Garantie, SAR en gebruiksinstructies........................................... 96
4
Page 5
Xperia 5-functies
Cinema Pro
Cinema Pro is een applicatie die gebruikmaakt van de digitale
lmcameratechnologie van Sony. U kunt uw ideale video's maken door
professionele parameters en kleurinstellingen te congureren.
Cinema Pro openen
• Ga naar en tik op (pictogram Cinema Pro).
Cinema Pro Startscherm
Hint
Tik op de oranje parameters om de instellingen te veranderen.
1
Zoeker
2Pictogram Menu – Tik hierop om het menu te openen.
• Tik op Project openen om een bestaand project te openen of om een nieuw project te maken.
• Tik herhaaldelk op Kaderlnen om de verschillende beeldverhoudingen weer te geven en te
selecteren.
• Tik op Rasterlnen om de compositie weer te geven en te balanceren.
3Project-instellingen
Tik op een oranje parameter om de sfeer van het hele project of de videoclips aan te passen. De
projectinstellingen kunnen alleen worden veranderd voordat de eerste videoclip wordt
opgenomen.
4Clip-instellingen – Parameters die voor elke videoclip kunnen worden ingesteld. Tik op Focus >
(pictogram Instellingen) om meer opties voor scherpstelinstellingen te zien.
5Tik om de opname te starten of te stoppen.
6Tik om het huidige frame als een stilstaand beeld vast te leggen.
7Statusaanduidingen
8• Tik op een miniatuur om een videoclip of stilstaand beeld weer te geven.
• Tik op Alle bestanden om een videoclip of stilstaand beeld te bekken dat niet als miniatuur
wordt weergegeven.
• U kunt een stilstaand beeld van de video vastleggen door tdens het afspelen op
(pictogram Video bewerken) te tikken. Tik op (knop Vorige) om terug te keren naar het
startscherm van Cinema Pro.
5
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 6
9Tik hierop om het geluidsniveau te veranderen.
Clips samenvoegen en een lm weergeven
1Terwl u de applicatie Cinema Pro gebruikt, tikt u op Alle bestanden om een lst
met clips in een project weer te geven.
2Tik op
(pictogram Meer) > Uiteindelke lm maken.
3Tik op de clips in de volgorde waarin u ze wilt combineren. Tik vervolgens op
Maken.
4Tik tweemaal op (knop Omhoog navigeren) om de gemaakte lm te bekken, tik
op Uiteindelke lms, en tik vervolgens op de lm die u hebt gemaakt.
Gameverbetering
De Gameverbetering-applicatie maakt de gameplay veel handiger met diverse
functies. Tdens het spelen van een game, kunt u voorkomen dat meldingen
worden weergegeven, de instellingen van de prestaties veranderen, en nog veel
meer.
Gedownloade games worden automatisch weergegeven in de Gameverbeteringapplicatie, en u kunt de games snel openen vanuit het Gameverbetering-menu. U
kunt tdens het gamen diverse instellingen aanpassen door op (pictogram Menu
Gameverbetering openen) te tikken.
De Gameverbetering-app openen
• Ga naar en tik op (pictogram Gameverbetering).
6
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 7
Overzicht van het scherm
1Voeg handmatig nieuwe games toe.
2Gameverbetering-instellingen
3Aanbevolen – Tik hierop om aanbevolen spellen te openen, te downloaden of meer informatie
erover weer te geven.
4Gamestarter
Gameverbetering gebruiken tdens het gamen
1Tik op (Zwevend pictogram Gameverbetering) terwl u een game speelt.
2In het menu dat wordt geopend, tikt u op de gewenste instellingen en congureert
u ze.
Hint
U kunt (Zwevend pictogram Gameverbetering) naar de gewenste positie slepen en
verplaatsen, zoals naar de rand van het scherm. U kunt ook (Zwevend pictogram
Gameverbetering) omschakelen naar (Pull-downbalk). Tik op (Zwevend pictogram
Gameverbetering) >
schakelen.
(pictogram Instellingen) en selecteer Pull-downbalk om om te
7
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 8
De geluidsuitvoer verbeteren
U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig de
geluidsinstellingen te congureren.
De kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden verbeteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie DSEE HX in door op de schakelaar te tikken.
Opmerking
• Met de DSEE HX-functie is een bedrade hoofdtelefoon die ondersteuning biedt voor High-
Resolution Audio nodig om geluid te kunnen afspelen in een kwaliteit die bna
gelkwaardig is aan High-Resolution Audio.
• DSEE HX werkt alleen voor een hoofdtelefoon met een audio-aansluiting van 3,5 mm die op
uw apparaat is aangesloten met behulp van de USB-host adapter. De DSEE HX-functie is niet
beschikbaar voor draadloze of USB-hoofdtelefoons.
De geluidsuitvoer verbeteren met Dolby Atmos®
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie Dolby Atmos in door op de schakelaar te tikken.
3Tik op Dolby Atmos voor meer opties.
Zsensor
Uw apparaat heeft sensoren aan de zkanten waarop u kunt tikken of met één
hand langs kunt schuiven om het apparaat gemakkelker te kunnen gebruiken. U
kunt de Zsensormenu weergeven als snelkoppeling naar applicaties en
instellingen, of het menu Meerdere vensters om twee toepassingen te selecteren
in de modus voor gesplitst scherm. U kunt ook terugkeren naar het vorige scherm
door omlaag te schuiven langs de sensor. Verzeker u ervan binnen het
sensorgebied met uw vinger te tikken of te vegen. Als u meer wilt weten over
Zsensor, gaat u naar en tikt u op Instellingen > Weergave > Geavanceerd >
Zsensor > ZSENSORZELFSTUDIE.
Hint
U kunt de aanraakpositie veranderen, bvoorbeeld wanneer de rand van het apparaat wordt
afgedekt door een case. Om de aanraakpositie te veranderen, tikt u op Instellingen >
Weergave > Geavanceerd > Zsensor > Aanraakpositie congureren > Handmatig, en tikt
vervolgens op de schakelaar Binnenrand van scherm gebruiken.
Opmerking
Zsensor is niet beschikbaar in bepaalde situaties, zoals wanneer het scherm wordt
weergegeven in de liggende stand.
8
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 9
De Zsensormenu weergeven
• Als u het Zsensormenu wilt activeren, dubbeltikt u op de zkant van het apparaat.
Hint
Als u Zsensormenu wilt afsluiten, dubbeltikt u op de zkant van het apparaat of tikt u op
een leeg gebied op het scherm.
Het menu Meerdere vensters weergeven
9
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 10
1Schuif uw vinger omhoog langs de zkant van het apparaat om het menu
Meerdere vensters weer te geven.
2Volg de instructies op het scherm om apps toe te voegen aan een gesplitst
scherm.
Terugkeren naar het vorige scherm met behulp van de zsensor
• Schuif uw vinger omlaag langs de zkant van het apparaat om terug te keren naar
het vorige scherm.
Als u Zsensor wilt in- of uitschakelen, of andere Zsensor-opties wilt instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd.
2Tik op Zsensor.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen. Als u andere Zsensor-
opties wilt bewerken, volgt u de instructies op het scherm op het onderste deel
van het scherm.
Hint
Bvoorbeeld, de volgende opties zn beschikbaar voor de Zsensor.
• Of u de Zsensor aan één of beide zkanten van het apparaat wilt gebruiken
• De schermacties voor gebaar
• Of u de Zsensor wilt gebruiken op de binnenrand van het scherm of aan de zkant van het
apparaat
Dynamische trilling
Met de functie Dynamische trilling beleeft u media intenser door
gesynchroniseerde trillingen toe te voegen terwl u op het apparaat video's bekkt
of naar muziek luistert. Ga naar Instellingen > Geluid > Dynamische trilling om
meer te weten te komen over deze functie.
In de volgende gevallen is er geen trilling:
• Het mediavolume is ingesteld op stil.
• Het scherm staat uit.
10
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 11
• STAMINA-modus is geactiveerd.
Opmerking
Dynamische trilling werkt niet met alle media-apps.
Niveaus van dynamische trilling
UitGeen trilling
MildMinder trilling
NormaalGoed gebalanceerde trilling
KrachtigMeer trilling
De instellingen voor dynamische trilling binnen een media-app aanpassen
1Open de gewenste media-app, bvoorbeeld YouTube of de Album-app.
2Speel de media-inhoud af.
3Druk op de volumetoets om het volumepaneel te openen.
4Sleep de schuifregelaar van Dynamische trilling om het gewenste niveau voor deze
app in te stellen.
5De Dynamische trilling-instelling wordt opgeslagen voor de volgende keer
wanneer u deze app gebruikt.
Opmerking
Er is geen trilling als het mediavolume is ingesteld op stil.
Dynamische trilling in- of uitschakelen
• Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Dynamische trilling.
Actieve display-instellingen
Met het actieve display kunt u informatie op het scherm weergeven, zoals td,
meldingen, muziek of foto's, terwl het scherm is uitgeschakeld. Op het actieve
display kunt u ook album art weergeven tdens het afspelen van muziek, onlangs
gemaakte foto's weergeven, of foto's in Album weergeven die zn genomen op
uw huidige locatie. Wanneer u thuis bent, worden de foto's die worden
weergegeven automatisch geselecteerd door het Xperia-apparaat.
11
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 12
De Actieve display-instellingen aanpassen
1Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Voorkeuren
schermvergrendeling > Actieve display (Altd op scherm).
2Tik op Wanneer Actieve display weergeven en selecteer vervolgens de gewenste
instelling.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
Hint
De standaardinstelling is Slimme activering, waarmee zo nodig de Actieve display wordt
geactiveerd, bvoorbeeldterwl u met het apparaat in uw hand loopt, of wanneer u het
apparaat uit uw zak of tas haalt.
Een afbeelding weergeven op het Actieve display
1Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Voorkeuren
schermvergrendeling > Actieve display (Altd op scherm).
2Tik op Sticker en selecteer de gewenste sticker of foto.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
Foto's weergeven op het Actieve display
1Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Voorkeuren
schermvergrendeling > Actieve display (Altd op scherm).
2Tik op Foto afspelen en tik vervolgens op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
3Selecteer Foto's op apparaat.
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
Smart-gespreksverwerking
U kunt inkomende gesprekken verwerken zonder het scherm aan te raken door de
functie Smart-gespreksverwerking in te schakelen. Eenmaal geactiveerd, kunt u
gesprekken op de volgende manier verwerken:
• Beantwoorden: breng het apparaat naar uw oor.
• Weigeren: schud het apparaat.
12
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 13
• Beltoon uit: leg het apparaat ondersteboven.
Smart-gespreksverwerking in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Gebaren > Smart-
gespreksverwerking.
2Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
13
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 14
Aan de slag
Over deze Gebruikershandleiding
Dit is de gebruikershandleiding van de Xperia 5 voor softwareversie Android 9. Als
u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u dat
controleren in het menu Instellingen.
Opmerking
Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders weergeven
dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android-versie wordt mogelk
niet door een update beïnvloed. Ga voor meer informatie over software-updates naar
apparaat updaten
De huidige softwareversie en het modelnummer van uw apparaat controleren
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon. De huidige
softwareversie wordt weergegeven b Build-nummer. Het huidige modelnummer
wordt weergegeven b Model.
Beperkingen van services en functies
Sommige services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden
beschreven, worden mogelk niet ondersteund voor alle landen of regio's, of door
alle netwerken en serviceproviders. Het internationale GSM-alarmnummer kan
altd in alle landen en regio's, op alle netwerken en voor alle serviceproviders
worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem
contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om te bepalen of eventuele
specieke services of functies beschikbaar zn en om na te gaan of dit extra kosten
voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zn
beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor
dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer uw apparaat verbinding
maakt met het internet. Neem contact op met uw draadloze-serviceprovider voor
meer informatie.
op pagina 40.
Uw
14
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 15
Overzicht
1Oplaad-/meldingslampje
2Tweede microfoon
3Camera aan voorzde
4Oortelefoon/tweede luidspreker
5Nabheids-/lichtsensor
6Volume-/zoomtoets
7Vingerafdruksensor
8Aan-uitknop
9Cameratoets
10Hoofdluidspreker
11USB-poort/lader/audioadapter
U kunt het scherm van uw apparaat weergeven op een televisie of een ander groot
weergaveapparaat met behulp van een USB Type-C-kabel.
Opmerking
Wanneer u het apparaat met behulp van een USB Type-C-kabel aansluit op een
televisie of een ander groot scherm, moet de kabel compatibel zn met de
standaard voor de poort op het weergaveapparaat. Houd er rekening mee dat
sommige functies of content op het Xperia-apparaat mogelk niet kunnen worden
weergegeven op de televisie of het weergaveapparaat.
12Hoofdmicrofoon
15
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 16
13Subantenne voor mobiele netwerken
14Flitserled
15RGBC IR-sensor
16Hoofdcamera
17NFC-detectiegebied
18Nano-SIM-/geheugenkaartsleuf
194e antenne voor mobiele netwerken/Wi-Fi//Bluetooth®/GPS-antenne
20 3e antenne voor mobiele netwerken
21Hoofdantenne voor mobiele netwerken
Kaart plaatsen - enkele SIM
Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. In apparaten met een enkele
SIM kunt u één SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen.
De SIM-kaart en de geheugenkaarten passen in verschillende delen van de nano-
SIM- en geheugenkaarthouder. Zorg dat u beide niet met elkaar verwart.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
op pagina 23.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen voordat u de houder
eruit trekt om de nano-SIM-kaart of geheugenkaart uit het apparaat te verwderen.
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
16
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 17
Een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
1Trek de SIM-kaarthouder naar buiten.
2Plaats de SIM-kaart stevig in de SIM-kaarthouder.
3Plaats de geheugenkaart stevig in de geheugenkaarthouder.
4Duw de SIM-kaarthouder voorzichtig terug in de sleuf tot deze op zn plaats zit.
Kaarten plaatsen – dubbele SIM
Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Apparaten met een dubbele
SIM ondersteunen óf twee nano-SIM-kaarten óf een nano-SIM-kaart en een
geheugenkaart.
Apparaten met een dubbele SIM zn niet in elke regio en b elke aanbieder
verkrgbaar.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 23.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen voordat u de houder
eruit trekt om de nano-SIM-kaart (of kaarten) uit het apparaat te verwderen.
Twee nano-SIM-kaarten of een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart
plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
1Trek de SIM-kaarthouder naar buiten.
2Plaats de hoofd-SIM-kaart stevig in de positie voor SIM1.
17
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 18
3Plaats de tweede SIM-kaart (SIM2) of de geheugenkaart stevig in de juiste richting
in de houder.
4Duw de SIM-kaarthouder voorzichtig terug in de sleuf tot deze op zn plaats zit.
Een apparaat met dubbele SIM-kaart gebruiken
Met een apparaat met een dubbele SIM-kaart kunt u het volgende doen:
• Binnenkomende communicaties ontvangen via beide SIM-kaarten.
• Het nummer selecteren van waaruit u uitgaande communicatie wilt verzenden, of
een SIM-kaart selecteren elke keer wanneer u een gesprek plaatst.
• Gesprekken die via SIM 1 zn ontvangen doorschakelen naar SIM 2 als SIM 1 niet
bereikbaar is, en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moet deze functie handmatig inschakelen.
Voordat u meerdere SIM-kaarten kunt gebruiken, moet u deze inschakelen en de
SIM-kaart selecteren die het dataverkeer moet afhandelen.
Hint
Een apparaat met dubbele SIM-kaart werkt met één of met twee geplaatste SIM-kaarten.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Tik op de schakelaar SIM 1 en SIM 2 om de SIM-kaarten in of uit te schakelen.
De naam van een SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Selecteer een SIM-kaart en voer een nieuwe naam ervoor in.
3Tik op OK.
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
De standaard SIM-kaart voor telefoneren instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Oproepen.
2Selecteer een optie.
De Bereikbaarheid dubbele SIM-functie inschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Bereikbaarheid dubbele SIM.
2Onder Bereikbaarheid dubbele SIM, tik op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
3Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien.
Hint
Als de functie Bereikbaarheid dubbele SIM niet werkt nadat u deze hebt ingeschakeld,
controleert u of voor elke SIM-kaart de telefoonnummers correct zn ingevoerd. In sommige
gevallen worden de nummers tdens de installatie automatisch gedetecteerd. Anders wordt
u gevraagd om ze handmatig in te voeren.
18
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 19
Bescherming van het scherm
Opmerking
Voordat u het apparaat gebruikt, verwdert u alle beschermfolies om alle functies te kunnen
gebruiken.
Een screen cover of een screen protector helpen u het apparaat te beschermen
tegen beschadiging. We raden u aan alleen screen covers te gebruiken die voor uw
Xperia-apparaat zn bedoeld. Als u een beschermaccessoire van een ander merk
op uw scherm aanbrengt, functioneert uw apparaat mogelk niet meer correct
omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons kunnen worden afgedekt.
Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.
Uw apparaat de eerste keer inschakelen
Het wordt aangeraden de batter minimaal 30 minuten op te laden voordat u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt uw apparaat blven gebruiken
tdens het opladen. Ga voor meer informatie over het opladen naar
opladen
op pagina 37.
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een
installatiehandleiding geholpen b het congureren van de basisinstellingen, het
personaliseren van uw apparaat en het aanmelden b uw accounts, bvoorbeeld
een Google-account.
Het apparaat inschakelen
• Druk lang op de aan-uitknop tot het apparaat trilt.
Uw apparaat
Het apparaat uitschakelen
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Uitschakelen.
Opmerking
Het kan even duren voordat het apparaat wordt uitgeschakeld.
Waarom heb ik een Google-account nodig?
Uw Sony-apparaat draait op het Android-platform dat is ontwikkeld door Google.
Diverse Google-applicaties en -services zn al b aanschaf op uw apparaat
geïnstalleerd, bvoorbeeld Gmail, Google Maps, YouTube en de applicatie Google
Play. Om alles uit deze services te halen, hebt u een Google-account nodig. Met
een Google-account kunt u bvoorbeeld het volgende doen:
• Applicaties downloaden en installeren vanaf Google Play.
• Uw e-mail, contacten en agenda synchroniseren met behulp van Gmail.
• U kunt een back-up maken van uw gegevens, deze herstellen en ze kopiëren van
een oud apparaat naar een nieuw apparaat.
• Chatten met vrienden met behulp van de applicatie Google Duo.
• Uw browsergeschiedenis en bladwzers synchroniseren met behulp van de
webbrowser Chrome.
• Uzelf kenbaar maken als de bevoegde gebruiker na een softwarereparatie met
behulp van Xperia Companion.
• Een verloren of gestolen apparaat op afstand zoeken, vergrendelen of
ontgrendelen met de behulp van de service Mn apparaat zoeken.
Ga voor meer informatie naar
http://support.google.com/
.
Een Google-account instellen op uw apparaat
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
19
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 20
2Volg de instructies op het scherm om een Google-account te maken of meldt u
aan als u al een account hebt.
Inhoud van het oude apparaat overbrengen
Er zn verschillende manieren om de gegevens van een oud apparaat over te
brengen naar een nieuw apparaat.
• Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een computer
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een SD-kaart
Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
U kunt gegevens overbrengen door te synchroniseren met een Google-account.
Maak eerst een back-up van uw gegevens op de Google-server vanaf uw oude
telefoon met behulp van uw Google-account. Stel vervolgens hetzelfde Google-
account in op het nieuwe apparaat. Afhankelk van welke inhoud u wilt een back-
up wilt maken en wilt synchroniseren, zn er verschillende manieren.
• Gmail, Agenda, Contacten: Meld u aan met hetzelfde Google-account dat u op het
oude apparaat hebt gebruikt. Vervolgens worden uw Gmail, Agenda en Contacten
automatisch gesynchroniseerd met uw Google-account.
• Afbeelding (foto), video: Maak een back-up van de gegevens van het oude
apparaat op de Google-server met behulp van Google Photos. Synchroniseer
vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
• Applicaties, instellingen, gesprekshistorie: Automatisch een back-up maken met
behulp van Google Drive op uw oude apparaat. Synchroniseer vervolgens uw
Google-account met het nieuwe apparaat.
• Muziekbestanden en andere documentbestanden: Maak handmatig een back-up
van uw mediabestanden van het oude apparaat met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
Ga voor meer informatie naar
Google-account
op pagina 46.
Een back-up maken en synchroniseren met een
Gegevens overbrengen met behulp van een computer
Als u grote hoeveelheden gegevens op het apparaat opslaat, kunt u de gegevens
overbrengen met behulp van een computer. Ga voor meer informatie naar
Een
back-up maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
op pagina 47.
Gegevens overbrengen met behulp van een SD-kaart
U kunt mediabestanden en contacten overbrengen met behulp van een SD-kaart.
Ga voor meer informatie naar
overbrengen met behulp van een geheugenkaart
Een back-up maken van gegevens en deze
op pagina 48.
20
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 21
De beveiliging van het apparaat
Zorgen dat het apparaat is beveiligd
Het apparaat bevat beveiligingsfuncties. Het wordt sterk aanbevolen deze te
gebruiken in verband met verlies of diefstal.
Opmerking
Als u het apparaat beveiligt met een beveiligingsfunctie, is het essentieel dat u de
ingestelde gegevens onthoudt.
Schermvergrendeling
Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een PIN,
wachtwoord, patroon of vingerafdruk om te voorkomen dat anderen het apparaat
zonder toestemming kunnen gebruiken. Zodra de schermvergrendeling is
ingesteld, kan zonder het invoeren van de schermvergrendelingsinformatie het
scherm niet worden ontgrendeld en kan geen inhoud worden gewist door middel
van een Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten).
Mn apparaat vinden
Gebruik de service Mn apparaat zoeken om een verloren apparaat op afstand te
zoeken, te vergrendelen, te ontgrendelen of de inhoud ervan te wissen.
SIM-kaartvergrendeling
Vergrendel uw SIM-kaarten met een PIN om misbruik van uw abonnement te
voorkomen. De PIN is vereist elke keer wanneer u het apparaat opnieuw opstart.
IMEI-nummer
Bewaar een kopie van het IMEI-nummer. Als uw apparaat is gestolen, kunnen
sommige netwerkproviders dit nummer gebruiken om te voorkomen dat het
apparaat toegang krgt tot het netwerk in uw land of regio.
Back-up
Maak een back-up van de inhoud van het apparaat voor het geval het apparaat
wordt beschadigd, gestolen of verloren.
• Als u een back-up wilt maken op een Google-account, raadpleegt u
maken en synchroniseren met een Google-account
• Als u een back-up wilt maken op een computer, raadpleegt u
op pagina 46.
van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
• Als u een back-up wilt maken op een geheugenkaart, raadpleegt u
Een back-up
Een back-up maken
op pagina 47.
Een back-up
maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een geheugenkaart
pagina 48.
Schermvergrendeling
op
Als het scherm is vergrendeld, kunt u het ontgrendelen met een veeggebaar of
met een persoonlk patroon, PIN, wachtwoord of vingerafdruk. Oorspronkelk
wordt een onbeveiligde veegbeweging over het scherm ingesteld, maar we raden
aan om een veiligere schermvergrendeling in te stellen op het apparaat.
Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld in de
volgorde van zwak naar sterk:
21
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 22
• Vegen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
• Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te
ontgrendelen.
• PIN: voer een numerieke PIN in van minstens vier cfers om het apparaat te
ontgrendelen.
• Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te
ontgrendelen.
• Vingerafdruk: plaats de geregistreerde vinger op de sensor om het apparaat te
ontgrendelen.
Hint
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat in bepaalde situaties automatisch
ontgrendelen, zoals wanneer het verbonden is met een Bluetooth-apparaat of als u het
apparaat met u meedraagt. Ga voor meer informatie naar
www.support.google.com/
.
http://
Een schermvergrendeling maken of veranderen
Opmerking
Het is heel belangrk dat u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor
schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrke gegevens,
zoals contacten en berichten, mogelk niet meer herstellen.
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Schermvergrendeling.
2Bevestig desgevraagd uw huidige schermvergrendeling.
3Kies een optie en volg de instructies op het scherm.
4Wanneer u klaar bent, drukt u op de aan-uitknop om het scherm te vergrendelen.
Vingerafdrukbeheer
Registreer uw vingerafdruk als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen
van het apparaat of om aankopen te veriëren. U kunt maximaal 5 vingerafdrukken
op het apparaat registreren.
Als een vingerafdruk wordt gebruikt voor schermvergrendeling, dient de
schermvergrendeling met het patroon, de PIN of het wachtwoord als een
alternatieve ontgrendelingsmethode. Voordat u uw vingerafdruk registreert,
controleert u of de sensor schoon is en vr is van zichtbaar vocht.
Een vingerafdruk registreren
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Tik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de registratie van de
vingerafdruk te voltooien.
3U kunt een vingerafdruk toevoegen, wissen of de naam ervan wzigen. Bewerk de
opties naar wens.
SIM-kaartbeveiliging
U kunt elke SIM-kaart in uw apparaat vergrendelen en ontgrendelen met een PIN.
Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het aan de kaart gekoppelde abonnement
beschermd tegen misbruik, wat betekent dat u elke keer wanneer u uw apparaat
start, u een PIN moet invoeren.
Als u uw PIN te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan
de PUK (Personal Unblocking Key) en een nieuwe PIN invoeren. U ontvangt de PIN
en de PUK van uw netwerkoperator.
22
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 23
Een SIM-kaartvergrendeling instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Simkaart vergrendelen om in te schakelen.
4Voer de PIN van de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartvergrendeling is nu
actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om uw
PIN in te voeren.
De PIN-code van de SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Pincode simkaart wzigen en volg de instructies op het scherm.
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een of twee unieke identicatienummers die IMEI of Product-ID
worden genoemd. Zorg dat u een kopie hiervan bewaart. U hebt dit nummer
eventueel nodig als het apparaat is gestolen of als u contact opneemt met de
klantenservice.
Uw IMEI-nummer(s) met het toetsenblok weergeven
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Toetsenblok).
3Voer *#06# in op het toetsenblok. De IMEI-nummer(s) worden automatisch
weergegeven.
(pictogram Telefoon).
Uw IMEI-nummer(s) op de achterkant van de houder bekken
• Trek de SIM-kaarthouder naar buiten. Het/de IMEI-nummer(s) wordt/worden
vermeld op de achterkant van de houder.
23
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 24
Een verloren apparaat terugvinden, vergrendelen of wissen
Google biedt een locatie- en beveiligingswebservice aan die Mn apparaat zoeken
heet. Nadat u zich hebt aangemeld met een Google-account, wordt Mn apparaat
zoeken standaard ingeschakeld. Als u uw apparaat verliest, kunt u met Mn
apparaat zoeken:
• De locatie van uw apparaat zoeken en weergeven op een kaart.
• Het apparaat vergrendelen en op het vergrendelingsscherm een bericht laten
weergeven.
• Wis de gegevens van het apparaat.
• De beltoon activeren, zelfs als het geluid is uitgeschakeld.
Het apparaat moet zn ingeschakeld en een internetverbinding hebben, en de
locatieservice moet zn geactiveerd. De service Mn apparaat zoeken is mogelk
niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Ga voor meer informatie naar
Controleren of uw apparaat kan worden gevonden
• Ga naar
account.
https://www.google.com/android/nd
https://support.google.com/
en meld u aan met uw Google-
.
24
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 25
De basisaspecten onder de knie
krgen
Het aanraakscherm gebruiken
Tikken
• Een onderdeel openen of selecteren.
• Een selectievakje of optie aanvinken of niet.
• Tekst invoeren met behulp van het virtuele toetsenbord.
Aanraken en aangeraakt houden
• Een item verplaatsen.
• De selectiemodus activeren, bvoorbeeld, om meerdere items in een lst te
selecteren.
25
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 26
Knpen en spreiden
• Knpen of spreiden op webpagina's, foto's en kaarten en wanneer u foto's maakt
of video's opneemt.
Vegen en scrollen
• Scroll omhoog en omlaag of naar links en rechts.
• Veeg naar links of naar rechts, bvoorbeeld tussen de deelvensters van het
startscherm.
Het scherm in- of uitschakelen
Wanneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde tdsduur
inactief is, wordt het scherm gedimd en uitgeschakeld om batterlading te
26
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 27
besparen. U kunt wzigen hoe lang het scherm actief blft voordat het wordt
uitgeschakeld.
Als het scherm wordt uitgeschakeld, kan het apparaat vergrendeld of ontgrendeld
zn,afhankelk van de instelling van schermvergrendeling. Zie
Schermvergrendeling
op pagina 21.
Met de functie actieve display kunt u informatie, zoals de td en meldingen,
weergeven zonder op de aan-uitknop te drukken.
Het scherm in- of uitschakelen
• Druk kort op de aan-uitknop.
Hint
Als het actieve display is ingesteld op Slimme activering of Weergeven als het apparaat
wordt opgepakt, wordt het scherm automatisch ingeschakeld wanneer u het apparaat
oppakt. Zie
Actieve display-instellingen
op pagina 11.
De wachttd instellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Slaapstand.
2Selecteer een optie.
Slimme achtergrondverlichtingsregeling
De slimme achtergrondverlichtingsregeling houdt het scherm aan zolang u het
apparaat in uw hand vasthoudt. Zodra u het apparaat neerlegt, wordt het scherm
uitgeschakeld aan de hand van de slaap-instelling.
De slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Slimme
achtergrondverlichting.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. U kunt de
instellingen van het startscherm instellen, zoals het veranderen van het behang.
Opmerking
Vermd het weergeven van zeer felle of statische beelden gedurende een lange td. Dit kan
ertoe leiden dat een nabeeld of kleur op het scherm blft staan.
Naar het startscherm gaan
• Tik op
De instellingen van het startscherm aanpassen
1Houd een leeg gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
Pictogrammen voor de instellingen van het startscherm worden weergegeven.
2Tik om de instellingen naar wens te bewerken.
(Startschermknop).
Applicatiescherm
U kunt applicaties openen of ernaar zoeken vanaf het applicatiescherm.
27
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 28
Alle applicaties op het applicatiescherm weergeven
• Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm naar de bovenkant, en scroll op
het applicatiescherm omhoog of omlaag om alle applicaties weer te geven.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1Houd op het applicatiescherm een applicatiepictogram aangeraakt totdat het
apparaat gaat trillen, en sleep daarna het pictogram. Het startscherm wordt
geopend.
2Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het
vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op (pictogram Meer).
2Tik op Herschikken.
3Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar
de nieuwe locatie.
4Als u klaar bent, tikt u op (pictogram Meer) > Afsluiten.
Navigeren door applicaties
U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatieknoppen en het venster met
onlangs gebruikte applicaties. De navigatieknoppen zn de knop Vorige en de
startschermknop. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen
met de modus gesplitst scherm mits de applicatie de functie voor meerdere
schermen ondersteunt.
28
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 29
Overzicht van navigeren door applicaties
1Alles wissen – Sluit alle recentelk gebruikte applicaties
2Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
3Startschermknop – Sluit een applicatie af en keer terug naar het startscherm
4Knop Vorige – Keer terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie af
Het venster met laatst gebruikte applicaties openen
• Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm.
Alle recentelk gebruikte applicaties sluiten
1Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm.
2Veeg het venster helemaal naar rechts en tik daarna op Alles wissen.
Een menu in een applicatie openen
• Tik terwl u een applicatie gebruikt op
Opmerking
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
(pictogram Meer) of (pictogram Menu).
Modus Gesplitst scherm
In de modus Gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelk weergeven,
bvoorbeeld als u het postvak IN van uw e-mail en een webbrowser tegelkertd
wilt weergeven.
29
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 30
Overzicht van gesplitst scherm
1Applicatie 1
2Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
3Applicatie 2
4Startschermknop – Ga terug naar het startscherm
5Knop Vorige – Ga terug naar het vorige scherm
Opmerking
Niet alle applicaties ondersteunen de modus Gesplitst scherm.
Applicaties openen in de modus gesplitst scherm
1Houd het pictogram van de eerste applicatie aangeraakt en tik op (knop Gesplitst
scherm).
2Tik op de tweede gewenste applicatie.
Applicaties openen in de modus gesplitst scherm met behulp van het menu
Meerdere vensters
1Schuif uw vinger omhoog langs de zkant van het apparaat om het menu
Meerdere vensters te openen.
2Volg de instructies op het scherm om applicaties te gebruiken in de modus
gesplitst scherm.
Hint
U kunt ook het menu Meerdere vensters openen door op (pictogram Menu Meerdere
vensters) op het startscherm te tikken.
De actieve applicaties openen in de modus gesplitst scherm
1Zorg dat de twee applicaties die u in de modus gesplitst scherm wilt gebruiken,
geopend zn en in de achtergrond draaien.
2Veeg omhoog vanaf de onderkant van het scherm om het venster met laatst
gebruikte applicaties te openen.
30
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 31
3Veeg naar links of rechts om te zoeken naar de applicatie die u in de modus
gesplitst scherm wilt gebruiken.
4Tik op het pictogram van de applicatie bovenaan het applicatievenster en tik
vervolgens op Gesplitst scherm.
5Selecteer de tweede gewenste applicatie.
De grootte van de vensters op het gesplitste scherm wzigen
• Sleep de scheidingsrand in het midden van het gesplitste scherm.
De modus voor gesplitst scherm afsluiten
• Sleep de scheidingsrand van het gesplitste scherm naar de boven- of onderkant
van het scherm.
Eénhandige modus
Schakel de Eénhandige modus in om de schermgrootte aan te passen zodat u
makkelker met één hand kunt typen.
Eénhandige modus in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Eénhandige modus.
2Tik op de schakelaar Eénhandige modus om de functie in of uit te schakelen.
3Dubbeltik op
4Als u Eénhandige modus wilt afsluiten, dubbeltikt u opnieuw op
(Startschermknop) of tikt u op een leeg gebied op het scherm.
(Startschermknop) om het scherm te verkleinen.
De positie van het scherm aanpassen
1Tik op (pictogram Pl-links) of (pictogram Pl-rechts) om het scherm naar
respectievelk links of rechts te bewegen.
2Sleep de horizontale strepen aan de rand van het scherm met een nieuwe grootte
om het scherm omhoog of omlaag te bewegen.
3Pas de grootte van het scherm aan door (pictogram Schermgrootte wzigen) aan
de rand van het scherm met de nieuwe grootte te slepen.
Hint
Om terug te keren naar de modus volledig scherm, dubbeltikt u opnieuw op
(Startschermknop) of tikt u op een leeg gebied op het scherm.
Widgets
Widgets zn kleine applicaties die u rechtstreeks op uw startscherm kunt
gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppeling.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
2Houd de widget die u wilt toevoegen aangeraakt en sleep deze naar de gewenste
locatie.
De afmetingen van een widget wzigen
1Houd een widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los.
2Sleep de punten om de widget kleiner of groter te maken.
3Tik op een willekeurige plaats op het Startscherm om de nieuwe afmetingen te
bevestigen.
Een widget verplaatsen of verwderen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar de
nieuwe locatie of naar Verwderen.
31
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 32
Snelkoppelingen en mappen
U kunt snelkoppelingen en mappen gebruiken om uw applicaties te beheren en
het startscherm opgeruimd te houden.
Overzicht van snelkoppelingen en mappen
1Open een applicatie met een snelkoppeling
2Open een map met applicaties
Een item op het startscherm verplaatsen of verwderen
• Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de nieuwe locatie of naar Verwderen.
Een map op het startscherm maken
• Houd het pictogram van een applicatie of een snelkoppeling aangeraakt totdat het
apparaat trilt. Sleep het vervolgens naar een ander pictogram van een applicatie of
een andere snelkoppeling.
Een map op het startscherm hernoemen
1Tik op de map om deze te openen.
2Tik op de titelbalk van de map om een tekstinvoerveld weer te geven.
3Voer de naam van de nieuwe map in.
Achtergrond
U kunt een achtergrond gebruiken zonder de andere elementen van het
startscherm en vergrendelingsscherm te veranderen. Live achtergronden voegen
visuele eecten toe aan interacties met het aanraakscherm, waardoor het scherm
dynamisch verandert.
32
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 33
De achtergrond veranderen
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt.
2Tik op Achtergrond.
3Selecteer een achtergrond en tik op Achtergrond instellen.
4Selecteer een optie als dit wordt gevraagd.
Hint
U kunt ook een foto als achtergrond gebruiken. In plaats van een achtergrond te selecteren
uit de weergegeven mogelkheden, tikt u op Mn foto's en selecteert u een foto.
Een screenshot maken
U kunt stilstaande beelden van elk scherm op uw apparaat maken als een
screenshot. Gemaakte screenshots worden automatisch opgeslagen in de
applicatie Album.
Een schermafbeelding maken
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Screenshot.
Hint
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume
omlaag tegelkertd ingedrukt te houden.
De screenshot weergeven
1Sleep de statusbalk omlaag of dubbeltik op de statusbalk om het gedeelte voor
meldingen te openen.
2Tik op de screenshot.
Meldingen
Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen, zoals nieuwe berichten
en agendameldingen, en van lopende activiteiten, zoals downloads. Meldingen
worden weergegeven op:
• de statusbalk
• het gedeelte voor meldingen
• het vergrendelingsscherm
• het pictogram van de app
33
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 34
Het gedeelte voor meldingen openen of sluiten
1Veeg omlaag vanaf de bovenkant van het scherm om het gedeelte voor meldingen
te openen.
2Sleep of veeg het gedeelte voor meldingen omhoog om het te sluiten.
Hint
Na het openen van het gedeelte voor meldingen, kunt u het deelvenster Snelle instellingen
openen door de statusbalk opnieuw omlaag te slepen.
Een melding in het gedeelte voor meldingen negeren
• Veeg de melding naar links of rechts.
Opmerking
Niet alle meldingen kunnen worden genegeerd.
Hint
Als u een melding in de sluimerstand wilt zetten, sleept u de melding langzaam naar de
zkant en tikt u op
worden gezet gedurende 15 minuten, 30 minuten, 1 uur of 2 uur.
(pictogram Sluimerstand). Meldingen kunnen in de sluimerstand
Alle meldingen in het gedeelte voor meldingen wissen
• Tik op Alles wissen.
Hint
In geval van een lange lst meldingen, scrollt u omlaag naar de knop Alles wissen.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingsscherm
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op Meldingen weergeven.
3Selecteer en bewerk de instellingen naar wens.
34
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 35
Het meldingsniveau van een app instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste app en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaars om de meldingsinstellingen naar wens aan te passen.
Een applicatie blokkeren om noticaties te verzenden
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste applicatie en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaar Meldingen weergeven om meldingen voor applicaties te
blokkeren.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over batterstatus en sommige andere
gebeurtenissen. Het meldingslampje is standaard ingeschakeld, maar kan
handmatig worden uitgeschakeld.
Opmerking
Wanneer het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat dit alleen branden wanneer er een
batterstatuswaarschuwing is, bvoorbeeld wanneer het batterniveau lager is dan 15
procent.
Het meldingslampje in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op de schakelaar Inkomende meldingen weergeven met LED om de functie
in of uit te schakelen.
Pictogrammen op de statusbalk
Statuspictogrammen
(pictogram Signaalsterkte)
De mobiel-netwerkmodus wordt ook weergegeven tdens het zenden en downloaden van
mobiele gegevens.
(pictogram Geen signaal)
(pictogram Dataroaming)
(pictogram Wi-Fi-signaal) Een Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld en gegevens worden verzonden
(pictogram Wi-Fi-verbindingsfout) Een Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld, maar er is geen
internetverbinding.
Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een
beveiligd Wi-Fi-netwerk of netwerk met een toegangspagina. Nadat u met succes bent ingelogd,
verdwnt het kruisje.
Als Google in uw regio is geblokkeerd, kan het kruisje zelfs worden weergegeven als het apparaat
verbinding heeft met een netwerk en er een werkende Wi-Fi-internetverbinding is.
(pictogram Batterstatus)
(pictogram Batter opladen)
(pictogram Vliegmodus)
(pictogram Microfoon dempen)
(pictogram Speakertelefoon)
35
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 36
(pictogram Niet storen)
(pictogram Dempen)
(pictogram Trillen)
(pictogram Alarm)
(pictogram GPS)
Meldingspictogrammen
(pictogram Nieuwe sms)
(pictogram Lopend gesprek)
(pictogram Gemist gesprek)
(pictogram Gesprek in de wacht)
(pictogram Gesprek doorschakelen) Apparaat met enkele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen is
ingeschakeld
(pictogram Gesprek doorschakelen) Apparaat met dubbele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen
is ingeschakeld
(pictogram Gegevens worden gedownload)
(pictogram Gegevens worden geüpload)
(pictogram Software instellen) De basisinstellingen van het apparaat zn beschikbaar
(pictogram Nieuwste software installeren) Een software-update is beschikbaar
(pictogram Muziek afspelen) Een nummer wordt afgespeeld
(pictogram Zsensor) De beschrving van Zsensor is beschikbaar
(pictogram Meer meldingen) Meer niet-weergegeven meldingen
Opmerking
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen worden weergegeven, worden hier
vermeld. Deze lst dient slechts als leidraad, en er kunnen wzigingen worden aangebracht
zonder voorafgaande kennisgeving.
36
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 37
Batter en onderhoud
Uw apparaat opladen
U kunt het apparaat opladen via een stopcontact of computer. U kunt het apparaat
blven gebruiken tdens het opladen.
Als de batter leeg is, kan het wel 10 minuten duren voordat het apparaat reageert
op het opladen. Gedurende deze tdblft het scherm helemaal zwart en wordt er
geen oplaadpictogram weergeven. Het kan enkele uren duren voordat een
volledig lege batter helemaal is opgeladen. De oplaadsnelheid kan worden
beïnvloed door de omgevingstemperatuur.
Opmerking
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde, oplaadbare batter die alleen door een
geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het
apparaat zelf te openen of te demonteren. Hierdoor kan uw apparaat beschadigd raken en
de garantie komen te vervallen.
Gebruik altd de oorspronkelke Sony-lader en een USB-kabel die bedoeld zn
voor uw specieke Xperia-model omdat andere soorten laders lager opladen,
helemaal niet opladen, of het apparaat zelfs beschadigen.
Hint
Het opladen van het apparaat gaat sneller via een stopcontact dan via de computer. U kunt
het apparaat blven gebruiken tdens het opladen.
37
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 38
Het apparaat opladen met een USB-kabel
1Steek een uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
2Steek het andere uiteinde van de kabel in de USB-poort van het apparaat. Het
meldingslampje gaat branden wanneer het opladen begint.
3Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los door deze
recht uit het apparaat te trekken. Wees voorzichtig dat u de connector niet buigt.
Opmerking
Het is belangrk dat u de USB-kabel gebruikt die b het apparaat werd geleverd omdat
andere soorten USB-kabels het apparaat kunnen beschadigen.
Hint
Als de batter helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het
meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
Meldingslampje batterstatus
Groen
OranjeDe batter wordt opgeladen, het oplaadniveau is 15-90%
RoodDe batter wordt opgeladen, het oplaadniveau is minder dan 15%
De batter wordt opgeladen, het oplaadniveau is meer dan 90%
38
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 39
Batter- en energiebeheer
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batter. Haal alles uit de batter door
het energieverbruik van diverse applicaties en functies b te houden. Gebruik
Batterverzorging om de levensduur van de batter te verlengen.
Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zn standaard geactiveerd om het
energieverbruik van de batter te beperken en er zn extra energiebesparingsmodi
beschikbaar als u het energieverbruik van de batter verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van bepaalde niet-essentiële
apparaatfuncties. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze
uitsluiten in het menu Uitzonderingen op energiebesparing. Telefoongesprekken
en SMS-berichten worden niet beïnvloed.
Opmerking
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat
wzigen.
Het batterverbruik van uw apparaat bekken
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter om het geschatte resterende
batterpercentage en de battertd weer te geven.
2Tik op Geavanceerd voor meer details over het battergebruik.
Het batterverbruik van applicaties weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie onder Geavanceerd > Batter om het batterverbruik
ervan weer te geven.
Algemene gebruikstips om de batterduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batter langer
meegaat:
• Verlaag het helderheidsniveau van het scherm. Zie
55.
• Schakel Bluetooth, Wi-Fi en locatieservices uit wanneer u deze functies niet nodig
hebt.
• Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met geen of een
lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelk naar beschikbare
netwerken en verbruikt daarmee acculading.
• Gebruik een Wi-Fi-netwerk in plaats van roaming wanneer u in het buitenland
bent. B roaming wordt uw thuisnetwerk gezocht waardoor uw batter extra wordt
belast omdat uw apparaat moet zenden op een hoger uitgangsvermogen. Zie
Fi
op pagina 50.
• Wzig de synchronisatie-instellingen voor uw e-mail, kalender en contacten.
• Controleer welke applicaties een hoog batterverbruik hebben en lees de tips over
batterbesparing voor deze applicaties op uw apparaat.
• Wzig het meldingsniveau voor een applicatie. Zie
• Schakel de toestemming voor locatie-delen uit voor een applicatie. Zie
instellingen
• Verwder applicaties die u niet gebruikt.
• Gebruik een origineel handsfree-apparaat van Sony om naar muziek te luisteren.
Handsfree-apparaten verbruiken minder acculading dan de luidsprekers van het
apparaat.
• Start het apparaat af en toe opnieuw op.
op pagina 56.
Scherminstellingen
Meldingen
op pagina 33.
op pagina
Wi-
Applicatie-
Specieke applicaties van optimalisatie uitsluiten
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Geavanceerd > Speciale
app-toegang > Energiebesparende functie.
39
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 40
2Volg de instructies op het scherm en selecteer de applicaties waaraan de
energiebesparingsfunctie is toegewezen.
STAMINA-modus
De STAMINA-modus verlengt de td totdat de batter moet worden opgeladen
door sommige functies van het apparaat uit te schakelen.
Afhankelk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zn beperkt of
uitgeschakeld om het batterverbruik te verminderen. Dit zn onder andere de
prestaties voor rendering, de helderheid van het scherm, het verbeteren van
afbeeldingen en GPS terwl het scherm uit is. Het synchroniseren van appgegevens in de achtergrond of het streamen wordt mogelk uitgeschakeld voor
sommige applicaties.
STAMINA-modus activeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter > STAMINA-modus.
2Tik op Nu activeren of op de schakelaar Automatisch activeren.
3Wanneer u op de schakelaar Automatisch activeren tikt, past u het percentage
automatisch starten naar wens aan.
4Tik op STAMINA-niveau om het gewenste niveau te selecteren.
Hint
U kunt applicaties uitsluiten van optimaliseren door de STAMINA-modus in het menu
Energiebesparende functie.
Batterverzorging
Batterverzorging verlengt de levensduur van de batter. Deze functie detecteert
uw oplaadritme en schat de begin- en eindtd van uw normale oplaadperiode.
Vervolgens wordt de oplaadsnelheid zodanig geregeld dat de batter 100% is
opgeladen net voordat u de lader loskoppelt. U kunt ook een begin- en eindtd
van de oplaadperiode handmatig instellen.
Opmerking
Batterverzorging regelt de oplaadsnelheid pas nadat een regelmatige oplaadcyclus van
minstens 4 uur in een periode van een aantal dagen is gedetecteerd.
Batterverzorging in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter > Batterverzorging.
2Tik op de schakelaar om Batterverzorging in of uit te schakelen. Automatisch is
standaard geselecteerd.
3Om handmatig een begin- en eindtd voor de oplaadperiode in te stellen, tikt u op
Aangepast en stelt u daarna de begin- en eindtden in.
Hint
Aangeleerde patronen van de regelmatige oplaadcyclus worden opgeslagen door
Batterverzorging. Zelfs als de functie is uitgeschakeld, neemt deze na inschakelen de
geleerde patronen over.
Uw apparaat updaten
Werk de software van uw apparaat b om de nieuwste functies, verbeteringen en
bugxes te krgen zodat het apparaat optimaal presteert. Als een software-update
beschikbaar is, wordt
statusbalk. U kunt ook handmatig controleren of er nieuwe updates zn.
(pictogram Systeemupdate) weergegeven op de
40
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 41
De eenvoudigste manier om een software-update te installeren, is draadloos vanaf
uw apparaat. Sommige updates kunnen echter niet draadloos worden
gedownload. In dat geval gebruikt u de applicatie Xperia Companion op een pc of
Apple Mac-computer om uw apparaat b te werken.
Denk aan het volgende voordat u het apparaat updatet:
• Controleer of voldoende opslagruimte aanwezig is.
• Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders
weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Androidversie wordt door een update wellicht niet beïnvloed.
Controleren op nieuwe software
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
Het apparaat draadloos updaten
Gebruik de applicatie voor software-updates om de apparaatsoftware draadloos
b te werken. Welke updates u kunt downloaden via een mobiel netwerk is
afhankelk van uw provider. We raden u aan voor het downloaden van nieuwe
software een Wi-Fi-netwerk te gebruiken in plaats van een mobiel netwerk om
extra kosten voor dataverkeer te voorkomen.
Een systeemupdate installeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Volg de instructies op het scherm.
Het automatisch downloaden van systeemupdates instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Tik op
(pictogram Meer) en tik vervolgens op Instellingen > Systeem
automatisch updaten.
3Selecteer de gewenste optie.
Automatisch updaten van applicaties in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Tik op (pictogram Meer) en tik vervolgens op Instellingen > Apps automatisch
bwerken.
3Selecteer de gewenste optie.
Uw apparaat bwerken met een computer
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Zorg ervoor dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is, sleep de statusbalk
omlaag en tik op Android-systeem naast (pictogram USB).
3Tik op Tik voor meer opties en tik vervolgens op Bestandsoverdracht.
4Open Xperia Companion als dit niet automatisch wordt gestart.
5Controleer of de computer internettoegang heeft.
6Computer: Als een nieuwe software-update is gedetecteerd, wordt een pop-
upvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm om de relevante
software-updates uit te voeren.
Opmerking
Als de Xperia Companion-software niet op de betreende computer is geïnstalleerd, sluit u
uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
Gebruik alleen de USB-kabel die b het apparaat werd geleverd en zorg dat deze correct is
aangesloten op het apparaat en de computer.
41
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 42
Opnieuw starten, resetten en repareren
U kunt het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen als het niet meer
reageert of niet normaal opnieuw start. Er gaan geen instellingen of persoonlke
gegevens verloren.
U kunt het apparaat ook resetten naar de fabrieksinstellingen. Deze procedure is
soms nodig als uw apparaat niet meer goed werkt, maar denk eraan dat u eerst
een back-up moet maken van uw gegevens omdat door te resetten alle gegevens
van het apparaat worden gewist. Ga voor meer informatie naar
maken en synchroniseren met een Google-account
op pagina 46.
Als uw apparaat niet kan worden ingeschakeld of als u de software van uw
apparaat wilt resetten, kunt u Xperia Companion gebruiken om uw apparaat te
repareren. Voor meer informatie over het gebruik van Xperia Companion,
raadpleegt u de Xperia Companion-website
xperia-companion/
.
https://support.sonymobile.com/
Uw apparaat opnieuw starten
Opmerking
Uw apparaat start mogelk niet opnieuw als de batterbna leeg is. Sluit het apparaat aan
op een lader en probeer het opnieuw te starten.
1Druk lang op de aan-uitknop.
2Tik in het menu dat wordt geopend op Opnieuw opstarten. Het apparaat wordt
automatisch opnieuw gestart.
Een back-up
Het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen
1Druk lang tegelkertd op de aan-uitknop en de volume-omhoogtoets tot uw
apparaat trilt.
2Afhankelk van of u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten of uitschakelen,
gaat u als volgt te werk.
• Als u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten: Laat op dit punt de toetsen
los. Het apparaat wordt opnieuw gestart.
• Als u het apparaat gedwongen wilt uitschakelen: Blf op de toetsen drukken. Na
nog enkele seconden trilt het apparaat drie keer en wordt uitgeschakeld.
De standaardinstellingen herstellen
Opmerking
Onderbreek een procedure voor het herstellen van de standaardinstellingen niet om
permanente schade aan het apparaat te voorkomen.
1Maak een back-up van alle gegevens die in het interne geheugen van het apparaat
zn opgeslagen. Door te resetten worden alle gegevens van het apparaat gewist.
2Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Opties voor resetten.
3Tik op Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten) > Telefoon
resetten.
4Teken uw ontgrendelingspatroon als daarom wordt gevraagd, of voer het
ontgrendelingswachtwoord of de PIN in om door te gaan.
5Tik op Alles wissen om te bevestigen.
Hint
Het apparaat wordt niet teruggezet naar een eerdere softwareversie van Android wanneer u
de fabrieksinstellingen herstelt.
De apparaatsoftware repareren
U kunt Xperia Companion gebruiken om de software van uw apparaat te repareren.
Als u het wachtwoord, de PIN of het patroon voor schermontgrendeling bent
42
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 43
vergeten, kunt u de reparatiefunctie van het apparaat in Xperia Companion
gebruiken om de beveiligingslaag te verwderen. U dient de
aanmeldingsgegevens voor uw Google-account op te geven om deze handeling te
kunnen uitvoeren. Door de reparatiefunctie uit te voeren, installeert u de software
opnieuw op uw apparaat waarb u enige persoonlke gegevens kunt verliezen.
Als het apparaat is vastgelopen, herhaaldelk opnieuw start of helemaal niet meer
start nadat u de Xperia-software hebt geüpdatet, een softwarereparatie hebt
uitgevoerd of naar de fabrieksinstellingen hebt gereset, probeert u het apparaat
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen. Als het probleem zich nog steeds
voordoet, schakelt u het apparaat gedwongen uit en voert u vervolgens een
softwarereparatie uit.
Hint
Als u een nieuwe gebruikersnaam of een nieuw wachtwoord voor uw Google-account
ontvangt, kunt u deze mogelk niet gebruiken om in te loggen.
De apparaatsoftware repareren met Xperia Companion
Opmerking
Om een softwarereparatie te kunnen uitvoeren, hebt u de gebruikersnaam en het
wachtwoord van uw Google-account nodig. Afhankelk van de beveiligingsinstellingen
moet u mogelk uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om het apparaat na een
softwarereparatie opnieuw te kunnen starten.
1Zorg dat Xperia Companion op de computer is geïnstalleerd.
2Open de Xperia Companion-software op de computer en klik op
Softwarereparatie op het hoofdscherm.
3Volg de instructies op het scherm om de software opnieuw te installeren en de
reparatie te voltooien.
Uw applicaties resetten
U kunt een applicatie resetten of de applicatiegegevens wissen wanneer de
applicatie niet meer reageert of problemen veroorzaakt op uw apparaat.
Applicatievoorkeuren resetten
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op
3Tik op (pictogram Meer) > App-voorkeuren resetten > Apps resetten.
Hint
Als u de applicatievoorkeuren reset, worden geen applicatiegegevens van het apparaat
verwderd.
Applicatiegegevens wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN >
OK.
Opmerking
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens van de geselecteerde applicatie
permanent vanaf uw apparaat verwderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet
beschikbaar voor alle applicaties of services.
Het cachegeheugen van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > CACHE WISSEN.
(Zie pictogram Alle apps) voor een overzicht van alle applicaties.
43
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 44
Opmerking
De optie om het cachegeheugen van een applicatie te wissen, is niet voor elke applicatie of
service beschikbaar.
De standaardinstelling van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Geavanceerd > Standaard openen >
STANDAARD-WAARDEN WISSEN.
Opmerking
De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie
of service beschikbaar.
Geheugenprestaties verbeteren
Het interne geheugen is de opslag voor gedownloade of overgedragen content en
voor persoonlke instellingen en gegevens, en dreigt vol te raken als gevolg van
normaal gebruik. Als het apparaat trager wordt of als applicaties plotseling worden
afgesloten, kunt u het volgende doen:
• Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
• Verwder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
• Verplaats foto's, video's en muziek vanuit het interne geheugen naar de
verwisselbare geheugenkaart of Google-service.
Opmerking
• Een geheugenkaart is apart verkrgbaar.
• Als uw apparaat de inhoud van de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart wellicht
formatteren. Denk eraan dat b het formatteren alle inhoud op de geheugenkaart wordt
gewist.
De geheugenstatus weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
Ruimte vrmaken in de interne opslag
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslag.
2Tik op RUIMTE VRMAKEN. Als een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst,
selecteert u Interne gedeelde opslag > RUIMTE VRMAKEN.
3Selecteer weinig gebruikte apps of oude bestanden die u wilt verwderen, en volg
daarna de instructies op het scherm.
Een applicatie of service stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
De geheugenkaart formatteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
2Tik op SD-kaart >
(pictogram Meer), tik vervolgens op Instellingen voor opslag
> Formatteren, en voer tenslotte het formatteren uit in het volgende
dialoogvenster.
Opmerking
B het formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak eerst een back-up
van alle gegevens die u wilt behouden. Als u een back-up van de inhoud wilt maken, kunt u
deze naar een computer kopiëren. Ga voor meer informatie naar
gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
Een back-up maken van
op pagina 47.
44
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 45
Slimme wisser
Slimme wisser verbetert de prestaties van het apparaat door het automatisch
optimaliseren van opslag en geheugen aan de hand van het gebruik van de app's.
Smart Cleaner in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Xperia Assist.
2Tik op Slimme wisser en tik vervolgens op de schakelaar om de functie in of uit te
schakelen.
Opmerking
U kunt bestanden ook handmatig wzigen, kopiëren of verwderen door naar de applicatie
Bestanden te gaan en erop te tikken.
45
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 46
Een back-up maken en gegevens
synchroniseren
Een back-up maken en synchroniseren met een Googleaccount
U kunt een back-up maken van uw gegevens op de Google-server en deze
synchroniseren met een Google-account. Afhankelk van de typen inhoud zn er
verschillende manieren om een back-up te maken en te synchroniseren. Als u
gegevens wilt overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat, stelt
u de back-up in op uw oude apparaat en synchroniseert u met uw Google-account
op het nieuwe apparaat. Het maken van een back-up wordt in het bzonder
aanbevolen als u de apparaatsoftware updatet naar een nieuwere Android-versie.
Een Google-account instellen
1Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen en selecteer vervolgens
Google.
2Volg de aanwzingen op het scherm om een account te maken of u zich erb aan
te melden.
Een back-up maken en synchroniseren met Gmail, Agenda en Contacten
1Tik op Instellingen > Accounts.
2Als er nog geen Google-account is, tikt u op Account toevoegen.
3Tik op de schakelaar Gegevens automatisch synchroniseren om de functie in te
schakelen. Er wordt automatisch een back-up gemaakt van uw Gmail, Agenda en
Contacten.
Opmerking
U kunt de gegevens van Gmail, Agenda en Contacten automatisch overbrengen en
synchroniseren door u aan te melden b het Google-account dat werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat.
Een back-up maken van foto's en video's en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op (pictogram Google Photos).
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op het instellingenmenu.
3Tik op het menu back-up en synchronisatie.
4Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Van uw foto's en video's wordt
automatisch een back-up gemaakt.
Opmerking
U kunt foto's en video's automatisch synchroniseren door u aan te melden b het Googleaccount dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat. Ga
voor meer informatie naar
Een back-up maken en synchroniseren van app-gegevens, telefooninstellingen
en gesprekshistorie
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Back-up.
2Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Er wordt automatisch een
back-up gemaakt van uw app-gegevens, telefooninstellingen en gesprekshistorie.
Opmerking
U kunt het maken van een back-up ook inschakelen op het instellingenmenu van Google
Drive. U kunt uw app-gegevens, apparaatinstellingen en gesprekshistorie automatisch
synchroniseren door in te loggen op de Google-account die werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op het oude apparaat. Wanneer u het nieuwe apparaat voor
http://support.google.com/
.
46
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 47
het eerst inschakelt, meldt u zich aan b het Google-account en volgt u de instructies op het
scherm.
Handmatig een back-up maken van bestanden en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op (pictogram Muziek) of (pictogram Bestanden).
2Houd de bestanden waarvan u een back-up wilt maken aangeraakt en selecteer
Delen uit de opties die worden weergegeven.
3Sla op op Google Drive.
Opmerking
U kunt de gegevens synchroniseren op het nieuwe apparaat door u aan te melden b het
Google-account dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op het oude
apparaat.
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp van een computer
Het wordt aangeraden om een back-up van uw gegevens te maken op een
computer wanneer u grote hoeveelheden mediabestanden hebt, zoals foto's,
video's en muziekbestanden. U kunt uw gegevens ook overbrengen van een oud
apparaat naar een nieuwe apparaat door beide apparaten tegelkertd aan te
sluiten op de computer. Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een Windowscomputer en het apparaat om uw bestanden over te brengen en te beheren.
Aansluiten op een computer met behulp van een USB-kabel
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast
(pictogram USB).
3Tik op Tik voor meer opties. De computer detecteert het apparaat nadat u op
Bestandsoverdracht hebt getikt.
Opmerking
Gebruik altd de USB-kabel van uw specieke Xperia-model en controleer of de kabel
helemaal droog is.
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat aan op de computer
met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken en
kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een locatie op de computer.
Bestanden overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit zowel het oude apparaat als het
nieuwe apparaat aan op een computer met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer welke bestanden van het oude apparaat moeten
worden overgebracht, en kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een
locatie op het nieuwe apparaat.
Opmerking
Wanneer u bestanden kopieert van het oude apparaat naar het nieuwe apparaat, moet u
ervoor zorgen dat de mapnamen op beide apparaten hetzelfde zn.
47
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 48
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp van een geheugenkaart
Een back-up maken van bestanden en deze overbrengen met behulp van een
geheugenkaart
1Zorg dat een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
2Ga naar en tik op (pictogram Bestanden).
3Houd de bestanden die u naar de geheugenkaart wilt overbrengen aangeraakt en
markeer deze.
4Tik op (pictogram Meer) en selecteer Kopiëren naar… of Verplaatsen naar… om
een back-up te maken of over te brengen.
48
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 49
Applicaties downloaden
Applicaties downloaden vanaf Google Play
Google Play is de ociële onlinewinkel van Google voor het downloaden van
applicaties, games, muziek, lms en boeken. Hier vindt u zowel gratis als betaalde
applicaties. Voordat u begint met downloaden vanaf Google Play zorgt u voor een
functionerende internetverbinding, b voorkeur via Wi-Fi om de kosten van
dataverkeer te beperken. Ga voor meer informatie naar
pagina 40.
Een applicatie downloaden vanaf Google Play
1Ga naar en tik op (pictogram Play Store).
2Zoek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de
zoekfunctie.
3Tik op het item om de details ervan weer te geven. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
Uw apparaat updaten
op
49
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 50
Internet en netwerken
Mobiele-gegevensverbinding
U hebt de juiste internetinstellingen nodig om toegang te krgen tot het internet
via een mobiele-gegevensverbinding.
• Voor de meeste mobiele netwerken en aanbieders zn deze instellingen vooraf op
het apparaat geïnstalleerd, zodat u meteen kunt internetten.
• U kunt handmatig controleren op updates voor internetinstellingen. Als u een
internetinstelling per ongeluk wzigt of verwdert, reset u de internetinstellingen.
• Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk voor meer
mobiele-netwerkopties.
Wi-Fi
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zn. Beveiligde netwerken
worden aangeduid met
Wi-Fi-netwerk.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op de schakelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi-netwerken
worden weergegeven.
3Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde
netwerken voert u het bbehorende wachtwoord in. (pictogram Wi-Fi) wordt
weergegeven op de statusbalk zodra u bent verbonden.
(pictogram Wi-Fi vergrendelen) naast de naam van het
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Scroll omlaag en tik op Netwerk toevoegen.
3Voer de Netwerknaam-gegevens in.
4Tik in het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
5Voer indien nodig een wachtwoord in.
6Als u geavanceerde opties, zoals proxy-instellingen, IP-instellingen en andere
netwerkinstellingen, wilt bewerken, tikt u op Geavanceerde opties en bewerkt u
vervolgens de opties naar wens.
7Tik op OPSLAAN.
Wi-Fi-signaalsterkte verhogen
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
• Plaats het apparaat dichter b het Wi-Fi-toegangspunt.
• Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelke obstakels of
interferentie.
• Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af.
Opmerking
De Wi-Fi-antenne bevindt zich meestal in het bovenste deel van het apparaat. Zie
op pagina 15.
Overzicht
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken
beschikbaar zn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken weergeven.
U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer een
open Wi-Fi-netwerk wordt gedetecteerd.
50
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 51
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Gedetailleerde
informatie over het netwerk wordt weergegeven.
De Wi-Fi-instellingen veranderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op Wi-voorkeuren.
Uw mobiele dataverbinding delen
U kunt uw mobiele dataverbinding op verschillende manieren delen met andere
apparaten.
• Draagbare hotspot: deel uw mobiele dataverbinding via Wi-Fi met maximaal 10
andere apparaten tegelkertd.
• Draagbare One-touch-hotspot: raak apparaten aan om de mobiele verbinding te
delen via Wi-Fi.
• USB-tethering: deel de mobiele dataverbinding met één computer met behulp
van een USB-kabel.
Het apparaat als draagbare hotspot gebruiken
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering >
Draagbare hotspot.
2Tik op de schakelaar bovenaan de lst om de functie in te schakelen.
De gegevensverbinding delen via een USB-kabel
1Sluit uw apparaat aan op een computer met de USB-kabel.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op de schakelaar USB-tethering en tik vervolgens op OK als dit wordt
gevraagd.
(pictogram Delen via USB) wordt weergegeven op de statusbalk zodra
verbinding is gemaakt.
4Tik op de schakelaar USB-tethering of koppel de USB-kabel los om te stoppen met
het delen van uw dataverbinding.
Opmerking
U kunt niet tegelkertd de gegevensverbinding en de SD-kaart van uw apparaat delen via
een USB-kabel.
Uw mobiele verbinding delen door middel van Draagbare One-touch-hotspot
1Zorg dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide
schermen actief zn.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op Draagbare One-touch-hotspot.
4Houd de apparaten b elkaar zodat de N-merktekens van beide apparaten elkaar
raken, en tik vervolgens op KOPPELEN.
Opmerking
Deze functie werkt alleen b apparaten die ook ondersteuning bieden voor NFC Wi-Fitethering.
Het dataverbruik beheren
U kunt bhouden hoeveel data gedurende een bepaalde periode van en naar uw
apparaat wordt overgebracht via uw mobiele dataverbinding of Wi-Fi-verbinding.
U kunt bvoorbeeld weergeven hoeveel data door individuele applicaties wordt
51
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 52
gebruikt. Voor data die via uw mobiele dataverbinding wordt overgebracht, kunt u
ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Datagebruik instellen en beheren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik.
2Selecteer en bewerk de instellingen naar wens.
Het datagebruik van afzonderlke applicaties beheren
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op de applicatie die u wilt beheren en tik vervolgens op Datagebruik.
3Bewerk de opties naar wens.
Opmerking
De prestaties van afzonderlke applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreende
instellingen voor datagebruik wzigt.
52
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 53
Basisinstellingen
Instellingen openen
U kunt de instellingen van uw apparaat weergeven en veranderen in het menu
Instellingen. Het menu Instellingen is bereikbaar vanaf zowel het applicatiescherm
als het deelvenster Snelle instellingen.
Het instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het applicatiescherm
• Ga naar en tik op Instellingen.
Informatie over het apparaat weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon.
Het deelvenster Snelle instellingen openen
• Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
Selecteren welke instellingen worden weergeven in het deelvenster Snelle
instellingen
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op
2Voeg een instelling toe aan het deelvenster Snelle instellingen door het pictogram
naar het bovenste deel van het scherm te slepen en neer te zetten. Verwder een
instelling door het pictogram naar het onderste deel van het scherm te slepen en
neer te zetten.
(pictogram Bewerken).
Het paneel Snelle instellingen herschikken
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op
2Houd een pictogram aangeraakt en verplaats het naar de gewenste positie.
De zaklamp inschakelen
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2Tik op (pictogram Zaklantaarn).
(pictogram Bewerken).
Volume, trilling en geluid
Volume en trilling kunnen worden gewzigd met behulp van de volumetoetsen of
door een instelling te wzigen. Geluiden en tonen kunnen alleen via een instelling
worden gewzigd.
Opmerking
App-instellingen kunnen de geselecteerde instellingen voor volume, trilling en geluid
negeren.
Volume en trilling
U kunt het beltoonvolume, mediavolume, alarmvolume en gespreksvolume
wzigen. Bovendien kunt u uw apparaat instellen op trillen
Het beltoonvolume en meldingvolume (pictogram Beltoonvolume) is van invloed
op meldingen, het gespreksvolume (pictogram gespreksvolume) is van invloed
op de gesprekken, en het mediavolume (pictogram Mediavolume) is van invloed
op de muziek, video's, games en andere media. Als u bvoorbeeld het volume
verandert terwl u naar een video kkt, wordt het mediavolume gewzigd. Het
alarmvolume wordt aangeduid met (pictogram Alarm).
(pictogram Trillen).
53
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 54
Het volume aanpassen
1Druk op de volumetoets omhoog of omlaag om het volume van de media te
veranderen. Tik op (pictogram Mediavolume) om het volume van de media snel
in of uit te schakelen.
2Tik op (pictogram Instellingen) om de gespreks-, beltoon-, melding-, of
alarmvolumes te wzigen. Gebruik elke schuifregelaar om het volume aan te
passen.
De trilmodus selecteren
1Druk op de volumetoets omhoog of omlaag.
2Tik één of meer keren op het pictogram dat boven de schuifregelaar wordt
weergegeven tot
Geluid en trilstand activeren voor inkomende gesprekken
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
2Tik op de schakelaar Ook trillen voor oproepen om de functie in te schakelen.
(pictogram Trillen) wordt weergegeven.
Geluiden en tonen
De beltoon instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u Ringtone - SIM 1 of Ringtone - SIM 2. Als
u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Beltoon telefoon.
3Selecteer een optie in de lst of tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand
te selecteren dat op het apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Het meldingsgeluid instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Meldingsgeluid.
2Selecteer een geluid uit de lst of selecteer Geen om alle meldingsgeluiden uit te
schakelen en de meldingen in te stellen op alleen trillen.
3Tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand te selecteren dat op het
apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Andere geluiden en tonen in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geavanceerd.
2Tik op de schakelaars om andere geluiden en tonen in of uit te schakelen.
De geluiden van het apparaat uitschakelen met Niet storen
Activeer Niet storen om geluiden te dempen en trillingen en visuele meldingen tot
een minimum te beperken voor situaties waarin u niet wilt worden gestoord,
zoals's nachts.
Opties instellen
• Meldingen
• Uitzonderingen
• Duur
• Automatisch inschakelen
Niet storen activeren of deactiveren
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag om het deelvenster Snelle
instellingen te openen.
2Tik op
(pictogram Niet storen).
54
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 55
Automatische regels
U kunt automatische regels instellen om op specieke tden of b specieke
gebeurtenissen de modus Niet storen te activeren.
Een automatische regel instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen > Automatisch inschakelen.
2Tik op een automatische regel, bvoorbeeld Slapen.
3Stel de td en het gedrag naar wens in. Als u de regelnaam wilt wzigen, tikt u op
(pictogram Bewerken).
4Tik op de schakelaar om de regel te activeren.
Hint
Als u een nieuwe regel wilt maken, tikt u op Regel toevoegen en volgt u de instructies op
het scherm.
Het meldingsgeluid instellen wanneer de modusNiet storen is geactiveerd
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Meldingen.
3Selecteer een optie.
Uitzonderingen instellen voor de modus Niet storen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op de opties onder Uitzonderingen.
3Tik op de schakelaars om één of meer opties te activeren.
Deactiveren van de modus Niet storen instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Duur.
3Selecteer een instelling en tik op OK. U kunt de uren aanpassen door op + of - te
tikken.
Scherminstellingen
U kunt het gedrag van het scherm, de helderheid, de weergavegrootte en de
kwaliteit veranderen. U kunt bvoorbeeld de leesbaarheid verhogen met een
groter lettertype of grotere weergavegrootte en u kunt de pictogrammen op de
statusbalk veranderen.
Als u de achtergrond wilt wzigen, zie
hoe lang het scherm ingeschakeld blft voordat het wordt uitgeschakeld, zie
scherm in- of uitschakelen
Een scherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave.
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schuifregelaars, selectievakjes en extra menu's om de instelling te
wzigen.
op pagina 26.
Achtergrond
Instellingen van beeldkwaliteit
op pagina 32. Om te wzigen
Het
Kleurengamma en contrast verbeteren de kwaliteit van foto's en video's als deze
op het apparaat worden weergegeven.
55
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 56
Videobeeldverbetering verbetert de beeldkwaliteit van video's wanneer u deze op
uw apparaat weergeeft met X1 for mobile. Met deze functie worden video's die zn
opgenomen in de SDR-modus afgespeeld met een beeldkwaliteit die op HDR lkt.
Opmerking
Wanneer de Makermodus is geselecteerd in Kleurengamma en contrast, kan
Videobeeldverbetering niet worden gebruikt.
Hint
Videobeeldverbetering is alleen beschikbaar voor bepaalde applicaties.
Witbalans
Selecteer één van de voorinstellingen. Als u Aangepast selecteert, kunt u de
schuifregelaars gebruiken om de witbalans aan te passen. Selecteer Gemiddeld
om de standaardinstelling te herstellen.
Helderheidsniveau
Pas het helderheidsniveau aan met de schuifregelaar. U kunt ook Helderheid
aanpassen inschakelen om de helderheid automatisch te optimaliseren op basis
van het omgevingslicht.
Opmerking
Vermd het weergeven van zeer felle of statische beelden gedurende een lange td. Dit kan
ertoe leiden dat een nabeeld of kleur op het scherm blft staan.
Scherm automatisch draaien
Stel in dat het scherm automatisch wordt gedraaid als het apparaat wordt
gedraaid, of stel in dat het scherm in de staande stand blft.
Hint
Zelfs als de functie Scherm automatisch draaien is uitgeschakeld, kunt u het scherm
handmatig roteren door op de navigatiebalk op (pictogram Draaien) te tikken.
Nachtverlichting
Nachtlicht schakelt de kleur van het scherm om naar oranje. Hierdoor is het scherm
beter aeesbaar in een donkere omgeving en kunt u ook makkelker in slaap
vallen.
Onopzettelke bewerkingen voorkomen als het scherm uit is
U kunt voorkomen dat uw apparaat per ongeluk wordt geactiveerd terwl het in
uw zak of tas zit. Tik op de schakelaar Onopzettelke bewerkingen voorkomen als
het scherm uit is om de functie in of uit te schakelen.
Een vergrendelingsscherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Voorkeuren schermvergrendeling.
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schakelaars, selectievakjes of extra menu's om aan te passen.
Applicatie-instellingen
Sommige applicaties vragen om toestemmingen zodra u ze gaat gebruiken. U kunt
toestemming geven of afwzen voor elke app afzonderlk in het menu instellingen
56
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 57
of in het bevestigingsvenster Toestemming. De vereiste toestemmingen zn
afhankelk van het ontwerp van de app.
Toestemming geven of afwzen
U kunt kiezen toestemming te geven of af te wzen wanneer het dialoogvenster
wordt weergegeven. Als u een andere versie van Android eerder hebt gebruikt,
zullen de meeste applicaties al de benodigde toestemmingen hebben gekregen.
Toestemmingen instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Geavanceerd > App-
machtigingen.
2Selecteer een optie en tik vervolgens op de relevante schakelaar om de
toestemmingen aan te passen.
Automatisch bwerken van applicaties toestaan of afwzen
Als de automatische bwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties
bgewerkt zonder dat u daarom wordt gevraagd, zodat u mogelk niet doorhebt
dat een groot hoeveelheid data wordt gedownload. Om mogelk hoge kosten voor
dataoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bwerken uitschakelen of
automatisch bwerken alleen via een Wi-Fi-verbinding inschakelen. U moet
automatisch bwerken uitschakelen in de Play Store-app om het automatisch
bwerken van applicaties te voorkomen.
Automatisch bwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op het instellingenmenu.
3Tik op het menu Apps automatisch bwerken.
4Selecteer de gewenste optie.
(pictogram Play Store).
Locatieservices gebruiken
Met locatieservices kunnen applicaties zoals Maps en de camera de informatie van
mobiele en Wi-Fi-netwerken gebruiken en combineren met GPS-informatie (Global
Positioning System) om uw locatie b benadering te bepalen.
Als u uw apparaat wilt gebruiken om erachter te komen waar u bent, moet u
locatieservices inschakelen.
Ga voor meer informatie naar
Locatieservices in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Locatie.
2Tik op de schakelaar om de locatieservices in of uit te schakelen.
http://support.google.com/
De nauwkeurigheid van GPS verbeteren
Als u de GPS-functie van het apparaat voor het eerst gebruikt, kan het enkele
minuten duren voordat uw locatie wordt gevonden. Om ervoor te zorgen dat het
zoeken zo goed mogelk verloopt, moet u vr zicht op de hemel hebben. Sta stil
en dek de GPS-antenne niet af. GPS-signalen kunnen door wolken en plastic
dringen, maar niet door de meeste massieve objecten, zoals gebouwen en bergen.
Als uw locatie niet binnen enkele minuten wordt gevonden, gaat u naar een
andere locatie.
.
Opmerking
De GPS-antenne bevindt zich meestal in het bovenste deel van het apparaat. Zie
op pagina 15.
57
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Overzicht
Page 58
Taalinstellingen
U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment
weer wzigen. U kunt tevens de schrftaal voor tekstinvoer wzigen.
De taal wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer > Talen.
2Verander de taal door de gewenste taal te slepen en neer te zetten op de bovenste
plek in de lst. Als de gewenste taal niet in de lst staat, tikt u op
(pictogram
Toevoegen) om deze toe te voegen.
Opmerking
Als u de verkeerde taal selecteert en u de menuteksten niet kunt lezen, gaat u naar en tikt u
op (pictogram Instellingen) > (pictogram Systeemmenu). Selecteer vervolgens de tekst
naast
weergegeven. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
(pictogram Toetsenbord) en selecteer het eerste item in het menu dat wordt
Virtuele toetsenborden
Uw apparaat is uitgerust met een aantal vooraf geïnstalleerde methoden voor
tekstinvoer.
Opmerking
De standaardmethode voor tekstinvoer is mogelkafhankelk van de regionale of
taalinstellingen die u gebruikt. Een of meer methoden voor tekstinvoer znmogelk niet in
uw regio beschikbaar.
Schakelen tussen verschillende opties van het virtuele toetsenbord
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer >
Schermtoetsenbord.
2Tik op Toetsenborden beheren en tik vervolgens op de schakelaar om het
toetsenbord in of uit te schakelen.
Datum en td
U kunt de datum en td veranderen op uw apparaat.
De datum, td of tdzone handmatig instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Datum en td. U vindt het onderdeel
onder Geavanceerd.
2Als u de datum of td handmatig wilt instellen, schakelt u de functie Autom. td
en datum uit door op de schakelaar te tikken. Als u de tdzone handmatig wilt
instellen, schakelt u de functie Automatische tdzone uit door op de schakelaar te
tikken.
3Tik op het gewenste item om de waarden te bewerken en te wzigen.
58
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 59
Bellen en Contacten
Bellen
Gebruik de applicatie Telefoon om gesprekken te beheren.
Met de applicatie Telefoon kunt u het volgende doen:
• Bellen
• Gesprekken ontvangen
• Gesprekken doorschakelen
• Een nummer blokkeren
Ga voor meer informatie naar
Hint
Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kunt u een standaard SIM-kaart voor telefoneren instellen
of instellen dat telkens wanneer u belt u een SIM-kaart moet kiezen. Ga naar en tik op
Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele SIM > Oproepen om een optie
te selecteren.
Contacten
http://support.google.com/
.
Gebruik de applicatie Contacten
Met de applicatie Contacten kunt u het volgende doen:
• Contacten toevoegen en bewerken
• Contacten overbrengen
• Een back-up maken van contacten
Ga voor meer informatie naar
om uw contacten te beheren.
http://support.google.com/
.
59
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 60
Berichten en chatten
Berichten lezen en verzenden
De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat
alle berichten naar en van een specieke persoon zn gegroepeerd.
Opmerking
Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhankelk van de aanbieder en de
taal die u gebruikt. De maximale grootte van een MMS-bericht, inclusief de grootte van de
toegevoegde mediabestanden, is ook afhankelk van de provider. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Overzicht van Berichten
Teruggaan naar de lst met gesprekken
1
2De afzender van het bericht bellen
3Conversatie zoeken
4Meer opties weergeven
5Verzonden en ontvangen berichten
6Een voltooid bericht verzenden
7Blagen toevoegen
Hint
Om een bestand op te slaan dat is opgenomen in een ontvangen bericht, houdt u het
bestand aangeraakt en selecteert u de gewenste optie.
60
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 61
Berichtinstellingen
U kunt de instellingen van berichtmeldingen veranderen en de
ontvangstbevestigingen van berichten inschakelen.
De meldingsinstellingen van berichten wzigen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) en tik vervolgens op Instellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Algemeen.
4Tik op Meldingen > Geavanceerd > Geluid en selecteer een optie, of tik op
(pictogram Toevoegen) en selecteer een muziekbestand dat op uw apparaat is
opgeslagen, om een meldingsgeluid in te stellen.
5Tik op OK om te bevestigen.
6Tik op de schakelaars om nog meer meldingsinstellingen aan te passen.
Ontvangstbevestigingen voor uitgaande berichten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op (pictogram Berichten).
2Tik op (pictogram Meer) en tik vervolgens op Instellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart
gebruikt, tikt u op Geavanceerd.
4Tik op de schakelaar SMS-ontvangstbevestigingen ontvangen om de functie in
of uit te schakelen.
Opmerking
Als ontvangstbevestigingen zn ingeschakeld, wordt de tekst "Afgeleverd" weergegeven
voor berichten die met succes zn afgeleverd.
(pictogram Berichten).
61
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 62
Muziek
Muziek overbrengen vanaf een computer naar het apparaat
Er zn twee manieren om muziek over te dragen vanaf een computer naar het
apparaat:
• Sluit uw apparaat aan op een computer met een USB-kabel. Selecteer
Bestandsoverdracht op het apparaat, waarna u vervolgens de bestanden kunt
kopiëren en plakken of slepen en neerzetten met behulp van de computer.
• Sla uw mediabestanden op de computer op met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens de gegevens op het apparaat door u aan te melden b
het Google-account.
Opmerking
De applicatie Muziek ondersteunt mogelk niet alle muziekbestandsindelingen.
Luisteren naar muziek
Gebruik de applicatie Muziek om naar uw favoriete muziek te luisteren.
Overzicht van muziekspeler
1
Minimaliseer het volledige scherm van de speler
2Doorzoek alle nummers die op uw apparaat zn opgeslagen
3Geef de afspeelwachtr weer
4Meer opties weergeven
5Album art (indien beschikbaar)
6Voeg een nummer toe aan of verwder het uit de favorieten
62
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 63
7Verstreken td van het huidige nummer
8Voeg een nummer toe aan een afspeellst
9Voortgangsindicator – sleep of tik langs de ln om snel vooruit of terug te spoelen
10Lengte van het huidige nummer
11Herhaal het huidige nummer of alle nummers in de afspeelwachtr
12Tik om naar het volgende nummer te gaan, en houd aangeraakt om het huidige nummer vooruit
te spoelen
13Speel een nummer af of pauzeer het
14Tik of dubbeltik om naar het begin van het huidige nummer of het vorige nummer te gaan, en
houd aangeraakt om het huidige nummer terug te spoelen
15Speel de nummers in de afspeelwachtr in willekeurige volgorde af
Hint
(knop Vorige) gebruiken terwl een nummer wordt afgespeeld.
• Tik tdens de eerste 5 seconden van het afspelen op de knop om terug te gaan naar het
vorige nummer.
• Na 5 seconden afspelen, tikt u op de knop om terug te gaan naar het begin van het huidige
nummer, of dubbeltikt u om terug te gaan naar het vorige nummer.
Muziekstartpagina
Open het menu Muziek
1
2Scroll omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven
3Tik om een nummer in de afspeelwachtr af te spelen
4Speel alle nummers in willekeurige volgorde af
5Ga naar het scherm van de muziekspeler
Opmerking
Mogelk kunt u geen auteursrechtelk beschermde items afspelen.
Muziekgegevens bewerken en album art downloaden
1Terwl een nummer wordt afgespeeld in de applicatie Muziek, tikt u op de album
art op het scherm van de muziekspeler en tikt u vervolgens op Muziekinfo
bewerken.
63
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 64
2Bewerk de gegevens naar wens.
3Als u album art wilt instellen of downloaden, tikt u op (pictogram Bewerken) en
selecteert u een optie.
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
De applicatie Muziek minimaliseren
• Wanneer een nummer wordt afgespeeld, tikt u op (Startschermknop) om naar
het Startscherm te gaan. De applicatie Muziek blft werken op de achtergrond.
De applicatie Muziek openen wanneer muziek op de achtergrond wordt
afgespeeld
• Terwl een nummer op de achtergrond wordt afgespeeld, sleept u de statusbalk
omlaag en tikt u op de Muziekmelding.
• Of ga naar en tik op (pictogram Muziek).
64
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 65
Camera
De camera leren kennen
1Tik om de kleuren en helderheid aan te passen
2Schakel tussen de camera aan de voorzde en de hoofdcamera
3Camera-instellingen
4Status van geotags
5Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen
6Gebruik de cameratoets om de camera te activeren, foto's te maken en video's op te nemen
7Tik op het miniatuur om foto's en video's weer te geven, te delen of te bewerken
8Schakel om tussen foto's maken en video's opnemen
9Gebruik de sluiterknop om foto's te maken of video's op te nemen
10Ga terug of sluit de camera af
11Selecteer een opnamemodus
12Snelkoppeling naar de laatst geselecteerde opnamemodus
13Tik om om te schakelen tussen de x1-, x2- en supergroothoeken
14Selecteer een beeldverhouding
15Tik om het bokeh-eect in te stellen
16Selecteer een itserinstelling. Het pictogram wordt oranje wanneer de itser of de zaklamp wordt
ingeschakeld.
17Cameralens aan de voorzde
Basistips voor de camera
• Zorg dat de lens schoon is. Een vingerafdruk of kleine vetvlek kan de kwaliteit van
de foto verminderen.
• Gebruik de zelfontspanner als extra td nodig hebt om klaar te staan, of om
onscherpe foto's te voorkomen.
• Controleer regelmatig de geheugenstatus van het apparaat. Foto's en video's met
een hoge resolutie verbruiken meer geheugen.
Opmerking
Merk op dat sommige functies niet beschikbaar zn,afhankelk van de instellingen.
De camera starten
• Druk de cameratoets volledig in, veeg
vergrendelingsscherm of tik op (pictogram Camera) op het Applicatiescherm.
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
(pictogram Camera) vanaf het
65
Page 66
• Richt het apparaat op een voorwerp terwl het scherm uitgeschakeld is of het
vergrendelingsscherm actief is en het apparaat in de liggende stand wordt
gehouden. Wanneer de zoeker wordt weergegeven, tikt u erop om het volledige
scherm weer te geven.
Sluiterknop
De sluiterknop wordt op verschillende manieren gebruikt, afhankelk van de
opnamemodus en de geactiveerde functies.
Overzicht van sluiterknop
(knop Vastleggen) Een foto maken
(Startknop) Een video opnemen/Een opname hervatten
(Pauzeknop) Een video onderbreken
(Stopknop) Een video-opname stoppen
(pictogram Zelfontspanner aan) Zelfontspanner is geactiveerd
(pictogram Vastleggen met aanraken aan) Vastleggen met aanraken is
geactiveerd
(pictogram Vastleggen met aanraken en zelfontspanner aan) Vastleggen met
aanraken en Zelfontspanner zn geactiveerd
De beeldverhouding wzigen
1Tik op (pictogram Beeldverhouding) terwl u de camera gebruikt.
2Selecteer een instelling.
De camera-instellingen aanpassen
1Tik op
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Veeg over de lst om de beschikbare instellingen weer te geven en selecteer een
instelling.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhankelk van de geselecteerde opnamemodus.
66
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 67
Hint
Tik op (pictogram Inleiding tot de functies) om informatie over diverse functies te
controleren.
Foto's en video's weergeven, delen en bewerken
1Tik terwl u de camera gebruikt op de miniatuur om een foto of video te openen.
2Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven.
3Tik op het scherm om een foto of video te bewerken.
4Tik op
Hint
Uw foto's en video's worden opgeslagen in de applicatie Album. Zie
video's afspelen
(pictogram Delen) om een foto of video te delen.
Foto's weergeven en
op pagina 82 voor meer opties.
Slim starten
Als u het apparaat op een onderwerp richt, kunt u de camera automatisch openen.
Slim starten gebruiken
1Tik op
2Tik op Slim starten en selecteer een optie.
3Richt het apparaat op een voorwerp terwl het scherm uitgeschakeld is of het
vergrendelingsscherm actief is en het apparaat in de liggende stand wordt
gehouden. Een zoeker wordt weergegeven.
4Tik op de zoeker om het volledige scherm weer te geven en maak vervolgens de
foto.
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
Opnamemodi
U kunt opnamemodi selecteren door op Modus te tikken.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhankelk van de geselecteerde opnamemodus.
Overzicht van opnamemodi
Hieronder volgen enkele van de belangrkste opnamemodi.
(pictogram
Maak foto's met virtuele scènes en personen
(pictogram Creatief eect)
Maak foto's met eecten en kleurenlters
(pictogram Panorama)
Maak groothoek- en panoramafoto's
(pictogram Handmatige modus)
Maak foto's met de handmatig aangepaste camera-instellingen
(pictogram Slow-motion)
Voeg een slow-motioneect toe nadat een video is opgenomen
(pictogram Portretsele)
Maak mooiere seles
AR-eect)
Omschakelen tussen foto's maken en video's opnemen
• Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een foto- of videomodus te
selecteren.
67
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 68
Een opnamemodus selecteren
• Tik op Modus terwl u de camera gebruikt en selecteer een opnamemodus.
Schakelen tussen de hoofdcamera en de camera aan de voorzde
• Tik op (pictogram Camera schakelen) terwl u de camera gebruikt om tussen de
hoofdcamera en de camera aan de voorzde om te schakelen.
Hint
U kunt ook tussen camera's omschakelen door omlaag te vegen op het camerascherm.
De zoomfunctie gebruiken
• Spreid op het camerascherm twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knp twee
vingers naar elkaar toe om uit te zoomen.
• Gebruik de volumetoets.
• Tik herhaaldelk op
(knop Hoek omschakelen) om x1 (normaal) of x2 (2x
optische zoom) te selecteren.
• Sleep (knop Hoek omschakelen) naar links en rechts.
Opmerking
• Zoomen is alleen mogelk met de hoofdcamera.
• Het omschakelen van hoeken met behulp van (knop Hoek omschakelen) is niet
beschikbaar wanneer de handmatige functie is geselecteerd.
Hint
Als u meer dan drie keer inzoomt, kan de beeldkwaliteit worden beïnvloed.
De supergroothoeklens gebruiken
• Tik herhaaldelk op
(knop Hoek omschakelen) om W (supergroothoek) te
selecteren.
Opmerking
• U kunt het scherm niet knpen/spreiden of de volumetoetsen gebruiken om te zoomen
terwl de supergroothoeklens is geselecteerd.
• De resolutie en enkele andere instellingen voor de supergroothoek verschillen van die
waarb de x1- of x2-hoek is geselecteerd.
Een foto maken
• Druk op de cameratoets.
• Tik op de sluiterknop.
• Dubbeltik op de sensor aan de zkant.
68
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 69
Een video opnemen
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een videomodus te
selecteren.
2Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een opname te starten of te
stoppen.
Hint
U kunt ook een video opnemen door te dubbeltikken op de zsensor.
De camera starten en meteen een foto maken
1Tik op
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt en tik vervolgens op
Starten met cameratoets > Starten en vastleggen.
2Sluit het instellingenmenu en sluit de camera af. De instelling wordt opgeslagen
voor alle opnamemodi.
3Druk lang op de cameratoets om de camera te starten en maak een foto.
Een foto maken door op het scherm te tikken
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt en tik vervolgens op
Vastleggen met aanraken > Aan of Alleen camera aan voorzde.
2Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen in alle opnamemodi.
3Tik ergens op het scherm om een foto te maken.
Hint
Deze functie kan ook worden gebruikt voor video's.
Een foto maken tdens het opnemen van een video
• Tik op (pictogram Camera) tdens het opnemen van een video. De foto wordt
gemaakt zodra u de sluiterknop loslaat.
69
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 70
Zelfontspanner
Gebruik de Zelfontspanner als u meer td nodig hebt om u voor te bereiden op
een foto. Dit helpt ook om het apparaat stabiel te houden en scherpe foto's te
maken.
De zelfontspanner met de hoofdcamera gebruiken
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de hoofdcamera gebruikt.
2Tik op Zelfontspanner en selecteer de gewenste vertraging.
3Sluit het instellingenmenu. De Zelfontspanner-instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken. Een reeks
pieptonen markeert het aftellen totdat de foto wordt gemaakt.
Belichting, kleur en de lichtomstandigheden
Voor een goede belichting van uw foto's is de juiste hoeveelheid licht nodig. De
camera detecteert automatisch de omgevingslichtomstandigheden en past de
instellingen hierop aan.
Voor het maken van foto's van bvoorbeeld gezichten of bewegende voorwerpen
of b weinig licht zn verschillende belichtingen nodig.
U kunt ook video's opnemen in HDR met meer helderheid en contrast voor een
realistischer eect. Zie
Een video opnemen in HDR
op pagina 72.
Lichtomstandigheden optimaliseren
• Probeer met licht van de juiste richting en kleur uw foto's meer vorm en diepte te
geven. Dit soort licht ontstaat op natuurlkewze vlak voor zonsopgang en b
zonsondergang. Natuurlk licht uit een raam is ook goed.
• Houd de camera stil in omstandigheden met weinig licht om toch mooie foto's te
maken. Plaats de camera eventueel op een stabiel oppervlak en gebruik de
zelfontspanner.
• Zelfs als de lichtomstandigheden slecht zn, kunt u foto's maken met en zonder
itser. Soms is de kwaliteit beter zonder itser.
De itser gebruiken
1Tik op het scherm op het pictogram van de itserterwl u de camera gebruikt,
bvoorbeeld (pictogram Automatische itser).
2Verander zo nodig de instelling van de itser.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhankelk van de geselecteerde opnamemodus.
Hint
Als de achtergrond helderder is dan het onderwerp, gebruikt u Opvulits om ongewenste
donkere schaduwen te verwderen.
Kleur, helderheid en de belichtingswaarde
De camera past de kleur, helderheid en belichtingswaarde automatisch aan door
de lichtomstandigheden te detecteren en de kleurtemperatuur van het
omgevingslicht te schatten. Digitale camera's kunnen alleen de kleurtemperatuur
schatten, dus moet u mogelk de instellingen aanpassen om deze goed te krgen.
Als u merkt dat de foto's die binnenshuis zn gemaakt een gele tint hebben, of als
foto's die met de itserzn gemaakt een blauwe tint hebben, past u de kleur aan.
70
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 71
Voor een betere belichting in omgevingen met weinig licht, verandert u de
helderheid van foto's en video's. Als u de modus Handmatig gebruikt voor foto's,
verandert u de belichtingswaarde.
De kleur en helderheid aanpassen
1Tik op
(pictogram Kleur en helderheid) terwl u de camera gebruikt.
2Sleep de schuifregelaars om de kleur en helderheid aan te passen.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
4Tik op (pictogram Annuleren) om de kleurinstelling te resetten en te sluiten.
De belichtingswaarde aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op EV en sleep de schuifregelaar om de belichtingswaarde aan te passen. Tik
op (pictogram Handmatige modus) om het instellingenmenu te verbergen of
weer te geven.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Sluitertd
De sluitertdverwst naar hoe lang de sluiter open staat en de camerasensor
wordt blootgesteld aan licht.
Een korte sluitertd helpt een beweging stil te zetten. Een lange sluitertd kan het
eect van bewegingsonscherpte creëren, waarb bewegende voorwerpen
onscherp zn in de richting van hun beweging.
De sluitertd wordt automatisch aangepast, maar kan ook handmatig worden
ingesteld. U kunt de belichtingsduur instellen op maximaal 30 seconden om meer
creatieve controle over uw foto's te krgen.
De sluitertd aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op SS en sleep de schuifregelaar om de sluitertd aan te passen. Tik op
(pictogram Handmatige modus) om het menu instellingen te verbergen of weer te
geven.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om de foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
ISO
ISO bepaalt de gevoeligheid voor licht van de camera. Een lage ISO-waarde
betekent een lagere gevoeligheid en een hoge ISO-waarde betekent een hogere
gevoeligheid. B een hoge gevoeligheid kunnen foto's onscherp worden.
Een hoge ISO-waarde wordt gebruikt als u foto's maakt van bewegende
voorwerpen of als u foto's maakt onder omstandigheden met weinig licht zonder
itser.
Als er te veel licht is, wordt de laagste ISO-waarde gebruikt voor een hogere
beeldkwaliteit.
ISO wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast.
De ISO-waarde aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
71
Page 72
2Tik op ISO en sleep de schuifregelaar om de ISO-waarde aan te passen. Tik op
(pictogram Handmatige modus) om het menu instellingen te verbergen of weer te
geven.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
Sterk tegenlicht (HDR)
B het nemen van foto's wordt automatisch aangepast voor sterk tegenlicht (HDR).
In de handmatige modus kunt u ook handmatig aanpassen voor sterk tegenlicht.
Compenseren voor sterk tegenlicht
1Tik op Modus > (pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op (pictogram HDR) en selecteer Aan.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
HDR video-opname
Schakel HDR (High Dynamic Range) in om uw video's dramatischer te maken en
meer op het echte leven te laten lken.
Een video opnemen in HDR
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een videomodus te
selecteren.
2Tik op (pictogram HDR) en selecteer Aan.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer (pictogram Instellingen) > Videogrootte is
ingesteld op HD.
Witbalans
De witbalans past de kleurbalans van het omgevingslicht aan.
De witbalans wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast. U kunt de witbalans handmatig aanpassen in de modus Handmatig.
De witbalans aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op WB en selecteer een van de voorgedenieerde lichtomstandigheden,
bvoorbeeld (pictogram Witbalans bewolkt). Tik op (pictogram Handmatige
modus) om het menu instellingen te verbergen of weer te geven.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Witbalansinstellingen
(pictogram Automatisch witbalans)
De kleurbalans automatisch aanpassen
(pictogram Witbalans bewolkt)
De kleurbalans aanpassen voor een bewolkte hemel
(pictogram Witbalans daglicht)
De kleurbalans aanpassen voor zonlicht buitenshuis
(pictogram Witbalans uorescerend)
72
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 73
De kleurbalans aanpassen voor tl-licht
(pictogram Witbalans gloeilamp)
De kleurbalans aanpassen voor warme lichtomstandigheden zoals onder
gloeilampen
Belichting optimaliseren
Belichtingsmeting meet de hoeveelheid licht op een onderwerp om de belichting
te optimaliseren.
De belichtingsmeting wordt automatisch aangepast b het maken van foto's en
het opnemen van video's.
U kunt de belichting handmatig aanpassen in de modus Handmatig, bvoorbeeld
voor een bepaald deel van een foto.
De belichting aanpassen met metingen
1Tik op Modus > (pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op (pictogram Instellingen) > Lichtmeting.
3Selecteer een belichtingsoptie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
Meetinstellingen
Gezicht
Meet de hoeveelheid licht op een gezicht en past de belichting aan zodat het
gezicht niet te donker of te licht is
Multi
Verdeelt de foto in meerdere gedeelten en meet elk gedeelte voor een optimale
belichting
Midden
Bepaalt het midden van de foto en stelt de belichting in op basis van de
helderheid van het onderwerp
Punt
Past de belichting aan voor een klein deel van het onderwerp
Correct scherpstellen
De camera detecteert automatisch de ogen of gezichten van mensen en stelt erop
scherp. Wanneer het gezicht van een persoon in de opname staat, detecteert de
camera automatisch een van de ogen met een groen kader en stelt hierop scherp
(functie oog-AF). Als u op (pictogram AF op de ogen) tikt terwl u scherpstelt op
een oog, verandert de camera de scherpstelling naar de gezicht(en).
De camera kan ook een bewegend voorwerp detecteren en volgen. Een geel kader
geeft aan op welke gezichten of bewegende voorwerpen wordt scherpgesteld.
Tik op het scherm om het scherpstelgebied te veranderen. De scherpstelling wordt
vergrendeld en de kleur van het ronde frame verandert wanneer de cameratoets
tot halverwege wordt ingedrukt. Deze optie is uitsluitend beschikbaar voor de
hoofdcamera en is afhankelk van de geselecteerde opnamemodus.
U kunt ook een specieke scherpstelafstand instellen.
73
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 74
Opmerking
De functie oog-AF is alleen beschikbaar wanneer de hoofdcamera wordt gebruikt.
De scherpstelafstand instellen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) terwl u de hoofdcamera
gebruikt.
2Tik op (pictogram Scherpstelling instellen).
3Sleep de schuifregelaar om de scherpstelafstand aan te passen. Tik op
(pictogram Handmatige modus) om het instellingenmenu te verbergen of weer te
geven.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
Personen, seles en lachende gezichten
Deze camera kan de gezichten en de ogen van mensen detecteren. Wanneer een
gezicht of oog wordt gedetecteerd, wordt het detectiekader weergegeven. Tik op
(pictogram AF op de ogen) om de scherpstelling om te schakelen tussen
gezichten en een oog. Wanneer meerdere gezichten worden gedetecteerd, tikt u
op een willekeurig kader om het gezicht waarop u wilt scherpstellen te selecteren.
Wanneer de camera is ingesteld om scherp te stellen op de ogen, tikt u op een
willekeurig kader om het oog waarop u wilt scherpstellen te selecteren.
Gebruik Lachsluiter om automatisch een foto te maken wanneer iemand lacht. Als
u een video opneemt, wordt telkens wanneer een lach wordt gedetecteerd een
foto gemaakt.
Opmerking
De functie AF op de ogen is niet beschikbaar wanneer u seles gebruikt of video's opneemt.
Foto's maken en video's opnemen van personen
• Let op de richting van de camera. Gebruik de staande stand voor close-upfoto's
om het beeld te vullen. Gebruik de liggende stand voor groepsfoto's of om een
onderwerp in de achtergrond op te nemen.
74
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 75
• Plaats de camera op een stabiele ondergrond en gebruik de zelfontspanner om
onscherpe foto's te voorkomen.
De huidtint verzachten
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Zachte-huideect om het eect in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
Een foto maken als iemand lacht
1Tik op
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op Autom. opname of Automatische opname (video) > Lachsluiter.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen voor de geselecteerde
opnamemodus.
4Als een lach wordt gedetecteerd, maakt de camera automatisch een foto.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de Videogrootte is ingesteld op 4K.
Een sele maken
1Selecteer een foto- of video-opnamemodus voor de seleterwl u de camera
gebruikt.
2Tik op (pictogram Camera schakelen) om de camera aan de voorzde te
activeren.
3Tik op (pictogram Zelfontspanner) als u de zelfontspanner wilt gebruiken.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een sele te maken.
De seletimer activeren met uw handpalm
1Tik op
(pictogram Camera schakelen) terwl u de camera gebruikt om de
camera aan de voorzde te activeren.
2Tik op (pictogram Instellingen).
3Tik op Autom. opname > Handontspanner en sluit het instellingenmenu. De
instelling wordt opgeslagen.
4Draai uw handpalm met uw vingers recht omhoog in de richting van de camera.
5Zodra de camera uw hand detecteert, start de timer en wordt een sele gemaakt.
Bewegende onderwerpen
Timing is uitermate belangrkb het maken van foto‘s en het opnemen van
video‘s van bewegende onderwerpen.
Voorspellend vastleggen maakt automatisch foto's op het moment dat een
onderwerp het camerabeeld binnenkomt, zonder dat u op een knop drukt.
Objecttracering kan een bewegend onderwerp automatisch volgen. Gebruik de
functie Burst met cameratoets om een reeks foto's te maken en de beste opname
te kiezen.
Als u video's opneemt, kunt u met Videostabilisatie automatisch
camerabewegingen compenseren en het beeld stabiel houden.
Een bewegend onderwerp opnemen
• Probeer het onderwerp niet te volgen. U kunt beter een positie vinden waarb het
onderwerp voor u langs gaat.
• Pas eventueel de belichting aan op een kortere sluitertd of een hogere ISO om de
beweging te bevriezen.
Een foto voorspellen
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de hoofdcamera gebruikt.
75
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 76
2Tik op Voorspellend vastleggen > Automatisch.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
5Tik op het miniatuur om het resultaat weer te geven. Twee tot vier foto's worden
opgeslagen, afhankelk van de beweging van het onderwerp. Voorspellend
vastleggen kan ook een onverwachte lach detecteren.
6Tik op Selecteer de beste om een of meer foto's op te slaan.
Opmerking
Deze optie is alleen beschikbaar b het maken van foto's met de hoofdcamera.
Een onderwerp volgen
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de hoofdcamera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Objecttracering om in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Selecteer een onderwerp dat u wilt volgen door het in de zoeker aan te raken.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Een reeks foto's maken
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Burst met cameratoets om in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk lang op de cameratoets of op de sluiterknop om een reeks foto's te maken.
Het aantal gemaakte foto's wordt in het midden van de zoeker weergegeven.
5Laat de cameratoets of de sluiterknop los om de reeks foto's te beëindigen. Alle
foto's worden opgeslagen.
6Tik op het miniatuur om het resultaat weer te geven en tik vervolgens op
(pictogram Burstviewer).
7Scroll door de gemaakte foto's en selecteer de foto of foto's die u wilt bewaren. Tik
vervolgens op Opslaan.
Hint
Deze instelling is standaard ingeschakeld wanneer de sluiterknop wordt gebruikt. Houd de
sluiterknop aangeraakt om een reeks foto's te maken.
Een stabiele video opnemen
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een videomodus te
selecteren.
2Tik op
(pictogram Instellingen).
3Tik op de Videostabilisatie-schakelaar om camerabewegingen te compenseren.
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
76
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 77
Bokeh-eect
U kunt foto‘s met het Bokeh-eect maken als u de dubbele camera van het
apparaat gebruikt. Het Bokeh-eect vermindert de scherpstelling van de
achtergrond op een foto om de onderwerpen op de voorgrond te benadrukken om
zo een artistiek eect te creëren.
Een foto met Bokeh-eect maken
1Tik op
(pictogram Bokeh) terwl u de camera gebruikt.
2Sleep de schuifregelaar om aan te passen.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Zoomen is niet beschikbaar tdens het gebruik van het Bokeh-eect.
Hint
Als u te dichtb een onderwerp komt of er te ver vanaf blftterwl u het Bokeh-eect
gebruikt, wordt een waarschuwing weergegeven. In dit geval past u de afstand aan tussen
de camera en het onderwerp waarvan u een foto met het Bokeh-eect wilt maken.
Diverse opnamemodi gebruiken
Gebruik de opnamemodi om meer creatieve foto's en video's te maken en deze te
delen met je vrienden. U kunt virtuele scènes, panoramafoto's en meer maken. U
kunt ook opnamemodi geleverd door Google gebruiken.
AR-eect
AR-eect is de augmented reality-app waarmee u fantasiewerelden kunt
toepassen op foto's en video's, en waarmee u avatars en stickers kunt maken.
Een foto maken of een video opnemen met een AR-eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op (pictogram AR-eect) en selecteer een scène.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Creatief eect
Met de app Creatief eect kunt u eecten en kleurenlters instellen voordat u een
foto maakt of video opneemt.
Een foto maken of video opnemen met een creatief eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram Creatief eect).
77
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 78
3Veeg om door lters te bladeren of tik op een lter voor een voorbeeld van het
eect.
4Tik op (pictogram Creatief eect toepassen) om het lter toe te passen en terug
te keren naar het camerascherm.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
6Tik op (pictogram Filter schakelen) om tussen lters om te schakelen.
Panorama
Gebruik de app Panorama om groothoekfoto's en panoramafoto's te maken.
Een panoramafoto maken
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop.
4Beweeg de camera langzaam en gestaag in de richting die op het scherm wordt
aangegeven.
(pictogram Panorama).
Portretsele
Met Portretsele kunt u mooiere seles maken.
Overzicht van Portretsele
(pictogram Bokeh)
Creëert een wazig eect rond een persoon
(pictogram Zachte huid)
Verzacht de huidtinten
(pictogram Heldere huid)
Maakt de huidtinten helderder
(pictogram Grotere ogen)
Vergroot de ogen
(pictogram Slank gezicht)
Maakt uw gezicht slanker
Een sele maken met Portretsele
1Tik op Modus > (pictogram Portretsele)terwl u de camera gebruikt.
2Tik op het pictogram van het eect dat u wilt toepassen en sleep de schuifregelaar
om het eect aan te passen. Pas indien gewenst de andere eecten op dezelfde
manier aan.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
U kunt uw portret in dezelfde richting opslaan als het voorbeeld door op (pictogram
Schermreproductie) > Aan te tikken.
Slow-motionvideo's
De Slow-motion-videomodus voegt krachtige eecten toe aan uw video's. Het
Slow-motion-eect wordt toegevoegd nadat een video op normale snelheid is
opgenomen.
78
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 79
Opmerking
Als u slow-motionvideo's opneemt is een goede belichting essentieel.
Een slow-motioneect toevoegen nadat een video is opgenomen
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
4Tik op (Stopknop) om de opname te stoppen.
5Sleep de blauwe cirkels naar de plek waar het slow-motioneect moet worden
toegevoegd.
6Tik op (pictogram Slow-motionvideo opslaan) om de video('s) op te slaan.
(pictogram Slow-motion).
Resolutie en geheugen
Het aantal foto's en video's dat kan worden opgeslagen, is afhankelk van de
resolutie of het aantal megapixels (MP) en de lengte van video.
Foto's en video's van hoge resolutie nemen meer geheugen in beslag. Een lagere
resolutie kan voldoende zn voor dagelks gebruik.
Controleer de status van het geheugen regelmatig. Als het geheugen vol is, kunt u
foto's en video's naar een ander opslagapparaat overbrengen om geheugen vr te
maken. Zie
pagina 46.
Geef met de optie Gegevensopslag in het camera-instellingenmenu aan of foto's
en video's moeten worden opgeslagen in het interne geheugen van het apparaat
of op een SD-kaart.
Een back-up maken en synchroniseren met een Google-account
op
De resolutie wzigen
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op Stilstaand beeldformaat of Videogrootte.
3Selecteer de resolutie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen voor de geselecteerde opnamemodus.
Hint
U kunt voor elke opnamemodus een aparte resolutie instellen.
Een diagnose stellen over de camera
Als de camera niet correct functioneert, kunt u een diagnosetest uitvoeren om vast
te stellen of een probleem is opgetreden met de hoofdcamera, camera aan de
voorzde,itser of cameratoets.
Een diagnostische test van de camera uitvoeren
1Zorg dat u verbonden bent met het internet. Tik op (pictogram Instellingen)
terwl u de camera gebruikt.
2Tik op (pictogram Inleiding tot de functies) > Help.
3Selecteer een categorie en volg de instructies op het scherm.
Extra camera-instellingen
Geotaggen
U kunt b foto's en video's de locatie opslaan waarop ze zn genomen. Dit heet
geotaggen. De optie om foto's en video's te geotaggen vereist een draadloos
netwerk en dat de GPS-functie is ingeschakeld.
79
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 80
Geotags inschakelen
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Locatie opslaan om in te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
Statuspictogrammen van geotags
(pictogram GPS vastgesteld)
De geograsche positie is opgeslagen.
(pictogram GPS niet gevonden)
De geograsche positie is niet gevonden.
Rasterlnen
Met Rasterlnen kunt u de "Regel van derden" toepassen en belangrke
onderwerpen langs de rasterlnen of de snpunten daarvan plaatsen. Door het
onderwerp niet altd in het midden van het beeld te plaatsen, maakt u uw foto's
en video's nog interessanter.
De rasterlnen activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op de schakelaar Rasterlnen om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
Fotograe-advies
De camera kan fotograe-advies afbeelden en u helpen een foto te maken.
Voordat u een foto maakt, zal de camera u waarschuwen wanneer uw vinger de
lens afdekt of het beeld onscherp is. Nadat een foto is gemaakt controleert de
camera of de onderwerpen hun ogen dicht hebben of de foto wazig is, en kunt u
het advies krgen de foto het opnieuw te maken.
Opmerking
Deze functie is alleen beschikbaar voor het maken van foto's.
Het fotograe-advies activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op Fotograeadvies weergeven en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
Instellingen voor fotograe-advies
Voor en na het maken
van foto's
Alleen na het maken van
foto's
UitEr wordt geen fotograe-advies weergegeven.
Fotograe-advies wordt weergegeven zowel vóór als
nadat een foto is gemaakt.
Fotograe-advies wordt alleen afgebeeld nadat een
foto is gemaakt.
Voorbeeldinstellingen voor foto's
U kunt een voorbeeld van foto's weergeven vlak nadat ze zn gemaakt.
80
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 81
Voorbeelden activeren of deactiveren
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op Automatisch fotovoorbeeld en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
Voorbeeldinstellingen
AanNadat u een foto hebt gemaakt, wordt drie seconden lang
rechtsonder in beeld een voorbeeld weergegeven op het scherm.
Vervolgens wordt de foto opgeslagen.
Alleen
camera aan
voorzde
UitEr wordt geen voorbeeld weergegeven. De foto wordt meteen
Nadat u een foto met de camera aan de voorzde hebt gemaakt,
wordt drie seconden lang rechtsonder in beeld een voorbeeld
weergegeven op het scherm. Vervolgens wordt de foto
opgeslagen.
opgeslagen.
Verschillende manieren om de volumetoets te gebruiken
U kunt de manier waarop u de volumetoets gebruikt wzigen.
Wzigen hoe de volumetoets wordt gebruikt
1Tik op (pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op Volumeknop gebruiken als en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
Volumetoetsinstellingen
Zoomfunctie
VolumeDe volumetoets is gedeactiveerd voor de camera.
SluiterGebruik de volumetoets als sluiterknop voor foto's en video's.
Gebruik de volumetoets om in of uit te zoomen.
Geluid
Als Geluid is geactiveerd, maakt de camera een geluid wanneer u een foto maakt
of wanneer u een video-opname start of stopt. Bovendien is tdens het aftellen
door de zelfontspanner een serie pieptonen hoorbaar.
Het geluid activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op de schakelaar Geluid om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) terwl u de camera gebruikt.
81
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 82
Foto's en video's in het album
Foto's weergeven en video's afspelen
Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u
met de camera hebt gemaakt/opgenomen, of om vergelkbare inhoud weer te
geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een
raster op chronologische volgorde weergegeven.
Overzicht van Album
Het startschermmenu van Album openen
1
2Meer opties weergeven
3Een diavoorstelling van uw foto's en video's weergeven
4De datum van items in de groep weergeven
5Tik op een foto of video om deze weer te geven
Startschermmenu Album
Via het startschermmenu Album kunt u door al uw fotoalbums bladeren, inclusief
albums van foto's en video's die zn gemaakt met speciale eecten. Vanuit de
applicatie Album kunt u tevens basisbewerkingstaken uitvoeren en inhoud delen
met methoden zoals Bluetooth en e-mail.
82
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 83
1Terugkeren naar het startscherm van de applicatie Album om alle inhoud weer te geven
2Alle foto's en video's weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt
3Alle foto's en video's weergeven die in verschillende mappen op uw apparaat zn opgeslagen
4Alle video's weergeven die op uw apparaat zn opgeslagen
5Cinema Pro openen om projecten en eindlms weer te geven
6Uw favoriete foto's en video's weergeven
7Foto's of video's weergeven die u voor weergave hebt verborgen
83D-maker starten om 3D-scans met het apparaat te maken
9Korte lms van uw foto's weergeven met Movie Creator
10Het menu Instellingen van de applicatie Album openen
11Webondersteuning openen
83
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 84
Connectiviteit
Het scherm van uw apparaat draadloos op een tv reproduceren
Gebruik de functie Schermreproductie om het scherm van uw apparaat weer te
geven op een televisiescherm of een ander groot scherm zonder een
kabelverbinding te gebruiken. De Wi-Fi Direct-technologie brengt een draadloze
verbinding tussen de twee apparaten tot stand, zodat u op uw gemak kunt
genieten van uw favoriete foto's vanuit uw luie stoel. U kunt deze functie ook
gebruiken om naar muziek op apparaat te luisteren via de televisieluidsprekers.
Opmerking
• Deze functie kan worden gebruikt met een televisie die ondersteuning biedt voor de
schermreproductiefunctie.
• Als Schermreproductie wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit soms nadelig worden
beïnvloed door interferentie van andere Wi-Fi-netwerken.
Het scherm van uw apparaat reproduceren op een televisiescherm
1Televisie: Volg de instructies in de gebruikershandleiding van uw televisie om de
schermreproductiefunctie in te schakelen.
2Uw apparaat: Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >
Verbindingsvoorkeuren > Schermreproductie.
3Tik op STARTEN.
4Tik op OK en selecteer een apparaat.
Opmerking
Wanneer u schermreproductie gebruikt, mag u het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat
niet afdekken.
Hint
Tik op (pictogram Meer) voor meer opties.
De schermreproductie tussen apparaten stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren >
Schermreproductie.
2Tik op Verb. verbreken en tik vervolgens op OK.
Hint
U kunt de schermreproductie ook stoppen door op de melding op de statusbalk van het
apparaat te tikken. Sleep de statusbalk omlaag, tik op de melding Schermreproductie en tik
vervolgens op OK.
Het apparaat aansluiten op USB-accessoires
U kunt een USB-hostadapter gebruiken om uw apparaat aan te sluiten op een USB-
accessoire, zoals een USB-apparaat voor massaopslag, hoofdtelefoon,
gamecontroller, USB-toetsenbord of USB-muis.
Sony garandeert niet dat alle USB-accessoires door uw apparaat worden
ondersteund.
Opmerking
Dit apparaat heeft een onbedekte USB-poort. Als het apparaat is blootgesteld aan water,
zorgt u ervoor dat de poort volledig droog is voordat u een USB-kabel erop aansluit. Als
water op een USB-stekker wordt gedetecteerd, wordt in het gedeelte voor meldingen een
waarschuwing weergegeven.
84
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 85
USB-voorkeuren
USB
beheerd
door
USB
gebruiken
voor
USB-voorkeuren wzigen
1Sluit een USB-kabel aan op het apparaat.
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast (pictogram USB).
3Tik op Tik voor meer opties en selecteer een optie.
U kunt kiezen welk apparaat de andere bestuurt: uw apparaat of
het via USB verbonden apparaat.
U kunt het doel van de USB-verbinding selecteren.
Bestandsoverdracht
Bestanden beheren of de apparaatsoftware updaten. Deze optie
wordt gebruikt met Microsoft® Windows®-computers. Opladen is
standaard ingeschakeld.
USB-tethering
Uw apparaat kan functioneren als een tethering-apparaat.
MIDI
Uw apparaat kan functioneren als MIDI-invoer voor applicaties met
muziekinstrumenten.
Geen gegevensoverdracht
Laad het apparaat alleen op wanneer USB beheerd door is
ingesteld op Dit apparaat. Wanneer USB beheerd door is ingesteld
op Verbonden apparaat, kunt u het apparaat gebruiken als een
voeding en het verbonden apparaat opladen.
Een hoofdtelefoon gebruiken met de adapter voor een audio-aansluiting van
USB naar 3,5 mm
1Sluit de hoofdtelefoon aan op de adapter voor een audio-aansluiting van USB naar
3,5 mm.
85
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 86
2Steek de adapter voor een audio-aansluiting van USB naar 3,5 mm in de USB-poort
van uw apparaat.
NFC (Near Field Communication)
NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter,
dus de apparaten die data delen moeten dicht b elkaar worden gehouden. Zorg
ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en beide schermen
actief en ontgrendeld zn.
Het NFC-detectiegebied bevindt zich aan de achterzde van het apparaat. Houd
uw apparaat dicht b een ander apparaat of een NFC-lezer zodat de N-merktekens
elkaar raken.
Opmerking
Met bepaalde applicaties kunnen sommige NFC-functies worden ingeschakeld, ook als het
apparaat is uitgeschakeld. Deze functie wordt niet op alle apparaten ondersteund.
Inhoud delen met een ander apparaat via NFC
1Geef de inhoud die u wilt delen op het scherm weer. U kunt bvoorbeeld
contacten, foto's, video's en webadressen delen.
2Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat dicht b elkaar zodat de N-
merktekens van beide apparaten elkaar raken. Wanneer de apparaten verbinding
maken, wordt een miniatuur van de inhoud weergegeven.
3Tik op de miniatuur om de overdracht te starten.
4Nadat de overdracht is voltooid, wordt de inhoud opgeslagen op het ontvangende
apparaat.
5Als u het muziekbestand, de foto of de video wilt weergeven, sleept u de
statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen en tikt u op Beam
voltooid.
NFC-tags scannen
Uw apparaat kan verschillende soorten NFC-tags scannen voor aanvullende
informatie, zoals een internetadres. Het kan bvoorbeeld tags scannen op een
poster, op een reclame-ache of b een product in een winkel.
Een NFC-tag scannen
• Plaats het apparaat op de tag zodat dit door het N-merkteken wordt aangeraakt.
Uw apparaat scant de tag en geeft de verzamelde inhoud weer. Tik op de inhoud
van de tag om deze te openen.
Verbinding maken met een NFC-compatibel apparaat
U kunt uw apparaat verbinden met andere NFC-compatibele apparaten die door
Sony zn gemaakt, zoals een luidspreker of een hoofdtelefoon. Wanneer u dit type
verbinding maakt, raadpleegt u de gebruikershandleiding van het compatibele
apparaat voor meer informatie.
Opmerking
U moet mogelk Wi-Fi of Bluetooth op beide apparaten inschakelen om de verbinding te
kunnen maken.
Uw apparaat voor betalingen gebruiken
U kunt uw apparaat gebruiken om te betalen zonder uw echte portemonnee te
hoeven pakken, en u kunt alle betaalservices op één plaats beheren. Wanneer u
een betaling uitvoert, moet u niet vergeten de NFC-functie in te schakelen voordat
86
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 87
u met uw apparaat een kaartlezer aanraakt. Ga voor meer informatie over NFC naar
NFC (Near Field Communication)
Opmerking
Mobiele betaalservices znmogelk niet beschikbaar in uw regio. Voor apparaten met een
dubbele SIM-kaart geldt, dat NFC-betalingen alleen worden ondersteund als een SIM-kaart
met NFC-functionaliteit in SIM-kaartsleuf 1 is geplaatst.
op pagina 86.
Betaalservices beheren
1Controleer of NFC op uw apparaat is ingeschakeld.
2Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Standaard-apps > Tikken
en betalen. U vindt het onderdeel onder Geavanceerd. Een lst met betaalservices
wordt weergegeven.
3Beheer de betaalservices naar eigen inzicht. U kunt bvoorbeeld instellen welke
betaalservice standaard wordt gebruikt.
Draadloze Bluetooth-technologie
Gebruik de Bluetooth-functie om bestanden te verzenden naar andere Bluetoothcompatibele apparaten, of om aan te sluiten op handsfree accessoires. Bluetoothverbindingen werken beter binnen 10 meter, zonder massieve voorwerpen
ertussen. Het koppelen is noodzakelk om verbinding te maken met andere
Bluetooth-apparaten.
Opmerking
De interoperabiliteit en compatibiliteit tussen Bluetooth-apparaten varieert.
De functie Bluetooth in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren.
2Tik op Bluetooth.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Hint
U kunt Bluetooth ook in- of uitschakelen via het deelvenster Snelle instellingen.
Het apparaat een naam geven
U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt weergegeven op andere
apparaten nadat u de Bluetooth-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat is
ingesteld op zichtbaar.
Uw apparaat een naam geven
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat.
2Tik op Apparaatnaam.
3Voer een naam in voor uw apparaat.
4Tik op NAAM WZIGEN.
Met een ander Bluetooth-apparaat koppelen
Als u uw apparaat met een ander apparaat koppelt, kunt u het bvoorbeeld
verbinden met een Bluetooth-headset of een Bluetooth-carkit en met deze andere
apparaten muziek delen.
Nadat u uw apparaat hebt gekoppeld met een ander Bluetooth-apparaat,
onthoudt uw apparaat deze koppeling.
87
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 88
Opmerking
Sommige Bluetooth-apparaten, bvoorbeeld, de meeste Bluetooth-headsets, vereisen dat u
zowel koppelt als verbinding maakt met het andere apparaat.
Hint
U kunt het apparaat met meerdere Bluetooth-apparaten koppelen, maar u kunt slechts
verbinding maken met één Bluetooth-proel tegelkertd.
Uw apparaat koppelen met een ander Bluetooth-apparaat
1Zorg dat op het apparaat dat u wilt koppelen de functie Bluetooth is geactiveerd
en dat het zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
2Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat.
Een lst met de beschikbare Bluetooth-apparaten wordt weergegeven.
3Tik op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
De telefoon verbinden met een ander Bluetooth-apparaat
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder verbonden
apparaten.
2Tik op het Bluetooth-apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
De koppeling van een Bluetooth-apparaat opheen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder verbonden
apparaten.
2Tik op (pictogram Instellingen) naast de naam van het apparaat waarvan u de
koppeling wilt opheen.
3Tik op Vergeten > Apparaat vergeten.
Item verzenden en ontvangen met behulp van Bluetoothtechnologie
Gebruik Bluetooth-technologie om items te delen met andere Bluetoothcompatibele apparaten, zoals telefoons of computers. U kunt de volgende soorten
items verzenden en ontvangen:
• Foto's en video's
• Muziek en andere audiobestanden
• Webpagina's
Items verzenden met de Bluetooth-verbinding
1Zorg ervoor dat de Bluetooth-functie op het ontvangende apparaat is
ingeschakeld en dat het apparaat zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
2Open op het verzendende apparaat de applicatie die het item bevat dat u wilt
verzenden. Ga naar het item.
3Afhankelk van de app en het item dat u wilt verzenden, moet u mogelk het item
aangeraakt houden of het item openen, en vervolgens op
tikken.
4Selecteer Bluetooth.
5Schakel de Bluetooth-functie in als dit wordt gevraagd.
6Tik op de naam van het ontvangende apparaat.
7Accepteer op het ontvangende apparaat de verbinding als dit wordt gevraagd.
8Bevestig op het verzendende apparaat de overdracht naar het ontvangende
apparaat als dit wordt gevraagd.
9Accepteer het inkomende item op het ontvangende apparaat.
(pictogram Delen)
Items ontvangen via de Bluetooth-verbinding
1Zorg dat de Bluetooth-functie is ingeschakeld en zichtbaar is voor andere
Bluetooth-apparaten.
88
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 89
2Het zendende apparaat begint nu met het verzenden van gegevens naar uw
apparaat.
3Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een inkomend bestand op uw
apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de
bestandsoverdracht te accepteren.
4Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
5Om de voortgang van de overdracht weer te geven, sleept u de statusbalk omlaag.
6Om een ontvangen item te openen, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de
relevante melding.
Bestanden bekken die u hebt ontvangen met behulp van een Bluetoothverbinding
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren.
2Tik op Ontvangen bestanden.
89
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 90
Klok en agenda
Agenda
Gebruik de applicatie Agenda om uw agenda te beheren.
Als u zich hebt aangemeld op diverse onlineaccounts die gebruikmaken van
agenda's, bvoorbeeld uw Google-account en u hebt uw apparaat daarmee
gesynchroniseerd, dan worden de agendagebeurtenissen van deze accounts ook
weergegeven in de applicatie Agenda van uw apparaat. U kunt selecteren welke
agenda's u in de gecombineerde Agenda-weergave wilt integreren.
Wanneer een afspraak nadert, speelt uw apparaat een meldingsgeluid af om u
eraan te herinneren. Bovendien wordt (pictogram Agendamelding) weergegeven
op de statusbalk.
Overzicht van Agenda
Open instellingen, selecteer een weergavetype en de agenda's die u wilt weergeven
1
2Open een overzicht van de huidige maand
3Terug naar de huidige datum
4Meer opties weergeven
5Scroll omhoog of omlaag om door de agenda te bladeren
6Voeg een agenda-item toe
Klok
U kunt een of meerdere alarmen instellen. De wekker gaat niet af als het apparaat
is uitgeschakeld.
90
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 91
Overzicht van de klok
1Open het tabblad Alarm
2Open het tabblad Klok
3Open het tabblad Timer
4Open het tabblad Stopwatch
5Geef meer opties weer voor het huidige tabblad
6Voeg een wereldklok toe
Een nieuw alarm instellen
1Ga naar en tik op Klok > Alarm.
2Tik op
(pictogram Item toevoegen).
3Selecteer de gewenste waarde.
4Tik op OK.
Hint
Tik op (pictogram Meer opties) om het alarm te bewerken.
De sluimerstand activeren wanneer het alarm afgaat
• Tik op Snooze wanneer het alarm afgaat.
Een alarm uitschakelen wanneer dit afgaat
• Tik op Uitzetten wanneer het alarm afgaat.
Hint
Als u een sluimerend alarm wilt uitschakelen, sleept u de statusbalk omlaag om het
gedeelte voor meldingen te openen en tikt u vervolgens op Uitzetten.
Een alarm bewerken
1Ga naar en tik op Klok > Alarm.
2Tik op de schakelaar om een alarm in of uit te schakelen.
3Tik op
(pictogram Meer opties) om elk alarm te bewerken.
91
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 92
4Als u meer gedetailleerde eigenschappen van alle alarmen wilt bewerken, tikt u op
(pictogram Meer) > Instellingen.
Een wereldklok instellen
1Ga naar en tik op Klok,en tik vervolgens op (pictogram Wereldklok).
2Zoek de plaats die u wilt toevoegen en tik op de naam van de plaats. U kunt indien
gewenst meerdere plaatsen toevoegen.
Opmerking
U kunt met deze functie niet de td in meerdere plaatsen weergeven op het startscherm.
Hint
Als u de wereldkloklst wilt bewerken, houdt u de wereldklok aangeraakt totdat het
apparaat trilt.
92
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 93
Toegankelkheid
Vergroting
Met Vergroting kunt u inzoomen op delen van het scherm door driemaal achter
elkaar op het aanraakscherm te tikken.
Vergroting in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelkheid > Vergroting.
2Selecteer een optie en tikt u op de schakelaar om de functie in te schakelen.
Een gebied vergroten en over het scherm pannen
1Controleer of Vergroting is ingeschakeld.
2Afhankelk van de geselecteerde vergroting, tikt u drie keer op het scherm of tikt u
eerst op (pictogram Vergroten) en tikt u vervolgens op het scherm om het
gebied tdelk te vergroten.
3Verplaats het gebied door het met twee of meer vingers te slepen.
4Als u de zoommodus wilt afsluiten, tikt u drie keer op het gebied of tikt u
nogmaals op (pictogram Vergroten).
Hint
In bepaalde applicaties kunt u ook in- of uitzoomen door een gebied te knpen.
Lettergrootte
Schakel de optie Lettergrootte in om de standaardgrootte van de tekst die op het
apparaat wordt weergegeven te vergroten.
De lettergrootte instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelkheid.
2Tik op Lettergrootte en stel de gewenste lettergrootte in door op de
schaalverdeling te tikken.
Kleurcorrectie
Met de instelling Kleurcorrectie kunt u aanpassen hoe kleuren op het scherm
worden weergegeven voor gebruikers die kleurenblind zn of moeite hebben
kleuren te onderscheiden.
Kleurcorrectie in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelkheid > Kleurcorrectie.
2Tik op de schakelaar Kleurcorrectie gebruiken om de functie in of uit te schakelen.
3Tik op Correctiemodus en selecteer een geschikte kleurgevoeligheid.
TalkBack
TalkBack is een service die het scherm voorleest voor mensen met een visuele
handicap. TalkBack gebruikt gesproken feedback om gebeurtenissen en
handelingen die op het Android-apparaat worden uitgevoerd te beschrven.
TalkBack beschrft de gebruikersinterface en leest softwarefouten, meldingen en
berichten voor.
TalkBack inschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelkheid > TalkBack.
2Tik op de schakelaar en tik vervolgens op OK.
93
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 94
Opmerking
Tik op Instellingen en tik vervolgens tweemaal op het scherm om de spraak-, feedback- en
aanraakvoorkeuren voor TalkBack te wzigen.
Hint
TalkBack start een zelfstudie onmiddellk nadat u de functie hebt ingeschakeld. Als u de
zelfstudie wilt afsluiten, tikt u op (knop Vorige) en tikt u vervolgens tweemaal op het
scherm.
TalkBack uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen en tik vervolgens twee keer ergens op het scherm.
2Ga naar en tik op Toegankelkheid door de lst te scrollen en tik vervolgens twee
keer ergens op het scherm.
3Ga naar en tik op TalkBack door de lst te scrollen en tik vervolgens twee keer
ergens op het scherm.
4Tik op de aan-uitschakelaar en tik vervolgens twee keer ergens op het scherm.
5Tik op OK en tik vervolgens twee keer ergens op het scherm.
Overige instellingen voor toegankelkheid
Weergavegrootte, Monogeluid of Toegang via een switch instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Toegankelkheid.
2Tik op de optie die u wilt bewerken, en stel daarna de gewenste waarde of
instelling in.
94
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 95
Applicatie Ondersteuning
Over de applicatie Ondersteuning
Gebruik de applicatie Ondersteuning om informatie over het apparaat en de
software te zoeken. U kunt onderwerpen over ondersteuning of het oplossen van
problemen lezen en handige applicaties gebruiken, zoals een
apparaattestprogramma. Ga direct vanuit de app naar onze internetondersteuning
voor gebruikershandleidingen, kennisartikelen of het Ondersteuningsforum.
Opmerking
De contactgegevens van Ondersteuning vindt u in het menu Contact met ons opnemen,
ook zonder een netwerkverbinding.
De ondersteuningsapp openen
• Ga naar en tik op
Hint
Voor de best mogelke ondersteuning maakt u verbinding met het internet wanneer u de
ondersteuningsapp gebruikt.
(pictogram Ondersteuning).
95
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 96
Juridische informatie
Algemeen
Deze gebruikershandleiding is zonder enige garantie uitgegeven door Sony Mobile Communications Inc. of een van de lokale vestigingen.
Sony Mobile Communications Inc. kan te allen tde en zonder voorafgaande kennisgeving verbeteringen en wzigingen in deze
gebruikershandleiding aanbrengen op grond van typograsche fouten, onjuiste of achterhaalde informatie, of verbeteringen aan
programmatuur en/of apparatuur. Dergelkewzigingen worden echter wel in nieuwe uitgaven van deze gebruikershandleiding verwerkt.
Alle afbeeldingen zn uitsluitend bedoeld ter illustratie en geven wellicht geen exacte voorstelling van het eigenlke apparaat.
Alle hierin genoemde namen van producten en bedrvenzn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaren. Alle andere handelsmerken zn het eigendom van hun respectieve eigenaren. Alle rechten die hierin niet uitdrukkelk worden
verleend, zn voorbehouden. Ga naar
In deze gebruikershandleiding kan worden verwezen naar services of applicaties die door derden worden aangeboden. Voor gebruik van
dergelke programmering of services kunnen een afzonderlke registratie b de andere part, betaling van kosten of verstrekking van
creditcardgegevens vereist zn. Ook kunnen er altd aanvullende voorwaarden gelden voor gebruik, wziging, onderbreking en
beëindiging. Raadpleeg vóór gebruik de voorwaarden en het toepasselke privacybeleid op de website wanneer u applicaties opent op of
via de website van derden. Sony Mobile biedt geen garantie voor de beschikbaarheid of prestaties van applicaties en websites van derden
en services die worden aangeboden door derden. In het geval de software die wordt geleverd op of in combinatie met uw apparaat, wordt
geleverd met aanvullende voorwaarden, zullen deze voorwaarden tevens van toepassing zn op uw eigendom en gebruik van de
software.
Uw apparaat heeft de mogelkheid om extra inhoud, bvoorbeeld muziek of video‘s, te downloaden, op te slaan en door te sturen. Het
gebruik van deze inhoud kan beperkt of verboden zn als gevolg van de rechten van derden, waaronder maar niet beperkt tot beperking
onder de wet op de auteursrechten. U, en niet Sony Mobile, bent volledig verantwoordelk voor extra inhoud die is gedownload naar of
doorgestuurd vanaf uw apparaat. Controleer voordat u extra inhoud gebruikt, of het voorgenomen gebruik is toegestaan onder licentie of
op andere wze is geautoriseerd. Sony Mobile biedt geen garantie omtrent de juistheid, integriteit of kwaliteit van extra inhoud of alle
andere inhoud van derden. Sony Mobile is onder geen enkele omstandigheid aansprakelk voor onjuist gebruik door u van extra inhoud of
andere inhoud van derden.
Dit product is in licentie gegeven uit hoofde van MPEG-4 visual- en AVC-patentportfoliolicenties voor het persoonlk en niet-commercieel
gebruik door een consument voor (i) het coderen van video in overeenstemming met de MPEG-4 visual-standaard ("MPEG-4 video") of de
AVC-standaard ("AVC video") en/of (ii) het decoderen van MPEG-4- of AVC-video die door een consument voor persoonlk en nietcommercieel gebruik is gecodeerd en/of is verkregen van een leverancier van video aan wie licentie is verleend door MPEG LA om
MPEG-4- en/of AVC-video te verstrekken. Voor enig ander gebruik wordt geen licentie toegekend, expliciet noch impliciet. Extra
informatie, waaronder informatie over promotioneel, intern en commercieel gebruik en over licenties, kan worden verkregen van MPEG
LA, L.L.C. Zie
Opmerking: Sony Mobile raadt gebruikers aan een back-up te maken van hun persoonlke gegevens en informatie.
SONY MOBILE IS NIET AANSPRAKELK VOOR ENIG VERLIES, WISSEN EN/OF OVERSCHRVEN VAN PERSOONLKE GEGEVENS OF BESTANDEN
DIE ZN OPGESLAGEN OP UW APPARAAT (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT CONTACTEN, MUZIEK EN FOTO'S) ALS GEVOLG VAN ENIGE
UPDATE VAN UW APPARAAT VIA EEN VAN DE METHODEN BESCHREVEN IN DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING OF DOCUMENTATIE. IN GEEN
GEVAL ZAL DE TOTALE AANSPRAKELKHEID VAN SONY MOBILE OF DIENS LEVERANCIERS JEGENS U VOOR ALLE SCHADE, VERLIEZEN EN
REDENEN VAN HET GESCHIL (HETZ ONDER CONTRACT HETZ ALS ONRECHTMATIGE DAAD, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT
NALATIGHEID OF ANDERSZINS) HOGER ZN DAN HET FEITELKE BEDRAG DAT U VOOR UW APPARAAT HEBT BETAALD.
. Decoderingstechnologie voor MPEG Layer-3 audio onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
voor meer informatie.
Garantie, SAR en gebruiksinstructies
Voor informatie over garantie, SAR (Specic Absorption Rate) en veiligheidsrichtlnen leest u de Belangrke informatie in Instellingen >
Systeem > Over de telefoon > Juridische informatie op het apparaat.
96
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.