Uw appar
hand langs kunt schuiven om het apparaat gemakkelker te kunnen gebruiken. U
kunt de Zsensormenu weergeven als snelkoppeling naar applicaties en
instellingen, of het menu Meerdere vensters om twee toepassingen te selecteren
in de modus voor gesplitst scherm. U kunt ook terugkeren naar het vorige scherm
door omlaag te schuiven langs de sensor. Verzeker u ervan binnen het
sensorgebied met uw vinger te tikken of te vegen. Als u meer wilt weten over
Zsensor, gaat u naar en tikt u op Instellingen > Weergave > Geavanceerd >
Zsensor > ZSENSORZELFSTUDIE.
aat heeft sensoren aan de zkanten waarop u kunt tikken of met één
Opmerking
Zsensor is niet beschikbaar in bepaalde situaties, zoals wanneer de Ultra STAMINA-modus
is geactiveerd, of wanneer het scherm wordt weergegeven in de liggende stand.
6
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 7
De Zsensormenu weer
geven
• Als u het Zsensormenu wilt activeren, dubbeltikt u op de zkant van het apparaat.
Hint
Als u Zsensormenu wilt afsluit
een leeg gebied op het scherm.
en, dubbeltikt u op de zkant van het apparaat of tikt u op
Het menu Meerdere vensters weergeven
7
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 8
1Schuif uw vinger omhoog langs de zk
ant van het apparaat om het menu
Meerdere vensters weer te geven.
2Volg de instructies op het scherm om apps toe te voegen aan een gesplitst
scherm.
Terugkeren naar het vorige scherm met behulp van de zsensor
• Schuif uw vinger omlaag langs de zk
ant van het apparaat om terug te keren naar
het vorige scherm.
Als u Zsensor wilt in- of uitschakelen, of andere Zsensor-opties wilt instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd.
2Tik op Zsensor.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen. Als u andere Zsensor-
opties wilt bewerken, volgt u de instructies op het scherm op het onderste deel
van het scherm.
Hint
U kunt selecteren of u Zsensor op é
kunt ook de actie op het scherm b elk gebaar veranderen.
én of beide zkanten van het apparaat wilt gebruiken. U
Dynamische trilling
Met de functie Dynamische trilling beleeft u media intenser door
gesynchroniseerde trillingen toe te voegen terwl u op het apparaat video's bekkt
of naar muziek luistert. Ga naar Instellingen > Geluid > Dynamische trilling om
meer te weten te komen over deze functie.
Dynamische trilling wordt in de volgende situaties automatisch uitgeschakeld:
• Het mediavolume is ingesteld op stil.
• De achtergrondverlichting is uitgeschakeld.
• STAMINA-modus is geactiveerd.
8
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 9
Opmerking
Dynamische trilling werkt niet met alle media-apps.
Nive
aus van dynamische trilling
UitGeen trilling
MildMinder trilling
NormaalGoed gebalanceerde trilling
KrachtigMeer trilling
De instellingen voor dynamische trilling binnen een media-app aanpassen
1Open de gewenste media-app, bvoorbeeld YouTube of de Album-app.
2Speel de media-inhoud af.
3Druk op de volumetoets om het volumepaneel te openen.
4Sleep de schuifregelaar van Dynamische trilling om het gewenste niveau voor deze
app in te stellen.
5De Dynamische trilling-instelling wordt opgeslagen voor de volgende keer
wanneer u deze app gebruikt.
Hint
Er is geen trilling als het mediavolume is ingesteld op stil.
Dynamische trilling in- of uitschak
elen
• Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Dynamische trilling.
Cinema Pro
Cinema Pro is een applicatie die gebruikmaakt van de digitale
lmcameratechnologie van Sony. U kunt uw ideale video's maken door
professionele parameters en kleurinstellingen te congureren.
Cinema Pro openen
• Ga naar en tik op
Cinema P
ro Startscherm
(pictogram Cinema Pro).
Hint
De oranje parameters kunnen worden ingesteld.
1Zoeker
9
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 10
2Project-instellingen – Tik op (pictogram Toevoegen) om een nieuw project te maken.
arameters beïnvloeden de sfeer van het hele project en van de videoclips die b het project
P
horen. De projectinstellingen kunnen niet worden gewzigd,tenz u een nieuw project maakt.
3Clip-instellingen – De parameters kunnen voor elke videoclip worden ingesteld.
4Tik om de opname te starten of te stoppen.
5Tik om het huidige frame als een stilstaand beeld vast te leggen.
6Tik om het witte kader van 16:9 weer te geven in de zoeker van 21:9.
7Tik om videoclips of stilstaande beelden weer te geven. U kunt een stilstaand beeld van de video
astleggen door tdens het afspelen op
v
8Tik op Alle bestanden en zoek naar clips in het huidige project. Tik vervolgens op (knop
Omhoog naviger
projecten, uiteindelkelms of bestanden in het album. Tik op
naar he
t startscherm van Cinema Pro.
9Statusaanduidingen
en) en schakel de schermen om om clips en video's te zoeken in andere
(pictogram Video bewerken) te tikken.
(knop Vorige) om terug te keren
Clips samenvoegen en een lm weer
geven
1Terwl u de applicatie Cinema Pro gebruikt, tikt u op Alle bestanden om een lst
met clips in een project weer te geven.
2Tik op
(pictogram Meer) > Uit
eindelke lm maken.
3Tik op de clips in de volgorde waarin u ze wilt combineren. Tik vervolgens op
Maken.
4Als u de gemaakte lm wilt weergeven, tikt u op
hoof
dscherm).
(pictogram Ga naar
5Tik op Uiteindelke lms, en vervolgens op de lm die u hebt gemaakt.
De geluidsuitvoer verbeteren
U kunt het geluid van uw apparaat verbeteren door handmatig individuele
geluidsinstellingen in te schakelen, zoals de equalizer en het surroundgeluid.
De kwaliteit van gecomprimeerde muziekbestanden verbeteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie DSEE HX in door op de schakelaar te tikken.
Opmerking
• Een dr
• Verbeterde geluidseecten werken alleen voor analoge hoofdtelefoons die met het
aadloze hoofdtelefoon die ondersteuning biedt voor High-Resolution Audio is nodig
om geluid te kunnen afspelen in een kwaliteit die gelkwaardig is aan High-Resolution
Audio.
apparaat zn verbonden via een hostadapter van USB naar een audioaansluiting van 3,5
mm. Ze zn niet beschikbaar voor digitale of USB-hoofdtelefoons.
De geluidsuitvoer verbeteren met Dolby Atmos®
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geluidsinstellingen.
2Schakel de functie Dolby Atmos in door op de schakelaar te tikken.
3Tik op Dolby Atmos voor meer opties.
Actieve display-instellingen
Met het actieve display kunt u informatie op het scherm weergeven, zoals td,
meldingen, muziek of foto's, terwl het scherm is uitgeschakeld. Op het actieve
display kunt u ook album art weergeven tdens het afspelen van muziek, onlangs
gemaakte foto's weergeven, of foto's in Album weergeven die zn genomen op
uw huidige locatie. Wanneer u thuis bent, worden de foto's die worden
weergegeven automatisch geselecteerd door het Xperia-apparaat.
2Tik op Foto afspelen en tik vervolgens op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
3Selecteer Foto's op apparaat.
Gameverbetering
De Gameverbetering-applicatie maakt de gameplay veel handiger met diverse
functies. Tdens het spelen van een game, kunt u voorkomen dat meldingen
worden weergegeven, de instellingen van de prestaties veranderen, en nog veel
meer.
Gedownloade games worden automatisch weergegeven in de Gameverbetering-
applicatie, en u kunt de games snel openen vanuit het Gameverbetering-menu. U
11
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 12
kunt tdens he
Gameverbe
t gamen diverse instellingen aanpassen door op
tering openen) te tikken.
Gameverbetering openen
• Ga naar en tik op (pictogram Gameverbetering).
(pictogram Menu
Overzicht v
an het scherm
1Gamestarter
2Voeg handmatig nieuwe games toe.
3Gameverbetering-instellingen
Gameverbetering gebruiken tdens he
1Tik op
(pictogram Menu Gameverbetering openen) t
t gamen
2Tik om de gewenste instellingen te congureren.
12
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
erwl u een game speelt.
Page 13
Hint
U kunt (pictogram Menu Gameverbetering openen) slepen en naar de gewenste positie
t scherm verplaatsen.
op he
Smart-gespreksverwerking
U kunt inkomende gesprekken verwerken zonder het scherm aan te raken door de
functie Smart-gespreksverwerking in te schakelen. Eenmaal geactiveerd, kunt u
gesprekken op de volgende manier verwerken:
• Beantwoorden: breng het apparaat naar uw oor.
• Weigeren: schud het apparaat.
• Beltoon uit: leg het apparaat ondersteboven.
Smart-gespreksverwerking in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Smart-gespreksverwerking.
5Tik op de schakelaar hieronder om de functie in of uit te schakelen.
(pictogram Telefoon).
ellingen.
13
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 14
Aan de slag
Over de
Dit is de gebruikershandleiding van de Xperia 1 voor softwareversie Android 9. Als
u niet zeker weet welke softwareversie uw apparaat gebruikt, kunt u dat
controleren in het menu Instellingen.
Opmerking
Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders weergeven
dan in de
niet door een update beïnvloed. Ga voor meer informatie over software-updates naar
apparaat updaten
De huidige softwareversie en het modelnummer van uw apparaat controleren
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon. De huidige
softwareversie wordt weergegeven b Build-nummer. Het huidige modelnummer
wordt weergegeven b Model.
ze Gebruikershandleiding
ze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Android-versie wordt mogelk
op pagina 42.
Beperkingen van services en functies
Sommige services en functies die in deze Gebruikershandleiding worden
beschreven, worden mogelk niet ondersteund voor alle landen of regio's, of door
alle netwerken en serviceproviders. Het internationale GSM-alarmnummer kan
altd in alle landen en regio's, op alle netwerken en voor alle serviceproviders
worden gebruikt, mits het apparaat met het mobiele netwerk is verbonden. Neem
contact op met uw netwerkoperator of serviceprovider om te bepalen of eventuele
specieke services of functies beschikbaar zn en om na te gaan of dit extra kosten
voor toegang of gebruik met zich meebrengt.
Het gebruik van bepaalde functies en applicaties die in deze handleiding zn
beschreven, kunnen internettoegang vereisen. Er kunnen kosten voor
dataoverdracht in rekening worden gebracht wanneer uw apparaat verbinding
maakt met het internet. Neem contact op met uw draadloze-serviceprovider voor
meer informatie.
Uw
14
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 15
Overzicht
1Oplaad-/meldingslampje
2Tweede microfoon
3Nabheids-/lichtsensor
4Camera aan voorzde
5Oortelefoon/tweede luidspreker
6Nano-SIM-/geheugenkaartsleuf
7Volume-/zoomtoets
8Vingerafdruksensor
9Aan-uitknop
10Cameratoets
11Hoofdluidspreker
12USB-poort/lader/audioadapter
unt het scherm van uw apparaat weergeven op een televisie of een ander groot
U k
weergaveapparaat met behulp van een USB Type-C-kabel.
Opmerking
De USB Type-C-kabel moet compatibel zn me
t de standaard voor de poort op het
weergaveapparaat. Het is mogelk dat sommige functies niet beschikbaar zn
wanneer u het apparaat aansluit op een ander weergaveapparaat.
13Hoofdmicrofoon
15
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 16
14Gebied van subantenne voor mobiele netwerken
15NFC-detectiegebied
16Flitserled
17RGBC IR-sensor
18Dubbele camera
193e camera
20 Gebied van 4e antenne voor mobiele netwerken/Wi-Fi/Bluetooth®/GPS-antenne
21Gebied van 3e antenne voor mobiele netwerken
22Gebied van hoofdantenne voor mobiele netwerken
Kaart plaatsen - enkele SIM
Uw appar
aat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. In apparaten met een enkele
SIM kunt u één SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen.
De SIM-kaart en de geheugenkaarten passen in verschillende delen van de nanoSIM- en geheugenkaarthouder. Zorg dat u beide niet met elkaar verwart.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
op pagina 23.
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
ontk
oppelen voordat u de houder eruit trekt om de nano-SIM-kaart of geheugenkaart uit
het apparaat te verwderen.
16
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 17
Een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
1T
rek de SIM-kaarthouder naar buiten.
2Plaats de SIM-kaart stevig in de SIM-kaarthouder.
3Plaats de geheugenkaart stevig in de geheugenkaarthouder.
4Duw de SIM-kaarthouder voorzichtig terug in de sleuf tot deze op zn plaats zit.
Kaarten plaatsen – dubbele SIM
Uw apparaat ondersteunt alleen nano-SIM-kaarten. Apparaten met een dubbele
SIM ondersteunen óf twee nano-SIM-kaarten óf een nano-SIM-kaart en een
geheugenkaart.
Apparaten met een dubbele SIM zn niet in elke regio en b elke aanbieder
verkrgbaar.
Voor informatie over hoe u kunt controleren of uw apparaat een enkele SIM of een
dubbele SIM accepteert, gaat u naar
op pagina 23.
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
Opmerking
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u het apparaat uitschakelen of de geheugenkaart
oppelen voordat u de houder er uit haalt om de nano-SIM-kaart (of kaarten) of
ontk
geheugenkaart uit het apparaat te verwderen.
Twee nano-SIM-kaarten of een nano-SIM-kaart en een geheugenkaart
plaatsen
Opmerking
Knip niet in de SIM-kaart omdat dit het apparaat kan beschadigen.
rek de SIM-kaarthouder naar buiten.
1T
2Plaats de hoofd-SIM-kaart stevig in de positie voor SIM1.
3Plaats de tweede SIM-kaart (SIM2) of de geheugenkaart stevig in de juiste richting
in de houder.
4Duw de SIM-kaarthouder voorzichtig terug in de sleuf tot deze op zn plaats zit.
Een apparaat met dubbele SIM-kaart gebruiken
Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, werkt het met één of twee
geplaatste SIM-kaarten. U kunt binnenkomende communicatie op beide SIMkaarten ontvangen en u kunt selecteren vanaf welk nummer u uitgaande
communicatie wilt uitvoeren. Voordat u meerdere SIM-kaarten kunt gebruiken,
17
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 18
moet u deze inschakelen en de SIM-kaart selecteren die het dataverkeer moet
afhandelen.
U k
unt gesprekken die binnenkomen op SIM 1 doorschakelen naar SIM 2 als SIM 1
niet bereikbaar is en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moet deze functie handmatig inschakelen. Zie
Gesprekken doorschakelen
op
pagina 65.
Het gebruik van twee SIM-kaarten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Tik op de schakelaar SIM 1 en SIM 2 om de SIM-kaarten in of uit te schakelen.
De naam van een SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM.
2Selecteer een SIM-kaart en voer een nieuwe naam ervoor in.
3Tik op OK.
Selecteren welke SIM-kaart dataverkeer afhandelt
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer de SIM-kaart die u voor dataverkeer wilt gebruiken.
Bescherming van het scherm
Opmerking
Voordat u het apparaat gebruikt, ver
gebruiken.
wdert u alle beschermfolies om alle functies te kunnen
Een screen cover of een screen protector helpen u het apparaat te beschermen
tegen beschadiging. We raden u aan alleen screen covers te gebruiken die voor uw
Xperia-apparaat zn bedoeld. Als u een beschermaccessoire van een ander merk
op uw scherm aanbrengt, functioneert uw apparaat mogelk niet meer correct
omdat sensoren, lenzen, luidsprekers of microfoons kunnen worden afgedekt.
Hierdoor kan de garantie komen te vervallen.
Uw apparaat de eerste keer inschakelen
Het wordt aangeraden de batter minimaal 30 minuten op te laden voordat u het
apparaat voor de eerste keer inschakelt. U kunt uw apparaat blven gebruiken
tdens het opladen. Ga voor meer informatie over het opladen naar
opladen
op pagina 38.
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt u aan de hand van een
installatiehandleiding geholpen b het congureren van de basisinstellingen, het
personaliseren van uw apparaat en het aanmelden b uw accounts, bvoorbeeld
een Google-account.
Het apparaat inschakelen
1Druk lang op de aan-uitknop tot het apparaat trilt.
2Voer de PIN van uw SIM-kaart in wanneer hierom wordt gevraagd en tik vervolgens
(pictogram Klaar).
op
3W
acht even totdat het apparaat start.
Uw apparaat
Hint
De PIN van uw SIM-kaart wordt aan
kunt deze later wzigen in het menu Instellingen. Als u een fout b het invoeren van de PIN
van uw SIM-kaart wilt corrigeren, tikt u op
vankelk door uw netwerkoperator geleverd, maar u
(pictogram Backspace).
18
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 19
Het apparaat uitschakelen
1Druk lang op de aan-uitknop t
2Tik op Uitschakelen.
Opmerking
Het kan even duren voordat het apparaat wordt uitgeschakeld.
W
aarom heb ik een Google-account nodig?
Uw Sony-apparaat draait op het Android-platform dat is ontwikkeld door Google.
Diverse Google-applicaties en -services zn al b aanschaf op uw apparaat
geïnstalleerd, bvoorbeeld Gmail, Google Maps, YouTube en de applicatie Google
Play. Om alles uit deze services te halen, hebt u een Google-account nodig. Met
een Google-account kunt u bvoorbeeld het volgende doen:
• Applicaties downloaden en installeren vanaf Google Play.
• Uw e-mail, contacten en agenda synchroniseren met behulp van Gmail.
• U kunt een back-up maken van uw gegevens, deze herstellen en ze kopiëren van
een oud apparaat naar een nieuw apparaat.
• Chatten met vrienden met behulp van de applicatie Google Duo.
• Uw browsergeschiedenis en bladwzers synchroniseren met behulp van de
webbrowser Chrome.
• Uzelf kenbaar maken als de bevoegde gebruiker na een softwarereparatie met
behulp van Xperia Companion.
• Een verloren of gestolen apparaat op afstand zoeken, vergrendelen of
ontgrendelen met de behulp van de service Mn apparaat zoeken.
Ga voor meer informatie naar
otdat het optiemenu wordt weergegeven.
http://support.google.com/
.
Een Google-account instellen op uw apparaat
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Google.
2Volg de instructies op het scherm om een Google-account te maken of meldt u
aan als u al een account hebt.
Inhoud van het oude apparaat overbrengen
Er zn verschillende manieren om de gegevens van een oud apparaat over te
brengen naar een nieuw apparaat.
• Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een computer
• Gegevens kopiëren en overbrengen met behulp van een SD-kaart
Gegevens synchroniseren met behulp van een Google-account
U kunt gegevens overbrengen door te synchroniseren met een Google-account.
Maak eerst een back-up van uw gegevens op de Google-server vanaf uw oude
telefoon met behulp van uw Google-account. Stel vervolgens hetzelfde Googleaccount in op het nieuwe apparaat. Afhankelk van welke inhoud u wilt een backup wilt maken en wilt synchroniseren, zn er verschillende manieren.
• Gmail, Agenda, Contacten: Meld u aan met hetzelfde Google-account dat u op het
oude apparaat hebt gebruikt. Vervolgens worden uw Gmail, Agenda en Contacten
automatisch gesynchroniseerd met uw Google-account.
• Afbeelding (foto), video: Maak een back-up van de gegevens van het oude
apparaat op de Google-server met behulp van Google Photos. Synchroniseer
vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
• Applicaties, instellingen, gesprekshistorie: Automatisch een back-up maken met
behulp van Google Drive op uw oude apparaat. Synchroniseer vervolgens uw
Google-account met het nieuwe apparaat.
19
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 20
• Muziekbest
van uw mediabestanden van het oude apparaat met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens uw Google-account met het nieuwe apparaat.
Ga voor meer informatie naar
Google-account
anden en andere documentbestanden: Maak handmatig een back-up
Een back-up maken en synchroniseren met een
op pagina 48.
Gegevens overbrengen met behulp van een computer
Als u grote hoeveelheden gegevens op het apparaat opslaat, kunt u de gegevens
overbrengen met behulp van een computer. Ga voor meer informatie naar
Een
back-up maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
op pagina 49.
Gegevens overbrengen met behulp van een SD-kaart
U kunt mediabestanden en contacten overbrengen met behulp van een SD-kaart.
Ga voor meer informatie naar
overbrengen met behulp van een geheugenkaart
Een back-up maken van gegevens en deze
op pagina 50.
20
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 21
De beveiliging van het apparaat
Z
orgen dat het apparaat is beveiligd
Het apparaat bevat beveiligingsfuncties. Het wordt sterk aanbevolen deze te
gebruiken in verband met verlies of diefstal.
Opmerking
Als u het apparaat beveiligt met een beveiligingsfunctie, is het essentieel dat u de
ingest
elde gegevens onthoudt.
Schermvergrendeling
Stel een veilige schermvergrendeling op uw apparaat in met behulp van een PIN,
wachtwoord, patroon of vingerafdruk om te voorkomen dat anderen het apparaat
zonder toestemming kunnen gebruiken. Zodra de schermvergrendeling is
ingesteld, kan zonder het invoeren van de schermvergrendelingsinformatie het
scherm niet worden ontgrendeld en kan geen inhoud worden gewist door middel
van een Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten).
Mn apparaat vinden
Gebruik de service Mn apparaat zoeken om een verloren apparaat op afstand te
zoeken, te vergrendelen, te ontgrendelen of de inhoud ervan te wissen.
SIM-kaartvergrendeling
Vergrendel uw SIM-kaarten met een PIN om misbruik van uw abonnement te
voorkomen. De PIN is vereist elke keer wanneer u het apparaat opnieuw opstart.
IMEI-nummer
Bewaar een kopie van het IMEI-nummer. Als uw apparaat is gestolen, kunnen
sommige netwerkproviders dit nummer gebruiken om te voorkomen dat het
apparaat toegang krgt tot het netwerk in uw land of regio.
Back-up
Maak een back-up van de inhoud van het apparaat voor het geval het apparaat
wordt beschadigd, gestolen of verloren.
• Als u een back-up wilt maken op een Google-account, raadpleegt u
maken en synchroniseren met een Google-account
• Als u een back-up wilt maken op een computer, raadpleegt u
op pagina 48.
van gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
• Als u een back-up wilt maken op een geheugenkaart, raadpleegt u
Een back-up
Een back-up maken
op pagina 49.
Een back-up
maken van gegevens en deze overbrengen met behulp van een geheugenkaart
pagina 50.
Schermvergrendeling
op
Als het scherm is vergrendeld, kunt u het ontgrendelen met een veeggebaar of
met een persoonlk patroon, PIN, wachtwoord of vingerafdruk. Oorspronkelk
wordt een onbeveiligde veegbeweging over het scherm ingesteld, maar we raden
aan om een veiligere schermvergrendeling in te stellen op het apparaat.
Het beveiligingsniveau van elk type vergrendeling staat hieronder vermeld in de
volgorde van zwak naar sterk:
21
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 22
• V
egen: geen beveiliging, maar u hebt snel toegang tot het startscherm.
• Patroon: teken een eenvoudig patroon met uw vinger om het apparaat te
ontgrendelen.
• PIN: voer een numerieke PIN in van minstens vier cfers om het apparaat te
ontgrendelen.
• Wachtwoord: voer een alfanumeriek wachtwoord in om het apparaat te
ontgrendelen.
• Vingerafdruk: plaats de geregistreerde vinger op de sensor om het apparaat te
ontgrendelen.
Hint
Met de functie Smart Lock kunt u het apparaat in bepaalde situaties automatisch
ontgr
endelen, zoals wanneer het verbonden is met een Bluetooth-apparaat of als u het
apparaat met u meedraagt. Ga voor meer informatie naar
www.support.google.com/
.
http://
Een schermvergrendeling maken of veranderen
Opmerking
Het is heel belangrk da
schermvergrendeling onthoudt. Als u deze informatie vergeet, kunt u belangrke gegevens,
zoals contacten en berichten, mogelk niet meer herstellen.
t u het patroon, de PIN of het wachtwoord voor
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Schermvergrendeling.
2Bevestig desgevraagd uw huidige schermvergrendeling.
3Kies een optie en volg de instructies op het scherm.
4Wanneer u klaar bent, drukt u op de aan-uitknop om het scherm te vergrendelen.
Hint
Als u een Microsoft Exchange ActiveSync-account (EAS) gebruikt, is het type
scherm
beveiligingsinstellingen. Neem contact op met de netwerkbeheerder om te controleren welk
netwerkbeveiligingsbeleid is geïmplementeerd.
vergrendeling mogelk beperkt tot alleen een PIN of wachtwoord vanwege de EAS-
Vingerafdrukbeheer
Registreer uw vingerafdruk als extra beveiligingsmethode voor het ontgrendelen
van het apparaat of om aankopen te veriëren. U kunt maximaal 5 vingerafdrukken
op het apparaat registreren.
Als een vingerafdruk wordt gebruikt voor schermvergrendeling, dient de
schermvergrendeling met het patroon, de PIN of het wachtwoord als een
alternatieve ontgrendelingsmethode. Voordat u uw vingerafdruk registreert,
controleert u of de sensor schoon is en vr is van zichtbaar vocht.
Een vingerafdruk registreren
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Vingerafdrukbeheer.
2Tik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de registratie van de
vingerafdruk te voltooien.
3U kunt een vingerafdruk toevoegen, wissen of de naam ervan wzigen. Bewerk de
opties naar wens.
SIM-kaartbeveiliging
U kunt elke SIM-kaart in uw apparaat vergrendelen en ontgrendelen met een PIN.
Als een SIM-kaart is vergrendeld, is het aan de kaart gekoppelde abonnement
beschermd tegen misbruik, wat betekent dat u elke keer wanneer u uw apparaat
start, u een PIN moet invoeren.
22
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 23
Als u uw PIN te vaak onjuist invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U moet dan
de PUK (P
ersonal Unblocking Key) en een nieuwe PIN invoeren. U ontvangt de PIN
en de PUK van uw netwerkoperator.
Een SIM-kaartvergrendeling instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Simkaart vergrendelen om in te schakelen.
4Voer de PIN van de SIM-kaart in en tik op OK. De SIM-kaartvergrendeling is nu
actief en telkens wanneer u het apparaat opnieuw start, wordt u gevraagd om uw
PIN in te voeren.
De PIN-code van de SIM-kaart wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Geavanceerd > Simkaartvergrendeling.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Pincode simkaart wzigen.
4Voer de oude PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
5Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart in en tik op OK.
6Voer de nieuwe PIN van de SIM-kaart opnieuw in en tik op OK.
Een geblokkeerde SIM-kaart met behulp van een PUK-code deblokkeren
1Voer de PUK-code in en tik op
2V
oer een nieuwe PIN-code in en tik op
3V
oer de nieuwe PIN-code nogmaals in en tik op
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
(pictogram Klaar).
Opmerking
Als u te vaak een onjuiste PUK-code hebt ingevoerd, dient u contact met uw
ne
twerkprovider op te nemen voor een nieuwe SIM-kaart.
De IMEI-nummer(s) van uw apparaat zoeken
Uw apparaat heeft een of twee unieke identicatienummers die IMEI of Product-ID
worden genoemd. Zorg dat u een kopie hiervan bewaart. U hebt dit nummer
eventueel nodig als het apparaat is gestolen of als u contact opneemt met de
klantenservice.
Uw IMEI-nummer(s) met het toetsenblok weergeven
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Toetsenblok).
3V
oer *#06# in op het toetsenblok. De IMEI-nummer(s) worden automatisch
weergegeven.
(pictogram Telefoon).
23
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 24
Uw IMEI-nummer(s) op de etiketstrook ae
zen
rek de SIM-kaarthouder naar buiten.
1T
2Trek de strook met een vingernagel naar buiten. Op de strook worden de IMEI-
nummer(s) vermeld.
Een verloren apparaat terugvinden, vergrendelen of wissen
Google biedt een locatie- en beveiligingswebservice aan die Mn apparaat zoeken
heet. Nadat u zich hebt aangemeld met een Google-account, wordt Mn apparaat
zoeken standaard ingeschakeld. Als u uw apparaat verliest, kunt u met Mn
apparaat zoeken:
• De locatie van uw apparaat zoeken en weergeven op een kaart.
• Het apparaat vergrendelen en op het vergrendelingsscherm een bericht laten
weergeven.
• Het apparaat ontgrendelen en resetten door de inhoud te wissen.
• De beltoon activeren, zelfs als het geluid is uitgeschakeld.
Het apparaat moet zn ingeschakeld en een internetverbinding hebben, en de
locatieservice moet zn geactiveerd. De service Mn apparaat zoeken is mogelk
niet in alle landen of regio's beschikbaar.
Ga voor meer informatie naar
Controleren of uw apparaat kan worden gevonden
• Ga naar
account.
https://www.google.com/android/nd
https://support.google.com/
en meld u aan met uw Google-
.
24
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 25
De basisaspecten onder de knie
krgen
He
t aanraakscherm gebruiken
Tikken
• Een onder
• Een selectievakje of optie aanvinken of niet.
• Tekst invoeren met behulp van het virtuele toetsenbord.
deel openen of selecteren.
Aanraken en aangeraakt houden
• Een it
• De selectiemodus activeren, bvoorbeeld, om meerdere items in een lst te
em verplaatsen.
selecteren.
25
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 26
Knpen en spr
eiden
• Knpen of spr
of video's opneemt.
eiden op webpagina's, foto's en kaarten en wanneer u foto's maakt
Vegen en scrollen
oll omhoog en omlaag of naar links en rechts.
• Scr
• Veeg naar links of naar rechts, bvoorbeeld tussen de deelvensters van het
startscherm.
Het scherm in- of uitschakelen
Wanneer het apparaat is ingeschakeld en gedurende een bepaalde tdsduur
inactief is, wordt het scherm gedimd en uitgeschakeld om batterlading te
26
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 27
besparen. U kunt wzigen hoe lang he
t scherm actief blft voordat het wordt
uitgeschakeld.
Als het scherm wordt uitgeschakeld, kan het apparaat vergrendeld of ontgrendeld
zn,afhankelk van de instelling van schermvergrendeling. Zie
Schermvergrendeling
op pagina 21.
Als uw apparaat wordt geleverd met de functie Actieve display, kunt u inschakelen
dat informatie, zoals de td en meldingen, worden weergegeven zonder op de
aan-uitknop te drukken.
Het scherm in- of uitschakelen
• Druk kort op de aan-uitknop.
Hint
Als het actieve display is ingesteld op Slimme activering of Weergeven als het apparaat
wor
dt opgepakt, wordt het scherm automatisch ingeschakeld wanneer u het apparaat
oppakt. Zie
Actieve display-instellingen
op pagina 10.
De wachttd instellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Slaapstand.
2Selecteer een optie.
Slimme achtergrondverlichtingsregeling
De slimme achtergrondverlichtingsregeling houdt het scherm aan zolang u het
apparaat in uw hand vasthoudt. Zodra u het apparaat neerlegt, wordt het scherm
uitgeschakeld aan de hand van de slaap-instelling.
De slimme achtergrondverlichting in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Slimme
achtergrondverlichting.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Startscherm
Het startscherm is het beginpunt voor het gebruik van uw apparaat. Het is
vergelkbaar met het bureaublad op een computerscherm. Het aantal
deelvensters in het startscherm wordt aangegeven door de balk onder aan het
startscherm. De positie van de balk geeft het deelvenster aan dat momenteel
wordt weergegeven.
Opmerking
Als uw apparaat een OLED-scherm heeft, voorkomt u dat zeer heldere of statische beelden
durende een lange td worden weergegeven. Dit kan ertoe leiden dat een nabeeld of
ge
kleur op het scherm blft staan.
Naar het startscherm gaan
• Tik op
(Startschermknop).
De inst
ellingen van het startscherm aanpassen
1Houd een leeg gebied op uw startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt.
Pictogrammen voor de instellingen van het startscherm worden weergegeven.
2Tik om de instellingen naar wens te bewerken.
27
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 28
Applicatiescherm
He
t applicatiescherm, dat u opent vanuit het startscherm, bevat de applicaties die
vooraf op uw apparaat zn geïnstalleerd en de applicaties die u hebt gedownload.
U kunt applicaties openen of ernaar zoeken vanaf het applicatiescherm.
Alle applicaties op het applicatiescherm weergeven
eeg het startscherm omhoog en scroll vervolgens het applicatiescherm omhoog
• V
of omlaag om alle applicaties weer te geven.
Een applicatiesnelkoppeling toevoegen aan het startscherm
1Houd op het applicatiescherm een applicatiepictogram aangeraakt totdat het
apparaat gaat trillen, en sleep daarna het pictogram. Het startscherm wordt
geopend.
2Sleep het pictogram naar de gewenste locatie op het startscherm en laat het
vervolgens los.
Een applicatie verplaatsen op het applicatiescherm
1Wanneer het applicatiescherm is geopend, tikt u op
2Tik op Herschikk
3Houd de applicatie aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar
de nieuwe locatie.
4Als u klaar bent, tikt u op
en.
(pictogram Meer) > Afsluit
(pictogram Meer).
en.
Navigeren door applicaties
U kunt tussen applicaties navigeren met de navigatieknoppen en het venster met
onlangs gebruikte applicaties. De navigatieknoppen zn de knop Vorige en de
startschermknop. U kunt ook twee applicaties in één keer op het scherm openen
met de modus gesplitst scherm mits de applicatie de functie voor meerdere
schermen ondersteunt.
28
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 29
Overzicht van navigeren door applicaties
1Alles wissen – Sluit alle r
2Venster met onlangs gebruikte applicaties – Open een onlangs gebruikte applicatie
3Startschermknop – Sluit een applicatie af en keer terug naar het startscherm
4Knop Vorige – Keer terug naar het vorige scherm binnen een applicatie of sluit de applicatie af
ecentelk gebruikte applicaties
Het venster met laatst gebruikte applicaties openen
• Veeg
(Startschermknop) omhoog.
Alle recentelk gebruikte applicaties sluiten
1Veeg de (Startschermknop) omhoog.
2Veeg het venster helemaal naar rechts en tik daarna op Alles wissen.
Een menu in een applicatie openen
• Tik terwl u een applicatie gebruikt op (pictogram Meer) of (pictogram Menu).
Opmerking
Niet in alle applicaties is een menu beschikbaar.
Modus G
esplitst scherm
In de modus Gesplitst scherm kunt u twee applicaties tegelk weergeven,
bvoorbeeld als u het postvak IN van uw e-mail en een webbrowser tegelkertd
wilt weergeven.
29
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 30
Overzicht van gesplitst scherm
1Applicatie 1
2Rand van gesplitst scherm – Sleep deze om vensters groter of kleiner te maken
3Applicatie 2
4Startschermknop – Ga terug naar het startscherm
5Knop Vorige – Ga terug naar het vorige scherm
Opmerking
Niet alle applicaties ondersteunen de modus Gesplitst scherm.
Applic
1Houd het pictogram van de eerste applicatie aangeraakt en tik op
aties openen in de modus gesplitst scherm
(knop Gesplitst
scherm).
2Tik op de twe
ede gewenste applicatie.
Applicaties openen in de modus gesplitst scherm met behulp van het menu
Meerdere vensters
1Schuif uw vinger omhoog langs de zkant van het apparaat om het menu
Meerdere vensters te openen.
2Volg de instructies op het scherm om applicaties te gebruiken in de modus
gesplitst scherm.
Hint
U kunt ook het menu Meerdere vensters openen door op (pictogram Menu Meerdere
venst
ers) op het startscherm te tikken.
De actieve applicaties openen in de modus gesplitst scherm
1Zorg dat de twee applicaties die u in de modus gesplitst scherm wilt gebruiken,
geopend zn en in de achtergrond draaien.
2Veeg de
applic
aties te openen.
(Startschermknop) omhoog om het venster met laatst gebruikte
30
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 31
3V
eeg naar links of rechts om te zoeken naar de applicatie die u in de modus
gesplitst scherm wilt gebruiken.
4Tik op het pictogram van de applicatie bovenaan het applicatievenster en tik
vervolgens op Gesplitst scherm.
5Selecteer de tweede gewenste applicatie.
De grootte van de vensters op het gesplitste scherm wzigen
• Sleep de scheidingsrand in het midden van het gesplitste scherm.
De modus voor gesplitst scherm afsluiten
• Sleep de scheidingsrand van het gesplitste scherm naar de boven- of onderkant
van het scherm.
Eénhandige modus
Schakel de Eénhandige modus in om de schermgrootte aan te passen zodat u
makkelker met één hand kunt typen.
Eénhandige modus in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave > Geavanceerd > Eénhandige modus.
2Tik op de schakelaar Eénhandige modus om de functie in of uit te schakelen.
3Dubbeltik op
4Als u Eénhandige modus wilt afsluiten, dubbeltikt u opnieuw op
(Startschermknop) of tikt u op een leeg gebied op het scherm.
(Startschermknop) om het scherm te verkleinen.
De positie van het scherm aanpassen
1Tik op (pictogram Pl-links) of (pictogram Pl-rechts) om het scherm naar
respectievelk links of rechts te bewegen.
2Sleep de horizontale strepen aan de rand van het scherm met een nieuwe grootte
om het scherm omhoog of omlaag te bewegen.
3Pas de grootte van het scherm aan door (pictogram Schermgrootte wzigen) aan
de rand van het scherm met de nieuwe grootte te slepen.
Hint
Om terug te keren naar de modus volledig scherm, dubbeltikt u opnieuw op
(Startschermknop) of tikt u op een leeg gebied op het scherm.
Widge
ts
Widgets zn kleine applicaties die u rechtstreeks op uw startscherm kunt
gebruiken. Ze werken tevens als snelkoppeling.
Een widget toevoegen aan het startscherm
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt tot het apparaat trilt en tik
vervolgens op Widgets.
2Houd de widget die u wilt toevoegen aangeraakt en sleep deze naar de gewenste
locatie.
De afmetingen van een widget wzigen
1Houd een widget aangeraakt tot het apparaat trilt. Laat de widget vervolgens los.
2Sleep de punten om de widget kleiner of groter te maken.
3Tik op een willekeurige plaats op het Startscherm om de nieuwe afmetingen te
bevestigen.
Een widget verplaatsen of verwderen
• Houd de widget aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep deze vervolgens naar de
nieuwe locatie of naar Verwderen.
31
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 32
Snelkoppelingen en mappen
U k
unt snelkoppelingen en mappen gebruiken om uw applicaties te beheren en
het startscherm opgeruimd te houden.
Overzicht van snelkoppelingen en mappen
1Open een applicatie met een snelkoppeling
2Open een map met applicaties
Een item op het startscherm verplaatsen of ver
• Houd het item aangeraakt tot het apparaat trilt en sleep het item vervolgens naar
de nieuwe locatie of naar Verwderen.
Een map op het startscherm maken
• Houd het pictogram van een applicatie of een snelkoppeling aangeraakt totdat het
apparaat trilt. Sleep het vervolgens naar een ander pictogram van een applicatie of
een andere snelkoppeling.
Een map op het startscherm hernoemen
1Tik op de map om deze te openen.
2Tik op de titelbalk van de map om een tekstinvoerveld weer te geven.
3Voer de naam van de nieuwe map in.
wderen
Achtergrond
Het apparaat heeft een standaardachtergrond, maar u kunt het startscherm en het
vergrendelingsscherm aanpassen aan uw eigen stl door achtergronden met
verschillende kleuren en patronen te gebruiken.
U kunt een achtergrond gebruiken zonder de andere elementen van het
startscherm en vergrendelingsscherm te veranderen. Live achtergronden voegen
visuele eecten toe aan interacties met het aanraakscherm, waardoor het scherm
dynamisch verandert.
32
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 33
De achtergrond veranderen
1Houd e
en leeg gebied op het Startscherm aangeraakt totdat het apparaat trilt.
2Tik op Achtergrond.
3Selecteer een achtergrond en tik op Achtergrond instellen.
4Selecteer een optie als dit wordt gevraagd.
Hint
U kunt ook een foto als achtergrond gebruiken. In plaats van een achtergrond te selecteren
uit de we
ergegeven mogelkheden, tikt u op Mn foto's en selecteert u een foto.
Een screenshot maken
U kunt stilstaande beelden van elk scherm op uw apparaat maken als een
screenshot. Gemaakte screenshots worden automatisch opgeslagen in de
applicatie Album.
Een schermafbeelding maken
1Druk lang op de aan-uitknop totdat het optiemenu wordt weergegeven.
2Tik op Screenshot.
Hint
U kunt ook een schermafbeelding maken door de aan-uitknop en de toets voor volume
omlaag t
egelkertd ingedrukt te houden.
De screenshot weergeven
1Dubbeltik op de statusbalk om het Gedeelte voor meldingen te openen.
2Tik op de screenshot.
Meldingen
Meldingen brengen u op de hoogte van gebeurtenissen, zoals nieuwe berichten
en agendameldingen, en van lopende activiteiten, zoals downloads. Meldingen
worden weergegeven op:
• de statusbalk
• het gedeelte voor meldingen
• het vergrendelingsscherm
• het pictogram van de app
33
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 34
Het gedeelte voor meldingen openen of sluiten
1Sle
ep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen of
dubbeltik op de statusbalk.
2Sleep of veeg het venster omhoog om het gedeelte voor meldingen te sluiten.
Hint
Na het openen van het gedeelte voor meldingen, kunt u het deelvenster Snelle instellingen
openen door de st
atusbalk opnieuw omlaag te slepen.
Reageren op een melding in het gedeelte voor meldingen
• Tik op de melding.
Een melding in het gedeelte voor meldingen negeren
• Veeg de melding naar links of rechts.
Opmerking
Niet alle meldingen kunnen worden genegeerd.
Hint
Als u een melding in de sluimerstand wilt zetten, sleept u de melding langzaam naar de
zk
ant en tikt u op
wor
den gezet gedurende 15 minuten, 30 minuten, 1 uur of 2 uur.
(pictogram Sluimerstand). Meldingen kunnen in de sluimerstand
Een melding in het gedeelte voor meldingen vergroten
• Tik op
er
(pictogram Meer opties) om de melding te vergroten en meer informatie
over weer te geven zonder de app te openen.
Alle meldingen in het gedeelte voor meldingen wissen
• Tik op Alles wissen.
Hint
In geval van een lange lst meldingen, scr
ollt u omlaag naar de knop Alles wissen.
34
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 35
Actie ondernemen op een melding vanuit het vergrendelingsscherm
• Dubbeltik op de melding.
Een melding op he
t vergrendelingscherm verwderen
• Veeg de melding naar links of rechts.
Een melding op het vergrendelingsscherm vergroten
• Sleep de melding omlaag.
Opties voor weergave van meldingen op het
vergrendelingsscherm
U kunt selecteren om meldingen op het vergrendelingsscherm weer te geven en
deze naar wens te wzigen.
De meldingen selecteren voor weergave op het vergrendelingsscherm
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op Meldingen weergeven.
3Selecteer en bewerk de instellingen naar wens.
Het meldingsniveau van een app instellen
U kunt instellen hoe meldingen van een applicatie moeten worden ontvangen.
Het meldingsniveau van een app instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste app en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaars om de meldingsinstellingen naar wens aan te passen.
Meldingslampje
Het meldingslampje informeert u over batterstatus en sommige andere
gebeurtenissen. Bvoorbeeld, een wit knipperend lampje betekent dat er een
nieuw bericht of een gemist gesprek is. Het meldingslampje is standaard
ingeschakeld, maar kan handmatig worden uitgeschakeld.
Opmerking
Wanneer het meldingslampje is uitgeschakeld, gaat dit alleen branden wanneer er een
ba
tterstatuswaarschuwing is, bvoorbeeld wanneer het batterniveau lager is dan 15
procent.
Het meldingslampje in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Meldingen congureren.
2Tik op de schakelaar Inkomende meldingen weergeven met LED om de functie
in of uit te schakelen.
35
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 36
Pictogrammen op de statusbalk
S
tatuspictogrammen
(pictogram Signaalsterkte)
De mobiel-ne
mobiele gegevens.
(pictogram Geen signaal)
(pictogram Dataroaming)
(pictogram Wi-Fi-signaal) Een Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld en gegevens worden verzonden
(pictogram Wi-Fi-verbindingsfout) Een Wi-Fi-verbinding is ingeschakeld, maar er is geen
int
ernetverbinding.
Dit pictogram wordt ook weergegeven wanneer u probeert verbinding te maken met een
beveiligd Wi-Fi-netwerk of een netwerk met een toegangspagina. Nadat u met succes bent
ingelogd, verdwnt het kruisje.
Als Google in uw regio is geblokkeerd, kan het kruisje zelfs worden weergegeven als het apparaat
verbinding heeft met een netwerk en er een werkende Wi-Fi-internetverbinding is.
(pictogram Ba
(pictogram Ba
(pictogram Vliegmodus)
(pictogram Microfoon dempen)
(pictogram Speakertelefoon)
(pictogram Niet storen)
(pictogram Dempen)
(pictogram Trillen)
(pictogram Alarm)
(pictogram GPS)
twerkmodus wordt ook weergegeven tdens het zenden en downloaden van
tterstatus)
tter opladen)
Opmerking
Afhankelk v
an uw serviceprovider, netwerk of regio, zn de functies of services die met
sommige pictogrammen in deze lst worden aangeduid, mogelk niet beschikbaar.
Meldingspictogrammen
(pictogram Nieuwe sms)
(pictogram Lopend gesprek)
(pictogram Gemist gesprek)
(pictogram Gesprek in de wacht)
(pictogram Gesprek doorschakelen) Apparaat met enkele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen is
ingeschak
(pictogram Gesprek doorschakelen) Apparaat met dubbele SIM-kaart: Gesprekken doorschakelen
is ingeschakeld
(pictogram Nieuwe voicemail)
(pictogram Nieuwe e-mail)
(pictogram Gegevens worden gedownload)
(pictogram Gegevens worden geüpload)
(pictogram Software instellen) De basisinstellingen van het apparaat zn beschikbaar
(pictogram Nieuwste software installeren) Een software-update is beschikbaar
(pictogram Duo-videochat) Videochatten met vrienden met de Duo-applicatie
(pictogram Muziek afspelen) Een nummer wordt afgespeeld
(pictogram USB) Het apparaat is met behulp van een USB-kabel met een computer verbonden
(pictogram Zsensor) De beschrving v
(pictogram Meer meldingen) Meer niet-weergegeven meldingen
Opmerking
tterverzorging)
an Zsensor is beschikbaar
Niet alle pictogrammen die op uw apparaat kunnen worden weergegeven, worden hier
vermeld
. Deze lst dient slechts als leidraad, en er kunnen wzigingen worden aangebracht
zonder voorafgaande kennisgeving.
Een applicatie blokkeren om noticaties te verzenden
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer de gewenste applicatie en tik op Meldingen.
3Tik op de schakelaar Meldingen weergeven om meldingen voor applicaties te
blokkeren.
37
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 38
Batter en onderhoud
Uw appar
aat opladen
U kunt het apparaat opladen via een stopcontact of computer. U kunt het apparaat
blven gebruiken tdens het opladen.
Als de batter leeg is, kan het wel 30 minuten duren voordat het apparaat reageert
op het opladen. Gedurende deze tdblft het scherm helemaal zwart en wordt er
geen oplaadpictogram weergeven. Het kan enkele uren duren voordat een
volledig lege batter helemaal is opgeladen. De oplaadsnelheid kan worden
beïnvloed door de omgevingstemperatuur.
Opmerking
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde, oplaadbare ba
geautoriseerd Sony-reparatiecentrum kan worden vervangen. Probeer nooit om het
apparaat zelf te openen of te demonteren. Hierdoor kan uw apparaat beschadigd raken en
de garantie komen te vervallen.
tter die alleen door een
Gebruik altd de oorspronkelke Sony-lader en een USB-kabel die bedoeld zn
voor uw specieke Xperia-model omdat andere soorten laders lager opladen,
helemaal niet opladen, of het apparaat zelfs beschadigen.
Hint
Het opladen van het apparaat gaat sneller via een stopcontact dan via de computer. U kunt
t apparaat blven gebruiken tdens het opladen.
he
38
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 39
Het apparaat opladen met een USB-kabel
1S
teek een uiteinde van de USB-kabel in de lader (of in de USB-poort van een
computer).
2Steek het andere uiteinde van de kabel in de USB-poort van het apparaat. Het
meldingslampje gaat branden wanneer het opladen begint.
3Wanneer het apparaat helemaal is opgeladen, koppelt u de kabel los door deze
recht uit het apparaat te trekken. Wees voorzichtig dat u de connector niet buigt.
Opmerking
Het is belangrk da
kabels het apparaat kunnen beschadigen.
Hint
Als de ba
meldingslampje gaat branden en het oplaadpictogram wordt weergegeven.
tter helemaal leeg is, kan het een paar minuten duren voordat het
t u een USB-kabel (meegeleverd) gebruikt omdat andere typen USB-
Meldingslampje batterstatus
GroenDe ba
OranjeDe ba
RoodDe ba
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is meer dan 90%
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is 15-90%
tter wordt opgeladen, het oplaadniveau is minder dan 15%
39
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 40
Batter- en ener
Uw apparaat beschikt over een ingebouwde batter. Haal alles uit de batter door
het energieverbruik van diverse applicaties en functies b te houden. Gebruik
Batterverzorging om de levensduur van de batter te verlengen.
Energiebesparingsfuncties op de achtergrond zn standaard geactiveerd om het
energieverbruik van de batter te beperken en er zn extra energiebesparingsmodi
beschikbaar als u het energieverbruik van de batter verder wilt beperken.
Energiebesparingsfuncties verlagen de prioriteit van bepaalde niet-essentiële
apparaatfuncties. Als u een bepaalde applicatie niet wilt beïnvloeden, kunt u deze
uitsluiten in het menu Uitzonderingen op energiebesparing. Telefoongesprekken
en SMS-berichten worden niet beïnvloed.
Opmerking
Systeemupdates kunnen de beschikbare energiebesparingsfuncties van uw apparaat
wzigen.
He
t batterverbruik van uw apparaat bekken
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter om het geschatte resterende
batterpercentage en de battertd weer te geven.
2Tik op Geavanceerd voor meer details over het battergebruik.
Het batterverbruik van applicaties weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie onder Geavanceerd > Batter om het batterverbruik
ervan weer te geven.
giebeheer
Algemene gebruikstips om de batterduur te verlengen
Aan de hand van de volgende tips kunt u ervoor zorgen dat de batter langer
meegaat:
• Verlaag het helderheidsniveau van het scherm. Zie
59.
• Schakel Bluetooth, Wi-Fi en locatieservices uit wanneer u deze functies niet nodig
hebt.
• Schakel uw apparaat uit of gebruik de vliegmodus in een gebied met geen of een
lage netwerkdekking. Anders scant uw apparaat herhaaldelk naar beschikbare
netwerken en verbruikt daarmee acculading.
• Gebruik een Wi-Fi-netwerk in plaats van roaming wanneer u in het buitenland
bent. B roaming wordt uw thuisnetwerk gezocht waardoor uw batter extra wordt
belast omdat uw apparaat moet zenden op een hoger uitgangsvermogen. Zie
Fi
op pagina 52.
• Wzig de synchronisatie-instellingen voor uw e-mail, kalender en contacten.
• Controleer welke applicaties een hoog batterverbruik hebben en lees de tips over
batterbesparing voor deze applicaties op uw apparaat.
• Wzig het meldingsniveau voor een applicatie. Zie
• Schakel de Actieve display uit, zie
• Schakel de toestemming voor locatie-delen uit voor een applicatie. Zie
instellingen
• Verwder applicaties die u niet gebruikt. Zie
• Gebruik een origineel handsfree-apparaat van Sony om naar muziek te luisteren.
Handsfree-apparaten verbruiken minder acculading dan de luidsprekers van het
apparaat.
• Start het apparaat af en toe opnieuw op.
op pagina 61.
Actieve display-instellingen
Applicatiescherm
Scherminstellingen
Meldingen
op pagina 33.
op pagina 10.
op pagina 28.
op pagina
Wi-
Applicatie-
Specieke applicaties van optimalisatie uitsluiten
U kunt instellen dat applicaties niet worden geoptimaliseerd.
40
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 41
1Ga naar en tik op Inst
2Tik op
(pictogram Meer) en selecteer Ener
ellingen > Batter.
giebesparende uitzonderingen. U
ziet een lst met applicaties die niet zn geoptimaliseerd.
3Als u applicaties wilt toevoegen aan of verwderen uit deze lst met
uitzonderingen, tikt u op APPS en selecteert of deselecteert u een applicatie in de
lst om de uitzonderingsinstellingen ervan te bewerken.
4De lst met applicaties die uitgezonderd zn, wordt overeenkomstig uw
instellingen bgewerkt.
Hint
U kunt Energiebesparende uitzonderingen ook c
meldingen > Geavanceerd > Speciale app-toegang > Energiebesparende functie.
ongureren vanuit Instellingen > Apps en
STAMINA-modus
Afhankelk van het STAMINA-niveau kunnen bepaalde functies zn beperkt of
uitgeschakeld om het batterverbruik te verminderen. Dit zn de functies voor de
prestaties van rendering, animatie en helderheid van het scherm, het verbeteren
van afbeeldingen, het op de achtergrond synchroniseren van applicatiegegevens,
trillen (behalve b inkomende gesprekken), streamen en GPS (terwl het scherm
uit is).
Hint
Het apparaat zal voorstellen dat u STAMINA-modus activeert als de accu w
raakt vóór de volgende verwachte oplaadsessie. Tik op Instellingen > Batter > STAMINA-
modus > Slimme STAMINA-melding en tik vervolgens op de schakelaar om deze functie in of
uit te schakelen.
(pictogram STAMINA-modus) wordt weergegeven op de statusbalk.
aarschnlk leeg
STAMINA-modus activeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter > STAMINA-modus.
2Tik op Nu activeren of op de schakelaar Automatisch activeren.
3Wanneer u op de schakelaar Automatisch activeren tikt, past u het percentage
automatisch starten naar wens aan.
4Tik op STAMINA-niveau om het gewenste niveau te selecteren.
Hint
U kunt applicaties uitsluiten van optimaliseren door de STAMINA-modus in het menu
giebesparende functie.
Ener
Ultra STAMINA-modus
De gebruikstd van de batter wordt aanzienlk verlengd, maar het aantal
beschikbare applicaties is beperkt en mobiele data en Wi-Fi zn uitgeschakeld. U
kunt nog steeds bellen en sms'en. Het startscherm wordt gewzigd en
(pictogram Ultra STAMINA-modus) wordt weergegeven op de statusbalk.
a STAMINA-modus activeren
Ultr
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter.
2Tik op Ultra STAMINA-modus en tik vervolgens op Activeren.
3Tik op OK.
Opmerking
U kunt applicaties niet uitsluiten van optimaliseren door de Ultra STAMINA-modus.
Ultr
a STAMINA-modus deactiveren
1Sleep de statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen.
2Tik op de melding Ultra STAMINA-modus actief.
3Tik op OK.
41
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 42
Opmerking
Als u Ultra STAMINA-modus deactiveert, wordt het apparaat opnieuw opgestart.
Ba
tterverzorging
Gebruik Batterverzorging om de levensduur van de batter te verlengen. Deze
functie detecteert uw oplaadritme en schat de begin- en eindtd van uw normale
oplaadperiode. Vervolgens wordt de oplaadsnelheid zodanig geregeld dat de
batter 100% is opgeladen net voordat u de lader loskoppelt. U kunt ook een
begin- en eindtd van de oplaadperiode handmatig instellen.
Opmerking
Batterverzorging r
minstens 4 uur in een periode van een aantal dagen is gedetecteerd.
egelt de oplaadsnelheid pas nadat een regelmatige oplaadcyclus van
Batterverzorging in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Batter > Batterverzorging.
2Tik op de schakelaar om Batterverzorging in of uit te schakelen. Automatisch is
standaard geselecteerd.
3Om handmatig een begin- en eindtd voor de oplaadperiode in te stellen, tikt u op
Aangepast en stelt u daarna de begin- en eindtden in.
Hint
Aangeleerde patronen van de regelmatige oplaadcyclus worden opgeslagen door
tterverzorging. Zelfs als de functie is uitgeschakeld, neemt deze na inschakelen de
Ba
geleerde patronen over.
Uw apparaat updaten
Werk de software van uw apparaat b om de nieuwste functies, verbeteringen en
bugxes te krgen zodat het apparaat optimaal presteert. Als een software-update
beschikbaar is, wordt
atusbalk. U kunt ook handmatig controleren of nieuwe updates beschikbaar zn
st
en een update plannen.
De eenvoudigste manier om een software-update te installeren, is draadloos vanaf
uw apparaat. Sommige updates kunnen echter niet draadloos worden
gedownload. In dat geval gebruikt u de applicatie Xperia Companion op een pc of
Apple Mac-computer om uw apparaat b te werken.
Denk aan het volgende voordat u het apparaat updatet:
• Controleer of voldoende opslagruimte aanwezig is.
• Systeem- en applicatie-updates kunnen de functies van het apparaat anders
weergeven dan in deze gebruikershandleiding wordt beschreven. De Androidversie wordt door een update wellicht niet beïnvloed.
Controleren op nieuwe software
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
Het apparaat draadloos updaten
Gebruik de applicatie voor software-updates om de apparaatsoftware draadloos
b te werken. Welke updates u kunt downloaden via een mobiel netwerk is
afhankelk van uw provider. We raden u aan voor het downloaden van nieuwe
software een Wi-Fi-netwerk te gebruiken in plaats van een mobiel netwerk om
extra kosten voor dataverkeer te voorkomen.
2Als een systeemupdate beschikbaar is, tikt u op BWERKEN.
3Start het apparaat opnieuw op als dit wordt gevraagd.
Het automatisch downloaden van systeemupdates instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Tik op
(pictogram Meer) en tik vervolgens op Inst
ellingen > Systeem
automatisch updaten.
3Selecteer de gewenste optie.
Automatisch updaten van applicaties in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Software-update.
2Tik op
(pictogram Meer) en tik vervolgens op Inst
ellingen > Apps automatisch
bwerken.
3Selecteer de gewenste optie.
Uw apparaat bwerken met een computer
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Zorg ervoor dat het scherm van uw apparaat ontgrendeld is, sleep de statusbalk
omlaag en tik op Android-systeem naast
(pictogram USB).
3Tik op Tik voor meer opties en tik vervolgens op Bestandsoverdracht.
4Open Xperia Companion als dit niet automatisch wordt gestart.
5Controleer of de computer internettoegang heeft.
6Computer: Als een nieuwe software-update is gedetecteerd, wordt een pop-
upvenster weergegeven. Volg de instructies op het scherm om de relevante
software-updates uit te voeren.
Opmerking
Als de Xperia Companion-software niet op de be
uw apparaat aan op de computer en volgt u de installatie-instructies op het scherm.
Gebruik alleen de USB-kabel die b het apparaat werd geleverd en zorg dat deze correct is
aangesloten op het apparaat en de computer.
treende computer is geïnstalleerd, sluit u
Opnieuw starten, resetten en repareren
U kunt het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen als het niet meer
reageert of niet normaal opnieuw start. Er gaan geen instellingen of persoonlke
gegevens verloren.
U kunt het apparaat ook resetten naar de fabrieksinstellingen. Deze handeling is
soms nodig als uw apparaat niet meer naar behoren functioneert. Denk eraan dat
u van belangrke data eerst een back-up maakt naar een geheugenkaart of een
ander extern opslagapparaat. Ga voor meer informatie naar
synchroniseren met een Google-account
op pagina 48.
Als uw apparaat niet kan worden ingeschakeld of als u de software van uw
apparaat wilt resetten, kunt u Xperia Companion gebruiken om uw apparaat te
repareren. Voor meer informatie over het gebruik van Xperia Companion,
raadpleegt u de Xperia Companion-website
xperia-companion/
.
https://support.sonymobile.com/
Uw apparaat opnieuw starten
Een back-up maken en
Opmerking
Uw apparaat start mogelk nie
op een lader en probeer het opnieuw te starten.
t opnieuw als de batterbna leeg is. Sluit het apparaat aan
1Druk lang op de aan-uitknop.
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
43
Page 44
2Tik in he
t menu dat wordt geopend op Opnieuw opstarten. Het apparaat wordt
automatisch opnieuw gestart.
Het apparaat gedwongen opnieuw starten of uitschakelen
1Druk lang tegelkertd op de aan-uitknop en de volume-omhoogtoets tot uw
apparaat trilt.
2Afhankelk van of u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten of uitschakelen,
gaat u als volgt te werk.
• Als u het apparaat gedwongen opnieuw wilt starten: Laat op dit punt de toetsen
los. Het apparaat wordt opnieuw gestart.
• Als u het apparaat gedwongen wilt uitschakelen: Blf op de toetsen drukken. Na
nog enkele seconden trilt het apparaat drie keer en wordt uitgeschakeld.
De standaardinstellingen herstellen
Opmerking
Onderbreek een procedure voor het herstellen van de standaardinstellingen niet om
permanent
e schade aan het apparaat te voorkomen.
1Maak een back-up van alle belangrke data in het interne geheugen van uw
apparaat en sla deze back-up op een geheugenkaart of een ander extern
geheugen op. Als versleutelde bestanden op een SD-kaart zn opgeslagen, moet
u de versleuteling opheen om er zeker van te zn dat u ze na het resetten weer
kunt openen.
2Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Opties voor resetten.
3Tik op Alle gegevens wissen (fabrieksinstellingen terugzetten) > Telefoon
resetten.
4Teken uw ontgrendelingspatroon als daarom wordt gevraagd, of voer het
ontgrendelingswachtwoord of de PIN in om door te gaan.
5Tik op Alles wissen om te bevestigen.
Hint
Het apparaat wordt niet teruggezet naar een eerdere softwareversie van Android wanneer u
abrieksinstellingen herstelt.
de f
De apparaatsoftware repareren
U kunt Xperia Companion gebruiken om de software van uw apparaat te repareren.
Als u het wachtwoord, de PIN of het patroon voor schermontgrendeling bent
vergeten, kunt u de reparatiefunctie van het apparaat in Xperia Companion
gebruiken om de beveiligingslaag te verwderen. U dient de
aanmeldingsgegevens voor uw Google-account op te geven om deze handeling te
kunnen uitvoeren. Door de reparatiefunctie uit te voeren, installeert u de software
opnieuw op uw apparaat waarb u enige persoonlke gegevens kunt verliezen.
Als het apparaat is vastgelopen, herhaaldelk opnieuw start of helemaal niet meer
start nadat u de Xperia-software hebt geüpdatet, een softwarereparatie hebt
uitgevoerd of naar de fabrieksinstellingen hebt gereset, probeert u het apparaat
uit te schakelen en opnieuw in te schakelen. Als het probleem zich nog steeds
voordoet, schakelt u het apparaat gedwongen uit en voert u vervolgens een
softwarereparatie uit.
Hint
Als u een nieuwe gebruikersnaam of een nieuw wachtwoord voor uw Google-account
ontvangt, kunt u deze mogelk niet gebruiken om in te loggen.
44
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 45
De apparaatsoftware repareren met Xperia Companion
Opmerking
Om een softwarereparatie te kunnen uitvoeren, hebt u de gebruikersnaam en het
w
achtwoord van uw Google-account nodig. Afhankelk van de beveiligingsinstellingen
moet u mogelk uw gebruikersnaam en wachtwoord opgeven om het apparaat na een
softwarereparatie opnieuw te kunnen starten.
1Zorg dat Xperia Companion op de computer is geïnstalleerd.
2Open de Xperia Companion-software op de computer en klik op
Softwarereparatie op het hoofdscherm.
3Volg de instructies op het scherm om de software opnieuw te installeren en de
reparatie te voltooien.
Uw applicaties resetten
U kunt een applicatie resetten of de applicatiegegevens wissen wanneer de
applicatie niet meer reageert of problemen veroorzaakt op uw apparaat.
Applicatievoorkeuren resetten
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op
3Tik op (pictogram Meer) > App-voork
Hint
Als u de applicatievoorkeuren reset, worden geen applicatiegegevens van het apparaat
ver
(Zie pictogram Alle apps) voor een overzicht van alle applicaties.
euren resetten > Apps resetten.
wderd.
Applicatiegegevens wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > GEGEVENS WISSEN >
OK.
Opmerking
Wanneer u applicatiegegevens wist, worden de gegevens van de geselecteerde applicatie
permanent v
beschikbaar voor alle applicaties of services.
anaf uw apparaat verwderd. De optie om applicatiegegevens te wissen is niet
Het cachegeheugen van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Opslagruimte > CACHE WISSEN.
Opmerking
De optie om het cachegeheugen van een applicatie te wissen, is niet voor elke applicatie of
ser
vice beschikbaar.
De standaardinstelling van een applicatie wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op Geavanceerd > Standaard openen >
STANDAARD-WAARDEN WISSEN.
Opmerking
De optie om de standaardinstelling van een applicatie te wissen is niet voor elke applicatie
vice beschikbaar.
of ser
Geheugenprestaties verbeteren
Uw apparaat heeft verschillende opslag- en geheugenopties:
45
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 46
• He
t interne geheugen is de opslag voor gedownloade of overgedragen content en
voor persoonlke instellingen en gegevens.
• Om meer vre intern-geheugenruimte te krgen kunt u een verwisselbare
geheugenkaart of Google-service gebruiken om uw gegevens op te slaan.
Opmerking
• Een geheugenk
• Het dynamische geheugen (RAM) kan niet voor opslag worden gebruikt. RAM wordt
gebruikt als werkgeheugen voor applicaties en voor het besturingssysteem.
aart is apart verkrgbaar.
Het apparaatgeheugen raakt b normaal gebruik langzaam vol. Als het apparaat
trager wordt of als applicaties plotseling worden afgesloten, kunt u het volgende
doen:
• Sluit applicaties af als u ze niet gebruikt.
• Wis het cachegeheugen voor alle applicaties.
• Verwder gedownloade applicaties die u niet gebruikt.
• Verplaats foto's, video's en muziek vanuit het interne geheugen naar de
geheugenkaart.
• Als uw apparaat de inhoud van de geheugenkaart niet kan lezen, moet u de kaart
wellicht formatteren. Denk eraan dat b het formatteren alle inhoud op de
geheugenkaart wordt gewist.
De geheugenstatus weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
Het cachegeheugen van alle applicaties wissen
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
2Tik op RUIMTE VRMAKEN. Als een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst,
selecteert u Opslagruimte > Interne gedeelde opslag > RUIMTE VRMAKEN.
Hint
Als u het cachegeheugen wist, verliest u geen belangrk
e data of instellingen.
Een applicatie of service stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Selecteer een applicatie of service en tik op NU STOPPEN > OK.
De geheugenkaart formatteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Opslagruimte.
2Tik op SD-kaart >
(pictogram Meer), tik vervolgens op Inst
ellingen voor opslag
> Formatteren, en voer tenslotte het formatteren uit in het volgende
dialoogvenster.
Opmerking
t formatteren wordt alle inhoud op de geheugenkaart gewist. Maak eerst een back-up
B he
van alle gegevens die u wilt behouden. Als u een back-up van de inhoud wilt maken, kunt u
deze naar een computer kopiëren. Ga voor meer informatie naar
gegevens en deze overbrengen met behulp van een computer
Een back-up maken van
op pagina 49.
Slimme wisser
Slimme wisser verbetert de prestaties van het apparaat door het automatisch
optimaliseren van opslag en geheugen aan de hand van het gebruik van de app's.
Smart Cleaner in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Xperia Assist.
2Tik op Slimme wisser en tik vervolgens op de schakelaar om de functie in of uit te
schakelen.
46
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 47
Opmerking
U kunt bestanden ook handmatig wzigen, k
Bestanden te gaan en erop te tikken.
opiëren of verwderen door naar de applicatie
47
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 48
Een back-up maken en gegevens
synchr
oniseren
Een back-up maken en synchroniseren met een Googleaccount
U kunt een back-up maken van uw gegevens op de Google-server en deze
synchroniseren met een Google-account. Afhankelk van de typen inhoud zn er
verschillende manieren om een back-up te maken en te synchroniseren. Als u
gegevens wilt overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat, stelt
u de back-up in op uw oude apparaat en synchroniseert u met uw Google-account
op het nieuwe apparaat. Het maken van een back-up wordt in het bzonder
aanbevolen als u de apparaatsoftware updatet naar een nieuwere Android-versie.
Een Google-account instellen
1Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen en selecteer vervolgens
Google.
2Volg de aanwzingen op het scherm om een account te maken of u zich erb aan
te melden.
Een back-up maken en synchroniseren met Gmail, Agenda en Contacten
1Tik op Instellingen > Accounts.
2Als er nog geen Google-account is, tikt u op Account toevoegen.
3Tik op de schakelaar Gegevens automatisch synchroniseren om de functie in te
schakelen. Er wordt automatisch een back-up gemaakt van uw Gmail, Agenda en
Contacten.
Opmerking
U kunt de gegevens van Gmail, Agenda en Contacten automatisch overbrengen en
synchr
oniseren door u aan te melden b het Google-account dat werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat.
Een back-up maken van foto's en video's en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op het instellingenmenu.
3Tik op he
4Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Van uw foto's en video's wordt
automatisch een back-up gemaakt.
Opmerking
U kunt foto's en video's automatisch synchroniseren door u aan te melden b he
account dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op uw oude apparaat. Ga
voor meer informatie naar
Een back-up maken en synchroniseren van app-gegevens, telefooninstellingen
en gesprekshistorie
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Back-up.
2Tik op de schakelaar om de functie in te schakelen. Er wordt automatisch een
back-up gemaakt van uw app-gegevens, telefooninstellingen en gesprekshistorie.
Opmerking
U kunt het maken van een back-up ook inschakelen op het instellingenmenu van Google
Drive
synchroniseren door in te loggen op de Google-account die werd gebruikt voor het
synchroniseren van gegevens op het oude apparaat. Wanneer u het nieuwe apparaat voor
t menu back-up en synchronisatie.
. U kunt uw app-gegevens, apparaatinstellingen en gesprekshistorie automatisch
(pictogram Google Photos).
http://support.google.com/
t Google-
.
48
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 49
het eerst inschakelt, meldt u zich aan b he
scherm.
t Google-account en volgt u de instructies op het
Handmatig een back-up maken van bestanden en deze synchroniseren
1Ga naar en tik op
2Houd de best
(pictogram Muziek) of (pictogram Bestanden).
anden waarvan u een back-up wilt maken aangeraakt en selecteer
Delen uit de opties die worden weergegeven.
3Sla op op Google Drive.
Opmerking
U kunt de gegevens synchroniseren op het nieuwe apparaat door u aan te melden b he
Google-account dat werd gebruikt voor het synchroniseren van gegevens op het oude
apparaat.
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp van een computer
Het wordt aangeraden om een back-up van uw gegevens te maken op een
computer wanneer u grote hoeveelheden mediabestanden hebt, zoals foto's,
video's en muziekbestanden. U kunt uw gegevens ook overbrengen van een oud
apparaat naar een nieuwe apparaat door beide apparaten tegelkertd aan te
sluiten op de computer. Gebruik een USB-kabelverbinding tussen een Windowscomputer en het apparaat om uw bestanden over te brengen en te beheren.
t
Aansluiten op een computer met behulp van een USB-kabel
1Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer.
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast
3Tik op Tik voor meer op
ties. De computer detecteert het apparaat nadat u op
(pictogram USB).
Bestandsoverdracht hebt getikt.
Opmerking
Gebruik altd de USB-k
helemaal droog is.
abel van uw specieke Xperia-model en controleer of de kabel
Een back-up van uw gegevens maken met een computer
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit het apparaat aan op de computer
met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer de bestanden waarvan u een back-up wilt maken en
kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een locatie op de computer.
Bestanden overbrengen van het oude apparaat naar een nieuw apparaat
1Ontgrendel het scherm van het apparaat en sluit zowel het oude apparaat als het
nieuwe apparaat aan op een computer met behulp van een USB-kabel.
2Selecteer op de computer welke bestanden van het oude apparaat moeten
worden overgebracht, en kopieer-plak of sleep-zet neer de bestanden naar een
locatie op het nieuwe apparaat.
Opmerking
Wanneer u bestanden kopieert van het oude apparaat naar het nieuwe apparaat, moet u
voor zorgen dat de mapnamen op beide apparaten hetzelfde zn.
er
49
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 50
Een back-up maken van gegevens en deze overbrengen met
behulp v
Een back-up maken van bestanden en deze overbrengen met behulp van een
geheugenkaart
1Zorg dat een geheugenkaart in het apparaat is geplaatst.
2Ga naar en tik op
3Houd de best
markeer deze.
4Tik op
een back-up te maken of over te brengen.
an een geheugenkaart
(pictogram Bestanden).
anden die u naar de geheugenkaart wilt overbrengen aangeraakt en
(pictogram Meer) en selecteer K
opiëren naar… of Verplaatsen naar… om
Synchroniseren met Microsoft Exchange ActiveSync
Als uw bedrf een Microsoft Exchange ActiveSync-account gebruikt, kunt u uw
zakelke e-mailberichten, kalenderafspraken en contacten rechtstreeks op uw
apparaat openen. Na instelling kunt u uw informatie vinden in de applicaties Emailen, Agenda en Contacten.
Hint
Als u een Microsoft Exchange ActiveSync-account (EAS) op uw apparaat hebt ingesteld, kan
door de EAS-beveiligingsinst
alleen een PIN of wachtwoord. Dit gebeurt wanneer uw netwerkbeheerder uit
bedrfsveiligheidsoverwegingen een vergrendelingsschermmethode heeft opgegeven voor
alle EAS-accounts. Neem contact op met de netwerkbeheerder van uw bedrf of organisatie
om te controleren welk netwerkbeveiligingsbeleid is geïmplementeerd voor mobiele
apparaten.
ellingen de vergrendelingsschermmethode worden beperkt tot
Een EAS-account voor synchronisatie instellen
1Tik op Instellingen > Accounts > Account toevoegen > Exchange ActiveSync.
2Voer uw zakelke e-mailadres en wachtwoord in.
3Tik op Volgende. Als een fout optreedt, voert u handmatig de domein- en
servergegevens van uw account in en tikt u op Volgende.
4Volg de instructies op het scherm om de instellingen te voltooien.
5Tik op Meer synchronisatieopties weergeven om een synchronisatiemethode,
een synchronisatie-interval en de gegevens die u met het apparaat wilt
synchroniseren te selecteren.
6Tik op Volgende en selecteer hoe u op de hoogte wilt worden gesteld van nieuwe
e-mails.
7Tik op Volgende, voer een naam in voor het zakelke account en tik vervolgens op
Conguratie voltooien.
8Indien dit gevraagd wordt, activeert u apparaatbeheer zodat de bedrfsserver
bepaalde beveiligingsregels op het apparaat kan instellen, zoals het uitschakelen
van spraakopname en het gebruiken van versleutelde opslag.
Een EAS-account verwderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Accounts.
2Selecteer het EAS-account dat u wilt verwderen.
3Tik op Verwderen.
4Tik opnieuw op Verwderen om te bevestigen.
50
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 51
Applicaties downloaden
Applic
Google Play is de ociële onlinewinkel van Google voor het downloaden van
applicaties, games, muziek, lms en boeken. Hier vindt u zowel gratis als betaalde
applicaties. Voordat u begint met downloaden vanaf Google Play zorgt u voor een
functionerende internetverbinding, b voorkeur via Wi-Fi om de kosten van
dataverkeer te beperken. Ga voor meer informatie naar
pagina 42.
Een applicatie downloaden vanaf Google Play
1Ga naar en tik op
2Z
oek een item dat u wilt downloaden door te bladeren door categorieën of via de
zoekfunctie.
3Tik op het item om de details ervan weer te geven. Volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
aties downloaden vanaf Google Play
Uw apparaat updaten
(pictogram Play Store).
op
51
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 52
Internet en netwerken
Int
ernetinstellingen
Om toegang te krgen tot het internet, hebt u een mobiele gegevensverbinding
nodig met de juiste internetinstellingen. Een paar tips:
• Voor de meeste mobiele netwerken en aanbieders zn deze instellingen vooraf op
het apparaat geïnstalleerd, zodat u meteen kunt internetten.
• U kunt handmatig controleren op updates voor internetinstellingen. Als u een
internetinstelling per ongeluk wzigt of verwdert, reset u de internetinstellingen.
Wi-Fi
Gebruik Wi-Fi om te internetten, applicaties te downloaden of e-mails te
verzenden en te ontvangen. Wanneer u verbinding hebt gemaakt met een Wi-Finetwerk, onthoudt uw apparaat het netwerk en maakt hier volgende keer als u in
de buurt bent automatisch verbinding mee.
Beschikbare Wi-Fi-netwerken kunnen open of beveiligd zn. Beveiligde netwerken
worden aangeduid met
Wi-Fi-ne
Opmerking
Sommige Wi-Fi-netwerken worden niet weergegeven in de lst me
omdat z hun netwerknaam (SSID) niet uitzenden. Als u de naam van het netwerk kent, kunt
u het handmatig toevoegen aan uw lst met beschikbare Wi-Fi-netwerken.
twerk.
(pictogram Wi-Fi vergrendelen) naast de naam van het
t beschikbare netwerken
Wi-Fi in- en uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op de schakelaar om Wi-Fi in of uit te schakelen.
Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op de schakelaar om Wi-Fi in te schakelen. Alle beschikbare Wi-Fi-netwerken
worden weergegeven.
3Tik op een Wi-Fi-netwerk om hiermee verbinding te maken. Voor beveiligde
netwerken voert u het bbehorende wachtwoord in.
we
ergegeven op de statusbalk zodra u bent verbonden.
Een Wi-Fi-netwerk handmatig toevoegen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Scroll omlaag en tik op Netwerk toevoegen.
3Voer de Netwerknaam-gegevens in.
4Tik in het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
5Voer indien nodig een wachtwoord in.
6Als u geavanceerde opties, zoals proxy-instellingen, IP-instellingen en andere
netwerkinstellingen, wilt bewerken, tikt u op Geavanceerde opties en bewerkt u
vervolgens de opties naar wens.
7Tik op OPSLAAN.
(pictogram Wi-Fi) wordt
Wi-Fi-signaalsterkte verhogen
U kunt de Wi-Fi-ontvangst op verschillende manieren verbeteren:
• Plaats het apparaat dichter b het Wi-Fi-toegangspunt.
• Plaats het Wi-Fi-toegangspunt uit de buurt van mogelke obstakels of
interferentie.
52
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 53
• Dek he
De Wi-Fi-antenne bevindt zich meestal in het bovenste deel van het apparaat. Zie
op pagina 15.
t Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet af.
Opmerking
Overzicht
Wi-Fi-instellingen
Wanneer u bent verbonden met een Wi-Fi-netwerk of wanneer er Wi-Fi-netwerken
beschikbaar zn in uw omgeving, kunt u de status van deze netwerken weergeven.
U kunt op uw apparaat ook instellen dat u een melding ontvangt wanneer een
open Wi-Fi-netwerk wordt gedetecteerd.
Gedetailleerde informatie over een verbonden Wi-Fi-netwerk weergeven
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op het Wi-Fi-netwerk waarmee u momenteel bent verbonden. Gedetailleerde
informatie over het netwerk wordt weergegeven.
De Wi-Fi-instellingen veranderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Wi-Fi.
2Tik op Wi-voorkeuren.
Uw mobiele dataverbinding delen
U kunt uw mobiele dataverbinding op verschillende manieren delen met andere
apparaten.
• Draagbare hotspot: deel uw mobiele dataverbinding via Wi-Fi met maximaal 10
andere apparaten tegelkertd.
• Draagbare One-touch-hotspot: raak apparaten aan om de mobiele verbinding te
delen via Wi-Fi.
• USB-tethering: deel de mobiele dataverbinding met één computer met behulp
van een USB-kabel.
• Bluetooth-tethering: deel uw mobiele dataverbinding met maximaal vier andere
apparaten via Bluetooth.
De gegevensverbinding delen via een USB-kabel
1Sluit uw apparaat aan op een computer met de USB-kabel.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op de schakelaar USB-tethering en tik vervolgens op OK als dit wordt
gevraagd.
verbinding is gemaak
4Tik op de schakelaar USB-tethering of koppel de USB-kabel los om te stoppen met
het delen van uw dataverbinding.
Opmerking
U kunt niet t
een USB-kabel.
(pictogram Delen via USB) wordt weergegeven op de statusbalk zodra
t.
egelkertd de gegevensverbinding en de SD-kaart van uw apparaat delen via
Uw mobiele verbinding delen door middel van Draagbare One-touch-hotspot
1Zorg dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide
schermen actief zn.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering.
3Tik op Draagbare One-touch-hotspot.
4Houd de apparaten b elkaar zodat de N-merktekens van beide apparaten elkaar
raken, en tik vervolgens op KOPPELEN.
53
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 54
Opmerking
Deze functie werkt alleen b appar
tethering.
aten die ook ondersteuning bieden voor NFC Wi-Fi-
Uw mobiele dataverbinding met een ander Bluetooth-apparaat delen
1Zorg dat uw apparaat en het andere Bluetooth-apparaat met elkaar gekoppeld zn
en dat mobiel dataverkeer op uw apparaat is geactiveerd.
2Uw apparaat: Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en
tethering. Tik op de schakelaar Bluetooth-tethering om de functie in te
schakelen.
3Bluetooth-apparaat: Stel het apparaat zodanig in dat de netwerkverbinding
verkregen wordt via Bluetooth. Als het apparaat een computer is, raadpleeg dan
de relevante instructies om de instelling te voltooien. Als het een Androidapparaat is, tikt u op het instellingenpictogram naast de naam van het apparaat
waarmee het is gekoppeld onder Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder
verbonden apparaten, en tikt u vervolgens op de schakelaar Internettoegang.
4Uw apparaat: Wacht tot
Blue
tooth-tethering) worden weergegeven op de statusbalk. Zodra deze
(pictogram Bluetooth-tethering) en (pictogram
pictogrammen worden weergegeven, is het instellen voltooid.
5Tik nogmaals op de schakelaar Bluetooth-tethering om de functie uit te
schakelen.
Het apparaat als draagbare hotspot gebruiken
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Hotspot en tethering >
Draagbare hotspot.
2Tik op de schakelaar bovenaan de lst om de functie in te schakelen.
Het dataverbruik beheren
U kunt bhouden hoeveel data gedurende een bepaalde periode van en naar uw
apparaat wordt overgebracht via uw mobiele dataverbinding of Wi-Fi-verbinding.
U kunt bvoorbeeld weergeven hoeveel data door individuele applicaties wordt
gebruikt. Voor data die via uw mobiele dataverbinding wordt overgebracht, kunt u
ook waarschuwingen en beperkingen instellen om extra kosten te voorkomen.
Dataverbruik helpen verminderen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik >
Databesparing.
2Tik op de schakelaar of de functie in of uit te schakelen.
Dataverkeer in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik.
2Tik op de schakelaar Mobiele data om dataverkeer in of uit te schakelen.
Hint
Wanneer dataverkeer is uitgeschakeld, kan uw apparaat nog steeds Wi-Fi- en Bluetoothverbindingen t
Een waarschuwing voor dataverbruik of een mobiele-datalimiet instellen
1Zorg dat mobiel dataverkeer is ingeschakeld.
2Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik >
Datawaarschuwing en -limiet.
3Tik op de schakelaar Datawaarschuwing instellen of op de schakelaar Datalimiet
instellen.
4Tik op Datawaarschuwing of Datalimiet om het waarschuwingsniveau of de
limiet voor dataverbruik te wzigen.
ot stand brengen.
54
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 55
Opmerking
Wanneer uw mobiele dataverbruik de ingestelde limiet bereikt, wordt het mobiele
da
taverkeer op uw apparaat automatisch uitgeschakeld.
Uw dataverbruik controleren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Datagebruik.
2Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid mobiele data die via
individuele applicaties is overgedragen, tikt u op Datagebruik van app.
3Als u informatie wilt weergeven over de hoeveelheid data die via de Wi-Fi-
verbinding is overgedragen, tikt u op Wi-datagebruik onder Datagebruik.
Het datagebruik van afzonderlke applicaties beheren
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op de applicatie die u wilt beheren en tik vervolgens op Datagebruik.
Hint
De prestaties van afz
instellingen voor datagebruik wzigt.
onderlke applicaties kunnen worden beïnvloed als u de betreende
Een SIM-kaart selecteren voor dataverkeer
Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, kunt u op elk gewenst
moment aangeven welke SIM-kaart data afhandelt. U kunt dit doen tdens de
eerste keer dat u het apparaat instelt of u kunt dit later selecteren of wzigen via
het menu Instellingen.
De SIM-kaart wzigen die wordt gebruikt voor dataverkeer
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Mobiele gegevens.
2Selecteer een SIM-kaart.
Mobiele netwerken selecteren
Afhankelk van welke mobiele netwerken beschikbaar zn op de locatie waar u
zich bevindt, schakelt uw apparaat automatisch tussen de mobiele netwerken. U
kunt uw apparaat ook handmatig instellen op een bepaalde mobiele
netwerkmodus. Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, geldt dit
voor elke SIM-kaart.
Afhankelk van het type netwerk waarmee u verbonden bent, worden
verschillende statuspictogrammen weergegeven op de statusbalk. Raadpleeg
Statuspictogrammen
statuspictogrammen eruit zien.
Een netwerkmodus selecteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op Geavanceerd > Voorkeursnetwerktype en selecteer een netwerkmodus.
Handmatig een ander netwerk selecteren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Geavanceerd > Netwerk automatisch selecteren om uit te
schakelen, en tik vervolgens op Netwerk.
4Selecteer een netwerk.
op pagina 36 om te zien hoe de verschillende
55
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 56
Opmerking
Als u een netwerk selecteert, zal het apparaat niet naar andere netwerken zoeken, zelfs niet
als u zich buit
en het bereik van het handmatig geselecteerde netwerk begeeft.
Automatische netwerkselectie activeren
1Ga naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Mobiel netwerk.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
3Tik op de schakelaar Geavanceerd > Netwerk automatisch selecteren om in te
schakelen.
56
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 57
Basisinstellingen
Inst
ellingen openen
U kunt de instellingen van uw apparaat weergeven en veranderen in het menu
Instellingen. Het menu Instellingen is bereikbaar vanaf zowel het applicatiescherm
als het deelvenster Snelle instellingen.
Het instellingenmenu van het apparaat openen vanuit het applicatiescherm
• Ga naar en tik op Instellingen.
Informatie over het apparaat weergeven
• Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Over de telefoon.
Het deelvenster Snelle instellingen openen
• Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
Selecteren welke instellingen worden weergeven in het deelvenster Snelle
instellingen
1Sleep de statusbalk met twee vingers helemaal omlaag en tik op
Bewerken).
2Voeg een instelling toe aan het deelvenster Snelle instellingen door het pictogram
naar het bovenste deel van het scherm te slepen en neer te zetten. Verwder een
instelling door het pictogram naar het onderste deel van het scherm te slepen en
neer te zetten.
(pictogram
Het paneel Snelle instellingen herschikken
1Sleep de statusbalk helemaal omlaag en tik op (pictogram Bewerken).
2Houd een pictogram aangeraakt en verplaats het naar de gewenste positie.
De zaklamp inschakelen
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag.
2Tik op (pictogram Zaklantaarn).
olume, trilling en geluid
V
Volume en trilling kunnen worden gewzigd met behulp van de volumetoetsen of
door een instelling te wzigen. Geluiden en tonen kunnen alleen via een instelling
worden gewzigd.
Opmerking
App-instellingen kunnen de geselecteerde instellingen voor volume, trilling en geluid
neger
en.
Volume en trilling
U kunt het beltoonvolume, mediavolume, alarmvolume en gespreksvolume
wzigen. Bovendien kunt u uw apparaat instellen op trillen
He
t beltoonvolume en meldingvolume
op meldingen, he
op de gespr
op de muziek, vide
verandert terwl u naar een video kkt, wordt het mediavolume gewzigd. Het
alarmvolume wordt aangeduid met
t gespreksvolume
ekken, en het mediavolume
o's, games en andere media. Als u bvoorbeeld het volume
(pictogram Beltoonvolume) is van invloed
(pictogram gespreksvolume) is van invloed
(pictogram Mediavolume) is van invloed
(pictogram Alarm).
(pictogram Trillen).
57
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 58
Het volume aanpassen
1Druk op de volume
2Tik op
wzigen. G
Hint
Tik op een volumepictogram om het volume snel in of uit te schakelen.
(pictogram Instellingen) om de beltoon-, melding- of alarmvolumes te
ebruik elke schuifregelaar om het volume aan te passen.
toets omhoog of omlaag. Hiermee wzigt u het mediavolume.
De trilmodus select
eren
1Druk op de volumetoets omhoog of omlaag.
2Tik één of meer keren op het pictogram dat boven de schuifregelaar wordt
weergegeven tot
G
eluid en trilstand activeren voor inkomende gesprekken
(pictogram Trillen) wordt weergegeven.
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
2Tik op de schakelaar Ook trillen voor oproepen om de functie in te schakelen.
Geluiden en tonen
De beltoon instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid.
2Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u Ringtone - SIM 1 of Ringtone - SIM 2. Als
u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Beltoon telefoon.
3Selecteer een optie in de lst of tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand
te selecteren dat op het apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Hint
Als u een bepaalde beltoon wilt instellen voor een contact, gaat u naar
toevoegen en bewerken
SIM-kaart een andere beltoon instellen.
op pagina 68. Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kunt u voor elke
Contacten
Het meldingsgeluid instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Meldingsgeluid.
2Selecteer een geluid uit de lst of selecteer Geen om alle meldingsgeluiden uit te
schakelen en de meldingen in te stellen op alleen trillen.
3Tik op Beltoon toevoegen om een muziekbestand te selecteren dat op het
apparaat is opgeslagen.
4Tik op OK om te bevestigen.
Andere geluiden en tonen in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Geavanceerd.
2Tik op de schakelaars om andere geluiden en tonen in of uit te schakelen.
De geluiden van het apparaat uitschakelen met Niet storen
Activeer Niet storen om geluiden te dempen en trillingen en visuele meldingen tot
een minimum te beperken voor situaties waarin u niet wilt worden gestoord,
zoals's nachts.
Opties instellen
• Meldingen
• Uitzonderingen
• Duur
• Automatisch inschakelen
58
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 59
Niet storen activeren of deactiveren
1Sle
ep de statusbalk met twee vingers omlaag om het deelvenster Snelle
instellingen te openen.
2Tik op
A
(pictogram Niet storen).
utomatische regels
U kunt automatische regels instellen om op specieke tden of b specieke
gebeurtenissen de modus Niet storen te activeren.
Een automatische regel instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen > Automatisch inschakelen.
2Tik op een automatische regel, bvoorbeeld Slapen.
3Stel de td en het gedrag naar wens in. Als u de regelnaam wilt wzigen, tikt u op
(pictogram Bewerken).
4Tik op de schak
Hint
Als u een nieuwe regel wilt maken, tikt u op Regel toevoegen en volgt u de instructies op
he
t scherm.
elaar om de regel te activeren.
Het meldingsgeluid instellen wanneer de modusNiet storen is geactiveerd
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Meldingen.
3Selecteer een optie.
Uitzonderingen instellen voor de modus Niet storen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op de opties onder Uitzonderingen.
3Tik op de schakelaars om één of meer opties te activeren.
Deactiveren van de modus Niet storen instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Geluid > Niet storen.
2Tik op Duur.
3Selecteer een instelling en tik op OK. U kunt de uren aanpassen door op + of - te
tikken.
Scherminstellingen
U kunt het gedrag van het scherm, de helderheid, de weergavegrootte en de
kwaliteit veranderen. U kunt bvoorbeeld de leesbaarheid verhogen met een
groter lettertype of grotere weergavegrootte en u kunt de pictogrammen op de
statusbalk veranderen.
Als u de achtergrond wilt wzigen, zie
Achtergrond
hoe lang het scherm ingeschakeld blft voordat het wordt uitgeschakeld, zie
scherm in- of uitschakelen
op pagina 26.
Een scherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Weergave.
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schuifregelaars, selectievakjes en extra menu's om de instelling te
wzigen.
op pagina 32. Om te wzigen
Het
59
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 60
Instellingen van beeldkwaliteit
Kleur
engamma en contrast verbeteren de kwaliteit van foto's en video's als deze
op het apparaat worden weergegeven.
Videobeeldverbetering verbetert de beeldkwaliteit van video's wanneer u deze op
uw apparaat weergeeft met X1 for mobile. Met deze functie worden video's die zn
opgenomen in de SDR-modus afgespeeld met een beeldkwaliteit die op HDR lkt.
Opmerking
Wanneer de Makermodus is geselecteerd in Kleurengamma en contrast, kan
Vide
obeeldverbetering niet worden gebruikt.
Hint
Videobeeldverbetering is alleen beschikbaar voor bepaalde applicaties.
Witbalans
cteer één van de voorinstellingen. Als u Aangepast selecteert, kunt u de
Sele
schuifregelaars gebruiken om de witbalans aan te passen. Selecteer Gemiddeld
om de standaardinstelling te herstellen.
Helderheidsniveau
Pas het helderheidsniveau aan met de schuifregelaar. U kunt ook Helderheid
aanpassen inschakelen om de helderheid automatisch te optimaliseren op basis
van het omgevingslicht.
Opmerking
Als uw apparaat een OLED-scherm heeft, voorkomt u dat zeer heldere of statische beelden
gedurende een lange td worden weergegeven. Dit kan ertoe leiden dat een nabeeld of
kleur op het scherm blft staan.
Scherm automatisch draaien
Stel in dat het scherm automatisch wordt gedraaid als het apparaat wordt
gedraaid, of stel in dat het scherm in de staande stand blft.
Hint
Zelfs als de functie Scherm automatisch draaien is uitgeschakeld, kunt u het scherm
handma
tig roteren door op de navigatiebalk op
(pictogram Draaien) te tikken.
Nachtverlichting
Nachtlicht schak
beter aeesbaar in een donkere omgeving en kunt u ook makkelker in slaap
vallen.
elt de kleur van het scherm om naar oranje. Hierdoor is het scherm
Onopzettelke bewerkingen voorkomen als het scherm uit is
U kunt voorkomen dat uw apparaat per ongeluk wordt geactiveerd terwl het in
uw zak of tas zit. Tik op de schakelaar Onopzettelke bewerkingen voorkomen als
het scherm uit is om de functie in of uit te schakelen.
Een vergrendelingsscherminstelling wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging >
Voorkeuren schermvergrendeling.
2Tik op de instelling die u wilt wzigen.
3Gebruik de schakelaars, selectievakjes of extra menu's om aan te passen.
60
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 61
Applicatie-instellingen
Sommige applic
toestemming geven of afwzen voor elke app afzonderlk in het menu instellingen
of in het bevestigingsvenster Toestemming. De vereiste toestemmingen zn
afhankelk van het ontwerp van de app.
aties vragen om toestemmingen zodra u ze gaat gebruiken. U kunt
Toestemming geven of afwzen
U kunt kiezen toestemming te geven of af te wzen wanneer het dialoogvenster
wordt weergegeven. Als u een andere versie van Android eerder hebt gebruikt,
zullen de meeste applicaties al de benodigde toestemmingen hebben gekregen.
Toestemmingen instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Geavanceerd > App-
machtigingen.
2Selecteer een optie en tik vervolgens op de relevante schakelaar om de
toestemmingen aan te passen.
Automatisch bwerken van applicaties toestaan of afwzen
Als de automatische bwerkfunctie is ingeschakeld, worden uw applicaties
bgewerkt zonder dat u daarom wordt gevraagd, zodat u mogelk niet doorhebt
dat een groot hoeveelheid data wordt gedownload. Om mogelk hoge kosten voor
dataoverdracht te voorkomen, kunt u automatisch bwerken uitschakelen of
automatisch bwerken alleen via een Wi-Fi-verbinding inschakelen. U moet
automatisch bwerken uitschakelen in de Play Store-app om het automatisch
bwerken van applicaties te voorkomen.
Automatisch bwerken van alle applicaties in de Play Store in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Inst
bwerken.
3Selecteer de gewenste optie.
(pictogram Play Store).
ellingen > Apps automatisch
Apps koppelen
Uw apparaat kan de standaard-app bepalen om een bepaald weblink te
verwerken. Dit betekent dat nadat de koppeling is ingesteld, u niet elke keer een
app hoeft te selecteren wanneer u een koppeling opent. U kunt de standaard-app
op elk gewenst moment veranderen.
App-koppelingen beheren via het menu Instellingen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen.
2Tik op Geavanceerd > Standaard-apps > Links openen.
3Selecteer een app en pas de instellingen naar wens aan.
Locatieservices gebruiken
Met locatieservices kunnen applicaties zoals Maps en de camera de informatie van
mobiele en Wi-Fi-netwerken gebruiken en combineren met GPS-informatie (Global
Positioning System) om uw locatie b benadering te bepalen.
Als u uw apparaat wilt gebruiken om erachter te komen waar u bent, moet u
locatieservices inschakelen.
2Tik op de schakelaar om de locatieservices in of uit te schakelen.
De nauwkeurigheid van GPS verbeteren
Als u de GPS-functie van het apparaat voor het eerst gebruikt, kan het enkele
minuten duren voordat uw locatie wordt gevonden. Om ervoor te zorgen dat het
zoeken zo goed mogelk verloopt, moet u vr zicht op de hemel hebben. Sta stil
en dek de GPS-antenne niet af. GPS-signalen kunnen door wolken en plastic
dringen, maar niet door de meeste massieve objecten, zoals gebouwen en bergen.
Als uw locatie niet binnen enkele minuten wordt gevonden, gaat u naar een
andere locatie.
Opmerking
De GPS-antenne bevindt zich meestal in het bovenste deel van het apparaat. Zie
op pagina 15.
Overzicht
Taalinstellingen
U kunt een standaardtaal selecteren voor uw apparaat en dit op een later moment
weer wzigen. U kunt tevens de schrftaal voor tekstinvoer wzigen.
De taal wzigen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer > Talen.
2Verander de taal door de gewenste taal te slepen en neer te zetten op de bovenste
plek in de lst. Als de gewenste taal niet in de lst staat, tikt u op
T
oevoegen) om deze toe te voegen.
(pictogram
Opmerking
Als u de verkeerde taal selecteert en u de menuteksten niet kunt lezen, gaat u naar en tikt u
op (pictogram Instellingen) > (pictogram Systeemmenu). Selecteer vervolgens de tekst
naast (pictogram Toetsenbord) en selecteer het eerste item in het menu dat wordt
ergegeven. U kunt vervolgens de gewenste taal selecteren.
we
Virtuele toetsenborden
Uw apparaat is uitgerust met een aantal vooraf geïnstalleerde methoden voor
tekstinvoer.
Opmerking
De standaardmethode voor tekstinvoer is mogelkafhank
taalinstellingen die u gebruikt. Een of meer methoden voor tekstinvoer znmogelk niet in
uw regio beschikbaar.
elk van de regionale of
Schakelen tussen verschillende opties van het virtuele toetsenbord
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Talen en invoer >
Schermtoetsenbord.
2Tik op Toetsenborden beheren en tik vervolgens op de schakelaar om het
toetsenbord in of uit te schakelen.
Datum en td
U kunt de datum en td veranderen op uw apparaat.
De datum, td of tdzone handmatig instellen
1Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Datum en td.
62
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 63
2Als u de da
tum of td handmatig wilt instellen, schakelt u de functie Autom. td
en datum uit door op de schakelaar te tikken. Als u de tdzone handmatig wilt
instellen, schakelt u de functie Automatische tdzone uit door op de schakelaar te
tikken.
3Tik op het gewenste item om de waarden te bewerken en te wzigen.
Meerdere gebruikersaccounts
Uw apparaat ondersteunt meerdere gebruikersaccounts. De gebruiker die het
apparaat voor het eerst installeert, wordt de eigenaar van het apparaat. Alleen de
eigenaar kan de accounts van de andere gebruikers beheren.
Ga naar en tik op Instellingen > Systeem > Geavanceerd > Meerdere gebruikers >
Gebruiker toevoegen, waarna de eigenaar twee typen accounts maakt:
• Regelmatige gebruiker: Dit type account is geschikt voor iemand die regelmatig
gebruikmaakt van uw apparaat.
• Gastgebruiker: Schakel de optie gastaccount in voor iemand die slechts tdelk uw
apparaat wilt gebruiken.
Opmerking
Sommige functies zn alle
software of het overbrengen van gegevens. Deze functies worden niet op het menu
weergegeven wanneer u inlogt als regelmatige gebruiker of als gastgebruiker.
Schakelen tussen meerdere gebruikersaccounts
1Sleep de statusbalk met twee vingers omlaag en tik op
2Tik op he
t pictogram van het gebruikersaccount dat u wilt gebruiken. Het
vergrendelingsscherm van dat gebruikersaccount wordt weergegeven.
en beschikbaar voor de eigenaar. Bvoorbeeld het bwerken van
(pictogram Gebruiker).
63
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 64
Bellen
Bellen
U k
unt bellen door zelf het telefoonnummer in te voeren of met de functie Smart
Dial om snel nummers in de contactlst en gesprekkenlsten te vinden. Voor een
videogesprek kunt u de videochat-applicatie Duo op het apparaat gebruiken.
Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kunt u een standaard SIM-kaart voor telefoneren
instellen of instellen dat telkens wanneer u belt u een SIM-kaart moet kiezen. Ga
naar en tik op Instellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele SIM >
Oproepen om een optie te selecteren.
Overzicht van bellen
1Smart Dial en opties weergeven
2Verwderen
3Toetsenblok
4Gespreksknop
Een telefoonnummer bellen
1Ga naar en tik op (pictogram Telefoon).
2Als de gespr
he
t toetsenblok weer te geven.
3Voer het telefoonnummer in en tik op
4Als u twe
Bellen met Smart Dial
1Ga naar en tik op
2Als de gespr
he
t toetsenblok weer te geven.
3Gebruik het toetsenblok om letters of cfers in te voeren die horen b het contact
dat u wilt bellen. B elke letter of elk cfer dat u invoert, wordt een lst met
mogelkheden weergegeven.
4Tik op het contact dat u wilt bellen.
5Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
ekkenlst wordt weergegeven, tikt u op
(Gespreksknop).
e SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
(pictogram Telefoon).
ekkenlst wordt weergegeven, tikt u op
64
(pictogram Toetsenblok) om
(pictogram Toetsenblok) om
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 65
Een internationaal gesprek voeren
1Ga naar en tik op (pictogram Telefoon). De gespr
2Tik op
3Houd 0 aanger
(pictogram Toetsenblok) om het toetsenblok weer te geven.
aakt totdat een "+" wordt weergegeven.
ekkenlst wordt weergegeven.
4Voer de landcode, het netnummer zonder de eerste nul en het telefoonnummer in.
Tik vervolgens op
5Als u twe
e SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart als dit wordt gevraagd.
(Gespreksknop).
Een telefoonnummer voor direct bellen aan het startscherm toevoegen
1Houd een leeg gebied op het Startscherm aangeraakt.
2Tik in het aanpassingsmenu op Widgets.
3Scroll door de lst met applicaties en selecteer Direct bellen.
4Selecteer het contact en het nummer dat u voor direct bellen wilt gebruiken.
Uw telefoonnummer weergeven of verbergen tdens uitgaande gesprekken
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Aanvullende instellingen > Beller-ID en selecteer een optie.
Opmerking
Deze optie wordt mogelk nie
t door elke provider aangeboden.
Gesprekken ontvangen
Als u een inkomend gesprek ontvangt terwl het apparaat in de slaapstand staat
of als het scherm is vergrendeld, wordt de telefoonapplicatie op het volledige
scherm geopend. Op apparaten die twee SIM-kaarten gebruiken, geeft de
achtergrondkleur van het scherm aan voor welke SIM-kaart het gesprek is bedoeld.
Om de achtergrondkleur te veranderen, gaat u naar en tikt u op Instellingen >
Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele SIM > SIM-kaarten.
Als u een inkomend gesprek ontvangt wanneer het scherm actief is, wordt het
inkomende gesprek weergegeven als een melding die wordt weergegeven
bovenop het scherm dat op dat moment geopend is. Als u een apparaat met
dubbele SIM-kaart gebruikt, wordt ook de SIM-kaartinformatie weergegeven. Als
de melding binnenkomt, kunt u kiezen om het gesprek te beantwoorden en het
applicatiescherm voor de telefoon te openen, of u kunt het gesprek weigeren en
op het huidige scherm blven.
Een gesprek beantwoorden of weigeren als het scherm inactief is
• Wanneer een gesprek binnenkomt, veegt u
omhoog om he
t gesprek te beantwoorden of veegt u het naar omlaag om het
gesprek te weigeren.
Een gesprek beantwoorden of weigeren als het scherm actief is
• Als een gesprek binnenkomt, tikt u op ANTWOORD of AFWZEN in de melding die
bovenaan het scherm wordt weergegeven.
(pictogram Inkomend gesprek)
De beltoon van een inkomend gesprek dempen
• Wanneer u het gesprek ontvangt, drukt u op de volumetoets.
Gesprekken doorschakelen
U kunt gesprekken doorsturen naar een andere ontvanger, bvoorbeeld een ander
telefoonnummer of een ander apparaat.
65
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 66
Als u een apparaat met een dubbele SIM-kaart gebruikt, kunt u ook gesprekken die
op SIM-k
aart 1 binnenkomen, doorsturen naar SIM-kaart 2 wanneer SIM-kaart 1 niet
bereikbaar is, en omgekeerd. Deze functie heet Bereikbaarheid dubbele SIM. U
moet deze functie handmatig inschakelen.
Gesprekken doorverbinden
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Oproep doorschakelen en selecteer een optie.
5Voer het nummer in waarnaar u het gesprek wilt doorverbinden en tik op
Inschakelen.
Gesprekken doorschakelen uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
(pictogram Telefoon).
ellingen.
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Oproepaccounts en selecteert u een
SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Oproepen.
4Tik op Oproep doorschakelen.
5Selecteer een optie en tik op Uit.
De Bereikbaarheid dubbele SIM-functie inschakelen
Opmerking
Deze functie geldt alleen voor apparaten met een dubbele SIM-kaart.
1Ga naar en tik op Inst
ellingen > Netwerk en internet > Geavanceerd > Dubbele
SIM > Bereikbaarheid dubbele SIM.
2Onder Bereikbaarheid dubbele SIM, tik op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
3Volg de instructies op het scherm om de procedure te voltooien.
Hint
Als de functie Bereikbaarheid dubbele SIM niet werkt nadat u deze hebt ingeschakeld,
ontroleert u of voor elke SIM-kaart de telefoonnummers correct zn ingevoerd. In sommige
c
gevallen worden de nummers tdens de installatie automatisch gedetecteerd. Anders wordt
u gevraagd om ze handmatig in te voeren.
Een nummer blokkeren
U kunt nummers blokkeren zodat deze u niet kunnen bellen of berichten kunnen
sturen. Kies uit de opgeslagen nummers of voer een nummer in.
Een opgeslagen telefoonnummer blokkeren
1Ga naar en tik op
2Houd he
t nummer dat u wilt blokkeren aangeraakt.
3Tik op Nummer blokkeren en tik vervolgens op BLOKKEREN. Gesprekken en sms-
berichten vanaf dat nummer worden geblokkeerd.
Een nummer blokkeren door het nummer in te voeren
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
toevoegen.
3Voer het telefoonnummer in dat u wilt blokkeren en tik op BLOKKEREN.
Gesprekken en sms-berichten vanaf dat nummer worden geblokkeerd.
(pictogram Telefoon).
(pictogram Telefoon).
ellingen > Gespreksblokkering > Een nummer
66
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 67
De blokkering van een nummer ophe
1Ga naar en tik op
(pictogram Telefoon).
2Tik op (pictogram Meer) > Inst
3Tik op
blokk
(pictogram Annuleren) naast het telefoonnummer waarvan u de
ering wilt opheen en tik vervolgens op BLOKKERING OPHEFFEN.
ellingen > Gespreksblokkering.
en
Gesprekken en SMS-berichten van dit nummer worden niet meer geblokkeerd.
67
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 68
Contacten
C
ontacten toevoegen en bewerken
U kunt contacten toevoegen, bewerken of verwderen op uw apparaat en vanaf
gesynchroniseerde accounts. Voeg afbeeldingen van contacten toe of stel aparte
beltonen in om contacten te personaliseren. U kunt ook de contactgegevens over
uzelf bewerken.
Een contact toevoegen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Nieuw contact toevoegen).
3Als u voor he
worden gesynchroniseerd, selecteert u een account. Dit wordt het
standaardaccount om uw contacten in op te slaan. Later kunt u selecteren waar
het contact moet worden opgeslagen door op
t
oevoegen) > Opslaan in te tikken.
4Voer de gewenste gegevens voor het contact in of selecteer deze.
5Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Opmerking
Tik op (pictogram Menu) en selecteer het nieuwe account om de standaardinstelling voor
he
t opslaan van uw contacten te wzigen. U kunt ook Telefooncontact selecteren om
contacten alleen op te slaan op het apparaat. Als u een bestaand contact naar een nieuw
account wilt verplaatsen, moet u het contact opnieuw maken en dit opslaan in het nieuwe
account.
(pictogram Contacten).
t eerst een contact toevoegt en meerdere accounts met het apparaat
(pictogram Nieuw contact
Hint
Als u een plusteken en de landcode invoert vóór het telefoonnummer van een contact,
hoeft u he
t nummer niet opnieuw te bewerken wanneer u vanuit een ander land belt.
Een contact bewerken
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Bewerk
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
en).
(pictogram Contacten).
(pictogram
3Bewerk de gewenste gegevens.
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Opmerking
Sommige synchronisatieservices staan u niet toe contactgegevens te bewerken.
ontactafbeelding toevoegen of verwderen
Een c
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Bewerk
3Tik op
4Nada
Hint
U kunt ook een afbeelding aan een contact toevoegen rechtstreeks vanuit de applicatie
Album.
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
en).
(pictogram Camera) en selecteer een optie.
t de afbeelding is geüpdatet, tikt u op OPSLAAN.
(pictogram Contacten).
(pictogram
De belt
oon van een contact personaliseren
1Ga naar en tik op
2Tik op he
Belt
t contact dat u wilt bewerken en tik vervolgens op
oon instellen.
(pictogram Contacten).
68
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
(pictogram Meer) >
Page 69
3Sele
sele
cteer een beltoon of tik op
cteren dat op het apparaat is opgeslagen.
(pictogram Toevoegen) om een muziekbestand te
4Tik op OK.
Alle gesprekken van een contact naar voicemail sturen
1Ga naar en tik op
2Sele
3Tik op
cteer het gewenste contact.
(pictogram Meer) > Doorstur
(pictogram Contacten).
en naar voicemail.
Contacten verwderen
1Ga naar en tik op
2Houd he
3Tik op
t contact aangeraakt dat u wilt verwderen.
(pictogram V
(pictogram Contacten).
erwderen) en tik vervolgens op VERWDEREN.
4Verwder meerdere of alle contacten door de selectievakjes aan te vinken naast de
contacten die u wilt verwderen.
5Tik op
(pictogram V
erwderen) en tik vervolgens op VERWDEREN.
Contactgegevens over uzelf bewerken
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Mn inf
3Tik op
(pictogram Bewerken) en voer de nieuwe gegevens in of breng de
(pictogram Contacten).
o.
gewenste wzigingen aan.
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
Een nieuw contact maken op basis van een sms-bericht
1Ga naar en tik op (pictogram Berichten).
2Tik op het telefoonnummer en tik vervolgens op (pictogram Meer) > Contact
toevoegen.
3Selecteer een bestaand contact of tik op Nieuw contact maken.
4Bewerk de contactgegevens en tik op OPSLAAN.
Contacten overbrengen
Er zn verschillende manieren om contacten naar uw nieuwe apparaat over te
brengen. U kunt contacten synchroniseren met een onlineaccount of rechtstreeks
importeren vanaf een ander apparaat.
Contacten overbrengen met een onlineaccount
Als u de contacten op uw oude apparaat of op uw computer synchroniseert met
een onlineaccount, bvoorbeeld Google Sync of Microsoft Exchange ActiveSync,
kunt u uw contacten overbrengen naar uw nieuwe apparaat met behulp van dat
account.
Automatische synchronisatie in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op (pictogram Contacten).
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Instellingen.
3Tik op Accounts, tik op de schakelaar Gegevens automatisch synchroniseren om
de functie in of uit te schakelen.
4Tik op OK.
Opmerking
U moet b he
hiermee kunt synchroniseren.
t betreende synchronisatieaccount zn aangemeld voordat u uw contacten
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
69
Page 70
Andere methoden voor overbrengen van contacten
Er zn verschillende ander
e manieren om contacten over te brengen van uw oude
apparaat naar uw nieuwe apparaat. U kunt bvoorbeeld contacten kopiëren naar
een geheugenkaart of Bluetooth-technologie gebruiken. Voor meer specieke
informatie over het overbrengen van de contacten vanaf uw oude apparaat,
raadpleegt u de desbetreende gebruikershandleiding.
Contacten importeren vanaf een geheugenkaart
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Importeren > SD-
kaart of intern geheugen (.vcf-bestand).
3Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
4Tik op
(pictogram Menu) en selecteer SD-k
aart.
5Selecteer de bestanden die u wilt importeren door erop te tikken.
Contacten importeren met Bluetooth
1Tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat, en zorg
ervoor dat het apparaat is ingesteld op zichtbaar.
2Wanneer u op de hoogte wordt gebracht van een inkomend bestand op uw
apparaat, sleept u de statusbalk omlaag en tikt u op de melding om de
bestandsoverdracht te accepteren.
3Tik op Accepteren om de bestandsoverdracht te starten.
4Sleep de statusbalk omlaag. Tik op de melding zodra de overdracht is voltooid.
5Tik op het ontvangen bestand en selecteer waar uw contacten moeten worden
opgeslagen.
Contacten importeren vanaf een SIM-kaart
1Ga naar en tik op
(pictogram Contacten).
2Tik op (pictogram Menu) en tik vervolgens op Instellingen > Importeren.
3Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Importeren van simkaart. Als u twee
SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart.
4Selecteer waar uw contacten moeten worden opgeslagen.
5Selecteer contacten om te importeren en tik op Importeren.
Een back-up maken van contacten
U kunt het interne geheugen, een geheugenkaart of een SIM-kaart gebruiken om
een back-up te maken van contacten.
Alle contacten exporteren naar een geheugenkaart
1Ga naar en tik op (pictogram Contacten).
2Tik op (pictogram Menu) > Instellingen > Exporteren > naar SD-kaart of intern
geheugen (.vcf-bestand).
3Tik op (pictogram Menu) > SD-kaart.
4Selecteer een bestemmingsmap en tik op OPSLAAN.
Contacten naar een SIM-kaart exporteren
Opmerking
Wanneer u contacten naar de SIM-kaart exporteert, wordt mogelk nie
geëxporteerd. Dit heeft te maken met geheugenbeperkingen op SIM-kaarten.
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Exporteren.
3Als u een enkele SIM-kaart gebruikt, tikt u op Exporteren naar SIM-kaart. Als u
twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart om naar te exporteren.
4Tik op OK.
5Selecteer contacten om te exporteren en tik op Exporteren.
t alle informatie
70
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 71
6Sele
cteer een optie en tik op OK.
Alle contacten exporteren naar het interne geheugen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Menu) > Inst
(pictogram Contacten).
ellingen > Exporteren > naar SD-kaart of intern
geheugen (.vcf-bestand).
3Tik op
4Tik op
appar
5Sele
(pictogram Meer) > Int
erne opslag weergeven.
(pictogram Menu) en tik vervolgens op het modelnummer van uw
aat naast
(pictogram Interne opslag).
cteer een bestemmingsmap of tik op OPSLAAN.
71
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 72
Berichten en chatten
Bericht
en lezen en verzenden
De applicatie Berichten geeft uw berichten weer als gesprekken. Dit betekent dat
alle berichten naar en van een specieke persoon zn gegroepeerd.
Opmerking
Het aantal tekens dat u in één bericht kunt verzenden, is afhank
taal die u gebruikt. De maximale grootte van een MMS-bericht, inclusief de grootte van de
toegevoegde mediabestanden, is ook afhankelk van de provider. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
elk van de aanbieder en de
Overzicht van Berichten
1Teruggaan naar de lst me
2De afzender van het bericht bellen
3Conversatie zoeken
4Meer opties weergeven
5Verzonden en ontvangen berichten
6Een voltooid bericht verzenden
7Blagen t
Hint
Om een bestand op te slaan dat is opgenomen in een ontvangen bericht, houdt u het
and aangeraakt en selecteert u de gewenste optie.
best
oevoegen
t gesprekken
72
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 73
Berichtinstellingen
U k
unt de instellingen van berichtmeldingen veranderen en de
ontvangstbevestigingen van berichten inschakelen.
De meldingsinstellingen van berichten wzigen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) en tik vervolgens op Inst
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, tikt u op Algemeen.
4Tik op Meldingen > Geavanceerd > Geluid en selecteer een optie, of tik op
(pictogram Toevoegen) en selecteer een muziekbestand dat op uw apparaat is
opgeslagen, om e
5Tik op OK om te bevestigen.
6Tik op de schakelaars om nog meer meldingsinstellingen aan te passen.
Ontvangstbevestigingen voor uitgaande berichten in- of uitschakelen
1Ga naar en tik op
2Tik op (pictogram Meer) en tik vervolgens op Inst
3Als u twee SIM-kaarten gebruikt, kiest u een SIM-kaart. Als u een enkele SIM-kaart
gebruikt, tikt u op Geavanceerd.
4Tik op de schakelaar SMS-ontvangstbevestigingen ontvangen om de functie in
of uit te schakelen.
Opmerking
Als ontvangstbevestigingen zn ingeschak
voor berichten die met succes zn afgeleverd.
(pictogram Berichten).
ellingen.
en meldingsgeluid in te stellen.
(pictogram Berichten).
ellingen.
eld, wordt de tekst "Afgeleverd" weergegeven
E-mail instellen
Gebruik de e-mailapplicatie
verz
enden en ontvangen van e-mailberichten via uw e-mailaccounts. U kunt een of
meerdere e-mailaccounts tegelkertd hebben, inclusief zakelke Microsoft
Exchange ActiveSync-accounts.
(pictogram E-mail) op uw apparaat voor het
73
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 74
Muziek
Muziek overbr
engen vanaf een computer naar het apparaat
Er zn twee manieren om muziek over te dragen vanaf een computer naar het
apparaat:
• Sluit uw apparaat aan op een computer met een USB-kabel. Selecteer
Bestandsoverdracht op het apparaat, waarna u vervolgens de bestanden kunt
kopiëren en plakken of slepen en neerzetten met behulp van de computer.
• Sla uw mediabestanden op de computer op met behulp van Google Drive.
Synchroniseer vervolgens de gegevens op het apparaat door u aan te melden b
het Google-account.
Opmerking
De applicatie Muziek ondersteunt mogelk nie
t alle muziekbestandsindelingen.
Luisteren naar muziek
Gebruik de applicatie Muziek om naar uw favoriete muziek te luisteren.
Overzicht van muziekspeler
1Minimaliseer het volledige scherm van de speler
2Doorzoek alle nummers die op uw apparaat zn opgeslagen
3Geef de afspe
4Meer opties weergeven
5Album art (indien beschikbaar)
6Voeg een nummer toe aan of ver
elwachtr weer
wder het uit de favorieten
74
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 75
7Verstreken td v
8Voeg een nummer toe aan een afspe
9Voortgangsindicator: sleep of tik langs de ln om snel vooruit of t
10Lengte van het huidige nummer
11Herhaal het huidige nummer of alle nummers in de afspe
12Tik om naar het volgende nummer te gaan, en houd aangeraakt om het huidige nummer vooruit
e spoelen
t
13Speel een nummer af of pauzeer het
14Tik of dubbeltik om naar het begin van het huidige nummer of het vorige nummer te gaan, en
houd aanger
15Speel de nummers in de afspe
Hint
(knop Vorige) gebruiken t
an het huidige nummer
ellst
erug te spoelen
elwachtr
aakt om het huidige nummer terug te spoelen
elwachtr in willekeurige volgorde af
erwl een nummer wordt afgespeeld.
• Tik tdens de eerste 5 seconden van het afspelen op de knop om terug te gaan naar het
vorige nummer.
• Na 5 seconden afspelen, tikt u op de knop om terug te gaan naar het begin van het huidige
nummer, of dubbeltikt u om terug te gaan naar het vorige nummer.
Muziekstartpagina
1Open het menu Muziek
2Scroll omhoog of omlaag om de inhoud weer te geven
3Tik om een nummer in de afspe
4Speel alle nummers in willekeurige volgorde af
5Ga naar het scherm van de muziekspeler
Opmerking
Mogelk k
unt u geen auteursrechtelk beschermde items afspelen. Zorg dat u over de
elwachtr af te spelen
vereiste rechten beschikt voor de inhoud die u wilt gebruiken.
75
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 76
Muziekgegevens bewerken en album art downloaden
1T
erwl een nummer wordt afgespeeld in de applicatie Muziek, tikt u op de album
art op het scherm van de muziekspeler en tikt u vervolgens op Muziekinfo
bewerken.
2Bewerk de gegevens naar wens.
3Als u album art wilt instellen of downloaden, tikt u op
sele
cteert u een optie.
(pictogram Bewerken) en
4Als u klaar bent, tikt u op OPSLAAN.
De applicatie Muziek minimaliseren
• Wanneer een nummer wordt afgespeeld, tikt u op
he
t Startscherm te gaan. De applicatie Muziek blft werken op de achtergrond.
(Startschermknop) om naar
De applicatie Muziek openen wanneer muziek op de achtergrond wordt
afgespeeld
• Terwl een nummer op de achtergrond wordt afgespeeld, sleept u de statusbalk
omlaag en tikt u op de Muziekmelding.
• Of ga naar en tik op
(pictogram Muziek).
76
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 77
Camera
De c
amera leren kennen
1Tik om de kleuren en helderheid aan te passen
2Schakel tussen de camera aan de voorzde en de hoof
3Camera-instellingen
4Sla uw locatie op
5Gebruik de volumetoetsen om in en uit te zoomen
6Gebruik de cameratoets om de camera te activeren, foto's te maken en video's op te nemen
7Tik op het miniatuur om foto's en video's weer te geven, te delen of te bewerken
8Schakel om tussen foto's maken en video's opnemen
9Gebruik de sluiterknop om foto's te maken of video's op te nemen
10Ga terug of sluit de camera af
11Selecteer een opnamemodus
12Snelkoppeling naar de laatst geselecteerde opnamemodus
13Tik om om te schakelen tussen de x1-, x2- en supergroothoeken
14Tik om het bok
15Flitserinstellingen
16Selecteer een beeldverhouding
17Cameralens aan de voorzde
eh-eect in te stellen
dcamera
Basistips voor de camera
• Zorg dat de lens schoon is. Een vingerafdruk of kleine vetvlek kan de kwaliteit van
de foto verminderen.
• Gebruik de zelfontspanner als extra td nodig hebt om klaar te staan, of om
onscherpe foto's te voorkomen.
• Controleer regelmatig de geheugenstatus van het apparaat. Foto's en video's met
een hoge resolutie verbruiken meer geheugen.
Opmerking
Merk op dat sommige functies niet beschikbaar zn,afhank
De camera starten
• Druk de cameratoets volledig in, veeg
ver
grendelingsscherm of tik op
• Richt he
t apparaat op een voorwerp terwl het scherm uitgeschakeld is of het
(pictogram Camera) op het Applicatiescherm.
(pictogram Camera) vanaf het
vergrendelingsscherm actief is en het apparaat in de liggende stand wordt
77
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
elk van de instellingen.
Page 78
gehouden. Wanneer de zoeker wordt weergegeven, tikt u erop om het volledige
scherm we
er te geven.
Sluiterknop
De sluiterknop wordt op verschillende manieren gebruikt, afhankelk van de
opnamemodus en de geactiveerde functies.
Overzicht van sluiterknop
(knop Vastleggen) Een foto maken
(Startknop) Een video opnemen/Een opname hervatten
(Pauzeknop) Een video onderbreken
(Stopknop) Een video-opname stoppen
(pictogram Zelfontspanner aan) Zelfontspanner is geactiveerd
(pictogram Vastleggen met aanraken aan) Vastleggen met aanraken is
geactive
(pictogram Vastleggen met aanraken en zelfontspanner aan) Vastleggen met
aanr
De beeldverhouding wzigen
1Tik op
2Selecteer een instelling.
erd
aken en Zelfontspanner zn geactiveerd
(pictogram Beeldverhouding) t
erwl u de camera gebruikt.
De camera-instellingen aanpassen
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Veeg over de lst om de beschikbare instellingen weer te geven en selecteer een
instelling.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
78
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
elk van de geselecteerde opnamemodus.
Page 79
Hint
Tik op (pictogram Inleiding tot de functies) om informatie over diverse functies te
c
ontroleren.
Foto's en video's weergeven, delen en bewerken
1Tik terwl u de camera gebruikt op de miniatuur om een foto of video te openen.
2Veeg naar links of rechts om uw foto's en video's weer te geven.
3Tik op het scherm om een foto of video te bewerken.
4Tik op
Hint
Uw foto's en video's worden opgeslagen in de applicatie Album. Zie
video's afspelen
(pictogram Delen) om een foto of video te delen.
Foto's weergeven en
op pagina 94 voor meer opties.
Slim starten
Als u het apparaat op een onderwerp richt, kunt u de camera automatisch openen.
Slim starten gebruiken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
2Tik op Slim starten en selecteer een optie.
3Richt het apparaat op een voorwerp terwl het scherm uitgeschakeld is of het
vergrendelingsscherm actief is en het apparaat in de liggende stand wordt
gehouden. Een zoeker wordt weergegeven.
4Tik op de zoeker om het volledige scherm weer te geven en maak vervolgens de
foto.
erwl u de camera gebruikt.
Opnamemodi
U kunt opnamemodi selecteren door op Modus te tikken.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
elk van de geselecteerde opnamemodus.
Overzicht van opnamemodi
Hieronder volgen enkele van de belangrkste opnamemodi.
(pictogram AR-e
Maak foto's met virtuele scènes en personen
(pictogram Creatief e
Maak foto's met eecten en kleurenlters
(pictogram Panorama)
Maak gr
oothoek- en panoramafoto's
(pictogram Handmatige modus)
Maak f
oto's met de handmatig aangepaste camera-instellingen
(pictogram Slow-motion)
V
oeg een slow-motioneect toe nadat een video is opgenomen
(pictogram P
Maak mooiere seles
ect)
ect)
ortretsele)
Omschakelen tussen foto's maken en video's opnemen
• V
eeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om een foto- of videomodus te
selecteren.
79
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 80
Een opnamemodus selecteren
• Tik op Modus t
erwl u de camera gebruikt en selecteer een opnamemodus.
Schakelen tussen de hoofdcamera en de camera aan de voorzde
• Tik op
(pictogram Camera schakelen) t
erwl u de camera gebruikt om tussen de
hoofdcamera en de camera aan de voorzde om te schakelen.
Hint
U kunt ook tussen camera's omschakelen door omlaag te vegen op het camerascherm.
De z
oomfunctie gebruiken
• Spreid op het camerascherm twee vingers uit elkaar om in te zoomen of knp twee
vingers naar elkaar toe om uit te zoomen.
• Gebruik de volumetoets.
• Tik herhaaldelk op
op
tische zoom) te selecteren.
• Sleep
Opmerking
oomen is alleen mogelk met de hoofdcamera.
• Z
• Het omschakelen van hoeken met behulp van
beschikbaar w
Hint
Als u meer dan drie keer inzoomt, kan de beeldkwaliteit worden beïnvloed. Maak in plaats
daar
(knop Hoek omschakelen) naar links en rechts.
anneer de handmatige functie is geselecteerd.
van een foto zonder zoom en snd deze vervolgens b.
(knop Hoek omschakelen) om x1 (normaal) of x2 (2x
(knop Hoek omschakelen) is niet
De supergroothoeklens gebruiken
• Tik herhaaldelk op
(knop Hoek omschakelen) om W (super
groothoek) te
selecteren.
Opmerking
• U k
unt het scherm niet knpen/spreiden of de volumetoetsen gebruiken om te zoomen
terwl de supergroothoeklens is geselecteerd.
• De resolutie en enkele andere instellingen voor de supergroothoek verschillen van die
waarb de x1- of x2-hoek is geselecteerd.
Een foto maken
• Druk op de cameratoets.
• Tik op de sluiterknop.
• Dubbeltik op de sensor aan de zkant.
80
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 81
Een video opnemen
1V
eeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om
sele
cteren.
(pictogram Opnemen) te
2Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een opname te starten of te
stoppen.
Hint
U kunt ook een video opnemen door te dubbeltikken op de zsensor
.
De camera starten en meteen een foto maken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt en tik vervolgens op
Starten met cameratoets > Starten en vastleggen.
2Sluit het instellingenmenu en sluit de camera af. De instelling wordt opgeslagen
voor alle opnamemodi.
3Druk lang op de cameratoets om de camera te starten en maak een foto.
Een foto maken door op het scherm te tikken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt en tik vervolgens op
Vastleggen met aanraken > Aan of Alleen camera aan voorzde.
2Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen in alle opnamemodi.
3Tik ergens op het scherm om een foto te maken.
Hint
Deze functie kan ook worden gebruikt voor video's.
oto maken tdens het opnemen van een video
Een f
• Tik op
(pictogram Camera) tdens he
gemaakt zodra u de sluiterknop loslaat.
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
t opnemen van een video. De foto wordt
81
Page 82
Zelfontspanner
G
ebruik de Zelfontspanner als u meer td nodig hebt om u voor te bereiden op
een foto. Dit helpt ook om het apparaat stabiel te houden en scherpe foto's te
maken.
De zelfontspanner met de hoofdcamera gebruiken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de hoofdcamera gebruikt.
2Tik op Zelfontspanner en selecteer de gewenste vertraging.
3Sluit het instellingenmenu. De Zelfontspanner-instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken. Een reeks
pieptonen markeert het aftellen totdat de foto wordt gemaakt.
Belichting, kleur en de lichtomstandigheden
Voor een goede belichting van uw foto's is de juiste hoeveelheid licht nodig. De
camera detecteert automatisch de omgevingslichtomstandigheden en past de
instellingen hierop aan.
Voor het maken van foto's van bvoorbeeld gezichten of bewegende voorwerpen
of b weinig licht zn verschillende belichtingen nodig.
U kunt ook video's opnemen in HDR met meer helderheid en contrast voor een
realistischer eect. Zie
Een video opnemen in HDR
op pagina 84.
Lichtomstandigheden optimaliseren
• Probeer met licht van de juiste richting en kleur uw foto's meer vorm en diepte te
geven. Dit soort licht ontstaat op natuurlkewze vlak voor zonsopgang en b
zonsondergang. Natuurlk licht uit een raam is ook goed.
• Houd de camera stil in omstandigheden met weinig licht om toch mooie foto's te
maken. Plaats de camera eventueel op een stabiel oppervlak en gebruik de
zelfontspanner.
• Zelfs als de lichtomstandigheden slecht zn, kunt u foto's maken met en zonder
itser. Soms is de kwaliteit beter zonder itser.
De itser gebruiken
1Tik op het scherm op het pictogram van de itserterwl u de camera gebruikt,
bvoorbeeld
2V
erander zo nodig de instelling van de itser.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Opmerking
Welke instellingen beschikbaar zn, is afhank
Hint
Als de achtergrond helderder is dan het onderwerp, gebruikt u Op
donkere schaduwen te verwderen.
(pictogram Automatische itser).
elk van de geselecteerde opnamemodus.
vulits om ongewenste
Kleur, helderheid en de belichtingswaarde
De camera past de kleur, helderheid en belichtingswaarde automatisch aan door
de lichtomstandigheden te detecteren en de kleurtemperatuur van het
omgevingslicht te schatten. Digitale camera's kunnen alleen de kleurtemperatuur
schatten, dus moet u mogelk de instellingen aanpassen om deze goed te krgen.
Als u merkt dat de foto's die binnenshuis zn gemaakt een gele tint hebben, of als
foto's die met de itserzn gemaakt een blauwe tint hebben, past u de kleur aan.
82
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 83
Voor een betere belichting in omgevingen met weinig licht, verandert u de
helderheid v
an foto's en video's. Als u de modus Handmatig gebruikt voor foto's,
verandert u de belichtingswaarde.
De kleur en helderheid aanpassen
1Tik op
(pictogram Kleur en helderheid) t
erwl u de camera gebruikt.
2Sleep de schuifregelaars om de kleur en helderheid aan te passen.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
4Tik op
(pictogram Annuleren) om de kleurinstelling te resetten en te sluiten.
De belichtingsw
1Tik op Modus >
aarde aanpassen
(pictogram Handmatige modus) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op EV en sleep de schuifregelaar om de belichtingswaarde aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Sluitertd
De sluitertdverwst naar hoe lang de sluiter open staat en de camerasensor
wordt blootgesteld aan licht.
Een korte sluitertd helpt een beweging stil te zetten. Een lange sluitertd kan het
eect van bewegingsonscherpte creëren, waarb bewegende voorwerpen
onscherp zn in de richting van hun beweging.
De sluitertd wordt automatisch aangepast, maar kan ook handmatig worden
ingesteld. U kunt de belichtingsduur instellen op maximaal 30 seconden om meer
creatieve controle over uw foto's te krgen.
De sluitertd aanpassen
1Tik op Modus >
2Tik op SS en sleep de schuifregelaar om de sluitertd aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om de foto te maken.
(pictogram Handmatige modus) terwl u de camera gebruikt.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
ISO
ISO bepaalt de gevoeligheid voor licht v
betekent een lagere gevoeligheid en een hoge ISO-waarde betekent een hogere
gevoeligheid. B een hoge gevoeligheid kunnen foto's onscherp worden.
Kies een hoge ISO-waarde als u foto's maakt van bewegende voorwerpen of als u
foto's maakt b weinig licht zonder itser.
Als er te veel licht is, gebruikt u de laagste ISO-waarde voor een hogere
beeldkwaliteit.
ISO wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast.
De ISO-waarde aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) t
2Tik op ISO en sleep de schuifregelaar om de ISO-waarde aan te passen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
an de camera. Een lage ISO-waarde
erwl u de camera gebruikt.
83
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 84
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
S
terk tegenlicht (HDR)
B het nemen van foto's wordt automatisch aangepast voor sterk tegenlicht (HDR).
In de handmatige modus kunt u ook handmatig aanpassen voor sterk tegenlicht.
Compenseren voor sterk tegenlicht
1Tik op Modus >
2Tik op
(pictogram HDR) en selecteer Aan.
3Druk op de c
(pictogram Handmatige modus) t
erwl u de camera gebruikt.
ameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
HDR video-opname
Schakel HDR (High Dynamic Range) in om uw video's dramatischer te maken en
meer op het echte leven te laten lken.
Een video opnemen in HDR
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om
sele
cteren.
2Tik op
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer (pictogram Instellingen) > Videogrootte is
ingest
(pictogram HDR) en selecteer Aan.
eld op 4K of Full HD.
(pictogram Opnemen) te
Witbalans
De witbalans wordt b het maken van foto's en opnemen van video's automatisch
aangepast. U kunt de witbalans handmatig aanpassen in de modus Handmatig.
De witbalans aanpassen
1Tik op Modus >
(pictogram Handmatige modus) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op WB en selecteer een van de voorgedenieerde lichtomstandigheden,
bvoorbeeld
3Sluit he
t instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
(pictogram Witbalans bewolkt).
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Witbalansinstellingen
(pictogram Automatisch witbalans)
De kleurbalans aut
(pictogram Witbalans bewolkt)
De kleurbalans aanpas
(pictogram Witbalans daglicht)
De kleurbalans aanpas
(pictogram Witbalans uorescerend)
De kleurbalans aanpassen voor tl-licht
(pictogram Witbalans gloeilamp)
De kleurbalans aanpas
gloeilampen
omatisch aanpassen
sen voor een bewolkte hemel
sen voor zonlicht buitenshuis
sen voor warme lichtomstandigheden zoals onder
84
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 85
Belichting optimaliseren
Belichtingsme
ting meet de hoeveelheid licht op een onderwerp om de belichting
te optimaliseren.
De belichtingsmeting wordt automatisch aangepast b het maken van foto's en
het opnemen van video's.
U kunt de belichting handmatig aanpassen in de modus Handmatig, bvoorbeeld
voor een bepaald deel van een foto.
De belichting aanpassen met metingen
1Tik op Modus >
2Tik op
(pictogram Instellingen) > Lichtme
(pictogram Handmatige modus) t
ting.
erwl u de camera gebruikt.
3Selecteer een belichtingsoptie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
Mee
tinstellingen
Gezicht
Meet de hoeveelheid licht op een gezicht en past de belichting aan zodat het
gezicht niet te donker of te licht is
Multi
Verdeelt de foto in meerdere gedeelten en meet elk gedeelte voor een optimale
belichting
Midden
Bepaalt het midden van de foto en stelt de belichting in op basis van de
helderheid van het onderwerp
Punt
Past de belichting aan voor een klein deel van het onderwerp
Correct scherpstellen
De camera is uitgerust met functies voor oogdetectie en gezichtsdetectie.
Wanneer het gezicht van een persoon in de opname staat, detecteert de camera
automatisch een oog en stelt hierop scherp (functie oog-AF). Als u op
AF op de ogen) tik
t terwl u scherpstelt op een oog, verandert de camera de
scherpstelling naar de gezicht(en). De camera kan ook een bewegend voorwerp
detecteren en volgen. Een groen kader geeft een oog aan en een geel kader geeft
een gezicht of bewegend voorwerp aan dat scherpgesteld is.
Een manier om het scherpstelgebied te veranderen is door de camera te bewegen
en de cameratoets half ingedrukt te houden. Als het beeld eenmaal is
scherpgesteld, wordt het ronde kader blauw. Met deze methode kunt u
bvoorbeeld de scherpstelling verplaatsen naar iemand die aan de zkant staat in
een groepsfoto.
U kunt ook op het scherm tikken om scherp te stellen op een bepaald gebied of
om een bepaalde scherpstelafstand in te stellen. Deze opties zn uitsluitend
beschikbaar voor de hoofdcamera en znafhankelk van de geselecteerde
opnamemodus.
Opmerking
De functie oog-AF is alleen beschikbaar wanneer de hoofdcamera wordt gebruikt.
85
(pictogram
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 86
De scherpstelafstand instellen
1Tik op Modus > (pictogram Handmatige modus) t
erwl u de hoofdcamera
gebruikt.
2Tik op
3Sle
(pictogram Scherpstelling instellen).
ep de schuifregelaar om de scherpstelafstand aan te passen.
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.
ersonen, seles en lachende gezichten
P
Scherpgestelde ogen en gezichten worden aangegeven met een gekleurd kader.
Tik op
oog naar ge
(pictogram AF op de ogen) om de scherpstelling om te schakelen van een
zichten. Als meerdere frames worden weergegeven, kunt u op elk
frame tikken om een gezicht te selecteren waarop u wilt scherpstellen. Wanneer u
opnieuw op
omgeschak
(pictogram AF op de ogen) tikt, wordt de scherpstelling weer
eld naar de ogen van de persoon die scherpgesteld is.
Gebruik Lachsluiter om automatisch een foto te maken wanneer iemand lacht. Als
u een video opneemt, wordt telkens wanneer een lach wordt gedetecteerd een
foto gemaakt.
Opmerking
De functie AF op de ogen is niet beschikbaar wanneer u seles gebruikt of video's opneemt.
Foto's maken en video's opnemen van personen
• L
et op de richting van de camera. Gebruik de staande stand voor close-upfoto's
om het beeld te vullen. Gebruik de liggende stand voor groepsfoto's of om een
onderwerp in de achtergrond op te nemen.
• Plaats de camera op een stabiele ondergrond en gebruik de zelfontspanner
onscherpe f
De huidtint verzachten
1Tik op
oto's te voorkomen.
(pictogram Instellingen) t
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
erwl u de camera gebruikt.
86
om
Page 87
2Tik op de schak
elaar Zachte-huideect om het eect in te schakelen. De instelling
wordt opgeslagen.
Een foto maken als iemand lacht
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op Autom. opname of Automatische opname (video) > Lachsluiter.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen voor de geselecteerde
opnamemodus.
4Als een lach wordt gedetecteerd, maakt de camera automatisch een foto.
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer de Videogrootte is ingesteld op 4K.
Een sele mak
en
1Selecteer een foto- of video-opnamemodus voor de seleterwl u de camera
gebruikt.
2Tik op
(pictogram Camera schakelen) om de camera aan de voorzde t
e
activeren.
3Tik op
4Druk op de c
(pictogram Zelfontspanner) als u de zelfontspanner wilt gebruiken.
ameratoets of tik op de sluiterknop om een sele te maken.
De seletimer activeren met uw handpalm
1Tik op
(pictogram Camera schakelen) t
erwl u de camera gebruikt om de
camera aan de voorzde te activeren.
2Tik op
3Tik op A
(pictogram Instellingen).
utom. opname > Handontspanner en sluit het instellingenmenu. De
instelling wordt opgeslagen.
4Draai uw handpalm met uw vingers recht omhoog in de richting van de camera.
5Zodra de camera uw hand detecteert, start de timer en wordt een sele gemaakt.
Bewegende onderwerpen
Timing is uitermate belangrkb het maken van foto‘s en het opnemen van
video‘s van bewegende onderwerpen.
Voorspellend vastleggen maakt automatisch foto's op het moment dat een
onderwerp het camerabeeld binnenkomt, zonder dat u op een knop drukt.
Objecttracering kan een bewegend onderwerp automatisch volgen. Gebruik de
functie Burst met cameratoets om een reeks foto's te maken en de beste opname
te kiezen.
Als u video's opneemt, kunt u met Videostabilisatie automatisch
camerabewegingen compenseren en het beeld stabiel houden.
Een bewegend onderwerp opnemen
• Probeer het onderwerp niet te volgen. U kunt beter een positie vinden waarb het
onderwerp voor u langs gaat.
• Pas eventueel de belichting aan op een kortere sluitertd of een hogere ISO om de
beweging te bevriezen.
Een foto voorspellen
1Tik op
2Tik op Voorspellend vastleggen > Automatisch.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
(pictogram Instellingen) t
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
erwl u de hoofdcamera gebruikt.
87
Page 88
5Tik op he
t miniatuur om het resultaat weer te geven. Twee tot vier foto's worden
opgeslagen, afhankelk van de beweging van het onderwerp. Voorspellend
vastleggen kan ook een onverwachte lach detecteren.
6Tik op Selecteer de beste om een of meer foto's op te slaan.
Opmerking
Deze optie is alleen beschikbaar b he
t maken van foto's met de hoofdcamera.
Een onderwerp volgen
1Tik op (pictogram Instellingen) t
erwl u de hoofdcamera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Objecttracering om in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Selecteer een onderwerp dat u wilt volgen door het in de zoeker aan te raken.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Een reeks foto's maken
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op de schakelaar Burst met cameratoets om in te schakelen.
3Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
4Druk lang op de cameratoets of op de sluiterknop om een reeks foto's te maken.
Het aantal gemaakte foto's wordt in het midden van de zoeker weergegeven.
5Laat de cameratoets of de sluiterknop los om de reeks foto's te beëindigen. Alle
foto's worden opgeslagen.
6Tik op het miniatuur om het resultaat weer te geven en tik vervolgens op
(pictogram Burstviewer).
oll door de gemaakte foto's en selecteer de foto of foto's die u wilt bewaren. Tik
7Scr
vervolgens op Opslaan.
Hint
Deze instelling is standaard ingeschakeld wanneer de sluiterknop wordt gebruikt. Houd de
erknop aangeraakt om een reeks foto's te maken.
sluit
Een stabiele video opnemen
1Veeg over het scherm terwl u de camera gebruikt om
cteren.
sele
2Tik op
3Tik op Videost
(pictogram Instellingen).
abilisatie om camerabewegingen te compenseren.
(pictogram Opnemen) te
4Sluit het instellingenmenu. De instelling wordt opgeslagen.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
Bokeh-eect
U kunt foto‘s met het Bokeh-eect maken als u de dubbele camera van het
apparaat gebruikt. Het Bokeh-eect vermindert de scherpstelling van de
achtergrond op een foto om de onderwerpen op de voorgrond te benadrukken om
zo een artistiek eect te creëren.
88
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 89
Een foto met Bokeh-e
1Tik op
(pictogram Bokeh) t
ect maken
erwl u de camera gebruikt.
2Sleep de schuifregelaar om aan te passen.
3Tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Opmerking
Zoomen is niet beschikbaar tdens he
Hint
Als u te dichtb e
gebruikt, wordt een waarschuwing weergegeven. In dit geval past u de afstand aan tussen
de camera en het onderwerp waarvan u een foto met het Bokeh-eect wilt maken.
en onderwerp komt of er te ver vanaf blftterwl u het Bokeh-eect
t gebruik van het Bokeh-eect.
Diverse opnamemodi gebruiken
Gebruik de opnamemodi om meer creatieve foto's en video's te maken en deze te
delen met je vrienden. U kunt virtuele scènes, panoramafoto's en meer maken. U
kunt ook opnamemodi geleverd door Google gebruiken.
AR-eect
AR-eect is de augmented reality-app waarmee u fantasiewerelden kunt
toepassen op foto's en video's, en waarmee u avatars en stickers kunt maken.
Een foto maken of een video opnemen met een AR
-eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram AR-e
ect) en selecteer een scène.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
Creatief eect
Met de app Creatief eect kunt u eecten en kleurenlters instellen voordat u een
foto maakt of video opneemt.
Een foto maken of video opnemen met een creatief eect
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
(pictogram Creatief e
3Veeg om door lters te bladeren of tik op een lter voor een voorbeeld van het
eect.
4Tik op
(pictogram Creatief e
te keren naar het camerascherm.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken of video op
te nemen.
6Tik op
(pictogram Filter schakelen) om tussen lt
ect).
ect toepassen) om het lter toe te passen en terug
ers om te schakelen.
89
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 90
Panorama
G
ebruik de app Panorama om groothoekfoto's en panoramafoto's te maken.
Een panoramafoto maken
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
2Tik op
3Druk op de c
(pictogram Panorama).
ameratoets of tik op de sluiterknop.
4Beweeg de camera langzaam en gestaag in de richting die op het scherm wordt
aangegeven.
Portretsele
Met Portretsele kunt u mooiere seles maken.
Overzicht van Portretsele
(pictogram Bokeh)
eëert een wazig eect rond een persoon
Cr
(pictogram Zachte huid)
erzacht de huidtinten
V
(pictogram Heldere huid)
t de huidtinten helderder
Maak
(pictogram Grotere ogen)
V
ergroot de ogen
(pictogram Slank gezicht)
Maak
t uw gezicht slanker
Een sele mak
1Tik op Modus >
en met Portretsele
(pictogram P
ortretsele) terwl u de camera gebruikt.
2Tik op het pictogram van het eect dat u wilt toepassen en sleep de schuifregelaar
om het eect aan te passen. Pas indien gewenst de andere eecten op dezelfde
manier aan.
3Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een foto te maken.
Hint
U kunt uw portret in dezelfde richting opslaan als het voorbeeld door op (pictogram
Schermr
eproductie) > Aan te tikken.
Slow-motionvideo's
Voeg krachtige eecten toe aan uw video's met de videomodi Slow-motion en
Superslow-motion. Het Slow-motion-eect wordt toegevoegd nadat een video op
normale snelheid is opgenomen. Superslow-motion kan op twee manieren
worden opgenomen. U kunt ofwel aparte korte video's opnemen in Superslowmotion, of korte slow-motioneecten inlassen in een video die is opgenomen op
normale snelheid. Superslow-motion-video's kunnen worden opgenomen met de
resolutie van HD of Full HD.
Opmerking
Als u slow-motionvideo's opneemt is een goede belichting essentieel.
Een slow-mo
tioneect toevoegen nadat een video is opgenomen
1Tik op Modus terwl u de camera gebruikt.
90
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 91
2Tik op (pictogram Slow-motion).
3Tik op (pictogram Instellingen).
4Sele
cteer Slow-motionmodus > Slow-motion.
5Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
6Tik op
7Sle
(Stopknop) om de opname te stoppen.
ep de blauwe cirkels naar de plek waar het slow-motioneect moet worden
toegevoegd.
8Tik op
(pictogram Slow-motionvideo opslaan) om de video('s) op te slaan.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen in
superslow-motion. De opname stopt automatisch.
Hint
U kunt een superslow-motionvideo opnemen in HD of Full HD. Als u de modus Superslowmo
tion gebruikt, tikt u op
r
esolutie.
(pictogram Instellingen) > Videogrootte en selecteert u een
Een superslow-motionreeks opnemen in een video
1Tik op Modus >
(pictogram Slow-motion).
2Tik op (pictogram Instellingen).
3Sele
cteer Slow-motionmodus > Superslow-motion.
4Druk op de cameratoets of tik op de sluiterknop om een video op te nemen.
5Tik een of meer keer op
superslow-mo
6Tik op
tion op te nemen. De opname gaat door.
(Stopknop) om de opname te stoppen.
(pictogram Superslow-motion) om korte reeksen in
Resolutie en geheugen
He
t aantal foto's en video's dat kan worden opgeslagen, is afhankelk van de
resolutie of het aantal megapixels (MP) en de lengte van video.
Foto's en video's van hoge resolutie nemen meer geheugen in beslag. Een lagere
resolutie kan voldoende zn voor dagelks gebruik.
Controleer de status van het geheugen regelmatig. Als het geheugen vol is, kunt u
foto's en video's naar een ander opslagapparaat overbrengen om geheugen vr te
maken. Zie
pagina 48.
Geef met de optie Gegevensopslag in het camera-instellingenmenu aan of foto's
en video's moeten worden opgeslagen in het interne geheugen van het apparaat
of op een SD-kaart.
Een back-up maken en synchroniseren met een Google-account
op
De resolutie wzigen
1Tik op
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op Stilstaand beeldformaat of Videogrootte.
3Selecteer de resolutie en sluit het instellingenmenu. De instelling wordt
opgeslagen voor de geselecteerde opnamemodus.
Hint
U kunt voor elke opnamemodus een aparte resolutie instellen.
91
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 92
Een diagnose stellen over de camera
Als de c
te stellen of een probleem is opgetreden met de hoofdcamera, camera aan de
voorzde,itser of cameratoets.
Een diagnostische test van de camera uitvoeren
1Zorg dat u verbonden bent met het internet. Tik op
t
erwl u de camera gebruikt.
2Tik op
3Sele
amera niet correct functioneert, kunt u een diagnosetest uitvoeren om vast
(pictogram Instellingen)
(pictogram Inleiding tot de functies) > Help.
cteer een categorie en volg de instructies op het scherm.
Extra camera-instellingen
Geotaggen
U kunt b foto's en video's de locatie opslaan waarop ze zn genomen. Dit heet
geotaggen. De optie om foto's en video's te geotaggen vereist een draadloos
netwerk en dat de GPS-functie is ingeschakeld.
Geotags inschakelen
1Tik op
2Tik op de schakelaar Locatie opslaan om in te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Statuspictogrammen van geotags
(pictogram GPS vastgesteld)
ograsche positie is opgeslagen.
De ge
(pictogram GPS niet gevonden)
ograsche positie is niet gevonden.
De ge
Rasterlnen
Me
t Rasterlnen kunt u de "Regel van derden" toepassen en belangrke
onderwerpen langs de rasterlnen of de snpunten daarvan plaatsen. Door het
onderwerp niet altd in het midden van het beeld te plaatsen, maakt u uw foto's
en video's nog interessanter.
De rasterlnen activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op de schakelaar Rasterlnen om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Voorbeeldinstellingen voor foto's
U kunt een voorbeeld van foto's weergeven vlak nadat ze zn gemaakt.
Voorbeelden activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op Automatisch fotovoorbeeld en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
Internetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
erwl u de camera gebruikt.
92
Page 93
Voorbeeldinstellingen
AanNadat u een foto hebt gemaakt, wordt drie seconden lang
echtsonder in beeld een voorbeeld weergegeven op het scherm.
r
Vervolgens wordt de foto opgeslagen.
Alleen
amera aan
c
voorzde
UitEr wordt geen voorbeeld weergegeven. De foto wordt meteen
Nadat u een foto met de camera aan de voorzde hebt gemaakt,
wordt drie seconden lang rechtsonder in beeld een voorbeeld
weergegeven op het scherm. Vervolgens wordt de foto
opgeslagen.
opgeslagen.
Correctie b ver
U kunt deze verbeterde functie tegen vervorming inschakelen als u vervormingen
opmerkt in foto's. De vervorming kan verschillen afhankelk van het
gefotografeerde onderwerp.
Correctie b vervorming inschakelen
1Tik op
2Tik op Lenscorrectie (foto) en selecteer Prioriteit aan vervormingscorrectie. De
instelling wordt opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
vorming
erwl u de camera gebruikt.
Verschillende manieren om de volumetoets te gebruiken
U kunt de manier waarop u de volumetoets gebruikt wzigen.
Wzigen hoe de volumetoets wordt gebruikt
1Tik op
2Tik op Volumeknop gebruiken als en selecteer een optie. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
erwl u de camera gebruikt.
Volumetoetsinstellingen
Zoomfunctie Gebruik de volumetoets om in of uit te zoomen.
VolumeDe volumetoets is gedeactiveerd voor de camera.
SluiterGebruik de volumetoets als sluiterknop voor foto's en video's.
Geluid
eluid is geactiveerd, maakt de camera een geluid wanneer u een foto maakt
Als G
of wanneer u een video-opname start of stopt. Bovendien is tdens het aftellen
door de zelfontspanner een serie pieptonen hoorbaar.
Het geluid activeren of deactiveren
1Tik op
2Tik op de schakelaar Geluid om in of uit te schakelen. De instelling wordt
opgeslagen.
(pictogram Instellingen) t
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
erwl u de camera gebruikt.
93
Page 94
Foto's en video's in het album
F
oto's weergeven en video's afspelen
Gebruik de applicatie Album om foto's weer te geven en video's af te spelen die u
met de camera hebt gemaakt/opgenomen, of om vergelkbare inhoud weer te
geven die u op het apparaat hebt opgeslagen. Alle foto's en video's worden in een
raster op chronologische volgorde weergegeven.
Overzicht van Album
1Het startschermmenu van Album openen
2Meer opties weergeven
3Een diavoorstelling van uw foto's en video's weergeven
4De datum van items in de groep weergeven
5Tik op een foto of video om deze weer te geven
Startschermmenu Album
Via he
t startschermmenu Album kunt u door al uw fotoalbums bladeren, inclusief
albums van foto's en video's die zn gemaakt met speciale eecten. Vanuit de
applicatie Album kunt u tevens basisbewerkingstaken uitvoeren en inhoud delen
met methoden zoals Bluetooth en e-mail.
94
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 95
1Terugkeren naar het startscherm van de applicatie Album om alle inhoud weer te geven
2Alle foto's en video's weergeven die u met de camera van het apparaat hebt gemaakt
3Alle foto's en video's weergeven die in verschillende mappen op uw apparaat zn opgeslagen
4Alle video's weergeven die op uw apparaat zn opgeslagen
5Cinema Pro openen om projecten en eindlms we
6Uw favoriete foto's en video's weergeven
7Foto's of video's weergeven die u voor weergave hebt verborgen
83D-maker starten om 3D-scans met het apparaat te maken
9Korte lms v
10Het menu Instellingen van de applicatie Album openen
11Webondersteuning openen
an uw foto's weergeven met Movie Creator
er te geven
95
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 96
Connectiviteit
He
t scherm van uw apparaat draadloos op een tv reproduceren
Gebruik de functie Schermreproductie om het scherm van uw apparaat weer te
geven op een televisiescherm of een ander groot scherm zonder een
kabelverbinding te gebruiken. De Wi-Fi Direct-technologie brengt een draadloze
verbinding tussen de twee apparaten tot stand, zodat u op uw gemak kunt
genieten van uw favoriete foto's vanuit uw luie stoel. U kunt deze functie ook
gebruiken om naar muziek op apparaat te luisteren via de televisieluidsprekers.
Opmerking
Als Schermreproductie wordt gebruikt, kan de beeldkwaliteit soms nadelig worden
beïn
vloed door interferentie van andere Wi-Fi-netwerken.
Het scherm van uw apparaat reproduceren op een televisiescherm
1Televisie: Volg de instructies in de gebruikershandleiding van uw televisie om de
schermreproductiefunctie in te schakelen.
2Uw apparaat: Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding >
Verbindingsvoorkeuren > Schermreproductie.
3Tik op STARTEN.
4Tik op OK en selecteer een apparaat.
Opmerking
Uw televisie moet schermreproductie ondersteunen. Als uw televisie schermreproductie niet
onderst
schermreproductie gebruikt, mag u het Wi-Fi-antennegebied van het apparaat niet
afdekken.
eunt, moet u mogelk een aparte draadloze schermadapter aanschaen. Wanneer u
Hint
Tik op (pictogram Meer) voor meer opties.
De schermr
eproductie tussen apparaten stoppen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren >
Schermreproductie.
2Tik op Verb. verbreken en tik vervolgens op OK.
Hint
U kunt de schermreproductie ook stoppen door op de melding op de statusbalk van het
appar
aat te tikken. Sleep de statusbalk omlaag, tik op Verb. verbreken en tik vervolgens op
OK.
Het apparaat aansluiten op USB-accessoires
U kunt een USB-hostadapter gebruiken om uw apparaat aan te sluiten op een USBaccessoire, zoals een USB-apparaat voor massaopslag, analoge hoofdtelefoon,
gamecontroller, USB-toetsenbord of USB-muis. Als het USB-accessoire een USBverbindingsstuk heeft, is een USB-hostadapter niet nodig.
USB-hostadapters worden afzonderlk verkocht. Sony garandeert niet dat alle USBaccessoires door uw apparaat worden ondersteund.
Opmerking
Dit apparaat heeft een onbedekte USB-poort. Als het apparaat is blootgesteld aan water,
z
orgt u ervoor dat de poort volledig droog is voordat u een USB-kabel erop aansluit. Als
water op een USB-stekker wordt gedetecteerd, wordt in het gedeelte voor meldingen een
waarschuwing weergegeven.
96
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 97
USB-voorkeuren
USB
beheer
d
U kunt kiezen welk apparaat de andere bestuurt: uw apparaat of
het via USB verbonden apparaat.
door
USB
gebruik
voor
U kunt het doel van de USB-verbinding selecteren.
en
Bestandsoverdracht
Bestanden beheren of de apparaatsoftware updaten. Deze optie
wordt gebruikt met Microsoft® Windows®-computers. Opladen is
standaard ingeschakeld.
USB-tethering
Uw apparaat kan functioneren als een tethering-apparaat.
MIDI
Uw apparaat kan functioneren als MIDI-invoer voor applicaties met
muziekinstrumenten.
Geen gegevensoverdracht
Laad het apparaat alleen op wanneer USB beheerd door is
ingesteld op Dit apparaat. Wanneer USB beheerd door is ingesteld
op Verbonden apparaat, kunt u het apparaat gebruiken als een
voeding en het verbonden apparaat opladen.
USB-voorkeuren wzigen
1Sluit e
en USB-verbindingsstuk aan op uw apparaat.
2Sleep de statusbalk omlaag en tik op Android-systeem naast
3Tik op Tik voor meer op
ties en selecteer een optie.
(pictogram USB).
Een hoofdtelefoon gebruiken met de adapter voor een audio-aansluiting van
USB naar 3,5 mm
1Sluit de hoofdtelefoon aan op de adapter voor een audio-aansluiting van USB naar
3,5 mm.
97
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 98
2S
teek de adapter voor een audio-aansluiting van USB naar 3,5 mm in de USB-poort
van uw apparaat.
NFC (Near Field Communication)
Gebruik NFC om data met andere apparaten te delen, zoals video's, foto's,
adressen van webpagina's, muziekbestanden en contacten. U kunt NFC ook
gebruiken om tags te scannen die u meer informatie geven over een product of
service, en om tags te scannen die bepaalde functies op het apparaat activeren.
NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter,
dus de apparaten die data delen moeten dicht b elkaar worden gehouden. Zorg
ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en beide schermen
actief en ontgrendeld zn.
Het NFC-detectiegebied bevindt zich aan de achterzde van het apparaat. Houd
uw apparaat dicht b een ander apparaat of een NFC-lezer zodat de N-merktekens
elkaar raken.
Opmerking
• He
t NFC-detectiegebied bevindt zich meestal in het midden van de achterzde van het
apparaat. Zie
• NFC is mogelk niet in alle landen of regio's beschikbaar. Met bepaalde applicaties kunnen
sommige NFC-functies worden ingeschakeld, ook als het apparaat is uitgeschakeld. Deze
functie wordt niet op alle apparaten ondersteund.
Overzicht
op pagina 15.
Inhoud delen met een ander apparaat via NFC
1Geef de inhoud die u wilt delen op het scherm weer. U kunt bvoorbeeld
contacten, foto's, video's en webadressen delen.
2Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat dicht b elkaar zodat de N-
merktekens van beide apparaten elkaar raken. Wanneer de apparaten verbinding
maken, wordt een miniatuur van de inhoud weergegeven.
3Tik op de miniatuur om de overdracht te starten.
4Nadat de overdracht is voltooid, wordt de inhoud opgeslagen op het ontvangende
apparaat.
5Als u het muziekbestand, de foto of de video wilt weergeven, sleept u de
statusbalk omlaag om het gedeelte voor meldingen te openen en tikt u op Beam
voltooid.
NFC-tags scannen
Uw apparaat kan verschillende soorten NFC-tags scannen voor aanvullende
informatie, zoals een internetadres. Het kan bvoorbeeld tags scannen op een
poster, op een reclame-ache of b een product in een winkel.
Een NFC-tag scannen
• Plaats het apparaat op de tag zodat dit door het N-merkteken wordt aangeraakt.
Uw apparaat scant de tag en geeft de verzamelde inhoud weer. Tik op de inhoud
van de tag om deze te openen.
Verbinding maken met een NFC-compatibel apparaat
U kunt uw apparaat verbinden met andere NFC-compatibele apparaten die door
Sony zn gemaakt, zoals een luidspreker of een hoofdtelefoon. Wanneer u dit type
verbinding maakt, raadpleegt u de gebruikershandleiding van het compatibele
apparaat voor meer informatie.
98
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Page 99
Opmerking
U moet mogelk Wi-Fi of Blue
kunnen maken.
tooth op beide apparaten inschakelen om de verbinding te
Uw apparaat voor betalingen gebruiken
U kunt uw apparaat gebruiken om te betalen zonder uw echte portemonnee te
hoeven pakken, en u kunt alle betaalservices op één plaats beheren. Wanneer u
een betaling uitvoert, moet u niet vergeten de NFC-functie in te schakelen voordat
u met uw apparaat een kaartlezer aanraakt. Ga voor meer informatie over NFC naar
NFC (Near Field Communication)
Opmerking
Mobiele betaalservices znmogelk nie
dubbele SIM-kaart geldt, dat NFC-betalingen alleen worden ondersteund als een SIM-kaart
met NFC-functionaliteit in SIM-kaartsleuf 1 is geplaatst.
Betaalservices beheren
1Controleer of NFC op uw apparaat is ingeschakeld.
2Ga naar en tik op Instellingen > Apps en meldingen > Standaard-apps > Tikken
en betalen. Een lst met betaalservices wordt weergegeven.
3Beheer de betaalservices naar eigen inzicht. U kunt bvoorbeeld instellen welke
betaalservice standaard wordt gebruikt.
op pagina 98.
t beschikbaar in uw regio. Voor apparaten met een
Draadloze Bluetooth-technologie
Gebruik de Bluetooth-functie om bestanden te verzenden naar andere Bluetoothcompatibele apparaten, of om aan te sluiten op handsfree accessoires. Bluetoothverbindingen werken beter binnen 10 meter, zonder massieve voorwerpen
ertussen. In sommige gevallen moet u het apparaat handmatig koppelen met
andere Bluetooth-apparaten.
Opmerking
De interoperabiliteit en compatibiliteit tussen Bluetooth-apparaten varieert.
De functie Blue
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Verbindingsvoorkeuren.
2Tik op Bluetooth.
3Tik op de schakelaar om de functie in of uit te schakelen.
Hint
U kunt Bluetooth ook in- of uitschakelen via het deelvenster Snelle instellingen.
He
t apparaat een naam geven
U kunt uw apparaat een naam geven. Deze naam wordt weergegeven op andere
apparaten nadat u de Bluetooth-functie hebt ingeschakeld en uw apparaat is
ingesteld op zichtbaar.
tooth in- of uitschakelen
Uw apparaat een naam geven
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat.
2Tik op Apparaatnaam.
3Voer een naam in voor uw apparaat.
4Tik op NAAM WZIGEN.
99
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Int
Page 100
Met een ander Bluetooth-apparaat koppelen
Als u uw appar
aat met een ander apparaat koppelt, kunt u het bvoorbeeld
verbinden met een Bluetooth-headset of een Bluetooth-carkit en met deze andere
apparaten muziek delen.
Nadat u uw apparaat hebt gekoppeld met een ander Bluetooth-apparaat,
onthoudt uw apparaat deze koppeling.
Opmerking
Sommige Bluetooth-apparaten, bvoorbe
zowel koppelt als verbinding maakt met het andere apparaat.
Hint
U kunt het apparaat met meerdere Bluetooth-apparaten koppelen, maar u kunt slechts
verbinding mak
en met één Bluetooth-proeltegelkertd.
eld, de meeste Bluetooth-headsets, vereisen dat u
Uw apparaat koppelen met een ander Bluetooth-apparaat
1Zorg dat op het apparaat dat u wilt koppelen de functie Bluetooth is geactiveerd
en dat het zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
2Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Koppel nieuw apparaat.
Een lst met de beschikbare Bluetooth-apparaten wordt weergegeven.
3Tik op het Bluetooth-apparaat dat u wilt koppelen.
De telefoon verbinden met een ander Bluetooth-apparaat
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder verbonden
apparaten.
2Tik op het Bluetooth-apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
De koppeling van een Bluetooth-apparaat opheen
1Ga naar en tik op Instellingen > Apparaatverbinding > Eerder verbonden
apparaten.
2Tik op
oppeling wilt opheen.
k
(pictogram Instellingen) naast de naam van het apparaat waarvan u de
3Tik op Vergeten > Apparaat vergeten.
Item verzenden en ontvangen met behulp van Bluetoothtechnologie
Gebruik Bluetooth-technologie om items te delen met andere Bluetoothcompatibele apparaten, zoals telefoons of computers. U kunt de volgende soorten
items verzenden en ontvangen:
• Foto's en video's
• Muziek en andere audiobestanden
• Webpagina's
Items verzenden met de Bluetooth-verbinding
1Zorg ervoor dat de Bluetooth-functie op het ontvangende apparaat is
ingeschakeld en dat het apparaat zichtbaar is voor andere Bluetooth-apparaten.
2Open op het verzendende apparaat de applicatie die het item bevat dat u wilt
verzenden. Ga naar het item.
3Afhankelk van de app en het item dat u wilt verzenden, moet u mogelk het item
aangeraakt houden of het item openen, en vervolgens op
en.
tikk
4Selecteer Bluetooth.
5Schakel de Bluetooth-functie in als dit wordt gevraagd.
6Tik op de naam van het ontvangende apparaat.
7Accepteer op het ontvangende apparaat de verbinding als dit wordt gevraagd.
(pictogram Delen)
100
Int
ernetversie. Uitsluitend voor persoonlk gebruik.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.