
FormNo.3418-485RevC
Zwaaruitgevoerdegazonmaaiervan53cmmetRecycler
Modelnr.:22280—Serienr.:400000000enhoger
®
/grasvanger
Registreeruwproductopwww.T oro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3418-485*

DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspecieke
conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940vandeSocietyofAutomotive
Engineers(SAE).Omdatbijdeconguratie
rekeningisgehoudenmetdeveiligheids-en
gebruiksvoorschriften,zaldittypemaaiersinde
praktijkeenveellagermotorkoppelhebben.Ganaar
www.T oro.comomdespecicatiesvanuwmodelte
zien
Gelievenietteknoeienmetdeveiligheidsvoorzieningenofdezeuitteschakelen.Controleerook
regelmatigdatdezenogwerken.Probeerhet
afgesteldmotortoerentalnietteveranderen,anders
kanereenonveiligesituatieontstaanwaardooru
letselkuntoplopen.
g333679
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
(Figuur2)metdevolgendewaarschuwingssymbolen,
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebben
wanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
Inleiding
Dezeloopmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulierenofprofessionele
bestuurders.Demachineisvoornamelijkontworpen
voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden
particuliereofcommerciëlegazons.Demachineis
nietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof
voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomletselenschadeaande
machinetevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoor
hetjuisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.toro.comvoormeerinformatie,inclusief
veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleonderdelenvandefabrikant
ofaanvullendeinformatienodighebt,kuntucontact
opnemenmeteenerkendeservicedealerofmetde
klantenservicevandefabrikant.Zorgervoordatuhet
model-enserienummervanuwproductbijdehand
hebt.Delocatievanhetplaatjemethetmodelnummer
enhetserienummervanhetproductisaangegeven
opFiguur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
g000502
Figuur2
Waarschuwingssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
Belangrijk:Scanmetuwsmartphoneoftabletde
QR-codeophetplaatjemethetserienummerom
toegangtekrijgentotdegarantie,onderdelenen
andereproductinformatie.
©2020—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
2
Allerechtenvoorbehouden
GedruktinMexico

Inhoud
Veiligheid
Veiligheid..................................................................3
Algemeneveiligheid...........................................3
Veiligheids-eninstructiestickers........................4
Montage....................................................................6
1Dekabelbeschermingverwijderen...................6
2Dehandgreepbevestigen................................7
3Dekabelbeschermingmonteren......................7
4Olieindemotorgieten.....................................9
5Degrasvangermonteren...............................10
6Dezelfaandrijvingafstellen............................10
Algemeenoverzichtvandemachine........................11
Specicaties.....................................................11
Werktuigen/accessoires....................................11
Voorgebruik........................................................12
Veiligheidvóórgebruik......................................12
Brandstoftankvullen.........................................12
Hetmotoroliepeilcontroleren............................13
Hoogtevanhandgreepinstellen.......................14
Demaaihoogteinstellen...................................15
Tijdensgebruik....................................................16
Veiligheidtijdensgebruik..................................16
Motorstarten....................................................16
Demotorafzetten.............................................17
Dezelfaandrijvingbedienenende
maaimesseninschakelen..............................17
Mesremkoppelingcontroleren..........................18
Maaiselrecyclen...............................................19
Hetmaaiselopvangen......................................19
Tipsvoorbedieningengebruik.........................21
Nagebruik...........................................................22
Veiligheidnahetwerk.......................................22
Deonderkantvandemachinereinigen.............22
Onderhoud..............................................................24
Aanbevolenonderhoudsschema.........................24
Demachineveiligonderhouden........................25
Onderhoudvanhetluchtlter............................25
Demotorolieverversen.....................................25
Motorolieltervervangen..................................26
Onderhoudvandebougie................................27
Zelfaandrijvingafstellen....................................27
Onderhoudvanhetmaaimes............................28
Kabelvandemesremafstellen.........................30
Ruimteonderdedrijfriemkapreinigen...............31
Schermvandemesremkoppeling
reinigen.........................................................31
Schoonmakenvandewielen...........................32
Stalling....................................................................32
Demachineveiligstallen..................................32
Hetbrandstofsysteemgebruiksklaar
maken...........................................................32
Demotorgebruiksklaarmaken.........................32
Algemeneinformatie.........................................32
Demaaimachineuitdestallinghalen................33
Problemen,oorzaakenremedie.............................34
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk
dodelijkletseltevoorkomen.
•Voordatudemotorstart,moetudeinstructiesen
waarschuwingenindezeGebruikershandleiding
enopdemachineendewerktuigenlezen,
begrijpenenuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenvanonderdemachine.
Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietnaarbehorenwerken.
•Laatgeenomstandersofkinderenhetwerkgebied
betreden.Laatkinderennooitdemachine
bedienen.Laatenkelmensendieverantwoordelijk
engetraindzijnendiebovendienvertrouwdzijn
metdeinstructiesenfysiekertoeinstaatzijnde
machinebedienen.
•Stopdemachine,zetdemotoruitenwacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstand
zijngekomenvoordatuservicewerkzaamheden
uitvoert,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymbool
Voorzichtig,WaarschuwingofGevaar–instructie
voorpersoonlijkeveiligheid.Niet-nalevingvandeze
instructieskanleidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
teletten,datbetekent
3

Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleToromaaimachineis.
decaloemmarkt
112-8760
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.
130-6722
1.Letop–LeesdeGebruikershandleiding.
decal112-8760
decal130-6722
130-9656
1.Choke
2.Snel4.Motorafzetten
3.Langzaam
decal130-9656
4

decal116-7583
116-7583
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;gebruik
dezemachineuitsluitendalsuhieringetraindbent.
2.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
3.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Gebruikdemaaier
nietzonderdeafsluitervandeachterafvoerofdegrasvanger.
4.Gevaarvoorhetafsnijdenvanhandenenvoeten–Blijfuit
debuurtvanbewegendedelen,houdalleschermenophun
plaats.
5.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
6.Voetenofhandenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Maainooitheuvelopwaartsen
heuvelafwaarts;gebruikdemachinedwarsophellingen;zet
demotorafvoordatudemachineverlaat;raapafvalop
voordatugaatmaaien;kijkachteromalsuachteruitloopt.
5

Montage
Belangrijk:Verwijderhetplasticwaarmeedemotorisafgedekteneventueelanderplasticof
verpakkingsmateriaalopdemachine.
1
Dekabelbeschermingverwijderen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Figuur3
g234471
6

2
Dehandgreepbevestigen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Figuur4
7
g234475

3
Dekabelbeschermingmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g234486
Figuur5
8

4
Olieindemotorgieten
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetmotortehoogoftelaagisenulaatdemotortochdraaien,kunt
udezebeschadigen.
Figuur6
g235721
9

5
Degrasvangermonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g238450
Figuur7
6
Dezelfaandrijvingafstellen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Udientdekabelvandezelfaandrijving
aftestellenvoordatudemachinevoorheteerst
gebruikt.ZieZelfaandrijvingafstellen(bladz.27).
10

Algemeenoverzicht
vandemachine
g331712
Figuur10
Bedieningsstang
1.Handgreep
2.Stangvoorzelfaandrijving7.Luchtlter
3.Bedieningsstangvoor
maaimes
4.Afvoergeleideraan
achterzijde(nietgetoond)
5.Dopvanbrandstoftank10.Vulbuis/Peilstok
Figuur8
6.Gashendel
8.Bougie
9.Maaihoogtehendel(4)
1.Vergrendelingshendelvan
maaibediening
2.Bedieningsstang
maaimessen
3.Handgreep
4.Aandrijfstang
Specicaties
Type
g231063
22280
Gewicht
59kg150cm56cm107cm
Werktuigen/accessoires
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen
enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde
machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren
enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealerofeenerkendeT orodistributeur
ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle
goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor
tezorgendatdeveiligheidscerticatenvande
machineblijvengelden,moetutervervanging
altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvanT oro
aanschaffen.Gebruiktervervangingnooitonderdelen
enaccessoiresvananderefabrikanten,omdatdit
gevaarlijkkanzijnendeproductgarantiehierdoorkan
vervallen.
Lengte
BreedteHoogte
Figuur9
1.Grasvanger2.Afsluitervanachterafvoer
g231061
11

Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidvóórgebruik
Algemeneveiligheid
•Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat
udemachineafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Controleerofdebeschermplatenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleiders
en/ofdegrasvangerophunplaatszittenennaar
behorenwerken.
•Controleerdemachinealtijdomerzekervante
zijndatdemessenenmesboutennietversleten
ofbeschadigdzijn.
•Controleerhetwerkgebiedenverwijderalle
voorwerpendiehetgebruikvandemachine
zoudenkunnenhinderenofdiedemachinezou
kunnenuitwerpen.
•Contactmeteenbewegendmesveroorzaakt
ernstigletsel.Steekuwvingersnietonderde
behuizing.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Bewaarbrandstofineengoedgekeurdvatof
blikenbuitenbereikvankinderen.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvande
vulpijpendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanuwogenen
huid.
Brandstoftankvullen
GEVAAR
Benzineisuitermateontvlambaaren
explosief.Brandofexplosievanbenzinekan
brandwondenveroorzaken.
•Omtevoorkomendateenstatischelading
debenzinetotontbrandingkanbrengen,
moetuhetbenzinevaten/ofdemachine
voordatudetankvultopdegrond
plaatsen,nietopeenvoertuigofeenander
object.
•Vuldebrandstoftankindeopenlucht
wanneerdemotorkoudis.Neemgemorste
benzineop.
•Rooknietalsuomgaatmetbenzine,en
houdbenzineuitdebuurtvanopenvuur
ofbrandstof.
Veiligomgaanmetbrandstof
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moetu
hetbrandstofreservoiren/ofdemachineopde
grondplaatsenvoordatudetankvult,nietop
eenvoertuigofeenanderobject.
–Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Neemeventueelgemorste
benzineop.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,enhoud
brandstofuitdebuurtvanopenvuurofvonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
•Bewaarbenzineineengoedgekeurd
benzinevatenbuitenbereikvankinderen.
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse(minderdan30dagenoud),
loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
•Metzuurstofverrijktebenzinemettenhoogste
10%ethanolof15%MTBEisgeschikt.
•Ethanol:Benzinemetmaximaal10%ethanol
(gasohol)of15%MTBE(methyl-tertiair-butylether)
pervolumeisaanvaardbaar.EthanolenMTBE
zijnniethetzelfde.Benzinemet15%ethanol
(E15)pervolumeisnietgeschiktvoorgebruik.
Gebruiknooitbenzinediemeerdan10%
ethanolpervolumebevat,zoalsE15(bevat
15%ethanol),E20(bevat20%ethanol),ofE85
(bevattot85%ethanol).Ongeschiktebenzine
gebruikenkanleidentotverminderdeprestaties
12

en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Opmerking:Debrandstoftankheefteeninhoudvan
3,8liter.
Belangrijk:Omstartproblementeverminderen,
moetustabilizer/conditionertoevoegenaande
versebrandstofvolgensdevoorschriftenvande
fabrikantvandestabilizer.
Figuur11
Hetmotoroliepeilcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetcartertehoogoftelaagisenulaatdemotortochdraaien,kunt
udezebeschadigen.
g230458
Figuur12
g235721
13

Hoogtevanhandgreepinstellen
Ukuntdehandgreep1of3standenhogeroflagerzettenineenstanddieucomfortabelvindt(Figuur13).
Figuur13
1.Verwijderdebeidehandgreepboutenenovereenkomendemoeren.
2.Zetdehandgreepindegewenstehoogte.
3.Bevestigdehandgreepmetdeeerderverwijderdeboutenenovereenkomendemoeren.
g272748
14

Demaaihoogteinstellen
GEVAAR
Bijhetverstellenvaneenmaaihoogtehendelkunnenuwhandeninaanrakingkomenmeteen
bewegendmes.Ditkanernstiglichamelijkletselveroorzaken.
•Zetdemotorafenwachttotallebewegendedelenstilstaanvoordatudemaaihoogteinstelt.
•Plaatsuwvingersnietonderdemaaikastalsudemaaihoogteinstelt.
VOORZICHTIG
Alsdemotorheeftgelopen,kandegeluiddemperheetzijnenbrandwondenveroorzaken.
Blijfuitdebuurtvaneenhetegeluiddemper.
Zetdemaaihoogteopdegewenstestand.Stelallewielenopdezelfdemaaihoogtein(Figuur14).
Figuur14
g234297
15

Tijdensgebruik
•Kijkuitvoorgaten,geulen,hobbels,stenenof
andereverborgenobjecten.Oponeffenterrein
kuntuuwevenwichtverliezenofwegglijden.
Veiligheidtijdensgebruik
Algemeneveiligheid
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen
draaggeenlossekledingofjuwelen.
•Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig
bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders
kanerletselontstaanofkaneigendomworden
beschadigd.
•Gebruikdemachinenietalsuziekofmoebentof
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Zet
demotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
•Alsudebedieningsstangloslaat,moetendemotor
enhetmesbinnen3secondenstoppen.Alsdit
niethetgevalis,magudemachinenietmeer
gebruikenenmoetucontactopnemenmeteen
erkendeservicedealer.
•Houdomstandersuitdebuurtvanhetwerkgebied.
Houdkleinekinderenuitdebuurtvanhet
werkgebiedenplaatszeondertoezichtvaneen
verantwoordelijkevolwassenediedemachineniet
aanhetgebruikenis.Stopdemachinealsiemand
hetwerkgebiedbetreedt.
•Kijkaltijdnaarbenedenenachteromvoordatu
achteruitrijdt.
•Gebruikdemachineenkelbijeen
goedezichtbaarheideningeschikte
weersomstandigheden.Gebruikdemachineniet
alshetkanbliksemen.
•Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen
ernstigletseloplopen.Gebruikdemachinenietin
vochtigeomstandigheden.
•Alsdemaaimachineeenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
wachtentotdatallebewegendeonderdelen
totstilstandzijngekomenendebougiekabel
losmakenvoordatudemaaimachineop
beschadigingcontroleert.Voerallenoodzakelijke
reparatiesuitvoordatudemachineweerin
gebruikneemt.
•Zetdemotorafenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude
bestuurderspositieverlaat.
•Alsdemotorheeftgelopen,kandezeheetzijnen
ernstigebrandwondenveroorzaken.Blijfuitde
buurtvandehetemotor.
•Laatdemotorenkelingoedgeventileerde
ruimtesdraaien.Uitlaatgassenbevatten
koolstofmonoxide,eenreukloos,dodelijkgif.
•Controleerdeonderdelenvandegrasvanger
enhetuitwerpkanaalregelmatigopslijtageen
beschadigingenvervangzeindiennodigdoor
origineleT oroonderdelen.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Maaimetdehellingmee,nooithellingopenaf.
Gazeerzorgvuldigtewerkalsuvanrichting
verandertopeenhelling.
•Maainietopaltesteilehellingen.Hetniet
goedneerzettenvandevoetenkanongevallen
veroorzakenwaarbijdegebruikerwegglijdtenten
valkomt.
•Maaivoorzichtigindebuurtvansteilehellingen,
greppelsofdijken.
Motorstarten
1.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
2.Opendebrandstofklepdoordehendelvande
brandstofklepnaarrechtstebewegen(Figuur
15).
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Hetmateriaaldatafgevoerdwordtnietnaariemand
richten.Voorkomhetafvoerenvanmateriaaltegen
eenmuurofafscherming;hetmateriaalkannaar
uterugketsen.Zethetmes/demessenstilbijhet
overstekenvangrindoppervlakken.
16

Figuur15
1.Gashendel2.Hendelvanbrandstofklep
neutraalstand(N).Dehendelvandezelfaandrijving
bevindtzichachteraanonderdetank(Figuur16).
g024304
3.ZetdegashendelopCHOKE.
Opmerking:Gebruikdechokenietalsde
motorwarmis.
4.Trekdestarthandgreeplangzaamuittotdatu
weerstandvoelt,daarnakrachtiguittrekken.
Opmerking:Laathetstartkoordlangzaam
teruglopennaardekoordgeleideraande
handgreep.
5.Wanneerdemotorstart,zetudegashendelop
SNEL.
Demotorafzetten
Laatdebedieningsstanglosenzetdegashendel
(Figuur15)opUit.
Opmerking:Sluitdebrandstofklep(Figuur15)als
unietvanplanbentomdemotorspoedigdaarna
opnieuwtestarten.
Dezelfaandrijvingbedienen
endemaaimessen
inschakelen
g024167
Figuur16
1.Hendelvoorzelfaandrijving
1.Zetdehendelvandezelfaandrijvingnaarde
gewensterijsnelheid.
2.Startdemotor.
3.Omdezelfaandrijvingtegebruiken,knijptuin
destangvandezelfaandrijving(Figuur17).
g331713
Figuur17
Opmerking:Ukuntderijsnelheidregelen
doordeafstandtussendestangvande
zelfaandrijvingendeduwboomteveranderen.
Dezemachineheeft3rijsnelheden:1(traag),2
(medium),en3(snel);zebeschiktookovereen
Omdemesseninteschakelen,doetuhetvolgende:
1.Houddevergrendelingshendelvande
maaibedieningnaarvorengedruktomde
bedieningsstangvandemaaimessenvrijte
geven(AvanFiguur18).
2.Trekdebedieningsstangvande
maaimessentegendehandgreepenzet
devergrendelingshendelvandemaaibediening
vrij;hetmesmoetwordeningeschakeld(Avan
Figuur18).
3.Laatdebedieningsstangvoordemaaimessen
losomhetmesuitteschakelen(Bvan
Figuur18).Devergrendelingshendelvan
demaaibedieningwordtteruggesteldom
debedieningsstangvandemaaimessente
vergrendelen.
17

Figuur18
g237185
Mesremkoppeling
controleren
Controleerdebedieningstangvanhetmaaimes
voorelkgebruikomervoortezorgendatde
mesremkoppelingnaarbehorenwerkt.
Controlerenmetdegrasvanger
1.Plaatsdelegegrasvangeropdemaaimachine.
2.Startdemotor.
3.Schakelhetmaaimesin.
Opmerking:Degrasvangermoetgaan
opzwellen.Ditbetekentdathetmesis
ingeschakeldendraait.
4.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos.
Opmerking:Alsdegrasvangerniet
onmiddellijkkleinerwordt,betekentditdathet
mesnogsteedsdraait.Ditkaneropduidendat
demesremkoppelinggebrekenheeft.Alsu
hieropgeenachtslaat,kanditertoeleidendat
udemachinenietveiligkuntgebruiken.Neem
contactopmeteenerkendeServiceDealer
omuwmaaimachinetelateninspecterenen
repareren.
5.Startdemotor.
6.Schakelhetmaaimesin.
7.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos.
8.Duwdemaaimachineonmiddellijkoverdeprop
krantenpapier.
9.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
10.Ganaardevoorzijdevandemaaimachineen
controleerdepropkrantenpapier.
Opmerking:Alsdepropnietonderdemaaier
isgegaan,herhaaltustappen4totenmet10.
Opmerking:Alsdepropuitelkaargevallenof
versnipperdis,duidtditeropdathetmesniet
opdejuistemanierisgestopt.Ditbetekentdat
udemachinenietveiligkuntgebruiken.Neem
contactopmeteenerkendeServiceDealer.
5.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
Controlerenzonderdegrasvanger
1.Plaatsdemaaimachineopeenverhard
oppervlakenuitdewind.
2.Stelalle4wieleninopdemaaistandvan76
mm;zieDemaaihoogteinstellen(bladz.15).
3.Neemeenstukkrantenmaakhiervaneenprop
dieonderhetmaaidekpast(meteendoorsnede
vanongeveer76mm).
4.Plaatsdepropkrantenpapier13cmvóórde
maaimachine.
18

Maaiselrecyclen
Alsdemachinewordtgeleverd,isdezegereedommaaiselenbladafvalnaarhetgazonterecyclen.De
machinevoorbereidenomterecyclen:
•Verwijderdegrasvangeralsdezeaandemachineisbevestigd(AvanFiguur19).
•Alsdeafsluitervandeachterafvoernietisgemonteerd,neemdezedanvastbijdehandgreep,tilde
afvoergeleideraandeachterzijdeopenbrengdeafsluiterinhetachteruitworpkanaaltotdevergrendeling
opzijnplaatsvalt(BvanFiguur19).
Figuur19
WAARSCHUWING
g236734
Alsudemachinemaaisellaatrecyclenzonderdeafsluiter,kunnenervoorwerpenuitgeworpen
wordeninuwrichtingofdievanomstanders.Daarnaastkuntuookincontactkomenmet
demessen.Uitgeworpenobjectenofcontactmetdemessenkanleidentoternstigletselof
dedood.
Controleerofdeafsluitervandeachterafvoerisgemonteerdalvorenshetmaaiselterecyclen.
Schakelnooitdemesseninwanneernochdeafsluitervandeachterafvoernochdegrasvanger
opdemachinegemonteerdis.
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwiltverzamelen.
WAARSCHUWING
Eenversletengrasvangerkankleinesteentjesenanderevoorwerpenuitwerpen,waardooruof
omstandersernstiglichamelijkofdodelijkletselkunnenoplopen.
Controleerdegrasvangerregelmatig.Plaatseennieuwegrasvangervandefabrikantalsde
oudeisbeschadigd.
WAARSCHUWING
Demaaimessenzijnscherp;demaaimessenaanrakenkanernstiglichamelijkletsel
veroorzaken.
Zetdemotorafenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomenvoordat
udebestuurderspositieverlaat.
19

Montagevandegrasvanger
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Zetdeachteruitworpgeleideromhoogenhoudhemindezestand(AvanFiguur20).
3.Verwijderdeafsluitervandeachterafvoerdoordevergrendelingmetuwduimintedrukkenendeafsluiter
uitdemachinetetrekken(BenCvanFiguur20).
4.Brengdeuiteindenvandegrasvangerstangaanindeinkepingenonderaandehandgreepenschudde
grasvangerheenenweeromzekertezijndatdestanghelemaalindebeideinkepingenzit(Dvan
Figuur20).
5.Laatdeafvoergeleideraandeachterzijdezakkentotdezeopdegrasvangerligt.
Figuur20
Degrasvangerverwijderen
GEVAAR
Demachinekanmaaiselenanderevoorwerpenuitwerpendooreenopeningindebehuizing
vandemachine.Voorwerpendiemetgenoegkrachtwordenweggeslingerdkunnenernstig
ofzelfsdodelijkletseltoebrengenaanuofaanomstanders.
•Neemdegrasvangernooitwegalsuvanplanbentdemotortestartenzonderde
afvoerafsluiteropdemachinegemonteerd.
•Opennooitdeafvoergeleideraandeachterzijdevandemachineterwijldemotornogdraait.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomhoog.
3.Neemdegrasvangerstanguitdeinkepingenonderaandehandgreep(AvanFiguur19).
4.Monteerdeafvoerafsluiter(BvanFiguur19).
5.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomlaag(CvanFiguur19).
g236745
20

Tipsvoorbedieningen
WAARSCHUWING
gebruik
Algemenetips
•Neemdeveiligheidsinstructiesgoeddoorenlees
dezehandleidingzorgvuldig,voordatumetde
machinegaatwerken.
•Verwijderuithetwerkgebiedstokken,stenen,
draden,takkenenanderevoorwerpendiehetmes
kanrakenenwegslingeren.
•Houdiedereen,metnamekinderenenhuisdieren,
weguithetwerkgebied.
•Voorkomcontactmetbomen,muren,hoekstenen
enanderevastevoorwerpen.Maainooitmet
opzetovervoorwerpen.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
debougiekabellosmakenendemaaimachineop
beschadigingcontroleren.
•Zorgervoordatugedurendehetheleseizoen
steedsmeteenscherpmaaimesmaait.Vijl
regelmatigkerveneninkepingeninhetmesweg.
•Vervangindiennodighetmaaimesdooreen
origineelmesvandefabrikant.
•Maaiuitsluitenddrooggrasofdrogebladeren.Nat
grasennattebladerengaanaankoeken,waardoor
demaaimachineverstoptkanrakenofdemotor
kanafslaan.
Alsdemotorvandemachinetijdens
hetmaaiensnellerlooptdande
fabrieksinstelling,kandemachineeenstuk
vanhetmesofeenmotoronderdeelnaar
uofnaaromstandersuitwerpen.Ditkan
ernstigofzelfsdodelijkletselveroorzaken.
–Nooithetingesteldemaximumtoerental
vandemotorveranderen.
–Alsudenktdathetmotortoerentalhoger
isdannormaal,moetucontactopnemen
meteenerkendeservicedealer.
Grasmaaien
•Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Hartjezomerkuntuinhetalgemeen
hetgrashetbestemaaienbijeenmaaihoogtevan
64mm,76mmof89mm.Maaitelkensnietmeer
danongeveereenderdevandelengtevanhetgras
af.Maainietmeteenstandlagerdan64mmtenzij
degrasmatdunis,ofalshetlaatinhetnajaaris
wanneerhetgraslangzamerbeginttegroeien.
•Alsugraswiltmaaiendatlangerdan15cmis,
moetueerstmaaienopdemaximalemaaihoogte
enmeteenlangzamereloopsnelheid.Vervolgens
gaatumaaienopeenlageremaaihoogteomhet
gazoneenzofraaimogelijkuiterlijktegeven.Als
hetgrastelangiseninhoopjesachterblijftophet
gazon,kandemaaimachinegeblokkeerdraken,
waardoordemotorafslaat.
WAARSCHUWING
Alsunatgrasennattebladerenmaait,
kuntuuitglijden,inaanrakingkomenmet
hetmesenernstigletseloplopen.
Maaiuitsluitendindrogeomstandigheden.
•Reinigdeonderkantvandemachinenaelke
maaibeurt;zieDeonderkantvandemachine
reinigen(bladz.22).
•Houddemotorsteedsingoedeconditie.
•Reinigregelmatighetluchtlter.Bijjnmaken
zalmeermaaiselenstofontstaan,waardoorhet
luchtlterverstoptraaktendeprestatiesvande
motorminderworden.
•Zethetmotortoerentalindehoogstestandomde
bestemaairesultatenteverkrijgen.
•Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid,
zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet
tevredenbent,probeerdaneenofmeervande
volgendestappen:
•Slijphetmes.
•Looplangzamertijdenshetmaaien.
•Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
•Maaihetgrasvaker.
•Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
21

Bladerenjnmaken
•Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof
meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
•Alsuhetgazonmeteenlichtelaagbladerenwilt
bedekken,moetuallewielenafstellenopdezelfde
maaihoogte.
•Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat
udemachineafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Verwijdergrasenvuilvandemachineombrandte
voorkomen.Neemgemorsteolieofbrandstofop.
•Bewaardemachineofbrandstofhoudernooitbij
eenopenvlam,vonkofwaakvlambijbv.een
geiserofandereapparaten.
Demachineveiligvervoeren
•Weesvoorzichtigbijhetin-ofuitladenvande
machine.
•Zetdemachinevastzodatzenietkangaanrollen.
•Sluitdebrandstofklepvoordatudemachinelaadt
omzetevervoeren.
g024281
Figuur21
1.Uitstoters
Wassen
Onderhoudsinterval:Naelkgebruik
WAARSCHUWING
Erkanmateriaallosrakendatzitvastgekoekt
aandeonderkantvandemaaimachine.
•Draagoogbescherming.
•Blijfindebedieningspositie(achterde
handgreep)staanalsdemotorloopt.
•Houdomstandersuitdebuurt.
1.Plaatsdemachineopeenverhard,egaal
oppervlak,dichtbijeentuinslang.
2.Startdemotor.
3.Houdeentuinslangterhoogtevandehandgreep
enrichtdewaterstraalopdegrond,netvóórhet
rechterachterwiel(Figuur22).
Deonderkantvande
machinereinigen
Omdebestemaairesultatenteverkrijgen,moetude
onderkantvandemachineschoonhouden.Letvooral
opdatergeenvuilofaandeuitstoterszit(Figuur21).
g002275
Figuur22
1.Rechterachterwiel
Opmerking:Hetmaaimeszuigthetwaterin
demaaimachine,waardoorhetmaaiselwordt
weggespoeld.Laathetwaterlopentotdater
geenmaaiselmeeronderdemachinevandaan
komt.
4.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
5.Draaidekraandicht.
22

6.Startdemachineenlaatdezeeenaantal
minutendraaienomdeonderkantvande
machinetelatenopdrogen.
Schrapen
Alsunietalhetvuilaandeonderkantvande
maaimachinekuntwegwassen,moetudemachine
schoonschrapen.
1.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
8).
2.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
WAARSCHUWING
Alsdemaaimachinekantelt,kaner
benzineuitdecarburateurofbenzinetank
lekken.Brandstofislichtontvlambaar
enzeerexplosiefenkaninbepaalde
omstandighedenlichamelijkletselof
materiëleschadeveroorzaken.
Voorkomdaterbenzinewordtgemorst
doordemotordroogtelatenlopenof
debrandstofteverwijderenmeteen
handpomp.Gebruiknooiteenhevel.
3.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant
methetluchtlternaarboven.
4.Verwijdervuilenmaaiselmeteenhardhouten
schraper.Vermijdbramenenscherperanden.
5.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
6.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
23

Onderhoud
Opmerking:Bepaalvanuitdenormalebestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevandemachine.
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste8bedrijfsuren
Nadeeerste25bedrijfsuren
Bijelkgebruikofdagelijks
Omde25bedrijfsuren
Omde40bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Omde100bedrijfsuren
•Motorolieverversen.
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
•Controleerhetoliepeilenvulindiennodigoliebij.
•Controleerhetmaaimesopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerhetgaspedaalopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerdestoptijdvandemesrem.Hetmaaimesmoetbinnen3secondenna
hetloslatenvandebedieningsstangtotstilstandkomen.Gebeurtditniet,neemdan
contactopmeteenerkendeServiceDealer.
•Controleerdemotoroplosofontbrekendbevestigingsmateriaal.
•Controleeropbrandstof-ofolielekken.
•Controleerofreinigdehandstarterenhetluchtinlaatscherm.
Naelkgebruik
•Verwijdermaaiselenvuilvandeonderkantvandemaaikast.
•Reinighetschuimlter(ditmoetvakergebeureninstofgeomstandigheden).
•Maakdewielenentandwielenschoon.
•Vervangdemotorolie(vakerinstofgeomstandigheden).
•Hetmesslijpenofvervangen.Voerditonderhoudvakeruitinruweofzanderige
maaiomstandigheden:hierbijwordtderandnamelijksnellerbot.
•Verwijdermaaiselenvuilvanonderdedrijfriemkap.
•Hetschermvandemesremkoppelingreinigen.
•Controleer,reinigenwijzigdeafstandvandebougie;vervangdebougiealsdat
nodigis.
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
•Controleerofreinigdehandstarterenhetluchtinlaatscherm.
•Vervanghetmotorolielter.
Omde200bedrijfsuren
Omde300bedrijfsuren
•Laateenerkendeservicedealerdemotorcontrolerenoplekkeninhet
brandstofsysteemen/ofeenversletenbrandstofslang.Indiennodigonderdelen
vervangen.
•Vervanghetpapierelement(ditmoetvakergebeureninstofgeomstandigheden).
•Reinigdecilinderenderibbenvandecilinderkop.
•Laateenerkendeservicedealerhetstationairtoerentalvandemotorcontroleren
enafstellen.
•Laateenerkendeservicedealerdeverbrandingskamerreinigen.
•Laateenerkendeservicedealerdeklepspelingcontrolerenenafstellen.
•Laateenerkendeservicedealerdeklepzittingreinigenenleppen.
Belangrijk:Raadpleegdehandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
24

Demachineveilig
onderhouden
•Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandzijn
gekomenenlaatdemachineafkoelenvoordat
udemachineafstelt,reinigt,staltofer
onderhoudswerkzaamhedenaanverricht.
•Trekdebougiekabellosvandebougievoordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Draaghandschoenenenoogbescherming
wanneeruservicewerkzaamhedenverricht.
•Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Gebruik
handschoenenalsuhetmesmonteert.Repareer
ofwijzighetmes/demessenniet.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofdezegoedwerken.
•Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuitde
tanklekken.Benzineisontvlambaarenexplosief
enkanlichamelijkletselveroorzaken.Laatde
motordrooglopenofpompdebrandstofmeteen
handpompuitdetank.Gebruiknooiteenhevel.
•Omveiligeenoptimaleprestatiesvande
machineteverkrijgen,moetutervervanging
alleenorigineleT oroonderdelenenaccessoires
gebruiken.Gebruiktervervangingnooit
onderdelenenaccessoiresvanandere
fabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijnende
productgarantiehierdoorkanvervallen.
Figuur23
1.Deksel
2.Schuimlterenpapieren
luchtlter
4.Verwijderhetschuimlterenhetpapieren
luchtltervandebasisvanhetluchtlter(Figuur
23).
5.Verwijderhetschuimlteruithetpapieren
luchtlterenwashetmeteenmild
reinigingsmiddelenwater.Dephetdaarna
droog.
6.Controleerhetpapierenluchtlterelementen
vervanghetalshetergvuilis.
3.Basisvanluchtlter
g005347
Onderhoudvanhet
luchtlter
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren—Reinig
hetschuimlter(ditmoet
vakergebeureninstofge
omstandigheden).
Omde300bedrijfsuren—Vervanghet
papierelement(ditmoetvakergebeurenin
stofgeomstandigheden).
Belangrijk:Laatdemotornooitzonder
luchtlterdraaien;anderswordtdemotorernstig
beschadigd.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderhetluchtlterdekselenmaakdit
grondigschoon(Figuur23).
Belangrijk:Papierelementnooit
schoonmaken.
7.Plaatshetschuimlterophetpapierenluchtlter.
8.Monteerhetschuimlterenhetpapieren
luchtlteropdebasisvanhetluchtlter.
9.Plaatshetdekselterug.
Demotorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste8bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Voordatudeolieververst,moetudemotorenkele
minutenlatenlopenzodatdeoliewarmwordt.Warme
oliestroomtbeterenvoertverontreinigingenbeter
mee.
Motorolietype
25

Motorolietype(cont'd.)
Motoroliecapaciteit
OlieviscositeitSAE30ofSAE10W-30
API-onderhoudsclassicatie
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Tapdebenzineafuitdebrandstoftank.
4.Plaatseengeschikteopvangbakonderde
peilstok/olieaftapplug.
Zonderolielter:0,65liter;met
olielter:0,85liter
reinigingsolie
SJofhoger
5.T apdemotorolieaf;zieDemotorolieverversen
(bladz.25).
6.Legeenlaponderhetolielter(Figuur24)om
olieoptevangendieweglektalsuhetolielter
verwijdert.
5.Maakdeomgevingvandepeilstokschoon.
6.Verwijderdepeilstokdoordedoplinksomte
draaieneneruittetrekken.
7.Hefderechterkantvandemachineop(met
hetluchtlternaarboven)omdeolieinde
opvangbaktelatenlopen.
8.Nadatdeolieisafgetapt,zetudemaaimachine
terugindewerkstand.
9.Vulhetcartermetnieuweolietothetjuiste
niveauopdepeilstok;zie4Olieindemotor
gieten(bladz.9).
10.Steekdepeilstokindevulbuisendraaidedop
rechtsomtotdatdezegoedvastzit.
11.Neemeventueelgemorsteolieop.
12.Voerdeoudeolieafvolgensdeplaatselijk
geldendevoorschriften.
Motorolieltervervangen
Onderhoudsinterval:Omde200bedrijfsuren
1.Laatdemotoreerstlopenzodatdeoliewordt
opgewarmd.
g024331
Figuur24
1.Olielter
7.Verwijderhetolielter.
8.Smeermetuwvingereenlaagjeolieopde
rubberenpakkingvanhetnieuweolielter
(afbeelding26).
g002805
Figuur25
1.Pakking
WAARSCHUWING
Deoliekanheetzijnnadatdemotor
heeftgelopen;contactmetheteoliekan
ernstigbrandwondenveroorzaken.
Vermijdcontactmethetemotoroliealsu
dezeaftapt.
2.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
3.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
9.Draaihetnieuwelterrechtsomvasttotdatde
pakkingcontactmaaktmethetlterhuisendraai
hetltervervolgenshandmatignogeenextra¾
slagvast.
10.Vulhetcartermetnieuweolietotaande
markeringVolopdepeilstok;zie4Olieinde
motorgieten(bladz.9).
11.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
12.Laatdemotorongeveer3minutenlopen.
13.Zetdemotoraf,wachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomen,en
controleeropolielekkagerondhetlter.
26

14.Vuloliebijomdehoeveelheidolieinhetolielter
weeroppeiltebrengen.Zie4Olieindemotor
gieten(bladz.9).
15.Recyclehetgebruikteolielteropdejuistewijze.
Onderhoudvandebougie
Onderhoudsinterval:Omde100bedrijfsu-
ren—Controleer,reinigenwijzigde
afstandvandebougie;vervangde
bougiealsdatnodigis.
GebruikeenNGKBPR5ESbougieofeenbougievan
eenequivalenttype.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie(Figuur
8).
3.Maakdeomgevingvandebougieschoon.
4.Haaldebougieuitdecilinderkop.
Belangrijk:Alsdebougiegebarstenofvuil
is,moetdezewordenvervangen.Umag
deelektrodennietreinigenomdathierdoor
gruisindecilinderterechtkankomen.Dit
leidtmeestaltotbeschadigingvandemotor.
5.Steldeelektrodenafstandinop0,76mm;zie
(Figuur26).
Zelfaandrijvingafstellen
Alsdemachinenieuwis,zichzelfnietaandrijft,of
naarvorenkruipt,moetudekabelvandeaandrijving
afstellen.
1.Rijddemachinenaarbuitenopeenverharde
ondergrondmeteenstevigemuur(omte
voorkomendatdemachinevooruitrijdtterwijlde
motorloopt).
2.Zetdemachinemetdevoorwielentegende
muur.
Opmerking:Zorgdatdeomgevinggoed
geventileerdisenvrijvanafvaldatdoorde
machinekanwordenweggeslingerd.
3.Schakeldetransmissieindederdeversnelling.
4.Startdemotor;zieMotorstarten(bladz.16).
5.Trekdestangvandezelfaandrijvingtegende
handgreep.
Opmerking:Dewielenmoetenbeginnen
draaienwanneerdestangvandezelfaandrijving
dehandgreepnetraakt.
6.Zetdemotoraf.
7.Doehetvolgendeomdemachineaftestellen:
•Alsdewielennietdraaienwanneerude
stangvandezelfaandrijvinginschakelt,isde
aandrijfriemnietgenoeggespannen.Draai
deafstelknopvandewielaandrijving(Figuur
27)1slagrechtsomenherhaalstap4tot6.
Figuur26
1.Centraleelektrode-isolator
2.Massa-elektrode
3.Elektrodenafstand(nietopschaalweergegeven)
6.Monteerdebougievoorzichtigmetdehand
(ombeschadigingvandeschroefdraadte
voorkomen).
7.Draaidebougievastmeteentorsievan23N·m.
Belangrijk:Eenlossebougiekanergheet
wordenendemotorbeschadigen;een
bougietevastdraaienkandeschroefdraad
indecilinderkopbeschadigen.
8.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
g000533
g024468
Figuur27
1.Afstelknopvanwielaandrijving
•Alsdewielenaldraaienvoordatude
stangvandezelfaandrijvingvolledig
hebtingedrukt,isdeaandrijfriemtehard
aangespannen.Draaideafstelknopvande
wielaandrijving(Figuur27)1slaglinksomen
herhaalstap4tot6.
8.Alsueennieuweaandrijfriemgebruikt,moetu
deafstelknopvandekabelvandeaandrijving
nog1slagrechtsomdraaienzodatderiem
27

normaalaangespannenwordttijdensde
inrijperiode.
Opmerking:Ukuntdezestapoverslaanalsu
eengebruikteriemafstelt.
Onderhoudvanhet
maaimes
Maaialtijdmeteenscherpmes.Eenscherpmes
snijdthetgrasgoedafzonderhettescheurenofte
kwetsen.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Sluitdebrandstofklepdoordehendelvande
brandstofklepnaarlinkstebewegen(Figuur
15).
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
5.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant
methetluchtlternaarboven;zieFiguur28.
mesvervangen;zieHetmaaimesverwijderen(bladz.
29).
Figuur29
1.Vleugel
2.Plattedeelvanhetmes
3.Slijtage
4.Groefvorming
Opmerking:Debesteresultatenkrijgtudooreen
nieuwmestemonterenvoordathetmaaiseizoen
begint.Indeloopvanhetjaarvijltudankleine
inkepingenofdeukenweg,zodatueengoedesnijkant
blijfthouden.
g002278
Figuur28
1.Mes3.Versneller
2.Mesmoeren
Hetmescontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetmaaimes
opslijtageofbeschadigingen.
Controleervoorzichtighetmaaimesopscherpteen
slijtage,inhetbijzonderopdeplaatswaarhetplatte
enhetgekromdedeelsamenkomen(Figuur29A).
Omdathetmetaaldathetplatteenhetgebogen
deelvanhetmesverbindt,kanwegslijtendoorzand
enanderschurendmateriaal,moetuditsteeds
controlerenvoordatugaatmaaien.Alsueensleufof
slijtplekziet(Figuur29BenFiguur29C),moetuhet
GEVAAR
Eenversletenofbeschadigdmeskan
brekeneneenstukvanhetmeskanworden
uitgeworpeninderichtingvandegebruiker
ofomstandersenzoernstiglichamelijkof
dodelijkletseltoebrengen.
•Controleerdemessenopgezettetijdenop
slijtageofbeschadigingen.
•Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
g024280
Hetgaspedaalcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetgaspedaal
opslijtageofbeschadigingen.
Controleerhetgaspedaalzorgvuldigopovermatige
slijtage(Figuur30).Omdathetmetaalkanwegslijten
doorzandenschurendmateriaal(vooralindezone
getoondalsitem2inFiguur30),dientuhetgaspedaal
tecontrolerenvoordatudemachinegebruikt.Indien
uvaststeltdateenlipophetgaspedaalisafgesleten
toteenscherperandofalsereenscheuris,dient
uhetgaspedaaltevervangen;zieHetmaaimes
verwijderen(bladz.29).
28

Figuur30
Balancerenvanhetmes
1.Controleerdebalansvanhetmesdoorde
openinginhetmiddenvanhetmesboveneen
spijkerofdesteelvaneenschroevendraaierte
houden,diehorizontaalineenbankschroefis
geklemd(Figuur32).
g027496
1.Gaspedaal
2.Slijtagegevoeligeplek4.Gevormdescheur
3.Lip
WAARSCHUWING
Eenversletenofbeschadigdgaspedaalkan
brekeneneenstukvanhetgaspedaalkan
wordenuitgeworpeninuwrichtingofin
derichtingvanomstandersenzoernstig
lichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
•Controleerhetgaspedaalregelmatigop
slijtageofbeschadigingen.
•Vervangeenversletenofbeschadigd
gaspedaal.
Hetmaaimesverwijderen
1.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteenlap
ofeendikkehandschoen.
2.Verwijderdemesmoeren,deversnellerenhet
mes(Figuur29).
g002280
Figuur32
Opmerking:Ukuntdebalansookcontroleren
metbehulpvaneenvoorcommerciële
doeleindenvervaardigdemesbalans.
2.Alséénvandeuiteindenvanhetmesomlaag
draait,vijltuaandiekantmateriaalweg(niet
vandesnijrandofhetuiteindebijdesnijrand)
tothetmesinevenwichtblijft.
Hetmaaimesmonteren
1.Monteereenscherp,gebalanceerdT oromes,de
versnellerendemesmoeren.Devleugelvanhet
mesmoetnaardebovenkantvandemaaikast
wijzenomhetmesopdejuistwijzetemonteren.
Opmerking:Draaidemesmoerenvastmet
eentorsievan20tot37N·m.
Hetmaaimesslijpen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Het
messlijpenofvervangen.Voer
ditonderhoudvakeruitinruweof
zanderigemaaiomstandigheden:
hierbijwordtderandnamelijksneller
bot.
Vijldebovenkantvanhetmesbij,zodatde
oorspronkelijkesnijhoek(Figuur31A)enbinnenste
snijkantradius(Figuur31B)gehandhaafdblijven.Het
mesblijftinbalansalsuevenveelmateriaalweghaalt
vanbeidesnijkanten.
Figuur31
1.Slijphetmesalleenonder
dezehoek.
2.Behoudhierde
oorspronkelijkeradius.
WAARSCHUWING
Alsudemaaimachinezonderversneller
gebruikt,kanhetmesverbuigen,
kromtrekkenofbreken.Hierdoorkan
ernstigofzelfsdodelijkletselworden
toegebrachtaanuofaanomstanders.
Gebruikdemachinenooitzonderdatde
versnellerisgeplaatst.
2.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
g002279
29

Kabelvandemesrem
afstellen
Dekabelvandemesremwordtindefabriekafgesteld;
umoetdezeslechtsafstellenalsudekabelofde
riemvandemesremvervangt.Alsudekabeldient
tevervangen,vervangdanzoweldekabelalsde
riem.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Monteereennieuweriemvoordemesremen
monteeralleonderdelenvandemachine,met
uitzonderingvande2riemkappenbovenaande
maaikast.
4.Monteerdenieuwekabelvandemesrem,maar
draaidekabelklembovenaandemaaikastniet
vast(Figuur33).
7.Brengeenmarkeringaanopderemkabel
(Figuur35)enstelvervolgensdehulszoafdat
eenspelingontstaatvanongeveer8mm(Figuur
36).
g239133
Figuur35
1.Brenghiereenmarkeringaanopdekabel
Figuur33
1.Veer
2.Kabelklemenschroef
5.Draaideboutvandekabelklemlos(Figuur33).
6.Trekaandekabelmantelomspelingwegte
nemen(Figuur34).
Opmerking:Zetdeveernietonderspanning.
Figuur34
g239134
g024466
1.Speling–8mm
Figuur36
8.Draaidekabelklemschroefvastmeteentorsie
van11tot14N·momdeafstellingteborgen.
9.Monteerderiemkapmetdeboutendie
verwijderdzijnbijdedemontagevande2
riemkappen.
10.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
g239131
30

Ruimteonderde
Schermvande
drijfriemkapreinigen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsu-
ren—Verwijdermaaiselenvuil
vanonderdedrijfriemkap.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Verwijderderiemkap(Figuur37)vande
maaikast.
Figuur37
1.Drijfriemkap
4.Tildedrijfriemkapomhoogenveegalhetvuil
weguitdeomgevingvanderiem.
5.Plaatsdedrijfriemkapterug.
6.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
mesremkoppelingreinigen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
Maakhetschermvandemesremkoppelingschoon
omoptimaleprestatiestegaranderenenslijtagevan
deonderdelendevoorkomen.Reinighetschermvan
demesremkoppelingalsuhetmesslijpt,omdatuhet
mesmoetverwijderenomhetschermwegtenemen.
1.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Verwijderdebougiekabelvandebougie.
3.Sluitdebrandstofklepdoordehendelvande
brandstofklepnaarlinkstebewegen(Figuur
15).
4.T apdebenzineafuitdebrandstoftank.
5.Kanteldemaaimachineopzijnrechterkant
(luchtlternaarboven).
WAARSCHUWING
Alsdemaaimachinekantelt,kaner
benzineuitdecarburateurofbenzinetank
lekken.Brandstofislichtontvlambaar
g024255
enzeerexplosiefenkaninbepaalde
omstandighedenlichamelijkletselof
materiëleschadeveroorzaken.
Voorkomdaterbenzinewordtgemorst
doordebenzinevolgensdeaanwijzingen
aftetappenuitdetank;gebruiknooit
eenhevel.
6.Verwijderde2mesmoeren,deversnellerenhet
mes(Figuur38).
g024282
Figuur38
1.Mes
2.Mesmoeren
3.Versneller
31
4.Schroef
5.Schermvan
mesremkoppeling

7.Verwijderdeschroevenwaarmeehetscherm
vandemesremkoppelingbevestigdisaande
maaikast(Figuur38).
8.Verwijderhetschermvandemesremkoppeling
enborstelofblaasalhetvuilwegdatonderhet
schermenronddemesremkoppelingzit.
9.Draaideschroevenwaarmeehetschermvande
mesremkoppelingbevestigdisaandemaaikast
vast.
10.Verwijderhetmes,deversnellerende
2mesmoeren.
11.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
Schoonmakenvande
wielen
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren
1.Verwijderdeachterwielenenverwijdervervuiling
inditgebied.
Stalling
Omdemaaimachineklaartemakenvoordestalling
buitenhetmaaiseizoen,moetendeaanbevolen
onderhoudsprocedureswordenuitgevoerd;raadpleeg
Onderhoud(bladz.24).
Staldemaaimachineopeenkoele,schone,droge
plaats.Dekdemachineafomdezeschoontehouden
entebeschermen.
Demachineveiligstallen
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenenlaatde
machineafkoelenvoordatudemachineafstelt,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
Hetbrandstofsysteem
gebruiksklaarmaken
Figuur39
1.T andwielen
2.Brengnahetschoonmakeneenkleine
hoeveelheidanti-seizemiddelaanopde
tandwielen.
Opmerking:Alsudemachineonderextreme
omstandighedengebruikt,zalhetschoonmakenvan
dewielenmetkorteretussenpozendelevensduurvan
detandwielenverlengen.
Opmerking:Gebruikgeenhogedrukreinigeropde
lagersomschadeaandeafdichtingenvandelagers
tevoorkomen.
Voordatudemachinestalt,moetudebrandstoftank
leegmakennadatudemachinevoordelaatstekeer
hebtgebruikt.
1.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaatdoor
gebrekaanbenzine.
2.Chokedemotorenstartdezenogmaals.
3.Laatdemotorlopentotdatdezeafslaat.Als
demotornietmeerwilstarten,isdebrandstof
voldoendeverbruikt.
Demotorgebruiksklaar
maken
g033535
1.T erwijldemotornogwarmis,ververstudeolie
inhetcarter;raadpleegDemotorolieverversen
(bladz.25).
2.Verwijderdebougie.
3.Gietmeteenoliekanongeveer30mlmotorolie
inhetcarterviadebougieopening.
4.Laatdemotorenkelekerendraaiendoorde
handstarteruittetrekkenomdeolieoverhet
carterteverdelen.
5.Monteerdebougie,maarsluitdebougiekabel
nietaanopdebougie.
Algemeneinformatie
1.Deonderkantvandemachinereinigen;
raadpleegDeonderkantvandemachine
reinigen(bladz.22).
32

2.Haaleventueelvuilenmaaiselvandecilinder,
dekoelribbenvandecilinderkopende
ventilatorbehuizing.
3.Verwijdermaaisel,vuilenroetvandebuitenste
motoronderdelen,deuitlaatringendebovenkant
vandemaaikast.
4.Controleerdestaatvanhetmaaimes;raadpleeg
Hetmescontroleren(bladz.28).
5.Controleerdestaatvanhetgaspedaal;zieHet
gaspedaalcontroleren(bladz.28).
6.Enkelvoormodellenmetmesremkoppeling:
reinighetschermvandemesremkoppeling;
zieSchermvandemesremkoppelingreinigen
(bladz.31).
7.Geefhetluchtltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtlter(bladz.25).
8.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoed
aan.
9.Werkallegeroesteofafgebladderde
verfoppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaaris
bijeenerkendeservicedealer.
Demaaimachineuitde
stallinghalen
1.Controleerallebevestigingenendraaideze
vast.
2.Verwijderdebougieendraaidemotorsnelrond
metbehulpvanhetstartkoordomovertollige
olieuitdecilinderteverwijderen.
3.Maakdebougieschoon,ofmonteereennieuwe
alsdeoudebougiegebarstenofgebrokenis,of
alsdeelektrodenversletenzijn.
4.Monteerdebougie;zieOnderhoudvande
bougie(bladz.27).
5.Voerdevereisteonderhoudsproceduresuit;zie
Onderhoud(bladz.24).
6.Vuldebrandstoftankmetversebrandstof.
7.Controleerhetmotoroliepeil.
8.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
33

Problemen,oorzaakenremedie
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Demotorstartniet.
Demotorstartmoeilijkofverliest
vermogen.
Demotorlooptonregelmatig.
1.Brandstoftankleegofoudebenzinein
hetbrandstofsysteem.
2.DegashendelstaatnietopCHOKE.2.ZetdegashendelopCHOKE.
3.Debougiekabelisnietaangeslotenop
debougie.
4.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
1.Debrandstoftankbevatoudebenzine.1.Brandstoftankaftappenenvullenmet
2.Hetluchtlterelementisvuilen
belemmertdeluchtstroom.
3.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
4.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
5.Hetmotoroliepeilislaagofdeolieis
vuil.
1.Debougiekabelisnietaangeslotenop
debougie.
2.Debougieisaangetast,vuil,ofde
elektrodenafstandisnietcorrect
afgesteld.
3.DegashendelstaatnietopSNEL.3.ZetdegashendelopSNEL.
4.Hetluchtlterelementisvuilen
belemmertdeluchtstroom.
1.Brandstoftankaftappenen/ofvullen
metversebrandstof.Neemcontactop
meteenerkendeServiceDealer,als
hetprobleemaanhoudt.
3.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
4.Debougiecontrolerenenindiennodig
deelektrodenafstandafstellen.De
bougievervangenalsdezeaangetast,
vuilofgebarstenis.
versebrandstof.
2.Hetschuimlterreinigenen/ofhet
papierelementvervangen.
3.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
4.Debougiecontrolerenenindiennodig
deelektrodenafstandafstellen.De
bougievervangenalsdezeaangetast,
vuilofgebarstenis.
5.Motoroliepeilcontroleren.Olie
verversenalsdezevuilisofolie
bijvullenalshetoliepeiltelaagis.
1.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
2.Debougiecontrolerenenindiennodig
deelektrodenafstandafstellen.De
bougievervangenalsdezeaangetast,
vuilofgebarstenis.
4.Hetschuimelementreinigenen/ofhet
papierelementvervangen.
Demaaimachineofdemotortrilt
abnormaal.
Ongelijkmatigmaaipatroon.
Hetuitwerpkanaalraaktverstopt.
1.Hetmesisverbogenofuitbalans.
2.Demontagemoerenvanhetmaaimes
zittenlos.
3.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
4.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
1.Allevierwielenstaannietopdezelfde
hoogte.
2.Hetmesisbot.2.Messlijpenenbalanceren.
3.Umaaitsteedsinhetzelfdepatroon.
4.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
1.DegashendelstaatnietopSNEL.1.ZetdegashendelopSNEL.
2.Demaaihoogteistelaag.2.Instellenopeenhogeremaaistand.
3.Umaaittesnel.3.Verminderuwsnelheid.
4.Hetgrasisnat.4.Hetgraseerstlatendrogenvoordatu
5.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
1.Hetmesbalanceren.Hetmes
vervangenalsditisverbogen.
2.Demontagemoerenvastdraaien.
3.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
4.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
1.Allevierdewieleninstellenopdezelfde
hoogte.
3.Ineenanderpatroonmaaien.
4.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
gaatmaaien.
5.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
34

ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
Dezelfaandrijvingvandemaaimachine
werktniet.
1.Dekabelvandezelfaandrijvingis
ontsteldofbeschadigd.
2.Erzitvuilonderdedrijfriemkap.2.Hetvuilonderdedrijfriemkap
1.Dekabelvandezelfaandrijving
afstellen.Dekabelvervangenindien
ditnodigis.
verwijderen.
35

PrivacyverklaringEEA/VK
Toro’sgebruikvanuwpersoonlijkegegevens
TheToroCompany(“T oro”)respecteertuwrechtopprivacy.Wanneeruonzeproductenkoopt,kunnenwebepaaldepersoonlijkeinformatieoveru
verzamelen,ofwelrechtstreeksviauofwelviauwplaatselijkT orobedrijfofdealer .T orogebruiktdezeinformatieomtevoldoenaancontractuele
verplichtingen–zoalshetregistrerenvanuwgarantie,hetbehandelenvanuwgarantieclaimofomcontactmetuoptenemeninhetgevalvan
terugroepacties–envoorlegitiemezakelijkedoeleinden–zoalsklanttevredenheidmeten,onzeproductenverbeterenofuproductinformatieverschaffen
dievanbelangkanzijn.T orokanuwinformatiedelenmetonzedochterondernemingen,verdelersofanderezakenpartnersinverbandmetdeze
activiteiten.Wekunnenookpersoonlijkeinformatievrijgevenvanrechtswegeofinverbandmetdeverkoop,aankoopoffusievaneenbedrijf.We
verkopenuwpersoonsgegevensnooitaananderebedrijvenvoormarketingdoeleinden.
Bewaringvanuwpersoonsgegevens
Torobewaartuwpersoonlijkeinformatiezolangdezerelevantisvoordebovengenoemdedoeleindeneninovereenstemmingismetdewettelijke
vereisten.Gelievecontactoptenemenvialegal@toro.comvoormeerinformatieoverdebewaarperiodesdievantoepassingzijn.
Toro’sengagementinzakeveiligheid
UwpersoonlijkeinformatiekanbehandeldwordenindeVSofeenanderlanddatmogelijksoepeleredatabeschermingswettenheeftdanhetlandwaar
uverblijft.Indienweuwinformatieoverdragennaareenanderlanddanhetlandwaaruverblijft,nemenwijdewettelijkverplichtemaatregelenom
ervoortezorgendatdeinformatieopgepastewijzewordtbeschermdenveiligwordtbehandeld.
Toegangencorrectie
Uhebthetrechtomuwpersoonlijkegegevenstecorrigerenofteraadplegen,ofzichteverzettentegendeverwerkingvanuwgegevensofdezete
beperken.Omdezerechtenuitteoefenen,gelieveeene-mailtesturennaarlegal@toro.com.AlsuzichzorgenmaaktoverdemanierwaaropT orouw
informatieheeftbehandeld,vragenwijuomdezedirecttenaanzienvanonsteuiten.Europeseburgershebbenhetrechtomeenklachtintedienen
bijhungegevensbeschermingsautoriteit.
374-0282RevC