Uw Xperia™ van Sony gebruikt het Android™-platform. Android™-apparaten kunnen
veel functies uitvoeren die ook op een computer voorkomen en u kunt ze aan uw eigen
wensen aanpassen. U kunt bijvoorbeeld applicaties toevoegen en verwijderen, of
uitbreiden om de functionaliteit te verbeteren. In Google Play™ kunt u verschillende
applicaties en games downloaden uit een continu groeiende verzameling. U kunt ook
applicaties op uw Android™-apparaat integreren met andere applicaties en met onlinediensten die u gebruikt. U kunt een back-up maken van uw contacten, op één plaats
toegang krijgen tot uw verschillende e-mailaccounts en kalenders, uw afspraken
bijhouden en u bezig houden met sociaal netwerken.
Android™-apparaten evolueren constant. Wanneer een nieuwe softwareversie
verkrijgbaar is en uw apparaat deze nieuwe software ondersteunt, kunt u uw apparaat
bijwerken met nieuwe functies en de laatste verbeteringen.
Op uw Android™-apparaat zijn vooraf Google™-services geïnstalleerd. Om het meeste te
halen uit Google™-services, moet u een Google™-account maken en u hiermee aanmelden
wanneer u uw apparaat voor de eerste keer opstart. U moet ook internettoegang hebben voor
veel functies in Android™.
Nieuwe software is mogelijk niet compatibel met alle apparaten.
Er zit plastic beschermfolie op het scherm. U moet de beschermfolie lostrekken voordat
u het aanraakscherm kunt gebruiken. Als u dat niet doet, werkt het aanraakscherm
mogelijk niet goed.
Plaats een duimnagel in de opening, zoals te zien is in de illustratie, en laat
vervolgens de zijkant van het paneel omhoog komen.
2
Verwijder het hele paneel.
De geheugenkaart plaatsen
1
Verwijder de achtercover.
2
Plaats de geheugenkaart met de goudkleurige contactpunten omlaag in de sleuf
voor de geheugenkaart.
De geheugenkaart wordt mogelijk niet in alle markten bij de aankoop geleverd.
De micro-SIM-kaart plaatsen
•
Verwijder de batterijklep en plaats de micro-SIM-kaart vervolgens in de sleuf met
de goudkleurige contactpunten naar boven gericht.
Voor een correcte werking van uw apparaat moet u een micro-SIM-kaart gebruiken. Uit
sommige SIM-kaarten van standaardformaat kunt u een ingebouwde micro-SIM-kaart
loskoppelen. Als u de micro-SIM-kaart van de ingebouwde SIM-kaart van standaardformaat
hebt losgekoppeld, kunt u deze niet opnieuw koppelen en de SIM-kaart van standaardformaat
dus niet opnieuw gebruiken. Als u geen micro-SIM-kaart hebt, of als uw huidige SIM-kaart
geen verwijderbare micro-SIM-kaart bevat, dan kunt u contact opnemen met uw
netwerkoperator voor informatie over het verkrijgen of verwisselen van uw SIM-kaart.
Plaats het achterpaneel op de achterkant van het apparaat.
2
Druk de zijkanten van het paneel neerwaarts.
Het apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen
1
Houd de aan/uit-toets
2
Als uw scherm donker wordt, moet u kort op de aan-uittoets drukken om het
scherm te activeren.
3
Veeg omhoog of omlaag op het scherm om het scherm te ontgrendelen.
4
Voer de pincode in van uw SIM-kaart wanneer hierom wordt gevraagd en
selecteer OK.
5
Wacht even tot het apparaat start.
De pincode van uw SIM-kaart wordt aanvankelijk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
kunt deze later wijzigen in het menu Instellingen. Tik op als u een fout wilt corrigeren
tijdens het invoeren van de pincode van uw SIM-kaart.
Het apparaat uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop
2
Tik in het optiemenu op Uitschakelen.
3
Tik op OK.
ingedrukt totdat het apparaat gaat trillen.
ingedrukt tot het optiemenu wordt weergegeven.
Het kan even duren voordat het apparaat uit gaat.
Het scherm vergrendelen en ontgrendelen
Wanneer uw apparaat is ingeschakeld maar gedurende een bepaalde periode niet wordt
gebruikt, wordt het scherm verduisterd om de batterij te sparen; het scherm wordt
daarbij ook automatisch vergrendeld. Deze vergrendeling voorkomt dat u per ongeluk
ongewenste bewerkingen uitvoert op het aanraakscherm wanneer u de telefoon niet
gebruikt. Bij aankoop van uw apparaat is er al een eenvoudige schermvergrendeling met
behulp van vegen ingesteld. U moet dus op het scherm naar boven of beneden vegen
om het te ontgrendelen. U kunt de beveiligingsinstellingen zelf wijzigen en andere soorten
vergrendelingen toevoegen. Zie
Het scherm activeren
•
Druk de toets kort in.
Het scherm vergrendelen
•
Wanneer het scherm actief is, drukt u kort op de aan-uitknop
Een schermvergrendeling instellen
.
op de pagina 108.
Installatiehandleiding
Bij de eerste keer dat u uw apparaat aanschakelt, wordt er een installatiehandleiding
geopend om u te helpen de basisinstellingen te configureren, aan te melden op bepaalde
accounts en uw apparaat aan te passen. Als u bijvoorbeeld een Sony Entertainment
Network-account hebt, kunt u zich aanmelden en op uw apparaat genieten van muziek,
video's en games van het Sony Entertainment Network. Of u kunt rechtstreeks op uw
apparaat een nieuwe account aanmaken.
U kunt de installatiehandleiding ook later openen vanuit het menu Instellingen.
Sony Entertainment Network met Video Unlimited en Music Unlimited is niet overal
beschikbaar. Apart abonnement vereist. Extra voorwaarden zijn van toepassing.
De instelllingengids handmatig openen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Instellingengids.
Accounts en services
Meld u vanaf uw apparaat bij uw online serviceaccounts aan om eenvoudig toegang te
krijgen wanneer u op reis bent. Zo kunt u bijvoorbeeld contacten uit uw Google™account in uw contacten integreren, zodat u alles op één plaats hebt. U kunt zich zowel
vanaf uw apparaat als vanaf uw computer voor nieuwe online services inschrijven.
Google™-account
U moet een Google™-account hebben om gebruik te maken van het aanbod aan
applicaties en services op uw Android™-apparaat. U hebt bijvoorbeeld een Google™account nodig om de applicatie Gmail™ op uw apparaat te gebruiken, om met vrienden
te chatten via Hangouts™, en om de agenda op uw apparaat te synchroniseren met uw
Google Calendar™. Verder hebt u een Google™-account nodig voor het downloaden
van applicaties en games, muziek, films en boeken van Google Play™.
Synchroniseer uw apparaat met uw Microsoft® Exchange ActiveSync®-account. Op
deze manier hebt u uw bedrijfs-e-mail, contacten en kalendergebeurtenissen altijd bij u.
Facebook™-account
Facebook™ is een social networkingservice waarmee u kunt verbinden met vrienden,
familie en collega's wereldwijd. Stel Facebook in op uw apparaat zodat u overal contact
kunt houden.
Het schermtoetsenpaneel, een dialoogvenster, een optiemenu, het meldingsvenster of een
toepassing sluiten
Home
•
Naar het Startscherm gaan
Taak
•
Tik om een venster met uw meest recentelijk gebruikte applicaties en een balk met kleine apps te
openen.
Het aanraakscherm gebruiken
Een item openen of markeren
•
Tik op het item.
Opties in- of uitschakelen
•
Tik op het relevante selectievakje of de schakelaar naast de optienaam.
Zoomen
De zoomopties zijn afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.
Zoomen
•
Plaats tegelijkertijd twee vingers op het scherm en breng ze samen (om uit te
zoomen) of spreid ze uit elkaar (om in te zoomen).
Wanneer u twee vingers op het scherm gebruikt om te zoomen, is het alleen mogelijk om te
zoomen als beide vingers zich binnen het zoombare gebied bevinden. Als u bijvoorbeeld op
een foto wilt inzoomen, zorgt u ervoor dat beide vingers zich binnen het fotokadergebied
bevinden.
Blader door uw vinger omhoog of omlaag te bewegen op het scherm. Op sommige
webpagina's kunt u ook naar links en rechts bladeren.
Er worden geen items op het scherm geactiveerd door te slepen of te vegen.
Bladeren
•
Sleep of veeg met uw vinger in de richting waarin u op het scherm wilt bladeren.
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
Vegen
•
Veeg om sneller te bladeren met uw vinger in de gewenste richting op het scherm.
U kunt wachten tot het schuiven vanzelf stopt of het schuiven direct stoppen door
op het scherm te tikken.
Sensoren
Uw apparaat bevat sensoren die zowel licht als nabijheid detecteren. De lichtsensor
detecteert het niveau van het omgevingslicht en past de helderheid van het scherm
daarop aan. De nabijheidssensor schakelt het aanraakscherm uit tijdens spraakoproepen
als uw oor zich dichtbij het scherm bevindt. Hiermee wordt voorkomen dat u ongewenst
andere functies activeert tijdens een gesprek.
Wanneer u het apparaat aanschaft, is de batterij gedeeltelijk opgeladen. Het kan een
paar minuten duren voordat het batterijpictogram op het scherm wordt weergegeven
als u het snoer van de lader met een voedingsbron verbindt, zoals een USB-poort of een
lader. U kunt het apparaat blijven gebruiken tijdens het opladen. Het opladen van het
apparaat gedurende een langere periode, bijvoorbeeld de hele nacht, veroorzaakt geen
schade aan de batterij of het apparaat.
Uw apparaat opladen
1
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
3
Steek het andere uiteinde van de kabel met het USB-symbool naar boven in de
micro-USB-poort op uw apparaat. Het meldingslampje gaat branden wanneer het
laden begint.
4
Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los van uw
apparaat door het recht naar buiten te trekken. Zorg ervoor dat u de connector
niet buigt.
Als de batterij helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het meldingslampje
gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
Status meldingslampje batterij
GroenDe batterij is voor meer dan 90 % opgeladen
Knippert roodHet batterijniveau is laag
OranjeDe batterij laadt op en het oplaadniveau is minder dan 90 %
Het batterijniveau controleren
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Over de telefoon > Status > Accuniveau.
Prestaties van de batterij verbeteren
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batterij langer meegaat:
•
Laad het apparaat vaak op. Dit heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
•
Gegevens van het internet downloaden verbruikt veel energie. Wanneer u het internet
niet gebruikt, kunt u energie besparen door alle gegevensverbindingen via mobiele
netwerken uit te schakelen. Bij deze instelling kunt u niet verhinderen dat uw apparaat
gegevens verzendt via andere draadloze netwerken.
•
Schakel Bluetooth®- en Wi-Fi®-verbindingen uit als u deze functies niet nodig hebt. U
kunt ze eenvoudiger in- en uitschakelen in het venster Meldingen door de statusbalk
omlaag te slepen.
Gebruik de functies STAMINA-modus en Batterijbesparingsmodus om het
batterijgebruik te beperken. U kunt de modus voor energiebesparing kiezen die het beste
past bij de manier waarop u het apparaat gebruikt. U kunt ook de instellingen aanpassen
voor elke modus van energiebesparing.
•
Stel uw synchronisatieapplicaties (die worden gebruikt om uw e-mail, agenda en
contacten te synchroniseren) in op handmatig synchroniseren. U kunt de telefoon ook
automatisch laten synchroniseren, maar vergroot in dat geval de synchronisatieintervallen.
•
Controleer het menu voor batterijgebruik op het apparaat om te zien welke applicaties de
meeste energie gebruiken. Uw batterij verbruikt meer energie wanneer u applicaties voor
het streamen van video en muziek, zoals YouTube™, gebruikt. Sommige applicaties die
zijn gedownload van Google Play™ kunnen ook meer energie gebruiken.
•
Sluit de applicaties die u niet gebruikt, af.
•
Verlaag het helderheidsniveau van de schermweergave.
•
Schakel uw apparaat uit of activeer de instelling Vliegmodus als u in een gebied zonder
netwerkdekking bent. Uw apparaat zal anders voortdurend naar beschikbare netwerken
scannen en dat kost stroom.
•
Gebruik een origineel handsfree apparaat van Sony™ om naar muziek te luisteren.
Handsfree apparaten gebruiken minder batterijstroom dan de luidsprekers van het
apparaat.
•
Houd uw apparaat zoveel mogelijk in stand-by. Stand-bytijd verwijst naar de tijd tijdens
welke uw apparaat op het netwerk is aangesloten en niet wordt gebruikt.
•
Schakel live achtergrond uit.
Het menu voor batterijgebruik openen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer > Batterijverbruik.
.
De modus STAMINA
Schakel de functie
verschillende energie-consumerende applicaties te onderbreken als het scherm inactief
is. U kunt nog steeds telefoongesprekken, SMS- en MMS-berichten ontvangen als de
modus STAMINA actief is. U kunt ook een lijst met applicaties instellen om te zorgen dat
bepaalde applicaties actief blijven als uw scherm inactief is. Nadat het scherm weer
actief is, worden alle onderbroken functies hervat.
Doe het volgende om de STAMINA-modus te activeren
1
Sleep de statusbalk omlaag en tik vervolgens op
2
Ga naar en tik op
3
Sleep de schuifregelaar naast STAMINA-modus naar rechts, tik op Activeren.
verschijnt in de statusbalk als STAMINA-modus is geactiveerd.
Modus STAMINA uitschakelen
1
Tik vanuit Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Tik op naast STAMINA-modus.
De instellingen veranderen voor de modus STAMINA
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Tik om het instellingenmenu te openen op STAMINA-modus.
4
Voeg applicaties toe of verwijder ze naar wens.
5
Als u klaar bent, tikt u op Gereed.
STAMINA-modus
Energiebeheer
in om uw Wi-Fi®-verbinding, gegevensverkeer en
.
.
De stand-bytijd van uw apparaat inschatten
Stand-bytijd verwijst naar de tijdsperiode die uw batterij meegaat wanneer uw apparaat
is aangesloten op het netwerk maar niet actief wordt gebruikt, bijvoorbeeld om te bellen
of gebeld te worden. Wanneer de STAMINA-modus is geactiveerd, wordt de resterende
stand-bytijd voortdurend geëvalueerd, wat kan variëren afhankelijk van het gebruik van
uw apparaat. De STAMINA-modus is effectiever bij het verlengen van de stand-bytijd als
u het scherm van uw apparaat vergrendeld houdt. Als u het scherm zelden vergrendelt,
ziet u wellicht niet veel verbetering in de prestatie van de batterij.
Wanneer u uw apparaat voor de eerste keer gebruikt, is de geschatte stand-bytijd wellicht niet
nauwkeurig aangezien er geen gebruikshistorie bestaat waarmee dit kan worden ingeschat.
Het weergeven van de geschatte stand-bytijd
1
Tik vanuit uw Startscherm op .
2
Zoek en tik op Instellingen > Energiebeheer.
Modus Lege batterij gebruiken
U kunt de functie Batterijbesparingsmodus inschakelen om energie te besparen als de
batterij bijna leeg is. Deze functie helpt bij het aanpassen van de instellingen voor
schermhelderheid, gegevensverkeer en trillen, zodat u het batterijgebruik kunt beperken.
Modus Batterij bijna leeg activeren
1
Tik vanuit Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Tik op
Modus Batterij bijna leeg uitschakelen
1
Tik vanuit Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Tik op
, vervolgens op Batterijbesparingsmodus en tik vervolgens op Activeren.
naast
Batterijbesparingsmodus
.
.
.
De instellingen veranderen voor de modus Batterij bijna leeg
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Energiebeheer.
3
Tik om het instellingenmenu te openen op
4
Pas de instellingen naar wens aan.
5
Als u klaar bent, tikt u op
.
Batterijbesparingsmodus
.
Schermvergrendeling
De schermvergrendeling is het scherm dat u ziet wanneer het apparaat is vergrendeld,
maar het scherm actief is. De schermvergrendeling kan tot vijf vensters hebben en u kunt
aan elk venster één widget toevoegen. Deze widgets kunt u vervolgens vanuit de
schermvergrendeling openen. U kunt bijvoorbeeld de widget Agenda en een emailwidget toevoegen zodat u sneller toegang kunt krijgen tot deze applicaties.
De widget Klok bevindt zich standaard in het middelste venster van de schermvergrendeling.
Een widget toevoegen aan het vergrendelingscherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Veeg naar binnen vanaf het gebied linksboven van het scherm totdat
weergegeven, en tik hier vervolgens op.
3
Voer indien nodig uw pincode, patroon of wachtwoord in om het scherm te
ontgrendelen.
4
Zoek en tik op de widget die u wilt toevoegen.
5
Volg indien nodig de instructies op het scherm om het toevoegen van de widget af
te ronden.
wordt
Een widget verwijderen uit het vergrendelingscherm
1
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Raak de widget aan die u wilt verwijderen en houd hem vast, sleep het vervolgens
naar .
Als u het scherm wilt activeren, drukt u kort op de aan/uit-toets .
2
Raak de widget die u wilt verplaatsen aan en houd deze ingedrukt. Sleep het
vervolgens naar de nieuwe locatie.
Startscherm
Het Startscherm biedt toegang tot de voornaamste functies van uw apparaat. U kunt uw
Startscherm aanpassen met toepassingen, widgets, snelkoppelingen, mappen, thema's,
en achtergronden.
Het Startscherm breidt zich uit voorbij de standaard weergavebreedte van het scherm,
zodat u naar links of rechts moet vegen om inhoud te bekijken in alle vensters van het
startscherm. laat zien in welk deel van het Startscherm u
zich bevindt. U kunt een venster instellen als hoofd-startscherm en vensters toevoegen
of verwijderen.
De items in de balk onder aan het scherm zijn altijd beschikbaar voor snelle toegang.
Ga naar de startpagina
•
Druk op .
Bladeren door de startpagina
•
Naar rechts of links vegen.
Een venster instellen als hoofdvenster voor het startscherm
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het venster te gaan dat u als hoofdvenster voor
het starscherm wilt instellen en tik op .
Een venster toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om te bladeren door de vensters en tik op .
Een venster verwijderen van de startpagina
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Veeg naar links of rechts om naar het venster te gaan dat u wilt verwijderen en tik
op .
Widgets
Widgets zijn kleine applicaties die u direct op uw Startschermkunt gebruiken. Met
bijvoorbeeld de widget “WALKMAN” kunt u direct muziek afspelen.
Van sommige widgets kunt u de afmetingen veranderen, zodat u ze kunt vergroten om
meer inhoud weer te geven, of verkleinen om ruimte te sparen op uw Startscherm.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op
2
Tik op de widget die u wilt toevoegen.
Widgets
.
De afmetingen van een widget wijzigen
1
Raak een widget aan en houd deze ingedrukt tot deze groter wordt en het
apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los. Als de afmetingen van de widget
veranderd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de widget Agenda, verschijnen een
gemarkeerd kader en formaatpunten.
2
Sleep de punten naar binnen of naar buiten om de widget kleiner of groter te
maken.
3
Tik ergens op de Startscherm om de nieuwe afmetingen van de widget te
bevestigen.
Uw startscherm organiseren
Pas de vormgeving van uw startscherm aan en wijzig de functies die toegankelijk zijn
vanaf het startscherm. Wijzig de schermachtergrond, verplaats items, maak mappen en
voeg snelkoppelingen en widgets toe.
Opties voor aanpassen
Als u een leeg gebied aangeraakt houdt in het startscherm, verschijnen de volgende
opties voor aanpassen:
Widgets toevoegen aan het startscherm.
Applicaties en snelkoppelingen toevoegen.
Een achtergrond instellen voor uw startscherm.
Een achtergrondthema instellen.
Aanpassingsopties in het startscherm weergeven
•
Houd een leeg gebied aangeraakt op uw Startscherm totdat het apparaat trilt en
opties voor aanpassen onderin het scherm verschijnen.
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en het
instelmenu wordt weergegeven.
2
Tik in het instelmenu op Applicaties.
3
Blader door de lijst met applicaties en selecteer een applicatie. De geselecteerde
applicatie wordt toegevoegd aan de Startscherm.
In stap 3 kunt u ook op Snelkopp. tikken en vervolgens een applicatie selecteren in de
beschikbare lijst. Als u deze methode gebruikt voor het toevoegen van snelkoppelingen, laten
sommige van de beschikbare applicaties u een specifieke functionaliteit toevoegen aan de
snelkoppeling.
Een item verplaatsen op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de nieuwe locatie.
Een item verwijderen van de startpagina
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar
.
Een map maken op het startscherm
•
Raak het pictogram of de snelkoppeling van een applicatie aan en houd het vast
tot het wordt vergroot en het apparaat trilt; sleep het vervolgens boven het
pictogram of de snelkoppeling van een applicatie en zet het daar neer.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
•
Raak een item aan en houd het ingedrukt tot het groter wordt en het apparaat trilt.
Sleep het item vervolgens naar de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1
Tik op de map om deze te openen.
2
Raak de titelbalk van de map aan om het veld
3
Voer de naam van de nieuwe map in en tik op Gereed.
Mapnaam
weer te geven.
De achtergrond van uw startscherm veranderen
Pas het Startscherm aan uw stijl aan met achtergronden en verschillende thema's.
De achtergrond voor uw startscherm wijzigen
1
Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Achtergrond en selecteer een optie.
Een thema instellen voor uw startscherm
1
Houd een leeg gebied op de Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
2
Tik op Thema´s en selecteer vervolgens een thema.
Wanneer u een thema wijzigt, verandert in sommige applicaties ook de achtergrond.
Een schermopname maken
U kunt stilstaande beelden maken van een scherm op uw apparaat als schermopname.
Schermopnames worden automatisch opgeslagen in Album.
Een schermopname maken
1
Houd de aan-uitknop en de volume-omlaagknop tegelijkertijd ingedrukt tot u een
klikgeluid hoort.
2
Wilt u de schermopname bekijken, sleep dan de statusbalk helemaal omlaag.
Open applicaties op basis van snelkoppelingen op uw Startscherm of vanuit het scherm
Toepassingen.
Scherm applicaties
Het scherm Applicaties, dat u opent vanaf uw Startscherm, bevat de applicaties die
vooraf geïnstalleerd zijn op uw apparaat evenals de applicaties die u downloadt.
Het scherm Toepassingen strekt zich uit buiten de normale schermbreedte. U moet dus
naar links en naar rechts vegen om alle content te bekijken.
Het scherm Toepassingen openen
•
Tik vanuit uw Startscherm op .
Bladeren door het scherm Toepassingen
•
Veeg naar rechts of links vanuit het toepassingsscherm.
Het schermmenu Toepassingen openen
•
Wanneer het scherm Toepassingen is geopend, sleept u de linker rand van het
scherm naar rechts.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1
Raak vanuit het scherm Toepassingen een applicatiepictogram aan en houd dit
vast totdat het scherm gaat trillen, sleep het pictogram vervolgens naar de
bovenkant van het scherm. Het startscherm wordt geopend.
2
Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat uw
vinger vervolgens los.
Toepassingen openen en sluiten
Een toepassing openen
•
Tik vanaf uw Startscherm of het scherm Toepassingen op de toepassing.
Een toepassing sluiten
•
Druk op .
Bepaalde toepassingen worden gepauzeerd wanneer u drukt op
toepassingen kunnen actief blijven op de achtergrond. In het eerste geval kunt u de volgende
keer dat u de toepassing opent doorgaan waar u bent gestopt. Sommige applicaties kunnen
dataverbindingskosten veroorzaken wanneer deze applicaties op de achtergronden actief
blijven, bijvoorbeeld sociale netwerkservices.
om af te sluiten. Andere
Het venster met onlangs gebruikte applicaties
Vanuit dit venster kunt u wisselen tussen onlangs gebruikte applicaties. U kunt ook kleine
apps openen.
Het venster met onlangs gebruikte toepassingen openen
Vanuit het venster van onlangs gebruikte applicaties kunt u te allen tijde snel toegang
krijgen tot diverse kleine apps door middel van de balk met kleine apps. Een kleine app
neem slechts een klein deel van uw scherm in beslag. U kunt communiceren met een
kleine app en een andere applicatie op hetzelfde moment op hetzelfde scherm.
De balk Small Apps openen
•
Druk op
Een kleine app openen
1
Om de balk met kleine apps weer te geven drukt u op .
2
Tik op de kleine app die u wilt openen.
U kunt diverse kleine apps tegelijkertijd openen.
Een kleine app sluiten
•
Tik op
Een kleine app verplaatsen
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de gewenste locatie.
Een kleine app minimaliseren
•
Als de kleine app geopend is, houdt u de linkerbovenhoek aangeraakt en sleept u
hem naar de rechterrand of naar de benedenrand van het scherm.
.
op het venster van de kleine app.
De kleine apps opnieuw rangschikken in de balk met kleine apps
•
Raak een kleine app aan, houd deze vast en sleep het naar de gewenste positie.
Een Small App verwijderen uit de balk met Small Apps
•
Houd een Small App ingedrukt en sleep hem naar
Een eerder verwijderde kleine app herstellen
1
Open de balk met kleine apps en tik vervolgens op .
2
Houd de kleine app aangeraakt die u wilt herstellen en sleep hem naar de balk
met kleine apps.
Een kleine app downloaden
1
Tik vanuit de balk met kleine apps op , op en vervolgens op .
2
Zoek een kleine app op die u wilt downloaden en volg de aanwijzingen om het te
downloaden en de installatie af te ronden.
Een widget toevoegen als small app
1
Druk op
2
Tik op > > .
3
Selecteer een widget.
4
Voer een naam voor de widget in, indien gewenst, en tik op OK.
om de balk met small apps weer te geven.
.
Applicatiemenu
U kunt op elk moment een menu openen wanneer u een applicatie gebruikt. Afhankelijk
van de applicatie die u gebruikt, ziet het menu er anders uit.
Een menu in een toepassing openen
•
Druk tijdens het gebruik van de toepassing op
Niet in alle toepassingen is een menu beschikbaar.
Verplaats de toepassingen op het scherm Toepassingen op basis van uw voorkeuren.
Applicaties rangschikken op het applicatiescherm
1
Om het applicatiemenu te openen, sleept u de linkerrand van het applicatiescherm
naar rechts.
2
Selecteer de gewenste optie onder APPS TONEN.
Een applicatie verplaatsen op het scherm Toepassingen
1
Om het menu van het scherm Toepassingen te openen, sleept u de linker rand
van het scherm Toepassingen naar rechts.
2
Zorg dat Eigen volgorde is geselecteerd onder APPS TONEN.
3
Houd de applicatie aangeraakt tot hij groter wordt en het apparaat trilt. Sleep hem
vervolgens naar de nieuwe plek.
Een applicatie verwijderen vanuit het scherm Toepassingen
1
Om het schermmenu Toepassingen te openen, sleept u de linker rand van het
scherm Toepassingen naar rechts.
2
Tik op Verwijderen. Alle niet te installeren applicaties worden aangegeven met
3
Tik op de applicatie die u wilt verwijderen en tik vervolgens op Verwijderen.
Status en meldingen
In de statusbalk bovenaan het scherm wordt getoond wat er op uw apparaat plaatsvindt.
Aan de linkerkant krijgt u meldingen wanneer er iets nieuw of actief is. Nieuwe berichten
en kalendermeldingen worden bijvoorbeeld hier weergegeven. Aan de rechterkant vindt u
de signaalsterkte, de batterijstatus en andere informatie.
.
Met het meldingsvenster kunt u basisinstellingen op uw apparaat aanpassen,
bijvoorbeeld Wi-Fi®, Bluetooth®, dataverkeer en geluid. U kunt het instellingenmenu ook
openen vanuit het meldingsvenster om andere instellingen aan te passen.
Meldingen en lopende activiteiten controleren
U kunt de statusbalk omlaag slepen om het meldingsvenster te openen en meer
informatie te krijgen. U kunt het venster bijvoorbeeld gebruiken om een nieuw bericht te
openen of een gebeurtenis in de agenda te bekijken. U kunt ook een paar applicaties
openen die op de achtergrond actief zijn, zoals de muziekplayer.
De functie Bluetooth® bedienen vanaf het meldingenscherm
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op .
De Wi-Fi®-functie bedienen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op
.
Dataverkeer in- of uitschakelen vanaf het meldingenpaneel
1
Sleep de statusbalk omlaag.
2
Tik op
.
Instellingen openen
Instellingen voor uw apparaat weergeven en wijzigen vanuit het Instellingenmenu. Het
Instellingenmenu is toegankelijk vanuit zowel het meldingsvenster als het scherm
Toepassingen.
Uw apparaatinstellingen openen
1
Tik op het Startscherm op
2
Tik op Instellingen.
U kunt ook de statusbalk naar beneden slepen op het startscherm en op tikken om
toegang te krijgen tot de apparaatinstellingen.
.
Tekst typen
U kunt uit een aantal toetsenborden en invoermethoden kiezen om tekst met letters,
nummers en andere tekens te typen. U kunt in twee of drie Latijnse talen typen zonder
van toetsenbord te wisselen. Het internationale toetsenbord van de Xperia™ herkent de
taal en voorspelt de woorden tijdens het typen.
Virtueel toetsenbord
U kunt tekst invoeren met het virtuele QWERTY-toetsenbord door elke letter afzonderlijk
in te tikken, of u kunt de functie Vegen om te schrijven gebruiken en met uw vinger van
de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen. Als u liever een kleinere
versie van het virtuele toetsenbord gebruikt en tekst met slechts één hand wilt invoeren,
kunt u in plaats daarvan het toetsenbord voor één hand activeren.
U kunt maximaal drie talen selecteren voor tekstinvoer. Het toetsenbord detecteert de
taal die u gebruikt en voorspelt de woorden voor die taal tijdens het typen. Sommige
applicaties openen het virtuele toetsenbord automatisch, bijvoorbeeld e-mail- en SMSapplicaties.
1 Verwijder een teken vóór de cursor.
2 Voer een regeleinde in of bevestig de tekstinvoer.
3 Voer een spatie in.
4 Personaliseer uw toetsenbord. Deze toets verdwijnt nadat het toetsenbord is gepersonaliseerd.
5
Geef cijfers en symbolen weer. Tik op voor nog meer symbolen.
Schakel tussen kleine letters , hoofdletters en caps . Voor bepaalde talen wordt deze toets
gebruikt om toegang te krijgen tot extra tekens in die taal.
Het virtuele toetsenbord weergeven om tekst in te voeren
•
Tik op een tekstinvoerveld.
Het virtuele toetsenbord in de liggende stand gebruiken
•
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, draait u het apparaat in de
liggende stand.
Het kan nodig zijn om de instellingen bij sommige applicaties aan te passen om de liggende
stand in te schakelen.
Tekst teken voor teken invoeren
1
Als u een teken wilt invoeren dat zichtbaar is op het toetsenbord, tikt u op dit
teken.
2
Als u een tekenvariant wilt invoeren, raakt u een regulier teken op het toetsenbord
aan en houdt u dit vast om een lijst met beschikbare opties weer te geven.
Selecteer vervolgens een optie in de lijst. Als u bijvoorbeeld 'é' wilt invoeren, raakt
u 'e' aan en houd u het ingedrukt tot andere opties worden weergegeven. Sleep
terwijl u uw vinger op het toetsenbord houdt, naar 'é' en selecteer deze optie.
Een punt invoeren
•
Tik tweemaal op de spatiebalk wanneer u klaar bent met het invoeren van een
woord.
Tekst invoeren met de functie Gebaren
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veeg dan met uw vinger
van letter naar letter om het woord te traceren dat u wilt schrijven.
2
Als u klaar bent met een woord tilt u uw vinger op. Uw apparaat stelt een woord
voor op basis van de letters waar u langs hebt geveegd.
3
Als u het woord dat u wilt niet verschijnt, tik dan op
voor meer opties en kies
daaruit. Als de gewenste optie niet verschijnt, verwijder dan het hele woord en
veeg het opnieuw of voer het woord in door op alle letters apart te tikken.
De Vegen om te schrijven-instellingen wijzigen
1
Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, tikt u op
2
Tik op
en vervolgens op
Instellingen voor toetsenbord> Instellingen voor
.
tekstinvoer.
3
Voor het activeren of deactiveren van de functie Vegen om te schrijven, schakelt u
het selectievakje Vegen om te schrijven in of uit.
Het toetsenbord voor één hand gebruiken
1
Open het virtuele toetsenbord in de staande stand en tik op
2
Tik op en vervolgens op Eenhandig toetsenbord.
3
Om het toetsenbord voor één hand naar de linker- of de rechterkant van het
.
scherm te bewegen, tikt u op of .
Om terug te keren naar het volledige virtuele toetsenbord tikt u op
.
Tekst invoeren met spraakinvoer
Als u tekst invoert, kunt u de spraakinvoerfunctie gebruiken in plaats van de woorden te
typen. Zeg gewoon de woorden die u wilt invoeren. Spraakinvoer is een experimentele
technologie van Google™, en is beschikbaar voor een aantal talen en landen.
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord.
3
Markeer het selectievakje Toets voor Google voice-typen.
4
Druk op om de instellingen op te slaan. Het pictogram van een microfoon
verschijnt op het virtuele toetsenbord.
Tekst invoeren met spraakinvoer
1
Open het virtuele toetsenbord.
2
Tik op
3
Als u klaar bent, tikt u nogmaals op . De voorgestelde tekst wordt weergegeven.
4
Bewerk de tekst eventueel met de hand.
. Als verschijnt, kunt u tekst invoeren door te spreken.
Om het toetsenbord weer te geven en handmatig tekst in te voeren, tikt u op
.
Tekst bewerken
U kunt tekst selecteren, knippen, kopiëren en plakken terwijl u schrijft, zowel liggend als
staand, door tweemaal op de ingevoerde tekst te tikken. Bij staande tekst zijn de
benodigde bewerkingstools beschikbaar via een applicatiebalk. Bij liggende tekst worden
dezelfde tools geleverd door een knop Bewerken.
Applicatiebalk
1Sluit de applicatiebalk
2Selecteer alle tekst
3Knip tekst
4Kopieer tekst
5Plak tekst
wordt alleen weergegeven als er tekst is opgeslagen op het klembord.
Tekst selecteren
1
Voer wat tekst in en tik twee keer op de tekst. Het woord dat u aantikt, wordt aan
beide zijden gemarkeerd door tabs.
2
Sleep de tabs naar links of rechts om meer tekst te selecteren.
De tekst bewerken in staande stand
1
Voer wat tekst in en dubbeltik op de ingevoerde tekst om de applicatiebalk te
laten verschijnen.
2
Selecteer de tekst die u wilt bewerken en gebruik vervolgens de applicatiebalk om
de gewenste wijzigingen aan te brengen.
De tekst bewerken in liggende stand
1
Voer wat tekst in en tik twee keer op de ingevoerde tekst.
2
Selecteer de tekst waarmee u wilt werken, tik vervolgens op Bewerken en
selecteer een optie.
Toetsenbordinstellingen
U kunt instellingen selecteren voor het virtuele toetsenbord, zoals schrijftaal en
automatische correctie.
De instellingen van het virtuele toetsenbord openen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord en wijzig de instellingen
als gewenst.
3
Voor het toevoegen van een schrijftaal voor tekstinvoer, tikt u op Schrijftalen en
markeert u de desbetreffende selectievakjes.
4
Tik op OK om uw keuze te bevestigen.
Instellingen voor tekstinvoer wijzigen
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord > Instellingen voor
tekstinvoer en selecteer de relevante instellingen.
De Smiley-toets weergeven
1
Wanneer u tekst invoert met het virtuele toetsenbord, tikt u op .
2
Tik op
Toetsenbordvormgeving > Aanvullende toetsen.
3
Schakel het selectievakje Smiley-toets in.
en vervolgens op Instellingen voor toetsenbord >
Uw apparaat aanpassen
U kunt verschillende apparaatinstellingen aan uw wensen aanpassen. U kunt
bijvoorbeeld de taal wijzigen, een eigen beltoon toevoegen, of de schermhelderheid
wijzigen.
Het volume aanpassen
U kunt het beltoonvolume aanpassen voor inkomende gesprekken en meldingen evenals
voor het afspelen van muziek en video.
Het beltoonvolume aanpassen met de volumetoetsen
•
Beweeg de volumetoets omhoog of omlaag.
Het afspeelvolume voor media aanpassen met de volumetoets
•
Druk de volumetoets omhoog of omlaag wanneer u muziek afspeelt of een video
bekijkt.
De geluidsinstellingen aanpassen
U kunt verschillende geluidsinstellingen aanpassen. U kunt bijvoorbeeld uw apparaat
instellen op de stille modus zodat hij tijdens een vergadering niet overgaat.
De trilstand instellen voor het apparaat
•
Schuif de volumetoets omlaag totdat
De stille modus instellen voor het apparaat
1
Druk de volumetoets omlaag tot het apparaat trilt en op de statusbalk
verschijnt.
Schakel het selectievakje Trillen bij aanraking in. Het scherm trilt nu wanneer u op
selectietoetsen en op bepaalde applicaties tikt.
Opgeven na hoeveel tijd het scherm moet worden uitgeschakeld als de telefoon niet
wordt gebruikt
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Scherm > Slaapstand.
3
Selecteer een optie.
Als u het scherm snel wilt uitschakelen, drukt u kort op de aan/uit-toets .
Taalinstellingen
U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en deze later weer wijzigen.
De taal wijzigen
1
Tik op het Startscherm op .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Taal en invoer > Taal.
3
Selecteer een optie.
4
Tik op OK.
Als u de verkeerde taal kiest en u de menuteksten niet meer kunt lezen, zoekt u het pictogram
en tikt u erop. Selecteer vervolgens de tekst naast en selecteer de eerste vermelding in
het menu dat verschijnt. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
Vliegmodus
In de vliegmodus zijn de netwerk- en radiozenders en -ontvangers uitgeschakeld om
storingen in gevoelige apparatuur te vermijden. U kunt echter nog altijd games spelen,
naar muziek luisteren, video's bekijken en andere content, zolang deze content op uw
geheugenkaart of in het interne geheugen wordt opgeslagen. U kunt ook gewaarschuwd
worden door alarmen als deze geactiveerd zijn.
Inschakelen van de vliegmodus beperkt het batterijgebruik.
De vliegmodus inschakelen
1
Tik vanuit Startscherm op .
2
Ga naar en tik op
3
Schakel het selectievakje Vliegmodus in.
U kunt ook de aan/uittoets ingedrukt houden
verschijnt.
Instellingen
>
Meer…
.
en Vliegmodus selecteren in het menu dat
Geheugen
U kunt content opslaan in het interne geheugen van het apparaat en op een
geheugenkaart.
De status van het geheugen bekijken
1
Tik vanaf uw Startscherm op
2
Tik op Instellingen > Opslagruimte om de status van het geheugen te bekijken.
.
Geheugenkaart
Het apparaat biedt ondersteuning voor microSD™-kaarten. Deze kaarten worden
gebruikt voor media-inhoud. Dit type kaart kan ook in andere compatibele apparaten
worden gebruikt als draadbare geheugenkaart.
U zult mogelijk apart een geheugenkaart moeten aanschaffen.
U kunt op elk moment dat uw apparaat is uitgeschakeld, de geheugenkaart veilig uit uw
apparaat verwijderen. Als u de geheugenkaart wilt verwijderen wanneer uw apparaat is
ingeschakeld, moet u de geheugenkaart eerst logisch ontkoppelen voordat u deze fysiek
uit het apparaat verwijderd. Hiermee voorkomt u beschadigingen aan de geheugenkaart
zelf of mogelijk verlies van de gegevens die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
De geheugenkaart ontkoppelen
1
Sleep de statusbalk omlaag en tik op .
2
Ga naar en tik op Opslagruimte > SD-kaart ontkoppelen.
De geheugenkaart formatteren
U kunt de geheugenkaart formatteren op uw apparaat, bijvoorbeeld om geheugen vrij te
maken. Dit betekent dat u alle gegevens op de kaart wist.
Alle content op de geheugenkaart wordt gewist wanneer u deze formatteert. Zorg dat u een
back-up maakt van alle zaken die u wilt behouden voordat u de geheugenkaart formatteert.
Als u een back-up wilt maken van uw content, kunt u deze kopiëren naar de computer. Zie
voor meer informatie het hoofdstuk
De geheugenkaart formatteren
1
Sleep de statusbalk omlaag en tik vervolgens op .
2
Ga naar en tik op Opslagruimte > SD-kaart wissen.
3
Tik op
SD-kaart wissen
>
Alles wissen
Uw apparaat op een computer aansluiten
op pagina 92.
om te bevestigen.
Het applicatiegeheugen wissen
Het kan soms nodig zijn om het geheugen voor een applicatie te wissen. Dit zou
bijvoorbeeld kunnen gebeuren als het applicatiegeheugen vol raakt of als u de scores
voor een spelletje wilt wissen. U zou ook binnenkomende e-mail, tekst en
multimediaberichten kunnen willen wissen in sommige applicaties.
Het geheugen voor een applicatie wissen
1
Sleep de statusbalk omlaag en tik op .
2
Tik op Apps.
3
Tik op de applicatie waarvoor u het geheugen wilt wissen.
4
Tik op Cache wissen.
Voor sommige applicaties is het niet mogelijk om het geheugen te wissen.
Een headset gebruiken
Gebruik de meegeleverde accessoires bij uw apparaat, of andere compatibele accessoires,
voor de beste prestaties.