68
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................69
Hydraulischeltersvervangen..........................70
Hydraulischevloeistofverversen......................70
Onderhoudvandelader.......................................71
Deinstelschroevenvandearmenvande
ladervastdraaien..........................................71
Reiniging.............................................................72
Vuilverwijderen................................................72
3

Demachineschoonmaken...............................72
Hetchassisreinigen.........................................72
Stalling....................................................................73
Veiligheidtijdensopslag...................................73
Stalling..............................................................73
Problemen,oorzaakenremedie.............................74
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
denormISO20474-15:2019.
Algemeneveiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder
grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze
beschadigt,kandatelektrischeschokkenof
eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen
leidingengemarkeerdwordenopde
locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde
gemarkeerdegebieden.Neemcontactop
metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet
betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten
markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde
Staten811ofinAustralië1100voorde
nationalemarkeringsdienst).
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof
mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor
udecontroleoverdemachineverliest.
•Vervoergeenladingmetgehevenofgestrekte
armen;vervoerladingenaltijddichtbijdegrond,
metdearmenvandeladeringetrokken.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra
voorzichtigheid.
•Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde
topvandeheuvelgericht,deladingdichtbijde
grondendearmenvandeladeringetrokken.
Degewichtsverdelingverandertinfunctievande
werktuigen.Alshetlastdragendewerktuigleeg
iszaldeachterkantvandemachinehetzwaarst
zijn,enalshetlastdragendewerktuigvoliszal
devoorkantvandemachinehetzwaarstzijn.
Demeesteanderewerktuigenzorgenervoordat
hetgewichtvoornamelijkopdevoorkantvande
machinerust.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.
4

•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
•Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
•Houomstandersenhuisdierenuitdebuurtvan
demachine.
•Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof
verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekent
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
93-6681
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
ventilator–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-6681
decal93-7814
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan
bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop
hunplaatszijn.
decal115-2047
115-2047
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal115-4855
115-4855
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–Draag
beschermendehandschoenenbijhethanterenvande
hydraulischekoppelingenenleesdeGebruikershandleiding
voormeerinformatieoverhethanterenvanhydraulische
onderdelen.
5

decal120-0625
120-0625
1.Knelpunt,hand–Houdhandenuitdebuurt.
decal115-4857
115-4857
1.Brengdearmenvande
4.Bakophalen.
laderomlaag.
2.Bakleegstorten.5.Bakbovendegrondlaten
zweven.
3.Laadarmenomhoog.
115-4858
1.Handenofvoetenkunnenbekneldraken–monteerde
vergrendelingvandecilinder.
115-4865
1.Motorkoelvloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
decal122-1925
122-1925
1.Vastdraaienmeteentorsievan2,82tot3,16N·m.
decal115-4858
decal115-4865
decal125-4967
125-4967
1.Hefpunt
1.Motorkoelvloeistofonder
druk
2.Explosiegevaar–Leesde
Gebruikershandleiding.
decal117-3276
117-3276
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
6

decal125-6694
125-6694
1.Locatiebevestigingspunt
decal131-8026
131-8026
125-8483
1.Hydraulischevloeistof;leesdeGebruikershandleiding.
decal125-8483
1.Accuvermogen
3.Aan
uitschakelen
2.Uit4.Leesde
Gebruikershandleiding.
133-8062
137-5409
decal133-8062
decal137-5409
139-1158
1.Pletgevaarvanbovenafenklemgevaar–Blijfuitdebuurt
vandebakendearmenvandelader.
7
decal139-1158

139-1159
1.Waarschuwing–Houdomstandersopeenafstand.
139-1162
decal139-1159
decal139-1162
decal139-1173
139-1173
1.Gevaarvoorvloeistofonderhogedruk,injectieinhet
lichaam–LeesdeGebruikershandleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding
voorhetmaximalegewicht
vandebak.
2.Kantelgevaar–Rijd
nietmetdemachine
metgehevenladingof
gestrektearmen;vervoer
deladingdichtbijde
grondmetingetrokken
armenwanneerumetde
machinerijdt.
145-4273
1.Dehydraulischecilinder
intrekken(optioneel)
2.Dehydraulischecilinder
uitschuiven(optioneel)
3.Stroomwerktuig–V ooruit6.Dearmenintrekken(alleen
4.Dearmenuitschuiven
(alleenuitschuifbaar
model)
5.Stroomwerktuig–
Achteruit
uitschuifbaarmodel)
decal145-4273
139-1164
1.Pletgevaarvanbovenaf,vallendelading–Zorgdatde
snelbevestigingshendelsvergrendeldzijn.
decal139-1164
8

decal145-4274
145-4274
1.LeesdeGebruikershand-
9.Motorolie
leidingalvorensonderhoudswerkzaamhedenuit
tevoeren.
2.Controleeromde
10.Motorkoelvloeistof
8bedrijfsuren
3.Brandstof11.Hydraulischevloeistof
4.Smeerpunten12.Vloeistoffen
5.Luchtltervanmotor
13.Inhoud
6.Veiligheidslter14.Vloeistonterval
(bedrijfsuren)
7.Motoroliepeil
15.Filterinterval(bedrijfsuren)
8.Spanningvanriem
9

131-0708
1.Vooruit3.Achteruit
2.Linksaf4.Rechtsaf
144-4253
decal131-0708
decal144-4253
1.Parkeerrem–inwerking
5.Motor–afzetten
2.Parkeerrem–buitenwerking6.Motor–draaien
3.Snel
4.Langzaam
7.Motor–starten
8.Claxon
10

decal145-0637
145-0637
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.7.Handenofvoetenkunnenwordengesnedenofgeamputeerd
–Wachttotallebewegendedelentotstilstandzijngekomen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert,blijfuitde
buurtvanbewegendeonderdelenenhoudallebeschermende
delenophunplaats.
2.Waarschuwing–Zorgervoordatuopgeleidbentvoorgebruik
vandemachinealvorensermeetewerken.
8.Ontplofngsgevaar;gevaarvoorelektrocutie–Belde
plaatselijkenutsbedrijvenvoordatuineengebiedbegintte
werken.
3.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
9.Gevaarvoorbeknelling–Blijfuitdebuurtvanhetwerktuigals
udemachinegebruikt;houdomstandersuitdebuurtvan
demachine.
4.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,laathet
werktuigneeropdegrond,zetdemotoruitenverwijderhet
sleuteltjeuithetcontactvoordatudemachineverlaat.
10.Kantelgevaar–Omhellingopwaartsen-afwaartsterijden,
moetuhetwerktuigaltijdneerlaten;rijnooiteenhelling
opmethetwerktuigomhooggebracht;bedienaltijdmethet
zwareuiteindenaardetopvandeheuvelgericht;zorgervoor
datdeladingaltijddichtbijdegrondis;treknooithardaande
bedieningshendels;gebruikeengeleidelijkebeweging.
5.Gevaaropelektrocutie,elektrischeleidingen–Controleer
hetwerkterreinopelektrischeleidingenvoordatubegintte
11.Kantelgevaar–Rijdniettesnelinbochten;kijkaltijdachteru
voordatuachteruitrijdtmetdemachine.
werkenmetdemachine.
6.Ledematenkunnenbekneldraken–Blijfuitdebuurtvan
knelpunten;leesdeGebruikershandleidingvoordatuservice-
ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
11

Algemeenoverzicht
vandemachine
g318043
Figuur3
1.Motorkap
2.Hydraulischehulpkoppelingen
3.Bevestigingsplaat7.Rupsband11.V ergrendelingsschakelaar
4.Hefpunt8.Cilindervergrendeling12.Bestuurdersplatform
5.Onderstearmvanlader
6.Bovenstearmvanlader10.Hydraulischetank14.Bevestigingspunt
9.Bedieningspaneel
hulphydrauliek
13.Brandstofmeter
15.Brandstoftank
12

Bedieningsorganen
Bedieningspaneel
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganenvoordatudemotorstartende
tractie-eenheidgebruikt.
Referentiebalk
Gebruiktijdenshetrijdenmetdetractie-eenheidde
referentiebalkalshandgreepenhefboompuntomde
tractiebedieningendejoysticktebedienen.Vooreen
soepele,gecontroleerdebedieninghoudtualtijdbeide
handenopdereferentiebalkentijdenshetbedienen
vandemachine.
Tractiebediening
g029289
Figuur5
1.Referentiebalk
2.Tractiebediening
Figuur4
1.Plugvooroptioneleset
2.Schakelaarhandrem8.Claxon
3.Referentiebalk
4.InfoCenterdisplay
5.Stopcontact
6.Gasklepschakelaar
7.Contactschakelaar
9.Vergrendelingvanklep
vanlader
10.Hendelvoorladerarm/werktuigkanteling
11.Bedieningsorganenvan
joystick
12.Tractiebediening
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstarten
uitzet,heeftdriestanden:UIT,LOPENenSTART.
Parkeerremschakelaar
Drukdeparkeerremschakelaarinomdeparkeerrem
inenuitteschakelen.Deparkeerremwordtook
automatischingeschakeldwanneerudemachine
uitschakelt.
Gasklepschakelaar
g318044
•Omvooruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarvoren.
g264830
Figuur6
•Omachteruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarachteren.
Belangrijk:Kijkbijhetachteruitrijden
altijdachteruenhouduwhandenopde
referentiebalk.
g264831
Figuur7
Houddeschakelaargedurende2ofmeerseconden
naarvorenomdegasklepschakelaarintestellen
opHOOGST ATIONAIR;houddeschakelaar
gedurende2ofmeersecondennaarachterenomde
gasklepschakelaarintestellenopLAAGSTATIONAIR
ofdrukdeschakelaarkortnaarvorenofnaarachteren
omhetmotortoerentalinkleinerestappenteverhogen
ofteverlagen.
13

•Vooreenbochtnaarrechtsdraaitude
tractiebedieningrechtsom.
Figuur8
•Vooreenbochtnaarlinksdraaitude
tractiebedieninglinksom.
Hendelvoordeladerarm/werktuigkanteling
Beweegdehendellangzaamomdearmenvande
ladertebedienenenhetwerktuigtekantelen.
Opmerking:Metdevergrendeldestand
(zweefstand)kunnenwerktuigenzoalsde
nivelleerschuifenhethydraulischebladdecontouren
vandegrondvolgen(bijvoorbeeldzweven).
g264833
Figuur9
•Omdemachinetestoppen,laatude
tractiebedieninglos.
Opmerking:Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachine
indierichtinggaat.
g264832
g358629
Figuur10
1.Vergrendeldestand
(zweefstand)–Duwde
hendelvolledignaar
voren.
2.Laatdearmenvande
laderneer.
3.Hefdearmenvandelader
op.
4.Werktuignaarachteren
kantelen.
5.Werktuignaarvoren
kantelen.
Doordehendelnaareentussenliggendestand
(bijvoorbeeldnaarvorenennaarlinks)tebewegen,
kuntutegelijkertijddearmenvandeladerbewegen
enhetwerktuigkantelen.
14

Vergrendelingvanklepvanlader
Metvergrendelingvandeklepvandeladerkuntu
dehendelvoordeladerarm/werktuigkantelingzo
vergrendelendatudezenietnaarvorenkanbewegen.
Ditvoorkomtdatiemandperongelukdearmenvan
deladerneerlaattijdensonderhoudswerkzaamheden.
Bevestigdeklepvandeladermetdevergrendeling,
naastdecilindervergrendelingen,steedswanneeru
demachinemoetuitschakelenmetomhooggebrachte
armenvandelader.ZieDecilindervergrendelingen
gebruiken(bladz.46).
Omdevergrendelingaantebrengen,brengtu
devergrendelingomhooguitdeopeninginhet
bedieningspaneelendraaitudevergrendelingnaar
linksvoordehendelvandearmenvandelader.
Duwdevergrendelingdannaarbenedeninde
vergrendeldestand.
Bedieningsorganenvanjoystick
Figuur12
1.Primairefunctievan
werktuig(alleen
hydraulischewerktuigen)
2.Secundairefunctievan
werktuig(alleenbepaalde
werktuigen)
Opmerking:Dearmenvandeladermogenniet
wordengestrektwanneerzevolledigomhooggebracht
zijnomwillevandevastgehoudendruk;brengde
armenlichtjesomlaagomdedrukopteheffenen
strekzedan.
3.Dearmenvandelader
strekkenenintrekken
g318281
1.Vergrendelingvanklepvanlader
Figuur11
g358630
WAARSCHUWING
Metdemachinerijdenterwijldearmenvan
deladergestrektzijnkandestabiliteitvande
machinebeïnvloeden.
Beperkdebewegingvandemachineterwijl
dearmenvandeladergestrektzijn.
15

Vergrendelingsschakelaar
InfoCenterdisplay
hulphydrauliek
Schakeldevoor-ofachterwaartsehydrauliek
inendrukdanmetuwrechtervoetopde
vergrendelingsschakelaaromdestroomvoort
tezettenenuwhandvrijtemakenvoorandere
bedieningsorganen.
Figuur13
1.Vergrendelingsschakelaarhulphydrauliek
Brandstofmeter
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatiezoalsde
bedrijfsmodusendiversediagnostiekenenandere
informatieoverdemachine.HetInfoCenterheefteen
startschermeneenhoofdscherm.Ukuntteallen
tijdeheenenweergaantussenhetstartschermen
hethoofdschermdooropomhetevenwelkeknopin
InfoCentertedrukkenendandeovereenkomstige
pijlteselecteren.
g358628
g264015
Figuur15
1.Controlelampjes
2.Knopnaarrechts4.Linkerknop
3.Middelsteknop
Debrandstofmetergeeftaanhoeveelbrandstoferin
detank(s)zit.
Figuur14
•Linkerknop,knoptoegangtotmenu/terug–druk
opdezeknopomnaardemenu'svanInfoCenter
tegaan.Ukunthemgebruikenomhethuidige
menuteverlaten.
•Middelsteknop–gebruikdezeknopomnaar
benedendoormenu'stebewegen.
•Rechterknop–gebruikdezeknopalseenpijlnaar
rechtsaangeeftdaternogandereoptiesinhet
menuzijn.
g371278
Opmerking:Deknoppenkunnenverschillende
functiesvervullenafhankelijkvanwatopdatmoment
nodigis.Voorelkeknopisereenicoondatdehuidige
functieweergeeft.
16

VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
Toegangtotmenu
VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
(cont'd.)
Volgende
Vorige
Naarbenedenscrollen
Drukop
Wijzigdevolgendewaardein
delijst
Verhogen
Verminderen
Waardeopslaan
Menuverlaten
Aanvaarden
Deoptieisvergrendeld.
Parkeerrem
Motor
Gloeibougies
Koelvloeistoftemperatuur
Motortoerental
Accuspanning
SmartLoadisactief.
Geeftaanwanneergepland
onderhoudmoetworden
uitgevoerd
DPF-regeneratieisvereist.
Urenteller
Wijzigcijfer
Waarschuwing
Toegangtothetschermmet
detransportsnelheid
Snel
Langzaam
Neutraalstand
Vergrendelinghulpsysteem
Koudestart
Eengeparkeerdeof
herstelregeneratieisbezig.
Hogeuitlaattemperatuur
Defectvandiagnosecontrole
vanstikstofoxide;rijd
demachineterugnaar
dewerkplaatsenneem
contactopmetuwerkende
servicedealer.
17

Demenu'sgebruiken
Service
Drukinhethoofdschermopdemenuknop
naarhetmenusysteemvanInfoCentertegaan.U
gaatnaarhethoofdmenu.Raadpleegdevolgende
tabellenvooreenoverzichtvandeoptiesdieuhebtin
demenu's:
Hoofdmenu
Menu-itemBeschrijving
FoutenHetmenuFoutenbevateen
lijstmetderecentemachineenmotorstoringen.Raadpleeg
deOnderhoudshandleiding
ofeenerkendeservicedealer
voormeerinformatieover
hetmenuStoringenende
informatiediehetbevat.
OnderhoudHetmenuOnderhoudbevat
informatieoverdemachine,
zoalsbedrijfsurenenandere
cijfergegevensvandieaard.
DiagnostiekHetmenuDiagnostiek
geeftdestatusvanelke
machineschakelaar,sensor
enbedieningsoutputaan.U
kuntditmenugebruikenom
sommigeproblemenopte
lossen.Inhetmenuzietu
namelijkwelkeonderdeleninenuitgeschakeldzijn.
InstellingenInhetmenuInstellingenkunt
uhetInfoCenter-scherm
congurerenenaanuw
voorkeurenaanpassen.
BetreffendeInhetmenuBetreffendeziet
uhetmodelnummer,het
serienummerendeversievan
desoftwareopuwmachine.
om
Menu-itemBeschrijving
Hours
Counts
DPFRegenerationDeoptieDPF-regeneratieen
InhibitRegen
ParkedRegen
LastRegen
RecoverRegen
Hettotaleaantalbedrijfsuren
vandemachine,motor
enhulphydrauliek,alsook
hetaantalurenvoor
motoronderhouden
onderhoudvanhethydraulisch
systeem.
Hetaantalkeerdatde
machineisgestart,hetaantal
keerdatdemachineeen
waarschuwingheeftgegeven
datdemotortemperatuurte
hoogisenhetaantalkeerdat
demotorisafgeslaanomwille
vanhogetemperatuur .
deDPF-submenu’s.
Omderegeneratieteresetten.
Omeengeparkeerde
regeneratietestarten.
Geefthetaantaluren
weersindsdevorige
reset,geparkeerdeof
herstelregeneratie.
Omeenherstelregeneratiete
starten.
Diagnostiek
Menu-itemBeschrijving
Traction
Auxiliary
Engine
Boom
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetrijdenmetdemachine
aan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetinschakelenvande
hulphydrauliekaan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetinschakelenvande
motoraan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetstrekkenenintrekken
vandeuitschuifbarearmen
aan.
18

Instellingen
Menu-itemBeschrijving
EenhedenBepaaltdeeenhedendie
TaalBepaaltdetaaldiegebruikt
HelderheidDehelderheidvanhet
Contrast
Beveiligdemenu’s
BeveiligdeinstellingenVerandertwanneereen
gebruiktwordeninhet
InfoCenter;demenukeuzes
zijnmetrischofAmerikaans
(imperiaal).
wordtinhetInfoCenter.
lcd-scherm.
Regelthetcontrastvanhet
lcd-scherm.
Geefttoegangtotbeveiligde
menu's.
pincodevereistisinbeveiligde
menu's.
Betreffende
Menu-itemBeschrijving
ModelToonthetmodelnummervan
Serial
SoftwareToontdesysteemsoftwarever-
Display
demachine
Toonthetserienummervande
machine
sievandemachine.
ToontdedisplaysoftwareversievanhetInfoCenter.
2.ScrollinhetINSTELLINGENMENUnaarbenedentot
hetBEVEILIGDEMENUendrukopderechterknop.
g364601
Figuur17
3.Omdepincodeintevoerendruktuopde
middelsteknoptotheteerstegewenstecijfer
verschijnt.Drukdanopderechterknopomnaar
hetvolgendecijfertegaan.Herhaaldezelaatste
staptothetlaatstecijferingevoerdisendruk
nogeenkeeropderechterknop.
Naarbeveiligdemenu'sgaan
Opmerking:Standaardstaatdepincodevanuw
machineingesteldop0000of1234.
Alsudepincodeheeftgewijzigdenvergetenbent,
neemdancontactopmetuwerkendeservicedealer
voorhulp.
1.ScrollinhetHOOFDMENUnaarbenedentothet
INSTELLINGENMENUendrukopderechterknop.
Figuur16
g364599
Figuur18
4.Drukopdemiddelsteknopomdepincodete
bevestigen.
Opmerking:AlshetInfoCenterde
pincodeaanvaardtenhetbeveiligdemenuis
ontgrendeld,wordthetwoord‘PIN’weergegeven
inderechterbovenhoekvanhetscherm.
UkuntdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU
weergevenenwijzigen.ScrollinhetBEVEILIGDEMENU
g364600
omlaagtotdeoptieINSTELLINGENBEVEILIGEN.Gebruik
derechterknopomdeinstellingtewijzigen.Doorde
optieInstellingenbeveiligenUITteschakelen,kunt
udeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENUbekijken
enwijzigenzonderdepincodeintevoeren.Als
uInstellingenbeveiligenopAANzet,wordende
beveiligdeoptiesverborgenenmoetudepincode
invoerenomdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU
tewijzigen.
19

Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte116,8cm
Lengte215,6cm
Hoogte143,5cm
Gewicht
Werkcapaciteit(35%van
kantelcapaciteit
1
)
•Armengestrekt
Kantelcapaciteit
1
•Armengestrekt
Wielbasis99,1cm
Storthoogte(metstandaardbak)
•Armengestrekt
Bereik–volledigomhooggebracht(met
standaardbak)
•Armengestrekt
Hoogtetotscharnierpen(metstandaard
bakinhoogstestand)
•Armengestrekt
1.Dewerkcapaciteitwordtberekendals35%vandekantelcapaciteitmet
eenstandaardbakeneenbestuurdervan75kg,volgensISO14397-1.
Anderewerktuigenzulleneenanderewerkcapaciteithebben;raadpleegde
Gebruikershandleidingofdestickermethetlaadvermogenvanhetwerktuig.
Werktuigen/accessoires
EriseenaantalT orowerktuigenenaccessoires
verkrijgbaaromdemogelijkhedenvandemachine
uittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeToroverdeler,ofbezoek
www.T oro.comvooreenlijstvanalleT orowerktuigen
enaccessoires.
Omveiligeenoptimaleprestatiesteverkrijgen,
moetutervervangingorigineleT oroonderdelenen
accessoiresgebruiken.T oroisnietverantwoordelijk
voorschadeaandemachineofpersoonlijkeletsels
diehetgevolgzijnvanhetgebruikvanwerktuigen
vananderefabrikanten.Degebruikeriszelf
verantwoordelijkvoordezerisico's.
1750kg
589,7kg •Armeningetrokken
280kg
1685kg •Armeningetrokken
792kg
180,1cm •Armeningetrokken
230,3cm
33,5cm •Armeningetrokken
67,8cm
227,1cm •Armeningetrokken
277,3cm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerktofgebiedendatdegenediemetde
machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet
volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenenlaatdemachineafkoelen
voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdeveiligheidsschakelaarsende
veiligheidsschermenzijnbevestigdennaar
behorenwerken.Gebruikdemachineuitsluitend
alsdezenaarbehorenwerken.
•Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar
lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw
handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
•Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde
juistewijzeisbevestigd.Leesaldehandleidingen
vanhetwerktuig.
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed
enveiligtewerken.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.Letopdelocatievanongemarkeerde
20

objectenenstructuren,zoalsondergrondse
opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
•Controleerhetterreinwaarudemachinegaat
gebruikenoponeffenoppervlakkenenverborgen
gevaren.
•Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart.
Zetdemachineafalseenomstanderhetgebied
betreedt.
Brandstofveiligheid
•Weeszeervoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof
toevoegen.
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
•Omtevoorkomendateenstatischelading
debrandstofdoetontbranden,verwijdertude
machinevandetruckofaanhangerentanktuop
degrond,uitdebuurtvanallevoertuigen.Indien
ditnietmogelijkis,plaatsdaneendraagbaar
brandstofvatopdegrond,uitdebuurtvanalle
voertuigen,envuldit;tankdemachinevervolgens
bijuithetbrandstofvatinplaatsvanmeteen
vulpistoolvaneenpomp.
•Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande
brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis.
Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstofof
biodieselmeteenultralaag(<15ppm)zwavelgehalte.
Hetcetaangetalmoetminimaal45zijn.Een
cetaangetalvanmeerdan50genietdevoorkeur,
vooralbijtemperaturenonder-20°Cofbijeen
hoogtevanmeerdan1500m.Koopbrandstofin
hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken
zodatualtijdversebrandstofheeft.
Hetgebruikvanbrandstofzonderultralaag
zwavelgehaltebeschadigthetemissiesysteemvan
demotor.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-Dof
nr.2-DS15)bijtemperaturenboven-10°Cen
winterdieselbrandstof(nr.1-Dofnr.1-DS15)
bijtemperaturenbeneden-10°C.Gebruikvan
21

winterdieselbrandstofbijlagetemperaturenbiedt
eenlagervlampunteneenlagerstolpunt.Dit
vergemakkelijkthetstartenenvermindertdekansdat
deltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen
boven-10°Cdraagtbijaaneenlangere
levensduurvandepompdanbijgebruikvan
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze
waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden
totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB5(5%biodiesel,95%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende
voorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
Inhoudbrandstoftank:42liter
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Brengdebeugelomhoog.
Figuur19
g362590
1.Brandstoftankdop
4.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
5.Vuldetankmetbrandstoftotdevulbuis.
6.Plaatsdedopterug.
7.Brengdebeugelomlaag.
22

Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde
proceduresuitinhetonderdeelT elkensvoor
gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.44).
Belangrijk:Controleerhetniveauvan
dehydraulischevloeistofenontluchthet
brandstofsysteemvoordatudemotorvoorhet
eerststart;zieHetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.69)enHet
brandstofsysteemontluchten(bladz.56).
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor
udecontroleoverdemachineverliest.Het
werkvermogenwordtverminderdalsdearmenvan
deladerzoverwordengestrektdatdegestreepte
stickeraandebinnenkantvandearmenzichtbaar
wordt.
•Vervoergeenwerktuig/ladingmetgehevenof
gestrektearmen;vervoerwerktuigen/ladingen
altijddichtbijdegrond,metdearmenvandelader
ingetrokken.
•Werktuigenkunneninvloedhebbenopdestabiliteit
endebedieningvandemachine.
•Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als
udecontroleoverdemachineverliest,moetu
vanhetplatformstappenenuverwijderenvan
demachine.
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden
vastegreepopdereferentiebalkenofde
bedieningvandeladerhebben.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel
enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen
voorkomen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draagookaltijdeenlterofstofmaskerinstofgeomstandigheden.Draag
langhaarnietlosendraaggeenlossekledingof
juwelen.
•Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande
machineblijven.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
•Zorgervoordatalleaandrijvingeninde
neutraalstandstaanvoordatudemotorstart.Start
demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel
ophetplatformzit.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteekt.Letophetverkeer.
•Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
•Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen
voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
•Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
•Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
•Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
•Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte
23

manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw
buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand
houdttotbomen,murenenanderebarrières
kanditleidentotletselalsdemachinetijdens
gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde
omgevinglet.
•Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische
kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg
ervoordatuditnietraakt.
•Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items
inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel
veroorzaken.
Veiligheidophellingen
•Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde
topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Alshet
lastdragendewerktuigleegiszaldeachterkant
vandemachinehetzwaarstzijn,enalshet
lastdragendewerktuigvoliszaldevoorkant
vandemachinehetzwaarstzijn.Demeeste
anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht
voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
•Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtof
strektopeenhelling,heeftditinvloedopde
stabiliteitvandemachine.Houddearmenvande
laderomlaageningetrokkenalsuopeenhelling
rijdt.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra
voorzichtigheid.
•Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze
proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken
omnategaanopwelkehellingenudemachine
veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond
verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru
ditonderzoekuitvoert.
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan
invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
•Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam
ineenrechtelijnaf.
•Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen
dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts
gerichthouden.
•Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde
rijrichtingvandemachine.
•Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling
danniet.
•Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein.
Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
•Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan
glijden.
•Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete
ondersteunen.
24