Deze instructiehandleiding helpt u bij het gebruik van alle functies van de Suunto G6,
een wristop computer die speciaal is ontworpen voor golfspelers.
1.1. VERTROUWD RAKEN MET DE SUUNTO G6
De onderstaande afbeelding geeft de knoppen van de Suunto G6 weer:
SELECT
BACK/ALT
4
UP
ENTER
DOWN
Modi en menu's gebruiken
De Suunto G6 heeft 5 verschillende modi voor verschillende functies:
• TIME (Tijd): geeft de tijd, datum, stopwatch en het alarm weer en u kunt
algemene instellingen wijzigen
• GAME: gebruik de Suunto G6 tijdens het spel als een scorekaart
• PRACTICE (Oefenen): bekijk de swinginformatie en verbeter uw swingtechniek
• TEST: voer een test uit voor uw swingconsistentie
• MEMORY (Geheugen): bekijk opgeslagen games, oefeningen, testen, historie
afspelen en spelinstellingen wijzigen
1. Gebruik de knoppen UP/DOWN om tussen de vijf verschillende modi te bladeren.
2. Als een modus is geactiveerd, kunt u een menu (TIME, MEMORY) openen door op
ENTER te drukken of u start de geselecteerde activiteit zoals een nieuw spel of
een oefensessie.
3. Gebruik de knoppen UP/DOWN om door de menu's te bladeren en druk op ENTER
om een item te selecteren
TIP: U kunt terugbladeren in de menu's door op de knop BACK/ALT te drukken.
Kort indrukken en lang indrukken
De knoppen SELECT, BACK/ALT en ENTER kunnen verschillende functies hebben
afhankelijk van hoe lang u ze indrukt. Met lang indrukken wordt bedoeld dat u een
knop langer dan twee seconden ingedrukt moet houden. In deze handleiding staat
aangegeven wanneer dit noodzakelijk is.
5
Knop vergrendelen
U kunt de knop vergrendelen als u zich in de modus Time bevindt. Om dit te activeren
of uit te schakelen:
1. Druk op ENTER.
2. Druk binnen 2 seconden op SELECT.
Als de functie knop vergrendelen is ingeschakeld, wordt -symbool weergegeven.
6
1.2. DE EERSTE STAPPEN MET DE SUUNTO G6
Het is erg eenvoudig om uw Suunto G6 voor de
eerste keer in gebruik te nemen: het enige dat u
moet doen, is de huidige datum en tijd instellen.
1. Als de Suunto G6 de tijd weergeeft, drukt u op
de knop ENTER om het menu te openen.
2. Gebruik de knop UP of DOWN om het item
Time in het menu te selecteren.
3. Druk op ENTER om het gemarkeerde item te
selecteren.
4. Druk nogmaals op Time en druk vervolgens op
ENTER.
5. Pas de uren aan met behulp van de knoppen
UP/DOWN.
6. Druk op ENTER om te accepteren en ga verder.
7. Na het instellen van de tijd, drukt u lang op
ENTER.
8. Uw Suunto G6 is nu klaar voor gebruik.
Dit is een goed moment om even een paar minuten te besteden aan het invoeren van de speler en
de baangegevens en het eventueel wijzigen van
de algemene instellingen. Raadpleeg de vervolghoofdstukken in deze Instructiehandleiding voor
instructies.
7
1.3. DE SUUNTO G6 DRAGEN
De Suunto G6 meet uw swingprestatie tijdens een swing. Om de meting zo nauwkeurig mogelijk te maken, moet u het volgende doen:
• Als u een rechtshandige speler bent, draagt u de Suunto G6 aan uw linkerhand
• Als u een linkshandige speler bent, draagt u de Suunto G6 aan uw rechterhand
• Trek de band comfortabel maar wel stevig aan: niet te strak en niet te los
• Let er op dat het display omhoog wijst.
8
2. UW SWING VERBETEREN (DE MODUS PRACTICE)
U kunt de Suunto G6 gebruiken om uw swingprestatie te verbeteren, bijvoorbeeld als
u bezig bent om een nieuwe swingtechniek te leren of als u uw eigen swing wilt verbeteren. Suunto G6 analyseert uw swingconsistentie en geeft informatie die u helpt
bij het verbeteren van bepaalde aspecten van uw swing.
Swinginformatie
De Suunto G6 geeft de volgende swinginformatie:
TEMPO (T): geeft de duur (in seconden) van de
swing aan, gemeten vanaf de opwaartse swing
van de club (backswing) tot aan het balcontact.
RHYTHM (R) (Ritme): geeft de duur van de
downswing (gedeelte van de swing waarbij het
clubblad weer naar de bal beweegt) aan in vergelijking tot het tempo. Als bijvoorbeeld het ritme
20% is, duurt de downswing een vijfde van het
tempo. U kunt het ritme ook bekijken in seconden
(s/s) in plaats van percentages.
LENGTH(L) (Lengte): geeft (in graden) de
lengte van uw backswing aan.
SPEED(S) (Snelheid): geeft de berekende snelheid van de clubhead weer (in kilometer of mile
per uur). De snelheid wordt geschaald volgens de
geselecteerde club. Als er geen club wordt geselecteerd, wordt de snelheid berekend
als of er een driver is geselecteerd.
9
TIP: U kunt tussen de weergave normaal en ritme schakelen door op de knop
BACK/ALT te drukken terwijl de swinginformatie wordt weergegeven. Bij de
weergave ritme wordt de exacte duur van zowel de backswing als de downswing weergegeven.
2.1. OEFENING STARTEN
1. Start een nieuwe sessie in de modus Practice (Oefenen).
2. Als u de swinggegevens voor een bepaalde club later wilt bekijken, selecteert u de
club door op de knoppen UP/DOWN te drukken. Standaard is er geen club geselecteerd. U kunt de club ook wijzigen tijdens de oefening. De informatie kan in het
display van de Suunto G6 of met de Suunto Golf Manager PC-software worden
bekeken.
3. Start met oefenen. De swinginformatie wordt automatisch na elke swing weergegeven.
TIP: Druk op SELECT en kies Good (goed) of Bad (slecht) om een bepaalde
goede slag of een mislukte slag te markeren, bijvoorbeeld omdat u tijdens de
slag werd afgeleid. De bad (slechte) slagen worden niet in het oefenoverzicht
opgenomen. De slagen kunnen verder worden geanalyseerd met de Suunto Golf
Manager PC-software. Selecteer Erase (verwijderen) om de good/bad markering van
een slag te verwijderen.
TIP: Door tijdens het oefenen op ENTER te drukken, wordt de tijd, het aantal
gemaakte swings en de verstreken oefentijd weergegeven.
10
2.2. EEN OEFENSESSIE BEEINDIGEN
U kunt door het oefenoverzicht bladeren door op UP (verder) of DOWN (terug) te
drukken. De volgende gegevens worden weergegeven:
1. Druk op SELECT en kies Quit (Stoppen).
2. Wacht totdat het oefenoverzicht is geanalyseerd.
Oefenoverzicht
You can browse the practice summary forward by pressing UP and backward by
pressing DOWN. The following information is included:
• Session details (Sessiegegevens): gegevens van de oefensessie, inclusief de
duur en het aantal slagen.
• Variation (Variatie): geeft weer hoeveel variatie mogelijk is voor een bepaalde
parameter. Een lager percentage betekent dat uw swingtechniek op dat gebied
goed is.
• Average (Gemiddeld): geeft het totale gemiddelde weer van elke parameter.
• Deviation for tempo, rhyt hm, back swing and length (Afwijking voor tempo,ritme, backswing en lengte): geeft het gemiddelde, de maximum en minimum
waarden en de hoogste en laagste afwijking van uw gemiddelde prestatie weer.
• Swinginformatie voor afzonderlijke swings.
Gebaseerd op de gegevens van het overzicht kunt u bekijken welk gedeelte van uw
swing moet worden verbeterd. Als het variatiepercentage voor tempo aanzienlijk
hoger is dan bijvoorbeeld de overige parameters, dan is het gedeelte waar u zich op
moet richten te verbeteren.
TIP: U kunt op dit punt de markering GOOD/BAD voor een enkele slag wijzigen. De swinginformatie wordt direct na de wijziging opnieuw geanalyseerd.
11
De informatie van de oefensessie wordt in de Suunto G6 opgeslagen. U kunt de
oefeninformatie later bekijken vanuit het menu Stats in de modus Memory. U kunt de
oefensessies ook uit het Suunto G6 geheugen verwijderen.
12
3. UW SUUNTO G6 TIJDENS HET SPEL GEBRUIKEN (DE
MODUS GAME)
U kunt de Suunto G6 gebruiken om de score van
u en uw tegenstander bij te houden tijdens het
golfen en controleren wie de leider is gedurende
het spel.
U kunt ook statische gegevens opslaan, zoals het
aantal fairway-hits of strafslagen die u later kunt
bekijken als onderdeel van een spelhistorie.
Er zijn vier verschillende spelvormen: Scratch,
Stroke, Stableford en Match. Voordat u het spel
start, moet u de spelvorm en de baan selecteren.
Het selecteren van de baan is noodzakelijk zo dat
u uw score aan uw handicap kunt aanpassen.
Voor Scratchplay hoeft er geen baan te worden
geselecteerd.
3.1. HET SPLE SPELEN
Het spel starten
1. In de modus Game drukt u op de knop BACK/ALT om het gewenste speltype te
selecteren.
2. Druk op de knop SELECT om de gewenste baan te selecteren.
3. Druk op ENTER om een nieuw spel te starten.
4. Definieer het aantal spelers met de knoppen UP/DOWN.
13
5. Voer de baanhandicap (CHCP) voor alle spelers in en accepteer de waarden door
op ENTER te drukken. Uw standaardwaarde is uw eigen baanhandicap,
gebaseerd op uw handicapindex. Voor Scratchplay is er geen handicap nodig.
6. Selecteer de eerste hole.
Tijdens het spel
Tijdens uw beurt doet u simpelweg het volgende:
1. Bewaar eventueel uw spelgegevens.
2. Voer het totale aantal putts en slagen voor de
hole in (zie ook Verschillende spelvormenspelen).
3. Leg de score van uw tegenspeler vast. Druk op
ENTER om verder te gaan met de volgende
hole.
U kunt terugbladeren in de selecties door op de
knop BACK/ALT te drukken.
Spelgegevens opslaan
U kunt uw spelgegevens en strafslagen tijdens
het spel opslaan.
1. Druk op SELECT tijdens het invoeren van de
score.
2. Selecteer de functie die u wilt opslaan en druk op ENTER.
• Fairway
• Up/Down
14
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.