Garantie, SAR en gebruiksinstructies........................................... 114
5
Page 6
Aan de slag
Over de
Dit is de gebruikershandleiding van de Xperia 10 voor softwareversie Android™
9.0. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u dat
controleren in het menu Instellingen.
Opmerking
Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders weergeven
dan in de
niet door een update beïnvloed. Ga voor meer informatie over software-updates naar
apparaat updaten
De huidige softwareversie en het modelnummer van uw apparaat controleren
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon. De huidige
softwareversie wordt weergegeven b Build-nummer. Het huidige modelnummer
wordt weergegeven b Model.
ze Gebruikershandleiding
ze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android-versie wordt mogelk
op pagina 39.
Beperkingen van services en functies
Sommige services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden
beschreven, worden mogelk niet ondersteund voor alle landen of regio's, of door
alle netwerken en serviceproviders. Het internationale GSM-alarmnummer kan
altd in alle landen en regio's, op alle netwerken en voor alle serviceproviders
worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem
contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om te bepalen of eventuele
specieke services of functies beschikbaar zn en om na te gaan of dit extra kosten
voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zn
beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor
dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer uw apparaat verbinding
maakt met het internet. Neem contact op met uw draadloze-serviceprovider voor
meer informatie.
Uw
6
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 7
Overzicht
1Headsetaansluiting
2Oplaad-/meldingslampje
3Tweede microfoon
4Oorspeaker
5Nabheids-/lichtsensor
6Camera aan voorzde
7Aan-uitknop
8Vingerafdruksensor
9Volume-/zoomtoets
10Luidspreker
11USB-poort/lader
12Hoofdmicrofoon
7
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 8
13Wi-Fi/Bluetooth®/GPS-antenne
14Flitserled
15Dubbele camera
16NFC™-detectiegebied
17Nano-SIM-/geheugenkaartsleuf
18Hoofdantenne
Kaart plaatsen - enkele SIM
Uw appar
aat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. In apparaten met een enkele
SIM kunt u één SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen.
De nano-SIM-kaart en de geheugenkaart hebben elk een eigen sleuf. Zorg dat u
beide niet met elkaar verwart.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 15.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
oppelen voordat u de houder eruit trekt om de nano-SIM-kaart of geheugenkaart uit
ontk
het apparaat te verwderen.
8
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 9
Een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
rek de SIM- en geheugenkaarthouders naar buiten.
1T
2Plaats de SIM-kaart stevig in de SIM-kaarthouder.
3Plaats de geheugenkaart stevig in de geheugenkaarthouder.
4Duw de houders voorzichtig terug in de sleuven tot deze op hun plaats zitten.
Kaarten plaatsen – dubbele SIM
Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Apparaten met een dubbele
SIM ondersteunen óf twee nano-SIM-kaarten óf een nano-SIM-kaart en een
geheugenkaart.
Apparaten met een dubbele SIM zn niet in elke regio en b elke aanbieder
verkrgbaar.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 15.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
oppelen voordat u de houder er uit haalt om de nano-SIM-kaart (of kaarten) of
ontk
geheugenkaart uit het apparaat te verwderen.
Twee nano-SIM-kaarten of een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart
plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
1T
rek de SIM- en geheugenkaarthouders naar buiten.
2Plaats de hoofd-SIM-kaart stevig in de positie voor SIM1.
9
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 10
3P
laats de tweede SIM-kaart (SIM2) of de geheugenkaart stevig in de juiste richting
in de houder.
4Duw de houders voorzichtig terug in de sleuven tot deze op hun plaats zitten.
Bescherming van het scherm
Opmerking
Voordat u het apparaat gebruikt, ver
gebruiken.
wdert u alle beschermfolies om alle functies te kunnen
Een screen cover of een screen protector helpen u het apparaat te beschermen
tegen beschadiging. We raden u aan alleen screen covers te gebruiken die voor uw
Xperia-apparaat zn bedoeld. Als u een beschermaccessoire van een ander merk
op uw scherm aanbrengt, functioneert uw apparaat mogelk niet meer correct
omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons kunnen worden afgedekt.
Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.
Uw apparaat de eerste keer inschakelen
Het wordt aangeraden de batter minimaal 30 minuten op te laden voordat u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt uw apparaat blven gebruiken
tdens het opladen. Ga voor meer informatie over het opladen naar
opladen
op pagina 35.
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een
installatiehandleiding geholpen b het congureren van de basisinstellingen, het
personaliseren van uw apparaat en het aanmelden b uw accounts, bvoorbeeld
een Google™-account.
Uw apparaat
Het apparaat inschakelen
1Druk lang op de aan-uitknop tot het apparaat trilt.
2Voer de PIN van uw SIM-kaart in wanneer hierom wordt gevraagd en tik vervolgens
(pictogram Klaar).
op
3W
acht even totdat het apparaat start.
Hint
De PIN van uw SIM-kaart wordt aan
kunt deze later wzigen in het menu Instellingen. Als u een fout b het invoeren van de PIN
van uw SIM-kaart wilt corrigeren, tikt u op
t apparaat uitschakelen
He
vankelk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
(pictogram Backspace).
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Uitschakelen.
Opmerking
Het kan even duren voordat het apparaat wordt uitgeschakeld.
Waarom heb ik een Google-account nodig?
Uw Sony-apparaat draait op het Android-platform dat is ontwikkeld door Google.
Diverse Google-applicaties en -services zn al b aanschaf op uw apparaat
geïnstalleerd, bvoorbeeld Gmail™, Google Maps™, YouTube™ en de applicatie
Google Play. Om alles uit deze services te halen, hebt u een Google-account nodig.
Met een Google-account kunt u bvoorbeeld het volgende doen:
• Applicaties downloaden en installeren vanaf Google Play.
• Uw e-mail, contacten en agenda synchroniseren met behulp van Gmail.
• U kunt een back-up maken van uw gegevens, deze herstellen en ze kopiëren van
een oud apparaat naar een nieuw apparaat.
10
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 11
• Cha
• Uw browsergeschiedenis en bladwzers synchroniseren met behulp van de
• Uzelf kenbaar maken als de bevoegde gebruiker na een softwarereparatie met
• Een verloren of gestolen apparaat op afstand zoeken, vergrendelen of
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
2Volg de instructies op het scherm om een Google-account te maken of meldt u
tten met vrienden met behulp van de applicatie Google Duo™.
webbrowser Google Chrome™.
behulp van Xperia Companion.
ontgrendelen met de behulp van de service Mn apparaat zoeken.
Ga voor meer informatie over Android en Google naar
Een Google-account instellen op uw apparaat
aan als u al een account hebt.
http://support.google.com
Inhoud van het oude apparaat overbrengen
Er zn verschillende manieren om de gegevens van een oud apparaat over te
brengen naar een nieuw apparaat.
• Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een computer
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een SD-kaart
Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
.
U kunt gegevens overbrengen door te synchroniseren met een Google-account.
Maak eerst een back-up van uw gegevens op de Google-server vanaf uw oude
telefoon met behulp van uw Google-account. Stel vervolgens hetzelfde Googleaccount in op het nieuwe apparaat. Afhankelk van welke inhoud u wilt een backup wilt maken en wilt synchroniseren, zn er verschillende manieren.
• Gmail, Agenda, Contacten: Meld u aan met hetzelfde Google-account dat u op het
oude apparaat hebt gebruikt. Vervolgens worden uw Gmail, Agenda en Contacten
automatisch gesynchroniseerd met uw Google-account.
• Afbeelding (foto), video: Maak een back-up van de gegevens van het oude
apparaat op de Google-server met behulp van Google Photos. Synchroniseer
vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
• Applicaties, instellingen, gesprekshistorie: Automatisch een back-up maken met
behulp van Google Drive op uw oude apparaat. Synchroniseer vervolgens uw
Google-account met het nieuwe apparaat.
• Muziekbestanden en andere documentbestanden: Maak handmatig een back-up
van uw mediabestanden van het oude apparaat met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
Ga voor meer informatie naar
Google-account
op pagina 44.
Een back-up maken en synchroniseren met een
Gegevens overbrengen met behulp van een computer
Als u grote hoeveelheden gegevens op het apparaat opslaat, kunt u de gegevens
overbrengen met behulp van een computer. Ga voor meer informatie naar
back-up maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
op pagina 45.
Een
Gegevens overbrengen met behulp van een SD-kaart
U kunt mediabestanden en contacten overbrengen met behulp van een SD-kaart.
Ga voor meer informatie naar
overbrengen met behulp van een geheugenkaart
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Een back-up maken van gegevens en deze
op pagina 46.
11
Page 12
De beveiliging van het apparaat
Z
orgen dat het apparaat is beveiligd
Het apparaat bevat beveiligingsfuncties. Het wordt sterk aanbevolen deze te
gebruiken in verband met verlies of diefstal.
Opmerking
Als u het apparaat beveiligt met een beveiligingsfunctie, is het essentieel dat u de
ingest
elde gegevens onthoudt.
Schermvergrendeling
Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een PIN,
wachtwoord, patroon of vingerafdruk om te voorkomen dat anderen het apparaat
zonder toestemming kunnen gebruiken. Zodra de schermvergrendeling is
ingesteld, kan zonder het invoeren van de schermvergrendelingsinformatie het
scherm niet worden ontgrendeld en kan geen inhoud worden gewist door middel
van een Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten).
Mn apparaat vinden
Gebruik de service Mn apparaat zoeken om een verloren apparaat op afstand te
zoeken, te vergrendelen, te ontgrendelen of de inhoud ervan te wissen. Nadat u
zich hebt aangemeld op uw Google-account, wordt Mn apparaat zoeken
standaard ingeschakeld.
SIM-kaartvergrendeling
Vergrendel uw SIM-kaarten met een PIN om misbruik van uw abonnement te
voorkomen. De PIN is vereist elke keer wanneer u het apparaat opnieuw opstart.
IMEI-nummer
Bewaar een kopie van het IMEI-nummer. Als uw apparaat is gestolen, kunnen
sommige netwerkproviders dit nummer gebruiken om te voorkomen dat het
apparaat toegang krgt tot het netwerk in uw land of regio.
Back-up
Maak een back-up van de inhoud van het apparaat voor het geval het apparaat
wordt beschadigd, gestolen of verloren.
• Als u een back-up wilt maken op een Google-account, raadpleegt u
maken en synchroniseren met een Google-account
• Als u een back-up wilt maken op een computer, raadpleegt u
op pagina 44.
van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
• Als u een back-up wilt maken op een geheugenkaart, raadpleegt u
Een back-up
Een back-up maken
op pagina 45.
Een back-up
maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een geheugenkaart
pagina 46.
Schermvergrendeling
op
Als het scherm is vergrendeld, kunt u het ontgrendelen met een veeggebaar of
met een persoonlk patroon, PIN, wachtwoord of vingerafdruk. Oorspronkelk
wordt een onbeveiligde veegbeweging over het scherm ingesteld, maar we raden
aan om een veiligere schermvergrendeling in te stellen op het apparaat.
12
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 13
Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld in de
volgor
de van zwak naar sterk:
• Vegen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
• Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te
ontgrendelen.
• PIN: voer een numerieke PIN in van minstens vier cfers om het apparaat te
ontgrendelen.
• Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te
ontgrendelen.
• Vingerafdruk: plaats de geregistreerde vinger op de sensor om het apparaat te
ontgrendelen.
Hint
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat in bepaalde situaties automatisch
ontgr
endelen, zoals wanneer het verbonden is met een Bluetooth-apparaat of als u het
apparaat met u meedraagt. Ga naar
voor meer informatie.
http://www.support.google.com/
en zoek "smart lock"
Een schermvergrendeling maken of veranderen
Opmerking
Het is heel belangrk da
schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrke gegevens,
zoals contacten en berichten, mogelk niet meer herstellen.
t u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Schermvergrendeling.
2Bevestig desgevraagd uw huidige schermvergrendeling.
3Kies een optie en volg de instructies op het scherm.
4Als een veilige schermvergrendeling is ingesteld, kunt u instellen dat de aan-
uitknop het scherm vergrendelt, kunt u de activeringstd van de
schermvergrendeling instellen, en kunt u een bericht voor het
vergrendelingsscherm maken door op
(pictogram Instellingen) te tikken.
Hint
Als u een Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) gebruikt, kan door de EASbeveiligingsinst
wachtwoord. Neem contact op met de netwerkbeheerder om te controleren welk
netwerkbeveiligingsbeleid is geïmplementeerd.
ellingen het type schermvergrendeling beperkt zn tot alleen een PIN of
Vingerafdrukbeheer
Registreer uw vingerafdruk als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen
van het apparaat of om aankopen te veriëren. U kunt maximaal 5 vingerafdrukken
op het apparaat registreren.
Als een vingerafdruk wordt gebruikt voor schermvergrendeling, dient de
schermvergrendeling met het patroon, de PIN of het wachtwoord als een
alternatieve ontgrendelingsmethode. Voordat u uw vingerafdruk registreert,
controleert u of de sensor schoon is en vr is van zichtbaar vocht.
Een vingerafdruk voor het eerst registreren
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Tik op Volgende. Bevestig desgevraagd uw patroon, PIN of wachtwoord, of kies
een alternatieve schermvergrendelingsmethode, en volg de instructies op het
scherm om dit in te stellen.
3Tik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de registratie van de
vingerafdruk te voltooien.
13
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 14
Extra vingerafdrukken registreren
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Bevestig uw patroon, PIN of wachtwoord.
3Tik op Vingerafdruk toevoegen en volg de instructies op het scherm.
Een geregistreerde vingerafdruk verwderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Bevestig uw patroon, PIN of wachtwoord.
3Tik op
(pictogram V
erwderen) om de vingerafdruk te verwderen.
De naam van een geregistreerde vingerafdruk wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Selecteer een geregistreerde vingerafdruk in de lst, voer een naam in en tik op
OK.
SIM-kaartbeveiliging
U kunt elke SIM-kaart in uw apparaat vergrendelen en ontgrendelen met een PIN.
Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het aan de kaart gekoppelde abonnement
beschermd tegen misbruik, wat betekent dat u elke keer wanneer u uw apparaat
start, u een PIN moet invoeren.
Als u uw PIN te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan
de PUK (Personal Unblocking Key) en een nieuwe PIN invoeren. U ontvangt de PIN
en de PUK van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartvergrendeling instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Simkaart vergrendelen om in te schakelen.
4Voer de PIN van de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartvergrendeling is nu
actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om uw
PIN in te voeren.
De PIN-code van de SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Pincode simkaart wzigen.
4Voer de oude PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
5Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
6Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde SIM-kaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1Voer de PUK-code in en tik op
oer een nieuwe PIN-code in en tik op
2V
oer de nieuwe PIN-code nogmaals in en tik op
3V
Opmerking
Als u te vaak een onjuiste PUK-code hebt ingevoerd, dient u contact met uw
ne
twerkprovider op te nemen voor een nieuwe SIM-kaart.
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
14
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 15
Apparaten met een dubbele SIM-kaart gebruiken
Als u e
geplaatste SIM-kaarten. U kunt binnenkomende communicatie op beide SIMkaarten ontvangen en u kunt selecteren vanaf welk nummer u uitgaande
communicatie wilt uitvoeren. Voordat u meerdere SIM-kaarten kunt gebruiken,
moet u deze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer moet
afhandelen.
U kunt gesprekken die binnenkomen op SIM 1 doorschakelen naar SIM 2 als SIM 1
niet bereikbaar is en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moet deze functie handmatig inschakelen. Zie
pagina 68.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Tik op de schakelaar SIM1 en SIM2 om de SIM-kaarten in of uit te schakelen.
De naam van een SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Selecteer een SIM-kaart en voer een nieuwe naam ervoor in.
3Tik op OK.
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
en apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, werkt het met één of twee
Gesprekken doorschakelen
op
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een of twee unieke identicatienummers die IMEI of Product-ID
worden genoemd. Zorg dat u een kopie hiervan bewaart. U hebt dit nummer
eventueel nodig als het apparaat is gestolen of als u contact opneemt met de
klantenservice.
Uw IMEI-nummer(s) met het toetsenblok weergeven
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Toetsenblok).
3Voer *#06# in op het toetsenblok. De IMEI-nummer(s) worden automatisch
weergegeven.
(pictogram Telefoon).
15
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 16
Uw IMEI-nummer(s) op de etiketstrook ae
zen
rek de SIM- en geheugenkaarthouder naar buiten.
1T
2Trek de strook met een vingernagel naar buiten. Op de strook worden de IMEI-
nummer(s) vermeld.
Een verloren apparaat terugvinden, vergrendelen of wissen
Google biedt een locatie- en beveiligingswebservice aan die Mn apparaat zoeken
heet. Nadat u zich hebt aangemeld met een Google-account, wordt Mn apparaat
zoeken standaard ingeschakeld. Als u uw apparaat verliest, kunt u met Mn
apparaat zoeken:
• De locatie van uw apparaat zoeken en weergeven op een kaart.
• Het apparaat vergrendelen en op het vergrendelingsscherm een bericht laten
weergeven.
• Het apparaat ontgrendelen en resetten door de inhoud te wissen.
• De beltoon activeren, zelfs als het geluid is uitgeschakeld.
Het apparaat moet zn ingeschakeld en een internetverbinding hebben, en de
locatieservice moet zn geactiveerd. De service Mn apparaat zoeken is mogelk
niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Voor meer informatie over Mn apparaat zoeken, gaat u naar
support.google.com/
Controleren of uw apparaat kan worden gevonden
• Ga naar
account.
https://www.google.com/android/nd
en zoekt u naar "Mn apparaat zoeken".
en meld u aan met uw Google-
https://
Locatieservices gebruiken
Met locatieservices kunnen applicaties zoals Maps en de camera de informatie van
mobiele en Wi-Fi-netwerken gebruiken en combineren met GPS-informatie (Global
Positioning System) om uw locatie b benadering te bepalen. Als de verbinding
met GPS-satellieten niet optimaal is, kan het apparaat uw locatie met behulp van
16
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 17
de Wi-Fi-functie bepalen. En als u niet binnen het bereik van een netwerk bent,
k
an uw apparaat uw locatie met behulp van uw mobiele netwerk bepalen.
Als u uw apparaat wilt gebruiken om erachter te komen waar u bent, moet u
locatieservices inschakelen.
Locatieservices in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Locatie.
2Tik op de schakelaar om de locatieservices in of uit te schakelen.
De nauwkeurigheid van GPS verbeteren
Als u de GPS-functie van het apparaat voor het eerst gebruikt, kan het enkele
minuten duren voordat uw locatie wordt gevonden. Om ervoor te zorgen dat het
zoeken zo goed mogelk verloopt, moet u vr zicht op de hemel hebben. Sta stil
en dek de GPS-antenne niet af. GPS-signalen kunnen door wolken en plastic
dringen, maar niet door de meeste massieve objecten, zoals gebouwen en bergen.
Als uw locatie niet binnen enkele minuten wordt gevonden, gaat u naar een
andere locatie.
17
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 18
De basisaspecten onder de knie
krgen
He
t aanraakscherm gebruiken
Tikken
• Een onder
• Een selectievakje of optie aanvinken of niet.
• Tekst invoeren met behulp van het virtuele toetsenbord.
deel openen of selecteren.
18
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 19
Aanraken en aangeraakt houden
• Een it
• De selectiemodus activeren, bvoorbeeld, om meerdere items in een lst te
em verplaatsen.
selecteren.
Knpen en spreiden
19
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 20
• Knpen of spr
of video's opneemt.
eiden op webpagina's, foto's en kaarten en wanneer u foto's maakt
Vegen en scrollen
• Scr
oll omhoog en omlaag of naar links en rechts.
• Veeg naar links of naar rechts, bvoorbeeld tussen de deelvensters van het
startscherm.
Zsensor gebruiken
De Zsensor-balk maakt het gemakkelker om uw apparaat met één hand te
gebruiken. U kunt het menu Zsensor weergeven door op de Zsensor-balk op de
buitenrand van het scherm te dubbeltikken, of u kunt terugkeren naar het vorige
scherm door met uw vinger over de balk te vegen. Verzeker u ervan binnen de
Zsensor-balk met uw vinger te tikken of te vegen.
20
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 21
Opmerking
Zsensor is nie
t beschikbaar in bepaalde situaties, zoals wanneer de Ultra STAMINA-modus
is geactiveerd, of wanneer het scherm wordt weergegeven in de liggende stand.
Het Zsensormenu weergeven
• Als u he
Hint
t Zsensormenu wilt activeren, dubbeltikt u op de Zsensor-balk.
Als u Zsensormenu wilt afsluit
gebied op het scherm.
Int
en, dubbeltikt u op de Zsensor-balk of tikt u op een leeg
21
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 22
Terugkeren naar het vorige scherm met behulp van de zsensor
eeg met uw vinger omhoog of omlaag langs de Zsensor-balk om terug te keren
• V
naar het vorige scherm.
Zsensor in- en uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd.
2Tik op Zsensor.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Zsensor-instellingen
ZsensormenuSelecteer de Zsensormenu-indeling en of he
worden weergegeven op het vergrendelingsscherm.
Gevoeligheid van
Stel in hoe de Zsensor-balk moe
t worden bediend.
Zsensorbalk
Zsensorbalk
ongureren
c
Tik op Sensor ingeschakeld om te selecteren of Zsensor
moet worden gebruikt aan één of beide zkanten van het
scherm. Tik op de Zsensortdelk uitschakelen-schakelaar
om de functie tdelk uit te schakelen. Gebruik elke
schuifregelaar om de lengte, transparantie en positie van de
Zsensor-balk aan te passen.
Terug navigerenSelecteer dit als u de Zsensor-balk wilt gebruik
te keren naar het vorige scherm.
Apps selecteren die
t gebaren
me
Stel in welke applicaties moeten worden gebruikt met
Zsensor.
werken
t menu moet
en om terug
22
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 23
Het scherm in- of uitschakelen
W
anneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde tdsduur
inactief is, wordt het scherm gedimd en uitgeschakeld om batterlading te
besparen. U kunt wzigen hoe lang het scherm actief blft voordat het wordt
uitgeschakeld.
Als het scherm wordt uitgeschakeld, kan het apparaat vergrendeld of ontgrendeld
zn,afhankelk van de instelling van schermvergrendeling. Zie
Schermvergrendeling
Het scherm in- of uitschakelen
• Druk kort op de aan-uitknop.
De wachttd instellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Slaapstand.
2Selecteer een optie.
op pagina 12.
Slimme achtergrondverlichtingsregeling
De slimme achtergrondverlichtingsregeling houdt het scherm aan zolang u het
apparaat in uw hand vasthoudt. Zodra u het apparaat neerlegt, wordt het scherm
uitgeschakeld aan de hand van de slaap-instelling.
De slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Slimme
achtergrondverlichting.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is
vergelkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Het aantal
deelvensters in het startscherm wordt aangegeven door de balk onder aan het
startscherm. De positie van de balk geeft het deelvenster aan dat momenteel
wordt weergegeven.
Naar het startscherm gaan
• Tik op
(Startschermknop).
23
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 24
Door het startscherm bladeren
Startschermrotatie toestaan
1Houd e
en leeg gebied op het startscherm aangeraakt totdat het optiemenu wordt
weergegeven.
2Tik op Instellingen startscherm.
3Tik op de schakelaar Draaien van startscherm toestaan.
Applicatiescherm
Het applicatiescherm, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die
vooraf op uw apparaat zn geïnstalleerd en de applicaties die u hebt gedownload.
24
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 25
Alle applicaties op het applicatiescherm weergeven
eeg het startscherm omhoog en scroll vervolgens het applicatiescherm omhoog
• V
of omlaag om alle applicaties weer te geven.
Een applicatie openen vanuit het applicatiescherm
• Wanneer het applicatiescherm open staat, veegt u omhoog om naar de applicatie
te zoeken en tikt u vervolgens op de applicatie.
Een applicatie zoeken vanuit het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op Apps zoeken.
2Voer de naam in van de applicatie die u wilt zoeken.
De applicaties op het applicatiescherm rangschikken
1Tik op
(pictogram Menu) t
erwl het applicatiescherm is geopend.
2Tik op Apps sorteren en selecteer een optie.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1Houd op het applicatiescherm een applicatiepictogram aangeraakt totdat het
apparaat gaat trillen, en sleep daarna het pictogram omhoog. Het startscherm
wordt geopend.
2Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het
vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2Z
org dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
(pictogram Menu).
3Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar
de nieuwe locatie.
25
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 26
Navigeren door applicaties
U k
unt tussen applicaties navigeren met de navigatieknoppen en het venster met
onlangs gebruikte applicaties. De navigatieknoppen zn de knop Vorige en de
startschermknop. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen
met de modus Gesplitst scherm indien de applicatie de functie voor meerdere
schermen ondersteunt.
Overzicht van navigeren door applicaties
1Alles wissen – Sluit alle r
2Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
3Startschermknop – Sluit een applicatie af en keer terug naar het startscherm
4Knop Vorige – Keer terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie af
ecentelk gebruikte applicaties
Het venster met laatst gebruikte applicaties openen
• Veeg
(Startschermknop) omhoog.
Alle recentelk gebruikte applicaties sluiten
1Veeg de (Startschermknop) omhoog.
2Veeg het venster helemaal naar rechts en tik daarna op Alles wissen.
Een menu in een applicatie openen
• Tik terwl u een applicatie gebruikt op (pictogram Menu) of (pictogram
Opties).
26
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 27
Opmerking
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
Modus G
esplitst scherm
In de modus Gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelk weergeven,
bvoorbeeld als u het postvak IN van uw e-mail en een webbrowser tegelkertd
wilt weergeven.
Overzicht van gesplitst scherm
1Applicatie 1
2Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
3Applicatie 2
4Startschermknop – Ga terug naar het startscherm
5Knop Vorige – Ga terug naar het vorige scherm
Opmerking
Niet alle applicaties ondersteunen de modus Gesplitst scherm.
De modus voor gesplitst scherm gebruik
en
1Zorg dat de twee applicaties waarvoor u de modus Gesplitst scherm wilt
gebruiken, geopend zn en op de achtergrond worden uitgevoerd.
2Veeg de
aties te openen.
applic
(Startschermknop) omhoog om het venster met laatst gebruikte
3Veeg naar links of rechts om te zoeken naar de applicatie die u in de modus voor
gesplitst scherm wilt gebruiken.
4Tik op het pictogram van de applicatie bovenaan het applicatiescherm en tik
vervolgens op Gesplitst scherm.
27
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 28
5Sele
cteer de tweede gewenste applicatie. Als u de grootte van de vensters op het
gesplitste scherm wilt aanpassen, sleept u de scheidingsrand tussen de twee
vensters van het gesplitste scherm.
6Om de modus voor gesplitst scherm af te sluiten, sleept u de scheidingsrand
tussen de twee vensters naar de bovenkant van het scherm.
Eénhandige modus
Schakel de Eénhandige modus in om de schermgrootte aan te passen zodat u
makkelker met één hand kunt typen.
Eénhandige modus in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Eénhandige modus.
2Tik op de schakelaar Eénhandige modus om de functie in of uit te schakelen.
3Dubbeltik op
4Als u Eénhandige modus wilt afsluit
tik
t u op een leeg gebied op het scherm.
De positie van het scherm aanpassen
1Tik op
(pictogram Pl-link
respectievelk links of rechts te bewegen.
2Sleep de horizontale strepen aan de rand van het scherm met een nieuwe grootte
om het scherm omhoog of omlaag te bewegen.
3Pas de grootte van het scherm aan door
de r
and van het scherm met de nieuwe grootte te slepen.
(Startschermknop) om het scherm te verkleinen.
(Startschermknop) of
s) of
en, dubbeltikt u op
(pictogram Pl-r
echts) om het scherm naar
(pictogram Schermgrootte wzigen) aan
Hint
Als u wilt terugkeren naar de modus volledig scherm, tikt u op een leeg gebied op het
scherm.
Widge
ts
Widgets zn kleine applicaties die u rechtstreeks op uw startscherm kunt
gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppeling. Met de widget Agenda kunt u
bvoorbeeld uw agenda rechtstreeks op het startscherm weergeven. Als u op de
widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets
downloaden vanaf Google Play.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
2Houd de widget die u wilt toevoegen aangeraakt en sleep deze naar de gewenste
locatie.
De afmetingen van een widget wzigen
1Houd een widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los.
2Sleep de punten om de widget kleiner of groter te maken.
3Tik op een willekeurige plaats op het Startscherm om de nieuwe afmetingen te
bevestigen.
Een widget verplaatsen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar de
nieuwe locatie.
Een widget verwderen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar
Verwderen.
28
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 29
Snelkoppelingen en mappen
U k
unt snelkoppelingen en mappen gebruiken om uw applicaties te beheren en
het startscherm opgeruimd te houden.
Overzicht van snelkoppelingen en mappen
1Open een applicatie met een snelkoppeling
2Open een map met applicaties
Een item op het startscherm verplaatsen
• Houd he
t item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de nieuwe locatie. Wanneer u het item helemaal naar rechts sleept, wordt een
nieuw deelvenster toegevoegd aan het startscherm.
Een item vanaf de startpagina verwderen
• Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
Verwderen. Deelvensters die geen items bevatten worden automatisch
verwderd.
Een map op het startscherm maken
• Houd het pictogram van een applicatie of een snelkoppeling aangeraakt totdat het
apparaat trilt. Sleep het vervolgens naar een ander pictogram van een applicatie of
een andere snelkoppeling.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
• Houd een item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1Tik op de map om deze te openen.
2Tik op de titelbalk van de map om een tekstinvoerveld weer te geven.
3Voer de naam van de nieuwe map in.
29
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 30
Achtergrond
He
t apparaat heeft een standaardachtergrond, maar u kunt het startscherm en het
vergrendelingsscherm aanpassen aan uw eigen stl door achtergronden met
verschillende kleuren en patronen te gebruiken.
U kunt een achtergrond gebruiken zonder de andere elementen van het
startscherm en vergrendelingsscherm te veranderen. Live achtergronden voegen
visuele eecten toe aan interacties met het aanraakscherm, waardoor het scherm
dynamisch verandert.
De achtergrond veranderen
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt.
2Tik op Achtergrond.
3Selecteer een achtergrond en tik op Achtergrond instellen.
4Selecteer een optie.
Hint
U kunt ook een foto als achtergrond gebruiken. In plaats van een achtergrond te selecteren
uit de we
ergegeven mogelkheden, tikt u op Mn foto's en selecteert u een foto.
Een screenshot maken
U kunt stilstaande beelden van elk scherm op uw apparaat maken als een
screenshot. Gemaakte screenshots worden automatisch opgeslagen in de
applicatie Album.
Een schermafbeelding maken
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Screenshot.
Hint
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume
omlaag t
egelkertd ingedrukt te houden.
De screenshot weergeven
1Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2Tik op de screenshot.
Meldingen
Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen, zoals nieuwe berichten
en agendameldingen, en van lopende activiteiten, zoals downloads. Meldingen
worden weergegeven op:
• de statusbalk
• het gedeelte voor meldingen
• het vergrendelingsscherm
• het pictogram van de app
30
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 31
Het gedeelte voor meldingen openen of sluiten
ep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen of
1Sle
dubbeltik op de statusbalk.
2Sleep of veeg het venster omhoog om het gedeelte voor meldingen te sluiten.
Hint
Na het openen van het gedeelte voor meldingen, kunt u het deelvenster Snelle instellingen
openen door de st
atusbalk opnieuw omlaag te slepen.
Reageren op een melding in het gedeelte voor meldingen
• Tik op de melding.
Een melding in het gedeelte voor meldingen negeren
• Veeg de melding naar links of rechts.
Opmerking
Niet alle meldingen kunnen worden genegeerd.
Hint
Als u een melding in de sluimerstand wilt zetten, sleept u de melding langzaam naar de
zk
ant en tikt u op
wor
den gezet gedurende 15 minuten, 30 minuten, 1 uur of 2 uur.
(pictogram Sluimerstand). Meldingen kunnen in de sluimerstand
Een melding in het gedeelte voor meldingen vergroten
• Tik op
er
(pictogram Meer opties) om de melding te vergroten en meer informatie
over weer te geven zonder de app te openen.
Alle meldingen in het gedeelte voor meldingen wissen
• Tik op Alles wissen.
Hint
In geval van een lange lst meldingen, scr
ollt u omlaag naar de knop Alles wissen.
31
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 32
Actie ondernemen op een melding vanuit het vergrendelingsscherm
• Dubbeltik op de melding.
Een melding op he
t vergrendelingscherm verwderen
• Veeg de melding naar links of rechts.
Een melding op het vergrendelingsscherm vergroten
• Sleep de melding omlaag.
Opties voor weergave van meldingen op het
vergrendelingsscherm
Helemaal geen
meldingen
geven
weer
Content van alle
meldingen
geven
weer
Gevoelige
ontent
c
verbergen
U krgt geen meldingen op het vergrendelingsscherm.
Alle meldingen op het vergrendelingsscherm weergeven. Als
deze instelling is ingeschakeld, moet u er rekening mee houden
dat alle inhoud (inclusief de inhoud van inkomende e-mails en
chatberichten) zichtbaar is op het vergrendelingsscherm,
behalve wanneer u de betreende applicaties in het menu
Meldingen congureren-instellingen aanmerkt als Gevoelige
content verbergen.
Een PIN, wachtwoord of patroon moet zn ingesteld als
schermvergrendeling om deze instelling beschikbaar te maken.
Wanneer u een gevoelige melding krgt voor een inkomende email of chat, is de inhoud niet zichtbaar op uw
vergrendelingsscherm.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingsscherm
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op Meldingen weergeven.
3Selecteer een optie.
Hint
U kunt meldingen op het vergrendelingsscherm laten staan totdat u ze ver
vegen. Tik op de schakelaar Meldingen behouden onder Meldingen congureren om deze
functie in te schakelen.
wdert door te
Het meldingsniveau van een app instellen
U kunt instellen hoe meldingen van een applicatie moeten worden ontvangen.
Het meldingsniveau van een app instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste app en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaars om de meldingsinstellingen naar wens aan te passen.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over batterstatus en sommige andere
gebeurtenissen. Bvoorbeeld, een wit knipperend lampje betekent dat er een
nieuw bericht of een gemist gesprek is. Het meldingslampje is standaard
ingeschakeld, maar kan handmatig worden uitgeschakeld.
32
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 33
Opmerking
Wanneer het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat dit alleen branden wanneer er een
tterstatuswaarschuwing is, bvoorbeeld wanneer het batterniveau lager is dan 15
ba
procent.
Het meldingslampje in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op de schakelaar Inkomende meldingen weergeven met LED om de functie
in of uit te schakelen.
Pictogrammen op de statusbalk
Statuspictogrammen
Signaalsterkte
De mobiel-ne
mobiele gegevens.
Geen signaal
Roaming
Een Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht en gegevens worden verzonden
Een Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld, maar er is geen internetverbinding.
Dit pict
beveiligd Wi-Fi-netwerk of netwerk met een toegangspagina. Nadat u met succes bent ingelogd,
verdwnt het kruisje.
Als Google in uw regio is geblokkeerd, kan het kruisje zelfs worden weergegeven als het apparaat
verbinding heeft met een netwerk en er een werkende Wi-Fi-internetverbinding is.
Batterstatus
t geschatte resterende batterpercentage wordt ook weergegeven.
He
De ba
Het geschatte resterende batterpercentage wordt ook weergegeven.
Vliegmodus is geactiveerd
De microfoon is gedempt
De speakertelefoon is ingeschakeld
De modus Niet storen is geactiveerd
Dempingsmodus
Trilstand
Een alarm is ingesteld
GPS is geactiveerd
Synchronisatie is geactiveerd
Probleem met aanmelding of synchronisatie
twerkmodus wordt ook weergegeven tdens het zenden en downloaden van
ogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een
tter wordt opgeladen
Opmerking
Afhankelk v
an uw serviceprovider, netwerk of regio, zn de functies of services die met
sommige pictogrammen in deze lst worden aangeduid, mogelk niet beschikbaar.
Meldingspictogrammen
Nieuw sms-bericht of mms-bericht
33
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 34
Lopend gesprek
Gemist gesprek
Gesprek in de wacht
Apparaat met enkele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen is ingeschakeld
Apparaat met dubbele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen is ingeschakeld
Nieuw voicemailbericht
Nieuw e-mailbericht
Gegevens worden gedownload
Gegevens worden geüpload
Mobiele data is uitgeschakeld
Een basisinstallatie van uw apparaat uitvoeren
Systeemupdates zn beschikbaar
Systeemupdates worden gedownload
Installeer de gedownloade systeemupdates
STAMINA-modus is geactiveerd
Ultra STAMINA-modus is geactiveerd
Batterverzorging is geactive
Screenshot gemaakt
Videochatten met vrienden met de Duo-applicatie
Een nummer wordt afgespeeld
Het apparaat is met behulp van een USB-kabel met een computer verbonden
Het interne geheugen is 75% vol. Tik om gegevens over te brengen naar de geheugenkaart
De beschrving v
Waarschuwing
Meer niet-weergegeven meldingen
an Zsensor is beschikbaar
erd
Opmerking
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen worden weergegeven, worden hier
vermeld
. Deze lst dient slechts als leidraad, en er kunnen wzigingen worden aangebracht
zonder voorafgaande kennisgeving.
Een applicatie blokkeren om noticaties te verzenden
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste applicatie en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaar Meldingen weergeven om meldingen voor applicaties te
blokkeren.
34
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 35
Batter en onderhoud
Uw appar
aat opladen
Gebruik altd een originele Sony-lader en USB Type-C™-kabel die voor uw
specieke Xperia-model is gemaakt. B andere laders en kabels kan de oplaadtd
langer zn, wordt het apparaat mogelk helemaal niet opgeladen, of kan het
apparaat zelfs beschadigd raken. Controleer of alle USB-poorten en -connectoren
volkomen droog zn voordat u de kabel erin steekt.
Als de batter leeg is, kan het wel 30 minuten duren voordat het apparaat reageert
op het opladen. Gedurende deze tdblft het scherm helemaal zwart en wordt er
geen oplaadpictogram weergeven. Het kan tot 4 uur duren voordat een volledig
lege batter helemaal is opgeladen. De oplaadsnelheid kan worden beïnvloed
door de omgevingstemperatuur.
Opmerking
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde, oplaadbare ba
geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het
apparaat zelf te openen of te demonteren. Hierdoor kan uw apparaat beschadigd raken en
de garantie komen te vervallen.
Hint
Het opladen van het apparaat gaat sneller via een stopcontact dan via de computer. U kunt
t apparaat blven gebruiken tdens het opladen.
he
tter die alleen door een
35
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 36
Het apparaat opladen
1S
teek een uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
2Steek het andere uiteinde van de kabel in de USB-poort van het apparaat. Het
meldingslampje gaat branden wanneer het opladen begint.
3Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los door deze
recht uit het apparaat te trekken. Wees voorzichtig dat u de connector niet buigt.
Opmerking
Het is belangrk da
USB-kabels het apparaat kunnen beschadigen.
Hint
Als de ba
meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
tter helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het
t u een USB Type-C-kabel (meegeleverd) gebruikt omdat andere typen
Meldingslampje batterstatus
GroenDe ba
OranjeDe ba
RoodDe ba
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is meer dan 90%
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is 15-90%
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is minder dan 15%
36
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 37
Batter- en ener
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batter. Haal alles uit de batter door
het energieverbruik van diverse applicaties en functies b te houden. Gebruik
Batterverzorging om de levensduur van de batter te verlengen.
Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zn standaard geactiveerd om het
energieverbruik van de batter te beperken en er zn extra energiebesparingsmodi
beschikbaar als u het energieverbruik van de batter verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van bepaalde niet-essentiële
apparaatfuncties. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze
uitsluiten in het menu Uitzonderingen op energiebesparing. Telefoongesprekken
en SMS-berichten worden niet beïnvloed.
Opmerking
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat
wzigen.
He
t batterverbruik van uw apparaat bekken
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter om het geschatte resterende
batterpercentage en de battertd weer te geven.
2Tik op Geavanceerd voor meer details over het battergebruik.
Het batterverbruik van applicaties weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie onder Geavanceerd > Batter om het batterverbruik
ervan weer te geven.
giebeheer
Algemene gebruikstips om de batterduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batter langer
meegaat:
• Verlaag het helderheidsniveau van het scherm. Zie
57.
• Schakel Bluetooth, Wi-Fi en locatieservices uit wanneer u deze functies niet nodig
hebt.
• Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met geen of een
lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelk naar beschikbare
netwerken en verbruikt daarmee acculading.
• Gebruik een Wi-Fi-netwerk in plaats van roaming wanneer u in het buitenland
bent. B roaming wordt uw thuisnetwerk gezocht waardoor uw batter extra wordt
belast omdat uw apparaat moet zenden op een hoger uitgangsvermogen. Zie
Fi
op pagina 48.
• Wzig de synchronisatie-instellingen voor uw e-mail, kalender en contacten.
• Controleer welke applicaties een hoog batterverbruik hebben en lees de tips over
batterbesparing voor deze applicaties op uw apparaat.
• Wzig het meldingsniveau voor een applicatie. Zie
• Schakel de toestemming voor locatie-delen uit voor een applicatie. Zie
instellingen
• Verwder applicaties die u niet gebruikt. Zie
• Gebruik een origineel handsfree-apparaat van Sony om naar muziek te luisteren.
Handsfree-apparaten verbruiken minder acculading dan de luidsprekers van het
apparaat.
• Start het apparaat af en toe opnieuw op.
op pagina 59.
Applicatiescherm
Scherminstellingen
Meldingen
op pagina 30.
op pagina 24.
op pagina
Wi-
Applicatie-
Specieke applicaties van optimalisatie uitsluiten
U kunt instellen dat applicaties niet worden geoptimaliseerd.
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter.
37
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 38
2Tik op (pictogram Menu) en selecteer Ener
giebesparende uitzonderingen. U
ziet een lst met applicaties die niet zn geoptimaliseerd.
3Als u applicaties wilt toevoegen aan of verwderen uit deze lst met
uitzonderingen, tikt u op APPS en selecteert of deselecteert u een applicatie in de
lst om de uitzonderingsinstellingen ervan te bewerken.
4De lst met applicaties die uitgezonderd zn, wordt overeenkomstig uw
instellingen bgewerkt.
Hint
U kunt Energiebesparende uitzonderingen ook c
meldingen > Geavanceerd > Speciale app-toegang > Energiebesparende functie.
ongureren vanuit Instellingen > Apps en
STAMINA-modus
Afhankelk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zn beperkt of
uitgeschakeld om het batterverbruik te verminderen. Dit zn de functies voor de
prestaties van rendering, animatie en helderheid van het scherm, het verbeteren
van afbeeldingen, het op de achtergrond synchroniseren van applicatiegegevens,
trillen (behalve b inkomende gesprekken), streamen en GPS (terwl het scherm
uit is).
Hint
Het apparaat zal voorstellen dat u STAMINA-modus activeert als de accu w
raakt vóór de volgende verwachte oplaadsessie. Tik op Instellingen > Batter > STAMINA-
modus > Slimme STAMINA-melding en tik vervolgens op de schakelaar om deze functie in of
uit te schakelen.
(pictogram STAMINA-modus) wordt weergegeven op de statusbalk.
aarschnlk leeg
STAMINA-modus activeren of deactiveren
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter.
2Tik op STAMINA-modus en tik op de schakelaar om de functie te activeren of
deactiveren. Als STAMINA-modus is geactiveerd, kunt u extra opties selecteren, zo
kunt u bvoorbeeld het percentage Automatisch starten naar wens aanpassen.
Hint
U kunt applicaties uitsluiten van optimaliseren door de STAMINA-modus in het menu
giebesparende functie.
Ener
Ultra STAMINA-modus
De gebruikstd van de batter wordt aanzienlk verlengd, maar het aantal
beschikbare applicaties is beperkt en mobiele data en Wi-Fi zn uitgeschakeld. U
kunt nog steeds bellen en sms'en. Het startscherm wordt gewzigd en
(pictogram Ultra STAMINA-modus) wordt weergegeven op de statusbalk.
a STAMINA-modus activeren
Ultr
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter.
2Tik op Ultra STAMINA-modus en tik vervolgens op Activeren.
3Tik op OK.
Opmerking
U kunt applicaties niet uitsluiten van optimaliseren door de Ultra STAMINA-modus.
Ultr
a STAMINA-modus deactiveren
1Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen.
2Tik op de melding Ultra STAMINA-modus actief.
3Tik op OK.
38
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 39
Opmerking
Als u Ultra STAMINA-modus deactiveert, wordt het apparaat opnieuw opgestart.
Ba
tterverzorging
Gebruik Batterverzorging om de levensduur van de batter te verlengen. Deze
functie detecteert uw oplaadritme en schat de begin- en eindtd van uw normale
oplaadperiode. Vervolgens wordt de oplaadsnelheid zodanig geregeld dat de
batter 100% is opgeladen net voordat u de lader loskoppelt.
Opmerking
Batterverzorging r
minstens 4 uur in een periode van een aantal dagen is gedetecteerd.
egelt de oplaadsnelheid pas nadat een regelmatige oplaadcyclus van
Batterverzorging in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter > Batterverzorging.
2Tik op de schakelaar om Batterverzorging in of uit te schakelen.
Hint
Aangeleerde patronen van de regelmatige oplaadcyclus worden opgeslagen door
Batterverzorging. Zelfs als de functie is uitgeschakeld, neemt deze na inschakelen de
geleerde patronen over.
Uw apparaat updaten
Werk de software van uw apparaat b om de nieuwste functies, verbeteringen en
bugxes te krgen zodat het apparaat optimaal presteert. Als een software-update
beschikbaar is, wordt (pictogram Systeemupdate) weergegeven op de
atusbalk. U kunt ook handmatig controleren of nieuwe updates beschikbaar zn
st
en een update plannen.
De eenvoudigste manier om een software-update te installeren, is draadloos vanaf
uw apparaat. Sommige updates kunnen echter niet draadloos worden
gedownload. In dat geval gebruikt u de applicatie Xperia Companion op een pc of
Apple Mac®-computer om uw apparaat b te werken.
Denk aan het volgende voordat u het apparaat updatet:
• Controleer of voldoende opslagruimte aanwezig is.
• Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders
weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Androidversie wordt door een update wellicht niet beïnvloed.
Controleren op nieuwe software
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
Het apparaat draadloos updaten
Gebruik de applicatie voor software-updates om de apparaatsoftware draadloos
b te werken. Welke updates u kunt downloaden via een mobiel netwerk is
afhankelk van uw provider. We raden u aan voor het downloaden van nieuwe
software een Wi-Fi-netwerk te gebruiken in plaats van een mobiel netwerk om
extra kosten voor dataverkeer te voorkomen.
Een systeemupdate installeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Als een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op BWERKEN.
3Herstel het apparaat als dit wordt gevraagd.
39
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 40
Het automatisch downloaden van systeemupdates instellen
Automatisch updaten van applicaties in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Tik op
(pictogram Menu) en tik vervolgens op Inst
ellingen > Apps automatisch
bwerken.
3Selecteer de gewenste optie.
Uw apparaat bwerken met een computer
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Zorg ervoor dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is, sleep de statusbalk
omlaag en tik op Android-systeem naast
3Tik op Tik voor meer op
ties en tik vervolgens op Bestandsoverdracht.
(pictogram USB).
4Open Xperia Companion als dit niet automatisch wordt gestart.
5Controleer of de computer internettoegang heeft.
6Computer: Als een nieuwe software-update is gedetecteerd, wordt een pop-
upvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm om de relevante
software-updates uit te voeren.
Opmerking
Als de Xperia Companion-software niet op de be
uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
Gebruik alleen de USB Type-C-kabel die met uw apparaat is meegeleverd en zorg ervoor dat
deze correct is aangesloten op het apparaat en de computer.
treende computer is geïnstalleerd, sluit u
Opnieuw starten, resetten en repareren
U kunt het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen als het niet meer
reageert of niet normaal opnieuw start. Er gaan geen instellingen of persoonlke
gegevens verloren.
U kunt het apparaat ook resetten naar de fabrieksinstellingen. Deze handeling is
soms nodig als uw apparaat niet meer naar behoren functioneert. Denk eraan dat
u van belangrke data eerst een back-up maakt naar een geheugenkaart of een
ander extern opslagapparaat. Ga voor meer informatie naar
synchroniseren met een Google-account
op pagina 44.
Als uw apparaat niet kan worden ingeschakeld of als u de software van uw
apparaat wilt resetten, kunt u Xperia Companion gebruiken om uw apparaat te
repareren. Voor meer informatie over het gebruik van Xperia Companion,
raadpleegt u de Xperia Companion-website
xperia-companion/
.
https://support.sonymobile.com/
Uw apparaat opnieuw starten
Opmerking
Uw apparaat start mogelk nie
op een lader en probeer het opnieuw te starten.
t opnieuw als de batterbna leeg is. Sluit het apparaat aan
1Druk lang op de aan-uitknop.
2Tik in het menu dat wordt geopend op Opnieuw opstarten. Het apparaat wordt
automatisch opnieuw gestart.
Een back-up maken en
Het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen
1Druk lang tegelkertd op de aan-uitknop en de volume-omhoogtoets tot uw
apparaat trilt.
40
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 41
2Afhank
elk van of u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten of uitschakelen,
gaat u als volgt te werk.
• Als u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten: Laat op dit punt de toetsen
los. Het apparaat wordt opnieuw gestart.
• Als u het apparaat gedwongen wilt uitschakelen: Blf op de toetsen drukken. Na
nog enkele seconden trilt het apparaat drie keer en wordt uitgeschakeld.
De standaardinstellingen herstellen
Opmerking
Onderbreek een procedure voor het herstellen van de standaardinstellingen niet om
permanent
e schade aan het apparaat te voorkomen.
1Maak een back-up van alle belangrke data in het interne geheugen van uw
apparaat en sla deze back-up op een geheugenkaart of een ander extern
geheugen op. Als versleutelde bestanden op een SD-kaart zn opgeslagen, moet
u de versleuteling opheen om er zeker van te zn dat u ze na het resetten weer
kunt openen.
2Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Opties voor resetten.
3Tik op Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten) > Telefoon
resetten.
4Teken uw ontgrendelingspatroon als daarom wordt gevraagd, of voer het
ontgrendelingswachtwoord of de PIN in om door te gaan.
5Tik op Alles wissen om te bevestigen.
Hint
Het apparaat wordt niet teruggezet naar een eerdere softwareversie van Android wanneer u
abrieksinstellingen herstelt.
de f
De apparaatsoftware repareren
U kunt Xperia Companion gebruiken om de software van uw apparaat te repareren.
Als u het wachtwoord, de PIN of het patroon voor schermontgrendeling bent
vergeten, kunt u de reparatiefunctie van het apparaat in Xperia Companion
gebruiken om de beveiligingslaag te verwderen. U dient de
aanmeldingsgegevens voor uw Google-account op te geven om deze handeling te
kunnen uitvoeren. Door de reparatiefunctie uit te voeren, installeert u de software
opnieuw op uw apparaat waarb u enige persoonlke gegevens kunt verliezen.
Als het apparaat is vastgelopen, herhaaldelk opnieuw start of helemaal niet meer
start nadat u de Xperia-software hebt geüpdatet, een softwarereparatie hebt
uitgevoerd of naar de fabrieksinstellingen hebt gereset, probeert u het apparaat
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen. Als het probleem zich nog steeds
voordoet, schakelt u het apparaat gedwongen uit en voert u vervolgens een
softwarereparatie uit.
Hint
Als u een nieuwe gebruikersnaam of een nieuw wachtwoord voor uw Google-account
ontvangt, kunt u deze mogelk niet gebruiken om in te loggen.
De apparaatsoftware repareren met Xperia Companion
Opmerking
Om een softwarereparatie te kunnen uitvoeren, hebt u de gebruikersnaam en het
w
achtwoord van uw Google-account nodig. Afhankelk van de beveiligingsinstellingen
moet u mogelk uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om het apparaat na een
softwarereparatie opnieuw te kunnen starten.
1Zorg dat Xperia Companion op de computer is geïnstalleerd.
2Open de Xperia Companion-software op de computer en klik op
Softwarereparatie op het hoofdscherm.
41
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 42
3V
olg de instructies op het scherm om de software opnieuw te installeren en de
reparatie te voltooien.
Geheugenprestaties verbeteren
Uw apparaat heeft verschillende opslag- en geheugenopties:
• Het interne geheugen is de opslag voor gedownloade of overgedragen content en
voor persoonlke instellingen en gegevens.
• Om meer vre intern-geheugenruimte te krgen kunt u een verwisselbare
geheugenkaart of Google-service gebruiken om uw gegevens op te slaan.
Opmerking
• Een geheugenk
• Het dynamische geheugen (RAM) kan niet voor opslag worden gebruikt. RAM wordt
gebruikt als werkgeheugen voor applicaties en voor het besturingssysteem.
Het apparaatgeheugen raakt b normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat
trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende
doen:
• Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
• Wis het cachegeheugen voor alle applicaties.
• Verwder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
• Verplaats foto's, video's en muziek vanuit het interne geheugen naar de
geheugenkaart.
• Als uw apparaat de inhoud van de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart
wellicht formatteren. Denk eraan dat b het formatteren alle inhoud op de
geheugenkaart wordt gewist.
aart is apart verkrgbaar.
De geheugenstatus weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
Het cachegeheugen van alle applicaties wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
2Tik op RUIMTE VRMAKEN. Als een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst,
selecteert u Opslagruimte > Interne gedeelde opslag > RUIMTE VRMAKEN.
Hint
Als u het cachegeheugen wist, verliest u geen belangrk
e data of instellingen.
Een applicatie of service stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
De geheugenkaart formatteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
2Tik op SD-kaart >
(pictogram Menu), tik vervolgens op Inst
ellingen voor opslag
> Formatteren, en voer tenslotte het formatteren uit in het volgende
dialoogvenster.
Opmerking
t formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak eerst een back-up
B he
van alle gegevens die u wilt behouden. Als u een back-up van de inhoud wilt maken, kunt u
deze naar een computer kopiëren. Ga voor meer informatie naar
gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
Een back-up maken van
op pagina 45.
42
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 43
Slimme wisser
Slimme wis
ser verbetert de prestaties van het apparaat door het automatisch
optimaliseren van opslag en geheugen aan de hand van het gebruik van de app's.
Smart Cleaner in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Xperia Assist.
2Tik op Slimme wisser en tik vervolgens op de schakelaar om de functie in of uit te
schakelen.
Opmerking
U kunt bestanden ook handmatig wzigen, k
Bestanden te gaan en erop te tikken.
opiëren of verwderen door naar de applicatie
43
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 44
Een back-up maken en gegevens
synchr
oniseren
Een back-up maken en synchroniseren met een Googleaccount
U kunt een back-up maken van uw gegevens op de Google-server en deze
synchroniseren met een Google-account. Afhankelk van de typen inhoud zn er
verschillende manieren om een back-up te maken en te synchroniseren. Als u
gegevens wilt overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat, stelt
u de back-up in op uw oude apparaat en synchroniseert u met uw Google-account
op het nieuwe apparaat. Het maken van een back-up wordt in het bzonder
aanbevolen als u de apparaatsoftware updatet naar een nieuwere Android-versie.
Een Google-account instellen
1Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen en selecteer vervolgens
Google.
2Volg de aanwzingen op het scherm om een account te maken of u zich erb aan
te melden.
Een back-up maken en synchroniseren met Gmail, Agenda en Contacten
1Tik op Instellingen > Accounts.
2Als er nog geen Google-account is, tikt u op Account toevoegen.
3Tik op de schakelaar Gegevens automatisch synchroniseren om de functie in te
schakelen. Er wordt automatisch een back-up gemaakt van uw Gmail, Agenda en
Contacten.
Opmerking
U kunt de gegevens van Gmail, Agenda en Contacten automatisch overbrengen en
synchr
oniseren door u aan te melden b het Google-account dat werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat.
Een back-up maken van foto's en video's en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op het instellingenmenu.
3Tik op he
4Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Van uw foto's en video's wordt
automatisch een back-up gemaakt.
Opmerking
U kunt foto's en video's automatisch synchroniseren door u aan te melden b he
account dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat. Ga
naar voor meer informatie over Google Photos naar
Een back-up maken en synchroniseren van app-gegevens, telefooninstellingen
en gesprekshistorie
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Back-up.
2Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Er wordt automatisch een
back-up gemaakt van uw app-gegevens, telefooninstellingen en gesprekshistorie.
Opmerking
U kunt het maken van een back-up ook inschakelen op het instellingenmenu van Google
Drive
synchroniseren door in te loggen op de Google-account die werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op het oude apparaat. Wanneer u het nieuwe apparaat voor
t menu back-up en synchronisatie.
. U kunt uw app-gegevens, apparaatinstellingen en gesprekshistorie automatisch
(pictogram Google Photos).
http://support.google.com
t Google-
.
44
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 45
het eerst inschakelt, meldt u zich aan b he
scherm.
t Google-account en volgt u de instructies op het
Handmatig een back-up maken van bestanden en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op
2Houd de best
(pictogram Muziek) of (pictogram Bestanden).
anden waarvan u een back-up wilt maken aangeraakt en selecteer
Delen uit de opties die worden weergegeven.
3Sla op op Google Drive.
Opmerking
U kunt de gegevens synchroniseren op het nieuwe apparaat door u aan te melden b he
Google-account dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op het oude
apparaat.
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp van een computer
Het wordt aangeraden om een back-up van uw gegevens te maken op een
computer wanneer u grote hoeveelheden mediabestanden hebt, zoals foto's,
video's en muziekbestanden. U kunt uw gegevens ook overbrengen van een oud
apparaat naar een nieuwe apparaat door beide apparaten tegelkertd aan te
sluiten op de computer. Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een Windowscomputer en het apparaat om uw bestanden over te brengen en te beheren.
t
Aansluiten op een computer met behulp van een USB-kabel
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast
3Tik op Tik voor meer op
ties. De computer detecteert het apparaat nadat u op
(pictogram USB).
Bestandsoverdracht hebt getikt.
Opmerking
Gebruik altd de USB T
kabel helemaal droog is.
ype-C-kabel van uw specieke Xperia-model en controleer of de
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat aan op de computer
met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken en
kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een locatie op de computer.
Bestanden overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit zowel het oude apparaat als het
nieuwe apparaat aan op een computer met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer welke bestanden van het oude apparaat moeten
worden overgebracht, en kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een
locatie op het nieuwe apparaat.
Opmerking
Wanneer u bestanden kopieert van het oude apparaat naar het nieuwe apparaat, moet u
voor zorgen dat de mapnamen op beide apparaten hetzelfde zn.
er
45
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 46
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp v
Een back-up maken van bestanden en deze overbrengen met behulp van een
geheugenkaart
1Zorg dat een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
2Ga naar en tik op
3Houd de best
markeer deze.
4Tik op
een back-up te maken of over te brengen.
an een geheugenkaart
(pictogram Bestanden).
anden die u naar de geheugenkaart wilt overbrengen aangeraakt en
(pictogram Menu) en selecteer K
opiëren naar… of Verplaatsen naar… om
Synchroniseren met Microsoft Exchange ActiveSync
Als uw bedrf een Microsoft Exchange ActiveSync-account gebruikt, kunt u uw
zakelke e-mailberichten, kalenderafspraken en contacten rechtstreeks op uw
apparaat openen. Na instelling kunt u uw informatie vinden in de applicaties Emailen, Agenda en Contacten.
Hint
Als u een Microsoft Exchange ActiveSync-account (EAS) op uw apparaat hebt ingesteld, kan
door de EAS-beveiligingsinst
alleen een PIN of wachtwoord. Dit gebeurt wanneer uw netwerkbeheerder uit
bedrfsveiligheidsoverwegingen een vergrendelingsschermmethode heeft opgegeven voor
alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrf of organisatie
om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid is geïmplementeerd voor mobiele
apparaten.
ellingen de vergrendelingsschermmethode worden beperkt tot
Een EAS-account voor synchronisatie instellen
1Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Exchange ActiveSync.
2Voer uw zakelke e-mailadres en wachtwoord in.
3Tik op Volgende. Als een fout optreedt, voert u handmatig de domein- en
servergegevens van uw account in en tikt u op Volgende.
4Volg de instructies op het scherm om de instellingen te voltooien.
5Tik op Meer synchronisatieopties weergeven om een synchronisatiemethode,
een synchronisatie-interval en de gegevens die u met het apparaat wilt
synchroniseren te selecteren.
6Tik op Volgende en selecteer hoe u op de hoogte wilt worden gesteld van nieuwe
e-mails.
7Tik op Volgende, voer een naam in voor het zakelke account en tik vervolgens op
Conguratie voltooien.
8Indien dit gevraagd wordt, activeert u apparaatbeheer zodat de bedrfsserver
bepaalde beveiligingsregels op het apparaat kan instellen, zoals het uitschakelen
van spraakopname en het gebruiken van versleutelde opslag.
Een EAS-account verwderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts.
2Selecteer het EAS-account dat u wilt verwderen.
3Tik op Verwderen.
4Tik opnieuw op Verwderen om te bevestigen.
46
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 47
Applicaties downloaden
Applic
Google Play is de ociële onlinewinkel van Google voor het downloaden van
applicaties, games, muziek, lms en boeken. Hier vindt u zowel gratis als betaalde
applicaties. Voordat u begint met downloaden vanaf Google Play zorgt u voor een
functionerende internetverbinding, b voorkeur via Wi-Fi om de kosten van
dataverkeer te beperken. Ga voor meer informatie naar
pagina 39.
Een applicatie downloaden vanaf Google Play
1Ga naar en tik op
2Z
oek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de
zoekfunctie.
3Tik op het item om de details ervan weer te geven. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
aties downloaden vanaf Google Play
Uw apparaat updaten
(pictogram Play Store).
Applicaties downloaden vanaf andere bronnen
Wanneer uw apparaat is ingesteld om downloads toe te staan vanaf andere
bronnen dan Google Play, kunt u applicaties rechtstreeks vanaf andere websites
downloaden door de desbetreende downloadinstructies te volgen.
Opmerking
Als u applicaties vanaf een onbekende of onbetrouwbare bron installeert kan uw apparaat
beschadigd r
bronnen. Neem contact op met de leverancier van de applicatie als u vragen hebt of
problemen ondervindt.
aken. Download alleen applicaties die afkomstig zn van betrouwbare
op
Het downloaden van applicaties van andere bronnen in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op Geavanceerd > Speciale app-toegang > Onbekende apps installeren.
3Tik op de applicatie waarvoor u wilt toestaan dat deze vanaf andere bronnen kan
worden geïnstalleerd, en tik vervolgens op de schakelaar Toestaan van deze bron
om dit in of uit te schakelen.
47
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 48
Internet en netwerken
Int
ernet- en MMS-instellingen
Als u wilt internetten of multimediaberichten wilt versturen als geen Wi-Fi-netwerk
beschikbaar is, hebt u een actieve mobiele dataverbinding nodig met de juiste
instellingen voor internet en MMS. Een paar tips:
• Voor de meeste mobiele netwerken en aanbieders zn deze instellingen vooraf op
het apparaat geïnstalleerd, zodat u meteen kunt internetten en
multimediaberichten kunt verzenden.
• U kunt handmatig controleren op updates voor internet- en MMS-instellingen. Als
u een internet- of MMS-instelling per ongeluk wzigt of verwdert, reset u de
internet- en MMS-instelling.
• Als de instelling Gewenste battertd van de STAMINA-modus is geactiveerd om
energie te sparen, wordt al het mobiele dataverkeer onderbroken wanneer het
scherm is uitgeschakeld. Als dit verbindingsproblemen veroorzaakt, stel dan in dat
enkele applicaties en services niet worden onderbroken, of deactiveer de
STAMINA-modus tdelk.
Internet- en MMS-instellingen downloaden
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Internetinstellingen.
2Tik op Accepteren. Nadat de instellingen met succes zn gedownload, wordt
(pictogram Internetinstellingen gedownload) weergegeven op de statusbalk en
wor
dt mobiele-dataverkeer automatisch ingeschakeld.
Hint
Als de instellingen niet naar uw apparaat kunnen worden gedownload, controleert u de
signaalst
obstakels of ga b een raam staan en probeer het nogmaals.
Internet- en MMS-instellingen toevoegen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Geavanceerd > Namen toegangspunten >
4Tik op Naam, voer e
5Tik op APN, voer de naam van het toegangspunt in en tik op OK.
6Voer alle overige vereiste gegevens in. Als u niet weet welke gegevens vereist zn,
neemt u contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
7Nadat u klaar bent, tikt u op
De gedownloade inst
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Geavanceerd > Namen toegangspunten.
4Voor meer informatie tikt u op een van de beschikbare items.
Internet- en MMS-instellingen resetten
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk >
Geavanceerd > Namen toegangspunten.
2Tik op
3Sele
erkte van uw mobiele netwerk of Wi-Fi-netwerk. Ga naar een open locatie zonder
(pictogram Toevoegen).
en naam voor uw apparaat in en tik op OK.
(pictogram Menu) en tikt u vervolgens op Opslaan.
ellingen voor internet en MMS weergeven
(pictogram Menu).
cteer Standaardinstellingen herstellen.
Wi-Fi
Gebruik Wi-Fi om te internetten, applicaties te downloaden of e-mails te
verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Fi-
48
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 49
netwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier volgende keer als u in
de buur
t bent automatisch verbinding mee.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zn. Beveiligde netwerken
worden aangeduid met
Wi-Fi-ne
Opmerking
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de lst me
omdat z hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt
u het handmatig toevoegen aan uw lst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
twerk.
(pictogram Wi-Fi vergrendelen) naast de naam van het
t beschikbare netwerken
Wi-Fi in- en uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op de schakelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op de schakelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi-netwerken
worden weergegeven.
3Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde
netwerken voert u het bbehorende wachtwoord in.
we
ergegeven op de statusbalk zodra u bent verbonden.
(pictogram Wi-Fi) wordt
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Scroll omlaag en tik op Netwerk toevoegen.
3Voer de Netwerknaam-gegevens in.
4Tik in het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
5Voer indien nodig een wachtwoord in.
6Als u geavanceerde opties, zoals proxy- en IP-instellingen en verborgen netwerk
wilt bewerken, tikt u op Geavanceerde opties en bewerkt u de opties naar wens.
7Tik op OPSLAAN.
Wi-Fi-signaalsterkte verhogen
49
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 50
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
• P
laats het apparaat dichter b het Wi-Fi-toegangspunt.
• Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelke obstakels of
interferentie.
• Dek het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af.
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken
beschikbaar zn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken weergeven.
U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer een
open Wi-Fi-netwerk wordt gedetecteerd.
Wi-Fi automatisch inschakelen
1Zorg dat Wi-Fi is ingeschakeld op het apparaat.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
3Scroll omlaag en tik op Wi-voorkeuren. Tik op de schakelaar Wi automatisch
inschakelen om in of uit te schakelen.
Wi-Fi-netwerkmeldingen in- of uitschakelen
1Zorg dat Wi-Fi is ingeschakeld op het apparaat.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
3Scroll omlaag en tik op Wi-voorkeuren.
4Tik op de schakelaar Meldingen van open netwerk om in of uit te schakelen.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Gedetailleerde
informatie over het netwerk wordt weergegeven.
De automatische netwerkschakelaar inschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op Wi-voorkeuren.
3Tik op Geavanceerd > Automatische netwerkswitch en tik daarna op
INSCHAKELEN.
De instelling van Automatisch verbinden wzigen voor elk opgeslagen
netwerk
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op Wi-voorkeuren > Geavanceerd > Automatisch verbinden.
3Tik op het Wi-Fi-netwerk om in of uit te schakelen.
Het MAC-adres van uw apparaat zoeken
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op Wi-voorkeuren > Geavanceerd.
Het MAC-adres wordt weergegeven in de lst.
Hint
Het MAC-adres voor Wi-Fi wordt ook weergegeven onder Instellingen > Systeem > Over de
t
elefoon > MAC-adres voor wi.
Uw mobiele dataverbinding delen
U kunt uw mobiele dataverbinding op verschillende manieren delen met andere
apparaten.
50
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 51
• Dr
aagbare hotspot: deel uw mobiele dataverbinding via Wi-Fi met maximaal 10
andere apparaten tegelkertd.
• Draagbare One-touch-hotspot: raak apparaten aan om de mobiele verbinding te
delen via Wi-Fi.
• USB-tethering: deel de mobiele dataverbinding met één computer met behulp
van een USB-kabel.
• Bluetooth-tethering: deel uw mobiele dataverbinding met maximaal vier andere
apparaten via Bluetooth.
De gegevensverbinding delen via een USB-kabel
1Sluit uw apparaat aan op een computer met de USB-kabel.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op de schakelaar USB-tethering en tik vervolgens op OK als dit wordt
gevraagd.
verbinding is gemaak
(pictogram Delen via USB) wordt weergegeven op de statusbalk zodra
t.
4Tik op de schakelaar USB-tethering of koppel de USB-kabel los om te stoppen met
het delen van uw dataverbinding.
Opmerking
U kunt niet t
een USB-kabel.
egelkertd de gegevensverbinding en de SD-kaart van uw apparaat delen via
Uw mobiele verbinding delen door middel van Draagbare One-touch-hotspot
1Zorg dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide
schermen actief zn.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op Draagbare One-touch-hotspot.
4Houd de apparaten b elkaar zodat de NFC-detectiegebieden van de twee
apparaten elkaar raken. Tik vervolgens op KOPPELEN.
Opmerking
Deze functie werkt alleen b appar
tethering.
aten die ook ondersteuning bieden voor NFC Wi-Fi-
Uw mobiele dataverbinding met een ander Bluetooth-apparaat delen
1Zorg dat uw apparaat en het andere Bluetooth-apparaat met elkaar gekoppeld zn
en dat mobiel dataverkeer op uw apparaat is geactiveerd.
2Uw apparaat: Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en
tethering. Tik op de schakelaar Bluetooth-tethering om de functie in te
schakelen.
3Bluetooth-apparaat: Stel het apparaat zodanig in dat de netwerkverbinding
verkregen wordt via Bluetooth. Als het apparaat een computer is, raadpleeg dan
de relevante instructies om de instelling te voltooien. Als het een Androidapparaat is, tikt u op het instellingenpictogram naast de naam van het apparaat
waarmee het is gekoppeld onder Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder
verbonden apparaten, en tikt u vervolgens op de schakelaar Internettoegang.
4Uw apparaat: Wacht tot
tooth-tethering) worden weergegeven op de statusbalk. Zodra deze
Blue
(pictogram Bluetooth-tethering) en (pictogram
pictogrammen worden weergegeven, is het instellen voltooid.
5Tik nogmaals op de schakelaar Bluetooth-tethering om de functie uit te
schakelen.
Opmerking
De functie Bluetooth-tethering wordt elke keer uitgeschakeld wanneer u het apparaat of de
tooth-functie uitschakelt.
Blue
Het apparaat als draagbare hotspot gebruiken
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
51
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 52
2Tik op Dr
aagbare hotspot > Hotspot congureren.
3Voer de Netwerknaam-gegevens in.
4Tik in het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren. Voer indien
nodig een wachtwoord in.
5Tik op OPSLAAN.
6Tik op de schakelaar bovenaan de lst om de functie in te schakelen.
7Als dit wordt gevraagd, tikt u op OK om te bevestigen.
wor
dt weergegeven op de statusbalk wanneer de draagbare hotspot actief is.
(pictogram Tethering)
8Als u uw dataverbinding niet langer wilt delen via Wi-Fi, tikt u op de schakelaar
Draagbare hotspot om de functie uit te schakelen.
Uw draagbare hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
2Tik op Draagbare hotspot > Hotspot congureren.
3Voer de Netwerknaam-gegevens in.
4Tik in het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
Voer indien nodig een wachtwoord in.
5Tik op OPSLAAN.
Het dataverbruik beheren
U kunt bhouden hoeveel data gedurende een bepaalde periode van en naar uw
apparaat wordt overgebracht via uw mobiele dataverbinding of Wi-Fi-verbinding.
U kunt bvoorbeeld weergeven hoeveel data door individuele applicaties wordt
gebruikt. Voor data die via uw mobiele dataverbinding wordt overgebracht, kunt u
ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Dataverbruik helpen verminderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik >
Databesparing.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik.
2Tik op de schakelaar Mobiele data om dataverkeer in of uit te schakelen.
Hint
Wanneer dataverkeer is uitgeschakeld, kan uw apparaat nog steeds Wi-Fi- en Bluetoothverbindingen t
ot stand brengen.
Een waarschuwing voor dataverbruik instellen
1Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik >
Datawaarschuwing en -limiet.
3Als u het waarschuwingsniveau wilt instellen, tikt u op de schakelaar
Datawaarschuwing instellen.
4Tik op Datawaarschuwing, voer de gewenste datalimiet in en tik op Instellen. U
ontvangt een waarschuwingsbericht wanneer de hoeveelheid dataverkeer het
ingestelde niveau bereikt.
Een limiet voor mobiele data instellen
1Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik >
Datawaarschuwing en -limiet.
3Tik op de schakelaar Datalimiet instellen en tik vervolgens op OK.
4Als u de limiet voor dataverbruik wilt instellen, tikt u op Datalimiet, voert u de
gewenste datalimiet in en tikt u op Instellen.
52
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 53
Opmerking
Wanneer uw mobiele dataverbruik de ingestelde limiet bereikt, wordt het mobiele
da
taverkeer op uw apparaat automatisch uitgeschakeld.
Het datagebruik van afzonderlke applicaties beheren
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op de applicatie die u wilt beheren en tik vervolgens op Datagebruik.
Hint
De prestaties van afz
instellingen voor datagebruik wzigt.
onderlke applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreende
Uw dataverbruik controleren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik.
2Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid mobiele data die via
individuele applicaties is overgedragen, tikt u op Datagebruik van app.
3Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de Wi-Fi-
verbinding is overgedragen, tikt u op Wi-datagebruik onder Datagebruik.
Een SIM-kaart selecteren voor dataverkeer
Opmerking
Deze functie is alleen van toepassing op apparaten met een dubbele SIM-kaart.
Als u e
moment aangeven welke SIM-kaart data afhandelt. U kunt dit doen tdens de
eerste keer dat u het apparaat instelt of u kunt dit later selecteren of wzigen via
het menu Instellingen.
en apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, kunt u op elk gewenst
De SIM-kaart wzigen die wordt gebruikt voor dataverkeer
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer een SIM-kaart.
Mobiele netwerken selecteren
Afhankelk van welke mobiele netwerken beschikbaar zn op de locatie waar u
zich bevindt, schakelt uw apparaat automatisch tussen de mobiele netwerken. U
kunt uw apparaat ook handmatig instellen op een bepaalde mobiele
netwerkmodus. Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, geldt dit
voor elke SIM-kaart.
Afhankelk van het type netwerk waarmee u verbonden bent, worden
verschillende statuspictogrammen weergegeven op de statusbalk. Raadpleeg
Statuspictogrammen
statuspictogrammen eruit zien.
Een netwerkmodus selecteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Geavanceerd > Voorkeursnetwerktype en selecteer een netwerkmodus.
Opmerking
Als u een apparaat met dubbele SIM-kaart gebruikt, kan LTE alleen voor één SIM-kaart
wor
den geselecteerd.
op pagina 33 om te zien hoe de verschillende
Handmatig een ander netwerk selecteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
53
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 54
2Als u twe
e SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Geavanceerd > Netwerk automatisch selecteren om uit te
schakelen, en tik vervolgens op Netwerk.
4Selecteer een netwerk.
Opmerking
Als u een netwerk selecteert, zal het apparaat niet naar andere netwerken zoeken, zelfs niet
als u zich buit
en het bereik van het handmatig geselecteerde netwerk begeeft.
Automatische netwerkselectie activeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Geavanceerd > Netwerk automatisch selecteren om in te
schakelen.
54
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 55
Basisinstellingen
Inst
ellingen openen
U kunt de instellingen van uw apparaat weergeven en veranderen in het menu
Instellingen. Het menu Instellingen is bereikbaar vanaf zowel het applicatiescherm
als het deelvenster Snelle instellingen.
Het instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het applicatiescherm
• Ga naar en tik op Instellingen.
Informatie over het apparaat weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon.
Het deelvenster Snelle instellingen openen
• Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
Selecteren welke instellingen worden weergeven in het deelvenster Snelle
instellingen
1Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag en tik op
Bewerken).
2Voeg een instelling toe aan het deelvenster Snelle instellingen door het pictogram
naar het bovenste deel van het scherm te slepen en neer te zetten. Verwder een
instelling door het pictogram naar het onderste deel van het scherm te slepen en
neer te zetten.
(pictogram
Het paneel Snelle instellingen herschikken
1Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op (pictogram Bewerken).
2Houd een pictogram aangeraakt en verplaats het naar de gewenste positie.
De zaklamp inschakelen
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2Tik op (pictogram Zaklantaarn).
olume, trilling en geluid
V
Volume en trilling kunnen worden gewzigd met behulp van de volumetoetsen of
door een instelling te wzigen. Geluiden en tonen kunnen alleen via een instelling
worden gewzigd.
Opmerking
App-instellingen kunnen de geselecteerde instellingen voor volume, trilling en geluid
neger
en.
Volume en trilling
U kunt het beltoonvolume, mediavolume, alarmvolume en gespreksvolume
wzigen. Bovendien kunt u uw apparaat instellen op trillen
He
t beltoonvolume en meldingvolume
op meldingen, he
op de gespr
op de muziek, vide
verandert terwl u naar een video kkt, wordt het mediavolume gewzigd. Het
alarmvolume wordt aangeduid met
t gespreksvolume
ekken, en het mediavolume
o's, games en andere media. Als u bvoorbeeld het volume
(pictogram Beltoonvolume) is van invloed
(pictogram gespreksvolume) is van invloed
(pictogram Mediavolume) is van invloed
(pictogram Alarmmelding).
(pictogram Trillen).
55
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 56
Het volume aanpassen
1Druk op de volume
2Tik op
wzigen. G
Hint
Tik op een volumepictogram om het volume snel in of uit te schakelen.
(pictogram Instellingen) om de beltoon-, melding- of alarmvolumes te
ebruik elke schuifregelaar om het volume aan te passen.
toets omhoog of omlaag. Hiermee wzigt u het mediavolume.
De trilmodus select
eren
1Druk op de volumetoets omhoog of omlaag.
2Tik één of meer keren op het pictogram dat boven de schuifregelaar wordt
weergegeven tot
G
eluid en trilstand activeren voor inkomende gesprekken
(pictogram Trillen) wordt weergegeven.
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
2Tik op de schakelaar Ook trillen voor oproepen om de functie in te schakelen.
Geluiden en tonen
De beltoon instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Beltoon telefoon.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Selecteer een optie in de lst of tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand
te selecteren dat op het apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Hint
Als u een bepaalde beltoon wilt instellen voor een contact, gaat u naar
toevoegen en bewerken
SIM-kaart een andere beltoon instellen.
op pagina 71. Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kunt u voor elke
Contacten
Het meldingsgeluid instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Meldingsgeluid.
2Selecteer een geluid uit de lst of selecteer Geen om alle meldingsgeluiden uit te
schakelen en de meldingen in te stellen op alleen trillen.
3Tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand te selecteren dat op het
apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Opmerking
U kunt de app-instellingen veranderen zodat een geluid van een spe
voortgebracht, zelfs als het meldingsgeluid is ingesteld op Geen. Zie
30.
cieke app wordt
Meldingen
op pagina
Andere geluiden en tonen in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geavanceerd.
2Tik op de schakelaars om andere geluiden en tonen in of uit te schakelen.
De geluiden van het apparaat uitschakelen met Niet storen
Activeer Niet storen om geluiden te dempen en trillingen en visuele meldingen tot
een minimum te beperken voor situaties waarin u niet wilt worden gestoord,
zoals's nachts.
56
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 57
Opties instellen
• Meldingen
• Uitz
• Duur
• Automatisch inschakelen
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag om het deelvenster Snelle
2Tik op
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen > Automatisch inschakelen.
2Tik op een automatische regel, bvoorbeeld Slapen.
3Stel de td en het gedrag naar wens in. Als u de regelnaam wilt wzigen, tikt u op
4Tik op de schak
onderingen
Niet storen activeren of deactiveren
instellingen te openen.
(pictogram Niet storen).
A
utomatische regels
U kunt automatische regels instellen om op specieke tden of b specieke
gebeurtenissen de modus Niet storen te activeren.
Een automatische regel instellen
(pictogram Bewerken).
elaar om de regel te activeren.
Hint
Als u een nieuwe regel wilt maken, tikt u op Regel toevoegen en volgt u de instructies op
he
t scherm.
Het meldingsgeluid instellen wanneer de modusNiet storen is geactiveerd
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Meldingen.
3Selecteer een optie.
Uitzonderingen instellen voor de modus Niet storen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op de opties onder Uitzonderingen.
3Tik op de schakelaars om één of meer opties te activeren.
Deactiveren van de modus Niet storen instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Duur.
3Selecteer een instelling en tik op OK. U kunt de uren aanpassen door op + of - te
tikken.
Scherminstellingen
U kunt het gedrag van het scherm, de helderheid, de weergavegrootte en de
kwaliteit veranderen. U kunt bvoorbeeld de leesbaarheid verhogen met een
groter lettertype of grotere weergavegrootte en u kunt de pictogrammen op de
statusbalk veranderen.
Als u de achtergrond wilt wzigen, zie
hoe lang het scherm ingeschakeld blft voordat het wordt uitgeschakeld, zie
scherm in- of uitschakelen
op pagina 23.
Achtergrond
op pagina 30. Om te wzigen
Het
57
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 58
Een scherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Inst
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schuifregelaars, selectievakjes en extra menu's om de instelling te
wzigen.
ellingen > Weergave.
Helderheidsniveau
Pas het helderheidsniveau aan met de schuifregelaar. U kunt ook Helderheid
aanpassen inschakelen om de helderheid automatisch te optimaliseren op basis
van het omgevingslicht.
Witbalans
Selecteer één van de voorinstellingen. Als u Aangepast selecteert, kunt u de
schuifregelaars gebruiken om de witbalans aan te passen. Selecteer Standaard om
de standaardinstelling te herstellen.
Onopzettelke bewerkingen voorkomen als het scherm uit is
U kunt voorkomen dat uw apparaat per ongeluk wordt geactiveerd terwl het in
uw zak of tas zit. Tik op de schakelaar Onopzettelke bewerkingen voorkomen als
het scherm uit is om de functie in of uit te schakelen.
Kleurengamma en contrast
Verbeter de kwaliteit van foto's en video's als deze op het apparaat worden
weergegeven. Gebruik bvoorbeeld de modus Super-vivid om kleuren op het
scherm levendiger te maken.
Scherm automatisch draaien
Stel in dat het scherm automatisch wordt gedraaid als het apparaat wordt
gedraaid, of stel in dat het scherm in de staande stand blft.
Hint
Zelfs als de functie Scherm automatisch draaien is uitgeschakeld, kunt u het scherm
handma
tig roteren door op de navigatiebalk op
(pictogram Draaien) te tikken.
Nachtverlichting
Nachtlicht schak
beter aeesbaar in een donkere omgeving en kunt u ook makkelker in slaap
vallen.
Een vergrendelingsscherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Voorkeuren
schermvergrendeling.
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schakelaars, selectievakjes of extra menu's om aan te passen.
elt de kleur van het scherm om naar oranje. Hierdoor is het scherm
Scherm vastzetten
Gebruik scherm vastzetten om uw apparaat in te stellen op alleen weergeven van
het scherm van een bepaalde applicatie. Bvoorbeeld, als u een game speelt en
per ongeluk de startschermknop aanraakt, voorkomt de functie scherm vastzetten
58
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 59
dat het actieve scherm van de game-app wordt geminimaliseerd. U kunt deze
functie ook gebruik
en wanneer u het apparaat uitleent aan een andere person om
het moeilker te maken om meer dan één applicatie te openen. Bvoorbeeld, u
kunt uw apparaat aan iemand uitlenen om een foto te maken en het scherm
vastzetten op de Camera-applicatie zodat die persoon niet gemakkelk andere
applicaties kan gebruiken, zoals e-mail.
Opmerking
Scherm vastzetten is geen beveiligingsfunctie en voorkomt niet volledig dat andere
gebruik
uw data te beschermen, moet u het apparaat instellen op het invoeren van een
schermvergrendelingsmethode, zoals een PIN, wachtwoord of patroon, voordat iemand het
scherm kan losmaken.
ers het scherm kunnen losmaken en toegang kunnen krgen tot uw apparaat. Om
Scherm vastzetten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Scherm vastzetten.
2Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Hint
Voor scherm vastzetten is geen patroon, PIN of wachtwoord vereist.
Een scherm v
astzetten
1Zorg dat scherm vastzetten is geactiveerd op het apparaat.
2Open een app en ga naar het scherm dat u wilt vastzetten.
3Veeg de
aties te openen.
applic
(Startschermknop) omhoog om het venster met laatst gebruikte
4Tik op het pictogram van de applicatie bovenaan het applicatievenster en tik
vervolgens op Vastzetten.
5Tik op OK in het venster dat wordt geopend.
Een scherm losmaken
• Houd
scherm t
Hint
Als u een beveiligingsoptie hebt geselecteerd toen u de schermvastzetfunctie activeerde,
moe
u het scherm kunt losmaken.
(knop Vorige) en (Startschermknop) aangeraakt op het vastgezette
otdat het scherm is losgemaakt.
t u uw patroon, PIN of wachtwoord invoeren om het apparaat te ontgrendelen voordat
Applicatie-instellingen
Sommige applicaties vragen om toestemmingen zodra u ze gaat gebruiken. U kunt
toestemming geven of afwzen voor elke app afzonderlk in het menu instellingen
of in het bevestigingsvenster Toestemming. De vereiste toestemmingen znafhankelk van het ontwerp van de app.
Toestemming geven of afwzen
U kunt kiezen toestemming te geven of af te wzen wanneer het dialoogvenster
wordt weergegeven. Als u een andere versie van Android eerder hebt gebruikt,
zullen de meeste applicaties al de benodigde toestemmingen hebben gekregen.
Een toestemming toestaan
• Tik op TOESTAAN om een toestemming te geven. Indien gewenst, kunt u het
selectievakje Niet meer vragen inschakelen.
59
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 60
Een toestemming afwz
en
• Als u een toestemming wilt afwzen, tikt u op AFWZEN wanneer het
dialoogvenster wordt weergegeven.
Hint
Sommige applicaties kunnen nog steeds worden gebruikt, ook wanneer u toestemmingen
heb
t afgewezen.
Cruciale toestemmingen
Sommige toestemmingen znnoodzakelk voor applicaties om te kunnen werken
zoals ze zn bedoeld. In dat geval zal een dialoogvenster u hierover informeren.
Applicaties congureren
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een conguratieoptie. Selecteer bvoorbeeld een applicatie die u wilt
congureren.
Cruciale toestemmingen toestaan
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Geavanceerd > App-
machtigingen.
2Selecteer een optie en tik vervolgens op de relevante schakelaar om de
toestemmingen aan te passen.
Automatisch bwerken van applicaties toestaan of afwzen
Als de automatische bwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties
bgewerkt zonder dat u daarom wordt gevraagd, zodat u mogelk niet doorhebt
dat een groot hoeveelheid data wordt gedownload. Om mogelk hoge kosten voor
dataoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bwerken uitschakelen of
automatisch bwerken alleen via een Wi-Fi-verbinding inschakelen. U moet
automatisch bwerken uitschakelen in de Play Store-app om het automatisch
bwerken van applicaties te voorkomen.
Automatisch bwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op Inst
(pictogram Play Store).
ellingen > Apps automatisch
bwerken.
3Selecteer de gewenste optie.
Apps koppelen
Uw apparaat kan de standaard-app bepalen om een bepaald weblink te
verwerken. Dit betekent dat nadat de koppeling is ingesteld, u niet elke keer een
app hoeft te selecteren wanneer u een koppeling opent. U kunt de standaard-app
op elk gewenst moment veranderen.
App-koppelingen beheren via het menu Instellingen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op Geavanceerd > Standaard-apps > Links openen.
3Selecteer een app en pas de instellingen naar wens aan.
Uw applicaties resetten
U kunt een applicatie resetten of de applicatiegegevens wissen wanneer de
applicatie niet meer reageert of problemen veroorzaakt op uw apparaat.
60
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 61
Applicatievoorkeuren resetten
1Ga naar en tik op Inst
2Tik op
(Zie pictogram Alle apps) voor een overzicht van alle applicaties.
3Tik op (pictogram Menu) > App-voork
Hint
Als u de applicatievoorkeuren reset, worden geen applicatiegegevens van het apparaat
ver
wderd.
ellingen > Apps en meldingen.
euren resetten > Apps resetten.
Applicatiegegevens wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN >
OK.
Opmerking
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens van de geselecteerde applicatie
permanent v
beschikbaar voor alle applicaties of services.
anaf uw apparaat verwderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet
Het cachegeheugen van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > CACHE WISSEN.
Opmerking
De optie om het cachegeheugen van een applicatie te wissen, is niet voor elke applicatie of
vice beschikbaar.
ser
De standaardinstelling van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Geavanceerd > Standaard openen >
STANDAARD-WAARDEN WISSEN.
Opmerking
De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie
of ser
vice beschikbaar.
Taalinstellingen
U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment
weer wzigen. U kunt tevens de schrftaal voor tekstinvoer wzigen.
De taal wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer > Talen.
2Verander de taal door de gewenste taal te slepen en neer te zetten op de bovenste
plek in de lst. Als de gewenste taal niet in de lst staat, tikt u op
Toevoegen) om deze toe te voegen.
Opmerking
Als u de verkeerde taal selecteert en u de menuteksten niet kunt lezen, gaat u naar en tikt u
op (pictogram Instellingen) > (pictogram Systeemmenu). Selecteer vervolgens de tekst
naast (pictogram Toetsenbord) en selecteer het eerste item in het menu dat wordt
we
ergegeven. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
(pictogram
Datum en td
U kunt de datum en td veranderen op uw apparaat.
61
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 62
De datum handmatig instellen
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Systeem > Datum en td.
2Schakel de functie Autom. td en datum uit door op de schakelaar te tikken.
3Tik op Datum instellen.
4Veeg naar links of rechts of gebruik de pltjes om de gewenste datum in te stellen.
5Tik op OK.
De td handmatig instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Datum en td.
2Schakel de functie Autom. td en datum uit door op de schakelaar te tikken.
3Tik op Td instellen.
4Selecteer de juiste waarden voor de uren en minuten.
5Tik op OK.
De tdzone handmatig instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Datum en td.
2Schakel de functie Automatische tdzone uit door op de schakelaar te tikken.
3Tik op Tdzone selecteren.
4Selecteer een optie.
De geluidsuitvoer verbeteren
U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele
geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en het surroundgeluid. U
kunt de Dynamische normalisator inschakelen om volumeverschillen tussen
nummers of video's te minimaliseren.
De kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden verbeteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie DSEE HX in door op de schakelaar te tikken.
Opmerking
Een draadloze hoofdtelefoon die ondersteuning biedt voor High-Resolution Audio is nodig
om geluid t
Audio.
e kunnen afspelen in een kwaliteit die gelkwaardig is aan High-Resolution
De geluidsuitvoer automatisch verbeteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie ClearAudio+ in door op de schakelaar te tikken.
De geluidsinstellingen handmatig aanpassen met de equalizer
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Als de functie ClearAudio+ of de functie DSEE HX is ingeschakeld, tikt u op de
schakelaar om deze uit te schakelen.
3Tik op Geluidseecten > Equalizer.
4Sleep de knoppen van de frequentieband als u het geluid handmatig wilt
aanpassen. Kies een vooraf ingestelde mogelkheid door op
op
ties) te tikken, een mogelkheid te selecteren en vervolgens ter bevestiging op
(pictogram Meer
OK te tikken.
Hint
Handmatig aanpassen van instellingen voor geluidsuitvoer heeft geen invloed op
aties voor gesproken communicatie. De geluidskwaliteit van een gesprek verandert
2Veeg naar links of rechts om de gewenste instelling weer te geven en tik
vervolgens op
V
olumeverschillen minimaliseren met behulp van de Volumebalans
(knop Vorige). De weergegeven instelling wordt toegepast.
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie DSEE HX uit door op de schakelaar te tikken, indien deze is
ingeschakeld.
3Schakel de functie Volumebalans in door op de schakelaar te tikken.
Meerdere gebruikersaccounts
Uw apparaat ondersteunt meerdere gebruikersaccounts. De gebruiker die het
apparaat voor het eerst installeert, wordt de eigenaar van het apparaat. Alleen de
eigenaar kan de accounts van de andere gebruikers beheren.
Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Meerdere gebruikers >
Gebruiker toevoegen, waarna de eigenaar twee typen accounts maakt:
• Regelmatige gebruiker: Dit type account is geschikt voor iemand die regelmatig
gebruikmaakt van uw apparaat.
• Gastgebruiker: Schakel de optie gastaccount in voor iemand die slechts tdelk uw
apparaat wilt gebruiken.
Opmerking
Sommige functies zn alle
software of het overbrengen van gegevens. Deze functies worden niet op het menu
weergegeven wanneer u inlogt als regelmatige gebruiker of als gastgebruiker.
en beschikbaar voor de eigenaar. Bvoorbeeld het bwerken van
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op
2Tik op he
t pictogram van het gebruikersaccount dat u wilt gebruiken. Het
(pictogram Gebruiker).
vergrendelingsscherm van dat gebruikersaccount wordt weergegeven.
63
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 64
Tekst typen
Vir
tuele toetsenborden
Uw apparaat is uitgerust met een aantal vooraf geïnstalleerde methoden voor
tekstinvoer.
Opmerking
De standaardmethode voor tekstinvoer is mogelkafhank
taalinstellingen die u gebruikt. Een of meer methoden voor tekstinvoer znmogelk niet in
uw regio beschikbaar.
SwiftKey®-toetsenbord
U kunt tekst invoeren met behulp van het virtuele toetsenbord door elke letter
afzonderlk in te tikken, of u kunt de functie SwiftKey ow gebruiken en met uw
vinger van de ene naar de andere letter schuiven om woorden te vormen.
elk van de regionale of
1Cfers en symbolen we
2Schakelen tussen kleine letters, hoofdletters en alleen hoofdletters
3Toegang tot emoji's
4Een komma invoeren
5Een spatie invoeren
6Een domeinnaam invoeren
7Leestekens invoeren
8Verwderen
9Een regelterugloop invoeren
Hint
• Om e
• Ga naar
en punt in te voeren, tikt u twee keer op de spatiebalk nadat u een woord hebt
ingevoerd.
https://swiftkey.com/
ergeven
voor meer informatie over SwiftKey.
Schakelen tussen verschillende opties van het virtuele toetsenbord
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer >
Schermtoetsenbord.
2Tik op Toetsenborden beheren en tik vervolgens op de schakelaar om het
toetsenbord in of uit te schakelen.
Tekst invoeren met de gebareninvoerfunctie
1Wanneer het virtuele toetsenbord wordt weergegeven, veegt u met uw vinger van
letter naar letter om het woord dat u wilt invoeren b elkaar te 'vegen'.
2Als u klaar bent met het invoeren van een woord, haalt u uw vinger van het
toetsenbord af. Het apparaat suggereert een woord op basis van de letters waar u
overheen hebt geveegd.
3Als u het woord dat u wilt invoeren niet wordt weergegeven, tikt u op
(pictogram Backspace) om meer suggesties weer te geven en daaruit te
64
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 65
selecteren. Als het gewenste woord niet wordt weergegeven, ver
wdert u het hele
woord en veegt u het opnieuw, of voert u het woord in door op elke letter
afzonderlk te tikken.
Tekst bewerken
U kunt tekst selecteren, knippen, kopiëren en plakken terwl u schrft. U krgt
toegang tot de bewerkingsopties door twee keer te tikken op de ingevoerde tekst.
De bewerkingsopties komen vervolgens beschikbaar via een applicatiebalk.
Applicatiebalk
De volgende bewerkingen znmogelk voor de geselecteerde tekst:
• Knippen
• Kopiëren
• Plakken
• Delen
• Alles selecteren
Opmerking
De optie Plakken wordt alleen weergegeven als tekst is opgeslagen op het klembord.
65
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 66
Bellen
Bellen
U k
unt bellen door zelf het telefoonnummer in te voeren of met de functie Smart
Dial om snel nummers in de contactlst en gesprekkenlsten te vinden. Voor een
videogesprek kunt u de videochat-applicatie Duo op het apparaat gebruiken.
Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kunt u een standaard SIM-kaart voor telefoneren
instellen of instellen dat telkens wanneer u belt u een SIM-kaart moet kiezen. Ga
naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele SIM >
Oproepen om een optie te selecteren.
Overzicht van bellen
1Smart Dial en opties weergeven
2Verwderen
3Toetsenblok
4Gespreksknop
Het toetsenblok openen
1Ga naar en tik op (pictogram Telefoon).
2Als he
1Ga naar en tik op
2Als de gespr
3Voer het telefoonnummer in en tik op
4Als u twe
1Ga naar en tik op
2Als de gespr
t toetsenblok niet wordt weergegeven, tikt u op
Een t
elefoonnummer bellen
(pictogram Telefoon).
ekkenlst wordt weergegeven, tikt u op
he
t toetsenblok weer te geven.
e SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
Bellen met Smart Dial
(pictogram Telefoon).
ekkenlst wordt weergegeven, tikt u op
he
t toetsenblok weer te geven.
66
(pictogram Toetsenblok).
(pictogram Toetsenblok) om
(Gespreksknop).
(pictogram Toetsenblok) om
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 67
3G
ebruik het toetsenblok om letters of cfers in te voeren die horen b het contact
dat u wilt bellen. B elke letter of elk cfer dat u invoert, wordt een lst met
mogelkheden weergegeven.
4Tik op het contact dat u wilt bellen.
5Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
Een internationaal gesprek voeren
1Ga naar en tik op
2Tik op
3Houd 0 aanger
(pictogram Toetsenblok) om het toetsenblok weer te geven.
aakt totdat een "+" wordt weergegeven.
(pictogram Telefoon). De gespr
ekkenlst wordt weergegeven.
4Voer de landcode, het netnummer zonder de eerste nul en het telefoonnummer in.
Tik vervolgens op
5Als u twe
e SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
(Gespreksknop).
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt.
2Tik in het aanpassingsmenu op Widgets.
3Scroll door de lst met applicaties en selecteer Direct bellen.
4Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen tdens uitgaande gesprekken
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Aanvullende instellingen > Beller-ID en selecteer een optie.
Opmerking
Deze optie wordt mogelk nie
t door elke provider aangeboden.
Gesprekken ontvangen
Als u een inkomend gesprek ontvangt terwl het apparaat in de slaapstand staat
of als het scherm is vergrendeld, wordt de telefoonapplicatie op het volledige
scherm geopend. Op apparaten die twee SIM-kaarten gebruiken, geeft de
achtergrondkleur van het scherm aan voor welke SIM-kaart het gesprek is bedoeld.
De achtergrondkleur kan worden gewzigd in de gespreksinstellingen.
Als u een inkomend gesprek ontvangt wanneer het scherm actief is, wordt het
inkomende gesprek weergegeven als een melding die wordt weergegeven
bovenop het scherm dat op dat moment geopend is. Als u een apparaat met
dubbele SIM-kaart gebruikt, wordt ook de SIM-kaartinformatie weergegeven. Als
de melding binnenkomt, kunt u kiezen om het gesprek te beantwoorden en het
applicatiescherm voor de telefoon te openen, of u kunt het gesprek weigeren en
op het huidige scherm blven.
Een gesprek beantwoorden wanneer het scherm inactief is
• Veeg
Een gesprek beantwoorden wanneer het scherm actief is
• Als een gesprek binnenkomt, tikt u in de melding die bovenaan het scherm wordt
weergegeven op ANTWOORD.
(pictogram Inkomend gesprek) omhoog b e
en inkomend gesprek.
Hint
In plaats van het gesprek te beantwoorden, kunt u naar het hoofdscherm van de
elefoonapplicatie gaan door op het gedeelte voor meldingen te tikken. Op deze manier
t
krgt u meer opties voor het afhandelen van het gesprek. U kunt bvoorbeeld het gesprek
weigeren met een bericht.
67
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 68
Een gesprek weigeren als het scherm inactief is
• V
(pictogram Inkomend gesprek) omlaag b e
eeg
en inkomend gesprek.
Een gesprek weigeren als het scherm actief is
• Als een gesprek binnenkomt, tikt u op AFWZEN in de melding die bovenaan het
scherm wordt weergegeven.
Hint
In plaats van het gesprek te weigeren, kunt u naar het hoofdscherm van de
t
elefoonapplicatie gaan door in het gedeelte voor melding bovenaan het scherm te tikken.
Zo krgt u meer opties om het gesprek te beheren. U kunt bvoorbeeld het gesprek
weigeren met een bericht.
De beltoon van een inkomend gesprek dempen
• Wanneer u het gesprek ontvangt, drukt u op de volumetoets.
Een gesprek weigeren met een SMS-bericht
Wanneer u een gesprek weigert met een SMS-bericht, wordt het bericht
automatisch naar de beller gestuurd en opgeslagen in de berichtenconversatie
met het betreende contact.
U kunt kiezen uit een aantal vooraf gedenieerde berichten die op uw apparaat
beschikbaar zn, of u kunt een nieuw bericht maken. U kunt ook uw eigen
persoonlke berichten maken door de voorgedenieerde berichten te bewerken.
Een gesprek weigeren met een SMS-bericht als het scherm inactief is
1Sleep
w
(pictogram Weigeren met antwoord) naar het midden van het scherm
anneer u een inkomend gesprek ontvangt.
2Selecteer een vooraf gedenieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrven.
Een gesprek weigeren met een SMS-bericht wanneer het scherm actief is
1Als een gesprek binnenkomt, tikt u op het geopende gedeelte voor meldingen,
waar het telefoonnummer of de naam van het contact wordt weergegeven.
2Sleep
3Sele
(pictogram Weigeren met antwoord) naar het midden van het scherm.
cteer een vooraf gedenieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrven.
Een tweede gesprek weigeren met een SMS-bericht
1Als u tdens een gesprek een herhaalde pieptoon hoort, sleept u
W
eigeren met antwoord) naar het midden van het scherm.
(pictogram
2Selecteer een vooraf gedenieerd bericht of tik op Nieuw bericht schrven.
Het SMS-bericht bewerken dat wordt gebruikt om een gesprek te weigeren
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Gesprek weigeren met bericht.
5Tik op het bericht dat u wilt bewerken en breng de gewenste wzigingen aan.
6Tik op OK.
Gesprekken doorschakelen
U kunt gesprekken doorsturen naar een andere ontvanger, bvoorbeeld een ander
telefoonnummer of een ander apparaat.
Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, kunt u ook gesprekken die
op SIM-kaart 1 binnenkomen, doorsturen naar SIM-kaart 2 wanneer SIM-kaart 1 niet
68
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 69
bereikbaar is, en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moe
t deze functie handmatig inschakelen.
Gesprekken doorverbinden
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Oproep doorschakelen en selecteer een optie.
5Voer het nummer in waarnaar u het gesprek wilt doorverbinden en tik op
Inschakelen.
Gesprekken doorschakelen uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Oproep doorschakelen.
5Selecteer een optie en tik op Uit.
De Bereikbaarheid dubbele SIM-functie inschakelen
Opmerking
Deze functie geldt alleen voor apparaten met een dubbele SIM-kaart.
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Bereikbaarheid dubbele SIM.
2Onder Bereikbaarheid dubbele SIM, tik op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
3Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien.
Hint
Als de functie Bereikbaarheid dubbele SIM niet werkt nadat u deze hebt ingeschakeld,
ontroleert u of voor elke SIM-kaart de telefoonnummers correct zn ingevoerd. In sommige
c
gevallen worden de nummers tdens de installatie automatisch gedetecteerd. Anders wordt
u gevraagd om ze handmatig in te voeren.
Een nummer blokkeren
U kunt nummers blokkeren zodat deze u niet kunnen bellen of berichten kunnen
sturen. Kies uit de opgeslagen nummers of voer een nummer in.
Een opgeslagen telefoonnummer blokkeren
1Ga naar en tik op
2Houd he
t nummer dat u wilt blokkeren aangeraakt.
3Tik op Nummer blokkeren en tik vervolgens op BLOKKEREN. Gesprekken en sms-
berichten vanaf dat nummer worden geblokkeerd.
Een nummer blokkeren door het nummer in te voeren
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
toevoegen.
3Voer het telefoonnummer in dat u wilt blokkeren en tik op BLOKKEREN.
Gesprekken en sms-berichten vanaf dat nummer worden geblokkeerd.
(pictogram Telefoon).
(pictogram Telefoon).
ellingen > Gespreksblokkering > Een nummer
De blokkering van een nummer opheen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen > Gespreksblokkering.
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
69
Page 70
3Tik op (pictogram Annuleren) naast het telefoonnummer waarvan u de
blokk
ering wilt opheen en tik vervolgens op BLOKKERING OPHEFFEN.
Gesprekken en SMS-berichten van dit nummer worden niet meer geblokkeerd.
70
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 71
Contacten
C
ontacten toevoegen en bewerken
U kunt contacten toevoegen, bewerken of verwderen op uw apparaat en vanaf
gesynchroniseerde accounts. Voeg afbeeldingen van contacten toe of stel aparte
beltonen in om contacten te personaliseren. U kunt ook de contactgegevens over
uzelf bewerken.
Een contact toevoegen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Nieuw contact toevoegen).
3Als u voor he
worden gesynchroniseerd, selecteert u een account. Dit wordt het
standaardaccount om uw contacten in op te slaan. Later kunt u selecteren waar
het contact moet worden opgeslagen door op
t
oevoegen) > Opslaan in te tikken.
4Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Opmerking
Tik op (pictogram Opties) en selecteer het nieuwe account om de standaardinstelling voor
he
t opslaan van uw contacten te wzigen. U kunt ook Telefooncontact selecteren om
contacten alleen op te slaan op het apparaat. Als u een bestaand contact naar een nieuw
account wilt verplaatsen, moet u het contact opnieuw maken en dit opslaan in het nieuwe
account.
(pictogram Contacten).
t eerst een contact toevoegt en meerdere accounts met het apparaat
(pictogram Nieuw contact
Hint
Als u een plusteken en de landcode invoert vóór het telefoonnummer van een contact,
hoeft u he
t nummer niet opnieuw te bewerken wanneer u vanuit een ander land belt.
Een contact bewerken
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Bewerk
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
en).
(pictogram Contacten).
(pictogram
3Bewerk de gewenste gegevens.
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Opmerking
Sommige synchronisatieservices staan u niet toe contactgegevens te bewerken.
ontactafbeelding toevoegen of verwderen
Een c
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Bewerk
3Tik op
4Nada
Hint
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen rechtstreeks vanuit de applicatie
Album.
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
en).
(pictogram Camera) en selecteer een optie.
t de afbeelding is geüpdatet, tikt u op OPSLAAN.
(pictogram Contacten).
(pictogram
De belt
oon van een contact personaliseren
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Belt
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
oon instellen.
(pictogram Contacten).
71
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
(pictogram Menu) >
Page 72
3Sele
4Tik op OK.
1Ga naar en tik op
2Sele
3Tik op
1Ga naar en tik op
2Houd he
3Tik op
4Verwder meerdere of alle contacten door de selectievakjes aan te vinken naast de
5Tik op
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) > Mn inf
3Tik op
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
cteer een beltoon of tik op
sele
cteren dat op het apparaat is opgeslagen.
Alle gesprekken van een contact naar voicemail sturen
(pictogram Contacten).
cteer het gewenste contact.
(pictogram Menu) > Doorstur
Contacten verwderen
(pictogram Contacten).
t contact aangeraakt dat u wilt verwderen.
(pictogram V
contacten die u wilt verwderen.
(pictogram V
Contactgegevens over uzelf bewerken
(pictogram Bewerken) en voer de nieuwe gegevens in of breng de
gewenste wzigingen aan.
erwderen) en tik vervolgens op VERWDEREN.
erwderen) en tik vervolgens op VERWDEREN.
(pictogram Contacten).
(pictogram Toevoegen) om een muziekbestand te
en naar voicemail.
o.
Een nieuw contact maken op basis van een sms-bericht
1Ga naar en tik op (pictogram Berichten).
2Tik op het telefoonnummer en tik vervolgens op (pictogram Menu) > Contact
toevoegen.
3Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4Bewerk de contactgegevens en tik op OPSLAAN.
Contacten groeperen
U kunt contactlabels maken om gerelateerde contacten te groeperen. U kunt uw
groepen namen geven zoals "Familie" of "Vrienden" om ze van uw andere
contacten te onderscheiden.
Een nieuw label voor een groep maken
1Ga naar en tik op (pictogram Contacten).
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op Label maken.
3Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4Typ een naam voor een label en tik op OK.
Een groepslabel verwderen
1Ga naar en tik op (pictogram Contacten).
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op het label dat u wilt ver
3Tik op
(pictogram Menu) en tik vervolgens op Label ver
wderen.
wderen.
Contacten overbrengen
Er zn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te
brengen. U kunt contacten synchroniseren met een onlineaccount of rechtstreeks
importeren vanaf een ander apparaat.
Als u de contacten op uw oude apparaat synchroniseert met een onlineaccount,
kunt u met dat account uw contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat.
72
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 73
U kunt contacten ook kopiëren naar een geheugenkaart, Bluetooth-technologie
gebruik
en of contacten opslaan op een SIM-kaart. Voor meer specieke informatie
over het overbrengen van de contacten vanaf uw oude apparaat, raadpleegt u de
desbetreende gebruikershandleiding.
Contacten overbrengen met een onlineaccount
Als u de contacten op uw oude apparaat of op uw computer synchroniseert met
een onlineaccount, bvoorbeeld Google Sync™ of Microsoft Exchange ActiveSync,
kunt u uw contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat met behulp van dat
account.
Automatische synchronisatie in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op Inst
(pictogram Contacten).
ellingen.
3Tik op Accounts, tik op de schakelaar Gegevens automatisch synchroniseren om
de functie in of uit te schakelen.
4Tik op OK.
Opmerking
U moet b he
hiermee kunt synchroniseren.
t betreende synchronisatieaccount zn aangemeld voordat u uw contacten
Andere methoden voor overbrengen van contacten
Er zn verschillende andere manieren om contacten over te brengen van uw oude
apparaat naar uw nieuwe apparaat. U kunt bvoorbeeld contacten kopiëren naar
een geheugenkaart of Bluetooth-technologie gebruiken. Voor meer specieke
informatie over het overbrengen van de contacten vanaf uw oude apparaat,
raadpleegt u de desbetreende gebruikershandleiding.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Importeren > SD-
kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4Tik op
(pictogram Opties) en selecteer SD-k
aart.
5Selecteer de bestanden die u wilt importeren door erop te tikken.
Contacten importeren met Bluetooth
1Tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat, en zorg
ervoor dat het apparaat is ingesteld op zichtbaar.
2Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een inkomend bestand op uw
apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de
bestandsoverdracht te accepteren.
3Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
4Sleep de statusbalk omlaag. Tik op de melding zodra de overdracht is voltooid.
5Tik op het ontvangen bestand en selecteer waar uw contacten moeten worden
opgeslagen.
Contacten importeren vanaf een SIM-kaart
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) en tik vervolgens op Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Importeren.
3Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Importeren van simkaart. Als u twee
SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
4Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
5Selecteer contacten om te importeren en tik op Importeren.
73
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 74
Een back-up maken van contacten
U k
unt het interne geheugen, een geheugenkaart of een SIM-kaart gebruiken om
een back-up te maken van contacten.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) > Inst
geheugen (.vcf-bestand).
3Tik op
(pictogram Opties) > SD-k
4Selecteer een bestemmingsmap en tik op OPSLAAN.
Contacten naar een SIM-kaart exporteren
Opmerking
Wanneer u contacten naar de SIM-kaart exporteert, wordt mogelk nie
geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op SIM-kaarten.
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) > Inst
3Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Exporteren naar SIM-kaart. Als u
twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart om naar te exporteren.
4Tik op OK.
5Selecteer contacten om te exporteren en tik op Exporteren.
6Selecteer een optie en tik op OK.
(pictogram Contacten).
ellingen > Exporteren > naar SD-kaart of intern
aart.
t alle informatie
(pictogram Contacten).
ellingen > Exporteren.
Alle contacten exporteren naar het interne geheugen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Opties) > Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Exporteren > naar SD-kaart of intern
geheugen (.vcf-bestand).
3Tik op
4Tik op
appar
5Sele
(pictogram Menu) > Int
erne opslag weergeven.
(pictogram Opties) en tik vervolgens op het modelnummer van uw
aat naast
(pictogram Interne opslag).
cteer een bestemmingsmap of tik op OPSLAAN.
74
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 75
Berichten en chatten
Bericht
en lezen en verzenden
De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat
alle berichten naar en van een specieke persoon zn gegroepeerd.
Opmerking
Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhank
taal die u gebruikt. De maximale grootte van een MMS-bericht, inclusief de grootte van de
toegevoegde mediabestanden, is ook afhankelk van de provider. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
elk van de aanbieder en de
Overzicht van Berichten
1Teruggaan naar de lst me
2De afzender van het bericht bellen
3Menuopties weergeven
4Verzonden en ontvangen berichten
5Een voltooid bericht verzenden
6Blagen t
oevoegen
t gesprekken
Een bericht maken en verzenden
1Ga naar en tik op
(pictogram Berichten).
2Tik op (pictogram Nieuw bericht).
3Voer de naam of het telefoonnummer van de ontvanger in en kies vervolgens uit
de suggesties die worden weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlst
voorkomt, voert u het nummer van de ontvanger handmatig in.
4Als u een groepsbericht wilt verzenden, tikt u op (pictogram Ontvanger
toevoegen) om meer ontvangers toe te voegen.
75
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 76
5Als u twe
gewenst
e SIM-kaarten gebruikt, tikt u op
e SIM-kaart te selecteren.
(pictogram SIM selecteren) om de
6Voer de tekst van het bericht in. Als u een blage wilt toevoegen, tikt op u
(pictogram Toevoegen) en selecteert u de be
7Om het bericht te verzenden, tikt u op
Hint
Als u een bericht afsluit voordat u het verzendt, wordt het als concept opgeslagen. Het
gespr
ek wordt gelabeld met het woord Concept.
treendeblageoptie.
(pictogram Verzenden).
Een ontvangen bericht lezen
1Ga naar en tik op
2Tik op he
t gewenste gesprek.
(pictogram Berichten).
3Als het bericht nog niet is gedownload, tikt u erop.
Hint
Alle ontvangen berichten worden standaard opgeslagen in het apparaatgeheugen.
Een bericht be
1Ga naar en tik op
2Tik op he
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op
gewenst
4Voer uw antwoord in en tik op
Een bericht doorstur
1Ga naar en tik op
2Tik op he
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op
gewenst
4Houd het gewenste bericht aangeraakt en tik op
5Sele
cteer een recent contact uit de lst of tik op Nieuw bericht en voer de naam of
antwoorden
(pictogram Berichten).
t gesprek met het bericht.
(pictogram SIM selecteren) om de
e SIM-kaart te selecteren.
(pictogram Verzenden).
en
(pictogram Berichten).
t gesprek met het gewenste bericht.
(pictogram SIM selecteren) om de
e SIM-kaart te selecteren.
(pictogram Bericht doorsturen).
het telefoonnummer van de ontvanger in, en kies vervolgens uit de suggesties die
worden weergegeven. Als de ontvanger niet in de contactlst voorkomt, voert u
het nummer van de ontvanger handmatig in.
6Bewerk zo nodig het bericht en tik op
Een best
1Ga naar en tik op
2Als he
and opslaan dat is opgenomen in een ontvangen bericht
(pictogram Berichten).
t bericht nog niet is gedownload, tikt u erop.
(pictogram Verzenden).
3Houd het bestand dat u wilt opslaan aangeraakt en selecteer vervolgens de
gewenste optie.
Berichtinstellingen
U kunt de instellingen van berichtmeldingen veranderen en de
ontvangstbevestigingen van berichten inschakelen.
De meldingsinstellingen van berichten wzigen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Inst
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Algemeen.
4Tik op Meldingen > Geavanceerd > Geluid en selecteer een optie, of tik op
(pictogram Toevoegen) en selecteer een muziekbestand dat op uw apparaat is
opgeslagen, om e
5Tik op OK om te bevestigen.
6Tik op de schakelaars om nog meer meldingsinstellingen aan te passen.
(pictogram Berichten).
en meldingsgeluid in te stellen.
76
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
ellingen.
Page 77
Ontvangstbevestigingen voor uitgaande berichten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op (pictogram Berichten).
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Inst
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart
gebruikt, tikt u op Geavanceerd.
4Tik op de schakelaar SMS-ontvangstbevestigingen ontvangen om de functie in
of uit te schakelen.
Opmerking
Als ontvangstbevestigingen zn ingeschak
voor berichten die met succes zn afgeleverd.
eld, wordt de tekst "Afgeleverd" weergegeven
E-mail instellen
Gebruik de e-mailapplicatie
verz
enden en ontvangen van e-mailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of
(pictogram E-mail) op uw apparaat voor het
meerdere e-mailaccounts tegelkertd hebben, inclusief zakelke Microsoft
Exchange ActiveSync-accounts.
77
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 78
Muziek en FM-radio
Muziek overbr
engen vanaf een computer naar het apparaat
Er zn twee manieren om muziek over te dragen vanaf een computer naar het
apparaat:
• Sluit het apparaat aan op een computer met behulp van een USB Type-C-kabel.
Selecteer Bestandsoverdracht op het apparaat, waarna u vervolgens de bestanden
kunt kopiëren en plakken of slepen en neerzetten met behulp van de computer.
• Sla uw mediabestanden op de computer op met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens de gegevens op het apparaat door u aan te melden b
het Google-account.
Opmerking
De applicatie Muziek ondersteunt mogelk nie
t alle muziekbestandsindelingen.
Luisteren naar muziek
Gebruik de applicatie Muziek om naar uw favoriete muziek te luisteren.
Overzicht van muziekspeler
1Minimaliseer het volledige scherm van de speler
2Doorzoek alle nummers die op uw apparaat zn opgeslagen
3Geef de afspe
4Menuopties weergeven
5Album art (indien beschikbaar)
6Voeg een nummer toe aan of ver
elwachtr weer
wder het uit de favorieten
78
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 79
7Verstreken td v
8Voeg een nummer toe aan een afspe
9Voortgangsindicator: sleep of tik langs de ln om snel vooruit of t
10Lengte van het huidige nummer
11Herhaal het huidige nummer of alle nummers in de afspe
12Tik om naar het volgende nummer te gaan, en houd aangeraakt om het huidige nummer vooruit
e spoelen
t
13Speel een nummer af of pauzeer het
14Tik of dubbeltik om naar het begin van het huidige nummer of het vorige nummer te gaan, en
houd aanger
15Speel de nummers in de afspe
Hint
(knop Vorige) gebruiken t
an het huidige nummer
ellst
erug te spoelen
elwachtr
aakt om het huidige nummer terug te spoelen
elwachtr in willekeurige volgorde af
erwl een nummer wordt afgespeeld.
• Tik tdens de eerste 5 seconden van het afspelen op de knop om terug te gaan naar het
vorige nummer.
• Na 5 seconden afspelen, tikt u op de knop om terug te gaan naar het begin van het huidige
nummer, of dubbeltikt u om terug te gaan naar het vorige nummer.
Muziekstartpagina
1Open het menu Muziek
2Scroll omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven
3Tik om een nummer in de afspe
4Speel alle nummers in willekeurige volgorde af
5Ga naar het scherm van de muziekspeler
Opmerking
Mogelk k
unt u geen auteursrechtelk beschermde items afspelen. Zorg dat u over de
elwachtr af te spelen
vereiste rechten beschikt voor de inhoud die u wilt gebruiken.
79
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 80
Muziekgegevens bewerken en album art downloaden
1T
erwl een nummer wordt afgespeeld in de applicatie Muziek, tikt u op de album
art op het scherm van de muziekspeler en tikt u vervolgens op Muziekinfo
bewerken.
2Bewerk de gegevens naar wens.
3Als u album art wilt instellen of downloaden, tikt u op
sele
cteert u een optie.
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
De applicatie Muziek minimaliseren
• Wanneer een nummer wordt afgespeeld, tikt u op
he
t Startscherm te gaan. De applicatie Muziek blft werken op de achtergrond.
De applicatie Muziek openen wanneer muziek op de achtergrond wordt
afgespeeld
• Terwl een nummer op de achtergrond wordt afgespeeld, sleept u de statusbalk
omlaag en tikt u op de Muziekmelding.
• Of ga naar en tik op
(pictogram Muziek).
(pictogram Bewerken) en
(Startschermknop) om naar
Naar de r
De FM-radio in uw apparaat werkt net als elke andere FM-radio. U kunt
bvoorbeeld bladeren door FM-radiozenders, deze beluisteren en de zenders
opslaan als favorieten. U moet een bekabelde headset of hoofdtelefoon op het
apparaat aansluiten voordat u de radio kunt gebruiken. Dat komt omdat de
headset of hoofdtelefoon als antenne werkt. Nadat een van deze apparaten is
aangesloten, kunt u het geluid desgewenst uit de luidspreker laten komen.
adio luisteren
Overzicht van FM-radio
1Favorietenlst
80
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 81
2Aan-uitknop voor radio
3Menuopties weergeven
4Afgestemde frequentie
5Een zender als favoriet opslaan of ver
6Afstemknop
7Frequentieband: sleep naar links of rechts om tussen zenders te wisselen
8Over de frequentieband omhoog zoeken naar een zender
9Een opgeslagen favoriete zender
10Over de frequentieband omlaag zoeken naar een zender
wderen
Naar de FM-radio luisteren
1Sluit e
2Ga naar en tik op
en headset of een hoofdtelefoon aan op uw apparaat.
(pictogram FM-radio). De beschikbare zenders worden
we
ergegeven terwl u door de frequentieband scrollt.
Opmerking
Wanneer u de FM-radio start, worden de beschikbare zenders automatisch weergegeven.
Als e
en zender RDS-informatie doorgeeft, wordt deze weergegeven enkele seconden nadat
u begonnen bent met luisteren naar de zender.
Schakelen tussen radiozenders
• Sleep de frequentieband naar links of naar rechts.
• U kunt ook op de plen aan weerszden van de frequentieband tikken om naar het
volgende duidelke radiosignaal te springen.
Opnieuw zoeken naar radiozenders
1Als de radio is geopend, tikt u op
2Tik op K
analen zoeken. De hele frequentieband wordt gescand en alle
(pictogram Menu).
beschikbare zenders worden gemarkeerd.
Het radiogeluid naar de luidspreker omschakelen
1Als de radio is geopend, tikt u op
2Tik op Via luidspr
Hint
Tik op (pictogram Menu) en op Afsp. op hoofdtelefoon om het geluid terug te schakelen
naar de be
drade headset of hoofdtelefoon.
eker afsp..
(pictogram Menu).
81
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 82
Camera
De c
amera leren kennen
1Cameralens aan de voorzde
2Schakel tussen de camera aan de voorzde en de hoof
3Camera-instellingen
4Sla uw locatie op
5Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen
6Tik op het miniatuur om foto's en video's weer te geven, te delen of te bewerken
7Schakel om tussen foto's maken en video's opnemen
8Gebruik de sluiterknop om foto's te maken of video's op te nemen
9Ga terug of sluit de camera af
10Selecteer een opnamemodus
11Snelkoppeling naar de laatst geselecteerde opnamemodus
12Zelfontspanner
13Flitserinstellingen
14Selecteer een beeldverhouding
15Kleur en helderheid
dcamera
Basistips voor de camera
org dat de lens schoon is. Een vingerafdruk of kleine vetvlek kan de kwaliteit van
• Z
de foto verminderen.
• Gebruik de zelfontspanner als extra td nodig hebt om klaar te staan, of om
onscherpe foto's te voorkomen.
• Controleer regelmatig de geheugenstatus van het apparaat. Foto's en video's met
een hoge resolutie verbruiken meer geheugen.
De camera starten
• Veeg
• Tik op he
• Druk twe
(pictogram Camera) vanaf het vergrendelingsscherm.
t Applicatiescherm op
(pictogram Camera).
emaal op de aan-uitknop. Tik op Instellingen > Systeem > Gedrag aan-
uitknop > schakelaar Camera starten om deze functie in te schakelen.
Sluiterknop
De sluiterknop wordt op verschillende manieren gebruikt, afhankelk van de
opnamemodus en de geactiveerde functies.
82
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 83
Overzicht van sluiterknop
Maak een foto
Neem een video op/hervat een opname
Onderbreek een video
Stop een video-opname
Zelfontspanner is geactiveerd
Vastleggen met aanraken is geactiveerd
Vastleggen met aanraken en Zelfontspanner zn geactive
De beeldverhouding wzigen
1Tik op
(pictogram Beeldverhouding) t
erwl u de camera gebruikt.
2Selecteer een instelling.
De camera-instellingen aanpassen
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Veeg over de lst om de beschikbare instellingen weer te geven en selecteer een
instelling.
erd
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
elk van de geselecteerde opnamemodus.
Foto's en video's weergeven, delen en bewerken
1Tik terwl u de camera gebruikt op de miniatuur om een foto of video te openen.
2Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven.
3Tik op het scherm om een foto of video te bewerken.
Hint
Uw foto's en video's worden opgeslagen in de applicatie Album. Zie
video's afspelen
op pagina 97 voor meer opties.
Foto's weergeven en
83
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 84
Opnamemodi
U k
unt opnamemodi selecteren door op Modus te tikken.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
elk van de geselecteerde opnamemodus.
Overzicht van opnamemodi
Hieronder volgen enkele van de belangrkste opnamemodi.
Portretsele
Maak mooier
Bokeh
Maak foto's met een wazig eect
Slow-motion
oeg een slow-motioneect toe nadat een video is opgenomen
V
AR-eect
Maak f
Handmatig
Maak f
Creatief e
Maak foto's met eecten en kleurenlters
Panorama
Maak gr
e seles
oto's met virtuele scènes en personen
oto's met de handmatig aangepaste camera-instellingen
ect
oothoek- en panoramafoto's
Omschakelen tussen foto's maken en video's opnemen
• V
eeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een foto- of videomodus te
selecteren.
Een opnamemodus selecteren
• Tik op Modus terwl u de camera gebruikt en selecteer een opnamemodus.
Schakelen tussen de hoofdcamera en de camera aan de voorzde
• Tik op
(pictogram Camera schakelen) t
erwl u de camera gebruikt om tussen de
hoofdcamera en de camera aan de voorzde om te schakelen.
Hint
U kunt ook tussen camera's omschakelen door omlaag te vegen op het camerascherm.
oomfunctie gebruiken
De z
• Spreid op het camerascherm twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knp twee
vingers naar elkaar toe om uit te zoomen.
• Gebruik de volumetoets.
Hint
Als u meer dan drie keer inzoomt, kan de beeldkwaliteit worden beïnvloed. Maak in plaats
daar
van een foto zonder zoom en snd deze vervolgens b.
Een foto maken
• Tik op de sluiterknop.
84
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 85
Een video opnemen
1V
eeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om
sele
cteren.
(pictogram Opnemen) te
2Tik op de sluiterknop om de opname te starten of te stoppen.
Een foto maken door op het scherm te tikken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt en tik vervolgens op
Vastleggen met aanraken > Aan of Alleen camera aan voorzde.
2Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen in alle opnamemodi.
3Tik ergens op het scherm om een foto te maken.
Hint
Deze functie kan ook worden gebruikt voor video's.
Een f
oto maken tdens het opnemen van een video
• Tik op
(pictogram Camera) tdens he
t opnemen van een video. De foto wordt
gemaakt zodra u de sluiterknop loslaat.
Zelfontspanner
Gebruik de Zelfontspanner als u meer td nodig hebt om u voor te bereiden op
een foto. Dit helpt ook om het apparaat stabiel te houden en scherpe foto's te
maken.
Zelfontspanner gebruiken met de hoofdcamera
1Tik op
(pictogram Zelfontspanner) t
erwl u de camera gebruikt en selecteer een
vertraging.
2Tik op de sluiterknop om een foto te maken. Een reeks pieptonen markeert het
aftellen totdat de foto wordt gemaakt.
Belichting, kleur en de lichtomstandigheden
Voor een goede belichting van uw foto's is de juiste hoeveelheid licht nodig. De
camera detecteert automatisch de omgevingslichtomstandigheden en past de
instellingen hierop aan.
Voor het maken van foto's van bvoorbeeld gezichten of bewegende voorwerpen
of b weinig licht zn verschillende belichtingen nodig.
Lichtomstandigheden optimaliseren
• Probeer met licht van de juiste richting en kleur uw foto's meer vorm en diepte te
geven. Dit soort licht ontstaat op natuurlkewze vlak voor zonsopgang en b
zonsondergang. Natuurlk licht uit een raam is ook goed.
• Houd de camera stil in omstandigheden met weinig licht om toch mooie foto's te
maken. Plaats de camera eventueel op een stabiel oppervlak en gebruik de
zelfontspanner.
• Zelfs als de lichtomstandigheden slecht zn, kunt u foto's maken met en zonder
itser. Soms is de kwaliteit beter zonder itser.
De itser gebruiken
1Tik op het scherm op het pictogram van de itserterwl u de camera gebruikt,
bvoorbeeld
2V
erander zo nodig de instelling van de itser.
(pictogram Automatische itser).
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken of een video op te nemen.
85
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 86
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
Hint
Als de achtergrond helderder is dan het onderwerp, gebruikt u Op
donkere schaduwen te verwderen.
elk van de geselecteerde opnamemodus.
vulits om ongewenste
Kleur, helderheid en de belichtingswaarde
De camera past de kleur, helderheid en belichtingswaarde automatisch aan door
de lichtomstandigheden te detecteren en de kleurtemperatuur van het
omgevingslicht te schatten. Digitale camera's kunnen alleen de kleurtemperatuur
schatten, dus moet u mogelk de instellingen aanpassen om deze goed te krgen.
Als u merkt dat de foto's die binnenshuis zn gemaakt een gele tint hebben, of als
foto's die met de itserzn gemaakt een blauwe tint hebben, past u de kleur aan.
Voor een betere belichting in omgevingen met weinig licht, verandert u de
helderheid van foto's en video's. Als u de modus Handmatig gebruikt voor foto's,
verandert u de belichtingswaarde.
De kleur en helderheid aanpassen
1Tik op
(pictogram Kleur en helderheid) t
2Sleep de schuifregelaars om de kleur en helderheid aan te passen.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken of een video op te nemen.
4Tik op
(pictogram Annuleren) om de kleurinstelling te resetten en te sluiten.
erwl u de camera gebruikt.
De belichtingsw
1Tik op Modus >
aarde aanpassen
(pictogram Handmatige modus) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op EV en sleep de schuifregelaar om de belichtingswaarde aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Sluitertd
De sluitertdverwst naar hoe lang de sluiter open staat en de camerasensor
wordt blootgesteld aan licht.
Een korte sluitertd helpt een beweging stil te zetten. Een lange sluitertd kan het
eect van bewegingsonscherpte creëren, waarb bewegende voorwerpen
onscherp zn in de richting van hun beweging.
De sluitertd wordt voor foto's en video's automatisch aangepast.
De sluitertd aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) t
2Tik op SS en sleep de schuifregelaar om de sluitertd aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Tik op de sluiterknop om de foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
erwl u de camera gebruikt.
ISO
ISO bepaalt de gevoeligheid voor licht van de camera. Een lage ISO-waarde
betekent een lagere gevoeligheid en een hoge ISO-waarde betekent een hogere
gevoeligheid. B een hoge gevoeligheid kunnen foto's onscherp worden.
86
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 87
Kies een hoge ISO-waarde als u foto's maakt van bewegende voorwerpen of als u
f
oto's maakt b weinig licht zonder itser.
Als er te veel licht is, gebruikt u de laagste ISO-waarde voor een hogere
beeldkwaliteit.
ISO wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast.
De ISO-waarde aanpassen
1Tik op Modus >
2Tik op ISO en sleep de schuifregelaar om de ISO-waarde aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
S
terk tegenlicht (HDR)
B het nemen van foto's wordt automatisch aangepast voor sterk tegenlicht (HDR).
In de handmatige modus kunt u ook handmatig aanpassen voor sterk tegenlicht.
Compenseren voor sterk tegenlicht
1Tik op Modus >
2Tik op
3Tik op de sluit
(pictogram HDR) en selecteer Aan.
(pictogram Handmatige modus) t
(pictogram Handmatige modus) t
erknop om een foto te maken.
erwl u de camera gebruikt.
erwl u de camera gebruikt.
Witbalans
De witbalans wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast. U kunt de witbalans handmatig aanpassen in de modus Handmatig.
De witbalans aanpassen
1Tik op Modus >
2Tik op WB en selecteer een van de voorgedenieerde lichtomstandigheden,
bvoorbeeld
3Sluit he
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
t instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
(pictogram Handmatige modus) t
(pictogram Witbalans bewolkt).
erwl u de camera gebruikt.
Witbalansinstellingen
Automatisch
De kleurbalans automatisch aanpassen
Bewolkt
De kleurbalans aanpas
Daglicht
De kleurbalans aanpas
Tl-licht
De kleurbalans aanpas
Gloeilamp
De kleurbalans aanpas
gloeilampen
sen voor een bewolkte hemel
sen voor zonlicht buitenshuis
sen voor tl-licht
sen voor warme lichtomstandigheden zoals onder
87
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 88
Belichting optimaliseren
Belichtingsme
te optimaliseren.
De belichtingsmeting wordt automatisch aangepast b het maken van foto's en
het opnemen van video's.
U kunt de belichting handmatig aanpassen in de modus Handmatig, bvoorbeeld
voor een bepaald deel van een foto.
De belichting aanpassen met metingen
1Tik op Modus >
2Tik op
3Selecteer een belichtingsoptie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen.
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
Mee
tinstellingen
Gezicht
Meet de hoeveelheid licht op een gezicht en past de belichting aan zodat het
gezicht niet te donker of te licht is
Midden
Bepaalt het midden van de foto en stelt de belichting in op basis van de
helderheid van het onderwerp
Punt
Past de belichting aan voor een klein deel van het onderwerp
Gemiddeld
Meet de gemiddelde helderheid van het gehele scherm
ting meet de hoeveelheid licht op een onderwerp om de belichting
(pictogram Handmatige modus) t
(pictogram Instellingen) > Lichtme
ting.
erwl u de camera gebruikt.
Correct scherpstellen
De camera stelt automatisch scherp en detecteert automatisch gezichten in alle
opnamemodi. De camera kan ook een bewegend voorwerp detecteren en volgen.
Een geel kader geeft aan op welk gezicht of bewegend voorwerp wordt
scherpgesteld.
U kunt op het scherm tikken om scherp te stellen op een bepaald gebied of om
een bepaalde scherpstelafstand in te stellen. Deze opties zn uitsluitend
beschikbaar voor de hoofdcamera en znafhankelk van de geselecteerde
opnamemodus.
88
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 89
De scherpstelafstand instellen
1Tik op Modus > (pictogram Handmatige modus) t
erwl u de hoofdcamera
gebruikt.
2Tik op
3Sle
(pictogram Scherpstelling instellen).
ep de schuifregelaar om de scherpstelafstand aan te passen.
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
P
ersonen, seles en lachende gezichten
Scherpgestelde gezichten worden aangegeven met een gekleurd kader. Tik op een
kader om een gezicht te selecteren waarop u wilt scherpstellen.
Gebruik Lachsluiter om automatisch een foto te maken wanneer iemand lacht. Als
u een video opneemt, wordt telkens wanneer een lach wordt gedetecteerd een
foto gemaakt.
Foto's maken en video's opnemen van personen
et op de richting van de camera. Gebruik de staande stand voor close-upfoto's
• L
om het beeld te vullen. Gebruik de liggende stand voor groepsfoto's of om een
onderwerp in de achtergrond op te nemen.
• Plaats de camera op een stabiele ondergrond en gebruik de zelfontspanner
onscherpe f
oto's te voorkomen.
Scherpstellen op een ander gezicht
• Voordat u een foto maakt of video opneemt, tikt u op een van de kaders om een
gezicht te kiezen om op scherp te stellen.
Een foto maken als iemand lacht
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op Autom. opname of Automatische opname (video) > Lachsluiter.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen voor de geselecteerde
opnamemodus.
4Als een lach wordt gedetecteerd, maakt de camera automatisch een foto.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de Videogrootte is ingesteld op 4K.
Een sele maken
1Selecteer een foto- of video-opnamemodus voor de seleterwl u de camera
gebruikt.
2Tik op (pictogram Camera schakelen) om de camera aan de voorzde te
activeren.
om
89
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 90
3Tik op (pictogram Zelfontspanner) als u de zelfontspanner wilt gebruiken.
4Tik op de sluit
Hint
Schakel Z
erknop om een sele te maken.
achte-huideect in om huidtinten zachter te maken als u seles maakt.
De seletimer activeren met uw handpalm
1Tik op
(pictogram Camera schakelen) t
erwl u de camera gebruikt om de
camera aan de voorzde te activeren.
2Tik op
3Tik op A
(pictogram Instellingen).
utom. opname > Handontspanner en sluit het instellingenmenu. De
instelling wordt opgeslagen.
4Draai uw handpalm met uw vingers recht omhoog in de richting van de camera.
5Zodra de camera uw hand detecteert, start de timer en wordt een sele gemaakt.
Portretsele
Met Portretsele kunt u mooiere seles maken.
Overzicht van Portretsele
Bokeh
Cr
eëert een wazig eect rond de persoon
Zachte huid
Verzacht de huidtinten
Helderheid van de huid
t de huidtinten helderder
Maak
Grotere ogen
ergroot de ogen
V
Slank gezicht
t uw gezicht slanker
Maak
Een sele mak
1Tik op Modus >
en met Portretsele
(pictogram P
ortretsele) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op het pictogram van het eect dat u wilt toepassen en sleep de schuifregelaar
om het eect aan te passen. Pas indien gewenst de andere eecten op dezelfde
manier aan.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
U kunt uw portret in dezelfde richting opslaan als het voorbeeld door op (pictogram
Schermr
eproductie) > Aan te tikken.
Bewegende onderwerpen
Timing is uitermate belangrkb het maken van foto‘s en het opnemen van
video‘s van bewegende onderwerpen.
De functie Objecttracering kan automatisch een bewegend onderwerp volgen.
Als u video's opneemt, kunt u met SteadyShot™ automatisch camerabewegingen
compenseren en het beeld stabiel houden.
90
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 91
Een bewegend onderwerp opnemen
• P
robeer het onderwerp niet te volgen. U kunt beter een positie vinden waarb het
onderwerp voor u langs gaat.
• Pas eventueel de belichting aan op een kortere sluitertd of een hogere ISO om de
beweging te bevriezen.
Een onderwerp volgen
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de hoofdcamera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Objecttracering om in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Selecteer een onderwerp dat u wilt volgen door het in de zoeker aan te raken.
5Tik op de sluiterknop om een foto te maken of een video op te nemen.
Een stabiele video opnemen
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om
sele
cteren.
2Tik op
3Tik op de schak
(pictogram Instellingen).
elaar SteadyShot™ om in te schakelen.
(pictogram Opnemen) te
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5Tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
Bokeh-eect
U kunt foto‘s met het Bokeh-eect maken als u de dubbele camera van het
apparaat gebruikt. Het Bokeh-eect vermindert de scherpstelling van de
achtergrond op een foto om de onderwerpen op de voorgrond te benadrukken om
zo een artistiek eect te creëren.
Een foto met Bokeh-eect maken
1Tik op Modus > Bokeh terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram dubbele camera-eect) > (pictogram Bokeh) om de
intensiteit van de onscherpe achtergrond aan te passen. Sleep de schuifregelaar
om aan te passen.
3Tik op (pictogram helderheid) om de helderheid aan te passen. Sleep de
schuifregelaar om aan te passen.
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
Als u te dichtb e
gebruikt, wordt een waarschuwing weergegeven. In dit geval past u de afstand aan tussen
de camera en het onderwerp waarvan u een foto met het Bokeh-eect wilt maken.
en onderwerp komt of er te ver vanaf blftterwl u het Bokeh-eect
Diverse opnamemodi gebruiken
Gebruik de opnamemodi om meer creatieve foto's en video's te maken en deze te
delen met je vrienden. U kunt virtuele scènes, panoramafoto's en meer maken. U
kunt ook opnamemodi geleverd door Google gebruiken.
AR-eect
AR-eect is de augmented reality-app waarmee u fantasiewerelden kunt
toepassen op foto's en video's, en waarmee u avatars en stickers kunt maken.
91
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 92
Een foto maken of een video opnemen met een AR
-eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram AR-e
ect) en selecteer een scène.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken of een video op te nemen.
Bokeh
U kunt foto‘s met het Bokeh-eect maken als u de dubbele camera van het
apparaat gebruikt. Het Bokeh-eect vermindert de scherpstelling van de
achtergrond op een foto om de onderwerpen op de voorgrond te benadrukken om
zo een artistiek eect te creëren.
Een foto met Bokeh-eect maken
1Tik op Modus > Bokeh terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
int
(pictogram dubbele c
amera-eect) >
ensiteit van de onscherpe achtergrond aan te passen. Sleep de schuifregelaar
om aan te passen.
3Tik op
schuifr
(pictogram helderheid) om de helderheid aan te passen. Sleep de
egelaar om aan te passen.
4Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
Als u te dichtb e
gebruikt, wordt een waarschuwing weergegeven. In dit geval past u de afstand aan tussen
de camera en het onderwerp waarvan u een foto met het Bokeh-eect wilt maken.
en onderwerp komt of er te ver vanaf blftterwl u het Bokeh-eect
(pictogram Bokeh) om de
Creatief eect
Met de app Creatief eect kunt u eecten en kleurenlters instellen voordat u een
foto maakt of video opneemt.
Een foto maken of video opnemen met een creatief eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram Creatief e
ect).
3Veeg om door lters te bladeren of tik op een lter voor een voorbeeld van het
eect.
4Tik op
(pictogram Creatief e
ect toepassen) om het lter toe te passen en terug
te keren naar het camerascherm.
5Tik op de sluiterknop om een foto te maken of een video op te nemen.
6Tik op
(pictogram Filter schakelen) om tussen lt
ers om te schakelen.
Panorama
Gebruik de app Panorama om groothoekfoto's en panoramafoto's te maken.
92
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 93
Een panoramafoto maken
1Tik op Modus t
2Tik op
(pictogram Panorama).
3Tik op de sluit
erwl u de camera gebruikt.
erknop.
4Beweeg de camera langzaam en gestaag in de richting die op het scherm wordt
aangegeven.
Portretsele
Met Portretsele kunt u mooiere seles maken.
Overzicht van Portretsele
Bokeh
eëert een wazig eect rond een persoon
Cr
Zachte huid
erzacht de huidtinten
V
Helderheid van de huid
t de huidtinten helderder
Maak
Grotere ogen
V
ergroot de ogen
Slank gezicht
Maak
t uw gezicht slanker
Een sele mak
1Tik op Modus >
en met Portretsele
(pictogram P
ortretsele) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op het pictogram van het eect dat u wilt toepassen en sleep de schuifregelaar
om het eect aan te passen. Pas indien gewenst de andere eecten op dezelfde
manier aan.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
U kunt uw portret in dezelfde richting opslaan als het voorbeeld door op (pictogram
Schermr
eproductie) > Aan te tikken.
Slow-motionvideo's
Voeg krachtige eecten toe aan uw video's met de videomodus Slow-motion. Het
Slow-motion-eect wordt toegevoegd nadat een video op normale snelheid is
opgenomen.
Opmerking
Als u slow-motionvideo's opneemt is een goede belichting essentieel.
Een slow-mo
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
3Tik op de sluit
4Tik op
5Sle
ep de blauwe cirkels naar de plek waar het slow-motioneect moet worden
toegevoegd.
6Tik op
tioneect toevoegen nadat een video is opgenomen
(pictogram Slow-motion).
erknop om een video op te nemen.
(Stopknop) om de opname te stoppen.
(pictogram Slow-motionvideo opslaan) om de video('s) op te slaan.
93
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 94
Resolutie en geheugen
He
t aantal foto's en video's dat kan worden opgeslagen, is afhankelk van de
resolutie of het aantal megapixels (MP) en de lengte van video.
Foto's en video's van hoge resolutie nemen meer geheugen in beslag. Een lagere
resolutie kan voldoende zn voor dagelks gebruik.
Controleer de status van het geheugen regelmatig. Als het geheugen vol is, kunt u
foto's en video's naar een ander opslagapparaat overbrengen om geheugen vr te
maken. Zie
pagina 44.
Geef met de optie Gegevensopslag in het camera-instellingenmenu aan of foto's
en video's moeten worden opgeslagen in het interne geheugen van het apparaat
of op een SD-kaart.
De resolutie wzigen
1Tik op
2Tik op Stilstaand beeldformaat of Videogrootte.
3Selecteer de resolutie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen voor de geselecteerde opnamemodus.
Hint
U kunt voor elke opnamemodus een aparte resolutie instellen.
Een back-up maken en synchroniseren met een Google-account
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
op
Een diagnose st
Als de camera niet correct functioneren, kunt u een diagnosetest uitvoeren om te
ontdekken of een probleem is opgetreden b de hoofdcamera, frontcamera of
itser.
Een diagnostische test van de camera uitvoeren
1Zorg dat u verbonden bent met het internet. Tik op
t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op Help.
3Selecteer een categorie en volg de instructies op het scherm.
ellen over de camera
(pictogram Instellingen)
Extra camera-instellingen
Geotaggen
U kunt b foto's en video's de locatie opslaan waarop ze zn genomen. Dit heet
geotaggen. De optie om foto's en video's te geotaggen vereist een draadloos
netwerk en dat de GPS-functie is ingeschakeld.
Geotags inschakelen
1Tik op
2Tik op de schakelaar Locatie opslaan om in te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Statuspictogrammen van geotags
De geograsche positie is opgeslagen.
ograsche positie is niet gevonden.
De ge
94
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 95
Rasterlnen
Me
t Rasterlnen kunt u de "Regel van derden" toepassen en belangrke
onderwerpen langs de rasterlnen of de snpunten daarvan plaatsen. Door het
onderwerp niet altd in het midden van het beeld te plaatsen, maakt u uw foto's
en video's nog interessanter.
De rasterlnen activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op de schakelaar Rasterlnen om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Voorbeeldinstellingen voor foto's
U kunt een voorbeeld van foto's weergeven vlak nadat ze zn gemaakt.
Voorbeelden activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op Automatisch fotovoorbeeld en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Voorbeeldinstellingen
AanNadat u een foto hebt gemaakt, wordt drie seconden lang
echtsonder in beeld een voorbeeld weergegeven op het scherm.
r
Vervolgens wordt de foto opgeslagen.
Alleen
amera aan
c
voorzde
UitEr wordt geen voorbeeld weergegeven. De foto wordt meteen
Nadat u een foto met de camera aan de voorzde hebt gemaakt,
wordt drie seconden lang rechtsonder in beeld een voorbeeld
weergegeven op het scherm. Vervolgens wordt de foto
opgeslagen.
opgeslagen.
Verschillende manieren om de volumetoets te gebruiken
U k
unt de manier waarop u de volumetoets gebruikt wzigen.
Wzigen hoe de volumetoets wordt gebruikt
1Tik op
2Tik op Volumeknop gebruiken als en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Volumetoetsinstellingen
Zoomfunctie Gebruik de volumetoets om in of uit te zoomen.
VolumeDe volumetoets is gedeactiveerd voor de camera.
SluiterGebruik de volumetoets als sluiterknop voor foto's en video's.
Geluid
eluid is geactiveerd, maakt de camera een geluid wanneer u een foto maakt
Als G
of wanneer u een video-opname start of stopt. Bovendien is tdens het aftellen
door de zelfontspanner een serie pieptonen hoorbaar.
95
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 96
Het geluid activeren of deactiveren
1Tik op (pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Geluid om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
96
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 97
Foto's en video's in het album
F
oto's weergeven en video's afspelen
Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u
met de camera hebt gemaakt/opgenomen, of om vergelkbare inhoud weer te
geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een
raster op chronologische volgorde weergegeven.
Overzicht van Album
1Het startschermmenu van Album openen
2Menuopties weergeven
3Een diavoorstelling van uw foto's en video's weergeven
4Veeg naar rechts om het startschermmenu Album te openen
5De datum van items in de groep weergeven
6Tik op een foto of video om deze weer te geven
7Scroll omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven
Startschermmenu Album
t startschermmenu Album kunt u door al uw fotoalbums bladeren, inclusief
Via he
albums van foto's en video's die zn gemaakt met speciale eecten. Vanuit de
applicatie Album kunt u tevens basisbewerkingstaken uitvoeren en inhoud delen
met methoden zoals Bluetooth en e-mail.
97
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 98
1Terugkeren naar het startscherm van de applicatie Album om alle inhoud weer te geven
2Alle foto's en video's weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt
3Alle foto's en video's weergeven die in verschillende mappen op uw apparaat zn opgeslagen
4Alle video's weergeven die op uw apparaat zn opgeslagen
5Uw favoriete foto's en video's weergeven
6Foto's of video's weergeven die u voor weergave hebt verborgen
7Korte lms v
8Het menu Instellingen van de applicatie Album openen
9Webondersteuning openen
an uw foto's weergeven met Movie Creator
98
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 99
Connectiviteit
He
t scherm van uw apparaat draadloos op een tv reproduceren
Gebruik de functie Schermreproductie om het scherm van uw apparaat weer te
geven op een televisiescherm of een ander groot scherm zonder een
kabelverbinding te gebruiken. De Wi-Fi Direct®-technologie brengt een draadloze
verbinding tussen de twee apparaten tot stand, zodat u op uw gemak kunt
genieten van uw favoriete foto's vanuit uw luie stoel. U kunt deze functie ook
gebruiken om naar muziek op apparaat te luisteren via de televisieluidsprekers.
Opmerking
Als Schermreproductie wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit soms nadelig worden
beïn
vloed door interferentie van andere Wi-Fi-netwerken.
Het scherm van uw apparaat reproduceren op een televisiescherm
1Televisie: Volg de instructies in de gebruikershandleiding van uw televisie om de
schermreproductiefunctie in te schakelen.
2Uw apparaat: Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >
Verbindingsvoorkeuren > Schermreproductie.
3Tik op STARTEN.
4Tik op OK en selecteer een apparaat.
Opmerking
Uw televisie moet schermreproductie op basis van Wi-Fi CERTIFIED Miracast™ ondersteunen
ze functie te kunnen gebruiken. Als uw televisie schermreproductie niet ondersteunt,
om de
moet u mogelk een aparte draadloze schermadapter aanschaen. Wanneer u
schermreproductie gebruikt, mag u het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet
afdekken.
Hint
Tik op (pictogram Menu) voor meer opties.
De schermr
eproductie tussen apparaten stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren >
Schermreproductie.
2Tik op Verb. verbreken en tik vervolgens op OK.
Hint
U kunt de schermreproductie ook stoppen door op de melding op de statusbalk van het
appar
aat te tikken. Sleep de statusbalk omlaag, tik op Verb. verbreken en tik vervolgens op
OK.
Het apparaat aansluiten op USB-accessoires
U kunt een USB Type-C-hostadapter gebruiken om uw apparaat aan te sluiten op
een USB-accessoire, zoals een USB-apparaat voor massaopslag, analoge
hoofdtelefoon, gamecontroller, USB-toetsenbord of USB-muis. Als het USBaccessoire een USB Type-C-stekker heeft, is geen USB Type-C-hostadapter nodig.
USB Type-C-hostadapters worden afzonderlk verkocht. Sony garandeert niet dat
alle USB-accessoires door uw apparaat worden ondersteund.
Opmerking
Dit apparaat heeft een USB Type-C-poort zonder dopje. Mocht het apparaat nat zn
gewor
den, zorg dan dat de poort volledig droog is voordat u een USB Type-C-kabel aansluit.
99
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 100
USB-voorkeuren
USB
beheer
door
USB
gebruik
voor
USB-voorkeuren wzigen
1Sluit e
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast
3Tik op Tik voor meer op
d
en USB Type-C-connector aan op uw apparaat.
U kunt kiezen welk apparaat de andere bestuurt: uw apparaat of
het via USB verbonden apparaat.
U kunt het doel van de USB-verbinding selecteren.
en
Bestandsoverdracht
Bestanden beheren of de apparaatsoftware updaten. Deze optie
wordt gebruikt met Microsoft® Windows®-computers. Opladen is
standaard ingeschakeld.
USB-tethering
Uw apparaat kan functioneren als een tethering-apparaat.
MIDI
Uw apparaat kan functioneren als MIDI-invoer voor applicaties met
muziekinstrumenten.
Geen gegevensoverdracht
Laad het apparaat alleen op wanneer USB beheerd door is
ingesteld op Dit apparaat. Wanneer USB beheerd door is ingesteld
op Verbonden apparaat, kunt u het apparaat gebruiken als een
voeding en het verbonden apparaat opladen.
ties en selecteer een optie.
(pictogram USB).
NFC (Near Field Communication)
Gebruik NFC om data met andere apparaten te delen, zoals video's, foto's,
adressen van webpagina's, muziekbestanden en contacten. U kunt NFC ook
100
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.