Dank u voor de keuze van een Toro produkt.
Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met
dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te
nemen met uw erkende Toro Service Dealer voor
eventuele hulp, service, originele Toro onderdelen of
andere informatie.
Wanneer u de dealer of de fabriek raadpleegt, dient u
de model- en serienummers van de machine altijd te
vermelden. Aan de hand van deze nummers kan de
Service Dealer of vertegenwoordiger u de juiste
informatie over de specifieke machine verschaffen.
De model- en serienummers vindt u op een plaatje
links achter aan het frame.
Noteer de model- en serienummers van de machine
hieronder, dan hebt u ze altijd bij de hand.
Modelnr.:
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert
hoe u de machine op de juiste wijze bedient en
onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u
persoonlijk letsel van u en anderen en schade aan de
machine voorkomen. Ofschoon Toro veilige en
moderne produkten ontwerpt, produceert en op de
markt brengt, blijft u verantwoordelijk voor een
correct en veilig gebruik daarvan. U bent tevens
verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid
van personen die u met de machine laat werken.
In deze handleiding gebruikt Toro een systeem om
mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op
bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk
fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De
woorden GEVAAR, W
VOORZICHTIG geven de ernst van het gevaar aan.
Ga als regel altijd voorzichtig te werk..
GEVAAR waarschuwt u voor zeer gevaarlijke
situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk
letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u
niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
AARSCHUWING en
Serienr.:
WAARSCHUWING waarschuwt u voor een
gevaarlijke situatie die kan resulteren in ernstig
lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan
als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
VOORZICHTIG duidt belangrijke instructies inzake
uw persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te
voorkomen moet u dergelijke instructies zorgvuldig
lezen en opvolgen.
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op
belangrijke informatie te wijzen. “Belangrijk”
attendeert u op bijzondere technische informatie en
“Opmerking” duidt algemene informatie aan die
bijzondere aandacht verdient.
Als de handleiding verwijst naar de linker- of
rechterkant van de machine, betekent dit gezien vanaf
de normale bedieningspositie, d.w.z. staand op het
platform.
The Toro Company – 1999
8111 Lyndale Ave. South
Bloomington, MN 55420–1196
All Rights Reserved
Printed in the USA
Inhoud
Blz.
Veiligheid 2.
Veilige bediening2
Geluidsdruk5
Geluidsniveau5
Trillingsniveau5
Hellingsdiagram6
V
Bedieningsorganen17
Parkeerrem in werking stellen19
Starten en stoppen van de motor19
Vooruit en achteruit rijden 20
Tractor stoppen20
Niet-werkende tractor verplaatsen20
Gebruik van de cilindervergrendelingen21
Werktuigen22
Tractor voorbereiden voor transport23
Tips voor gebruik bij koud weer
(onder het vriespunt)24
Onderhoud 25
Onderhoudsschema25
Luchtfilter26
Motorolie27
Koelvloeistof van de motor verversen29
Smeren 30
Brandstoffilter30
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico
van ongevallen te vermijden, dient u zich te
houden aan de volgende veiligheidsinstructies. Let
altijd op het veiligheidssymbool
V
OORZICHTIG, W
GEVAARLIJK — “instructie voor persoonlijke
veiligheid”. Het niet opvolgen van de instructie
kan leiden tot (mogelijk fataal) lichamelijk letsel.
Veilige
Dit produkt kan amputatie van handen of voeten
veroorzaken. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op
om ernstig of mogelijk fataal letsel te voorkomen.
MOGELIJK GEV
bediening
AARSCHUWING of
AAR
, dat betekent:
• Uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een reukloze en giftige stof.
T ER KAN GEBEUREN
WA
• Inademing van koolmonoxide kan dodelijk
zijn.
AARLIJKE SITUA
GEV
VOORKOMEN
TIES
• De motor niet binnen of in een afgesloten
ruimte laten lopen.
•Bij het werken met tractor of werktuigen geen
sandalen, tennisschoenen, gymschoenen of korte
broek dragen. Draag altijd een lange broek en
stevige schoenen. Het dragen van veiligheidsbril,
veiligheidsschoenen, gehoorbescherming en een
helm wordt aanbevolen en kan door de wet of
verzekeringsmaatschappijen verplicht gesteld
zijn.
•Controleer of zich geen personen in het
werkgebied ophouden voordat u de tractor gaat
gebruiken. Stop de tractor als iemand het
werkgebied betreedt.
•Nooit passagiers op werktuigen of op de tractor
vervoeren.
•Altijd omlaag en achterom kijken vóór en tijdens
achteruit rijden.
•Nooit uw voeten onder het platform plaatsen.
•Vóór bochten vaart verminderen. In scherpe
bochten op elk terrein kan men de macht over de
machine verliezen.
•De tractor nooit met draaiende motor onbeheerd
achterlaten. Altijd de lastarmen laten zakken, de
motor stoppen en de contactsleutel verwijderen
alvorens af te stappen.
•De nominale capaciteit nooit overschrijden,
omdat de tractor onstabiel kan worden, waardoor
u de machine niet meer onder controle hebt.
Bediening algemeen
•U dient alle instructies in de handleiding, video
en op de tractor zorgvuldig te lezen, te begrijpen
en op te volgen alvorens de tractor te starten.
Lees ook de handleiding van een aangebouwd
werktuig (indien aanwezig).
•U dient erop toe te zien dat de machine
uitsluitend wordt bediend door volwassenen die
van de instructies op de hoogte zijn.
2
•Geen last vervoeren met geheven lastarmen.
Lasten altijd dicht bij de grond transporteren. Bij
een geheven last niet van het platform af stappen.
•Het werktuig niet overbelasten en de last altijd
horizontaal houden als u de lastarmen heft.
Stammen, palen en andere voorwerpen kunnen
van de lastarmen af rollen en u verwonden.
•
Bedieningshendels altijd geleidelijk aan
bedienen, nooit met rukken.
Veiligheid
•Handen, voeten, haar en loszittende kleding uit
de buurt van bewegende delen houden.
•Alleen bij daglicht of goed kunstlicht werken.
•De tractor niet gebruiken als u onder de invloed
van alcohol of drugs bent.
•Let op het verkeer bij oversteken en in de buurt
van de openbare weg.
•Ga zeer zorgvuldig te werk bij laden of lossen
van de tractor op een aanhanger of vrachtwagen.
•Delen die heet kunnen zijn van het werk niet
aanraken. Deze eerst laten afkoelen alvorens
onderhoud, afstelling of service te verrichten.
Werken op hellingen
Bij werken op hellingen bestaat een groot risico van
verlies van controle en kantelen, hetgeen in (mogelijk
fataal) letsel kan resulteren. Ga extra voorzichtig te
werk op hellingen.
•Zorg bij op- en afrijden van hellingen dat het
zwaarste deel van de tr
gericht is. De gewichtsverdeling kan variëren.
Bij een lege laadschop is de achterzijde van de
tractor het zwaarst, bij een volle laadschop de
voorzijde. Bij de meeste andere werktuigen is de
voorzijde van de tractor het zwaarst.
•Gebruik de tractor niet op hellingen steiler dan
de maximumwaarden zoals vermeld in het
hoofdstuk Stabiliteitswaarden, pagina 11 en in de
handleiding van het werktuig. Zie ook het
hellingsdiagram op pagina 6.
ekker bergopwaarts
Stabiliteitswaarden, pagina 11, om te bepalen of
het werktuig veilig kan worden afgekoppeld op
een helling.
•Verwijder obstakels zoals stenen, takken e.d. uit
het werkgebied. Let op kuilen, sporen of bulten,
omdat de tractor op onregelmatig terrein kan
kantelen. Obstakels kunnen in hoog gras
onzichtbaar zijn.
•Rijd langzaam op hellingen. Zet voordat u de
motor start de pompbedieningshendel in de
langzame stand (schildpad), zodat u op de
helling niet behoeft te stoppen of te schakelen.
•Houd u aan de aanbevelingen in de handleiding
van werktuigen met betrekking tot het gebruik
van contragewichten om de stabiliteit te
verbeteren.
•Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde
werktuigen. Werktuigen kunnen de stabiliteit en
bedrijfseigenschappen van de tractor
beïnvloeden. De garantie kan komen te vervallen
door gebruik van niet-goedgekeurde werktuigen.
•Houd alle bewegingen op hellingen langzaam en
geleidelijk. Vermijd plotselinge veranderingen
van snelheid of richting.
•Vermijd optrekken of stoppen of een helling. Als
de wielen de grip verliezen, rijd dan langzaam en
recht van de helling af.
•Let op de vrije doorrijhoogte (bijv. onder takken,
deuropeningen, elektrische kabels) voordat u
onder objecten door rijdt en zorg ervoor dat u die
niet raakt.
•Heffen van de hefarmen op een helling
vermindert de stabiliteit van de machine. Houd
de hefarmen op hellingen indien mogelijk in
gedaalde positie.
•Door afkoppelen van een werktuig op een
helling wordt de achterzijde van de tractor
zwaarder. Raadpleeg het hoofdstuk
•Vermijd wenden op een helling. Als u moet
wenden, doe dat dan langzaam en houd het
zwaarste uiteinde van de tractor bergopwaarts
gericht.
•Gebruik de tractor niet dicht bij richels, sloten of
oevers. De tractor kan plotseling kantelen als een
wiel over de rand van een sloot e.d. gaat, of als
die rand instort.
3
V
eiligheid
•Gebruik de tractor niet op nat gras. Door
verminderde tractie kan de tractor wegglijden.
•Als u de tractor op een heuvel of helling
parkeert, altijd het werktuig op de grond laten
zakken, de parkeerrem in werking stellen en de
wielen blokkeren met wielkeggen of iets
dergelijks.
•Probeer de tractor nooit te stabiliseren door uw
voet op de grond te zetten.
Kinderen
Ernstige ongevallen kunnen het gevolg zijn als de
bestuurder niet alert is op de aanwezigheid van
kinderen. Kinderen worden vaak aangetrokken door
de tractor en het uitgevoerde werk. Ga er nooit van uit
dat kinderen blijven waar u ze het laatst hebt gezien.
•Houd kinderen uit het werkgebied en onder
toezicht van een andere, verantwoordelijke
volwassene.
•Als de hefarmen voor onderhoud of reparatie in
de geheven stand moeten staan, moet u de
hefarmen in geheven stand vastzetten met de
vergrendelingen voor de hydraulische cilinders,
die bij de tractor meegeleverd zijn.
•De motor nooit in een afgesloten ruimte laten
draaien.
•Draai alle moeren, bouten en schroeven
regelmatig strak aan, zodat de machine steeds
veilig in gebruik is.
•Nooit proberen veiligheidsvoorzieningen te
omzeilen. Controleer veiligheidssystemen op een
goede werking vóór elk gebruik.
•Houd de tractor vrij van gras, bladeren en ander
vuil. Gemorste olie of brandstof opruimen. Vóór
stalling de tractor eerst laten afkoelen.
•Wees extra voorzichtig bij het werken met diesel
en andere brandstoffen. Deze zijn licht
ontvlambaar en de dampen kunnen exploderen.
•Wees alert en stop de tractor als kinderen het
werkgebied betreden.
•Vóór en tijdens achteruit rijden achterom en
omlaag kijken om te controleren of zich daar
geen kleine kinderen bevinden.
•Nooit kinderen vervoeren. Die kunnen eraf
vallen en ernstig gewond raken of een veilige
bediening van de tractor belemmeren.
•Laat de tractor nooit door kinderen bedienen.
•Wees extra voorzichtig bij nadering van
onoverzichtelijke hoeken, struiken, bomen, het
einde van een omheining, of andere objecten die
het zicht belemmeren.
Onderhoud
•Stop de motor alvorens service, reparatie,
onderhoud of afstelling te verrichten.
•Gebruik uitsluitend goedgekeurde vaten.
•Nooit de tankdop verwijderen of brandstof
bijvullen terwijl de motor loopt. Laat de
motor afkoelen voordat u brandstof bijvult.
Tijdens het bijvullen niet roken.
•Nooit binnen brandstof bijvullen.
•De tractor of een brandstofvat nooit in een
binnenruimte opslaan waar een open vlam
is, zoals een waakvlam van een geiser of
verwarmingsketel.
•Stop en controleer tractor en werktuig als u een
object hebt geraakt. Voer de nodige reparaties uit
alvorens de tractor opnieuw te starten.
•Gebruik uitsluitend originele onderdelen, om te
verzekeren dat de machine in originele staat
blijft.
4
Veiligheid
•Accuzuur is giftig en kan brandwonden
veroorzaken. Vermijd contact met huid, ogen en
kleding. Bescherm uw gezicht, ogen en kleding
wanneer u met een accu werkt.
•Accugassen kunnen exploderen. Sigaretten,
vonken en vlammen uit de buurt van de accu
houden.
•Houd uw lichaam en handen uit de buurt van
gaatjes of spuitmonden waaruit
hydrauliekvloeistof onder hoge druk spuit.
Gebruik karton of papier om lekken op te
sporen. Hydrauliekvloeistof onder hoge druk kan
in de huid dringen en letsel veroorzaken dat
chirurgisch ingrijpen binnen enkele uren
noodzakelijk maakt, om gangreen te voorkomen.
Geluidsdruk
Deze machine produceert een geluidsdruk bij het oor
van de bestuurder van 92 dB(A) (d.w.z. LpA), op
basis van metingen uitgevoerd op identieke machines
volgens Richtlijn 81/1051/EEG.
Geluidsniveau
Deze machine produceert een geluidsniveau van
103 LwA, op basis van metingen van identieke
machines volgens Richtlijn 84/538/EEG.
Trillingsniveau
Deze machine produceert een maximum hand-arm
trillingsniveau onder 2,5 m/s
lichaam van 0,7 m/s
identieke machines volgens EN 1033 en EN 1032.
Veiligheids- en instructieplaatjes zijn duidelijk zichtbaar voor de bestuurder
aangebracht op plaatsen waar mogelijk gevaar bestaat. Een beschadigd of verloren
plaatje vervangen.
9
1345
10
8
1
11
12
13
2
18
6
# 100–1701
1514
16
2
28
7
# 93–7275
17
28
# 100–1704
1. Veiligheidsalarm
2. Lees
3.
4.
5. Explosiegevaar
6.
7.
de
gebruikershandleiding
Gevaar van verstrikt raken
Gevaar van bekneld raken
Gevaar van elektrische
schokken
Niet graven in de buurt van
ondergrondse gas- of
elektriciteitsleidingen
19
20
26
21
21
# 93–6686
Motor stoppen en
8.
contactsleutel verwijderen
alvorens de
bestuurdersplaats
9. Wacht
10.
11.
12.
13.
14. W
tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn
gekomen
Draag veiligheidsschoenen
Draag een helm
Draag een veiligheidsbril
Houd omstanders uit het
werkgebied
erktuig laten zakken
22
te
verlaten
23
24
Figuur 1
15.
Indicator voor
hendelbeweging
16. Tractie-aandrijving
17. W
18.
Hendel voor extra hydrauliek
in neutraal zetten
19.
Start de motor
20.
Gevaar van kantelen –
overschrijden van nominale
lastcapaciteit kan instabiliteit
veroorzaken
21. V
ol belast werktuig
bergopwaarts
# 100–1705
erktuig omlaag kantelen
.
gericht houden
2
# 100–1702
22. Onbelast
bergafwaarts gericht houden
23.
Bij geheven last niet van het
bestuurdersplatform af
stappen
24. W
25. W
26.
Alleen hydrauliekolie
27.
Maximum lastcapaciteit
28. Gebruik
andere
startprestaties te verbeteren
25
27
werktuig
erktuig hef
erktuig omhoog kantelen
fen
nooit startvloeistof
chemicaliën om de
of
7
V
eiligheid
16
# 98–8219
9
# 99–3089
1. Snel
2. Tractie-aandrijving
3. Langzaam
4. Gevaar
5.
van beknelling –
verbrijzelen van vingers of
handen
Houd handen uit de buurt
1
2
3
# 98–8235
10
# 93–9084
6.
7.
8.
4
6
11
# 99–3095
Snijden of verstrikt raken in
ventilator
Blijf uit de buurt van
bewegende delen
Uitsluitend dieselbrandstof
gebruiken
# 93–9367
12
# 99–3095
Figuur 2
9. Parkeerrem
10. Hijspunt
11.
12.
13. Veiligheidsalarm
# 93–7272
Plaatje geluidsniveau
Plaatje geluidsdruk
7
13
5
1
#
100–1703
1415
# 99–3088
Geen personen vervoeren
14.
15.
Lees de
gebruikershandleiding
16. Handgas
3
8
# 93–6680
8
Montage
Los
geleverde onderdelen
NB.:Controleer aan de hand van het onderstaande schema of u alle onderdelen hebt ontvangen.
BESCHRIJVINGAANTALGEBRUIK
Pompbedieningshendel
Contramoer
Sleutel2
Montage
van
pompbedieningshendel
1.Steek de hendel in het pompselectieventiel
(fig. 3).
NB.:De hendel moet met de knik naar de
bestuurder toe worden gemonteerd.
2.Draai de contramoer aan de hendel vast om de
hendel op zijn plaats te bevestigen.
1
1
Pompbedieningshendel installeren
1
Motor starten
1. Pompbedieningshendel
9
m–3883
Figuur 3
Technische gegevens
Totale breedte103 cm(40.5”)
Totale lengte152 cm(60.0”)
Totale hoogte125 cm(49.0”)
Gewicht/massa762 kg(1680 lbs)
Nominale hefcapaciteit234 kg(515 lbs)
(met bestuurder van 90 kg (200 lb), contragewicht en
standaard laadschop)
Kipcapaciteit468 kg(l030 lbs)
(met bestuurder van 90 kg (200lb), contragewicht en
standaard laadschop)
(met standaard laadschop)
Hoogte tot scharnierpen168 cm(66.0”)
(standaard laadschop in hoogste positie)
Werktuigen
Er zijn vele werktuigen verkrijgbaar die met de
tractor kunnen worden gebruikt. Hiermee kunt u vele
verschillende werkzaamheden met de tractor
uitvoeren, zoals materialen verplaatsen, gaten graven,
egaliseren en nog veel meer. Vraag uw Toro dealer
om een lijst van alle goedgekeurde SiteWorks
Systems werktuigen en accessoires.
Belangrijk:Gebruik uitsluitend door Toro
goedgekeurde werktuigen.
Vermogen14,0 kW
Alle gegevens gelden voor de tractor in
basisuitvoering zonder werktuig, tenzij anders
vermeld. T
zonder opgave vooraf worden gewijzigd.
echnische gegevens en uitvoering kunnen
10
Controles en werkzaamheden vóór het gebruik
Stabiliteitswaarden
In de volgende tabel zijn de maximum hellingswaarden, aanbevolen voor de tractor in de opgegeven posities,
vermeld. Op hellingen steiler dan het opgegeven maximum kan de tractor onstabiel worden. De gegevens in de
tabel gelden bij volledig gedaalde hefarmen en wanneer de in de fabriek gemonteerde banden op de tractor
aanwezig zijn en de voorgeschreven spanning hebben; geheven hefarmen en andere typen banden of
bandenspanningen kunnen de stabiliteit beïnvloeden.
Maximum aanbevolen hellingsgraad
bij werken:
Vooruit
bergopwaarts
Samenstelling
T
ractor zonder werktuig
T
ractor met contragewicht, zonder werktuig
T
ractor met werktuig, met één van de volgende
opgegeven stabiliteitswaarden voor elke
hellingspositie:*
* In de handleiding van elk werktuig zijn drie stabiliteitswaarden weergegeven: één voor elke hellingpositie. Om
de maximum helling te bepalen die u met het gemonteerde werktuig kunt nemen, bepaalt u de hellingsgraad die
overeenkomt met de stabiliteitswaarden van het werktuig. Tenzij anders vermeld in de handleiding van het
werktuig, kunt u ervan uitgaan dat de opgegeven waarden gelden voor gebruik zonder het contragewicht.
Voorbeeld: als het aan de tractor gemonteerde werktuig een waarde voor vooruit bergopwaarts van B heeft, een
waarde voor achteruit bergopwaarts van D en een waarde voor zijwaarts op een helling van C, dan kunt u vooruit
rijden op een helling van 19
°, achteruit op een helling van 11° en zijwaarts op een helling van 13°, zoals vermeld
in bovenstaande tabel.
11
Controles en
werkzaamheden vóór het
gebruik
Vóór het gebruik brandstof- en oliepeil controleren,
vuil van de tractor verwijderen, eventueel water uit
het brandstoffilter aftappen en de bandenspanning
controleren. Tevens ervoor zorgen dat het werkgebied
vrij van personen en vuil is. Zorg ervoor dat u de
plaats van eventuele leidingen kent en die hebt
gemarkeerd.
Brandstof
De motor loopt op schone, verse dieselbrandstof met
een minimum cetaangetal van 40. Koop brandstof in
hoeveelheden die u binnen 30 dagen gebruikt om de
versheid te verzekeren.
Gebruik zomerdiesel (nr. 2–D) bij temperaturen
boven –7C (20F) en winterdiesel (nr. 1–D of
1–D/2–D mengsel) onder –7C (20F). Gebruik van
winterdiesel bij lage temperaturen zorgt voor een
lager ontbrandingspunt en betere
stromingseigenschappen, waardoor de motor beter
start en minder kans op chemische schifting van de
brandstof bij lage temperaturen bestaat.
Gebruik van zomerdiesel boven –7C (20F) draagt
bij aan een langere levensduur van de onderdelen van
de brandstofpomp.
bijvullen
Belangrijk:Gebruik geen kerosine of benzine in
plaats van diesel, omdat dit
motorschade veroorzaakt.
1.Parkeer de tractor op een vlakke ondergrond, laat
de hefarmen zakken en stop de motor.
2.Verwijder de contactsleutel en laat de motor
afkoelen.
3.Maak de omgeving van de tankdop schoon en
verwijder de tankdop.
4.Gebruik een trechter en vul de tank met
dieselbrandstof tot 6 –13 mm (1/4 - 1/2”) onder
de onderkant van de vulbuis.
NB.:Deze ruimte is nodig voor het uitzetten
van de brandstof. De tank nooit
helemaal vullen.
5.De tankdop weer stevig erop draaien. Gemorste
brandstof opvegen.
Indien mogelijk de brandstoftank na elk gebruik
vullen. Dit voorkomt condensvorming in de
brandstoftank.
12
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.