Sony TCD-D100 User Manual [nl]

Page 1
Digital Audio Tape-corder
3-858-733-32(2)
Gebruiksaanwijzing blz. 2 Istruzioni per l’uso pagina 2
NL
NL
I
I
1997 by Sony Corporation
Page 2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen.
Voor klanten in Nederland
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Opmerkingen betreffende het opnemen
• Deze cassetterecorder is niet bestemd voor commercieel gebruik. De gebruiker mag in geen geval trachten zodanige aanpassingen te maken aan dit apparaat dat het kan worden aangesloten op audio-apparatuur voor commercieel gebruik. Tracht ook niet deze cassetterecorder te gebruiken voor het vastleggen van computer-gegevens.
• Vóór het maken van belangrijke bandopnamen is het aanbevolen eerst even een proefopname te maken om de werking en bediening van de opnamefunktie te kontroleren, voor alle zekerheid.
• Sony aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor direkte of indirekte persoonlijke of materiële schade, schade aan derden, onkosten of verliezen, voortvloeiend uit onjuiste werking van het opnamegedeelte van dit apparaat.
• Neem de geldende voorschriften betreffende het auteursrecht in acht, aangaande de bandopnamen die u maakt. Het gebruik van opgenomen geluidsmateriaal in openbare voorstelling, wederuitzending of duplicatie zonder voorafgaande toestemming van de auteursrechthouder kan in strijd zijn met de wetten op het auteursrecht.
DE LEVERANCIER IS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE VAN WELKE AARD DAN OOK, DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN EEN DEFECT ARTIKEL OF ENIG ANDER PRODUKT.
NL
Inleiding2
Page 3
Inhoudsopgave
Welkom!....................................................... 4
Plaats en funktie van de
bedieningsorganen ..................................... 5
Inleggen van de batterijen....................... 12
Gelijkzetten van de klok .......................... 13
Inleggen van een cassette ........................ 14
Opnemen ................................................... 16
Afspelen ..................................................... 20
Opname
Aansluiten op andere apparatuur
voor opname .......................................... 23
Voor opnemen vanaf analoge audio-apparatuur met gewone
lijnuitgangen..................................23
Voor opnemen vanaf audio­apparatuur met digitale
uitgangssignalen ........................... 24
Handige opnamefunkties ..................... 25
Met de hand instellen van het opnameniveau
–– Handmatig opnemen .............. 25
Opnemen in de lange-speelduur
stand –– LP REC............................26
Opnemen van pauzes tussen muziekstukken
Meeluisteren tijdens opnemen.... 26
Aanbrengen van begincodes op de band..
Aanbrengen van begincodes
tijdens opnemen ............................ 27
Aanbrengen van begincodes
tijdens afspelen..............................29
Wissen van begincodes ................ 30
Toewijzen van
–– REC MUTE.....26
muziekstuknummers .....
27
31
Weergave
Aansluiten op andere apparatuur voor
weergave ................................................. 32
Voor weergave via analoge
audio-apparatuur..........................32
Voor weergave via audio­apparatuur met digitale ingangen ...
Handige weergavefunkties ..................33
Gebruik van de AVLS
volumebegrenzing ........................ 33
32
Stroomvoorziening
Gebruik op herlaadbare nikkel-
metaalhydride batterijen .................... 34
Vervangen van de batterijen .............. 36
Stroombesparingsfunktie ................... 37
Gebruik op stroom van de
netspanningsadapter of een auto-accu ....
38
Aanvullende informatie
Aansluiten op andere apparatuur..... 39
Gebruik van de los verkrijgbare RM-D100K aansluit/
bedieningsset............................... 39
Gebruik van de los verkrijgbare SBM-1 Super Bit Mapping
adapter.......................................... 39
SCMS
één-generatie kopieersysteem
Kontroleren van de kopieergegevens ......
Mededelingen in het uitleesvenster ..........
Verhelpen van storingen .................... 43
Voorzorgsmaatregelen........................ 45
Veiligheid ..................................... 45
Stroomvoorziening ..................... 45
Betreffende de batterijen............ 45
Betreffende cassettes van meer
dan 120 minuten ......................... 45
Condensatie van vocht in het
apparaat........................................ 46
Plaatsing ....................................... 46
Opmerkingen betreffende
hooftelefoons ............................... 46
Onderhoud ........................................... 47
Reinigen van de behuizing ........ 47
Reinigen van de bandkoppen ... 47
Technische gegevens ........................... 48
..... 40
40 41
Inleiding 3
NL
NL
Page 4
Welkom!
Hartelijk welkom in de sublieme klankwereld van de DAT cassetterecorder!
Uw digitale DAT recorder biedt u de volgende kenmerken en mogelijkheden waarmee u ten volle zult kunnen genieten van uw muziek.
Perfekte DAT geluidskwaliteit door
uiterst stabiele bandloop en een superieure frekwentierespons, zonder waarneembare ruis of vervorming.
Perfekt DAT bedieningsgemak met snel
vooruit- en terugspoelen van de band en handige muziekzoekfunkties met versnelde weergave.
Hi-fi bandopname via een precisie-
mikrofoonversterker, tevens toegepast in de Super Bit Mapping adapter (SBM-1).
Lang achtereen opnemen met twee stuks
herlaadbare nikkel-metaalhydride batterijen. Ongeveer 3,5 uur lang ononderbroken opnemen.
Instelbaar (automatisch/handmatig) opnameniveau voor aanpassing aan alle denkbare opname-omstandigheden.
Mikrofoon-begrenzingsschakeling (MIC LIMITER) zorgt dat extreme ingangssignalen het maximale niveau niet overschrijden.
Opnamedempingsfunktie voor het automatisch invoegen van vier sekonden pauze tussen de muziekstukken.
Dateringsfunktie voor het vastleggen van de datum en tijd bij belangrijke bandopnamen.
LCD uitleesvenster met EL (elektroluminescentie) achtergrondverlichting voor het ook bij weinig licht duidelijk aangeven van de ingeschakelde funkties, de toestand van de batterijen, enz.
Digitaal-naar-digitale opnamemogelijkheid
vanaf compact disc/minidisc-spelers, satelliet-tuners e.d.
Drie bemonsteringsfrekwenties (32/44,1/ 48 kHz) voor alle kwalitatief hoogstaande soorten digitale geluidregistratie.
Achteraf-registratiefunktie waarmee u na afloop van het opnemen nog begincodes en muziekstuknummers kunt aanbrengen of verwijderen.
Afstandsbediening met LCD venster dat
de ingeschakelde funktie toont.
Eén-generatie kopieersysteem (SCMS)
geeft aan hoe vaak de bandopnamen gekopieerd kunnen worden.
Stroombesparingsfunktie zorgt dat de
batterijen langer mee gaan. Zowel automatisch als handmatig in te schakelen.
NL
Inleiding4
Page 5
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen ( ) haakjes aangegeven bladzijden.
Voorkant cassetterecorder
1 2 3 4 5 6 7
8 9
!º !¡ !™
!£ !¢ !∞
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
1 Begincode-funktietoets (START
ID•MODE)
2 Begincode-vastlegtoets (START
ID•ENTER)
3 Verlichtingstoets (LIGHT)
Druk hierop om het uitleesvenster te verlichten, bij gebruik van de cassetterecorder in het donker.
4 Geluidssterktetoetsen (VOL +/–)
(20)
5 Toetsvergrendelschakelaar
(HOLD) (13, 15, 20, 38) De toetsvergrendeling blokkeert
niet de CLOCK/SET, de COUNTER/– en RESET/+ toetsen (behalve in de stroombesparende stand). Door de knop in de stopstand naar de HOLD stand te schuiven, schakelt u de stroombesparingsfunktie in.
6 Hoofdtelefoon-aansluiting
(REMOTE/2) (20, 25, 34)
7 Lijnuitgang (LINE OUT) (26, 32)
8 Opnameniveauregelaar (REC
LEVEL) (25)
9 Mikrofoon/lijningang (MIC/LINE
IN) (16, 23, 25)
Bandloopfunktietoetsen: (18)
= 0 Terugspoel/AMS­zoektoets Stoptoets (p STOP) Weergavetoets (( PLAY) ) + Vooruitspoel/AMS­zoektoets Opnametoets (r REC) Pauzetoets (P PAUSE)
Gelijkstroomingang (DC IN 4.5V)
(39)
!™ Cassettehouder-openknop (OPEN)
(14)
Terugstel/plustoets (RESET/+)
(10, 40)
Teller/mintoets (COUNTER/–)
(10)
!∞ Klok/insteltoets (CLOCK/SET)
(11, 13)
Plaats en funktie van de bedieningsorganen 5
NL
Page 6
Plaats en funktie van de bedieningsorganen (vervolg)
Achterkant cassetterecorder
!§
@º
!¶
!•
!ª @™
Mikrofoongevoeligheidskiezer
(MIC ATT) (17)
Mikrofoon/lijningangskiezer
(MIC/LINE IN) (17, 23)
!• Opnameniveaukiezer
(MANUAL•MIC LIMITER•AUTO(AGC)) (17)
SP•LP opnamesnelheidskiezer
(standaard speelduur/lange speelduur) (17, 24, 25)
@¡
Digitale in/uit/
afstandsbedieningsaansluiting (REMOTE•DIGITAL I/O) (24, 32,
39) Hierop kunt u apparatuur met
digitale in/uitgangsaansluitingen aansluiten via de aansluitkabels POC-DA12P/DA12MP/DA12SP of RK-DA10P (niet bijgeleverd), de RM-D100K aansluit/bedieningsset of de RMT-D100 afstandsbediening met snoer of de SBM-1 Super Bit Mapping adapter, enz.
Deksel van het batterijvak (12) @™ Volumebegrenzingsschakelaar
(AVLS) (33)
NL
Plaats en funktie van de bedieningsorganen6
Page 7
Hoofdtelefoon met afstandsbediening
1
2
3
4
5
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
6
7
8
9
1 Stereo-ministekker 2 Bandtellertoets (COUNTER MODE) (10) 3 Volumetoetsen (VOL +/–) (20) 4 Kloktoets (CLOCK) (11) 5 Volumebegrenzingstoets (AVLS) (33) 6 Toetsvergrendelschakelaar (HOLD)
(13, 15, 20, 37) Schuif deze schakelaar in de richting van de pijl om de bandloop- en volumetoetsen op de afstandsbediening te blokkeren; de toetsen voor de bandteller, de klok en de AVLS volumebegrenzing zijn dan nog wel te gebruiken.
7 Bandlooptoetsen (18)
+ Vooruitspoel/zoektoets (AMS)
Weergavetoets p Stoptoets =Terugspoel/zoektoets (AMS)
8 Uitleesvenster 9 Afstandsbedieningsstekker
Plaats en funktie van de bedieningsorganen 7
NL
Page 8
Plaats en funktie van de bedieningsorganen (vervolg)
Uitleesvenster cassetterecorder
1 2 3
4 5 6
-dB-
1 Lange speelduur-aanduiding (LP)
(17, 26)
2 Muziekstuknummer (PGM.NO)/
weekdag/voor-/namiddag (AM/ PM) aanduiding (13, 21)
3 Bandteller/tijdsaanduiding/
mededelingenvenster (10, 11, 41)
4 Automatische begincode/
hernummer/wis-aanduiding (START ID) (27)
5 Begincode-aanduiding (START
ID)(27)
7 8
9
!º !¡
!™
6 Piekniveaumeters (25) 7 Batterijspanningsmeter (BATT)
(36)
8 Mikrofoonbegrenzingsaanduiding
(MIC LIMITER)
9 Automatische opnameniveau-
aanduiding (AGC)
!º Opname-aanduiding (REC) !¡ Pauze-aanduiding (P) !™ Weergave-aanduiding (()
NL
Plaats en funktie van de bedieningsorganen8
Page 9
Afstandsbediening
1 2
3
4 5
1 Muziekstuknummer (PGM.NO)/
weekdag /voor-/namiddag/ geluidssterkte (AM/PM/VOL)
2 Condensvocht-indicator 3 Bandteller/tijdsaanduiding 4 Begincode-aanduiding (START
ID)
5 Piekniveau-aanduiding 6 Batterijspanningsindicator (i)
6 7
8
9 !º
!¡
!™
7 Volumebegrenzingsindicator
(AVLS)
8 Langspeelindicator (LP) 9 Toetsvergrendelindicator (HOLD ) 0 Pauze-indicator (P) !¡ Weergave-indicator (() !™ Opname-indicator (REC)
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
Plaats en funktie van de bedieningsorganen 9
NL
Page 10
Bandteller-aanduidingen cassetterecorder
Weekdag/voor/namiddag (AM/PM) aanduiding
-dB-
Bandteller/tijdsaanduiding Bandteller/tijdsaanduiding
Opmerking
De bandteller is geen digitale klok maar dient slechts als visuele richtlijn voor de plaats op de band. Bij opnemen en afspelen kan de aangegeven waarde ietwat verschillen van de feitelijk verstreken opname- of weergave­speelduur. Zodoende is het raadzaam om de bandteller niet als klok te gebruiken.
afstandsbediening
Weekdag/voor/namiddag (AM/PM) aanduiding
Tijdsaanduidingen voor de bandteller
Telkens wanneer u op de COUNTER toets (of de COUNTER MODE toets op de afstandsbediening) drukt, verspringt de tijdsaanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Voorbeeld: aanduidingen op de cassetterecorder zelf
Bandteller (normale aanduiding)
Totaaltijd (verstreken speelduur vanaf het begin van de band)
Resterende speelduur op de cassette
Terugstellen van de bandteller (normale aanduiding) in de “0H00M00S” nulstand
Druk op de RESET toets van de cassetterecorder wanneer de bandteller wordt aangegeven..
Resterende speelduur op de cassette
De resterende speelduur op de cassette zal gewoonlijk ongeveer 16 sekonden na het beginnen met afspelen met standaard SP snelheid in het uitleesvenster verschijnen. Er kan echter een zekere afwijking in deze aanduiding optreden, afhankelijk van het type cassette.
NL
Plaats en funktie van de bedieningsorganen10
Page 11
* De opnamedatum en
opnametijd kunnen alleen tijdens weergave worden aangegeven.
Opmerking
Wanneer u de cassetterecorder in de opnamestand, de opnamekontrolestand of de opnamepauzestand zet, wordt in plaats van de opnametijd de huidige tijd aangegeven.
Mededelingen in het uitleesvenster
Zie blz. 41 voor een volledige beschrijving, onder “Mededelingen in het uitleesvenster”.
Tijd/datumaanduidingen
Telkens wanneer u op de CLOCK SET toets (of de CLOCK toets op de afstandsbediening) drukt, verspringt de tijdsaanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Opnamedatum* (datum dat u de opname maakte)
Opnametijd* (tijdstip dat u de opname maakte)
Huidige datum (jaar, maand, dagnummer)
Huidige tijd (uur, minuut, sekonde)
Plaats en funktie van de bedieningsorganen
Plaats en funktie van de bedieningsorganen 11
NL
Page 12
Inleggen van de batterijen
Plaats twee stuks LR6 (AA-formaat) alkali-batterijen in het apparaat.
Deksel van het batterijvak
U kunt het apparaat ook op stroom van herlaadbare batterijen of het lichtnet gebruiken. Zie de beschrijving onder “Stroomvoorziening” vanaf blz. 34.
1 Open het deksel van het
batterijvak.
2 Plaats twee verse alkali-batterijen
(niet bijgeleverd) in de batterijhouder. Let op dat u beide batterijen met de (+) en (–) pool in de juiste richting legt.
3 Sluit het deksel van het
batterijvak.
NL
12
Inleggen van de batterijen
Page 13
Gelijkzetten van de klok
Vóór u bandopnamen gaat maken, dient u de ingebouwde klok op de juiste tijd gelijk te zetten. Als u dit nalaat, zult u geen juiste datum en tijdsaanduiding verkrijgen.
Als het apparaat geruime tijd zonder batterijen blijft, zal de ingebouwde klok terugkeren naar de uitgangsstand (TU/ 97Y4M1D/AM12H00M00S). Als dit zich voordoet, dient u de klok opnieuw op de juiste tijd gelijk te zetten.
Zorg eerst dat de cassetterecorder in de stopstand staat en dat de HOLD toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
HOLD
+
CLOCK/SET
Inleggen van de batterijen / Gelijkzetten van de klok
1 Houd de CLOCK/SET toets
CLOCK/SET
langer dan vier sekonden ingedrukt.
2 Druk op de + of – toets om in te
+
stellen op het juiste jaartal en druk vervolgens op de CLOCK/ SET toets.
3 Herhaal stap 2 voor het instellen van
LOCK/SET
Tip
Om de klok precies op de sekonde gelijk te zetten, stelt u met de + of – toets de sekonden in op 00 en dan drukt u de CLOCK/SET toets in op het moment dat het tijdsignaal van de radio, TV of telefoon klinkt.
het maand- en het dagnummer, het
+
uur en de minuut. De sekonden zet u met de + of – toets terug op “00”. Daarna drukt u op de CLOCK/SET toets. Bij de laatste instelling stopt de tijdsaanduiding met knipperen en
gaat de klok lopen.
Kiezen voor een 12-uurs tijdsaanduiding of een 24-uurs tijdsaanduiding
Houd de + plus-toets 2 sekonden of langer ingedrukt.
Onderbreken van de tijdinstelling
Druk op de p STOP toets. Zo kunt u bij een vergissing de tijdsaanduiding laten terugkeren naar de eerdere instelling. Wanneer u echter de datum al hebt ingesteld, zullen het jaar, de maand en de dag zijn vastgelegd, zodat u deze niet op de eerdere instelling kunt terugzetten.
Gelijkzetten van de klok
13
NL
Page 14
Inleggen van een cassette
Deksel van de cassettehouder
HOLD
OPEN
Zorg eerst dat de HOLD toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
1 Open het deksel van de
cassettehouder.
1 Druk de OPEN knop in. 2 Het deksel springt iets omhoog
en u kunt het nu verder openen.
2 Plaats een DAT cassette in de
houder. Leg de cassette met het venster
naar boven in de houder. Als u de cassette ondersteboven insteekt, bestaat het gevaar dat u de
Met het venster boven.
cassette niet meer kunt verwijderen.
14
3 Druk het deksel van de
cassettehouder dicht. De cassette wordt automatisch
naar binnen gehaald.
NL
Inleggen van een cassette
Page 15
Opmerkingen
• Let er bij het maken van een belangrijke opname op dat de opnameduur van de cassette lang genoeg is.
Als de HOLD
toetsvergrendeling is ingeschakeld, zal de cassettehouder niet open gaan. Schakel voor het inleggen van een cassette de HOLD funktie uit.
• Voor het inleggen of uitnemen van een cassette pakt u deze aan de zijkanten vast. Aanraken van de voor- of achterkant, zoals in de onderstaande afbeelding, kan storing in de werking veroorzaken.
Uitnemen van de cassette
Met de cassetterecorder in de stopstand, drukt u de OPEN knop in.
OPEN
Beveiligen van uw bandopnamen
Schuif het wispreventienokje open om de bandopnamen op de cassette te beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Zolang het wispreventienokje is opengeschoven, zult u op deze DAT cassette niet kunnen opnemen.
Wanneer het wispreventienokje is gesloten, kunt u op deze DAT cassette opnemen.
Inleggen van een cassette
Let voor het losmaken van
de stroomaansluiting goed op dat het deksel van de cassettehouder stevig gesloten is en dat er geen “ ” of “ ” in het uitleesvenster wordt aangegeven. Anders zal het deksel van de cassettehouder niet meer dicht kunnen. Als dit zich voordoet, dient u eerst de stroomvoorziening te herstellen, voor u het deksel kunt sluiten.
Tip
Met de cassetterecorder in de stopstand, op stroom van batterijen, kunt u de HOLD schakelaar op het apparaat in de HOLD stand schuiven om de stroombesparingsfunktie in te schakelen. (Zie blz. 37.)
* In deze stand kunt u de bandteller, de klok en de AVLS volumebegrenzing nog wel bedienen.
Opmerkingen betreffende DAT cassettes
• In tegenstelling tot conventionele analoge muziekcassettes is de DAT cassette slechts aan één kant geschikt voor opnemen en afspelen.
• Bij normaal gebruik zorgt de behuizing van de DAT cassette dat er geen stof of vuil op de band kan komen. Open de DAT cassette niet onnodig.
• Steek nooit enig voorwerp in de openingen aan de achterzijde van de DAT cassette.
Voorkomen van per ongeluk indrukken van de toetsen —HOLD toetsvergrendeling
Op de cassetterecorder zelf: Verschuif de HOLD
schakelaar zodat het gele vergrendeltekentje zichtbaar wordt. Als er in deze HOLD vergrendelstand op een toets wordt gedrukt, gaat in het uitleesvenster 3 sekonden lang de aanduiding “HOLD” knipperen, om aan te geven dat de toetsen zijn vergrendeld*.
Op de afstandsbediening: Schuif de HOLD schakelaar
in de richting van de pijl. In het uitleesvenster licht het “H” sleutelteken op om aan te geven dat de toetsen zijn vergrendeld.
Inleggen van een cassette
15
NL
Page 16
Opnemen
Mikrofoon (niet bijgeleverd)
P PAUSE
r REC
MIC ATT
MIC/LINE IN
MANUAL•MIC LIMITER• AUTO (AGC)
Aansluiten op MIC/ LINE IN
( PLAY
SP•LP
Zie tevens bladzijde 23, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor opname”.
Opmerking
Onder de volgende omstandigheden kunnen de totaaltijdcodes niet op de band worden aangebracht.
• Bij opnemen op een deels opgenomen cassette met tussen de muziekstukken een onbespeeld bandgedeelte (d.w.z. een stuk band waarop nooit enige opname is gemaakt).
• Bij opnemen op een deels opgenomen cassette waarop de totaaltijdcode oorspronkelijk niet is vastgelegd.
Opzoeken van het beginpunt voor opname
Tijdens het opnemen zal er automatisch een totaaltijdcode op de band worden opgenomen.
De totaaltijd geeft de tijdsduur aan die verstreken is vanaf het begin van de band en dient voor het bepalen van de “absolute” plaats van alle opnamen op de band. Voor het opnemen op een DAT cassette die reeds opnamen bevat dient u eerst het eindpunt van de voorgaande opnamen op te zoeken, om te voorkomen dat er een stuk band openblijft, zonder opnamen. Wanneer de totaaltijd eenmaal op de band is vastgelegd, kan deze niet meer worden gewist.
Voor het automatisch aanbrengen van pauzes van vier sekonden tussen de muziekstukken, volgt u de aanwijzingen onder “Opnemen van pauzes tussen muziekstukken — REC MUTE” op blz. 26.
Opnemen vanaf het begin van de band
Druk op de = 0 terugspoeltoets om de band
Opmerking
Druk niet op de p STOP toets wanneer er “ ” in het uitleesvenster wordt aangegeven. Als u in dit geval op de stoptoets drukt, zal de totaaltijd worden teruggesteld op “--H--M--S” en kan daarna niet meer op de band worden aangebracht.
naar het begin terug te spoelen. Tijdens het terugspoelen naar het begin zal de aanduiding “
” in het uitleesvenster knipperen.
Opnemen op een cassette die reeds opnamen bevat
Druk op de ) + vooruitspoeltoets om het eind van de bestaande bandopnamen op te zoeken. De aanduiding “
” verschijnt in het uitleesvenster tijdens het opzoeken van het eind van de opnamen en de band zal bij het eindpunt stoppen.
16
NL
Opnemen
Page 17
Als er in plaats van het muziekstuknummer “— —” streepjes gaan knipperen
De “— —” streepjes geven een onbespeeld bandgedeelte aan. Druk op de= 0 terugspoeltoets om de band terug te spoelen tot de “— —” streepjes stoppen met knipperen. Vervolgens drukt u op de ) + vooruitspoeltoets om het eind van de aansluitende bandopnamen op te zoeken.
Opnemen via een mikrofoon
1 Plaats een DAT cassette in de
houder en zoek het punt op waar u wilt beginnen met opnemen.
MIC/LINE IN
2 Zet de MIC/LINE IN
MIC
ingangskeuzeschakelaar in de MIC stand.
LINE IN
Opnemen
3 Zet de MIC ATT
0dB
MIC ATT
mikrofoongevoeligheidskiezer in de geschikte stand.
20dB
0 dB: Normale hoge gevoeligheid 20 dB: Lage gevoeligheid, voor luid klinkende geluiden
4 Zet de MANUAL•MIC
MANUAL
AUTO(AGC) MIC LIMITER
5 Kies de geschikte
44.1kHz
SP
48kHz
LP
LIMITER•AUTO (AGC) opnameniveaukiezer in de AUTO (AGC) stand.
De cassetterecorder stelt het opnameniveau dan automatisch in.
Als u het opnameniveau handmatig wilt instellen, zet u deze schakelaar in de MANUAL of MIC LIMITER stand. (Zie blz. 25.)
bemonsteringsfrekwentie.
Stel voor standaard speelduur de SP•LP schakelaar in op SP (de 48 kHz of de 44.1 kHz stand).
Stel voor opnemen met lange speelduur in op de LP (Long Play) stand. (Zie blz. 26.)
Opnemen
17
NL
Page 18
6 Druk de r REC opnametoets en
REC
PAUSE
de P PAUSE pauzetoets in.
De cassetterecorder komt nu in de pauzestand te staan. Als u alleen de r REC opnametoets indrukt, komt de cassetterecorder in de opnamekontrolestand (zie blz. 26) en
zal het opnemen niet beginnen.
7 Om te beginnen met opnemen,
PLAY
of
PAUSE
drukt u op de ( PLAY weergavetoets of nogmaals op de P PAUSE pauzetoets.
Dan begint het opnemen.
Tips
• Om onmiddellijk met opnemen te beginnen, drukt u in de stopstand of de weergavestand de ( PLAY weergavetoets tegelijk met de r REC opnametoets in.
• Als u tijdens opnemen of in de opnamepauzestand van bemonsteringsfrekwentie wisselt, wordt de nieuw gekozen bemonsteringsfrekwentie in het uitleesvenster aangegeven.
• Als de cassetterecorder langer dan vijf minuten in de opnamepauzestand staat, zal het apparaat automatisch overschakelen naar de stopstand, om beschadiging van de bandkop en de band te voorkomen.
• Als de cassetterecorder langer dan drie minuten in de stopstand staat, zal het apparaat automatisch overschakelen naar de stroombesparende stand (zie blz. 37) om slijtage van de band te voorkomen en de batterijen te sparen.
Overige bedieningsfunkties
Voor het drukt u op
Stoppen met opnemen p STOP Pauzeren van de opname P PAUSE Uitschakelen van de pauzestand P PAUSE of ( PLAY Kontroleren van de geluidsbron r REC
tijdens het opnemen Druk net zovaak op de in de stopstand opnametoets tot de in de opnamepauzestand ingangsbron wordt
Kontroleren van de ( PLAY
bemonsteringsfrekwentie tijdens opnemen, tot de
aangegeven.
bemonsteringsfrekwentie wordt aangegeven.
18
NL
Opnemen
Page 19
Tips
• Als het opnemen doorgaat tot aan het eind van de band, zal het apparaat na afloop de band automatisch naar het begin terugspoelen en komt dan in de stopstand te staan (Automatische terugspoelfunktie).
Opmerkingen
• Tijdens het meeluisteren bij opnemen zal de stroombesparingsfunktie niet werken, ook al gebruikt u het apparaat op batterijen.
• Wisselen van bemonsteringsfrekwentie tijdens het opnemen kan leiden tot even wegvallen van het geluid.
• Als u tijdens het opnemen de stand van de MIC/LINE IN ingangskeuzeschakelaar verandert, kan er ietwat storing in de bandopnamen hoorbaar zijn.
• Als tijdens het opnemen de verlichting van het uitleesvenster wordt ingeschakeld, kan er storing in de bandopnamen klinken. In dat geval schakelt u de verlichting van het uitleesvenster uit.
• Als de aanduiding
verschijnt bij opnemen in de AUTO (AGC) stand, zet dan de MIC ATT gevoeligheidskiezer op 20 dB of zet de mikrofoon iets verder van de geluidsbron vandaan.
Opnemen van relatief zachte geluiden
Verminder het opnameniveau (in de handmatige MANUAL of MIC LIMITER stand) en plaats de mikrofoon zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Stel dan het opnameniveau naar wens in. Dit geeft de helderste opnamen, met zo min mogelijk bijgeluiden.
Kiezen van de mikrofoon(s) voor de beste opnamen
De kwaliteit van uw bandopnamen is grotendeels afhankelijk van het soort mikrofoon(s) dat u gebruikt. Gebruik voor de beste opnamekwaliteit de los verkrijgbare ECM-MS957 of ECM-MS907 mikrofoon(s).
Geschikte mikrofoons
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn bijpassende “PLUG IN POWER” mikrofoons verkrijgbaar.
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn geen mikrofoons met eigen afzonderlijke stroomvoorziening verkrijgbaar.
Opnemen
Opnemen
19
NL
Page 20
Afspelen
( PLAY
P PAUSE
=0
) +
+
(
=
HOLD
HOLD
Aansluiten op REMOTE/2
Zie tevens bladzijde 32, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor weergave”.
1 Plaats een DAT cassette in de houder en
sluit de hoofdtelefoon met afstandsbediening aan.
Schakel de HOLD toetsvergrendeling uit, op de cassetterecorder zelf of op de afstandsbediening, al naar gelang met welke toetsen u het apparaat wilt bedienen.
2 Druk op de ( PLAY toets.
PLAY
Het afspelen begint.
20
Tips
• Bij afspelen wordt de benodigde bandsnelheid (standaard SP snelheid of LP lange-speelduur stand) automatisch ingesteld.
• Als het afspelen doorgaat tot aan het eind van de band, zal het apparaat na afloop de band automatisch naar het begin terugspoelen en komt dan in de stopstand te staan (Automatische terugspoelfunktie).
• Het pauzeren van de weergave kan niet via de afstandsbediening.
NL
Afspelen
Overige bedieningsfunkties
Voor het drukt u op
Instellen van de geluidssterkte VOL +/– (VOL +/–) Stoppen met afspelen p STOP (p) Pauzeren van de weergave P PAUSE Uitschakelen van de pauzestand
Vooruitspoelen ) + (+) in de
Terugspoelen = 0 (= ) in de
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
P PAUSE of ( PLAY (()
stopstand
stopstand
Page 21
Tips
• Als de cassetterecorder langer dan vijf minuten in de opnamepauzestand staat, zal het apparaat automatisch overschakelen naar de stopstand, om beschadiging van de bandkop en de band te voorkomen.
• Als de cassetterecorder bij gebruik op batterijen langer dan drie minuten in de stopstand staat, zal het apparaat automatisch overschakelen naar de stroombesparende stand (zie blz. 37) om slijtage van de band te voorkomen en de batterijen te sparen.
Opmerkingen
• Bij te hoog instellen van de geluidssterkte kan het geluid vervormd gaan klinken. Verminder dan de geluidssterkte.
• De AMS muziekzoekfunktie zal niet werken als er geen begincodes op de band zijn aangebracht. (Zie blz. 27.)
• De AMS muziekzoekfunktie kan wel eens niet naar behoren werken met een DAT cassette die is opgenomen op een andere DAT cassetterecorder of deck.
* Automatische Muziek
Sensor
Muziekpassages vooruit/terugzoeken met versnelde weergave
U kunt snel een muziekpassage verderop (vooruitzoeken) of eerder (terugzoeken) op de band opzoeken aan de hand van het versneld weergegeven geluid.
Vooruitzoeken Druk tijdens weergave op de
Terugzoeken Druk tijdens weergave op de
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
) + (+) vooruitspoeltoets en houd deze ingedrukt. Wanneer u de toets loslaat, wordt de normale weergave hervat.
= 0 (=) terugspoeltoets en houd deze ingedrukt. Wanneer u de toets loslaat, wordt de normale weergave hervat.
Vooruit/terugzoeken met extra-snelle weergave
Deze zoekfunkties werken alleen met de toetsen op de cassetterecorder zelf.
Sneller vooruitzoeken Houd tijdens weergave de ) +
Sneller terugzoeken Houd tijdens weergave de = 0
vooruitspoeltoets en de ( PLAY toets tegelijk ingedrukt.
terugspoeltoets en de ( PLAY toets tegelijk ingedrukt.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk — AMS* muziekzoekfunktie
Het rechtstreeks opzoeken van het begin van een muziekstuk kan tijdens weergave, tijdens vooruit/terugspoelen en vanuit de stopstand.
Weergavestand: Druk de ) + (+) of = 0 (=) snelspoeltoets tijdens weergave eenmaal kort in.
Vooruit/terugspoelen: Druk de ) + (+)of = 0 (=) snelspoeltoets tijdens snelspoelen nogmaals kort in.
Stopstand: Druk de ) + (+)of = 0 (=) snelspoeltoets in de stopstand tweemaal in.
Opzoeken van het begin Druk eenmaal of meermalen op van het volgende of een de ) + (+) toets. vooruitspoeltoets. daaropvolgend muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor opzoeken van het vijfde verderop gelegen muziekstuk
Afspelen
Opzoeken van het begin Druk eenmaal of meermalen op van het huidige of een de = 0 (=) toets. terugspoeltoets eerder muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor opzoeken van het vierde vorige muziek­stuk, met inbegrip van het weergegeven muziekstuk
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
Afspelen
21
NL
Page 22
Kontroleren van de bemonsteringsfrekwentie
Tijdens afspelen kunt u de bemonsteringsfrekwentie van het opgenomen geluid kontroleren tot de bemonsteringsfrekwentie wordt aangegeven..
Druk tijdens weergave op de ( PLAY weergavetoets totdat de bemonsteringsfrekwentie wordt aangegeven.
Aanduidingen tijdens vooruit/terugspoelen (of de AMS muziekzoekfunktie)
Tijdens snelspoelen geeft de linker (L) niveaumeter de bandlooprichting aan. De rechter (R) niveaumeter geeft de resterende hoeveelheid band aan.
Bandlooprichting naar rechts: vooruitspoelen naar links: terugspoelen
Resterende hoeveelheid band
22
NL
Automatisch beginnen met afspelen vanaf het begin van de band—Automatische weergavestart
Deze funktie werkt alleen met de toetsen op de cassetterecorder zelf.
Druk op de ( PLAY weergavetoets terwijl u de = 0 terugspoeltoets ingedrukt houdt. Nadat de band geheel naar het begin is teruggespoeld, zal de weergave dan automatisch beginnen.
Evenzo zal de weergave automatisch beginnen als de band met de AMS muziekzoekfunktie naar het begin van een gewenst muziekstuk is teruggespoeld.
Afspelen
Page 23
( Opname
Aansluiten op andere apparatuur voor opname
Deze cassetterecorder biedt aansluitmogelijkheden voor zowel conventionele analoge audio-apparatuur als voor apparatuur die digitale signalen kan leveren. Zie bladzijde 16 voor de bediening voor het “Opnemen”.
Voor opnemen vanaf analoge audio­apparatuur met gewone lijnuitgangen (Analoge aansluitingen)
Afspelen / Opname
TCD-D100
naar LINE IN
Gewoon audio­aansluitsnoer RK-G129 (niet bijgeleverd)
naar LINE OUT
Stereo versterker, radiocassette­recorder e.d.
1 Zet de MIC/LINE IN ingangskeuzeschakelaar in de
LINE IN stand.
2 Kies de gewenste opnameniveauregeling met de
MANUAL•MIC LIMITER•AUTO(AGC) schakelaar. MANUAL: voor handmatig instellen van het
opnameniveau (zie blz. 25).
AUTO(AGC): voor automatisch instellen van het
opnameniveau (zie blz. 17).
3 Kies de gewenste opnamesnelheid en
bemonsteringsfrekwentie. SP (48 kHz of 44.1 kHz): normale opnamesnelheid. LP: voor extra-lange bandopnamen. Hierbij wordt
een bemonsteringsfrekwentie van 32 kHz gebruikt (zie blz. 26).
4 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
5 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
Opname 23
NL
Page 24
Opmerkingen
• Als de aanduiding “
uitleesvenster wordt aangegeven, is opname van de betreffende geluidsbron niet mogelijk. (Zie blz. 40.)
• Gebruik alleen een digitale
kabel van het aanbevolen type (niet bijgeleverd) (zie blz. 49).
De POC-DA12/-DA12M/­DA12S en RK-DA10 digitale aansluitkabels zijn niet geschikt voor gebruik met deze cassetterecorder.
• Zet de INPUT SELECT
ingangskeuzeschakelaar van de aansluitkabel in de DIGITAL stand vóór u met opnemen begint. Omschakelen tijdens het opnemen zal leiden tot een korte onderbreking in de opname.
Tips
Voor het opnemen via digitale aansluitingen dient u de volgende punten te onthouden:
• Instellen van het opname-
niveau is niet vereist.
• Het opnameniveau wordt
automatisch aangepast aan het niveau van de geluidsbron. Op deze cassetterecorder is het niet mogelijk het digitale ingangsniveau zelf met de hand in te stellen.
• De stand van de SP•LP
snelheidskiezer alleen van belang voor het opnemen van een geluidsbron met bemonsteringsfrekwentie van 32 kHz. (Als u instelt op de SP standaard speelduur, wordt de geluidsbron opgenomen met de 32 kHz SP snelheid. Stelt u in op LP, voor lange speelduur, dan wordt de geluidsbron opgenomen met de 32 kHz LP snelheid.) Andere geluidsbronnen worden automatisch opgenomen met hun eigen bemonsteringsfrekwentie, ongeacht de stand van de SP•LP snelheidskiezer. In dit geval kunt u ook niet opnemen met de LP snelheid voor extra-lange opnamen.
” in het
Voor opnemen vanaf audio-apparatuur met digitale uitgangssignalen (Digitale aansluitingen)
Optische kabel POC-DA12P/ POC-DA12MP/ POC-DA12SP (niet bijgeleverd)
of
Coaxiaalkabel RK-DA10P (niet bijgeleverd)
naar OPTICAL digitaal­aansluiting
Compact disc speler, satelliet­tuner, DAT cassettedeck e.d.
naar COAXIAL digitaal-aansluiting
TCD-D100
naar REMOTE DIGITAL I/O
INPUT SELECT schakelaar
1 Sluit deze cassetterecorder met een optische kabel
of een coaxiaalkabel aan op de geschikte uitgangsaansluiting van de digitale geluidsbron­apparatuur.
2 Zet de INPUT SELECT ingangskeuzeschakelaar
van de aansluitkabel in de DIGITAL stand.
3 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
4 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
Geluidsbronnen en bemonsteringsfrekwenties voor opname
De bemonsteringsfrekwenties van verschillende digitale opname-geluidsbronnen zijn als volgt.
Geluidsbron Bemonsteringsfrekwentie
Satelliet-uitzendingen, B audio 48 kHz DAT cassettes, met SP snelheid
Compact discs 44,1 kHz Minidiscs DAT cassettes, met SP snelheid
Satelliet-uitzendingen, A audio 32 kHz DAT cassettes, met LP, lange speelduur
NL
Opname24
Page 25
Handige opnamefunkties
( PLAY P PAUSE r REC
Opname
naar MIC/LINE IN
DAT cassettedeck, tuner, e.d.
Wat is de MIC LIMITER begrenzing?
De mikrofoonbegrenzings­schakeling (MIC LIMITER) zorgt dat extreme ingangssignalen het maximale niveau niet overschrijden. Hiervan kunt u bijvoorbeeld nuttig gebruik maken bij opnemen van een bijeenkomst, een feestje e.d., door de opnameniveaukiezer in de MIC LIMITER stand te zetten en dan het opnameniveau iets hoger in te stellen dan het gemiddelde, om alle geluiden op te pikken zonder gevaar voor oversturing.
Opmerkingen
• Bij opnemen via de digitale aansluitingen is het niet mogelijk het opnameniveau met de hand in te stellen.
• Als de aanduiding rechts naast de piekniveaumeters verschijnt, is het opnameniveau te hoog ingesteld. Verminder dan het opnameniveau.
-dB-
Als er nog steeds vervorming hoorbaar is, ook al is de
aanduiding gedoofd, zet dan de MIC ATT gevoeligheidskiezer op 20 dB of zet de mikrofoon iets verder van de geluidsbron vandaan.
MANUAL•MIC LIMITER• AUTO (AGC)
SP•LP
Hoofdtelefoon, aktieve
Aansluiten op REMOTE/2
luidsprekers e.d.
Met de hand instellen van het opnameniveau—Handmatig opnemen
Om bij het opnemen via mikrofoon(s) of vanaf analoge audio-apparatuur de beste geluidskwaliteit te verkrijgen, kunt u het opnameniveau met de hand instellen, als volgt.
1 Zet de MANUAL•MIC LIMITER•AUTO(AGC)
opnameniveaukiezer in de MANUAL of de MIC LIMITER stand.
MANUAL: voor opnemen via analoge aansluitingen
of via mikrofoon(s).
MIC LIMITER: voor beveiligd opnemen via
mikrofoon(s).
2 Druk de r REC opnametoets in om de
opnamekontrolefunktie in te schakelen.
3 Start de weergave van de geluidsbron en draai aan de
REC LEVEL opnameniveauregelaar om het opnameniveau in te stellen terwijl u naar de weergave luistert.
Stel de REC LEVEL regelaar zo in dat de
-dB-
piekniveaumeters regelmatig uitslaan tot een meter­aanwijzing van ongeveer !™ .
Piekniveaumeters
Let op dat ook bij de luidste geluidspieken de aanduiding
niet oplicht.
4 Druk op de ( PLAY toets terwijl u de r REC
opnametoets ingedrukt houdt, om met opnemen te beginnen.
Opname 25
NL
Page 26
Opmerkingen
• Een DAT cassette die is
opgenomen met de LP snelheid kan niet worden afgespeeld op een DAT deck of recorder die niet geschikt is voor de lange speelduur.
• Bij afspelen van
bandopnamen die tijdens het opnemen zijn overgeschakeld van SP snelheid op LP snelheid, op een DAT deck of recorder die niet geschikt is voor de lange speelduur, kan er op het punt van overschakelen plotseling lawaai klinken. Als dit zich voordoet, dient u de geluidssterkte te verminderen of te stoppen met afspelen.
Opnemen in de lange-speelduur stand—LP REC
Zet de SP•LP snelheidskiezer in de LP stand om tweemaal de speelduur van standaard DAT cassettes te verkrijgen.
Zo zult u op een gewone 60-minuten DAT cassette met de lange speelduur 120 minuten muziek kunnen opnemen.
Bandteller-aanduiding in de lange-speelduur stand
De totaaltijd en de resterende speelduur van de cassette zijn gebaseerd op de standaard snelheid. Daarom zal de feitelijk verstreken en resterende speelduur in de LP stand tweemaal zolang zijn als de waarde die in het uitleesvenster wordt aangegeven.
De werkelijke tijd in de lange-speelduur stand bedraagt 4 1/2 minuut.
Tip
Als u een pauze of stil gedeelte van meer dan vier sekonden wilt invoegen, drukt u de P PAUSE pauzetoets in terwijl u de r REC opnametoets ingedrukt houdt en vervolgens houdt u alleen de P PAUSE toets net zolang ingedrukt als u de pauze wilt laten duren. Als de pauze langer wordt dan vier sekonden, gaat de “P” indicator sneller knipperen.Wanneer u de P PAUSE toets loslaat, komt de cassetterecorder weer in de opnamepauzestand te staan.
NL
Opname26
Opnemen van pauzes tussen muziekstukken — REC MUTE
U kunt een pauze (stil gedeelte) op de band invoegen aan het begin van een muziekstuk en tussen opeenvolgende muziekstukken. Bij het opnemen hiervan wordt er geen begincode op de band aangebracht.
1 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets om de opnamepauzestand in te schakelen.
2 Druk nogmaals op de P PAUSE pauzetoets terwijl
u de r REC opnametoets ingedrukt houdt. Er wordt dan een pauze van vier sekonden stilte
op de band ingevoegd, waarna de cassetterecorder automatisch weer in de opnamepauzestand terugkeert.
Meeluisteren tijdens opnemen
Via een hoofdtelefoon die u aansluit op de REMOTE/2 stekkerbus of de luidsprekers van aangesloten stereo-apparatuur kunt u tijdens het opnemen meeluisteren naar het opgenomen geluid.
1 Steek de stekker van de hoofdtelefoon of de stereo-
apparatuur in de LINE OUT aansluiting van de DAT cassetterecorder.
2 Begin met opnemen.
Page 27
Aanbrengen van begincodes op de band
Begincodes zijn markeringen op de band die het begin van een muziekstuk aangeven. Bij gebruik van de AMS (Automatische Muziek Sensor) zoekfunktie zoekt de cassetterecorder het begin van de muziekstukken op door waarnemen van deze begincode­markeringen.
Bandlooprichting
Muziekstuk Muziekstuk
Band
Begincode
START ID•ENTER
Opname
START ID•MODE
Tips
• Om tijdens het opnemen een begincode op de band aan te brengen, drukt u op de START ID•ENTER toets. Er wordt dan een begincode aangebracht op het punt waar u de START ID•ENTER toets indrukte, ongeacht of de aanduiding “AUTO-ID” al dan niet in het uitleesvenster wordt aangegeven.
• Alleen tijdens opnemen, tijdens opname-kontrole en in de opnamepauzestand kunt u de AUTO-ID automatische begincode­funktie in- of uitschakelen met de START ID•MODE toets.
Opmerkingen
• Terwijl de aanduiding
knippert, zal geen van de toetsen werken, behalve de p STOP toets, die u wel kunt gebruiken.
Aanbrengen van begincodes tijdens opnemen
Wanneer u de AUTO-ID automatische begincode­funktie inschakelt, worden er tijdens het opnemen begincodes op de band aangebracht aan de hand van het uitgangsniveau van de geluidsbron. Als u de AUTO-ID automatische begincode-funktie uitschakelt, zullen er slechts begincodes worden aangebracht op basis van de bestaande begincode-informatie van de geluidsbron.
1 Druk net zovaak op de
START ID•MODE toets van de cassetterecorder tot de aanduiding “AUTO-ID” in het uitleesvenster verschijnt (voor inschakelen van de AUTO-ID) of verdwijnt (voor uitschakelen van de AUTO­ID).
2 Begin met opnemen.
Wanneer er een begincode op de band wordt aangebracht, verschijnt even de aanduiding “ uitleesvenster, gevolgd door een ongeveer negen sekonden lang knipperende “ lange-speelduur stand 18 sekonden lang).
” in het
” aanduiding (in de
Opname 27
NL
Page 28
Opmerkingen
• Als er storing in de weergave is, kan de AUTO-ID automatische begincode-funktie de begincode wel eens niet naar behoren aanbrengen.
• Bij het aanbrengen van een reeks begincodes dient u te zorgen dat er tussen twee opeenvolgende begincodes tenminste 9 sekonden verstrijken (in de lange-speelduur stand zelfs 18 sekonden). Anders zal de cassetterecorder niet in staat zijn het begin van van de muziekstukken nauwkeurig op te zoeken.
• Wanneer bij opnemen via digitale aansluitingen de AUTO-ID automatische begincode-funktie is uitgeschakeld, kan de muziekstuknummering van een compact disc niet altijd geheel juist op de DAT cassette worden overgenomen in de vorm van begincodes, afhankelijk van het type compact disc speler dat u gebruikt.
• De muziekstuk­nummering van een minidisc zal niet op de DAT cassette worden overgenomen in de vorm van begincodes.
Vastleggen van begincodes wanneer de AUTO-ID funktie is ingeschakeld:
Geluidsbron Er wordt een begincode aangebracht
Alle bronnen • Het opnemen begint of de
wanneer
opnamepauzestand wordt uitgeschakeld. (Na een stille passage wordt er een begincode aangebracht vanaf het punt waar er geluid klinkt.)
• Er weer geluid klinkt na een stille passage of een passage van minstens drie sekonden met een bijzonder gering geluidsniveau.
• U tijdens het opnemen op de START ID• ENTER toets drukt.
Vastleggen van begincodes wanneer de AUTO-ID funktie is uitgeschakeld:
Geluidsbron Er wordt een begincode aangebracht
Alle bronnen • Het opnemen begint of de
Compact discs Identiek aan de bestaande (digitaal ingangssignaal)
DAT cassette Identiek aan de bestaande
(digitaal ingangssignaal)
wanneer
opnamepauzestand wordt uitgeschakeld. (Er wordt een begincode aangebracht, ongeacht of er geluid klinkt of niet.)
• U tijdens het opnemen op de START ID• ENTER toets drukt.
muziekstuknummering op de compact disc zelf. (Naast de hierboven genoemde punten.)
muziekstuknummering op de oorspronkelijke DAT cassette. (Naast de hierboven genoemde punten.)
NL
Opname28
Page 29
Opmerkingen
• De begincodes die eenmaal op de band zijn vastgelegd, tijdens of na het opnemen, kunnen naderhand niet meer verplaatst worden. Staat er een begincode op een verkeerde plaats, dan kunt u deze slechts wissen en op een andere plaats een nieuwe begincode aanbrengen.
• Het is niet mogelijk een begincode op de band aan te brengen terwijl de “ ” aanduiding knippert tijdens gebruik van de repeteerfunktie.
Aanbrengen van begincodes tijdens afspelen
U kunt tijdens afspelen op alle gewenste punten begincodes op de band aanbrengen zonder dat hierbij de bestaande opnamen verloren gaan.
1 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets
van de cassetterecorder tot de aanduiding “AUTO­ID” in het uitleesvenster verschijnt (voor inschakelen van de automatische begincode­funktie) of verdwijnt (voor uitschakelen van de automatische begincode-funktie).
2 Druk tijdens weergave op de START ID•ENTER
toets bij het punt waar u een begincode wilt aanbrengen. De aanduiding “
” gaat knipperen wanneer u het punt voor de begincode bepaalt, waarbij de cassetterecorder een bandgedeelte van drie sekonden vanaf dat punt tot 16 maal gaat herhalen (d.i. de repeteerfunktie).
3 Druk op de START ID•ENTER toets terwijl de
repeteerweergave het bandgedeelte herhaalt. In het uitleesvenster verschijnt dan even de aanduiding “ knipperen en er wordt een begincode vastgelegd. Hierbij zal er overigens geen geluid klinken.
”. De aanduiding “ ” gaat
Opname
Bijstellen van de plaats van een begincode
Telkens wanneer u op de = 0 of ) + snelspoeltoets drukt na inschakelen van de repeteerweergave, verschuift het gekozen punt voor de begincode op de band ca. 0,3 sekonde vooruit of terugwaarts, tot een maximum van ongeveer 10 sekonden in beide richtingen.
Gekozen punt voor begincode
Band
Druk op de
= 0
terugspoeltoets.
0,3
0,3
Druk op de ) + vooruitspoeltoets.
Opname
29
NL
Page 30
Opmerking
Bij het wissen van een begincode zal ook het muziekstuknummer van dezelfde plaats op de band worden gewist.
Wissen van begincodes
Tijdens afspelen kunt u begincodes van de band wissen zonder dat hierbij de bestaande opnamen verloren gaan.
Wissen van begincodes is slechts mogelijk wanneer de cassetterecorder in de stopstand of de weergavestand staat.
1 Druk op de ) + of = 0 snelspoeltoets om
het punt op de band op te zoeken vlak vóór de begincode die u wilt wissen.
2 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets tot
de aanduiding “ERASE” in het uitleesvenster van de cassetterecorder verschijnt.
3 Druk op de START ID•ENTER toets.
De band wordt automatisch snelgespoeld naar de dichtstbijzijnde begincode, dan gaat de aanduiding “ de band gewist. Hierbij zal er geen geluid klinken. Na afloop van het wissen wordt automatisch vervolgd met het afspelen van de band.
” knipperen en wordt de begincode van
NL
Opname30
Page 31
Toewijzen van muziekstuknummers
Het muziekstuknummer is een markering op de band die het volgnummer van het bijbehorende muziekstuk aangeeft.
Elk muziekstuknummer wordt tegelijk met een begincode op de band aangebracht.
START ID•MODE
START ID•ENTER
) + = 0
Opname
Opmerking
Het vastleggen of het hernummeren van de muziekstuk-nummers kan in bepaalde gevallen niet altijd goed verlopen, bij cassettes die zijn opgenomen op een ander DAT deck of cassetterecorder, of bij cassettes met een begincode helemaal vooraan, te dicht bij het begin van de band.
Tips
Hernummeren kan nodig zijn in de volgende gevallen:
• Bij cassettes waarop tijdens het afspelen nieuwe begincodes zijn aangebracht.
• Bij cassettes waarop muziekstuknummers ontbreken of dubbele nummers staan nadat er ergens halverwege de band met opnemen is begonnen.
• Bij cassettes waarop muziekstuknummers ontbreken doordat ze zijn gewist, tegelijk met het wissen van de bijbehorende begincodes.
Bij opnemen vanaf het begin van de band
Er worden automatisch muziekstuknummers in volgorde aangebracht vanaf nummer 1, op dezelfde plaats als de begincodes.
Bij opnemen vanaf een punt halverwege de band
Druk op de ) + of = 0 snelspoeltoets om het laatste muziekstuknummer in het uitleesvenster te laten verschijnen, voor u begint met opnemen. Dan zal bij het opnemen tegelijk met de eerste begincode het eerstvolgende nummer als muziekstuknummer worden vastgelegd en van daaraf bij elke begincode telkens het volgende muziekstuknummer.
Hernummeren van de muziekstuknummers
1 Druk net zovaak op de START ID•MODE toets tot
de aanduiding “RENUMBER” in het uitleesvenster van de cassetterecorder verschijnt.
2 Druk tijdens afspelen of met de cassetterecorder in
de stopstand op de START ID•ENTER toets. De band wordt automatisch teruggespoeld naar de plaats van het muziekstuknummer behorend bij de begincode, waarna de cassetterecorder vanaf dat punt de verdere muziekstukken gaat hernummeren.
De aanduiding “ knipperen terwijl de muziekstuknummers worden hernummerd en tijdens het snelspoelen naar de volgende begincode (muziekstuk) verschijnt de aanduiding " met de bandteller. Na afloop van het hernummeren spoelt de cassetterecorder de band naar het begin terug en komt dan in de stopstand te staan.
” gaat
", samen
Opname 31
NL
Page 32
( Weergave
Aansluiten op andere apparatuur voor weergave
Deze cassetterecorder biedt aansluitmogelijkheden voor zowel conventionele analoge audio-apparatuur als voor apparatuur die digitale signalen kan verwerken. Zie bladzijde 20 voor de bediening voor het “Afspelen”.
Tip
Het uitgangsniveau via de LINE OUT aansluiting en de REMOTE•DIGITAL I/O aansluiting is vast ingesteld. De geluidssterkte van de hierdoor uitgestuurde signalen is niet instelbaar met de VOL toetsen van de cassetterecorder.
Voor weergave via analoge audio-apparatuur (Analoge aansluitingen)
TCD-D100
naar LINE OUT
Start het afspelen en stel de geluidssterkte naar wens in met de volumeregelaar van de aangesloten apparatuur.
Gewoon audio-aansluitsnoer RK-G129 (niet bijgeleverd)
Stereo versterker, radiocassette­recorder e.d.
naar LINE IN
Opmerking
Gebruik alleen een optische kabel van het aanbevolen type (niet bijgeleverd) (zie blz. 49).
De POC-DA12/-DA12M/
-DA12S en RK-DA10 digitale aansluitkabels zijn niet geschikt voor gebruik met deze cassetterecorder.
NL
Weergave32
Voor weergave via audio-apparatuur met digitale ingangen (Digitale aansluitingen)
TCD-D100
naar REMOTE DIGITAL I/O aansluiting
Sluit de digitale audio-apparatuur op deze cassetterecorder aan zoals in de afbeelding aangegeven. Start het afspelen en stel de geluidssterkte naar wens in met de volumeregelaar van de aangesloten apparatuur.
Optische kabel POC-DA12P/POC­DA12MP/POC-DA12SP (niet bijgeleverd)
DAT cassettedeck, digitale versterker e.d.
Page 33
Handige weergavefunkties
De AVLS* volumebegrenzing dient voor het luisteren via de hoofdtelefoon naar de DAT weergave of het meeluisteren naar het op te nemen geluid. De AVLS volumebegrenzing zorgt dat de geluidssterkte niet boven een redelijk maximum peil komt, om uw oren te beschermen.
VOL
AVLS
VOL
AVLS
Weergave
Aansluiten op
REMOTE/2
* Automatisch Volume-
Limiet Systeem
Opmerking
U kunt de AVLS volumebegrenzing zowel op de cassetterecorder zelf als via de afstandsbediening in­en uitschakelen. Zo kunt u zelfs de AVLS uitschakelen met de AVLS toets van de afstandsbediening, ook al staat de AVLS schakelaar op de cassetterecorder zelf in de LIMIT stand. Dan verdwijnt de “ ” aanduiding uit het uitleesvenster van de afstandsbediening en is de AVLS volumebegrenzing uitgeschakeld.
Gebruik van de AVLS volumebegrenzing
U kunt de AVLS volumebegrenzing zowel op de cassetterecorder zelf als via de afstandsbediening inschakelen.
Op het apparaat zelf: Zet de AVLS schakelaar in de
LIMIT stand.
Op de afstandsbediening: Druk op de AVLS toets van
de afstandsbediening. De “ verschijnt dan in het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Stand AVLS schakelaar Geluidssterkte en aanduiding
LIMIT ( ) De geluidssterkte blijft onder een
NORM De geluidssterkte volgt de normale
(geen aanduiding)
De aanduidingen tussen haakjes ( ) gelden voor de afstandsbediening.
bepaald niveau. Bij indrukken van de VOL toetsen verschijnt eerst de aanduiding “ ” en dan “ ” in het uitleesvenster. Wanneer de maximale geluidssterkte wordt gekozen, knippert de “ ” aanduiding.
volume-instelling. Telkens wanneer u op de VOL toetsen drukt, verandert de geluidssterkte overeenkomstig en verschijnt de aanduiding “ ” in het uitleesvenster. Wanneer de maximale geluidssterkte wordt gekozen, verschijnt de
” aanduiding.
” aanduiding
Weergave 33
NL
Page 34
( Stroomvoorziening
Gebruik op herlaadbare nikkel­metaalhydride batterijen
Voor de stroomvoorziening kunt u de NH-D100 oplaadbare nikkel-metaalhydride batterijen gebruiken. Alvorens u deze batterijen in de cassetterecorder kunt plaatsen, dient u ze wel eerst op te laden.
naar een stopkontakt
Tips
• De batterijlader is zowel geschikt voor het opladen van een enkele batterij als voor twee batterijen tegelijk.
• Tijdens het opladen kunnen de oplaadbare batterijen en de netspanningsadapter nogal warm worden, maar dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op storing.
Opmerkingen
• Gebruik uitsluitend de aanbevolen oplaadbare batterijen en batterijlader en de bijgeleverde netspanningsadapter voor het opladen. Andere oplaad­apparatuur kan leiden tot storing in de werking.
Als de oplaadlampjes rood gaan knipperen, verwijder dan de oplaadbare batterij(en) en kontroleer of ze in de juiste richting zijn geplaatst en geheel in orde zijn. Als de batterij(en) niet beschadigd zijn, kunt u het opladen opnieuw proberen. Tracht niet om gewone staafbatterijen op te laden, evenmin als oplaadbare batterijen die al opgeladen zijn.
NL
Stroomvoorziening34
Netspanningsadapter AC-E45HG
Oplaadlampjes
Batterijlader BC-D100
1 Sluit de BC-D100 batterijlader aan op de AC-E45HG
netspanningsadapter en steek dan de stekker van de netspanningsadapter in het stopkontakt.
2 Plaats de NH-D100 oplaadbare nikkel-
metaalhydride batterijen in het batterijvak van de batterijlader.
Tijdens het opladen zullen de oplaadlampjes rood oplichten. Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, worden de oplaadlampjes groen. Het volledig opladen neemt ongeveer 2,5 uur in beslag. (De oplaadtijd kan ietwat verschillen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur.)
3 Plaats de opgeladen batterijen in het batterijvak van
de cassetterecorder.
Opmerkingen betreffende het opladen
• Verricht het opladen van de batterijen niet al te lang voordat u ze gaat gebruiken.
• Laad de batterijen opnieuw op wanneer ze leeg zijn (d.i. wanneer de aanduiding “ uitleesvenster van de cassetterecorder gaat knipperen).
• Het opladen kan wel eens langer duren met nieuwe oplaadbare batterijen of batterijen die geruime tijd niet zijn gebruikt. Na enkele malen opladen zal de oplaadtijd echter afnemen, tot de gemiddelde tijd die hiervoor staat.
” in het
Page 35
Tip
• Verwijder na afloop van het opladen de batterijen zo snel mogelijk uit de batterijlader. Als u de oplaadbare batterijen te lang in de batterijlader laat zitten, kan de gebruiksduur van de batterijen afnemen.
Betreffende oplaadbare batterijen
• Wanneer de gebruiksduur van een volledig opgeladen batterij sterk is afgenomen, is deze versleten en dient u de batterij door een nieuwe te vervangen.
• Werp lege of versleten batterijen nooit met het huisvuil weg, maar breng ze naar een inzamelpunt voor klein chemisch afval.
Bewaren van de batterijen
• Bewaar de oplaadbare batterijen op een koele, droge plaats.
Stroomvoorziening
Stroomvoorziening 35
NL
Page 36
Vervangen van de batterijen
Uitleesvenster
Tips
Deze cassetterecorder is niet
toegerust met een aan/uit­schakelaar. Dit betekent dat het LCD uitleesvenster voortdurend werkt, zolang er batterijen in het apparaat aanwezig zijn. Het stroomverbruik is echter zo minimaal dat dit te verwaarlozen is.
• Als het apparaat langdurig zonder batterijen blijft, zal de ingebouwde klok terugkeren naar de uitgangsstand ( 97Y4M1D/ AM12H00M00S dit zich voordoet, dient u de klok opnieuw op de juiste tijd gelijk te zetten.
Opmerkingen
• Als er na het vervangen van de batterijen nog steeds " " in het uitleesvenster wordt aangegeven, druk dan op een willekeurige toets zodat deze aanduiding verdwijnt.
• Probeer niet om de cassetterecorder te gebruiken op stroom van één oplaadbare batterij samen met een gewone staafbatterij.
• De gebruiksduur van de batterijen kan wel eens korter zijn dan aangegeven, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het type batterijen. De aanduiding " sommige typen batterijen wel eens niet verschijnen. Gebruik de aanbevolen NH-D100 batterijen.
* Deze tijden gelden wanneer er
niets is aangesloten op de LINE OUT, REMOTE/2 of REMOTE•DIGITAL I/O aansluit-bussen en wanneer de verlichting van het uitlees­venster is uitgeschakeld.
NL
Stroomvoorziening36
TU/
). Als
" of "i" kan bij
Wanneer de batterijen aan vervanging toe zijn
De toestand van de batterijen wordt aangegeven in het uitleesvenster op de cassetterecorder zelf. In het uitleesvenster van de afstandsbediening zal de “i” batterij-leeg aanduiding verschijnen of gaan knipperen wanneer de batterijen leeg raken.
Uitleesvenster van de afstandsbediening
Nu zijn de batterijen vol.
Nu dient u beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Als u het apparaat blijft gebruiken zonder de batterijen te vervangen, gaat de aanduiding “ ” knipperen en schakelt de cassetterecorder over in de stopstand.
Uitleesvenster van de afstandsbediening
De batterijen beginnen leeg te raken. Vervang beide batterijen door nieuwe.
De batterijen zijn leeg, geheel opgebruikt.
Gebruiksduur batterijen
Type batterijen Afspelen Opnemen
Sony NH-D100 oplaadbare 3:45 3 (3:30*) nikkel-metaalhydride batterijen
Sony LR6 (AA-formaat) 2:30 1:30 (2:30*) alkali-batterijen
Bij lang achtereen afspelen of opnemen zullen de batterijen ongeveer zolang meegaan bij een temperatuur van 20°C. Bij lagere temperaturen loopt de capaciteit van de batterijen terug en neemt dus ook de gebruiksduur af.
(in uren en minuten, bij benadering)
Page 37
Stroombesparingsfunktie
Als de cassetterecorder langer dan 3 minuten* in de stopstand blijft, zal automatisch de stroombesparingsfunktie in werking treden, om de batterijspanning te sparen.
HOLD
Stroomvoorziening
p STOP
* De cassetterecorder
komt automatisch in de stroombesparende stand wanneer de cassettehouder ongeveer 30 sekonden lang open blijft staan.
Na indrukken van de CLOCK toets e.d. in de stroombesparende stand zal de cassetterecorder ongeveer 30 sekonden later weer automatisch de stroombesparingsfunktie inschakelen.
Automatisch inschakelende stroombesparing
Wanneer de cassetterecorder 3 minuten* of langer in de stopstand staat, wordt automatisch de cassette vrijgezet van de bandkop en wordt het stroomverbruik tot het minimum beperkt, om onnodige slijtage van de band en de batterijen te voorkomen. In de stroombesparende stand verschijnt in plaats van de bandloop-aanduidingen alleen de tijdsaanduiding en dooft de verlichting van het uitleesvenster. Het uitleesvenster van de afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
Handmatig inschakelen van de stroombesparingsfunktie
1 Zorg dat de cassetterecorder in de stopstand staat.
Druk op de p STOP toets als de cassetterecorder nog in de pauzestand staat.
2 Verschuif de HOLD schakelaar op de
cassetterecorder zelf, zodat het gele vergrendeltekentje zichtbaar wordt.
De cassetterecorder komt dan in de stroombesparende stand te staan.
Als er nu op een toets wordt gedrukt, gaat in het uitleesvenster enkele sekonden lang de aanduiding “
” knipperen.
Stroomvoorziening 37
NL
Page 38
Gebruik op stroom van de netspanningsadapter of een auto-accu
Tips
• Wanneer de netspanningsadapter of een auto-accusnoer op de gelijkstroomingang (DC IN 4.5V) van het apparaat is aangesloten, wordt de stroomtoevoer van de inwendige batterijen automatisch onderbroken.
• Wanneer u het apparaat geruime tijd achtereen gebruikt op stroom van de netspanningsadapter of een auto-accu, kan de temperatuur in de cassetterecorder nogal hoog oplopen. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op storing.
• Als u de cassette­recorder bij gebruik op stroom van het lichtnet of een auto-accu langer dan 10 minuten in de stopstand laat staan, worden alle gekozen funkties uitgeschakeld en de band van de koppen teruggehaald, ter bescherming van het bandoppervlak.
NL
Stroomvoorziening38
Netspanningsadapter AC-E45HG
naar DC IN 4.5V gelijkstroomingang
Stroomvoorziening met de netspanningsadapter
Sluit de AC-E45HG netspanningsadapter aan op de DC IN 4.5V gelijkstroomingang.
Opmerkingen betreffende de netspanningsadapter
Gebruik voor de stroomvoorziening alleen de
AC-E45HG netspanningsadapter. Sluit nooit enig ander type netspanningsadapter aan.
Polariteit van de gelijkstroomstekker
• Let voor het verbreken van de aansluiting op de netspanningsadapter of het verwijderen van de batterijen goed op dat het deksel van de cassettehouder stevig gesloten is. Als er bij geopend cassettedeksel geen stroombron aanwezig is, zal het deksel van de cassettehouder niet meer dicht kunnen. Als dit zich voordoet, dient u de netspanningsadapter eerst weer aan te sluiten of verse batterijen in de cassetterecorder aan te brengen, voordat u het deksel kunt sluiten.
Stroomvoorziening met een auto-accu
Voor gebruik van de cassetterecorder op stroom van een auto-accu verbindt u de DC IN 4.5V gelijkstroomingang van het apparaat met de auto­accu via een Sony DCC-E245 auto-accusnoer (niet bijgeleverd). Zie voor nadere bijzonderheden de bij het auto-accusnoer geleverde gebruiksaanwijzing.
Page 39
( Aanvullende informatie
Aansluiten op andere apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van deze DAT cassetterecorder kunt u het apparaat aansluiten op allerlei andere apparatuur.
Bij gebruik van de los verkrijgbare RM-D100K aansluit/bedieningsset
• Bij gebruik op batterijvoeding kunnen de draadloze afstandsbedieningsfunkties en de digitale in/ uitgangsaansluitingen wel eens niet naar behoren funktioneren.
• Laat de RM-D100K aansluit/bedieningsset niet in de volle zon liggen, want dit kan leiden tot storing in de werking.
Bij gebruik van de SBM-1 adapter
Bij gebruik van de los verkrijgbare SBM-1 met een netspanningsadapter zorgt deze cassetterecorder voor een doorgaande stroomvoorziening wanneer u de SBM-1 uitschakelt. Gebruikt u deze cassetterecorder op batterijvoeding, verbreek dan de aansluiting van de netspanningsadapter op de SBM-1 wanneer u deze uitschakelt, om onnodig uitputten van de batterijen van de cassetterecorder te voorkomen.
Gebruik van de los verkrijgbare RM-D100K
aansluit/bedieningsset
De los verkrijgbare RM-D100K aansluit/bedieningsset kan dienen als tussenstation voor het aansluiten van apparatuur met digitale I/O ( in/uitgangen) op deze DAT cassetterecorder.
De RM-D100K aansluit/bedieningsset is geschikt voor zowel optische als koaxiale in/uitgangskabels. Kies het type aansluiting dat uw digitale audio-apparatuur biedt of het type dat u het meest geschikt acht.
TCD-D100
naar OPTICAL I/O digitaal-aansluiting
RM-
D100K
naar COAXIAL I/O digitaal-aansluiting
DAT deck, CD-speler, minidisc­recorder, enz.
Toepassingen van de RM-D100K aansluit/ bedieningsset
Via de RM-D100K aansluit/bedieningsset kunt u de cassetterecorder aansluiten op een audio-schakelklok voor opnemen tijdens uw afwezigheid of gebruik als wekker; bovendien kunt u via deze set ook gebruik maken van de Music Scan en Direct Search muziekzoekfunkties.
Gebruik van de los verkrijgbare SBM-1 Super Bit Mapping adapter
Door het aansluiten van de los verkrijgbare SBM-1 Super Bit Mapping adapter kunt u een betere opnamekwaliteit verkrijgen.
TCD-D100
SBM-1
De los verkrijgbare RMT-D100 afstandsbediening kunt u aansluiten op de SBM-1 om deze op afstand te bedienen
Als u echter de SBM-1 op batterijvoeding gebruikt, zal de RMT-D100 niet meer werken wanneer u de SBM-1 uitschakelt. Gebruikt u de SBM-1 op stroom van een netspanningsadapter, dan zal de RMT-D100 afstandsbediening wel blijven werken, ongeacht of de SBM-1 aan of uit staat.
Mikrofoon (niet bijgeleverd)
Aanvullende informatie 39
Aanvullende informatie
Stroomvoorziening / Aanvullende informatie
NL
Page 40
SCMS één-generatie kopieersysteem (Serial Copy Management System)
Digitale audio-apparatuur bestemd voor individueel huiselijk gebruik is voorzien van het SCMS (Serial Copy Management System) systeem, dat het herhaaldelijk digitaal kopiëren van het ene apparaat naar het andere voorkomt. Met dit één-generatie kopieersysteem is via de digitale in- en uitgangsaansluitingen echter wel digitale opname (eerste generatie) van voorbespeelde cassettes via digitale aansluitingen mogelijk.
Opmerkingen
• De bovenstaande beschrijving van het één-generatie kopieersysteem is niet zonder meer van toepassing op alle digitale opname­apparatuur; er bestaat apparatuur die geen gebruik maakt van dit “Serial Copy Management System”.
• Zelfs wanneer digitaal kopiëren niet mogelijk is, kunt u het geluidsmateriaal altijd nog wel via de analoge aansluitingen opnemen.
• Als digitaal kopiëren niet mogelijk is, verschijnt de mededeling “ ,
” in het
uitleesvenster.
* Deze voorbeelden van
geluidsbronnen zijn niet in alle landen beschikbaar.
Tip
Tijdens opnemen, tijdens opname-kontrole en in de opnamepauzestand kunt u kontroleren welke kopieergegevens er op de band zullen worden vastgelegd. Ook kunt u tijdens weergave en in de weergave/ pauzestand kontroleren welke kopieergegevens de band bevat.
NL
Aanvullende informatie40
CD-speler Voorbespeelde DAT muziekcassettes Minidisc-speler
BS Satelliet-ontvanger HD (High Definition) TV-geluid CS (Communicatie­satelliet)* geluid SBM-1 signaal
Mikrofoon Platenspeler Radio/tuner etc.
Kontroleren van de kopieergegevens
Op de onderstaande wijze kunt u kontroleren of digitaal kopiëren van de bandopnamen wel of niet mogelijk is.
Zorg eerst dat de bandteller niet wordt aangegeven en houd dan tijdens opnemen, afspelen, opnamekontrole of in de pauzestand de RESET toets ingedrukt en dan tegelijk daarmee ook de COUNTER toets, langer dan 2 sekonden.
00: Digitaal kopiëren is mogelijk, zo vaak als u
wilt.
10: Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
11: Digitaal kopiëren is slechts eenmaal mogelijk.
Om deze aanduidingen uit het uitleesvenster te wissen, drukt u op de CLOCK, de COUNTER of de RESET toets.
Digitaal kopiëren is mogelijk.
Eerste generatie kopie
Digitaal kopiëren is mogelijk.
Eerste generatie kopie
Opname via analoge ingangen.
Eerste generatie kopie
Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
Digitaal kopiëren is mogelijk.
Tweede generatie kopie
Digitaal kopiëren is mogelijk.
Tweede generatie kopie
Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
Tweede generatie kopie
Derde generatie kopie
Digitaal kopiëren is niet mogelijk.
Derde generatie kopie
Page 41
Mededelingen in het uitleesvenster
De volgende aanduidingen kunnen tijdens bediening van het apparaat in het uitleesvenster verschijnen.
Mededeling Verklaring
Knippert wanneer er geen cassette in het apparaat aanwezig is. Knippert wanneer het deksel van de cassettehouder openstaat. Knippert tijdens het laden van een cassette. Knippert tijdens het uitschuiven van een cassette. Knippert wanneer er geen digitaal ingangssignaal wordt ontvangen. De en aanduidingen verschijnen om en om
wanneer er een SCMS signaal wordt ontvangen om aan te geven dat kopiëren niet mogelijk is.
De en aanduidingen verschijnen om en om wanneer u de r REC opnametoets indrukt of wanneer u bij weergave tracht een begincode aan te brengen of te wissen op een DAT cassette die is beveiligd d.m.v. een open geschoven wispreventienokje.
Knippert enkele ogenblikken lang wanneer u de de HOLD schakelaar op de cassetterecorder verschuift om de toetsen te vergrendelen. Ook gaat de aanduiding even knipperen wanneer u een toets indrukt terwijl de HOLD toetsvergrendeling is ingeschakeld.
Knippert bij het bereiken van het begin van de cassette* Knippert bij het bereiken van het einde van de cassette. Licht op wanneer een eindcode*2 op de band wordt waargenomen. Knippert wanneer er tijdens afspelen of snel vooruitspoelen een
onbespeeld bandgedeelte wordt gepasseerd. Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens
opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand. Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens
opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand terwijl er andere apparatuur is aangesloten via de analoge aansluitingen.
Licht op wanneer u de r REC opnametoets ingedrukt houdt tijdens opnemen, in de opnamepauzestand of de opnamekontrolestand terwijl er andere apparatuur is aangesloten via de digitale aansluitingen.
Licht even op tijdens het aanbrengen van begincodes. Knippert wanneer er een begincode wordt vastgelegd tijdens de
repeteerweergave. Knippert wanneer er een begincode wordt gewist. Knippert wanneer de muziekstuknummers worden hernummerd. Knippert wanneer u de ALVS schakelaar in de LIMIT stand zet en
wanneer u op een VOL toets drukt terwijl de ALVS schakelaar in de LIMIT stand staat.
Aanvullende informatie 41
1
Aanvullende informatie
NL
Page 42
Licht op wanneer het geluid op zijn hardst staat ingesteld. Licht op wanneer het geluid op zijn zachtst staat ingesteld. Knippert wanneer de batterijen bijna leeg zijn. Licht op om aan te geven op digitaal kopiâren mogelijk is.
00: Digitaal kopiëren is mogelijk, zo vaak als u wilt. 10: Digitaal kopiëren is niet mogelijk. 11: Digitaal kopiëren is slechts eenmaal mogelijk.
Knippert als er vocht uit de lucht in het apparaat is gecondenseerd.
*1Deze aanduiding gaat knipperen wanneer u een gloednieuwe DAT cassette voor het eerst
gebruikt.
*2De eindcode geeft de plaats op de band aan waar met opnemen is gestopt. Het is met dit
apparaat niet mogelijk eindcodes vast te leggen; het apparaat kan echter wel cassettes waarop eindcodes zijn opgenomen afspelen en deze codes herkennen. Wanneer het apparaat tijdens snel vooruitspoelen een eindcode tegenkomt, wordt de bandloop daar stopgezet en kunt u de band alleen door laten lopen door vanaf dat punt op te gaan nemen. Wanneer er tijdens afspelen een eindcode wordt bereikt, schakelt de cassetterecorder automatisch over op terugspoelen.
NL
Aanvullende informatie42
Page 43
Verhelpen van storingen
Probleem Het deksel van de
cassettehouder kan niet gesloten worden.
De bedieningstoetsen werken niet. Het apparaat funktioneert niet.
De band loopt niet.
Opnemen is niet mogelijk.
Het opgenomen geluid klinkt vervormd.
Tijdens het opnemen klinken er storende bijgeluiden.
Oorzaak
De aansluiting met de voedingsbron is verbroken terwijl er “ ” of “ ” in het uitleesvenster knipperde.
De HOLD toetsvergrendeling is ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg (de aanduiding licht op).
De netspanningsadapter is niet goed aangesloten.
Het beveiligingssysteem is in werking getreden nadat er vocht in het apparaat is gecondenseerd (de “ ”indikator licht op of knippert.)
Andere oorzaak.
De PAUSE P toets is ingedrukt. (De P indikator licht op in het uitleesvenster.)
De band is geheel tot het eind opgespoeld.
De HOLD toetsvergrendeling is ingeschakeld.
Het wispreventienokje van de cassette is opengeschoven.
Onjuiste aansluiting/bediening van de aangesloten apparatuur.
Er wordt een SCMS kopieerpreventiesignaal ontvangen.
De geluidsbron bij een mikrofoonopname was te luid.
De MIC/LINE IN schakelaar staat onjuist ingesteld.
Het opnameniveau is te hoog ingesteld.
Tijdens het meeluisteren naar het opgenomen geluid via de hoofdtelefoon of via aangesloten luidsprekers zijn deze te dicht in de buurt van de mikrofoon gekomen.
Oplossing
Sluit de stroomvoorziening weer aan en sluit het deksel.
Schakel de HOLD toetsvergrendeling uit.
Vervang beide batterijen door nieuwe of laad de oplaadbare batterijen op.
Sluit de netspanningsadapter goed aan.
Laat de cassetterecorder een tijdje lang ongebruikt zodat het condensvocht kan verdampen en schakel daarna eerst de stroom weer in.
Verbreek de aansluiting van de stroombron op de cassetterecorder en sluit deze vervolgens weer aan.
Druk op de P PAUSE toets of de ( PLAY toets om de pauzestand uit te schakelen. (Zie blz. 18 en 20.)
•Druk op de = 0toets om de band terug te spoelen.
•Vervang de cassette.
Schakel de HOLD toetsvergrendeling uit..
Sluit het schuifje op de cassette. (Zie blz. 15.)
Zie “Aansluiten op andere apparatuur voor opname” op blz. 23 of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aangesloten apparaat.
Maak de gewenste opname via de analoge aansluitingen. (Zie blz.
23.)
Zet de MIC ATT schakelaar in de “20 dB” stand. Zet of houd de mikrofoon iets verder van de geluidsbron vandaan.
Kontroleer de aansluitingen en instelling voor de opname.
Stel het opnameniveau juist in (bij handmatig opnemen) (zie blz. 25).
Houd de mikrofoon uit de buurt van de hoofdtelefoon of de luidsprekers.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie 43
NL
Page 44
Probleem Er is niets op de band
opgenomen.
Vervorming, bijgeluiden of teruglopende opnamekwaliteit.
Er klinkt geen geluid.
De weergave via de hoofdtelefoon klinkt vervormd.
Instellen van de geluidssterkte is niet mogelijk.
Het snelspoelen van de band (of de AMS zoekfunktie) werkt niet.
Tijdens afspelen stopt plotseling de bandloop.
De tijdsaanduiding geeft “97Y4M1D/ AM12H00M00S” aan.
Het is niet mogelijk begincodes of muziekstuknummers op de band vast te leggen.
Er zijn wel begincodes, maar geen muziekstuknummers vastgelegd.
De bedieningstoetsen werken niet terwijl een begincode wordt aangebracht.
Vastleggen van de totaaltijd is niet mogelijk.
De batterijen gaan maar een korte tijd mee.
NL
Aanvullende informatie44
Oorzaak
Bij opname via de analoge ingangen is de niveau regelaar op het minimale niveau ingesteld.
Wellicht is de bandkop vuil.
Slecht klinkende opnamen kunnen te wijten zijn aan een vervuilde opnamekop.
De geluidssterkte is geheel in de minimumstand teruggedraaid.
De aangesloten apparatuur wordt verkeerd bediend.
Wellicht is de bandkop vuil.
De geluidssterkte staat te hard ingesteld.
De HOLD toetsvergrendeling is ingeschakeld.
Er is geen begincode op de band vastgelegd.
Er is een onbespeeld (niet­opgenomen) gedeelte op de band bereikt.
De cassetterecorder is langdurig zonder batterijen geweest.
Het wispreventienokje van de cassette is opengeschoven.
Bij het opnemen op een cassette die reeds opnamen bevatte, is niet van tevoren het laatste bestaande muziekstuknummer aangegeven.
Tijdens vastleggen van de begincode funktioneert geen van de bedieningstoetsen, met uitzondering van de STOP p toets.
De opname werd vanaf een onbespeeld gedeelte op de band gestart
De gebruiksduur van de batterijen kan sterk afnemen, afhankelijk van de temperatuur en het type batterijen.
Oplossing
Stel het juiste opnameniveau in. (Zie blz. 25.)
Reinig de bandkop met behulp van de reinigingscassette.
Reinig de bandkop en probeer of het opnemen dan beter lukt.
Druk op de VOL + toets om de geluidssterkte naar wens in te stellen.
Bedien de aangesloten apparatuur zoals in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven.
Reinig de bandkop met behulp van de reinigingscassette.
•Verminder de geluidssterkte.
•Zet de AVLS schakelaar in de LIMIT stand (zie blz. 33).
Schakel de HOLD toetsvergrendeling uit.
Zorg voor het vastleggen van de begincodes op de band (zie blz.
27).
——
Stel de ingebouwde klok opnieuw op de juiste tijd in. (Zie blz. 13.)
Sluit het schuifje op de cassette. (Zie blz. 14.)
Voor het opnemen op een cassette die reeds opnamen bevat dient u van tevoren te zorgen dat het laatste bestaande muziekstuknummer in het uitleesvenster verschijnt.
De toetsen kunnen weer gebruikt worden wanneer de indikator ophoudt met knipperen.
Spoel de band naar het begin terug, spoor het allerlaatste punt van de vorige opname op en start de opname precies vanaf dat punt. (Zie blz. 16.)
Gebruik de aanbevolen NH-D100 batterijen.
Page 45
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in de cassetterecorder terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op de voedingsbron en laat de cassetterecorder eerst door deskundig vakpersoneel nakijken alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen.
• Om de netspanningsadapter los te maken uit het stopkontakt mag u alleen aau de stekker trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Steek nooit enig voorwerp in de DC IN 4.5V gelijkstroomingang.
Stroomvoorziening
• Voeding van het lichtnet: Gebruik alleen de aanbevolen netspanningsadapter. Gebruik nooit een andere netspanningsadapter, aangezien dit zou kunnen leiden tot beschadiging van het apparaat. Voeding van een auto-accu: Gebruik het DCC-E245 auto-accusnoer (niet bijgeleverd).
• Als u denkt de cassetterecorder langere tijd niet te gebruiken, verbreek dan de aansluiting van de voedingsbron (alkali-batterijen, netspanningsadapter, auto­accusnoer etc.) op de cassetterecorder.
• Zolang het netsnoer op het stopkontakt is aangesloten, blijft de stroomtoevoer naar het apparaat intakt, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Betreffende de batterijen
• Tracht niet om gewone batterijen op
• Stop batterijen niet los in uw zak
• Als u de cassetterecorder geruime
Betreffende cassettes van meer dan 120 minuten
Gebruik geen extra-lange cassettes (met een speelduur van meer dan 120 minuten) voor het maken van belangrijke bandopnamen, aangezien de uiterst dunne band daarvan de volgende problemen kan veroorzaken:
• vervorming in de geluidsweergave;
• onjuist opwikkelen van de band na
• onjuist vastleggen en wissen van
te laden.
samen met metalen voorwerpen, zoals kleingeld, een sleutelbos e.d. Kortsluiting van de plus- en min­polen door toevallige aanraking met metalen voorwerpen kan gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
tijd niet meer gebruikt, kunt u beter de batterijen er uit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
herhaaldelijk snelspoelen, opnamekontrole of gebruik van de AMS zoekfunkties;
begincodes.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie 45
NL
Page 46
Condensatie van vocht in het apparaat
Als het apparaat rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht, kan er in het inwendige van het apparaat vocht uit de lucht condenseren. In dat geval kan de band aan de koptrommel blijven kleven en daardoor beschadigd raken of kan het apparaat onjuist gaan funktioneren.
Deze cassetterecorder heeft een ingebouwde beveiliging om schade door condensvocht te voorkomen. Toch dient u de DAT cassette te verwijderen wanneer de aanduiding “
” in het uitleesvenster van het apparaat zelf gaat knipperen, of de indicator in het uitleesvenster van de afstandsbediening. In dit geval zal de cassetterecorder vanzelf in de stroombesparende stand komen en zal de aanduiding “ branden. Laat het apparaat dan een tijdje lang ongebruikt aan staan en ga daarna als volgt te werk:
Bij gebruik op batterijen
Druk op een willekeurige toets om de stroombesparingsstand uit te schakelen. Als het condensvocht dan al verdampt is, zal de aanduiding “
” in het uitleesvenster doven.
Bij gebruik op het lichtnet
Wanneer het condensvocht verdampt is, zal de aanduiding “ uitleesvenster vanzelf doven.
Als de cassetterecorder ook na enkele uren rust nog niet naar behoren werkt, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst.
Overigens dient u altijd de DAT cassette uit het apparaat te verwijderen wanneer u denkt de cassetterecorder geruime tijd niet meer te gebruiken.
NL
Aanvullende informatie46
” blijven
” in het
Plaatsing
• Plaats de cassetterecorder niet in de buurt van een warmtebron, zoals een kachel of verwarmingsradiator. Zorg er tevens voor dat het apparaat niet blootgesteld wordt aan veel stof, direkt zonlicht en mechanische schokken of trillingen.
• Zet nooit iets bovenop de cassetterecorder.
• Als de cassetterecorder storing veroorzaakt in radio- of TV­ontvangst, plaatst u het apparaat dan iets verder uit de buurt van de radio of televisie of schakel de cassetterecorder uit.
Opmerkingen betreffende hoofdtelefoons
Voor veilig verkeer
Vermijd het luisteren naar uw hoofdtelefoon tijdens autorijden, fietsen, en dergelijke. Het is gevaarlijk en op sommige plaatsen verboden. Zelfs als u over straat loopt, kan luisteren met een te hoog volume al gevaar met zich meebrengen. Vooral bij het oversteken van de straat, weg of spoorlijn is het beter de hoofdtelefoon af te nemen of in ieder geval de geluidssterkte te verminderen.
Denk om uw gehoor
Vermijd het langdurig luisteren naar een luid ingestelde hoofdtelefoon. Dit zou kunnen leiden tot beschadiging van uw gehoor. Als uw oren suizen, dient u de geluidssterkte te verminderen of liever de hoofdtelefoon een tijdje niet te gebruiken.
Houd rekening met anderen
Houd a.u.b. wat rekening met uw medemensen, en stel de weergave niet te hard in, ook al om geluiden in uw omgeving en mensen die tegen u praten altijd te kunnen horen.
Page 47
Onderhoud
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw van het apparaat en de bedieningsorganen schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
Gebruik voor het reinigen nooit een schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddel, zoals alkohol of benzine.
Reinigen van de bandkoppen
Na langdurig gebruik zal de bandkop vervuild zijn en dient deze gereinigd te worden. Een vervuilde bandkop levert een mindere geluidskwaliteit bij opnemen en kan het geluid bij weergeven doen wegvallen. Voor de beste kwaliteit bij opname en weergave is het daarom aanbevolen de bandkop na iedere 10 gebruiksuren schoon te maken, met behulp van de bijgeleverde reinigingscassette.
Ook wanneer de cassetterecorder geruime tijd niet gebruikt is, kunt u voor gebruik beter even de band schoonmaken met behulp van de reinigingscassette.
Gebruik van de reinigingscassette
1 Steek de reinigingscassette net als
een gewone DAT cassette in de houder.
2 Druk om te beginnen op de
( PLAY toets en ongeveer 10 sekonden later op de p STOP toets.
3 Neem de reinigingscassette uit de
houder zonder deze terug te spoelen.
4 Plaats een gewone DAT cassette,
gebruik deze voor opnemen of afspelen, en kontroleer de geluidskwaliteit.
Opmerkingen betreffende de reinigingscassette
• Een reinigingscassette kan niet voor opname of weergave gebruikt worden.
• Reinig de bandkop niet meer dan vijfmaal achtereen binnen een korte periode. Als u de bandkop al te vaak binnen korte tijd schoonmaakt, kan dit leiden tot onnodige slijtage van de kop.
• Spoel de reinigingscassette niet terug na afloop van het gebruik. Pas wanneer de cassette helemaal opgespoeld is, kunt u de band naar het begin terugspoelen en gebruikt u hem weer vanaf het begin. De reinigingscassette kan ongeveer 200 keer gebruikt worden, met 10 sekonden per reinigingsbeurt.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie 47
NL
Page 48
Technische gegevens
Type cassettes Digitale Audio-Tape Opnameduur Standaard: 120 minuten
Bemonsteringsfrekwenties 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz Kwantisering Standaard: 16-bit lineair
Frekwentiebereik Standaard: Bmf 48 kHz : 20 - 22.000 Hz (± 1,0 dB) (LINE IN) (bij weergave) Bmf 44,1 kHz: 20 - 20.000 Hz (± 1,0 dB) (LINE IN)
Signaal/ruisverhouding Standaard: meer dan 87 dB
Dynamisch bereik Standaard: meer dan 87 dB
Totale harmonische vervorming
Snelheidsfluktuaties Beneden meetbare limiet (minder dan ± 0,001% gewogen piekniveau)
Lange speelduur: 240 minuten (met DT-120 cassette)
Lange speelduur: 12-bit niet-lineair
Bmf 32 kHz : 20 - 14.500 Hz (± 1,0 dB) (LINE IN)
Lange speelduur: Bmf 32 kHz: 20 - 14.500 Hz (± 1,0 dB) (LINE IN)
Lange speelduur: meer dan 87 dB (1 kHz IHF-A, LINE IN)
Lange speelduur: meer dan 87 dB (1 kHz IHF-A, LINE IN) Standaard: minder dan 0,008 % (1 kHz, 22 kHz LPF filter, LINE IN) Lange speelduur: minder dan 0,09 % (1 kHz, 22 kHz LPF filter, LINE IN)
Ingangen
MIC/LINE IN
Uitgangen
LINE OUT stereo- 220 ohm 500 mV 10 kohm
REMOTE/2 stereo- 16 ohm 87 mV 15 mW + 15 mW 16 ohm
In/uitgangsaansluiting DIGITAL I/O REMOTE aansluiting (speciale stekkerbus)
Voedingsspanning • Twee LR6 (AA-formaat) batterijen (niet bijgeleverd)
Gebruiksduur batterijen Zie onder "Vervangen van de batterijen" (blz. 36). Stroomverbruik 0.9 W Afmetingen Ca. 80 x 29,2 x 117,3 mm (b/h/d), zonder uitstekende delen en
Gewicht Alleen cassetterecorder zelf: Ca. 290 gram
Type aansluiting Impedantie
stereo-ministekkerbus
Type Impedantie Nominale Maximaal Belastingsimpedantie
ministekkerbus
ministekkerbus
aansluiting uitgangsspanning uitgangsniveau
• Twee herlaadbare nikkel-metaalhydride batterijen
• Gelijkstroomingang (DC IN 4.5V) voor het aansluiten van:
bedieningsorganen
Cassetterecorder met toebehoren, gebruiksklaar: Ca. 395 gram incl. hoofdtelefoon met afstandsbediening, oplaadbare batterijen en DAT cassette
MIC MIC MIC 4,7 kOhm 1,4 mV 0,3 mV LINE IN LINE IN LINE IN 47 kOhm 500 mV 120 mV
Deze aansluiting is geschikt voor digitale in/uitgangssignalen, voor afstandbediening en voor schakelklok-bediening, bij aansluiten van een aansluit/bedieningsset.
Sony AC-E45HG netspanningsadapter Sony DCC-E245 auto-accusnoer (niet bijgeleverd) voor stroom van een 12/24-volts accu.
Nominaal ingangsniveau Minimaal ingangsniveau
NL
Aanvullende informatie48
Page 49
Bijgeleverd toebehoren
• Netspanningsadapter AC-E45HG* (1)
• Batterijlader BC-D100* (1)
• Herlaadbare nikkel-metaalhydride batterijen NH-D100* (2)
• Hoofdtelefoon/afstandsbediening met LCD uitleesvenster (1)
• DAT reinigingscassette (1)
• Draagtasje (1) * Deze accessoires worden slechts bij bepaalde uitvoeringen van de cassetterecorder
bijgeleverd.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder kennisgeving.
Los verkrijgbare accessoires
• Netspanningsadapter AC-E45HG
• Herlaadbare nikkel-metaalhydride batterijen NH-D100
• Auto-accusnoeren DCC-E245
• Auto-aansluitcassettes CPA-9
• Afstandsbediening met snoer RMT-D100
• Aansluit/bedieningsset RM-D100K
• Digitale aansluitkabels POC-DA12P (met rechthoekige optische stekkers), POC­DA12MP (met optische ingangs-ministekker), POC-DA12SP (met optische uitgangs-ministekker), RK-DA10P (coaxiaalkabel)
• Audio-aansluitsnoer RK-G129
• Stereo-mikrofoons ECM-MS957, ECM-MS907, ECM-717 (“Plug-in-power” stroomvoorziening)
• Stereo-oortelefoons MDR-E868, MDR-E888
• Stereo-hoofdtelefoons MDR-D77, MDR-D55
• Aktief luidsprekersysteem SRS-88
• Super Bit Mapping adapter SBM-1
• DAT reinigingscassette
Het is mogelijk dat uw Sony handelaar niet alle genoemde accessoires uit voorraad leverbaar heeft. Vraag uw handelaar om nadere informatie betreffende de aldaar verkrijgbare accessoires.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie 49
NL
Page 50
ATTENZIONE
Per evitare il pericolo di incendi o scosse elettriche, non esporre I’apparecchio alla pioggia o all’umidità.
Note sulla registrazione
• Questo registratore non è stato realizzato
per scopi commerciali o d’affari. Non tentare mai di modificare o alterare il registratore in modo che possa essere collegato ad altri apparecchi audio commerciali o d’affari. Non usare questo registratore per la memorizzazione di dati.
• Controllare che la funzione di registrazione
non presenti problemi prima di registrare materiale importante.
• In nessun caso la Sony sarà responsabile
per qualsiasi danno, diretto, indiretto, conseguente o accidentale derivante dal malfunzionamento della funzione di registrazione di questo registratore.
• Osservare le norme in materia di diritti
d’autore per la propria collezione di registrazioni. L’esecuzione in pubblico, la trasmissione e la duplicazione di materiale registrato per scopi commerciali sono in violazione delle leggi in materia.
IN NESSUN CASO IL RIVENDITORE SARA’RITENUTO RESPONSABILE PER QUALSIASI DANNO DIRETTO, INCIDENTALE O INDERETTO DI QUALSIASI NATURA O PER PERDITE O SPESE DERIVANTI DA PRODOTTI DIFETTOSI O DALL’USO DI QUALSIASI PRODOTTO.
I
Introduzione2
Page 51
Indice
Benvenuti!.................................................... 4
Posizione e funzione dei comandi ........... 5
Inserimento delle pile .............................. 12
Regolazione dell’orologio ....................... 13
Inserimento della cassetta ....................... 14
Registrazione............................................. 16
Riproduzione ............................................ 20
Registrazione
Collegamento ad altri apparecchi
per la registrazione ...............................23
Registrazione da apparecchi audio analogici dotati di prese
Registrazione da apparecchi
audio con uscita digitale ................. 24
Utili funzioni di registrazione.............25
Regolazione manuale del livello di registrazione -
Registrazione nel modo di riproduzione
prolungata - LP REC ..........................26
Registrazione di spazi vuoti - REC
MUTE .................................................26
Controllo della registrazione .......... 26
Scrittura di codici di inizio ..................27
Scrittura di codici di inizio
durante la registrazione .................. 27
Scrittura di codici di inizio
durante la riproduzione ..................29
Cancellazione di codici di inizio ....30
Assegnazione di numeri di programma ..
LINE OUT ..23
Registrazione manuale .....
25
31
Riproduzione
Collegamento ad altri apparecchi
per la riproduzione...............................32
Riproduzione con un apparecchio
audio analogico ................................ 32
Riproduzione con un apparecchio
audio con ingresso digitale ...............32
Utili funzioni di riproduzione ............33
Uso della funzione AVLS................33
Fonti di alimentazione
Uso con pile ricaricabili al nichel
idruro di metallo .................................. 34
Sostituzione delle pile ......................... 36
Modo di consumo ridotto................... 37
Uso con il trasformatore CA o una
batteria d’auto ....................................... 38
Altre informazioni
Collegamento ad altri apparecchi... 39
Uso del kit adattatore di sistema
RM-D100K opzionale...................... 39
Uso dell’adattatore per Super Bit
Mapping SBM-1 opzionale ............ 39
Sistema di gestione copie in serie...... 40
Verifica dei dati di copia ................ 40
Visualizzazione di messaggi .............. 41
Soluzione di problemi ......................... 43
Precauzioni ........................................... 45
Sicurezza........................................... 45
Fonti di alimentazione .................... 45
Note sulle pile .................................. 45
Nastri di durata superiore a 120
minuti................................................ 45
Condensazione di umidità............. 45
Installazione ..................................... 46
Note sulle cuffie............................... 46
Manutenzione ...................................... 47
Pulizia del rivestimento ................. 47
Pulizia della testina ......................... 47
Caratteristiche tecniche....................... 48
Introduzione 3
I
I
Page 52
Benvenuti!
Benvenuti al mondo del registratore DAT! Questo registratore DAT dispone delle
seguenti funzioni, che permettono di usarne al massimo le possibilità.
Magnifica qualità sonora DAT, con
eccellente risposta in frequenza, rumore ridotto e assenza di distorsione.
Facile controllo del nastro DAT, con
avanzamento/riavvolgimento ad alta velocità e salto/revisione.
Registrazione ad alta fedeltà con un
amplificatore microfono di alta qualità impiegato anche nell'adattatore per Super Bit Mapping (SBM-1).
Registrazione prolungata usando due
pile ricaricabili al nichel idruro di metallo. Circa 3,5 ore di registrazione continua.
Livello di registrazione regolabile (automatico/manuale) per qualsiasi condizione di registrazione.
Funzione MIC LIMITER che limita automaticamente ad un certo livello segnali in ingresso elevati improvvisi.
Funzione di silenziamento di registrazione che crea automaticamente spazi vuoti di quattro secondi.
Funzione di datazione che scrive automaticamente data e orario durante la registrazione.
Display LCD con retroilluminazione a luce EL (elettroluminescente) che indica il modo di funzionamento attuale e lo stato delle pile al buio.
Compatibilità di registrazione da digitale a digitale con lettori CD/MD o sintonizzatori BS/CS, ecc.
Tre frequenze di campionamento (48/ 44,1/32 kHz) per registrazioni digitali di alta qualità.
Funzione di revisione registrazione che permette di scrivere o cancellare codici di inizio e numeri di programma dopo la registrazione.
Telecomando dotato di display LCD che indica il modo di funzionamento attuale.
Sistema di gestione copie in serie (SCMS)
che indica quante volte il nastro può essere copiato.
Modo di consumo ridotto che prolunga la
durata delle pile. Questo può essere controllato automaticamente o manualmente.
I
Introduzione4
Page 53
Posizione e funzione dei comandi
Fare riferimento alle pagine tra parentesi ( ) per dettagli.
Apparecchio – Davanti
1 2 3 4 5 6 7
8 9
1 Tasto di modo codice di inizio
(START ID•MODE)
2 Tasto di operazione codice di
inizio (START ID•ENTER)
3 Tasto di illuminazione (LIGHT)
Premerlo per far illuminare il display quando si usa il registratore al buio.
4 Tasti di volume (VOL +/–) (20) 5 Interruttore di blocco (HOLD) (13,
15, 20, 38) La funzione di blocco non blocca i tasti CLOCK/SET, COUNTER/– e RESET/+ (tranne che nel modo di consumo ridotto).
Spostare l’interruttore su HOLD in modo di arresto per attivare il modo di consumo ridotto.
6 Presa telecomando/cuffie
(REMOTE/2) (20, 25, 34)
7 Presa uscita in linea (LINE OUT)
(26, 32)
!º !¡ !™
!£ !¢ !∞
8 Comando di livello di
registrazione (REC LEVEL) (25)
9 Presa microfono/ingresso in linea
(MIC/LINE IN) (16, 23, 25)
Tasti di controllo del nastro (18)
Tasto di riavvolgimento/ revisione•AMS (= 0) Tasto di arresto (p STOP) Tasto di riproduzione (( PLAY) Tasto di avanzamento rapido/ salto•AMS () + ) Tasto di registrazione (r REC) Tasto di pausa (P PAUSE)
Presa di ingresso alimentazione
esterna (DC IN 4.5V) (39)
!™ Interruttore di apertura comparto
cassetta (OPEN) (14)
Tasto di azzeramento contatore/+
(RESET/+) (10, 40)
Tasto di contatore/–
(COUNTER/–)
!∞ Tasto di orologio/regolazione
(CLOCK/SET) (11, 13)
(10)
Posizione e funzione dei comandi
Posizione e funzione dei comandi 5
I
Page 54
Posizione e funzione dei comandi (continuazione)
Apparecchio – Retro
!§
@º
!¶
!•
!ª @™
Interruttore di attenuazione
microfono (MIC ATT) (17)
Interruttore di microfono/
ingresso in linea (MIC/LINE IN) (17, 23)
!• Selettore di modo di registrazione
(MANUAL•MIC LIMITER• AUTO (AGC)) (17)
Interruttore di selezione modo
riproduzione normale /modo di riproduzione prolungata (SP•LP) (17, 24, 25)
@¡
Presa di ingresso/uscita digitale e
comando a distanza (REMOTE• DIGITAL I/O) (24, 33, 39)
Collegarvi apparecchi con ingresso/uscita digitale usando il cavo di collegamento POC­DA12P/DA12MP/DA12SP o RK-DA10P (non in dotazione), il kit adattatore RM-D100K, il telecomando RMT-D100, l’adattatore per Super Bit Mapping SBM-1, ecc.
Coperchio del comparto pile (12) @™ Interruttore di sistema di
limitazione automatica del volume (AVLS) (33)
I
Posizione e funzione dei comandi6
Page 55
Cuffie con telecomando
1
2
3
4
5
Posizione e funzione dei comandi
6
7
8
9
1 Minispina stereo 2 Tasto di modo contatore
(COUNTER MODE) (10)
3 Tasti di volume (VOL +/–) (20) 4 Tasto di orologio (CLOCK) (11) 5 Tasto di funzione AVLS (AVLS)
(33)
6 Interruttore di funzione di blocco
(HOLD) (13, 15, 20, 37) Quando è 20spostato in direzione della freccia, i tasti del telecomando sono bloccati. Tuttavia i tasti COUNTER MODE, CLOCK e AVLS rimangono attivabili.
7 Tasti di controllo del nastro (18)
Tasto di avanzamento rapido/ salto•AMS (+)
Tasto di riproduzione (() Tasto di arresto (p) Tasto di riavvolgimento/
revisione•AMS (=)
8 Display 9 Spina del telecomando
Posizione e funzione dei comandi 7
I
Page 56
Posizione e funzione dei comandi (continuazione)
Display Apparecchio
1 2 3
4 5 6
-dB-
7 8
9
!º !¡
!™
1 Indicatore di modo di riproduzione
prolungata (LP) (17, 26)
2 Indicazione di numero di
programma (PGM.NO)•giorno• AM/PM (13, 21)
3 Indicazione di contatore del
nastro/orologio/volume/ messaggi (10, 11, 41)
4 Indicatore di scrittura automatica
codici di inizio
•rinumerazione•cancellazione (START ID) (27)
5 Indicatore di codice di inizio
(START ID) (27)
6 Indicatore di livello di picco (25) 7 Indicatore di stato delle pile
(BATT) (36)
8 Indicatore di contenimento
microfono (MIC LIMITER)
9 Indicatore di regolazione
automatica del livello di registrazione (AGC)
!º Indicatore di registrazione (REC) !¡ Indicatore di pausa (P) !™ Indicatore di riproduzione (()
I
Posizione e funzione dei comandi8
Page 57
Telecomando
1 2
3
4 5
1 Indicatore di numero di
programma (PGM.NO)•giorno•AM/ PM•volume
2 Indicatore di condensazione di
umidità
3 Indicazione di contatore/orario 4 Indicatore di codice di inizio
(START ID)
5 Indicatore di livello di picco
6
Posizione e funzione dei comandi
7
8
9 !º
!¡
!™
6 Indicatore di stato delle pile (i) 7 Indicatore di funzione AVLS 8 Indicatore di modo di
riproduzione prolungata (LP)
9 Indicatore di funzione di blocco !º Indicatore di pausa (P) !¡ Indicatore di riproduzione (() !™ Indicatore di registrazione (REC)
Posizione e funzione dei comandi 9
I
Page 58
Uso del display Apparecchio
Indicazione di giorno/AM/PM
-dB-
Telecomando
Indicazione di giorno/AM/PM
Indicazione di contatore/orologio
Nota
Il contatore serve come guida visiva e non è un orologio. Il valore visualizzato sul contatore non è un’indicazione accurata del tempo effettivo. Non usare quindi il contatore come orologio.
Indicazione di contatore/orologio
Visualizzazione del contatore
A ciascuna pressione del tasto COUNTER (tasto COUNTER MODE sul telecomando), la visualizzazione cambia come segue:
Esempio: Indicazione sull’apparecchio
Contatore (visualizzazione normale)
Tempo assoluto (tempo assoluto dall’inizio del nastro)
Tempo rimanente del nastro
Per riportare il contatore (visualizzazione normale) a “0H00M00S”
Premere il tasto RESET sull'apparecchio mentre è visualizzato il contatore.
Tempo rimanente del nastro
Il tempo rimanente del nastro appare normalmente dopo circa 16 secondi dall’inizio della riproduzione nel modo SP. Tuttavia può esserci una deviazione nel tempo visualizzato a seconda del tipo di nastro usato.
I
Posizione e funzione dei comandi10
Page 59
*RECORDED TIME viene visualizzato solo durante la riproduzione.
Nota
Quando il registratore passa al modo di registrazione, controllo della registrazione o pausa mentre è visualizzato RECORDED TIME, il registratore visualizza l’orario attuale.
Visualizzazione di messaggi
Fare riferimento a pagina 41 per “Visualizzazione di messaggi”.
Visualizzazione dell’orologio
A ciascuna pressione del tasto CLOCK/SET (tasto CLOCK sul telecomando), la visualizzazione cambia come segue:
RECORDED TIME* (data della registrazione)
RECORDED TIME* (orario della registrazione)
Data attuale (anno, mese, giorno)
Orario attuale (ore, minuti, secondi)
Posizione e funzione dei comandi
Posizione e funzione dei comandi 11
I
Page 60
Inserimento delle pile
Usare due pile alcaline tipo LR6 (formato AA).
Coperchio del comparto pile
È anche possibile usare le pile ricaricabili o corrente domestica. Per maggiori dettagli vedere “Fonti di alimentazione” a pagina 34.
1 Aprire il coperchio del comparto
pile.
2 Inserire due pile alcaline nuove
(non in dotazione) nel portapile. Assicurarsi di inserire le pile
osservando la corretta polarità.
3 Chiudere il coperchio del
comparto pile.
I
12
Inserimentfo delle pile
Page 61
Regolazione dell’orologio
Regolare l’orologio prima di iniziare qualsiasi operazione di registrazione, altrimenti non è possibile ottenere la data e l’orario corretti.
L’orologio torna alla sua regolazione iniziale (TU/97Y4M1D/ AM12H00M00S) se le pile sono rimosse dall’apparecchio per lungo tempo. In questo caso regolare di nuovo l’orologio.
Assicurarsi che il registratore sia in modo di arresto e che la funzione di blocco sia disattivata.
1 Premere il tasto CLOCK/SET per
CLOCK/SET
più di quattro secondi.
HOLD
+
CLOCK/SET
Inserimento delle pile / Regolazione dell'orologio
2 Premere il tasto + o – per regolare
+
l’anno attuale e quindi premere il tasto CLOCK/SET.
3 Ripetere il punto 2 per regolare il
CLOCK/SET
Informazione
Per regolare accuratamente l’orologio, regolare i secondi su 00 con il tasto + o – e quindi premere il tasto CLOCK/ SET contemporaneamente ad un segnale orario.
mese, il giorno, le ore e i minuti. Per i secondi, premere + o – per
+
portarli a “00”. Quindi premere il tasto CLOCK/SET.
La visualizzazione cessa di lampeggiare e l’orologio inizia a funzionare.
Per selezionare il formato 12 ore o 24 ore
Premere il tasto + per due secondi o più.
Per abbandonare la regolazione dell’orologio
Premere il tasto p STOP. La visualizzazione dell’orologio torna alla regolazione precedente. Tuttavia, se il giorno è fissato, l’anno, il mese e il giorno sono fissati e non soggetti a ulteriori cancellazioni.
Regolazione dell’orologio
13
I
Page 62
Inserimento della cassetta
HOLD
Assicurarsi che la funzione di blocco sia disattivata.
1 Aprire il coperchio del comparto
cassetta.
1 Premere l’interruttore OPEN. 2 Quando il coperchio del
comparto cassetta si apre leggermente, aprire il coperchio del comparto cassetta.
Coperchio del comparto cassetta
OPEN
2 Inserire la cassetta.
Inserire la cassetta con la finestrella rivolta verso l’alto. Se la cassetta viene inserita capovolta, può essere impossibile estrarla.
Finestrella rivolta verso l’alto.
3 Chiudere il coperchio.
La cassetta viene caricata automaticamente.
I
14
Inserimento della cassetta
Page 63
Note
• Quando si esegue una registrazione importante, assicurarsi di usare un nastro con una durata di registrazione sufficiente.
• Il comparto cassetta non si apre mentre HOLD è bloccato. Rilasciare HOLD per inserire una cassetta.
• Quando si inserisce o si estrae una cassetta, non tenere la cassetta come mostrato sotto. Questo può causare malfunzionamenti.
• Assicurarsi che il coperchio del comparto cassetta sia chiuso e che “ ” o “ ” non sia visualizzato prima di scollegare la fonte di alimentazione. Altrimenti il coperchio del comparto cassetta può non chiudersi. In questo caso ricollegare la fonte di alimentazione.
Informazione
Mentre il registratore è in modo di arresto, spostare l’interruttore HOLD dell’apparecchio su HOLD per attivare manualmente il modo di consumo ridotto quando si usa l’apparecchio con le pile. (Vedere pagina 37.)
* È possibile impostare la
visualizzazione, l'orario o la funzione AVLS.
Per estrarre la cassetta
Mentre il registratore è in modo di arresto, spostare l’interruttore OPEN.
OPEN
Per proteggere la registrazione
Aprire la chiusura di protezione della registrazione per proteggere il nastro dalla registrazione.
Se la chiusura è aperta, non è possibile registrare sul nastro.
Se la chiusura è chiusa, è possibile registrare sul nastro.
Note sulle cassette DAT
• Diversamente dalle cassette analogiche convenzionali, la riproduzione e la registrazione sono eseguite su una sola facciata della cassetta.
• In condizioni di uso normale, la costruzione della cassetta DAT evita la penetrazione di polvere e particelle estranee. Non aprire la cassetta DAT senza necessità.
• Non inserire oggetti nei fori sulla facciata posteriore della cassetta DAT.
Per evitare attivazioni accidentali – Funzione HOLD
Apparecchio: Spostare l’interruttore HOLD fino a che
è visibile il segno giallo. Se si preme un tasto nel modo HOLD, “HOLD” lampeggia per 3 secondi sul display e i tasti sono bloccati.*
Telecomando: Spostare l’interruttore HOLD in
direzione della freccia. “H” si illumina sul display e i tasti sono bloccati.
Inserimento della cassetta
Inserimento della cassetta
I
15
Page 64
Registrazione
Microfono (non in dotazione)
P PAUSE r REC
( PLAY
MIC ATT
MIC/LINE IN
MANUAL•MIC LIMITER •AUTO (AGC)
a MIC/LINE IN
SP•LP
Fare riferimento a pagina 23 per “Collegamento ad altri apparecchi per la registrazione”.
Nota
Il tempo assoluto può non essere scritto correttamente nei seguenti casi.
• Quando si registra su un nastro parzialmente registrato contenente una parte non registrata (cioè una parte del nastro che non è mai stata registrata).
• Quando si registra su un nastro parzialmente registrato su cui il tempo assoluto non è stato originariamente scritto.
Nota
Non premere il tasto p STOP quando è visualizzato “ ”. Se lo si preme, il tempo assoluto diventa “--H--M
--S” e non viene scritto in
seguito.
Localizzazione del punto da cui iniziare la registrazione
Il tempo assoluto viene scritto automaticamente contemporaneamente alla registrazione.
Il tempo assoluto è indicato come tempo dall’inizio del nastro ed è utile nel determinare il tempo trascorso dall’inizio del nastro. Se si desidera continuare a registrare su un nastro parzialmente registrato, assicurarsi di localizzare prima la fine della registrazione precedente e riprendere la registrazione da quel punto per evitare di lasciare parti non registrate inutili. Una volta che il tempo assoluto è stato scritto non può essere cancellato.
Se si desidera inserire automaticamente spazi vuoti di quattro secondi, fare riferimento a pagina 26 per “Registrazione di spazi vuoti — REC MUTE”.
Per registrare dall’inizio del nastro
Premere il tasto = 0 per riavvolgere il nastro. “
” lampeggia quando il nastro è riavvolto fino
all’inizio.
Per registrare su un nastro parzialmente registrato
Premere il tasto ) + per localizzare la fine della registrazione precedente. “
” appare quando è localizzata la fine della registrazione precedente e il nastro si ferma a quel punto.
16
I
Registrazione
Page 65
Quando “— —” lampeggia per il numero di programma
“— —” indica una parte non registrata. Premere il tasto = 0 per riavvolgere il nastro fino a quando “— —” cessa di lampeggiare. Quindi premere il tasto ) + per localizzare la fine della registrazione precedente.
Registrazione da un microfono
1 Inserire una cassetta e localizzare
il punto da cui iniziare la registrazione.
MIC/LINE IN
2 Regolare l’interruttore MIC/LINE IN
MIC
su MIC.
LINE IN
Registrazione
3 Regolare l’interruttore MIC ATT.
0dB
20dB
MIC ATT
0 dB: Normale 20 dB: Per suoni forti
4 Regolare il selettore MANUAL•MIC
MANUAL
AUTO(AGC) MIC LIMITER
5 Selezionare la frequenza di
44.1kHz
SP
48kHz
LP
LIMITER•AUTO (AGC) su AUTO (AGC).
Il registratore regola automaticamente il livello di registrazione.
Per regolare manualmente il livello di registrazione regolare il selettore su MANUAL o MIC LIMITER. (Vedere pagina 25.)
campionamento. Regolare l’interruttore SP•LP su SP
(modo di riproduzione normale 48 kHz o 44.1 kHz).
Per registrare nel modo di riproduzione prolungata, regolare l’interruttore su LP. (Vedere pagina 26.)
Registrazione
17
I
Page 66
6 Premere i tasti r REC e P PAUSE.
REC
PAUSE
ll registratore entra in modo di pausa. Se si preme solo il tasto r REC, il registratore entra in modo di controllo della registrazione (vedere pagina 26) e non inizia la registrazione.
7 Premere il tasto ( PLAY o il tasto
PLAY
Informazioni
• Per iniziare immediatamente la registrazione, premere il tasto ( PLAY tenendo premuto il tasto r REC in modo di arresto o riproduzione.
• La frequenza di campionamento viene visualizzata quando si cambia la frequenza di campionamento durante la registrazione e la pausa di registrazione.
• Se il registratore rimane in modo di pausa per cinque minuti o più, il registratore passa automaticamente al modo di arresto per proteggere la testina e il nastro.
• Se il registratore rimane in modo di arresto per tre minuti o più, il registratore passa automaticamente al modo di consumo ridotto (vedere pagina 37) per proteggere il nastro e conservare la carica delle pile.
PAUSE
P PAUSE.
o
La registrazione ha inizio.
Altre operazioni
Per Premere
Interrompere la registrazione p STOP Fare una pausa nella registrazione P PAUSE Disattivare la pausa P PAUSE o ( PLAY Controllare la fonte in ingresso r REC
in modo di registrazione Premere il tasto fino a
in modo di controllo della quando appare registrazione l'indicazione della fonte in modo di pausa di in ingresso. registrazione
Controllare la frequenza ( PLAY in modo di di campionamento registrazione fino a che
viene visualizzata la frequenza di campionamento.
18
I
Registrazione
Page 67
Informazione
• Quando il registratore registra fino alla fine del nastro, riavvolge automaticamente il nastro fino all’inizio e quindi si ferma. (Funzione di riavvolgimento automatico)
Note
• L’apparecchio non passa al modo di consumo ridotto durante il modo di controllo della registrazione, anche se si sta usando l’apparecchio con le pile.
• Il cambiamento della frequenza di campionamento durante la registrazione può causare la registrazione di una temporanea caduta di suono.
• Possono essere registrati dei disturbi se si sposta l’interruttore MIC/LINE IN durante la registrazione.
• Può essere registrato del rumore quando la retro­illuminazione del display viene accesa durante la registrazione. In questo caso spegnerla.
• Se appare quando il modo di registrazione è impostato su AUTO (AGC), regolare MIC ATT su 20dB o allontare il microfono dalla fonte sonora.
Per registrare suoni relativamente bassi
Abbassare il livello di registrazione (nel modo di registrazione manuale), avvicinare il più possibile il microfono alla fonte sonora e quindi regolare il livello di registrazione. È possibile ottenere una registrazione chiara e ottimale con disturbi di rumore minimi.
Scelta del microfono per registrazioni migliori
La registrazione è influenzata e dipende dal tipo di microfono impiegato. Per registrazioni migliori, usare il microfono opzionale ECM-MS957 o ECM-MS907.
Microfoni compatibili
• Microfoni opzionali del tipo “plug-in-power” sono compatibili con questo registratore.
• Microfoni opzionali con alimentazione automatica non sono compatibili con questo registratore.
Registrazione
Registrazione
19
I
Page 68
Riproduzione
HOLD
+
(
=
HOLD
a REMOTE/2
=0
) +
Fare riferimento a pagina 32 per “Collegamento ad altri apparecchi per la riproduzione”.
1 Inserire una cassetta e collegare le
cuffie con telecomando. Disattivare la funzione di blocco
dell’apparecchio o del telecomando, a seconda di quale si desidera usare per il controllo.
2 Premere il tasto ( PLAY.
PLAY
La riproduzione inizia.
( PLAY
P PAUSE
Informazioni
• Il modo SP (riproduzione normale) e il modo LP (riproduzione prolungata) sono individuati automaticamente per la riproduzione.
• Quando il registratore riproduce il nastro fino alla fine, riavvolge automaticamente il nastro fino all’inizio e si ferma (funzione di riavvolgimento automatico).
• La pausa di riproduzione non può essere controllata con il telecomando.
I
Riproduzione
20
Altre operazioni
Per Premere
Regolare il volume VOL +/–
(VOL +/–) Interrompere la riproduzione p STOP (p) Fare una pausa nella riproduzione P PAUSE Disattivare la pausa P PAUSE o ( PLAY
(() Avanzare rapidamente ) + (+) in
modo di arresto Riavvolgere = 0 (=) in
modo di arresto
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del telecomando.
Page 69
Informazioni
• Se il registratore rimane in modo di pausa per cinque minuti o più, il registratore passa automaticamente al modo di arresto per proteggere la testina e il nastro.
• Se il registratore rimane in modo di arresto per tre minuti o più mentre si usa l’apparecchio con le pile, il registratore passa automaticamente al modo di consumo ridotto (vedere pagina
37) per proteggere il nastro e conservare la carica delle pile.
Note
• Quando si regola il volume su un livello troppo alto, il suono può divenire distorto. In questo caso abbassare il volume.
• La funzione AMS non si attiva se non sono scritti i codici di inizio. (Vedere pagina 27.)
• La funzione AMS può non funzionare correttamente con nastri DAT registrati su altre piastre DAT.
Per avanzare/riavvolgere ascoltando il suono
È possibile avanzare rapidamente (salto) o riavvolgere (revisione) ascoltando il suono.
Salto Tenere premuto ) + (+) in
Revisione Tenere premuto = 0 (=) in
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del telecomando.
modo di riproduzione. Quando si rilascia il tasto riprende la riproduzione normale.
modo di riproduzione. Quando si rilascia il tasto riprende la riproduzione normale.
Per eseguire il salto/revisione ad alta velocità
Questa funzione può essere controllata solo con i tasti sull’apparecchio.
Salto ad alta velocità Premere ( PLAY e ) +
Revisione ad alta velocità Premere ( PLAY e = 0
durante la riproduzione.
durante la riproduzione.
Per localizzare l’inizio di un brano - Funzione AMS*
È possibile localizzare l’inizio di un brano in modo di riproduzione, avanzamento/riavvolgimento o arresto.
Modo di riproduzione: Premere rapidamente ) + (+) o = 0 (=).
Modo di avanzamento/riavvolgimento: Premere una volta ) + (+) o = 0 (=).
Modo di arresto: Premere due volte ) + (+) o = 0 (=).
Per localizzare l’inizio Premere una volta/ripetutamente del programma (brano) ) + (+) seguente-successivo
Riproduzione
* Sensore musicale
automatico
P.es. Per localizzare
l’inizio del quinto programma (brano) successivo
Per localizzare l’inizio Premere una volta/ripetutamente del programma (brano) = 0 (=) attuale/precedente
P.es. Per localizzare l’inizio
del quarto programma (brano) precedente includendo il programma (brano) attuale
I simboli tra parentesi ( ) sono per i tasti del telecomando.
Riproduzione
21
I
Page 70
Per controllare la frequenza di campionamento
È possibile controllare la frequenza di campionamento del suono registrato.
Premere ( PLAY in modo di riproduzione fino a che viene visualizzata la frequenza di campionamento.
Visualizzazione durante l’avanzamento/ riavvolgimento o l’AMS
L’indicatore di livello di picco (L) indica la direzione di scorrimento del nastro. L’indicatore di livello di picco (R) indica la quantità di nastro rimanente.
Direzione di scorrimento del nastro
Verso destra: avanzamento rapido Verso sinistra: riavvolgimento
Quantità di nastro rimanente
22
I
Per riprodurre automaticamente il nastro dall’inizio–Funzione di riproduzione automatica
Questa funzione può essere controllata solo con i tasti sull’apparecchio.
Premere il tasto ( PLAY tenendo premuto il tasto = 0. La riproduzione inizia automaticamente quando il nastro viene riavvolto fino all’inizio.
In modo simile la riproduzione inizia automaticamente quando il nastro viene riavvolto fino all’inizio del programma (brano) precedente con la funzione AMS.
Riproduzione
Page 71
( Registrazione
Collegamento ad altri apparecchi per la registrazione
È possibile collegare il registratore ad altri apparecchi audio analogici e apparecchi audio con uscita digitale. Fare riferimento a pagina 16 per “Registrazione”.
Registrazione da apparecchi audio analogici dotati di prese LINE OUT (collegamento analogico)
TCD-D100
a LINE IN
1 Regolare l’interruttore MIC/LINE IN su LINE IN. 2 Selezionare il modo di registrazione usando il
selettore MANUAL•MIC LIMITER•AUTO (AGC). MANUAL: per regolare manualmente il livello di
registrazione (vedere pagina 25)
AUTO (AGC): il livello di registrazione viene
regolato automaticamente (vedere pagina 17)
3 Selezionare la frequenza di campionamento
usando l'interruttore SP•LP. SP (48 kHz, 44.1 kHz): modo di registrazione
normale.
LP: modo di registrazione continua prolungata. Il
campionamento viene eseguito a 32 kHz. (Vedere pagina 26.)
4 Premere i tasti r REC e P PAUSE. 5 Premere il tasto ( PLAY o P PAUSE per iniziare
la registrazione. Quindi iniziare la riproduzione della fonte collegata.
Cavo di collegamento audio RK-G129 (non in dotazione)
a LINE OUT
Apparecchio stereo o radioregistratore, ecc.
Registrazione Riproduzione / Registrazione
Registrazione
23
I
Page 72
Note
• Se viene visualizzato
” la fonte non può essere registrata. (Vedere pagina 40.)
• Usare solo il cavo
digitale consigliato (non in dotazione) (vedere pagina 49). Non è possibile usare i cavi di collegamento digitale POC-DA12/DA-12M/ DA12S o RK-DA10 con questo apparecchio.
• Assicurarsi di regolare
l’interruttore INPUT SELECT del cavo di collegamento su DIGITAL prima di registrare. Se si regolar l’interruttore durante la registrazione, ne risulta un breve silenziamento della registrazione.
Informazioni
Nel collegamento digitale, notare quanto segue:
• Non è necessario
regolare il modo di registrazione.
• Il livello di registrazione
viene regolato automaticamente sul livello della fonte. La regolazione manuale non è disponibile in questo caso.
• La regolazione
dell’interruttore SP•LP è applicabile solo quando si registra una fonte a 32 kHz. (Quando è regolato su SP, la fonte viene registrata a 32 kHz nel modo SP. Quando è regolato su LP, la fonte viene registrata a 32 kHz nel modo LP.) Le altre fonti sono registrate automatica­mente con la propria frequenza di campiona­mento indipendente­mente dalla regolazione dell’ interruttore SP•LP. In questo caso non si può registrare nel modo LP.
Registrazione da apparecchi audio con uscita digitale (collegamento digitale)
Cavo ottico
POC-DA12P
TCD-D100
INPUT SELECT
a REMOTE DIGITAL I/O
POC-DA12MP POC-DA12SP (non in dotazione)
o
Cavo coassiale RK-DA10P (non in dotazione)
all’uscita digitale (OPTICAL)
Lettore CD, sintonizzatore BS, piastra DAT, ecc.
all’uscita digitale (COAXIAL)
1 Collegare il cavo ottico o il cavo coassiale a
seconda della presa di uscita digitale dell’apparecchio collegato.
2 Regolare l’interruttore INPUT SELECT del cavo di
collegamento su DIGITAL.
3 Premere i tasti r REC e P PAUSE. 4 Premere il tasto ( PLAY o P PAUSE per iniziare
la registrazione. Quindi iniziare la riproduzione della fonte collegata.
Fonte di registrazione e frequenza di campionamento
Quando si registra tramite collegamento digitale, la fonte viene registrata automaticamente con la sua frequenza di campionamento, come indicato sotto.
Fonte Frequenza di campionamento
Audio nel modo B di un 48 kHz satellite per trasmissioni Nastro DAT in modo SP
Compact disc 44,1 kHz Minidisco Nastro DAT in modo SP
Audio nel modo A di un 32 kHz satellite per trasmissioni Nastro DAT in modo LP
I
Registrazione24
Page 73
Utili funzioni di registrazione
( PLAY P PAUSE
Che cosa è MIC LIMITER?
La funzione MIC LIMITER contiene automaticamente segnali in ingresso elevati improvvisi. Se si regola il livello di registrazione su un livello leggermente più alto del solito e si regola il modo di registrazione su MIC LIMITER, si possono ottenere buoni risultati nella registrazione di feste o conferenze.
Note
• La regolazione manuale del livello di registrazione non è disponibile durante la registrazione tramite collegamento digitale.
• Il livello di registrazione è regolato troppo alto quando appare a destra dell’indicatore di livello di picco. Abbassare il livello di registrazione.
-dB-
Se si verifica ancora distorsione anche se
non è visualizzato, regolare l'interruttore MIC ATT su 20dB o allontare il microfono dalla fonte sonora.
r REC
a MIC/LINE IN
Piastra DAT, sintonizzatore, ecc.
Cuffie, diffusori
a REMOTE/2
attivi, ecc.
Regolazione manuale del livello di registrazione - Registrazione manuale
Per registrazioni ottimali con il microfono o da apparecchi audio analogici, regolare manualmente il livello di registrazione.
1 Regolare l’interruttore MANUAL•MIC
LIMITER•AUTO (AGC) su MANUAL o MIC LIMITER.
MANUAL: per registrare tramite collegamento
analogico o microfoni
MIC LIMITER: per registrare tramite microfoni
2 Premere il tasto r REC per passare al modo di
controllo della registrazione.
3 Iniziare la riproduzione
della fonte e girare il comando REC LEVEL per regolare il livello di registrazione mentre si controlla il suono.
-dB-
Girare il comando REC LEVEL in modo che gli indicatori di livello di picco
Indicatore di livello di picco
rimangano intorno al livello !™. Assicuarsi che
non appaia quando sono in
ingresso suoni forti.
4 Premere il tasto ( PLAY tenendo premuto il tasto
r REC per iniziare la registrazione.
MANUAL• MIC LIMITER• AUTO (AGC)
SP•LP
Registrazione
Registrazione
25
I
Page 74
Note
• Un nastro registrato in
modo LP non può essere riprodotto su una piastra DAT priva di funzione per il modo LP.
• Può essere udibile un
forte rumore durante il passaggio dal modo SP al modo LP quando un nastro contenente una registrazione che a metà passa dal modo SP al modo LP viene riprodotto su una piastra DAT non dotata di funzione per il modo LP. In questo caso abbassare il volume o interrompere la riproduzione.
Registrazione nel modo di riproduzione prolungata — LP REC
Regolare l’interruttore SP•LP su LP per registrare per il doppio del tempo di registrazione delle cassette DAT normali. Per esempio, una cassetta DAT da 60 minuti registrata in modo LP permette 120 minuti di registrazione.
Visualizzazione del contatore durante il modo LP
Il tempo assoluto e il tempo rimanente del nastro sono basati sul modo SP. Il tempo effettivo è quindi il doppio del valore visualizzato sul display durante il modo LP.
Il tempo effettivo durante il modo LP è di 4 minuti e mezzo.
Informazione
Per inserire spazi vuoti di 4 secondi o più, premere il tasto P PAUSE tenendo premuto il tasto r REC e quindi tenere premuto il tasto P PAUSE per 4 secondi o più.
Quando la durata dello spazio vuoto supera i 4 secondi l’indicatore “P” lampeggia rapidamente. Il registratore ritorna al in modo di pausa quando si rilascia il tasto P PAUSE.
Registrazione di spazi vuoti — REC MUTE
Una parte vuota può essere inserita all’inizio di un brano e tra i brani. In questo caso il codice di inizio non viene scritto.
1 Premere il tasto r REC e il tasto P PAUSE per
attivare il modo di pausa di registrazione.
2 Premere il tasto P PAUSE tenendo premuto il
tasto r REC. Uno spazio vuoto di quattro secondi viene inserito
e l’apparecchio ritorna automaticamente al modo di pausa di registrazione.
Controllo della registrazione
Usare le cuffie o i diffusori dell’apparecchio stereo per controllare il suono durante la registrazione.
1 Collegare le cuffie alla presa REMOTE/2 o
l’apparecchio stereo alla presa LINE OUT del registratore.
2 Iniziare la registrazione.
I
Registrazione26
Page 75
Scrittura di codici di inizio
Il codice di inizio è un segnale che indica l’inizio di un programma (brano). Il registratore cerca i codici di inizio per localizzare l’inizio di un programma (brano) con la funzione AMS (sensore musicale automatico).
Direzione di scorrimento del nastro
Brano
Nastro
Codice di inizio
Brano
START ID•ENTER
Registrazione
START ID•MODE
Informazioni
• Per scrivere manualmente il codice di inizio durante la registrazione, premere il tasto START ID•ENTER. Il codice di inizio viene scritto al punto in cui il tasto START ID•ENTER viene premuto indipendentemente da che “AUTO-ID” sia visualizzato o meno.
• È possibile attivare o disattivare AUTO-ID solo quando si preme START ID•MODE nel modo di registrazione, controllo della registrazione o pausa di registrazione.
Note
• I tasti tranne il tasto p STOP non funzionano mentre
lampeggia.
Scrittura di codici di inizio durante la registrazione
Quando AUTO-ID è attivato, i codici di inizio sono scritti durante la registrazione in base al livello di uscita della fonte. Quando AUTO-ID è disattivato, i codici di inizio sono scritti durante la registrazione in base alle informazioni di codice esistenti della fonte.
1 Premere ripetutamente il
tasto START ID•MODE sull’apparecchio fino a che “AUTO-ID” appare (AUTO-ID attivato) o scompare (AUTO-ID disattivato).
2 Iniziare la registrazione.
Quando il codice di inizio viene scritto, “ appare per un momento e quindi lampeggia per circa 9 secondi (circa 18 secondi in modo LP).
Registrazione
27
I
Page 76
Note
• Quando AUTO-ID è attivato, il codice di inizio può non essere scritto correttamente se c’è rumore nella fonte sonora.
• Quando si scrivono codici di inizio in successione, assicurarsi che ci sia un intervallo di 9 secondi o più (18 secondi o più in modo LP) tra i codici di inizio. Altrimenti il registratore può non localizzare correttamente l’inizio di un brano.
• Quando AUTO-ID è disattivato durante il collegamento digitale, le informazioni di programma (brano) esistenti del compact disc possono non essere scritte correttamente come codice di inizio a seconda del tipo di lettore CD usato.
• Le informazioni di programma (brano) esistenti del minidisco non sono scritte come codice di inizio.
Per scrivere codici di inizio quando AUTO-ID è attivato
Fonte Un codice di inizio viene scritto quando
Tutte • La registrazione inizia o la pausa di
registrazione viene disattivata. (Durante una parte senza suono, il codice di inizio viene scritto al punto in cui viene emesso il suono.)
• Un suono viene immesso dopo una parte senza suono o una parte con un livello di registrazione molto basso della durata di 3 secondi o più.
• Il tasto START ID•ENTER viene premuto durante la registrazione.
Per scrivere codici di inizio quando AUTO-ID è
disattivato
Fonte Un codice di inizio viene scritto quando
Tutte • La registrazione inizia o la pausa di
Lettore CD In modo identico alle informazioni di (ingresso digitale)
Piastra DAT In modo identico alle informazioni di (ingresso digitale)
registrazione viene disattivata. (Il codice di inizio viene scritto indipendentemente dalla presenza o assenza di suono nella parte.)
• Il tasto START ID•ENTER viene premuto durante la registrazione.
brano esistenti del compact disc. (In aggiunta a quanto sopra.)
branoesistenti del nastro DAT.
(In aggiunta a quanto sopra.)
I
Registrazione28
Page 77
Note
• I codici di inizio scritti durante la registrazione o scritti dopo la selezione non possono essere spostati. Riscriverli dopo averli cancellati.
• I codici di inizio non possono essere scritti mentre lampeggia rapidamente durante la funzione di prova.
Scrittura di codici di inizio durante la riproduzione
È possibile scrivere i codici di inizio in qualsiasi punto senza cancellare il contenuto della registrazione esistente.
1 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
sull’apparecchio fino a che “AUTO ID” appare (AUTO-ID attivato) o scompare (AUTO-ID disattivato).
2 Premere il tasto START•ID ENTER durante la
riproduzione dove si desidera riscrivere.
REHRSAL” lampeggia quando si seleziona il punto per il codice di inizio. Il registratore riproduce una parte di nastro fino a 3 secondi da quel punto e la ripete 16 volte (funzione di prova).
3 Premere il tasto START ID•ENTER durante la
funzione di prova. “ momento. “ inizio viene scritto. Durante questo punto il suono
è silenziato.
Per regolare il punto selezionato
A ciascuna pressione del tasto = 0 o ) + , il punto selezionato si sposta indietro o avanti di 0,3 secondi per volta, fino ad un massimo di 10 secondi in ciascuna direzione.
Punto selezionato
Nastro
A ciascuna pressione del tasto =0.
0,3
0,3
” appare per un
” lampeggia e il codice di
A ciascuna pressione del tasto )+.
Registrazione
Registrazione
29
I
Page 78
Nota
Se un codice di inizio viene cancellato, anche il numero di programma scritto nello stesso punto viene cancellato.
Cancellazione di codici di inizio
È possibile cancellare i codici di inizio senza cancellare il contenuto della registrazione esistente.
La cancellazione del codice di inizio è possibile solo quando il registratore è in modo di arresto o di riproduzione.
1 Premere il tasto ) + o = 0 per
localizzare il codice di inizio da cancellare.
2 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
fino a che “ERASE” appare sul display dell’apparecchio.
3 Premere il tasto START ID•ENTER.
Il nastro viene riavvolto automaticamente fino a trovare il codice di inizio di quel programma (brano) e quindi “ display e inizia la cancellazione del codice di inizio. Durante questo punto il suono è silenziato. La riproduzione inizia una volta che è stata completata questa operazione.
” lampeggia sul
I
Registrazione30
Page 79
Assegnazione di numeri di programma
Il numero di programma è un segnale che indica il numero del programma (brano).
Il numero di programma è scritto contemporaneamente al codice di inizio.
START ID•MODE
START ID•ENTER
Quando si registra dall’inizio del nastro
Il numero di programma viene scritto automaticamente dal numero 1 in ordine sequenziale contemporaneamente al codice di inizio.
Quando si registra da metà del nastro
Nota
La scrittura e la rinumerazione dei numeri di programma possono non essere completate correttamente su nastri che sono stati registrati con un’altra piastra DAT e che hanno un codice di inizio al principio.
Informazioni
La rinumerazione è necessaria per i seguenti tipi di nastro:
• Nastri su cui sono stati scritti codici di inizio durante la riproduzione.
• Nastri in cui numeri di programma sono mancanti o duplicati a causa di una registrazione eseguita da metà del nastro.
• Nastri con numeri di programma mancanti a causa della cancellazione del numero di programma quando è stato cancellato un codice di inizio.
Premere il tasto ) + o = 0 per visualizzare il numero di programma prima di iniziare a registrare. Il numero di programma viene scritto in ordine sequenziale dal numero di programma successivo contemporaneamente al codice di inizio.
Rinumerazione dei numeri di programma
1 Premere ripetutamente il tasto START ID•MODE
fino a che “RENUMBER” appare sul display dell’apparecchio.
2 Premere il tasto START ID•ENTER con il
registratore in modo di arresto o riproduzione. Il nastro viene riavvolto automaticamente fino
all’inizio del numero di programma scritto nel codice di inizio e quindi inizia la rinumerazione dei programmi (brani).
“ numeri di programma sono rinumerati e “ contatore del nastro appaiono alternatamente mentre il nastro avanza al codice di inizio del programma (brano) successivo. Quando l’operazione di rinumerazione è stata completata, il registratore riavvolge il nastro fino all’inizio e si ferma.
” lampeggia mentre i
” e il
) +
= 0
Registrazione
Registrazione
I
31
Page 80
( Riproduzione
Collegamento ad altri apparecchi per la riproduzione
È possibile collegare il registratore ad altri apparecchi audio analogici e apparecchi audio con ingresso digitale. Fare riferimento a pagina 20 per “Riproduzione”.
Informazione
Il livello di uscita alla presa LINE OUT e alla presa REMOTE•DIGITAL I/O è fisso. Il volume non può essere regolato con i tasti VOL del registratore.
Nota
Usare solo il cavo ottico consigliato (non in dotazione) (vedere pagina
49). Non è possibile usare i cavi di collegamento digitale POC-DA12/ DA-12M/DA12S o RK-DA10 con questo apparecchio.
Riproduzione con un apparecchio audio analogico (collegamento analogico)
TCD-D100
Iniziare la riproduzione e regolare il volume sull'apparecchio collegato.
Cavo di collegamento audio RK-G129 (non in dotazione)
Apparecchio stereo o radioregistratore, ecc.
a LINE OUT
a LINE IN
Riproduzione con un apparecchio audio con ingresso digitale (collegamento digitale)
Cavo ottico
TCD-D100
a REMOTE DIGITAL I/O
POC-DA12P POC-DA12MP POC-DA12SP (non in dotazione)
Piastra DAT, amplificatore digitale, ecc.
Collegare l’apparecchio audio digitale a questo registratore come illustrato. Iniziare la riproduzione e regolare il volume sull’apparecchio collegato.
I
Riproduzione32
Page 81
Utili funzioni di riproduzione
La funzione AVLS* è utilizzabile quando si usano le cuffie durante la riproduzione o nel modo di controllo della registrazione. La funzione AVLS mantiene ridotto il volume massimo per proteggere l’udito.
VOL
AVLS
VOL
AVLS
Riproduzione
a REMOTE/2
* Automatic Volume
Limiter System (sistema di limitazione automatica del volume)
Nota
È possibile controllare la funzione AVLS sia con l’apparecchio che con il telecomando. È possibile disattivare la funzione AVLS premendo AVLS sul telecomando anche se l’interruttore AVLS dell’apparecchio è regolato su LIMIT. “ ” scompare dal display del telecomando e la funzione AVLS viene disattivata.
Uso della funzione AVLS
Controllabile sia con l’apparecchio che con il telecomando.
Apparecchio: Regolare l’interruttore AVLS su LIMIT. Telecomando: Premere AVLS sul telecomando. “
appare sul display del telecomando.
Interruttore AVLS Volume e visualizzazione
LIMIT ( ) Il volume massimo è limitato al
livello designato. “ ” appare sul display seguito da “ ” quando si preme il tasto VOL. Quando il volume è alzato al livello massimo “ ” lampeggia.
NORM Il controllo del volume è regolato sul (nessuna modo normale. indicazione) A ciascuna pressione dei tasti
VOL, il livello di volume cambia di conseguenza e “ ” appare sul display. Quando il volume è alzato al livello massimo appare “ ”.
Le indicazioni tra parentesi ( ) sono per il telecomando.
Riproduzione 33
I
Page 82
( Fonti di alimentazione
Uso con pile ricaricabili al nichel idruro di metallo
È possibile usare le pile ricaricabili al nichel idruro di metallo NH-D100. Prima di usare le pile ricaricabili al nichel idruro di metallo, assicurarsi di caricarle.
Trasformatore CA AC-E45HG
Informazioni
• L’adattatore di carica
può caricare una o due pile per volta.
• Durante la carica le pile
ricaricabili e il trasformatore CA possono emettere calore, ma questo non è un malfunzionamento.
Note
• Usare solo la pila
ricaricabile, l’adattatore di carica e il trasformatore CA consigliati per la carica. Se si usano altri tipi di apparecchi per la carica, ne possono risultare malfunzionamenti.
• Quando la spia
CHARGE lampeggia con una luce rossa, rimuovere la pila ricaricaricabile e controllare la polarità e le condizioni della pila. Se non ci sono problemi con la pila, provare a caricarla di nuovo. Non è possibile caricare una pila a secco o una pila ricaricabile completamente carica.
I
Fonti di alimentazione34
alla presa di corrente
1 Collegare l’adattatore di carica BC-D100 al
trasformatore CA AC-E45HG e quindi collegare il trasformatore CA ad una presa di corrente.
2 Inserire le pile ricaricabili al nichel idruro di
metallo NH-D100 nel comparto di carica. La spia CHARGE si illumina in rosso durante la
carica. Quando la carica è stata completata, la spia CHARGE si illumina in verde. La carica dura circa 2,5 ore. (Il tempo di carica può variare a seconda della temperatura.)
3 Inserire le pile caricate nel comparto pile
dell’apparecchio.
Note sulla carica
• Caricare le pile appena prima dell’uso.
• Caricare le pile quando sono completamente scariche (quando “ lampeggiare sul display dell’apparecchio).
• La carica può richiedere un tempo più lungo della media quando si esegue la carica per la prima volta o quando non si è usata la pila per un lungo periodo. Il tempo di carica torna alla media dopo che si è eseguita la carica alcune volte.
Pile ricaricabili
• Quando la durata di una pila completamente carica si abbrevia, sostituire la pila ricaricabile con un’altra nuova.
• Assicurarsi di coprire i poli delle pile usate con nastro adesivo per isolarli prima di gettarle.
Adattatore di carica BC-D100
Spie CHARGE
” inizia a
Page 83
Nota
• Rimuovere le pile ricaricabili il prima possibile dall'adattatore di carica quando la carica è stata completata. Se si lasciano le pile ricaricabili nell'adattatore di carica troppo a lungo, la capacità delle pile può diminuire.
Conservazione delle pile
• Conservare le pile in un luogo fresco e asciutto.
Fonti di alimentazione
Fonti di alimentazione 35
I
Page 84
Sostituzione delle pile
Display
Informazioni
• Questo registratore non è
dotato di un interruttore di alimentazione. Il display LCD è quindi sempre acceso fintanto che le pile sono inserite. Il consumo di corrente è comunque minimo e trascurabile.
• L’orologio torna alla sua
regolazione iniziale (TU/ 97Y4M1D/AM12H00M 00S) se le pile sono rimosse dall’apparecchio per lungo tempo. In questo caso regolare di nuovo l’orologio.
Note
• Se " " rimane
visualizzato dopo la sostituzione delle pile, premere un tasto qualsiasi per eliminare l'indicazione.
• Quando si usa
l’apparecchio con le pile, non usare insieme una pila a secco e una pila ricaricabile.
• La durata delle pile può
essere inferiore a seconda della temperatura e del tipo di pile. " possono non essere visualizzati a seconda del tipo di pile usato. Usare le pile NH-D100 consigliate.
* Quando non è collegata
alcuna spina alle prese LINE OUT, REMOTE/2 o REMOTE DIGITAL I/O e la retro­illuminazione del display è spenta.
I
Fonti di alimentazione36
" o "i"
Quando sostituire le pile
Lo stato di carica rimanente delle pile è visualizzato sull’apparecchio. Sul telecomando, “i” lampeggia o appare quando le pile diventano deboli.
Display dell'apparecchio
Pile cariche
Sostituire entrambe le pile con altre nuove.
” lampeggia e il registratore si ferma se l’apparecchio viene usato oltre questo punto.
Display del telecomando
Le pile sono deboli. Sostituirle entrambe con altre nuove.
Le pile sono completamente scariche.
Durata delle pile (ore e minuti circa)
Pile Riproduzione Registrazione
Ricaricabili Sony al nichel 3:45 3 (3:30*) idruro di metallo (NH-D100)
Alcaline Sony LR6 2:30 1:30 (2:30*) (formato AA)
Valori per la durata delle pile a 20°C per riproduzione o registrazione continua e prolungata. La capacità delle pile diminuisce e la loro durata si abbrevia a temperature inferiori.
Page 85
Modo di consumo ridotto
Se il registratore rimane in modo di arresto per 3 minuti* o più, passa automaticamente al modo di consumo ridotto per conservare la carica delle pile.
HOLD
Fonti di alimentazione
p STOP
* L’apparecchio passa al
modo di consumo ridotto quando il comparto cassetta rimane aperto per circa 30 secondi. Se si preme il tasto CLOCK, ecc. durante il modo di consumo ridotto, l’apparecchio torna al modo di consumo ridotto dopo 30 secondi circa.
Quando l’apparecchio passa automaticamente al modo di consumo ridotto
Il nastro viene scaricato automaticamente per proteggere il nastro e il registratore passa al modo di consumo ridotto per conservare la carica delle pile quando il registratore rimane in modo di arresto per 3 minuti* o più. Nel modo di consumo ridotto, il display passa ad indicare l’orario e la retroilluminazione si spegne. Il display del telecomando si spegne.
Per passare manualmente al modo di consumo ridotto
1 Assicurarsi che il registratore sia in modo di
arresto. Premere il tasto p STOP se il registratore è in
modo di pausa.
2 Spostare l’interruttore HOLD dell’apparecchio per
esporre il segno giallo. Il registratore passa al modo di consumo ridotto. Quando si preme un tasto “
alcuni secondi sul display.
” lampeggia per
Fonti di alimentazione 37
I
Page 86
Uso con il trasformatore CA o una batteria d’auto
Trasformatore CA AC-E45HG
a DC IN 4.5V
Informazioni
• Quando il trasformatore CA o il cavo per batteria d’auto è collegato alla presa DC IN 4.5V del registratore, le pile interne sono scollegate automaticamente. L’alimentazione viene fornita automaticamente dalla fonte di alimentazione esterna.
• Quando il trasformatore CA o il cavo per batteria d’auto viene usato per un periodo prolungato, la temperatura interna del registratore può salire. Questo non è un malfunzionamento.
• Se l'apparecchio rimane in modo di arresto per più di 10 minuti durante l'alimentazione a corrente domestica o batteria d'auto, le funzioni impostate sono disattivate e il nastro viene scaricato per proteggere il nastro.
Uso del trasformatore CA
Collegare il trasformatore CA AC-E45HG alla presa DC IN 4.5V.
Note sul trasformatore CA
• Usare solo il trasformatore CA AC-E45HG. Non usare alcun altro trasformatore CA.
Polarità della spina
• Assicurarsi che il coperchio del comparto cassetta sia chiuso prima di scollegare il trasformatore CA o rimuovere le pile. Il coperchio del comparto cassetta può non chiudersi se la fonte di alimentazione viene scollegata o rimossa mentre il coperchio del comparto cassetta è aperto. In questo caso ricollegare il trasformatore CA o reinserire le pile.
Uso della batteria d’auto
Per alimentare il registratore con la batteria dell’auto, collegare il cavo per batteria d’auto Sony DCC-E245 (non in dotazione) alla presa DC IN 4.5V del registratore. Per maggiori dettagli fare riferimento al suo manuale di istruzioni.
I
Fonti di alimentazione38
Page 87
( Altre informazioni
Collegamento ad altri apparecchi
Collegare altri apparecchi a questo registratore per poterlo usare in modo più flessibile.
Note sull'uso dello RM-D100K
• Alimentare questo registratore con il trasformatore CA. Le funzioni di comando a distanza senza fili e collegamento di ingresso/uscita digitale possono non funzionare correttamente quando si usa l’apparecchio con le pile.
• Non lasciare lo RM-D100K in luoghi esposti alla luce solare diretta, perché ne possono risultare malfunzionamenti.
Nota sull'uso dello SBM-1
Quando si alimenta lo SBM-1 opzionale con il trasformatore CA, l’alimentazione viene fornita da questo registratore quando lo SBM-1 è spento. Quando questo registratore è alimentato a pile, scollegare il trasformatore CA dallo SBM-1 per conservare la carica delle pile.
Uso del kit adattore di sistema RM-D100K opzionale
Lo RM-D100K opzionale funziona come unità di collegamento tra un apparecchio con presa di I/O (ingresso/uscita) digitale e questo registratore.
Lo RM-D100K permette l’ingresso/uscita di cavi sia ottici che coassiali. Collegare a seconda della presa dell’apparecchio audio digitale da collegare.
TCD-D100
a (OPTICAL) I/O
RM-
D100K
a (COAXIAL) I/O
Piastra DAT, lettore CD, piastra MD, ecc.
Quando è collegato lo RM-D100K
La possibilità di combinare l’apparecchio con un timer audio per la registrazione o riproduzione a timer e l’uso della funzione di scorrimento musicale o di ricerca diretta del telecomando in dotazione sono tra le comode funzioni dello RM-D100K.
Uso dell’adattatore per Super Bit Mapping SBM-1 opzionale
Lo SBM-1 opzionale permette di eseguire registrazioni di alta qualità quando è collegato a questo registratore.
TCD-D100
SBM-1
Lo RMT-D100 opzionale può essere collegato allo SBM-1 per permetterne il controllo a distanza.
Tuttavia, quando si alimenta lo SBM-1 a pile, lo RMT­D100 non funziona se lo SBM-1 viene spento. Quando si alimenta lo SBM-1 con il trasformatore CA, lo RMT­D100 funziona indipendentemente dallo stato acceso o spento dello SBM-1.
Microfono (non in dotazione)
Fonti di alimentazione / Altre Informazioni
Altre Informazioni
Altre informazioni
Altre informazioni 39
I
Page 88
Sistema di gestione copie in serie (SCMS)
Il sistema di gestione copie in serie (SCMS) incorporato negli apparecchi DAT per uso domestico impedisce la duplicazione digitale ripetuta da un’apparecchio all’altro. Tuttavia questo sistema permette la registrazione di una generazione di materiale digitale preregistrato tramite collegamento digitale.
Note
• Se l’apparecchio usato
per la registrazione non è protetto con SCMS, queste norme possono non essere applicabili.
• Anche se la
duplicazione digitale è impossibile, è sempre possibile duplicare tramite collegamento analogico.
• Quando la duplicazione
digitale non è possibile, il messaggio “ ,
” appare sul
display.
* Questi esempi di fonte
possono non essere applicabili in alcuni paesi.
Informazione
Durante la registrazione, il controllo della registrazione e la pausa di registrazione è possibile verificare i dati di copia che saranno scritti sul nastro. Durante la riproduzione o la pausa di riproduzione è possibile verificare i dati di copia scritti sul nastro.
I
Altre informazioni40
La duplicazione digitale è possibile.
La duplicazione digitale non è possibile.
Lettore CD Piastra DAT Lettore MD
Sintonizzatore BS Audio di televisore HD (alta definizione)
La duplicazione digitale è possibile.
Nastro di prima generazione
La duplicazione digitale è possibile.
Nastro di seconda generazione
La duplicazione digitale non è possibile.
Audio di sintonizzatore CS (satellite comunicazioni)* SBM-1
Microfono Giradischi
Nastro di prima generazione
Registra­zione tramite ingressi analogici
Nastro di seconda generazione
La duplicazione digitale è possibile.
Nastro di terza genera­zione
La duplicazione digitale non è possibile.
Sintonizzatore radio ecc.
Nastro di prima generazione
Nastro di seconda generazione
Nastro di terza genera­zione
Verifica dei dati di copia
È possibile verificare se la copia digitale è possibile o no. Tenere premuto il tasto RESET e premere il tasto
COUNTER per più di 2 secondi nel modo di registrazione, controllo della registrazione, riproduzione o pausa quando non è visualizzato il contatore.
00 : La copia digitale è possibile quante volte si
vuole.
10 : La copia digitale non è possibile. 11 : La copia digitale è possibile solo una volta.
Per eliminare questa indicazione premere il tasto CLOCK, COUNTER o RESET.
Page 89
Visualizzazione di messaggi
I seguenti messaggi sono visualizzati sul display dell'apparecchio durante l’uso dell’apparecchio.
Messaggio Descrizione
Lampeggia quando non c’è un nastro nell’apparecchio. Lampeggia quando è aperto il coperchio del comparto cassetta. Lampeggia durante il caricamento del nastro. Lampeggia durante lo scaricamento del nastro. Lampeggia quando non viene ricevuto il segnale in ingresso digitale.
e appaiono alternatamente quando viene ricevuto
il segnale SCMS.
e appaiono alternatamente quando il tasto r REC viene premuto o quando si scrivono/cancellano codici di inizio nel modo di riproduzione usando un nastro la cui chiusura di protezione della registrazione è aperta.
Lampeggia per un momento quando si regola l’interruttore HOLD sull’apparecchio. Lampeggia per un momento quando si preme un tasto mentre è attivata la funzione HOLD.
Lampeggia quando viene raggiunto l’inizio del nastro*1. Lampeggia quando viene raggiunta la fine del nastro. Appare quando viene individuato il codice di fine*2. Lampeggia quando viene individuata una parte non registrata del
nastro durante la riproduzione o l’avanzamento rapido. Appare quando si tiene premuto il tasto r REC durante la
registrazione, la pausa di registrazione o il controllo della registrazione con il microfono.
Appare quando si tiene premuto il tasto r REC durante la pausa di registrazione o il controllo della registrazione mentre è collegato un altro apparecchio tramite collegamento analogico.
Appare quando si tiene premuto il tasto r REC in modo di pausa di registrazione o di controllo della registrazione mentre un altro apparecchio è collegato tramite collegamento digitale.
Appare durante la scrittura del codice di inizio. Appare quando si preme START ID durante la funzione di prova in
modo di riproduzione. Lampeggia quando un codice di inizio viene cancellato. Lampeggia quando i numeri di programma sono rinumerati. Lampeggia quando la funzione AVLS è regolata su LIMIT o quando
la funzione AVLS è attivata e viene premuto il tasto VOL. Appare quando il volume è regolato sul livello massimo. Appare quando il volume è regolato sul livello minimo. Lampeggia quando le pile sono deboli.
Altre Informazioni
Altre informazioni 41
I
Page 90
Appare quando sono visualizzati i dati di copia digitale.
00: La copia digitale è possibile quante volte si vuole. 10: La copia digitale non è possibile. 11: La copia digitale è possibile solo una volta.
Lampeggia quando si è verificata condensazione di umidità all’interno dell’apparecchio.
*1 Lampeggia quando un nastro nuovo (vergine) viene usato per la prima volta. *2 Il codice di fine è un segnale che indica il punto del nastro in cui la registrazione è finita. Non
è possibile registrare codici di fine con questo apparecchio, ma il registratore può riprodurre i nastri su cui sono registrati codici di fine e individuarli. Quando l’apparecchio individua un codice di fine durante l’avanzamento rapido si ferma in quel punto. È possibile far avanzare il nastro da quel punto solo registrando. Quando l’apparecchio individua un codice di fine durante la riproduzione, passa al modo di riavvolgimento automatico.
I
Altre informazioni42
Page 91
Soluzione di problemi
Problema Il coperchio del
comparto cassetta non si chiude.
I tasti operativi non funzionano. L’apparecchio non funziona.
Il nastro non si muove.
La registrazione è impossibile.
Il suono captato è distorto.
Rumori durante la registrazione.
Causa
La fonte di alimentazione è stata scollegata mentre “ ” o “ ” lampeggiava sul display.
La funzione di blocco è attivata.
Le pile sono scariche ed è visualizzato .
Il trasformatore CA non è collegato correttamente.
Il sistema di sicurezza si è attivato a causa di condensazione di umidità (appare “ ”).
Altre cause.
Il tasto P PAUSE è attivato (è visualizzato l’indicatore P ).
Il nastro è avvolto completamente fino alla fine.
La funzione di blocco è attivata.
La chiusura di protezione della registrazione della cassetta è aperta.
Uso errato dell’apparecchio collegato.
È stato individuato il segnale SCMS.
Il suono della fonte è troppo forte durante la registrazione tramite microfono.
L’interruttore MIC/LINE IN non è regolato correttamente.
Il livello di registrazione è troppo alto.
Quando si controlla il suono di registrazione con le cuffie o diffusori esterni, questi sono collocati troppo vicino al microfono.
Soluzione
Collegare la fonte di alimentazione e chiudere il coperchio.
Disattivare la funzione di blocco.
Sostituire entrambe le pile con altre nuove o caricare le pile ricaricabili.
Collegare correttamente il trasformatore CA.
Lasciar riposare l’apparecchio per qualche tempo e riavviarlo accendendolo.
Scollegare la fonte di alimentazione dall’apparecchio e quindi collegarla di nuovo.
Premere P PAUSE o ( PLAY per disattivare il modo di pausa. (Vedere le pagine 18 e 20.)
•Premere il tasto = 0 per riavvolgere il nastro.
•Sostituire la cassetta.
Disattivare la funzione di blocco.
Chiudere la chiusura sulla cassetta. (Vedere pagina 15.)
Vedere “Collegamento ad altri apparecchi per la registrazione” a pagina 23 o fare riferimento al manuale di istruzioni dell’apparecchio collegato.
Registrare tramite collegamento analogico. (Vedere pagina 23.)
• Regolare l’interruttore MIC
ATT su 20dB.
• Allontare il microfono dalla
fonte sonora.
Regolare in base alla fonte sonora e al collegamento.
Regolare il livello di registrazione (registrazione manuale) (vedere pagina 25).
Tenere il microfono lontano da essi.
Altre Informazioni
Altre informazioni 43
I
Page 92
Problema Il suono non viene
registrato sul nastro.
Aumento dei disturbi o deterioramento del suono.
Non c’è suono.
Il suono delle cuffie è distorto.
Il volume non può essere regolato.
Non è possibile il riavvolgimento (AMS).
Il nastro si ferma improvvisamente durante la riproduzione.
L’orologio visualizza 97Y4M1D/ AM12H00M00S.
Non è possibile scrivere nè i codici di inizio nè i numeri di programma.
Il codice di inizio viene scritto ma il numero di programma no.
I tasti operativi non funzionano durante la scrittura del codice di inizio.
Non è possibile scrivere il tempo assoluto.
La durata delle pile è diminuita.
I
Altre informazioni44
Causa
Il comando di livello di registrazione è stato regolato sul livello minimo durante la registrazione tramite ingresso analogico.
La testina può essere sporca.
La registrazione è stata eseguita con la testina sporca.
Il volume è stato abbassato completamente.
Uso errato dell’apparecchio collegato.
La testina può essere sporca.
Il volume è troppo alto.
La funzione di blocco è attivata.
Non sono scritti codici di inizio.
C’è una parte non registrata sul nastro.
Le pile sono state rimosse dell’apparecchio per lungo tempo.
La chiusura di protezione della registrazione della cassetta è aperta.
Quando si registra su un nastro parzialmente registrato, il numero di programma immediatamente precedente non è stato visualizzato prima di registrare.
Durante la scrittura del codice di inizio non è possibile usare alcun tasto tranne p STOP.
La registrazione è stata iniziata in una parte vuota del nastro.
La durata delle pile può ridursi eccessivamene a seconda della temperatura o del tipo di pile.
Soluzione
Regolare correttamente il livello di registrazione. (Vedere pagina 25.)
Pulire la testina con la cassetta di pulizia.
Pulire la testina con la cassetta di pulizia e provare di nuovo.
Premere il tasto + di VOL per regolare il volume.
Usare l’apparecchio collegato come descritto nel relativo manuale di istruzioni.
Pulire la testina con la cassetta di pulizia.
•Abbassare il volume.
•Regolare AVLS su LIMIT (pagina 33).
Disattivare la funzione di blocco.
Scrivere i codici di inizio (pagina
27).
——
Regolare di nuovo l’orologio. (Vedere pagina 13.)
Chiudere la chiusura sulla cassetta. (Vedere pagina 14.)
Quando si registra su un nastro parzialmente registrato, visualizzare il numero di programma prima di iniziare la registrazione.
Premere i tasti dopo che l’indicatore ha cessato di lampeggiare.
Riavvolgere il nastro fino all’inizio, localizzare la fine della registrazione precedente e iniziare la registrazione da quel punto. (Vedere pagina 16.)
Usare le pile ricaricabili NH-D100 consigliate.
Page 93
Precauzioni
Sicurezza
• In caso di penetrazione di oggetti o liquidi all’interno dell’apparecchio, scollegare la fonte di alimentazione e far controllare l’apparecchio da personale qualificato prima di usarlo nuovamente.
• Per scollegare il trasformatore CA tirarlo afferrandone la spina. Non tirare mai il cavo stesso.
• Non inserire alcun oggetto estraneo nella presa DC IN 4.5V (ingresso alimentazione esterna).
Fonti di alimentazione
• Per il funzionamento CA: Usare solo il trasformatore CA consigliato. Non usare alcun altro trasformatore CA perché può danneggiare l’apparecchio. Per il funzionamento con batteria d’auto: Usare il cavo per batteria d’auto DCC-E245 (non in dotazione).
• Quando non si usa l’apparecchio per un lungo periodo, assicurarsi di scollegare la fonte di alimentazione (pile, trasformatore CA, cavo per batteria d’auto, ecc.).
• L'apparecchio non è scollegato dalla fonte di alimentazione CA (corrente di rete) fintanto che è collegato alla presa a muro, anche se l'apparecchio stesso è stato spento.
Note sulle pile
• Non caricare le pile a secco.
• Non tenere le pile insieme a monete o altri oggetti metallici. Può essere generato calore se i terminali positivo e negativo delle pile sono accidentalmente posti in contatto da oggetti metallici.
• Se non si usa l'apparecchio per un lungo periodo, estrarre le pile per evitare danni dovuti a perdite di fluido delle pile e corrosione.
Nastri di durata superiore a 120
minuti
Non usare cassette con un tempo di riproduzione superiore a 120 minuti per registrare materiali importanti, perché tali nastri sono soggetti ai seguenti problemi:
• Distorsione del suono
• Velocità nastro instabile dopo
ripetute operazioni di AMS, riavvolgimento, avanzamento rapido, salto o revisione
• Scrittura e cancellazione erronee dei
codici di inizio
Condensazione di umidità
Se l’apparecchio viene portato direttamente da un luogo freddo ad uno caldo l’umidità può condensarsi all’interno dell’apparecchio. In questo caso, il nastro può aderire al tamburo della testina e rimanere danneggiato o l’apparecchio può non funzionare correttamente.
Anche se questo apparecchio è munito di un dispositivo di sicurezza per evitare danni dovuti a condensazione di umidità, estrarre il nastro DAT dall’apparecchio quando “ lampeggia sul display dell’apparecchio o l’indicatore lampeggia sul display del telecomando. Quando questo indicatore si illumina, l’apparecchio passa al modo di consumo ridotto e “
” appare sul display. Lasciare riposare l’apparecchio per qualche tempo e quindi usarlo come segue.
Durante l’uso con le pile
Premere un tasto operativo per disattivare il modo di consumo ridotto. Quando l’apparecchio si è ripreso dalla condensazione di umidità “
” scompare dal display.
Altre Informazioni
Altre informazioni 45
I
Page 94
Durante l’uso a corrente domestica
Quando l’apparecchio si è ripreso dalla condensazione di umidità “ scompare automaticamente dal display.
Se l’apparecchio non funziona correttamente dopo qualche ora, consultare un centro assistenza Sony.
Estrarre sempre il nastro DAT dall’apparecchio quando non lo si usa per un lungo periodo.
Installazione
• Non installare l’apparecchio nei pressi di fonti di calore come caloriferi o condotti d’aria, o in luoghi esposti alla luce solare diretta, polvere eccessiva, vibrazioni meccaniche o scosse.
• Non collocare nulla sopra l’apparecchio.
• Se l’apparecchio causa interferenze nella ricezione radio o TV, spegnerlo o allontanarlo dalla radio o televisore.
Note sulle cuffie
Sicurezza stradale
Non usare le cuffie durante la guida, in bicicletta o durante l’uso di qualsiasi veicolo motorizzato. Questo può creare pericoli per il traffico ed è illegale in molte aree. È inoltre potenzialmente pericoloso ascoltare con le cuffie ad alto volume mentre si cammina, particolarmente nei pressi di passaggi pedonali. Fare la massima attenzione o sospendere l’uso in situazioni potenzialmente pericolose.
Prevenzioni di danni all’udito
Evitare di usare le cuffie ad alto volume. Gli esperti in materia di udito non consigliano l’ascolto ininterrotto ad alto volume per lunghi periodi. Se si sentono ronzii alle orecchie abbassare il volume o cessare l’uso.
Rispetto per il prossimo
Tenere il volume a livello moderato. Questo permette di udire i rumori esterni e di non disturbare le persone circostanti.
I
Altre informazioni46
Page 95
Manutenzione
Pulizia del rivestimento
Pulire il rivestimento e i comandi con un panno morbido leggermente inumidito con una blanda soluzione detergente.
Non usare alcun tipo di straccio graffiante, polvere abrasiva o solventi come alcool o benzene.
Pulizia della testina
Un uso prolungato può sporcare la testina. Se la testina è sporca, può causare cadute di suono durante la riproduzione. Per ottenere la registrazione e riproduzione migliori possibile, consigliamo di pulire la testina ogni dieci ore di registrazione/ riproduzione, usando la cassetta di pulizia in dotazione.
Inoltre quando non si è usato l’apparecchio per un lungo periodo pulire la testina con la cassetta di pulizia prima di farne uso.
Uso della cassetta di pulizia in dotazione
1 Inserire la cassetta di pulizia come
una normale cassetta DAT.
2 Premere il tasto ( PLAY e quindi
dopo 10 secondi premere il tasto p STOP.
3 Rimuovere la cassetta di pulizia
senza riavvolgerla.
4 Eseguire la registrazione e
riproduzione con una normale cassetta DAT e controllare la qualità sonora.
Note sulla cassetta di pulizia
• La cassetta di pulizia non può essere usata per la registrazione o la riproduzione.
• Non pulire la testina con la cassetta di pulizia per più di cinque volte di seguito. Una pulizia continua e prolungata della testina può causarne l’usura.
• Non riavvolgere la cassetta di pulizia ogni volta che la si usa. Quando la cassetta raggiunge la fine del nastro, riavvolgerla fino all’inizio e usarla di nuovo. La cassetta di pulizia può essere usata circa 200 volte, con 10 secondi di pulizia per volta.
Altre Informazioni
Altre informazioni 47
I
Page 96
Caratteristiche tecniche
Nastro Nastro audio digitale Tempo di registrazione Modo normale: 120 minuti
Frequenza di campionamento Quantizzazione Modo normale: Lineare a 16 bit
Risposta in frequenza Modo normale: Fs 48 kHz 20-22.000 Hz (±1,0 dB) (LINE IN) (durante la riproduzione) Fs 44,1 kHz 20-20.000 Hz (±1,0 dB) (LINE IN)
Rapporto segnale/rumore Modo normale: Superiore a 87 dB
Gamma dinamica Modo normale: Superiore a 87 dB
Distorsione armonica totale Modo normale: Inferiore allo 0,008% (1 kHz, 22 kHz LPF, LINE IN)
Wow e flutter Inferiori al limite misurabile (meno di ±0,001% W.PEAK)
Ingressi
MIC/LINE IN
Uscita
LINE OUT Minipresa stereo 220 ohm 500 mV 10 kohm REMOTE/2 Minipresa stereo 16 ohm 87 mV 15 mW + 15 mW 16 ohm
Tipo di presa Impedenza Livello di ingresso nominale Livello di ingresso minimo
Minipresa stereo
Tipo di presa Impedenza Uscita nominale Livello di uscita massimo Impedenza di carico
Modo di riproduzione prolungata: 240 minuti (con una DT-120) 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz
Modo di riproduzione prolungata: Non lineare a 12 bit
Fs 32 kHz 20-14.500 Hz (±1,0 dB) (LINE IN) Modo di riproduzione prolungata: Fs 32 kHz 20-14.500 Hz (±1,0 dB) (LINE IN)
Modo di riproduzione prolungata: Superiore a 87 dB (1 kHz IHF-A, LINE IN)
Modo di riproduzione prolungata: Superiore a 87 dB (1 kHz IHF-A, LINE IN)
Modo di riproduzione prolungata: Inferiore allo 0,09% dB (1 kHz, 22 kHz LPF, LINE IN)
MIC MIC MIC 4,7 kilohms 1,4 mV 0,3 mV LINE IN LINE IN LINE IN 47 kilohms 500 mV 120 mV
Ingresso/uscita Presa DIGITAL I/O REMOTE (presa speciale)
Ingresso/uscita digitale, funzionamento telecomandato e funzionamento a timer possibile mediante il collegamento di un kit adattatore a questa presa.
Alimentazione • Due pile alcaline R6 (formato AA) (non in dotazione)
• Due pile ricaricabili al nichel idruro di metallo
• La presa DC IN 4.5V accetta:
trasformatore CA Sony AC-E45HG cavo per batteria d’auto Sony DCC-E245 (non in dotazione) per
l’uso con una batteria d’auto da 12 V/24 V. Durata delle pile Vedere "Sostituzione delle pile" (pagina 36). Consumo 0,9 W Dimensioni Circa 80 x 29,2 x 117,3 mm (l/a/p) esclusi comandi e parti sporgenti Massa Apparecchio: Circa 290 g
Quando si usa l'apparecchio: Circa 395 g, incluse cuffie con telecomando, pile ricaricabili e una cassetta
I
Altre informazioni48
Page 97
Accessori in dotazione
• Trasformatore CA AC-E45HG* (1)
• Adattatore di carica BC-D100* (1)
• Pile ricaricabili al nichel idruro di metallo NH-D100* (2)
• Cuffie con telecomando a display LCD (1)
• Cassetta di pulizia DAT (1)
• Custodia di trasporto (1) * Questi accessori possono essere in dotazione solo ad alcuni modelli.
Disegno e caratteristiche tecniche soggetti a modifiche senza preavviso.
Accessori opzionali
• Trasformatore CA AC-E45HG
• Pila ricaricabile al nichel idruro di metallo NH-D100
• Cavo per batteria d’auto DCC-E245
• Blocco di collegamento per auto CPA-9
• Telecomando con fili RMT-D100
• Kit adattatore per sistema RM-D100K
• Cavo digitale POC-DA12P (spina ottica rettangolare), POC-DA12MP (ingresso minispina ottica), POC-DA12SP (uscita minispina ottica), RK-DA10P (coassiale)
• Cavo di collegamento audio RK-G129
• Microfono stereo ECM-MS957, ECM-MS907, ECM-717 (sistema “plug-in-power”)
• Auricolari stereo MDR-E868, MDR-E888
• Cuffie stereo MDR-D77, MDR-D55
• Sistema diffusori attivi SRS-88
• Adattatore per Super Bit Mapping SBM-1
• Cassetta di pulizia DAT
Il rivenditore potrebbe non essere provvisto di alcuni degli accessori sopra elencati. Rivolgersi al rivenditore per informazioni dettagliate.
Altre Informazioni
Altre informazioni 49
I
Page 98
Sony Corporation Printed in Japan
Loading...