Toro 22280 Operator's Manual [nl]

FormNo.3418-485RevC
Zwaaruitgevoerdegazon­maaiervan53cmmetRecy­cler
Modelnr.:22280—Serienr.:400000000enhoger
®
/grasvanger
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3418-485*
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel vandezemotorisdoordemotorfabrikantin laboratoriumomstandighedengemetenvolgens standaardJ1940vandeSocietyofAutomotive Engineers(SAE).Omdatbijdeconguratie rekeningisgehoudenmetdeveiligheids-en gebruiksvoorschriften,zaldittypemaaiersinde praktijkeenveellagermotorkoppelhebben.Ganaar www.T oro.comomdespecicatiesvanuwmodelte zien
Gelievenietteknoeienmetdeveiligheidsvoorzie­ningenofdezeuitteschakelen.Controleerook regelmatigdatdezenogwerken.Probeerhet afgesteldmotortoerentalnietteveranderen,anders kanereenonveiligesituatieontstaanwaardooru letselkuntoplopen.
g333679
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd (Figuur2)metdevolgendewaarschuwingssymbolen, dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebben wanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht wordengenomen.
Inleiding
Dezeloopmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld voorgebruikdoorparticulierenofprofessionele bestuurders.Demachineisvoornamelijkontworpen voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden particuliereofcommerciëlegazons.Demachineis nietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken enonderhoudenenomletselenschadeaande machinetevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoor hetjuisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.toro.comvoormeerinformatie,inclusief veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleonderdelenvandefabrikant ofaanvullendeinformatienodighebt,kuntucontact opnemenmeteenerkendeservicedealerofmetde klantenservicevandefabrikant.Zorgervoordatuhet model-enserienummervanuwproductbijdehand hebt.Delocatievanhetplaatjemethetmodelnummer enhetserienummervanhetproductisaangegeven opFiguur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte hieronder.
g000502
Figuur2
Waarschuwingssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Belangrijk:Scanmetuwsmartphoneoftabletde
QR-codeophetplaatjemethetserienummerom toegangtekrijgentotdegarantie,onderdelenen andereproductinformatie.
©2020—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktinMexico
Inhoud
Veiligheid
Veiligheid..................................................................3
Algemeneveiligheid...........................................3
Veiligheids-eninstructiestickers........................4
Montage....................................................................6
1Dekabelbeschermingverwijderen...................6
2Dehandgreepbevestigen................................7
3Dekabelbeschermingmonteren......................7
4Olieindemotorgieten.....................................9
5Degrasvangermonteren...............................10
6Dezelfaandrijvingafstellen............................10
Algemeenoverzichtvandemachine........................11
Specicaties.....................................................11
Werktuigen/accessoires....................................11
Voorgebruik........................................................12
Veiligheidvóórgebruik......................................12
Brandstoftankvullen.........................................12
Hetmotoroliepeilcontroleren............................13
Hoogtevanhandgreepinstellen.......................14
Demaaihoogteinstellen...................................15
Tijdensgebruik....................................................16
Veiligheidtijdensgebruik..................................16
Motorstarten....................................................16
Demotorafzetten.............................................17
Dezelfaandrijvingbedienenende
maaimesseninschakelen..............................17
Mesremkoppelingcontroleren..........................18
Maaiselrecyclen...............................................19
Hetmaaiselopvangen......................................19
Tipsvoorbedieningengebruik.........................21
Nagebruik...........................................................22
Veiligheidnahetwerk.......................................22
Deonderkantvandemachinereinigen.............22
Onderhoud..............................................................24
Aanbevolenonderhoudsschema.........................24
Demachineveiligonderhouden........................25
Onderhoudvanhetluchtlter............................25
Demotorolieverversen.....................................25
Motorolieltervervangen..................................26
Onderhoudvandebougie................................27
Zelfaandrijvingafstellen....................................27
Onderhoudvanhetmaaimes............................28
Kabelvandemesremafstellen.........................30
Ruimteonderdedrijfriemkapreinigen...............31
Schermvandemesremkoppeling
reinigen.........................................................31
Schoonmakenvandewielen...........................32
Stalling....................................................................32
Demachineveiligstallen..................................32
Hetbrandstofsysteemgebruiksklaar
maken...........................................................32
Demotorgebruiksklaarmaken.........................32
Algemeneinformatie.........................................32
Demaaimachineuitdestallinghalen................33
Problemen,oorzaakenremedie.............................34
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet deEN-normISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk dodelijkletseltevoorkomen.
Voordatudemotorstart,moetudeinstructiesen
waarschuwingenindezeGebruikershandleiding enopdemachineendewerktuigenlezen, begrijpenenuitvoeren.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenvanonderdemachine. Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.
Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals dezenietnaarbehorenwerken.
Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.Laatkinderennooitdemachine bedienen.Laatenkelmensendieverantwoordelijk engetraindzijnendiebovendienvertrouwdzijn metdeinstructiesenfysiekertoeinstaatzijnde machinebedienen.
Stopdemachine,zetdemotoruitenwacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand zijngekomenvoordatuservicewerkzaamheden uitvoert,brandstofbijvultofverstoppingen verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet veiligheidssymbool Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
3
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof ontbrekendestickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen origineleToromaaimachineis.
decaloemmarkt
112-8760
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders opeenafstand.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd doorhetmaaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegende onderdelen.
130-6722
1.Letop–LeesdeGebruikershandleiding.
decal112-8760
decal130-6722
130-9656
1.Choke
2.Snel4.Motorafzetten
3.Langzaam
decal130-9656
4
decal116-7583
116-7583
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;gebruik dezemachineuitsluitendalsuhieringetraindbent.
2.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop eenafstand.
3.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Gebruikdemaaier nietzonderdeafsluitervandeachterafvoerofdegrasvanger.
4.Gevaarvoorhetafsnijdenvanhandenenvoeten–Blijfuit debuurtvanbewegendedelen,houdalleschermenophun plaats.
5.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
6.Voetenofhandenkunnenwordengesneden/geamputeerd doorhetmaaimes–Maainooitheuvelopwaartsen heuvelafwaarts;gebruikdemachinedwarsophellingen;zet demotorafvoordatudemachineverlaat;raapafvalop voordatugaatmaaien;kijkachteromalsuachteruitloopt.
5
Montage
Belangrijk:Verwijderhetplasticwaarmeedemotorisafgedekteneventueelanderplasticof
verpakkingsmateriaalopdemachine.
1
Dekabelbeschermingverwijderen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Figuur3
g234471
6
2
Dehandgreepbevestigen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Figuur4
7
g234475
3
Dekabelbeschermingmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g234486
Figuur5
8
4
Olieindemotorgieten
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetmotortehoogoftelaagisenulaatdemotortochdraaien,kunt
udezebeschadigen.
Figuur6
g235721
9
5
Degrasvangermonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g238450
Figuur7
6
Dezelfaandrijvingafstellen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Udientdekabelvandezelfaandrijving
aftestellenvoordatudemachinevoorheteerst gebruikt.ZieZelfaandrijvingafstellen(bladz.27).
10
Algemeenoverzicht vandemachine
g331712
Figuur10
Bedieningsstang
1.Handgreep
2.Stangvoorzelfaandrijving7.Luchtlter
3.Bedieningsstangvoor maaimes
4.Afvoergeleideraan achterzijde(nietgetoond)
5.Dopvanbrandstoftank10.Vulbuis/Peilstok
Figuur8
6.Gashendel
8.Bougie
9.Maaihoogtehendel(4)
1.Vergrendelingshendelvan maaibediening
2.Bedieningsstang maaimessen
3.Handgreep
4.Aandrijfstang
Specicaties
Type
g231063
22280
Gewicht
59kg150cm56cm107cm
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende servicedealerofeenerkendeT orodistributeur ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor tezorgendatdeveiligheidscerticatenvande machineblijvengelden,moetutervervanging altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvanT oro aanschaffen.Gebruiktervervangingnooitonderdelen enaccessoiresvananderefabrikanten,omdatdit gevaarlijkkanzijnendeproductgarantiehierdoorkan vervallen.
Lengte
BreedteHoogte
Figuur9
1.Grasvanger2.Afsluitervanachterafvoer
g231061
11
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Voorgebruik
Veiligheidvóórgebruik
Algemeneveiligheid
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat udemachineafstelt,reinigt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Controleerofdebeschermplatenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleiders en/ofdegrasvangerophunplaatszittenennaar behorenwerken.
Controleerdemachinealtijdomerzekervante
zijndatdemessenenmesboutennietversleten ofbeschadigdzijn.
Controleerhetwerkgebiedenverwijderalle
voorwerpendiehetgebruikvandemachine zoudenkunnenhinderenofdiedemachinezou kunnenuitwerpen.
Contactmeteenbewegendmesveroorzaakt
ernstigletsel.Steekuwvingersnietonderde behuizing.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Bewaarbrandstofineengoedgekeurdvatof
blikenbuitenbereikvankinderen.
Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvande
vulpijpendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanuwogenen
huid.
Brandstoftankvullen
GEVAAR
Benzineisuitermateontvlambaaren explosief.Brandofexplosievanbenzinekan brandwondenveroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatischelading debenzinetotontbrandingkanbrengen, moetuhetbenzinevaten/ofdemachine voordatudetankvultopdegrond plaatsen,nietopeenvoertuigofeenander object.
Vuldebrandstoftankindeopenlucht wanneerdemotorkoudis.Neemgemorste benzineop.
Rooknietalsuomgaatmetbenzine,en houdbenzineuitdebuurtvanopenvuur ofbrandstof.
Veiligomgaanmetbrandstof
Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moetu hetbrandstofreservoiren/ofdemachineopde grondplaatsenvoordatudetankvult,nietop eenvoertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Neemeventueelgemorste benzineop.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,enhoud
brandstofuitdebuurtvanopenvuurofvonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd enmagdetanknietmetbrandstofworden bijgevuld.
Bewaarbenzineineengoedgekeurd benzinevatenbuitenbereikvankinderen.
Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud), loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
Metzuurstofverrijktebenzinemettenhoogste
10%ethanolof15%MTBEisgeschikt.
Ethanol:Benzinemetmaximaal10%ethanol
(gasohol)of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether) pervolumeisaanvaardbaar.EthanolenMTBE zijnniethetzelfde.Benzinemet15%ethanol (E15)pervolumeisnietgeschiktvoorgebruik.
Gebruiknooitbenzinediemeerdan10% ethanolpervolumebevat,zoalsE15(bevat
15%ethanol),E20(bevat20%ethanol),ofE85 (bevattot85%ethanol).Ongeschiktebenzine gebruikenkanleidentotverminderdeprestaties
12
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt doordegarantie.
Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen brandstofstabilisatorgebruikt.
Mengnooitoliedoorbenzine.
Opmerking:Debrandstoftankheefteeninhoudvan
3,8liter.
Belangrijk:Omstartproblementeverminderen,
moetustabilizer/conditionertoevoegenaande versebrandstofvolgensdevoorschriftenvande fabrikantvandestabilizer.
Figuur11
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetcartertehoogoftelaagisenulaatdemotortochdraaien,kunt
udezebeschadigen.
g230458
Figuur12
g235721
13
Hoogtevanhandgreepinstellen
Ukuntdehandgreep1of3standenhogeroflagerzettenineenstanddieucomfortabelvindt(Figuur13).
Figuur13
1.Verwijderdebeidehandgreepboutenenovereenkomendemoeren.
2.Zetdehandgreepindegewenstehoogte.
3.Bevestigdehandgreepmetdeeerderverwijderdeboutenenovereenkomendemoeren.
g272748
14
Demaaihoogteinstellen
GEVAAR
Bijhetverstellenvaneenmaaihoogtehendelkunnenuwhandeninaanrakingkomenmeteen bewegendmes.Ditkanernstiglichamelijkletselveroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotallebewegendedelenstilstaanvoordatudemaaihoogteinstelt.
Plaatsuwvingersnietonderdemaaikastalsudemaaihoogteinstelt.
VOORZICHTIG
Alsdemotorheeftgelopen,kandegeluiddemperheetzijnenbrandwondenveroorzaken.
Blijfuitdebuurtvaneenhetegeluiddemper.
Zetdemaaihoogteopdegewenstestand.Stelallewielenopdezelfdemaaihoogtein(Figuur14).
Figuur14
g234297
15
Tijdensgebruik
Kijkuitvoorgaten,geulen,hobbels,stenenof
andereverborgenobjecten.Oponeffenterrein kuntuuwevenwichtverliezenofwegglijden.
Veiligheidtijdensgebruik
Algemeneveiligheid
Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek, stevigeschoenenmeteengripvastezoolen gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen draaggeenlossekledingofjuwelen.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kanerletselontstaanofkaneigendomworden beschadigd.
Gebruikdemachinenietalsuziekofmoebentof
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Zet demotorafenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
Alsudebedieningsstangloslaat,moetendemotor
enhetmesbinnen3secondenstoppen.Alsdit niethetgevalis,magudemachinenietmeer gebruikenenmoetucontactopnemenmeteen erkendeservicedealer.
Houdomstandersuitdebuurtvanhetwerkgebied.
Houdkleinekinderenuitdebuurtvanhet werkgebiedenplaatszeondertoezichtvaneen verantwoordelijkevolwassenediedemachineniet aanhetgebruikenis.Stopdemachinealsiemand hetwerkgebiedbetreedt.
Kijkaltijdnaarbenedenenachteromvoordatu
achteruitrijdt.
Gebruikdemachineenkelbijeen
goedezichtbaarheideningeschikte weersomstandigheden.Gebruikdemachineniet alshetkanbliksemen.
Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen ernstigletseloplopen.Gebruikdemachinenietin vochtigeomstandigheden.
Alsdemaaimachineeenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten, wachtentotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenendebougiekabel losmakenvoordatudemaaimachineop beschadigingcontroleert.Voerallenoodzakelijke reparatiesuitvoordatudemachineweerin gebruikneemt.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.
Alsdemotorheeftgelopen,kandezeheetzijnen
ernstigebrandwondenveroorzaken.Blijfuitde buurtvandehetemotor.
Laatdemotorenkelingoedgeventileerde
ruimtesdraaien.Uitlaatgassenbevatten koolstofmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
Controleerdeonderdelenvandegrasvanger
enhetuitwerpkanaalregelmatigopslijtageen beschadigingenvervangzeindiennodigdoor origineleT oroonderdelen.
Demachineveiliggebruikenop hellingen
Maaimetdehellingmee,nooithellingopenaf.
Gazeerzorgvuldigtewerkalsuvanrichting verandertopeenhelling.
Maainietopaltesteilehellingen.Hetniet
goedneerzettenvandevoetenkanongevallen veroorzakenwaarbijdegebruikerwegglijdtenten valkomt.
Maaivoorzichtigindebuurtvansteilehellingen,
greppelsofdijken.
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
2.Opendebrandstofklepdoordehendelvande
brandstofklepnaarrechtstebewegen(Figuur
15).
Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie uwzichtkunnenbelemmeren.
Hetmateriaaldatafgevoerdwordtnietnaariemand
richten.Voorkomhetafvoerenvanmateriaaltegen eenmuurofafscherming;hetmateriaalkannaar uterugketsen.Zethetmes/demessenstilbijhet overstekenvangrindoppervlakken.
16
Figuur15
1.Gashendel2.Hendelvanbrandstofklep
neutraalstand(N).Dehendelvandezelfaandrijving bevindtzichachteraanonderdetank(Figuur16).
g024304
3.ZetdegashendelopCHOKE.
Opmerking:Gebruikdechokenietalsde
motorwarmis.
4.Trekdestarthandgreeplangzaamuittotdatu weerstandvoelt,daarnakrachtiguittrekken.
Opmerking:Laathetstartkoordlangzaam
teruglopennaardekoordgeleideraande handgreep.
5.Wanneerdemotorstart,zetudegashendelop SNEL.
Demotorafzetten
Laatdebedieningsstanglosenzetdegashendel (Figuur15)opUit.
Opmerking:Sluitdebrandstofklep(Figuur15)als
unietvanplanbentomdemotorspoedigdaarna opnieuwtestarten.
Dezelfaandrijvingbedienen endemaaimessen inschakelen
g024167
Figuur16
1.Hendelvoorzelfaandrijving
1.Zetdehendelvandezelfaandrijvingnaarde gewensterijsnelheid.
2.Startdemotor.
3.Omdezelfaandrijvingtegebruiken,knijptuin destangvandezelfaandrijving(Figuur17).
g331713
Figuur17
Opmerking:Ukuntderijsnelheidregelen
doordeafstandtussendestangvande zelfaandrijvingendeduwboomteveranderen.
Dezemachineheeft3rijsnelheden:1(traag),2 (medium),en3(snel);zebeschiktookovereen
Omdemesseninteschakelen,doetuhetvolgende:
1.Houddevergrendelingshendelvande maaibedieningnaarvorengedruktomde bedieningsstangvandemaaimessenvrijte geven(AvanFiguur18).
2.Trekdebedieningsstangvande maaimessentegendehandgreepenzet devergrendelingshendelvandemaaibediening vrij;hetmesmoetwordeningeschakeld(Avan
Figuur18).
3.Laatdebedieningsstangvoordemaaimessen losomhetmesuitteschakelen(Bvan
Figuur18).Devergrendelingshendelvan
demaaibedieningwordtteruggesteldom debedieningsstangvandemaaimessente vergrendelen.
17
Figuur18
g237185
Mesremkoppeling controleren
Controleerdebedieningstangvanhetmaaimes voorelkgebruikomervoortezorgendatde mesremkoppelingnaarbehorenwerkt.
Controlerenmetdegrasvanger
1.Plaatsdelegegrasvangeropdemaaimachine.
2.Startdemotor.
3.Schakelhetmaaimesin.
Opmerking:Degrasvangermoetgaan
opzwellen.Ditbetekentdathetmesis ingeschakeldendraait.
4.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos.
Opmerking:Alsdegrasvangerniet
onmiddellijkkleinerwordt,betekentditdathet mesnogsteedsdraait.Ditkaneropduidendat demesremkoppelinggebrekenheeft.Alsu hieropgeenachtslaat,kanditertoeleidendat udemachinenietveiligkuntgebruiken.Neem contactopmeteenerkendeServiceDealer omuwmaaimachinetelateninspecterenen repareren.
5.Startdemotor.
6.Schakelhetmaaimesin.
7.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos.
8.Duwdemaaimachineonmiddellijkoverdeprop krantenpapier.
9.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
10.Ganaardevoorzijdevandemaaimachineen controleerdepropkrantenpapier.
Opmerking:Alsdepropnietonderdemaaier
isgegaan,herhaaltustappen4totenmet10.
Opmerking:Alsdepropuitelkaargevallenof
versnipperdis,duidtditeropdathetmesniet opdejuistemanierisgestopt.Ditbetekentdat udemachinenietveiligkuntgebruiken.Neem contactopmeteenerkendeServiceDealer.
5.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
Controlerenzonderdegrasvanger
1.Plaatsdemaaimachineopeenverhard oppervlakenuitdewind.
2.Stelalle4wieleninopdemaaistandvan76 mm;zieDemaaihoogteinstellen(bladz.15).
3.Neemeenstukkrantenmaakhiervaneenprop dieonderhetmaaidekpast(meteendoorsnede vanongeveer76mm).
4.Plaatsdepropkrantenpapier13cmvóórde maaimachine.
18
Maaiselrecyclen
Alsdemachinewordtgeleverd,isdezegereedommaaiselenbladafvalnaarhetgazonterecyclen.De machinevoorbereidenomterecyclen:
Verwijderdegrasvangeralsdezeaandemachineisbevestigd(AvanFiguur19).
Alsdeafsluitervandeachterafvoernietisgemonteerd,neemdezedanvastbijdehandgreep,tilde
afvoergeleideraandeachterzijdeopenbrengdeafsluiterinhetachteruitworpkanaaltotdevergrendeling opzijnplaatsvalt(BvanFiguur19).
Figuur19
WAARSCHUWING
g236734
Alsudemachinemaaisellaatrecyclenzonderdeafsluiter,kunnenervoorwerpenuitgeworpen wordeninuwrichtingofdievanomstanders.Daarnaastkuntuookincontactkomenmet demessen.Uitgeworpenobjectenofcontactmetdemessenkanleidentoternstigletselof dedood.
Controleerofdeafsluitervandeachterafvoerisgemonteerdalvorenshetmaaiselterecyclen. Schakelnooitdemesseninwanneernochdeafsluitervandeachterafvoernochdegrasvanger opdemachinegemonteerdis.
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwiltverzamelen.
WAARSCHUWING
Eenversletengrasvangerkankleinesteentjesenanderevoorwerpenuitwerpen,waardooruof omstandersernstiglichamelijkofdodelijkletselkunnenoplopen.
Controleerdegrasvangerregelmatig.Plaatseennieuwegrasvangervandefabrikantalsde oudeisbeschadigd.
WAARSCHUWING
Demaaimessenzijnscherp;demaaimessenaanrakenkanernstiglichamelijkletsel veroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomenvoordat udebestuurderspositieverlaat.
19
Montagevandegrasvanger
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Zetdeachteruitworpgeleideromhoogenhoudhemindezestand(AvanFiguur20).
3.Verwijderdeafsluitervandeachterafvoerdoordevergrendelingmetuwduimintedrukkenendeafsluiter uitdemachinetetrekken(BenCvanFiguur20).
4.Brengdeuiteindenvandegrasvangerstangaanindeinkepingenonderaandehandgreepenschudde grasvangerheenenweeromzekertezijndatdestanghelemaalindebeideinkepingenzit(Dvan
Figuur20).
5.Laatdeafvoergeleideraandeachterzijdezakkentotdezeopdegrasvangerligt.
Figuur20
Degrasvangerverwijderen
GEVAAR
Demachinekanmaaiselenanderevoorwerpenuitwerpendooreenopeningindebehuizing vandemachine.Voorwerpendiemetgenoegkrachtwordenweggeslingerdkunnenernstig ofzelfsdodelijkletseltoebrengenaanuofaanomstanders.
Neemdegrasvangernooitwegalsuvanplanbentdemotortestartenzonderde afvoerafsluiteropdemachinegemonteerd.
Opennooitdeafvoergeleideraandeachterzijdevandemachineterwijldemotornogdraait.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomhoog.
3.Neemdegrasvangerstanguitdeinkepingenonderaandehandgreep(AvanFiguur19).
4.Monteerdeafvoerafsluiter(BvanFiguur19).
5.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomlaag(CvanFiguur19).
g236745
20
Tipsvoorbedieningen
WAARSCHUWING
gebruik
Algemenetips
Neemdeveiligheidsinstructiesgoeddoorenlees
dezehandleidingzorgvuldig,voordatumetde machinegaatwerken.
Verwijderuithetwerkgebiedstokken,stenen,
draden,takkenenanderevoorwerpendiehetmes kanrakenenwegslingeren.
Houdiedereen,metnamekinderenenhuisdieren,
weguithetwerkgebied.
Voorkomcontactmetbomen,muren,hoekstenen
enanderevastevoorwerpen.Maainooitmet opzetovervoorwerpen.
Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten, debougiekabellosmakenendemaaimachineop beschadigingcontroleren.
Zorgervoordatugedurendehetheleseizoen
steedsmeteenscherpmaaimesmaait.Vijl regelmatigkerveneninkepingeninhetmesweg.
Vervangindiennodighetmaaimesdooreen
origineelmesvandefabrikant.
Maaiuitsluitenddrooggrasofdrogebladeren.Nat
grasennattebladerengaanaankoeken,waardoor demaaimachineverstoptkanrakenofdemotor kanafslaan.
Alsdemotorvandemachinetijdens hetmaaiensnellerlooptdande fabrieksinstelling,kandemachineeenstuk vanhetmesofeenmotoronderdeelnaar uofnaaromstandersuitwerpen.Ditkan ernstigofzelfsdodelijkletselveroorzaken.
–Nooithetingesteldemaximumtoerental
vandemotorveranderen.
–Alsudenktdathetmotortoerentalhoger
isdannormaal,moetucontactopnemen meteenerkendeservicedealer.
Grasmaaien
Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Hartjezomerkuntuinhetalgemeen hetgrashetbestemaaienbijeenmaaihoogtevan 64mm,76mmof89mm.Maaitelkensnietmeer danongeveereenderdevandelengtevanhetgras af.Maainietmeteenstandlagerdan64mmtenzij degrasmatdunis,ofalshetlaatinhetnajaaris wanneerhetgraslangzamerbeginttegroeien.
Alsugraswiltmaaiendatlangerdan15cmis,
moetueerstmaaienopdemaximalemaaihoogte enmeteenlangzamereloopsnelheid.Vervolgens gaatumaaienopeenlageremaaihoogteomhet gazoneenzofraaimogelijkuiterlijktegeven.Als hetgrastelangiseninhoopjesachterblijftophet gazon,kandemaaimachinegeblokkeerdraken, waardoordemotorafslaat.
WAARSCHUWING
Alsunatgrasennattebladerenmaait, kuntuuitglijden,inaanrakingkomenmet hetmesenernstigletseloplopen.
Maaiuitsluitendindrogeomstandigheden.
Reinigdeonderkantvandemachinenaelke
maaibeurt;zieDeonderkantvandemachine
reinigen(bladz.22).
Houddemotorsteedsingoedeconditie.
Reinigregelmatighetluchtlter.Bijjnmaken
zalmeermaaiselenstofontstaan,waardoorhet luchtlterverstoptraaktendeprestatiesvande motorminderworden.
Zethetmotortoerentalindehoogstestandomde
bestemaairesultatenteverkrijgen.
Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid, zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet tevredenbent,probeerdaneenofmeervande volgendestappen:
Slijphetmes.
Looplangzamertijdenshetmaaien.
Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
Maaihetgrasvaker.
Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
21
Bladerenjnmaken
Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
Alsuhetgazonmeteenlichtelaagbladerenwilt
bedekken,moetuallewielenafstellenopdezelfde maaihoogte.
Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat udemachineafstelt,reinigt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Verwijdergrasenvuilvandemachineombrandte
voorkomen.Neemgemorsteolieofbrandstofop.
Bewaardemachineofbrandstofhoudernooitbij
eenopenvlam,vonkofwaakvlambijbv.een geiserofandereapparaten.
Demachineveiligvervoeren
Weesvoorzichtigbijhetin-ofuitladenvande
machine.
Zetdemachinevastzodatzenietkangaanrollen.
Sluitdebrandstofklepvoordatudemachinelaadt
omzetevervoeren.
g024281
Figuur21
1.Uitstoters
Wassen
Onderhoudsinterval:Naelkgebruik
WAARSCHUWING
Erkanmateriaallosrakendatzitvastgekoekt aandeonderkantvandemaaimachine.
Draagoogbescherming.
Blijfindebedieningspositie(achterde handgreep)staanalsdemotorloopt.
Houdomstandersuitdebuurt.
1.Plaatsdemachineopeenverhard,egaal oppervlak,dichtbijeentuinslang.
2.Startdemotor.
3.Houdeentuinslangterhoogtevandehandgreep enrichtdewaterstraalopdegrond,netvóórhet rechterachterwiel(Figuur22).
Deonderkantvande machinereinigen
Omdebestemaairesultatenteverkrijgen,moetude onderkantvandemachineschoonhouden.Letvooral opdatergeenvuilofaandeuitstoterszit(Figuur21).
g002275
Figuur22
1.Rechterachterwiel
Opmerking:Hetmaaimeszuigthetwaterin
demaaimachine,waardoorhetmaaiselwordt weggespoeld.Laathetwaterlopentotdater geenmaaiselmeeronderdemachinevandaan komt.
4.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Draaidekraandicht.
22
6.Startdemachineenlaatdezeeenaantal minutendraaienomdeonderkantvande machinetelatenopdrogen.
Schrapen
Alsunietalhetvuilaandeonderkantvande maaimachinekuntwegwassen,moetudemachine schoonschrapen.
1.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
8).
2.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
WAARSCHUWING
Alsdemaaimachinekantelt,kaner benzineuitdecarburateurofbenzinetank lekken.Brandstofislichtontvlambaar enzeerexplosiefenkaninbepaalde omstandighedenlichamelijkletselof materiëleschadeveroorzaken.
Voorkomdaterbenzinewordtgemorst doordemotordroogtelatenlopenof debrandstofteverwijderenmeteen handpomp.Gebruiknooiteenhevel.
3.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant methetluchtlternaarboven.
4.Verwijdervuilenmaaiselmeteenhardhouten schraper.Vermijdbramenenscherperanden.
5.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
6.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
23
Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste25bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
Omde40bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Motorolieverversen.
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
•Controleerhetoliepeilenvulindiennodigoliebij.
•Controleerhetmaaimesopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerhetgaspedaalopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerdestoptijdvandemesrem.Hetmaaimesmoetbinnen3secondenna hetloslatenvandebedieningsstangtotstilstandkomen.Gebeurtditniet,neemdan contactopmeteenerkendeServiceDealer.
•Controleerdemotoroplosofontbrekendbevestigingsmateriaal.
•Controleeropbrandstof-ofolielekken.
•Controleerofreinigdehandstarterenhetluchtinlaatscherm.
Naelkgebruik
•Verwijdermaaiselenvuilvandeonderkantvandemaaikast.
•Reinighetschuimlter(ditmoetvakergebeureninstofgeomstandigheden).
•Maakdewielenentandwielenschoon.
•Vervangdemotorolie(vakerinstofgeomstandigheden).
•Hetmesslijpenofvervangen.Voerditonderhoudvakeruitinruweofzanderige maaiomstandigheden:hierbijwordtderandnamelijksnellerbot.
•Verwijdermaaiselenvuilvanonderdedrijfriemkap.
•Hetschermvandemesremkoppelingreinigen.
•Controleer,reinigenwijzigdeafstandvandebougie;vervangdebougiealsdat nodigis.
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
•Controleerofreinigdehandstarterenhetluchtinlaatscherm.
•Vervanghetmotorolielter.
Omde200bedrijfsuren
Omde300bedrijfsuren
•Laateenerkendeservicedealerdemotorcontrolerenoplekkeninhet brandstofsysteemen/ofeenversletenbrandstofslang.Indiennodigonderdelen vervangen.
•Vervanghetpapierelement(ditmoetvakergebeureninstofgeomstandigheden).
•Reinigdecilinderenderibbenvandecilinderkop.
•Laateenerkendeservicedealerhetstationairtoerentalvandemotorcontroleren enafstellen.
•Laateenerkendeservicedealerdeverbrandingskamerreinigen.
•Laateenerkendeservicedealerdeklepspelingcontrolerenenafstellen.
•Laateenerkendeservicedealerdeklepzittingreinigenenleppen.
Belangrijk:Raadpleegdehandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
24
Demachineveilig onderhouden
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat udemachineafstelt,reinigt,staltofer onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
Trekdebougiekabellosvandebougievoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
Draaghandschoenenenoogbescherming
wanneeruservicewerkzaamhedenverricht.
Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Gebruik handschoenenalsuhetmesmonteert.Repareer ofwijzighetmes/demessenniet.
Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofdezegoedwerken.
Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuitde
tanklekken.Benzineisontvlambaarenexplosief enkanlichamelijkletselveroorzaken.Laatde motordrooglopenofpompdebrandstofmeteen handpompuitdetank.Gebruiknooiteenhevel.
Omveiligeenoptimaleprestatiesvande
machineteverkrijgen,moetutervervanging alleenorigineleT oroonderdelenenaccessoires gebruiken.Gebruiktervervangingnooit onderdelenenaccessoiresvanandere fabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijnende productgarantiehierdoorkanvervallen.
Figuur23
1.Deksel
2.Schuimlterenpapieren luchtlter
4.Verwijderhetschuimlterenhetpapieren
luchtltervandebasisvanhetluchtlter(Figuur
23).
5.Verwijderhetschuimlteruithetpapieren
luchtlterenwashetmeteenmild reinigingsmiddelenwater.Dephetdaarna droog.
6.Controleerhetpapierenluchtlterelementen
vervanghetalshetergvuilis.
3.Basisvanluchtlter
g005347
Onderhoudvanhet luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Reinig
hetschuimlter(ditmoet vakergebeureninstofge omstandigheden).
Omde300bedrijfsuren—Vervanghet papierelement(ditmoetvakergebeurenin stofgeomstandigheden).
Belangrijk:Laatdemotornooitzonder
luchtlterdraaien;anderswordtdemotorernstig beschadigd.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderhetluchtlterdekselenmaakdit grondigschoon(Figuur23).
Belangrijk:Papierelementnooit
schoonmaken.
7.Plaatshetschuimlterophetpapierenluchtlter.
8.Monteerhetschuimlterenhetpapieren luchtlteropdebasisvanhetluchtlter.
9.Plaatshetdekselterug.
Demotorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Voordatudeolieververst,moetudemotorenkele minutenlatenlopenzodatdeoliewarmwordt.Warme oliestroomtbeterenvoertverontreinigingenbeter mee.
Motorolietype
25
Motorolietype(cont'd.)
Motoroliecapaciteit
OlieviscositeitSAE30ofSAE10W-30
API-onderhoudsclassica­tie
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
4.Plaatseengeschikteopvangbakonderde peilstok/olieaftapplug.
Zonderolielter:0,65liter;met olielter:0,85liter
reinigingsolie
SJofhoger
5.T apdemotorolieaf;zieDemotorolieverversen
(bladz.25).
6.Legeenlaponderhetolielter(Figuur24)om olieoptevangendieweglektalsuhetolielter verwijdert.
5.Maakdeomgevingvandepeilstokschoon.
6.Verwijderdepeilstokdoordedoplinksomte draaieneneruittetrekken.
7.Hefderechterkantvandemachineop(met hetluchtlternaarboven)omdeolieinde opvangbaktelatenlopen.
8.Nadatdeolieisafgetapt,zetudemaaimachine terugindewerkstand.
9.Vulhetcartermetnieuweolietothetjuiste niveauopdepeilstok;zie4Olieindemotor
gieten(bladz.9).
10.Steekdepeilstokindevulbuisendraaidedop rechtsomtotdatdezegoedvastzit.
11.Neemeventueelgemorsteolieop.
12.Voerdeoudeolieafvolgensdeplaatselijk geldendevoorschriften.
Motorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
1.Laatdemotoreerstlopenzodatdeoliewordt opgewarmd.
g024331
Figuur24
1.Olielter
7.Verwijderhetolielter.
8.Smeermetuwvingereenlaagjeolieopde rubberenpakkingvanhetnieuweolielter (afbeelding26).
g002805
Figuur25
1.Pakking
WAARSCHUWING
Deoliekanheetzijnnadatdemotor heeftgelopen;contactmetheteoliekan ernstigbrandwondenveroorzaken.
Vermijdcontactmethetemotoroliealsu dezeaftapt.
2.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
3.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
9.Draaihetnieuwelterrechtsomvasttotdatde pakkingcontactmaaktmethetlterhuisendraai hetltervervolgenshandmatignogeenextra¾ slagvast.
10.Vulhetcartermetnieuweolietotaande markeringVolopdepeilstok;zie4Olieinde
motorgieten(bladz.9).
11.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
12.Laatdemotorongeveer3minutenlopen.
13.Zetdemotoraf,wachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandzijngekomen,en controleeropolielekkagerondhetlter.
26
14.Vuloliebijomdehoeveelheidolieinhetolielter weeroppeiltebrengen.Zie4Olieindemotor
gieten(bladz.9).
15.Recyclehetgebruikteolielteropdejuistewijze.
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleer,reinigenwijzigde afstandvandebougie;vervangde bougiealsdatnodigis.
GebruikeenNGKBPR5ESbougieofeenbougievan eenequivalenttype.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
8).
3.Maakdeomgevingvandebougieschoon.
4.Haaldebougieuitdecilinderkop.
Belangrijk:Alsdebougiegebarstenofvuil
is,moetdezewordenvervangen.Umag deelektrodennietreinigenomdathierdoor gruisindecilinderterechtkankomen.Dit leidtmeestaltotbeschadigingvandemotor.
5.Steldeelektrodenafstandinop0,76mm;zie (Figuur26).
Zelfaandrijvingafstellen
Alsdemachinenieuwis,zichzelfnietaandrijft,of naarvorenkruipt,moetudekabelvandeaandrijving afstellen.
1.Rijddemachinenaarbuitenopeenverharde ondergrondmeteenstevigemuur(omte voorkomendatdemachinevooruitrijdtterwijlde motorloopt).
2.Zetdemachinemetdevoorwielentegende muur.
Opmerking:Zorgdatdeomgevinggoed
geventileerdisenvrijvanafvaldatdoorde machinekanwordenweggeslingerd.
3.Schakeldetransmissieindederdeversnelling.
4.Startdemotor;zieMotorstarten(bladz.16).
5.Trekdestangvandezelfaandrijvingtegende handgreep.
Opmerking:Dewielenmoetenbeginnen
draaienwanneerdestangvandezelfaandrijving dehandgreepnetraakt.
6.Zetdemotoraf.
7.Doehetvolgendeomdemachineaftestellen:
Alsdewielennietdraaienwanneerude
stangvandezelfaandrijvinginschakelt,isde aandrijfriemnietgenoeggespannen.Draai deafstelknopvandewielaandrijving(Figuur
27)1slagrechtsomenherhaalstap4tot6.
Figuur26
1.Centraleelektrode-isolator
2.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietopschaalweergegeven)
6.Monteerdebougievoorzichtigmetdehand (ombeschadigingvandeschroefdraadte voorkomen).
7.Draaidebougievastmeteentorsievan23N·m.
Belangrijk:Eenlossebougiekanergheet
wordenendemotorbeschadigen;een bougietevastdraaienkandeschroefdraad indecilinderkopbeschadigen.
8.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
g000533
g024468
Figuur27
1.Afstelknopvanwielaandrijving
Alsdewielenaldraaienvoordatude
stangvandezelfaandrijvingvolledig hebtingedrukt,isdeaandrijfriemtehard aangespannen.Draaideafstelknopvande wielaandrijving(Figuur27)1slaglinksomen herhaalstap4tot6.
8.Alsueennieuweaandrijfriemgebruikt,moetu deafstelknopvandekabelvandeaandrijving nog1slagrechtsomdraaienzodatderiem
27
normaalaangespannenwordttijdensde inrijperiode.
Opmerking:Ukuntdezestapoverslaanalsu
eengebruikteriemafstelt.
Onderhoudvanhet maaimes
Maaialtijdmeteenscherpmes.Eenscherpmes snijdthetgrasgoedafzonderhettescheurenofte kwetsen.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Sluitdebrandstofklepdoordehendelvande brandstofklepnaarlinkstebewegen(Figuur
15).
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
5.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant methetluchtlternaarboven;zieFiguur28.
mesvervangen;zieHetmaaimesverwijderen(bladz.
29).
Figuur29
1.Vleugel
2.Plattedeelvanhetmes
3.Slijtage
4.Groefvorming
Opmerking:Debesteresultatenkrijgtudooreen
nieuwmestemonterenvoordathetmaaiseizoen begint.Indeloopvanhetjaarvijltudankleine inkepingenofdeukenweg,zodatueengoedesnijkant blijfthouden.
g002278
Figuur28
1.Mes3.Versneller
2.Mesmoeren
Hetmescontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetmaaimes opslijtageofbeschadigingen.
Controleervoorzichtighetmaaimesopscherpteen slijtage,inhetbijzonderopdeplaatswaarhetplatte enhetgekromdedeelsamenkomen(Figuur29A). Omdathetmetaaldathetplatteenhetgebogen deelvanhetmesverbindt,kanwegslijtendoorzand enanderschurendmateriaal,moetuditsteeds controlerenvoordatugaatmaaien.Alsueensleufof slijtplekziet(Figuur29BenFiguur29C),moetuhet
GEVAAR
Eenversletenofbeschadigdmeskan brekeneneenstukvanhetmeskanworden uitgeworpeninderichtingvandegebruiker ofomstandersenzoernstiglichamelijkof dodelijkletseltoebrengen.
Controleerdemessenopgezettetijdenop slijtageofbeschadigingen.
Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
g024280
Hetgaspedaalcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetgaspedaal opslijtageofbeschadigingen.
Controleerhetgaspedaalzorgvuldigopovermatige slijtage(Figuur30).Omdathetmetaalkanwegslijten doorzandenschurendmateriaal(vooralindezone getoondalsitem2inFiguur30),dientuhetgaspedaal tecontrolerenvoordatudemachinegebruikt.Indien uvaststeltdateenlipophetgaspedaalisafgesleten toteenscherperandofalsereenscheuris,dient uhetgaspedaaltevervangen;zieHetmaaimes
verwijderen(bladz.29).
28
Figuur30
Balancerenvanhetmes
1.Controleerdebalansvanhetmesdoorde openinginhetmiddenvanhetmesboveneen spijkerofdesteelvaneenschroevendraaierte houden,diehorizontaalineenbankschroefis geklemd(Figuur32).
g027496
1.Gaspedaal
2.Slijtagegevoeligeplek4.Gevormdescheur
3.Lip
WAARSCHUWING
Eenversletenofbeschadigdgaspedaalkan brekeneneenstukvanhetgaspedaalkan wordenuitgeworpeninuwrichtingofin derichtingvanomstandersenzoernstig lichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
Controleerhetgaspedaalregelmatigop slijtageofbeschadigingen.
Vervangeenversletenofbeschadigd gaspedaal.
Hetmaaimesverwijderen
1.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteenlap ofeendikkehandschoen.
2.Verwijderdemesmoeren,deversnellerenhet mes(Figuur29).
g002280
Figuur32
Opmerking:Ukuntdebalansookcontroleren
metbehulpvaneenvoorcommerciële doeleindenvervaardigdemesbalans.
2.Alséénvandeuiteindenvanhetmesomlaag draait,vijltuaandiekantmateriaalweg(niet vandesnijrandofhetuiteindebijdesnijrand) tothetmesinevenwichtblijft.
Hetmaaimesmonteren
1.Monteereenscherp,gebalanceerdT oromes,de versnellerendemesmoeren.Devleugelvanhet mesmoetnaardebovenkantvandemaaikast wijzenomhetmesopdejuistwijzetemonteren.
Opmerking:Draaidemesmoerenvastmet
eentorsievan20tot37N·m.
Hetmaaimesslijpen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Het
messlijpenofvervangen.Voer ditonderhoudvakeruitinruweof zanderigemaaiomstandigheden: hierbijwordtderandnamelijksneller bot.
Vijldebovenkantvanhetmesbij,zodatde oorspronkelijkesnijhoek(Figuur31A)enbinnenste snijkantradius(Figuur31B)gehandhaafdblijven.Het mesblijftinbalansalsuevenveelmateriaalweghaalt vanbeidesnijkanten.
Figuur31
1.Slijphetmesalleenonder dezehoek.
2.Behoudhierde oorspronkelijkeradius.
WAARSCHUWING
Alsudemaaimachinezonderversneller gebruikt,kanhetmesverbuigen, kromtrekkenofbreken.Hierdoorkan ernstigofzelfsdodelijkletselworden toegebrachtaanuofaanomstanders.
Gebruikdemachinenooitzonderdatde versnellerisgeplaatst.
2.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
g002279
29
Kabelvandemesrem afstellen
Dekabelvandemesremwordtindefabriekafgesteld; umoetdezeslechtsafstellenalsudekabelofde riemvandemesremvervangt.Alsudekabeldient
tevervangen,vervangdanzoweldekabelalsde riem.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Monteereennieuweriemvoordemesremen monteeralleonderdelenvandemachine,met uitzonderingvande2riemkappenbovenaande maaikast.
4.Monteerdenieuwekabelvandemesrem,maar draaidekabelklembovenaandemaaikastniet vast(Figuur33).
7.Brengeenmarkeringaanopderemkabel (Figuur35)enstelvervolgensdehulszoafdat eenspelingontstaatvanongeveer8mm(Figuur
36).
g239133
Figuur35
1.Brenghiereenmarkeringaanopdekabel
Figuur33
1.Veer
2.Kabelklemenschroef
5.Draaideboutvandekabelklemlos(Figuur33).
6.Trekaandekabelmantelomspelingwegte nemen(Figuur34).
Opmerking:Zetdeveernietonderspanning.
Figuur34
g239134
g024466
1.Speling–8mm
Figuur36
8.Draaidekabelklemschroefvastmeteentorsie van11tot14N·momdeafstellingteborgen.
9.Monteerderiemkapmetdeboutendie verwijderdzijnbijdedemontagevande2 riemkappen.
10.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
g239131
30
Ruimteonderde
Schermvande
drijfriemkapreinigen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Verwijdermaaiselenvuil vanonderdedrijfriemkap.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderderiemkap(Figuur37)vande maaikast.
Figuur37
1.Drijfriemkap
4.Tildedrijfriemkapomhoogenveegalhetvuil weguitdeomgevingvanderiem.
5.Plaatsdedrijfriemkapterug.
6.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
mesremkoppelingreinigen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Maakhetschermvandemesremkoppelingschoon omoptimaleprestatiestegaranderenenslijtagevan deonderdelendevoorkomen.Reinighetschermvan demesremkoppelingalsuhetmesslijpt,omdatuhet mesmoetverwijderenomhetschermwegtenemen.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Sluitdebrandstofklepdoordehendelvande brandstofklepnaarlinkstebewegen(Figuur
15).
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
5.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant (luchtlternaarboven).
WAARSCHUWING
Alsdemaaimachinekantelt,kaner benzineuitdecarburateurofbenzinetank lekken.Brandstofislichtontvlambaar
g024255
enzeerexplosiefenkaninbepaalde omstandighedenlichamelijkletselof materiëleschadeveroorzaken.
Voorkomdaterbenzinewordtgemorst doordebenzinevolgensdeaanwijzingen aftetappenuitdetank;gebruiknooit eenhevel.
6.Verwijderde2mesmoeren,deversnellerenhet mes(Figuur38).
g024282
Figuur38
1.Mes
2.Mesmoeren
3.Versneller
31
4.Schroef
5.Schermvan mesremkoppeling
7.Verwijderdeschroevenwaarmeehetscherm vandemesremkoppelingbevestigdisaande maaikast(Figuur38).
8.Verwijderhetschermvandemesremkoppeling enborstelofblaasalhetvuilwegdatonderhet schermenronddemesremkoppelingzit.
9.Draaideschroevenwaarmeehetschermvande mesremkoppelingbevestigdisaandemaaikast vast.
10.Verwijderhetmes,deversnellerende 2mesmoeren.
11.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
Schoonmakenvande wielen
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren
1.Verwijderdeachterwielenenverwijdervervuiling inditgebied.
Stalling
Omdemaaimachineklaartemakenvoordestalling buitenhetmaaiseizoen,moetendeaanbevolen onderhoudsprocedureswordenuitgevoerd;raadpleeg
Onderhoud(bladz.24).
Staldemaaimachineopeenkoele,schone,droge plaats.Dekdemachineafomdezeschoontehouden entebeschermen.
Demachineveiligstallen
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandzijngekomenenlaatde machineafkoelenvoordatudemachineafstelt, reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan verricht.
Hetbrandstofsysteem gebruiksklaarmaken
Figuur39
1.T andwielen
2.Brengnahetschoonmakeneenkleine hoeveelheidanti-seizemiddelaanopde tandwielen.
Opmerking:Alsudemachineonderextreme
omstandighedengebruikt,zalhetschoonmakenvan dewielenmetkorteretussenpozendelevensduurvan detandwielenverlengen.
Opmerking:Gebruikgeenhogedrukreinigeropde
lagersomschadeaandeafdichtingenvandelagers tevoorkomen.
Voordatudemachinestalt,moetudebrandstoftank leegmakennadatudemachinevoordelaatstekeer hebtgebruikt.
1.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaatdoor gebrekaanbenzine.
2.Chokedemotorenstartdezenogmaals.
3.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaat.Als demotornietmeerwilstarten,isdebrandstof voldoendeverbruikt.
Demotorgebruiksklaar maken
g033535
1.T erwijldemotornogwarmis,ververstudeolie inhetcarter;raadpleegDemotorolieverversen
(bladz.25).
2.Verwijderdebougie.
3.Gietmeteenoliekanongeveer30mlmotorolie inhetcarterviadebougieopening.
4.Laatdemotorenkelekerendraaiendoorde handstarteruittetrekkenomdeolieoverhet carterteverdelen.
5.Monteerdebougie,maarsluitdebougiekabel
nietaanopdebougie.
Algemeneinformatie
1.Deonderkantvandemachinereinigen; raadpleegDeonderkantvandemachine
reinigen(bladz.22).
32
2.Haaleventueelvuilenmaaiselvandecilinder, dekoelribbenvandecilinderkopende ventilatorbehuizing.
3.Verwijdermaaisel,vuilenroetvandebuitenste motoronderdelen,deuitlaatringendebovenkant vandemaaikast.
4.Controleerdestaatvanhetmaaimes;raadpleeg
Hetmescontroleren(bladz.28).
5.Controleerdestaatvanhetgaspedaal;zieHet
gaspedaalcontroleren(bladz.28).
6.Enkelvoormodellenmetmesremkoppeling: reinighetschermvandemesremkoppeling; zieSchermvandemesremkoppelingreinigen
(bladz.31).
7.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.25).
8.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoed aan.
9.Werkallegeroesteofafgebladderde verfoppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaaris bijeenerkendeservicedealer.
Demaaimachineuitde stallinghalen
1.Controleerallebevestigingenendraaideze vast.
2.Verwijderdebougieendraaidemotorsnelrond metbehulpvanhetstartkoordomovertollige olieuitdecilinderteverwijderen.
3.Maakdebougieschoon,ofmonteereennieuwe alsdeoudebougiegebarstenofgebrokenis,of alsdeelektrodenversletenzijn.
4.Monteerdebougie;zieOnderhoudvande
bougie(bladz.27).
5.Voerdevereisteonderhoudsproceduresuit;zie
Onderhoud(bladz.24).
6.Vuldebrandstoftankmetversebrandstof.
7.Controleerhetmotoroliepeil.
8.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
33
Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstartniet.
Demotorstartmoeilijkofverliest vermogen.
Demotorlooptonregelmatig.
1.Brandstoftankleegofoudebenzinein hetbrandstofsysteem.
2.DegashendelstaatnietopCHOKE.2.ZetdegashendelopCHOKE.
3.Debougiekabelisnietaangeslotenop debougie.
4.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
1.Debrandstoftankbevatoudebenzine.1.Brandstoftankaftappenenvullenmet
2.Hetluchtlterelementisvuilen belemmertdeluchtstroom.
3.Deonderkantvandemachineis bedektmetmaaiselenvuil.
4.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
5.Hetmotoroliepeilislaagofdeolieis vuil.
1.Debougiekabelisnietaangeslotenop debougie.
2.Debougieisaangetast,vuil,ofde elektrodenafstandisnietcorrect afgesteld.
3.DegashendelstaatnietopSNEL.3.ZetdegashendelopSNEL.
4.Hetluchtlterelementisvuilen belemmertdeluchtstroom.
1.Brandstoftankaftappenen/ofvullen metversebrandstof.Neemcontactop meteenerkendeServiceDealer,als hetprobleemaanhoudt.
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
4.Debougiecontrolerenenindiennodig deelektrodenafstandafstellen.De bougievervangenalsdezeaangetast, vuilofgebarstenis.
versebrandstof.
2.Hetschuimlterreinigenen/ofhet papierelementvervangen.
3.Onderkantvandemachine schoonmaken.
4.Debougiecontrolerenenindiennodig deelektrodenafstandafstellen.De bougievervangenalsdezeaangetast, vuilofgebarstenis.
5.Motoroliepeilcontroleren.Olie verversenalsdezevuilisofolie bijvullenalshetoliepeiltelaagis.
1.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
2.Debougiecontrolerenenindiennodig deelektrodenafstandafstellen.De bougievervangenalsdezeaangetast, vuilofgebarstenis.
4.Hetschuimelementreinigenen/ofhet papierelementvervangen.
Demaaimachineofdemotortrilt abnormaal.
Ongelijkmatigmaaipatroon.
Hetuitwerpkanaalraaktverstopt.
1.Hetmesisverbogenofuitbalans.
2.Demontagemoerenvanhetmaaimes zittenlos.
3.Deonderkantvandemachineis bedektmetmaaiselenvuil.
4.Debevestigingsboutenvandemotor zittenlos.
1.Allevierwielenstaannietopdezelfde hoogte.
2.Hetmesisbot.2.Messlijpenenbalanceren.
3.Umaaitsteedsinhetzelfdepatroon.
4.Deonderkantvandemachineis bedektmetmaaiselenvuil.
1.DegashendelstaatnietopSNEL.1.ZetdegashendelopSNEL.
2.Demaaihoogteistelaag.2.Instellenopeenhogeremaaistand.
3.Umaaittesnel.3.Verminderuwsnelheid.
4.Hetgrasisnat.4.Hetgraseerstlatendrogenvoordatu
5.Deonderkantvandemachineis bedektmetmaaiselenvuil.
1.Hetmesbalanceren.Hetmes vervangenalsditisverbogen.
2.Demontagemoerenvastdraaien.
3.Onderkantvandemachine schoonmaken.
4.Debevestigingsboutenvandemotor vastdraaien.
1.Allevierdewieleninstellenopdezelfde hoogte.
3.Ineenanderpatroonmaaien.
4.Onderkantvandemachine schoonmaken.
gaatmaaien.
5.Onderkantvandemachine schoonmaken.
34
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Dezelfaandrijvingvandemaaimachine werktniet.
1.Dekabelvandezelfaandrijvingis ontsteldofbeschadigd.
2.Erzitvuilonderdedrijfriemkap.2.Hetvuilonderdedrijfriemkap
1.Dekabelvandezelfaandrijving afstellen.Dekabelvervangenindien ditnodigis.
verwijderen.
35
PrivacyverklaringEEA/VK
Toro’sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer .T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Bewaringvanuwpersoonsgegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro’sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC
Loading...