Geachte cliënt(e),
Het doet ons veel genoegen dat u hebt
gekozen voor een kwaliteitsproduct van
de firma STIHL.
Dit product werd met moderne
productiemethoden en onder
uitgebreide kwaliteitscontroles
gefabriceerd. Er is ons alles aan
gelegen dat u tevreden bent met dit
apparaat en er probleemloos mee kunt
werken.
Wendt u zich met vragen over uw
apparaat tot uw dealer of de importeur.
Op deze handleiding rust auteursrecht. Alle rechten blijven voorbehouden, vooral het recht op verspreiding, vertaling en verwerking met elektronische systemen.
Symbolen die op het apparaat zijn
aangebracht worden in deze
handleiding toegelicht.
Afhankelijk van het apparaat en de
uitrusting kunnen de volgende symbolen
op het apparaat zijn aangebracht.
Benzinetank; brandstofmengsel van benzine en
motorolie
Hand-benzinepomp
bedienen
Geleiding aanzuiglucht:
zomerstand
Geleiding aanzuiglucht:
winterstand
Codering van tekstblokken
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor kans op ongevallen
en letsel voor personen alsmede voor
zwaarwegende materiële schade.
LET OP
Waarschuwing voor beschadiging van
het apparaat of afzonderlijke
componenten.
Technische doorontwikkeling
STIHL werkt continu aan de verdere
ontwikkeling van alle machines en
apparaten; wijzigingen in de
leveringsomvang qua vorm, techniek en
uitrusting behouden wij ons daarom ook
voor.
Aan gegevens en afbeeldingen in deze
handleiding kunnen dan ook geen
aanspraken worden ontleend.
Veiligheidsaanwijzingen en
werktechniek
Speciale veiligheidsmaatregelen zijn nodig bij het
werken met dit motorapparaat, omdat er met een
zeer hoog toerental van
het snijgarnituur wordt
gewerkt.
De gehele handleiding
voor de eerste ingebruikneming aandachtig
doorlezen en voor later
gebruik goed opbergen.
Het niet in acht nemen
van de handleiding kan
levensgevaarlijk zijn.
De nationale veiligheidsvoorschriften,
bijv. van beroepsgroepen, sociale
instanties, arbeidsinspectie en andere in
acht nemen.
Wie voor het eerst met het
motorapparaat werkt: door de verkoper
of door een andere deskundige laten
uitleggen hoe men hiermee veilig kan
werken – of deelnemen aan een cursus.
Minderjarigen mogen niet met het
motorapparaat werken – behalve
jongeren boven de 16 jaar, die onder
toezicht leren met het apparaat te
werken.
Kinderen, dieren en toeschouwers op
afstand houden.
Als het motorapparaat niet wordt
gebruikt, het apparaat zo neerleggen
dat niemand in gevaar kan worden
gebracht. Het motorapparaat zo
opbergen dat onbevoegden er geen
toegang toe hebben.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen die andere personen of hun
eigendommen overkomen, resp. voor
de gevaren waaraan deze worden
blootgesteld.
Het motorapparaat alleen meegeven of
uitlenen aan personen die met dit model
en het gebruik ervan vertrouwd zijn –
altijd de handleiding meegeven.
Het gebruik van geluid producerende
motorapparaten kan door nationale en
ook plaatselijke, lokale voorschriften
tijdelijk worden beperkt.
Wie met het motorapparaat werkt moet
goed uitgerust, gezond zijn en een
goede lichamelijke conditie hebben.
Wie zich om gezondheidsredenen niet
mag inspannen, moet zijn arts
raadplegen of het werken met een
motorapparaat mogelijk is.
Alleen voor dragers van een pacemaker:
het ontstekingsmechanisme van dit
apparaat genereert een zeer gering
elektromagnetisch veld. Beïnvloeding
van enkele typen pacemakers kan niet
geheel worden uitgesloten. Ter
voorkoming van gezondheidsrisico's
adviseert STIHL de behandelend arts
en de fabrikant van de pacemaker te
raadplegen.
Na gebruik van alcohol, medicijnen die
het reactievermogen beïnvloeden of
drugs mag niet met het motorapparaat
worden gewerkt.
Het motorapparaat – afhankelijk van het
gemonteerde snijgarnituur – alleen
gebruiken voor het maaien van gras of
het knippen van wildgroei, struiken,
struikgewas, bosschages, kleine bomen
of dergelijke.
Voor andere doeleinden mag het
motorapparaat niet worden gebruikt –
kans op ongelukken!
Alleen die snijgarnituren of toebehoren
monteren die door STIHL voor dit
motorapparaat zijn vrijgegeven of
technisch gelijkwaardige onderdelen. Bij
vragen hierover contact opnemen met
een geautoriseerde dealer. Alleen
hoogwaardig gereedschap of
toebehoren monteren. Als dit wordt
nagelaten is er kans op ongelukken of
schade aan het motorapparaat.
STIHL adviseert origineel STIHL
gereedschap en toebehoren te
monteren. Deze zijn qua eigenschappen
optimaal op het product en de eisen van
de gebruiker afgestemd.
Geen wijzigingen aan het apparaat
aanbrengen – uw veiligheid kan hierdoor
in gevaar worden gebracht. Voor
persoonlijke en materiële schade die
door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is
STIHL niet aansprakelijk.
De beschermkap van het motorapparaat
kan de gebruiker niet tegen alle
voorwerpen (stenen, glas, draad enz.)
beschermen die door het snijgarnituur
worden weggeslingerd. Deze
voorwerpen kunnen ergens afketsen en
vervolgens de gebruiker treffen.
Voor het reinigen van het apparaat geen
hogedrukreiniger gebruiken. Door de
harde waterstraal kunnen onderdelen
van het apparaat worden beschadigd.
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting
dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en mag tijdens het
werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding –
combipak, geen stofjas.
Geen kleding dragen waarmee men aan
takken, struiken of de bewegende delen
van het apparaat kan blijven haken. Ook
geen sjaal, das en sieraden dragen.
Lang haar zodanig in een knot dragen
en beveiligen, dat het zich boven de
schouders bevindt.
Veiligheidslaarzen met
een stroeve, slipvrije zool
en stalen neus dragen.
Alleen bij gebruik van maaikoppen zijn
als alternatief stevige schoenen met
stroeve, slipvrije zool toegestaan.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel
te reduceren een nauw
aansluitende veiligheidsbril volgens de norm
EN 166 dragen. Erop letten dat de veiligheidsbril
goed zit.
Een vizier dragen en erop letten dat
deze goed zit. Een vizier alleen biedt
onvoldoende bescherming voor de
ogen.
"Persoonlijke" gehoorbescherming
dragen – zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij het
opschonen, in hoog struikgewas en bij
gevaar door vallende takken.
Robuuste werkhandschoenen van slijtvast
materiaal dragen
(bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma
aan persoonlijke beschermuitrusting
aan.
Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Het motorapparaat hangend aan de
draagriem, of uitgebalanceerd aan de
steel/maaiboom dragen.
Metalen snijgarnituren met behulp van
een transportbeschermkap tegen
onbedoeld contact beveiligen, ook bij
het vervoer over korte afstanden – zie
ook "Transportbeschermkap monteren".
Hete machineonderdelen en de aandrijfkop/het
aandrijfmechanisme niet
aanraken – kans op
brandwonden!
In auto's: het motorapparaat zo
beveiligen dat het niet kan omvallen,
worden beschadigd en er ook geen
benzine uit kan lopen
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
Na het tanken de tankdop
zo vast mogelijk
aandraaien.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten – als er benzine naar
buiten stroomt, de motor niet starten –
levensgevaar door verbranding!
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede
staat controleren – het desbetreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
–Het brandstofsysteem op lekkage
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, handbenzinepomp (alleen bij
motorapparaten met handbenzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! Het apparaat voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren
–De combinatie van snijgarnituur,
beschermkap, handgreep en
draagstel/draagriem moet zijn
vrijgegeven, alle onderdelen correct
gemonteerd
–De stopschakelaar/combischuif
moet gemakkelijk kunnen worden
bediend
–De chokeknop, de
gashendelblokkering en de
gashendel moeten goed gangbaar
zijn – de gashendel moet
automatisch in de stationaire stand
terugveren. Vanuit de standen g
en < van de chokeknop moet deze
bij het gelijktijdig indrukken van de
gashendelblokkering en de
gashendel terugveren in de
werkstand F
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
–Snijgarnituur of
aanbouwgereedschap: correcte
montage, staat en vastzitten
–Veiligheidsinrichtingen
(bijv. beschermkap voor
snijgarnituur, draaischotel) op
beschadigingen, resp. slijtage
controleren. Beschadigde
onderdelen vervangen. Het
apparaat niet met een beschadigde
beschermkap of een versleten
draaischotel (als het opschrift en de
pijlen niet meer duidelijk zichtbaar
zijn) gebruiken
–Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
–De handgrepen moeten schoon en
droog, olie- en vuilvrij zijn –
belangrijk voor een veilige
bediening van het motorapparaat
–De draagriem en de handgreep(-
grepen) overeenkomstig de
lichaamslengte instellen. Zie
hiervoor het hoofdstuk "Draagstel
omdoen" en "Motorapparaat
uitbalanceren".
Het motorapparaat mag alleen in
technisch goede staat worden gebruikt –
kans op ongelukken!
Voor noodgevallen bij gebruik van
draagriemen: Het snel neerleggen van
het apparaat oefenen. Tijdens het
oefenen het apparaat niet op de grond
gooien, om beschadigingen te
voorkomen.
Motor starten
Minstens op 3 m van de plek waar werd
getankt – niet in een afgesloten ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
het snijgarnituur mag geen voorwerpen
en ook de grond niet raken, omdat dit
tijdens het starten kan meedraaien.
Het motorapparaat wordt slechts door
één persoon bediend – geen andere
personen binnen een straal van 15 m
dulden – ook niet tijdens het starten –
kans op letsel – door weggeslingerde
voorwerpen!
Contact met het snijgarni-
tuur voorkomen – kans
op letsel!
De motor niet 'los uit de
hand' starten – starten
zoals in de handleiding
staat beschreven. Het
snijgarnituur draait nog
even door nadat de
gashendel wordt losgela-
ten – naloopeffect!
Stationair toerental controleren: het
snijgarnituur moet bij stationair toerental
– bij losgelaten gashendel – stilstaan.
Licht ontvlambare materialen
(bijv. houtspanen, boomschors, droog
gras, benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar!
Apparaat vasthouden en bedienen
Het motorapparaat altijd met beide
handen op de handgrepen vasthouden.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij uitvoeringen met dubbele handgreep
De rechterhand op de
bedieningshandgreep, de linkerhand op
de handgreep van de draagbeugel.
Bij uitvoeringen met beugelhandgreep
De linkerhand op de beugelhandgreep,
de rechterhand op de
bedieningshandgreep – geldt ook voor
linkshandigen.
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood, direct de motor afzetten – de
stopschakelaar/combischuif richting 0
drukken.
Binnen een brede straal van de plek
waar wordt gewerkt kan door de
weggeslingerde voorwerpen een kans
op ongevallen ontstaan, daarom mogen
er zich binnen een straal van 15 m geen
andere personen ophouden. Deze
afstand ook ten opzichte van andere
objecten (auto's, ruiten) aanhouden –
kans op materiële schade! Ook op een
afstand van meer dan 15 m kan gevaar
niet geheel worden uitgesloten.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat het snijgarnituur na het
loslaten van de gashendel niet meer
draait.
Regelmatig de instelling van het
stationair toerental controleren, resp.
corrigeren. Als het snijgarnituur bij
stationair toerental toch meedraait, het
stationair toerental door een
geautoriseerde dealer laten repareren.
STIHL adviseert de STIHL dealer.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
6
Op obstakels letten: Boomstronken,
wortels – kans op struikelen!
Alleen staand op de grond werken, nooit
op onstabiele plaatsen, nooit op een
ladder of vanaf een hoogwerker.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen om
vermoeidheid en uitputting te
voorkomen – kans op ongelukken!
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Het motorapparaat pro-
duceert giftige
uitlaatgassen zodra de
motor draait. Deze gas-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
apparaten voorzien van
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Geluidsoverlast en uitlaatgasemissie zo
veel mogelijk beperken – de motor niet
onnodig laten draaien, alleen gas geven
tijdens het werk.
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van het
motorapparaat – brandgevaar! Uit het
brandstofsysteem kunnen ontvlambare
benzinedampen ontsnappen.
Tijdens het werk vrijkomend(e) stof,
dampen en rook kunnen schadelijk zijn
voor de gezondheid. Bij sterke stof- of
rookontwikkeling
ademhalingsbescherming dragen.
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist controleren of dit
in goede staat verkeert – zie ook "Voor
het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Motorapparaten die niet meer
bedrijfszeker zijn, in geen geval verder
gebruiken. In geval van twijfel contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
Niet in de warmestartstand < van de
chokeknop werken – het motortoerental
is bij deze stand van de chokeknop niet
regelbaar.
Nederlands
Nooit zonder de op
het apparaat en
het snijgarnituur
afgestemde
beschermkap werken – kans op
letsel door weggeslingerde
voorwerpen!
Terrein controleren: vaste
voorwerpen – stenen,
metalen delen of iets dergelijks kunnen worden
weggeslingerd – ook
meer dan 15 m – kans op
letsel! – En deze kunnen
het snijgarnituur alsmede objecten (zoals
bijv. geparkeerde auto's,
ruiten) beschadigen
(materiële schade).
In onoverzichtelijk, dicht begroeid terrein
bijzonder voorzichtig te werk gaan.
Bij het maaien in hoog struikgewas,
onder bosschages en heggen:
werkhoogte met het snijgarnituur min.
15 cm – dieren niet in gevaar brengen.
Voor het achterlaten van het apparaat –
motor afzetten.
Het snijgarnituur regelmatig, met korte
tussenpozen en bij merkbare
wijzigingen direct controleren:
–De motor afzetten, het apparaat
stevig vasthouden, het snijgarnituur
tot stilstand laten komen
–Op goede staat en vastzitten
controleren, op scheurvorming
letten
–Scherpte controleren
–Beschadigde of botte snijgarnituren
direct vervangen, ook bij zeer kleine
haarscheurtjes
Gras en takkenresten op de koppeling
voor het snijgarnituur regelmatig
verwijderen – verstoppingen ter hoogte
van het snijgarnituur of de beschermkap
verwijderen.
Voor het vervangen van het snijgarnituur
de motor afzetten – kans op letsel!
De aandrijfkop/het aan-
drijfmechanisme wordt
tijdens het gebruik heet.
De aandrijfkop/het aan-
drijfmechanisme niet
aanraken – kans op
verbranding!
Gebruik van maaikoppen
Beschermkap snijgarnituur met de in de
handleiding aangegeven aanbouwdelen
aanvullen.
Alleen beschermkappen met volgens
voorschrift gemonteerd mes monteren,
zodat maaidraden op de toegestane
lengte worden afgesneden.
Voor het nastellen van de maaidraad bij
met de hand nastelbare maaikoppen
beslist de motor afzetten – kans op
letsel!
Verkeerd gebruik, met een te lange
maaidraad, reduceert het
motortoerental. Dit leidt, door het
constant slippen van de koppeling, tot
oververhitting en tot beschadiging van
belangrijke delen (bijv. koppeling, en
delen van de kunststof behuizing) –
bijv. door het bij stationair toerental
meedraaiende snijgarnituur – kans op
letsel!
Gebruik van metalen snijgarnituren
STIHL adviseert originele metalen
STIHL snijgarnituren te monteren. Deze
zijn qua eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Metalen snijgarnituren draaien zeer
snel. Hierbij ontstaan krachten die op
het apparaat, het gereedschap zelf en
op het maaigoed werken.
Metalen snijgarnituren moeten
regelmatig volgens voorschrift worden
geslepen.
Ongelijkmatig geslepen metalen
snijgarnituren veroorzaken een
onbalans die voor extreme belasting van
het apparaat kan zorgen – kans op
breuk!
Botte of verkeerd geslepen snijkanten
kunnen leiden tot een hogere belasting
van het metalen snijgarnituur – kans op
letsel door gescheurde of gebroken
delen!
Metalen snijgarnituren na ieder contact
met harde voorwerpen (bijv. stenen,
rotsblokken, metalen voorwerpen)
controleren (bijv. op scheurtjes en
vervorming). Bramen en andere
zichtbare materiaalopeenhopingen
moeten worden verwijderd, omdat zij bij
verder gebruik op elk moment los
zouden kunnen laten en worden
weggeslingerd – kans op letsel!
Als een roterend metalen snijgarnituur
contact maakt met een steen of een
ander hard voorwerp, kan dit leiden tot
vonkvorming, waardoor onder bepaalde
omstandigheden licht ontvlambare
stoffen vlam zouden kunnen vatten. Ook
droge planten en struikgewas zijn licht
ontvlambaar, vooral bij zeer warme en
droge weersomstandigheden. Als er
kans op brand aanwezig is, het metalen
snijgarnituur niet in de buurt van licht
ontvlambare stoffen, droge planten of
struikgewas gebruiken. Uitdrukkelijk aan
de voor het bosbeheer
verantwoordelijke persoon vragen of er
brandgevaar bestaat.
Beschadigde of gescheurde
snijgarnituren niet meer gebruiken en
niet repareren – bijv. door lassen of
richten – wijziging van de vorm
(onbalans).
Deeltjes of breukstukken kunnen
loskomen en met hoge snelheid de
gebruiker of derden treffen – ernstig
letsel!
Voor het reduceren van de genoemde,
tijdens het gebruik van metalen
snijgarnituren optredende gevaren, mag
het gebruikte metalen snijgarnituur in
geen geval qua diameter te groot zijn.
Het mag niet te zwaar zijn. Het moet van
een kwalitatief goed materiaal zijn
vervaardigd en een juiste geometrie
(vorm, dikte) hebben.
Een niet door STIHL geproduceerd
metalen snijgarnituur mag niet
zwaarder, niet dikker zijn, geen andere
vorm hebben en qua diameter niet
groter zijn dan het grootste, voor dit
motorapparaat vrijgegeven
metalen STIHL snijgarnituur – kans op
letsel!
Trillingen
Langdurig gebruik van het
motorapparaat kan leiden tot door
trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen aan de
handen ("witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgesteld, omdat
deze van meerdere factoren afhankelijk
is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–Bescherming van de handen
(warme handschoenen)
–Rustpauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
–Bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
–Lage buitentemperaturen
–De mate van kracht uitgeoefend
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
apparaat en bij het herhaald optreden
van de betreffende symptomen (bijv.
vingers kriebelen) wordt een medisch
onderzoek geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhoudsen reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers nemen regelmatig deel
aan scholingen en ontvangen
Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan het
apparaat. Bij vragen contact opnemen
met een geautoriseerde dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Bij reparatie-, onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden altijd de
motor afzetten en de bougiesteker
lostrekken – kans op letsel door het
onbedoeld starten van de motor! –
Uitzondering: afstelling carburateur en
stationair toerental.
De motor mag bij een losgetrokken
bougiesteker of bij een losgedraaide
bougie niet met behulp van het
startmechanisme worden getornd –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan
– brandgevaar door de brandstof!
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
Controleer of de uitlaatdemper in een
goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar! –
Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
Symbolen op de beschermkappen
Een pijl op de beschermkap voor het
snijgarnituur geeft de draairichting van
het snijgarnituur aan.
Enkele van de volgende symbolen zijn
aangebracht op de buitenzijde van de
beschermkap en verwijzen naar de
vrijgegeven combinatie
snijgarnituur/beschermkap.
De beschermkap mag
samen met maaikoppen
worden gebruikt.
De beschermkap mag
niet in combinatie met
grassnijbladen worden
gebruikt.
De beschermkap mag
samen met slagmessen
worden gebruikt.
De beschermkap mag
niet in combinatie met
slagmessen worden
gebruikt.
De beschermkap mag
niet in combinatie met
hakselmessen worden
gebruikt.
De beschermkap mag
niet in combinatie met cirkelzaagbladen worden
gebruikt.
NDraagstel gebruiken
NHet motorapparaat met draaiende
motor aan het draagstel vasthaken
Maaikoppen, grassnijbladen en
slagmessen moeten in combinatie met
een draagstel (enkele schouderriem)
worden gebruikt!
Cirkelzaagbladen moeten in combinatie
met een dubbele schouderriem met
snelsluiting worden gebruikt!
Draagstel
De beschermkap mag
niet in combinatie met
maaikoppen worden
gebruikt.
Het draagstel behoort tot de
leveringsomvang of is als speciaal
toebehoren leverbaar.
De beschermkap mag
samen met grassnijbladen worden gebruikt.
Voor soepel 'maaigedrag' – voor
nauwkeurig maaien, zelfs van
onregelmatige grasranden rondom
bomen, heiningpalen etc. – geringe
beschadiging van de boomschors.
Tot de leveringsomvang van de maaikop
behoort een bijlage. De maaikop alleen
volgens de gegevens in de bijlage
uitrusten met maaidraden.
WAARSCHUWING
De maaidraden niet vervangen door
metaaldraad of andere soorten draden –
kans op letsel!
Maaikop met kunststof messen – STIHL
PolyCut
Voor het maaien van niet-afgezette
grasvelden (zonder palen, omheiningen,
bomen en vergelijkbare obstakels).
Op de slijtage-indicatoren letten!
Als van de maaikop PolyCut een van de
markeringen aan de onderzijde is
doorgebroken (pijl): de maaikop niet
meer gebruiken en vervangen door een
nieuwe! Kans op letsel door contact met
de weggeslingerde gereedschapdelen!
Beslist de onderhoudsvoorschriften voor
de maaikop PolyCut in acht nemen!
In plaats van met kunststof messen kan
de maaikop PolyCut ook worden
uitgerust met maaidraden.
Tot de leveringsomvang van de maaikop
behoren de bijlagen. De maaikop alleen
volgens de gegevens in de bijlagen
uitrusten met kunststof messen of
maaidraden.
WAARSCHUWING
In plaats van de maaidraad geen
metaaldraad of ander draad gebruiken –
kans op letsel!
Kans op terugslag bij metalen
snijgarnituren
WAARSCHUWING
Bij gebruik van metalen
snijgarnituren bestaat de
kans op terugslag als het
snijgarnituur een vast
obstakel (boomstam, tak,
boomstronk, steen of iets
dergelijks) raakt. Het
apparaat wordt hierbij
teruggeslingerd – tegen
de draairichting van het
snijgarnituur in.
Er is een hogere kans op terugslag als
het snijgarnituur in de zwarte sector een
obstakel raakt.
Alleen voor gras en onkruid – met het
apparaat net als met een zeis werken.
WAARSCHUWING
Bij onjuist gebruik kan het grassnijblad
worden beschadigd – kans op letsel
door weggeslingerde onderdelen!
Het grassnijblad, als het merkbaar bot is
geworden volgens voorschrift slijpen.
Slagmessen
Voor het maaien van vervilt gras, het
snoeien van wildgroei en struikgewas en
het opschonen van jonge aanplant met
een maximale stamdiameter van 2 cm –
geen dikkere stammen zagen – kans op
ongevallen!
Bij het maaien van gras en het
opschonen van jonge aanplant met het
apparaat net als met een zeis, vlak
boven de grond, werken.
Voor het snoeien van wildgroei en
struikgewas het slagmes van bovenaf in
de plant 'steken' – het snijgoed wordt
verhakseld – hierbij het snijgarnituur niet
boven heuphoogte houden.
Bij deze werktechniek moet uiterst
voorzichtig te werk worden gegaan. Hoe
groter de afstand van het snijgarnituur
ten opzichte van de grond, des te groter
is het risico dat er materiaal opzij wordt
geslingerd – kans op letsel!
Attentie! Bij onjuist gebruik kan het
slagmes worden beschadigd – kans op
letsel door weggeslingerde delen!
Om de kans op ongelukken te
reduceren, het volgende beslist in acht
nemen:
–Contact met stenen, metalen
voorwerpen en dergelijke
voorkomen
–Geen hout of struikgewas met een
diameter van meer dan 2 cm
doorsnijden (zagen) – voor grotere
diameters gebruikmaken van een
cirkelzaagblad
–Het slagmes regelmatig op
beschadigingen controleren – een
beschadigd slagmes niet verder
gebruiken
–Het slagmes regelmatig en als het
merkbaar bot is geworden volgens
voorschrift slijpen en – indien nodig
– balanceren (STIHL adviseert dit
door de STIHL dealer te laten
uitvoeren)
Cirkelzaagblad
Voor het afzagen van struiken en bomen
tot een stamdiameter van 4 cm.
Het beste zaagresultaat wordt bereikt
met vol gas en een gelijkmatige
aanzetdruk.
Cirkelzaagbladen alleen met een bij de
diameter van het snijgarnituur passende
aanslag gebruiken.
WAARSCHUWING
Contact van het cirkelzaagblad met
stenen en de grond beslist voorkomen –
kans op scheurvorming. Het
cirkelzaagblad bijtijds en volgens
voorschrift slijpen – botte tanden kunnen
leiden tot scheurvorming en hierdoor tot
breuk van het zaagblad – kans op
ongelukken!
Bij het kappen ten minste twee
boomlengtes afstand tot aan de
volgende werkplek aanhouden.
Kans op terugslag
De kans op terugslag is in de zwarte
sector zeer groot: in deze sector het
cirkelzaagblad niet tegen het hout zetten
om te zagen.
In de grijze sector is er ook kans op
terugslag: deze sector mag alleen door
ervaren en speciaal geschoolde
personen worden gebruikt, met gebruik
van speciale werktechnieken.
In de witte sector kan praktisch zonder
terugslag en gemakkelijk worden
gewerkt. Het cirkelzaagblad altijd in
deze sector tegen de te zagen stam
plaatsen.
Afhankelijk van het snijgarnituur de
juiste combinatie uit de tabel kiezen!
WAARSCHUWING
Om veiligheidsredenen mogen alleen
snijgarnituren, beschermkappen,
handgrepen en draagstellen uit dezelfde
tabelregel worden gecombineerd.
Andere combinaties zijn niet toegestaan
– kans op ongelukken!
Aanbouwgereedschappen zijn voor de
STIHL FS 260 R niet vrijgegeven.
Het volgende
STIHL aanbouwgereedschap mag op
het basismotorapparaat worden
gemonteerd:
AanbouwgereedschapToepassing
BFgrondfrees
Dubbele handgreep
monteren
Dubbele handgreep met draaibare
handgreepsteun monteren
De draaibare handgreepsteun is af
fabriek al op de steel/maaiboom
gemonteerd. Voor de montage van de
draagbeugel moeten de klembeugels
worden verwijderd.
Klembeugels verwijderen
NDe onderste klembeugel (1) en de
bovenste klembeugel (2)
vasthouden
NKnevelbout (3) losdraaien – na het
losdraaien van de knevelbout zitten
de onderdelen los en worden door
de beide veren (4, 5) uit elkaar
gedrukt!
vasthouden en de bovenste
klembeugel (2) wegnemen – hierbij
de onderdelen zo uit elkaar trekken
dat de veren (4, 5) op hun plaats in
de onderste klembeugel blijven
zitten
Draagbeugel bevestigen
NDraagbeugel (7) zo in de onderste
klembeugel (1) aanbrengen dat de
afstand (A) niet meer dan 15 cm
(6 inch) bedraagt
NDe bovenste klembeugel
aanbrengen en de beide beugels
samenhouden
NKnevelbout (3) tot aan de aanslag
door de beide beugels steken – alle
delen bij elkaar houden en borgen
3
8
002BA351 KN
NHet geheel geborgde
onderdelenbestand met de
knevelbout naar de motor gericht op
de handgreepsteun (8) plaatsen
NKnevelbout (3) tot aan de aanslag in
de handgreepsteun drukken en
vervolgens in de boring draaien –
nog niet vastdraaien
NDraagbeugel dwars ten opzichte
van de steel/maaiboom uitlijnen –
de maat (A) controleren
NKnevelbout vastdraaien
Als de veer (5) uit de onderste
klembeugel (1) is gegleden:
NDe veer zoals afgebeeld weer in de
16
groef in de klembeugel plaatsen,
resp. hierin drukken
Afhankelijk van het gemonteerde
snijgarnituur – zie "Vrijgegeven
combinaties van snijgarnituur,
beschermkap, handgreep en draagstel"
– moet op de beugelhandgreep een
beugel worden gemonteerd die als
loopbegrenzer dient.
De beugel wordt met het apparaat
meegeleverd of is als speciaal
toebehoren leverbaar.
Beugelhandgreep met beugel monteren
NVierkante moeren (1) in de
beugel (2) steken – en de boringen
met elkaar in lijn brengen
NKlem (3) in de beugelhandgreep (4)
plaatsen en samen op de
steel/maaiboom (5) aanbrengen
NKlem (6) aanbrengen
NBeugel (2) aanbrengen – op de
montagestand letten!
NBoringen met elkaar in lijn brengen
NBouten (7) in de boringen steken –
Na de montage van het apparaat of na
een langere gebruiksduur kan het nodig
zijn de gaskabelafstelling te corrigeren.
De gaskabel alleen afstellen bij een
compleet gemonteerd apparaat.
NGashendel in de volgasstand
plaatsen
NDe bout in de gashendel tot aan de
eerste weerstand in de richting van
de pijl draaien. Daarna nogmaals
een halve slag verder indraaien
Beschermkap monteren
Beschermkap monteren
1Beschermkap voor maaigarnituren
2Beschermkap voor maaikoppen
De beschermkappen (1) en (2) worden
op dezelfde wijze op de aandrijfkop
bevestigd.
NBeschermkap op de maaikop
leggen
NBouten (3) aanbrengen en
vastdraaien
Schort en mes monteren
WAARSCHUWING
Kans op letsel door weggeslingerde
voorwerpen en contact met het
snijgarnituur. Het schort en het mes
moeten bij het gebruik van maaikoppen
altijd in de beschermkap (1) worden
gemonteerd.
Schort monteren
NDe geleidegroef van het schort
zover op de lijst van de
beschermkap schuiven tot deze
vastklikt
schort drukken en gelijktijdig met de
doorslag het schort iets naar links
schuiven
NHet schort naar beneden toe geheel
van de beschermkap trekken
Mes monteren
Aanslag monteren
WAARSCHUWING
Kans op letsel door weggeslingerde
voorwerpen en contact met het
snijgarnituur. De aanslag (6) moet bij het
gebruik van cirkelzaagbladen altijd
worden gemonteerd.
NAanslag (6) op de aandrijfkopflens
plaatsen
NBouten (7) aanbrengen en
vastdraaien
Snijgarnituur monteren
Motorapparaat neerleggen
NMotor afzetten
NHet motorapparaat zo neerleggen
dat de koppeling voor het
snijgarnituur naar boven is gericht
Bevestigingsonderdelen voor
snijgarnituren
Afhankelijk van het snijgarnituur
waarmee uw apparaat werd uitgeleverd,
kan ook de leveringsomvang van
bevestigingsonderdelen voor het
snijgarnituur verschillend zijn.
Er kunnen maaikoppen en metalen
snijgarnituren worden gemonteerd.
21
Nederlands
2
002BA164 KN
1
3
4
5
2
002BA266 KN
6
7
2
002BA330 KN
6
3
4
2
271BA057 KN
1
5
Hiervoor zijn, afhankelijk van de
uitvoering van het snijgarnituur, een
extra moer (3), draaischotel (4) en
drukring (5) nodig.
De onderdelen maken deel uit van de
onderdelenset die samen met het
apparaat wordt geleverd en zijn als
speciaal toebehoren leverbaar.
Transportbeveiliging verwijderen
NSlang (1) van de as (2) trekken
22
Leveringsomvang zonder
bevestigingsonderdelen
Er kunnen alleen maaikoppen worden
gemonteerd die direct op de as (2)
worden bevestigd.
As blokkeren
Voor het monteren en demonteren van
snijgarnituren moet de as (2) met behulp
van de blokkeerpen (6) of de haakse
schroevendraaier (6) worden
geblokkeerd. De onderdelen maken
deel uit van de leveringsomvang en zijn
als speciaal toebehoren leverbaar.
NBlokkeerpen (6) of de haakse
schroevendraaier (6) tot aan de
aanslag in de boring (7) van de
aandrijfkop/het aandrijfmechanisme
schuiven – iets aandrukken
NAs, moer of snijgarnituur verdraaien
Het gereedschap voor het blokkeren van
de as weer lostrekken.
Metalen snijgarnituur demonteren
WAARSCHUWING
Veiligheidshandschoenen aantrekken –
kans op letsel door de scherpe
snijkanten
NAs blokkeren
NDe moer rechtsom losdraaien
NHet snijgarnituur en de
bevestigingsonderdelen hiervan
van de aandrijfkop trekken – hierbij
de drukschotel (9) niet wegnemen
Brandstof
De motor draait op een
brandstofmengsel van benzine en
motorolie.
WAARSCHUWING
Direct huidcontact met benzine en het
inademen van benzinedampen
voorkomen.
STIHL MotoMix
STIHL adviseert het gebruik van
STIHL MotoMix. Dit kant-en-klare
brandstofmengsel bevat geen benzol, is
loodvrij, kenmerkt zich door een hoog
octaangetal en biedt altijd de juiste
mengverhouding.
STIHL MotoMix is voor de langst
mogelijke levensduur van de motor
gemengd met STIHL tweetaktmotorolie
HP Ultra.
MotoMix is niet in alle exportlanden
leverbaar.
Brandstof mengen
LET OP
Brandstoffen die niet geschikt zijn of met
een afwijkende mengverhouding
kunnen leiden tot ernstige schade aan
de motor. Benzine of motorolie van een
mindere kwaliteit kunnen de motor,
keerringen, leidingen en benzinetank
beschadigen.
Benzine
Alleen benzine van een gerenommeerd
merk met een octaangetal van minimaal
90 RON tanken – loodvrij of
loodhoudend.
Benzine met een alcoholpercentage van
meer dan 10% kan bij motoren met
handmatig instelbare carburateurs
storingen veroorzaken, daarom mag
deze benzine voor deze motoren niet
worden gebruikt.
Motoren met M-Tronic leveren met
benzine met een alcoholpercentage tot
25% (E25) het volle motorvermogen.
Motorolie
Als brandstof zelf wordt gemengd mag
alleen een STIHL tweetaktmotorolie of
een andere hoogwaardige motorolie van
de klasse JASO FB, JASO FC, JASO
FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of ISO-LEGD worden gebruikt.
STIHL schrijft de tweetaktmotorolie
STIHL HP Ultra of een gelijkwaardige
hoogwaardige motorolie voor om de
emissiegrenswaarden gedurende de
machinelevensduur te kunnen
waarborgen.
jerrycan eerst motorolie bijvullen en
vervolgens benzine en goed
mengen
Brandstofmengsel opslaan
Benzine alleen bewaren in voor benzine
vrijgegeven jerrycans op een veilige,
droge en koele plaats, beschermd tegen
licht en zonnestralen.
Het brandstofmengsel veroudert –
alleen de hoeveelheid die nodig is voor
enkele weken mengen. Het
brandstofmengsel niet langer dan
30 dagen bewaren. Door de inwerking
van licht, zon, lage of hoge
temperaturen kan het brandstofmengsel
sneller onbruikbaar worden.
STIHL MotoMix kan echter tot zo'n
2 jaar probleemloos worden bewaard.
NDe jerrycan met brandstofmengsel
voor het tanken goed schudden
Tanken
Benzinetankdop
WAARSCHUWING
Bij het tanken in oneffen terrein de
tankdop altijd hellingopwaarts plaatsen.
NOp vlak terrein het apparaat zo
neerzetten, dat de tankdop naar
boven is gericht
NDe tankdop en de omgeving ervan
voor het tanken reinigen zodat er
geen vuil in de tank valt
Tankdop opendraaien
NTankdop linksom draaien tot deze
van de tankopening kan worden
genomen
NTankdop wegnemen
Tanken
Bij het tanken geen benzine morsen en
de tank niet tot aan de rand vullen.
STIHL adviseert het STIHL vulsysteem
voor brandstof (speciaal toebehoren).
NTanken
Tankdop dichtdraaien
WAARSCHUWING
In de jerrycan kan zich druk opbouwen –
de dop voorzichtig losdraaien.
NDe benzinetank en de jerrycan
regelmatig grondig reinigen
De restbrandstof en de voor de reiniging
gebruikte vloeistof volgens voorschrift
en milieubewust opslaan en afvoeren!
Als een enkele schouderriem wordt
gebruikt: het van de schouder trekken
van het draagstel oefenen.
Als een dubbele schouderriem wordt
gebruikt: bij de dubbele schouderriem
het snel openen van de slotplaat en het
van de schouders trekken van het
draagstel oefenen.
Apparaat uitbalanceren
Apparaat uitbalanceren
Afhankelijk van het gemonteerde
snijgarnituur wordt het apparaat op
verschillende manieren
uitgebalanceerd.
Als aan de onder "Pendelstanden"
vermelde voorwaarden is voldaan, de
volgende handelingen uitvoeren:
WAARSCHUWING
Bij naderend gevaar moet het apparaat
snel op de grond kunnen worden
geplaatst. Het snel neerleggen van het
apparaat oefenen. Tijdens het oefenen
het apparaat niet op de grond gooien,
om beschadigingen te voorkomen.
Voor het afdoen het snel loshaken van
het apparaat op de karabijnhaak
oefenen – hierbij handelen zoals staat
beschreven in "Apparaat bij het
draagstel loshaken".
Maaigarnituren zoals maaikoppen,
grassnijbladen en slagmessen
Nmoeten net de grond raken
Cirkelzaagbladen
Nmoeten ca. 20 cm (8 inch) boven de
grond "zweven"
Als de juiste pendelstand is bereikt:
NDe bout op het draagoog
vastdraaien
Motor starten/afzetten
Bedieningselementen
Uitvoering met dubbele handgreep
1Gashendelblokkering
2Gashendel
3Stopschakelaar – met de werkstand
en stopstand. Voor het uitschakelen
van het contact moet de
stopschakelaar (…) worden
ingedrukt – zie "Werking van de
stopschakelaar en het contact"
Uitvoering met beugelhandgreep
1Gashendelblokkering
2Gashendel
3Stopschakelaar – met de werkstand
en stopstand. Voor het uitschakelen
van het contact moet de
stopschakelaar (…) worden
ingedrukt – zie "Werking van de
stopschakelaar en het contact"
Werking van de stopschakelaar en het
contact
De niet ingedrukte stopschakelaar staat
in de werkstand: het contact is
ingeschakeld – de motor is startklaar en
kan worden gestart. Als de
stopschakelaar wordt ingedrukt, wordt
het contact uitgeschakeld. Nadat de
motor is afgeslagen, wordt het contact
automatisch weer ingeschakeld.