Toro 22323 Operator's Manual [nl]

FormNo.3441-308RevA
TX525compactewerktuigdrager
Modelnr.:22323—Serienr.:407600000enhoger Modelnr.:22323G—Serienr.:405700000enhoger Modelnr.:22324—Serienr.:407600000enhoger
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3441-308*
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke conformiteitsverklaring.
Alsdemachinezondereengoedwerkende vonkenvanger,zoalsomschreveninsectie4442,of eengoedonderhouden,brandveiligemotorwordt gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442 of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen (PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijdezemotorgeleverdeGebruikershandleiding bevatinformatieoverhetEnvironmentalProtection Agency(EPA)indeVerenigdeStatenende CaliforniaEmissionControlRegulationvoor emissiesystemen,onderhoudengarantie.Bestel vervangingsonderdelenbijdefabrikantvandemotor.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan devoortplantingsorganenveroorzaken. Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Inleiding
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeuditproductopdejuistewijzemoetgebruikenen onderhoudenenomletselenschadeaandemachine tevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhetjuiste enveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.T oro.comvoordocumentatieover productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren hetserienummervanhetproducttevermelden.De locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer (indienaanwezig)scannenomtoegangte krijgentotdegarantie,onderdelenenandere productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
©2020—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
2
g243442
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd metdevolgendeveiligheidssymbolen(Figuur2), dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebbenals udeveiligheidsvoorschriftennietinachtneemt.
Figuur2
1.Veiligheidssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Inhoud
Veiligheid..................................................................4
Algemeneveiligheid...........................................4
Veiligheids-eninstructiestickers........................5
Algemeenoverzichtvandemachine.........................9
Bedieningsorganen...........................................9
Specicaties....................................................13
Werktuigen/accessoires...................................13
Voorgebruik........................................................13
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................13
Brandstofbijvullen............................................14
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................15
Tijdensgebruik....................................................15
Veiligheidtijdenshetwerk.................................15
Motorstarten....................................................17
Metdemachinerijden.......................................17
Demotorafzetten.............................................17
Werktuigengebruiken.......................................17
Nagebruik...........................................................19
Veiligheidnahetwerk.......................................19
Eendefectemachineverplaatsen.....................20
Demachinetransporteren................................20
Demachineomhoogbrengen...........................22
Onderhoud..............................................................23
Veiligheidbijonderhoud...................................23
Aanbevolenonderhoudsschema.........................23
Proceduresvoorafgaandeaanonderhoud...........25
Cilindervergrendelinggebruiken.......................25
Toegangkrijgentotinwendige
onderdelen....................................................25
Smering...............................................................27
Demachinesmeren..........................................27
Onderhoudmotor................................................28
Veiligheidvandemotor.....................................28
Onderhoudvanhetluchtlter............................28
Motorolieverversen..........................................29
Onderhoudbrandstofsysteem.............................31
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................31
Wateraftappenuitbrandstoflter/wateraf-
scheider........................................................31
Brandstoflterbuseninlinelter
vervangen.....................................................31
g000502
Hetbrandstofsysteemontluchten.....................32
Brandstofaftappenuitdebrandstof-
tank(s)...........................................................32
Onderhoudelektrischsysteem............................33
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................33
Onderhoudvandeaccu...................................33
Onderhoudvandezekeringen..........................34
Onderhoudaandrijfsysteem................................36
Onderhoudvanderupsbanden........................36
Onderhoudkoelsysteem.....................................40
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................40
Onderhoudvanhetkoelsysteem......................40
Onderhoudenremmen........................................41
Deparkeerremtesten.......................................41
Onderhoudriemen..............................................42
Conditievandehydraulischepompriem
controleren....................................................42
Onderhoudbedieningsysteem............................42
Debedieningsorganenafstellen.......................42
Onderhoudhydraulischsysteem.........................44
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........44
Hydraulischedrukaaten.................................44
Specicatieshydraulischevloeistof..................45
Hetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren....................................................45
Hydraulischltervervangen.............................46
Hydraulischevloeistofverversen......................46
Reiniging.............................................................48
Vuilverwijderen................................................48
Hetchassisreinigen.........................................48
Stalling....................................................................48
Veiligheidtijdensopslag...................................48
Stalling..............................................................48
Problemen,oorzaakenremedie.............................49
3
Veiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze beschadigt,kandatelektrischeschokkenof eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen leidingengemarkeerdwordenopde locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde gemarkeerdegebieden.Neemcontactop metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde Staten811ofinAustralië1100voorde nationalemarkeringsdienst).
Algemeneveiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze beschadigt,kandatelektrischeschokkenof eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen leidingengemarkeerdwordenopde locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde gemarkeerdegebieden.Neemcontactop metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde Staten811ofinAustralië1100voorde nationalemarkeringsdienst).
demachinedezwarekant,terwijlmeteenvolle bakdevoorzijdedezwarekantis.Demeeste anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet graven.
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen naarbehorenwerken.
Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.
Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymbool Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven;
zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht bijdegrondis.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine ophellingenofoneffenterreinvereistextra voorzichtigheid.
Rijdemachineheuvelopwaartsenheuvelafwaarts
methetzwareuiteindenaardetopvande heuvelgerichtendeladingdichtbijdegrond. Degewichtsverdelingverandertinfunctievande werktuigen.Meteenlegebakisdeachterzijdevan
4
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof ontbrekendestickers.
decal93-7814
93-7814
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren nietroken
3.Risicovanbijtende vloeistof/chemische brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming; explosievegassenkunnen blindheidenanderletsel veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid ofernstigebrandwonden veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater spoelenensnelarts raadplegen.
10.Bevatlood;niet weggooien
93-6680
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop hunplaatszijn.
decal93-9084
93-9084
1.Hefpunt/bevestigingspunt
decal93-6680
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerd, ventilator–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
1.Hydraulischevloeistof
decal100-4650
100-4650
decal93-6681
93-6681
decal93-6686
1.Handenkunnenbekneldraken–Houdomstandersuitde buurt.
2.Voetenkunnenbekneldraken–Houdomstandersuitde buurt.
decal100-8821
100-8821
93-6686
1.Pletgevaarvanboven;handenkunnenwordengesneden
2.Leesde Gebruikershandleiding.
–Blijfopeenveiligeafstandvandevoorzijdevande tractie-eenheidalsdearmenvandeladerzijnopgeheven.
5
100-8822
1.Waarschuwing–hetisniettoegestaanpassagierste vervoeren.
decal100-8822
decal115-4857
115-4857
1.Motorkoelvloeistofonder druk.
2.Explosiegevaar–Leesde Gebruikershandleiding.
1.Rechtsaf
2.Vooruit
106-6755
3.Waarschuwing–Raakhet heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde Gebruikershandleiding.
115-4020
3.Achteruit
4.Linksaf
decal106-6755
decal115-4020
1.Brengdearmenvande
4.Bakophalen.
laderomlaag.
2.Bakleegstorten.5.Bakbovendegrondlaten zweven.
3.Laadarmenomhoog.
115-4858
1.Handenofvoetenkunnenbekneldraken–monteerde
vergrendelingvandecilinder.
decal115-4858
115-4855
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–Draag beschermendehandschoenenbijhethanterenvande hydraulischekoppelingenenleesdeGebruikershandleiding voormeerinformatieoverhethanterenvanhydraulische onderdelen.
decal115-4859
115-4859
1.Uitgeschakeld3.Ingeschakeld
2.Parkeerrem
decal115-4855
6
decal115-4865
115-4865
115-4861
1.Hulphydrauliek3.Vooruit
2.Vergrendeldachteruit (uitsparing)
115-4862
1.Vergrendelingvan klepvanlader–niet vergrendeld
4.Neutraal(uit)
2.Vergrendelingvanklep vanlader–vergrendeld
decal115-4861
decal115-4862
1.Motorkoelvloeistof
2.Leesde Gebruikershandleiding.
115-4882
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal115-4882
decal115-4860
115-4860
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–Laatdeladerarmenzakken,steldeparkeerreminwerking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltjevoordatu demachineverlaat.
3.Pletgevaarvanboven–BrengdecilindervergrendelingaanenleesdeGebruikershandleidingalvorensonderhouduittevoeren.
4.Handenofvoetenkunnenwordengesneden–Wachttotallebewegendedelentotstilstandzijngekomen,blijfuitdebuurtvan bewegendeonderdelenenhoudallebeschermendedelenophunplaats.
5.Voetenkunnenbekneldrakenofafgesnedenworden–Houdomstandersuitdebuurt.
6.Explosiegevaar;gevaarvoorelektrischeschokken-Nietgebruikenalserstroomkabelskunnenliggen;neemcontactopmet uwlokaalnutsbedrijf.
7
decal138-0800
138-0800
1.LeesdeGebruikershandleidingdieopuwmachinezit.
9.Accu
2.Motor–Starten10.Gloeibougies
3.Motor–Lopen
11.Snel
4.Motor–Uitschakelen12.Langzaam
5.Urenteller13.Waarschuwing–Bediendezemachineuitsluitendalsuhierin
getraindbent.
6.Brandstof14.Gevaarvoorelektrischeschok,bovengrondseelektrische
leidingen–Kijkuitvoorbovengrondseelektrischeleidingen.
7.Koelvloeistoftemperatuur
15.Kantelgevaar–Verplaatsdetractie-eenheidmethetzware uiteindenaarboven;draagladingenlaag;rijnietmetde machineterwijldeladingomhooggebrachtis.
8.Oliedrukmotor
16.Kantelgevaar–Rijtraaginbochten;maakgeenscherpe bochtenalsusnelrijdt;kijkachteruennaarbeneden wanneeruachteruitrijdt.
1.LeesdeGebruikershandleiding.
decal140-5729
140-5729
8
Algemeenoverzicht vandemachine
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle bedieningsorganen(Figuur4)voordatudemotorstart endemachinegebruikt.
Schakelbord
g313997
g013016
Figuur4
Figuur3
1.Wegwielen8.Bevestigingsplaat
2.Rupsband9.Veiligheidsplaatvoor
3.Hefcilinder10.Schakelbord
4.Cilindervergrendeling
5.Armenvandelader12.Inspectieluikachterzijde
6.Motorkap
7.Hydraulische hulpkoppelingen
achteruit
11.Bevestigingsogen
13.Schermvanzijpaneel
1.Hendelvoor hulphydrauliek
2.Contactschakelaar
3.Urenteller9.Tractiebediening
4.Brandstofmeter10.Referentiebalk
5.Indicatielampjesen schakelaargloeibougies
6.Gashendel
7.Hendelvan laadarm/werktuigkanteling
8.Parkeerremhendel
11.Referentiestangvan laderbediening
12.Vergrendelingvanklep vanlader
Contactschakelaar
g313998
Decontactschakelaarwaarmeeudemotorstarten uitzet,heeftdriestanden:UIT,LOPENenSTART.Zie
Motorstarten(bladz.17).
Gashendel
Zetdehendelnaarvorenomhetmotortoerental teverhogenennaarachterenomhettoerentalte verlagen.
Referentiebalk
Gebruiktijdenshetrijdenmetdetractie-eenheidde referentiebalkalshandgreepenhefboompuntomde tractiebedieningendehendelvoordehulphydrauliek tebedienen.Vooreensoepele,gecontroleerde bedieninghoudtualtijdbeidehandenopde referentiebalktijdenshetbedienenvandemachine.
9
Tractiebediening
Figuur5
1.Referentiebalk
2.Tractiebediening
Omvooruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarvoren(Figuur6).
g008131
Figuur8
g008128
Vooreenbochtnaarlinksdraaitude
tractiebedieninglinksom(Figuur9).
g008132
Figuur9
Figuur6
Omachteruitterijden,beweegtudetractiehendel
naarachteren(Figuur7).
Belangrijk:Kijkbijhetachteruitrijden
altijdachteruenhouduwhandenopde referentiebalk.
Figuur7
Vooreenbochtnaarrechtsdraaitude
tractiebedieningrechtsom(Figuur8).
Omdemachinetestoppen,laatude
tractiebedieninglos(Figuur5).
g008129
Opmerking:Hoeverderudetractiebedieningineen
bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachine indierichtinggaat.
Hendelvoordeladerarm/werktuig­kanteling
Omhetwerktuignaarvorentekantelen,beweegt
udehendellangzaamnaarrechts(Figuur10).
Omhetwerktuignaarachterentekantelen,
beweegtudehendellangzaamnaarlinks(Figuur
10).
Omdearmenomlaagtebrengen,beweegtude
hendellangzaamnaarvoren(Figuur10).
Omdearmenomhoogtebrengen,beweegtude
hendellangzaamnaarachteren(Figuur10).
g008130
Omdearmenomlaagtebrengennaarde
zweefstand,beweegtudehendelvolledignaar voren(Figuur10).
Opmerking:Hiermeekunnenwerktuigenzoals
denivelleerschuifenhethydraulischebladde contourenvandegrondvolgen(bijvoorbeeld zwevenofschuiven).
10
Figuur11
g029981
Figuur10
1.Zweefstand
2.Laatdearmenvande laderneer.
3.Hefdearmenvandelader op.
4.Werktuignaarachteren kantelen.
5.Werktuignaarvoren kantelen.
Doordehendelnaareentussenliggendestand (bijvoorbeeldnaarvorenennaarlinks)tebewegen, kuntutegelijkertijddearmenvandeladerbewegen enhetwerktuigkantelen.
Vergrendelingvanklepvanlader
Metvergrendelingvandeklepvandeladerkuntu dehendelvoordeladerarm/werktuigkantelingzo vergrendelendatudezenietnaarvorenkanbewegen. Ditvoorkomtdatiemandperongelukdearmenvan deladerneerlaattijdensonderhoudswerkzaamheden. Bevestigdeklepvandeladermetdevergrendeling, naastdecilindervergrendelingen,steedswanneeru demachinemoetuitschakelenmetomhooggebrachte armenvandelader.ZieCilindervergrendeling
gebruiken(bladz.25).
1.Hendelvoorlader-
g029293
arm/werktuigkanteling
2.Vergrendelingvanklep vanlader
Referentiestangvan laderbediening
Dereferentiestangvandebedieningvandelader helptuwhandstabiliserenterwijludehendelvoorde laderarm/werktuigkantelingbedient(Figuur3).
Hendelvoorhulphydrauliek
Omeenhydraulischwerktuigvooruittebedienen,
draaitudehendelvoorhulphydraulieknaar achterenentrektudezeomlaagnaarde referentiestang(Figuur12,nummer1).
Omeenhydraulischwerktuigachteruitte
bedienen,draaitudehendelvoorhulphydrauliek naarachterenenbeweegtudezedaarnanaar linksindebovenstesleuf(Figuur12,nummer2).
Opmerking:Alsudehendelloslaatterwijldezein
destandVOORUITstaat,keertdehendelautomatisch terugnaardestandNEUTRAAL(Figuur12,nummer3). AlsdehendelindestandACHTERUITstaat,blijftditzo totudehendeluitdesleuftrekt.
Omdevergrendelingaantebrengen,brengtu devergrendelingomhooguitdeopeninginhet bedieningspaneelendraaitudevergrendelingnaar links,vóórdehendelvandeladerarm,enduwtu devergrendelingomlaagindevergrendeldestand (Figuur1 1).
g004179
Figuur12
1.Hydrauliekvooruit3.Neutraalstand
2.Hydrauliekachteruit
Urenteller
Deurentellergeefthetaantalurenweerdatde machineinbedrijfisgeweest.
11
Parkeerremhendel
Lampjevanmotoroliedruk
Omdeparkeerremintestellen,duwtudehendel
naarvorenennaarlinksenvervolgenstrektu dezenaarachteren(Figuur13).
Opmerking:Detractie-eenheidkaneenstukje
rollenvoorderemmenaangrijpen.
Omderemvrijtezetten,duwtudehendelnaar
vorenendannaarrechtsindeinkeping(Figuur
13).
Figuur13
Brandstofmeter
Alsdemotoroliedruktelaagwordt,gaatditlampje brandenenklinktereenwaarschuwingssignaal. Alsditgebeurt,zetdemotordanonmiddellijkafen controleerhetoliepeil.Alshetoliepeiltelaagis,vul danoliebijencontroleeropmogelijkelekkage.
g004350
Figuur14
g005552
1.Lampjevanmotoroliedruk4.Indicatielampje
2.Temperatuurlampje hydraulischevloeistof
3.Schakelaargloeibougie
accuspanning
5.Lampjegloeibougies
Debrandstofmetergeeftaanhoeveelbrandstoferin detank(s)zit.
Indicatielampjeaccuspanning
Alsdeaccuspanningtelaagwordt,gaatditlampje brandenenklinktereenwaarschuwingssignaal. Alsditgebeurt,zetdandemotorafenlaadde accuopofvervangdeze.Controleerdespanning vanderiemvandewisselstroomdynamo,ziede Gebruikershandleidingvandemotor.
Lampjetemperatuur motorkoelvloeistof
Alsdekoelvloeistofvandemotorteheet wordt,gaatditlampjebrandenenklinktereen waarschuwingssignaal.Alsditgebeurt,zetdan demotorafenlaatdetractie-eenheidafkoelen. Controleerhetpeilvandekoelvloeistofalsdemotor volledigisafgekoeld.
Lampjegloeibougies
Ditlampjebrandtalsdegloeibougieszijnopgeladen enzijdemotoropwarmen.
Schakelaargloeibougie
Houddezeschakelaar10secondeningedruktomde gloeibougiesteactiverenvoordatudemotorstart.
12
Specicaties
Opmerking:Specicatiesenontwerpkunnen
zondervoorafgaandekennisgevingwordengewijzigd.
Model22323
Breedte86cm Lengte180cm Hoogte117cm Gewicht Werkcapaciteit(metstandaardbak) Kantelcapaciteit(metstandaardbak) Wielbasis79cm Storthoogte(metsmallebak) Bereik–volledigomhooggebracht(met
smallebak) Hoogtetotscharnierpen(smallebakin
hoogstestand)
Model22324
Breedte104cm
Lengte180cm Hoogte109cm Gewicht Werkcapaciteit(metstandaardbak) Kantelcapaciteit(metstandaardbak) Wielbasis79cm Storthoogte(metsmallebak) Bereik–volledigomhooggebracht(met
smallebak)
Hoogtetotscharnierpen(smallebakin hoogstestand)
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende servicedealerofeenerkendeT orodistributeur, ofbezoekwww.T oro.comvooreenlijstvanalle goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor tezorgendatdeveiligheidscerticatenvande machineblijvengelden,moetutervervanging altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvanT oro aanschaffen.Gebruiktervervangingnooitonderdelen enaccessoiresvananderefabrikanten,omdat ditgevaarlijkkanzijnendeproductgarantiekan tenietdoen.
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Voorgebruik
864kg 251kg 717kg
119cm
55cm
168cm
913kg 251kg 717kg
119cm
55cm
168cm
Veiligheidsinstructies voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten. Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen stellenaandeleeftijdvandegenediemetde machinewerktofgebiedendatdegenediemetde machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde instructievanallebestuurdersentechnici.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht totdatallebewegendeonderdelentotstilstand zijngekomenenlaatdemachineafkoelen voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
Controleerofdedodemansknop,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren werken.
Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde juistewijzeisbevestigdenofheteenorigineel Torowerktuigis.Leesaldehandleidingenvan hetwerktuig.
Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed enveiligtewerken.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet
13
graven.Letopdelocatievanongemarkeerde objectenenstructuren,zoalsondergrondse opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
cetaangetalmoetminimaal40zijn.Koopbrandstofin hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken zodatualtijdversebrandstofheeft.
Inspecteerhetterreinwaaropudemachinegaat
gebruikenenverwijderafval.
Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart. Zetdemachineafalsiemandhetgebiedbetreedt.
Brandstofveiligheid
Weeszeervoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen kunnentotontplofngkomen.
Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof toevoegen.
Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander toestel)aanwezigkunnenzijn.
Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn verdwenen.
Vuldehoudersnietineenvoertuig,opeen
vrachtwagenofopdelaadbakvaneenaanhanger metkunststofbekleding.Plaatsvatendieuwilt vullenaltijdopdegrond,uitdebuurtvanuw voertuig.
Verwijderdemachineuitdevrachtwagenofde
aanhangerenvuldetankpasalsdemachineop degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,ishetbeter ombijtevullenuiteendraagbaarvatdanmet behulpvaneenvulpistool.
Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis. Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bij temperaturenboven-7°Cenwinterdieselbrandstof (nr.1-Dofnr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturen beneden-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstof bijlagetemperaturenbiedteenlagervlampunten eenlagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenen vermindertdekansdatdeltersverstoptraken.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen boven-7°Czaldraagtbijaaneenlangere levensduurvandepompdanbijgebruikvan winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80% petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende voorzorgsmaatregeleninacht:
Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Debrandstoftank(en)vullen
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstof ofbiodieselbrandstofmeteenlaag(<500ppm) ofultralaag(<15ppm)zwavelgehalte.Het
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak,
steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat
demotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
deze(Figuur15).
14
Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor udecontroleoverdemachineverliest.
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
hulpstukkenenaccessoires.Werktuigenkunnen invloedhebbenopdestabiliteitendebediening vandemachine.
Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als udecontroleoverdemachineverliest,moetu vanhetplatformstappenenuverwijderenvan demachine.
Figuur15
1.Dopvanbrandstoftank
4.Vuldetankmetbrandstoftotongeveer25mm onderdebovenkantvandetank(nietde vulbuis).
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.Vulde brandstoftankniethelemaal.
5.Plaatsdedopvandebrandstoftankstevigterug endraaihemtotdathijopzijnplaatsklikt.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Dagelijksonderhoud uitvoeren
Voerelkedagvoordatudemachinestartde proceduresuitinhetonderdeelT elkensvoor gebruik/DagelijksinOnderhoud(bladz.23).
Belangrijk:Controleerhetniveauvan
dehydraulischevloeistofenontluchthet brandstofsysteemvoordatudemotorvoorhet eerststart;zieHetpeilvandehydraulische
vloeistofcontroleren(bladz.45)enHet brandstofsysteemontluchten(bladz.32).
g004231
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden vastegreepopdereferentiebalkenhebben.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen voorkomen.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoals
handschoenen,oogbescherming,eenlange broek,stevigeschoenenmeteengripvastezool engehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos endraaggeenlossekledingofjuwelen.
Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande machineblijven.
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven.
Zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht bijdegrondis.
Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
staanendeparkeerrem(indienaanwezig)in werkingisgesteldvoordatudemotorstart.Start demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel zit.
Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie hetzichtkunnenbelemmeren.
15
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden oversteekt.Letophetverkeer.
Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke reparatiesuitvoordatudemachineweerin gebruikneemt.
Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking(indien
aanwezig).
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand houdttotbomen,murenenanderebarrières kanditleidentotletselalsdemachinetijdens gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde omgevinglet.
Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg ervoordatuditnietraakt.
Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel veroorzaken.
Veiligheidophellingen
Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Meteen legebakisdeachterzijdevandemachinede zwarekant,terwijlmeteenvollebakdevoorzijde dezwarekantis.Demeesteanderewerktuigen zorgenervoordathetgewichtvoornamelijkopde voorkantvandemachinerust.
Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtop
eenhelling,heeftditinvloedopdestabiliteitvan demachine.Houddearmenvandeladeromlaag alsuopeenhellingrijdt.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachineop hellingenofoneffenterreinvereistaltijdextra voorzichtigheid.
Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken omnategaanopwelkehellingenudemachine veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru ditonderzoekuitvoert.
Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam ineenrechtelijnaf.
Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts gerichthouden.
Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde rijrichtingvandemachine.
Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling danniet.
Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein. Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan glijden.
Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete ondersteunen.
Weesvoorzichtigalsudemachinegebruiktinde
buurtvan:
–Steilehellingen
–Greppels
–Dijkenentaluds
–Water
Demachinekanplotselingomslaanalseen rupsbandoverderandkomt,ofalsderandinstort. Houdeenveiligeafstandtussendemachineen eengevarenzoneaan.
Umaggeenwerktuigenverwijderenof
aankoppelenopeenhelling.
Parkeerdemachinenietopeenhelling.
16
Motorstarten
1.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek indestandNEUTRAALstaat.
2.ZetdegashendelhalverwegetussenLANGZAAM enSNEL.
3.Steekhetsleuteltjeindecontactschakelaaren draaihetnaardestandLOPEN.
4.Houddeschakelaarvandegloeibougie 10secondeningedrukt.
3.ZetdegashendelopdestandLANGZAAM.
4.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheet is,moetudezenogeenminuutlatendraaien voordatuhetcontactsleuteltjeopUITdraait.
Opmerking:Demotorkandanafkoelen
voordatuhemuitzet.Ineennoodgevalkuntu demotoronmiddellijkafzetten.
5.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijder het.
5.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.Laat hetsleuteltjeloszodrademotoraanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde motornietwilstarten,moetunaelkepoging 30secondenwachtenomdestartmotorte latenafkoelen.Indienudezeinstructiesniet opvolgt,kandestartmotordoorbranden.
6.ZetdegashendelopSNEL.
Belangrijk:Demotoropvolletoeren
latendraaienterwijlhethydraulische systeemkoudis(bijvoorbeeldalsde omgevingstemperatuurrondofonderhet vriespuntis)kanhethydraulischesysteem beschadigen.Alsudemotorstartinkoude weersomstandigheden,moetudeze2tot 5minutenhalfgaslatenlopenvoordatude gashendelopSNELzet.
Opmerking:Alsdebuitentemperatuuronder
hetvriespuntis,sladetractie-eenheiddanin eengarageop.Zoblijftzewarmerenkanze makkelijkerstarten.
Metdemachinerijden
Gebruikdetractiebedieningomdemachinete bewegen.Hoeverderudetractiebedieningineen bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachinein dierichtinggaat.Laatdetractiebedieninglosomde machinetotstilstandtebrengen.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor, oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut). ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste verkrijgen.Ukuntdegasinstellingechtergebruiken ommetlageresnelhedentewerken.
VOORZICHTIG
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende omstanderdemachineprobeerttebedienen endaarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneer udemachineachterlaat,ookalishetslechts vooreenpaarseconden.
Werktuigengebruiken
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigenkunnen invloedhebbenopdestabiliteitendebediening vandemachine.Degarantievandemachinekan komentevervallenalsudemachinegebruiktmet werktuigendienietzijngoedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,
moetuervoorzorgendatdebevestigingsplaten vrijvanvuilzijnendepennenonbelemmerd ronddraaien.Alsdepennennietvrijronddraaien, moetenzegesmeerdworden.
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg ruimtevoordemachineis.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig naarvoren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip vandeontvangerplaatophetwerktuig(Figuur
16).
Demotorafzetten
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek indestandNEUTRAALstaat.
17
Figuur16
g003710
1.Bevestigingsplaat
2.Ontvangerplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren kantelt.
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg ervoordatdezevolledigindebevestigingsplaten zitten(Figuur17).
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is debevestigingsplaatnietpreciesrecht tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
Figuur17
1.Snelkoppelingspennen (vastgezet)
2.Nietvastgezet
3.Vastgezet
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet volledigindebevestigingsplatenzitten, bestaatdekansdathetwerktuigvande machinevalt,waardooruofomstanders bekneldkunnenraken.
g003711
Zorgervoordatde snelkoppelingspennenvollediginde bevestigingsplatenzitten.
18
Hydraulischeslangenaansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk ontsnapt,kandoordehuidheendringen enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele urenoperatieftewordenverwijderddoor eenartsdiebekendismetdezevormvan verwondingen,omdaterandersgangreenkan ontstaan.
Controleerofallehydraulischeslangen enleidingeningoedestaatverkerenen allehydraulischeaansluitingenenttings stevigvastzittenvoordatudrukzetophet hydraulischesysteem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit onderhogedrukhydraulischevloeistof ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem opsporenmetbehulpvankartonofpapier; doeditnooitmetuwhanden.
Opmerking:Alsueerstdemannelijke
aansluitingvanhetwerktuigbevestigt,heftude drukinhetwerktuigop.
6.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuig opdemannelijkeaansluitingopdemachine.
7.Trekaandeslangenomtecontrolerenofde aansluitingbetrouwbaaris.
Eenwerktuigverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Laathetwerktuigneeropdegrond.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordeze naarbuitentedraaien.
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend, beweegtudehendelvoordehulphydrauliek naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
6.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend, schuiftudekragenopdehydraulischekoppeling terugenmaaktudezelos.
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals uheteonderdelenaanraakt.
Draaghandschoenenalsuwerktaande hydraulischekoppelingen.
Laatdemachineafkoelenvoordatude hydraulischeonderdelenaanraakt.
Zorgervoordatunietinaanrakingkomt metgemorstehydraulischevloeistof.
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
2.Beweegdehendelvoordehulphydrauliek naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
3.Verwijderdebeschermplatenvande hydraulischeaansluitingenopdemachine.
4.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijn verwijderdvandehydraulischeaansluitingen.
5.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuig indevrouwelijkeaansluitingopdemachine.
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhet
werktuigaanelkaaromtevoorkomendat hethydraulischesysteemtijdensdeopslag wordtverontreinigd.
7.Monteerdebeschermkappenopdehydraulische koppelingenopdemachine.
8.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaat naarvorenenrijdemachineachteruitvanhet werktuigvandaan.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Zetdemotoruit,verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendedelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu dezeafstelt,reinigt,staltofonderhouduitvoert.
Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotor ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen brandstofop.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig vastzit.
19
Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruik
heetkunnenworden.Laatdezeeerstafkoelen voordatudemachineafsteltoferonderhouds-of reparatiewerkzaamhedenopuitvoert.
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten inzakeaanhangersendebevestigingvanmachines.
Eendefectemachine verplaatsen
Belangrijk:Umagdemachinenietslepenof
trekkenzonderdatueerstdesleepkleppenhebt geopend,omdatandershethydraulischesysteem beschadigdraakt.
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
2.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Gebruikeensteeksleutelomdesleepkleppen opdehydraulischepompentweemaallinksom tedraaien(Figuur18).
WAARSCHUWING
Deelnameaanhetwegverkeerzonder richtingaanwijzers,verlichting,reectoren ofeenbordmetdeaanduiding'Langzaam rijdendvoertuig'isgevaarlijkenkanleidentot ongelukkendielichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerselecteren
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken(Figuur19).
Gebruikuitsluitendoprijplatenoverde volledigebreedte.
Zorgervoordatdeoprijplaatminstens 4keerzolangisalsdeafstandvande aanhangwagenofdelaadbaktotdegrond. Hierdoorisdehoekdiedeoprijplaatmaakt nietgroterdan15gradenopeenvlakke ondergrond.
Figuur18
1.Linkersleepklep(rechter rupsband)
4.Sleepdemachinezoalsgewenst.
5.Nadatudemachinehebthersteld,moetude
sleepkleppensluitenvoordatudemachine gebruikt.
2.Rechtersleepklep(linker rupsband)
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte.
g004181
20
4.Brengdearmenvandeladeromlaag.
5.Laaddemachineopdeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit(Figuur20).
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanvoorwaartsopdeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan achteruitopdeoprijplaat.
Figuur19
1.Oprijplaat/-platenover volledigebreedtein opslagpositie
2.Deoprijplaatisminstens4 keerzolangalsdeafstand vandeaanhangwagenof delaadbaktotdegrond
3.H=Afstandvande aanhangeroflaadbaktot degrond
4.Aanhanger
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen machineeenoprijplaatop-/afrijdt.
Laaddemachineinenuitmetdezwaarste kantnaardebovenstezijdevande oprijplaatgericht.
g229507
1.Machinemetvolwerktuig ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machinevooruitopde oprijplaat/-platen.
Figuur20
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machineachteruitopde oprijplaat/-platen.
g317099
6.Laatdearmenvandeladervolledigzakken.
7.Steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig), zetdemotorafenverwijderhetcontactsleuteltje.
8.Gebruikdemetalenbindogenopdemachine omdemachinegoedvasttemakenaande aanhangerofvrachtwagen.Gebruikhiervoor banden,kettingen,kabelsoftouwen(Figuur21). Raadpleegdelokalevoorschrifteninzakehet vastbindenvandemachine.
Umagnietabruptversnellenofvertragen alsudemachineeenoprijplaatop-of afrijdt,omdatandersdemachinekan kantelenofudecontroleoverdemachine kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,moetudeze danaanhetsleepvoertuigbevestigenende veiligheidskettingenaansluiten.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenvande aanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
g243576
Figuur21
1.Bindogen
Demachineuitladen
1.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
2.Rijdemachinevandeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan
21
deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit(Figuur22).
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanachteruitvandeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan vooruitvandeoprijplaat.
Figuur22
g317100
1.Machinemetvolwerktuig ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machineachteruitvan deoprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machinevooruitvande oprijplaat/-platen.
Demachineomhoogbren­gen
Ukuntdemachinetillenmetbehulpvandebindogen alshefpunten;zieFiguur21.
22
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebedieningspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Veiligheidbijonderhoud
VOORZICHTIG
Alsuhetsleuteltjeinhetcontactlaat,bestaatdekansdatiemanddemotorperongelukstart waardooruenandereomstandersernstigletselkunnenoplopen.
Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactvoordatuonderhoudswerkzaamhedenuitvoertaande machine.
Parkeerdemachineopeenegaleondergrond,
schakeldehulphydrauliekuit,brenghetwerktuig omlaag,steldeparkeerrem(indienaanwezig) inwerking,zetdemotoruitenverwijderhet sleuteltje.Wachttotdatallebewegendedelentot stilstandzijngekomenenlaatdemachineafkoelen voordatudezeafstelt,reinigt,staltofrepareert.
Veeggemorsteolieenbrandstofop.
Laatpersoneeldatnietbekendismetde
instructiesnooitonderhoudswerkzaamhedenaan demachineuitvoeren.
Plaatsdeonderdelenopkriksteunenindiendit
nodigis.
Haalvoorzichtigdedrukvanonderdelenmet
opgeslagenenergie;zieHydraulischedrukaaten
(bladz.44).
Maakdeaccukabelslosvoordatu
reparatiewerkzaamhedenuitvoert;zieOnderhoud
vandeaccu(bladz.33).
Aanbevolenonderhoudsschema
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelen.Stelindienmogelijkde machinenietafterwijldemotorloopt.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig vastzit.Vervangversletenofbeschadigdestickers.
Knoeinietmetdeveiligheidsvoorzieningen.
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
werktuigen.Werktuigenkunneninvloedhebbenop destabiliteitendebedieningvandemachine.De garantiekankomentevervallenalsudemachine gebruiktmetwerktuigendienietzijngoedgekeurd.
Gebruikalleenoriginelereserveonderdelenvan
Toro.
Alshetvooronderhouds-ofreparatiewerkzaamhe-
dennodigisdatdeladerarmenomhoogstaan,kunt udearmenindeopgehevenstandvergrendelen metdehydraulischecilindervergrendeling(en).
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste50bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
•Hydraulischltervervangen.
•Verversdemotorolieenvervanghetlter.
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Demachinesmeren.(onmiddellijknaelkewasbeurt).
•Controleerdeonderhoudsindicatorvanhetluchtlter.
•Controleerhetmotoroliepeil.
•Verwijderwaterenandereverontreiniginguithetbrandstoflter/waterafscheider.
•Reinigderupsbanden.
•Controleerderupsbandenopovermatigeslijtage(Vervangderupsbandenalsdeze versletenzijn).
•Verwijderdagelijksvuilvanhetscherm,deoliekoelerendevoorzijdevande radiateur.Doeditvakerinstofgeenvuileomstandigheden.
•Controleerhetkoelvloeistofpeilindeexpansietank.
•Hetradiateurschermcontrolerenenreinigen
•T estdeparkeerrem.
•Verwijdervuilvandemachine.
•Controlerenofhetbevestigingsmateriaalgoedvastzit.
23
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Omde25bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
•Verwijderhetluchtlterdeksel,verwijdervuilencontroleerdeonderhoudsindicator vanhetluchtlter.
•Hetpeilvandehydraulischevloeistofcontroleren.
•Demotorolieverversen.(Vakeronderhouduitvoereninergstofgeofzanderige omstandigheden.)
•Controleerdespanningvanderupsbandenenbrengzeopdejuistespanning.
•Controleerdeslangenvanhetkoelsysteem.
•Controleerdehydraulischeleidingenoplekkages,losgeraakteaansluitingen, kinken,loszittendesteunen,slijtage,beschadigingenalsgevolgvanweersinvloeden endeinwerkingvanchemicaliën.
•Controleeroferaangekoektvuilophetchassiszit.
•Spanningvanderiemvandewisselstroomdynamo/ventilatorcontroleren(raadpleeg deGebruikershandleidingvandemotorvoorinstructies).
•Vervanghetolielter.(V akeronderhouduitvoereninergstofgeofzanderige omstandigheden.)
•Hydraulischltervervangen.
Omde250bedrijfsuren
Omde400bedrijfsuren
Omde500bedrijfsuren
Omde1500bedrijfsuren
ofomde2jaar,waarbij dekortsteperiodemoet
wordenaangehouden
Jaarlijks
Jaarlijksofvóórstalling
Omde2jaar
•Controleerensmeerdewegwielen.
•Controleerdebrandstoeidingenenaansluitingenopslijtage,beschadigingenof loszittendeverbindingen.
•Vervangdebrandstoflterbusenhetinlinelter
•Hydraulischevloeistofverversen.
•Deriemvandewisselstroomdynamo/ventilatorvervangen(raadpleegde Gebruikershandleidingvandemotorvoorinstructies).
•Vervangallebewegendehydraulischeslangen.
•Motorkoelvloeistofverversen.
•Controleerdeconditievandehydraulischepompriem.
•Despanningvanderupsbandencontrolerenenopdejuistespanningbrengen.
•Beschadigdelakbijwerken.
•Brandstofaftappenuitdebrandstoftank(s)endezereinigen—alleendooreen erkendeservicedealer.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
24
Procedures voorafgaandeaan onderhoud
Cilindervergrendelingverwijderen enopslaan
Belangrijk:Verwijderdecilindervergrendeling
vandestangenvergrendelzevollediginde opslagstandvoordatudemachinebedient.
Cilindervergrendeling gebruiken
WAARSCHUWING
Alsdearmenvandeladerindeopgeheven standstaan,kunnendezeomlaagkomen waardooriemanddieeronderstaatbekneld kanraken.
Plaatsdecilindervergrendeling(en)voordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoertwaarbij dearmenvandeladeromhoogmoetenstaan.
Cilindervergrendelingaanbrengen
1.Verwijderhetwerktuig.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Verwijderdelynchpenwaarmeede cilindervergrendelingaandearmvandeladeris bevestigd(Figuur23).
1.Startdemotor.
2.Brengdearmenvandeladervolledigomhoog.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Verwijderdelynchpenwaarmeede cilindervergrendelingisbevestigd.
5.Draaidecilindervergrendelingomhoogopde armvandeladerenbevestigdezemetde lynchpen.
6.Brengdearmenvandeladeromlaag.
Toegangkrijgentot inwendigeonderdelen
WAARSCHUWING
Alsudeksels,kappenofschermenopenmaakt terwijldemotordraait,kuntuincontact komenmetbewegendeonderdelenendaarbij ernstigletseloplopen.
Figuur23
1.Cilindervergrendeling
2.Hefcilinder
5.Brengdecilindervergrendelingomlaagoverde cilinderstangenbevestigdezemetdelynchpen (Figuur23).
6.Brenglangzaamdearmenvandeladeromlaag totdatdecilindervergrendelingcontactmaakt metdecilinderenhetuiteindevandestaaf.
3.Lynchpen
Voordatueendeksel,kapofschermopent: zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeuithet contactenlaatdemotorafkoelen.
Motorkapopenen
1.Draaidevergrendelschroefvandemotorkaplos (Figuur24)
g004182
25
Inspectieluikaandeachterzijde openen.
1.Schroefde2handknoppenloswaarmeehet achtersteinspectieluikaandemachineis bevestigd(Figuur26).
Figuur24
1.Motorkap
2.Motorkapvergrendeling
3.Vergrendelschroefvande motorkap
2.Draaidemotorhendelrechtsom(Figuur24).
3.Klapdemotorkapomhoog(Figuur24).
Demotorkapsluiten
1.Trekhetlipjewaarmeedesteunstangbevestigd isomhoog(Figuur25)
g009691
1.Handknoppen
Figuur26
g244210
2.Kantelhetachtersteinspectieluikomlaagen verwijderhetomtoegangtekrijgentotdeinterne onderdelen(Figuur26).
Hetachtersteinspectieluiksluiten
1.Plaatshetinspectieluikaandeachterzijde vandemachine;zorgervoordatdelipjeszijn uitgelijndindesleuven.
2.Duwhetinspectieluiknaarvorenenzorgervoor datdeschroevenvandehandknoppenzijn uitgelijndmetdeopeningenmetschroefdraad indemachine.
3.Draaidehandknoppengoedvastomhet achtersteinspectieluikopzijnplaatsvastte zetten.
Figuur25
1.Lipjeopsteunstang
2.Sluitdekapenvergrendeldezedooropde voorzijdevandekaptedrukkentotdezeopzijn plaatsklikt.
3.Draaidevergrendelschroefvandemotorkap vastomdehendeltevergrendelen(Figuur24).
Zijschermenverwijderen
1.Opendemotorkap.
2.Schuifdezijschermen(Figuur27)omhoogen uitdesleuveninhetvoorschermenhetframe.
g007360
26
Smering
Demachinesmeren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
(onmiddellijknaelkewasbeurt).
Typevet:vetvooralgemenedoeleinden
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
Figuur27
1.Zijscherm
Zijschermenmonteren
Schuifdezijschermenophunplaatsindesleuvenin hetvoorschermenhetframe.
g004352
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Reinigdesmeernippelsmeteendoek.
4.Sluiteensmeerpistoolaanopelkesmeernippel (Figuur28enFiguur29).
g004235
Figuur28
Figuur29
5.Pompvetindenippelstotdaterwatvetbij delagersnaarbuitenkomt(ongeveer3maal pompen).
6.Overtolligvetwegvegen.
27
g004209
Onderhoudmotor
Veiligheidvandemotor
Umoetdemotorafzettenvoordatuhetoliepeil
controleertofhetcarterbijvultmetolie.
Verandernooitdestandvandetoerenregelaar
vandemotorenlaatdemotorniettesneldraaien.
Houduwhanden,voeten,gezicht,kleding
enanderelichaamsdelenuitdebuurtvande geluiddemperenandereheteoppervlakken.
g031236
Figuur30
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerde onderhoudsindicatorvanhet luchtlter.
Omde25bedrijfsuren—Verwijderhet luchtlterdeksel,verwijdervuilencontroleerde onderhoudsindicatorvanhetluchtlter.
Onderhoudvanluchtlterdeksel en-behuizing
Belangrijk:Vervanghetluchtlteruitsluitendals
deonderhoudsindicatorroodis(Figuur30).Alsu hetluchtltervervangtvoordatditnodigis,wordt dekansdatervuilindemotorkomtwanneeru hetlterverwijdertalleenmaarvergroot.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Opendemotorkapenzetvastmetde steunstang(indienvantoepassing).
1.Stofkap4.Voorlter
2.Sluiting5.Luchtlterbehuizing
3.Luchtlterdeksel
6.Knijpindezijkantenvandestofkapomdezete openenenslahetstoferuit.
7.Reinigdebinnenkantvanhetluchtlterdeksel metpersluchtondereendrukvan2,07bar.
6.Indicatielampjevoor onderhoud
Belangrijk:Reinigdeluchtlterbehuizing
nietmetperslucht.
8.Controleerdeonderhoudsindicator.
Alshetonderhoudsindicatordoorzichtigis,
monteerdanhetluchtlterdekselmetde stofkapnaarbenedengerichtenmaakde sluitingenvast(Figuur30).
Alsdeonderhoudsindicatorroodis,moetu
hetluchtltervervangenzoalsbeschrevenin
Hetltervervangen(bladz.28).
Hetltervervangen
Belangrijk:Umagdemotornooitlatenlopen
zonderdathetluchtlterenhetluchtlterdeksel zijngemonteerd,omdatandersdemotorschade kanoplopen.
4.Controleerdeluchtlterbehuizingop beschadigingendieeenluchtlekkunnen veroorzaken.Controleerhetgehele luchtinlaatsysteemoplekken,beschadigingof losseslangklemmen.
Vervangofrepareerbeschadigdeonderdelen.
5.Maakdesluitingenophetluchtlterlosentrek hetluchtlterdekselvandeluchtlterbehuizing (Figuur30).
Belangrijk:Verwijderhetluchtlterniet.
1.Schuifhetltervoorzichtiguitde luchtlterbehuizing(Figuur30).
Opmerking:Zorgervoordatunietmethet
ltertegendezijkantvandeluchtlterbehuizing stoot.
Belangrijk:Probeerhetlterniette
reinigen.
2.Controleerhetnieuwelteropscheuren, eenvettigoppervlakofbeschadigingvande rubberenafdichting.Richteenfellelichtbronop debuitenkantvanhetlterenkijkinhetlter;als ergateninhetlterzijn,zietuhelderevlekken.
28
Alshetlterbeschadigdis,maguhetniet gebruiken.
3.Monteerhetltervoorzichtig(Figuur30).
Opmerking:Zorgervoordathetltervolledig
vastzitdoordebuitenringvanhetltertijdensde montageaantedrukken.
Hetmotoroliepeilcontroleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
Belangrijk:Druknietophetzachtemidden
vanhetlter.
4.Monteerhetluchtlterdekselmetdestofkap naarbenedengerichtenmaakdesluitingen vast(Figuur30).
5.Sluitdemotorkap.
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhet motoroliepeil.
Nadeeerste50bedrijfsuren—Verversde motorolieenvervanghetlter.
Omde100bedrijfsuren—Demotorolie verversen.(Vakeronderhouduitvoereninerg stofgeofzanderigeomstandigheden.)
Omde200bedrijfsuren—Vervanghetolielter. (Vakeronderhouduitvoereninergstofgeof zanderigeomstandigheden.)
3.Opendemotorkap.
4.Reinighetgebiedronddeoliepeilstok(Figuur
32).
g004227
Figuur32
Motorolietype
Typeolie:Reinigingsolievoordieselmotoren (API-onderhoudsklasseCH-4ofhoger)
Carterinhoud:metlter3,7liter
Viscositeit:zieonderstaandetabel
Figuur31
1.Oliepeilstok2.Olievuldop
5.Trekdepeilstokuitenveeghetmetalendeel meteendoekschoon(Figuur32).
6.Schuifdepeilstokhelemaalindebuis(Figuur
32).
7.Trekdepeilstokuitencontroleerhetoliepeilop hetmetalendeel.
8.Alshetoliepeiltelaagis(lagerdandeonderste opening),reinigtudeomgevingvandevulbuis enverwijdertudedop(Figuur32).
9.Gietlangzaamvoldoendeolieinhetklepdeksel totdathetpeildebovensteopeningopde peilstokbereikt.
Belangrijk:Gietnietteveelolieinhet
carteromdatandersdemotorkanworden beschadigd.
10.Plaatsdeolievulbuisdopendepeilstokterug.
g001061
11.Sluitdemotorkap.
29
Motorolieverversen
1.Startdemotorenlaatdeze5minutenlopen.
Opmerking:Warmeoliekanbeterworden
afgetapt.
2.Parkeerdemachinezodatdeaftapkantiets lagerstaatdandeanderekantzodatalleolie kanweglopen.
3.Brengdearmenvandeladeromlaag,stel deparkeerreminwerking,zetdemotorafen verwijderhetcontactsleuteltje.
4.Verwijderdeaftapplug(Figuur33).
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
3.Plaatseenondiepeopvangbakofeendoek onderhetlteromolieoptevangen.
4.Verwijderhetoudelter(Figuur34)en veeghetoppervlakvandepakkingvanhet ltertussenstukschoon.
Figuur33
1.Aftapplugcarterolie
5.Alsalleolieisafgetapt,kuntudeaftapplugweer terugplaatsen.
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
6.Verwijderdevuldop(Figuur32)engiet langzaamongeveer80%vandegespeciceerde hoeveelheidolieinhetklepdeksel.
7.Controleerhetoliepeil.
8.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde bovensteopeningopdepeilstokbereikt.
9.Plaatsdevuldopterug.
g004354
Figuur34
1.Olielter
g004353
5.Vuldemotormetnieuweolievanhetjuistetype viademiddelsteopeningvanhetlter.Houd opmetvullenalsdeoliedeonderkantvande schroefdraadbereikt.
6.Wacht1of2minutenzodathetltermateriaalde oliekanopnemenengietdaarnadeovertollige olieaf.
7.Smeereendunlaagjeschoneolieopde rubberenpakkingvanhetnieuwelter.
8.Plaatshetnieuwelterophetltertussenstuk. Draaihetolielterrechtsomtotdatderubberen pakkingcontactmaaktmethetltertussenstuk. Draaihetltervervolgensnogeens½slag.
9.Verwijderdevuldop(Figuur32)engiet langzaamongeveer80%vandegespeciceerde hoeveelheidolieinhetklepdeksel.
10.Controleerhetoliepeil.
Motorolieltervervangen
1.Laatdeolieuitdemotorlopen;raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.30).
2.Alsalleolieisafgetapt,kuntudeaftapplugweer terugplaatsen.
11.Gietlangzaamextraoliebijtotdathetoliepeilde bovensteopeningopdepeilstokbereikt.
12.Plaatsdevuldopterug.
30
Onderhoud brandstofsysteem
GEVAAR
Inbepaaldeomstandighedenisbrandstof uiterstontvlambaarenzeerexplosief.Brand ofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschade veroorzaken.
RaadpleegBrandstofveiligheid(bladz.
14)vooreenvolledigelijstvan
brandstofgerelateerdevoorzorgen.
Brandstoeidingenen aansluitingencontroleren
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
Inspecteerdebrandstoeidingenenaansluitingenop slijtage,beschadigingenofloszittendeverbindingen. Draaieventuelelosseaansluitingenvastenneem contactopmeteenerkendeservicedealervoorhulp bijhetherstellenvanbeschadigdebrandstoeidingen.
g009626
Figuur35
1.Brandstoflterbus/waterafscheider 3.Slangklemmen
2.Aftapventiel4.Inlinelter
4.Draaihetaftapventielaandeonderzijdevande lterbuslosenlaathetwaterweglopen.
5.Draaivervolgenshetaftapventielweerdicht.
Wateraftappenuitbrand­stoflter/waterafscheider
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Hetbrandstoflterbevindtzichaande rechterzijdevandemotor(Figuur35).Plaatser eenopvangbakonder.
Brandstoflterbusen inlineltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Openhetachtersteinspectieluik;zie
Inspectieluikaandeachterzijdeopenen.(bladz.
26).
4.Debrandstofltersbevindenzichaande rechterzijdevandemotor(Figuur35).Plaatser eenopvangbakonder.
5.Reinigdeomgevingvandeplaatswaarde lterbuswordtgemonteerd(Figuur35).
6.Verwijderdelterbusenreinigdeplaatswaar dezewordtgemonteerd(Figuur35).
7.Smeerschoneolieopdepakkingvandenieuwe lterbus.
8.Vuldebusmetbrandstof.
31
9.Monteerdelterbusmetdehandtotdatde pakkingcontactmaaktendraaidezevervolgens nogeenhalveslagverder(Figuur35).
10.Hetinlinelterbevindtzichlinksvande brandstoflterbus(Figuur35).Letopderichting vandepijlopdezijkantvanhetinlinelter.
11.Opendeklemmenaandeuiteindenvanhet inlinelterenschuifdeslangeneraf(Figuur35). Gooihetlterweg.
12.Schuifdeslangenoverhetuiteindevaneen nieuwlter(Figuur35)enzorgervoordatde pijlophetlternaardemotorofdeelektrische brandstofpompwijst.
13.Bevestigdeslangenmetdeslangklemmenaan hetlter.
14.Sluithetachtersteinspectieluikenzethetvast metdevergrendeling(en).
Hetbrandstofsysteem ontluchten
Umoethetbrandstofsysteemontluchtenvoordatude motorstart,indienzichéénvandevolgendesituaties heeftvoorgedaan:
Eerstekeerstartenvaneennieuwemachine
Demotorisgestoptomdatdebrandstofopwas.
Erisonderhouduitgevoerdoponderdelenvan
hetbrandstofsysteem(erisbijvoorbeeldeenlter vervangen).
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak,laat dearmenvandeladerneerenzetdemotoraf.
2.Zorgervoordatdebrandstoftankminstenshalf volis.
3.Opendemotorkap.
4.Draaideontluchtschroefopdebrandstonjec­tiepompopen(Figuur36).
g003880
Figuur36
1.Ontluchtschroef
5.DraaidecontactschakelaarnaardestandAAN. Deelektrischebrandstofpompbeginttewerken. Hierbijkomterluchtbijdeontluchtschroefnaar buiten.LaathetsleuteltjeopAANstaantotdat ereenvollestraalbrandstofbijdeschroefnaar buitenkomt.
6.Zetdeontluchtschroefweervastendraaihet sleuteltjeopUIT.
Opmerking:Nadebovenstaande
ontluchtingsprocedurezoudemotormoeten starten.Indiendemotorechternietstart,kanerlucht tussendeinjectiepompendeinjectorszitten.Neem contactopmeteenerkendeservicedealer.
Brandstofaftappenuitde brandstoftank(s)
Onderhoudsinterval:Omde2jaar
Laateenerkendeservicedealerbrandstofaftappenuit debrandstoftank(s)endezereinigen.
32
Onderhoudelektrisch systeem
Veiligheidvanhet elektrischsysteem
Koppeldeaccuafvoordatureparatiesaande
machineverricht.Maakeerstdeminpoolvande acculosendaarnadepluspool.Bevestigeerstde pluspoolvandeaccuendaarnademinpool.
Laaddeaccuopineenopen,goedgeventileerde
ruimte,uitdebuurtvanvonkenenopenvuur.Haal deopladeruithetstopcontactvoordatudeaccu aan-ofloskoppelt.Draagbeschermendekleding engebruikgeïsoleerdgereedschap.
Accuzuurisgiftigenkanbrandwonden
veroorzaken.Voorkomcontactmetdehuid,ogen enkleding.Beschermuwgezicht,ogenenkleding alsuwerkzaamhedenverrichtaandeaccu.
Accugassenkunnenontploffen.Houdsigaretten,
vonkenenopenvuuruitdebuurtvandeaccu.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Openhetachtersteinspectieluik;zie
Inspectieluikaandeachterzijdeopenen.(bladz.
26).
4.Verwijderhetinspectieluikvandeaccu.
g244209
Figuur37
Onderhoudvandeaccu
Houddeaccualtijdschoonenvollediggeladen.Veeg deaccubehuizingschoonmeteentissue.Alsde accupolenzijngeoxideerd,moetudezeschoonmaken meteenoplossingvanvierdelenwaterenééndeel zuiveringszout.Brengeenlaagjevetopdeaccupolen aanomcorrosieteverminderen.
Specicaties:12V,585A(koudestart)
Accuverwijderen
WAARSCHUWING
Accupolenofmetalengereedschappen kunnenkortsluitingmakenmetmetalen onderdelenvandemachine,waardoor vonkenkunnenontstaan.Hierdoorkunnen accugassentotontplofngkomenen lichamelijkletselveroorzaken.
Zorgervoordatbijhetverwijderenof installerenvandeaccudeaccupolen nietinaanrakingkomenmetmetalen onderdelenvandemachine.
Voorkomdatmetalengereedschappen kortsluitingveroorzakentussende accupolenenmetalenonderdelenvande machine.
1.Bout(3)
5.Verwijderdebout,deringendestangwaarmee deaccuwordtbevestigd(Figuur38).
1.Pluskabel4.Minkabel
2.Stang
3.Boutenring
6.Maakdeminkabel(zwart)losvandeaccupool (Figuur38).Bewaardebevestigingsmiddelen.
2.Inspectieluikvandeaccu
Figuur38
5.Accu
g243600
33
7.Schuifhetrubberenkapjevandepluskabel (rood).
8.Maakdepluskabel(rood)losvandeaccupool (Figuur38).Bewaardebevestigingsmiddelen.
9.Tildeaccuuithetchassis.
Accuopladen
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccualtijd
vollediggeladenis(soortelijkgewicht1,265).Dit isvooralbelangrijkombeschadigingvandeaccu tevoorkomenbijtemperaturenonder0°C.
1.Verwijderdeaccuvandemachine;raadpleeg
Accuverwijderen(bladz.33).
2.Laaddeaccu10tot15minutenopbij25tot 30Aof30minutenbij4tot6A(Figuur39).De accunietteveropladen.
5.Spoeldeaccumetschoonwater.
6.SmeereendunlaagjeGrafo1 12X-vet(T oro onderdeelnr.505-47)ofvaselineopde accupolenendekabelklemmenomcorrosiete voorkomen.
7.Monteerdeaccu;zieAccumonteren(bladz.
34).
Accumonteren
1.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid­delenomdepluskabel(rood)opdepluspool(+) vandeaccuaantesluiten(Figuur38).
2.Schuifhetrodestofkapjevoordeaccupoolop depluspoolvandeaccu.
3.Gebruikdeeerderverwijderdebevestigingsmid­delenomdeminkabel(zwart)opdeminpool(–) vandeaccuaantesluiten(Figuur38).
4.Bevestigdeaccumetdestang,boutenring (Figuur38).
Belangrijk:Zorgervoordatdeaccukabels
geencontactmakenmetelkaarofmet scherperanden.
Figuur39
1.Pluspoolvandeaccu
2.Minpoolvandeaccu
3.Zodradeaccuvolledigisopgeladen,haalt udeacculaderuithetstopcontactenmaakt uvervolgensdeoplaadkabelslosvande accuklemmen(Figuur39).
3.Rode(+)oplaadkabel
4.Zwarte(–)oplaadkabel
Deaccureinigen
Opmerking:Zorgervoordatdeaccuklemmenen
degeheleaccubehuizingschoonzijn;dithelptde levensduurvandeaccuteverlengen.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Haaldeaccuuitdemachine;Accuverwijderen
(bladz.33).
4.Wasdeheleaccubakmeteenoplossingvan natriumbicarbonaatenwater.
5.Monteerhetinspectieluikvandeaccu(Figuur
37).
6.Sluithetachtersteinspectieluik;zieHet
achtersteinspectieluiksluiten(bladz.26).
g003792
Onderhoudvaneenreserveaccu
Deoorspronkelijkeaccuheeftgeenonderhoudnodig. Raadpleegvoorhetonderhoudvaneenreserveaccu deinstructiesvandefabrikant.
Onderhoudvande zekeringen
Deelektrischeinstallatieisbeveiligddoormiddel vanzekeringen.Dezebehoevengeenonderhoud. Alsereenzekeringisdoorgebrand,moetuechter hetonderdeelofcircuitcontrolerenopdefectenof kortsluiting.InFiguur40zietudezekeringhouderen delocatiesvandezekeringen.
34
Figuur41
g004984
Figuur40
1.Zekering(30A)3.Zekering(10A)
2.Leeg
4.Openvooroptionele accessoires
Opmerking:Alsdemachinenietstart,kande
zekeringvanhethoofdcircuitofdezekeringvanhet bedieningspaneel/relaiszijndoorgebrand.
Omtoegangtekrijgentotdezekeringenmoetude zekeringhouderalsvolgtverwijderen:
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Opendemotorkap.
4.TrekdeR-penuitdeonderzijdevande steunstangvandemotorkapenschuifde steunstanguitdebevestigingsbeugelsenhet lipje(Figuur41).
g004355
1.Lipjeopsteunstang4.Bevestigingsbeugel–
2.Bevestigingsbeugel– bovenzijde
3.Steunstang
onderzijde
5.R-pen
5.Verwijderde4schroevenwaarmeede
zekeringhouderisbevestigdentrekdehouder vervolgensomhoogeneruit(Figuur42).
g004985
Figuur42
1.Zekeringhouder
2.Schroef
6.Controleerdezekeringen.
7.Monteerdezekeringhoudermetbehulpvande
4schroevendieueerderhebtverwijderd.
8.Steekdesteunstangindebevestigingsbeugels
enhetlipjeenbevestigditmetdeR-pen(Figuur
41).
9.Sluitdemotorkap.
35
Onderhoud aandrijfsysteem
Onderhoudvande rupsbanden
Onderhoudsinterval:Nadeeerste50
bedrijfsuren—Controleerde spanningvanderupsbandenen brengzeopdejuistespanning.
Bijelkgebruikofdagelijks—Reinigde rupsbanden.
Bijelkgebruikofdagelijks—Controleerde rupsbandenopovermatigeslijtage(Vervangde rupsbandenalsdezeversletenzijn).
Omde100bedrijfsuren—Controleerde spanningvanderupsbandenenbrengzeop dejuistespanning.
Omde250bedrijfsuren/Jaarlijks(houdhierbij dekortsteperiodeaan)—Controleerensmeer dewegwielen.
Derupsbandenreinigen
Figuur43
1.Rupsband3.Wegwielen
2.Kettingwielaandrijving
4.Spanwiel
Despanningvanderupsbanden afstellen
Ermoet7cmruimtezijntussendespanmoerende achterzijdevandespanbuis(Figuur44).Alsditniet hetgevalis,staldandespanningvanderupsbanden aanmetbehulpvandevolgendeprocedure:
g004200
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlaken steldeparkeerreminwerking.
2.Laatdegemonteerde,naarbenedenwijzende bakindegrondzakkenzodatdevoorzijdevan detractie-eenheideenpaarcentimetervande grondkomt.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Gebruikeenwaterslangofeenhogedrukreiniger omderupsbandentereinigen.
Belangrijk:Gebruikalleenwaterdruk
voorhetreinigenvanderupsbanden. Derestvandemachinemagnietmet eenhogedrukreinigerbehandeldworden. Gebruikgeenhogedrukreinigingtussende kettingwielaandrijvingendemachineomdatde motorafdichtingenhierdoorbeschadigdkunnen raken.Hogedrukreinigingkanhetelektrischeen hydraulischesysteembeschadigenofdesmering aantasten.
Belangrijk:Zorgervoordatudewegwielen,het
spanwielendekettingwielaandrijvinggrondig reinigt(Figuur43).Dewegwielenmoetenvrij kunnendraaienalsdezeschoonzijn.
g004201
Figuur44
1.7cm
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Brengdebetreffendezijdeomhoogondersteun dezezodatderupsbandvandegrondis.
4.Verwijderdeborgboutendemoer(Figuur45).
36
Figuur45
g004202
1.Borgbout
2.Spanschroef4.Spanwiel
3.Spanbuis
5.Gebruikeendopsleutelvan½"endraaide spanschroeflinksomtotdeafstandtussende spanmoerendeachterzijdevandespanbuis (Figuur44)7cmis.
6.Lijndedichtstbijzijndeinkepinginde spanschroefuitmetdeopeningvandeborgbout enbevestigdeschroefmetdeborgboutenmoer (Figuur45).
7.Laatdetractie-eenheidneeropdegrond.
Rupsbandenvervangen
Smallerupsbandenvervangen
Vervangderupsbandenalsdezeversletenzijn.
Opmerking:Uhebtsmallebandenalsdevoorste
spanwielengemonteerdzijnineenvorkaanhet uiteindevandespanbuis(Figuur46).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Brengdebetreffendezijdeomhoogondersteun dezezodatderupsband8cmtot10cmvande grondis.
4.Verwijderdeborgboutendemoer(Figuur45).
5.Gebruikeendopsleutelvan½"enverminder despanningdoordespanschroefrechtsomte draaien(Figuur45enFiguur46).
Figuur46
1.Rupsband5.Aansluitpuntrupsband
2.Dopsleutel(½")
3.Spanwiel
4.Spanbuis
6.Kettingwielaandrijving
7.Tandwiel
8.Wegwielen
6.Duwhetspanwielinderichtingvande achterzijdevandeeenheidzodatdespanbuis hetframeraakt(Figuur46).
Alsdebuishetframenietraakt,blijfdanaande spanschroefdraaientotdatditwelzois.
7.Beginmethetverwijderenvanderupsband aandebovenkantvanhetspanwielentrekde rupsbandvanhetwielterwijluderupsband vooruitdraait.
8.Alsderupsbandvanhetspanwielafis,verwijdert udebandvandekettingwielaandrijvingende wegwielen(Figuur46).
9.Beginbijdekettingwielaandrijvingenplaats denieuwerupsbandronddeaandrijving. Controleerofdeaansluitpuntentussende tandwielenopdeaandrijvingpassen(Figuur46).
10.Duwderupsbandonderentussendewegwielen (Figuur46).
11.Beginonderaanhetspanwielenplaatsde rupsbandrondhetwieldoorderupsbandnaar achterentedraaienterwijludeaansluitpunten inhetwieldrukt.
12.Draaidespanschroeflinksomtotdeafstand tussendespanmoerendeachterzijdevande spanbuis(Figuur44)7cmis.
g004203
13.Lijndedichtstbijzijndeinkepinginde spanschroefuitmetdeopeningvandeborgbout enbevestigdeschroefmetdeborgbouten moer.
37
14.Laatdetractie-eenheidneeropdegrond.
15.Herhaalstappen3totenmet14voordeandere rupsband.
Brederupsbandenvervangen
Vervangderupsbandenalsdezeversletenzijn.
Opmerking:Uhebtbredebandenalsdevoorste
spanwielengemonteerdzijnaandezijkantenvanhet uiteindevandespanbuis(Figuur47).
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Brengdebetreffendezijdeomhoogondersteun dezezodatderupsband8cmtot10cmvande grondis.
4.Verwijderdeborgboutendemoer(Figuur45).
5.Gebruikeendopsleutelvan½"enverminder despanningdoordespanschroefrechtsomte draaien(Figuur45enFiguur47).
7.Verwijderdemoerwaarmeehetbuitenste spanwielisbevestigdenverwijderhetwiel (Figuur47).
8.Verwijderderupsband(Figuur47).
9.Verwijderdemoerwaarmeehetbinnenste spanwielisbevestigdenverwijderhetwiel (Figuur47).
10.Trekde4groteringenuitdede2wielen,1aan elkezijdevanelkwiel.
11.Verwijderoudvetenvuiluithetgebiedwaarde ringenzatenenreinigdelagersindewielen. Vulvervolgensditgebiedaanelkekantvanelk wielmetvet.
12.Plaatsdegroteringenopdewielen(bovenop hetvet).
13.Monteerhetbinnenstespanwielenzethet vastmetdemoerdieueerderhebtverwijderd (Figuur47).
14.Draaidemoervastmeteentorsievan407Nm.
15.Plaatsdenieuwerupsbandenzorgervoor datdeaansluitpuntenvanderupsbandgoed tussendetandwieleninhetmiddenvande kettingwielaandrijvingpassen(Figuur47).
Figuur47
1.Rupsband6.Aansluitpuntrupsband
2.Dopsleutel(½")
3.Moervanspanwiel8.Tandwiel
4.Buitenzijdespanwiel9.Wegwielen
5.Spanbuis
7.Kettingwielaandrijving
10.Binnenzijdespanwiel
16.Monteerhetbuitenstespanwielenzethet vastmetdemoerdieueerderhebtverwijderd (Figuur47).
17.Draaidemoervastmeteentorsievan407Nm.
18.Draaidespanschroeflinksomtotdeafstand tussendespanmoerendeachterzijdevande spanbuis(Figuur44)7cmis.
19.Lijndedichtstbijzijndeinkepinginde spanschroefuitmetdeopeningvandeborgbout enbevestigdeschroefmetdeborgbouten moer.
20.Laatdetractie-eenheidneeropdegrond.
21.Herhaalstappen3totenmet20voordeandere rupsband.
g004204
Onderhoudvandewegwielen
1.Verwijderderupsbanden;zieRupsbanden
vervangen(bladz.37).
2.Draaide4boutenloswaarmeedeonderste rupsbandgeleidermetdewegwielenisbevestigd enverwijderdeschroeven(Figuur48).
6.Duwhetspanwielinderichtingvande achterzijdevandeeenheidzodatdespanbuis hetframeraakt(Figuur47).
Alsdebuishetframenietraakt,blijfdanaande spanschroefdraaientotdatditwelzois.
38
Figuur48
9.Bevestigderupsbandgeleidersophetframe vandetractie-eenheidmetbehulpvanhet bevestigingsmateriaaldatueerderhebt verwijderd.Draaideboutenvastmeteentorsie van91-112Nm.
10.Monteerderupsbanden;zieRupsbanden
vervangen(bladz.37).
g004205
1.Wegwielen3.Boutenvan
2.Onderste rupsbandgeleider
rupsbandgeleider(slechts 2afgebeeld)
3.Verwijderdesnapringendopvaneenwegwiel
(Figuur49).
Figuur49
1.Wegwiel4.Wegwieldop
2.Pakking
3.Bout6.Brengsmeervetaanonder
5.Snapring
dedop
g004206
4.Controleerhetsmeervetonderdedopenrond
depakking(Figuur49).Alsergeenvetisof alshetvetvuilofzanderigis,verwijderdanal hetvet,vervangdepakkingenbrengnieuw smeervetaan.
5.Controleerofdewegwielensoepelbewegenop
hetlager.Alshetwegwielvastzit,vervanghet danzoalsbeschrevenindeMontage-instructies voordewegwielsetofneemcontactopmeteen erkendeservicedealervoorreparatie.
6.Plaatsdeingevettewegwieldopopdekopvan
debout(Figuur46).
7.Zetdewegwieldopvastmetdesnapring(Figuur
46).
8.Herhaalstappen3totenmet7voordeandere
wielen.
39
Onderhoudkoelsysteem
Verwijderaangekoektgrasofandervuilmetperslucht vanhetradiateurscherm.
Veiligheidvanhet koelsysteem
Motorkoelvloeistofinslikkenkanvergiftiging
veroorzaken;buitenbereikvankinderenen huisdierenhouden.
Alsuhete,onderdrukstaandekoelvloeistofover
uheenkrijgtofinaanrakingkomtmeteenhete radiateurofomliggendedelen,kuntuernstige brandwondenoplopen.
–Laatdemotorminstens15minutenafkoelen
voordatuderadiateurdopverwijdert.
–Gebruikeendoekalsuderadiateurdop
verwijdertendraaidedoplangzaamopenom destoomtelatenontsnappen.
Onderhoudvanhet koelsysteem
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Verwijderdagelijks vuilvanhetscherm,deoliekoeler endevoorzijdevanderadiateur. Doeditvakerinstofgeenvuile omstandigheden.
Koelvloeistofcontroleren, bijvullenenontluchten
Hetkoelsysteembevateenmengselmeteen 50/50verhoudingvanwaterenpermanente ethyleenglycol-antivries.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaalvlak,laat deladerarmenzakken,steldeparkeerremin werkingenzetdemotoraf.
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenlaat demotorafkoelen.
3.Controleerhetkoelvloeistofpeilinde expansietank(Figuur50).
Hetkoelvloeistofpeilhoortopofbovende markeringaandezijkantvandetanktestaan.
Bijelkgebruikofdagelijks—Controleerhet koelvloeistofpeilindeexpansietank.
Omde100bedrijfsuren—Controleerdeslangen vanhetkoelsysteem.
GEVAAR
Dedraaiendeasenventilatorkunnenletsel veroorzaken.
Gebruikdemachinenooitzonderdatde kappenzijngeplaatst.
Houduwvingers,handenenkledinguit debuurtvaneendraaiendeventilatoren aandrijfas.
Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak,laatdeladerarmenzakken, steldeparkeerreminwerking,zetde motorafenverwijderhetsleuteltje uitdecontactschakelaarvoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
g004351
Figuur50
1.Expansietank2.Vol-markering
4.Volgdeonderstaandeprocedurealshet koelvloeistofpeillaagis:
A.Verwijderdedopvoordekoelvloeistof
(Figuur51).
Radiateurschermreinigen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
40
Figuur51
1.Expansietank
2.Dopenvulbuisvoor koelvloeistof
B.Opendeontluchtingsventielenaande
voorzijdeenbovenzijde(Figuur51).
3.Ontluchtingkoelvloeistof bovenzijde
4.Ontluchtingkoelvloeistof voorzijde
Onderhoudenremmen
Deparkeerremtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Schakeldeparkeerremin;zieParkeerremhendel
(bladz.12).
2.Startdemotor.
3.Probeerdemachinelangzaamvooruitof achteruitterijden.
Opmerking:Demachinekaneenstukje
g004230
rollenvoorderemmenaangrijpenopde kettingwielaandrijving.
4.Alsderemmendemachineniettegenhouden nadatdezeeersteenstukjeheeftbewogen, neemdancontactopmetuwerkende servicedealervooronderhoud.
C.Gietkoelvloeistofindevulbuis
totdevloeistoferbijhetvoorste ontluchtingsventieluitloopt(Figuur51).
D.Sluithetvoorsteontluchtingsventiel(Figuur
51).
E.Gietkoelvloeistofindevulbuistot
devloeistoferbijhetbovenste ontluchtingsventieluitloopt(Figuur
51).
F.Sluithetbovensteontluchtingsventiel
(Figuur51).
G.Gietkoelvloeistofindevulbuistothet
vloeistofpeilindevulbuisstaat(Figuur51).
H.Plaatsdedopvoordekoelvloeistof(Figuur
51).
I.Vulkoelvloeistofbijindeexpansietank
totdathetvloeistofpeildeVol-markeringop dezijkantvandetankbereikt(Figuur51).
5.Plaatsdedopvandeexpansietankterug.
Motorkoelvloeistofverversen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Laatdemotorkoelvloeistofeenmaalperjaarverversen dooreenerkendeservicedealer.
Alsermotorkoelvloeistofmoetwordenbijgevuld, raadpleegMotorkoelvloeistofverversen(bladz.41).
41
Onderhoudriemen
Conditievande
Onderhoud bedieningsysteem
hydraulischepompriem controleren
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Controleerjaarlijksdeconditievandehydraulische pompriem(Figuur52).Alsderiembeschadigd ofversletenis,laatdezedandooreenerkende servicedealervervangen.
Figuur52
1.Hydraulischepompriem
Debedieningsorganen afstellen
Debedieningsorganenwordenindefabriekafgesteld voordatdemachinewordtverzonden.Navele bedrijfsurenmoetuechtermogelijkdeuitlijning vandetractiebediening,deNEUTRAALSTANDvande tractiebedieningendesporingvandetractiebediening indestandvolledigvooruitopnieuwafstellen.
Belangrijk:Voeralleproceduresvolledigenin
dejuistevolgordeuitomdebedieningsorganen correctaftestellen.
Uitlijningtractiebediening afstellen
Alsdebalkvandetractiebedieningnietgelijken rechttegendereferentiebalkrustindestandvolledig achteruit,moetuonmiddellijkdevolgendeprocedure uitvoeren:
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde
g004356
laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Trekdetractiebedieningrechtnaarachteren zodatdevoorzijdeervancontactmaaktmetde referentiebalk(Figuur53).
Figuur53
1.Voorzijdebediening(niet
uitgelijnd)
4.Alsdevoorzijdevandetractiebediening nietgelijkenrechttegendereferentiebalk rust,draaidandeensmoerenboutvande tractiebedieninglos(Figuur54).
2.Referentiestreepje
g004190
42
Figuur54
g004191
1.Tractiebediening2.Tractiebediening,bouten moer
5.Steldetractiebedieningzoaf,datdezegelijk
enrechttegendereferentiebalkrustalsude bedieningrechtnaarachterentrekt(Figuur54 enFiguur55).
Figuur55
6.Draaideensmoerenboutvande
tractiebedieningvast.
Deneutraalstandvande tractiebedieningafstellen
g013014
Figuur56
1.Tractiestang
2.Contramoer
4.Startdetractie-eenheidenzetgas1/3open.
WAARSCHUWING
g004192
Alsdemachineloopt,kuntuworden gegrepenengewondrakendoor bewegendeonderdelenofbrandwonden oplopendoorheteoppervlakken.
Blijfuitdebuurtvanuitstekendedelen, bewegendedelenenheteoppervlakken tijdenshetafstellenvandelopende machine.
Alsdemachinenaarvorenofnaarachterenkruipt terwijldetractiebedieningindeNEUTRAALSTAND staatendeeenheidwarmis,moetuonmiddellijkde volgendeprocedureuitvoeren:
1.Hef/ondersteundemachinezodatbeide
rupsbandenvandevloerkomen.
2.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Draaidecontramoerenopdetractiestangen
onderhetbedieningspaneellos(Figuur56).
5.Alsdelinkerrupsbandbeweegt,moetude tractiestangrechtslangerofkortermakentot derupsbandnietmeerbeweegt.
6.Alsderechterrupsbandbeweegt,moetude tractiestanglinkslangerofkortermakentotde rupsbandnietmeerbeweegt.
7.Draaidecontramoerenvast.
8.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
9.Zetdemotorafenlaatdemachineneeropde grond.
10.Rijdvolgasachteruitmetdemachineen controleerofdemachinegoedspoort.Zoniet, kijkdaninwelkerichtingzeafwijkt.Herhaalde afstelproceduretotdatdetractie-eenheidrecht spoortindeachteruitstand.
43
Desporingvandetractiebediening indestandvolledigvooruit afstellen.
Alsdemachinenietrechtrijdtalsudetractiebediening tegendereferentiebalkhoudt,moetudevolgende procedureuitvoeren:
1.Rijdmetdemachineterwijludetractiebediening tegendereferentiebalkduwtenkijkinwelke richtingdetractie-eenheidafwijkt.
2.Laatdetractiebedieninglos.
3.Alsdetractie-eenheidnaarlinksafwijkt, draaidanderechtercontramoerlosen steldestelschroefopdevoorzijdevande tractiebedieningaf(Figuur57).
4.Alsdetractie-eenheidnaarrechtsafwijkt, draaidandelinkercontramoerlosen steldestelschroefopdevoorzijdevande tractiebedieningaf(Figuur57).
Onderhoudhydraulisch systeem
Veiligheidvanhet hydraulischesysteem
Waarschuwonmiddellijkeenartsalser
hydraulischevloeistofisgeïnjecteerdindehuid. Geïnjecteerdevloeistofmoetbinnenenkeleuren operatiefwordenverwijderddooreenarts.
Controleerofallehydraulischeslangenen
leidingeningoedestaatverkerenenalle hydraulischeaansluitingenenttingsstevig vastzittenvoordatudrukzetophethydraulische systeem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvankleine
lekgatenofspuitmondenwaaruitonderhogedruk hydraulischevloeistofontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem
opsporenmetbehulpvankartonofpapier.
Figuur57
1.Stelschroef
2.Contramoer
5.Herhaalstap1totenmet4totdatdemachine rechtrijdtindestandvolledigvooruit.
3.Aanslag
Belangrijk:Controleerofdestelschroeven
deaanslagrakenindestandvolledigvooruit omtevoorkomendatdehydraulische pompengeraaktworden.
Hefalledrukinhethydraulischesysteemop
veiligewijzeop,voordatuwerkzaamhedengaat verrichtenaanhethydraulischesysteem.
Hydraulischedrukaaten
Omhydraulischedrukaftelatenterwijldemotor draait,moetudehulphydrauliekuitschakelenende laderarmenvollediglatenzakken.
g004194
Omdrukaftelatenterwijldemotoruitis,zet udehendelvandehulphydrauliektussende vooruit-enachteruitstandzodathetsysteemvande hulphydrauliekwordtontlast,enbeweegtudehendel vandelaadarm/werktuigkantelingheenenweer tussendevooruitstandenomdelaadarmenneerte laten(Figuur58).
g280733
Figuur58
44
Specicatieshydraulische
Hetpeilvande
vloeistof
Capaciteithydraulischetank:45liter
Gebruikslechts1vandevolgendevloeistoffeninhet hydraulischesysteem:
ToroPremiumtransmissie-/hydraulische
tractorvloeistof(vraaguwerkendeTorodealer ommeerinformatie)
ToroPXExtendedLifehydraulischevloeistof
(vraaguwerkendeT orodealerommeer informatie)
AlsgeenvandebovenstaandeT orovloeistoffen
verkrijgbaaris,kuntueenandereUniversal TractorHydraulicFluid(UTHF)gebruiken,maar hetmaguitsluitendgaanomeenconventioneel, petroleumgebaseerdproduct.Despecicaties moetenbinnenhetvermeldebereikvallenvoor alleonderstaandemateriaaleigenschappenen devloeistofmoetvoldoenaandevermelde industriestandaarden.Vraaguwleveranciervan hydraulischevloeistofofdevloeistofvoldoetaan dezespecicaties.
hydraulischevloeistof controleren
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruikaltijddejuistehydraulische
vloeistof.Vloeistoffenvooralgemeengebruik brengenschadetoeaanhethydraulische systeem.ZieSpecicatieshydraulischevloeistof
(bladz.45).
1.Verwijdereventueleaangekoppeldewerktuigen.
2.Parkeerdemachineopeenhorizontaalvlak, brengdearmenvandeladeromlaagentrekde hydraulischecilindervolledigin.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
4.Opendemotorkap.
5.Reinigdeomgevingvandevulbuisvande hydraulischetank(Figuur59).
Opmerking:Toroaanvaardtgeenenkele
aansprakelijkheidvoorschadediewordt veroorzaaktdoorgebruikvanverkeerde vervangendevloeistoffen.Gebruikdaarom uitsluitendproductenvangerenommeerde fabrikantendiegarantstaanvoordedoorhen aanbevolenvloeistoffen.
Materiaaleigenschappen
cStbij40°C:55tot62 Viscositeit,ASTMD445
cStbij100°C:9,1tot9,8
Viscositeitsindex ASTMD2270
Stolpunt,ASTMD97-37tot-43°C
Industriestandaarden
APIGL-4,AGCOPoweruid821XL,FordNewHolland FNHA-2-C-201,00,KubotaUDT ,JohnDeereJ20C,Vickers 35VQ25enVolvoWB-101/BM
140tot152
Opmerking:Veelhydraulischevloeistoffenzijn
bijnakleurloos,zodathetmoeilijkislekkages optesporen.Eriseenrodekleurstofvoorde vloeistofinhethydraulischsysteemverkrijgbaar inesjesvan20ml.Eénesjeisvoldoendevoor 15tot22lhydraulischevloeistof.Ukuntdeze kleurstofbestellenbijeenerkendeservicedealer, onderdeelnr.44-2500.
g004226
Figuur59
1.Dopvanvulbuis
6.Verwijderdedopvandevulbuisencontroleer hetvloeistofpeilopdepeilstok(Figuur60).
Opmerking:Hetvloeistofpeilmoettussende
markeringenopdepeilstokstaan.
45
Figuur60
1.Vulbuis2.Peilstok
7.Alshetpeiltelaagstaat,vultuvloeistofbijtot hetcorrectepeil.
8.Brengdedopvandevulbuisaan.
9.Sluitdemotorkap.
Hydraulischlter vervangen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde200bedrijfsuren
Belangrijk:Gebruiktervervanginggeenlter
voormotorolieomdatditernstigeschadeaanhet hydraulischesysteemkanveroorzaken.
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
g004225
Figuur61
1.Hydraulischlter
g004357
5.Verwijderhetoudelter(Figuur61)en veeghetoppervlakvandepakkingvanhet ltertussenstukschoon.
6.Smeereendunlaagjehydraulischevloeistofop derubberenpakkingvanhetnieuwelter.
7.Monteerhetnieuwehydraulischelterophet ltertussenstuk(Figuur61).Draaihetlter rechtsomtotdatderubberenpakkingcontact maaktmethetltertussenstuk.Draaihetlter vervolgensnogeens¾slag.
8.Neemgemorstevloeistofop.
9.Startdemotorenlaatdezeongeveer2minuten lopenomluchtuithetsysteemteverwijderen.
10.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeen controleeroplekkage.
11.Controleerhetvloeistofpeilindehydraulische tankenvoegvloeistoftoetothetpeilopde markeringopdepeilstokstaat;zieHetpeilvan
dehydraulischevloeistofcontroleren(bladz.
45).
Belangrijk:Vuldebrandstoftankniettevol.
12.Sluithetinspectieluikaandeachterzijde.
3.Openhetinspectieluikaandeachterzijde.
4.Plaatseenopvangbakonderhetlter(Figuur
61).
Hydraulischevloeistof verversen
Onderhoudsinterval:Omde400bedrijfsuren/Jaar-
lijks(houdhierbijdekortsteperiode aan)
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Brengdelaadarmenomhoogenbrengde cilindervergrendelingaan.
3.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
4.Opendemotorkap.
46
5.Verwijderdedopvandehydraulischetanken depeilstok(Figuur62).
Opmerking:Devulbuisbevindtzichachter
heteerstescherm.Verwijderhetschermomer beterbijtekunnen.
Figuur62
1.Vulbuis2.Peilstok
9.Vuldehydraulischetankmethydraulische vloeistofzoalsbeschreveninSpecicaties
hydraulischevloeistof(bladz.45).
10.Startdemotorenlaatdezeeenpaarminuten lopen.
11.Zetdemotoraf.
12.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof envulindiennodigdetankbijmetvloeistof; raadpleegHetpeilvandehydraulischevloeistof
controleren(bladz.45).
13.Sluitdemotorkap.
g004357
6.Plaatseengroteopvangbakgeschiktvoor 57literonderdeaftapplugaandevoorzijdevan demachine(Figuur63).
Figuur63
1.Aftapplug
g004213
7.Verwijderdeaftapplugzodatdeolieinde opvangbakkanlopen(Figuur63).
8.Alsditklaaris,plaatstudeaftapplugterugen draaitudezevast.
Opmerking:Geefdeafgewerkteolieafbijeen
erkendrecyclingcentrum.
47
Reiniging
Stalling
Vuilverwijderen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruiktterwijl
deschermenverstoptzijnen/ofdeuitlaatringen zijnverwijderd,kanditleidentotschadeaande motordooroververhitting.
1.Parkeerdemachineopeenvlakkeondergrond enlaatdeladerarmenzakken.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
3.Opendemotorkapenzetvastmetde steunstang.
4.Verwijdervuilvanhetvoorschermende zijschermen.
5.Veeghetvuilvanhetluchtlter.
6.Verwijdermeteenborstelofblazeraangekoekt vuilvandemotorenderibbenvandeoliekoeler.
Belangrijk:Alsdemotorwordtgebruikt
terwijldeschermenverstoptzijnen/ofde uitlaatringenzijnverwijderd,kanditleiden totschadeaandemotordooroververhitting.
7.Verwijdervuilvandeopeningvandemotorkap, degeluiddemper,dehitteschermenenhet radiateurscherm(indienvantoepassing).
8.Sluitdemotorkap.
Veiligheidtijdensopslag
Zetdemotoruit,verwijderdecontactsleutelen
wachttotallebewegendedelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu dezestalt.
Umagdemachineofdebrandstofnietopslaanin
denabijheidvaneenopenvuur.
Stalling
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerkingenlaatde laderarmenneer.
2.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
3.Verwijdervuilenroetvandevolledigemachine.
Belangrijk:Ukunthetvoertuigmeteen
mildreinigingsmiddelenwaterwassen.Was demachinenooitmeteenhogedrukreiniger. Gebruiknietteveelwater,vooralnietinde buurtvanhetbedieningspaneel,demotor, dehydraulischepompenendeaccu.
4.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.28).
5.Smeerdemachine;zieDemachinesmeren
(bladz.27).
6.Verversdemotorolie;zieMotorolieverversen
(bladz.30).
Hetchassisreinigen
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleeroferaangekoekt vuilophetchassiszit.
Opendemotorkapeninspecteerregelmatighet gebiedonderdemotormetbehulpvaneenzaklamp. Alsdelaagvuil25tot50mmdikis,laatdaneen erkendeservicedealerdeachterzijdevandemachine, debrandstoftankendeaccuverwijderenenhet chassisreinigen.
7.Laaddeaccuop;zieAccuopladen(bladz.34).
8.Controleerdespanningvanderupsbandenen brengzeopdejuistespanning;zieDespanning
vanderupsbandenafstellen(bladz.36).
9.Controleerallebouten,schroevenenmoeren endraaidezevast.Repareerofvervang beschadigdedelen.
10.Werkallekrassenenbeschadigingenvandelak bij.Bijwerklakisverkrijgbaarbijeenerkende servicedealer.
11.Slademachineineenschone,drogegarageof opslagruimteop.Verwijderhetsleuteltjeuithet contactenbewaarhetopeenlogischeplaats.
12.Dekdemachineafomdezetebeschermenen schoontehouden.
48
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Destartmotorslaatnietaan.
Demotordraait,maarstartniet.
1.Deelektrischeaansluitingenzijn gecorrodeerdofzittenlos.
2.Doorgebrandeoflossezekering.2.Sluitdezekeringaanofvervangze.
3.Accuisleeg.
4.Relaisofschakelaarisbeschadigd.
5.Eenbeschadigdestartmotorof startmotorsolenoïde.
6.Deinterneonderdelenvandemotor zijnvastgelopen.
1.Destartprocedureisnietcorrect.1.Volgdecorrectestartprocedure.
2.Debrandstoftankisleeg.2.Brandstoftankmetversebrandstof
3.Debrandstofafsluitklepisgesloten.3.Opendebrandstofafsluitklep.
4.Vuil,water,oudeofverkeerde brandstofinhetbrandstofsysteem.
5.Debrandstoeidingisverstopt.5.Reinigofvervangdebrandstoeiding.
6.Erzitluchtindebrandstof.6.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
7.Degloeibougieswerkenniet.
8.Destartmotorwerkttraag.
9.Hetluchtlterisvuil.
10.Hetbrandstoflterisverstopt.10.Brandstofltervervangen.
1.Controlerenofdeelektrische aansluitingengoedcontactmaken.
3.Accuopladenofvervangen.
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
vullen.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen vandebrandstofslangende aansluitingentussendebrandstoftank endemotor.
7.Controleerdezekering,de gloeibougiesendebedrading.
8.Controleerdeaccu,deviscositeitvan deolieendestartmotor(neemcontact opmeteenerkendeservicedealer).
9.Geefhetluchtltereen onderhoudsbeurt.
11.Eenonjuistebrandstofklassevoor gebruikinkoudweerwordtgebruiktin demachine.
12.Lagecompressie.
13.Deinjectiespuitmondenzijn beschadigd.
14.Detimingvandeinjectiepompisniet correct.
15.Deinjectiepompisbeschadigd.
16.DeETR-solenoïdeisbeschadigd.
11.Brandstofsysteemaftappenen brandstofltervervangen.Verse brandstofvanjuisteklassebijvullen voordetemperatuuromstandigheden. Umoetmogelijkdevolledige tractie-eenheidverwarmen.
12.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
13.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
14.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
15.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
16.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
49
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstart,maarblijftnietlopen.
Demotorloopt,maarkloptofhapert.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank wordtbelemmerd.
2.Vuilofwaterinhetbrandstofsysteem.2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank
3.Hetbrandstoflterisverstopt.3.Brandstofltervervangen.
4.Erzitluchtindebrandstof.4.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
5.Onjuistebrandstofklassevoorgebruik inkoudweerwerdgebruiktinde machine.
6.Hetschermvandevonkenvangeris verstopt.
7.Debrandstofpompisbeschadigd.
1.Vuil,water,oudeofverkeerde brandstofinhetbrandstofsysteem.
2.Demotorraaktoververhit.2.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
3.Erzitluchtindebrandstof.3.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
4.Deinjectiespuitmondenzijn beschadigd.
5.Lagecompressie5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Detimingvandeinjectiepompisniet correct.
7.Erisovermatigeafzettingvankoolstof.
8.Erisinterneslijtageofschade.
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel looptmetdedoplos,moetudedop vervangen.
endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen vandebrandstofslangende aansluitingentussendebrandstoftank endemotor.
5.Brandstofsysteemaftappenen brandstofltervervangen.Verse brandstofvanjuisteklassebijvullen voordetemperatuuromstandigheden.
6.Schermvandevonkenvangerreinigen ofvervangen.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
1.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
raaktoververhit".
opluchtlekkagebijdeaansluitingen vandebrandstofslangende aansluitingentussendebrandstoftank endemotor.
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
8.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Motorlooptnietstationair.
1.Deontluchtingvandebrandstoftank wordtbelemmerd.
2.Vuil,water,oudeofverkeerde brandstofinhetbrandstofsysteem.
3.Deluchtlterszijnvuil.
4.Hetbrandstoflterisverstopt.4.Brandstofltervervangen.
5.Erzitluchtindebrandstof.5.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
6.
Debrandstofpompisbeschadigd.
7.Lagecompressie7.Neemcontactopmeteenerkende
1.Draaidedoplos.Alsdemotorwel looptmetdedoplos,moetudedop vervangen.
2.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
3.Geefdeluchtlterseen onderhoudsbeurt.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen vandebrandstofslangende aansluitingentussendebrandstoftank endemotor.
Neemcontactopmeteenerkende
6. servicedealer.
servicedealer.
50
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorraaktoververhit.
Demotorverliestvermogen.
1.Meerkoelvloeistofnodig.1.Koelvloeistofcontrolerenenbijvullen.
2.Luchtstroomnaarderadiatoris belemmerd.
3.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
4.Demotoristezwaarbelast.4.Deladingverminderen;meteenlagere
5.Verkeerdebrandstofinhet brandstofsysteem.
6.Dethermostaatisbeschadigd.6.Neemcontactopmeteenerkende
7.Deriemvandeventilatorislosofstuk.
8.Deinjectietimingisonjuist.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Depompvandekoelvloeistofis beschadigd.
10.Hetmotortoerentalistelaag.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Deladingverminderen;meteenlagere
2.Verkeerdoliepeilinhetcarter.
3.Deluchtlterszijnvuil.3.Geefdeluchtlterseen
4.Vuil,water,oudeofverkeerde brandstofinhetbrandstofsysteem.
5.Demotorraaktoververhit.5.Raadpleeghetonderdeel"Demotor
6.Hetschermvandevonkenvangeris verstopt.
7.Erzitluchtindebrandstof.7.Ontluchtdespuitmondenencontroleer
8.Lagecompressie8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Deontluchtingvandebrandstoftank wordtbelemmerd.
10.Detimingvandeinjectiepompisniet correct.
Deinjectiepompisbeschadigd.
1
1.
12.Hethoogstationairemotortoerentalis telaag.
2.Bijelkgebruikradiateurscherm controlerenenreinigen.
3.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde volmarkeringbereikt.
snelheidrijden.
5.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
10.Controleerhethoogstationaire toerental.
snelheidrijden.
2.Vullenofaftappentotdathetoliepeilde volmarkeringbereikt.
onderhoudsbeurt.
4.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
raaktoververhit".
6.Schermvandevonkenvangerreinigen ofvervangen.
opluchtlekkagebijdeaansluitingen vandebrandstofslangende aansluitingentussendebrandstoftank endemotor.
servicedealer.
9.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
10.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
Neemcontactopmeteenerkende
1
servicedealer.
1.
12.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
51
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Overmatigezwarterookuitdeuitlaat.
Overmatigewitterookuitdeuitlaat.
1.Demotoristezwaarbelast.1.Deladingverminderen;meteenlagere
2.Deluchtlterszijnvuil.2.Geefdeluchtlterseen
3.Verkeerdebrandstofinhet brandstofsysteem.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet correct.
5.Deinjectiepompisbeschadigd.5.Neemcontactopmeteenerkende
6.Deinjectiespuitmondenzijn beschadigd.
1.HetsleuteltjeisnaardestandSTART gedraaidvoordathetlampjevande gloeibougiesuitwas.
2.Detemperatuurvandemotoriste laag.
3.Degloeibougieswerkenniet.
4.Detimingvandeinjectiepompisniet correct.
5.Deinjectiespuitmondenzijn beschadigd.
6.Lagecompressie.6.Neemcontactopmeteenerkende
snelheidrijden.
onderhoudsbeurt.
3.Brandstofaftappenuitdebrandstoftank endezeschoonspoelen.T ankvullen metversebrandstof.
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
1.Draaihetsleuteltjenaardestand LOPENenlaathetlampjevande gloeibougiesuitgaanvoordatude motorstart.
2.Thermostaatcontroleren.
3.Controleerdezekering,de gloeibougiesendebedrading.
4.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
5.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
Demachinedrijftnietaan.
1.Deparkeerremisinwerkinggesteld.1.Zetdeparkeerremvrij.
2.Hetpeilvandehydraulischevloeistof istelaag.
3.Hethydraulischesysteemis beschadigd.
4.Desleepkleppenzijnopen.
5.Dehendelvandestroomverdeelklep bevindtzichinde9-uurstand.
6.Eenaandrijfkoppelingvande tractiepompislosofdefect.
7.Pompen/ofwielmotorbeschadigd.
8.Deregelklepisbeschadigd.8.Neemcontactopmeteenerkende
9.Deoverdrukklepisbeschadigd.9.Neemcontactopmeteenerkende
2.Hydraulischevloeistofbijvulleninhet reservoir.
3.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
4.Sleepkleppensluiten.
5.Beweegdehendelnaardezonevan de12-uurstandtotde10-uurstand.
6.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
7.Neemcontactopmeteenerkende servicedealer.
servicedealer.
servicedealer.
52
Opmerkingen:
Opmerkingen:
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieT oroverzamelt ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwgarantieclaimtebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatiemeetedelen,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONLIJKEGEGEVENS ZOALSBESCHREVENINDEZEPRIV ACYVERKLARING.
HoeT oroinformatiegebruikt Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwgarantieclaimtebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,ofvoor eenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,dealersofanderezakenpartnersinverband metdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenstedelen teneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruikenofmet hetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeveiligingvanuwpersoonlijkegegevens Wenemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkegegevenstebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenaanpassingvanuwpersoonlijkegegevens Alsutoegangwensttotuwpersoonlijkegegevensofdezewiltaanpassen,gelievedaneene-mailtesturennaarlegal@toro.com.
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleTorodealerofze kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC
CaliforniaProposition65waarschuwing–alleenvoorCalifornië
Watiseenwaarschuwing?
Sommigeproductendieopdemarktzijnbevatteneenetiketmeteenwaarschuwingals:
WAARSCHUWING:Kankerenschadeaandevoortplantingsorganen­www.p65Warnings.ca.gov.
WatisProp65?
Prop65geldtvoorelkbedrijfdatactiefisinCalifornië,productenverkooptinCalifornië,ofproductenmaaktdiekunnenwordenverkochtofgeïmporteerd inCalifornië.DewetschrijftvoordatdeGouverneurvanCaliforniëeenlijstvanchemischestoffenbijhoudtenpubliceertwaarvanbekendisdatze kanker,geboorteafwijkingenen/ofandereschadeaandevoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.Delijstwordtjaarlijksbijgewerktenomvat honderdenchemischestoffendieinveelalledaagsevoorwerpenvoorkomen.Prop65heeftalsdoelmensenteinformerenoverblootstellingaan dezechemischestoffen.
Prop65verbiedtdeverkoopvanproductendiedezechemicaliënbevattenniet;welschrijftdewetvoordathetproduct,deproductverpakkingende bijgevoegdedocumentatiewaarschuwingenbevatten.EenProp65-waarschuwingbetekentooknietdateenproductenigenormofvereisteinzake productveiligheidschendt.DeCalifornischeregeringsteltduidelijkdateenProp65-waarschuwing“nietneerkomtopeenwettelijkebeslissingdateen product‘veilig’of‘onveilig’is.”V eelvandezechemischestoffenwordenaljarenopgroteschaalenzondergedocumenteerdeschadegebruiktin alledaagsevoorwerpen.Gavoormeerinformatienaarhttps://oag.ca.gov/prop65/faqs-view-all
EenProp65-waarschuwingbetekentdat(1)eenbedrijfdeblootstellingheeftbeoordeeldenvanmeningisdatdezehetniveau‘geensignicant risico’overschrijdt,ofdat(2)hetbedrijfkiestomeenwaarschuwingtevermeldenomdathetweetdateenbetreffendechemischestofaanwezigis, zonderevenweldeblootstellingeraantebeoordelen.
.
Isdezewetoveralvankracht?
Prop65-waarschuwingenzijnenkelvereistkrachtensdeCalifornischewet.DezewaarschuwingenzietmeninheelCaliforniëinuiteenlopende omgevingen,bijvoorbeeldinrestaurants,kruidenierswinkels,hotels,scholen,ziekenhuizenenopeengrootaantalproducten.Daarnaastkiezensommige webverkopersenpostorderbedrijvenervooromProp65-waarschuwingentegevenophunwebsiteofincatalogi.
HoeverschillendeCalifornischewaarschuwingenvandefederalegrenswaardes?
DeProp65-voorschriftenzijnvaakstrikterdanfederaleeninternationalenormen.VoorverschillendestoffenisinCaliforniëalbijveellageredosisseneen waarschuwingvereistdaneldersindeVS.Bijvoorbeeld:deProp65-normvoorwaarschuwingenvoorloodbedraagt0,5microgramperdag,watveel minderisdandefederaleeninternationalestandaarden.
Waaromhebbennietallevergelijkbareproductendezewaarschuwing?
ProductendieverkochtwordeninCaliforniëmoetenvoorzienwordenvaneenProp65-aanduiding,maarditgeldtnietvoorvergelijkbare
productenopandereplaatsen.
EenbedrijfkaninnavolgingvaneenrechtszaakverplichtwordenomzijnproductentevoorzienvanProp65-waarschuwingen,terwijlditvoor
anderebedrijvendievergelijkbareproductenverkopennietgeldt.
Prop65wordtnieteenduidigopgelegd.
Bedrijvenkunnenervoorkiezengeenwaarschuwingtevermeldenomdatzevindendatzedaarniettoeverplichtzijninhetkadervande
Prop65-voorschriften;ookalsergeenwaarschuwingenopeenproductstaan,ishetbestmogelijkdatdebetreffendechemischeproductentoch invergelijkbaredosissenaanwezigzijn.
WaaromvermeldtTorodezewaarschuwing?
Torowilconsumentenzogoedmogelijkinformerenzodatzegeïnformeerdebeslissingenkunnennemenoverdeproductendiezekopenengebruiken. Torovermeldtinsommigegevallenwaarschuwingenopbasisvanzijnkennisoverdeaanwezigheidvanéénofmeervandebetreffendechemische stoffen,zonderevenwelhetniveauvanblootstellingtebeoordelen,aangeziennietallebetreffendechemischestoffenvoorzienzijnvanvoorschriften voorblootstellingslimieten.OokalisdeblootstellingdoorproductenvanT oroverwaarloosbaarofvaltdezeruimbinnendecategorie'geensignicant risico',heeftToroerveiligheidshalvevoorgekozenomProp65-waarschuwingenoptenemen.AlsT orodezewaarschuwingennietvermeldt,zouhet bovendienvervolgdkunnenwordendoordeStaatCaliforniëofdoorprivatepersonendietenuitvoerleggingvanProp65beogen,enhetkanopdie manieraanzienlijkeboeteskrijgen.
RevA
Loading...