Toro 20814 Operator's Manual [nl]

Form No. 3328-925 Rev A
48 cm Recycler
Loopmaaimachine
Modelnr. 20814 – 230000001 en hoger Modelnr. 20817 – 230000001 en hoger
Gebruikershandleiding
Vertaling van de oorspronkelijke versie (NL)
Inhoud
Inleiding 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheid 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene veiligheidsregels i.v.m. de maaimachine . . .
3
Geluidsdruk 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geluidsvermogen 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trilling 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheids- en instructiestickers 6. . . . . . . . . . . . .
Montage 6. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De maaimachine uitpakken 6. . . . . . . . . . . . . . . . .
De handgreep bevestigen 6. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het startkoord plaatsen 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoogte van handgreep instellen 7. . . . . . . . . . . . . .
Graszak monteren 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voor ingebruikname 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Carter met olie bijvullen 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De brandstoftank vullen met benzine 8. . . . . . . . .
Onderhoudsschema raadplegen 9. . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bedieningsorganen 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motor starten 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motor afzetten 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zelfaandrijving gebruiken 10. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maaihoogte instellen 11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De graszak gebruiken 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Fijnmaakafsluiter monteren 12. . . . . . . . . . . . . . . . .
Achteruitvoer 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tips voor bediening en gebruik 13. . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aanbevolen onderhoudsschema 14. . . . . . . . . . . . . .
Oliepeil van de motor controleren 15. . . . . . . . . . . .
Onderkant van de maaikast reinigen 15. . . . . . . . . .
Afvoertunnel en fijnmaakafsluiter reinigen 16. . . . .
Luchtfilter vervangen 16. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van de bougie 16. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kabel van de zelfaandrijving afstellen 17. . . . . . . .
Zelfaandrijving smeren 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Motorolie verversen 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud van het maaimes 19. . . . . . . . . . . . . . . .
Ruimte onder de drijfriemkap reinigen 20. . . . . . . .
Het koelsysteem reinigen 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Benzine aftappen uit de brandstoftank 20. . . . . . . .
Inklappen van de handgreep 21. . . . . . . . . . . . . . . .
Blz.
Blz.
Stalling 21. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het brandstofsysteem gebruiksklaar maken 21. . . .
De motor gebruiksklaar maken 22. . . . . . . . . . . . . .
Algemene informatie 22. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uit de stalling halen 22. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Storingen, oorzaak en remedie 23. . . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding
Lees deze handle iding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruike n en onderhoude n. De informati e in de ze handle idi ng ka n u en ande ren hel pen letsel en schade te voorkomen. Hoewel Toro veilige producten ontwerpt en fabriceert, blijft u verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine.
U kunt rechtstreeks contact met Toro opnemen op www.Toro.com om informatie over producten en accessoires te verkrijgen, een dealer te vinden of uw product te registreren.
Als u servic e , originele Toro-onderdelen of aanvull e nde informatie nodi g hebt, kunt u cont act opne men me t een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het produc t te verm elde n. De loc ati e va n he t modelnummer en het se rie numm er va n het product is aangegeven op Figuur 1 .
2
1
Figuur 1
1. Locatie van het modelnummer en het serienummer.
2. Achterklep
U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder:
Modelnr.:
Serienr.:
m-4787
2004 door The Toro Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420-1196
, USA
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel
U kunt contact met ons opnemen op www.Tor o.com
Alle rechten voorbehouden
Gedrukt in de VS
van u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het
risico aan. Ga als regel altijd uiterst voorzichtig te werk.
Algemene veiligheidsregels i.v.m. de maaimachine
Gevaar duidt op een zeer gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg zal hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Voorzichtig duidt op een gevaarlijke situatie die licht letsel tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
Er worden in deze handleiding nog twee woorden gebruikt om u op belangrijke informatie te wijzen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking: duidt algemene informatie aan die uw bijzondere aandacht verdient.
Veiligheid
Toro heeft deze maaimachine ontwikkeld en getest om een redelijke mate van gebruiksveiligheid te bieden; maar
indien de volgende instructies niet worden nageleefd, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
Waarschuwing
De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif.
Laat de motor niet binnenshuis of in een afgesloten ruimte draaien.
Navolgende instructies zijn afgeleid van ANSI/OPEI-norm B71.1—1998 en ISO-norm 5395:1990(E). Informatie of terminologie die specifiek voor Toro- maaimachines geldt, staat tussen haakjes.
Deze maaimachine kan handen en voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Als u de hierna beschreven veiligheidsinstructies niet opvolgt, kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Instructie
Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor
dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u ze moet gebruiken, voordat u de maaimachine start.
Laat kinderen nooit de maaimachine gebruiken.
Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van de degene die met de machine werkt.
Laat volwassen personen die niet bekend zijn met deze
instructies, nooit de maaimachine gebruiken.
Houd iedereen weg uit het gebied waar u de machine
gebruikt, vooral kinderen en huisdieren. Stop de maaimachine als iemand het maaigebied binnenkomt.
Er kunnen fatale ongelukken gebeuren als de
bestuurder van de maaimachine niet alert is op de aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden vaak aangetrokken door een maaimachine en maai-activiteiten. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst heeft gezien.
Het is van essentieel belang dat u of elke andere gebruiker van de maaimachine eerst de handleiding leest en begrijpt alvorens de machine in gebruik te nemen. Hierdoor worden maximale veiligheid, de beste maairesultaten en inzicht in het product verkregen.
Dit is het veiligheidssymbool. Het wordt gebruikt
om u attent te maken op mogelijk risico’s op lichamelijk letsel. Houd u aan alle veiligheidsberichten bij dit symbool teneinde lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen.
Onjuist gebruik of onderhoud van de maaimachine kan letsel veroorzaken. Om het risico van letsel te verminderen, moet u zich aan de veiligheidsinstructies houden.
Houd kinderen weg van de plaats waar wordt gemaaid
en plaats ze onder toezicht van een verantwoordelijke volwassene.
Let goed op en zet de maaimachine af als kinderen het
maaigebied binnenkomen.
Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen, en andere objecten die het zicht kunnen belemmeren.
Denk erom dat de bestuurder verantwoordelijk is voor
ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen.
Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor de
juiste bediening en installatie van accessoires. Gebruik uitsluitend accessoires die de fabrikant heeft goedgekeurd.
Voor ingebruikname
Inspecteer grondig het terrein waar u de maaimachine
wilt gebruiken, en verwijder alle stenen, stokken, draden, botten en andere vreemde voorwerpen.
Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en
stevige schoenen.
Draag geen schoenen met open tenen en loop niet
blootsvoets.
Draag altijd oogbescherming of een veiligheidsbril die
de ogen geheel afsluit, als u de maaimachine gebruikt.
Waarschuwing: Benzine is uiterst ontvlambaar. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen: – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken
die speciaal daarvoor bedoeld zijn.
– Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het
bijvullen niet roken.
– Vul zo nodig brandstof bij voordat u de motor
aanzet. Verwijder nooit de dop van de brandstoftank en vul nooit benzine bij wanneer de motor loopt of heet is.
– Probeer de machine niet te starten als er benzine is
gemorst. Verwijder de machine van de plek waar is gemorst, en voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de benzinedampen volledig zijn verdwenen.
– Doe steeds de dop weer zorgvuldig op
brandstoftanks en -containers.
– Als u brandstof moet aftappen uit de brandstoftank,
doe dit dan in de open lucht.
Vervang defecte geluiddempers.
Controleer voor gebruik de messen,
bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op sporen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden.
Let erop dat bij machines met meerdere bladen andere
messen kunnen gaan draaien als u een mes draait.
Gebruiksaanwijzing
Laat de motor niet in een afgesloten ruimte lopen,
omdat zich giftige koolmonoxidedampen kunnen verzamelen.
Alleen bij daglicht of goed kunstlicht maaien.
Zorg dat u op hellingen altijd stevig staat.
Met een zitmaaier dwars op hellingen maaien, nooit
heuvel op en af.
Ga zeer voorzichtig te werk als u op een heuvel van
richting verandert.
Maai niet op al te steile hellingen.
Ga zeer voorzichtig te werk als u de maaimachine
omkeert of naar u toetrekt.
Kijk achter u en omlaag, om te zien of er geen kleine
kinderen zijn, voordat u achteruitgaat met de maaimachine, en ook tijdens die beweging.
Zorg ervoor dat het mes (of de messen) stilstaat(en) als u
de maaim achine schuin moet houden om oppe rvlakke n over te st eke n die nie t met gra s zij n begroe id, en al s u de machine naar het terrein brengt waar u moet maaien of daar weer weghaalt.
Gebruik de maaimachine nooit met defecte bescherm-
of afdekplaten of zonder dat de beveiligingen, (zoals veiligheidsschermen en/of graszak), op hun plaats zitten.
Verander nooit de snelheidsinstellingen van de motor.
Schakel de mes- en aandrijfkoppelingen uit voordat u
de motor start.
Neem bij het starten van de motor zorgvuldig de
instructies in acht en houd uw voeten uit de buurt van het mes of de messen.
Houd de maaimachine niet schuin als u de machine
start of de motor aanzet, behalve als u de machine schuin moet houden om te starten. Houd de machine in dat geval niet schuiner dan nodig is, en til alleen de zijde op die het verst van u verwijderd is.
Zorg ervoor dat u niet voor de afvoeropening staat als
u de motor start.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van draaiende
delen. Blijf altijd uit de buurt van de afvoeropening.
U mag een maaimachine nooit optillen of dragen
terwijl de motor loopt.
Zet de motor af en maakt de bougiekabel los:
– voordat u verstoppingen verwijdert of de
afvoertunnel ontstopt;
– voordat u de maaimachine controleert, reinigt of
daaraan werkzaamheden verricht;
– als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer de
maaimachine op beschadiging en voer reparaties uit voordat u de machine opnieuw start en weer in gebruik neemt; en
Loop stapvoets; nooit rennen.
Houd de handgreep stevig omklemd.
– als de maaimachine abnormaal begint te trillen
(onmiddellijk nakijken).
Zet de motor af:
– als u de maaimachine achterlaat; en – voordat u de brandstoftank bijvult.
Neem gas terug terwijl de motor uitloopt, en als de
motor is uitgerust met een brandstofafsluitklep sluit dan de brandstoftoevoer af nadat u klaar bent met maaien.
Stop het maaimes (de maaimessen) bij het oversteken
van een grindpad, voetpad, of weg.
Zet de motor af en wacht totdat het mes volledig stil
staat voordat u de graszak verwijdert.
Gebruik de maaimachine niet als u onder invloed van
alcohol of drugs verkeert.
Als de maaimachine abnormaal begint te trillen, moet
u de motor afzetten en onmiddellijk nagaan wat de oorzaak daarvan is. Trillingen duiden meestal op problemen.
Hellingen zijn een hoofdfactor bij ongelukken in verband met wegglijden en omvallen, waarbij ernstig letsel kan ontstaan. Als u zich bij een helling ongemakkelijk voelt, maai die dan liever niet.
Kijk uit voor gaten, geulen, sporen en hobbels. In hoog
gras zijn obstakels niet altijd zichtbaar.
Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels of
dijken. U loopt dan de kans weg te glijden of uw evenwicht te verliezen.
Maai niet op nat gras. Dit geeft weinig steun, zodat er
kans op wegglijden is.
Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen.
Controleer regelmatig of ze goed werken.
Houd de ma chi ne vri j van gra s, bla der en of ande re aan-
gekoekte romm el. Ne em gemo rste olie of brandstof op.
Als u een voorwerp raakt, moet u de maaimachine
stoppen en inspecteren. Indien nodig moet u de machine repareren voordat u de motor start.
Probeer nooit de hoogte van de wielen af te stellen,
terwijl de motor loopt.
Componenten van de graszak zijn onderhevig aan
slijtage, beschadiging en achteruitgang, waardoor bewegende delen bloot zouden kunnen komen te liggen, of voorwerpen kunnen worden weggeslingerd. Controleer veelvuldig de onderdelen en vervang deze indien nodig door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen.
De maaimessen zijn scherp en kunnen snijwonden
veroorzaken. Omwikkel het maaimes (de maaimessen) of draag handschoenen, en wees extra voorzichtig bij onderhoud aan de maaimessen.
Verander nooit de snelheidsinstellingen van de motor.
Als u brandstof moet aftappen uit de brandstoftank,
doe dit dan in de open lucht.
Om de beste prestaties en een veilig gebruik te
verzekeren, uitsluitend originele Toro-onderdelen en accessoires gebruiken.
Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in
goede staat zijn en vervang ze indien nodig.
Onderhoud en stalling
Zorg dat alle moeren, bouten (in het bijzonder de
bevestigingsbouten van het mes) en schroeven goed zijn vastgedraaid zodat er veilig met de maaimachine kan worden gewerkt.
Parkeer de machine nooit in een gebouw waar de
dampen in contact kunnen komen met open vuur of vonken, terwijl er nog benzine in de tank zit.
Last de motor afkoelen voordat u de maaimachine in
een afgesloten ruimte stalt.
Om brandgevaar te verminderen moet de motor, de
geluiddemper, het accucompartiment, en de brandstofopslagplaats vrij zijn van gras, bladeren en overtollig smeervet.
Controleer de graszak regelmatig op slijtage en
mankementen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Wees extra voorzichtig als u met benzine omgaat;
benzinedampen zijn explosief.
Geluidsdruk
Deze machine oefent een geluidsdruk van 84 dBA uit op het gehoor van de bestuurder, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG.
Geluidsvermogen
Deze machine heeft een geluidsniveau van 96 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 2000/14/EG.
Trilling
Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van 7,4 m/s2 op de handen en armen, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG.
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers.
93-4105
1. Waarschuwing – Lees de
2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine.
3. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
5. Waarschuwing – Zet de motor af alvorens de machine te verlaten.
Gebruikershandleiding
.
100-4355
1. Maaihoogte-instellingen
Montage
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
De maaimachine uitpakken
1. Neem de maaimachine voorzichtig uit de doos.
Waarschuwing
Onjuist in- of uitklappen van de handgreep kan bekneld raken, uitrekken of andere beschadiging van de kabels veroorzaken. Geknikte, uitgerekte of beschadigde kabels kunnen storingen veroorzaken, waardoor een onveilige situatie ontstaat.
Zorg ervoor dat de kabels niet bekneld raken,
uitrekken of schade oplopen.
Let goed op de kabels als u de handgreep in- of
uitklapt.
De maaimachine niet gebruiken als één of meer
kabels geknikt, uitgerekt of beschadigd zijn. Neem contact op met een erkende Service Dealer.
De handgreep bevestigen
1. Draai de instelknoppe n voor de handgreephoogt e los en
draai het onderste dee l va n de ha ndgreep naar de achterkant van de maaimachine toe, totdat deze in één van de hoogt esta nden van de handgre ep va lt, zoa ls getoond in Figuur 2. Om de hoogt e va n de handgre ep in te stellen, zi e Hoogte va n handgre ep instell en, blz. 7.
1
5
2
1. Handgreepknoppen (2)
2. Bovenste deel handgreep
3. Bouten met ovale kop (2)
3
4
Figuur 2
4. Onderste deel handgreep
5. Instelknoppen voor hoogte van de handgreep (2)
m-4794
2. Leg het bovendeel van de handgreep op de grond
achter de maaimachine, met het label van de handgreep naar boven gericht.
2. Verwijder de handgreepknoppen en de bouten met
ovale kop uit het bovenste deel van de handgreep.
3. Bevestig het bovenste deel op het onderste deel van de
handgreep met de bouten met ovale kop en de handgreepknoppen, zoals getoond in Figuur 2. Draai
de knoppen goed vast.
Opmerking: Zorg ervoor dat de kabels lopen zoals wordt
getoond in Figuur 3.
1
m-4842
Figuur 3
1. Kabels
Het startkoord plaatsen
Graszak monteren
1. Bevestig de twee zijtunnels van de graszak aan het
zakframe, zoals wordt getoond in Figuur 5.
2
1
Figuur 5
1. Zakframe 2. Zijtunnel (2)
m-4.798a
Trek het startkoord door de koordgeleider op de handgreep (Fig. 4).
2
1
210
Figuur 4
1. Koordgeleider 2. Startkoord
Hoogte van handgreep instellen
U kunt de handgreep op 3 hoogten instellen: hoog, middel en laag (Fig. 2). Kies de hoogte die voor u het meest comfortabel is.
Opmerking: Begin aan één uiteinde van de tunnel en druk de tunnel over het frame.
2. Zorg ervoor dat de zijkanten van de zakbodem binnen
het zakframe zitten, zoals wordt getoond in Figuur 6.
Figuur 6
1. Draai de instelknoppen voor de handgreephoogte los.
2. Zet de handgreep in de gewenste hoogtestand.
3. Draai de instelknoppen voor de handgreephoogte weer
vast.
Voor ingebruikname
Carter met olie bijvullen
Het carter kan 0,59 liter olie bevatten. Gebruik uitsluitend hoogwaardige reinigingsolie, type SAE 30 of 10W30, met “onderhoudsclassificatie” SF, SG, SH of SJ van het American Petroleum Institute (API).
Controleer voor elk gebruik of het oliepeil tussen de markeringen Add (bijvullen) en Full (vol) op de peilstok staat (Fig. 7).
De brandstoftank vullen met benzine
Gebruik voor de beste resultaten schone, verse, loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger. Om te zorgen dat de benzine voldoende vers is, moet u niet meer benzine aanschaffen dan u naar verwachting in 30 dagen zult gebruiken. Als u loodvrije benzine gebruikt, zullen zich minder verbrandingsproducten in de motor afzetten en heeft de motor een langere levensduur. U mag ook gelode benzine gebruiken als er geen loodvrije benzine verkrijgbaar is.
1
2
1626
Figuur 7
1. Olievuldop 2. Peilstok
Olie bijvullen gaat als volgt:
1. Zet de maaimachine op een horizontaal oppervlak.
2. Maak de omgeving van de peilstok schoon (Fig. 7).
3. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien
en eruit te trekken.
4. Veeg de peilstok met een schone doek schoon.
5. Steek de peilstok helemaal in de vulbuis, en haal hem
er weer uit.
Opmerking: Voor een correcte aflezing van het oliepeil is het belangrijk dat de stok helemaal omlaag in de buis gaat.
6. Lees het oliepeil af van de peilstok (Fig. 7).
7. Als het peil onder de Add (bijvullen)-markering op de
peilstok staat, giet dan langzaam net genoeg olie in de vulopening totdat het peil de Full (vol)-markering op de peilstok bereikt.
Belangrijk Meng nooit olie door de benzine. Belangrijk Nooit methanol, benzine die methanol
bevat, gasohol met meer dan 10% ethanol, superbenzine of wasbenzine gebruiken, omdat deze het brandstof­systeem van de motor kunnen beschadigen.
Belangrijk Gebruik gee n benz ine di e nog is ove rge-
bleven va n een vori g ma ai sei zoe n of die zel fs nog oude r is.
Gevaar
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Vul de benzinetank in de open lucht wanneer de
motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 6 tot 13 mm vanaf de onderkant van de vulbuis. Dit geeft de benzine ruimte om uit te zetten.
Als u werkt met benzine, mag u nooit roken en
moet u uit de buurt blijven van open vuur of plaatsen waar benzinedampen door een vonk tot ontbranding kunnen komen.
Benzine in een goedgekeurd benzinevat en
buiten bereik van kinderen bewaren.
Koop nooit meer benzine dan u in 30 dagen
kunt opmaken.
Belangrijk Giet niet te veel olie in het carter; als de
motor daarna gaat lopen, ontstaat schade aan de motor. Tap de overtollige olie af totdat het oliepeil weer op de Full (vol)-markering staat.
8. Steek de peilstok in de vulbuis en draai de dop
rechtsom totdat deze goed vast zit.
Loading...
+ 16 hidden pages