Sony VGN-SR4, VGN-SR49VN, VGN-SR46Z, VGN-SR4VR, VGN-SR41M User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
Personal computer
VGN-SR-serie
N
Inhoudsgave
2
nN
Voor gebruik ....................................................................... 4
Ergonomische overwegingen........................................ 7
Aan de slag......................................................................... 9
De besturingselementen en poorten ........................... 10
De lampjes .................................................................. 17
Een stroombron aansluiten ......................................... 18
De batterij gebruiken ................................................... 19
De computer veilig uitschakelen ................................. 26
Uw computer bijwerken ............................................... 27
De VAIO-computer gebruiken........................................... 28
Het toetsenbord gebruiken.......................................... 29
Het touchpad gebruiken .............................................. 31
De schakelfunctie gebruiken ....................................... 32
De ingebouwde camera gebruiken ............................. 33
Het optische station gebruiken.................................... 34
Een Memory Stick gebruiken ...................................... 41
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ............ 46
Het internet gebruiken ................................................. 52
Het netwerk (LAN) gebruiken...................................... 54
Draadloos LAN gebruiken ........................................... 56
De Bluetooth-functie gebruiken................................... 63
Vingerafdrukverificatie gebruiken ................................68
De TPM gebruiken.......................................................75
Randapparaten gebruiken.................................................81
Een dokstation aansluiten ...........................................82
Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten ......90
Een externe monitor aansluiten ...................................91
Weergavemodi selecteren ...........................................99
De meerdere-monitorsmodus gebruiken ...................102
Een externe microfoon aansluiten .............................104
Een USB-apparaat aansluiten ...................................105
Een i.LINK-apparaat aansluiten.................................107
Uw VAIO-computer aanpassen.......................................109
Het wachtwoord instellen...........................................110
VAIO Control Center gebruiken .................................121
Energiebesparende modi gebruiken..........................122
VAIO Power Management gebruiken ........................127
De modem configureren ............................................129
De harde schijf beschermen......................................131
Uw VAIO-computer uitbreiden.........................................132
Geheugen toevoegen en verwijderen........................133
3
nN
Voorzorgsmaatregelen ................................................... 140
Met het LCD-scherm omgaan ................................... 141
De stroomvoorziening gebruiken .............................. 142
Met de computer omgaan ......................................... 143
Met de ingebouwde camera omgaan ........................ 146
Met schijven omgaan ................................................ 147
De batterij gebruiken ................................................. 148
Een hoofdtelefoon gebruiken .................................... 149
Met een Memory Stick omgaan ................................ 150
Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan .......... 151
Vingerafdrukverificatie gebruiken.............................. 152
De TPM gebruiken .................................................... 153
Problemen oplossen ....................................................... 154
Computer .................................................................. 156
Systeembeveiliging ................................................... 162
Batterij ....................................................................... 163
Ingebouwde camera.................................................. 165
Internet ...................................................................... 167
Netwerk ..................................................................... 169
Bluetooth-technologie ............................................... 174
Optische schijven ...................................................... 178
Beeldscherm ............................................................. 182
Afdrukken .................................................................. 187
Microfoon .................................................................. 188
Luidsprekers ..............................................................189
Touchpad...................................................................190
Toetsenbord ..............................................................191
Diskettes ....................................................................192
Audio/video ................................................................193
Memory Stick .............................................................196
Randapparatuur.........................................................197
Dokstation..................................................................198
Handelsmerken ...............................................................199
Opmerking.......................................................................201
Voor gebruik >
4
nN
Voor gebruik
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
!
De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.
De informatie in de geleverde handleidingen, waaronder deze Gebruikershandleiding is bedoeld voor gebruikers van VAIO-computers met het
Microsoft® Windows Vista® 32-bits besturingssysteem. De informatie wijkt wellicht af wanneer uw computer wordt geleverd met een installatie van het 64-bits besturingssysteem.
De specificaties vinden
Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.
Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Link-website op http://www.vaio-link.com
.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.
Gids probleemoplossing en systeemherstel
Voorschriften, Garantie, Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers en Ondersteuning
2. Documentatie op het scherm
Gebruikershandleiding (deze handleiding): functies van de computer en informatie over het oplossen van
veelvoorkomende problemen.
U geeft deze handleiding als volgt op het scherm weer:
1 Dubbelklik op het bureaubladpictogram Me&My VAIO.
2 Klik op Menu, Me&My VAIO, Hulp nodig (I Need Help) en VAIO-gebruikershandleiding (VAIO User Guide).
3 Open de map voor uw taal.
4 Kies de handleiding die u wilt lezen.
5
nN
U kunt de gebruikershandleidingen ook vinden door handmatig te bladeren naar Computer > VAIO (C:) (de C-schijf) > Documentatie (Documentation) > Documentatie (Documentation) en vervolgens de map van uw taal te openen.
Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning, of houd de Microsoft Windows-toets ingedrukt en druk op F1.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer
6
nN
3. Ondersteuningswebsites
Als u problemen hebt met de computer kunt u naar de VAIO-Link-website gaan op http://www.vaio-link.com voor het oplossen van problemen.
Alvorens telefonisch contact op te nemen met VAIO-Link, probeert u het probleem op te lossen door de geleverde documentatie te lezen en andere Sony-websites te bezoeken.
Ga voor meer informatie over VAIO en onderdeel worden van de groeiende VAIO-gemeenschap naar de website
http://www.club-vaio.com
Ga voor het online aanschaffen van producten naar http://www.sonystyle-europe.com
Ga voor overige Sony-producten naar http://www.sony.net
Houd het serienummer van uw VAIO-computer bij de hand wanneer u telefonisch contact opneemt met VAIO-Link. U vindt het serienummer op de onderzijde, de achterzijde of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer.
.
.
.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
7
nN
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
Positie van de computer: plaats de computer direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2), met uw polsen in
een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt. Houd uw bovenarmen ontspannen naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan, houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen
8
nN
Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is
minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.
Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen comfortabeler, maar ook efficiënter.
Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
De besturingselementen en poorten (pagina 10)
De lampjes (pagina 17)
Een stroombron aansluiten (pagina 18)
De batterij gebruiken (pagina 19)
De computer veilig uitschakelen (pagina 26)
Uw computer bijwerken (pagina 27)
9
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
!
Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties. Het kan ook per land of regio verschillen.
Voorzijde
A Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 33) B Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 17) C Ingebouwde microfoon (mono) D LCD-scherm (pagina 141) E Ingebouwde luidsprekers (stereo) F Toetsenbord (pagina 29) G Touchpad (pagina 31)
H Vingerafdruksensor I WIRELESS-schakelaar (pagina 56), (pagina 63) J WIRELESS-lampje (pagina 17)
K Memory Stick-sleuf L Lampje voor mediatoegang (pagina 17) M Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 48)
*1
Alleen op bepaalde modellen.
*2
Zowel Memory Sticks van standaardformaat als Memory Sticks van Duo-formaat worden ondersteund.
*1
(pagina 68)
*2
(pagina 41)
10
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
A Num Lock-lampje (pagina 17) B Caps Lock-lampje (pagina 17) C Scroll Lock-lampje (pagina 17) D Lampje voor batterijlading (pagina 17) E Stationsindicatielampje (pagina 17) F MODE-knop (pagina 32) G Schakelknoppen (pagina 32) H SETTING-knop (pagina 32)
11
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Achterzijde
A Batterijconnector (pagina 19)
12
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
A Lampje voor optisch station (pagina 17) B Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 178) C Uitwerpknop voor station (pagina 34) D Optisch station (pagina 34)
E Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0) F Aan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 17)
* Ondersteuning hoge/volle/lage snelheid.
*
(pagina 105)
13
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
A Poortkapje
Open het poortkapje voor toegang tot de poorten. Trek het poortkapje naar beneden met uw vinger en trek er voorzichtig aan tot het volledig verwijderd is.
B Netwerkpoort (Ethernet) (pagina 54) C Modempoort (pagina 52)
14
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
A DC IN-poort (pagina 18) B Microfoonconnector (pagina 104) C Hoofdtelefoonconnector (pagina 90) D Ventilatieopening
E Monitorpoor t F HDMI-uitvoerpoort
*1
(pagina 92)
*2
(pagina 92)
G i.LINK 4-pins (S400) poort (pagina 107) H ExpressCard/34-sleuf (pagina 46) I Beveiligingssleuf
*1
Niet toegankelijk wanneer de computer op het dokstation is aangesloten.
*2
Alleen op bepaalde modellen.
15
nN
Aan de slag > De besturingselementen en poorten
Onderzijde
A Ventilatieopeningen B Aansluiting voor dokstation (pagina 84) C Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 133)
16
nN
Aan de slag > De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
Lampjes Functies
Aan/Uit 1 Brandt groen als de computer is ingeschakeld, knippert langzaam oranje als de computer in de slaapstand staat
Batterijlading
Mediatoegang Brandt als gegevens worden gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. (Zet de computer niet in de
Ingebouwde MOTION EYE-camera Brandt als de ingebouwde camera in gebruik is.
Optisch station Brandt wanneer er gegevens worden gelezen of geschreven door het station. Als het lampje niet brandt,
Station
Num Lock
Caps Lock
Scroll Lock
WIRELESS Brandt wanneer één of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 22) voor meer informatie.
slaapstand of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.) Als het lampje niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
wordt de optische schijf niet gebruikt.
Brandt wanneer het ingebouwde opslagapparaat of het optische station bezig zijn met het lezen of schrijven van gegevens. Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.
Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen. U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt.
Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als het lampje Scroll Lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.
17
nN
Aan de slag > Een stroombron aansluiten
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
De netadapter gebruiken
Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1 Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2 Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3 Steek de stekker van de netadapter (3) in de DC IN-poort (4) van de computer of het optionele dokstation.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
18
nN
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Als u de computer lange tijd niet gebruikt, zet u de computer in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 125).
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij plaatsen
De batterij plaatsen
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
19
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
3 Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het
batterijcompartiment in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij vastzitten.
20
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
4 Druk de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt.
5 Schuif het vergrendelingslipje LOCK van de batterij naar buiten om de batterij aan de computer vast te koppelen.
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
!
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de computer niet.
21
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1 Plaats de batterij.
2 Sluit de computer aan op een stopcontact met de netadapter.
Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door het met de oplaadfuncties geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje uit. Zie Functies batterijlading gebruiken (pagina 24) om het gewenste maximale laadniveau te selecteren.
22
nN
Status van het lampje voor batterijlading
Brandt oranje De batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene stroomlampje
Knippert samen met het oranje stroomlampje
Knippert snel oranje Er is een batterijfout opgetreden door een
!
Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.
Betekenis
De batterij is bijna leeg. (Normale modus)
De batterij is bijna leeg. (Slaapstand)
batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.
Aan de slag > De batterij gebruiken
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de levensduur van de batterij.
Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld
opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld slaapstand of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt wanneer uw computer in de slaapstand is gezet, verliest u gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
23
nN
Aan de slag > De batterij gebruiken
24
nN
Functies batterijlading gebruiken
U kunt de huidige oplaadmethode voor uw batterij aanpassen met de Functies batterijlading (Battery Charge Functions). Om de levensduur van de batterij te verlengen, schakelt u de functie batterijbeheer in.
De functie batterijbeheer inschakelen
1 Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2 Klik op Energiebeheer (Power Management) en Functies batterijlading (Battery Charge Functions).
3 Klik op Geavanceerd (Advanced).
4 Schakel het selectievakje Batterijbeheer Functie inschakelen (Enable Battery Care Function) in.
5 Selecteer het gewenste maximale laadniveau.
6 Klik op OK.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
Volg stappen 1 tot en met 3 in De functie batterijbeheer inschakelen hierboven en lees de gedetailleerde informatie. Als de oplaadcapaciteit van de batterij laag is, vervangt u de batterij door een originele Sony-batterij.
De batterijbesparende bureaubladachtergrond gebruiken
U kunt de levensduur van de batterij verlengen door een bepaalde bureaubladachtergrond in te stellen.
De batterijbesparende bureaubladachtergrond instellen
1 Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2 Klik op Display en vervolgens op Een energiebesparende wallpaper instellen (Long Battery Life Wallpaper Setting).
3 Klik op Gebruik een energiebesparende wallpaper (Set Long Battery Life Wallpaper).
Klik op OK wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
Aan de slag > De batterij gebruiken
25
nN
De batterij verwijderen
!
U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de batterij verwijdert als de computer in de slaapstand is gezet.
De batterij verwijderen
1 Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2 Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
3 Schuif en houd de RELEASE-pal voor de batterij (2) naar binnen, plaats een vingertop onder het lipje (3) op de batterij
en til de batterij in de richting van de pijl. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.
Aan de slag > De computer veilig uitschakelen
26
nN
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven.
De computer afsluiten
1 Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2 Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendelen en daarna op Afsluiten.
3 Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht
tot de computer is uitgeschakeld. Het stroomlampje gaat uit.
Aan de slag > Uw computer bijwerken
nN
Uw computer bijwerken
Zorg ervoor dat u de laatste updates met de volgende softwaretoepassing op de computer installeert, zodat de computer efficiënter kan werken.
Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update en volg de instructies op het scherm.
VAIO Update 4
Klik op Start, Alle programma's, VA I O U p d a te 4 en Opties VAIO Update (VAIO Update Options), en volg de instructies op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met internet voordat u updates kunt downloaden.
27
De VAIO-computer gebruiken >
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
Het toetsenbord gebruiken (pagina 29)
Het touchpad gebruiken (pagina 31)
De schakelfunctie gebruiken (pagina 32)
De ingebouwde camera gebruiken (pagina 33)
Het optische station gebruiken (pagina 34)
Een Memory Stick gebruiken (pagina 41)
Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 46)
Het internet gebruiken (pagina 52)
Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 54)
Draadloos LAN gebruiken (pagina 56)
De Bluetooth-functie gebruiken (pagina 63)
Vingerafdrukverificatie gebruiken (pagina 68)
De TPM gebruiken (pagina 75)
28
nN
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren.
Combinaties en functies met de Fn-toets
Sommige toetsenbordfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer het besturingssysteem volledig is opgestart.
Combinaties/Functie Functies
Fn + % (F2): aan/uit-knop van de luidspreker Hiermee worden de ingebouwde luidsprekers en de hoofdtelefoon in- en uitgeschakeld.
Fn + 2 (F3/F4): luidsprekervolume Hiermee regelt u het volume van de ingebouwde luidspreker.
Fn + 8 (F5/F6): helderheidsregeling Hiermee regelt u de helderheid van uw computerscherm.
Fn + /T (F7): schermuitvoer
Fn + / (F9/F10): in- en uitzoomen
Houd om het volume te verhogen Fn+F4 ingedrukt of druk op Fn+F4 en vervolgens op M of ,. Houd om het volume te verlagen Fn+F3 ingedrukt of druk op Fn+F3 en vervolgens op m of <.
Houd om de helderheid van het scherm te verhogen Fn+F6 ingedrukt of druk op Fn+F6 en vervolgens op M of ,. Houd om de helderheid van het scherm te verlagen Fn+F5 ingedrukt of druk op Fn+F5 en vervolgens op m of <.
Schakelt tussen uw computerscherm, een externe monitor en gelijktijdige uitvoer naar beide.
Hiermee wordt het formaat van een afbeelding of document in sommige programma's gewijzigd. Druk op Fn+F9 als u de weergave er kleiner en verder weg wilt laten uitzien (uitzoomen). Druk op Fn+F10 als u de schermweergave er groter en dichterbij wilt laten uitzien (inzoomen). Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Control Center
voor meer informatie.
29
nN
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken
Combinaties/Functie Functies
Fn + (F12): sluimerstand
30
nN
In deze stand verbruikt de notebook de minste stroom. Als u deze opdracht uitvoert, wordt de status van het systeem en de aangesloten randapparaten opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat en wordt de systeemstroom uitgeschakeld. Om terug te keren naar de oorspronkelijke status van het systeem, schakelt u de stroom in met de aan/uit-knop. Zie Energiebesparende modi gebruiken (pagina 122) voor meer informatie over energiebeheer.
Loading...
+ 172 hidden pages