Gebruiksaanwijzing blz. 2
Istruzioni per l’uso pagina 2
NL
NL
I
I
TCD-D100
1997 by Sony Corporation
Page 2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot
aan regen of vocht, om
gevaar van brand of een
elektrische schok te
voorkomen.
Voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als
KCA.
Opmerkingen betreffende het
opnemen
• Deze cassetterecorder is niet bestemd voor
commercieel gebruik. De gebruiker mag in
geen geval trachten zodanige aanpassingen
te maken aan dit apparaat dat het kan
worden aangesloten op audio-apparatuur
voor commercieel gebruik. Tracht ook niet
deze cassetterecorder te gebruiken voor het
vastleggen van computer-gegevens.
• Vóór het maken van belangrijke
bandopnamen is het aanbevolen eerst even
een proefopname te maken om de werking
en bediening van de opnamefunktie te
kontroleren, voor alle zekerheid.
• Sony aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor direkte of indirekte
persoonlijke of materiële schade, schade
aan derden, onkosten of verliezen,
voortvloeiend uit onjuiste werking van het
opnamegedeelte van dit apparaat.
• Neem de geldende voorschriften
betreffende het auteursrecht in acht,
aangaande de bandopnamen die u maakt.
Het gebruik van opgenomen
geluidsmateriaal in openbare voorstelling,
wederuitzending of duplicatie zonder
voorafgaande toestemming van de
auteursrechthouder kan in strijd zijn met
de wetten op het auteursrecht.
DE LEVERANCIER IS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE,
INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE VAN
WELKE AARD DAN OOK, DIE
VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK
VAN EEN DEFECT ARTIKEL OF ENIG
ANDER PRODUKT.
Hartelijk welkom in de sublieme klankwereld
van de DAT cassetterecorder!
Uw digitale DAT recorder biedt u de
volgende kenmerken en mogelijkheden
waarmee u ten volle zult kunnen genieten van
uw muziek.
• Perfekte DAT geluidskwaliteit door
uiterst stabiele bandloop en een superieure
frekwentierespons, zonder waarneembare
ruis of vervorming.
• Perfekt DAT bedieningsgemak met snel
vooruit- en terugspoelen van de band en
handige muziekzoekfunkties met versnelde
weergave.
• Hi-fi bandopname via een precisie-
mikrofoonversterker, tevens toegepast in de
Super Bit Mapping adapter (SBM-1).
• Lang achtereen opnemen met twee stuks
herlaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen. Ongeveer 3,5 uur lang
ononderbroken opnemen.
• Instelbaar (automatisch/handmatig)opnameniveau voor aanpassing aan alle
denkbare opname-omstandigheden.
• Mikrofoon-begrenzingsschakeling (MICLIMITER) zorgt dat extreme
ingangssignalen het maximale niveau niet
overschrijden.
• Opnamedempingsfunktie voor het
automatisch invoegen van vier sekonden
pauze tussen de muziekstukken.
• Dateringsfunktie voor het vastleggen van
de datum en tijd bij belangrijke
bandopnamen.
• LCD uitleesvenster met EL
(elektroluminescentie)
achtergrondverlichting voor het ook bij
weinig licht duidelijk aangeven van de
ingeschakelde funkties, de toestand van de
batterijen, enz.
•
Digitaal-naar-digitale opnamemogelijkheid
vanaf compact disc/minidisc-spelers,
satelliet-tuners e.d.
• Drie bemonsteringsfrekwenties (32/44,1/48 kHz) voor alle kwalitatief hoogstaande
soorten digitale geluidregistratie.
• Achteraf-registratiefunktie waarmee u na
afloop van het opnemen nog begincodes en
muziekstuknummers kunt aanbrengen of
verwijderen.
• Afstandsbediening met LCD venster dat
de ingeschakelde funktie toont.
• Eén-generatie kopieersysteem (SCMS)
geeft aan hoe vaak de bandopnamen
gekopieerd kunnen worden.
• Stroombesparingsfunktie zorgt dat de
batterijen langer mee gaan. Zowel
automatisch als handmatig in te schakelen.
NL
Inleiding4
Page 5
Plaats en funktie van de
bedieningsorganen
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen ( ) haakjes aangegeven bladzijden.
Voorkant cassetterecorder
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!º
!¡
!™
!£
!¢
!∞
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
1 Begincode-funktietoets (START
ID•MODE)
2 Begincode-vastlegtoets (START
ID•ENTER)
3 Verlichtingstoets (LIGHT)
Druk hierop om het uitleesvenster
te verlichten, bij gebruik van de
cassetterecorder in het donker.
4 Geluidssterktetoetsen (VOL +/–)
(20)
5 Toetsvergrendelschakelaar
(HOLD) (13, 15, 20, 38)
De toetsvergrendeling blokkeert
niet de CLOCK/SET, de
COUNTER/– en RESET/+ toetsen
(behalve in de stroombesparende
stand). Door de knop in de
stopstand naar de HOLD stand te
schuiven, schakelt u de
stroombesparingsfunktie in.
digitale in/uitgangsaansluitingen
aansluiten via de aansluitkabels
POC-DA12P/DA12MP/DA12SP of
RK-DA10P (niet bijgeleverd), de
RM-D100K aansluit/bedieningsset
of de RMT-D100 afstandsbediening
met snoer of de SBM-1 Super Bit
Mapping adapter, enz.
@¡ Deksel van het batterijvak (12)
@™ Volumebegrenzingsschakelaar
(13, 15, 20, 37)
Schuif deze schakelaar in de richting van
de pijl om de bandloop- en volumetoetsen
op de afstandsbediening te blokkeren; de
toetsen voor de bandteller, de klok en de
AVLS volumebegrenzing zijn dan nog wel
te gebruiken.
7 Bandlooptoetsen (18)
+ Vooruitspoel/zoektoets
(AMS)
” Weergavetoets
p Stoptoets
=Terugspoel/zoektoets (AMS)
8 Uitleesvenster
9 Afstandsbedieningsstekker
Plaats en funktie van de bedieningsorganen7
NL
Page 8
Plaats en funktie van de bedieningsorganen (vervolg)
De bandteller is geen
digitale klok maar dient
slechts als visuele
richtlijn voor de plaats op
de band. Bij opnemen en
afspelen kan de
aangegeven waarde
ietwat verschillen van de
feitelijk verstreken
opname- of weergavespeelduur. Zodoende is
het raadzaam om de
bandteller niet als klok te
gebruiken.
afstandsbediening
Weekdag/voor/namiddag (AM/PM)
aanduiding
Tijdsaanduidingen voor de bandteller
Telkens wanneer u op de COUNTER toets (of de
COUNTER MODE toets op de afstandsbediening)
drukt, verspringt de tijdsaanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Voorbeeld: aanduidingen op de cassetterecorder zelf
Bandteller (normale aanduiding)
Totaaltijd (verstreken speelduur
vanaf het begin van de band)
Resterende speelduur op de
cassette
Terugstellen van de bandteller (normale
aanduiding) in de “0H00M00S” nulstand
Druk op de RESET toets van de cassetterecorder
wanneer de bandteller wordt aangegeven..
Resterende speelduur op de cassette
De resterende speelduur op de cassette zal gewoonlijk
ongeveer 16 sekonden na het beginnen met afspelen
met standaard SP snelheid in het uitleesvenster
verschijnen. Er kan echter een zekere afwijking in deze
aanduiding optreden, afhankelijk van het type cassette.
NL
Plaats en funktie van de bedieningsorganen10
Page 11
* De opnamedatum en
opnametijd kunnen
alleen tijdens
weergave worden
aangegeven.
Opmerking
Wanneer u de
cassetterecorder in de
opnamestand, de
opnamekontrolestand of
de opnamepauzestand
zet, wordt in plaats van
de opnametijd de
huidige tijd aangegeven.
Mededelingen in het
uitleesvenster
Zie blz. 41 voor een
volledige beschrijving,
onder “Mededelingen in
het uitleesvenster”.
Tijd/datumaanduidingen
Telkens wanneer u op de CLOCK SET toets (of de
CLOCK toets op de afstandsbediening) drukt,
verspringt de tijdsaanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Opnamedatum*
(datum dat u de opname
maakte)
Opnametijd*
(tijdstip dat u de opname
maakte)
Huidige datum
(jaar, maand, dagnummer)
Huidige tijd
(uur, minuut, sekonde)
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
Plaats en funktie van de bedieningsorganen11
NL
Page 12
Inleggen van de batterijen
Plaats twee stuks LR6 (AA-formaat) alkali-batterijen in het apparaat.
Deksel van het
batterijvak
U kunt het apparaat ook op stroom van herlaadbare batterijen of het lichtnet
gebruiken. Zie de beschrijving onder “Stroomvoorziening” vanaf blz. 34.
1Open het deksel van het
batterijvak.
2Plaats twee verse alkali-batterijen
(niet bijgeleverd) in de
batterijhouder.
Let op dat u beide batterijen met
de (+) en (–) pool in de juiste richting
legt.
3Sluit het deksel van het
batterijvak.
NL
12
Inleggen van de batterijen
Page 13
Gelijkzetten van de
klok
Vóór u bandopnamen gaat maken, dient u
de ingebouwde klok op de juiste tijd gelijk
te zetten. Als u dit nalaat, zult u geen juiste
datum en tijdsaanduiding verkrijgen.
Als het apparaat geruime tijd zonder
batterijen blijft, zal de ingebouwde klok
terugkeren naar de uitgangsstand (TU/
97Y4M1D/AM12H00M00S). Als dit zich
voordoet, dient u de klok opnieuw op de
juiste tijd gelijk te zetten.
Zorg eerst dat de cassetterecorder in de stopstand staat en dat de HOLD
toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
HOLD
+
–
CLOCK/SET
Inleggen van de batterijen / Gelijkzetten van de klok
1Houd de CLOCK/SET toets
CLOCK/SET
langer dan vier sekonden
ingedrukt.
2Druk op de + of – toets om in te
–+
stellen op het juiste jaartal en
druk vervolgens op de CLOCK/
SET toets.
3Herhaal stap 2 voor het instellen van
LOCK/SET
Tip
Om de klok precies op de
sekonde gelijk te zetten, stelt
u met de + of – toets de
sekonden in op 00 en dan
drukt u de CLOCK/SET
toets in op het moment dat
het tijdsignaal van de radio,
TV of telefoon klinkt.
het maand- en het dagnummer, het
+–
uur en de minuut. De sekonden zet u
met de + of – toets terug op “00”.
Daarna drukt u op de CLOCK/SET
toets.
Bij de laatste instelling stopt de
tijdsaanduiding met knipperen en
gaat de klok lopen.
Kiezen voor een 12-uurs tijdsaanduiding of een 24-uurs
tijdsaanduiding
Houd de + plus-toets 2 sekonden of langer ingedrukt.
Onderbreken van de tijdinstelling
Druk op de p STOP toets. Zo kunt u bij een vergissing de
tijdsaanduiding laten terugkeren naar de eerdere instelling.
Wanneer u echter de datum al hebt ingesteld, zullen het jaar,
de maand en de dag zijn vastgelegd, zodat u deze niet op de
eerdere instelling kunt terugzetten.
Gelijkzetten van de klok
13
NL
Page 14
Inleggen van een cassette
Deksel van de cassettehouder
HOLD
OPEN
Zorg eerst dat de HOLD toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
1Open het deksel van de
cassettehouder.
1 Druk de OPEN knop in.
2 Het deksel springt iets omhoog
en u kunt het nu verder
openen.
2Plaats een DAT cassette in de
houder.
Leg de cassette met het venster
naar boven in de houder. Als u de
cassette ondersteboven insteekt,
bestaat het gevaar dat u de
Met het venster boven.
cassette niet meer kunt
verwijderen.
14
3Druk het deksel van de
cassettehouder dicht.
De cassette wordt automatisch
naar binnen gehaald.
NL
Inleggen van een cassette
Page 15
Opmerkingen
• Let er bij het maken van een
belangrijke opname op dat
de opnameduur van de
cassette lang genoeg is.
• Als de HOLD
toetsvergrendeling is
ingeschakeld, zal de
cassettehouder niet open
gaan. Schakel voor het
inleggen van een cassette de
HOLD funktie uit.
• Voor het inleggen of
uitnemen van een cassette
pakt u deze aan de
zijkanten vast. Aanraken
van de voor- of achterkant,
zoals in de onderstaande
afbeelding, kan storing in
de werking veroorzaken.
Uitnemen van de cassette
Met de cassetterecorder in de stopstand, drukt u de
OPEN knop in.
OPEN
Beveiligen van uw bandopnamen
Schuif het wispreventienokje open om de
bandopnamen op de cassette te beveiligen tegen per
ongeluk wissen.
Zolang het wispreventienokje is
opengeschoven, zult u op deze DAT
cassette niet kunnen opnemen.
Wanneer het wispreventienokje is
gesloten, kunt u op deze DAT cassette
opnemen.
Inleggen van een cassette
• Let voor het losmaken van
de stroomaansluiting goed
op dat het deksel van de
cassettehouder stevig
gesloten is en dat er geen
“” of “”
in het uitleesvenster wordt
aangegeven. Anders zal het
deksel van de
cassettehouder niet meer
dicht kunnen. Als dit zich
voordoet, dient u eerst de
stroomvoorziening te
herstellen, voor u het deksel
kunt sluiten.
Tip
Met de cassetterecorder in de
stopstand, op stroom van
batterijen, kunt u de HOLD
schakelaar op het apparaat in
de HOLD stand schuiven om
de stroombesparingsfunktie in
te schakelen. (Zie blz. 37.)
* In deze stand kunt u de
bandteller, de klok en de
AVLS volumebegrenzing
nog wel bedienen.
Opmerkingen betreffende DAT cassettes
• In tegenstelling tot conventionele analoge
muziekcassettes is de DAT cassette slechts aan één
kant geschikt voor opnemen en afspelen.
• Bij normaal gebruik zorgt de behuizing van de
DAT cassette dat er geen stof of vuil op de band
kan komen. Open de DAT cassette niet onnodig.
• Steek nooit enig voorwerp in de openingen aan de
achterzijde van de DAT cassette.
Voorkomen van per ongeluk indrukken van
de toetsen —HOLD toetsvergrendeling
Op de cassetterecorder zelf: Verschuif de HOLD
schakelaar zodat het gele vergrendeltekentje
zichtbaar wordt. Als er in deze HOLD
vergrendelstand op een toets wordt gedrukt,
gaat in het uitleesvenster 3 sekonden lang de
aanduiding “HOLD” knipperen, om aan te
geven dat de toetsen zijn vergrendeld*.
Op de afstandsbediening: Schuif de HOLD schakelaar
in de richting van de pijl. In het uitleesvenster
licht het “H” sleutelteken op om aan te geven
dat de toetsen zijn vergrendeld.
Inleggen van een cassette
15
NL
Page 16
Opnemen
Mikrofoon
(niet bijgeleverd)
P PAUSE
r REC
MIC ATT
MIC/LINE IN
MANUAL•MIC LIMITER• AUTO
(AGC)
Aansluiten
op MIC/
LINE IN
( PLAY
SP•LP
Zie tevens bladzijde 23, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor opname”.
Opmerking
Onder de volgende
omstandigheden kunnen
de totaaltijdcodes niet op
de band worden
aangebracht.
• Bij opnemen op een
deels opgenomen
cassette met tussen de
muziekstukken een
onbespeeld
bandgedeelte (d.w.z.
een stuk band waarop
nooit enige opname is
gemaakt).
• Bij opnemen op een
deels opgenomen
cassette waarop de
totaaltijdcode
oorspronkelijk niet is
vastgelegd.
Opzoeken van het beginpunt voor opname
Tijdens het opnemen zal er automatisch een
totaaltijdcode op de band worden opgenomen.
De totaaltijd geeft de tijdsduur aan die verstreken is
vanaf het begin van de band en dient voor het
bepalen van de “absolute” plaats van alle opnamen
op de band. Voor het opnemen op een DAT cassette
die reeds opnamen bevat dient u eerst het eindpunt
van de voorgaande opnamen op te zoeken, om te
voorkomen dat er een stuk band openblijft, zonder
opnamen. Wanneer de totaaltijd eenmaal op de band
is vastgelegd, kan deze niet meer worden gewist.
Voor het automatisch aanbrengen van pauzes van
vier sekonden tussen de muziekstukken, volgt u de
aanwijzingen onder “Opnemen van pauzes tussen
muziekstukken — REC MUTE” op blz. 26.
Opnemen vanaf het begin van de band
Druk op de = 0 terugspoeltoets om de band
Opmerking
Druk niet op de p STOP
toets wanneer er
“” in het
uitleesvenster wordt
aangegeven. Als u in dit
geval op de stoptoets
drukt, zal de totaaltijd
worden teruggesteld op
“--H--M--S” en kan daarna
niet meer op de band
worden aangebracht.
naar het begin terug te spoelen. Tijdens het
terugspoelen naar het begin zal de aanduiding
“
” in het uitleesvenster knipperen.
Opnemen op een cassette die reeds opnamen bevat
Druk op de ) + vooruitspoeltoets om het eind
van de bestaande bandopnamen op te zoeken. De
aanduiding “
” verschijnt in het
uitleesvenster tijdens het opzoeken van het eind van
de opnamen en de band zal bij het eindpunt stoppen.
16
NL
Opnemen
Page 17
Als er in plaats van het muziekstuknummer “— —”
streepjes gaan knipperen
De “— —” streepjes geven een onbespeeld bandgedeelte
aan. Druk op de= 0 terugspoeltoets om de band terug
te spoelen tot de “— —” streepjes stoppen met knipperen.
Vervolgens drukt u op de ) + vooruitspoeltoets om
het eind van de aansluitende bandopnamen op te zoeken.
Opnemen via een mikrofoon
1Plaats een DAT cassette in de
houder en zoek het punt op waar
u wilt beginnen met opnemen.
MIC/LINE IN
2Zet de MIC/LINE IN
MIC
ingangskeuzeschakelaar in de
MIC stand.
LINE IN
Opnemen
3Zet de MIC ATT
0dB
MIC ATT
mikrofoongevoeligheidskiezer in
de geschikte stand.
20dB
0 dB: Normale hoge gevoeligheid
20 dB: Lage gevoeligheid, voor luid
klinkende geluiden
4Zet de MANUAL•MIC
MANUAL
AUTO(AGC)
MIC LIMITER
5Kies de geschikte
44.1kHz
SP
48kHz
LP
LIMITER•AUTO (AGC)
opnameniveaukiezer in de AUTO
(AGC) stand.
De cassetterecorder stelt het
opnameniveau dan automatisch in.
Als u het opnameniveau handmatig
wilt instellen, zet u deze schakelaar in
de MANUAL of MIC LIMITER stand.
(Zie blz. 25.)
bemonsteringsfrekwentie.
Stel voor standaard speelduur de
SP•LP schakelaar in op SP (de 48 kHz
of de 44.1 kHz stand).
Stel voor opnemen met lange
speelduur in op de LP (Long Play)
stand. (Zie blz. 26.)
Opnemen
17
NL
Page 18
6Druk de r REC opnametoets en
REC
PAUSE
de P PAUSE pauzetoets in.
De cassetterecorder komt nu in de
pauzestand te staan. Als u alleen de
r REC opnametoets indrukt, komt de
cassetterecorder in de
opnamekontrolestand (zie blz. 26) en
zal het opnemen niet beginnen.
7Om te beginnen met opnemen,
PLAY
of
PAUSE
drukt u op de ( PLAY
weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets.
Dan begint het opnemen.
Tips
• Om onmiddellijk met
opnemen te beginnen, drukt
u in de stopstand of de
weergavestand de ( PLAY
weergavetoets tegelijk met
de r REC opnametoets in.
• Als u tijdens opnemen of in
de opnamepauzestand van
bemonsteringsfrekwentie
wisselt, wordt de nieuw
gekozen
bemonsteringsfrekwentie in
het uitleesvenster
aangegeven.
• Als de cassetterecorder
langer dan vijf minuten in
de opnamepauzestand staat,
zal het apparaat
automatisch overschakelen
naar de stopstand, om
beschadiging van de
bandkop en de band te
voorkomen.
• Als de cassetterecorder
langer dan drie minuten in
de stopstand staat, zal het
apparaat automatisch
overschakelen naar de
stroombesparende stand
(zie blz. 37) om slijtage van
de band te voorkomen en de
batterijen te sparen.
Overige bedieningsfunkties
Voor hetdrukt u op
Stoppen met opnemenp STOP
Pauzeren van de opnameP PAUSE
Uitschakelen van de pauzestand P PAUSE of ( PLAY
Kontroleren van de geluidsbronr REC
tijdens het opnemenDruk net zovaak op de
in de stopstandopnametoets tot de
in de opnamepauzestandingangsbron wordt
Kontroleren van de( PLAY
bemonsteringsfrekwentietijdens opnemen, tot de
aangegeven.
bemonsteringsfrekwentie
wordt aangegeven.
18
NL
Opnemen
Page 19
Tips
• Als het opnemen
doorgaat tot aan het
eind van de band, zal
het apparaat na afloop
de band automatisch
naar het begin
terugspoelen en komt
dan in de stopstand te
staan (Automatische
terugspoelfunktie).
Opmerkingen
• Tijdens het meeluisteren
bij opnemen zal de
stroombesparingsfunktie
niet werken, ook al
gebruikt u het apparaat
op batterijen.
• Wisselen van
bemonsteringsfrekwentie
tijdens het opnemen kan
leiden tot even
wegvallen van het
geluid.
• Als u tijdens het
opnemen de stand van
de MIC/LINE IN
ingangskeuzeschakelaar
verandert, kan er ietwat
storing in de
bandopnamen hoorbaar
zijn.
• Als tijdens het opnemen
de verlichting van het
uitleesvenster wordt
ingeschakeld, kan er
storing in de
bandopnamen klinken.
In dat geval schakelt u
de verlichting van het
uitleesvenster uit.
• Als de aanduiding
verschijnt bij
opnemen in de AUTO
(AGC) stand, zet dan de
MIC ATT
gevoeligheidskiezer op
20 dB of zet de
mikrofoon iets verder
van de geluidsbron
vandaan.
Opnemen van relatief zachte geluiden
Verminder het opnameniveau (in de handmatige
MANUAL of MIC LIMITER stand) en plaats de
mikrofoon zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Stel
dan het opnameniveau naar wens in. Dit geeft de
helderste opnamen, met zo min mogelijk bijgeluiden.
Kiezen van de mikrofoon(s) voor de beste
opnamen
De kwaliteit van uw bandopnamen is grotendeels
afhankelijk van het soort mikrofoon(s) dat u gebruikt.
Gebruik voor de beste opnamekwaliteit de los
verkrijgbare ECM-MS957 of ECM-MS907
mikrofoon(s).
Geschikte mikrofoons
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn bijpassende
“PLUG IN POWER” mikrofoons verkrijgbaar.
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn geen
mikrofoons met eigen afzonderlijke
stroomvoorziening verkrijgbaar.
Opnemen
Opnemen
19
NL
Page 20
Afspelen
( PLAY
P PAUSE
=0
) +
+
(
=
HOLD
HOLD
Aansluiten op
REMOTE/2
Zie tevens bladzijde 32, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor weergave”.
1Plaats een DAT cassette in de houder en
sluit de hoofdtelefoon met
afstandsbediening aan.
Schakel de HOLD toetsvergrendeling
uit, op de cassetterecorder zelf of op de
afstandsbediening, al naar gelang met
welke toetsen u het apparaat wilt
bedienen.
2Druk op de ( PLAY toets.
PLAY
Het afspelen begint.
20
Tips
• Bij afspelen wordt de
benodigde bandsnelheid
(standaard SP snelheid of
LP lange-speelduur stand)
automatisch ingesteld.
• Als het afspelen doorgaat
tot aan het eind van de
band, zal het apparaat na
afloop de band automatisch
naar het begin terugspoelen
en komt dan in de stopstand
te staan (Automatische
terugspoelfunktie).
• Het pauzeren van de
weergave kan niet via de
afstandsbediening.
NL
Afspelen
Overige bedieningsfunkties
Voor hetdrukt u op
Instellen van de geluidssterkte VOL +/– (VOL +/–)
Stoppen met afspelenp STOP (p)
Pauzeren van de weergaveP PAUSE
Uitschakelen van de pauzestand
Vooruitspoelen) + (+) in de
Terugspoelen= 0 (= ) in de
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
P PAUSE of ( PLAY
(()
stopstand
stopstand
Page 21
Tips
• Als de cassetterecorder
langer dan vijf minuten in
de opnamepauzestand
staat, zal het apparaat
automatisch overschakelen
naar de stopstand, om
beschadiging van de
bandkop en de band te
voorkomen.
• Als de cassetterecorder bij
gebruik op batterijen
langer dan drie minuten
in de stopstand staat, zal
het apparaat automatisch
overschakelen naar de
stroombesparende stand
(zie blz. 37) om slijtage
van de band te
voorkomen en de
batterijen te sparen.
Opmerkingen
• Bij te hoog instellen van
de geluidssterkte kan het
geluid vervormd gaan
klinken. Verminder dan
de geluidssterkte.
• De AMS
muziekzoekfunktie zal
niet werken als er geen
begincodes op de band zijn
aangebracht. (Zie blz. 27.)
• De AMS
muziekzoekfunktie kan
wel eens niet naar
behoren werken met een
DAT cassette die is
opgenomen op een
andere DAT
cassetterecorder of deck.
* Automatische Muziek
Sensor
Muziekpassages vooruit/terugzoeken met
versnelde weergave
U kunt snel een muziekpassage verderop
(vooruitzoeken) of eerder (terugzoeken) op de band
opzoeken aan de hand van het versneld weergegeven
geluid.
VooruitzoekenDruk tijdens weergave op de
TerugzoekenDruk tijdens weergave op de
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
) + (+) vooruitspoeltoets en
houd deze ingedrukt. Wanneer u de
toets loslaat, wordt de normale
weergave hervat.
=0 (=) terugspoeltoets en
houd deze ingedrukt. Wanneer u de
toets loslaat, wordt de normale
weergave hervat.
Vooruit/terugzoeken met extra-snelle weergave
Deze zoekfunkties werken alleen met de toetsen op de
cassetterecorder zelf.
Sneller vooruitzoekenHoud tijdens weergave de ) +
Sneller terugzoekenHoud tijdens weergave de = 0
vooruitspoeltoets en de ( PLAY
toets tegelijk ingedrukt.
terugspoeltoets en de ( PLAY
toets tegelijk ingedrukt.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk —
AMS* muziekzoekfunktie
Het rechtstreeks opzoeken van het begin van een muziekstuk
kan tijdens weergave, tijdens vooruit/terugspoelen en vanuit
de stopstand.
Weergavestand: Druk de ) + (+) of = 0 (=)
snelspoeltoets tijdens weergave eenmaal kort in.
Vooruit/terugspoelen: Druk de ) + (+)of = 0
(=) snelspoeltoets tijdens snelspoelen nogmaals kort in.
Stopstand: Druk de ) + (+)of = 0 (=)
snelspoeltoets in de stopstand tweemaal in.
Opzoeken van het beginDruk eenmaal of meermalen op
van het volgende of eende ) + (+) toets.
vooruitspoeltoets.
daaropvolgend muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor opzoeken
van het vijfde verderop
gelegen muziekstuk
Afspelen
Opzoeken van het beginDruk eenmaal of meermalen op
van het huidige of eende = 0 (=) toets.
terugspoeltoets
eerder muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor opzoeken
van het vierde vorige muziekstuk, met inbegrip van het
weergegeven muziekstuk
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
Afspelen
21
NL
Page 22
Kontroleren van de bemonsteringsfrekwentie
Tijdens afspelen kunt u de bemonsteringsfrekwentie
van het opgenomen geluid kontroleren tot de
bemonsteringsfrekwentie wordt aangegeven..
Druk tijdens weergave op de ( PLAY weergavetoets totdat
de bemonsteringsfrekwentie wordt aangegeven.
Aanduidingen tijdens vooruit/terugspoelen (of de
AMS muziekzoekfunktie)
Tijdens snelspoelen geeft de linker (L) niveaumeter
de bandlooprichting aan. De rechter (R) niveaumeter
geeft de resterende hoeveelheid band aan.
Bandlooprichting
naar rechts: vooruitspoelen
naar links: terugspoelen
Resterende
hoeveelheid band
22
NL
Automatisch beginnen met afspelen vanaf het
begin van de band—Automatische weergavestart
Deze funktie werkt alleen met de toetsen op de
cassetterecorder zelf.
Druk op de ( PLAY weergavetoets terwijl u de
=0 terugspoeltoets ingedrukt houdt. Nadat de
band geheel naar het begin is teruggespoeld, zal de
weergave dan automatisch beginnen.
Evenzo zal de weergave automatisch beginnen als de
band met de AMS muziekzoekfunktie naar het begin
van een gewenst muziekstuk is teruggespoeld.
Afspelen
Page 23
( Opname
Aansluiten op andere apparatuur voor
opname
Deze cassetterecorder biedt aansluitmogelijkheden voor zowel conventionele analoge
audio-apparatuur als voor apparatuur die digitale signalen kan leveren. Zie bladzijde
16 voor de bediening voor het “Opnemen”.
Voor opnemen vanaf analoge audioapparatuur met gewone lijnuitgangen
(Analoge aansluitingen)
MANUAL•MIC LIMITER•AUTO(AGC) schakelaar.
MANUAL: voor handmatig instellen van het
opnameniveau (zie blz. 25).
AUTO(AGC): voor automatisch instellen van het
opnameniveau (zie blz. 17).
3 Kies de gewenste opnamesnelheid en
bemonsteringsfrekwentie.
SP (48 kHz of 44.1 kHz): normale opnamesnelheid.
LP: voor extra-lange bandopnamen. Hierbij wordt
een bemonsteringsfrekwentie van 32 kHz
gebruikt (zie blz. 26).
4 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
5 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
Opname23
NL
Page 24
Opmerkingen
• Als de aanduiding “
uitleesvenster wordt
aangegeven, is opname van
de betreffende geluidsbron
niet mogelijk. (Zie blz. 40.)
• Gebruik alleen een digitale
kabel van het aanbevolen
type (niet bijgeleverd) (zie
blz. 49).
De POC-DA12/-DA12M/DA12S en RK-DA10 digitale
aansluitkabels zijn niet
geschikt voor gebruik met
deze cassetterecorder.
• Zet de INPUT SELECT
ingangskeuzeschakelaar van
de aansluitkabel in de
DIGITAL stand vóór u met
opnemen begint.
Omschakelen tijdens het
opnemen zal leiden tot een
korte onderbreking in de
opname.
Tips
Voor het opnemen via digitale
aansluitingen dient u de
volgende punten te
onthouden:
• Instellen van het opname-
niveau is niet vereist.
• Het opnameniveau wordt
automatisch aangepast aan
het niveau van de
geluidsbron. Op deze
cassetterecorder is het niet
mogelijk het digitale
ingangsniveau zelf met de
hand in te stellen.
• De stand van de SP•LP
snelheidskiezer alleen van
belang voor het opnemen
van een geluidsbron met
bemonsteringsfrekwentie
van 32 kHz. (Als u instelt op
de SP standaard speelduur,
wordt de geluidsbron
opgenomen met de 32 kHz
SP snelheid. Stelt u in op LP,
voor lange speelduur, dan
wordt de geluidsbron
opgenomen met de 32 kHz
LP snelheid.)
Andere geluidsbronnen
worden automatisch
opgenomen met hun eigen
bemonsteringsfrekwentie,
ongeacht de stand van de
SP•LP snelheidskiezer. In
dit geval kunt u ook niet
opnemen met de LP
snelheid voor extra-lange
opnamen.
” in het
Voor opnemen vanaf audio-apparatuur met
digitale uitgangssignalen (Digitale
aansluitingen)
Compact disc
speler,
satelliettuner, DAT
cassettedeck
e.d.
naar COAXIAL
digitaal-aansluiting
TCD-D100
naar
REMOTE
DIGITAL I/O
INPUT
SELECT
schakelaar
1 Sluit deze cassetterecorder met een optische kabel
of een coaxiaalkabel aan op de geschikte
uitgangsaansluiting van de digitale geluidsbronapparatuur.
2 Zet de INPUT SELECT ingangskeuzeschakelaar
van de aansluitkabel in de DIGITAL stand.
3 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
4 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
Geluidsbronnen en bemonsteringsfrekwenties
voor opname
De bemonsteringsfrekwenties van verschillende
digitale opname-geluidsbronnen zijn als volgt.
GeluidsbronBemonsteringsfrekwentie
Satelliet-uitzendingen, B audio48 kHz
DAT cassettes, met SP snelheid
Compact discs44,1 kHz
Minidiscs
DAT cassettes, met SP snelheid
Satelliet-uitzendingen, A audio32 kHz
DAT cassettes, met LP, lange speelduur
NL
Opname24
Page 25
Handige opnamefunkties
( PLAY
P PAUSE
r REC
Opname
naar MIC/LINE IN
DAT
cassettedeck,
tuner, e.d.
Wat is de MIC LIMITER
begrenzing?
De mikrofoonbegrenzingsschakeling (MIC LIMITER)
zorgt dat extreme
ingangssignalen het maximale
niveau niet overschrijden.
Hiervan kunt u bijvoorbeeld
nuttig gebruik maken bij
opnemen van een bijeenkomst,
een feestje e.d., door de
opnameniveaukiezer in de MIC
LIMITER stand te zetten en dan
het opnameniveau iets hoger in
te stellen dan het gemiddelde,
om alle geluiden op te pikken
zonder gevaar voor oversturing.
Opmerkingen
• Bij opnemen via de digitale
aansluitingen is het niet
mogelijk het opnameniveau
met de hand in te stellen.
• Als de aanduiding
rechts naast de
piekniveaumeters verschijnt,
is het opnameniveau te hoog
ingesteld. Verminder dan het
opnameniveau.
-dB-
Als er nog steeds vervorming
hoorbaar is, ook al is de
aanduiding
gedoofd, zet dan de MIC ATT
gevoeligheidskiezer op 20 dB
of zet de mikrofoon iets
verder van de geluidsbron
vandaan.
MANUAL•MIC
LIMITER• AUTO
(AGC)
SP•LP
Hoofdtelefoon,
aktieve
Aansluiten op REMOTE/2
luidsprekers
e.d.
Met de hand instellen van het
opnameniveau—Handmatig opnemen
Om bij het opnemen via mikrofoon(s) of vanaf analoge
audio-apparatuur de beste geluidskwaliteit te
verkrijgen, kunt u het opnameniveau met de hand
instellen, als volgt.
1 Zet de MANUAL•MIC LIMITER•AUTO(AGC)
opnameniveaukiezer in de MANUAL of de MIC
LIMITER stand.
MANUAL: voor opnemen via analoge aansluitingen
of via mikrofoon(s).
MIC LIMITER: voor beveiligd opnemen via
mikrofoon(s).
2 Druk de r REC opnametoets in om de
opnamekontrolefunktie in te schakelen.
3 Start de weergave van de geluidsbron en draai aan de
REC LEVEL
opnameniveauregelaar om
het opnameniveau in te
stellen terwijl u naar de
weergave luistert.
Stel de REC LEVEL regelaar
zo in dat de
-dB-
piekniveaumeters regelmatig
uitslaan tot een meteraanwijzing van ongeveer !™ .
Piekniveaumeters
Let op dat ook bij de luidste geluidspieken de
aanduiding
niet oplicht.
4 Druk op de ( PLAY toets terwijl u de r REC
opnametoets ingedrukt houdt, om met opnemen te
beginnen.
Opname25
NL
Page 26
Opmerkingen
• Een DAT cassette die is
opgenomen met de LP
snelheid kan niet worden
afgespeeld op een DAT
deck of recorder die niet
geschikt is voor de lange
speelduur.
• Bij afspelen van
bandopnamen die tijdens
het opnemen zijn
overgeschakeld van SP
snelheid op LP snelheid,
op een DAT deck of
recorder die niet geschikt
is voor de lange speelduur,
kan er op het punt van
overschakelen plotseling
lawaai klinken. Als dit zich
voordoet, dient u de
geluidssterkte te
verminderen of te stoppen
met afspelen.
Opnemen in de lange-speelduur stand—LP REC
Zet de SP•LP snelheidskiezer in de LP stand om
tweemaal de speelduur van standaard DAT cassettes
te verkrijgen.
Zo zult u op een gewone 60-minuten DAT cassette
met de lange speelduur 120 minuten muziek kunnen
opnemen.
Bandteller-aanduiding in de lange-speelduur stand
De totaaltijd en de resterende speelduur van de
cassette zijn gebaseerd op de standaard snelheid.
Daarom zal de feitelijk verstreken en resterende
speelduur in de LP stand tweemaal zolang zijn als de
waarde die in het uitleesvenster wordt aangegeven.
De werkelijke tijd in de
lange-speelduur stand
bedraagt 4 1/2 minuut.
Tip
Als u een pauze of stil
gedeelte van meer dan vier
sekonden wilt invoegen,
drukt u de P PAUSE
pauzetoets in terwijl u de
r REC opnametoets
ingedrukt houdt en
vervolgens houdt u alleen
de P PAUSE toets net
zolang ingedrukt als u de
pauze wilt laten duren. Als
de pauze langer wordt dan
vier sekonden, gaat de “P”
indicator sneller
knipperen.Wanneer u de
P PAUSE toets loslaat,
komt de cassetterecorder
weer in de
opnamepauzestand te staan.
NL
Opname26
Opnemen van pauzes tussen muziekstukken
— REC MUTE
U kunt een pauze (stil gedeelte) op de band invoegen
aan het begin van een muziekstuk en tussen
opeenvolgende muziekstukken. Bij het opnemen
hiervan wordt er geen begincode op de band
aangebracht.
1 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets om de opnamepauzestand in te
schakelen.
2 Druk nogmaals op de P PAUSE pauzetoets terwijl
u de r REC opnametoets ingedrukt houdt.
Er wordt dan een pauze van vier sekonden stilte
op de band ingevoegd, waarna de cassetterecorder
automatisch weer in de opnamepauzestand
terugkeert.
Meeluisteren tijdens opnemen
Via een hoofdtelefoon die u aansluit op de
REMOTE/2 stekkerbus of de luidsprekers van
aangesloten stereo-apparatuur kunt u tijdens het
opnemen meeluisteren naar het opgenomen geluid.
1 Steek de stekker van de hoofdtelefoon of de stereo-
apparatuur in de LINE OUT aansluiting van de
DAT cassetterecorder.
2 Begin met opnemen.
Page 27
Aanbrengen van begincodes
op de band
Begincodes zijn markeringen op de
band die het begin van een muziekstuk
aangeven. Bij gebruik van de AMS
(Automatische Muziek Sensor)
zoekfunktie zoekt de cassetterecorder
het begin van de muziekstukken op
door waarnemen van deze begincodemarkeringen.
Bandlooprichting
MuziekstukMuziekstuk
Band
Begincode
START
ID•ENTER
Opname
START
ID•MODE
Tips
• Om tijdens het opnemen
een begincode op de band
aan te brengen, drukt u
op de START ID•ENTER
toets. Er wordt dan een
begincode aangebracht
op het punt waar u de
START ID•ENTER toets
indrukte, ongeacht of de
aanduiding “AUTO-ID”
al dan niet in het
uitleesvenster wordt
aangegeven.
• Alleen tijdens opnemen,
tijdens opname-kontrole
en in de
opnamepauzestand kunt
u de AUTO-ID
automatische begincodefunktie in- of uitschakelen
met de START ID•MODE
toets.
Opmerkingen
• Terwijl de aanduiding
knippert, zal
geen van de toetsen
werken, behalve de
p STOP toets, die u wel
kunt gebruiken.
Aanbrengen van begincodes tijdens opnemen
Wanneer u de AUTO-ID automatische begincodefunktie inschakelt, worden er tijdens het opnemen
begincodes op de band aangebracht aan de hand van
het uitgangsniveau van de geluidsbron. Als u de
AUTO-ID automatische begincode-funktie uitschakelt,
zullen er slechts begincodes worden aangebracht op
basis van de bestaande begincode-informatie van de
geluidsbron.
1 Druk net zovaak op de
START ID•MODE toets van
de cassetterecorder tot de
aanduiding “AUTO-ID” in
het uitleesvenster verschijnt
(voor inschakelen van de
AUTO-ID) of verdwijnt (voor
uitschakelen van de AUTOID).
2 Begin met opnemen.
Wanneer er een begincode
op de band wordt
aangebracht, verschijnt
even de aanduiding
“
uitleesvenster, gevolgd
door een ongeveer negen sekonden lang
knipperende “
lange-speelduur stand 18 sekonden lang).
” in het
” aanduiding (in de
Opname27
NL
Page 28
Opmerkingen
• Als er storing in de
weergave is, kan de
AUTO-ID automatische
begincode-funktie de
begincode wel eens niet
naar behoren
aanbrengen.
• Bij het aanbrengen van
een reeks begincodes
dient u te zorgen dat er
tussen twee
opeenvolgende
begincodes tenminste 9
sekonden verstrijken
(in de lange-speelduur
stand zelfs 18
sekonden). Anders zal
de cassetterecorder niet
in staat zijn het begin
van van de
muziekstukken
nauwkeurig op te
zoeken.
• Wanneer bij opnemen
via digitale
aansluitingen de
AUTO-ID automatische
begincode-funktie is
uitgeschakeld, kan de
muziekstuknummering
van een compact disc
niet altijd geheel juist
op de DAT cassette
worden overgenomen
in de vorm van
begincodes, afhankelijk
van het type compact
disc speler dat u
gebruikt.
• De muziekstuknummering van een
minidisc zal niet op de
DAT cassette worden
overgenomen in de
vorm van begincodes.
Vastleggen van begincodes wanneer de AUTO-ID
funktie is ingeschakeld:
GeluidsbronEr wordt een begincode aangebracht
Alle bronnen • Het opnemen begint of de
wanneer
opnamepauzestand wordt uitgeschakeld.
(Na een stille passage wordt er een
begincode aangebracht vanaf het punt waar
er geluid klinkt.)
• Er weer geluid klinkt na een stille passage of
een passage van minstens drie sekonden met
een bijzonder gering geluidsniveau.
• U tijdens het opnemen op de START ID•
ENTER toets drukt.
Vastleggen van begincodes wanneer de AUTO-ID
funktie is uitgeschakeld:
GeluidsbronEr wordt een begincode aangebracht
Alle bronnen • Het opnemen begint of de
Compact discsIdentiek aan de bestaande
(digitaal
ingangssignaal)
DAT cassetteIdentiek aan de bestaande
(digitaal
ingangssignaal)
wanneer
opnamepauzestand wordt uitgeschakeld. (Er
wordt een begincode aangebracht, ongeacht
of er geluid klinkt of niet.)
• U tijdens het opnemen op de START ID•
ENTER toets drukt.
muziekstuknummering op de compact disc
zelf. (Naast de hierboven genoemde punten.)
muziekstuknummering op de oorspronkelijke
DAT cassette. (Naast de hierboven
genoemde punten.)
NL
Opname28
Page 29
Opmerkingen
• De begincodes die
eenmaal op de band
zijn vastgelegd, tijdens
of na het opnemen,
kunnen naderhand niet
meer verplaatst
worden. Staat er een
begincode op een
verkeerde plaats, dan
kunt u deze slechts
wissen en op een
andere plaats een
nieuwe begincode
aanbrengen.
• Het is niet mogelijk een
begincode op de band
aan te brengen terwijl
de “ ”
aanduiding knippert
tijdens gebruik van de
repeteerfunktie.
Aanbrengen van begincodes tijdens afspelen
U kunt tijdens afspelen op alle gewenste punten
begincodes op de band aanbrengen zonder dat hierbij
de bestaande opnamen verloren gaan.
1 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets
van de cassetterecorder tot de aanduiding “AUTOID” in het uitleesvenster verschijnt (voor
inschakelen van de automatische begincodefunktie) of verdwijnt (voor uitschakelen van de
automatische begincode-funktie).
2 Druk tijdens weergave op de START ID•ENTER
toets bij het punt waar u een
begincode wilt aanbrengen.
De aanduiding “
”
gaat knipperen wanneer u
het punt voor de begincode
bepaalt, waarbij de
cassetterecorder een
bandgedeelte van drie sekonden vanaf dat punt tot
16 maal gaat herhalen (d.i. de repeteerfunktie).
3 Druk op de START ID•ENTER toets terwijl de
repeteerweergave het bandgedeelte herhaalt. In het
uitleesvenster verschijnt dan even de aanduiding
“
knipperen en er wordt een begincode vastgelegd.
Hierbij zal er overigens geen geluid klinken.
”. De aanduiding “” gaat
Opname
Bijstellen van de plaats van een begincode
Telkens wanneer u op de = 0 of ) +
snelspoeltoets drukt na inschakelen van de
repeteerweergave, verschuift het gekozen punt voor
de begincode op de band ca. 0,3 sekonde vooruit of
terugwaarts, tot een maximum van ongeveer 10
sekonden in beide richtingen.
Gekozen punt voor begincode
Band
Druk op de
= 0
terugspoeltoets.
0,3
0,3
Druk op de ) +
vooruitspoeltoets.
Opname
29
NL
Page 30
Opmerking
Bij het wissen van een
begincode zal ook het
muziekstuknummer van
dezelfde plaats op de
band worden gewist.
Wissen van begincodes
Tijdens afspelen kunt u begincodes van de band
wissen zonder dat hierbij de bestaande opnamen
verloren gaan.
Wissen van begincodes is slechts mogelijk wanneer de
cassetterecorder in de stopstand of de weergavestand
staat.
1 Druk op de ) + of = 0 snelspoeltoets om
het punt op de band op te zoeken vlak vóór de
begincode die u wilt wissen.
2 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets tot
de aanduiding “ERASE” in het uitleesvenster van
de cassetterecorder verschijnt.
3 Druk op de START ID•ENTER toets.
De band wordt automatisch snelgespoeld naar de
dichtstbijzijnde begincode, dan gaat de aanduiding
“
de band gewist. Hierbij zal er geen geluid klinken.
Na afloop van het wissen wordt automatisch
vervolgd met het afspelen van de band.
” knipperen en wordt de begincode van
NL
Opname30
Page 31
Toewijzen van muziekstuknummers
Het muziekstuknummer is een
markering op de band die het
volgnummer van het
bijbehorende muziekstuk
aangeeft.
Elk muziekstuknummer wordt
tegelijk met een begincode op de
band aangebracht.
START ID•MODE
START ID•ENTER
) +
= 0
Opname
Opmerking
Het vastleggen of het
hernummeren van de
muziekstuk-nummers
kan in bepaalde gevallen
niet altijd goed verlopen,
bij cassettes die zijn
opgenomen op een ander
DAT deck of
cassetterecorder, of bij
cassettes met een
begincode helemaal
vooraan, te dicht bij het
begin van de band.
Tips
Hernummeren kan nodig
zijn in de volgende
gevallen:
• Bij cassettes waarop
tijdens het afspelen
nieuwe begincodes zijn
aangebracht.
• Bij cassettes waarop
muziekstuknummers
ontbreken of dubbele
nummers staan nadat
er ergens halverwege
de band met opnemen
is begonnen.
• Bij cassettes waarop
muziekstuknummers
ontbreken doordat ze
zijn gewist, tegelijk met
het wissen van de
bijbehorende
begincodes.
Bij opnemen vanaf het begin van de band
Er worden automatisch muziekstuknummers in
volgorde aangebracht vanaf nummer 1, op dezelfde
plaats als de begincodes.
Bij opnemen vanaf een punt halverwege de band
Druk op de ) + of = 0 snelspoeltoets om
het laatste muziekstuknummer in het uitleesvenster te
laten verschijnen, voor u begint met opnemen. Dan zal
bij het opnemen tegelijk met de eerste begincode het
eerstvolgende nummer als muziekstuknummer
worden vastgelegd en van daaraf bij elke begincode
telkens het volgende muziekstuknummer.
Hernummeren van de muziekstuknummers
1 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets tot
de aanduiding “RENUMBER” in het uitleesvenster
van de cassetterecorder verschijnt.
2 Druk tijdens afspelen of met de cassetterecorder in
de stopstand op de START ID•ENTER toets.
De band wordt automatisch teruggespoeld naar de
plaats van het muziekstuknummer behorend bij de
begincode, waarna de cassetterecorder vanaf dat
punt de verdere muziekstukken gaat
hernummeren.
De aanduiding “
knipperen terwijl de
muziekstuknummers worden
hernummerd en tijdens het
snelspoelen naar de volgende
begincode (muziekstuk) verschijnt
de aanduiding "
met de bandteller. Na afloop van het hernummeren
spoelt de cassetterecorder de band naar het begin terug
en komt dan in de stopstand te staan.
” gaat
", samen
Opname31
NL
Page 32
( Weergave
Aansluiten op andere apparatuur
voor weergave
Deze cassetterecorder biedt aansluitmogelijkheden voor zowel conventionele analoge
audio-apparatuur als voor apparatuur die digitale signalen kan verwerken. Zie
bladzijde 20 voor de bediening voor het “Afspelen”.
Tip
Het uitgangsniveau via
de LINE OUT aansluiting
en de
REMOTE•DIGITAL I/O
aansluiting is vast
ingesteld. De
geluidssterkte van de
hierdoor uitgestuurde
signalen is niet instelbaar
met de VOL toetsen van
de cassetterecorder.
Voor weergave via analoge audio-apparatuur
(Analoge aansluitingen)
TCD-D100
naar LINE OUT
Start het afspelen en stel de geluidssterkte naar wens
in met de volumeregelaar van de aangesloten
apparatuur.
Gebruik alleen een
optische kabel van het
aanbevolen type (niet
bijgeleverd) (zie blz. 49).
De POC-DA12/-DA12M/
-DA12S en RK-DA10
digitale aansluitkabels
zijn niet geschikt voor
gebruik met deze
cassetterecorder.
NL
Weergave32
Voor weergave via audio-apparatuur met
digitale ingangen (Digitale aansluitingen)
TCD-D100
naar REMOTE DIGITAL I/O
aansluiting
Sluit de digitale audio-apparatuur op deze
cassetterecorder aan zoals in de afbeelding
aangegeven. Start het afspelen en stel de
geluidssterkte naar wens in met de volumeregelaar
van de aangesloten apparatuur.
De AVLS* volumebegrenzing dient voor het
luisteren via de hoofdtelefoon naar de DAT
weergave of het meeluisteren naar het op te
nemen geluid. De AVLS volumebegrenzing zorgt
dat de geluidssterkte niet boven een redelijk
maximum peil komt, om uw oren te beschermen.
VOL
AVLS
VOL
AVLS
Weergave
Aansluiten op
REMOTE/2
* Automatisch Volume-
Limiet Systeem
Opmerking
U kunt de AVLS
volumebegrenzing zowel op
de cassetterecorder zelf als
via de afstandsbediening inen uitschakelen. Zo kunt u
zelfs de AVLS uitschakelen
met de AVLS toets van de
afstandsbediening, ook al
staat de AVLS schakelaar op
de cassetterecorder zelf in
de LIMIT stand. Dan
verdwijnt de “ ”
aanduiding uit het
uitleesvenster van de
afstandsbediening en is de
AVLS volumebegrenzing
uitgeschakeld.
Gebruik van de AVLS volumebegrenzing
U kunt de AVLS volumebegrenzing zowel op de
cassetterecorder zelf als via de afstandsbediening
inschakelen.
Op het apparaat zelf: Zet de AVLS schakelaar in de
LIMIT stand.
Op de afstandsbediening: Druk op de AVLS toets van
de afstandsbediening. De “
verschijnt dan in het uitleesvenster van de
afstandsbediening.
Stand AVLS schakelaar Geluidssterkte en aanduiding
LIMIT ( )De geluidssterkte blijft onder een
NORMDe geluidssterkte volgt de normale
(geen aanduiding)
De aanduidingen tussen haakjes ( ) gelden voor de afstandsbediening.
bepaald niveau. Bij indrukken van de
VOL toetsen verschijnt eerst de
aanduiding “” en dan
“” in het uitleesvenster.
Wanneer de maximale geluidssterkte
wordt gekozen, knippert de
“” aanduiding.
volume-instelling. Telkens wanneer
u op de VOL toetsen drukt,
verandert de geluidssterkte
overeenkomstig en verschijnt de
aanduiding “” in het
uitleesvenster.
Wanneer de maximale geluidssterkte
wordt gekozen, verschijnt de
“” aanduiding.
” aanduiding
Weergave33
NL
Page 34
( Stroomvoorziening
Gebruik op herlaadbare nikkelmetaalhydride batterijen
Voor de stroomvoorziening kunt u de NH-D100 oplaadbare nikkel-metaalhydride
batterijen gebruiken. Alvorens u deze batterijen in de cassetterecorder kunt plaatsen,
dient u ze wel eerst op te laden.
naar een
stopkontakt
Tips
• De batterijlader is zowel
geschikt voor het
opladen van een enkele
batterij als voor twee
batterijen tegelijk.
• Tijdens het opladen
kunnen de oplaadbare
batterijen en de
netspanningsadapter
nogal warm worden,
maar dit is een normaal
verschijnsel en duidt niet
op storing.
Opmerkingen
• Gebruik uitsluitend de
aanbevolen oplaadbare
batterijen en batterijlader
en de bijgeleverde
netspanningsadapter
voor het opladen.
Andere oplaadapparatuur kan leiden
tot storing in de werking.
•
Als de oplaadlampjes rood
gaan knipperen, verwijder
dan de oplaadbare
batterij(en) en kontroleer of
ze in de juiste richting zijn
geplaatst en geheel in orde
zijn. Als de batterij(en) niet
beschadigd zijn, kunt u het
opladen opnieuw proberen.
Tracht niet om gewone
staafbatterijen op te laden,
evenmin als oplaadbare
batterijen die al opgeladen
zijn.
NL
Stroomvoorziening34
Netspanningsadapter
AC-E45HG
Oplaadlampjes
Batterijlader
BC-D100
1 Sluit de BC-D100 batterijlader aan op de AC-E45HG
netspanningsadapter en steek dan de stekker van
de netspanningsadapter in het stopkontakt.
2 Plaats de NH-D100 oplaadbare nikkel-
metaalhydride batterijen in het batterijvak van de
batterijlader.
Tijdens het opladen zullen de oplaadlampjes rood
oplichten. Wanneer de batterijen volledig zijn
opgeladen, worden de oplaadlampjes groen. Het
volledig opladen neemt ongeveer 2,5 uur in beslag.
(De oplaadtijd kan ietwat verschillen, afhankelijk
van de omgevingstemperatuur.)
3 Plaats de opgeladen batterijen in het batterijvak van
de cassetterecorder.
Opmerkingen betreffende het opladen
• Verricht het opladen van de batterijen niet al te lang
voordat u ze gaat gebruiken.
• Laad de batterijen opnieuw op wanneer ze leeg zijn
(d.i. wanneer de aanduiding “
uitleesvenster van de cassetterecorder gaat
knipperen).
• Het opladen kan wel eens langer duren met nieuwe
oplaadbare batterijen of batterijen die geruime tijd
niet zijn gebruikt. Na enkele malen opladen zal de
oplaadtijd echter afnemen, tot de gemiddelde tijd die
hiervoor staat.
” in het
Page 35
Tip
• Verwijder na afloop van
het opladen de batterijen
zo snel mogelijk uit de
batterijlader. Als u de
oplaadbare batterijen te
lang in de batterijlader
laat zitten, kan de
gebruiksduur van de
batterijen afnemen.
Betreffende oplaadbare batterijen
• Wanneer de gebruiksduur van een volledig
opgeladen batterij sterk is afgenomen, is deze
versleten en dient u de batterij door een nieuwe te
vervangen.
• Werp lege of versleten batterijen nooit met het
huisvuil weg, maar breng ze naar een inzamelpunt
voor klein chemisch afval.
Bewaren van de batterijen
• Bewaar de oplaadbare batterijen op een koele, droge
plaats.
Stroomvoorziening
Stroomvoorziening35
NL
Page 36
Vervangen van de batterijen
Uitleesvenster
Tips
• Deze cassetterecorder is niet
toegerust met een aan/uitschakelaar. Dit betekent dat het
LCD uitleesvenster
voortdurend werkt, zolang er
batterijen in het apparaat
aanwezig zijn. Het
stroomverbruik is echter zo
minimaal dat dit te
verwaarlozen is.
• Als het apparaat langdurig
zonder batterijen blijft, zal de
ingebouwde klok terugkeren
naar de uitgangsstand (
97Y4M1D/ AM12H00M00S
dit zich voordoet, dient u de
klok opnieuw op de juiste tijd
gelijk te zetten.
Opmerkingen
• Als er na het vervangen van de
batterijen nog steeds
"" in het
uitleesvenster wordt
aangegeven, druk dan op een
willekeurige toets zodat deze
aanduiding verdwijnt.
• Probeer niet om de
cassetterecorder te gebruiken
op stroom van één oplaadbare
batterij samen met een gewone
staafbatterij.
• De gebruiksduur van de
batterijen kan wel eens korter
zijn dan aangegeven,
afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het
type batterijen. De aanduiding
"
sommige typen batterijen wel
eens niet verschijnen. Gebruik
de aanbevolen NH-D100
batterijen.
* Deze tijden gelden wanneer er
niets is aangesloten op de LINE
OUT, REMOTE/2 of
REMOTE•DIGITAL I/O
aansluit-bussen en wanneer de
verlichting van het uitleesvenster is uitgeschakeld.
NL
Stroomvoorziening36
TU/
). Als
" of "i" kan bij
Wanneer de batterijen aan vervanging toe zijn
De toestand van de batterijen wordt aangegeven in
het uitleesvenster op de cassetterecorder zelf. In het
uitleesvenster van de afstandsbediening zal de “i”
batterij-leeg aanduiding verschijnen of gaan
knipperen wanneer de batterijen leeg raken.
Uitleesvenster van de afstandsbediening
Nu zijn de batterijen vol.
Nu dient u beide batterijen door
nieuwe te vervangen.
Als u het apparaat blijft gebruiken
zonder de batterijen te vervangen, gaat
de aanduiding “”
knipperen en schakelt de
cassetterecorder over in de stopstand.
Uitleesvenster van de afstandsbediening
De batterijen beginnen leeg te raken.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
De batterijen zijn leeg, geheel
opgebruikt.
Gebruiksduur batterijen
Type batterijenAfspelenOpnemen
Sony NH-D100 oplaadbare3:453 (3:30*)
nikkel-metaalhydride
batterijen
Sony LR6 (AA-formaat)2:301:30 (2:30*)
alkali-batterijen
Bij lang achtereen afspelen of opnemen zullen de batterijen ongeveer
zolang meegaan bij een temperatuur van 20°C.
Bij lagere temperaturen loopt de capaciteit van de batterijen terug en neemt
dus ook de gebruiksduur af.
(in uren en minuten, bij benadering)
Page 37
Stroombesparingsfunktie
Als de cassetterecorder
langer dan 3 minuten* in
de stopstand blijft, zal
automatisch de
stroombesparingsfunktie
in werking treden, om de
batterijspanning te
sparen.
HOLD
Stroomvoorziening
p STOP
* De cassetterecorder
komt automatisch in de
stroombesparende
stand wanneer de
cassettehouder
ongeveer 30 sekonden
lang open blijft staan.
Na indrukken van de
CLOCK toets e.d. in de
stroombesparende
stand zal de
cassetterecorder
ongeveer 30 sekonden
later weer automatisch
de
stroombesparingsfunktie
inschakelen.
Automatisch inschakelende stroombesparing
Wanneer de cassetterecorder 3 minuten* of langer in
de stopstand staat, wordt automatisch de cassette
vrijgezet van de bandkop en wordt het
stroomverbruik tot het minimum beperkt, om
onnodige slijtage van de band en de batterijen te
voorkomen. In de stroombesparende stand verschijnt
in plaats van de bandloop-aanduidingen alleen de
tijdsaanduiding en dooft de verlichting van het
uitleesvenster. Het uitleesvenster van de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
Handmatig inschakelen van de
stroombesparingsfunktie
1 Zorg dat de cassetterecorder in de stopstand staat.
Druk op de p STOP toets als de cassetterecorder
nog in de pauzestand staat.
2 Verschuif de HOLD schakelaar op de
cassetterecorder zelf, zodat het gele
vergrendeltekentje zichtbaar wordt.
De cassetterecorder komt dan in de
stroombesparende stand te staan.
Als er nu op een toets wordt gedrukt, gaat in het
uitleesvenster enkele sekonden lang de aanduiding
“
” knipperen.
Stroomvoorziening37
NL
Page 38
Gebruik op stroom van de
netspanningsadapter of
een auto-accu
Tips
• Wanneer de
netspanningsadapter of
een auto-accusnoer op
de gelijkstroomingang
(DC IN 4.5V) van het
apparaat is
aangesloten, wordt de
stroomtoevoer van de
inwendige batterijen
automatisch
onderbroken.
• Wanneer u het
apparaat geruime tijd
achtereen gebruikt op
stroom van de
netspanningsadapter of
een auto-accu, kan de
temperatuur in de
cassetterecorder nogal
hoog oplopen. Dit is
een normaal
verschijnsel en duidt
niet op storing.
• Als u de cassetterecorder bij gebruik op
stroom van het lichtnet
of een auto-accu langer
dan 10 minuten in de
stopstand laat staan,
worden alle gekozen
funkties uitgeschakeld
en de band van de
koppen teruggehaald,
ter bescherming van
het bandoppervlak.
NL
Stroomvoorziening38
Netspanningsadapter
AC-E45HG
naar DC IN 4.5V
gelijkstroomingang
Stroomvoorziening met de
netspanningsadapter
Sluit de AC-E45HG netspanningsadapter aan op de
DC IN 4.5V gelijkstroomingang.
Opmerkingen betreffende de
netspanningsadapter
• Gebruik voor de stroomvoorziening alleen de
AC-E45HG netspanningsadapter. Sluit nooit enig
ander type netspanningsadapter aan.
Polariteit van de
gelijkstroomstekker
• Let voor het verbreken van de aansluiting op de
netspanningsadapter of het verwijderen van de
batterijen goed op dat het deksel van de
cassettehouder stevig gesloten is. Als er bij geopend
cassettedeksel geen stroombron aanwezig is, zal het
deksel van de cassettehouder niet meer dicht
kunnen. Als dit zich voordoet, dient u de
netspanningsadapter eerst weer aan te sluiten of
verse batterijen in de cassetterecorder aan te
brengen, voordat u het deksel kunt sluiten.
Stroomvoorziening met een auto-accu
Voor gebruik van de cassetterecorder op stroom van
een auto-accu verbindt u de DC IN 4.5V
gelijkstroomingang van het apparaat met de autoaccu via een Sony DCC-E245 auto-accusnoer (niet
bijgeleverd). Zie voor nadere bijzonderheden de bij
het auto-accusnoer geleverde gebruiksaanwijzing.
Page 39
( Aanvullende informatie
Aansluiten op andere apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van deze DAT cassetterecorder kunt u het apparaat
aansluiten op allerlei andere apparatuur.
Bij gebruik van de los
verkrijgbare RM-D100K
aansluit/bedieningsset
• Bij gebruik op
batterijvoeding kunnen
de draadloze
afstandsbedieningsfunkties
en de digitale in/
uitgangsaansluitingen
wel eens niet naar
behoren funktioneren.
• Laat de RM-D100K
aansluit/bedieningsset
niet in de volle zon
liggen, want dit kan
leiden tot storing in de
werking.
Bij gebruik van de
SBM-1 adapter
Bij gebruik van de los
verkrijgbare SBM-1 met
een netspanningsadapter
zorgt deze
cassetterecorder voor een
doorgaande
stroomvoorziening
wanneer u de SBM-1
uitschakelt. Gebruikt u
deze cassetterecorder op
batterijvoeding, verbreek
dan de aansluiting van de
netspanningsadapter op
de SBM-1 wanneer u deze
uitschakelt, om onnodig
uitputten van de
batterijen van de
cassetterecorder te
voorkomen.
Gebruik van de los verkrijgbare RM-D100K
aansluit/bedieningsset
De los verkrijgbare RM-D100K aansluit/bedieningsset
kan dienen als tussenstation voor het aansluiten van
apparatuur met digitale I/O ( in/uitgangen) op deze
DAT cassetterecorder.
De RM-D100K aansluit/bedieningsset is geschikt voor
zowel optische als koaxiale in/uitgangskabels. Kies
het type aansluiting dat uw digitale audio-apparatuur
biedt of het type dat u het meest geschikt acht.
TCD-D100
naar OPTICAL I/O
digitaal-aansluiting
RM-
D100K
naar COAXIAL I/O
digitaal-aansluiting
DAT deck,
CD-speler,
minidiscrecorder, enz.
Toepassingen van de RM-D100K aansluit/
bedieningsset
Via de RM-D100K aansluit/bedieningsset kunt u de
cassetterecorder aansluiten op een audio-schakelklok
voor opnemen tijdens uw afwezigheid of gebruik als
wekker; bovendien kunt u via deze set ook gebruik
maken van de Music Scan en Direct Search
muziekzoekfunkties.
Gebruik van de los verkrijgbare SBM-1 Super
Bit Mapping adapter
Door het aansluiten van de los verkrijgbare SBM-1
Super Bit Mapping adapter kunt u een betere
opnamekwaliteit verkrijgen.
TCD-D100
SBM-1
De los verkrijgbare RMT-D100 afstandsbediening
kunt u aansluiten op de SBM-1 om deze op afstand
te bedienen
Als u echter de SBM-1 op batterijvoeding gebruikt, zal
de RMT-D100 niet meer werken wanneer u de SBM-1
uitschakelt. Gebruikt u de SBM-1 op stroom van een
netspanningsadapter, dan zal de RMT-D100
afstandsbediening wel blijven werken, ongeacht of de
SBM-1 aan of uit staat.
Digitale audio-apparatuur bestemd voor individueel huiselijk gebruik is voorzien van
het SCMS (Serial Copy Management System) systeem, dat het herhaaldelijk digitaal
kopiëren van het ene apparaat naar het andere voorkomt. Met dit één-generatie
kopieersysteem is via de digitale in- en uitgangsaansluitingen echter wel digitale
opname (eerste generatie) van voorbespeelde cassettes via digitale aansluitingen
mogelijk.
Opmerkingen
• De bovenstaande
beschrijving van het
één-generatie
kopieersysteem is niet
zonder meer van
toepassing op alle
digitale opnameapparatuur; er bestaat
apparatuur die geen
gebruik maakt van dit
“Serial Copy
Management
System”.
• Zelfs wanneer digitaal
kopiëren niet mogelijk
is, kunt u het
geluidsmateriaal altijd
nog wel via de
analoge aansluitingen
opnemen.
• Als digitaal kopiëren
niet mogelijk is,
verschijnt de
mededeling “,
” in het
uitleesvenster.
* Deze voorbeelden van
geluidsbronnen zijn
niet in alle landen
beschikbaar.
Tip
Tijdens opnemen,
tijdens opname-kontrole
en in de
opnamepauzestand kunt
u kontroleren welke
kopieergegevens er op
de band zullen worden
vastgelegd. Ook kunt u
tijdens weergave en in
de weergave/
pauzestand kontroleren
welke kopieergegevens
de band bevat.
NL
Aanvullende informatie40
CD-speler
Voorbespeelde
DAT muziekcassettes
Minidisc-speler
Op de onderstaande wijze kunt u kontroleren of digitaal
kopiëren van de bandopnamen wel of niet mogelijk is.
Zorg eerst dat de bandteller niet wordt aangegeven en
houd dan tijdens opnemen, afspelen, opnamekontrole of
in de pauzestand de RESET toets ingedrukt en dan
tegelijk daarmee ook de COUNTER toets, langer dan 2
sekonden.
00: Digitaal kopiëren is mogelijk, zo vaak als u
wilt.
10: Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
11: Digitaal kopiëren is slechts eenmaal mogelijk.
Om deze aanduidingen uit het uitleesvenster te wissen,
drukt u op de CLOCK, de COUNTER of de RESET toets.
Digitaal
kopiëren is
mogelijk.
Eerste
generatie
kopie
Digitaal
kopiëren is
mogelijk.
Eerste
generatie
kopie
Opname via
analoge
ingangen.
Eerste
generatie
kopie
Digitaal kopiëren
is niet mogelijk.
Digitaal
kopiëren is
mogelijk.
Tweede
generatie
kopie
Digitaal
kopiëren is
mogelijk.
Tweede
generatie
kopie
Digitaal
kopiëren is
niet mogelijk.
Tweede
generatie
kopie
Derde
generatie
kopie
Digitaal
kopiëren is
niet mogelijk.
Derde
generatie
kopie
Page 41
Mededelingen in het uitleesvenster
De volgende aanduidingen kunnen tijdens bediening van het apparaat in het
uitleesvenster verschijnen.
MededelingVerklaring
Knippert wanneer er geen cassette in het apparaat aanwezig is.
Knippert wanneer het deksel van de cassettehouder openstaat.
Knippert tijdens het laden van een cassette.
Knippert tijdens het uitschuiven van een cassette.
Knippert wanneer er geen digitaal ingangssignaal wordt ontvangen.
De en aanduidingen verschijnen om en om
wanneer er een SCMS signaal wordt ontvangen om aan te geven dat
kopiëren niet mogelijk is.
De en aanduidingen verschijnen om en om
wanneer u de r REC opnametoets indrukt of wanneer u bij
weergave tracht een begincode aan te brengen of te wissen op een
DAT cassette die is beveiligd d.m.v. een open geschoven
wispreventienokje.
Knippert enkele ogenblikken lang wanneer u de de HOLD
schakelaar op de cassetterecorder verschuift om de toetsen te
vergrendelen. Ook gaat de aanduiding even knipperen wanneer u
een toets indrukt terwijl de HOLD toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
Knippert bij het bereiken van het begin van de cassette*
Knippert bij het bereiken van het einde van de cassette.
Licht op wanneer een eindcode*2 op de band wordt waargenomen.
Knippert wanneer er tijdens afspelen of snel vooruitspoelen een
onbespeeld bandgedeelte wordt gepasseerd.
Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens
opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand.
Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens
opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand
terwijl er andere apparatuur is aangesloten via de analoge
aansluitingen.
Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens
opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand
terwijl er andere apparatuur is aangesloten via de digitale
aansluitingen.
Licht even op tijdens het aanbrengen van begincodes.
Knippert wanneer er een begincode wordt vastgelegd tijdens de
repeteerweergave.
Knippert wanneer er een begincode wordt gewist.
Knippert wanneer de muziekstuknummers worden hernummerd.
Knippert wanneer u de ALVS schakelaar in de LIMIT stand zet en
wanneer u op een VOL toets drukt terwijl de ALVS schakelaar in de
LIMIT stand staat.
Aanvullende informatie41
1
Aanvullende informatie
NL
Page 42
Licht op wanneer het geluid op zijn hardst staat ingesteld.
Licht op wanneer het geluid op zijn zachtst staat ingesteld.
Knippert wanneer de batterijen bijna leeg zijn.
Licht op om aan te geven op digitaal kopiâren mogelijk is.
00: Digitaal kopiëren is mogelijk, zo vaak als u wilt.
10: Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
11: Digitaal kopiëren is slechts eenmaal mogelijk.
Knippert als er vocht uit de lucht in het apparaat is gecondenseerd.
*1Deze aanduiding gaat knipperen wanneer u een gloednieuwe DAT cassette voor het eerst
gebruikt.
*2De eindcode geeft de plaats op de band aan waar met opnemen is gestopt. Het is met dit
apparaat niet mogelijk eindcodes vast te leggen; het apparaat kan echter wel cassettes waarop
eindcodes zijn opgenomen afspelen en deze codes herkennen. Wanneer het apparaat tijdens
snel vooruitspoelen een eindcode tegenkomt, wordt de bandloop daar stopgezet en kunt u de
band alleen door laten lopen door vanaf dat punt op te gaan nemen. Wanneer er tijdens
afspelen een eindcode wordt bereikt, schakelt de cassetterecorder automatisch over op
terugspoelen.
NL
Aanvullende informatie42
Page 43
Verhelpen van storingen
Probleem
Het deksel van de
cassettehouder kan niet
gesloten worden.
De bedieningstoetsen
werken niet.
Het apparaat
funktioneert niet.
De band loopt niet.
Opnemen is niet
mogelijk.
Het opgenomen geluid
klinkt vervormd.
Tijdens het opnemen
klinken er storende
bijgeluiden.
Oorzaak
De aansluiting met de
voedingsbron is verbroken terwijl
er “” of “” in
het uitleesvenster knipperde.
De HOLD toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg (de
aanduiding licht op).
De netspanningsadapter is niet
goed aangesloten.
Het beveiligingssysteem is in
werking getreden nadat er vocht
in het apparaat is gecondenseerd
(de “”indikator licht op of
knippert.)
Andere oorzaak.
De PAUSE P toets is ingedrukt.
(De P indikator licht op in het
uitleesvenster.)
De band is geheel tot het eind
opgespoeld.
De HOLD toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
Het wispreventienokje van de
cassette is opengeschoven.
Onjuiste aansluiting/bediening
van de aangesloten apparatuur.
Er wordt een SCMS
kopieerpreventiesignaal
ontvangen.
De geluidsbron bij een
mikrofoonopname was te luid.
De MIC/LINE IN schakelaar staat
onjuist ingesteld.
Het opnameniveau is te hoog
ingesteld.
Tijdens het meeluisteren naar het
opgenomen geluid via de
hoofdtelefoon of via aangesloten
luidsprekers zijn deze te dicht in
de buurt van de mikrofoon
gekomen.
Oplossing
Sluit de stroomvoorziening weer
aan en sluit het deksel.
Schakel de HOLD
toetsvergrendeling uit.
Vervang beide batterijen door
nieuwe of laad de oplaadbare
batterijen op.
Sluit de netspanningsadapter goed
aan.
Laat de cassetterecorder een tijdje
lang ongebruikt zodat het
condensvocht kan verdampen en
schakel daarna eerst de stroom
weer in.
Verbreek de aansluiting van de
stroombron op de cassetterecorder
en sluit deze vervolgens weer aan.
Druk op de P PAUSE toets of de
( PLAY toets om de pauzestand
uit te schakelen. (Zie blz. 18 en 20.)
•Druk op de = 0toets om de
band terug te spoelen.
•Vervang de cassette.
Schakel de HOLD
toetsvergrendeling uit..
Sluit het schuifje op de cassette.
(Zie blz. 15.)
Zie “Aansluiten op andere
apparatuur voor opname” op blz.
23 of raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van het
aangesloten apparaat.
Maak de gewenste opname via de
analoge aansluitingen. (Zie blz.
23.)
Zet de MIC ATT schakelaar in de
“20 dB” stand.
Zet of houd de mikrofoon iets verder
van de geluidsbron vandaan.
Kontroleer de aansluitingen en
instelling voor de opname.
Stel het opnameniveau juist in (bij
handmatig opnemen) (zie blz. 25).
Houd de mikrofoon uit de buurt
van de hoofdtelefoon of de
luidsprekers.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie43
NL
Page 44
Probleem
Er is niets op de band
opgenomen.
Vervorming,
bijgeluiden of
teruglopende
opnamekwaliteit.
Er klinkt geen geluid.
De weergave via de
hoofdtelefoon klinkt
vervormd.
Instellen van de
geluidssterkte is niet
mogelijk.
Het snelspoelen van de
band (of de AMS
zoekfunktie) werkt
niet.
Tijdens afspelen stopt
plotseling de bandloop.
De tijdsaanduiding
geeft “97Y4M1D/
AM12H00M00S” aan.
Het is niet mogelijk
begincodes of
muziekstuknummers op
de band vast te leggen.
Er zijn wel begincodes,
maar geen
muziekstuknummers
vastgelegd.
De bedieningstoetsen
werken niet terwijl een
begincode wordt
aangebracht.
Vastleggen van de
totaaltijd is niet
mogelijk.
De batterijen gaan
maar een korte tijd
mee.
NL
Aanvullende informatie44
Oorzaak
Bij opname via de analoge
ingangen is de niveau regelaar op
het minimale niveau ingesteld.
Wellicht is de bandkop vuil.
Slecht klinkende opnamen
kunnen te wijten zijn aan een
vervuilde opnamekop.
De geluidssterkte is geheel in de
minimumstand teruggedraaid.
De aangesloten apparatuur wordt
verkeerd bediend.
Wellicht is de bandkop vuil.
De geluidssterkte staat te hard
ingesteld.
De HOLD toetsvergrendeling is
ingeschakeld.
Er is geen begincode op de band
vastgelegd.
Er is een onbespeeld (nietopgenomen) gedeelte op de band
bereikt.
De cassetterecorder is langdurig
zonder batterijen geweest.
Het wispreventienokje van de
cassette is opengeschoven.
Bij het opnemen op een cassette
die reeds opnamen bevatte, is niet
van tevoren het laatste bestaande
muziekstuknummer aangegeven.
Tijdens vastleggen van de begincode
funktioneert geen van de
bedieningstoetsen, met uitzondering
van de STOP p toets.
De opname werd vanaf een
onbespeeld gedeelte op de band
gestart
De gebruiksduur van de batterijen
kan sterk afnemen, afhankelijk
van de temperatuur en het type
batterijen.
Oplossing
Stel het juiste opnameniveau in.
(Zie blz. 25.)
Reinig de bandkop met behulp
van de reinigingscassette.
Reinig de bandkop en probeer of
het opnemen dan beter lukt.
Druk op de VOL + toets om de
geluidssterkte naar wens in te
stellen.
Bedien de aangesloten apparatuur
zoals in de gebruiksaanwijzing
staat aangegeven.
Reinig de bandkop met behulp
van de reinigingscassette.
•Verminder de geluidssterkte.
•Zet de AVLS schakelaar in de
LIMIT stand (zie blz. 33).
Schakel de HOLD
toetsvergrendeling uit.
Zorg voor het vastleggen van de
begincodes op de band (zie blz.
27).
——
Stel de ingebouwde klok opnieuw
op de juiste tijd in.
(Zie blz. 13.)
Sluit het schuifje op de cassette.
(Zie blz. 14.)
Voor het opnemen op een cassette
die reeds opnamen bevat dient u
van tevoren te zorgen dat het
laatste bestaande
muziekstuknummer in het
uitleesvenster verschijnt.
De toetsen kunnen weer gebruikt
worden wanneer de
indikator ophoudt met knipperen.
Spoel de band naar het begin
terug, spoor het allerlaatste punt
van de vorige opname op en start
de opname precies vanaf dat punt.
(Zie blz. 16.)
Gebruik de aanbevolen NH-D100
batterijen.
Page 45
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Mocht er vloeistof of een klein
voorwerp in de cassetterecorder
terechtkomen, verbreek dan de
aansluiting op de voedingsbron en
laat de cassetterecorder eerst door
deskundig vakpersoneel nakijken
alvorens het apparaat weer in
gebruik te nemen.
• Om de netspanningsadapter los te
maken uit het stopkontakt mag u
alleen aau de stekker trekken. Trek
nooit aan het snoer.
• Steek nooit enig voorwerp in de
DC IN 4.5V gelijkstroomingang.
Stroomvoorziening
• Voeding van het lichtnet: Gebruik
alleen de aanbevolen
netspanningsadapter.
Gebruik nooit een andere
netspanningsadapter, aangezien dit
zou kunnen leiden tot beschadiging
van het apparaat.
Voeding van een auto-accu: Gebruik
het DCC-E245 auto-accusnoer (niet
bijgeleverd).
• Als u denkt de cassetterecorder
langere tijd niet te gebruiken,
verbreek dan de aansluiting van de
voedingsbron (alkali-batterijen,
netspanningsadapter, autoaccusnoer etc.) op de
cassetterecorder.
• Zolang het netsnoer op het
stopkontakt is aangesloten, blijft de
stroomtoevoer naar het apparaat
intakt, zelfs nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
Betreffende de batterijen
• Tracht niet om gewone batterijen op
• Stop batterijen niet los in uw zak
• Als u de cassetterecorder geruime
Betreffende cassettes van meer
dan 120 minuten
Gebruik geen extra-lange cassettes
(met een speelduur van meer dan 120
minuten) voor het maken van
belangrijke bandopnamen, aangezien
de uiterst dunne band daarvan de
volgende problemen kan veroorzaken:
• vervorming in de geluidsweergave;
• onjuist opwikkelen van de band na
• onjuist vastleggen en wissen van
te laden.
samen met metalen voorwerpen,
zoals kleingeld, een sleutelbos e.d.
Kortsluiting van de plus- en minpolen door toevallige aanraking met
metalen voorwerpen kan gevaarlijke
oververhitting veroorzaken.
tijd niet meer gebruikt, kunt u beter
de batterijen er uit verwijderen, om
schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te
vermijden.
herhaaldelijk snelspoelen,
opnamekontrole of gebruik van de
AMS zoekfunkties;
begincodes.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie45
NL
Page 46
Condensatie van vocht in het
apparaat
Als het apparaat rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt
gebracht, kan er in het inwendige van
het apparaat vocht uit de lucht
condenseren. In dat geval kan de band
aan de koptrommel blijven kleven en
daardoor beschadigd raken of kan het
apparaat onjuist gaan funktioneren.
Deze cassetterecorder heeft een
ingebouwde beveiliging om schade
door condensvocht te voorkomen.
Toch dient u de DAT cassette te
verwijderen wanneer de aanduiding
“
” in het uitleesvenster van het
apparaat zelf gaat knipperen, of de
indicator in het uitleesvenster van de
afstandsbediening. In dit geval zal de
cassetterecorder vanzelf in de
stroombesparende stand komen en zal
de aanduiding “
branden. Laat het apparaat dan een
tijdje lang ongebruikt aan staan en ga
daarna als volgt te werk:
Bij gebruik op batterijen
Druk op een willekeurige toets om de
stroombesparingsstand uit te
schakelen. Als het condensvocht dan
al verdampt is, zal de aanduiding
“
” in het uitleesvenster doven.
Bij gebruik op het lichtnet
Wanneer het condensvocht verdampt
is, zal de aanduiding “
uitleesvenster vanzelf doven.
Als de cassetterecorder ook na enkele
uren rust nog niet naar behoren werkt,
neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar of
onderhoudsdienst.
Overigens dient u altijd de DAT
cassette uit het apparaat te
verwijderen wanneer u denkt de
cassetterecorder geruime tijd niet meer
te gebruiken.
NL
Aanvullende informatie46
” blijven
” in het
Plaatsing
• Plaats de cassetterecorder niet in de
buurt van een warmtebron, zoals
een kachel of verwarmingsradiator.
Zorg er tevens voor dat het apparaat
niet blootgesteld wordt aan veel stof,
direkt zonlicht en mechanische
schokken of trillingen.
• Zet nooit iets bovenop de
cassetterecorder.
• Als de cassetterecorder storing
veroorzaakt in radio- of TVontvangst, plaatst u het apparaat
dan iets verder uit de buurt van de
radio of televisie of schakel de
cassetterecorder uit.
Opmerkingen betreffende
hoofdtelefoons
Voor veilig verkeer
Vermijd het luisteren naar uw
hoofdtelefoon tijdens autorijden,
fietsen, en dergelijke. Het is gevaarlijk
en op sommige plaatsen verboden.
Zelfs als u over straat loopt, kan
luisteren met een te hoog volume al
gevaar met zich meebrengen. Vooral
bij het oversteken van de straat, weg of
spoorlijn is het beter de hoofdtelefoon
af te nemen of in ieder geval de
geluidssterkte te verminderen.
Denk om uw gehoor
Vermijd het langdurig luisteren naar
een luid ingestelde hoofdtelefoon. Dit
zou kunnen leiden tot beschadiging
van uw gehoor. Als uw oren suizen,
dient u de geluidssterkte te
verminderen of liever de
hoofdtelefoon een tijdje niet te
gebruiken.
Houd rekening met anderen
Houd a.u.b. wat rekening met uw
medemensen, en stel de weergave niet
te hard in, ook al om geluiden in uw
omgeving en mensen die tegen u
praten altijd te kunnen horen.
Page 47
Onderhoud
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw van het apparaat en
de bedieningsorganen schoon met een
zachte doek, licht bevochtigd met een
mild schoonmaakmiddel.
Gebruik voor het reinigen nooit een
schuurspons, schuurpoeder of
oplosmiddel, zoals alkohol of benzine.
Reinigen van de bandkoppen
Na langdurig gebruik zal de bandkop
vervuild zijn en dient deze gereinigd
te worden. Een vervuilde bandkop
levert een mindere geluidskwaliteit bij
opnemen en kan het geluid bij
weergeven doen wegvallen. Voor de
beste kwaliteit bij opname en
weergave is het daarom aanbevolen de
bandkop na iedere 10 gebruiksuren
schoon te maken, met behulp van de
bijgeleverde reinigingscassette.
Ook wanneer de cassetterecorder
geruime tijd niet gebruikt is, kunt u
voor gebruik beter even de band
schoonmaken met behulp van de
reinigingscassette.
Gebruik van de reinigingscassette
1 Steek de reinigingscassette net als
een gewone DAT cassette in de
houder.
2 Druk om te beginnen op de
( PLAY toets en ongeveer 10
sekonden later op de p STOP
toets.
3 Neem de reinigingscassette uit de
houder zonder deze terug te
spoelen.
4 Plaats een gewone DAT cassette,
gebruik deze voor opnemen of
afspelen, en kontroleer de
geluidskwaliteit.
Opmerkingen betreffende de
reinigingscassette
• Een reinigingscassette kan niet voor
opname of weergave gebruikt
worden.
• Reinig de bandkop niet meer dan
vijfmaal achtereen binnen een korte
periode. Als u de bandkop al te
vaak binnen korte tijd schoonmaakt,
kan dit leiden tot onnodige slijtage
van de kop.
• Spoel de reinigingscassette niet
terug na afloop van het gebruik. Pas
wanneer de cassette helemaal
opgespoeld is, kunt u de band naar
het begin terugspoelen en gebruikt
u hem weer vanaf het begin.
De reinigingscassette kan ongeveer
200 keer gebruikt worden, met 10
sekonden per reinigingsbeurt.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie47
NL
Page 48
Technische gegevens
Type cassettesDigitale Audio-Tape
OpnameduurStandaard: 120 minuten
Lange speelduur: meer dan 87 dB
(1 kHz IHF-A, LINE IN)
Lange speelduur: meer dan 87 dB
(1 kHz IHF-A, LINE IN)
Standaard: minder dan 0,008 % (1 kHz, 22 kHz LPF filter, LINE IN)
Lange speelduur: minder dan 0,09 % (1 kHz, 22 kHz LPF filter, LINE IN)
Voedingsspanning• Twee LR6 (AA-formaat) batterijen (niet bijgeleverd)
Gebruiksduur batterijenZie onder "Vervangen van de batterijen" (blz. 36).
Stroomverbruik0.9 W
AfmetingenCa. 80 x 29,2 x 117,3 mm (b/h/d), zonder uitstekende delen en
• Twee herlaadbare nikkel-metaalhydride batterijen
• Gelijkstroomingang (DC IN 4.5V) voor het aansluiten van:
bedieningsorganen
Cassetterecorder met toebehoren, gebruiksklaar: Ca. 395 gram incl.
hoofdtelefoon met afstandsbediening, oplaadbare batterijen en DAT
cassette
MICMICMIC
4,7 kOhm1,4 mV0,3 mV
LINE INLINE INLINE IN
47 kOhm500 mV120 mV
Deze aansluiting is geschikt voor digitale in/uitgangssignalen,
voor afstandbediening en voor schakelklok-bediening, bij
aansluiten van een aansluit/bedieningsset.
Sony AC-E45HG netspanningsadapter
Sony DCC-E245 auto-accusnoer (niet bijgeleverd) voor stroom van
een 12/24-volts accu.
Het is mogelijk dat uw Sony handelaar niet alle genoemde accessoires uit voorraad
leverbaar heeft. Vraag uw handelaar om nadere informatie betreffende de aldaar
verkrijgbare accessoires.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie49
NL
Page 50
ATTENZIONE
Per evitare il pericolo di
incendi o scosse elettriche,
non esporre I’apparecchio
alla pioggia o all’umidità.
Note sulla registrazione
• Questo registratore non è stato realizzato
per scopi commerciali o d’affari. Non
tentare mai di modificare o alterare il
registratore in modo che possa essere
collegato ad altri apparecchi audio
commerciali o d’affari. Non usare questo
registratore per la memorizzazione di dati.
• Controllare che la funzione di registrazione
non presenti problemi prima di registrare
materiale importante.
• In nessun caso la Sony sarà responsabile
per qualsiasi danno, diretto, indiretto,
conseguente o accidentale derivante dal
malfunzionamento della funzione di
registrazione di questo registratore.
• Osservare le norme in materia di diritti
d’autore per la propria collezione di
registrazioni. L’esecuzione in pubblico, la
trasmissione e la duplicazione di materiale
registrato per scopi commerciali sono in
violazione delle leggi in materia.
IN NESSUN CASO IL RIVENDITORE
SARA’RITENUTO RESPONSABILE PER
QUALSIASI DANNO DIRETTO,
INCIDENTALE O INDERETTO DI
QUALSIASI NATURA O PER PERDITE O
SPESE DERIVANTI DA PRODOTTI
DIFETTOSI O DALL’USO DI QUALSIASI
PRODOTTO.
Benvenuti al mondo del registratore DAT!
Questo registratore DAT dispone delle
seguenti funzioni, che permettono di usarne
al massimo le possibilità.
• Magnifica qualità sonora DAT, con
eccellente risposta in frequenza, rumore
ridotto e assenza di distorsione.
• Facile controllo del nastro DAT, con
avanzamento/riavvolgimento ad alta
velocità e salto/revisione.
• Registrazione ad alta fedeltà con un
amplificatore microfono di alta qualità
impiegato anche nell'adattatore per Super
Bit Mapping (SBM-1).
• Registrazione prolungata usando due
pile ricaricabili al nichel idruro di metallo.
Circa 3,5 ore di registrazione continua.
• Livello di registrazione regolabile(automatico/manuale) per qualsiasi
condizione di registrazione.
• Funzione MIC LIMITER che limita
automaticamente ad un certo livello segnali
in ingresso elevati improvvisi.
• Funzione di silenziamento diregistrazione che crea automaticamente
spazi vuoti di quattro secondi.
• Funzione di datazione che scrive
automaticamente data e orario durante la
registrazione.
• Display LCD con retroilluminazione a luce
EL (elettroluminescente) che indica il modo
di funzionamento attuale e lo stato delle
pile al buio.
• Compatibilità di registrazione da digitalea digitale con lettori CD/MD o
sintonizzatori BS/CS, ecc.
• Tre frequenze di campionamento (48/44,1/32 kHz) per registrazioni digitali di
alta qualità.
• Funzione di revisione registrazione che
permette di scrivere o cancellare codici di
inizio e numeri di programma dopo la
registrazione.
• Telecomando dotato di display LCD che
indica il modo di funzionamento attuale.
• Sistema di gestione copie in serie (SCMS)
che indica quante volte il nastro può essere
copiato.
• Modo di consumo ridotto che prolunga la
durata delle pile. Questo può essere
controllato automaticamente o
manualmente.
I
Introduzione4
Page 53
Posizione e funzione dei comandi
Fare riferimento alle pagine tra parentesi ( ) per dettagli.
Apparecchio – Davanti
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 Tasto di modo codice di inizio
(START ID•MODE)
2 Tasto di operazione codice di
inizio (START ID•ENTER)
3 Tasto di illuminazione (LIGHT)
Premerlo per far illuminare il
display quando si usa il
registratore al buio.
4 Tasti di volume (VOL +/–) (20)
5 Interruttore di blocco (HOLD) (13,
15, 20, 38)
La funzione di blocco non blocca i
tasti CLOCK/SET, COUNTER/– e
RESET/+ (tranne che nel modo di
consumo ridotto).
Spostare l’interruttore su HOLD in
modo di arresto per attivare il
modo di consumo ridotto.
6 Presa telecomando/cuffie
(REMOTE/2) (20, 25, 34)
7 Presa uscita in linea (LINE OUT)
(26, 32)
!º
!¡
!™
!£
!¢
!∞
8 Comando di livello di
registrazione (REC LEVEL) (25)
9 Presa microfono/ingresso in linea
(MIC/LINE IN) (16, 23, 25)
!º Tasti di controllo del nastro (18)
Tasto di riavvolgimento/
revisione•AMS (= 0)
Tasto di arresto (p STOP)
Tasto di riproduzione (( PLAY)
Tasto di avanzamento rapido/
salto•AMS () + )
Tasto di registrazione (r REC)
Tasto di pausa (P PAUSE)
!¡ Presa di ingresso alimentazione
esterna (DC IN 4.5V) (39)
!™ Interruttore di apertura comparto
cassetta (OPEN) (14)
!£ Tasto di azzeramento contatore/+
(RESET/+) (10, 40)
!¢ Tasto di contatore/–
(COUNTER/–)
!∞ Tasto di orologio/regolazione
(CLOCK/SET) (11, 13)
(10)
Posizione e funzione dei comandi
Posizione e funzione dei comandi5
I
Page 54
Posizione e funzione dei comandi (continuazione)
Apparecchio – Retro
!§
@º
!¶
!•
!ª@™
!§ Interruttore di attenuazione
microfono (MIC ATT) (17)
!¶ Interruttore di microfono/
ingresso in linea (MIC/LINE IN)
(17, 23)
!• Selettore di modo di registrazione
(MANUAL•MIC LIMITER•
AUTO (AGC)) (17)
!ª Interruttore di selezione modo
riproduzione normale /modo di
riproduzione prolungata (SP•LP)
(17, 24, 25)
@¡
@º Presa di ingresso/uscita digitale e
comando a distanza (REMOTE•
DIGITAL I/O) (24, 33, 39)
Collegarvi apparecchi con
ingresso/uscita digitale usando il
cavo di collegamento POCDA12P/DA12MP/DA12SP o
RK-DA10P (non in dotazione), il
kit adattatore RM-D100K, il
telecomando RMT-D100,
l’adattatore per Super Bit
Mapping SBM-1, ecc.
@¡ Coperchio del comparto pile (12)
@™ Interruttore di sistema di
limitazione automatica del
volume (AVLS) (33)
I
Posizione e funzione dei comandi6
Page 55
Cuffie con telecomando
1
2
3
4
5
Posizione e funzione dei comandi
6
7
8
9
1 Minispina stereo
2 Tasto di modo contatore
(COUNTER MODE) (10)
3 Tasti di volume (VOL +/–) (20)
4 Tasto di orologio (CLOCK) (11)
5 Tasto di funzione AVLS (AVLS)
(33)
6 Interruttore di funzione di blocco
(HOLD) (13, 15, 20, 37)
Quando è 20spostato in direzione
della freccia, i tasti del
telecomando sono bloccati.
Tuttavia i tasti COUNTER MODE,
CLOCK e AVLS rimangono
attivabili.
7 Tasti di controllo del nastro (18)
Tasto di avanzamento rapido/
salto•AMS (+)
Tasto di riproduzione (()
Tasto di arresto (p)
Tasto di riavvolgimento/
revisione•AMS (=)
8 Display
9 Spina del telecomando
Posizione e funzione dei comandi7
I
Page 56
Posizione e funzione dei comandi (continuazione)
Display
Apparecchio
1
2
3
4
5
6
-dB-
7
8
9
!º
!¡
!™
1 Indicatore di modo di riproduzione
prolungata (LP) (17, 26)
2 Indicazione di numero di
programma (PGM.NO)•giorno•
AM/PM (13, 21)
3 Indicazione di contatore del
nastro/orologio/volume/
messaggi (10, 11, 41)
4 Indicatore di scrittura automatica
codici di inizio
•rinumerazione•cancellazione
(START ID) (27)
5 Indicatore di codice di inizio
(START ID) (27)
6 Indicatore di livello di picco (25)
7 Indicatore di stato delle pile
(BATT) (36)
8 Indicatore di contenimento
microfono (MIC LIMITER)
9 Indicatore di regolazione
automatica del livello di
registrazione (AGC)
!º Indicatore di registrazione (REC)
!¡ Indicatore di pausa (P)
!™ Indicatore di riproduzione (()
I
Posizione e funzione dei comandi8
Page 57
Telecomando
1
2
3
4
5
1 Indicatore di numero di
programma
(PGM.NO)•giorno•AM/
PM•volume
2 Indicatore di condensazione di
umidità
3 Indicazione di contatore/orario
4 Indicatore di codice di inizio
(START ID)
5 Indicatore di livello di picco
6
Posizione e funzione dei comandi
7
8
9
!º
!¡
!™
6 Indicatore di stato delle pile (i)
7 Indicatore di funzione AVLS
8 Indicatore di modo di
riproduzione prolungata (LP)
9 Indicatore di funzione di blocco
!º Indicatore di pausa (P)
!¡ Indicatore di riproduzione (()
!™ Indicatore di registrazione (REC)
Posizione e funzione dei comandi9
I
Page 58
Uso del display
Apparecchio
Indicazione di giorno/AM/PM
-dB-
Telecomando
Indicazione di giorno/AM/PM
Indicazione di contatore/orologio
Nota
Il contatore serve come
guida visiva e non è un
orologio. Il valore
visualizzato sul contatore
non è un’indicazione
accurata del tempo
effettivo. Non usare
quindi il contatore come
orologio.
Indicazione di contatore/orologio
Visualizzazione del contatore
A ciascuna pressione del tasto COUNTER (tasto
COUNTER MODE sul telecomando), la
visualizzazione cambia come segue:
Esempio: Indicazione sull’apparecchio
Contatore (visualizzazione
normale)
Tempo assoluto (tempo
assoluto dall’inizio del
nastro)
Tempo rimanente del
nastro
Per riportare il contatore (visualizzazione normale)
a “0H00M00S”
Premere il tasto RESET sull'apparecchio mentre è
visualizzato il contatore.
Tempo rimanente del nastro
Il tempo rimanente del nastro appare normalmente
dopo circa 16 secondi dall’inizio della riproduzione nel
modo SP. Tuttavia può esserci una deviazione nel
tempo visualizzato a seconda del tipo di nastro usato.
I
Posizione e funzione dei comandi10
Page 59
*RECORDED TIME
viene visualizzato solo
durante la riproduzione.
Nota
Quando il registratore
passa al modo di
registrazione, controllo
della registrazione o
pausa mentre è
visualizzato RECORDED
TIME, il registratore
visualizza l’orario
attuale.
Visualizzazione di
messaggi
Fare riferimento a pagina
41 per “Visualizzazione
di messaggi”.
Visualizzazione dell’orologio
A ciascuna pressione del tasto CLOCK/SET (tasto
CLOCK sul telecomando), la visualizzazione cambia
come segue:
RECORDED TIME*
(data della registrazione)
RECORDED TIME*
(orario della registrazione)
Data attuale
(anno, mese, giorno)
Orario attuale
(ore, minuti, secondi)
Posizione e funzione dei comandi
Posizione e funzione dei comandi11
I
Page 60
Inserimento delle pile
Usare due pile alcaline tipo LR6 (formato AA).
Coperchio del comparto pile
È anche possibile usare le pile ricaricabili o corrente domestica. Per maggiori dettagli
vedere “Fonti di alimentazione” a pagina 34.
1Aprire il coperchio del comparto
pile.
2Inserire due pile alcaline nuove
(non in dotazione) nel portapile.
Assicurarsi di inserire le pile
osservando la corretta polarità.
3Chiudere il coperchio del
comparto pile.
I
12
Inserimentfo delle pile
Page 61
Regolazione dell’orologio
Regolare l’orologio prima di iniziare
qualsiasi operazione di registrazione,
altrimenti non è possibile ottenere la
data e l’orario corretti.
L’orologio torna alla sua regolazione
iniziale (TU/97Y4M1D/
AM12H00M00S) se le pile sono
rimosse dall’apparecchio per lungo
tempo. In questo caso regolare di
nuovo l’orologio.
Assicurarsi che il registratore sia in modo di arresto e che la funzione di blocco sia
disattivata.
1Premere il tasto CLOCK/SET per
CLOCK/SET
più di quattro secondi.
HOLD
+
–
CLOCK/SET
Inserimento delle pile / Regolazione dell'orologio
2Premere il tasto + o – per regolare
–+
l’anno attuale e quindi premere il
tasto CLOCK/SET.
3Ripetere il punto 2 per regolare il
CLOCK/SET
Informazione
Per regolare
accuratamente l’orologio,
regolare i secondi su 00
con il tasto + o – e quindi
premere il tasto CLOCK/
SET contemporaneamente
ad un segnale orario.
mese, il giorno, le ore e i minuti.
Per i secondi, premere + o – per
+–
portarli a “00”. Quindi premere il
tasto CLOCK/SET.
La visualizzazione cessa di
lampeggiare e l’orologio inizia a
funzionare.
Per selezionare il formato 12 ore o 24 ore
Premere il tasto + per due secondi o più.
Per abbandonare la regolazione dell’orologio
Premere il tasto p STOP. La visualizzazione
dell’orologio torna alla regolazione precedente.
Tuttavia, se il giorno è fissato, l’anno, il mese e il
giorno sono fissati e non soggetti a ulteriori
cancellazioni.
Regolazione dell’orologio
13
I
Page 62
Inserimento della cassetta
HOLD
Assicurarsi che la funzione di blocco sia disattivata.
1Aprire il coperchio del comparto
cassetta.
1 Premere l’interruttore OPEN.
2 Quando il coperchio del
comparto cassetta si apre
leggermente, aprire il
coperchio del comparto
cassetta.
Coperchio del
comparto cassetta
OPEN
2Inserire la cassetta.
Inserire la cassetta con la
finestrella rivolta verso l’alto. Se
la cassetta viene inserita
capovolta, può essere impossibile
estrarla.
Finestrella rivolta verso
l’alto.
3Chiudere il coperchio.
La cassetta viene caricata
automaticamente.
I
14
Inserimento della cassetta
Page 63
Note
• Quando si esegue una
registrazione
importante, assicurarsi
di usare un nastro con
una durata di
registrazione sufficiente.
• Il comparto cassetta non
si apre mentre HOLD è
bloccato. Rilasciare
HOLD per inserire una
cassetta.
• Quando si inserisce o si
estrae una cassetta, non
tenere la cassetta come
mostrato sotto. Questo
può causare
malfunzionamenti.
• Assicurarsi che il
coperchio del comparto
cassetta sia chiuso e che
“” o
“” non sia
visualizzato prima di
scollegare la fonte di
alimentazione.
Altrimenti il coperchio
del comparto cassetta
può non chiudersi. In
questo caso ricollegare
la fonte di
alimentazione.
Informazione
Mentre il registratore è in
modo di arresto, spostare
l’interruttore HOLD
dell’apparecchio su HOLD
per attivare manualmente
il modo di consumo ridotto
quando si usa
l’apparecchio con le pile.
(Vedere pagina 37.)
* È possibile impostare la
visualizzazione, l'orario
o la funzione AVLS.
Per estrarre la cassetta
Mentre il registratore è in modo di arresto, spostare
l’interruttore OPEN.
OPEN
Per proteggere la registrazione
Aprire la chiusura di protezione della registrazione
per proteggere il nastro dalla registrazione.
Se la chiusura è aperta, non è
possibile registrare sul nastro.
Se la chiusura è chiusa, è
possibile registrare sul nastro.
Note sulle cassette DAT
• Diversamente dalle cassette analogiche
convenzionali, la riproduzione e la registrazione
sono eseguite su una sola facciata della cassetta.
• In condizioni di uso normale, la costruzione della
cassetta DAT evita la penetrazione di polvere e
particelle estranee. Non aprire la cassetta DAT
senza necessità.
• Non inserire oggetti nei fori sulla facciata posteriore
della cassetta DAT.
Per evitare attivazioni accidentali
– Funzione HOLD
Apparecchio: Spostare l’interruttore HOLD fino a che
è visibile il segno giallo. Se si preme un
tasto nel modo HOLD, “HOLD”
lampeggia per 3 secondi sul display e i
tasti sono bloccati.*
Telecomando: Spostare l’interruttore HOLD in
direzione della freccia. “H” si illumina
sul display e i tasti sono bloccati.
Inserimento della cassetta
Inserimento della cassetta
I
15
Page 64
Registrazione
Microfono
(non in dotazione)
P PAUSE
r REC
( PLAY
MIC ATT
MIC/LINE IN
MANUAL•MIC LIMITER •AUTO
(AGC)
a MIC/LINE IN
SP•LP
Fare riferimento a pagina 23 per “Collegamento ad altri apparecchi per la registrazione”.
Nota
Il tempo assoluto può non
essere scritto
correttamente nei seguenti
casi.
• Quando si registra su un
nastro parzialmente
registrato contenente
una parte non registrata
(cioè una parte del
nastro che non è mai
stata registrata).
• Quando si registra su un
nastro parzialmente
registrato su cui il
tempo assoluto non è
stato originariamente
scritto.
Nota
Non premere il tasto
p STOP quando è
visualizzato “”.
Se lo si preme, il tempo
assoluto diventa “--H--M
--S” e non viene scritto in
seguito.
Localizzazione del punto da cui iniziare la
registrazione
Il tempo assoluto viene scritto automaticamente
contemporaneamente alla registrazione.
Il tempo assoluto è indicato come tempo dall’inizio
del nastro ed è utile nel determinare il tempo
trascorso dall’inizio del nastro. Se si desidera
continuare a registrare su un nastro parzialmente
registrato, assicurarsi di localizzare prima la fine della
registrazione precedente e riprendere la registrazione
da quel punto per evitare di lasciare parti non
registrate inutili. Una volta che il tempo assoluto è
stato scritto non può essere cancellato.
Se si desidera inserire automaticamente spazi vuoti
di quattro secondi, fare riferimento a pagina 26 per
“Registrazione di spazi vuoti — REC MUTE”.
Per registrare dall’inizio del nastro
Premere il tasto = 0 per riavvolgere il nastro.
“
” lampeggia quando il nastro è riavvolto fino
all’inizio.
Per registrare su un nastro parzialmente registrato
Premere il tasto ) + per localizzare la fine della
registrazione precedente. “
” appare quando
è localizzata la fine della registrazione precedente e il
nastro si ferma a quel punto.
16
I
Registrazione
Page 65
Quando “— —” lampeggia per il numero di programma
“— —” indica una parte non registrata. Premere il tasto
=0 per riavvolgere il nastro fino a quando “— —”
cessa di lampeggiare. Quindi premere il tasto ) + per
localizzare la fine della registrazione precedente.
Registrazione da un microfono
1Inserire una cassetta e localizzare
il punto da cui iniziare la
registrazione.
MIC/LINE IN
2Regolare l’interruttore MIC/LINE IN
MIC
su MIC.
LINE IN
Registrazione
3Regolare l’interruttore MIC ATT.
0dB
20dB
MIC ATT
0 dB: Normale
20 dB: Per suoni forti
4Regolare il selettore MANUAL•MIC
MANUAL
AUTO(AGC)
MIC LIMITER
5Selezionare la frequenza di
44.1kHz
SP
48kHz
LP
LIMITER•AUTO (AGC) su AUTO
(AGC).
Il registratore regola automaticamente
il livello di registrazione.
Per regolare manualmente il livello di
registrazione regolare il selettore su
MANUAL o MIC LIMITER. (Vedere
pagina 25.)
campionamento.
Regolare l’interruttore SP•LP su SP
(modo di riproduzione normale 48
kHz o 44.1 kHz).
Per registrare nel modo di
riproduzione prolungata, regolare
l’interruttore su LP. (Vedere pagina 26.)
Registrazione
17
I
Page 66
6Premere i tasti r REC e P PAUSE.
REC
PAUSE
ll registratore entra in modo di
pausa. Se si preme solo il tasto
r REC, il registratore entra in
modo di controllo della
registrazione (vedere pagina 26) e
non inizia la registrazione.
7Premere il tasto ( PLAY o il tasto
PLAY
Informazioni
• Per iniziare
immediatamente la
registrazione, premere il
tasto ( PLAY tenendo
premuto il tasto r REC in
modo di arresto o
riproduzione.
• La frequenza di
campionamento viene
visualizzata quando si
cambia la frequenza di
campionamento durante
la registrazione e la pausa
di registrazione.
• Se il registratore rimane
in modo di pausa per
cinque minuti o più, il
registratore passa
automaticamente al
modo di arresto per
proteggere la testina e il
nastro.
• Se il registratore rimane
in modo di arresto per
tre minuti o più, il
registratore passa
automaticamente al
modo di consumo ridotto
(vedere pagina 37) per
proteggere il nastro e
conservare la carica delle
pile.
PAUSE
P PAUSE.
o
La registrazione ha inizio.
Altre operazioni
PerPremere
Interrompere la registrazionep STOP
Fare una pausa nella registrazione P PAUSE
Disattivare la pausaP PAUSE o ( PLAY
Controllare la fonte in ingressor REC
in modo di registrazionePremere il tasto fino a
in modo di controllo dellaquando appare
registrazionel'indicazione della fonte
in modo di pausa diin ingresso.
registrazione
Controllare la frequenza( PLAY in modo di
di campionamentoregistrazione fino a che
viene visualizzata la
frequenza di
campionamento.
18
I
Registrazione
Page 67
Informazione
• Quando il registratore
registra fino alla fine del
nastro, riavvolge
automaticamente il
nastro fino all’inizio e
quindi si ferma.
(Funzione di
riavvolgimento
automatico)
Note
• L’apparecchio non passa
al modo di consumo
ridotto durante il modo
di controllo della
registrazione, anche se
si sta usando
l’apparecchio con le pile.
• Il cambiamento della
frequenza di
campionamento durante
la registrazione può
causare la registrazione
di una temporanea
caduta di suono.
• Possono essere registrati
dei disturbi se si sposta
l’interruttore MIC/LINE
IN durante la
registrazione.
• Può essere registrato del
rumore quando la retroilluminazione del
display viene accesa
durante la registrazione.
In questo caso
spegnerla.
• Se appare
quando il modo di
registrazione è
impostato su AUTO
(AGC), regolare MIC
ATT su 20dB o allontare
il microfono dalla fonte
sonora.
Per registrare suoni relativamente bassi
Abbassare il livello di registrazione (nel modo di
registrazione manuale), avvicinare il più possibile il
microfono alla fonte sonora e quindi regolare il livello
di registrazione. È possibile ottenere una
registrazione chiara e ottimale con disturbi di rumore
minimi.
Scelta del microfono per registrazioni migliori
La registrazione è influenzata e dipende dal tipo di
microfono impiegato. Per registrazioni migliori, usare
il microfono opzionale ECM-MS957 o ECM-MS907.
Microfoni compatibili
• Microfoni opzionali del tipo “plug-in-power” sono
compatibili con questo registratore.
• Microfoni opzionali con alimentazione automatica
non sono compatibili con questo registratore.
Registrazione
Registrazione
19
I
Page 68
Riproduzione
HOLD
+
(
=
HOLD
a REMOTE/2
=0
) +
Fare riferimento a pagina 32 per “Collegamento ad altri apparecchi per la
riproduzione”.
1Inserire una cassetta e collegare le
cuffie con telecomando.
Disattivare la funzione di blocco
dell’apparecchio o del
telecomando, a seconda di quale
si desidera usare per il controllo.
2Premere il tasto ( PLAY.
PLAY
La riproduzione inizia.
( PLAY
P PAUSE
Informazioni
• Il modo SP (riproduzione
normale) e il modo LP
(riproduzione prolungata)
sono individuati
automaticamente per la
riproduzione.
• Quando il registratore
riproduce il nastro fino
alla fine, riavvolge
automaticamente il nastro
fino all’inizio e si ferma
(funzione di
riavvolgimento
automatico).
• La pausa di riproduzione
non può essere controllata
con il telecomando.
I
Riproduzione
20
Altre operazioni
PerPremere
Regolare il volumeVOL +/–
(VOL +/–)
Interrompere la riproduzionep STOP (p)
Fare una pausa nella riproduzioneP PAUSE
Disattivare la pausaP PAUSE o ( PLAY
(()
Avanzare rapidamente) + (+) in
modo di arresto
Riavvolgere= 0 (=) in
modo di arresto
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del
telecomando.
Page 69
Informazioni
• Se il registratore rimane
in modo di pausa per
cinque minuti o più, il
registratore passa
automaticamente al
modo di arresto per
proteggere la testina e il
nastro.
• Se il registratore rimane
in modo di arresto per
tre minuti o più mentre
si usa l’apparecchio con
le pile, il registratore
passa automaticamente
al modo di consumo
ridotto (vedere pagina
37) per proteggere il
nastro e conservare la
carica delle pile.
Note
• Quando si regola il
volume su un livello
troppo alto, il suono può
divenire distorto. In
questo caso abbassare il
volume.
• La funzione AMS non si
attiva se non sono scritti
i codici di inizio.
(Vedere pagina 27.)
• La funzione AMS può
non funzionare
correttamente con nastri
DAT registrati su altre
piastre DAT.
Per avanzare/riavvolgere ascoltando il suono
È possibile avanzare rapidamente (salto) o
riavvolgere (revisione) ascoltando il suono.
SaltoTenere premuto ) + (+) in
RevisioneTenere premuto = 0 (=) in
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del telecomando.
modo di riproduzione. Quando si
rilascia il tasto riprende la
riproduzione normale.
modo di riproduzione. Quando si
rilascia il tasto riprende la
riproduzione normale.
Per eseguire il salto/revisione ad alta velocità
Questa funzione può essere controllata solo con i tasti
sull’apparecchio.
Salto ad alta velocitàPremere ( PLAY e ) +
Revisione ad alta velocitàPremere ( PLAY e = 0
durante la riproduzione.
durante la riproduzione.
Per localizzare l’inizio di un brano - Funzione
AMS*
È possibile localizzare l’inizio di un brano in modo di
riproduzione, avanzamento/riavvolgimento o arresto.
Modo di riproduzione: Premere rapidamente ) + (+) o
=0 (=).
Modo di avanzamento/riavvolgimento: Premere una volta
) + (+) o =0 (=).
Modo di arresto: Premere due volte ) + (+) o = 0
(=).
Per localizzare l’inizioPremere una volta/ripetutamente
del programma (brano)) + (+)
seguente-successivo
Riproduzione
* Sensore musicale
automatico
P.es. Per localizzare
l’inizio del
quinto programma
(brano) successivo
Per localizzare l’inizioPremere una volta/ripetutamente
del programma (brano)= 0 (=)
attuale/precedente
P.es. Per localizzare l’inizio
del quarto programma
(brano) precedente
includendo il
programma (brano)
attuale
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del telecomando.
Riproduzione
21
I
Page 70
Per controllare la frequenza di campionamento
È possibile controllare la frequenza di
campionamento del suono registrato.
Premere ( PLAY in modo di riproduzione fino a che viene
visualizzata la frequenza di campionamento.
Visualizzazione durante l’avanzamento/
riavvolgimento o l’AMS
L’indicatore di livello di picco (L) indica la direzione
di scorrimento del nastro. L’indicatore di livello di
picco (R) indica la quantità di nastro rimanente.
Direzione di scorrimento
del nastro
Verso destra:
avanzamento rapido
Verso sinistra:
riavvolgimento
Quantità di nastro rimanente
22
I
Per riprodurre automaticamente il nastro
dall’inizio–Funzione di riproduzione automatica
Questa funzione può essere controllata solo con i tasti
sull’apparecchio.
Premere il tasto ( PLAY tenendo premuto il tasto
=0. La riproduzione inizia automaticamente
quando il nastro viene riavvolto fino all’inizio.
In modo simile la riproduzione inizia
automaticamente quando il nastro viene riavvolto
fino all’inizio del programma (brano) precedente con
la funzione AMS.
Riproduzione
Page 71
( Registrazione
Collegamento ad altri apparecchi per la
registrazione
È possibile collegare il registratore ad altri apparecchi audio analogici e apparecchi
audio con uscita digitale. Fare riferimento a pagina 16 per “Registrazione”.
Registrazione da apparecchi audio analogici
dotati di prese LINE OUT (collegamento
analogico)
TCD-D100
a LINE IN
1 Regolare l’interruttore MIC/LINE IN su LINE IN.
2 Selezionare il modo di registrazione usando il
selettore MANUAL•MIC LIMITER•AUTO (AGC).
MANUAL: per regolare manualmente il livello di
registrazione (vedere pagina 25)
AUTO (AGC): il livello di registrazione viene
regolato automaticamente (vedere pagina 17)
3 Selezionare la frequenza di campionamento
usando l'interruttore SP•LP.
SP (48 kHz, 44.1 kHz): modo di registrazione
normale.
LP: modo di registrazione continua prolungata. Il
campionamento viene eseguito a 32 kHz.
(Vedere pagina 26.)
4 Premere i tasti r REC e P PAUSE.
5 Premere il tasto ( PLAY o P PAUSE per iniziare
la registrazione. Quindi iniziare la riproduzione
della fonte collegata.
Cavo di collegamento
audio RK-G129
(non in dotazione)
a LINE OUT
Apparecchio
stereo o
radioregistratore,
ecc.
Registrazione
Riproduzione / Registrazione
Registrazione
23
I
Page 72
Note
• Se viene visualizzato
“” la
fonte non può essere
registrata. (Vedere
pagina 40.)
• Usare solo il cavo
digitale consigliato (non
in dotazione) (vedere
pagina 49). Non
è possibile usare i cavi di
collegamento digitale
POC-DA12/DA-12M/
DA12S o RK-DA10 con
questo apparecchio.
• Assicurarsi di regolare
l’interruttore INPUT
SELECT del cavo di
collegamento su
DIGITAL prima di
registrare. Se si regolar
l’interruttore durante la
registrazione, ne risulta
un breve silenziamento
della registrazione.
Informazioni
Nel collegamento digitale,
notare quanto segue:
• Non è necessario
regolare il modo di
registrazione.
• Il livello di registrazione
viene regolato
automaticamente sul
livello della fonte. La
regolazione manuale non
è disponibile in questo
caso.
• La regolazione
dell’interruttore SP•LP è
applicabile solo quando
si registra una fonte a 32
kHz. (Quando è regolato
su SP, la fonte viene
registrata a 32 kHz nel
modo SP. Quando è
regolato su LP, la fonte
viene registrata a 32 kHz
nel modo LP.)
Le altre fonti sono
registrate automaticamente con la propria
frequenza di campionamento indipendentemente dalla regolazione
dell’ interruttore SP•LP.
In questo caso non si può
registrare nel modo LP.
Registrazione da apparecchi audio con uscita
digitale (collegamento digitale)
Cavo ottico
POC-DA12P
TCD-D100
INPUT SELECT
a REMOTE
DIGITAL I/O
POC-DA12MP
POC-DA12SP
(non in
dotazione)
o
Cavo coassiale
RK-DA10P
(non in dotazione)
all’uscita digitale
(OPTICAL)
Lettore CD,
sintonizzatore
BS, piastra
DAT, ecc.
all’uscita digitale
(COAXIAL)
1 Collegare il cavo ottico o il cavo coassiale a
seconda della presa di uscita digitale
dell’apparecchio collegato.
2 Regolare l’interruttore INPUT SELECT del cavo di
collegamento su DIGITAL.
3 Premere i tasti r REC e P PAUSE.
4 Premere il tasto ( PLAY o P PAUSE per iniziare
la registrazione. Quindi iniziare la riproduzione
della fonte collegata.
Fonte di registrazione e frequenza di
campionamento
Quando si registra tramite collegamento digitale, la
fonte viene registrata automaticamente con la sua
frequenza di campionamento, come indicato sotto.
FonteFrequenza di campionamento
Audio nel modo B di un48 kHz
satellite per trasmissioni
Nastro DAT in modo SP
Compact disc44,1 kHz
Minidisco
Nastro DAT in modo SP
Audio nel modo A di un32 kHz
satellite per trasmissioni
Nastro DAT in modo LP
I
Registrazione24
Page 73
Utili funzioni di registrazione
( PLAY
P PAUSE
Che cosa è MIC LIMITER?
La funzione MIC LIMITER
contiene automaticamente
segnali in ingresso elevati
improvvisi. Se si regola il
livello di registrazione su
un livello leggermente più
alto del solito e si regola il
modo di registrazione su
MIC LIMITER, si possono
ottenere buoni risultati
nella registrazione di feste o
conferenze.
Note
• La regolazione manuale
del livello di registrazione
non è disponibile durante
la registrazione tramite
collegamento digitale.
• Il livello di registrazione è
regolato troppo alto
quando appare a
destra dell’indicatore di
livello di picco. Abbassare
il livello di registrazione.
-dB-
Se si verifica ancora
distorsione anche se
non è visualizzato,
regolare l'interruttore MIC
ATT su 20dB o allontare il
microfono dalla fonte
sonora.
r REC
a MIC/LINE IN
Piastra DAT,
sintonizzatore,
ecc.
Cuffie,
diffusori
a REMOTE/2
attivi, ecc.
Regolazione manuale del livello di
registrazione - Registrazione manuale
Per registrazioni ottimali con il microfono o da
apparecchi audio analogici, regolare manualmente il
livello di registrazione.
1 Regolare l’interruttore MANUAL•MIC
LIMITER•AUTO (AGC) su MANUAL o MIC
LIMITER.
MANUAL: per registrare tramite collegamento
analogico o microfoni
MIC LIMITER: per registrare tramite microfoni
2 Premere il tasto r REC per passare al modo di
controllo della registrazione.
3 Iniziare la riproduzione
della fonte e girare il
comando REC LEVEL per
regolare il livello di
registrazione mentre si
controlla il suono.
-dB-
Girare il comando REC
LEVEL in modo che gli
indicatori di livello di picco
Indicatore di livello
di picco
rimangano intorno al
livello !™.
Assicuarsi che
non appaia quando sono in
ingresso suoni forti.
4 Premere il tasto ( PLAY tenendo premuto il tasto
r REC per iniziare la registrazione.
MANUAL•
MIC
LIMITER•
AUTO (AGC)
SP•LP
Registrazione
Registrazione
25
I
Page 74
Note
• Un nastro registrato in
modo LP non può essere
riprodotto su una piastra
DAT priva di funzione
per il modo LP.
• Può essere udibile un
forte rumore durante il
passaggio dal modo SP
al modo LP quando un
nastro contenente una
registrazione che a
metà passa dal modo
SP al modo LP viene
riprodotto su una
piastra DAT non dotata
di funzione per il modo
LP. In questo caso
abbassare il volume o
interrompere la
riproduzione.
Registrazione nel modo di riproduzione
prolungata — LP REC
Regolare l’interruttore SP•LP su LP per registrare per
il doppio del tempo di registrazione delle cassette
DAT normali. Per esempio, una cassetta DAT da 60
minuti registrata in modo LP permette 120 minuti di
registrazione.
Visualizzazione del contatore durante il modo LP
Il tempo assoluto e il tempo rimanente del nastro sono
basati sul modo SP. Il tempo effettivo è quindi il
doppio del valore visualizzato sul display durante il
modo LP.
Il tempo effettivo durante
il modo LP è di 4 minuti e
mezzo.
Informazione
Per inserire spazi vuoti di
4 secondi o più, premere
il tasto P PAUSE tenendo
premuto il tasto r REC e
quindi tenere premuto il
tasto P PAUSE per 4
secondi o più.
Quando la durata dello
spazio vuoto supera i 4
secondi l’indicatore “P”
lampeggia rapidamente.
Il registratore ritorna al in
modo di pausa quando si
rilascia il tasto P PAUSE.
Registrazione di spazi vuoti — REC MUTE
Una parte vuota può essere inserita all’inizio di un
brano e tra i brani. In questo caso il codice di inizio
non viene scritto.
1 Premere il tasto r REC e il tasto P PAUSE per
attivare il modo di pausa di registrazione.
2 Premere il tasto P PAUSE tenendo premuto il
tasto r REC.
Uno spazio vuoto di quattro secondi viene inserito
e l’apparecchio ritorna automaticamente al modo
di pausa di registrazione.
Controllo della registrazione
Usare le cuffie o i diffusori dell’apparecchio stereo per
controllare il suono durante la registrazione.
1 Collegare le cuffie alla presa REMOTE/2 o
l’apparecchio stereo alla presa LINE OUT del
registratore.
2 Iniziare la registrazione.
I
Registrazione26
Page 75
Scrittura di codici di inizio
Il codice di inizio è un segnale che
indica l’inizio di un programma
(brano). Il registratore cerca i codici di
inizio per localizzare l’inizio di un
programma (brano) con la funzione
AMS (sensore musicale automatico).
Direzione di scorrimento del nastro
Brano
Nastro
Codice di inizio
Brano
START
ID•ENTER
Registrazione
START
ID•MODE
Informazioni
• Per scrivere
manualmente il codice
di inizio durante la
registrazione, premere
il tasto START
ID•ENTER. Il codice di
inizio viene scritto al
punto in cui il tasto
START ID•ENTER
viene premuto
indipendentemente da
che “AUTO-ID” sia
visualizzato o meno.
• È possibile attivare o
disattivare AUTO-ID
solo quando si preme
START ID•MODE nel
modo di registrazione,
controllo della
registrazione o pausa di
registrazione.
Note
• I tasti tranne il tasto
p STOP non
funzionano mentre
lampeggia.
Scrittura di codici di inizio durante la
registrazione
Quando AUTO-ID è attivato, i codici di inizio sono
scritti durante la registrazione in base al livello di
uscita della fonte. Quando AUTO-ID è disattivato, i
codici di inizio sono scritti durante la registrazione in
base alle informazioni di codice esistenti della fonte.
1 Premere ripetutamente il
tasto START ID•MODE
sull’apparecchio fino a che
“AUTO-ID” appare
(AUTO-ID attivato) o
scompare (AUTO-ID
disattivato).
2 Iniziare la registrazione.
Quando il codice di inizio
viene scritto, “
appare per un momento e
quindi
lampeggia per circa 9
secondi (circa 18 secondi in
modo LP).
”
Registrazione
27
I
Page 76
Note
• Quando AUTO-ID è
attivato, il codice di
inizio può non essere
scritto correttamente se
c’è rumore nella fonte
sonora.
• Quando si scrivono
codici di inizio in
successione, assicurarsi
che ci sia un intervallo
di 9 secondi o più (18
secondi o più in modo
LP) tra i codici di inizio.
Altrimenti il
registratore può non
localizzare
correttamente l’inizio
di un brano.
• Quando AUTO-ID è
disattivato durante il
collegamento digitale,
le informazioni di
programma (brano)
esistenti del compact
disc possono non essere
scritte correttamente
come codice di inizio a
seconda del tipo di
lettore CD usato.
• Le informazioni di
programma (brano)
esistenti del minidisco
non sono scritte come
codice di inizio.
Per scrivere codici di inizio quando AUTO-ID è
attivato
FonteUn codice di inizio viene scritto quando
Tutte• La registrazione inizia o la pausa di
registrazione viene disattivata. (Durante
una parte senza suono, il codice di inizio
viene scritto al punto in cui viene emesso il
suono.)
• Un suono viene immesso dopo una parte
senza suono o una parte con un livello di
registrazione molto basso della durata di 3
secondi o più.
• Il tasto START ID•ENTER viene premuto
durante la registrazione.
Per scrivere codici di inizio quando AUTO-ID è
disattivato
FonteUn codice di inizio viene scritto quando
Tutte• La registrazione inizia o la pausa di
Lettore CDIn modo identico alle informazioni di
(ingresso
digitale)
Piastra DATIn modo identico alle informazioni di
(ingresso
digitale)
registrazione viene disattivata. (Il codice di
inizio viene scritto indipendentemente
dalla presenza o assenza di suono nella
parte.)
• Il tasto START ID•ENTER viene premuto
durante la registrazione.
brano esistenti del compact disc.
(In aggiunta a quanto sopra.)
branoesistenti del nastro DAT.
(In aggiunta a quanto sopra.)
I
Registrazione28
Page 77
Note
• I codici di inizio scritti
durante la registrazione
o scritti dopo la
selezione non possono
essere spostati.
Riscriverli dopo averli
cancellati.
• I codici di inizio non
possono essere scritti
mentre
lampeggia rapidamente
durante la funzione di
prova.
Scrittura di codici di inizio durante la
riproduzione
È possibile scrivere i codici di inizio in qualsiasi punto
senza cancellare il contenuto della registrazione
esistente.
1 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
sull’apparecchio fino a che “AUTO ID” appare
(AUTO-ID attivato) o scompare (AUTO-ID
disattivato).
2 Premere il tasto START•ID ENTER durante la
riproduzione dove si desidera riscrivere.
“REHRSAL” lampeggia quando si
seleziona il punto per il codice di
inizio. Il registratore riproduce
una parte di nastro fino a 3
secondi da quel punto e la ripete
16 volte (funzione di prova).
3 Premere il tasto START ID•ENTER durante la
funzione di prova. “
momento. “
inizio viene scritto. Durante questo punto il suono
è silenziato.
Per regolare il punto selezionato
A ciascuna pressione del tasto = 0 o ) + ,
il punto selezionato si sposta indietro o avanti di 0,3
secondi per volta, fino ad un massimo di 10 secondi in
ciascuna direzione.
Punto selezionato
Nastro
A ciascuna
pressione
del tasto
=0.
0,3
0,3
” appare per un
” lampeggia e il codice di
A ciascuna pressione
del tasto )+.
Registrazione
Registrazione
29
I
Page 78
Nota
Se un codice di inizio
viene cancellato, anche il
numero di programma
scritto nello stesso punto
viene cancellato.
Cancellazione di codici di inizio
È possibile cancellare i codici di inizio senza cancellare
il contenuto della registrazione esistente.
La cancellazione del codice di inizio è possibile solo
quando il registratore è in modo di arresto o di
riproduzione.
1 Premere il tasto ) + o = 0 per
localizzare il codice di inizio da cancellare.
2 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
fino a che “ERASE” appare sul display
dell’apparecchio.
3 Premere il tasto START ID•ENTER.
Il nastro viene riavvolto automaticamente fino a
trovare il codice di inizio di quel programma
(brano) e quindi “
display e inizia la cancellazione del codice di
inizio. Durante questo punto il suono è silenziato.
La riproduzione inizia una volta che è stata
completata questa operazione.
” lampeggia sul
I
Registrazione30
Page 79
Assegnazione di numeri di programma
Il numero di programma è un
segnale che indica il numero del
programma (brano).
Il numero di programma è scritto
contemporaneamente al codice di
inizio.
START ID•MODE
START ID•ENTER
Quando si registra dall’inizio del nastro
Il numero di programma viene scritto
automaticamente dal numero 1 in ordine sequenziale
contemporaneamente al codice di inizio.
Quando si registra da metà del nastro
Nota
La scrittura e la
rinumerazione dei numeri
di programma possono
non essere completate
correttamente su nastri
che sono stati registrati
con un’altra piastra DAT
e che hanno un codice di
inizio al principio.
Informazioni
La rinumerazione è
necessaria per i seguenti
tipi di nastro:
• Nastri su cui sono stati
scritti codici di inizio
durante la
riproduzione.
• Nastri in cui numeri di
programma sono
mancanti o duplicati a
causa di una
registrazione eseguita
da metà del nastro.
• Nastri con numeri di
programma mancanti a
causa della
cancellazione del
numero di programma
quando è stato
cancellato un codice di
inizio.
Premere il tasto ) + o = 0 per visualizzare il
numero di programma prima di iniziare a registrare. Il
numero di programma viene scritto in ordine
sequenziale dal numero di programma successivo
contemporaneamente al codice di inizio.
Rinumerazione dei numeri di programma
1 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
fino a che “RENUMBER” appare sul display
dell’apparecchio.
2 Premere il tasto START ID•ENTER con il
registratore in modo di arresto o riproduzione.
Il nastro viene riavvolto automaticamente fino
all’inizio del numero di programma scritto nel
codice di inizio e quindi inizia la rinumerazione
dei programmi (brani).
“
numeri di programma sono
rinumerati e “
contatore del nastro appaiono
alternatamente mentre il nastro
avanza al codice di inizio del
programma (brano) successivo.
Quando l’operazione di rinumerazione è stata
completata, il registratore riavvolge il nastro fino
all’inizio e si ferma.
” lampeggia mentre i
” e il
) +
= 0
Registrazione
Registrazione
I
31
Page 80
( Riproduzione
Collegamento ad altri apparecchi per
la riproduzione
È possibile collegare il registratore ad altri apparecchi audio analogici e apparecchi
audio con ingresso digitale. Fare riferimento a pagina 20 per “Riproduzione”.
Informazione
Il livello di uscita alla
presa LINE OUT e alla
presa REMOTE•DIGITAL
I/O è fisso. Il volume non
può essere regolato con i
tasti VOL del registratore.
Nota
Usare solo il cavo ottico
consigliato (non in
dotazione) (vedere pagina
49). Non è possibile usare i
cavi di collegamento
digitale POC-DA12/
DA-12M/DA12S o
RK-DA10 con questo
apparecchio.
Riproduzione con un apparecchio audio
analogico (collegamento analogico)
TCD-D100
Iniziare la riproduzione e regolare il volume
sull'apparecchio collegato.
Cavo di collegamento audio RK-G129
(non in dotazione)
Apparecchio
stereo o
radioregistratore,
ecc.
a LINE OUT
a LINE IN
Riproduzione con un apparecchio audio con
ingresso digitale (collegamento digitale)
Cavo ottico
TCD-D100
a REMOTE DIGITAL I/O
POC-DA12P
POC-DA12MP
POC-DA12SP
(non in dotazione)
Piastra DAT,
amplificatore
digitale, ecc.
Collegare l’apparecchio audio digitale a questo
registratore come illustrato. Iniziare la riproduzione e
regolare il volume sull’apparecchio collegato.
I
Riproduzione32
Page 81
Utili funzioni di riproduzione
La funzione AVLS* è utilizzabile quando si
usano le cuffie durante la riproduzione o
nel modo di controllo della registrazione.
La funzione AVLS mantiene ridotto il
volume massimo per proteggere l’udito.
VOL
AVLS
VOL
AVLS
Riproduzione
a REMOTE/2
* Automatic Volume
Limiter System (sistema
di limitazione automatica
del volume)
Nota
È possibile controllare la
funzione AVLS sia con
l’apparecchio che con il
telecomando. È possibile
disattivare la funzione
AVLS premendo AVLS sul
telecomando anche se
l’interruttore AVLS
dell’apparecchio è regolato
su LIMIT. “ ” scompare
dal display del telecomando
e la funzione AVLS viene
disattivata.
Uso della funzione AVLS
Controllabile sia con l’apparecchio che con il
telecomando.
Apparecchio: Regolare l’interruttore AVLS su LIMIT.
Telecomando: Premere AVLS sul telecomando. “
appare sul display del telecomando.
Interruttore AVLSVolume e visualizzazione
LIMIT ( )Il volume massimo è limitato al
livello designato.
“” appare sul display seguito
da “” quando si preme il tasto
VOL. Quando il volume è alzato al
livello massimo “”
lampeggia.
NORMIl controllo del volume è regolato sul
(nessunamodo normale.
indicazione)A ciascuna pressione dei tasti
VOL, il livello di volume
cambia di conseguenza e “”
appare sul display.
Quando il volume è alzato al livello
massimo appare “”.
Le indicazioni tra parentesi ( ) sono per il telecomando.
”
Riproduzione33
I
Page 82
( Fonti di alimentazione
Uso con pile ricaricabili al nichel
idruro di metallo
È possibile usare le pile
ricaricabili al nichel
idruro di metallo
NH-D100. Prima di usare
le pile ricaricabili al
nichel idruro di metallo,
assicurarsi di caricarle.
Trasformatore
CA AC-E45HG
Informazioni
• L’adattatore di carica
può caricare una o due
pile per volta.
• Durante la carica le pile
ricaricabili e il
trasformatore CA
possono emettere calore,
ma questo non è un
malfunzionamento.
Note
• Usare solo la pila
ricaricabile, l’adattatore
di carica e il
trasformatore CA
consigliati per la carica.
Se si usano altri tipi di
apparecchi per la carica,
ne possono risultare
malfunzionamenti.
• Quando la spia
CHARGE lampeggia
con una luce rossa,
rimuovere la pila
ricaricaricabile e
controllare la polarità e
le condizioni della pila.
Se non ci sono problemi
con la pila, provare a
caricarla di nuovo. Non
è possibile caricare una
pila a secco o una pila
ricaricabile
completamente carica.
I
Fonti di alimentazione34
alla presa di
corrente
1 Collegare l’adattatore di carica BC-D100 al
trasformatore CA AC-E45HG e quindi collegare il
trasformatore CA ad una presa di corrente.
2 Inserire le pile ricaricabili al nichel idruro di
metallo NH-D100 nel comparto di carica.
La spia CHARGE si illumina in rosso durante la
carica. Quando la carica è stata completata, la spia
CHARGE si illumina in verde. La carica dura circa
2,5 ore. (Il tempo di carica può variare a seconda
della temperatura.)
3 Inserire le pile caricate nel comparto pile
dell’apparecchio.
Note sulla carica
• Caricare le pile appena prima dell’uso.
• Caricare le pile quando sono completamente
scariche (quando “
lampeggiare sul display dell’apparecchio).
• La carica può richiedere un tempo più lungo della
media quando si esegue la carica per la prima volta
o quando non si è usata la pila per un lungo
periodo. Il tempo di carica torna alla media dopo
che si è eseguita la carica alcune volte.
Pile ricaricabili
• Quando la durata di una pila completamente carica
si abbrevia, sostituire la pila ricaricabile con un’altra
nuova.
• Assicurarsi di coprire i poli delle pile usate con
nastro adesivo per isolarli prima di gettarle.
Adattatore di
carica BC-D100
Spie CHARGE
” inizia a
Page 83
Nota
• Rimuovere le pile
ricaricabili il prima
possibile dall'adattatore
di carica quando la
carica è stata
completata. Se si
lasciano le pile
ricaricabili
nell'adattatore di carica
troppo a lungo, la
capacità delle pile può
diminuire.
Conservazione delle pile
• Conservare le pile in un luogo fresco e asciutto.
Fonti di alimentazione
Fonti di alimentazione35
I
Page 84
Sostituzione delle pile
Display
Informazioni
• Questo registratore non è
dotato di un interruttore
di alimentazione. Il
display LCD è quindi
sempre acceso fintanto
che le pile sono inserite.
Il consumo di corrente è
comunque minimo e
trascurabile.
• L’orologio torna alla sua
regolazione iniziale (TU/
97Y4M1D/AM12H00M
00S) se le pile sono
rimosse dall’apparecchio
per lungo tempo. In
questo caso regolare di
nuovo l’orologio.
Note
• Se "" rimane
visualizzato dopo la
sostituzione delle pile,
premere un tasto qualsiasi
per eliminare l'indicazione.
• Quando si usa
l’apparecchio con le pile,
non usare insieme una pila
a secco e una pila
ricaricabile.
• La durata delle pile può
essere inferiore a seconda
della temperatura e del
tipo di pile.
"
possono non essere
visualizzati a seconda del
tipo di pile usato. Usare le
pile NH-D100 consigliate.
* Quando non è collegata
alcuna spina alle prese
LINE OUT, REMOTE/2 o
REMOTE DIGITAL
I/O e la retroilluminazione del display è
spenta.
I
Fonti di alimentazione36
" o "i"
Quando sostituire le pile
Lo stato di carica rimanente delle pile è visualizzato
sull’apparecchio. Sul telecomando, “i” lampeggia o
appare quando le pile diventano deboli.
Display dell'apparecchio
Pile cariche
Sostituire entrambe le pile con altre
nuove.
“
” lampeggia e il
registratore si ferma se
l’apparecchio viene usato oltre
questo punto.
Display del telecomando
Le pile sono deboli. Sostituirle entrambe
con altre nuove.
Le pile sono completamente scariche.
Durata delle pile(ore e minuti circa)
PileRiproduzioneRegistrazione
Ricaricabili Sony al nichel3:453 (3:30*)
idruro di metallo (NH-D100)
Alcaline Sony LR62:301:30 (2:30*)
(formato AA)
Valori per la durata delle pile a 20°C per riproduzione o registrazione
continua e prolungata.
La capacità delle pile diminuisce e la loro durata si abbrevia a temperature
inferiori.
Page 85
Modo di consumo ridotto
Se il registratore rimane in modo
di arresto per 3 minuti* o più,
passa automaticamente al modo di
consumo ridotto per conservare la
carica delle pile.
HOLD
Fonti di alimentazione
p STOP
* L’apparecchio passa al
modo di consumo
ridotto quando il
comparto cassetta
rimane aperto per circa
30 secondi. Se si preme
il tasto CLOCK, ecc.
durante il modo di
consumo ridotto,
l’apparecchio torna al
modo di consumo
ridotto dopo 30 secondi
circa.
Quando l’apparecchio passa automaticamente
al modo di consumo ridotto
Il nastro viene scaricato automaticamente per
proteggere il nastro e il registratore passa al modo di
consumo ridotto per conservare la carica delle pile
quando il registratore rimane in modo di arresto per 3
minuti* o più. Nel modo di consumo ridotto, il display
passa ad indicare l’orario e la retroilluminazione si
spegne. Il display del telecomando si spegne.
Per passare manualmente al modo di consumo
ridotto
1 Assicurarsi che il registratore sia in modo di
arresto.
Premere il tasto p STOP se il registratore è in
modo di pausa.
2 Spostare l’interruttore HOLD dell’apparecchio per
esporre il segno giallo.
Il registratore passa al modo di consumo ridotto.
Quando si preme un tasto “
alcuni secondi sul display.
” lampeggia per
Fonti di alimentazione37
I
Page 86
Uso con il trasformatore CA o una
batteria d’auto
Trasformatore CA
AC-E45HG
a DC IN 4.5V
Informazioni
• Quando il
trasformatore CA o il
cavo per batteria d’auto
è collegato alla presa
DC IN 4.5V del
registratore, le pile
interne sono scollegate
automaticamente.
L’alimentazione viene
fornita
automaticamente dalla
fonte di alimentazione
esterna.
• Quando il
trasformatore CA o il
cavo per batteria d’auto
viene usato per un
periodo prolungato, la
temperatura interna del
registratore può salire.
Questo non è un
malfunzionamento.
• Se l'apparecchio rimane
in modo di arresto per
più di 10 minuti
durante l'alimentazione
a corrente domestica o
batteria d'auto, le
funzioni impostate
sono disattivate e il
nastro viene scaricato
per proteggere il
nastro.
Uso del trasformatore CA
Collegare il trasformatore CA AC-E45HG alla presa
DC IN 4.5V.
Note sul trasformatore CA
• Usare solo il trasformatore CA AC-E45HG. Non
usare alcun altro trasformatore CA.
Polarità della spina
• Assicurarsi che il coperchio del comparto cassetta
sia chiuso prima di scollegare il trasformatore CA o
rimuovere le pile. Il coperchio del comparto cassetta
può non chiudersi se la fonte di alimentazione viene
scollegata o rimossa mentre il coperchio del
comparto cassetta è aperto. In questo caso
ricollegare il trasformatore CA o reinserire le pile.
Uso della batteria d’auto
Per alimentare il registratore con la batteria dell’auto,
collegare il cavo per batteria d’auto Sony DCC-E245
(non in dotazione) alla presa DC IN 4.5V del
registratore. Per maggiori dettagli fare riferimento al
suo manuale di istruzioni.
I
Fonti di alimentazione38
Page 87
( Altre informazioni
Collegamento ad altri apparecchi
Collegare altri apparecchi a questo registratore per poterlo usare in modo più
flessibile.
Note sull'uso dello
RM-D100K
• Alimentare questo
registratore con il
trasformatore CA.
Le funzioni di comando
a distanza senza fili e
collegamento di
ingresso/uscita digitale
possono non funzionare
correttamente quando si
usa l’apparecchio con le
pile.
• Non lasciare lo
RM-D100K in luoghi
esposti alla luce solare
diretta, perché ne
possono risultare
malfunzionamenti.
Nota sull'uso dello SBM-1
Quando si alimenta lo
SBM-1 opzionale con il
trasformatore CA,
l’alimentazione viene
fornita da questo
registratore quando lo
SBM-1 è spento. Quando
questo registratore è
alimentato a pile, scollegare
il trasformatore CA dallo
SBM-1 per conservare la
carica delle pile.
Uso del kit adattore di sistema RM-D100K
opzionale
Lo RM-D100K opzionale funziona come unità di
collegamento tra un apparecchio con presa di I/O
(ingresso/uscita) digitale e questo registratore.
Lo RM-D100K permette l’ingresso/uscita di cavi sia
ottici che coassiali. Collegare a seconda della presa
dell’apparecchio audio digitale da collegare.
TCD-D100
a (OPTICAL) I/O
RM-
D100K
a (COAXIAL) I/O
Piastra DAT,
lettore CD,
piastra MD,
ecc.
Quando è collegato lo RM-D100K
La possibilità di combinare l’apparecchio con un timer
audio per la registrazione o riproduzione a timer e l’uso
della funzione di scorrimento musicale o di ricerca
diretta del telecomando in dotazione sono tra le comode
funzioni dello RM-D100K.
Uso dell’adattatore per Super Bit Mapping
SBM-1 opzionale
Lo SBM-1 opzionale permette di eseguire registrazioni
di alta qualità quando è collegato a questo registratore.
TCD-D100
SBM-1
Lo RMT-D100 opzionale può essere collegato allo
SBM-1 per permetterne il controllo a distanza.
Tuttavia, quando si alimenta lo SBM-1 a pile, lo RMTD100 non funziona se lo SBM-1 viene spento. Quando si
alimenta lo SBM-1 con il trasformatore CA, lo RMTD100 funziona indipendentemente dallo stato acceso o
spento dello SBM-1.
Microfono
(non in
dotazione)
Fonti di alimentazione / Altre Informazioni
Altre Informazioni
Altre informazioni
Altre informazioni39
I
Page 88
Sistema di gestione copie in serie (SCMS)
Il sistema di gestione copie in serie (SCMS) incorporato negli apparecchi DAT per uso
domestico impedisce la duplicazione digitale ripetuta da un’apparecchio all’altro.
Tuttavia questo sistema permette la registrazione di una generazione di materiale
digitale preregistrato tramite collegamento digitale.
Note
• Se l’apparecchio usato
per la registrazione non
è protetto con SCMS,
queste norme possono
non essere applicabili.
• Anche se la
duplicazione digitale è
impossibile, è sempre
possibile duplicare
tramite collegamento
analogico.
• Quando la duplicazione
digitale non è possibile,
il messaggio “,
” appare sul
display.
* Questi esempi di fonte
possono non essere
applicabili in alcuni
paesi.
Informazione
Durante la registrazione, il
controllo della registrazione
e la pausa di registrazione è
possibile verificare i dati di
copia che saranno scritti sul
nastro. Durante la
riproduzione o la pausa di
riproduzione è possibile
verificare i dati di copia
scritti sul nastro.
I
Altre informazioni40
La duplicazione
digitale è
possibile.
La duplicazione
digitale non è
possibile.
Lettore CD
Piastra DAT
Lettore MD
Sintonizzatore BS
Audio di televisore
HD (alta
definizione)
La
duplicazione
digitale è
possibile.
Nastro di
prima
generazione
La
duplicazione
digitale è
possibile.
Nastro di
seconda
generazione
La
duplicazione
digitale non
è possibile.
Audio di
sintonizzatore CS
(satellite
comunicazioni)*
SBM-1
Microfono
Giradischi
Nastro di
prima
generazione
Registrazione
tramite
ingressi
analogici
Nastro di
seconda
generazione
La
duplicazione
digitale è
possibile.
Nastro di
terza
generazione
La
duplicazione
digitale non
è possibile.
Sintonizzatore radio
ecc.
Nastro di
prima
generazione
Nastro di
seconda
generazione
Nastro
di terza
generazione
Verifica dei dati di copia
È possibile verificare se la copia digitale è possibile o no.
Tenere premuto il tasto RESET e premere il tasto
COUNTER per più di 2 secondi nel modo di
registrazione, controllo della registrazione, riproduzione
o pausa quando non è visualizzato il contatore.
00: La copia digitale è possibile quante volte si
vuole.
10: La copia digitale non è possibile.
11: La copia digitale è possibile solo una volta.
Per eliminare questa indicazione premere il tasto
CLOCK, COUNTER o RESET.
Page 89
Visualizzazione di messaggi
I seguenti messaggi sono visualizzati sul display dell'apparecchio durante l’uso dell’apparecchio.
MessaggioDescrizione
Lampeggia quando non c’è un nastro nell’apparecchio.
Lampeggia quando è aperto il coperchio del comparto cassetta.
Lampeggia durante il caricamento del nastro.
Lampeggia durante lo scaricamento del nastro.
Lampeggia quando non viene ricevuto il segnale in ingresso digitale.
e appaiono alternatamente quando viene ricevuto
il segnale SCMS.
e appaiono alternatamente quando il tasto r REC
viene premuto o quando si scrivono/cancellano codici di inizio nel
modo di riproduzione usando un nastro la cui chiusura di protezione
della registrazione è aperta.
Lampeggia per un momento quando si regola l’interruttore HOLD
sull’apparecchio. Lampeggia per un momento quando si preme un
tasto mentre è attivata la funzione HOLD.
Lampeggia quando viene raggiunto l’inizio del nastro*1.
Lampeggia quando viene raggiunta la fine del nastro.
Appare quando viene individuato il codice di fine*2.
Lampeggia quando viene individuata una parte non registrata del
nastro durante la riproduzione o l’avanzamento rapido.
Appare quando si tiene premuto il tasto r REC durante la
registrazione, la pausa di registrazione o il controllo della
registrazione con il microfono.
Appare quando si tiene premuto il tasto r REC durante la pausa di
registrazione o il controllo della registrazione mentre è collegato un
altro apparecchio tramite collegamento analogico.
Appare quando si tiene premuto il tasto r REC in modo di pausa di
registrazione o di controllo della registrazione mentre un altro
apparecchio è collegato tramite collegamento digitale.
Appare durante la scrittura del codice di inizio.
Appare quando si preme START ID durante la funzione di prova in
modo di riproduzione.
Lampeggia quando un codice di inizio viene cancellato.
Lampeggia quando i numeri di programma sono rinumerati.
Lampeggia quando la funzione AVLS è regolata su LIMIT o quando
la funzione AVLS è attivata e viene premuto il tasto VOL.
Appare quando il volume è regolato sul livello massimo.
Appare quando il volume è regolato sul livello minimo.
Lampeggia quando le pile sono deboli.
Altre Informazioni
Altre informazioni41
I
Page 90
Appare quando sono visualizzati i dati di copia digitale.
00: La copia digitale è possibile quante volte si vuole.
10: La copia digitale non è possibile.
11: La copia digitale è possibile solo una volta.
Lampeggia quando si è verificata condensazione di umidità
all’interno dell’apparecchio.
*1 Lampeggia quando un nastro nuovo (vergine) viene usato per la prima volta.
*2 Il codice di fine è un segnale che indica il punto del nastro in cui la registrazione è finita. Non
è possibile registrare codici di fine con questo apparecchio, ma il registratore può riprodurre i
nastri su cui sono registrati codici di fine e individuarli. Quando l’apparecchio individua un
codice di fine durante l’avanzamento rapido si ferma in quel punto. È possibile far avanzare il
nastro da quel punto solo registrando. Quando l’apparecchio individua un codice di fine
durante la riproduzione, passa al modo di riavvolgimento automatico.
I
Altre informazioni42
Page 91
Soluzione di problemi
Problema
Il coperchio del
comparto cassetta
non si chiude.
I tasti operativi non
funzionano.
L’apparecchio non
funziona.
Il nastro non si
muove.
La registrazione è
impossibile.
Il suono captato è
distorto.
Rumori durante la
registrazione.
Causa
La fonte di alimentazione è stata
scollegata mentre “” o
“” lampeggiava sul
display.
La funzione di blocco è attivata.
Le pile sono scariche ed è
visualizzato .
Il trasformatore CA non è
collegato correttamente.
Il sistema di sicurezza si è attivato
a causa di condensazione di
umidità (appare “”).
Altre cause.
Il tasto P PAUSE è attivato (è
visualizzato l’indicatore P ).
Il nastro è avvolto completamente
fino alla fine.
La funzione di blocco è attivata.
La chiusura di protezione della
registrazione della cassetta è
aperta.
Uso errato dell’apparecchio
collegato.
È stato individuato il segnale
SCMS.
Il suono della fonte è troppo forte
durante la registrazione tramite
microfono.
L’interruttore MIC/LINE IN non
è regolato correttamente.
Il livello di registrazione è troppo
alto.
Quando si controlla il suono di
registrazione con le cuffie o
diffusori esterni, questi sono
collocati troppo vicino al
microfono.
Soluzione
Collegare la fonte di
alimentazione e chiudere il
coperchio.
Disattivare la funzione di
blocco.
Sostituire entrambe le pile con
altre nuove o caricare le pile
ricaricabili.
Collegare correttamente il
trasformatore CA.
Lasciar riposare l’apparecchio
per qualche tempo e riavviarlo
accendendolo.
Scollegare la fonte di
alimentazione dall’apparecchio
e quindi collegarla di nuovo.
Premere P PAUSE o ( PLAY
per disattivare il modo di pausa.
(Vedere le pagine 18 e 20.)
•Premere il tasto = 0 per
riavvolgere il nastro.
•Sostituire la cassetta.
Disattivare la funzione di
blocco.
Chiudere la chiusura sulla
cassetta. (Vedere pagina 15.)
Vedere “Collegamento ad altri
apparecchi per la registrazione”
a pagina 23 o fare riferimento al
manuale di istruzioni
dell’apparecchio collegato.
Registrare tramite collegamento
analogico. (Vedere pagina 23.)
• Regolare l’interruttore MIC
ATT su 20dB.
• Allontare il microfono dalla
fonte sonora.
Regolare in base alla fonte
sonora e al collegamento.
Regolare il livello di
registrazione (registrazione
manuale) (vedere pagina 25).
Tenere il microfono lontano da
essi.
Altre Informazioni
Altre informazioni43
I
Page 92
Problema
Il suono non viene
registrato sul nastro.
Aumento dei disturbi
o deterioramento del
suono.
Non c’è suono.
Il suono delle cuffie è
distorto.
Il volume non può
essere regolato.
Non è possibile il
riavvolgimento (AMS).
Il nastro si ferma
improvvisamente
durante la
riproduzione.
L’orologio visualizza
97Y4M1D/
AM12H00M00S.
Non è possibile
scrivere nè i codici di
inizio nè i numeri di
programma.
Il codice di inizio viene
scritto ma il numero di
programma no.
I tasti operativi non
funzionano durante la
scrittura del codice di
inizio.
Non è possibile
scrivere il tempo
assoluto.
La durata delle pile è
diminuita.
I
Altre informazioni44
Causa
Il comando di livello di
registrazione è stato regolato sul
livello minimo durante la
registrazione tramite ingresso
analogico.
La testina può essere sporca.
La registrazione è stata eseguita
con la testina sporca.
Il volume è stato abbassato
completamente.
Uso errato dell’apparecchio
collegato.
La testina può essere sporca.
Il volume è troppo alto.
La funzione di blocco è attivata.
Non sono scritti codici di inizio.
C’è una parte non registrata sul
nastro.
Le pile sono state rimosse
dell’apparecchio per lungo
tempo.
La chiusura di protezione della
registrazione della cassetta è
aperta.
Quando si registra su un nastro
parzialmente registrato, il
numero di programma
immediatamente precedente non
è stato visualizzato prima di
registrare.
Durante la scrittura del codice di
inizio non è possibile usare alcun
tasto tranne p STOP.
La registrazione è stata iniziata
in una parte vuota del nastro.
La durata delle pile può ridursi
eccessivamene a seconda della
temperatura o del tipo di pile.
Soluzione
Regolare correttamente il livello di
registrazione. (Vedere pagina 25.)
Pulire la testina con la cassetta di
pulizia.
Pulire la testina con la cassetta di
pulizia e provare di nuovo.
Premere il tasto + di VOL per
regolare il volume.
Usare l’apparecchio collegato
come descritto nel relativo
manuale di istruzioni.
Pulire la testina con la cassetta di
pulizia.
•Abbassare il volume.
•Regolare AVLS su LIMIT
(pagina 33).
Disattivare la funzione di blocco.
Scrivere i codici di inizio (pagina
27).
——
Regolare di nuovo l’orologio.
(Vedere pagina 13.)
Chiudere la chiusura sulla
cassetta. (Vedere pagina 14.)
Quando si registra su un nastro
parzialmente registrato,
visualizzare il numero di
programma prima di iniziare la
registrazione.
Premere i tasti dopo che
l’indicatore ha cessato
di lampeggiare.
Riavvolgere il nastro fino
all’inizio, localizzare la fine della
registrazione precedente e
iniziare la registrazione da quel
punto. (Vedere pagina 16.)
Usare le pile ricaricabili NH-D100
consigliate.
Page 93
Precauzioni
Sicurezza
• In caso di penetrazione di oggetti o
liquidi all’interno dell’apparecchio,
scollegare la fonte di alimentazione e
far controllare l’apparecchio da
personale qualificato prima di usarlo
nuovamente.
• Per scollegare il trasformatore CA
tirarlo afferrandone la spina. Non
tirare mai il cavo stesso.
• Non inserire alcun oggetto estraneo
nella presa DC IN 4.5V (ingresso
alimentazione esterna).
Fonti di alimentazione
• Per il funzionamento CA: Usare solo
il trasformatore CA consigliato.
Non usare alcun altro trasformatore
CA perché può danneggiare
l’apparecchio.
Per il funzionamento con batteria
d’auto: Usare il cavo per batteria
d’auto DCC-E245 (non in dotazione).
• Quando non si usa l’apparecchio per
un lungo periodo, assicurarsi di
scollegare la fonte di alimentazione
(pile, trasformatore CA, cavo per
batteria d’auto, ecc.).
• L'apparecchio non è scollegato dalla
fonte di alimentazione CA (corrente
di rete) fintanto che è collegato alla
presa a muro, anche se l'apparecchio
stesso è stato spento.
Note sulle pile
• Non caricare le pile a secco.
• Non tenere le pile insieme a monete
o altri oggetti metallici. Può essere
generato calore se i terminali
positivo e negativo delle pile sono
accidentalmente posti in contatto da
oggetti metallici.
• Se non si usa l'apparecchio per un
lungo periodo, estrarre le pile per
evitare danni dovuti a perdite di
fluido delle pile e corrosione.
Nastri di durata superiore a 120
minuti
Non usare cassette con un tempo di
riproduzione superiore a 120 minuti
per registrare materiali importanti,
perché tali nastri sono soggetti ai
seguenti problemi:
• Distorsione del suono
• Velocità nastro instabile dopo
ripetute operazioni di AMS,
riavvolgimento, avanzamento
rapido, salto o revisione
• Scrittura e cancellazione erronee dei
codici di inizio
Condensazione di umidità
Se l’apparecchio viene portato
direttamente da un luogo freddo ad
uno caldo l’umidità può condensarsi
all’interno dell’apparecchio. In questo
caso, il nastro può aderire al tamburo
della testina e rimanere danneggiato o
l’apparecchio può non funzionare
correttamente.
Anche se questo apparecchio è munito
di un dispositivo di sicurezza per
evitare danni dovuti a condensazione
di umidità, estrarre il nastro DAT
dall’apparecchio quando “
lampeggia sul display
dell’apparecchio o l’indicatore
lampeggia sul display del
telecomando. Quando questo
indicatore si illumina, l’apparecchio
passa al modo di consumo ridotto e
“
” appare sul display. Lasciare
riposare l’apparecchio per qualche
tempo e quindi usarlo come segue.
Durante l’uso con le pile
Premere un tasto operativo per
disattivare il modo di consumo
ridotto. Quando l’apparecchio si è
ripreso dalla condensazione di umidità
“
” scompare dal display.
”
Altre Informazioni
Altre informazioni45
I
Page 94
Durante l’uso a corrente domestica
Quando l’apparecchio si è ripreso
dalla condensazione di umidità “
scompare automaticamente dal
display.
Se l’apparecchio non funziona
correttamente dopo qualche ora,
consultare un centro assistenza Sony.
Estrarre sempre il nastro DAT
dall’apparecchio quando non lo si usa
per un lungo periodo.
Installazione
• Non installare l’apparecchio nei
pressi di fonti di calore come
caloriferi o condotti d’aria, o in
luoghi esposti alla luce solare
diretta, polvere eccessiva, vibrazioni
meccaniche o scosse.
• Non collocare nulla sopra
l’apparecchio.
• Se l’apparecchio causa interferenze
nella ricezione radio o TV, spegnerlo
o allontanarlo dalla radio o
televisore.
Note sulle cuffie
”
Sicurezza stradale
Non usare le cuffie durante la guida,
in bicicletta o durante l’uso di qualsiasi
veicolo motorizzato. Questo può
creare pericoli per il traffico ed è
illegale in molte aree. È inoltre
potenzialmente pericoloso ascoltare
con le cuffie ad alto volume mentre si
cammina, particolarmente nei pressi di
passaggi pedonali. Fare la massima
attenzione o sospendere l’uso in
situazioni potenzialmente pericolose.
Prevenzioni di danni all’udito
Evitare di usare le cuffie ad alto volume.
Gli esperti in materia di udito non
consigliano l’ascolto ininterrotto ad
alto volume per lunghi periodi. Se si
sentono ronzii alle orecchie abbassare
il volume o cessare l’uso.
Rispetto per il prossimo
Tenere il volume a livello moderato.
Questo permette di udire i rumori
esterni e di non disturbare le persone
circostanti.
I
Altre informazioni46
Page 95
Manutenzione
Pulizia del rivestimento
Pulire il rivestimento e i comandi con
un panno morbido leggermente
inumidito con una blanda soluzione
detergente.
Non usare alcun tipo di straccio
graffiante, polvere abrasiva o solventi
come alcool o benzene.
Pulizia della testina
Un uso prolungato può sporcare la
testina. Se la testina è sporca, può
causare cadute di suono durante la
riproduzione. Per ottenere la
registrazione e riproduzione migliori
possibile, consigliamo di pulire la
testina ogni dieci ore di registrazione/
riproduzione, usando la cassetta di
pulizia in dotazione.
Inoltre quando non si è usato
l’apparecchio per un lungo periodo
pulire la testina con la cassetta di
pulizia prima di farne uso.
Uso della cassetta di pulizia in
dotazione
1 Inserire la cassetta di pulizia come
una normale cassetta DAT.
2 Premere il tasto ( PLAY e quindi
dopo 10 secondi premere il tasto
p STOP.
3 Rimuovere la cassetta di pulizia
senza riavvolgerla.
4 Eseguire la registrazione e
riproduzione con una normale
cassetta DAT e controllare la
qualità sonora.
Note sulla cassetta di pulizia
• La cassetta di pulizia non può essere
usata per la registrazione o la
riproduzione.
• Non pulire la testina con la cassetta
di pulizia per più di cinque volte di
seguito. Una pulizia continua e
prolungata della testina può
causarne l’usura.
• Non riavvolgere la cassetta di
pulizia ogni volta che la si usa.
Quando la cassetta raggiunge la
fine del nastro, riavvolgerla fino
all’inizio e usarla di nuovo. La
cassetta di pulizia può essere usata
circa 200 volte, con 10 secondi di
pulizia per volta.
Altre Informazioni
Altre informazioni47
I
Page 96
Caratteristiche tecniche
NastroNastro audio digitale
Tempo di registrazioneModo normale: 120 minuti
Frequenza di campionamento
QuantizzazioneModo normale: Lineare a 16 bit
Modo di riproduzione prolungata: Superiore a 87 dB
(1 kHz IHF-A, LINE IN)
Modo di riproduzione prolungata: Superiore a 87 dB
(1 kHz IHF-A, LINE IN)
Modo di riproduzione prolungata: Inferiore allo 0,09% dB (1 kHz, 22 kHz
LPF, LINE IN)
MICMICMIC
4,7 kilohms1,4 mV0,3 mV
LINE INLINE INLINE IN
47 kilohms500 mV120 mV
Ingresso/uscitaPresa DIGITAL I/O REMOTE (presa speciale)
Ingresso/uscita digitale, funzionamento telecomandato e
funzionamento a timer possibile mediante il collegamento di un kit
adattatore a questa presa.
Alimentazione• Due pile alcaline R6 (formato AA) (non in dotazione)
• Due pile ricaricabili al nichel idruro di metallo
• La presa DC IN 4.5V accetta:
trasformatore CA Sony AC-E45HG
cavo per batteria d’auto Sony DCC-E245 (non in dotazione) per
l’uso con una batteria d’auto da 12 V/24 V.
Durata delle pileVedere "Sostituzione delle pile" (pagina 36).
Consumo0,9 W
DimensioniCirca 80 x 29,2 x 117,3 mm (l/a/p) esclusi comandi e parti sporgenti
MassaApparecchio: Circa 290 g
Quando si usa l'apparecchio: Circa 395 g, incluse cuffie con telecomando,
pile ricaricabili e una cassetta
I
Altre informazioni48
Page 97
Accessori in dotazione
• Trasformatore CA AC-E45HG* (1)
• Adattatore di carica BC-D100* (1)
• Pile ricaricabili al nichel idruro di metallo NH-D100* (2)
• Cuffie con telecomando a display LCD (1)
• Cassetta di pulizia DAT (1)
• Custodia di trasporto (1)
* Questi accessori possono essere in dotazione solo ad alcuni modelli.
Disegno e caratteristiche tecniche soggetti a modifiche senza preavviso.
Accessori opzionali
• Trasformatore CA AC-E45HG
• Pila ricaricabile al nichel idruro di metallo NH-D100