Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO®-computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm.
Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en
geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
!
De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.
De informatie in de geleverde handleidingen, waaronder deze gebruikershandleiding is bedoeld voor gebruikers van VAIO-computers met het
Microsoft® Windows Vista® 32-bits besturingssysteem. De informatie wijkt wellicht af wanneer uw computer wordt geleverd met een installatie van
het 64-bits besturingssysteem.
De specificaties vinden
Sommige functies, opties en geleverde artikelen zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer.
Voor informatie over de configuratie van uw computer gaat u naar de VAIO Link-website op http://www.vaio-link.com
.
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
Meer informatie over uw VAIO-computer
In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer.
1. Gedrukte documentatie
❑ Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz.
❑ Gids probleemoplossing en systeemherstel
❑ Voorschriften, Garantie, Licentie-overeenkomst voor eindgebruikers en Ondersteuning
2. Documentatie op het scherm
❑ Gebruikershandleiding (deze handleiding): functies van de computer en informatie over het oplossen van
veelvoorkomende problemen.
U geeft deze handleiding als volgt op het scherm weer:
1Dubbelklik op het bureaubladpictogram Me&My VAIO.
2Klik op Menu, Me&My VAIO, Hulp nodig (I Need Help) en VAIO-gebruikershandleiding (VAIO User Guide).
3Open de map voor uw taal.
4Kies de handleiding die u wilt lezen.
5
nN
✍
U kunt de gebruikershandleidingen ook vinden door handmatig te bladeren naar Computer > VAIO (C:) (de C-schijf) > Documentatie (Documentation) >
Documentatie (Documentation) en vervolgens de map van uw taal te openen.
❑ Windows Help en ondersteuning: een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw
computer te gebruiken.
Voor toegang tot Windows Help en ondersteuning klikt u op Start en vervolgens op Help en ondersteuning,
of houd de Microsoft Windows-toets ingedrukt en druk op F1.
Voor gebruik >
Meer informatie over uw VAIO-computer
6
nN
3. Ondersteuningswebsites
Als u problemen hebt met de computer kunt u naar de VAIO-Link-website gaan op http://www.vaio-link.com voor het oplossen
van problemen.
Alvorens telefonisch contact op te nemen met VAIO-Link, probeert u het probleem op te lossen door de gedrukte en
niet-gedrukte documentatie te lezen en andere Sony-websites te bezoeken.
❑ Ga voor meer informatie over VAIO en onderdeel worden van de groeiende VAIO-gemeenschap naar de website
http://www.club-vaio.com
❑ Ga voor het online aanschaffen van producten naar http://www.sonystyle-europe.com
❑ Ga voor overige Sony-producten naar http://www.sony.net
Noteer het serienummer van uw VAIO-computer wanneer u belt met de VAIO-Link-helplijnen. U vindt het serienummer op
de onderzijde, de achterzijde of in het batterijcompartiment van uw VAIO-computer.
.
.
.
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
7
nN
Ergonomische overwegingen
U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de
volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers:
❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2), met uw polsen in
een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord, het touchpad of de muis gebruikt. Houd uw bovenarmen
ontspannen naast uw bovenlichaam. Neem regelmatig pauze wanneer u uw computer gebruikt. Als u te veel met de
computer werkt, kunt u uw ogen, spieren of pezen overbelasten.
❑ Meubilair en houding: gebruik een stoel met een goede rugsteun. Stel de hoogte van de stoel zo in dat uw voeten plat
op de grond staan. Gebruik een voetbankje als u daar comfortabeler mee zit. Neem een ontspannen houding aan,
houd uw rug recht en neig niet te ver naar voren (ronde rug) of naar achteren.
Voor gebruik >
Ergonomische overwegingen
8
nN
❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is
minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in.
❑ Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden.
Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden. Met de juiste verlichting werkt u niet alleen
comfortabeler, maar ook efficiënter.
❑ Opstelling van een externe monitor: als u een externe monitor gebruikt, plaatst u deze op een comfortabele
gezichtsafstand. Plaats het scherm op ooghoogte of iets lager als u vlak voor de monitor zit.
Aan de slag >
Aan de slag
In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer.
❑ De besturingselementen en poorten (pagina 10)
❑ De lampjes (pagina 16)
❑ Een stroombron aansluiten (pagina 18)
❑ De batterij gebruiken (pagina 19)
❑ De computer veilig uitschakelen (pagina 26)
❑ Uw computer bijwerken (pagina 27)
9
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
De besturingselementen en poorten
Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's.
Voorzijde
A Dempknop (S1) (pagina 32)
B AV MODE-knop (pagina 32)
C Num Lock-lampje (pagina 16)
D Caps Lock-lampje (pagina 16)
E Scroll Lock-lampje (pagina 16)
F Aan/uit-knop
G LCD-scherm (pagina 100)
H Ingebouwde luidsprekers (stereo)
I Toetsenbord (pagina 29)
J Touchpad (pagina 31)
10
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
nN
A Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 33)
B Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 16)
C Ingebouwde microfoon (mono)
D WIRELESS-schakelaar (pagina 54)
E WIRELESS-lampje (pagina 16)
F Sleuf voor SD-geheugenkaart (pagina 48)
G Lampje voor SD-geheugenkaart (pagina 16)
H Aan/uit-lampje (pagina 16)
I Lampje voor batterijlading (pagina 16)
J Stationsindicatielampje (pagina 16)
K Memory Stick-lampje (pagina 16)
L Memory Stick-sleuf
*Zowel Memory Sticks van standaardformaat als Memory Sticks van
Duo-formaat worden ondersteund.
*
(pagina 41)
11
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Achterzijde
A DC IN-poort (pagina 18)
B Netwerkpoort (Ethernet) (pagina 53)
C Modempoort (pagina 51)
12
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Rechterzijde
13
nN
A Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0)
B Optisch station (pagina 34)
C Lampje voor optisch station (pagina 16)
D Uitwerpknop voor station (pagina 34)
E Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 131)
F Beveiligingssleuf
*Ondersteuning hoge/volle/lage snelheid.
*
(pagina 72)
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Linkerzijde
A Ventilatieopening
B Monitorpoor t (pagina 63)
C Microfoonconnector (pagina 71)
D Hoofdtelefoonconnector (pagina 62)
E Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0)
F i.LINK 4-pins (S400) poort (pagina 74)
G ExpressCard/34-sleuf (pagina 46)
*Ondersteuning hoge/volle/lage snelheid.
*
(pagina 72)
14
nN
Aan de slag >
De besturingselementen en poorten
Onderzijde
A Batterijconnector (pagina 19)
B Ventilatieopeningen
C Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 95)
15
nN
Aan de slag >
De lampjes
De lampjes
Uw computer is voorzien van de volgende lampjes:
LampjesFuncties
Aan/Uit 1Brandt groen als de computer is ingeschakeld, knippert langzaam oranje als de computer in de slaapstand staat
Batterijlading
Ingebouwde MOTION EYE-camera Brandt als de ingebouwde MOTION EYE-camera in gebruik is.
Memory Stick
SD-geheugenkaartBrandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven naar de kaart in de SD-geheugenkaartsleuf.
Optisch stationBrandt wanneer er gegevens worden gelezen of geschreven door het station. Als het lampje niet brandt, wordt
Station
Num Lock
Caps Lock
en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld.
Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 22) voor meer informatie.
Brandt wanneer er gegevens worden gelezen van of geschreven naar de Memory Stick in de Memor y Stick-sleuf.
(Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.) Als het lampje niet
brandt, wordt de Memor y Stick niet gebruikt.
(Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.) Als het lampje
niet brandt, wordt de geheugenkaart niet gebruikt.
de optische schijf niet gebruikt.
Brandt wanneer het ingebouwde opslagapparaat of het optische station bezig zijn met het lezen of schrijven
van gegevens.
Zet de computer niet in de slaapstand of schakel de computer niet uit als dit lampje brandt.
Druk op de toets Num Lk om het numerieke toetsenblok in te schakelen. Druk er nogmaals op om het
numerieke toetsenblok uit te schakelen. Als het lampje niet brandt, is het numerieke toetsenblok uitgeschakeld.
Druk op de toets Caps Lock als u hoofdletters wilt typen. Letters worden als kleine letters weergegeven als
u op de toets Shift drukt terwijl het lampje brandt. Druk nogmaals op de toets om het lampje uit te schakelen.
U kunt weer normaal typen als het lampje Caps Lock niet meer brandt.
16
nN
Aan de slag >
De lampjes
LampjesFuncties
Scroll Lock
WIRELESSBrandt wanneer één of meer draadloze opties zijn ingeschakeld.
Druk op de toetsen Fn+Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als
het lampje Scroll Lock niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het
gebruikte programma. De toets werkt niet in alle programma's.
17
nN
Aan de slag >
Een stroombron aansluiten
Een stroombron aansluiten
De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij.
De netadapter gebruiken
✍
Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer.
De netadapter gebruiken
1Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
2Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
3Sluit de kabel die met de netadapter (3) is verbonden aan op de DC IN-poort (4) van de computer.
!
De vorm van de netadapterconnector kan variëren, afhankelijk van de netadapter.
18
nN
✍
Als u de netstroom naar de computer volledig wilt verbreken, koppelt u de netadapter los.
Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is.
Als u de computer lange tijd niet gebruikt, zet u de computer in de sluimerstand. Zie De sluimerstand gebruiken (pagina 86).
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij gebruiken
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij plaatsen
De batterij plaatsen
1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
19
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
3Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het
batterijcompartiment in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij vastzitten.
20
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
4Druk de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt.
5Schuif het vergrendelingslipje LOCK van de batterij naar buiten om de batterij aan de computer vast te koppelen.
✍
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
!
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen
met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet
opgeladen en werkt de computer niet.
21
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
De batterij opladen
De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering.
De batterij opladen
1Plaats de batterij.
2Sluit de computer aan op een stopcontact met de netadapter.
Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen. Wanneer de batterij dicht bij het door
het met de oplaadfuncties geselecteerde maximale oplaadniveau wordt geladen, gaat het lampje uit. Zie Functies batterijlading gebruiken (pagina 24) om het gewenste maximale laadniveau te selecteren.
22
nN
Status van het lampje voor
batterijlading
Brandt oranjeDe batterij wordt opgeladen.
Knippert samen met het groene
stroomlampje
Knippert samen met het oranje
stroomlampje
Knippert snel oranjeEr is een batterijfout opgetreden door een
!
Laad de batterij op net als de eerste keer zoals in deze handleiding is beschreven.
Betekenis
De batterij is bijna leeg. (normale modus)
De batterij is bijna leeg. (slaapstand)
batterijstoring of een niet-vergrendelde batterij.
Aan de slag >
De batterij gebruiken
✍
Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.
Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of de computer
uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
De computer wordt geleverd met een oplaadbare lithium-ionbatterij. Het opladen van een gedeeltelijk ontladen batterij heeft geen invloed op de
levensduur van de batterij.
Wanneer sommige toepassingen en randapparaten worden gebruikt, is het mogelijk dat de computer niet overschakelt op de sluimerstand, zelfs niet
als de batterij bijna leeg is. Om te vermijden dat u gegevens verliest wanneer de computer op batterijstroom werkt, moet u uw gegevens geregeld
opslaan en handmatig een energiebeheermodus activeren, bijvoorbeeld slaapstand of sluimerstand.
Als de batterij leeg raakt wanneer uw computer in de slaapstand is gezet, verliest u gegevens die nog niet zijn opgeslagen. Het is niet mogelijk terug te
keren naar de voorgaande werksituatie. Om te vermijden dat u gegevens verliest, moet u uw gegevens geregeld opslaan.
Wanneer de computer rechtstreeks op netspanning is aangesloten en er een batterij is geplaatst, wordt netspanning gebruikt.
23
nN
Aan de slag >
De batterij gebruiken
24
nN
Functies batterijlading gebruiken
U kunt de huidige oplaadmethode voor uw batterij aanpassen met de Functies batterijlading (Battery Charge Functions).
Om de levensduur van de batterij te verlengen, schakelt u de functie batterijlading in.
De functie batterijlading inschakelen
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik op Energiebeheer (Power Management) en Functies batterijlading (Battery Charge Functions).
3Klik op Geavanceerd (Advanced).
4Schakel het selectievakje Batterijbeheer Functie inschakelen (Enable Battery Care Function) in.
5Selecteer het gewenste maximale laadniveau.
6Klik op OK.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren
Volg stappen 1 tot 3 in De functie batterijlading inschakelen hierboven en lees de gedetailleerde informatie. Als de
oplaadcapaciteit van de batterij laag is, vervangt u de batterij door een originele Sony-batterij.
De batterijbesparende bureaubladachtergrond gebruiken
U kunt de levensduur van de batterij verlengen door een bepaalde bureaubladachtergrond in te stellen.
De batterijbesparende bureaubladachtergrond instellen
1Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center.
2Klik op Display en vervolgens op Een energiebesparende wallpaper instellen (Long Battery Life Wallpaper Setting).
3Klik op Gebruik een energiebesparende wallpaper (Set Long Battery Life Wallpaper).
Klik op OK wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
Aan de slag >
De batterij gebruiken
25
nN
De batterij verwijderen
!
U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de
batterij verwijdert als de computer in de slaapstand is gezet.
De batterij verwijderen
1Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
2Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
3Schuif en houd de RELEASE-pal voor de batterij (2) naar binnen, plaats een vingertop onder het lipje (3) op de batterij
en til de batterij in de richting van de pijl. Schuif de batterij vervolgens uit de computer.
Aan de slag >
De computer veilig uitschakelen
26
nN
De computer veilig uitschakelen
Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven.
De computer afsluiten
1Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit.
2Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendelen en daarna op Afsluiten.
3Antwoord op alle waarschuwingen om documenten op te slaan of rekening te houden met andere gebruikers en wacht
tot de computer is uitgeschakeld.
Het stroomlampje gaat uit.
Aan de slag >
Uw computer bijwerken
nN
Uw computer bijwerken
Zorg ervoor dat u de laatste updates met de volgende softwaretoepassing op de computer installeert, zodat de computer
efficiënter kan werken.
❑ Windows Update
Klik op Start, Alle programma's en Windows Update en volg de instructies op het scherm.
❑ VAIO Update 4
Klik op Start, Alle programma's, VA I O U p d a te 4 en Opties VAIO Update (VAIO Update Options), en volg de instructies
op het scherm.
!
Uw computer moet verbinding hebben met internet voordat u updates kunt downloaden.
27
De VAIO-computer gebruiken >
De VAIO-computer gebruiken
In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer.
❑ Het toetsenbord gebruiken (pagina 29)
❑ Het touchpad gebruiken (pagina 31)
❑ De knoppen voor speciale functies gebruiken (pagina 32)
❑ De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken (pagina 33)
❑ Het optische station gebruiken (pagina 34)
❑ Een Memory Stick gebruiken (pagina 41)
❑ Andere modules/geheugenkaarten gebruiken (pagina 46)
❑ Het internet gebruiken (pagina 51)
❑ Het netwerk (LAN) gebruiken (pagina 53)
❑ Draadloos LAN gebruiken (pagina 54)
28
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord gebruiken
Het toetsenbord is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren.
Combinaties en functies met de Fn-toets
✍
Sommige toetsenbordfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer het besturingssysteem volledig is opgestart.
Combinaties/FunctieFuncties
Fn + % (F2): aan/uit-knop van de luidsprekerHiermee worden de ingebouwde luidsprekers en de hoofdtelefoon in- en uitgeschakeld.
Fn + 2 (F3/F4): luidsprekervolumeHiermee past u het volumeniveau aan.
Fn + 8 (F5/F6): helderheidsregelingHiermee regelt u de helderheid van uw computerscherm.
Fn + /T (F7): schermuitvoer
Fn + /(F9/F10): in- en uitzoomen
Houd om het volume te verhogen Fn+F4 ingedrukt of druk op Fn+F4 en vervolgens op M of ,.
Houd om het volume te verlagen Fn+F3 ingedrukt of druk op Fn+F3 en vervolgens op m of <.
Houd om de helderheid van het scherm te verhogen Fn+F6 ingedrukt of druk op Fn+F6 en
vervolgens op M of ,.
Houd om de helderheid van het scherm te verlagen Fn+F5 ingedrukt of druk op Fn+F5 en
vervolgens op m of <.
Schakelt tussen uw computerscherm, een externe monitor en gelijktijdige uitvoer naar beide.
Hiermee wordt het formaat van een afbeelding of document in sommige programma's gewijzigd.
Druk op Fn+F9 als u de weergave er kleiner en verder weg wilt laten uitzien (uitzoomen).
Druk op Fn+F10 als u de schermweergave er groter en dichterbij wilt laten uitzien (inzoomen).
Raadpleeg het Help-bestand van VAIO Control Center voor meer informatie.
29
nN
De VAIO-computer gebruiken >
Het toetsenbord gebruiken
Combinaties/FunctieFuncties
Fn + (F12): sluimerstand
30
nN
In deze stand verbruikt de notebook de minste stroom. Als u deze opdracht uitvoert, wordt de
status van het systeem en de aangesloten randapparaten opgeslagen op het ingebouwde
opslagapparaat en wordt de systeemstroom uitgeschakeld. Om terug te keren naar de
oorspronkelijke status van het systeem, schakelt u de stroom in met de aan/uit-knop.
Zie Energiebesparende modi gebruiken (pagina 83) voor meer informatie
over energiebeheer.
Loading...
+ 123 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.