Gefeliciteerd met de aankoop van deze VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony
heeft de allernieuwste technologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd
voor uiterst geavanceerd computergebruik.
!
De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.
De specificaties vinden
Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.
Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/
.
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
❑ Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.
❑ Gids systeemherstel, back-up en probleemoplossing
❑ Voorschriften, Garantie en Ondersteuning
✍
Lees de Voorschriften, Garantie en Ondersteuning zorgvuldig door voordat u draadloze functies activeert zoals de draadloze LAN en de
BLUETOOTH-technologie.
5
nN
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
nN
2. Documentatie op het scherm
❑ VAIO-gebruikershandleiding: algemene informatie over uw computer inclusief informatie voor ondersteuning en het
oplossen van problemen.
Voor toegang tot de VAIO-gebruikershandleiding, klikt u op Start , Alle programma's en Handleiding VAIO.
❑ Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning, klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning, of houdt
u de Microsoft Windows-toets ingedrukt en drukt u op F1.
6
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
nN
3. Ondersteuningswebsites
Bij eventuele problemen met uw VAIO-computer opent u VAIO Care. Dit programma biedt verschillende opties om u te
helpen bij het oplossen van de meeste problemen. Zie VAIO Care gebruiken (pagina 35) voor meer informatie.
Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de VAIO Support-website op http://support.vaio.sony.eu/
Wanneer u contact opneemt met VAIO Support hebt u het serienummer van de computer nodig.
Het serienummer bestaat uit 15 getallen en kan worden gevonden onder in het venster VAIO Care, onder of achter op de
computer, of in het batterijcompartiment.
Overige informatiebronnen voor de VAIO-computer zijn:
❑ Het VAIO-forum vindt u op http://www.sony.eu/discussions/community/en/support/vaio_and_computing/
mogelijk te communiceren met andere VAIO-gebruikers in de sociale VAIO-gemeenschap.
❑ De VAIO-website op http://www.vaio.eu/
❑ Sony Store, online op http://www.sony.eu/store
, waar u productinformatie kunt vinden
.
, hiermee is het
7
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
8
nN
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de
volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u. Houd uw onderarmen horizontaal, met uw polsen in een
neutrale, comfortabele positie als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen
naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de computer werkt,
kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
❑ Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd
uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
9
nN
❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is
minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.
❑ Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen
comfortabeler, maar ook efficiënter.
❑ Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u voor de monitor zit.
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
!
Sluit wanneer u uw computer voor de eerste keer opstart geen hardware aan die niet bij uw computer is geleverd. Wanneer u klaar bent, sluit u één
apparaat tegelijk aan (bijvoorbeeld een printer, een externe harde schijf, een scanner enzovoort), volgens de instructies van de fabrikant.
❑ De besturingselementen en poorten (pagina 11)
❑ De lampjes (pagina 18)
❑ Een stroombron aansluiten (pagina 19)
❑ De batterij gebruiken (pagina 21)
❑ De computer veilig uitschakelen (pagina 29)
❑ Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 30)
❑ Uw computer in optimale toestand houden (pagina 33)
10
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties.
Voorzijde
A Ingebouwde camera (pagina 46)
B Lampje van ingebouwde camera (pagina 18)
C LCD-scherm (pagina 146)
D Aan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 18)
E Toetsenbord (pagina 37)
F Touchpad (pagina 40)
G Lampje voor batterijlading (pagina 18)
H Stationsindicatielampje (pagina 18)
I WIRELESS-lampje (pagina 18)
11
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
nN
A WIRELESS-schakelaar (pagina 68), (pagina 73), (pagina 78)
B ASSIST-knop (pagina 43)
C WEB-knop (pagina 43)
D VAIO-knop (pagina 43)
E Sensor omgevingslicht (pagina 39), (pagina 190)
Hiermee wordt de intensiteit van het omgevingslicht gemeten
om de helderheid van het LCD-scherm automatisch in te stellen
op het optimale niveau.
F Ingebouwde microfoons (mono)
G Num Lock-lampje (pagina 18)
H Caps Lock-lampje (pagina 18)
I Scroll Lock-lampje (pagina 18)
J Vingerafdruksensor (pagina 84)
K 'Memory Stick Duo'-sleuf
L Lampje voor mediatoegang (pagina 18)
M Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 62)
*De computer ondersteunt alleen 'Memory Sticks' in Duo-formaat.
*
(pagina 55)
12
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Achterzijde
A SIM-kaartsleuf (pagina 73)
B Ventilatieopeningen
13
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
A Hoofdtelefoonconnector (pagina 100), (pagina 115)
B LAN-poort (pagina 67)
Trek het poortklepje omlaag voordat u de LAN-poort gebruikt.
Wanneer het poortklepje loskomt:
Het poortklepje kan los komen te zitten, als u er te veel druk op
uitoefent wanneer u het opent of tijdens het loskoppelen van
een LAN-kabel. U plaatst het klepje weer terug door het uit te
lijnen met de rand (1) van de poort en het klepje omlaag te
drukken totdat het op zijn plaats vastklikt.
C HDMI-uitvoerpoort (pagina 118)
D USB-poort
E Basisstation/USB-poort
*1
(pagina 125)
*2
(pagina 109), (pagina 125)
F DC IN-poort (pagina 19)
*1
Ondersteunt USB 2.0-compatibele apparaten.
*2
Blauw gekleurde poort ondersteunt USB 2.0/3.0-compatibele apparaten.
14
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
15
nN
A Monitorpoort (pagina 116)
B Ventilatieopening
C Beveiligingssleuf
!
Bij sommige beveiligingskabels die u op de beveiligingssleuf aansluit, kan de
linkerkant van de computer omhoog komen. Gebruik de juiste beveiligingskabel.
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Onderzijde (met de batterij)
nN
A Ingebouwde luidsprekers (stereo)
B Knop batterij uit (pagina 24), (pagina 160), (pagina 171)
C Connectorkapje voor uitgebreide batterij
D Ventilatieopeningen
*Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten van een uitgebreide
batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.
Bewaar het connectorkapje voor later gebruik wanneer de uitgebreide
batterij op uw computer is aangesloten.
*
16
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Onderzijde (zonder de batterij)
A Batterijconnector (pagina 21)
!
U kunt de geheugenmodules op uw computer niet vervangen.
17
nN
Aan de slag >
De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
LampjesFuncties
Aan/Uit 1Brandt groen wanneer de computer in de normale modus is, knippert langzaam oranje wanneer de computer
Batterijlading
MediatoegangBrandt wanneer er gegevens worden gelezen van een geheugenkaart zoals een 'Memory Stick' en een
Ingebouwde cameraBrandt als de ingebouwde camera in gebruik is.
Station
Num Lock
Caps Lock
Scroll Lock
WIRELESSBrandt wanneer één of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
in de slaapstandmodus staat en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 25) voor meer informatie.
SD-geheugenkaart. (Zet de computer niet in de Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit lampje
brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van het ingebouwde opslagapparaat. Zet de computer niet in de
Slaapstandmodus of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.
Druk op de toetsen Fn+Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk nogmaals op deze toetsen
om het numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok
uitgeschakeld.
Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als
u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen.
U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt.
Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal schuiven als
het lampje Scroll Lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het
gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.
18
nN
Aan de slag >
Een stroombron aansluiten
19
nN
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. Sluit de netadapter aan op de
computer voordat u de computer voor het eerst gebruikt.
!
Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.
De netadapter gebruiken
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
✍
Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3Sluit de kabel van de netadapter (3) aan op de DC IN-poort (4) van de computer.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
Aan de slag >
Een stroombron aansluiten
✍
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los van het wandcontact.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken, zet u deze in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 32).
20
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij is al in de computer geplaatst, maar is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
!
Gebruik de computer niet zonder dat de batterij geplaatst is, dit kan leiden tot storingen.
De batterij plaatsen/verwijderen
✍
Om onderscheid te maken tussen de batterij die bij levering van uw computer is geplaatst en een uitgebreide batterij (alleen meegeleverd bij bepaalde
modellen), wordt in deze handleiding aan de eerste gerefereerd als de primaire batterij.
Voor gedetailleerde instructies over het aansluiten en opladen van een uitgebreide batterij raadpleegt u de handleiding van uw uitgebreide batterij.
De batterij plaatsen
1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los.
2Plaats de batterij in het batterijcompartiment.
De batterij moet evenwijdig zijn aan de onderkant van de computer.
21
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
22
nN
3Draai de vier rubberen schroeven (1), de twee korte metalen schroeven (2) en de twee lange metalen schroeven (3) met
een munt vast.
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij verwijderen
!
Alle niet opgeslagen gegevens gaan verloren als de batterij verwijderd wordt wanneer de computer aan is en niet is aangesloten op de netadapter.
1Schakel de computer uit, sluit het LCD-scherm en koppel de netadaper los indien deze is aangesloten.
2Draai de acht schroeven met een munt los.
!
Zorg dat u de verwijderde schroeven niet kwijtraakt.
3Plaats uw vinger in de inkeping van de batterij.
23
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
4Trek de batterij in de richting van de pijl en haal deze uit het compartiment.
✍
Als de batterij niet door uw computer herkend wordt, schakelt u de computer uit en houdt u de batterij-uitknop drie seconden ingedrukt met een dun
en recht voorwerp (zoals een paperclip). Als het probleem hiermee niet wordt verholpen, verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw.
Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, schakelt u de computer uit en verwijdert u de uitgebreide batterij. Als het probleem
hiermee niet wordt verholpen, houdt u de batterij-uitknop drie seconden ingedrukt. Als het probleem zich blijft voordoen, verwijdert u beide batterijen
en plaatst u ze opnieuw.
!
Voor uw veiligheid wordt het ten zeerste aanbevolen alleen originele oplaadbare batterijen en netadapters van Sony te gebruiken die voldoen aan de
kwaliteitsstandaard. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer. Sommige VAIO-computers werken alleen met een goedgekeurde
Sony-batterij.
24
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1Plaats de batterij.
2Sluit de computer met de netadapter aan op een stopcontact.
Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door
u geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje voor batterijlading uit.
25
nN
Status van het lampje voor
batterijlading
Brandt oranjeDe batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene
aan/uit-lampje
Knippert samen met het oranje
aan/uit-lampje
Knippert snel oranjeEr is een batterijfout opgetreden door een
!
Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.
Betekenis
De batterij is bijna leeg.
(Normale modus)
De batterij is bijna leeg.
(Slaapstandmodus)
batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.
Aan de slag >
De batterij gebruiken
26
nN
✍
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer
gebruikt.
Als de batterij bijna leeg is en zowel het batterijlampje als het stroomlampje knipperen, sluit u de netadapter aan zodat de batterij weer kan worden
opgeladen, of schakelt u de computer uit om een volledig opgeladen batterij te plaatsen.
De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de
levensduur van de batterij.
Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet
als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld
opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld de slaapstand of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de Slaapstandmodus staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk
terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Het gebruik van een uitgebreide batterij
❑ Als er een uitgebreide batterij op uw computer is aangesloten, wordt de primaire batterij eerst tot ongeveer 80% van de
capaciteit opgeladen. Vervolgens wordt de uitgebreide batterij opgeladen tot ongeveer 80%. Nadat beide batterijen zijn
opgeladen tot ongeveer 80%, wordt de primaire batterij opgeladen tot 100%. Ten slotte wordt de uitgebreide batterij
opgeladen tot 100%.
❑ Als er een uitgebreide batterij op de computer is aangesloten, wordt eerst de voeding van de uitgebreide batterij gebruikt.
Aan de slag >
De batterij gebruiken
nN
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
De oplaadcapaciteit van de batterij gaat langzaam achteruit naarmate de batterij vaker is opgeladen en de batterij langer
wordt gebruikt. Om het meeste uit uw batterij te halen, controleert u de oplaadcapaciteit van de batterij en wijzigt u de
batterijinstellingen.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Batterij (Battery).
✍
U kunt tevens de functies voor de batterijlading inschakelen om de levensduur van de batterij te verlengen.
27
Aan de slag >
De batterij gebruiken
nN
De batterij langer laten meegaan
Wanneer de computer op de batterij werkt, kunt u de batterij met de volgende methoden langer laten meegaan.
❑ Verlaag de helderheid van uw computerscherm.
❑ Gebruik de modus voor energiebesparing. Zie Modi voor energiebesparing gebruiken (pagina 30) voor meer
informatie.
❑ U kunt de energiebesparende instellingen wijzigen onder Energiebeheer. Zie VAIO Energiebeheer gebruiken
(pagina 136) voor meer informatie.
✍
Ga voor meer informatie over het verlengen van de levensduur van de batterij naar het Help-bestand na het volgen van de stappen in De oplaadcapaciteit
van de batterij controleren (pagina 27).
28
Aan de slag >
De computer veilig uitschakelen
nN
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt
beschreven.
De computer afsluiten
1Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2Sla uw gegevens op en sluit alle actieve softwaretoepassingen.
3Klik op Start en vervolgens op de knop Afsluiten.
Na enige tijd wordt de computer automatisch uitgeschakeld. Controleer dat het stroomlampje uitgaat.
29
Aan de slag >
Modi voor energiebesparing gebruiken
Modi voor energiebesparing gebruiken
U kunt via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale
werkingsmodus, heeft de computer twee andere modi voor energiebesparing: Slaapstand en sluimerstand.
!
Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken en deze niet is aangesloten op de netstroom, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u deze uit.
Als de batterij leeg raakt terwijl de computer in de slaapstand staat, verliest u alle gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te
keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
ModusBeschrijving
Normale modusDit is de normale toestand als de computer in gebruik is. In deze modus brandt het groene stroomlampje van
de computer.
SlaapstandmodusMet de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparaten en de
CPU ingesteld op laag energieverbruik. In deze stand knippert het oranje stroomlampje van de computer
langzaam. De computer komt sneller uit de slaapstand dan uit de sluimerstand. De computer verbruikt in de
slaapstand echter meer stroom dan in de sluimerstand.
SluimerstandIn de sluimerstand wordt de toestand van het systeem opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat en wordt
de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. In deze stand
brandt het stroomlampje van de computer niet.
30
nN
Loading...
+ 179 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.