Houd het model- en serienummer van het apparaat
altijd bij de hand wanneer u contact opneemt met uw
erkende Toro Service Dealer of met de fabriek. Aan
de hand van deze nummers kan de Service Dealer of
contactpersoon u exacte informatie over uw
specifieke produkt verschaffen. U vindt het model- en
serienummer op een plaatje dat op het produkt
bevestigd is (fig. 1).
Noteer de model- en serienummers van de machine
hieronder, dan hebt u ze altijd bij de hand.
Modelnr.:
Serienr.:
Lees deze handleiding aandachtig door, zodat u leert
hoe u de machine op de juiste wijze bedient en
onderhoudt. Door het lezen van de handleiding kunt u
persoonlijk letsel van u en anderen en schade aan de
machine voorkomen. Ofschoon Toro veilige en
moderne produkten ontwerpt, produceert en op de
markt brengt, blijft u verantwoordelijk voor een
correct en veilig gebruik daarvan. U bent tevens
verantwoordelijk voor de instructie m.b.t. veiligheid
van personen die u met de machine laat werken.
In deze handleiding gebruikt Toro een systeem om
mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op
bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk
fataal) letsel van u en anderen te voorkomen. De
woorden GEVAAR, WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG geven de ernst van het gevaar aan.
Ga als regel altijd voorzichtig te werk.
Inleiding
Dank u voor de keuze van een Toro produkt.
Wij bij Toro wensen dat u geheel tevreden bent met
dit nieuwe produkt. Aarzel daarom niet contact op te
nemen met uw erkende Toro Service Dealer voor
eventuele hulp, service, originele Toro onderdelen of
andere informatie.
GEVAAR waarschuwt u voor zeer gevaarlijke
situaties, die kunnen resulteren in ernstig lichamelijk
letsel of zelfs overlijden, die kunnen ontstaan als u
niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
WAARSCHUWING waarschuwt u voor een
gevaarlijke situatie die kan resulteren in ernstig
lichamelijk letsel of zelfs overlijden, die kan ontstaan
als u niet de vereiste voorzorgsmaatregelen neemt.
1
VOORZICHTIG duidt belangrijke instructies inzake
uw persoonlijke veiligheid aan. Om letsel te
voorkomen moet u dergelijke instructies zorgvuldig
lezen en opvolgen.
Er worden nog twee woorden gebruikt om u op
belangrijke informatie te wijzen. “Belangrijk”
attendeert u op bijzondere technische informatie en
“Opmerking” duidt algemene informatie aan die
bijzondere aandacht verdient.
Als de handleiding verwijst naar de linker- of
rechterkant van de machine, betekent dit gezien vanaf
de normale bedieningspositie, waarbij u achter de
handgreep staat.
Veiligheid
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
Veilige bediening
Door deze maaier kunnen handen of voeten worden
afgesneden en voorwerpen worden uitgeworpen. Volg
altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of
fataal letsel te voorkomen.
De maaier is bedoeld voor het maaien en fijnmaken
van gras. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaar
opleveren voor de gebruiker of omstanders.
Gebruik in het algemeen
1.Lees deze handleiding aandachtig door voordat u
de maaimachine gaat gebruiken. Let op de plaats
en functie van de bedieningsorganen en hoe u de
machine moet gebruiken. U dient erop toe te
zien dat de machine niet door kinderen onder 16
jaar oud wordt bediend of door volwassenen die
niet van de instructies op de hoogte zijn.
INSTRUCTIES
Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker
of eigenaar kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Om het risico van letsel te vermijden, dient u zich
aan de volgende veiligheidsinstructies te houden
en altijd te letten op het veiligheidssymbool
de woorden VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR—“veiligheidsinstructie”. Als
u de desbetreffende instructie niet opvolgt, kan
dat leiden tot lichamelijk letsel.
bij
LEES ALLE INSTRUCTIES
AANDACHTIG VOORDAT U DE
MAAIER GEBRUIKT
HOUD DEZE INSTRUCTIES
ALTIJD BIJ DE HAND
WAARSCHUWING: Om het risico van
lichamelijk letsel bij gebruik van de maaier te
vermijden, dient u de volgende algemene
veiligheidsinstructies altijd op te volgen.
2.Houd iedereen weg uit het gebied waarin u de
machine gebruikt, met name kinderen en
huisdieren. De gebruiker van de maaier is
verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan
andere personen of hun eigendommen.
3.Inspecteer het terrein waarop u de maaier gaat
gebruiken grondig en verwijder eventuele
voorwerpen die door de maaier kunnen worden
uitgeworpen, zoals stokken, stenen, draad of
vuil. Kijk uit voor voorwerpen in het gras tijdens
het maaien.
4.Draag tijdens het maaien altijd een lange broek
en stevige schoenen met rubber zolen en een
goed profiel. Draag geen schoenen met open
tenen, sieraden of loshangende kleding en loop
nooit op blote voeten.
5.Zorg dat alle beschermplaten, kappen,
veiligheidsvoorzieningen, zij-afvoerkoker of
optionele grasopvangzak aangebracht zijn.
Repareer of vervang beschadigde delen, inclusief
veiligheidsplaatjes. Controleer alle
veiligheidsvoorzieningen vóór het gebruik.
2
6.De motor en het maaimes moeten tot stilstand
komen als de bedieningsstang wordt losgelaten.
Controleer of de bedieningsstang naar behoren
functioneert vóór elk gebruik van de maaier.
7.Controleer maaimes, bevestigingsbouten en
maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of
beschadiging voor het gebruik. Vervang
versleten of beschadigde messen en bouten altijd
als complete set om een goede balans te
behouden.
8.Maai altijd dwars over de zijde van een helling,
nooit naar boven en beneden. Ga zeer zorgvuldig
te werk wanneer u van richting verandert op een
helling. Maai niet op al te steile hellingen. Draag
schoeisel met een goed profiel op hellingen.
9.Reik niet te ver – zorg dat u stevig staat en het
evenwicht behoudt bij gebruik van de maaier.
10. De maaier niet forceren. De maaier werkt het
best en veiligst op de capaciteit waarvoor die
ontworpen is.
8.Gebruik uitsluitend accessoires en onderdelen
die voor dit produkt bedoeld zijn. Gebruik van
accessoires en onderdelen die niet voor dit
produkt bedoeld zijn kan het risico van letsel
vergroten.
Tijdens gebruik
1.Steek de stop pas in de contactdoos als u gereed
bent om te gaan maaien.
2.Gebruik de maaier niet in de buurt van gassen of
in een explosieve omgeving. Door vonken van
de motor kunnen gassen tot ontbranding komen.
3.Houd u bij het aanzetten van de motor
zorgvuldig aan de voorschriften en houd uw
voeten uit de buurt van het maaimes.
4.Gebruik de maaier uitsluitend waarvoor die
bedoeld is.
5.Let altijd goed op wat u doet. Gebruik de maaier
niet als u vermoeid of onder de invloed van
drugs, alcohol of medicijnen bent.
6.Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik de
maaier nooit in nat gras of vochtige plaatsen.
Gebruik de maaier niet als het regent.
11. Draag altijd een veiligheidsbril of andere
bescherming van de ogen tijdens het maaien, om
de ogen te beschermen tegen voorwerpen die
uitgeworpen kunnen worden door de maaier.
(Een gewone bril is geen veiligheidsbril.)
12. Bij gebruik onder stoffige omstandigheden altijd
een goedgekeurd stofmasker dragen.
13. Houd uw gezicht, handen en voeten uit de buurt
van maaikast en maaimes als de motor draait.
Aanraking van het mes kan letsel aan handen of
voeten veroorzaken. Blijf achter de handgreep
totdat de motor tot stilstand is gekomen.
14. Ga zeer zorgvuldig te werk als u de maaier
achteruit beweegt of naar u toe trekt
15. Het maaimes draait nog even door nadat u de
bedieningsstang hebt losgelaten; blijf daarom
achter de handgreep totdat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen.
16. Als u een voorwerp hebt geraakt, of als de
maaier abnormaal trilt, de motor uitschakelen en
de stop uit de contactdoos nemen. Controleer de
machine op beschadigingen en voer alle
benodigde reparaties uit alvorens hem weer te
gebruiken. Als ingrijpende reparaties nodig zijn,
of als u hulp nodig hebt, neem dan contact op
met een erkende TORO Service Dealer.
17. Gebruik de maaier niet als die is gevallen of op
enige wijze beschadigd is. Repareer de maaier
voordat u hem opnieuw gebruikt.
7.Zorg dat u stevig staat. Houd de handgreep
stevig vast en loop in een normaal tempo, ga niet
rennen. Alleen bij daglicht of goed kunstlicht
maaien.
18. Schakel de motor uit, wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen en neem de stop
uit de contactdoos voordat u de maaihoogte
instelt.
3
19. Schakel de motor uit voordat u de maaier van het
gazon af rijdt.
20. Schakel de motor uit en neem de stop uit de
contactdoos voordat u de zij-afvoerkoker of
optionele grasopvangzak verwijdert.
21. Schakel de motor uit voordat u de bedienings-
positie verlaat — d.w.z. achter de handgreep.
Neem de stop uit de contactdoos als u de maaier
onbeheerd achterlaat.
22. Als de maaier moet worden opgetild en
verplaatst, eerst de motor uitschakelen, achter de
handgreep blijven totdat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen en de stop uit de
contactdoos nemen.
Onderhoud en opslag
6.Bij vervanging alle batterijen ineens vervangen.
Door gecombineerd gebruik van oude en nieuwe
batterijen kan de druk in cellen toenemen en
kunnen batterijen scheuren.
7.Let bij plaatsing van de batterijen op de juiste
positie van plus- en minpolen. Als batterijen
verkeerd om worden geplaatst, kan dat verbrande
kabels, vonken, lekkage of explosie van
batterijen veroorzaken.
8.Neem de stop uit de contactdoos vóór
onderhoud, reiniging of het verwijderen van
materiaal uit de maaier.
9.Gebruik uitsluitend batterijen van volgende type
en grootte: YUASA onderhoudsvrij oplaadbaar,
6 V, 12,5 A, NPX50-6.
10. Batterijen niet in het vuur werpen,
explosiegevaar. Neem de plaatselijke
voorschriften voor chemisch afval in acht.
1.Voer uitsluitend de onderhoudswerkzaamheden
uit die in deze handleiding worden beschreven.
Neem voor grote reparaties of andere hulp
contact op met een erkende TORO Service
Dealer.
2.Voordat u de maaier reinigt, controleert,
onderhoud of afstelling verricht, de motor
uitschakelen en wachten tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen. Neem de stop
uit de contactdoos.
3.De maaier niet in de regen of op een vochtige
plaats opladen.
4.Om elektrische schokken tijdens opladen te
voorkomen, beschadigde elektrische kabels
direct repareren of vervangen.
NB.:Het verlengsnoer wordt alleen gebruikt
om de batterijen op te laden. Het is niet
bedoeld voor gebruik tijdens het
maaien.
5.Wees voorzichtig met het verlengsnoer tijdens
het opladen. Nooit aan het snoer trekken om de
stekker uit de contactdoos te nemen. Houd het
snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en
scherpe randen.
11. Batterijen nooit openmaken of beschadigen.
Batterijzuur is bijtend en kan letsel van ogen of
huid veroorzaken. Inslikken van batterijzuur kan
vergiftiging veroorzaken.
12. Batterijen voorzichtig behandelen om
kortsluiting (contact van plus- en minpool) via
bijvoorbeeld sieraden of sleutels te voorkomen.
De batterij of kabel kan oververhit raken en
brandwonden veroorzaken.
13. Draai alle moeren, bouten en schroeven
regelmatig strak aan, zodat de machine steeds
veilig in gebruik is. De mesbout vastdraaien met
een aanhaalkoppel van 48-54 Nm
14. Zorg altijd voor een scherp maaimes. Raadpleeg
voor onderhoud van het mes het hoofdstuk
Onderhoud, ten behoeve van correcte montage
en onderhoud. Gebruik bij vervanging
uitsluitend een identiek maaimes.
15. Om brandgevaar te beperken, dient de motor
steeds te worden vrijgemaakt van een overmaat
aan gras, bladeren en opgehoopt vuil.
16. Controleer de optionele grasopvangzak
regelmatig op slijtage of achteruitgang. Een
versleten of beschadigde zak voor uw eigen
veiligheid vervangen door een nieuwe.
4
17. Als de maaier niet wordt gebruikt, de stop uit de
contactdoos nemen en de maaier opbergen op
een droge, afsluitbare plaats buiten het bereik
van kinderen. Laat de motor eerst afkoelen
voordat u de maaier in een afgesloten ruimte
opbergt.
blijvende veiligheid van de maaier te verzekeren,
uitsluitend originele TORO onderdelen en accessoires gebruiken. Onderdelen en accessoires van
andere fabrikanten kunnen ertoe leiden dat de
maaier niet meer aan de veiligheidsnormen
voldoet, waardoor gevaar kan ontstaan.
18. Op het moment van fabricage voldeed de maaier
aan de geldende normen voor maaiers met een
roterend maaimes. Om de beste prestaties en
Geluidsniveau
Deze machine produceert een maximum geluidsniveau, gebaseerd op metingen van identieke
machines, van:
Geluidsdruk – 75dB(A)*
Geluidsniveau – 88 LWA*
* Maaier getest in onbelaste toestand.
HOUD DEZE INSTRUCTIES
ALTIJD BIJ DE HAND
Trillingsniveau
Deze machine produceert een maximum trillingsniveau van 2,5 m/s@, op basis van metingen uitgevoerd op identieke machines*.
* Maaier getest in onbelaste toestand.
5
Overzicht van veiligheidssymbolen
Veiligheidsalarm
Algemeen veiligheidssymbool
Uitschakelen: stekker
uit stopcontact nemen
vóór afstelling,
reiniging, als snoer
ergens vastzit, of
voordat de maaier
onbeheerd wordt
achtergelaten
Motor uitschakelen en
stop uit de contactdoos nemen voordat u
de bedieningspositie
verlaat, duwmaaier
Lees de bedieningshandleiding
Roterend maaimes,
kan tenen of vingers
afsnijden
Roterend maaimes,
kan vingers afsnijden
Roterend maaimes,
kan tenen afsnijden
Uitgeworpen voorwerpen - gevaar voor
alle lichaamsdelen
Uitgeworpen voorwerpen, zorg dat
veiligheidsschermen
altijd aangebracht
zijn, maaier met
roterend maaimes
Veiligheidsschermen
niet openen of
verwijderen terwijl de
motor loopt
Wacht totdat alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen, alvorens die
aan te raken (mes
blijft doordraaien
nadat de maaier
uitgeschakeld is)
Droog houdenLaag
6
Elektrische schokken/
elektrokutie
Hoog
Maaimes –
maaihoogte-instelling
CE-merkNegatief (min)
Dubbel-geïsoleerdPositief (plus)
Laadniveau batterijen
– laag
Laadniveau batterijen
– hoog
Spatwaterbestendige
constructie
Wisselstroom/
sinusgolf
Stop aanbrengen voor
gebruik van maaier
Druk grijze knop naar
voren, trek stang naar
handgreep toe om
maaier te starten
Om ernstig letsel te
voorkomen, uitsluitend gebruiken
met aangebrachte
zij-afvoerkoker, fijnmaakhulpstuk of
complete grasopvangzak
Blijf op veilige afstand
van de machine,
duwmaaier
7
Montage-instructies
BELANGRIJK: Steek de stop pas in de
contactdoos als de maaier volledig
gemonteerd is.
Plaatsen van de handgreep
BELANGRIJK: De regelkabel moet over de
handgreep heen worden geleid, niet er
onderdoor (fig. 2).
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
• Door te hard trekken aan de regelkabel kan
maaier gestart worden. Als de maaier
wordt gestart, gaat het maaimes draaien.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Contact met het draaiende mes kan ernstig
letsel veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• De maaier niet aan de regelkabel optillen
en niet te hard aan de kabel trekken.
1.Regelkabel boven de gaten aan de achterkant van
de kap optillen.
2.Onderste deel van de handgreep: schuif de
uiteinden van het onderste deel van de handgreep
in de gaten in de kap.
Als de handgreep niet ver genoeg in de kap kan
worden geduwd, zodat de schroefgaten niet
gelijk zijn met de gaten in de kap, het onderste
deel van de handgreep omlaag drukken en de
buizen in de gaten in de kap duwen (fig. 3). De
buizen naar binnen duwen totdat de schroefgaten
gelijk zijn met de gaten in de kap.
3.Bovenste deel van de handgreep (fig. 4): de
handgreep kan in drie verschillende hoogten
worden gezet, afhankelijk van de lengte van de
gebruiker. Ga achter de maaier staan om de juiste
hoogte te bepalen. Plaats de uiteinden van het
bovenste deel tegen de buitenkant van het
onderste deel van de handgreep. Kies de juiste
gaten in het bovenste deel en zorg dat die gelijk
zijn met de gaten in het onderste deel van de
handgreep. Zet het bovenste deel op het onderste
deel vast met bouten en knoppen.
4.Als de handgreep in de hoogste stand staat, zet u
de kabel met de kabelklem aan de linkerbuis van
het onderste deel van de handgreep vast (fig. 5).
Als de handgreep in de laagste stand staat, zet u
de kabel met de kabelklem aan de rechterbuis
van het onderste deel van de handgreep vast
(fig. 6).
Monteren van de
zij-afvoerkoker
1.Til de zij-afvoerdeur aan de handgreep op
(fig. 7).
2.Haak de zij-afvoerkoker vast aan de pennen
(fig. 8 en 9).
3.Laat de zij-afvoerdeur boven op de
zij-afvoerkoker zakken (fig. 10).
Montage van de regenkap
De transparante kunststof regenkap kan losgeraakt
zijn door onzorgvuldige behandeling tijdens het
vervoer. Als de regenkap na het openen van de doos
niet op de maaier bevestigd is, moet de regenkap als
volgt opnieuw aan de maaier worden gemonteerd:
1.Breng de bevestigingsbeugels aan op de pennen
van de regenkap (fig. 11).
2.Draai het rechte uiteinde van de veer omhoog en
houd het in verticale stand (fig. 11).
Zet de uiteinden van de handgreep vast met twee
schroeven.
8
3.Druk de bevestigingsbeugels in de bijbehorende
gaten in de maaierkap (fig. 12).
Voor ingebruikname
WAARSCHUWING
Batterijen opladen
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
• Contact met water tijdens gebruik van het
apparaat kan een elektrische schok
veroorzaken.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Een elektrische schok kan (fataal) letsel
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Raak de stekker of het apparaat niet met
natte handen aan of als u in water staat.
• Gebruik uitsluitend een verlengsnoer
voorzien van het CE-merk.
MOGELIJK GEVAAR
• Het verlengsnoer kan beschadigd worden.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Een beschadigd snoer kan schokken of
brand veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Controleer het snoer zorgvuldig voordat u
het apparaat oplaadt. De maaier niet
opladen als het snoer beschadigd is. Een
beschadigd snoer direct vervangen of
repareren. Vraag uw TORO Service Dealer
om hulp.
3.Til de regenkap op en steek de contrastekker van
het verlengsnoer in de contactdoos. Steek de
stekker aan het andere uiteinde van het
verlengsnoer in een normaal 230 V stopcontact
(fig. 14). Gebruik uitsluitend een verlengsnoer
met CE-merk (meegeleverd bij de maaier).
Volledig ontladen batterijen worden in circa 12–16
uur opgeladen. De batterijen na elk gebruik
opladen. Als de batterijen niet na elk gebruik
worden opgeladen, wordt de levensduur bekort.
Ook opladen als de maaier maar enkele minuten
is gebruikt. De batterij heeft namelijk geen
“geheugen.”
NB.:De batterijen zijn in de fabriek
opgeladen. Ze moeten echter vóór het
eerste gebruik van de maaier volledig
worden opgeladen.
Batterijen opladen:
1.Batterijen altijd op een droge, beschutte plaats
opladen. De maaier uit de buurt van water en
brandbare stoffen plaatsen.
2.Als de stop in de contactdoos zit, de stop
verwijderen (fig. 13).
4.De drie LED-lampjes onder elkaar op het
bedieningspaneel geven de oplaadstatus van de
batterijen aan (fig. 15). Zie de tabel Betekenis
van LED-lampjes bij opladen, pagina 10, voor
de betekenis van de LED-lampjes.
Het rode lampje op het bedieningspaneel begint
te knipperen. Dit geeft aan dat de batterijen
aanwezig zijn en gereed zijn om te worden
opgeladen.
5.Na enkele minuten houdt het rode lampje op met
knipperen en blijft het constant branden. Dit
geeft aan dat de batterijen worden opgeladen.
6.Als de batterijen bijna volledig opgeladen zijn,
dooft het rode lampje en gaat het groene lampje
branden. Het rode en groene lampje gaan daarna
beurtelings branden. Als het groene lampje meer
dan het rode lampje brandt, zijn de batterijen
volledig opgeladen.
NB.:Maak het verlengsnoer nooit los door
aan het snoer te trekken; pak altijd de
stekker zelf vast.
9
BELANGRIJK: De maaier is zo ontworpen
dat deze veilig gedurende langere tijd met
aangesloten verlengsnoer kan blijven staan.
Aanbevolen wordt tijdens het maaiseizoen de
stekker continu in de maaier te laten (om die
op te laden). Buiten het maaiseizoen kan de
stekker uit de maaier worden genomen en de
maaier worden opgeborgen (voor maximaal
BETEKENIS VAN LED-LAMPJES BIJ OPLADEN
OplaadstatusRoodGroenGeel
zes maanden) als de batterijen volledig
opgeladen zijn en de maaier op een koele,
droge plaats wordt opgeborgen.
NB.:Als het verlengsnoer in de maaier blijft
zitten, is het normaal dat het rode en
groene lampje beurtelings aan en uit
gaan.
Test vóór opladen – lader test batterijen/druppellading van batterijen. Druppellading kan van enkele minuten tot meerdere uren duren.
Batterijen worden opgeladenaanuituit
Batterijen zijn opgeladenuitaanuit
Batterijen niet aanwezig of defectuituitaan
Storing bij opladen – storing van batterijladerniet van
Wacht met opladen – temperatuur te hoog of te laag
voor opladen
Laadniveau van de batterijen
De drie horizontale LED-lampjes boven aan het
bedieningspaneel geven aan hoeveel lading er nog
ongeveer in de batterijen aanwezig is als de maaier in
gebruik is (fig. 15). De lampjes geven alleen een
goede indicatie als de maaier in gebruik is en er
daadwerkelijk gras wordt gemaaid. Hieronder worden
de symbolen onder de LED’s voor het laadniveau van
de batterijen beschreven:
•Vol vierkantje – batterijen zijn tussen 50% en
100% geladen.
•Halfvol vierkantje – batterijen zijn tussen 25%
en 50% geladen.
knippertuituit
niet van
toepassing
niet van
toepassing
BELANGRIJK: De levensduur van de
batterijen wordt bekort als de maaier wordt
gebruikt nadat alle lampjes gedoofd zijn. Stop
met maaien. Laad eerst de batterijen op.
toepassing
niet van
toepassing
Gebruik en
bediening
De maaier is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk
gebruik.
aan
knippert
•Kwartvol vierkantje – batterijen zijn tussen 5%
en 25% geladen.
•Als alle LED-lampjes gedoofd zijn, is de lading
van de batterijen minder dan 5%. De batterijen
moeten dan worden opgeladen.
10
Stop
WAARSCHUWING
De maaier werkt alleen als de stop volledig in de
contactdoos is gedrukt (fig. 16). Om te voorkomen
dat de maaier per ongeluk wordt gestart of door
onbevoegden wordt gebruikt, altijd de stop uit de
contactdoos nemen wanneer u de maaier onbeheerd
achterlaat. De stop is voorzien van een lip met een
gat, zodat die kan worden opgehangen aan bijvoorbeeld een spijker, buiten het bereik van kinderen.
Lees de waarschuwing van de sticker op de stop.
Maaier starten en stoppen
Motor starten
1.Rijd de maaier op een vlakke ondergrond van
beton of asfalt.
NB.:Als de maaier in dik gras wordt gestart,
kan deze vastlopen.
2.Til de regenkap op en steek de stop volledig in
de contactdoos (fig. 16).
MOGELIJK GEVAAR
• Als de stop zich in de contactdoos bevindt,
kan de maaier worden gestart. Iemand zou
de maaier per ongeluk kunnen starten.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Per ongeluk starten van de maaier kan
leiden tot ernstig letsel van u of
omstanders.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Verwijder altijd de stop uit de contactdoos
als u de maaier onbeheerd achterlaat, ook
al is het maar voor korte tijd.
2.Verwijder altijd de stop uit de contactdoos als u
de maaier onbeheerd achterlaat. Hang de stop op
een hoge plaats op, buiten het bereik van
kinderen.
3.Batterijen altijd direct na elk gebruik van de
maaier opladen. Als de batterijen niet na elk
gebruik worden opgeladen, wordt de levensduur bekort. Zie Batterijen opladen in het
hoofdstuk Voor ingebruikname.
3.Trek de bedieningsstang naar de handgreep toe
terwijl u de schuif op de bedieningsstang omlaag
drukt (fig. 17).
4.Trek de bedieningsstang tegen de handgreep aan
(fig. 18).
NB.:Laat de motor draaien bij het maken
van bochten. Uitschakelen van de
motor bij het maken van bochten
bespaart geen energie.
Motor uitschakelen
1.Laat de bedieningsstang los.
BELANGRIJK: De maaier is zo ontworpen
dat deze veilig gedurende langere tijd met
aangesloten verlengsnoer kan blijven staan.
Aanbevolen wordt tijdens het maaiseizoen de
stekker continu in de maaier te laten (om die
op te laden). Buiten het maaiseizoen kan de
stekker uit de maaier worden genomen en de
maaier worden opgeborgen (voor maximaal
zes maanden) als de batterijen volledig
opgeladen zijn en de maaier op een koele,
droge plaats wordt opgeborgen.
Veiligheidsschakelaar
Als de maaier te zwaar belast wordt, wordt de stroom
door de veiligheidsschakelaar onderbroken. Ga als
volgt te werken om de veiligheidsschakelaar weer in
te schakelen.
11
BELANGRIJK: De veiligheidsschakelaar
nooit indrukken met de stop in de contactdoos en de bedieningsstang tegen de
handgreep aan getrokken.
1.Verwijder de stop uit de contactdoos (fig. 16).
Algemene tips voor fijnmaken
De maaier is bedoeld voor het fijnmaken van gras met
de zij-afvoerdeur volledig gesloten (fig. 7). Volg de
onderstaande instructies op voor het fijnmaken van
gras of bladeren, voor het beste maairesultaat en een
goed uiterlijk van het gazon:
2.Wacht 30 seconden à 1 minuut voordat u de
veiligheidsschakelaar indrukt (fig. 16).
3.Steek de stop weer in de contactdoos.
4.Ga door met maaien, met minder belasting van
de maaier.
Als de veiligheidsschakelaar herhaaldelijk
uitschakelt, een hogere maaihoogte instellen of de
zij-afvoerkoker gebruiken.
Tips voor het maaien
Gebruiksduur van de batterijen
Bij een grasmaaier die op batterijen werkt, bepalen de
toestand van het gras en de manier waarop u maait
hoe lang u de maaier met een volle batterijlading kunt
gebruiken.
•Houd het mes scherp
maaiseizoen. Vijl regelmatig de bramen op het
mes weg.
•Maai alleen droog gras of blad. Nat gras en
blad hebben de neiging tot aankoeken en kunnen
verstoppingen of stoppen van de motor
veroorzaken. Op nat gras kunt u bovendien
uitglijden en vallen.
gedurende het hele
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
• Op nat gras kunt u uitglijden en in
aanraking komen met het maaimes.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Hierdoor kunt u ernstig verwond raken
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Maai daarom alleen onder droge
omstandigheden.
De volgende factoren zijn van invloed op de
gebruiksduur van de batterijen:
•Vochtgehalte van het gras – hoe vochtiger het
gras, hoe sneller de batterijen ontladen worden.
•Snelheid van lopen/maaien – hoe sneller u loopt,
hoe sneller de batterijen ontladen worden.
•Maaimethode – het fijnmaken van gras vraagt de
meeste energie. Daarna komt het gebruik van een
grasopvangzak. Het gebruik van een zij-afvoerkoker kost de minste energie.
•Maaihoogte-instelling – als de batterijen te snel
leeg zijn, kunt u proberen de maaihoogte één
stand hoger te zetten.
12
•Neem de stop uit de contactdoos en maak steeds
na gebruik de onderzijde van de maaikast
schoon.
•Gras groeit niet het gehele jaar even snel.
Wanneer het ’s zomers heet is, is het over het
algemeen aan te raden het gras te maaien op
maaihoogte 6,4 cm, 7,6 cm of 8,9 cm. Slechts
ongeveer !/3 van de lengte van het gras moet
worden afgemaaid. Afgeraden wordt om onder
de maaihoogte van 6,4 cm te maaien, tenzij er
weinig gras is of het laat in de herfst is, en het
gras langzamer groeit.
•Wanneer de maaihoogte wordt veranderd van de
ingestelde hoogte (6,4, 7,6 of 8,9 cm) naar een
lagere hoogte, kan het gras er in eerste instantie
rafelig of onregelmatig uit zien.
Het gras moet zich dan eerst aanpassen aan de
nieuwe maaihoogte en krijgt daarna het normale
uiterlijk.
•Als er gras van meer dan 15 cm lang moet
worden gemaaid, kunt u het best eerst met de
zij-afvoerkoker maaien, of het mes wat hoger
instellen en langzamer lopen. Vervolgens maait u
het gras dan nog eens op een normalere hoogte.
Als het gras te lang is en er plukken gras op het
gazon achterblijven, kan de maaier verstopt
raken, waardoor de motor stopt.
•Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het gemaaide gras beter over het gazon
verspreid en vindt een betere bemesting plaats.
•Als u veel eikebladeren fijnmaakt, kunt u het
best in het voorjaar kalk op het gras aanbrengen,
om de hoge zuurgraad van de eikebladeren te
neutraliseren.
Afstellen van maaihoogte
De maaier heeft vijf standen voor de maaihoogte:
3,8 cm, 5,1 cm, 6,4 cm, 7,6 cm en 8,9 cm. Met de
achterste hefboom stelt u de maaihoogte voor beide
achterwielen in; met de voorste hefboom stelt u de
maaihoogte voor beide voorwielen in.
GEVAAR
Als het gemaaide grasveld er niet goed uitziet, kunt u
een of meer van de volgende remedies proberen:
•Slijp het mes.
•Loop langzamer tijdens het maaien.
•Stel de maaier in op een hogere maaihoogte.
•Maai het gras vaker.
•Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
•Stel de maaihoogte van de voorwielen één stand
hoger in dan die van de achterwielen.
(Bijvoorbeeld: de voorwielen op 6,4 cm en de
achterwielen op 5,1 cm.)
Fijnmaken van bladeren
•Wanneer u klaar bent met maaien, moet steeds
nog 50% van het gazon door de laag
fijngemaakte bladeren te zien zijn. Soms is het
nodig hiervoor één of meer keren over de
bladeren heen te gaan.
•Voor een lichte bladbedekking alle wielen op
dezelfde maaihoogte instellen.
MOGELIJK GEVAAR
• Bij het instellen van de maaihoogte kunnen
de handen met het draaiende mes in
aanraking komen.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Aanraking van het mes kan ernstig letsel
veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Schakel de motor uit, wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
en neem de stop uit de contactdoos voordat
u de maaihoogte instelt.
• Zorg dat uw vingers niet onder de maaikast
komen wanneer u de maaihoogte instelt.
1.Schakel de motor uit. Wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen. Neem de stop
uit de contactdoos.
2.Licht de maaikast op, zodat de wielen van de
grond komen. Niet de handen onder de
maaikast steken om de maaikast op te tillen.
Druk de afstellingshefboom naar het wiel toe en
zet hem op de gewenste stand (fig. 19). Zorg
ervoor dat de pen op de hefboom in een uitsparing op de maaikast valt. Stel alle wielen op
dezelfde hoogte in.
•Loop langzamer als de bladeren niet fijn genoeg
worden gemaakt om tussen het gras verborgen te
worden.
NB.:Om de achterwielen gemakkelijker in
te stellen, pakt u het onderste deel van
de handgreep met één hand vast en tilt
13
u de maaier iets op, zodat de wielen
van de grond komen. Druk daarna de
hefboom naar het wiel toe.
•Vuil van de bovenkant van de maaikast af
borstelen.
Eenmaal per jaar
Onderhoud
WAARSCHUWING
MOGELIJK GEVAAR
• Als de stop zich in de contactdoos bevindt,
kan de maaier worden gestart. Iemand zou
de maaier per ongeluk kunnen starten.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Per ongeluk starten van de maaier kan
leiden tot lichamelijk letsel van u of
omstanders.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Verwijder altijd de stop uit de contactdoos
als u de maaier onbeheerd achterlaat, ook
al is het maar voor korte tijd.
•De kap verwijderen (fig. 24) en vuil dat zich
daaronder en bij de batterijen verzameld heeft
verwijderen met behulp van perslucht, een
stofzuiger of een borstel.
BELANGRIJK: Gebruik geen metalen
voorwerp om rond de batterij schoon te
maken. Als een metalen voorwerp contact
tussen plus- en minpool van batterijen maakt,
ontstaat er kortsluiting. Batterijen of kabels
kunnen oververhit raken en brandwonden
veroorzaken.
•Controleer kabels, batterij- en
schakelaaraansluitingen op verkleuring of
verbranding. In geval van beschadiging contact
opnemen met een erkende Toro Service Dealer
voor reparatie.
Mes
Schoonmaken
Voordat u de maaier gaat schoonmaken de motor
uitschakelen, wachten tot alle bewegende delen tot
stilstand zijn gekomen en de stop uit de contactdoos
nemen.
BELANGRIJK: Bij schoonmaken geen water
op de maaier spuiten of gieten. Vocht kan
binnendringen in de maaier en het roesten
van inwendige onderdelen veroorzaken.
Na elk gebruik
•Maak de onderkant van de maaikast schoon.
Houd vooral de holte aan de voorkant vrij van
vuil (fig. 20). Verwijder vuil en gras met een
hardhouten schraper. Bramen en scherpe randen
vermijden.
Maai altijd met een scherp mes. Met een scherp mes
bereikt u een goed maairesultaat zonder het gras af te
scheuren, wat bij een bot mes kan gebeuren.
VOORZICHTIG
MOGELIJK GEVAAR
• De motor kan per ongeluk door iemand
worden gestart.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Wanneer de motor onbedoeld wordt
gestart, kan dat ernstig letsel van de
gebruiker of omstanders veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Voordat u het mes gaat controleren,
verwijderen of vervangen, eerst de stop uit
de contactdoos nemen.
14
1.Schakel de motor uit en wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen.
Verwijder de stop uit de contactdoos.
2.Leg de maaier op z’n zijkant (fig. 20).
5.SLIJPEN VAN HET MES – Met behulp van een
vijl kunt u de bovenkant van het mes slijpen,
waarbij u de oorspronkelijke snijhoek in stand
houdt (fig. 23). Als u aan beide snijkanten
evenveel materiaal verwijdert, blijft het mes in
evenwicht.
3.CONTROLEREN VAN HET MES – Controleer
het mes zorgvuldig op scherpte en slijtage, met
name op het raakvlak van vlakke en gebogen
delen (fig. 21A). Het metaal dat deze delen
verbindt kan door zand en schurend materiaal
afslijten. De maaier moet daarom voor gebruik
worden gecontroleerd. Als u gleuven of slijtage
constateert (fig. 21B en 21C), dient het mes te
worden vervangen. Zie stap 4.
NB.:U bereikt het beste resultaat, wanneer u
voor het begin van het maaiseizoen een
nieuw mes plaatst. In de loop van het
jaar kunt u dan kleine
onregelmatigheden wegvijlen om de
snijrand scherp te houden.
GEVAAR
MOGELIJK GEVAAR
• Een versleten of beschadigd mes kan
breken en een stuk van het mes kan worden
uitgeworpen naar gebruiker of omstanders.
WAT ER KAN GEBEUREN
• Een uitgeworpen stukje mes kan gebruiker
of omstanders ernstig verwonden of zelfs
doden.
BELANGRIJK: Controleer de balans van het
mes door het op een mesbalans te leggen. In
de ijzerwinkel kunt u een goedkope balans
kopen. Wanneer een mes in evenwicht is,
blijft het horizontaal liggen. Is het mes niet in
balans, dan helt het over naar de zwaardere
kant. In dit geval moet nog wat metaal van de
snijkant aan die kant worden afgevijld.
6.Monteer het scherpe, gebalanceerde mes, de ring
en de mesbout. Het wiekdeel van het mes moet
naar de bovenkant van de maaikast wijzen. De
ring is gebogen en moet met de gebogen kant
naar beneden worden gemonteerd, zoals getoond
in figuur 22. Draai de mesbout vast met een
aanhaalkoppel van 48-54 Nm.
Vervangen van de batterijen
Verwijderen van de batterijen
1.Schakel de motor uit en neem de stop uit de
contactdoos.
2.Verwijder de vier schroeven van de kap en
verwijder daarna de kap (fig. 24).
3.Het bedieningspaneel uit de weg plaatsen.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
• Controleer het mes regelmatig op slijtage of
beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
4.VERWIJDEREN VAN HET MES – Pak het
uiteinde van het mes vast met behulp van een
oude lap of dikke gewatteerde handschoen.
Verwijder de bout op het mes, de ring en het mes
(fig. 22).
4.Verwijder de schroeven van de bevestigingsband
van de batterijen (fig. 25).
5.Maak de plus- en minkabels los van de
batterijpolen (fig. 25).
6.Verwijder de drie verbindingskabels van de
batterijen en werp die in de vuilnisbak (fig. 25).
7.De onderkant van het batterijenblok zit met tape
aan de onderkant van de maaikast vast. Beweeg
het batterijenblok heen en weer om het los te
maken van de tape en neem het uit de maaier.
15
Plaatsen van nieuwe batterijen
Onderhoud van de dubbel-
NB.:Gebruik uitsluitend batterijen van
volgende type en grootte: YUASA
onderhoudsvrij, oplaadbaar, 6 V, 12,5
A, NPX50-6.
1.Verwijder de oude tape van de bodem van de
maaier met een plamuurmes.
2.Verwijder het beschermpapier van de tweezijdige
tape op de onderkant van de nieuwe batterijen.
3.Plaats de nieuwe batterijen zo in de maaier dat
de minkabels zich aan de rechterkant en de
pluskabels zich aan de linkerkant van de maaier
bevinden (fig. 25).
NB.:De linker- of rechterkant van de
machine betekent gezien vanaf de
normale bedieningspositie, waarbij u
achter de handgreep staat.
4.Sluit de plus- en minkabels op de batterijpolen
aan (fig. 25).
5.Monteer de bevestigingsband over de batterijen
(fig. 25).
6.Monteer de kap met de vier schroeven (fig. 24).
geïsoleerde maaier
In een dubbel-geïsoleerd apparaat zijn twee
isolatiesystemen aangebracht in plaats van aarding.
Op een dubbel-geïsoleerd apparaat is geen
aardaansluiting aangebracht; het apparaat mag dan
ook niet van een aardaansluiting worden voorzien.
Onderhoud van een dubbel-geïsoleerd apparaat
vereist uiterste zorgvuldigheid en kennis van het
systeem, en dient derhalve uitsluitend door
gekwalificeerde technici te worden uitgevoerd.
Nieuwe onderdelen voor een dubbel-geïsoleerd
apparaat moeten identiek zijn aan de onderdelen die
worden vervangen. Een dubbel-geïsoleerd apparaat is
voorzien van de aanduiding “DOUBLE
INSULATION” of “DOUBLE INSULATED.” Ook
kan het symbool (vierkant in een vierkant)
apparaat zijn aangebracht.
op het
Stalling
De maaier op een koele, droge en schone plaats
stallen. Een maaier met batterijen niet in een
verwarmde kelder stallen. De maaier afdekken tegen
stof en beschadiging.
Afvoeren van oude batterijen
GEBRUIKTE BATTERIJEN NIET MET HET
NORMALE HUISVUIL WEGWERPEN!
DEZE LOODBATTERIJEN MOETEN OP
MILIEUVRIENDELIJKE WIJZE WORDEN
INGEZAMELD, GERECYCLED OF
AFGEVOERD.
Loodbatterijen verbranden, begraven of wegwerpen
bij het normale huisvuil is WETTELIJKVERBODEN.
Breng de batterijen naar een erkend inzamelpunt.
Mogelijk is dat het verkooppunt waar u de batterijen
hebt aangeschaft.
Informeer indien nodig bij de gemeente naar een
inzamelpunt voor batterijen.
1.Maak de maaikast schoon. Zie Schoonmaken in
het hoofdstuk Onderhoud
2.Verwijder maaisel en vuil van de uitwendige
delen van de kap en bovenzijde van de maaikast.
3.Controleer het maaimes. Zie Mes in het
hoofdstuk Onderhoud.
4.Draai alle moeren, bouten en schroeven goed
aan.
5.De maaier is zo ontworpen dat deze veilig
gedurende langere tijd met aangesloten
verlengsnoer kan blijven staan. Aanbevolen
wordt tijdens het maaiseizoen de stekker continu
in de maaier te laten (om die op te laden). Buiten
het maaiseizoen kan de stekker uit de maaier
worden genomen en de maaier worden
opgeborgen (voor maximaal zes maanden) als de
batterijen volledig opgeladen zijn en de maaier
op een koele, droge plaats wordt opgeborgen.
16
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.