
FormNo.3370-170RevA
Dingo
®
320-Dcompacte
multifunctionelelader
metCE-set22325gemonteerd
Modelnr.:22337CP—Serienr.:311000001enhoger
Modelnr.:22325
Omuwproductteregistrerenofomeengebruikershandleidingofonderdelencatalogustedownloaden,gaatu
naarwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijke
tekst(NL)

GEVAAR
Erkunnenondergrondseelektriciteitskabels,
gasleidingenen/oftelefoonlijnendoorhet
werkgebiedlopen.Alsudezeraaktkanditeen
schokofexplosietotgevolghebben.
Zorgdatdeondergrondsekabelsenleidingen
gemarkeerdwordenopdelocatieofinhet
werkgebiedenontwijkdegemarkeerde
gebieden.Neemcontactopmetdeplaatselijke
markeringsdienstofhetbetreffendenutsbedrijfom
delocatietelatenmarkeren(belbijvoorbeeldin
Australië1100voordenationalemarkeringsdienst).
Inleiding
Dezemachineiseencompactemultifunctionele
laderbedoeldvoorhetverplaatsenvangronden
anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand
bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin
combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren
vanspecialefuncties.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruikenen
onderhoudenenomschadeaandemachineenletselte
voorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuisteen
veiligegebruikvandemachine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetTorovia
www.T oro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuwproduct
teregistreren.
Alsuservice,origineleToro-onderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice
vanToro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanhetproducttevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummerenhet
serienummervanhetproductisaangegevenop
Ukuntdenummersnotereninderuimtehieronder.
Figuur1.
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Dezehandleidingnoemteenaantalmogelijkegevaren
enbevateenaantalveiligheidsberichten(Figuur2)
metdevolgendeveiligheidssymbolen,dieduiden
opeengevaarlijkesituatiediezwaarlichamelijk
letselofdedoodtotgevolgkanhebbenwanneerde
veiligheidsvoorschriftennietinachtwordengenomen.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingnog2woordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Inleiding.......................................................................2
Veiligheid.....................................................................3
Veiligebediening..................................................3
Stabiliteitsgegevens...............................................7
Hellingsindicator..................................................8
Veiligheids-eninstructiestickers...........................9
Montage....................................................................12
1Deklephendelplaatsen....................................12
2Vloeistofpeilcontroleren.................................12
3Accumonteren................................................12
©2011—TheT oro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS.
Allerechtenvoorbehouden

Algemeenoverzichtvandemachine............................14
Bedieningsorganen.............................................14
Specicaties........................................................17
Werktuigen/Accessoires.....................................17
Gebruiksaanwijzing....................................................18
Brandstoftankvullen..........................................18
Wateraftappenuithetbrandstoflter..................18
Hetmotoroliepeilcontroleren............................19
Hetmotorkoelvloeistofpeilcontroleren..............19
Vuilverwijderenvandetractie-eenheid...............20
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren.....................................................20
Deparkeerremtesten.........................................20
Bandenspanningcontroleren..............................21
Motorstarten.....................................................21
Rijdenmetdetractie-eenheid..............................21
Detractie-eenheid/motorstoppen.....................21
Eenniet-werkendemachineverplaatsen..............22
Decilindervergrendelingengebruiken................22
Werktuigengebruiken.........................................23
Demachinevastzettenvoortransport.................25
Dedijsteunaanpassen........................................25
Onderhoud................................................................26
Aanbevolenonderhoudsschema.............................26
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud................27
Deinspectieluikenopenen..................................27
Smering..................................................................28
Detractie-eenheidsmeren..................................28
Onderhoudmotor..................................................28
Onderhoudvanhetluchtlter.............................28
Motoroliepeilcontroleren...................................29
Onderhoudbrandstofsysteem................................30
Brandstofltervervangen...................................30
Hetbrandstofsysteemontluchten.......................30
Brandstofaftappenuitdebrandstoftank.............31
Onderhoudelektrischsysteem................................32
Onderhoudvandeaccu......................................32
Onderhoudhydraulischsysteem.............................34
Hydraulischltervervangen...............................34
Hydraulischevloeistofverversen.........................35
Hydraulischeleidingencontroleren.....................35
Stalling.......................................................................36
Problemen,oorzaakenremedie..................................37
Schema's....................................................................41
Veiligheid
Onjuistgebruikofonderhouddoordegebruikerof
eigenaarkanletselveroorzaken.Omhetrisicovan
letseltevermijden,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool(
V oorzichtig
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvande
instructiekanleidentotlichamelijkofdodelijk
letsel.
,
W aar schuwing
Veiligebediening
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden.Volgaltijd
alleveiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk
dodelijkletseltevoorkomen.
WAARSCHUWING
Deuitlaatgassenvandemotorbevatten
koolmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Laatdemotornietbinnenshuisofineenafgesloten
ruimtedraaien.
Instructie
•LeesofraadpleegdeGebruikershandleidingen
anderinstructiemateriaal.Alsdebestuurder(s)of
demonteur(s)detaalwaarindehandleidingis
geschreven,nietmachtigis(zijn),moetdeeigenaar
ervoorzorgendatdezedeinhoudvanhetmateriaal
begrijpt.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Allebestuurdersenmonteursmoeteninstructies
hebbenontvangen.Deeigenaarisverantwoordelijk
voordeinstructievandegebruikers.
•Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruiken
ofonderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten.
Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisenstellen
aandeleeftijdvandegenediemetdemachinewerkt.
)teletten,datbetekent:
of
Gev aar
–instructie
•Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukken,letselvanhemzelf/haarzelfofvan
anderen,enschadeaaneigendom,diehij/zijkan
voorkomen.
3

Vóóringebruikname
GEVAAR
Erkunnenondergrondseelektriciteitskabels,
gasleidingenen/oftelefoonlijnendoorhet
werkgebiedlopen.Alsudezeraaktkanditeen
schokofexplosietotgevolghebben.
•Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtigop
hellingen.Rijophellingenindeaanbevolenrichting.
Degazonomstandighedenkunnenvaninvloedzijn
opdestabiliteitvandemachine.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsu
opeenhellingeenbochtmaaktofvanrichting
verandert.
Zorgdatdeondergrondsekabelsenleidingen
gemarkeerdwordenopdelocatieofinhet
werkgebiedenontwijkdegemarkeerde
gebieden.Neemcontactopmetdeplaatselijke
markeringsdienstofhetbetreffendenutsbedrijfom
delocatietelatenmarkeren(belbijvoorbeeldin
Australië1100voordenationalemarkeringsdienst).
•Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomgoeden
veiligtewerken.Gebruikalleendoordefabrikant
goedgekeurdeaccessoiresenwerktuigen.
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoalseenhelm,
eenveiligheidsbril,langebroek,veiligheidsschoenen
engehoorbescherming.Langhaar,lossekledingof
sieradenkunnenwordengegrependoorbewegende
onderdelen.
•Inspecteerhetterreinwaaropudemaaimachinegaat
gebruikenenverwijdereventuelevoorwerpendie
doordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
•Weesextravoorzichtigbijhethanterenvan
brandstof.Dezestoffenzijnontvlambaarende
dampenkunnentotontplofngkomen.
–Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
–Verwijdernooitdedopvandebrandstoftanken
vulnooitbrandstofbijterwijldemotorloopt.
Laatdemotorafkoelenvoordatubrandstof
bijvult.Nietroken.
–Umagdebrandstoftanknooitbinnenshuis
bijvullenofaftappen.
•Controleerofdedodemansknop,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen
zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruikde
machineuitsluitendalsdezenaarbehorenwerkt.
Gebruiksaanwijzing
•Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
•Werkuitsluitendbijgoedlichtenblijfuitdebuurt
vankuilenenverborgengevaren.
•Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
staanendeparkeerreminwerkingisgesteldvoordat
udemotorstart.Demotormaguitsluitendworden
gestartalsdebestuurderopdestoelzit.
•Gebruikdemachinenooitalsdeveiligheidsschermen
nietstevigophunplaatszitten.Zorgervoordatalle
interlockschakelaarszijnaangebracht,correctzijn
afgesteldennaarbehorenwerken.
•Verandernooitdestandvandetoerenregelaarvan
demotorenlaatdemotorniettesneldraaien.
•Stopdemachineopeenhorizontaaloppervlak,breng
dewerktuigenomlaag,schakeldehulphydrauliek
uit,steldeparkeerreminwerkingenzetdemotor
afvoordatudebestuurderspositieomwelkereden
ookverlaat.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendewerktuigen.
•Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdtom
erzekervantezijndatdewegvrijis.
•Vervoergeenpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtblijven.
•Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtigalsueen
bochtmaaktofwegenenvoetpadenoversteekt.
•Gebruikdemachinenietalsuonderdeinvloedvan
alcoholofdrugsbent.
•Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
•Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblindehoeken,
struiken,bomen,enandereobjectendiehetzicht
kunnenbelemmeren.
•Leesdehandleidingenvanallewerktuigen.
•Zorgervoordaterniemandinhetwerkgebiedis
voordatudemachineingebruikneemt.Stopde
machinealsiemandhetwerkgebiedbinnenkomt.
•Umageentractie-eenheidmetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.Brengaltijddearmenvande
laderomlaag,zetdemotoraf,steldeparkeerremin
werkingenverwijderhetcontactsleuteltjevoordatu
demachineverlaat.
•Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardooru
decontroleoverdemachineverliest.
•Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven.
Zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht
bijdegrondis.
4

•Zorgervoordathetwerktuignietwordtoverbelast,
enhouddeladingaltijdhorizontaalalsudearmen
omhoogbrengt.Houtblokken,plankenenandere
voorwerpenkunnenvandearmenvandelader
rollenenletselveroorzaken.
•Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
•Letophetverkeeralsuindebuurtvandeopenbare
wegwerktofdezeoversteekt.
•Raakgeenonderdelenaandietijdenshet
gebruikheetkunnenworden.Laatdezeeerst
afkoelenvoordatudezeafsteltofonderhouds-of
reparatiewerkzaamhedenuitvoert.
•Letopdatervoldoenderuimtebovendemachineis
(denkaantakken,deuropeningen,elektrischekabels)
voordatuondereenobjectrijdt,enzorgervoordat
udezenietraakt.
•Zorgervoordatudetractie-eenheidalleengebruikt
ingebiedenwaarergeenobstakelsdichtbijde
bestuurderzijn.Alsdebestuurdernietvoldoende
afstandhoudttotbomen,murenenanderebarrières
kanditleidentotletselalsdetractie-eenheidtijdens
gebruikachteruitrijdtterwijldebestuurderniet
voldoendeopdeomgevinglet.Bediendemachine
alleeningebiedenwaarervoldoenderuimteisom
debestuurderdemachineveiligkanmanoeuvreren.
•Voordatugraafwerkverricht,moetuaangevenwaar
zichinhetwerkgebiedondergrondseleidingenen
kabelsbevinden;gaopdieplaatsennietgraven.
•Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachinewaarlichaamsdelenbeklemd
kunnenrakenenhoudthandenenvoetenuitde
buurtvandezeplaatsen.
•Voordatutractie-eenheidmeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde
juistewijzeisbevestigd.
•Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
Werkenophellingen
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatdebestuurder
demachtoverdemachineverliestendezeomkantelt.
Ditkanleidentoternstigofdodelijkeletsel.Alle
hellingenvereisenbijzonderevoorzichtigheid.
•Gebruikdemachinenietophellingenen
heuvelswaarvandehellinghoekgroteris
dandehoekendiewordenaanbevolen
inhethoofdstukStabiliteitsgegevens
in
Stabiliteitsgegevens(bladz.7)eninde
Gebruikershandleidingvanhetwerktuig.Zieook
Hellingsindicator(bladz.8).
•Rijheuvelopwaartsenheuvelafwaartsmetde
zwarekantvandemachinenaarbovengericht.
Veranderingenindegewichtsverdeling.Meteenlege
emmerisdeachterzijdevandemachinedezware
kant,terwijlmeteenvolleemmerdevoorzijdede
zwarekantis.Demeesteanderewerktuigenzullen
ervoorzorgendathetgewichtvoornamelijkopde
voorkantvandemachinerust.
•Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtopeen
helling,zalditinvloedhebbenopdestabiliteitvande
machine.Indienmogelijkmoetudearmenvande
laderomlaaghoudenalsuopeenhellingrijdt.
•Alsueenwerktuigopeenhellingverwijdert,zal
deachterkantvandemachinezwaarworden.
RaadpleeghethoofdstukStabiliteitsgegevensin
Stabiliteitsgegevens(bladz.7)omtebepalenofhet
werktuigzonderenigerisicokanwordenverwijderd
opeenhelling.
•Verwijderobstakelszoalsstenen,boomtakken,en
dergelijkeuithetwerkgebied.Letopkuilen,voren
ofbulten,omdatdekansbestaatdatdemachine
omslaatopongelijkterrein.Inhooggraszijn
obstakelsnietaltijdzichtbaar.
•GebruikuitsluitenddoorTorogoedgekeurde
werktuigen.Werktuigenkunnenveranderinginde
stabiliteitendegebruikseigenschappenbrengenen
demachineminderstabielmaken.Degarantiekan
komentevervallenalswerktuigenwordengebruikt
dienietzijngoedgekeurd.
•Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde
rijrichtingvandemachine.
•Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
tractie-eenheidgripverliest,rijddehellingdan
langzaamineenrechtelijnaf.
•Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueenbocht
moetmaken,moetuditlangzaamdoenendezware
kantvandemachineheuvelopwaartsgerichthouden.
•Werknietindebuurtvansteilehellingen,greppels
ofdijken.Demachinekanplotselingomslaanals
eenwieloverderandvaneenklipofgreppelkomt
ofalseenrandafbrokkelt.
•Werknietopnatgras.Alsdemachinegripverliest,
kandezegaanglijden.
•Parkeerdetractie-eenheidalleenopeenhellingof
heuvelnadatuhetwerktuigtotopdegrondhebt
gebrachtendewielenhebtvastgezet.
•Probeernietomdetractie-eenheidinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.
5

Onderhoudenopslag
•Schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuig
omlaag,steldeparkeerreminwerking,zetdemotor
afenhaalhetsleuteltjeuithetcontact.Wachttotdat
allebewegendedelentotstilstandzijngekomen
voordatudemachineafstelt,reinigtofrepareert.
•Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotorom
brandtevoorkomen.Neemgemorsteolieof
brandstofmeteenop.
•Laatdemachineeerstafkoelenvoordatudeze
opslaat.Parkeerdemachinenietindenabijheidvan
eenopenvuur.
•Umagbrandstofnietopslaanindenabijheidvan
eenopenvuurofbinnenshuisaftappenuitde
brandstoftank.
•Parkeerdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
Laatpersoneeldatnietbekendismetdeinstructies,
nooitonderhoudswerkzaamhedenaandemachine
uitvoeren.
meteenop.Laatdemachineafkoelenvoordatudeze
opslaat.
•Weesextravoorzichtigbijhethanterenvan
brandstof.Dezestoffenzijnontvlambaarende
dampenkunnentotontplofngkomen.
–Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik.
–Verwijdernooitdedopvandebrandstoftanken
vulnooitbrandstofbijterwijldemotorloopt.
Laatdemotorafkoelenvoordatubrandstof
bijvult.Nietroken.
–Vuldebrandstoftanknooitbinnenshuisbij.
–Slademachineofeenbrandstofvatnooitopin
eenruimtewaarinzicheenopenvuurbevindt,
zoalseenwaakvlamvaneenboilerofeenfornuis.
–Vuleenvatnooitalsditzichineenvoertuig,
achterbakoflaadbakvaneenvrachtautobevindt,
maarzetditeerstopdegrond.
–Zorgervoordatdevulpijptijdenshetvullen
voortdurendincontactmetdetankis.
•Plaatsonderdelenopkriksteunenindienditnodigis.
•Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie.
•Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert.Maak
eerstdeminpoolvandeacculosendaarnade
pluspool.Sluiteerstdepluspoolvandeaccuaanen
daarnademinpool.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde
machinenietafterwijldemotorloopt.
•Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte;doeditnietindebuurtvanvonkenen
openvuur.Haaldeopladeruithetstopcontact
voordatudezeaansluitopoflosmaaktvandeaccu.
Draagbeschermendekledingengebruikgeïsoleerd
gereedschap.
•Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenallebevestigingselementenstevig
vastzitten.Vervangversletenofbeschadigdestickers.
•Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamhedennodigisdatdelaadarmenomhoogstaan,kuntu
dearmenindeopgehevenstandvergrendelenmet
dehydraulischecilindervergrendelingen.
•Alsueenvoorwerpraakt,moetustoppenen
demachinecontroleren.Voerallenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweeringebruik
neemt.
•GebruikaltijdorigineleToro-onderdelenzodatde
originelestandaardenwordengehandhaafd.
•Accuzuurisgiftigenkanbrandwondenveroorzaken.
Voorkomcontactmetdehuid,ogenenkleding.
Beschermuwgezicht,ogenenkledingalsu
werkzaamhedenverrichtaandeaccu.
•Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
•Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk
hydraulischevloeistofontsnapt.Ukuntlekkenin
hethydraulischesysteemopsporenmetbehulpvan
kartonofpapier;doeditnooitmetuwhanden.
Hydraulischevloeistofdieonderdrukontsnapt,kan
doordehuidheendringenenletselveroorzaken
endientbinnenenkeleurenoperatiefteworden
verwijderddooreengespecialiseerdechirurgomdat
andersgangreenkanontstaan.
Geluidsdrukniveau
•Zorgervoordatdeboutenenmoerenstevigzijn
vastgedraaid.Houddemachineingoedeconditie.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
•Houddemachinevrijvangras,bladerenenander
opgehooptvuil.Neemgemorsteolieofbrandstof
Dezemachineoefenteengeluidsdrukvan90dBA
uitophetgehoorvandebestuurder(meteen
onzekerheidswaarde(K)van1dBA).
Degeluidsdrukisvastgesteldvolgensdeproceduresin
EN11201.
6

Geluidsniveau
Gemetentrillingsniveauvoordelinkerhand=0.1m/s
2
.
Dezemachineheefteengegarandeerdgeluidsniveauvan
101dBA,meteenonzekerheidswaarde(K)van1dBA.
Hetgeluidsniveauisvastgesteldvolgensdeprocedures
Onzekerheidswaarde(K)=0.1m/s
Degemetenwaardenzijnbepaaldvolgensdeprocedures
inENISO20643.
2
.
inISO6395.
Trillingsniveau
Gemetentrillingsniveauvoorderechterhand=0.1m/s
2
.
Stabiliteitsgegevens
Devolgendetabelbevatdeaanbevolenmaximalehellingshoekvoordetractie-eenheidindeaangegevenstanden.Als
dehellinghoekgroterisdandevermeldehellinghoek,kandemachineinstabielworden.Bijdegegevensindetabel
wordtervanuitgegaandatdearmenvandeladervolledigomlaagzijn.Alsdearmenvandeladeromhoogstaan,
kanditdestabiliteitbeïnvloeden.
Degebruikershandleidingvanelkwerktuigvermeldtdriestabiliteitswaarden,éénperhellingshoek.Omtebepalen
watdemaximalehellingshoekisdieukuntnementerwijlhetwerktuiggemonteerdis,zoektudehellingshoek
dieovereenkomtmetdestabiliteitswaardenvanhetwerktuig.Bijvoorbeeld:Alsdewaardevoor'Voorzijde
heuvelopwaarts''B'is,dewaardevoor'Achterzijdeheuvelopwaarts''D'endewaardevoor'zijkantheuvelopwaarts'
'C',kuntuvolgensdetabelvooruiteenhellingvan18°nemen,achterwaartseenhellingvan10°enzijwaartseen
hellingvan14°.
Maximaalaanbevolenhellingshoekbij
Voorzijdeheu-
velopwaarts
Conguratie
Machinezonderwerktuig
Tractie-eenheidmetcontragewicht,zonderwerktuig
Machinemeteenwerktuigwaaraaneenvandevolgendestabiliteitswaarden
perhellingshoekistoegekend:*
A
B
C15°16°14°
D
E
7°20°17°
5°21°17°
25°25°20°
18°19°18°
10°10°9°
5°5°5°
gebruikmet:
Achterzijde
heuvelop-
waarts
Zijkantheuvelopwaarts
7

Hellingsindicator
Figuur3
Dezepaginamagwordengekopieerdvoorpersoonlijkgebruik.
1.RaadpleeghethoofdstukStabiliteitsgegevensomdemaximalehellingshoektebepalenwaarbijdemachineveiligkan
wordengebruikt.Gebruikdehellingsindicatoromdehellingshoektebepalenvoordatudemachineopeenhellinggaat
gebruiken.Gebruikdemachinenietophellingendiesteilerzijndandemaximalehellingshoekdieinhethoofdstuk
Stabiliteitsgegevensisaangegeven.Langsdebetreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand.
8

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen
bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen
stickers.
100-1701
1.Ledematenkunnenbekneldraken–Monteerdevergrendelingvandecilinderenleesdeinstructiesvoordatuservice-of
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
2.Waarschuwing-Verwijderhetcontactsleuteltjeenlaatdearmenvandeladerzakkenvoordatudemachineverlaat.
3.Handenkunnenwordengesneden–Wachttotdatdebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen.
4.Ledematenvanomstanderskunnenbekneldraken/wordenafgesneden–Houdomstandersopeenveiligeafstandvande
machine.
5.Gevaaropontplofngenelektrischeschok-Graafnietopplaatsenmetondergrondsegas-ofelektriciteitsleidingen.
1.Waarschuwing-Leesde
Gebruikershandleiding.
2.KantelgevaarStapnietvanhet
bestuurdersplatformmetde
ladinggeheven.Gebruik
demachinealtijdmet
dezwarekantvande
machinehellingopwaarts,
houdladingenlaagbijde
grond,demaximalelading
bedraagt234kg.
3.Hefarm-omlaag
108-9733
4.Hefarm-omhoog
5.Wielaandrijving-vooruit8.Bakkantelen-naarboven
6.Wielaandrijving-achteruit
7.Bakkantelen-naar
beneden
9.Motor-Starten
114–9600
1.Hydraulischevloeistof
2.LeesdeGebruikershandleiding.
10.Motor-Lopen
11.Motor-Afzetten
93-6686
9

100-1702
1.Waarschuwing-leesdeGebruikershandleiding;maximaal
draagvermogenvan234kg.
100-1703
1.Toerentalschakelaar
100-8822
1.Waarschuwing–Hetisniettoegestaanpassagierste
vervoeren.
98-8235
100-1704
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
2.Schakeldehulphydraulica
inNeutraal.
3.Startdemotor.
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan
bewegendeonderdelen.
100-8821
1.Ledematenkunnenbekneldrakenenhandenworden
gesneden–Blijfopeenveiligeafstandvandevoorzijde
vandemachinealsdearmenvandeladerzijnopgeheven.
1.Snel
2.Tractie-aandrijving
1.Snel
2.Gashendel
100-1692
1.Reminwerkinggesteld3.Remuitgeschakeld
2.Parkeerrem
3.Langzaam
98-8219
3.Langzaam
93-9084
1.Hefpunt
2.Bevestigingspunt
10

98-4387
1.Waarschuwing-Draaggehoorbescherming.
106–5976
1.Motorkoelvloeistofonder
druk
2.Explosiegevaar–Leesde
Gebruikershandleiding.
3.Waarschuwing-Raakhet
heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde
Gebruikershandleiding.
98-3555
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuittevoerenaandeaccu.
2.Bevatlood;nietweggooien.
3.Risicovanexplosie–Draagoogbescherming.
4.Risicovanbijtendevloeistof/chemischebrandwondenAfspoelenmetwatereneerstehulpverlenen.
5.Brandgevaar–Geenvonkenofvuurennietroken
6.Giftig–Houdkinderenopveiligeafstandvandeaccu.
1.Hulphydrauliek
2.Vergrendeldachteruit
(uitsparing)
108-4723
3.Neutraal(uit)
4.Vooruit
11

Montage
3
1
Deklephendelplaatsen
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1Klephendeltoerentalschakelaar
Procedure
1.Verwijderdemoerwaarmeedeboutendeborgring
aandetoerentalhendelzijnbevestigd.Gooidemoer
weg.
2.Bevestigdehendelaandetoerentalschakelaarmetde
boutendeborgring.GatewerkzoalsinFiguur4.
Accumonteren
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
1
Onderhoudsvrijeaccu
Procedure
Detractie-eenheidwordtgeleverdzonderaccu.Uw
verdelerleverteenonderhoudsvrijeaccubijhetproduct.
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappenkunnen
kortsluitingmakenmetmetalenonderdelen,
waardoorvonkenkunnenontstaan.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
•Zorgervoordatbijhetverwijderenofinstalleren
vandeaccudeaccupolennietinaanraking
komenmetmetalenonderdelenvande
tractie-eenheid.
Figuur4
1.Klephendel
toerentalschakelaar
2.Kleptoerentalschakelaar
2
Vloeistofpeilcontroleren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Voordatudemotorvoorheteerststart,dientuhet
peilvandemotorolie,dehydraulischevloeistofen
dekoelvloeistoftecontroleren.Ziehethoofdstuk
Bedieningvooraanvullendeinformatie.
•Voorkomdatmetalengereedschappen
kortsluitingveroorzakentussendeaccupolenen
metalenonderdelenvandetractie-eenheid.
1.Draaidevierboutenloswaarmeehetaccudekselis
bevestigdenverwijderhetdeksel(Figuur5).
Figuur5
1.Accudeksel5.Moer
2.Bout6.Pluskabel
3.Accu7.Minkabel
4.Stangen
2.Verwijderdemoerenenstangenwaarmeedeaccu
zalwordenbevestigd(Figuur5).
3.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot30Aof
30minutenbij4–6A.Deaccunietteveropladen.
12

WAARSCHUWING
Bijhetopladenproduceertdeaccugassendie
totontplofngkunnenkomen.
Rooknooitindebuurtvandeaccuenzorg
ervoordatergeenvonkenofvlammenvlakbijde
accukomen.
4.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haaltude
acculaderuithetstopcontactenmaaktuvervolgens
deoplaadkabelslosvandeaccuklemmen.
5.Plaatsdeaccuophetplatform(
6.Bevestigdeaccuinhetchassismetdestangenen
moerendieueerderverwijderdhebt(Figuur5).
7.Verbinddepluskabel(rood)metdepositieve(+)
accupool(
deaccupoolheen.
Figuur5).Schuifhetrubberenkapjeover
Figuur5).
WAARSCHUWING
Alsaccukabelsverkeerdwordenverbonden,
kanditschadeaandemachineendekabelstot
gevolghebbenenvonkenveroorzaken.Hierdoor
kunnenaccugassentotontplofngkomenen
lichamelijkletselveroorzaken.
•Maakaltijddeminkabel(zwart)vandeaccu
losvoordatudepluskabel(rood)losmaakt.
•Sluitaltijddepluskabel(rood)vandeaccu
aanvoordatudeminkabel(zwart)aansluit.
8.Verbinddeminkabel(zwart)metdenegatieve(-)
accupool(Figuur5).
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccukabels
geencontactmakenmetelkaarofmetscherpe
randen.
9.Plaatshetaccudeksel(
Figuur5).
13

Algemeenoverzichtvandemachine
G005939
1
2
3
4
5
20
17
6
18
7
8
13
14
15
12
11
21
9
18
16
4
14
19
10
22
G006057
631524
78
Figuur6
1.Montageplaat7.Wiel
2.Kantelcilinder
3.Hydraulischehulpkoppelingen
4.Armenvandelader10.Inspectieluikachterzijde
5.Voorsteinspectieluik11.Motor
6.Brandstoftank12.Luchtlter18.Sleepkleppen
8.Hefcilinder
9.Bestuurdersplatform
(afneembaarcontragewicht
nietafgebeeld)
(open)
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle
bedieningsorganen(Figuur7)voordatudemotorstart
endemachinegebruikt.
1.Tractiebedieninghendels5.Toerentalhendel
2.Kantelhendelwerktuig
3.Laadarmhendel
4.Hendelvoor
hulphydrauliek
Figuur7
6.Gashendel
7.Contactschakelaar
8.Urenteller
13.Schakelbord
14.Hijspunten20.Radiateurvuldop
15.Handgreep21.Dijsteun
16.Accu
17.Controlelampjes
19.Parkeerremhendel
22.Stroomverdeelregelaar
Contactschakelaar
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstartenafzet,
heeftdriestanden:stop,lopenenstart.
•Omdemotortestartendraaituhetsleuteltjenaar
destanddraaien.Degloeibougiegaatbranden.
Wanneerhetgloeibougielampjedooft,kuntude
sleutelopstartdraaien.Alsuhetsleuteltjeloslaatals
demotorstart,zalditautomatischterugkerennaar
Lopen.
•Omdemotoraftezetten,draaituhetsleuteltjeop
Uit.
Gashendel
Zetdehendelnaarvorenomhetmotortoerentalte
verhogenennaarachterenomhettoerentalteverlagen.
Tractiebedieninghendels
•Omvooruitterijdenbeweegtude
tractiebedieninghendelsnaarvoren.Omachteruit
14