
FormNo.3446-252RevB
TX1300compactewerktuigdrager
Modelnr.:22370—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3446-252*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondereengoedwerkende
vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of
eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleiding
bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection
Agency(EPA)indeVerenigdeStatenende
CaliforniaEmissionControlRegulationvoor
emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel
vervangingsonderdelenbijdefabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Inleiding
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager
bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen
anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand
bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin
combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren
vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor
anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan
gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeuditproductopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachine
tevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuiste
enveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
©2021—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
2
g362307
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden

Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals
udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
Figuur2
Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Bedieningsorganen..........................................13
InfoCenterdisplay.........................................16
Specicaties....................................................20
Werktuigen/accessoires...................................20
Voorgebruik........................................................20
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................20
Brandstofbijvullen............................................21
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................23
Tijdensgebruik....................................................23
Veiligheidtijdenshetwerk.................................23
Motorstarten....................................................25
Metdemachinerijden.......................................25
Demotorafzetten.............................................26
Werktuigengebruiken.......................................26
OverhetSmartLoadsysteem...........................28
Regeneratievanhetdieselpartikellter
(DPF)............................................................29
Nagebruik...........................................................40
Veiligheidnahetwerk.......................................40
Eenvastzittendemachineuitdemodder
halen.............................................................40
Eendefectemachineverplaatsen.....................40
Demachinetransporteren................................41
Demachineomhoogbrengen...........................43
Onderhoud..............................................................44
Veiligheidbijonderhoud...................................44
Aanbevolenonderhoudsschema.........................44
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........46
Decilindervergrendelingengebruiken..............46
Toegangkrijgentotinwendige
onderdelen....................................................47
Devoorstekapverwijderen..............................48
Devoorstekapverwijderen..............................49
Zijschermenverwijderen...................................49
Smering...............................................................49
Demachinesmeren..........................................49
Onderhoudmotor................................................50
Veiligheidvandemotor.....................................50
g000502
Onderhoudvanhetluchtlter............................50
Motorolieverversen..........................................51
Onderhoudvandedieseloxidatiekatalysator
(DOC)enhetroetlter...................................54
Onderhoudbrandstofsysteem.............................54
Waterafscheideraftappen................................54
Filtervanwaterafscheidervervangen...............55
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................55
Hetbrandstofsysteemontluchten.....................56
Brandstofaftappenuitdebrandstof-
tank(s)...........................................................56
Onderhoudelektrischsysteem............................56
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................56
Deaccu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken......................................................56
Onderhoudvandeaccu....................................57
Demachinestartenmetstartkabel....................59
Onderhoudvandezekeringen..........................61
Onderhoudaandrijfsysteem................................62
Onderhoudvanderupsbanden........................62
Onderhoudkoelsysteem.....................................65
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................65
Onderhoudvanhetkoelsysteem......................65
Motorkoelvloeistofverversen............................66
Onderhoudriemen..............................................66
Deriemspanningvandewisselstroomdy-
namocontroleren..........................................66
Onderhoudbedieningsysteem............................67
Debedieningsorganenafstellen.......................67
Onderhoudhydraulischsysteem.........................67
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........67
Hydraulischedrukaaten.................................67
Specicatieshydraulischevloeistof..................68
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................69
Hydraulischeltersvervangen..........................70
Hydraulischevloeistofverversen......................70
Onderhoudvandelader.......................................71
Deinstelschroevenvandearmenvande
ladervastdraaien..........................................71
Reiniging.............................................................72
Vuilverwijderen................................................72
3

Demachineschoonmaken...............................72
Hetchassisreinigen.........................................72
Stalling....................................................................73
Veiligheidtijdensopslag...................................73
Stalling..............................................................73
Problemen,oorzaakenremedie.............................74
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
denormISO20474-15:2019.
Algemeneveiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder
grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze
beschadigt,kandatelektrischeschokkenof
eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen
leidingengemarkeerdwordenopde
locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde
gemarkeerdegebieden.Neemcontactop
metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet
betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten
markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde
Staten811ofinAustralië1100voorde
nationalemarkeringsdienst).
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof
mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor
udecontroleoverdemachineverliest.
•Vervoergeenladingmetgehevenofgestrekte
armen;vervoerladingenaltijddichtbijdegrond,
metdearmenvandeladeringetrokken.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra
voorzichtigheid.
•Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde
topvandeheuvelgericht,deladingdichtbijde
grondendearmenvandeladeringetrokken.
Degewichtsverdelingverandertinfunctievande
werktuigen.Alshetlastdragendewerktuigleeg
iszaldeachterkantvandemachinehetzwaarst
zijn,enalshetlastdragendewerktuigvoliszal
devoorkantvandemachinehetzwaarstzijn.
Demeesteanderewerktuigenzorgenervoordat
hetgewichtvoornamelijkopdevoorkantvande
machinerust.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.
4

•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
•Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
•Houomstandersenhuisdierenuitdebuurtvan
demachine.
•Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof
verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekent
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
93-6681
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerd,
ventilator–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal93-6681
decal93-7814
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan
bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop
hunplaatszijn.
decal115-2047
115-2047
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal115-4855
115-4855
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–Draag
beschermendehandschoenenbijhethanterenvande
hydraulischekoppelingenenleesdeGebruikershandleiding
voormeerinformatieoverhethanterenvanhydraulische
onderdelen.
5

decal120-0625
120-0625
1.Knelpunt,hand–Houdhandenuitdebuurt.
decal115-4857
115-4857
1.Brengdearmenvande
4.Bakophalen.
laderomlaag.
2.Bakleegstorten.5.Bakbovendegrondlaten
zweven.
3.Laadarmenomhoog.
115-4858
1.Handenofvoetenkunnenbekneldraken–monteerde
vergrendelingvandecilinder.
115-4865
1.Motorkoelvloeistof
2.Leesde
Gebruikershandleiding.
decal122-1925
122-1925
1.Vastdraaienmeteentorsievan2,82tot3,16N·m.
decal115-4858
decal115-4865
decal125-4967
125-4967
1.Hefpunt
1.Motorkoelvloeistofonder
druk
2.Explosiegevaar–Leesde
Gebruikershandleiding.
decal117-3276
117-3276
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
6

decal125-6694
125-6694
1.Locatiebevestigingspunt
decal131-8026
131-8026
125-8483
1.Hydraulischevloeistof;leesdeGebruikershandleiding.
decal125-8483
1.Accuvermogen
3.Aan
uitschakelen
2.Uit4.Leesde
Gebruikershandleiding.
133-8062
137-5409
decal133-8062
decal137-5409
139-1158
1.Pletgevaarvanbovenafenklemgevaar–Blijfuitdebuurt
vandebakendearmenvandelader.
7
decal139-1158

139-1159
1.Waarschuwing–Houdomstandersopeenafstand.
139-1162
decal139-1159
decal139-1162
decal139-1173
139-1173
1.Gevaarvoorvloeistofonderhogedruk,injectieinhet
lichaam–LeesdeGebruikershandleidingvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding
voorhetmaximalegewicht
vandebak.
2.Kantelgevaar–Rijd
nietmetdemachine
metgehevenladingof
gestrektearmen;vervoer
deladingdichtbijde
grondmetingetrokken
armenwanneerumetde
machinerijdt.
145-4273
1.Dehydraulischecilinder
intrekken(optioneel)
2.Dehydraulischecilinder
uitschuiven(optioneel)
3.Stroomwerktuig–V ooruit6.Dearmenintrekken(alleen
4.Dearmenuitschuiven
(alleenuitschuifbaar
model)
5.Stroomwerktuig–
Achteruit
uitschuifbaarmodel)
decal145-4273
139-1164
1.Pletgevaarvanbovenaf,vallendelading–Zorgdatde
snelbevestigingshendelsvergrendeldzijn.
decal139-1164
8

decal145-4274
145-4274
1.LeesdeGebruikershand-
9.Motorolie
leidingalvorensonderhoudswerkzaamhedenuit
tevoeren.
2.Controleeromde
10.Motorkoelvloeistof
8bedrijfsuren
3.Brandstof11.Hydraulischevloeistof
4.Smeerpunten12.Vloeistoffen
5.Luchtltervanmotor
13.Inhoud
6.Veiligheidslter14.Vloeistonterval
(bedrijfsuren)
7.Motoroliepeil
15.Filterinterval(bedrijfsuren)
8.Spanningvanriem
9

131-0708
1.Vooruit3.Achteruit
2.Linksaf4.Rechtsaf
144-4253
decal131-0708
decal144-4253
1.Parkeerrem–inwerking
5.Motor–afzetten
2.Parkeerrem–buitenwerking6.Motor–draaien
3.Snel
4.Langzaam
7.Motor–starten
8.Claxon
10

decal145-0637
145-0637
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.7.Handenofvoetenkunnenwordengesnedenofgeamputeerd
–Wachttotallebewegendedelentotstilstandzijngekomen
voordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoert,blijfuitde
buurtvanbewegendeonderdelenenhoudallebeschermende
delenophunplaats.
2.Waarschuwing–Zorgervoordatuopgeleidbentvoorgebruik
vandemachinealvorensermeetewerken.
8.Ontplofngsgevaar;gevaarvoorelektrocutie–Belde
plaatselijkenutsbedrijvenvoordatuineengebiedbegintte
werken.
3.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
9.Gevaarvoorbeknelling–Blijfuitdebuurtvanhetwerktuigals
udemachinegebruikt;houdomstandersuitdebuurtvan
demachine.
4.Waarschuwing–Steldeparkeerreminwerking,laathet
werktuigneeropdegrond,zetdemotoruitenverwijderhet
sleuteltjeuithetcontactvoordatudemachineverlaat.
10.Kantelgevaar–Omhellingopwaartsen-afwaartsterijden,
moetuhetwerktuigaltijdneerlaten;rijnooiteenhelling
opmethetwerktuigomhooggebracht;bedienaltijdmethet
zwareuiteindenaardetopvandeheuvelgericht;zorgervoor
datdeladingaltijddichtbijdegrondis;treknooithardaande
bedieningshendels;gebruikeengeleidelijkebeweging.
5.Gevaaropelektrocutie,elektrischeleidingen–Controleer
hetwerkterreinopelektrischeleidingenvoordatubegintte
11.Kantelgevaar–Rijdniettesnelinbochten;kijkaltijdachteru
voordatuachteruitrijdtmetdemachine.
werkenmetdemachine.
6.Ledematenkunnenbekneldraken–Blijfuitdebuurtvan
knelpunten;leesdeGebruikershandleidingvoordatuservice-
ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
11

Algemeenoverzicht
vandemachine
g318043
Figuur3
1.Motorkap
2.Hydraulischehulpkoppelingen
3.Bevestigingsplaat7.Rupsband11.V ergrendelingsschakelaar
4.Hefpunt8.Cilindervergrendeling12.Bestuurdersplatform
5.Onderstearmvanlader
6.Bovenstearmvanlader10.Hydraulischetank14.Bevestigingspunt
9.Bedieningspaneel
hulphydrauliek
13.Brandstofmeter
15.Brandstoftank
12

Bedieningsorganen
Bedieningspaneel
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganenvoordatudemotorstartende
tractie-eenheidgebruikt.
Referentiebalk
Gebruiktijdenshetrijdenmetdetractie-eenheidde
referentiebalkalshandgreepenhefboompuntomde
tractiebedieningendejoysticktebedienen.Vooreen
soepele,gecontroleerdebedieninghoudtualtijdbeide
handenopdereferentiebalkentijdenshetbedienen
vandemachine.
Tractiebediening
g029289
Figuur5
1.Referentiebalk
2.Tractiebediening
Figuur4
1.Plugvooroptioneleset
2.Schakelaarhandrem8.Claxon
3.Referentiebalk
4.InfoCenterdisplay
5.Stopcontact
6.Gasklepschakelaar
7.Contactschakelaar
9.Vergrendelingvanklep
vanlader
10.Hendelvoorladerarm/werktuigkanteling
11.Bedieningsorganenvan
joystick
12.Tractiebediening
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstarten
uitzet,heeftdriestanden:UIT,LOPENenSTART.
Parkeerremschakelaar
Drukdeparkeerremschakelaarinomdeparkeerrem
inenuitteschakelen.Deparkeerremwordtook
automatischingeschakeldwanneerudemachine
uitschakelt.
Gasklepschakelaar
g318044
•Omvooruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarvoren.
g264830
Figuur6
•Omachteruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarachteren.
Belangrijk:Kijkbijhetachteruitrijden
altijdachteruenhouduwhandenopde
referentiebalk.
g264831
Figuur7
Houddeschakelaargedurende2ofmeerseconden
naarvorenomdegasklepschakelaarintestellen
opHOOGST ATIONAIR;houddeschakelaar
gedurende2ofmeersecondennaarachterenomde
gasklepschakelaarintestellenopLAAGSTATIONAIR
ofdrukdeschakelaarkortnaarvorenofnaarachteren
omhetmotortoerentalinkleinerestappenteverhogen
ofteverlagen.
13

•Vooreenbochtnaarrechtsdraaitude
tractiebedieningrechtsom.
Figuur8
•Vooreenbochtnaarlinksdraaitude
tractiebedieninglinksom.
Hendelvoordeladerarm/werktuigkanteling
Beweegdehendellangzaamomdearmenvande
ladertebedienenenhetwerktuigtekantelen.
Opmerking:Metdevergrendeldestand
(zweefstand)kunnenwerktuigenzoalsde
nivelleerschuifenhethydraulischebladdecontouren
vandegrondvolgen(bijvoorbeeldzweven).
g264833
Figuur9
•Omdemachinetestoppen,laatude
tractiebedieninglos.
Opmerking:Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachine
indierichtinggaat.
g264832
g358629
Figuur10
1.Vergrendeldestand
(zweefstand)–Duwde
hendelvolledignaar
voren.
2.Laatdearmenvande
laderneer.
3.Hefdearmenvandelader
op.
4.Werktuignaarachteren
kantelen.
5.Werktuignaarvoren
kantelen.
Doordehendelnaareentussenliggendestand
(bijvoorbeeldnaarvorenennaarlinks)tebewegen,
kuntutegelijkertijddearmenvandeladerbewegen
enhetwerktuigkantelen.
14

Vergrendelingvanklepvanlader
Metvergrendelingvandeklepvandeladerkuntu
dehendelvoordeladerarm/werktuigkantelingzo
vergrendelendatudezenietnaarvorenkanbewegen.
Ditvoorkomtdatiemandperongelukdearmenvan
deladerneerlaattijdensonderhoudswerkzaamheden.
Bevestigdeklepvandeladermetdevergrendeling,
naastdecilindervergrendelingen,steedswanneeru
demachinemoetuitschakelenmetomhooggebrachte
armenvandelader.ZieDecilindervergrendelingen
gebruiken(bladz.46).
Omdevergrendelingaantebrengen,brengtu
devergrendelingomhooguitdeopeninginhet
bedieningspaneelendraaitudevergrendelingnaar
linksvoordehendelvandearmenvandelader.
Duwdevergrendelingdannaarbenedeninde
vergrendeldestand.
Bedieningsorganenvanjoystick
Figuur12
1.Primairefunctievan
werktuig(alleen
hydraulischewerktuigen)
2.Secundairefunctievan
werktuig(alleenbepaalde
werktuigen)
Opmerking:Dearmenvandeladermogenniet
wordengestrektwanneerzevolledigomhooggebracht
zijnomwillevandevastgehoudendruk;brengde
armenlichtjesomlaagomdedrukopteheffenen
strekzedan.
3.Dearmenvandelader
strekkenenintrekken
g318281
1.Vergrendelingvanklepvanlader
Figuur11
g358630
WAARSCHUWING
Metdemachinerijdenterwijldearmenvan
deladergestrektzijnkandestabiliteitvande
machinebeïnvloeden.
Beperkdebewegingvandemachineterwijl
dearmenvandeladergestrektzijn.
15

Vergrendelingsschakelaar
InfoCenterdisplay
hulphydrauliek
Schakeldevoor-ofachterwaartsehydrauliek
inendrukdanmetuwrechtervoetopde
vergrendelingsschakelaaromdestroomvoort
tezettenenuwhandvrijtemakenvoorandere
bedieningsorganen.
Figuur13
1.Vergrendelingsschakelaarhulphydrauliek
Brandstofmeter
HetInfoCenterlcd-schermtoontinformatiezoalsde
bedrijfsmodusendiversediagnostiekenenandere
informatieoverdemachine.HetInfoCenterheefteen
startschermeneenhoofdscherm.Ukuntteallen
tijdeheenenweergaantussenhetstartschermen
hethoofdschermdooropomhetevenwelkeknopin
InfoCentertedrukkenendandeovereenkomstige
pijlteselecteren.
g358628
g264015
Figuur15
1.Controlelampjes
2.Knopnaarrechts4.Linkerknop
3.Middelsteknop
Debrandstofmetergeeftaanhoeveelbrandstoferin
detank(s)zit.
Figuur14
•Linkerknop,knoptoegangtotmenu/terug–druk
opdezeknopomnaardemenu'svanInfoCenter
tegaan.Ukunthemgebruikenomhethuidige
menuteverlaten.
•Middelsteknop–gebruikdezeknopomnaar
benedendoormenu'stebewegen.
•Rechterknop–gebruikdezeknopalseenpijlnaar
rechtsaangeeftdaternogandereoptiesinhet
menuzijn.
g371278
Opmerking:Deknoppenkunnenverschillende
functiesvervullenafhankelijkvanwatopdatmoment
nodigis.Voorelkeknopisereenicoondatdehuidige
functieweergeeft.
16

VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
Toegangtotmenu
VerklaringvanpictogrammeninInfoCenter
(cont'd.)
Volgende
Vorige
Naarbenedenscrollen
Drukop
Wijzigdevolgendewaardein
delijst
Verhogen
Verminderen
Waardeopslaan
Menuverlaten
Aanvaarden
Deoptieisvergrendeld.
Parkeerrem
Motor
Gloeibougies
Koelvloeistoftemperatuur
Motortoerental
Accuspanning
SmartLoadisactief.
Geeftaanwanneergepland
onderhoudmoetworden
uitgevoerd
DPF-regeneratieisvereist.
Urenteller
Wijzigcijfer
Waarschuwing
Toegangtothetschermmet
detransportsnelheid
Snel
Langzaam
Neutraalstand
Vergrendelinghulpsysteem
Koudestart
Eengeparkeerdeof
herstelregeneratieisbezig.
Hogeuitlaattemperatuur
Defectvandiagnosecontrole
vanstikstofoxide;rijd
demachineterugnaar
dewerkplaatsenneem
contactopmetuwerkende
servicedealer.
17

Demenu'sgebruiken
Service
Drukinhethoofdschermopdemenuknop
naarhetmenusysteemvanInfoCentertegaan.U
gaatnaarhethoofdmenu.Raadpleegdevolgende
tabellenvooreenoverzichtvandeoptiesdieuhebtin
demenu's:
Hoofdmenu
Menu-itemBeschrijving
FoutenHetmenuFoutenbevateen
lijstmetderecentemachineenmotorstoringen.Raadpleeg
deOnderhoudshandleiding
ofeenerkendeservicedealer
voormeerinformatieover
hetmenuStoringenende
informatiediehetbevat.
OnderhoudHetmenuOnderhoudbevat
informatieoverdemachine,
zoalsbedrijfsurenenandere
cijfergegevensvandieaard.
DiagnostiekHetmenuDiagnostiek
geeftdestatusvanelke
machineschakelaar,sensor
enbedieningsoutputaan.U
kuntditmenugebruikenom
sommigeproblemenopte
lossen.Inhetmenuzietu
namelijkwelkeonderdeleninenuitgeschakeldzijn.
InstellingenInhetmenuInstellingenkunt
uhetInfoCenter-scherm
congurerenenaanuw
voorkeurenaanpassen.
BetreffendeInhetmenuBetreffendeziet
uhetmodelnummer,het
serienummerendeversievan
desoftwareopuwmachine.
om
Menu-itemBeschrijving
Hours
Counts
DPFRegenerationDeoptieDPF-regeneratieen
InhibitRegen
ParkedRegen
LastRegen
RecoverRegen
Hettotaleaantalbedrijfsuren
vandemachine,motor
enhulphydrauliek,alsook
hetaantalurenvoor
motoronderhouden
onderhoudvanhethydraulisch
systeem.
Hetaantalkeerdatde
machineisgestart,hetaantal
keerdatdemachineeen
waarschuwingheeftgegeven
datdemotortemperatuurte
hoogisenhetaantalkeerdat
demotorisafgeslaanomwille
vanhogetemperatuur .
deDPF-submenu’s.
Omderegeneratieteresetten.
Omeengeparkeerde
regeneratietestarten.
Geefthetaantaluren
weersindsdevorige
reset,geparkeerdeof
herstelregeneratie.
Omeenherstelregeneratiete
starten.
Diagnostiek
Menu-itemBeschrijving
Traction
Auxiliary
Engine
Boom
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetrijdenmetdemachine
aan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetinschakelenvande
hulphydrauliekaan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetinschakelenvande
motoraan.
Geeftdeinputsenoutputs
voorhetstrekkenenintrekken
vandeuitschuifbarearmen
aan.
18

Instellingen
Menu-itemBeschrijving
EenhedenBepaaltdeeenhedendie
TaalBepaaltdetaaldiegebruikt
HelderheidDehelderheidvanhet
Contrast
Beveiligdemenu’s
BeveiligdeinstellingenVerandertwanneereen
gebruiktwordeninhet
InfoCenter;demenukeuzes
zijnmetrischofAmerikaans
(imperiaal).
wordtinhetInfoCenter.
lcd-scherm.
Regelthetcontrastvanhet
lcd-scherm.
Geefttoegangtotbeveiligde
menu's.
pincodevereistisinbeveiligde
menu's.
Betreffende
Menu-itemBeschrijving
ModelToonthetmodelnummervan
Serial
SoftwareToontdesysteemsoftwarever-
Display
demachine
Toonthetserienummervande
machine
sievandemachine.
ToontdedisplaysoftwareversievanhetInfoCenter.
2.ScrollinhetINSTELLINGENMENUnaarbenedentot
hetBEVEILIGDEMENUendrukopderechterknop.
g364601
Figuur17
3.Omdepincodeintevoerendruktuopde
middelsteknoptotheteerstegewenstecijfer
verschijnt.Drukdanopderechterknopomnaar
hetvolgendecijfertegaan.Herhaaldezelaatste
staptothetlaatstecijferingevoerdisendruk
nogeenkeeropderechterknop.
Naarbeveiligdemenu'sgaan
Opmerking:Standaardstaatdepincodevanuw
machineingesteldop0000of1234.
Alsudepincodeheeftgewijzigdenvergetenbent,
neemdancontactopmetuwerkendeservicedealer
voorhulp.
1.ScrollinhetHOOFDMENUnaarbenedentothet
INSTELLINGENMENUendrukopderechterknop.
Figuur16
g364599
Figuur18
4.Drukopdemiddelsteknopomdepincodete
bevestigen.
Opmerking:AlshetInfoCenterde
pincodeaanvaardtenhetbeveiligdemenuis
ontgrendeld,wordthetwoord‘PIN’weergegeven
inderechterbovenhoekvanhetscherm.
UkuntdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU
weergevenenwijzigen.ScrollinhetBEVEILIGDEMENU
g364600
omlaagtotdeoptieINSTELLINGENBEVEILIGEN.Gebruik
derechterknopomdeinstellingtewijzigen.Doorde
optieInstellingenbeveiligenUITteschakelen,kunt
udeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENUbekijken
enwijzigenzonderdepincodeintevoeren.Als
uInstellingenbeveiligenopAANzet,wordende
beveiligdeoptiesverborgenenmoetudepincode
invoerenomdeinstellingeninhetBEVEILIGDEMENU
tewijzigen.
19

Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte116,8cm
Lengte215,6cm
Hoogte143,5cm
Gewicht
Werkcapaciteit(35%van
kantelcapaciteit
1
)
•Armengestrekt
Kantelcapaciteit
1
•Armengestrekt
Wielbasis99,1cm
Storthoogte(metstandaardbak)
•Armengestrekt
Bereik–volledigomhooggebracht(met
standaardbak)
•Armengestrekt
Hoogtetotscharnierpen(metstandaard
bakinhoogstestand)
•Armengestrekt
1.Dewerkcapaciteitwordtberekendals35%vandekantelcapaciteitmet
eenstandaardbakeneenbestuurdervan75kg,volgensISO14397-1.
Anderewerktuigenzulleneenanderewerkcapaciteithebben;raadpleegde
Gebruikershandleidingofdestickermethetlaadvermogenvanhetwerktuig.
Werktuigen/accessoires
EriseenaantalT orowerktuigenenaccessoires
verkrijgbaaromdemogelijkhedenvandemachine
uittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeToroverdeler,ofbezoek
www.T oro.comvooreenlijstvanalleT orowerktuigen
enaccessoires.
Omveiligeenoptimaleprestatiesteverkrijgen,
moetutervervangingorigineleT oroonderdelenen
accessoiresgebruiken.T oroisnietverantwoordelijk
voorschadeaandemachineofpersoonlijkeletsels
diehetgevolgzijnvanhetgebruikvanwerktuigen
vananderefabrikanten.Degebruikeriszelf
verantwoordelijkvoordezerisico's.
1750kg
589,7kg •Armeningetrokken
280kg
1685kg •Armeningetrokken
792kg
180,1cm •Armeningetrokken
230,3cm
33,5cm •Armeningetrokken
67,8cm
227,1cm •Armeningetrokken
277,3cm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerktofgebiedendatdegenediemetde
machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet
volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenenlaatdemachineafkoelen
voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdeveiligheidsschakelaarsende
veiligheidsschermenzijnbevestigdennaar
behorenwerken.Gebruikdemachineuitsluitend
alsdezenaarbehorenwerken.
•Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar
lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw
handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
•Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde
juistewijzeisbevestigd.Leesaldehandleidingen
vanhetwerktuig.
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed
enveiligtewerken.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.Letopdelocatievanongemarkeerde
20

objectenenstructuren,zoalsondergrondse
opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
•Controleerhetterreinwaarudemachinegaat
gebruikenoponeffenoppervlakkenenverborgen
gevaren.
•Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart.
Zetdemachineafalseenomstanderhetgebied
betreedt.
Brandstofveiligheid
•Weeszeervoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof
toevoegen.
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
•Omtevoorkomendateenstatischelading
debrandstofdoetontbranden,verwijdertude
machinevandetruckofaanhangerentanktuop
degrond,uitdebuurtvanallevoertuigen.Indien
ditnietmogelijkis,plaatsdaneendraagbaar
brandstofvatopdegrond,uitdebuurtvanalle
voertuigen,envuldit;tankdemachinevervolgens
bijuithetbrandstofvatinplaatsvanmeteen
vulpistoolvaneenpomp.
•Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande
brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis.
Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstofof
biodieselmeteenultralaag(<15ppm)zwavelgehalte.
Hetcetaangetalmoetminimaal45zijn.Een
cetaangetalvanmeerdan50genietdevoorkeur,
vooralbijtemperaturenonder-20°Cofbijeen
hoogtevanmeerdan1500m.Koopbrandstofin
hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken
zodatualtijdversebrandstofheeft.
Hetgebruikvanbrandstofzonderultralaag
zwavelgehaltebeschadigthetemissiesysteemvan
demotor.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-Dof
nr.2-DS15)bijtemperaturenboven-10°Cen
winterdieselbrandstof(nr.1-Dofnr.1-DS15)
bijtemperaturenbeneden-10°C.Gebruikvan
21

winterdieselbrandstofbijlagetemperaturenbiedt
eenlagervlampunteneenlagerstolpunt.Dit
vergemakkelijkthetstartenenvermindertdekansdat
deltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen
boven-10°Cdraagtbijaaneenlangere
levensduurvandepompdanbijgebruikvan
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze
waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden
totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB5(5%biodiesel,95%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende
voorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
Inhoudbrandstoftank:42liter
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Brengdebeugelomhoog.
Figuur19
g362590
1.Brandstoftankdop
4.Verwijderdedopvandebrandstoftank.
5.Vuldetankmetbrandstoftotdevulbuis.
6.Plaatsdedopterug.
7.Brengdebeugelomlaag.
22

Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde
proceduresuitinhetonderdeelT elkensvoor
gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.44).
Belangrijk:Controleerhetniveauvan
dehydraulischevloeistofenontluchthet
brandstofsysteemvoordatudemotorvoorhet
eerststart;zieHetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.69)enHet
brandstofsysteemontluchten(bladz.56).
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor
udecontroleoverdemachineverliest.Het
werkvermogenwordtverminderdalsdearmenvan
deladerzoverwordengestrektdatdegestreepte
stickeraandebinnenkantvandearmenzichtbaar
wordt.
•Vervoergeenwerktuig/ladingmetgehevenof
gestrektearmen;vervoerwerktuigen/ladingen
altijddichtbijdegrond,metdearmenvandelader
ingetrokken.
•Werktuigenkunneninvloedhebbenopdestabiliteit
endebedieningvandemachine.
•Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als
udecontroleoverdemachineverliest,moetu
vanhetplatformstappenenuverwijderenvan
demachine.
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden
vastegreepopdereferentiebalkenofde
bedieningvandeladerhebben.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel
enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen
voorkomen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draagookaltijdeenlterofstofmaskerinstofgeomstandigheden.Draag
langhaarnietlosendraaggeenlossekledingof
juwelen.
•Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande
machineblijven.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
•Zorgervoordatalleaandrijvingeninde
neutraalstandstaanvoordatudemotorstart.Start
demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel
ophetplatformzit.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteekt.Letophetverkeer.
•Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
•Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen
voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
•Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
•Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking.
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
•Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
•Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte
23

manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw
buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand
houdttotbomen,murenenanderebarrières
kanditleidentotletselalsdemachinetijdens
gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde
omgevinglet.
•Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische
kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg
ervoordatuditnietraakt.
•Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items
inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel
veroorzaken.
Veiligheidophellingen
•Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde
topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Alshet
lastdragendewerktuigleegiszaldeachterkant
vandemachinehetzwaarstzijn,enalshet
lastdragendewerktuigvoliszaldevoorkant
vandemachinehetzwaarstzijn.Demeeste
anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht
voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
•Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtof
strektopeenhelling,heeftditinvloedopde
stabiliteitvandemachine.Houddearmenvande
laderomlaageningetrokkenalsuopeenhelling
rijdt.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra
voorzichtigheid.
•Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze
proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken
omnategaanopwelkehellingenudemachine
veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond
verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru
ditonderzoekuitvoert.
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan
invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
•Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam
ineenrechtelijnaf.
•Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen
dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts
gerichthouden.
•Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde
rijrichtingvandemachine.
•Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling
danniet.
•Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein.
Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
•Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan
glijden.
•Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete
ondersteunen.
24

•Weesvoorzichtigalsudemachinegebruiktinde
buurtvan:
–Steilehellingen
–Greppels
–Dijkenentaluds
–Water
Demachinekanplotselingomslaanalseen
rupsbandoverderandkomt,ofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstandtussendemachineen
eengevarenzoneaan.
Motorstarten
1.Zorgdatdeaccu-ontkoppelingsschakelaarAAN
staat;zieDeaccu-ontkoppelingsschakelaar
gebruiken(bladz.56).
2.ZorgervoordatdetractiebedieninginNEUTRAAL
staat.
3.Brenghetsleuteltjeinhetcontactendraaihet
naardestandAAN.
4.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.Laat
hetsleuteltjeloszodrademotoraanslaat.
•Umaggeenwerktuigenverwijderenof
aankoppelenopeenhelling.
•Parkeerdemachinenietopeenhelling.
Veiligheidomtrentleidingenvan
nutsbedrijven
•Doehetvolgendealsueenleidingvaneen
nutsbedrijfraakt:
–Zetdemachineuitenverwijderhetsleuteltje.
–Stuurallepersonenweguithetwerkgebied.
–Neemonmiddellijkcontactopmetdejuiste
hulpdienstenennutsbedrijvenomhetgebied
veiligtestellen.
–Alsueenglasvezelkabelbeschadigt,kijkdan
nietinhetblootgesteldelicht.
•Verlaathetbestuurdersplatformnietalsde
machineonderstroomstaat.Ubentveiligzolang
uhetplatformnietverlaat.
–Alsueendeelvandemachineaanraakt,kunt
uaardingkrijgen.
–Laatiemandandersdemachinenietaanraken
ofbenaderenwanneerdezeonderstroom
staat.
–Gaeraltijdvanuitdatdemachineonder
stroomstaatalsueenelektrischeof
communicatieleidingraakt.Probeerde
machinenietteverlaten.
•Lekkendgasiszowelontvlambaaralsexplosief
enkanernstigletselofdedoodtotgevolghebben.
Rooknietterwijludemachinebedient.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
30secondenwachtenomdestartmotorte
latenafkoelen.Indienudezeinstructiesniet
opvolgt,kandestartmotordoorbranden.
Startenbijkoudweer
Alsdebuitentemperatuuronderhetvriespuntis,
slademachinedanineengarageop.Zoblijftde
machinewarmerenkandezemakkelijkerstarten.
Desoftwarevandemachinekanhetmotortoerental
automatischbeperkenalsdekoelvloeistofextreem
koudis.Nadatdemotorgestartis,moetuwachten
tothetsneeuwvlokpictogramendewaarschuwing
i.v.m.koudehydraulischevloeistofvanhetInfocenter
isverdwenenvoordatumeergasgeeftende
hulphydrauliekinschakelt.
Belangrijk:Demotoropvolletoerenlaten
draaienterwijlhethydraulischesysteemkoudis
(bijvoorbeeldalsdeomgevingstemperatuurrond
ofonderhetvriespuntis)kanhethydraulische
systeembeschadigen.
Metdemachinerijden
Gebruikdetractiebedieningomdemachinete
bewegen.Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachinein
dierichtinggaat.Laatdetractiebedieninglosomde
machinetotstilstandtebrengen.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
Laatdemachinevolgaslopenomdebesteresultaten
teverkrijgen.
25

Demotorafzetten
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond
enlaatdeladerarmenzakken.
2.Schakeldehulphydrauliekuit.
3.Steldegashendelinoplaagstationair.
4.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheet
is,moetudezenogvijfminutenlatendraaien
voordatuhetcontactsleuteltjeopUITdraait.
Opmerking:Demotorkandanafkoelen
voordatuhemuitzet.Ineennoodgevalkuntu
demotoronmiddellijkafzetten.
5.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijder
het.
VOORZICHTIG
Figuur20
1.Bevestigingsplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu
tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren
kantelt.
2.Ontvangerplaat
g003710
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende
omstanderdemachineprobeerttebedienen
endaarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneer
udemachineachterlaat,ookalishetslechts
vooreenpaarseconden.
Werktuigengebruiken
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigenkunnen
invloedhebbenopdestabiliteitendebediening
vandemachine.Degarantievandemachinekan
komentevervallenalsudemachinegebruiktmet
werktuigendienietzijngoedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,
moetuervoorzorgendatdebevestigingsplaten
vrijvanvuilzijnendepennenonbelemmerd
ronddraaien.Alsdepennennietvrijronddraaien,
moetenzegesmeerdworden.
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak
enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg
ruimtevoordemachineis.
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde
bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg
ervoordatzevolledigindebevestigingsplaat
zitten.
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is
debevestigingsplaatnietpreciesrecht
tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat
vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde
ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet
volledigindebevestigingsplatenzitten,
bestaatdekansdathetwerktuigvande
machinevalt,waardooruofomstanders
bekneldkunnenraken.
Zorgervoordatde
snelkoppelingspennenvollediginde
bevestigingsplatenzitten.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig
naarvoren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip
vandeontvangerplaatophetwerktuig.
26

Figuur21
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2.Nietvastgezet
3.Vastgezet
Hydraulischeslangenaansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk
ontsnapt,kandoordehuidheendringen
enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde
huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele
urenoperatieftewordenverwijderddoor
eenartsdiebekendismetdezevormvan
verwondingen,omdaterandersgangreenkan
ontstaan.
g003711
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische
leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof
kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals
uheteonderdelenaanraakt.
•Draaghandschoenenalsuwerktaande
hydraulischekoppelingen.
•Laatdemachineafkoelenvoordatude
hydraulischeonderdelenaanraakt.
•Zorgervoordatunietinaanrakingkomt
metgemorstehydraulischevloeistof.
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude
hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Verwijderdebeschermplatenvande
hydraulischeaansluitingenopdemachine.
3.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijn
verwijderdvandehydraulischeaansluitingen.
4.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuig
indevrouwelijkeaansluitingopdemachine.
Opmerking:Alsueerstdemannelijke
aansluitingvanhetwerktuigbevestigt,heftude
drukinhetwerktuigop.
5.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuig
opdemannelijkeaansluitingopdemachine.
6.Trekaandeslangenomtecontrolerenofde
aansluitingbetrouwbaaris.
•Controleerofallehydraulischeslangen
enleidingeningoedestaatverkerenen
allehydraulischeaansluitingenenttings
stevigvastzittenvoordatudrukzetophet
hydraulischesysteem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan
kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit
onderhogedrukhydraulischevloeistof
ontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;
doeditnooitmetuwhanden.
27

Eenwerktuigverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Laathetwerktuigneeropdegrond.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordeze
naarbuitentedraaien.
OverhetSmartLoad
systeem
HetSmartLoadsysteemmeetdehydraulischedruk
indecilindersvandearmenvandeladeromhet
maximalebereiktebepalen.
Wanneerudearmenvandeladerstrekttothet
maximalebereikvoordearmhoogteenhetgewicht
vandelading,verschijnthetSmartLoad-pictogramop
hetInfoCenterenknipperthetindicatielampje,klinkt
eenalarmsignaalenstoppendearmenmetstrekken.
Omdearmenvandeladernogverdertestrekken,
moetudeladinglichtermaken.
g270732
Figuur23
Figuur22
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2.Nietvastgezet
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,
schuiftudekragenopdehydraulischekoppeling
terugenmaaktudezelos.
3.Vastgezet
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhet
werktuigaanelkaaromtevoorkomendat
hethydraulischesysteemtijdensdeopslag
wordtverontreinigd.
6.Monteerdebeschermkappenopdehydraulische
koppelingenopdemachine.
7.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaat
naarvorenenrijdemachineachteruitvanhet
werktuigvandaan.
g003711
28

Regeneratievanhet
dieselpartikellter(DPF)
OverDPF-regeneratie
Hetdieselpartikellter(DPF)iseenonderdeelvanhet
uitlaatsysteem.Dedieseloxidatiekatalysatorvanhet
DPFvermindertschadelijkegassen,enderoetlter
verwijdertroetuitdemotoruitlaat.
BijderegeneratievanhetDPFwordthetroetinhet
lterverbranddoordehittevandeuitlaatgassen.
Hierbijwordthetroetomgezettotasenworden
dekanalenvanhetlterschoongemaaktzodat
degelterdeuitlaatgassendoorhetDPFkunnen
stromen.
Demotorcomputercontroleertderoetophopingdoor
detegendrukinhetDPFtemeten.Alsdetegendruk
tehoogis,verbrandthetroetbijnormaalmotorbedrijf
nietinhetroetlter.OmhetDPFvrijvanroette
houden,dientuhetvolgendeinachttenemen:
•Passieveregeneratievindtvoortdurendplaats
terwijldemotordraait–laatdemotorzomogelijk
opvolletoerendraaienomDPF-regeneratiete
bevorderen.
•AlsdetegendrukinhetDPFtehoogwordtofer
geenresetregeneratieisgebeurdgedurende
100uur,signaleertdecomputervandemotor
viahetInfoCenterwanneerderesetregeneratie
bezigis.
•Laatderesetregeneratievolledigwordenvoltooid
voordatudemotorafzet.
Houdbijhetgebruikenhetonderhoudvanuw
machinerekeningmetdewerkingvanhetDPF.Een
belastemotorbijeenhoogstationairtoerental(volgas)
produceertmeestaluitlaatgassendieheetgenoegzijn
voorderegeneratievanhetDPF .
Belangrijk:Laatdemotorzoweinigmogelijk
stationairofbijlaagmotortoerentaldraaienomde
roetafzettinginhetroetltertebeperken.
29

RoetopbouwinhetDPF
•Naverloopvantijdbouwthetdieselpartikellterroetopinhetroetlter.Decomputervandemotorbewaakt
deroetopbouwinhetDPF .
•Alserteveelroetwordtopgebouwd,geeftdecomputeraandatregeneratievanhetDPFnodigis.
•HierbijwordthetroetinhetDPFverbrandtotas.
•Decomputergeeftnietalleenwaarschuwingsmeldingen,maarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijk
vandematevanroetopbouw.
Motorwaarschuwingen–roetopbouw
Aanduidingsni-
Niveau1:
waarschuwing
Niveau2:
waarschuwing
veau
motor
motor
Storingscode
Controleerdemotor
SPN3719,FMI16
Controleerdemotor
SPN3719,FMI0
Nominaalmotorver-
mogen
Decomputerverlaagthet
motorvermogentot85%.
Decomputerverlaagthet
motorvermogentot50%.
Aanbevolenactie
Voerzosnelmogelijkeen
geparkeerderegeneratie
uit;zieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieuitvoeren
(bladz.37).
Voerzosnelmogelijkeen
herstelregeneratieuit;
zieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieuitvoeren
(bladz.37).
30

AsopbouwinhetDPF
•Delichtereaswordtviahetuitlaatsysteemafgevoerd;dezwaardereasverzameltzichinhetroetlter.
•Asiseenresiduvanhetregeneratieproces.Naverloopvantijdhooptinhetdieselpartikellterasopdieniet
metdemotoruitlaatwordtafgevoerd.
•DecomputervoordemotorberekentdehoeveelheidasdiezichinhetDPFheeftopgehoopt.
•Alsereenzekerehoeveelheidasisopgebouwd,stuurtdecomputervandemotordezeinformatienaarhet
InfoCenteralseenmotorfoutomdeopbouwvanasinhetDPFaantegeven.
•Defoutberichtengevenaandathettijdisvooronderhoudvanhetdieselpartikellter.
•Decomputergeeftnietalleeneenwaarschuwingmaarverlaagthetmotorvermogenook,afhankelijkvan
dematevanasopbouw.
InfoCenterbestuurdersadviezenenmotorwaarschuwingen–asopbouw
Aanduidings-
waarschuwing
waarschuwing
niveau
Niveau1:
motor
Niveau2:
motor
Storingscode
Controleerdemotor
SPN3720,FMI16
Controleerdemotor
SPN3720,FMI0
Beperking
motortoerental
Geen
Geen
motorvermogen
Decomputerverlaagt
hetmotorvermogen
Decomputerverlaagt
hetmotorvermogen
Nominaal
tot85%.
tot50%.
Aanbevolenactie
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt;
zieGeparkeerdeof
herstelregeneratie
(bladz.36)
GeefhetDPFeen
onderhoudsbeurt;
zieGeparkeerdeof
herstelregeneratie
(bladz.36)
31

TypesDPF-regeneratie
TypesDPF-regeneratiedieuitgevoerdwordenterwijldemachineinbedrijfis:
Typeregeneratie
PassieveregeneratieVindtplaatstijdensnormaalgebruikvande
Ondersteunde
regeneratie
Resetregeneratie
Omstandighedendieleidentotregeneratievan
hetdieselpartikellter
machinebijhoogmotortoerentalofhoge
motorbelasting
Vanwegeeenlaagtoerental,lagemotorbelasting,
ofalsdecomputervaststeltdathetDPFverstopt
raaktdoorroet
Eensomde100bedrijfsuren.
Doetzichookvoorindiendecomputerdetecteert
dateenondersteunderegeneratieonvoldoende
roetheeftverwijderd
DPF-activiteit
•HetInfoCentergeeftgeenpictogramweerdat
passieveregeneratieaanduidt.
•Tijdenspassieveregeneratieverwerkthet
dieselpartikellterheteuitlaatgassen,waarbij
schadelijkeemissieswordengeoxideerden
roetwordtverbrandtotas.
ZiePassieveregeneratievanhetDPF(bladz.34).
•HetInfoCentergeeftgeenpictogramweerdat
ondersteunderegeneratieaanduidt.
•Tijdensondersteunderegeneratiepastde
computervandemotordeinstellingenvande
motorzoaandatdeuitlaattemperatuurstijgt.
ZieOndersteunderegeneratievanhetDPF(bladz.
34).
•Wanneerhetpictogramhoge
uitlaattemperatuur
ophetInfoCenter,wordteenregeneratie
uitgevoerd.
wordtweergegeven
•Tijdensresetregeneratiepastdecomputer
vandemotordeinstellingenvandemotorzo
aandatdeuitlaattemperatuurstijgt.
TypesDPF-regeneratiewaarbijudemachinedientteparkeren:
Typeregeneratie
Geparkeerde
regeneratie
Omstandighedendieleidentotregeneratievan
hetdieselpartikellter
Doetzichvooromdatdecomputertegendruk
tengevolgevanroetophopingwaarneemtinhet
dieselpartikellter
Doetzichookvoorwanneerdebestuurdereen
geparkeerderegeneratiestart
Kanzichvoordoenwanneeruresetregeneratie
hebtverhinderdinhetInfoCenterendemachine
bentblijvengebruiken,waarbijmeerroetzichheeft
opgestapeldterwijlhetdieselpartikellteralreset
regeneratievereiste
Kanveroorzaaktwordendoordeverkeerde
brandstofofmotorolietegebruiken.
ZieRegeneratieresetten(bladz.34).
DPF-activiteit
•Wanneerhetpictogramreset-
standby/geparkeerdeofherstelregeneratie
ofMELDINGNR.188wordtweergegeven
ophetInfoCenter,wordtregeneratiegevraagd.
•Voerdegeparkeerderegeneratiezo
spoedigmogelijkuitomtevoorkomendat
herstelregeneratienodigis.
•Eengeparkeerderegeneratieduurt30tot
60minuten.
•Debrandstoftankmoettenminste1/4gevuld
zijn.
•Umoetdemachineparkerenomeen
geparkeerderegeneratieuittevoeren.
ZieEengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren(bladz.37).
32

TypesDPF-regeneratiewaarbijudemachinedientteparkeren:(cont'd.)
Typeregeneratie
HerstelregeneratieWordtuitgevoerdomdatdebestuurderaanvragen
Omstandighedendieleidentotregeneratievan
hetdieselpartikellter
vooreengeparkeerderegeneratieheeftgenegeerd
endemachineisblijvengebruiken,waardoorer
meerroetwordtopgebouwdinhetDPF
MenuDPFRegeneration
ToegangtothetmenuDPFRegeneration
1.Ganaarhetonderhoudsmenuenscrollnaar
benedennaarDPFREGENERATION.
DPF-activiteit
•Wanneerhetpictogramreset-
standby/geparkeerdeofherstelregeneratie
ofMELDINGNR.190wordtweergegeven
ophetInfoCenter,wordtherstelregeneratie
gevraagd.
•Eenherstelregeneratieduurttot3uur .
•Debrandstoftankvandemachinemoetten
minste1/2gevuldzijn.
•Umoetdemachineparkerenomeen
herstelregeneratieuittevoeren.
ZieEengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren(bladz.37).
MenuTechnician
Belangrijk:Alsditubeteruitkomt,kuntu
eengeparkeerderegeneratieuitvoerenvoordat
deroetbelasting100%bereikt,opvoorwaarde
datdemotormeerdan50uurheeftgedraaid
sindsdevorigegeslaagdereset,geparkeerdeof
herstelregeneratie.
Figuur24
2.DrukopderechterknopomnaarhetmenuDPF
Regenerationtegaan.
Tijdsindsvorigeregeneratie
ScrollinhetmenuDPFRegenerationomlaagnaar
hetveldLASTREGEN.
InhetveldLASTREGENzietuhoeveeluurdemotor
heeftgelopensindsdevorigereset,geparkeerdeof
herstelregeneratie.
GebruikhetmenuT echnicianomdehuidige
regeneratie-instellingvandemotorenhetopgegeven
roetniveautezien.
g362603
GanaarhetmenuDPFRegeneration,scrolldan
omlaagenganaarhetmenuTECHNICIAN.
g362719
Figuur26
•Gebruikdewerkingstabelvanhet
dieselpartikelltervoormeerinformatieoverde
huidigewerkingsstatusvanhetdieselpartikellter.
Figuur25
g362604
Figuur27
33
g362718

DPF-werkingstabel
Status
Normaal
AssistRegenDecomputervandemotorvoerteen
ResetStby
ResetRegenDecomputervandemotorvoerteen
ParkedStby
ParkedRegenUhebteengeparkeerderegeneratie
Recov.Stby
Recov.RegenUhebteenherstelregeneratiegevraagd
Beschrijving
Hetdieselpartikellterisinnormale
bedrijfsmodus–passieveregeneratie.
ondersteunderegeneratieuit.
Decomputer
vandemotor
probeerteenreset
regeneratieuitte
voeren,maaréén
vandevolgende
omstandigheden
verhindert
regeneratie:
resetregeneratieuit.
Decomputervandemotorvraagtdatu
eengeparkeerderegeneratieuitvoert.
aangevraagdendecomputervande
motorisbezigmetderegeneratie.
Decomputervandemotorvraagtomeen
herstelregeneratie.
endecomputervandemotorisbezig
metderegeneratie.
DeinstellingInhibit
RegenstaatAAN.
De
uitlaattemperatuur
istelaagvoor
regeneratie.
•Deroetbelastingwordtuitgedruktalshet
percentageroetinhetdieselpartikellter;kijkin
detabelroetbelasting.
Opmerking:Dewaardevanderoetbelasting
varieertnaargelanghetgebruikvandemachine
enDPF-regeneratie.
Tabelroetbelasting(cont'd.)
Belangrijkeroetbelastingswaarden
100%
122%
Statusregeneratie
Decomputervandemotor
vraagtautomatischeen
geparkeerderegeneratie.
Decomputervandemotor
vraagtautomatischeen
herstelregeneratie.
PassieveregeneratievanhetDPF
•Passieveregeneratiewordtuitgevoerdtijdensde
normalewerkingvandemotor.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
Ondersteunderegeneratievanhet
DPF
•Decomputervandemotorpastdeinstellingen
vandemotoraanomdeuitlaattemperatuurte
verhogen.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
Regeneratieresetten
Tabelroetbelasting
Belangrijkeroetbelastingswaarden
0%tot5%
78%
Figuur28
Statusregeneratie
Minimaleroetbelasting
Decomputervandemotor
voerteenondersteunde
regeneratieuit.
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde
uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C).
g365225
Heteuitlaatgassenkunnenuofanderenletsel
toebrengen.
•Laatdemotornooitdraaienineen
afgeslotenruimte.
•Zorgdaterzichgeenontvlambare
materialenindebuurtvanhet
uitlaatsysteembevinden.
•Raakonderdelenvaneenheet
uitlaatsysteemnooitaan.
•Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande
machinestaan.
•Hetpictogramhogeuitlaattemperatuur
weergegevenophetInfoCenterterwijldereset
regeneratiewordtuitgevoerd.
34
wordt

•Decomputervandemotorpastde
motorinstellingenzoaandatdeuitlaattemperatuur
stijgt.
Belangrijk:Hetpictogramhoge
uitlaattemperatuurgeeftaandatde
uitlaattemperatuurvanuwmachinehogerkan
zijndanbijnormaalbedrijf.
•Laatdemotortijdenshetgebruikvandemachine
zoveelmogelijkophetmaximaletoerentalenmet
hogebelastinglopenomderegeneratievanhet
DPFtebevorderen.
•Zetwanneerditmogelijkisdemotornietafen
verlaaghetmotortoerentalniettijdensdereset
regeneratie.
Belangrijk:Laatdemachineindienmogelijk
devolledigeherstelregeneratieuitvoeren
voordatudemotorafzet.
Periodiekeresetregeneratie
Alsdemotorindeafgelopen100bedrijfsurengeen
succesvollereset,geparkeerdeofherstelregeneratie
heeftuitgevoerd,zaldecomputervandemotoreen
resetregeneratietrachtenuittevoeren.
InhibitRegeninstellen
Uitsluitendresetregeneratie
Eenresetregeneratieleidttothogeretemperatuur
vandeuitlaatgassen.Alsudemachinegebruikt
nabijbomen,struiken,hooggrasofandere
temperatuurgevoeligeplantenofmaterialen,kuntude
instellingInhibitRegengebruikenomteverhinderen
datdecomputervandemotoreenresetregeneratie
uitvoert.
Belangrijk:Wanneerudemotoruitschakelten
weerstart,schakeltdeinstellingInhibitRegen
naarUIT.
Opmerking:AlsuhetInfoCentervraagtom
regeneratieteverhinderen,zalhetInfoCenter
zolangdemotoreenresetregeneratievraagtomde
15minutenMELDINGNR.185weergeven.
Figuur29
1.GanaarhetmenuDPFRegenerationenscroll
omlaagnaarINHIBITREGEN.
Figuur30
2.DrukopderechterknopomdeinstellingInhibit
RegennaarAANofUITtewijzigen.
Figuur31
g224692
g362745
g365224
35

Resetregeneratietoestaan
Geparkeerdeofherstelregeneratie
HetInfoCentergeefthetpictogramhoge
uitlaattemperatuurweerwanneereenreset
regeneratiewordtuitgevoerd.
Opmerking:AlsInhibitRegenAANstaat,geeft
hetInfoCenterMELDINGNR.185weer.Drukopde
rechterknopomdeinstellingInhibitRegenUITte
schakelenengadoormetderesetregeneratie.
Figuur32
Opmerking:AlshetInfoCenterMELDINGNR.186
weergeeft,zetudemotoropvolgas(hoogstationair)
omderesetregeneratietelatenverdergaan.
•Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerderegeneratieofherstelregeneratie
vraagt,wordthetpictogramregeneratievereist
weergegevenophetInfoCenter.
•Demachinevoertnietautomatischeen
geparkeerderegeneratieofeenherstelregeneratie
uit;umoetderegeneratieuitvoerenviahet
InfoCenter.
Berichtengeparkeerderegeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreengeparkeerde
regeneratievraagt,wordendevolgendemeldingen
weergegeveninhetInfoCenter:
•MotorwaarschuwingSPN3720,FMI16
g362746
g213863
Figuur34
Figuur33
Opmerking:Wanneerresetregeneratievoltooidis,
verdwijnthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
vanhetschermvanhetInfoCenter.
•MELDINGNR.188Geparkeerderegeneratievereist
Opmerking:Meldingnr.188verschijntomde
15minuten.
g224395
g224397
Figuur35
Berichtenherstelregeneratie
Wanneerdecomputervandemotoreengeparkeerde
regeneratievraagt,wordendevolgendemeldingen
weergegeveninhetInfoCenter:
MotorwaarschuwingSPN3719,FMI0
RaadpleegdeOnderhoudshandleidingofuwerkende
servicedealervoormeerinformatie.
g213867
Figuur36
36

OnbeschikbareoptiesDPF-status
•Alsdecomputervandemotoreengeparkeerde
regeneratievraagtofbezigismetdeverwerking
vaneengeparkeerderegeneratie,wordtde
optiePARKEDREGENvergrendeldenhet
vergrendelingspictogramverschijntophetscherm.
Figuur37
•Alsdecomputervandemotoreen
herstelregeneratievraagtofbezigismet
deverwerkingvaneenherstelregeneratie,wordt
deoptieRECOVERYREGENvergrendeldenhet
vergrendelingspictogramverschijntophetscherm.
stationairetoerentalverhoogtofdeparkeerrem
vrijzet.
g224625
Figuur38
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie
uitvoeren
VOORZICHTIG
GedurendedeDPF-regeneratieisde
uitlaattemperatuurhoog(ongeveer600°C).
Heteuitlaatgassenkunnenuofanderenletsel
toebrengen.
•Laatdemotornooitdraaienineen
afgeslotenruimte.
•Zorgdaterzichgeenontvlambare
materialenindebuurtvanhet
uitlaatsysteembevinden.
•Raakonderdelenvaneenheet
uitlaatsysteemnooitaan.
•Blijfnooitindebuurtvandeuitlaatvande
machinestaan.
g224628
Belangrijk:Decomputervandemachine
annuleertdeDPF-regeneratiealsuhetlaag
37

1.Zorgdatdemachineminstensdeaanbevolen
hoeveelheidbrandstofindetankheeftvoorhet
typeregeneratiedatuwenstuittevoeren:
•Geparkeerderegeneratie:brandstoftank
1/4vol
•Herstelregeneratie:brandstoftank1/2vol
8.DrukinhetschermINITIA TEDPFREGENopde
rechterknopomverdertegaan.
2.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond,
opeenplaatsbuiten,uitdebuurtvanbrandbare
materialen.
3.Schakeldeparkeerreminenlaatdearmenvan
deladerzakken.
4.ZetgashendeloplaagSTATIONAIR.
5.ScrollinhetmenuDPFRegenerationnaar
PARKEDREGENST ARTofRECOVERYREGEN
START.Drukopderechterknopomde
regeneratietestarten.
Figuur39
6.Wanneerudaaromwordtgevraagd,controleert
uofhetbrandstofpeilvoldoendeis,zoals
aangegeveninstap1.Drukopderechterknop
omverdertegaan.
g224630
Figuur42
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
9.HetInfoCentertoontdeboodschapINITIATING
DPFREGEN.
g227681
Figuur43
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
g362809
10.HetInfoCentertoonthoelangderegeneratie
zalduren.
•Eengeparkeerderegeneratieduurttot
30minuten.
•Eenherstelregeneratieduurttot3uur.
Opmerking:ZieEengeparkeerdeof
herstelregeneratieannuleren(bladz.39)alsu
deregeneratiemoetannulerennadatdezeis
gestart.
Figuur40
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
7.ControleerinhetschermDPFchecklist
ofdeparkeerremingeschakeldisenhet
motortoerentaloplaagstationairstaat.Drukop
derechterknopomverdertegaan.
Figuur41
SchermRecoveryRegenerationafgebeeld.
g227678
g224406
g224416
Figuur44
g227679
38

11.Decomputervandemotorcontroleertde
motorstatusenfoutinformatie.HetInfoCenter
kandevolgendemeldingenweergeven:
BerichtRemedie
Verlaathetmenu
regeneratieenlaat
demachinelopentot
ermeerdan50uur
verstrekenissindsde
vorigeregeneratie;zieTijd
sindsvorigeregeneratie
(bladz.33).
Losdemotorfoutop
enprobeernogmaals
DPF-regeneratieuitte
voeren.
Startdemotorenlaatdeze
lopen.
13.Wanneerdecomputervandemotoreen
geparkeerdeofherstelregeneratievoltooid
heeft,verschijntMELDINGNR.183ophet
InfoCenter.Alsderegeneratienietvoltooid
kanworden,geefthetInfoCenterMELDING
NR.184weer.Drukopdelinkerknopomhet
hoofdschermteverlaten.
g362807
Figuur45
Eengeparkeerdeofherstelregeneratie
annuleren
Laatdemotorlopentotde
koelvloeistoftemperatuur
60°Cbedraagt.
Veranderhet
motortoerentalnaarlaag
stationair.
Loshetprobleemmetde
computervandemotor
openprobeernogmaals
DPF-regeneratieuitte
voeren.
12.HethoofdschermvanhetInfoCenterverschijnt
enhetpictogramregeneratieaanvaard
verschijntrechtsonderaanhetschermterwijlde
regeneratiebezigis.
Opmerking:T erwijldeDPF-regeneratiebezig
is,wordthetpictogramhogeuitlaattemperatuur
1.ScrollinhetmenuDPFRegenerationnaar
PARKEDREGENCANCELofRECOVERYREGEN
CANCEL.
g362918
Figuur46
2.Drukopderechterknopomderegeneratiete
annuleren.
weergegeveninhetInfoCenter.
39

Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig),
laatdearmenvandeladerneer,zetdemotor
uit,verwijderhetsleuteltje,wachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandzijngekomenen
laatdemachineafkoelenvoordatudezeafstelt,
reinigt,staltofonderhouduitvoert.
•Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotor
ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen
brandstofop.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig
vastzit.
•Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruik
heetkunnenworden.Laatdezeeerstafkoelen
voordatudemachineafsteltoferonderhouds-of
reparatiewerkzaamhedenopuitvoert.
•Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Eendefectemachine
verplaatsen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenof
trekkenzonderdatueerstdesleepkleppenhebt
geopend,omdatandershethydraulischesysteem
beschadigdraakt.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Verwijderdeondersteplaat;zieDeonderste
plaatverwijderen(bladz.48).
3.Verwijderdedopvoorelkeaandrijfmotor.
Eenvastzittendemachine
uitdemodderhalen
Alsdemachinevastkomttezitten(bv.inmodderige
omstandigheden),trektudemachineterugineen
stabielepositiedoorgelijktijdigbeidehefpunten
vooraanofbeideachterstebevestigingspuntente
gebruiken.
Belangrijk:Gebruikdevoorstebevestigingspun-
tennietomdemachinetetrekken.
g362932
Figuur48
1.Dopvanaandrijfmotor
4.Smeereenring(M12)aanbeidekanteninmet
olie.
5.Schroefeenmoer(M12)opeenschroef(M12)
enmonteervervolgensdeschroefdoordering
enhetbypassgereedschapinderemzuiger.
Niettevastdraaien.
1.Hefpuntenvooraan
Figuur47
g371330
2.Achterste
bevestigingspunten
1.Bypassgereedschap3.Moer
2.Ring
40
Figuur49
4.Schroef
g370287

6.Draaidemoervastomderemvrijtezetten.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar
vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik
altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte.
Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis
voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting
enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees
aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof
uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten
inzakeaanhangersendebevestigingvanmachines.
Figuur50
7.Verwijderdevoorstekap;Devoorstekap
verwijderen(bladz.48).
8.Draaidesleepkleppenonderdehydraulische
pompentweekeerlinksom.
Figuur51
1.Sleepklep
9.Sleepdemachinezoalsvereist.Maakhierbij
gebruikvandepuntendiewordenomschreven
inEenvastzittendemachineuitdemodder
halen(bladz.40).
g370392
WAARSCHUWING
Deelnameaanhetwegverkeerzonder
richtingaanwijzers,verlichting,reectoren
ofeenbordmetdeaanduiding'Langzaam
rijdendvoertuig'isgevaarlijkenkanleidentot
ongelukkendielichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerselecteren
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken(Figuur52).
•Gebruikuitsluitendoprijplatenoverde
g362931
volledigebreedte.
•Zorgervoordatdeoprijplaatminstens
4keerzolangisalsdeafstandvande
aanhangwagenofdelaadbaktotdegrond.
Hierdoorisdehoekdiedeoprijplaatmaakt
nietgroterdan15gradenopeenvlakke
ondergrond.
10.Nadatudemachinehebthersteld,moetude
sleepkleppensluitenvoordatudemachine
gebruikt.
11.Monteerdevoorstekap.
12.Verwijderhetbevestigingsmateriaalenhet
bypassgereedschapvanelkeaandrijfmotoren
monteerdedop.
13.Plaatsdeondersteplaat.
41

Figuur52
1.Oprijplaat/-platenover
volledigebreedtein
opslagpositie
2.Deoprijplaatisminstens4
keerzolangalsdeafstand
vandeaanhangwagenof
delaadbaktotdegrond
3.H=Afstandvande
aanhangeroflaadbaktot
degrond
4.Aanhanger
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofwordt
uitgeladen,wordtdekansvergrootdatde
machinekantelt.Ditkanernstiglichamelijk
letselofdedoodveroorzaken.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
machineeenoprijplaatop-/afrijdt.
•Laaddemachineinenuitmetdezwaarste
kantnaardebovenstezijdevande
oprijplaatgericht.
•Umagnietabruptversnellenofvertragen
alsudemachineeenoprijplaatop-of
g229507
afrijdt,omdatandersdemachinekan
kantelenofudecontroleoverdemachine
kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,moetudeze
danaanhetsleepvoertuigbevestigenende
veiligheidskettingenaansluiten.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenvande
aanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
4.Brengdearmenvandeladeromlaag.
5.Laaddemachineopdeaanhangermetde
zwaarstekantnaardebovenstezijdevan
deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading
onderaanzit.
•Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar
werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde
machinedanvoorwaartsopdeoprijplaat.
•Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan
achteruitopdeoprijplaat.
Figuur53
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar
werktuig–rijde
machinevooruitopde
oprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig
ofzonderwerktuig–rijde
machineachteruitopde
oprijplaat/-platen.
6.Laatdearmenvandeladervolledigzakken.
7.Steldeparkeerreminwerking,zetdemotoraf
enverwijderhetcontactsleuteltje.
42
g204457

8.Gebruikdemetalenbindogenopdemachine
omdemachinegoedtebevestigenopde
aanhangwagenofdevrachtwagenmetbanden,
kettingen,kabelsoftouwen.Raadpleegde
lokalevoorschrifteninzakehetvastbindenvan
demachine.
Belangrijk:Gebruikdebindogennietom
demachinetetillen.
Figuur54
Demachineomhoogbrengen
Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigenen
brengdemachineomhoogmetbehulpvande4
hefpunten.
Overschrijdeenhoekvan30gradennietwanneer
udemachineomhoogbrengt;gebruikdeminimale
kettinglengtesdiehieronderzijnaangegeven.
g318338
1.Bindogen
Demachineuitladen
1.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
2.Rijdemachinevandeaanhangermetde
zwaarstekantnaardebovenstezijdevan
deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading
onderaanzit.
•Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar
werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde
machinedanachteruitvandeoprijplaat.
•Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan
vooruitvandeoprijplaat.
g375790
Figuur56
1.Kettinglengtevoorachterstehefpunt(2)–143,0cm
2.Kettinglengtevoorvoorstehefpunt(2)–223,2cm
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar
werktuig–rijde
machineachteruitvan
deoprijplaat/-platen.
g204458
Figuur55
2.Machinemetleegwerktuig
ofzonderwerktuig–rijde
machinevooruitvande
oprijplaat/-platen.
43

Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidbijonderhoud
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande
machine.
•Parkeerdemachineopeenegaleondergrond,
schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuig
omlaag,steldeparkeerrem(indienaanwezig)
inwerking,zetdemotoruitenverwijderhet
sleuteltje.Wachttotdatallebewegendedelentot
stilstandzijngekomenenlaatdemachineafkoelen
voordatudezeafstelt,reinigt,staltofrepareert.
•Veeggemorsteolieenbrandstofop.
•Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructiesnooitonderhoudswerkzaamhedenaan
demachineuitvoeren.
•Plaatsdeonderdelenopkriksteunenindiendit
nodigis.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie;zieHydraulischedrukaaten
(bladz.67).
•Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieDe
Aanbevolenonderhoudsschema
accu-ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.
56).
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde
machinenietafterwijldemotorloopt.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig
vastzit.Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Knoeinietmetdeveiligheidsvoorzieningen.
•Werktuigenkunneninvloedhebbenopdestabiliteit
endebedieningvandemachine.
•Gebruikalleenoriginelereserveonderdelenvan
Toro.
•Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamhe-
dennodigisdatdeladerarmenomhoogstaan,kunt
udearmenindeopgehevenstandvergrendelen
metdehydraulischecilindervergrendeling(en).
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Demachinesmeren.(onmiddellijknaelkewasbeurt).
•Controleerdeonderhoudsindicatorvanhetluchtlter.
•Controleerhetmotoroliepeil.
•Reinigderupsbandenencontroleeropovermatigeslijtageenganaofzedejuiste
spanninghebben.
•Verwijderdagelijksvuilvanhetscherm,deoliekoelerendevoorzijdevande
radiateur.Doeditvakerinstofgeenvuileomstandigheden.
•Hetradiateurschermcontrolerenenreinigen
•Controleerhetkoelvloeistofpeilindeexpansietank.
•Verwijdervuilvandemachine.
•Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
•Deinstelschroevenvandearmenvandeladervastdraaien.
44

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Verwijderwaterenandervuiluitdewaterafscheider.
•Controleerdeconditievandeaccu.
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Verwijderhetluchtlterdekselenverwijderhetvuil.(Verwijderhetvuilvakeralsde
machinewordtgebruiktinstofgeofvuileomstandigheden.)
•Controleerdeslangenvanhetkoelsysteem.
•Deriemspanningvandewisselstroomdynamocontroleren.
•Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen,
kinken,loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenalsgevolgvanweersinvloeden
endeinwerkingvanchemicaliën.
•Controleeroferaangekoektvuilophetchassiszit.(Vakerinvuileomstandigheden.)
•Spanningvanderiemvandewisselstroomdynamo/ventilatorcontroleren.
Omde250bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Omde800bedrijfsuren
Omde1000bedrijfsuren
Omde1500bedrijfsuren
Omde3000bedrijfsuren
Jaarlijksofvóórstalling
Omde2jaar
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Controleerdebrandstoeidingenenaansluitingenopslijtage,beschadigingenof
loszittendeverbindingen.
•Verversdehydraulischeolieenvervangdelters(alsugeenT orovloeistofgebruikt).
•Luchtlteronderhoudsbeurtgeven.(Geefhetluchtltervakereenonderhoudsbeurt
inzeerstofgeofvuileomstandigheden.)
•Filtervanwaterafscheidervervangen.
•Brandstofaftappenuitdebrandstoftank(s)endezereinigen—alleendooreen
erkendeservicedealer.
•Deriemvandewisselstroomdynamo/ventilatorvervangen(raadpleegde
Gebruikershandleidingvandemotorvoorinstructies).
•Motorkoelvloeistofverversen.
•Verversdehydraulischeolieenvervangdelters(alsuT orovloeistofgebruikt).
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
•Demonteer,reinigenmonteerhetroetltervanhetDPFofalsmotorfoutSPN3251
FMI0,SPN3720FMI0,ofSPN3720FMI16ophetInfoCenterverschijnt.
•Despanningvanderupsbandencontrolerenenopdejuistespanningbrengen.
•Beschadigdelakbijwerken.
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
45

Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Decilindervergrendelingen
gebruiken
WAARSCHUWING
Alsdearmenvandeladerindeopgeheven
standstaan,kunnendezeomlaagkomen
waardooriemanddieeronderstaatbekneld
kanraken.
Plaatsdecilindervergrendeling(en)voordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertwaarbij
dearmenvandeladeromhoogmoetenstaan.
5.Schuifdecilindervergrendelingoverde
hefcilinderstang.
g267536
Figuur58
1.Cilindervergrendeling3.Pen(2)
2.Stangvanhefcilinder
Cilindervergrendelingen
aanbrengen
1.Verwijderhetwerktuig.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Draaideknoploswaarmeedecilindervergrendelingaandearmvandeladerisbevestigd.
Figuur57
1.Pen3.Handknop
2.Cilindervergrendeling
6.Herhaalstap4en5voordeanderekantvan
demachine.
7.Brenglangzaamdearmenvandeladeromlaag
totdatdecilindervergrendelingencontactmaken
metdecilinderbehuizingenendeuiteindenvan
destang.
8.Bevestigdevergrendelingvandeklepvande
lader;zieVergrendelingvanklepvanlader
(bladz.15)
g359013
46

Decilindervergrendelingen
verwijderenenopslaan
Belangrijk:Verwijderdecilindervergrendelingen
vandestangenenvergrendelzevollediginde
opslagstandvoordatudemachinebedient.
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Verwijderdepennenwaarmeede
cilindervergrendelingenzijnbevestigd.
Toegangkrijgentot
inwendigeonderdelen
WAARSCHUWING
Alsudeksels,kappenofschermenopenmaakt
terwijldemotordraait,kuntuincontact
komenmetbewegendeonderdelenendaarbij
ernstigletseloplopen.
Voordatueendeksel,kapofschermopent:
zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeuithet
contactenlaatdemotorafkoelen.
5.Verwijderdecilindervergrendelingenvande
hefcilinderstangen.
6.Plaatsdepennenindevergrendelingen.
7.Plaatsdecilindervergrendelingenopdearmen
vandelader,metdepenringenonderde
vergrendelingen,enbevestigelkevergrendeling
metdehandknop.
Figuur59
1.Pen3.Handknop
2.Cilindervergrendeling
Motorkapopenen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Ontgrendeldemotorkapmetde
vergrendelsleutelendrukopdeknopom
devergrendelingvrijtezetten.
g359013
8.Brengdearmenvandeladeromlaag.
g362359
Figuur60
4.Opendemotorkap
Demotorkapsluiten
1.Laatdemotorkapzakken.
2.Drukdevergrendelingnaarbenedenomde
motorkaptebevestigen.
3.Vergrendeldemotorkapmetde
vergrendelsleutel.
47

Deachterstekapverwijderen
Deondersteplaatverwijderen
1.Verwijderde2boutenwaarmeedebovenkant
vandeachterstekapisbevestigd.
Figuur61
2.Tildekapuitdesleuvenindebeugelvande
radiateur.
1.Verwijderde2boutenwaarmeedeonderste
plaatisbevestigd.
g359291
Figuur63
2.Verwijderdeondersteplaat.
g359278
Devoorstekapverwijderen
1.Brengdelaadarmenomhoogenbevestigze
metdecilindervergrendelingen.
2.Maakde2boutenloswaarmeedevoorstekap
aandemachineisbevestigd.
Figuur62
g359302
Figuur64
1.Voorstekap
2.Bout(2)
3.Schuifdekapvandemachine.
4.Wanneerudekapmonteert,draaitudebouten
g359279
vastmeteentorsievan41N·m
48

Devoorstekapverwijderen
1.Brengdelaadarmenomhoogenbevestigze
metdecilindervergrendelingen.
2.Opendemotorkap.
3.Verwijderde4boutenwaarmeedekapis
bevestigdaandemachine.
Figuur65
Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
(onmiddellijknaelkewasbeurt).
Typevet:vetvooralgemenedoeleinden.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
g363210
4.Verwijderdekap.
Zijschermenverwijderen
1.Opendemotorkap.
2.Schuifhetschermuitdevoorsteenachterste
sleuven.
Figuur66
g359308
Figuur67
4.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel.
5.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbij
delagersnaarbuitenkomt(ongeveer3maal
pompen).
g363164
6.Overtolligvetwegvegen.
1.Zijscherm
49

Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
•Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
•Verandernooitdestandvandetoerenregelaar
vandemotorenlaatdemotorniettesneldraaien.
•Houduwhanden,voeten,gezicht,andere
lichaamsdelenenkledinguitdebuurtvande
geluiddemperenandereheteoppervlakken.
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde
onderhoudsindicatorvanhet
luchtlter.
Omde100bedrijfsuren—Verwijderhet
luchtlterdekselenverwijderhetvuil.(Verwijder
hetvuilvakeralsdemachinewordtgebruiktin
stofgeofvuileomstandigheden.)
Omde500bedrijfsuren—Luchtlter
onderhoudsbeurtgeven.(Geefhetluchtlter
vakereenonderhoudsbeurtinzeerstofgeof
vuileomstandigheden.)
Figuur68
1.Luchtlterbehuizing
2.Pakking
3.Veiligheidselement6.Rubberenuitlaatklep
7.Zorgervoordathetdekselgoedvastzitende
luchtlterbehuizinghelemaalafsluit.
4.Filter
5.Luchtlterdeksel
Onderhoudvanhetluchtlter
Opmerking:Alsdeschuimrubberenpakkinginhet
dekselisbeschadigd,moetuditvervangen.
Belangrijk:Gebruikgeenpersluchtonderhoge
druk,omdathierdoorvuilviahetlterinhet
inlaatkanaalkanwordengeblazen.
Belangrijk:Reinignooiteengebruiktlteromdat
ditkanleidentotbeschadigingvandeltermedia.
Belangrijk:Eenbeschadigdltermagniet
wordengebruikt.
g332364
Luchtltercontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Opendemotorkap.
4.Controleerdeluchtlterbehuizingop
beschadigingendieeenluchtlekzoudenkunnen
veroorzaken.
Vervangeenbeschadigdeluchtlterbehuizing.
5.Controleerhetluchtinlaatsysteemoplekken,
beschadigingoflosseslangklemmen.
6.Geefhetluchtlterenhetveiligheidselement
eenonderhoudsbeurtwanneeruwordt
gewaarschuwd.
Belangrijk:Geefhetluchtlterniettevaak
eenonderhoudsbeurt.
Belangrijk:Druknietophetexibelemiddenvan
hetlter.
50

Carterinhoud:6,6litermetlter
Verkieslijkemotorolie:T oroPremiummotorolie
Indienueenandereoliegebruikt,gebruikdan
hoogwaardigemotoroliemetlaagasgehaltedie
minstensvoldoetaandevolgendespecicaties:
•APIonderhoudsclassicatieCJ-4ofhoger
•ACEAonderhoudsclassicatieE6
•JASOonderhoudsclassicatieDH-2
Belangrijk:Gebruikvanandereoliedan
API-classicatieCJ-4ofhoger,ACEAE6,ofJASO
DH-2kanhetdieselpartikellterdoenverstoppen
ofdemotorbeschadigen.
Gebruikmotoroliemetdevolgendeviscositeit:
•SAE10W-30of5W-30(vooralletemperaturen)
•SAE15W-40(boven0°F)
Opmerking:Vraaguwerkendeservicedealerom
ToroPremiummotorolie.
Figuur69
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet
motoroliepeil.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Verversde
motorolieenvervanghetlter.
Omde250bedrijfsuren—Verversdemotorolie
envervanghetlter.
Hetmotoroliepeilcontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Verwijderhetlinkerzijscherm.
5.Maakschoonronddeoliepeilstokende
olievuldop.
g031807
g361061
Figuur70
1.Olievuldop2.Oliepeilstok
Motorolietype
Hetcartervandemotorisindefabriekgevuldmet
olie;hetoliepeilmoetechterwordengecontroleerd
voor-ennadatdemotorvoordeeerstekeerisgestart.
6.Controleerhetoliepeilenvulindiennodigbij
metolie.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhet
carter;alshetoliepeilinhetcartertehoogis
51

enulaatdemotortochdraaien,kuntudeze
beschadigen.
Motorolieverversenenlter
vervangen
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterworden
afgetapt.
3.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
4.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
5.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
6.T apdeolieafonderhetplatform.
VOORZICHTIG
Deonderdelenkunnenheetzijnals
demachineheeftgewerkt.Ukunt
zichverbrandenalsuheteonderdelen
aanraakt.
7.Sluitdemotorkap.
Figuur71
g264959
Zorgdatugeenheteonderdelenaanraakt
wanneerudeolieen/ofhetltervervangt.
52

g361063
Figuur72
7.Draaideaftapplugvastmeteentorsievan46
tot56N·m.
8.Opendemotorkap.
9.Verwijderhetlinkerscherm;zieZijschermen
verwijderen(bladz.49).
10.Plaatseenondiepeopvangbakofeendoek
onderhetlteromolieoptevangen.
11.Vervanghetolielter.
g360882
Figuur73
g031261
12.Verwijderdeolievuldopengietlangzaam
ongeveer80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolieinhetklepdeksel.
13.Controleerhetoliepeil.
14.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde
bovensteopeningopdepeilstokbereikt.
15.Plaatsdevuldopterug.
16.Monteerhetlinkerscherm.
17.Sluitdemotorkap.
53

Onderhoudvande
Onderhoud
dieseloxidatiekatalysator
(DOC)enhetroetlter
Onderhoudsinterval:Omde3000bedrijfsurenof
alsmotorfoutSPN3251FMI0,SPN
3720FMI0,ofSPN3720FMI16op
hetInfoCenterverschijnt.
AlsmotorfoutCHECKENGINESPN3251FMI0,CHECK
ENGINESPN3720FMI0,ofCHECKENGINESPN3720FMI
16ophetInfoCenterverschijnt,maakhetroetlter
danschoonzoalshieronderbeschreven:
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
RaadpleegBrandstofveiligheid(bladz.
21)vooreenvolledigelijstvan
brandstofgerelateerdevoorzorgen.
Waterafscheideraftappen
g214715
g213864
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
Figuur74
1.Ziehethoofdstukoverdemotorinde
Onderhoudshandleidingvoorinformatie
overdedemontageenmontagevande
dieseloxidatiekatalysator(DOC)enroetltervan
hetDPF .
2.Neemcontactopmetuwerkendeservicedealer
voorvervangingsonderdelenofonderhoud
vandedieseloxidatiekatalysator(DOC)enhet
roetlter.
3.Neemcontactopmetuwerkendeservicedealer
vooreenresetvandeECUvandemotorna
montagevaneenschoonDPF .
3.Plaatseenopvangbakonderdewaterafscheider.
g213863
g361075
Figuur75
1.Waterafscheider2.Aftapventiel
4.Draaihetaftapventielaandeonderzijdevande
lterbuslosenlaathetwaterweglopen.
5.Maakhetaftapventielvast.
54

Filtervanwaterafscheider
Brandstoeidingenen
vervangen
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijderdeachterstekap;zieDeachterstekap
verwijderen(bladz.48).
4.Reinighetgebiedwaardewaterafscheider
wordtbevestigd.
aansluitingencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode
aan)
Inspecteerdebrandstoeidingenenaansluitingenop
slijtage,beschadigingenofloszittendeverbindingen.
Draaieventuelelosseaansluitingenvastenneem
contactopmeteenerkendeservicedealervoorhulp
bijhetherstellenvanbeschadigdebrandstoeidingen.
Figuur76
1.Waterafscheider
5.Verwijderdelterbusenreinigdeplaatswaar
dezewordtgemonteerd
6.Smeerschoneolieopdepakkingvandenieuwe
lterbus.
7.Vuldebusmetbrandstof.
8.Monteerdelterbusmetdehandtotdatde
pakkingcontactmaaktendraaidezevervolgens
nogeenhalveslagverder.
9.Monteerdeachterstekap.
g361076
55

Hetbrandstofsysteem
Onderhoudelektrisch
ontluchten
Umoethetbrandstofsysteemontluchtenvoordatude
motorstart,indienzichéénvandevolgendesituaties
heeftvoorgedaan:
•Eerstekeerstartenvaneennieuwemachine
•Demotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
•Erisonderhouduitgevoerdoponderdelenvan
hetbrandstofsysteem(erisbijvoorbeeldeenlter
vervangen).
1.DraaihetsleuteltjenaardestandLOPEN.
2.Laatdebrandstofpomp2minutendraaien
voordatudemachinestart.
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank(s)
Onderhoudsinterval:Omde500bedrijfsuren
Laateenerkendeservicedealerbrandstofaftappenuit
debrandstoftank(s)endezereinigen.
systeem
Veiligheidvanhet
elektrischsysteem
•Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieDe
accu-ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.
56).
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu
aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding
engebruikgeïsoleerdgereedschap.
•Accuzuurisgiftigenkanbrandwonden
veroorzaken.Voorkomcontactmetdehuid,ogen
enkleding.Beschermuwgezicht,ogenenkleding
alsuwerkzaamhedenverrichtaandeaccu.
•Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
Deaccu-ontkoppelingsschakelaargebruiken
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Opendemotorkap.
4.Zetdeaccu-ontkoppelingsschakelaarinde
standAANofUITomdeonderstaandeactiesuit
tevoeren:
•Omdemachineelektrischopteladen,
draaitudeaccu-ontkoppelingsschakelaar
rechtsomnaardestandAAN.
•Omdemachineelektrischteontladen,draait
udeaccu-ontkoppelingsschakelaarlinksom
naardestandUIT.
56

Figuur77
g361175
1.Accu-ontkoppelingsschakelaar:standUIT
2.Accu-ontkoppelingsschakelaar:standAAN
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Controleerdeconditie
vandeaccu.
Deaccuverwijderen
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komen,waardoorlichamelijkletselkan
ontstaan.
Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
3.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
4.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
5.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.49).
6.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool.
Bewaardebevestigingsmiddelen.
Figuur78
1.Pluskabel4.Minkabel
2.Vleugelmoerenstang(2)
3.Beugel
7.Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel
(rood).
8.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool.
Bewaardebevestigingsmiddelen.
9.Verwijderdevleugelmoeren,stangenenband.
10.Deaccuverwijderen.
5.Accu
Accuopladen
WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassen
dietotontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij
deaccukomen.
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265).Dit
isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu
tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvandemachine;raadpleeg
Deaccuverwijderen(bladz.57).
2.Laaddeaccu4tot8uuropbij3tot4A.De
accunietoverladen.
g361207
57

Figuur79
1.Pluspoolvandeaccu
2.Minpoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
4.Zwarte(–)oplaadkabel
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt
udeacculaderuithetstopcontactenmaakt
uvervolgensdeoplaadkabelslosvande
accuklemmen.
Deaccureinigen
Opmerking:Zorgervoordatdeaccuklemmenen
degeheleaccubehuizingschoonzijnomdateenvuile
acculangzaamstroomafgeeft.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Haaldeaccuuitdemachine;Deaccu
g003792
verwijderen(bladz.57).
4.Wasdeheleaccubakmeteenoplossingvan
natriumbicarbonaatenwater.
5.Spoeldeaccumetschoonwater.
6.SmeereendunlaagjeGrafo112X-vet(T oro
onderdeelnr.505-47)ofvaselineopde
accupolenendekabelklemmenomcorrosiete
voorkomen.
7.Monteerdeaccu;zieAccumonteren(bladz.
59).
58

Accumonteren
Demachinestartenmet
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabels
totgevolghebbenenvonkenveroorzaken.
Hierdoorkunnenaccugassentotontplofng
komen,waardoorlichamelijkletselkan
ontstaan.
Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
1.Plaatsdeaccuopdeaccubakenbevestighem
metdeband,vleugelmoerenenstangen.
startkabel
WAARSCHUWING
Deaccustartenmeteenstartkabelkangassen
producerendietotontplofngkunnenkomen.
Rooknietindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbij
deaccukomen.
1.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.48).
2.Controleerdeaccupolenoproestvormingen
verwijderroestvoordatudemachinestartmet
eenstartkabel.Zorgdatdeverbindingenstevig
vastzitten.
VOORZICHTIG
Roestenlosseverbindingenkunnen
opomhetevenwelkmomentvande
startprocedureongewensteelektrische
spanningspiekenveroorzaken.
Figuur80
1.Pluskabel4.Minkabel
2.Vleugelmoerenstang(2)
3.Beugel
2.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmiddelenomdepluskabel(rood)opdepluspool(+)
vandeaccuaantesluiten.
3.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop
depluspoolvandeaccu.
4.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmiddelenomdeminkabel(zwart)opdeminpool(–)
vandeaccuaantesluiten.
5.Monteerdevoorstekap.
5.Accu
Onderhoudvaneenreserveaccu
Deoorspronkelijkeaccuheeftgeenonderhoudnodig.
Raadpleegvoorhetonderhoudvaneenreserveaccu
deinstructiesvandefabrikant.
Gebruikgeenstartkabelsalsde
accupolenloszittenofverroestzijn;dit
g361207
kanschadeaandemotorveroorzaken.
GEVAAR
Startkabelsgebruikenopeenzwakke
accudiegebrokenofbevrorenis,
ofdieeenlaagaccuzuurpeilofeen
open/kortgeslotenaccucelheeft,kantot
ontplofngenernstigpersoonlijkletsel
leiden.
Gebruikgeenstartkabelsopeenzwakke
accudiezulkeeigenschappenvertoont.
3.Gebruikalsstartaccueengoede,volledig
opgeladenloodzuuraccumeteenspanningvan
minstens12,6V.
Opmerking:Gebruikkortestartkabelsvande
juistegrootteomhetspanningsverliestussen
desystementebeperken.Zorgervoordat
dekabelsvoorzienzijnvaneenkleurcodeof
markeringvoordejuistepolariteit.
59

WAARSCHUWING
Accu'sbevattenzuurenproduceren
ontvlambaregassen.
•Beschermteallentijdeuwogenen
gezichtvoordeaccu's.
•Leunnietoverdeaccu's.
Opmerking:Zorgervoordatdevuldoppen
stevigvastzittenenhorizontaalzijn.Indien
vochtigedoekenvoorhandenzijn,legtudeze
overdevuldoppenvandeaccu's.Zorgerook
voordatdemachineselkaarnietraken,datde
beideelektrischesystemenuitgeschakeldzijn
endatzehetzelfdenominalevoltagehebben.
Dezeinstructiesgeldenalleenvoornegatief
geaardesystemen.
4.Koppeldepluskabel(+)aanopdepluspool(+)
vandeontladenaccudieverbondenismetde
starterofdesolenoïde;zieFiguur81.
10.Monteerdevoorstekap.
Figuur81
1.Pluskabel(+)vande
ontladenaccu
2.Pluskabel(+)vande
startaccu
3.Minkabel(-)vande
startaccu
4.Minkabel(-)vanhet
motorblok
5.Startaccu
6.Ontladenaccu
7.Motorblok
5.Sluithetandereuiteindevandeplus(+)vande
startkabelaanopdepluspoolvandeaccuinde
anderemachine.
6.Sluitheteneuiteindevandemin(-)vande
startkabelaanopdeminpoolvandeaccuinde
anderemachine.
7.Sluithetandereuiteindevandemin(-)vande
startkabelaanopeenaardingspunt,zoalseen
ongeverfdeboutofeendeelvanhetchassis.
8.Startdemotorvandeanderemachine.Laat
demotoreenaantalminutendraaienenstart
vervolgensdetweedemotor.
9.Koppeldekabelsindeomgekeerdevolgorde
los.
g012785
60

Onderhoudvandezekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddelvanzekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud.Alsereen
zekeringisdoorgebrand,moetuechterhetonderdeelofcircuitcontrolerenopdefectenofkortsluiting.
Figuur82
Zekeringen
g362178
1234
HendelVoedingwerktuigAccessoireVoedingT ec
AXX
(5A)(20A)(10A)(7,5A)
BXXXX
C
DXXX
EXXX
XXXX
5
TDM2002AutoLevelVoedingTec
(10A)(10A)(7,5A)
TelematicaVoedingTec
(10A)
(Relais)(Relais)(Relais)
6
7
XX
89101112
(7,5A)
Opmerking:Alsdemachinenietstart,kandezekeringvanhethoofdcircuitofdezekeringvanhet
bedieningspaneel/relaiszijndoorgebrand.
Claxon
(10A)
Lichten/USB
(15A)
Voedingsysteem
(15A)
61

Onderhoud
aandrijfsysteem
Onderhoudvande
rupsbanden
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8
bedrijfsuren—Controleerde
spanningvanderupsbandenen
brengzeopdejuistespanning.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Controleerde
spanningvanderupsbandenenbrengzeop
dejuistespanning.
Omde50bedrijfsuren—Controleerdespanning
vanderupsbandenenbrengzeopdejuiste
spanning.
Figuur83
1.Sectionele
tandwielaandrijving
2.Achterwiel5.Voorwiel
3.Wegwiel(4)
g361234
4.Rupsband
Bijelkgebruikofdagelijks—Reinigde
rupsbandenencontroleeropovermatige
slijtageenganaofzedejuistespanning
hebben.
Derupsbandenreinigen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
2.Laatdegemonteerde,naarbenedengerichte
bakindegrondzakkenzodatdevoorzijdevan
detractie-eenheideenpaarcentimetervande
grondkomt.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Gebruikeenwaterslangofeenhogedrukreiniger
omderupsbandentereinigen.
Belangrijk:Gebruikalleenwaterdruk
voorhetreinigenvanderupsbanden.De
restvandetractie-eenheidmagnietmet
eenhogedrukreinigerbehandeldworden.
Gebruikgeenhogedrukreinigingtussende
tandwielaandrijvingendetractie-eenheidomdat
demotorafdichtinghierdoorbeschadigdkan
raken.Hogedrukreinigingkanhetelektrischeen
hydraulischesysteembeschadigenofdesmering
aantasten.
Belangrijk:Zorgervoordatudewegwielen,het
voorwiel,hetachterwielendetandwielaandrijving
grondigreinigt.Dewegwielenmoetenvrijkunnen
draaienalsdezeschoonzijn.
Despanningvanderupsbanden
controlerenenafstellen
Hef/ondersteun1zijdevandemachineengebruikhet
gewichtvanderupsbandomnategaanofderuimte
tussendeonderkantvandelipvanhetwegwielen
derupsband19mmbedraagt.Alsditniethetgeval
is,steldandespanningvanderupsbandenafmet
behulpvandevolgendeprocedure.
g361233
Figuur84
1.Wegwiel3.Rupsband
2.Openingvan19mm
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Brengdekantvandemachinedieuaanhet
afstellenbentomhoogzodatderupsbandvan
degrondis.
62

4.Draaideboutenlosopdeachterstekapen
verwijderdekap.
Figuur85
Rupsbandenvervangen
Verwijderenvanderupsbanden
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlakenzorgerhierbijvoordatslechts1
tandwielhelftaangrijptopderupsband.
g363402
1.Achterstekap
2.Bout(2)
5.Draaidecontramoerlosendraaidespanschroef
rechtsomtotdespelingvanderupsband19mm
bedraagt.
Figuur86
1.Spanschroef2.Contramoer
6.Draaidecontramoervast.
7.Plaatsdekapenmaakdeboutenvast.
8.Herhaaldeprocedurevoordeandererupsband.
9.Rijdemachinenaareenhorizontaaloppervlak
enparkeerdemachinedaar,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemotoruitenverwijderhet
sleuteltje.
10.Controleerofderupsband19mmdoorbuigt.
Indiennodiginstellen.
g361326
Figuur87
1.Tandwielhelft
3.Brengdearmenvandeladeromlaag.
4.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
5.Krikdemachineopzodatdeonderkantvan
g363401
derupsbandzichminstens10,2cmvande
grondbevindt.Ondersteundemachinemet
assteunen.
Opmerking:Gebruiksteunenmetvoldoende
capaciteitvooruwmachine.
WAARSCHUWING
Hetkangebeurendateenmechanische
ofhydraulischekrikeenmachineniet
ondersteunt.Alsdemachinedanvalt,
kanditernstigletselveroorzaken.
Plaatsdemachinealtijdopassteunen.
6.Draaideboutenlosopdeachterstekapen
verwijderdekap.
63
1.Achterstekap
g363402
Figuur88
2.Bout(2)

7.Draaidecontramoerlosendraaiaande
spanschroefomdespanningopteheffen.
Figuur89
1.Spanschroef2.Contramoer
8.Verwijderhetgedeeltevandetandwielaandrijvingdatnietmetderupsbandisverbonden.
Belangrijk:Alsuditgedeeltenietverwijdert,
kanhetmoeilijkzijnomeennieuwerupsband
teplaatsenzonderdezetebeschadigen.
12.Verwijderderupsbandvanhetrupsbandframe,
deaandrijfspilendanhetvoorwiel.
Derupsbandplaatsen
1.Legdenieuwerupsbandrondhetvoorwiel.
g363401
g361328
Figuur92
1.Rupsband
2.Voorwiel4.Achterwiel
2.Duwderupsbandonderentussendewegwielen
enleghemrondhetachterstewiel.
3.Startdemotorenzetdeparkeerremvrij.
3.Wegwiel(4)
Figuur90
1.Bout(5)2.Tandwielhelft
9.Startdemachineenzetdeparkeerremvrij.
10.Zetdetractiebedieningnaarvorentotdeandere
helftvandetandwielaandrijvingnietaangrijpt
opderupsband.
4.Beweegdetractiebedieningnaarvorentot
detandwielaandrijvinghelftaangrijptopde
rupsband.
g361327
g361324
Figuur93
5.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
Figuur91
11.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
g361325
64

6.Brengschroefdraadborgmiddelaanopde
boutenvandetandwielaandrijvinghelftdieuhebt
verwijderdenmonteerdeanderetandwielhelft.
Draaideboutenvastmeteentorsievan80tot
99N·m.
Figuur94
1.Bout(5)2.Tandwielhelft
7.Steldespanschroefaftotderupsband19mm
doorbuigt.
Onderhoudkoelsysteem
Veiligheidvanhet
koelsysteem
•Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenbereikvankinderenen
huisdierenhouden.
•Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete
radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige
brandwondenoplopen.
–Laatdemotorminstens15minutenafkoelen
g361327
Onderhoudvanhet
voordatuderadiateurdopverwijdert.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom
destoomtelatenontsnappen.
Figuur95
1.Spanschroef2.Contramoer
8.Draaidecontramoervast.
9.Plaatsdekapenmaakdeboutenvast.
10.Herhaaldeprocedureomdeandererupsband
tevervangen.
11.Laatdemachineneeropdegrond.
12.Rijdemachinenaareenhorizontaaloppervlak
enparkeerdemachinedaar,steldeparkeerrem
inwerking,schakeldemotoruitenverwijderhet
sleuteltje.
13.Verieerofdespanningvanderupsband
correctis;zieDespanningvanderupsbanden
controlerenenafstellen(bladz.62).
koelsysteem
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Verwijderdagelijks
vuilvanhetscherm,deoliekoeler
endevoorzijdevanderadiateur.
g363401
Omde100bedrijfsuren—Controleerdeslangen
vanhetkoelsysteem.
Radiateurschermreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderaangekoektgrasofandervuilmetperslucht
vanhetradiateurscherm.
Doeditvakerinstofgeenvuile
omstandigheden.
65

Hetkoelvloeistofpeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet
koelvloeistofpeilindeexpansietank.
Onderhoudriemen
Deriemspanningvan
Hetkoelsysteembevateenmengselmeteen
50/50verhoudingvanwaterenpermanente
ethyleenglycol-antivries.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaalvlak,laat
deladerarmenzakken,steldeparkeerremin
werkingenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenlaat
demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Controleerhetkoelvloeistofpeilinde
expansietank.
Opmerking:Hetkoelvloeistofpeilhoortopof
bovendemarkeringaandezijkantvandetank
testaan.
dewisselstroomdynamo
controleren
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsuren
1.Drukmeteenkrachtvan44Nhalverwege
tussendepoeliesopderiem.
2.Alsdespelingnietcorrectis(10mm),moetu
demontageboutenvandewisselstroomdynamo
losdraaien.
Figuur96
1.Expansietank
2.Vol-markering
5.Alshetkoelvloeistofpeiltelaagis,verwijdertu
dedopvandeexpansietankenvultudetank
bijmeteenoplossingdiehalfuitwater,halfuit
permanenteethyleenglycol-antivriesbestaat.
Belangrijk:Vuldeexpansietankniettevol.
6.Plaatsdedopweeropdeexpansietank.
Motorkoelvloeistof
verversen
Onderhoudsinterval:Omde800bedrijfsuren
Laatdemotorkoelvloeistofeenmaalperjaarverversen
dooreenerkendeservicedealer.
g008932
Figuur97
g361339
1.Bevestigingsbout2.Wisselstroomdynamo
3.Vergrootofverkleindespanningvanderiem
vandewisselstroomdynamo.
4.Draaidemontageboutenvast.
5.Controleernogmaalsdespelingvanderiemom
zekervantezijndatdespanningcorrectis.
Alsermotorkoelvloeistofmoetwordenbijgevuld,
raadpleegHetkoelvloeistofpeilcontroleren(bladz.
66).
66

Onderhoud
Onderhoudhydraulisch
bedieningsysteem
Debedieningsorganen
afstellen
Debedieningsorganenwordenindefabriekafgesteld
voordatdemachinewordtverzonden.Navele
bedrijfsurenmoetuechtermogelijkdeuitlijning
vandetractiebediening,deNEUTRAALSTANDvande
tractiebedieningendesporingvandetractiebediening
indestandvolledigvooruitopnieuwafstellen.
Neemcontactopmetuwerkendeservicedealerom
debedieningsorganenvanuwmachineaftestellen.
systeem
Veiligheidvanhet
hydraulischesysteem
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid.
Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren
operatiefwordenverwijderddooreenarts.
•Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle
hydraulischeaansluitingenenttingsstevig
vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische
systeem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk
hydraulischevloeistofontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat
verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Hydraulischedrukaaten
Omhydraulischedrukaftelatenterwijldemotor
draait,moetudehulphydrauliekuitschakelenende
armenvandeladervollediglatenzakkenenintrekken.
Omdedrukaftelatenterwijldemotoruitstaat,
beweegtudejoystickeenpaarkeertussende
voorwaartsepositiesomdearmenvandelader
omlaagtebrengen.
Figuur98
g362371
67

Specicatieshydraulische
vloeistof
Omde400bedrijfsuren—Verversde
hydraulischeolieenvervangdelters(alsu
geenT orovloeistofgebruikt).
Omde1000bedrijfsuren—Verversde
hydraulischeolieenvervangdelters(alsu
Torovloeistofgebruikt).
Capaciteithydraulischetank:34,8liter
Gebruikslechts1vandevolgendevloeistoffeninhet
hydraulischesysteem:
•ToroPremiumtransmissie-/hydraulische
tractorvloeistof(vraaguwerkendeservicedealer
ommeerinformatie)
•ToroPXExtendedLifehydraulischevloeistof
(vraaguwerkendeservicedealerommeer
informatie)
•AlsgeenvandebovenstaandeT orovloeistoffen
verkrijgbaaris,kuntueenandereUniversal
TractorHydraulicFluid(UTHF)gebruiken,maar
hetmaguitsluitendgaanomeenconventioneel,
petroleumgebaseerdproduct.Despecicaties
moetenbinnenhetvermeldebereikvallenvoor
alleonderstaandemateriaaleigenschappenen
devloeistofmoetvoldoenaandevermelde
industriestandaarden.Vraaguwleveranciervan
hydraulischevloeistofofdevloeistofvoldoetaan
dezespecicaties.
15tot22lhydraulischevloeistof.Ukuntdeze
kleurstofbestellenbijeenerkendeTorodealermet
onderdeelnr.44-2500.
Opmerking:Toroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordt
veroorzaaktdoorgebruikvanverkeerde
vervangendevloeistoffen.Gebruikdaarom
uitsluitendproductenvangerenommeerde
fabrikantendiegarantstaanvoordedoorhen
aanbevolenvloeistoffen.
Materiaaleigenschappen
cStbij40°C:55tot62 Viscositeit,ASTMD445
cStbij100°C:9,1tot9,8
Viscositeitsindex
ASTMD2270
Stolpunt,ASTMD97-37tot-43°C
Industriestandaarden
APIGL-4,AGCOPoweruid821XL,FordNewHolland
FNHA-2-C-201,00,KubotaUDT ,JohnDeereJ20C,Vickers
35VQ25enVolvoWB-101/BM
140tot152
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijn
bijnakleurloos,zodathetmoeilijkislekkages
optesporen.Eriseenrodekleurstofvoorde
vloeistofinhethydraulischsysteemverkrijgbaar
inesjesvan20ml.Eénesjeisvoldoendevoor
68

Hetpeilvande
hydraulischevloeistof
controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruikaltijddejuistehydraulische
vloeistof.Vloeistoffenvooralgemeengebruik
brengenschadetoeaanhethydraulische
systeem.ZieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.68).
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Brengdebeugelomhoog.
g362074
Figuur100
Figuur99
1.Dopvanvulbuis
5.Maakschoonronddedopvandevulbuis.
6.Verwijderdedopvandevulbuisencontroleer
hetvloeistofpeilopdepeilstok.
Opmerking:Hetvloeistofpeilmoettussende
markeringenopdepeilstokstaan.
g363235
69

7.Alshetpeiltelaagstaat,vultuvloeistofbijtot
hetcorrectepeil.
8.Plaatsdevuldopterug.
9.Brengdebeugelomlaag.
Hydraulischelters
10.Controleerhetpeilvandevloeistofinde
hydraulischetank;zieHetpeilvande
hydraulischevloeistofcontroleren(bladz.69),
envoegvloeistoftoetothetpeilopdemarkering
opdepeilstokstaat.
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniettevol.
11.Monteerdevoorstekap.
vervangen
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatdithethydraulische
systeemernstigkanbeschadigen.
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
3.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
4.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
5.Verwijderdevoorkap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.48).
6.Plaatseenopvangbakonderhetlteren
vervanghetlter.
12.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar
ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hydraulischevloeistof
verversen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Plaatseengroteopvangbakgeschiktvoor
57literonderdeaftapplugopdehydraulische
tank.
Figuur101
7.Neemgemorstevloeistofop.
8.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten
lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
9.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
g363374
Figuur102
1.Aftapplug
4.Verwijderdeaftapplugzodatdeolieinde
opvangbakkanlopen.
5.Alsergeenoliemeernaarbuitenstroomt,
plaatstudeaftapplugterugendraaituhemvast.
Opmerking:Geefdeoudeolieafbijeen
erkendinzamelcentrum.
g031621
6.Vuldehydraulischetankmethydraulische
vloeistof;zieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.68).
7.Startdemotorenlaatdezeeenpaarminuten
lopen.
8.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
70

9.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof
envulindiennodigdetankbijmetvloeistof;
raadpleegHetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren(bladz.69).
Onderhoudvandelader
Deinstelschroevenvan
dearmenvandelader
vastdraaien
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Controleerhetaandraaimomentwanneerdeonderste
armenvandeladerrammelen.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Draaiopelkearmvandeladerdestelschroef
vande4instelschroevenlos.
Figuur103
1.Instelschroef(4)
4.Draaideinstelschroevenaantot27N·m.
5.Controleerofdelengtevandeinstelschroeven
dieuitdearmensteektvanlinksnaarrechts
gelijkis.
6.Brengmiddelmatigsterkschroefdraadborgmiddelaanopdestelschroevenendraaizevasttot
zedeinstelschroevenraken.
Belangrijk:Draaidestelschroevenniette
vast;anderskuntudeschroefdraadvande
instelschroevenbeschadigen.
g362079
71

Reiniging
Vuilverwijderen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruiktterwijl
deschermenverstoptzijnen/ofdeuitlaatringen
zijnverwijderd,kanditleidentotschadeaande
motordooroververhitting.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond
enlaatdeladerarmenzakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Opendemotorkap.
4.Verwijdervuilvanhetvoorschermende
zijschermen.
5.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
6.Verwijdermeteenborstelofblazeraangekoekt
vuilvandemotorenderibbenvandeoliekoeler.
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruikt
terwijldeschermenverstoptzijnen/ofde
uitlaatringenzijnverwijderd,kanditleiden
totschadeaandemotordooroververhitting.
7.Verwijdervuilvandeopeningvandemotorkap,
degeluiddemper,dehitteschermenenhet
radiateurscherm(indienvantoepassing).
8.Sluitdemotorkap.
Hetchassisreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleeroferaangekoekt
vuilophetchassiszit.(Vakerin
vuileomstandigheden.)
Naverloopvantijdzalervuilaankoekenophet
chassisonderdemotor.Ditmoetwordenverwijderd.
Opendemotorkapeninspecteerregelmatighet
gebiedonderdemotormetbehulpvaneenzaklamp.
Alsdelaagvuil2,5tot5cmdikis,moetuhetchassis
schoonmaken.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond
enlaatdearmenvandeladerzakken.
2.Tildevoorkantvandemachineopzodatde
machinenaarachterenisgekanteld.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Verwijderdeondersteplaat;zieDeonderste
plaatverwijderen(bladz.48).
5.Verwijderdevoorstekap;zieDevoorstekap
verwijderen(bladz.49).
6.Spuitwaterinhetchassisomhetvuilte
verwijderen.
Opmerking:Hetwaterzaluitdeachterkant
vandemachinelopen.
Belangrijk:Spuitgeenwaterindemotor.
Demachineschoonmaken
Doehetvolgendewanneerudemachinereinigtmet
eenhogedrukreiniger:
•Draaggeschiktebeschermendeuitrustingvoorde
hogedrukreiniger.
•Laatallebeveiligingenophunplaatszitten.
•Vermijdspuitenopelektronischeonderdelen.
•Vermijdspuitenopderandenvanstickers.
•Spuitenkelopdebuitenkantvandemachine.
Spuitnietrechtstreeksinopeningenindemachine.
•Spuitenkelopdevuiledelenvandemachine.
•Gebruikeenspuitdopvan40gradenofmeer.
Spuitdoppenvan40gradenzijnmeestalwit.
•Houhetuiteindevandehogedrukreinigerminstens
61cmverwijderdvanhetoppervlakdatgereinigd
wordt.
•Gebruikenkelhogedrukreinigersmeteendruk
onder137,89bareneendebietonder7,6literper
minuut.
•Vervangafpellendeofbeschadigdestickers.
•Smeerallesmeerpuntennahetschoonmaken;zie
Demachinesmeren(bladz.49).
7.Smeerhetvoertuig;zieDemachinesmeren
(bladz.49).
8.Plaatsdeondersteplaat.
9.Monteerdevoorstekap.
10.Laatdemachineneer.
72

Stalling
Veiligheidtijdensopslag
•Zetdemotoruit,verwijderdecontactsleutelen
wachttotallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu
dezestalt.
•Umagdemachineofdebrandstofnietopslaanin
denabijheidvaneenopenvuur.
Stalling
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijdervuilenroetvandevolledigemachine.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,
dehydraulischepompenendeaccu.
4.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.50).
5.Smeerdemachine;zieDemachinesmeren
(bladz.49).
6.Verversdemotorolie;zieMotorolieverversen
enltervervangen(bladz.52).
7.Laaddeaccuop;zieOnderhoudvandeaccu
(bladz.57).
8.Controleerdespanningvanderupsbandenen
brengzeopdejuistespanning;zieDespanning
vanderupsbandencontrolerenenafstellen
(bladz.62).
9.Controleerallebevestigingenendraaidezevast.
Repareerofvervangversleten,beschadigdeen
ontbrekendeonderdelen.
10.Werkallekrassenofafgebladderde
metaaloppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaar
isbijuwerkendeservicedealer.
11.Slademachineineenschone,drogegarageof
opslagruimteop.Verwijderhetsleuteltjeuithet
contactenbewaarhetopeenlogischeplaats.
12.Koppeldeaccuaf;zieDeaccu-
ontkoppelingsschakelaargebruiken(bladz.56).
13.Dekdemachineafomdezetebeschermenen
schoontehouden.
73

Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstartniet.
Demotorverliestvermogen.
1.Vuil,water,oudeofverkeerde
brandstofinhetbrandstofsysteem.
2.Hetbrandstoflterisverstopt.2.Brandstofltervervangen.
3.Eenonjuistebrandstofklassevoor
gebruikinkoudweerwordtgebruiktin
demachine.
4.Accuisleeg.
1.Debrandstoftankisleeg.1.Brandstoftankmetversebrandstof
2.Erzitluchtindebrandstof.2.Ontluchthetbrandstofsysteemen
3.Demotorraaktoververhit.3.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
4.Demotoristezwaarbelast.4.Deladingverminderen;meteenlagere
5.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
6.Deluchtlterszijnvuil.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
3.Brandstofsysteemaftappenen
brandstofltervervangen.Verse
brandstofvanjuisteklassebijvullen
voordetemperatuuromstandigheden.
Umoetmogelijkdevolledige
tractie-eenheidverwarmen.
4.Accuopladenofvervangen.
vullen.
controleeropluchtlekkagebijde
aansluitingenvandebrandstofslang
endeaansluitingentussende
brandstoftankendemotor.
raaktoververhit".
snelheidrijden.
5.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
volmarkeringbereikt.
6.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
1.Debrandstoftankisleeg.
2.Erzitluchtindebrandstof.2.Ontluchthetbrandstofsysteemen
3.Demotorraaktoververhit.3.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
4.Deluchtlterszijnvuil.
1.Brandstoftankmetversebrandstof
vullen.
controleeropluchtlekkagebijde
aansluitingenvandebrandstofslang
endeaansluitingentussende
brandstoftankendemotor.
raaktoververhit".
4.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
74

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorraaktoververhit.
Demachinedrijftnietaan.
1.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
2.Deriemvandewisselstroomdynamo
isgebrokenofuitgerekt.
3.Meerkoelvloeistofnodig.3.Koelvloeistofcontrolerenenbijvullen.
4.Concentratievanantivriesistehoog.4.Voegalleenwatertoeofschakelover
5.Luchtstroomnaarderadiatoris
belemmerd.
6.Debinnenkantvanderadiateuris
verroest.
7.Deradiateurofderadiateurdopis
beschadigd.
8.Dethermostaatisdefect.8.Controleerdethermostaatenvervang
9.Detemperatuurmeterof-sensoris
defect.
10.Demotoristezwaarbelast.10.Deladingverminderen;meteenlagere
11.Dekoppakkingisbeschadigdoferis
waterlekkage.
1.Deparkeerremisinwerkinggesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Hetpeilvandehydraulischevloeistof
istelaag.
3.Hethydraulischesysteemis
beschadigd.
4.Deomloopkleppenzijnopen.
5.Eenaandrijfkoppelingvande
tractiepompislosofdefect.
6.Pompen/ofwielmotorbeschadigd.
7.Deregelklepisbeschadigd.7.Neemcontactopmeteenerkende
8.Deoverdrukklepisbeschadigd.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Dekoelventilatorenzijnbeschadigdof
losgekoppeld.
1.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
volmarkeringbereikt.
2.Vervangderiemofstelde
riemspanningaf.
opkoelvloeistofmetdeaangegeven
mengverhouding.
5.Controleerenreinighet
radiateurscherm.
6.Reinigofvervangderadiateurende
onderdelen.
7.Vervangdebeschadigdeonderdelen.
indiennodig.
9.Controleerdetemperatuurmeteen
thermometerenvervangdemeterof
sensorindiennodig.
snelheidrijden.
11.Vervangbeschadigdeonderdelen.
2.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet
reservoir.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
4.Sluitdeomloopkleppen.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
servicedealer.
9.Controleerdeaansluitingenvande
ventilatorofvervangbeschadigde
onderdelen.
75

Opmerkingen:

Opmerkingen:

PrivacyverklaringEEA/VK
Toro'sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru
verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer .T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele
verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan
terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen
dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze
activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We
verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Hoeuwpersoonlijkeinformatiebewaardwordt
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke
vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro'sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar
uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom
ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete
beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw
informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen
bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC

CaliforniaProposition65waarschuwing–alleenvoorCalifornië
Watiseenwaarschuwing?
Sommigeproductendieopdemarktzijnbevatteneenetiketmeteenwaarschuwingals:
WAARSCHUWING:Kankerenschadeaandevoortplantingsorganen–
www.p65Warnings.ca.gov.
WatisProp65?
Prop65geldtvoorelkbedrijfdatactiefisinCalifornië,productenverkooptinCalifornië,ofproductenmaaktdiekunnenwordenverkochtofgeïmporteerd
inCalifornië.DewetschrijftvoordatdeGouverneurvanCaliforniëeenlijstvanchemischestoffenbijhoudtenpubliceertwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenen/ofandereschadeaandevoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.Delijstwordtjaarlijksbijgewerktenomvat
honderdenchemischestoffendieinveelalledaagsevoorwerpenvoorkomen.Prop65heeftalsdoelmensenteinformerenoverblootstellingaan
dezechemischestoffen.
Prop65verbiedtdeverkoopvanproductendiedezechemicaliënbevattenniet;welschrijftdewetvoordathetproduct,deproductverpakkingende
bijgevoegdedocumentatiewaarschuwingenbevatten.EenProp65-waarschuwingbetekentooknietdateenproductenigenormofvereisteinzake
productveiligheidschendt.DeCalifornischeregeringsteltduidelijkdateenProp65-waarschuwing“nietneerkomtopeenwettelijkebeslissingdateen
product‘veilig’of‘onveilig’is.”V eelvandezechemischestoffenwordenaljarenopgroteschaalenzondergedocumenteerdeschadegebruiktin
alledaagsevoorwerpen.Gavoormeerinformatienaarhttps://oag.ca.gov/prop65/faqs-view-all
EenProp65-waarschuwingbetekentdat(1)eenbedrijfdeblootstellingheeftbeoordeeldenvanmeningisdatdezehetniveau‘geensignicant
risico’overschrijdt,ofdat(2)hetbedrijfkiestomeenwaarschuwingtevermeldenomdathetweetdateenbetreffendechemischestofaanwezigis,
zonderevenweldeblootstellingeraantebeoordelen.
.
Isdezewetoveralvankracht?
Prop65-waarschuwingenzijnenkelvereistkrachtensdeCalifornischewet.DezewaarschuwingenzietmeninheelCaliforniëinuiteenlopende
omgevingen,bijvoorbeeldinrestaurants,kruidenierswinkels,hotels,scholen,ziekenhuizenenopeengrootaantalproducten.Daarnaastkiezensommige
webverkopersenpostorderbedrijvenervooromProp65-waarschuwingentegevenophunwebsiteofincatalogi.
HoeverschillendeCalifornischewaarschuwingenvandefederalegrenswaardes?
DeProp65-voorschriftenzijnvaakstrikterdanfederaleeninternationalenormen.VoorverschillendestoffenisinCaliforniëalbijveellageredosisseneen
waarschuwingvereistdaneldersindeVS.Bijvoorbeeld:deProp65-normvoorwaarschuwingenvoorloodbedraagt0,5microgramperdag,watveel
minderisdandefederaleeninternationalestandaarden.
Waaromhebbennietallevergelijkbareproductendezewaarschuwing?
•ProductendieverkochtwordeninCaliforniëmoetenvoorzienwordenvaneenProp65-aanduiding,maarditgeldtnietvoorvergelijkbare
productenopandereplaatsen.
•EenbedrijfkaninnavolgingvaneenrechtszaakverplichtwordenomzijnproductentevoorzienvanProp65-waarschuwingen,terwijlditvoor
anderebedrijvendievergelijkbareproductenverkopennietgeldt.
•Prop65wordtnieteenduidigopgelegd.
•Bedrijvenkunnenervoorkiezengeenwaarschuwingtevermeldenomdatzevindendatzedaarniettoeverplichtzijninhetkadervande
Prop65-voorschriften;ookalsergeenwaarschuwingenopeenproductstaan,ishetbestmogelijkdatdebetreffendechemischeproductentoch
invergelijkbaredosissenaanwezigzijn.
WaaromvermeldtTorodezewaarschuwing?
Torowilconsumentenzogoedmogelijkinformerenzodatzegeïnformeerdebeslissingenkunnennemenoverdeproductendiezekopenengebruiken.
Torovermeldtinsommigegevallenwaarschuwingenopbasisvanzijnkennisoverdeaanwezigheidvanéénofmeervandebetreffendechemische
stoffen,zonderevenwelhetniveauvanblootstellingtebeoordelen,aangeziennietallebetreffendechemischestoffenvoorzienzijnvanvoorschriften
voorblootstellingslimieten.OokalisdeblootstellingdoorproductenvanT oroverwaarloosbaarofvaltdezeruimbinnendecategorie'geensignicant
risico',heeftToroerveiligheidshalvevoorgekozenomProp65-waarschuwingenoptenemen.AlsTorodezewaarschuwingennietvermeldt,zouhet
bovendienvervolgdkunnenwordendoordeStaatCaliforniëofdoorprivatepersonendietenuitvoerleggingvanProp65beogen,enhetkanopdie
manieraanzienlijkeboeteskrijgen.
RevA
