Toro 22323 Operator's Manual [nl]

FormNo.3448-670RevA
TX525compactewerktuigdrager
Modelnr.:22323—Serienr.:407600000enhoger
Gebruikershandleiding
LeesnaastdezehandleidingookdevolledigeGebruikershandleiding,dieukuntverkrijgenbijhethuurcentrum ofviawww.Toro.com.Omdehandleidingtedownloadenvanwww.T oro.com,hebtuhetproductmodelen serienummernodig,diebovenwordenvermeld.
WAARSCHUWING
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotorvanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnenveroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijkeonderdelenbevattenloodenloodverbindingen.
Vandezestoffenisbekenddatzekankerenschadeaandevoortplantingsorganen
veroorzaken.Wasaltijduwhandennadatumetdezeonderdeleninaanrakingbentgeweest.
Gebruikvanditproductkanleidentotblootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatzekanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteemveroorzaken.
Veiligheid
Dezemachineiseencompactewerktuigdrager bedoeldvoorhetverplaatsenvanaardeen anderematerialenvoorlandschapsverzorgingand bouwwerkzaamheden.Hetisbedoeldvoorgebruikin combinatiemetallerleiwerktuigenvoorhetuitvoeren vanspecialefuncties.Ditproductgebruikenvoor anderedoeleindendanhetbedoeldegebruikkan gevaarlijkzijnvooruofvooromstanders.
Algemeneveiligheid
GEVAAR
Mogelijklopenerinuwwerkgebiedonder grondleidingenvannutsbedrijven.Alsudeze beschadigt,kandatelektrischeschokkenof eenexplosieveroorzaken.
Zorgdatdeondergrondsekabelsen leidingengemarkeerdwordenopde locatieofinhetwerkgebiedenontwijkde gemarkeerdegebieden.Neemcontactop metdeplaatselijkemarkeringsdienstofhet betreffendenutsbedrijfomdelocatietelaten markeren(belbijvoorbeeldindeVerenigde Staten811ofinAustralië1100voorde nationalemarkeringsdienst).
Volgaltijdalleveiligheidsinstructiesopomernstigof mogelijkdodelijkletseltevoorkomen.
Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven;
zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht bijdegrondis.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdemachtoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig
©2020—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijke
Allerechtenvoorbehouden
GedruktindeVS
tekst(NL)
*3448-670*
ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachine ophellingenofoneffenterreinvereistextra voorzichtigheid.
Rijdemachineheuvelopwaartsenheuvelafwaarts
methetzwareuiteindenaardetopvande heuvelgerichtendeladingdichtbijdegrond. Degewichtsverdelingverandertinfunctievande werktuigen.Meteenlegebakisdeachterzijdevan demachinedezwarekant,terwijlmeteenvolle bakdevoorzijdedezwarekantis.Demeeste anderewerktuigenzorgenervoordathetgewicht voornamelijkopdevoorkantvandemachinerust.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet graven.
LeesdeinhoudvandezeGebruiks-en
veiligheidshandleidingenzorgervoordatudeze begrijptvoordatudemotorstart.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenooitgebruiken.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenenwerktuigen.
Gebruikdemachineenkelalsdeschermenen
anderebeveiligingsmiddelenaanwezigzijnen naarbehorenwerken.
Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.
Schakeldemachineuit,zetdemotor
afenverwijderhetsleuteltjevoordatu onderhoudswerkzaamhedenuitvoert,bijtanktof verstoppingenuitdemachineverwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymbool Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof ontbrekendestickers.
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Explosiegevaar6.Houomstandersuitde
2.Geenvonkenofvuuren nietroken
3.Risicovanbijtende vloeistof/chemische brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming; explosievegassenkunnen blindheidenanderletsel veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid ofernstigebrandwonden veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater spoelenensnelarts raadplegen.
10.Bevatlood;niet weggooien
decal93-6680
93-6680
decalbatterysymbols
decal93-6681
93-6681
1.Ledematenkunnenwordengesneden/geamputeerd, ventilator–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
2
93-6686
1.Hydraulischevloeistof
2.Leesde Gebruikershandleiding.
93-7814
1.Risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfopafstandvan bewegendedelen;zorgdatallebeschermendedelenop hunplaatszijn.
decal93-6686
decal93-7814
decal100-8821
100-8821
1.Pletgevaarvanboven;handenkunnenwordengesneden –Blijfopeenveiligeafstandvandevoorzijdevande tractie-eenheidalsdearmenvandeladerzijnopgeheven.
decal100-8822
100-8822
1.Waarschuwing–hetisniettoegestaanpassagierste vervoeren.
93-9084
1.Hefpunt/bevestigingspunt
100-4650
1.Handenkunnenbekneldraken–Houdomstandersuitde buurt.
2.Voetenkunnenbekneldraken–Houdomstandersuitde buurt.
decal93-9084
decal100-4650
1.Motorkoelvloeistofonder druk.
2.Explosiegevaar–Leesde Gebruikershandleiding.
1.Rechtsaf
2.Vooruit
decal106-6755
106-6755
3.Waarschuwing–Raakhet heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde Gebruikershandleiding.
decal115-4020
115-4020
3.Achteruit
4.Linksaf
3
115-4855
1.Heetoppervlak/gevaarvoorbrandwonden–Draag beschermendehandschoenenbijhethanterenvande hydraulischekoppelingenenleesdeGebruikershandleiding voormeerinformatieoverhethanterenvanhydraulische onderdelen.
115-4857
1.Brengdearmenvande laderomlaag.
2.Bakleegstorten.5.Bakbovendegrondlaten
3.Laadarmenomhoog.
4.Bakophalen.
zweven.
decal115-4855
decal115-4857
115-4859
1.Uitgeschakeld3.Ingeschakeld
2.Parkeerrem
115-4861
1.Hulphydrauliek3.Vooruit
2.Vergrendeldachteruit (uitsparing)
decal115-4859
decal115-4861
4.Neutraal(uit)
115-4858
1.Handenofvoetenkunnenbekneldraken–monteerde vergrendelingvandecilinder.
decal115-4858
1.Vergrendelingvan klepvanlader–niet vergrendeld
4
decal115-4862
115-4862
2.Vergrendelingvanklep vanlader–vergrendeld
decal115-4865
115-4865
1.Motorkoelvloeistof
2.Leesde
115-4882
decal115-4882
Gebruikershandleiding.
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
decal115-4860
115-4860
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Waarschuwing–Laatdeladerarmenzakken,steldeparkeerreminwerking,zetdemotorafenverwijderhetsleuteltjevoordatu demachineverlaat.
3.Pletgevaarvanboven–BrengdecilindervergrendelingaanenleesdeGebruikershandleidingalvorensonderhouduittevoeren.
4.Handenofvoetenkunnenwordengesneden–Wachttotallebewegendedelentotstilstandzijngekomen,blijfuitdebuurtvan bewegendeonderdelenenhoudallebeschermendedelenophunplaats.
5.Voetenkunnenbekneldrakenofafgesnedenworden–Houdomstandersuitdebuurt.
6.Explosiegevaar;gevaarvoorelektrischeschokken-Nietgebruikenalserstroomkabelskunnenliggen;neemcontactopmet uwlokaalnutsbedrijf.
138-0800
1.LeesdeGebruikershandleidingdieopuwmachinezit.
2.Motor–Starten10.Gloeibougies
3.Motor–Lopen
4.Motor–Uitschakelen12.Langzaam
5.Urenteller
6.Brandstof14.Gevaarvoorelektrischeschok,bovengrondseelektrische
7.Koelvloeistoftemperatuur
8.Oliedrukmotor
9.Accu
11.Snel
13.Waarschuwing–Bediendezemachineuitsluitendalsuhierin getraindbent.
leidingen–Kijkuitvoorbovengrondseelektrischeleidingen.
15.Kantelgevaar–Verplaatsdetractie-eenheidmethetzware uiteindenaarboven;draagladingenlaag;rijnietmetde machineterwijldeladingomhooggebrachtis.
16.Kantelgevaar–Rijtraaginbochten;maakgeenscherpe bochtenalsusnelrijdt;kijkachteruennaarbeneden wanneeruachteruitrijdt.
5
decal138-0800
1.LeesdeGebruikershandleiding.
decal140-5729
140-5729
6
Algemeenoverzicht vandemachine
Bedieningsorganen
Zorgervoordatuvertrouwdbentmetalle bedieningsorganen(Figuur2)voordatudemotorstart endemachinegebruikt.
Schakelbord
Figuur1
1.Wegwielen8.Bevestigingsplaat
2.Rupsband9.Veiligheidsplaatvoor
3.Hefcilinder10.Schakelbord
4.Cilindervergrendeling
5.Armenvandelader12.Inspectieluikachterzijde
6.Motorkap
7.Hydraulische hulpkoppelingen
achteruit
11.Bevestigingsogen
13.Schermvanzijpaneel
g313997
Figuur2
1.Hendelvoor hulphydrauliek
2.Contactschakelaar
3.Urenteller9.Tractiebediening
4.Brandstofmeter10.Referentiebalk
5.Indicatielampjesen schakelaargloeibougies
6.Gashendel
g313998
Gebruiksaanwijzing
7.Hendelvan laadarm/werktuigkanteling
8.Parkeerremhendel
11.Referentiestangvan laderbediening
12.Vergrendelingvanklep vanlader
g013016
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangen,demachinenooitgebruikenof onderhoudswerkzaamhedendaaraanverrichten. Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen stellenaandeleeftijdvandegenediemetde machinewerktofgebiedendatdegenediemetde machinewerkteengecerticeerdeopleidingmoet
7
volgen.Deeigenaarisverantwoordelijkvoorde instructievanallebestuurdersentechnici.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidsstickers,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Stelaltijddeparkeerreminwerking(indien
aanwezig),verwijderhetsleuteltje,wacht totdatallebewegendeonderdelentotstilstand zijngekomenenlaatdemachineafkoelen voordatuzeafstelt,schoonmaakt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Zorgervoordatuweethoeudemachineende
motorsnelkuntstoppen.
Controleerofdedodemansknop,de
veiligheidsschakelaarsendeveiligheidsschermen zijnbevestigdennaarbehorenwerken.Gebruik demachineuitsluitendalsdezenaarbehoren werken.
Zorgdatuopdehoogtebentvandegemarkeerde
plaatsenopdemachineendewerktuigenwaar lichaamsdelenbeklemdkunnenraken;houuw handenenvoetenuitdebuurtvandezeplaatsen.
Voordatudemachinemeteenwerktuigeraan
bedient,moetucontrolerenofhetwerktuigopde juistewijzeisbevestigdenofheteenorigineel Torowerktuigis.Leesaldehandleidingenvan hetwerktuig.
Inspecteerhetterreinomvasttestellenwelke
accessoiresenwerktuigenunodighebtomgoed enveiligtewerken.
Zorgdatdeondergrondsekabels,leidingenen
andereobjectengemarkeerdwordenopdelocatie ofinhetwerkgebiedengaopdezeplaatsenniet graven.Letopdelocatievanongemarkeerde objectenenstructuren,zoalsondergrondse opslagtanks,puttenenseptischesystemen.
Inspecteerhetterreinwaaropudemachinegaat
gebruikenenverwijderafval.
Zorgervoordaterzichgeenomstandersinhet
werkgebiedbevindenvoordatudemachinestart. Zetdemachineafalsiemandhetgebiedbetreedt.
Geenbrandstofbijvullenofaftappenineen
afgeslotenruimte.
Bewaardemachineenhetbrandstofvatniet
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof waakvlammen(bv.vaneenboilerofeenander toestel)aanwezigkunnenzijn.
Probeerdemotorniettestartenalsubrandstof
hebtgemorst;voorkomelkevormvanopenvuur ofvonkentotdatdebrandstofdampenvolledigzijn verdwenen.
Vuldehoudersnietineenvoertuig,opeen
vrachtwagenofopdelaadbakvaneenaanhanger metkunststofbekleding.Plaatsvatendieuwilt vullenaltijdopdegrond,uitdebuurtvanuw voertuig.
Verwijderdemachineuitdevrachtwagenofde
aanhangerenvuldetankpasalsdemachineop degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,ishetbeter ombijtevullenuiteendraagbaarvatdanmet behulpvaneenvulpistool.
Houdhetvulpistoolvoortdurendincontactmetde
randvandebrandstoftankofdeopeningvande brandstofhoudertotdathetbijvullenvoltooidis. Vergrendelhetvulpistoolnietindeopenstand.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Gebruikuitsluitendschone,versedieselbrandstof ofbiodieselbrandstofmeteenlaag(<500ppm) ofultralaag(<15ppm)zwavelgehalte.Het cetaangetalmoetminimaal40zijn.Koopbrandstofin hoeveelhedendieubinnen180dagenkuntgebruiken zodatualtijdversebrandstofheeft.
Gebruikzomerdieselbrandstof(nr.2-D)bij temperaturenboven-7°Cenwinterdieselbrandstof (nr.1-Dofnr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturen beneden-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstof bijlagetemperaturenbiedteenlagervlampunten eenlagerstolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenen vermindertdekansdatdeltersverstoptraken.
Brandstofveiligheid
Weeszeervoorzichtigbijhetomgaanmet
brandstof.Brandstofisontvlambaarendedampen kunnentotontplofngkomen.
Doofallesigaretten,sigaren,pijpenenandere
ontstekingsbronnen.
Gebruikuitsluitendeengoedgekeurdvatofblik
voordebrandstof.
Wanneerdemotorlooptofheetis,magu
debrandstofdopnietverwijderenofbrandstof toevoegen.
Gebruikvanzomerdieselbrandstofbijtemperaturen boven-7°Czaldraagtbijaaneenlangere levensduurvandepompdanbijgebruikvan winterdieselbrandstof.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden totbeschadigingvandemotor.
Biodieselklaar
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel,80%
8
petrodiesel).Hetdeelpetrodieselmoeteenlaagof ultralaagzwavelgehaltehebben.Neemdevolgende voorzorgsmaatregeleninacht:
Belangrijk:Deruimteindetankgeeftde
brandstofdekansomuittezetten.Vulde brandstoftankniethelemaal.
Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
Hetdieselmengselmoetvoldoenaandevereisten
vanASTMD975ofEN590.
Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
GebruikbijkoudweerB5(biodieselinhoud5%)of
mengselsmeteenlagerpercentage.
Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
Nadatubentovergestaptopeenbiodieselmengsel
kaneenbrandstofltereentijdlangverstoptraken.
Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Debrandstoftank(en)vullen
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zetdemotoraf,verwijderhetsleuteltjeenlaat demotorafkoelen.
3.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder deze(Figuur3).
5.Plaatsdedopvandebrandstoftankstevigterug endraaihemtotdathijopzijnplaatsklikt.
6.Neemeventueelgemorstebrandstofop.
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Vervoergeenladingalsdearmenzijnopgeheven.
Zorgervoordatdeladingtijdenshetvervoerdicht bijdegrondis.
Overschrijdnooithetnominalewerkvermogen,
omdatdemachineinstabielkanwordenwaardoor udecontroleoverdemachineverliest.
GebruikuitsluitenddoorT orogoedgekeurde
hulpstukkenenaccessoires.Werktuigenkunnen invloedhebbenopdestabiliteitendebediening vandemachine.
Vooreenmachinemeteenplatform:
–Laatdeladerarmenneervoordatuvanhet
platformstapt.
–Probeernietomdemachineinevenwichtte
houdendooruwvoetopdegrondtezetten.Als udecontroleoverdemachineverliest,moetu vanhetplatformstappenenuverwijderenvan demachine.
Figuur3
1.Dopvanbrandstoftank
4.Vuldetankmetbrandstoftotongeveer25mm onderdebovenkantvandetank(nietde vulbuis).
–Plaatsuwvoetennietonderhetplatform.
–Beweegdemachinealleenalsumetbeide
voetenophetplatformstaatenuwhanden vastegreepopdereferentiebalkenhebben.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Kijkachteromenomlaagvoordatuachteruitrijdt
omerzekervantezijndatdewegvrijis.
g004231
Treknooithardaandebedieningshendels,gebruik
eengeleidelijkebeweging.
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongevallendiekunnenleidentotlichamelijkletsel enmateriëleschade,enhijkanzulkeongevallen voorkomen.
9
Draaggeschiktekledingenuitrusting,zoals
handschoenen,oogbescherming,eenlange broek,stevigeschoenenmeteengripvastezool engehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos endraaggeenlossekledingofjuwelen.
Gebruikdemachinenietalsumoeofziekbent,of
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Vervoernooitpassagiersenzorgervoordat
huisdierenenomstandersuitdebuurtvande machineblijven.
Gebruikdemachineuitsluitendbijgoedlichten
blijfuitdebuurtvankuilenenverborgengevaren.
Controleerofalleaandrijvingenindeneutraalstand
staanendeparkeerrem(indienaanwezig)in werkingisgesteldvoordatudemotorstart.Start demotoralleenwanneeruopdebestuurdersstoel zit.
Weesvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomen,enandereobjectendie hetzichtkunnenbelemmeren.
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden oversteekt.Letophetverkeer.
Stophetwerktuigalsunietaanhetwerkenbent.
Stopdemachine,zetdemotoruit,verwijderhet
sleuteltjeencontroleerdemachinealsueen voorwerphebtgeraakt.Voerdenoodzakelijke reparatiesuitvoordatudemachineweerin gebruikneemt.
Laatdemotornooitlopenineenafgeslotenruimte.
Umageenmachinemetdraaiendemotornooit
onbeheerdachterlaten.
Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
–Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
–Brengdearmenvandeladeromlaagen
schakeldehulphydrauliekuit.
–Steldeparkeerreminwerking(indien
aanwezig).
–Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet
contact.
Gebruikdemachinenietalshetkanbliksemen.
Bediendemachinealleeningebiedenwaaru
voldoenderuimtehebtomdemachineveiligte manoeuvreren.Letopobstakelsdiezichinuw buurtbevinden.Alsunietvoldoendeafstand houdttotbomen,murenenanderebarrières kanditleidentotletselalsdemachinetijdens gebruikachteruitrijdtterwijlunietvoldoendeopde omgevinglet.
Letopdatervoldoenderuimtebovendemachine
is(denkaantakken,doorgangen,elektrische
kabels)voordatuondereenobjectrijdt,enzorg ervoordatuditnietraakt.
Vulhetwerktuigniettevolenhouddeladingaltijd
horizontaalalsudearmenomhoogbrengt.Items inhetwerktuigzoudenkunnenvallenenletsel veroorzaken.
Veiligheidophellingen
Rijdemachineheuvelopwaartsen
heuvelafwaartsmethetzwareuiteindenaarde topvandeheuvelgericht.Degewichtsverdeling
verandertinfunctievandewerktuigen.Meteen legebakisdeachterzijdevandemachinede zwarekant,terwijlmeteenvollebakdevoorzijde dezwarekantis.Demeesteanderewerktuigen zorgenervoordathetgewichtvoornamelijkopde voorkantvandemachinerust.
Alsudearmenvandeladeromhoogbrengtop
eenhelling,heeftditinvloedopdestabiliteitvan demachine.Houddearmenvandeladeromlaag alsuopeenhellingrijdt.
Hellingenzijndebelangrijksteoorzaakdatde
bestuurderdecontroleoverdemachineverliest endezeomkantelt.Ditkanleidentoternstig ofdodelijkeletsel.Gebruikvandemachineop hellingenofoneffenterreinvereistaltijdextra voorzichtigheid.
Steluweigenproceduresenvoorschriftenopvoor
werkenophellingen.Alsonderdeelvandeze proceduresmoetuzekerhetterreinonderzoeken omnategaanopwelkehellingenudemachine veiligkuntgebruiken.Gebruikaltijduwgezond verstandenuwbeoordelingsvermogenwanneeru ditonderzoekuitvoert.
Verminderuwsnelheidenweesextravoorzichtig
ophellingen.Detoestandvandegrondkanvan invloedzijnopdestabiliteitvandemachine.
Nietstartenofstoppenopeenhelling.Alsde
machinegripverliest,rijddehellingdanlangzaam ineenrechtelijnaf.
Maakgeenbochtenopeenhelling.Alsueen
bochtmoetmaken,moetuditlangzaamdoenen dezwarekantvandemachineheuvelopwaarts gerichthouden.
Gaopeenhellingaltijdlangzaamenbehoedzaam
tewerk.Verandernietplotselingdesnelheidofde rijrichtingvandemachine.
Alsuzichongemakkelijkvoeltwanneerude
machineopeenhellinggebruikt,maaidiehelling danniet.
Letopkuilen,vorenofbulten,omdatdekans
bestaatdatdemachineomslaatopongelijkterrein. Inhooggraszijnobstakelsnietaltijdzichtbaar.
10
Weesvoorzichtigalsuopeennatteondergrond
werkt.Alsdemachinegripverliest,kandezegaan glijden.
Inspecteerhetterreinomerzekervantezijndat
degrondstabielgenoegisomdemachinete ondersteunen.
Weesvoorzichtigalsudemachinegebruiktinde
buurtvan:
–Steilehellingen –Greppels –Dijkenentaluds –Water
Metdemachinerijden
Gebruikdetractiebedieningomdemachinete bewegen.Hoeverderudetractiebedieningineen bepaalderichtingbeweegt,hoesnellerdemachinein dierichtinggaat.Laatdetractiebedieninglosomde machinetotstilstandtebrengen.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor, oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut). ZetdegashendelopSNELomdebesteprestatieste verkrijgen.Ukuntdegasinstellingechtergebruiken ommetlageresnelhedentewerken.
Demachinekanplotselingomslaanalseen rupsbandoverderandkomt,ofalsderandinstort. Houdeenveiligeafstandtussendemachineen eengevarenzoneaan.
Umaggeenwerktuigenverwijderenof
aankoppelenopeenhelling.
Parkeerdemachinenietopeenhelling.
Motorstarten
1.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek indestandNEUTRAALstaat.
2.ZetdegashendelhalverwegetussenLANGZAAM enSNEL.
3.Steekhetsleuteltjeindecontactschakelaaren draaihetnaardestandLOPEN.
4.Houddeschakelaarvandegloeibougie 10secondeningedrukt.
5.DraaihetsleuteltjenaardestandSTART.Laat hetsleuteltjeloszodrademotoraanslaat.
Belangrijk:Steldestartmotortelkensniet
langerdan10secondeninwerking.Alsde motornietwilstarten,moetunaelkepoging 30secondenwachtenomdestartmotorte latenafkoelen.Indienudezeinstructiesniet opvolgt,kandestartmotordoorbranden.
6.ZetdegashendelopSNEL.
Demotorafzetten
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak, steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig opdemachine)enlaatdeladerarmenneer.
2.Zorgervoordatdehendelvandehulphydrauliek indestandNEUTRAALstaat.
3.ZetdegashendelopdestandLANGZAAM.
4.Alsdemotorzwaarbelastisgeweestofheet is,moetudezenogeenminuutlatendraaien voordatuhetcontactsleuteltjeopUITdraait.
Opmerking:Demotorkandanafkoelen
voordatuhemuitzet.Ineennoodgevalkuntu demotoronmiddellijkafzetten.
5.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijder het.
VOORZICHTIG
Dekansbestaatdateenkindofongeoefende omstanderdemachineprobeerttebedienen endaarbijletseloploopt.
Verwijderaltijdhetcontactsleuteltjewanneer udemachineachterlaat,ookalishetslechts vooreenpaarseconden.
Werktuigengebruiken
Belangrijk:Demotoropvolletoeren
latendraaienterwijlhethydraulische systeemkoudis(bijvoorbeeldalsde omgevingstemperatuurrondofonderhet vriespuntis)kanhethydraulischesysteem beschadigen.Alsudemotorstartinkoude weersomstandigheden,moetudeze2tot 5minutenhalfgaslatenlopenvoordatude gashendelopSNELzet.
Opmerking:Alsdebuitentemperatuuronder
hetvriespuntis,sladetractie-eenheiddanin eengarageop.Zoblijftzewarmerenkanze makkelijkerstarten.
Eenwerktuigbevestigen
Belangrijk:GebruikuitsluitenddoorToro
goedgekeurdewerktuigen.Werktuigenkunnen invloedhebbenopdestabiliteitendebediening vandemachine.Degarantievandemachinekan komentevervallenalsudemachinegebruiktmet werktuigendienietzijngoedgekeurd.
Belangrijk:Voordatuhetwerktuigmonteert,
moetuervoorzorgendatdebevestigingsplaten vrijvanvuilzijnendepennenonbelemmerd ronddraaien.Alsdepennennietvrijronddraaien, moetenzegesmeerdworden.
11
1.Plaatshetwerktuigopeenhorizontaaloppervlak enzorgervoordaterachterhetwerktuiggenoeg ruimtevoordemachineis.
2.Startdemotor.
3.Kanteldebevestigingsplaatvoorhetwerktuig naarvoren.
4.Plaatsdebevestigingsplaatindebovenstelip vandeontvangerplaatophetwerktuig(Figuur
4).
Figuur4
1.Bevestigingsplaat
2.Ontvangerplaat
5.Brengdearmenvandeladeromhoogterwijlu tegelijkertijddebevestigingsplaatnaarachteren kantelt.
Belangrijk:Brenghetwerktuigomhoog
totdathetvrijisvandegrondenkantelde bevestigingsplaathelemaalnaarachteren.
6.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
7.Zetdesnelkoppelingspennenvastenzorg ervoordatdezevolledigindebevestigingsplaten zitten(Figuur5).
Belangrijk:Indiendepennennietkunnen
ronddraaienalszezijnvastgezet,is debevestigingsplaatnietpreciesrecht tegenoverdeopeningenindeontvangerplaat vanhetwerktuiggeplaatst.Controleerde ontvangerplaatenreinigdezeindiennodig.
g003710
Figuur5
1.Snelkoppelingspennen (vastgezet)
2.Nietvastgezet
3.Vastgezet
g003711
WAARSCHUWING
Alsdesnelkoppelingspennenniet volledigindebevestigingsplatenzitten, bestaatdekansdathetwerktuigvande machinevalt,waardooruofomstanders bekneldkunnenraken.
Zorgervoordatde snelkoppelingspennenvollediginde bevestigingsplatenzitten.
12
Hydraulischeslangenaansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulischevloeistofdieonderdruk ontsnapt,kandoordehuidheendringen enletselveroorzaken.Vloeistofdieinde huidisgeïnjecteerd,dientbinnenenkele urenoperatieftewordenverwijderddoor eenartsdiebekendismetdezevormvan verwondingen,omdaterandersgangreenkan ontstaan.
Controleerofallehydraulischeslangen enleidingeningoedestaatverkerenen allehydraulischeaansluitingenenttings stevigvastzittenvoordatudrukzetophet hydraulischesysteem.
Houdlichaamenhandenuitdebuurtvan kleinelekgatenofspuitmondenwaaruit onderhogedrukhydraulischevloeistof ontsnapt.
Ukuntlekkeninhethydraulischesysteem opsporenmetbehulpvankartonofpapier; doeditnooitmetuwhanden.
Opmerking:Alsueerstdemannelijke
aansluitingvanhetwerktuigbevestigt,heftude drukinhetwerktuigop.
6.Drukdevrouwelijkeaansluitingvanhetwerktuig opdemannelijkeaansluitingopdemachine.
7.Trekaandeslangenomtecontrolerenofde aansluitingbetrouwbaaris.
Eenwerktuigverwijderen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Laathetwerktuigneeropdegrond.
3.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
4.Maakdesnelkoppelingspennenlosdoordeze naarbuitentedraaien.
5.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend, beweegtudehendelvoordehulphydrauliek naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
6.Alshetwerktuighydraulischwordtbediend, schuiftudekragenopdehydraulischekoppeling terugenmaaktudezelos.
VOORZICHTIG
Hydraulischekoppelingen,hydraulische leidingen/kleppenenhydraulischevloeistof kunnenheetzijn.Ukuntzichverbrandenals uheteonderdelenaanraakt.
Draaghandschoenenalsuwerktaande hydraulischekoppelingen.
Laatdemachineafkoelenvoordatude hydraulischeonderdelenaanraakt.
Zorgervoordatunietinaanrakingkomt metgemorstehydraulischevloeistof.
Alshetwerktuighydraulischwordtbediend,moetude hydraulischeslangenalsvolgtaansluiten:
1.Zetdemotorafenhaalhetsleuteltjeuithet contact.
2.Beweegdehendelvoordehulphydrauliek naarvoren,naarachterenenteruginde
NEUTRAALSTANDomdedrukopdehydraulische
koppelingenopteheffen.
3.Verwijderdebeschermplatenvande hydraulischeaansluitingenopdemachine.
4.Zorgervoordatalleongerechtighedenzijn verwijderdvandehydraulischeaansluitingen.
5.Drukdemannelijkeaansluitingvanhetwerktuig indevrouwelijkeaansluitingopdemachine.
Belangrijk:Koppeldeslangenvanhet
werktuigaanelkaaromtevoorkomendat hethydraulischesysteemtijdensdeopslag wordtverontreinigd.
7.Monteerdebeschermkappenopdehydraulische koppelingenopdemachine.
8.Startdemotor,kanteldebevestigingsplaat naarvorenenrijdemachineachteruitvanhet werktuigvandaan.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Zetdemotoruit,verwijderhetsleuteltje,wacht
totdatallebewegendedelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordatu dezeafstelt,reinigt,staltofonderhouduitvoert.
Verwijdergrasenvuilvandewerktuigen,de
aandrijvingen,degeluiddempersendemotor ombrandtevoorkomen.Veeggemorsteolieen brandstofop.
Zorgervoordatalleonderdeleningoedestaat
verkerenenalhetbevestigingsmateriaalstevig vastzit.
13
Raakgeenonderdelenaandietijdenshetgebruik
heetkunnenworden.Laatdezeeerstafkoelen voordatudemachineafsteltoferonderhouds-of reparatiewerkzaamhedenopuitvoert.
Weesvoorzichtigalsudemachineinlaadtopeen
aanhangerofeenvrachtwagenofuitlaadt.
Demachinetransporteren
Gebruikeenaanhangerofvrachtwagenvoorzwaar vervoeromdemachinetetransporteren.Gebruik altijdeenoprijplaatoverdevolledigebreedte. Zorgervoordatdeaanhangerofvrachtwagenis voorzienvanallebenodigderemmen,verlichting enaanduidingendiewettelijkvereistzijn.Lees aandachtigalleveiligheidsinstructies.Metbehulpvan dezeinformatiekuntuvoorkomendatomstandersof uzelfletseloplopen.Raadpleegdelokalevereisten inzakeaanhangersendebevestigingvanmachines.
g229507
Figuur6
WAARSCHUWING
Deelnameaanhetwegverkeerzonder richtingaanwijzers,verlichting,reectoren ofeenbordmetdeaanduiding'Langzaam rijdendvoertuig'isgevaarlijkenkanleidentot ongelukkendielichamelijkletselveroorzaken.
Rijdnietmetdemachineopdeopenbareweg.
Eenaanhangerselecteren
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken(Figuur6).
Gebruikuitsluitendoprijplatenoverde volledigebreedte.
Zorgervoordatdeoprijplaatminstens 4keerzolangisalsdeafstandvande aanhangwagenofdelaadbaktotdegrond. Hierdoorisdehoekdiedeoprijplaatmaakt nietgroterdan15gradenopeenvlakke ondergrond.
1.Oprijplaat/-platenover volledigebreedtein opslagpositie
2.Deoprijplaatisminstens4 keerzolangalsdeafstand vandeaanhangwagenof delaadbaktotdegrond
3.H=Afstandvande aanhangeroflaadbaktot degrond
4.Aanhanger
Demachineladen
WAARSCHUWING
Alseenmachinewordtgeladenopeen aanhangerofeenvrachtwagen,wordtde kansvergrootdatdemachinekantelt.Dit kanernstiglichamelijkletselofdedood veroorzaken.
Gazeervoorzichtigtewerkalsueen machineeenoprijplaatop-/afrijdt.
Laaddemachineinenuitmetdezwaarste kantnaardebovenstezijdevande oprijplaatgericht.
Umagnietabruptversnellenofvertragen alsudemachineeenoprijplaatop-of afrijdt,omdatandersdemachinekan kantelenofudecontroleoverdemachine kuntverliezen.
1.Alsueenaanhangergebruikt,moetudeze danaanhetsleepvoertuigbevestigenende veiligheidskettingenaansluiten.
2.Sluitindienvantoepassingderemmenvande aanhangeraan.
3.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
14
4.Brengdearmenvandeladeromlaag.
5.Laaddemachineopdeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit(Figuur7).
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanvoorwaartsopdeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan achteruitopdeoprijplaat.
Figuur7
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machinevooruitopde oprijplaat/-platen.
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machineachteruitopde oprijplaat/-platen.
2.Rijdemachinevandeaanhangermetde zwaarstekantnaardebovenstezijdevan deoprijplaatgericht,enzorgdatdelading onderaanzit(Figuur9).
Alsdemachineeenvolladingwerktuig
heeft(bv.eenbak)ofeenniet-belaadbaar werktuig(bv .eensleuvengraver),rijde machinedanachteruitvandeoprijplaat.
Alsdemachineeenleegladingwerktuig
ofgeenwerktuigheeft,rijdemachinedan vooruitvandeoprijplaat.
g317100
g317099
1.Machinemetvolwerktuig
ofniet-belaadbaar werktuig–rijde machineachteruitvan deoprijplaat/-platen.
Figuur9
2.Machinemetleegwerktuig ofzonderwerktuig–rijde machinevooruitvande oprijplaat/-platen.
6.Laatdearmenvandeladervolledigzakken.
7.Steldeparkeerreminwerking(indienaanwezig), zetdemotorafenverwijderhetcontactsleuteltje.
8.Gebruikdemetalenbindogenopdemachine omdemachinegoedvasttemakenaande aanhangerofvrachtwagen.Gebruikhiervoor banden,kettingen,kabelsoftouwen(Figuur8). Raadpleegdelokalevoorschrifteninzakehet vastbindenvandemachine.
Figuur8
g243576
1.Bindogen
Demachineuitladen
1.Laatdeoprijplaat/-platenneer.
15
Loading...