Garantie, SAR en gebruiksinstructies........................................... 114
5
Aan de slag
Over de
Dit is de gebruikershandleiding van de Xperia 10 voor softwareversie Android™
9.0. Als u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u dat
controleren in het menu Instellingen.
Opmerking
Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders weergeven
dan in de
niet door een update beïnvloed. Ga voor meer informatie over software-updates naar
apparaat updaten
De huidige softwareversie en het modelnummer van uw apparaat controleren
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon. De huidige
softwareversie wordt weergegeven b Build-nummer. Het huidige modelnummer
wordt weergegeven b Model.
ze Gebruikershandleiding
ze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android-versie wordt mogelk
op pagina 39.
Beperkingen van services en functies
Sommige services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden
beschreven, worden mogelk niet ondersteund voor alle landen of regio's, of door
alle netwerken en serviceproviders. Het internationale GSM-alarmnummer kan
altd in alle landen en regio's, op alle netwerken en voor alle serviceproviders
worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem
contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om te bepalen of eventuele
specieke services of functies beschikbaar zn en om na te gaan of dit extra kosten
voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zn
beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor
dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer uw apparaat verbinding
maakt met het internet. Neem contact op met uw draadloze-serviceprovider voor
meer informatie.
Uw
6
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Overzicht
1Headsetaansluiting
2Oplaad-/meldingslampje
3Tweede microfoon
4Oorspeaker
5Nabheids-/lichtsensor
6Camera aan voorzde
7Aan-uitknop
8Vingerafdruksensor
9Volume-/zoomtoets
10Luidspreker
11USB-poort/lader
12Hoofdmicrofoon
7
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
13Wi-Fi/Bluetooth®/GPS-antenne
14Flitserled
15Dubbele camera
16NFC™-detectiegebied
17Nano-SIM-/geheugenkaartsleuf
18Hoofdantenne
Kaart plaatsen - enkele SIM
Uw appar
aat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. In apparaten met een enkele
SIM kunt u één SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen.
De nano-SIM-kaart en de geheugenkaart hebben elk een eigen sleuf. Zorg dat u
beide niet met elkaar verwart.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 15.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
oppelen voordat u de houder eruit trekt om de nano-SIM-kaart of geheugenkaart uit
ontk
het apparaat te verwderen.
8
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
rek de SIM- en geheugenkaarthouders naar buiten.
1T
2Plaats de SIM-kaart stevig in de SIM-kaarthouder.
3Plaats de geheugenkaart stevig in de geheugenkaarthouder.
4Duw de houders voorzichtig terug in de sleuven tot deze op hun plaats zitten.
Kaarten plaatsen – dubbele SIM
Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Apparaten met een dubbele
SIM ondersteunen óf twee nano-SIM-kaarten óf een nano-SIM-kaart en een
geheugenkaart.
Apparaten met een dubbele SIM zn niet in elke regio en b elke aanbieder
verkrgbaar.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 15.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
oppelen voordat u de houder er uit haalt om de nano-SIM-kaart (of kaarten) of
ontk
geheugenkaart uit het apparaat te verwderen.
Twee nano-SIM-kaarten of een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart
plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
1T
rek de SIM- en geheugenkaarthouders naar buiten.
2Plaats de hoofd-SIM-kaart stevig in de positie voor SIM1.
9
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
3P
laats de tweede SIM-kaart (SIM2) of de geheugenkaart stevig in de juiste richting
in de houder.
4Duw de houders voorzichtig terug in de sleuven tot deze op hun plaats zitten.
Bescherming van het scherm
Opmerking
Voordat u het apparaat gebruikt, ver
gebruiken.
wdert u alle beschermfolies om alle functies te kunnen
Een screen cover of een screen protector helpen u het apparaat te beschermen
tegen beschadiging. We raden u aan alleen screen covers te gebruiken die voor uw
Xperia-apparaat zn bedoeld. Als u een beschermaccessoire van een ander merk
op uw scherm aanbrengt, functioneert uw apparaat mogelk niet meer correct
omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons kunnen worden afgedekt.
Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.
Uw apparaat de eerste keer inschakelen
Het wordt aangeraden de batter minimaal 30 minuten op te laden voordat u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt uw apparaat blven gebruiken
tdens het opladen. Ga voor meer informatie over het opladen naar
opladen
op pagina 35.
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een
installatiehandleiding geholpen b het congureren van de basisinstellingen, het
personaliseren van uw apparaat en het aanmelden b uw accounts, bvoorbeeld
een Google™-account.
Uw apparaat
Het apparaat inschakelen
1Druk lang op de aan-uitknop tot het apparaat trilt.
2Voer de PIN van uw SIM-kaart in wanneer hierom wordt gevraagd en tik vervolgens
(pictogram Klaar).
op
3W
acht even totdat het apparaat start.
Hint
De PIN van uw SIM-kaart wordt aan
kunt deze later wzigen in het menu Instellingen. Als u een fout b het invoeren van de PIN
van uw SIM-kaart wilt corrigeren, tikt u op
t apparaat uitschakelen
He
vankelk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
(pictogram Backspace).
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Uitschakelen.
Opmerking
Het kan even duren voordat het apparaat wordt uitgeschakeld.
Waarom heb ik een Google-account nodig?
Uw Sony-apparaat draait op het Android-platform dat is ontwikkeld door Google.
Diverse Google-applicaties en -services zn al b aanschaf op uw apparaat
geïnstalleerd, bvoorbeeld Gmail™, Google Maps™, YouTube™ en de applicatie
Google Play. Om alles uit deze services te halen, hebt u een Google-account nodig.
Met een Google-account kunt u bvoorbeeld het volgende doen:
• Applicaties downloaden en installeren vanaf Google Play.
• Uw e-mail, contacten en agenda synchroniseren met behulp van Gmail.
• U kunt een back-up maken van uw gegevens, deze herstellen en ze kopiëren van
een oud apparaat naar een nieuw apparaat.
10
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
• Cha
• Uw browsergeschiedenis en bladwzers synchroniseren met behulp van de
• Uzelf kenbaar maken als de bevoegde gebruiker na een softwarereparatie met
• Een verloren of gestolen apparaat op afstand zoeken, vergrendelen of
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
2Volg de instructies op het scherm om een Google-account te maken of meldt u
tten met vrienden met behulp van de applicatie Google Duo™.
webbrowser Google Chrome™.
behulp van Xperia Companion.
ontgrendelen met de behulp van de service Mn apparaat zoeken.
Ga voor meer informatie over Android en Google naar
Een Google-account instellen op uw apparaat
aan als u al een account hebt.
http://support.google.com
Inhoud van het oude apparaat overbrengen
Er zn verschillende manieren om de gegevens van een oud apparaat over te
brengen naar een nieuw apparaat.
• Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een computer
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een SD-kaart
Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
.
U kunt gegevens overbrengen door te synchroniseren met een Google-account.
Maak eerst een back-up van uw gegevens op de Google-server vanaf uw oude
telefoon met behulp van uw Google-account. Stel vervolgens hetzelfde Googleaccount in op het nieuwe apparaat. Afhankelk van welke inhoud u wilt een backup wilt maken en wilt synchroniseren, zn er verschillende manieren.
• Gmail, Agenda, Contacten: Meld u aan met hetzelfde Google-account dat u op het
oude apparaat hebt gebruikt. Vervolgens worden uw Gmail, Agenda en Contacten
automatisch gesynchroniseerd met uw Google-account.
• Afbeelding (foto), video: Maak een back-up van de gegevens van het oude
apparaat op de Google-server met behulp van Google Photos. Synchroniseer
vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
• Applicaties, instellingen, gesprekshistorie: Automatisch een back-up maken met
behulp van Google Drive op uw oude apparaat. Synchroniseer vervolgens uw
Google-account met het nieuwe apparaat.
• Muziekbestanden en andere documentbestanden: Maak handmatig een back-up
van uw mediabestanden van het oude apparaat met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
Ga voor meer informatie naar
Google-account
op pagina 44.
Een back-up maken en synchroniseren met een
Gegevens overbrengen met behulp van een computer
Als u grote hoeveelheden gegevens op het apparaat opslaat, kunt u de gegevens
overbrengen met behulp van een computer. Ga voor meer informatie naar
back-up maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
op pagina 45.
Een
Gegevens overbrengen met behulp van een SD-kaart
U kunt mediabestanden en contacten overbrengen met behulp van een SD-kaart.
Ga voor meer informatie naar
overbrengen met behulp van een geheugenkaart
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Een back-up maken van gegevens en deze
op pagina 46.
11
De beveiliging van het apparaat
Z
orgen dat het apparaat is beveiligd
Het apparaat bevat beveiligingsfuncties. Het wordt sterk aanbevolen deze te
gebruiken in verband met verlies of diefstal.
Opmerking
Als u het apparaat beveiligt met een beveiligingsfunctie, is het essentieel dat u de
ingest
elde gegevens onthoudt.
Schermvergrendeling
Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een PIN,
wachtwoord, patroon of vingerafdruk om te voorkomen dat anderen het apparaat
zonder toestemming kunnen gebruiken. Zodra de schermvergrendeling is
ingesteld, kan zonder het invoeren van de schermvergrendelingsinformatie het
scherm niet worden ontgrendeld en kan geen inhoud worden gewist door middel
van een Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten).
Mn apparaat vinden
Gebruik de service Mn apparaat zoeken om een verloren apparaat op afstand te
zoeken, te vergrendelen, te ontgrendelen of de inhoud ervan te wissen. Nadat u
zich hebt aangemeld op uw Google-account, wordt Mn apparaat zoeken
standaard ingeschakeld.
SIM-kaartvergrendeling
Vergrendel uw SIM-kaarten met een PIN om misbruik van uw abonnement te
voorkomen. De PIN is vereist elke keer wanneer u het apparaat opnieuw opstart.
IMEI-nummer
Bewaar een kopie van het IMEI-nummer. Als uw apparaat is gestolen, kunnen
sommige netwerkproviders dit nummer gebruiken om te voorkomen dat het
apparaat toegang krgt tot het netwerk in uw land of regio.
Back-up
Maak een back-up van de inhoud van het apparaat voor het geval het apparaat
wordt beschadigd, gestolen of verloren.
• Als u een back-up wilt maken op een Google-account, raadpleegt u
maken en synchroniseren met een Google-account
• Als u een back-up wilt maken op een computer, raadpleegt u
op pagina 44.
van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
• Als u een back-up wilt maken op een geheugenkaart, raadpleegt u
Een back-up
Een back-up maken
op pagina 45.
Een back-up
maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een geheugenkaart
pagina 46.
Schermvergrendeling
op
Als het scherm is vergrendeld, kunt u het ontgrendelen met een veeggebaar of
met een persoonlk patroon, PIN, wachtwoord of vingerafdruk. Oorspronkelk
wordt een onbeveiligde veegbeweging over het scherm ingesteld, maar we raden
aan om een veiligere schermvergrendeling in te stellen op het apparaat.
12
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld in de
volgor
de van zwak naar sterk:
• Vegen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
• Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te
ontgrendelen.
• PIN: voer een numerieke PIN in van minstens vier cfers om het apparaat te
ontgrendelen.
• Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te
ontgrendelen.
• Vingerafdruk: plaats de geregistreerde vinger op de sensor om het apparaat te
ontgrendelen.
Hint
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat in bepaalde situaties automatisch
ontgr
endelen, zoals wanneer het verbonden is met een Bluetooth-apparaat of als u het
apparaat met u meedraagt. Ga naar
voor meer informatie.
http://www.support.google.com/
en zoek "smart lock"
Een schermvergrendeling maken of veranderen
Opmerking
Het is heel belangrk da
schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrke gegevens,
zoals contacten en berichten, mogelk niet meer herstellen.
t u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Schermvergrendeling.
2Bevestig desgevraagd uw huidige schermvergrendeling.
3Kies een optie en volg de instructies op het scherm.
4Als een veilige schermvergrendeling is ingesteld, kunt u instellen dat de aan-
uitknop het scherm vergrendelt, kunt u de activeringstd van de
schermvergrendeling instellen, en kunt u een bericht voor het
vergrendelingsscherm maken door op
(pictogram Instellingen) te tikken.
Hint
Als u een Microsoft® Exchange ActiveSync®-account (EAS) gebruikt, kan door de EASbeveiligingsinst
wachtwoord. Neem contact op met de netwerkbeheerder om te controleren welk
netwerkbeveiligingsbeleid is geïmplementeerd.
ellingen het type schermvergrendeling beperkt zn tot alleen een PIN of
Vingerafdrukbeheer
Registreer uw vingerafdruk als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen
van het apparaat of om aankopen te veriëren. U kunt maximaal 5 vingerafdrukken
op het apparaat registreren.
Als een vingerafdruk wordt gebruikt voor schermvergrendeling, dient de
schermvergrendeling met het patroon, de PIN of het wachtwoord als een
alternatieve ontgrendelingsmethode. Voordat u uw vingerafdruk registreert,
controleert u of de sensor schoon is en vr is van zichtbaar vocht.
Een vingerafdruk voor het eerst registreren
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Tik op Volgende. Bevestig desgevraagd uw patroon, PIN of wachtwoord, of kies
een alternatieve schermvergrendelingsmethode, en volg de instructies op het
scherm om dit in te stellen.
3Tik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de registratie van de
vingerafdruk te voltooien.
13
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Extra vingerafdrukken registreren
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Bevestig uw patroon, PIN of wachtwoord.
3Tik op Vingerafdruk toevoegen en volg de instructies op het scherm.
Een geregistreerde vingerafdruk verwderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Bevestig uw patroon, PIN of wachtwoord.
3Tik op
(pictogram V
erwderen) om de vingerafdruk te verwderen.
De naam van een geregistreerde vingerafdruk wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Selecteer een geregistreerde vingerafdruk in de lst, voer een naam in en tik op
OK.
SIM-kaartbeveiliging
U kunt elke SIM-kaart in uw apparaat vergrendelen en ontgrendelen met een PIN.
Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het aan de kaart gekoppelde abonnement
beschermd tegen misbruik, wat betekent dat u elke keer wanneer u uw apparaat
start, u een PIN moet invoeren.
Als u uw PIN te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan
de PUK (Personal Unblocking Key) en een nieuwe PIN invoeren. U ontvangt de PIN
en de PUK van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartvergrendeling instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Simkaart vergrendelen om in te schakelen.
4Voer de PIN van de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartvergrendeling is nu
actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om uw
PIN in te voeren.
De PIN-code van de SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Pincode simkaart wzigen.
4Voer de oude PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
5Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
6Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde SIM-kaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1Voer de PUK-code in en tik op
oer een nieuwe PIN-code in en tik op
2V
oer de nieuwe PIN-code nogmaals in en tik op
3V
Opmerking
Als u te vaak een onjuiste PUK-code hebt ingevoerd, dient u contact met uw
ne
twerkprovider op te nemen voor een nieuwe SIM-kaart.
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
14
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Apparaten met een dubbele SIM-kaart gebruiken
Als u e
geplaatste SIM-kaarten. U kunt binnenkomende communicatie op beide SIMkaarten ontvangen en u kunt selecteren vanaf welk nummer u uitgaande
communicatie wilt uitvoeren. Voordat u meerdere SIM-kaarten kunt gebruiken,
moet u deze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer moet
afhandelen.
U kunt gesprekken die binnenkomen op SIM 1 doorschakelen naar SIM 2 als SIM 1
niet bereikbaar is en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moet deze functie handmatig inschakelen. Zie
pagina 68.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Tik op de schakelaar SIM1 en SIM2 om de SIM-kaarten in of uit te schakelen.
De naam van een SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Selecteer een SIM-kaart en voer een nieuwe naam ervoor in.
3Tik op OK.
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
en apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, werkt het met één of twee
Gesprekken doorschakelen
op
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een of twee unieke identicatienummers die IMEI of Product-ID
worden genoemd. Zorg dat u een kopie hiervan bewaart. U hebt dit nummer
eventueel nodig als het apparaat is gestolen of als u contact opneemt met de
klantenservice.
Uw IMEI-nummer(s) met het toetsenblok weergeven
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Toetsenblok).
3Voer *#06# in op het toetsenblok. De IMEI-nummer(s) worden automatisch
weergegeven.
(pictogram Telefoon).
15
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Uw IMEI-nummer(s) op de etiketstrook ae
zen
rek de SIM- en geheugenkaarthouder naar buiten.
1T
2Trek de strook met een vingernagel naar buiten. Op de strook worden de IMEI-
nummer(s) vermeld.
Een verloren apparaat terugvinden, vergrendelen of wissen
Google biedt een locatie- en beveiligingswebservice aan die Mn apparaat zoeken
heet. Nadat u zich hebt aangemeld met een Google-account, wordt Mn apparaat
zoeken standaard ingeschakeld. Als u uw apparaat verliest, kunt u met Mn
apparaat zoeken:
• De locatie van uw apparaat zoeken en weergeven op een kaart.
• Het apparaat vergrendelen en op het vergrendelingsscherm een bericht laten
weergeven.
• Het apparaat ontgrendelen en resetten door de inhoud te wissen.
• De beltoon activeren, zelfs als het geluid is uitgeschakeld.
Het apparaat moet zn ingeschakeld en een internetverbinding hebben, en de
locatieservice moet zn geactiveerd. De service Mn apparaat zoeken is mogelk
niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Voor meer informatie over Mn apparaat zoeken, gaat u naar
support.google.com/
Controleren of uw apparaat kan worden gevonden
• Ga naar
account.
https://www.google.com/android/nd
en zoekt u naar "Mn apparaat zoeken".
en meld u aan met uw Google-
https://
Locatieservices gebruiken
Met locatieservices kunnen applicaties zoals Maps en de camera de informatie van
mobiele en Wi-Fi-netwerken gebruiken en combineren met GPS-informatie (Global
Positioning System) om uw locatie b benadering te bepalen. Als de verbinding
met GPS-satellieten niet optimaal is, kan het apparaat uw locatie met behulp van
16
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
de Wi-Fi-functie bepalen. En als u niet binnen het bereik van een netwerk bent,
k
an uw apparaat uw locatie met behulp van uw mobiele netwerk bepalen.
Als u uw apparaat wilt gebruiken om erachter te komen waar u bent, moet u
locatieservices inschakelen.
Locatieservices in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Locatie.
2Tik op de schakelaar om de locatieservices in of uit te schakelen.
De nauwkeurigheid van GPS verbeteren
Als u de GPS-functie van het apparaat voor het eerst gebruikt, kan het enkele
minuten duren voordat uw locatie wordt gevonden. Om ervoor te zorgen dat het
zoeken zo goed mogelk verloopt, moet u vr zicht op de hemel hebben. Sta stil
en dek de GPS-antenne niet af. GPS-signalen kunnen door wolken en plastic
dringen, maar niet door de meeste massieve objecten, zoals gebouwen en bergen.
Als uw locatie niet binnen enkele minuten wordt gevonden, gaat u naar een
andere locatie.
17
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
De basisaspecten onder de knie
krgen
He
t aanraakscherm gebruiken
Tikken
• Een onder
• Een selectievakje of optie aanvinken of niet.
• Tekst invoeren met behulp van het virtuele toetsenbord.
deel openen of selecteren.
18
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Aanraken en aangeraakt houden
• Een it
• De selectiemodus activeren, bvoorbeeld, om meerdere items in een lst te
em verplaatsen.
selecteren.
Knpen en spreiden
19
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
• Knpen of spr
of video's opneemt.
eiden op webpagina's, foto's en kaarten en wanneer u foto's maakt
Vegen en scrollen
• Scr
oll omhoog en omlaag of naar links en rechts.
• Veeg naar links of naar rechts, bvoorbeeld tussen de deelvensters van het
startscherm.
Zsensor gebruiken
De Zsensor-balk maakt het gemakkelker om uw apparaat met één hand te
gebruiken. U kunt het menu Zsensor weergeven door op de Zsensor-balk op de
buitenrand van het scherm te dubbeltikken, of u kunt terugkeren naar het vorige
scherm door met uw vinger over de balk te vegen. Verzeker u ervan binnen de
Zsensor-balk met uw vinger te tikken of te vegen.
20
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Opmerking
Zsensor is nie
t beschikbaar in bepaalde situaties, zoals wanneer de Ultra STAMINA-modus
is geactiveerd, of wanneer het scherm wordt weergegeven in de liggende stand.
Het Zsensormenu weergeven
• Als u he
Hint
t Zsensormenu wilt activeren, dubbeltikt u op de Zsensor-balk.
Als u Zsensormenu wilt afsluit
gebied op het scherm.
Int
en, dubbeltikt u op de Zsensor-balk of tikt u op een leeg
21
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Terugkeren naar het vorige scherm met behulp van de zsensor
eeg met uw vinger omhoog of omlaag langs de Zsensor-balk om terug te keren
• V
naar het vorige scherm.
Zsensor in- en uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd.
2Tik op Zsensor.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Zsensor-instellingen
ZsensormenuSelecteer de Zsensormenu-indeling en of he
worden weergegeven op het vergrendelingsscherm.
Gevoeligheid van
Stel in hoe de Zsensor-balk moe
t worden bediend.
Zsensorbalk
Zsensorbalk
ongureren
c
Tik op Sensor ingeschakeld om te selecteren of Zsensor
moet worden gebruikt aan één of beide zkanten van het
scherm. Tik op de Zsensortdelk uitschakelen-schakelaar
om de functie tdelk uit te schakelen. Gebruik elke
schuifregelaar om de lengte, transparantie en positie van de
Zsensor-balk aan te passen.
Terug navigerenSelecteer dit als u de Zsensor-balk wilt gebruik
te keren naar het vorige scherm.
Apps selecteren die
t gebaren
me
Stel in welke applicaties moeten worden gebruikt met
Zsensor.
werken
t menu moet
en om terug
22
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Het scherm in- of uitschakelen
W
anneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde tdsduur
inactief is, wordt het scherm gedimd en uitgeschakeld om batterlading te
besparen. U kunt wzigen hoe lang het scherm actief blft voordat het wordt
uitgeschakeld.
Als het scherm wordt uitgeschakeld, kan het apparaat vergrendeld of ontgrendeld
zn,afhankelk van de instelling van schermvergrendeling. Zie
Schermvergrendeling
Het scherm in- of uitschakelen
• Druk kort op de aan-uitknop.
De wachttd instellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Slaapstand.
2Selecteer een optie.
op pagina 12.
Slimme achtergrondverlichtingsregeling
De slimme achtergrondverlichtingsregeling houdt het scherm aan zolang u het
apparaat in uw hand vasthoudt. Zodra u het apparaat neerlegt, wordt het scherm
uitgeschakeld aan de hand van de slaap-instelling.
De slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Slimme
achtergrondverlichting.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is
vergelkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Het aantal
deelvensters in het startscherm wordt aangegeven door de balk onder aan het
startscherm. De positie van de balk geeft het deelvenster aan dat momenteel
wordt weergegeven.
Naar het startscherm gaan
• Tik op
(Startschermknop).
23
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Door het startscherm bladeren
Startschermrotatie toestaan
1Houd e
en leeg gebied op het startscherm aangeraakt totdat het optiemenu wordt
weergegeven.
2Tik op Instellingen startscherm.
3Tik op de schakelaar Draaien van startscherm toestaan.
Applicatiescherm
Het applicatiescherm, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die
vooraf op uw apparaat zn geïnstalleerd en de applicaties die u hebt gedownload.
24
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Alle applicaties op het applicatiescherm weergeven
eeg het startscherm omhoog en scroll vervolgens het applicatiescherm omhoog
• V
of omlaag om alle applicaties weer te geven.
Een applicatie openen vanuit het applicatiescherm
• Wanneer het applicatiescherm open staat, veegt u omhoog om naar de applicatie
te zoeken en tikt u vervolgens op de applicatie.
Een applicatie zoeken vanuit het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op Apps zoeken.
2Voer de naam in van de applicatie die u wilt zoeken.
De applicaties op het applicatiescherm rangschikken
1Tik op
(pictogram Menu) t
erwl het applicatiescherm is geopend.
2Tik op Apps sorteren en selecteer een optie.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1Houd op het applicatiescherm een applicatiepictogram aangeraakt totdat het
apparaat gaat trillen, en sleep daarna het pictogram omhoog. Het startscherm
wordt geopend.
2Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het
vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2Z
org dat Eigen volgorde is geselecteerd onder Apps sorteren.
(pictogram Menu).
3Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar
de nieuwe locatie.
25
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Navigeren door applicaties
U k
unt tussen applicaties navigeren met de navigatieknoppen en het venster met
onlangs gebruikte applicaties. De navigatieknoppen zn de knop Vorige en de
startschermknop. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen
met de modus Gesplitst scherm indien de applicatie de functie voor meerdere
schermen ondersteunt.
Overzicht van navigeren door applicaties
1Alles wissen – Sluit alle r
2Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
3Startschermknop – Sluit een applicatie af en keer terug naar het startscherm
4Knop Vorige – Keer terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie af
ecentelk gebruikte applicaties
Het venster met laatst gebruikte applicaties openen
• Veeg
(Startschermknop) omhoog.
Alle recentelk gebruikte applicaties sluiten
1Veeg de (Startschermknop) omhoog.
2Veeg het venster helemaal naar rechts en tik daarna op Alles wissen.
Een menu in een applicatie openen
• Tik terwl u een applicatie gebruikt op (pictogram Menu) of (pictogram
Opties).
26
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Opmerking
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
Modus G
esplitst scherm
In de modus Gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelk weergeven,
bvoorbeeld als u het postvak IN van uw e-mail en een webbrowser tegelkertd
wilt weergeven.
Overzicht van gesplitst scherm
1Applicatie 1
2Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
3Applicatie 2
4Startschermknop – Ga terug naar het startscherm
5Knop Vorige – Ga terug naar het vorige scherm
Opmerking
Niet alle applicaties ondersteunen de modus Gesplitst scherm.
De modus voor gesplitst scherm gebruik
en
1Zorg dat de twee applicaties waarvoor u de modus Gesplitst scherm wilt
gebruiken, geopend zn en op de achtergrond worden uitgevoerd.
2Veeg de
aties te openen.
applic
(Startschermknop) omhoog om het venster met laatst gebruikte
3Veeg naar links of rechts om te zoeken naar de applicatie die u in de modus voor
gesplitst scherm wilt gebruiken.
4Tik op het pictogram van de applicatie bovenaan het applicatiescherm en tik
vervolgens op Gesplitst scherm.
27
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
5Sele
cteer de tweede gewenste applicatie. Als u de grootte van de vensters op het
gesplitste scherm wilt aanpassen, sleept u de scheidingsrand tussen de twee
vensters van het gesplitste scherm.
6Om de modus voor gesplitst scherm af te sluiten, sleept u de scheidingsrand
tussen de twee vensters naar de bovenkant van het scherm.
Eénhandige modus
Schakel de Eénhandige modus in om de schermgrootte aan te passen zodat u
makkelker met één hand kunt typen.
Eénhandige modus in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Eénhandige modus.
2Tik op de schakelaar Eénhandige modus om de functie in of uit te schakelen.
3Dubbeltik op
4Als u Eénhandige modus wilt afsluit
tik
t u op een leeg gebied op het scherm.
De positie van het scherm aanpassen
1Tik op
(pictogram Pl-link
respectievelk links of rechts te bewegen.
2Sleep de horizontale strepen aan de rand van het scherm met een nieuwe grootte
om het scherm omhoog of omlaag te bewegen.
3Pas de grootte van het scherm aan door
de r
and van het scherm met de nieuwe grootte te slepen.
(Startschermknop) om het scherm te verkleinen.
(Startschermknop) of
s) of
en, dubbeltikt u op
(pictogram Pl-r
echts) om het scherm naar
(pictogram Schermgrootte wzigen) aan
Hint
Als u wilt terugkeren naar de modus volledig scherm, tikt u op een leeg gebied op het
scherm.
Widge
ts
Widgets zn kleine applicaties die u rechtstreeks op uw startscherm kunt
gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppeling. Met de widget Agenda kunt u
bvoorbeeld uw agenda rechtstreeks op het startscherm weergeven. Als u op de
widget tikt, wordt de volledige applicatie Weer geopend. U kunt meer widgets
downloaden vanaf Google Play.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
2Houd de widget die u wilt toevoegen aangeraakt en sleep deze naar de gewenste
locatie.
De afmetingen van een widget wzigen
1Houd een widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los.
2Sleep de punten om de widget kleiner of groter te maken.
3Tik op een willekeurige plaats op het Startscherm om de nieuwe afmetingen te
bevestigen.
Een widget verplaatsen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar de
nieuwe locatie.
Een widget verwderen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Sleep deze vervolgens naar
Verwderen.
28
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Snelkoppelingen en mappen
U k
unt snelkoppelingen en mappen gebruiken om uw applicaties te beheren en
het startscherm opgeruimd te houden.
Overzicht van snelkoppelingen en mappen
1Open een applicatie met een snelkoppeling
2Open een map met applicaties
Een item op het startscherm verplaatsen
• Houd he
t item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de nieuwe locatie. Wanneer u het item helemaal naar rechts sleept, wordt een
nieuw deelvenster toegevoegd aan het startscherm.
Een item vanaf de startpagina verwderen
• Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
Verwderen. Deelvensters die geen items bevatten worden automatisch
verwderd.
Een map op het startscherm maken
• Houd het pictogram van een applicatie of een snelkoppeling aangeraakt totdat het
apparaat trilt. Sleep het vervolgens naar een ander pictogram van een applicatie of
een andere snelkoppeling.
Items toevoegen aan een map op het startscherm
• Houd een item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de map.
Een map op het startscherm hernoemen
1Tik op de map om deze te openen.
2Tik op de titelbalk van de map om een tekstinvoerveld weer te geven.
3Voer de naam van de nieuwe map in.
29
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Achtergrond
He
t apparaat heeft een standaardachtergrond, maar u kunt het startscherm en het
vergrendelingsscherm aanpassen aan uw eigen stl door achtergronden met
verschillende kleuren en patronen te gebruiken.
U kunt een achtergrond gebruiken zonder de andere elementen van het
startscherm en vergrendelingsscherm te veranderen. Live achtergronden voegen
visuele eecten toe aan interacties met het aanraakscherm, waardoor het scherm
dynamisch verandert.
De achtergrond veranderen
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt.
2Tik op Achtergrond.
3Selecteer een achtergrond en tik op Achtergrond instellen.
4Selecteer een optie.
Hint
U kunt ook een foto als achtergrond gebruiken. In plaats van een achtergrond te selecteren
uit de we
ergegeven mogelkheden, tikt u op Mn foto's en selecteert u een foto.
Een screenshot maken
U kunt stilstaande beelden van elk scherm op uw apparaat maken als een
screenshot. Gemaakte screenshots worden automatisch opgeslagen in de
applicatie Album.
Een schermafbeelding maken
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Screenshot.
Hint
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume
omlaag t
egelkertd ingedrukt te houden.
De screenshot weergeven
1Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2Tik op de screenshot.
Meldingen
Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen, zoals nieuwe berichten
en agendameldingen, en van lopende activiteiten, zoals downloads. Meldingen
worden weergegeven op:
• de statusbalk
• het gedeelte voor meldingen
• het vergrendelingsscherm
• het pictogram van de app
30
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Loading...
+ 84 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.