
FormNo.3430-256RevB
320-Dcompactewerktuigdrager
Modelnr.:22337CP—Serienr.:404340000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3430-256*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondereengoedwerkende
vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of
eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt
gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht
struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde
bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442
of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen
(PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleiding
bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection
Agency(EPA)indeVerenigdeStatenende
CaliforniaEmissionControlRegulationvoor
emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel
vervangingsonderdelenbijdefabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan
gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeuditproductopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomletselenschadeaandemachine
tevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuiste
enveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.T oro.comvoordocumentatieover
productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie
overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer
ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeServiceDealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummer
enhetserienummervanhetproducttevermelden.
Figuur1geeftdeplaatsvanhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductaan.Ukuntde
nummersnotereninderuimtehieronder.
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan
devoortplantingsorganenveroorzaken.
Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie.
g237186
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Inleiding
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager
bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen
anderematerialenvoorlandschapsverzorgingen
bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin
combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren
vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor
©2021—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420,VS
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2),
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals
udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.T oro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS

Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Montage....................................................................9
1Detoerentalhendelmonteren...........................9
2Hetpeilvandevloeistoffenendedrukin
debandencontroleren....................................9
3Deaccuopladen............................................10
4T oerentalinstellen..........................................10
Algemeenoverzichtvandemachine........................11
Bedieningsorganen..........................................12
Specicaties....................................................14
Werktuigen/accessoires...................................14
Voorgebruik........................................................15
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................15
Brandstofbijvullen............................................16
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................17
Dedijsteunaanpassen.....................................17
Tijdensgebruik....................................................17
Veiligheidtijdenshetwerk.................................17
Motorstarten....................................................19
Metdemachinerijden.......................................19
Demotorafzetten.............................................19
Werktuigengebruiken.......................................20
Nagebruik...........................................................21
Veiligheidnahetwerk.......................................21
Eendefectemachineverplaatsen.....................22
Demachinetransporteren................................22
Demachineomhoogbrengen...........................24
Onderhoud..............................................................25
Veiligheidbijonderhoud....................................25
Aanbevolenonderhoudsschema.........................25
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........26
Decilindervergrendelingengebruiken..............26
Toegangkrijgentotinwendige
onderdelen....................................................27
Smering...............................................................28
Demachinesmeren..........................................28
Onderhoudmotor................................................29
Veiligheidvandemotor.....................................29
Onderhoudvanhetluchtlter............................29
Motorolieverversen..........................................29
g000502
Onderhoudbrandstofsysteem.............................31
Wateraftappenuithetbrandstoflter.................31
Brandstofltervervangen..................................32
Hetbrandstofsysteemontluchten.....................32
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank............32
Onderhoudelektrischsysteem............................33
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................33
Onderhoudvandeaccu...................................33
Onderhoudaandrijfsysteem................................35
Bandenspanningcontroleren............................35
Dewielmoerencontroleren...............................35
Onderhoudkoelsysteem.....................................36
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................36
Radiateurschermreinigen................................36
Hetkoelvloeistofpeilcontroleren.......................36
Motorkoelvloeistofverversen............................36
Onderhoudenremmen........................................37
Deparkeerremtesten.......................................37
Onderhoudhydraulischsysteem.........................37
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........37
Hydraulischedrukaaten.................................37
Specicatieshydraulischevloeistof..................38
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................38
Hydraulischltervervangen.............................39
Hydraulischevloeistofverversen......................39
Reiniging.............................................................40
Vuilverwijderen................................................40
Stalling....................................................................40
Veiligheidtijdensopslag...................................40
Stalling..............................................................40
Problemen,oorzaakenremedie.............................42
Schema's................................................................46
3

Veiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder
grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze
beschadigt,kandatelektrischeschokkenof
eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen
leidingengemarkeerdwordenopde
locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde
gemarkeerdegebieden.Neemcontactop
metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet
betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten
markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde
Staten811ofinAustralië1100voorde
nationalemarkeringsdienst).
Algemeneveiligheid
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof
mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
•Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen
naarbehorenwerken.
•Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.
•Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof
verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
•Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven;
zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht
bijdegrondis.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine
ophellingenofoneffenterreinvereistextra
voorzichtigheid.
•Rijdemachineheuvelopwaartsenheuvelafwaarts
methetzwareuiteindenaardetopvande
heuvelgerichtendeladingdichtbijdegrond.
Degewichtsverdelingverandertinfunctievande
werktuigen.Meteenlegebakisdeachterzijdevan
demachinedezwarekant,terwijlmeteenvolle
bakdevoorzijdedezwarekantis.Demeeste
anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht
voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.
•LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
4

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren
nietroken
3.Risicovanbijtende
vloeistof/chemische
brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde
Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming;
explosievegassenkunnen
blindheidenanderletsel
veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid
ofernstigebrandwonden
veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater
spoelenensnelarts
raadplegen.
10.Bevatlood;niet
weggooien
decalbatterysymbols
decal93-9084
93-9084
1.Hefpunt/bevestigingspunt
decal98-4387
98-4387
1.Waarschuwing:draaggehoorbescherming.
93-6686
1.Hydraulischevloeistof
2.LeesdeGebruikershandleiding.
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan
bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop
hunplaatszijn.
decal93-6686
decal93-7814
decal98-8219
98-8219
1.Snel
2.Gashendel
3.Langzaam
5

1.Snel
2.Tractie-aandrijving
100-1692
1.Reminwerkinggesteld3.Remuitgeschakeld
2.Parkeerrem
100-1703
1.Toerentalschakelaar
decal98-8235
98-8235
3.Langzaam
1.Hulphydrauliek
2.Vergrendeldachteruit
108-4723
3.Neutraal(uit)
4.Vooruit
(uitsparing)
decal100-1692
decal108-4723
decal114-9600
114-9600
1.LeesdeGebruikershandleiding.
decal100-1703
decal120-0627
120-0627
1.Motorkoelvloeistofonder
druk
2.Explosiegevaar–Leesde
Gebruikershandleiding.
106-5976
3.Waarschuwing–Raakhet
heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
decal106-5976
1.Gevaaropsnijwondenofverminking,rotorblad–Hou
afstandtotbewegendedelen;laatallebeveiligingenophun
plaats.
decal130-2836
130-2836
1.Beknellingsgevaarvanboven,handenkunnenworden
gesneden–Blijfuitdebuurtvanhetwerktuigendehefarm.
6

130-2837
1.Vervoergeenpassagiersindebak.
133-8062
decal130-2837
decal133-8062
decal136-5785
136-5785
100-1701
1.Pletgevaarvanboven–BrengdecilindervergrendelingaanenleesdeGebruikershandleidingalvorensonderhouduittevoeren.
2.Waarschuwing–Verwijderhetcontactsleuteltjeenlaatdearmenvandeladerzakkenvoordatudemachineverlaat.
3.Handenkunnenwordengesneden–Wachttotdatdebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen.
4.Voetenkunnenbekneldrakenofafgesnedenworden–Houdomstandersuitdebuurt.
5.Gevaaropontplofngenelektrischeschok–Graafnietopplaatsenmetondergrondsegas-ofelektriciteitsleidingen.
decal100-1701
7

decal108-9733
108-9733
1.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Kantelgevaar–
Stapnietvanhet
bestuurdersplatformmetde
ladinggeheven.Gebruik
demachinealtijdmetde
zwarekantvandemachine
hellingopwaarts.Houd
ladingenlaagbijdegrond.
Treknooithardaande
bedieningshendels,maar
beweegzegeleidelijken
gelijkmatig.Demaximale
ladingbedraagt234kg.
3.Hefarm–omlaag
4.Hefarm–omhoog
7.Bakkantelen–naar
beneden
5.Wielaandrijving–vooruit8.Bakkantelen–naarboven
6.Wielaandrijving–achteruit
9.Motor–Starten
10.Motor–Lopen
11.Motor–Afzetten
8

Montage
2
1
Detoerentalhendel
monteren
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1T oerentalhendel
Procedure
1.Verwijderdemoerwaarmeedeboutende
borgringaandetoerentalhendelzijnbevestigd.
Gooidemoerweg.
2.Bevestigdehendelaandeklepvande
toerentalschakelaarmetdebout,borgringen
moer.GatewerkzoalsinFiguur3.
Hetpeilvandevloeistoffen
endedrukindebanden
controleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Voordatudemotorvoorheteerststart,dientuhet
peilvandemotorolie,hetpeilvandehydraulische
vloeistof,hetpeilvandekoelvloeistofendedruk
indebandentecontroleren.Bekijkdevolgende
hoofdstukkenvoormeerinformatie:
•Hetmotoroliepeilcontroleren(bladz.30)
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren
(bladz.38)
•Hetkoelvloeistofpeilcontroleren(bladz.36)
•Bandenspanningcontroleren(bladz.35)
Figuur3
1.Toerentalhendel3.Moer
2.Kleptoerentalschakelaar
g230938
9

3
Deaccuopladen
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Accu(afzonderlijkverkrijgbaar)
Procedure
Laaddeaccuopenmonteerhem;zieDeaccu
opladen(bladz.34).
4
Toerentalinstellen
UitsluitendCE-machines
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1Aluminiumbuis
Procedure
Alsudezemachineafsteltvoorgebruikinde
EuropeseGemeenschap(CE)moetuhettoerental
blijvendafstellenopmaximaal3200tpm.Doeditals
volgt:
Figuur4
1.Gasinstelschroef
4.Zetdemotoraf.
5.Schuifeenaluminiumbuisoverde
gasinstelschroefendeborgmoer(Figuur
4)enkrimpzeoverdeschroefzodatdezeniet
opnieuwkanwordenafgesteld.
Belangrijk:Debuismoetvolledigoverde
borgmoergeschovenzijnzodatuerniet
meerbijkunt.
6.Sluithetachtersteinspectieluikenmaakhet
vastmetdegreepbevestiging.
2.Aluminiumbuis
g016711
1.Startdemotorenlaatdeze5tot10minutenop
halfgaswarmdraaien.
Belangrijk:Demotormoetwarmzijnalsu
dezeafstellingwiltuitvoeren.
2.ZetdegashendelopSNEL.
3.Gebruikeentoerentellerendegasinstelschroef
vandemotor(Figuur4)omhetmotortoerental
intestellenopmaximaal3200tpm.Draai
vervolgensdeborgmoervandeinstelschroef
vast.
Belangrijk:Alshetmotortoerental3200tpm
overschrijdt,voldoetdemotornietaan
deEG-normenenkanhijwettelijkniet
gebruiktofverkochtwordenindeEuropese
Gemeenschap.
10

Algemeenoverzichtvandemachine
g005939
Figuur5
1.Montageplaat7.Wiel
2.Kantelcilinder
3.Koppelingenhulphydrauliek
4.Armenvandelader10.Inspectieluikachterzijde
5.Inspectieluikvoorzijde11.Motor
6.Brandstoftank12.Luchtlter18.Sleepkleppen(onder
8.Hefcilinder
9.Bestuurdersplatform
(afneembaarcontragewicht
nietafgebeeld)
(open)
13.Schakelbord
14.Hijspunten20.Vuldopradiateur
15.Handgreep21.Dijsteun
16.Accu22.Bedieningvan
17.Controlelampjes
brandstoftankenaccu)
19.Parkeerremhendel
stromingsverdeler
11

Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen
(Figuur6)voordatudemotorstartendemachine
gebruikt.
Kantelhendelwerktuig
•Omhetwerktuignaarvorentekantelen,beweegt
udehendellangzaamnaarvoren.
•Omhetwerktuignaarachterentekantelen,
beweegtudehendellangzaamnaarachteren.
Schakelbord
Figuur6
1.Tractiebedieningshendels5.Hendeltoerentalschake-
2.Kantelhendelwerktuig
3.Hendelvanlaadarm
4.Hendelvoor
hulphydrauliek
laar
6.Gashendel
7.Contactschakelaar
8.Urenteller
Contactschakelaar
Decontactschakelaar,waarmeeudemotorstarten
afzet,heeft3standen:UIT,DRAAIENenSTARTEN.Zie
Motorstarten(bladz.19).
Hendelvanlaadarm
•Omdearmenomlaagtebrengen,beweegtude
laadarmhendellangzaamnaarvoren.
•Omdearmenomhoogtebrengen,beweegtude
laadarmhendellangzaamnaarachteren.
Laadvergrendeling
Metdelaadvergrendelingkuntudehendelvoorde
laadarm/hetwerktuigzovergrendelendatdezeniet
g006057
naarvorenkanbewegen.Ditvoorkomtdatiemand
perongelukdearmenvandeladerneerlaattijdens
onderhoudswerkzaamheden.Udientdearmen
vandeladertevergrendelentelkenswanneerude
machineuitschakeltterwijldearmenzijnopgeheven.
Omdevergrendelinginteschakelentrektudeze
terugenhelemaalnaaronderentottegendehendels
(Figuur7).
Opmerking:Umoetdehendelsnaarachteren
bewegenomdelaadvergrendelinginofuitte
schakelen.
Gashendel
Zetdehendelnaarvorenomhetmotortoerental
teverhogenennaarachterenomhettoerentalte
verlagen.
Tractiebedieningshendels
•Omvooruitterijdenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaarvoren.
•Omachteruitterijdenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaarachteren.
•Omtekerenbeweegtudehendelaandekant
waarunaartoewiltdraaienachteruitnaarde
NEUTRAALSTANDterwijludeanderehendel
ingeschakeldhoudt.
Opmerking:Hoeverderudetractiebedienings-
hendelsbeweegt(inbeiderichtingen),deste
snellerrijdtdemachineindegewensterichting.
•Omtevertragenoftestoppenbeweegtude
tractiebedieningshendelsnaardeNEUTRAALST AND.
Figuur7
1.Laadvergrendeling
(ingeschakeld)
2.Laadvergrendeling
(uitgeschakeld)
Hendelvoorhulphydrauliek
•Omeenhydraulischwerktuignaarvorentelaten
bewegen,trektudehendelvoordehulphydrauliek
langzaamnaarbovenenvervolgensnaar
achteren.
•Omeenhydraulischwerktuignaarachteren
telatenbewegen,trektudehendelvoor
dehulphydraulieklangzaamnaarbovenen
vervolgensdruktuhemnaarvoren.Dezestand
g005955
12

wordtookdeP ALSTANDgenoemdomdatde
aanwezigheidvandebestuurdernietvereistis.
Toerentalhendel
•BeweegdetoerentalhendelnaarVOREN
omdetractieaandrijving,laadarmenen
werktuigkantelingophogesnelheidteschakelen
endehulphydraulicaoplagesnelheid.
•BeweegdetoerentalhendelnaarACHTEREN
omdehulphydraulicaophogesnelheidte
schakelenendetractieaandrijving,laadarmenen
werktuigkantelingoplagesnelheid.
WAARSCHUWING
Alsudetoerentalhendelbeweegtterwijl
demachinebeweegt,zaldemachineofwel
plotselingstoppenofsnelversnellen.Alsu
demachinegebruiktmetdetoerentalhendel
ineentussenpositie,zaldemachine
onregelmatigwerkenenmogelijkbeschadigd
raken.Ukuntdecontroleoverdemachine
verliezenenuzelfofomstandersverwonden.
beschiktovereenhydraulischcircuitdatafgescheiden
isvandehulphydraulicadievermogenleverenaande
werktuigen.Detweesystemendelenweldezelfde
hydraulischepompen.Metdebedieningvande
stroomverdeler(Figuur8)kuntudesnelheidvan
dehydraulicavandetractie-eenheidinstellendoor
hydraulischestroomafteleidennaarhetcircuitvan
dehulphydraulica.Hoemeerhydraulischestroomu
naardehulphydraulicaleidt,hoetragerdehydraulica
vandetractie-eenheidwerken.
Figuur8
1.Bedieningvan
stromingsverdeler
2.Knop5.9-uurstand
3.12-uurstand
4.10-tot1 1-uurstand
g005940
•Beweegdetoerentalhendelnietalsde
machineinbewegingis.
•Gebruikdemachinenietmetde
toerentalhendelineentussenpositie(een
anderestanddanvolledignaarvorenof
volledignaarachteren).
Urenteller
Deurentellergeefthetaantalurenweerdatde
machineinbedrijfisgeweest.
Na50bedrijfsurenendaarnaomde75bedrijfsuren
(d.w.z.na50,125,200,etc.bedrijfsuren)toontde
urentellerSVClinksonderaanophetschermomu
eraanteherinnerendemotorolietevervangenenhet
nodigeonderhouduittevoeren.
Omde400bedrijfsuren(d.w.z.na400,800,1200,
etc.bedrijfsuren)toontdeurentellerSVCrechts
onderaanophetschermomuteherinnerenaan
andereonderhoudsproceduresgebaseerdopeen
400-uurschema.
Opmerking:Dezemededelingenverschijnendrie
uurvoordeonderhoudsintervalophetschermen
wordendaarnagedurendezesuurmetregelmatige
tussenpozenherhaald.
•Beweegdestroomverdeelregelaarnaar
de12-uurstandomdehydraulicavande
tractie-eenheidmaximaalvermogentegeven.
Gebruikdezeinstellingomdetractie-eenheidsnel
telatenwerken.
•Beweegdestroomverdeelregelaartussende
12-ende9-uurstandomdehydraulicavande
tractie-eenheidtevertragenendesnelheidjnaf
testellen.
Gebruikeeninstellingindezezonebijhydraulische
werktuigenwaarbijuzowelhetwerktuiggebruikt
alsdehydraulicavandetractie-eenheidbedient
(grondboor,booreenheid,hydraulischmesen
grondfrees).
•Beweegderegelaarnaarde9-uurstandomalle
hydraulischestroomnaardehulphydraulicavan
hetwerktuigteleiden.
Indezeinstellingwerkendehydraulicavande
tractie-eenheidniet.Gebruikdezeinstelling
bijhydraulischewerktuigendiedehydraulica
vandetractie-eenheidnietnodighebben.
Desleuvengraverwerkthetbestemeteen
instellingindebuurtvande9-uurstand,zodatde
tractie-eenheidzichtraagvoortbeweegttijdenshet
graven.
Bedieningvanstromingsverdeler
Hethydraulischesysteemvandetractie-eenheid(de
tractieaandrijving,laadarmenenwerktuigkanteling)
Opmerking:Destroomverdeelregelaarkanopzijn
plaatswordengehoudendoordeknopopderegelaar
rechtsomtedraaientothijdeschijfraakt(Figuur8).
13

Parkeerremhendel
•Draaidehendelnaarbenedenomdeparkeerrem
inwerkingtestellen(Figuur9).
•Draaidehendelnaarbovenomdeparkeerrem
vrijtezetten(Figuur9).
Figuur9
1.Parkeerremhendel–
ingeschakeld
2.Parkeerremhendel–
vrijgezet
opgelostis,neemdancontactopmetuwerkende
servicedealervooreendiagnoseenherstelling.
•Acculampje
Ditlampjegaatenkelesecondenbranden
telkensalsudemotorstart.Alshetacculampje
brandtterwijldemotorloopt,danisde
wisselstroomdynamo,deaccuofhetelektrische
systeemdefect.Neemvooreendiagnose
enherstellingencontactopmetuwerkende
servicedealer.
•Lampjegloeibougies
Ditlampjebrandtvoordatudemotorstart
alsdesleutelnaarDRAAIENbeweegt.Het
gloeibougielampjeblijfttot10secondenbranden,
g005956
watbetekentdatdegloeibougiesdemotoraanhet
verwarmenzijn.Alshetgloeibougielampjebrandt
terwijldemotorloopt,zijndegloeibougiesdefect.
Neemvooreendiagnoseenherstellingencontact
opmetuwerkendeservicedealer.
Controlelampjes
Decontrolelampjeswaarschuwenubijeen
systeemstoringen,inhetgevalvanhet
gloeibougielampje,datdegloeibougiesingeschakeld
zijn.Figuur10toontdeviercontrolelampjes.
Figuur10
1.Oliedruklampje
2.Acculampje4.Lampjegloeibougies
•Motortemperatuurlampje
Alshetmotortemperatuurlampjebrandt,isde
motoroververhit.Zetdemotorafenlaatde
machineafkoelen.Controleerhetpeilvande
koelvloeistofenderiemennaardeventilatorende
waterpomp.Vuldekoelvloeistofbijindiennodig
envervangversletenofdoorslippenderiemen.
Alshetprobleemnietopgelostis,neemdan
contactopmetuwerkendeservicedealervooreen
diagnoseenherstelling.
•Oliedruklampje
Ditlampjegaatenkelesecondenbrandentelkens
alsudemotorstart.Alshetoliedruklampje
brandtterwijldemotorloopt,isdemotoroliedruk
telaag.Zetdemotorafenlaatdemachine
afkoelen.Controleerhetoliepeilenvulhetcarter
indiennodigmetolie.Alshetprobleemniet
3.Motortemperatuurlampje
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Breedte103cm
Lengte152cm
Hoogte125cm
Gewicht(zonderwerktuigof
contragewicht)
Gewichtvanhetcontragewicht
g005941
Bedrijfscapaciteit—metbestuurdervan
74,8kg,destandaardbakenzonder
hetcontragewicht
Kantelcapaciteit—metbestuurdervan
74,8kg,destandaardbakenzonder
hetcontragewicht
Wielbasis71cm
Storthoogte(metstandaardbak)
Bereik–volledigomhooggebracht(met
standaardbak)
Hoogtetotscharnierpen(smallebakin
normalestand)
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeTorodistributeur,
ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
783kg
75kg
227kg
454kg
120cm
66cm
168cm
14

Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor
tezorgendatdeveiligheidscerticatenvande
machineblijvengelden,moetutervervanging
altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvanToro
aanschaffen.Gebruiktervervangingnooitonderdelen
enaccessoiresvananderefabrikanten,omdat
ditgevaarlijkkanzijnendeproductgarantiekan
tenietdoen.
Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies
voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof
onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen
stellenaandeleeftijdvandegenediemetde
machinewerktofgebiedendatdegenediemetde
machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet
volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde
instructievanallebestuurdersentechnici.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenenlaatdemachineafkoelen
voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
•Controleerofdedodemansknop,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen
zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik
demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren
werken.
•Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar
lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw
handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
•Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde
juistewijzeisbevestigdenofheteenorigineel
Toro-werktuigis.Leesaldehandleidingenvan
hetwerktuig.
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed
enveiligtewerken.
•Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie
ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
graven.Letopdelocatievanongemarkeerde
objectenenstructuren,zoalsondergrondse
opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
15

•Inspecteerhetterreinwaaropudemachinegaat
gebruikenenverwijderafval.
•Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart.
Zetdemachineafalsiemandhetgebiedbetreedt.
Brandstofveiligheid
•Weesextravoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen
kunnentotontplofngkomen.
•Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
•Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
•Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof
toevoegen.
•Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
•Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof
waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander
toestel)aanwezigkunnenzijn.
•Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur
ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn
verdwenen.
•Vuldehoudersnietineenvoertuig,opeen
vrachtwagenofopdelaadbakvaneenaanhanger
metkunststofbekleding.Plaatsvatendieuwilt
vullenaltijdopdegrond,uitdebuurtvanuw
voertuig.
•Verwijderdemachineuitdevrachtwagenofde
aanhangerenvuldetankpasalsdemachineop
degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,ishetbeter
ombijtevullenuiteendraagbaarvatdanmet
behulpvaneenvulpistool.
•Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande
brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis.
Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstof
ofbiodieselbrandstofmeteenlaag(<500ppm)
ofultralaag(<15ppm)zwavelgehalte.Het
cetaangetalmoetminimaal40zijn.Koopbrandstofin
hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken
zodatualtijdversebrandstofheeft.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bij
temperaturenboven-7°Cenwinterdieselbrandstof
(nr.1-Dofnr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturen
beneden-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstof
bijlagetemperaturenbiedteenlagervlampunten
eenlagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenen
vermindertdekansdatdeltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen
boven-7°Czaldraagtbijaaneenlangere
levensduurvandepompdanbijgebruikvan
winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze
waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden
totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen
dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof
ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende
voorzorgsmaatregeleninacht:
•Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
•Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
•Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
•GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
•Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde
loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
•Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
•Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Debrandstoftank(en)vullen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
deze(Figuur11).
16

g237886
Figuur11
1.Dopvanbrandstoftank
Figuur12
g006054
4.Vuldetankmetbrandstoftotongeveer25mm
onderdebovenkantvandetank(nietde
vulbuis).
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.Vulde
brandstoftankniethelemaal.
5.Plaatsdedopvandebrandstoftankstevigterug
endraaihemtotdathijopzijnplaatsklikt.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud
uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde
proceduresuitinhetonderdeelTelkensvoor
gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.25).
Belangrijk:Controleerhetniveauvan
dehydraulischevloeistofenontluchthet
brandstofsysteemvoordatudemotorvoorhet
eerststart;zieHetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.38)enHet
brandstofsysteemontluchten(bladz.32).
Dedijsteunaanpassen
Omdedijsteun(Figuur12)aantepassenzetude
knoppenlosenbeweegtuhetsteunstuknaarboven
ofbenedenopdegewenstehoogte.Ukuntdesteun
nogverderafstellendoordemoerwaarmeehet
steunstukaandeafstelplaatisbevestigdlostezetten
endeplaatnaarbovenofnaarbenedentebewegen.
Draaiallebevestigingengoedvastalsuklaarbent.
1.Steunbeugelvandijsteun
2.Afstelplaat5.Slotbout
3.Steunstukvandijsteun
4.Knopenplattering
6.Borgmoerenplattering
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
•Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven.
Zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht
bijdegrondis.
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor
udecontroleoverdemachineverliest.
•GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
hulpstukkenenaccessoires.Werktuigenkunnen
invloedhebbenopdestabiliteitendebediening
vandemachine.
•Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als
udecontroleoverdemachineverliest,moetu
vanhetplatformstappenenuverwijderenvan
demachine.
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden
vastegreepopdereferentiebalkenhebben.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
17

kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
•Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel
enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen
voorkomen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoals
handschoenen,oogbescherming,eenlange
broek,stevigeschoenenmeteengripvastezool
engehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos
endraaggeenlossekledingofjuwelen.
•Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande
machineblijven.
•Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
staanendeparkeerrem(indienaanwezig)in
werkingisgesteldvoordatudemotorstart.Start
demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel
zit.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie
hetzichtkunnenbelemmeren.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden
oversteekt.Letophetverkeer.
•Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
•Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen
voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
•Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
•Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
•Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking(indien
aanwezig).
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
•Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
•Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte
manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw
buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand
houdttotbomen,murenenanderebarrières
kanditleidentotletselalsdemachinetijdens
gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde
omgevinglet.
•Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische
kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg
ervoordatuditnietraakt.
•Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items
inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel
veroorzaken.
Veiligheidophellingen
•Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde
topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Meteen
legebakisdeachterzijdevandemachinede
zwarekant,terwijlmeteenvollebakdevoorzijde
dezwarekantis.Demeesteanderewerktuigen
zorgenervoordathetgewichtvoornamelijkopde
voorkantvandemachinerust.
•Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtop
eenhelling,heeftditinvloedopdestabiliteitvan
demachine.Houddearmenvandeladeromlaag
alsuopeenhellingrijdt.
•Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest
endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachineop
hellingenofoneffenterreinvereistaltijdextra
voorzichtigheid.
•Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze
proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken
omnategaanopwelkehellingenudemachine
veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond
verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru
ditonderzoekuitvoert.
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan
invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
•Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam
ineenrechtelijnaf.
•Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen
dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts
gerichthouden.
18

•Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde
rijrichtingvandemachine.
•Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling
danniet.
•Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein.
Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
•Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan
glijden.
•Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete
ondersteunen.
•Weesvoorzichtigalsudemachinegebruiktinde
buurtvan:
–Steilehellingen
–Greppels
–Dijkenentaluds
–Water
Demachinekanplotselingomslaanalseen
rupsbandoverderandkomt,ofalsderandinstort.
Houdeenveiligeafstandtussendemachineen
eengevarenzoneaan.
•Umaggeenwerktuigenverwijderenof
aankoppelenopeenhelling.
•Parkeerdemachinenietopeenhelling.
Motorstarten
1.Gaophetplatformstaan.
2.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek
indestandNEUTRAALstaat.
3.ZetdegashendelhalverwegetussenLANGZAAM
enSNEL.
4.Steekhetsleuteltjeindecontactschakelaaren
draaihetnaardestandLOPEN.
Opmerking:Delampjesvandeaccu,oliedruk
engloeibougiesgaanbranden.
5.Wanneerhetgloeibougielampjedooft,kuntude
sleutelopSTARTdraaien.Laathetsleuteltjelos
zodrademotoraanslaat.
Belangrijk:Demotoropvolletoeren
latendraaienterwijlhethydraulische
systeemkoudis(bijvoorbeeldalsde
omgevingstemperatuurrondofonderhet
vriespuntis)kanhethydraulischesysteem
beschadigen.Alsudemotorstartinkoude
weersomstandigheden,moetudeze2tot
5minutenhalfgaslatenlopenvoordatude
gashendelopSNELzet.
Opmerking:Alsdebuitentemperatuuronder
hetvriespuntis,slademachinedanineen
garageop.Zoblijftdemachinewarmerenkan
dezemakkelijkerstarten.
Metdemachinerijden
Gebruikdetractiebedieningomdemachinete
bewegen.Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachinein
dierichtinggaat.Laatdetractiebedieninglosomde
machinetotstilstandtebrengen.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).
ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste
verkrijgen.Ukuntdegasinstellingechtergebruiken
ommetlageresnelhedentewerken.
Demotorafzetten
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek
indestandNEUTRAALstaat.
3.ZetdegashendelopdestandLANGZAAM.
4.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheet
is,moetudezenogeenminuutlatendraaien
voordatuhetcontactsleuteltjeopUITdraait.
Opmerking:Demotorkandanafkoelen
voordatuhemuitzet.Ineennoodgevalkuntu
demotoronmiddellijkafzetten.
5.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijder
het.
Opmerking:Alsdemotorwarmis,hoeftuniet
tewachtentothetlampjedooft.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde
motornietwilstarten,moetunaelkepoging
30secondenwachtenomdestartmotorte
latenafkoelen.Indienudezeinstructiesniet
opvolgt,kandestartmotordoorbranden.
6.ZetdegashendelopSNEL.
VOORZICHTIG
Kinderenofomstanderskunnenletsel
oplopenalszijdemachineverplaatsenof
proberentebedienenterwijldezeonbeheerd
staat.
Verwijderaltijdhetsleuteltjeenstelde
parkeerreminwerkingwanneerudemachine
onbeheerdachterlaat.
19

Werktuigengebruiken
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigenkunnen
invloedhebbenopdestabiliteitendebediening
vandemachine.Degarantievandemachinekan
komentevervallenalsudemachinegebruiktmet
werktuigendienietzijngoedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,
moetuervoorzorgendatdebevestigingsplaten
vrijvanvuilzijnendepennenonbelemmerd
ronddraaien.Alsdepennennietvrijronddraaien,
moetenzegesmeerdworden.
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak
enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg
ruimtevoordemachineis.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig
naarvoren.
debevestigingsplaatnietpreciesrecht
tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat
vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde
ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip
vandeontvangerplaatophetwerktuig(Figuur
13).
Figuur13
1.Bevestigingsplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu
tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren
kantelt.
2.Ontvangerplaat
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde
bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
g003711
Figuur14
1.Snelkoppelingspennen
(vastgezet)
2.Nietvastgezet
3.Vastgezet
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet
g003710
volledigindebevestigingsplatenzitten,
bestaatdekansdathetwerktuigvande
machinevalt,waardooruofomstanders
bekneldkunnenraken.
Zorgervoordatde
snelkoppelingspennenvollediginde
bevestigingsplatenzitten.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg
ervoordatdezevolledigindebevestigingsplaten
zitten(Figuur14).
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is
20

Hydraulischeslangenaansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk
ontsnapt,kandoordehuidheendringen
enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde
huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele
urenoperatieftewordenverwijderddoor
eenartsdiebekendismetdezevormvan
verwondingen,omdaterandersgangreenkan
ontstaan.
•Controleerofallehydraulischeslangen
enleidingeningoedestaatverkerenen
allehydraulischeaansluitingenenttings
stevigvastzittenvoordatudrukzetophet
hydraulischesysteem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan
kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit
onderhogedrukhydraulischevloeistof
ontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier;
doeditnooitmetuwhanden.
Opmerking:Alsueerstdemannelijke
aansluitingvanhetwerktuigbevestigt,heftude
drukinhetwerktuigop.
6.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuig
opdemannelijkeaansluitingopdemachine.
7.Trekaandeslangenomtecontrolerenofde
aansluitingbetrouwbaaris.
Eenwerktuigverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
2.Laathetwerktuigneeropdegrond.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordeze
naarbuitentedraaien.
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,
beweegtudehendelvoordehulphydrauliek
naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
6.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,
schuiftudekragenopdehydraulischekoppeling
terugenmaaktudezelos.
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische
leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof
kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals
uheteonderdelenaanraakt.
•Draaghandschoenenalsuwerktaande
hydraulischekoppelingen.
•Laatdemachineafkoelenvoordatude
hydraulischeonderdelenaanraakt.
•Zorgervoordatunietinaanrakingkomt
metgemorstehydraulischevloeistof.
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude
hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Beweegdehendelvoordehulphydrauliek
naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
3.Verwijderdebeschermplatenvande
hydraulischeaansluitingenopdemachine.
4.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijn
verwijderdvandehydraulischeaansluitingen.
5.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuig
indevrouwelijkeaansluitingopdemachine.
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhet
werktuigaanelkaaromtevoorkomendat
hethydraulischesysteemtijdensdeopslag
wordtverontreinigd.
7.Monteerdebeschermkappenopdehydraulische
koppelingenopdemachine.
8.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaat
naarvorenenrijdemachineachteruitvanhet
werktuigvandaan.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
•Zetdemotoruit,verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu
dezeafstelt,reinigt,staltofonderhouduitvoert.
•Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotor
ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen
brandstofop.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig
vastzit.
•Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruik
heetkunnenworden.Laatdezeeerstafkoelen
21

voordatudemachineafsteltoferonderhouds-of
reparatiewerkzaamhedenopuitvoert.
•Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Eendefectemachine
verplaatsen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenof
trekkenzonderdatueerstdesleepkleppenhebt
geopend,omdatandershethydraulischesysteem
beschadigdraakt.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
2.Verwijderdeplugdiedesleepkleppenbedekt
(Figuur15).
altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte.
Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis
voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting
enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees
aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan
dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof
uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten
inzakeaanhangersendebevestigingvanmachines.
WAARSCHUWING
Deelnameaanhetwegverkeerzonder
richtingaanwijzers,verlichting,reectoren
ofeenbordmetdeaanduiding'Langzaam
rijdendvoertuig'isgevaarlijkenkanleidentot
ongelukkendielichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerselecteren
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken(Figuur16).
Figuur15
3.Draaidecontramoerenopdesleepkleppenlos.
4.Draaielkeklepmeteeninbussleutel1slag
linksomomzeteopenen.
5.Sleepdemachinezoalsgewenst.
Belangrijk:Rijdnietsnellerdan4,8kmper
uuralsudemachinesleept.
6.Nadatdemachinegerepareerdis,sluitude
sleepkleppenendraaitudecontramoerenvast.
Belangrijk:Draaidesleepkleppenniette
vast.
7.Plaatsdepluggenterug.
•Gebruikuitsluitendoprijplatenoverde
volledigebreedte.
•Zorgervoordatdeoprijplaatminstens
4keerzolangisalsdeafstandvande
aanhangwagenofdelaadbaktotdegrond.
Hierdoorisdehoekdiedeoprijplaatmaakt
g237902
nietgroterdan15gradenopeenvlakke
ondergrond.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar
vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik
22

4.Brengdearmenvandeladeromlaag.
5.Laaddemachineopdeaanhangermetde
zwaarstekantnaardebovenstezijdevan
deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading
onderaanzit(Figuur17).
•Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar
werktuig(bv.eensleuvengraver),rijde
machinedanvoorwaartsopdeoprijplaat.
•Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan
achteruitopdeoprijplaat.
Figuur16
1.Oprijplaat/-platenover
volledigebreedtein
opslagpositie
2.Deoprijplaatisminstens4
keerzolangalsdeafstand
vandeaanhangwagenof
delaadbaktotdegrond
3.H=Afstandvande
aanhangeroflaadbaktot
degrond
4.Aanhanger
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen
aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde
kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit
kanernstiglichamelijkletselofdedood
veroorzaken.
•Gazeervoorzichtigtewerkalsueen
machineeenoprijplaatop-/afrijdt.
•Laaddemachineinenuitmetdezwaarste
kantnaardebovenstezijdevande
oprijplaatgericht.
g229507
Figuur17
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar
werktuig–rijde
machinevooruitopde
oprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig
ofzonderwerktuig–rijde
machineachteruitopde
oprijplaat/-platen.
g237904
6.Laatdearmenvandeladervolledigzakken.
7.Steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig),
zetdemotorafenverwijderhetcontactsleuteltje.
8.Gebruikdemetalenbindogenopdemachine
omdemachinegoedvasttemakenaande
aanhangerofvrachtwagen.Gebruikhiervoor
banden,kettingen,kabelsoftouwen(Figuur18).
Raadpleegdelokalevoorschrifteninzakehet
vastbindenvandemachine.
•Umagnietabruptversnellenofvertragen
alsudemachineeenoprijplaatop-of
afrijdt,omdatandersdemachinekan
kantelenofudecontroleoverdemachine
kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,moetudeze
danaanhetsleepvoertuigbevestigenende
veiligheidskettingenaansluiten.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenvande
aanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
g248506
Figuur18
1.Bindogen
23

Demachineuitladen
1.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
2.Rijdemachinevandeaanhangermetde
zwaarstekantnaardebovenstezijdevan
deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading
onderaanzit(Figuur19).
•Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar
werktuig(bv.eensleuvengraver),rijde
machinedanachteruitvandeoprijplaat.
•Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan
vooruitvandeoprijplaat.
Figuur19
g237905
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar
werktuig–rijde
machineachteruitvan
deoprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig
ofzonderwerktuig–rijde
machinevooruitvande
oprijplaat/-platen.
Demachineomhoogbrengen
Ukuntdemachinetillenmetbehulpvandebindogen
alshefpunten;zieFiguur18.
24

Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart
waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande
machine.
Veiligheidbijonderhoud
•Parkeerdemachineopeenegaleondergrond,
schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuig
omlaag,steldeparkeerrem(indienaanwezig)
inwerking,zetdemotoruitenverwijderhet
sleuteltje.Wachttotdatallebewegendedelentot
stilstandzijngekomenenlaatdemachineafkoelen
voordatudezeafstelt,reinigt,staltofrepareert.
•Veeggemorsteolieenbrandstofop.
•Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructiesnooitonderhoudswerkzaamhedenaan
demachineuitvoeren.
•Plaatsdeonderdelenopkriksteunenindiendit
nodigis.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie;zieHydraulischedrukaaten
(bladz.37).
•Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieOnderhoud
vandeaccu(bladz.33).
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde
machinenietafterwijldemotorloopt.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig
vastzit.Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Knoeinietmetdeveiligheidsvoorzieningen.
•GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
werktuigen.Werktuigenkunneninvloedhebbenop
destabiliteitendebedieningvandemachine.De
garantiekankomentevervallenalsudemachine
gebruiktmetwerktuigendienietzijngoedgekeurd.
•Gebruikalleenoriginelereserveonderdelenvan
Toro.
•Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamhe-
dennodigisdatdeladerarmenomhoogstaan,kunt
udearmenindeopgehevenstandvergrendelen
metdehydraulischecilindervergrendeling(en).
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
•Draaidewielmoerenaan.
•Hydraulischltervervangen.
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Demachinesmeren.(onmiddellijknaelkewasbeurt).
•Controleerhetmotoroliepeil.
•Wateraftappenuithetbrandstoflter.
•Controleerdebandenspanning.
•Hetradiateurschermcontrolerenenreinigen
•Hetkoelvloeistofpeilcontroleren.
•Testdeparkeerrem.
•Verwijdervuilvandemachine.
•Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
•Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen,
kinken,loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenalsgevolgvanweersinvloeden
endeinwerkingvanchemicaliën.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
25

OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde75bedrijfsuren
•Vervangdemotorolieenhetlter(vakeralsdemachinewordtgebruiktinzeer
stofgeofzanderigeomstandigheden).
•Controleerdeaansluitingenvandeaccukabels.
•Reinigdeaccu.
Omde100bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Omde1500bedrijfsuren
Jaarlijks
Jaarlijksofvóórstalling
•Draaidewielmoerenaan.
•Luchtlteronderhoudsbeurtgeven.(vakeronderhouduitvoereninergstofgeof
zanderigeomstandigheden.)
•Hydraulischltervervangen.
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
•Brandstofltervervangen.
•Motorkoelvloeistofverversen.
•Hydraulischevloeistofverversen.
•Beschadigdelakbijwerken.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
Procedures
voorafgaandeaan
onderhoud
Decilindervergrendelingen
gebruiken
g005162
Figuur20
1.Cilindervergrendeling4.Gaffelpen
2.Hefcilinder5.Stangvanhefcilinder
3.R-pen
WAARSCHUWING
Alsdearmenvandeladerindeopgeheven
standstaan,kunnendezeomlaagkomen
waardooriemanddieeronderstaatbekneld
kanraken.
Plaatsdecilindervergrendeling(en)voordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoertwaarbij
dearmenvandeladeromhoogmoetenstaan.
Cilindervergrendelingen
aanbrengen
1.Verwijderhetwerktuig.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Plaatseencilindervergrendelingoverelke
hefcilinderstang(Figuur20).
5.Bevestigelkecilindervergrendelingmeteen
gaffelpeneneenR-pen(Figuur20).
6.Brenglangzaamdearmenvandeladeromlaag
totdatdecilindervergrendelingencontactmaken
metdecilinderbehuizingenendeuiteindenvan
destang.
Decilindervergrendelingen
verwijderenenopslaan
Belangrijk:Verwijderdecilindervergrendelingen
vandestangenenvergrendelzevollediginde
opslagstandvoordatudemachinebedient.
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.VerwijderdegaffelpenendeR-penwaarmeede
cilindervergrendelingenbevestigdzijn.
5.Verwijderdecilindervergrendelingen.
6.Brengdearmenvandeladeromlaag.
26

7.Brengdecilindervergrendelingenaanoverde
hydraulischeslangenenbevestigzemetde
gaffelpennenenR-pennen(Figuur21).
Figuur21
g005943
Figuur22
g005163
1.Deksel2.Borglip
1.Hydraulischeslangen3.R-pen
2.Cilindervergrendelingen4.Gaffelpen
Toegangkrijgentot
inwendigeonderdelen
WAARSCHUWING
Alsudeksels,kappenofschermenopenmaakt
terwijldemotordraait,kuntuincontact
komenmetbewegendeonderdelenendaarbij
ernstigletseloplopen.
Voordatueendeksel,kapofschermopent:
zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeuithet
contactenlaatdemotorafkoelen.
Hetinspectieluikaandevoorzijde
verwijderen
5.Trekhetdekselvandemachine.
6.Alsuklaarbent,plaatstuhetvoorste
inspectieluikterugenbevestigtuhetmetde
tweeborglippen.
Inspectieluikaandeachterzijde
openen.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Zetdetweeborglippenbovenaanhetachterste
inspectieluiklos(Figuur23).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken
steldeparkeerreminwerking.
2.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
Opmerking:Alsuhetvoorsteinspectieluik
moetverwijderenzonderdelaadarmenomhoog
tebrengen,weesdanuiterstvoorzichtigom
hetdekselofdehydraulischeslangenniette
beschadigenterwijluhetdekselvanonderde
armenhaalt.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
4.Zetdetweeborglippenlos(Figuur22,bovenste
liplinksgetoond).
g005957
Figuur23
1.Inspectieluikachterzijde3.Bout
2.Borglippen
4.Verwijderdeboutnaastderechterborglip
(Figuur23).
27

5.Gebruikdehandgreepomhetdekselomhoog
enachteruittetrekkenenhetteopenen(Figuur
23).
Smering
6.Alsuklaarbent,sluituhetachtersteinspectieluik
doorhetnaarboventezwaaienenhetopzijn
plaatstebrengen.
7.Bevestighetmetdetweeborglippeneneen
bout.
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
(onmiddellijknaelkewasbeurt).
Typevet:Universeelsmeervet
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
4.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel
(Figuur24enFiguur25).
Figuur24
Figuur25
5.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbij
delagersnaarbuitenkomt(ongeveer3maal
pompen).
6.Overtolligvetwegvegen.
g005945
g004209
28

Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
•Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
•Verandernooitdestandvandetoerenregelaar
vandemotorenlaatdemotorniettesneldraaien.
•Houduwhanden,voeten,gezicht,kleding
enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande
geluiddemperenandereheteoppervlakken.
6.Schuifhetltervoorzichtiguitde
luchtlterbehuizing(Figuur26).
Opmerking:Zorgervoordatunietmethet
ltertegendezijkantvandeluchtlterbehuizing
stoot.
Belangrijk:Probeerhetlterniette
reinigen.
7.Controleerhetnieuwelteropscheuren,
eenvettigoppervlakofbeschadigingvande
rubberenafdichting.Richteenfellelichtbronop
debuitenkantvanhetlterenkijkinhetlter;als
ergateninhetlterzijn,zietuhelderevlekken.
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsu-
ren—Luchtlteronderhoudsbeurt
geven.(vakeronderhouduitvoeren
inergstofgeofzanderigeomstandigheden.)
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrek
hetluchtlterdekselvandeluchtlterbehuizing
(Figuur26).
Alshetlterbeschadigdis,maguhetniet
gebruiken.
8.Monteerhetltervoorzichtig(Figuur26).
Opmerking:Zorgervoordathetltervolledig
vastzitdoordebuitenringvanhetltertijdensde
montageaantedrukken.
Belangrijk:Druknietophetzachtemidden
vanhetlter.
9.Monteerhetluchtlterdekselmetdestofkap
naarbenedengerichtenmaakdesluitingen
vast(Figuur26).
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet
motoroliepeil.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Verversde
motorolieenvervanghetlter.
Omde75bedrijfsuren—Vervangdemotorolie
enhetlter(vakeralsdemachinewordtgebruikt
inzeerstofgeofzanderigeomstandigheden).
Figuur26
1.Sluitingen4.Voorlter
2.Luchtlterdeksel5.Stofkap
3.Luchtlterbehuizing
4.Knijpindezijkantenvandestofkapomdezete
openenenslahetstoferuit.
5.Reinigdebinnenkantvanhetluchtlterdeksel
metpersluchtondereendrukvan2,07bar.
Belangrijk:Reinigdeluchtlterbehuizing
nietmetperslucht.
Motorolietype
g200767
Typeolie:Detergentvoordieselmotoren(API
onderhoudsklasseCH-4,CI-4ofhoger)
Carterinhoud:metlter,3,2liter
Viscositeit:Zieonderstaandetabel.
29

peilaandebovenkantvanhetgebiedmet
kruisarceringopdepeilstokstaat.
Opmerking:Gebruikolievoordieselmotoren,
APIonderhoudsklasseCH-4,CI-4ofhoger;zie
Motorolietype(bladz.29).
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhetcarter
omdatditdemotorkanbeschadigen.
10.Plaatsdeolievulbuisdopendepeilstokterug.
Figuur27
Hetmotoroliepeilcontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Reinighetgebiedronddeoliepeilstok(Figuur
28).
g238048
11.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Motorolieverversenenlter
vervangen
1.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterworden
afgetapt.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantiets
lagerstaatdandeanderekantzodatalleolie
kanweglopen.
3.Brengdearmenvandeladeromlaag,stel
deparkeerreminwerking,zetdemotorafen
verwijderhetcontactsleuteltje.
4.Plaatseenopvangbakonderdeolieaftapbuis
(Figuur29).
Figuur28
1.Dopvanvulbuis
2.Klepdeksel4.Metalendeel
3.Oliepeilstok
5.Trekdepeilstokuitenveeghetmetalendeel
meteendoekschoon(Figuur28).
6.Schuifdepeilstokhelemaalindebuis(Figuur
28).
7.Trekdepeilstokuitencontroleerhetoliepeilop
hetmetalendeel.
Opmerking:Hetoliepeilmoetbinnenhet
gebiedmetkruisarceringopdepeilstokstaan.
8.Alshetoliepeillaagis,reinigtudeomgeving
vandeolievulbuisdopenverwijdertudedop
(Figuur28).
9.Gietlangzaamolieinhetklepdeksel.Controleer
hetoliepeilopnieuwenzorgervoordathet
g005936
g005947
Figuur29
1.Klem3.Plug
2.Olieaftapbuis
5.Zetdeklemlosenverwijderdeplug(Figuur29).
6.Alsalleolieisafgetapt,kuntudeaftapplugweer
terugplaatsenendeklemvastzetten.
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
7.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
8.Verwijderhetoudelterenveegdepakkingvan
hetltertussenstuk(Figuur30)schoon.
30

Figuur30
1.Olielter
2.Pakking
9.Smeereendunlaagjeschoneolieopde
rubberenpakkingvanhetnieuwelter(Figuur
30).
10.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk.
Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen
pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk.
Draaihetltervervolgensnogeens½slag
(Figuur30).
11.Verwijderdevuldop(Figuur28)engiet
langzaamongeveer80%vandegespeciceerde
hoeveelheidolieinhetklepdeksel.
12.Controleerhetoliepeil.
13.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde
bovenstemarkeringopdepeilstokbereikt.
14.Plaatsdevuldopterug.
15.Startdemotorenlaatdeze15Secondenlopen
zodathetlterzichkanvullenmetolie.
16.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,zetdemotorafenverwijderhet
sleuteltje.
17.Controleerhetmotoroliepeil.Indiennodigolie
bijvullen.
18.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Adapter
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof
uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand
g000653
ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschade
veroorzaken.
•Tapdebrandstofafuitdebrandstoftanks
wanneerdemotorkoudis.Doeditbuiten
opeenopenterrein.Eventueelgemorste
brandstofopnemen.
•Rooknooitalsubenzineaftaptenblijf
uitdebuurtvanopenvuurofalsdekans
bestaatdatbenzinedampendooreenvonk
kunnenontbranden.
•RaadpleegBrandstofveiligheid
(bladz.16)vooreenvolledigelijst
vanbrandstofgerelateerdevoorzorgen.
Wateraftappenuithet
brandstoflter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Draaihetaftapventieltothetwateruithetlter
loopt(Figuur31).
Opmerking:Hetbrandstoflterbevindtzichbij
deonderkantvandebrandstoftank.
1.Brandstoflter2.Aftapventiel
5.Sluitdeklep.
31
g005935
Figuur31

6.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Brandstofltervervangen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Belangrijk:Monteernooiteenvuillter.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Sluitdebrandstofkleponderaande
brandstoftank(Figuur34).
4.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
5.Openhetaftapventiel(Figuur32)enlaatde
brandstofuithetbrandstoflterineengeschikte
houderlopen.Gooiopdejuistemanierweg.
•Nadatdemotorisgestoptomdatdebrandstofop
was
•Nadateronderhoudisuitgevoerdaan
componentenvanhetbrandstofsysteem
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Plaatseenopvangbakonderhetbrandstoflter
omgelektebrandstofoptevangen.
5.Opendeontluchtschroefbovenaanhet
brandstoflteromdehoudermetbrandstofte
vullen(Figuur33).
Figuur32
1.Aftapventiel2.Brandstoflter
6.Verwijderhetbrandstofltermeteenltersleutel
(Figuur32).
7.Maakhetmontageoppervlakschoon.
8.Smeerschonemotorolieopdepakkingvanhet
nieuwelter.
9.Schroefhetnieuweltereropmetdehandtot
depakkingdebehuizingraakt,draaihetlter
vervolgensnogeens½slag.
10.Opendebrandstofkleponderaande
brandstoftank(Figuur34).
11.Laathetbrandstofsysteemuitlekken;raadpleeg
Hetbrandstofsysteemontluchten(bladz.32).
12.Startdemotorencontroleeropolielekkages.
Hetbrandstofsysteem
ontluchten
Laatdeluchtuithetbrandstofsysteemindevolgende
gevallen:
•Eennieuwemachineofeenopgeslagenmachine
voordeeerstekeer(terug)starten
g005949
g005948
1.Brandstoflter2.Ontluchtschroef
6.Sluitdeontluchtschroefalsdebrandstof
bestendigloopt.
7.Zoekaandelinkerkantvandemotor
deontluchtingsplugbovenaande
brandstonjectiepompensluiteenslang
aandienaareenopvangbakleidt.
8.Opendeontluchtingsplugenprobeerdemotor
testartentotdatdebrandstofineenregelmatige
stroomlekt.
9.Sluitdeontluchtingsplug.
10.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
Figuur33
Brandstofaftappenuitde
brandstoftank
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Sluitdebrandstofklepindeslangonderaande
brandstoftank(Figuur34).
32

Figuur34
1.Brandstofklep(open)2.Brandstofklep(gesloten)
4.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
5.Maakdeslangklemophetbrandstoflterlosen
schuifdezeoverdebrandstofslangwegvanhet
lter.
Onderhoudelektrisch
systeem
Veiligheidvanhet
elektrischsysteem
•Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande
acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde
pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal
deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu
aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding
g003795
engebruikgeïsoleerdgereedschap.
•Accuzuurisgiftigenkanbrandwonden
veroorzaken.Voorkomcontactmetdehuid,ogen
enkleding.Beschermuwgezicht,ogenenkleding
alsuwerkzaamhedenverrichtaandeaccu.
•Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
6.Trekdebrandstoeidingvanhetbrandstoflter,
opendebrandstofklepenlaatdebrandstofin
eenbrandstofvatofeenopvangbaklopen.
7.Sluitdebrandstofklep.
8.Plaatsdebrandstofslangophetlter.
9.Schuifdeslangklemdichtophetlteromde
brandstofslangvasttezetten.
10.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
11.Opendebrandstofklepindeslangonderaande
brandstoftank,zoalsgetoondinFiguur34.
Opmerking:Omdatdetanknutochleegis,is
diteenuitstekendmomentomhetbrandstoflterte
vervangen.
Onderhoudvandeaccu
Onderhoudsinterval:Omde75bedrijfsu-
ren—Controleerdeaansluitingen
vandeaccukabels.
Omde75bedrijfsuren—Reinigdeaccu.
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.Veeg
deaccubehuizingschoonmeteentissue.Alsde
accupolenzijngeoxideerd,moetudezeschoonmaken
meteenoplossingvanvierdelenwaterenééndeel
zuiveringszout.Brengeenlaagjevetopdeaccupolen
aanomcorrosieteverminderen.
Specicaties:12V,450A(koudestart)
Accuverwijderen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijderhetdeksel(Figuur35)
33

Figuur35
1.Accudeksel5.Moer
2.Bout6.Pluskabelvandeaccu
3.Accu7.Minkabelvandeaccu
4.Stangen
8.Beschermstrookvanaccu
g230939
g003792
Figuur36
1.Pluspoolvandeaccu
2.Minpoolvandeaccu
3.Rode(+)oplaadkabel
4.Zwarte(–)oplaadkabel
4.Verwijderdemoerenenstangenwaarmeede
accuwordtbevestigd(Figuur35).
5.Maakdeminkabel(zwart)dienaardenegatieve
(–)accupoolleidtlos(Figuur35).
6.Maakdepluskabel(rood)dienaardepositieve
(+)accupoolleidtlos(Figuur35).
7.Verwijderdeaccuvanhetplatform.
Deaccuopladen
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265).Dit
isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu
tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvandemachine;raadpleeg
Accuverwijderen(bladz.33).
2.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot
30Aof30minutenbij4tot6A(Figuur36).De
accunietteveropladen.
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt
udeacculaderuithetstopcontactenmaakt
uvervolgensdeoplaadkabelslosvande
accuklemmen(Figuur36).
Deaccureinigen
Opmerking:Zorgervoordatdeaccuklemmenen
degeheleaccubehuizingschoonzijn;dithelptde
levensduurvandeaccuteverlengen.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig
opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Haaldeaccuuitdemachine;Accuverwijderen
(bladz.33).
4.Wasdeheleaccubakmeteenoplossingvan
natriumbicarbonaatenwater.
5.Spoeldeaccumetschoonwater.
6.SmeereendunlaagjeGrafo1 12X-vet(T oro
onderdeelnr.505-47)ofvaselineopde
accupolenendekabelklemmenomcorrosiete
voorkomen.
7.Monteerdeaccu;zieAccumonteren(bladz.
34).
Accumonteren
1.Plaatsdeaccuophetplatform(Figuur35).
2.Bevestigdeaccuinhetchassismetdestangen
enmoerendieueerderverwijderdhebt(Figuur
35).
3.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmiddelenomdepluskabel(rood)opdepluspool(+)
vandeaccuaantesluiten(Figuur35).
34

4.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop
depluspoolvandeaccu.
Onderhoud
5.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmiddelenomdeminkabel(zwart)opdeminpool(–)
vandeaccuaantesluiten(Figuur35).
6.Plaatshetaccudeksel(Figuur35).
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccukabelsgeen
contactmakenmetelkaarofmetscherperanden.
Onderhoudvaneenreserveaccu
Deoorspronkelijkeaccuheeftgeenonderhoudnodig.
Raadpleegvoorhetonderhoudvaneenreserveaccu
deinstructiesvandefabrikant.
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Zorgervoordatdebandenspanningvolgens
specicatieis.Debandenspanningkanhetbestbij
koudebandenwordengecontroleerd.
Druk:103tot138Kpa(15tot20psi)
Opmerking:Gebruikeenlagerebandenspanning
(1,03bar)opmulleondergrondvoorbeteretractiein
delossegrond.
Figuur37
1.Afsluiter
Dewielmoerencontroleren
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Controleerdewielmoerenendraaizevastmeteen
torsievan68N·m.
g003793
35

Onderhoudkoelsysteem
Veiligheidvanhet
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenlaat
demotorafkoelen.
3.Verwijderderadiateurdopencontroleerhet
koelvloeistofpeil(Figuur38).
koelsysteem
•Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenbereikvankinderenen
huisdierenhouden.
•Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete
radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige
brandwondenoplopen.
–Laatdemotorminstens15minutenafkoelen
voordatuderadiateurdopverwijdert.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom
destoomtelatenontsnappen.
Radiateurschermreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Verwijderaangekoektgrasofandervuilmetperslucht
vanhetradiateurscherm.
Hetkoelvloeistofpeil
Dekoelvloeistofdienttotdevulbuistereiken.
g005937
Figuur38
1.Radiateurdop
4.Alshetpeiltelaagis,gietdankoelvloeistofbij
totdeonderkantvandevulbuis.
Belangrijk:Vulderadiateurniettevol.
5.Plaatsderadiateurdopterugenzorgdathij
goedvastzit.
Motorkoelvloeistof
verversen
controleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Hetkoelsysteembevateenmengselmeteen
50/50verhoudingvanwaterenpermanente
ethyleenglycol-antivries.Controleerhet
koelvloeistofpeilelkedagvóórhetstartenvande
motor.
GEVAAR
Dedraaiendeasenventilatorkunnenletsel
veroorzaken.
•Gebruikdemachinenooitzonderdatde
kappenzijngeplaatst.
•Houduwvingers,handenenkledinguit
debuurtvaneendraaiendeventilatoren
aandrijfas.
•Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,laatdeladerarmenzakken,
steldeparkeerreminwerking,zetde
motorafenverwijderhetsleuteltje
uitdecontactschakelaarvoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Laatdemotorkoelvloeistofeenmaalperjaarverversen
dooreenerkendeservicedealer.
Alsermotorkoelvloeistofmoetwordenbijgevuld,
raadpleegHetkoelvloeistofpeilcontroleren(bladz.
36).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaalvlak,laat
deladerarmenzakken,steldeparkeerremin
werkingenzetdemotoraf.
36

Onderhoudenremmen
Deparkeerremtesten
Onderhoudhydraulisch
systeem
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Schakeldeparkeerremin;zieParkeerremhendel
(bladz.14).
2.Startdemotor.
3.Probeerdemachinelangzaamvooruitof
achteruitterijden.
4.Alsdemachinebeweegt,neemdancontactop
metuwerkendeservicedealervooronderhoud.
Veiligheidvanhet
hydraulischesysteem
•Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid.
Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren
operatiefwordenverwijderddooreenarts.
•Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle
hydraulischeaansluitingenenttingsstevig
vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische
systeem.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk
hydraulischevloeistofontsnapt.
•Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
•Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat
verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Hydraulischedrukaaten
Omhydraulischedrukaftelatenterwijldemotor
draait,moetudehulphydrauliekuitschakelenende
laderarmenvollediglatenzakken.
Omdrukaftelatenterwijldemotoruitis,zet
udehendelvandehulphydrauliektussende
vooruit-enachteruitstandzodathetsysteemvande
hulphydrauliekwordtontlast,beweegtudehendel
vandewerktuigkantelingnaarvorenennaarachteren
enbeweegtudehendelvandeladerarmnaarvoren
omdeladerarmenneertelaten(Figuur39).
Figuur39
g281214
37

Specicatieshydraulische
Hetpeilvande
vloeistof
Omde1500bedrijfsuren/Omde2jaar(houd
hierbijdekortsteperiodeaan)—Vervangalle
bewegendehydraulischeslangen.
Inhoudhydraulischetank:56L
Gebruikslechts1vandevolgendevloeistoffeninhet
hydraulischesysteem:
•ToroPremiumtransmissie-/hydraulische
tractorvloeistof(vraaguwerkendeservicedealer
ommeerinformatie)
•ToroPXExtendedLifehydraulischevloeistof
(vraaguwerkendeservicedealerommeer
informatie)
•AlsgeenvandebovenstaandeTorovloeistoffen
verkrijgbaaris,kuntueenandereUniversal
TractorHydraulicFluid(UTHF)gebruiken,maar
hetmaguitsluitendgaanomeenconventioneel,
petroleumgebaseerdproduct.Despecicaties
moetenbinnenhetvermeldebereikvallenvoor
alleonderstaandemateriaaleigenschappenen
devloeistofmoetvoldoenaandevermelde
industriestandaarden.Vraaguwleveranciervan
hydraulischevloeistofofdevloeistofvoldoetaan
dezespecicaties.
Opmerking:Toroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordt
veroorzaaktdoorgebruikvanverkeerde
vervangendevloeistoffen.Gebruikdaarom
uitsluitendproductenvangerenommeerde
fabrikantendiegarantstaanvoordedoorhen
aanbevolenvloeistoffen.
hydraulischevloeistof
controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof
voordatdemotorvoorheteerstgestartwordten
vervolgensomde25bedrijfsuren.
ZieSpecicatieshydraulischevloeistof(bladz.38).
Belangrijk:Gebruikaltijddejuistehydraulische
vloeistof.Vloeistoffenvooralgemeengebruik
brengenschadetoeaanhethydraulische
systeem.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,verwijderdewerktuigen,stelde
parkeerrem(indienaanwezig)inwerking,breng
dearmenvandeladeromhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Verwijderdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
4.Reinigdeomgevingvandevulbuisvande
hydraulischetank(Figuur40).
5.Verwijderdedopvandevulbuisencontroleer
hetvloeistofpeilopdepeilstok(Figuur40).
Hetvloeistofpeilmoettussendemarkeringenop
depeilstokstaan.
Materiaaleigenschappen
cStbij40°C:55tot62 Viscositeit,ASTMD445
cStbij100°C:9,1tot9,8
Viscositeitsindex
ASTMD2270
Stolpunt,ASTMD97-43tot-37°C
Industriestandaarden
APIGL-4,AGCOPoweruid821XL,FordNewHolland
FNHA-2-C-201,00,KubotaUDT ,JohnDeereJ20C,Vickers
35VQ25enVolvoWB-101/BM
140tot152
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijn
bijnakleurloos,zodathetmoeilijkislekkages
optesporen.Eriseenrodekleurstofvoorde
vloeistofinhethydraulischesysteemverkrijgbaar
in20mlesjes.Eénesjeisvoldoendevoor15
tot22literhydraulischevloeistof.Ukuntdeze
kleurstofbestellenbijeenerkendeservicedealer,
onderdeelnr.44-2500.
g005938
Figuur40
1.Dopvanvulbuis2.Peilstok
6.Alshetpeiltelaagstaat,vultuvloeistofbijtot
hetcorrectepeil.
7.Brengdedopvandevulbuisaan.
8.Plaatsdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
9.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar
ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
38

Hydraulischlter
vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatditernstigeschadeaanhet
hydraulischesysteemkanveroorzaken.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,verwijderdewerktuigen,stelde
parkeerrem(indienaanwezig)inwerking,breng
dearmenvandeladeromhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijderdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
4.Plaatseenopvangbakonderhetlter.
5.Verwijderhetoudelter(Figuur41)enveeghet
oppervlakvanhetltertussenstukschoon.
Vulvloeistofbijtotdathetpeildemarkeringop
depeilstokbereikt.Vuldebrandstoftankniette
vol.
12.Plaatsdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
13.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar
ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Hydraulischevloeistof
verversen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak,verwijderdewerktuigen,stelde
parkeerrem(indienaanwezig)inwerking,breng
dearmenvandeladeromhoogenbrengde
cilindervergrendelingenaan.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijderdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
4.Plaatseengroteopvangbakonderdemachine
meteeninhoudvanminstens61liter.
Figuur41
1.Hydraulischelter
2.Pakking
3.Filtertussenstuk
6.Smeereendunlaagjehydraulischevloeistof
opderubberenpakkingvanhetnieuwelter
(Figuur41).
7.Monteerhetnieuwehydraulischelterophet
ltertussenstuk(Figuur41).Draaihetlter
rechtsomtotdatderubberenpakkingcontact
maaktmethetltertussenstuk.Draaihetlter
vervolgensnogeens½slag.
5.Verwijderdeaftappluguitdeonderkantvan
dehydraulischetankenlaatallevloeistof
weglekken.
6.Plaatsdeaftapplug.
7.Vuldehydraulischetankmethydraulische
vloeistof;zieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.38).
g003721
Opmerking:Geefdeoudeolieafbijeen
erkendinzamelcentrum.
8.Plaatsdemotorkap/hetvoorsteinspectieluik.
9.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar
ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
8.Neemgemorstevloeistofop.
9.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten
lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
10.Zetdemotorafencontroleeroplekkages.
11.Controleerhetpeilvandevloeistofinde
hydraulischetank;zieHetpeilvande
hydraulischevloeistofcontroleren(bladz.38).
39

Reiniging
Stalling
Vuilverwijderen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruiktterwijl
deschermenverstoptzijnen/ofdeuitlaatringen
zijnverwijderd,kanditleidentotschadeaande
motordooroververhitting.
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,
brengdearmenvandeladeromhoogenbreng
decilindervergrendelingenaan.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijderhetinspectieluikaandevoorzijde.
4.Verwijdervuilvanhetrooster.
5.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
6.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
7.Gebruikeenborstelofeenblazeromopgehoopt
vuilopdemotorteverwijderen.
Belangrijk:Hetisbeteromhetvuileruitte
blazendanheteruittewassen.Alsutoch
watergebruikt,zorgerdanvoordatergeen
waterindebuurtvanhetelektrischeenhet
hydraulischesysteemkomt.Gebruikgeen
hogedrukreiniger.Hogedrukreinigingkan
hetelektrischeenhydraulischesysteem
beschadigenofdesmeringaantasten.
8.Plaatshetvoorsteenachtersteinspectieluik
terugenbevestigze.
9.Verwijderdecilindervergrendelingenenbewaar
ze.Brengdearmenvandeladernaarbeneden.
Veiligheidtijdensopslag
•Zetdemotoruit,verwijderdecontactsleutelen
wachttotallebewegendedelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu
dezestalt.
•Umagdemachineofdebrandstofnietopslaanin
denabijheidvaneenopenvuur.
Stalling
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerkingenlaatde
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
3.Verwijdervuilenroetvandebuitenkantvande
gehelemachine,metnamevandemotor.Veeg
vuilenkafvanderadiateur.
Belangrijk:Wasdemachinemeteenmild
reinigingsmiddelenwater.Maakdemachine
nietschoonmeteenhogedrukreiniger.
Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde
buurtvanhetbedieningspaneel,demotor,
dehydraulischepompenendeaccu.
4.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.29).
5.Smeerdemachine;zieDemachinesmeren
(bladz.28).
6.Wateraftappenuithetbrandstoflter,zieWater
aftappenuithetbrandstoflter(bladz.31).
7.Draaidewielmoerenvastmeteentorsievan
68N·m.
8.Controleerdehydraulischevloeistofpeil;zieHet
peilvandehydraulischevloeistofcontroleren
(bladz.38).
9.Controleerdebandenspanning;zie
Bandenspanningcontroleren(bladz.35).
10.Laaddeaccuop;zieDeaccuopladen(bladz.
34).
11.Spoeldebrandstoftankommetverse,schone
dieselbrandstof.
12.Controleerallebevestigingenendraaidezevast.
Repareerofvervangversleten,beschadigdeen
ontbrekendeonderdelen.
13.Werkallekrassenofafgebladderde
metaaloppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaar
isbijuwerkendeservicedealer.
14.Controleerdeantivriesbeschermingenvul
deradiateurmeteenmengselmeteen
50/50-verhoudingvanwaterenpermanente
40

ethyleenglycol-antivries.Raadpleegde
Gebruikershandleidingvanuwmotorofneem
contactopmetuwerkendeservicedealervoor
informatieoverdecontroleenhetonderhoud
vanhetkoelsysteem.
15.Staldemachineineenschone,drogegarage
ofopslagruimte.Verwijderhetsleuteltjeuit
hetcontactenbewaarhetopeenplaatsdieu
makkelijkkuntonthouden.
16.Dekdemachineafomdezetebeschermenen
schoontehouden.
Belangrijk:Alsudemachinegaatgebruikenna
eenperiodevanopslag,dientudeaccuopte
laden;zieDeaccuopladen(bladz.34).
41

Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotordraait,maarstartniet.
1.Deelektrischeaansluitingenzijn
gecorrodeerdofzittenlos.
2.Doorgebrandeoflossezekering.2.Sluitdezekeringaanofvervangze.
3.Accuisleeg.
4.Relaisofschakelaarisbeschadigd.
5.Eenbeschadigdestartmotorof
startmotorsolenoïde.
6.Deinterneonderdelenvandemotor
zijnvastgelopen.
1.Destartprocedureisnietcorrect.1.Volgdecorrectestartprocedure.
2.Debrandstoftankisleeg.2.Brandstoftankmetversebrandstof
3.Debrandstofafsluitklepisgesloten.3.Opendebrandstofafsluitklep.
4.Vuil,water,oudeofverkeerde
brandstofinhetbrandstofsysteem.
5.Debrandstoeidingisverstopt.5.Reinigofvervangdebrandstoeiding.
6.Erzitluchtindebrandstof.6.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
7.Degloeibougieswerkenniet.
8.Destartmotorwerkttraag.
9.Deluchtlterszijnvuil.
10.Hetbrandstoflterisverstopt.10.Brandstofltervervangen.
1.Controlerenofdeelektrische
aansluitingengoedcontactmaken.
3.Accuopladenofvervangen.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
vullen.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen
vandebrandstofslangende
aansluitingentussendebrandstoftank
endemotor.
7.Controleerdezekering,de
gloeibougiesendebedrading.
8.Controleerdeaccu,deviscositeitvan
deolieendestartmotor(neemcontact
opmeteenerkendeservicedealer).
9.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
11.Eenonjuistebrandstofklassevoor
gebruikinkoudweerwordtgebruiktin
demachine.
12.Lagecompressie.
13.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
14.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
15.Deinjectiepompisbeschadigd.
16.DeETR-solenoïdeisbeschadigd.
11.Brandstofsysteemaftappenen
brandstofltervervangen.Verse
brandstofvanjuisteklassebijvullen
voordetemperatuuromstandigheden.
Umoetmogelijkdevolledige
tractie-eenheidverwarmen.
12.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
13.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
14.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
15.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
16.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
42

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
Demotorloopt,maarkloptofhapert.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
2.Vuilofwaterinhetbrandstofsysteem.2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
3.Hetbrandstoflterisverstopt.3.Brandstofltervervangen.
4.Erzitluchtindebrandstof.4.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
5.Onjuistebrandstofklassevoorgebruik
inkoudweerwerdgebruiktinde
machine.
6.Hetschermvandevonkenvangeris
verstopt.
7.Debrandstofpompisbeschadigd.
1.Vuil,water,oudeofverkeerde
brandstofinhetbrandstofsysteem.
2.Demotorraaktoververhit.2.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
3.Erzitluchtindebrandstof.3.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
4.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
5.Lagecompressie5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
7.Erisovermatigeafzettingvankoolstof.
8.Erisinterneslijtageofschade.
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel
looptmetdedoplos,moetudedop
vervangen.
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen
vandebrandstofslangende
aansluitingentussendebrandstoftank
endemotor.
5.Brandstofsysteemaftappenen
brandstofltervervangen.Verse
brandstofvanjuisteklassebijvullen
voordetemperatuuromstandigheden.
6.Schermvandevonkenvangerreinigen
ofvervangen.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
raaktoververhit".
opluchtlekkagebijdeaansluitingen
vandebrandstofslangende
aansluitingentussendebrandstoftank
endemotor.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
8.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Motorlooptnietstationair.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
2.Vuil,water,oudeofverkeerde
brandstofinhetbrandstofsysteem.
3.Deluchtlterszijnvuil.
4.Hetbrandstoflterisverstopt.4.Brandstofltervervangen.
5.Erzitluchtindebrandstof.5.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
6.
Debrandstofpompisbeschadigd.
7.Lagecompressie7.Neemcontactopmeteenerkende
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel
looptmetdedoplos,moetudedop
vervangen.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
3.Geefdeluchtlterseen
onderhoudsbeurt.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen
vandebrandstofslangende
aansluitingentussendebrandstoftank
endemotor.
Neemcontactopmeteenerkende
6.
servicedealer.
servicedealer.
43

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorraaktoververhit.
Demotorverliestvermogen.
1.Meerkoelvloeistofnodig.1.Koelvloeistofcontrolerenenbijvullen.
2.Luchtstroomnaarderadiatoris
belemmerd.
3.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
4.Demotoristezwaarbelast.4.Deladingverminderen;meteenlagere
5.Verkeerdebrandstofinhet
brandstofsysteem.
6.Dethermostaatisbeschadigd.6.Neemcontactopmeteenerkende
7.Deriemvandeventilatorislosofstuk.
8.Deinjectietimingisonjuist.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Depompvandekoelvloeistofis
beschadigd.
10.Hetmotortoerentalistelaag.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Deladingverminderen;meteenlagere
2.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
3.Deluchtlterszijnvuil.3.Geefdeluchtlterseen
4.Vuil,water,oudeofverkeerde
brandstofinhetbrandstofsysteem.
5.Demotorraaktoververhit.5.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
6.Hetschermvandevonkenvangeris
verstopt.
7.Erzitluchtindebrandstof.7.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
8.Lagecompressie8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Deontluchtingvandebrandstoftank
wordtbelemmerd.
10.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
Deinjectiepompisbeschadigd.
1
1.
12.Hethoogstationairemotortoerentalis
telaag.
2.Bijelkgebruikradiateurscherm
controlerenenreinigen.
3.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
volmarkeringbereikt.
snelheidrijden.
5.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
10.Controleerhethoogstationaire
toerental.
snelheidrijden.
2.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde
volmarkeringbereikt.
onderhoudsbeurt.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
raaktoververhit".
6.Schermvandevonkenvangerreinigen
ofvervangen.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen
vandebrandstofslangende
aansluitingentussendebrandstoftank
endemotor.
servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
10.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
Neemcontactopmeteenerkende
1
servicedealer.
1.
12.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
44

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Overmatigezwarterookuitdeuitlaat.
Overmatigewitterookuitdeuitlaat.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Deladingverminderen;meteenlagere
2.Deluchtlterszijnvuil.2.Geefdeluchtlterseen
3.Verkeerdebrandstofinhet
brandstofsysteem.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
5.Deinjectiepompisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
1.HetsleuteltjeisnaardestandSTART
gedraaidvoordathetlampjevande
gloeibougiesuitwas.
2.Detemperatuurvandemotoriste
laag.
3.Degloeibougieswerkenniet.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet
correct.
5.Deinjectiespuitmondenzijn
beschadigd.
6.Lagecompressie.6.Neemcontactopmeteenerkende
snelheidrijden.
onderhoudsbeurt.
3.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
endezeschoonspoelen.T ankvullen
metversebrandstof.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Draaihetsleuteltjenaardestand
LOPENenlaathetlampjevande
gloeibougiesuitgaanvoordatude
motorstart.
2.Thermostaatcontroleren.
3.Controleerdezekering,de
gloeibougiesendebedrading.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
Demachinedrijftnietaan.
1.Deparkeerremisinwerkinggesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Hetpeilvandehydraulischevloeistof
istelaag.
3.Hethydraulischesysteemis
beschadigd.
4.Desleepkleppenzijnopen.
5.Dehendelvandestroomverdeelklep
bevindtzichinde9-uurstand.
6.Eenaandrijfkoppelingvande
tractiepompislosofdefect.
7.Pompen/ofwielmotorbeschadigd.
8.Deregelklepisbeschadigd.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Deoverdrukklepisbeschadigd.9.Neemcontactopmeteenerkende
2.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet
reservoir.
3.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
4.Sleepkleppensluiten.
5.Beweegdehendelnaardezonevan
de12-uurstandtotde10-uurstand.
6.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
servicedealer.
servicedealer.
45

Schema's
Elektrischschema(Rev.C)
46
g030503

Hydraulischschema(Rev.B)
47
g029270

Opmerkingen:

Opmerkingen:

Opmerkingen:

PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieT oroverzamelt
ToroWarrantyCompany(Toro)respecteertuwprivacy.Omuwgarantieclaimtebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatiemeetedelen,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS
ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIVACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwgarantieclaimtebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,ofvoor
eenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.T orokanuwinformatiedelenmetzijndochterondernemingen,verdelersofandere
zakenpartnersinverbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorom
persoonsgegevenstedelenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaar
behorenkunnengebruikenofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme
doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeschermingvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijnemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkeinformatietebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkeinformatie
Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaarlegal@toro.com.
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC

CaliforniëProposition65Waarschuwingsinformatie
Watbetekentdezewaarschuwing?
Sommigeproductendieopdemarktzijnbevatteneenetiketmeteenwaarschuwingals:
WAARSCHUWING:Kankerenschadeaandevoortplantingsorganen–
www.p65Warnings.ca.gov.
WatisProp65?
Prop65geldtvoorelkbedrijfdatactiefisinCalifornië,productenverkooptinCalifornië,ofproductenmaaktdiekunnenwordenverkochtofgeïmporteerd
inCalifornië.DewetschrijftvoordatdeGouverneurvanCaliforniëeenlijstvanchemischestoffenbijhoudtenpubliceertwaarvanbekendisdatze
kanker,geboorteafwijkingenen/ofandereschadeaandevoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.Delijstwordtjaarlijksbijgewerktenomvat
honderdenchemischestoffendieinveelalledaagsevoorwerpenvoorkomen.Prop65heeftalsdoelmensenteinformerenoverblootstellingaan
dezechemischestoffen.
Prop65verbiedtdeverkoopvanproductendiedezechemicaliënbevattenniet;welschrijftdewetvoordathetproduct,deproductverpakkingende
bijgevoegdedocumentatiewaarschuwingenbevatten.EenProp65-waarschuwingbetekentooknietdateenproductenigenormofvereisteinzake
productveiligheidschendt.DeCalifornischeregeringsteltduidelijkdateenProp65-waarschuwing“nietneerkomtopeenwettelijkebeslissingdateen
product‘veilig’of‘onveilig’is.”Veelvandezechemischestoffenwordenaljarenopgroteschaalenzondergedocumenteerdeschadegebruiktin
alledaagsevoorwerpen.Gavoormeerinformatienaarhttps://oag.ca.gov/prop65/faqs-view-all
EenProp65-waarschuwingbetekentdat(1)eenbedrijfdeblootstellingheeftbeoordeeldenvanmeningisdatdezehetniveau‘geensignicant
risico’overschrijdt,ofdat(2)hetbedrijfkiestomeenwaarschuwingtevermeldenomdathetweetdateenbetreffendechemischestofaanwezigis,
zonderevenweldeblootstellingeraantebeoordelen.
.
Isdezewetoveralvankracht?
Prop65-waarschuwingenzijnenkelvereistkrachtensdeCalifornischewet.DezewaarschuwingenzietmeninheelCaliforniëinuiteenlopende
omgevingen,bijvoorbeeldinrestaurants,kruidenierswinkels,hotels,scholen,ziekenhuizenenopeengrootaantalproducten.Daarnaastkiezensommige
webverkopersenpostorderbedrijvenervooromProp65-waarschuwingentegevenophunwebsiteofincatalogi.
HoeverhoudendeCalifornischewaarschuwingenzichtotdefederalelimieten?
DeProp65-voorschriftenzijnvaakstrikterdanfederaleeninternationalenormen.VoorverschillendestoffenisinCaliforniëalbijveellageredosissen
eenwaarschuwingvereistdaneldersindeVS.Bijvoorbeeld:deProp65-normvoorwaarschuwingenvoorloodbedraagt0,5μgperdag,watveel
minderisdandefederaleeninternationalestandaarden.
Waaromhebbennietallevergelijkbareproductendezewaarschuwing?
•ProductendieverkochtwordeninCaliforniëmoetenvoorzienwordenvaneenProp65-aanduiding,maarditgeldtnietvoorvergelijkbare
productenopandereplaatsen.
•EenbedrijfkaninnavolgingvaneenrechtszaakverplichtwordenomzijnproductentevoorzienvanProp65-waarschuwingen,terwijlditvoor
anderebedrijvendievergelijkbareproductenverkopennietgeldt.
•Prop65wordtnieteenduidigopgelegd.
•Bedrijvenkunnenervoorkiezengeenwaarschuwingtevermeldenomdatzevindendatzedaarniettoeverplichtzijninhetkadervande
Prop65-voorschriften;ookalsergeenwaarschuwingenopeenproductstaan,ishetbestmogelijkdatdebetreffendechemischeproductentoch
invergelijkbaredosissenaanwezigzijn.
WaaromvermeldtTorodezewaarschuwing?
Torowilconsumentenzogoedmogelijkinformerenzodatzegeïnformeerdebeslissingenkunnennemenoverdeproductendiezekopenengebruiken.
Torovermeldtinsommigegevallenwaarschuwingenopbasisvanzijnkennisoverdeaanwezigheidvanéénofmeervandebetreffendechemische
stoffen,zonderevenwelhetniveauvanblootstellingtebeoordelen,aangeziennietallebetreffendechemischestoffenvoorzienzijnvanvoorschriften
voorblootstellingslimieten.OokalisdeblootstellingdoorproductenvanT oroverwaarloosbaarofvaltdezeruimbinnendecategorie'geensignicant
risico',heeftToroerveiligheidshalvevoorgekozenomProp65-waarschuwingenoptenemen.AlsT orodezewaarschuwingennietvermeldt,zouhet
bovendienvervolgdkunnenwordendoordeStaatCaliforniëofdoorprivatepersonendietenuitvoerleggingvanProp65beogen,enhetkanopdie
manieraanzienlijkeboeteskrijgen.
RevA