Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Open nooit de behuizing,
om gevaar voor
elektrische schokken te
vermijden. Laat reparaties
aan de erkende vakhandel
over.
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in de
tuner/versterker terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in gebruik
te nemen.
Stroomvoorziening
• Controleer voor het aansluiten van de
tuner/versterker eerst of de
bedrijfspanning ervan wel overeenkomt
met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat aangegeven op
het naamplaatje aan de onderzijde van
het apparaat.
• Zolang het netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, blijft er spanning op het
apparaat staan, zelfs nadat het apparaat
is uitgeschakeld.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact wanneer u denkt de tuner/
versterker geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopcontact te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken; trek
nooit aan het snoer.
• Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
Bediening
Alvorens u enige aansluiting op de tuner/
versterker maakt, schakelt u eerst het
apparaat uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Reiniging
Gebruik voor het reinigen van de ombouw,
het voorpaneel en de bedieningsorganen
een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige
stoffen zoals spiritus of benzine.
De batterij in de afstandsbediening
vervangen
Trek de batterijhouder uit de
afstandsbediening en plaats er een nieuwe
CR2025 lithiumbatterij in, met de + kant
boven. Schuif dan de batterijhouder weer
in de afstandsbediening.
CR2025
lithiumbatterij
1
2
1 Indrukken.
2 Uitschuiven.
Opstelling
• Plaats het apparaat niet in een gesloten
ruimte, zoals een boekenrek of
ingebouwde kast.
• Zet de tuner/versterker op een goed
geventileerde plaats, met rondom vrije
luchtdoorstroming, om oververhitting
van de inwendige onderdelen te
voorkomen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet in de
buurt van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische trillingen
of schokken.
• Een naamplaatje met de voornaamste
gegevens bevindt zich aan de onderkant
van het apparaat.
WAARSCHUWING
Bij onjuiste vervanging van de batterij zou
deze kunnen ontploffen. Vervang de
batterij slechts door een van hetzelfde of
een gelijkwaardig type, zoals aanbevolen
door de fabrikant. Gooi lege of gebruikte
batterijen niet met het huisvuil weg, maar
lever ze in als klein chemisch afval.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met de tuner/versterker
hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
NL
2
Omtrent deze handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het
model STR-LSA1.
INHOUDSOPGAVE
Aansluiten van uw stereo-
Algemene opzet
• De aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening
met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt
echter ook de toetsen van de afstandsbediening
gebruiken met dezelfde of soortgelijke namen als die op
de tuner/versterker; waar de namen verschillen, wordt
die op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld.
Bijvoorbeeld: Draai aan de VOLUME knop (of druk
enkele malen op de VOL +/– toetsen van de
afstandsbediening).
• In deze gebruiksaanwijzing zult u de onderstaande
symbolen aantreffen:
Z Dit symbool verschijnt bij functies waarvoor u de
afstandsbediening nodig hebt.
z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
installatie4
Uitpakken 4
Aansluiten van de antennes 5
Audio-componenten aansluiten 6
Aansluiten van de luidsprekers 7
Basisbediening8
Voor u de tuner/versterker inschakelt 8
Keuze van de geluidsbron 8
Bedieningsorganen 10
Bedieningsorganen op het voorpaneel 10
Toetsen op de afstandsbediening 12
geluidsbronnen 22
Opnemen 23
Instellen van de helderheid van het
uitleesvenster 23
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie 24
Andere instellingen via het Setup Menu 24
Betreffende het i.LINK systeem 26
Aanvullende informatie28
Verhelpen van storingen 28
Technische gegevens 30
Mededelingen in het uitleesvenster 31
NL
3
Aansluiten van
Uitpakken
uw stereoinstallatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u diverse geluidsbronnen aansluit
op de tuner/versterker. Lees vooral
de relevante paragrafen voor uw
apparatuur alvorens u enig apparaat
op de tuner/versterker gaat
aansluiten.
Controleer of het onderstaande toebehoren compleet bij
de tuner/versterker is meegeleverd.
• AM kaderantenne (1)
• Afstandsbediening (1)
Voor het gebruik van de bijgeleverde
afstandsbediening
Bij aflevering is er al een batterij in de afstandsbediening
aanwezig. Voor u de afstandsbediening kunt gebruiken,
trekt u eerst het plastic isolatievel er uit, zodat de batterij
stroom kan leveren.
Schade door batterijlekkage voorkomen
Verwijder de batterij uit de afstandsbediening wanneer u denkt
deze voorlopig niet te gebruiken; dit om schade door eventuele
batterijlekkage te voorkomen.
z
Wanneer de batterij te vervangen
Onder normale omstandigheden zal de batterij ongeveer 6
maanden meegaan. Als u de tuner/versterker niet langer op
afstand kunt bedienen, vervangt u de batterij door een nieuwe.
Opmerkingen over de lithiumbatterij
• Houd de lithiumbatterij vooral buiten het bereik van kinderen.
Mocht een kind de batterij inslikken, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
• Veeg de batterij voor het aanbrengen schoon met een droog
doekje, om een optimaal contact te verzekeren.
• Let bij het inleggen van de lithiumbatterij goed op de juiste
polariteit van plus en min.
• Pak de batterij nooit met een metalen tang of pincet vast,
aangezien dit kortsluiting van de polen kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Bij misbruik kan de batterij ontploffen.
Niet demonteren, opladen of in het vuur werpen.
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u
begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom
en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Verwissel bij de audio-aansluitsnoeren links en rechts
niet, maar sluit elke gekleurde stekker aan op een
stekkerbus van dezelfde kleur: wit (audio links) op wit
en rood (audio rechts) op rood.
NL
4
Aansluiten van de antennes
Aansluiten van uw stereo-installatie
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
ANALOG IN
RL
i.LINK S200
vv
Antenne-aansluitingen
Verbind demet de
AM kaderantenneAM aansluitklemmen
FM antenne75Ω COAXIAL FM stekkerbus
Aansluiten van een FM antenne
Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een
FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals
hieronder aangegeven.
75
Ω
COAXIAL
FM
U
ANTENNA
+
RL
AM
–
+
IMPEDANCE
–
SPEAKERS
USE 4-16Ω
Na het aansluiten van de antennes
Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag u
de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/versterker
of andere apparatuur zetten.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
75
Ω
U
COAXIAL
FM
ANTENNA
AM
Aardleiding
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
Belangrijk
Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne,
dient deze geaard te worden, ter bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een
gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
NL
5
Audio-componenten aansluiten
Aansluiten van uw stereo-installatie
Cassettedeck
enz.
LINE OUT
LINE OUT
L
L
R
R
L
ANALOG IN
RL
Minidisc-
recorder
enz.*
i.LINK
;
i.LINK S200
vv
Compact disc
speler enz.*
i.LINKi.LINK
;
Vereiste aansluitsnoeren
i.LINK snoeren (niet bijgeleverd)
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
wit (L)wit (L)
rood (R)rood (R)
+
75
Ω
COAXIAL
FM
U
ANTENNA
RL
AM
–
+
IMPEDANCE
–
SPEAKERS
USE 4-16Ω
Het maakt niet uit welk apparaat u op welke i.LINK S200 stekkerbus
*
aansluit.
Stekkerbussen voor het aansluiten van
uw i.LINK componenten
Let op dat er geen metalen voorwerp in een i.LINK S200
stekkerbus terechtkomt, want dat zou kortsluiting en
defecten in de apparatuur kunnen veroorzaken.
Betreffende de los verkrijgbare i.LINK
aansluitsnoeren
Gebruik voor deze aansluitingen altijd Sony i.LINK S200
aansluitsnoeren (4-polig – 4-polig).
i.LINK componenten die geschikt zijn voor
aansluiting op deze tuner/versterker
Op deze tuner/versterker kunt u de volgende i.LINK
componenten aansluiten.
• MDS-LSA1 minidisc-recorder
• CDP-LSA1 compact disc speler
z
Nadere bijzonderheden over het i.LINK aansluitsysteem
Zie de beschrijving onder “Betreffende het i.LINK systeem” op
blz. 26.
Stekkerbussen voor het aansluiten van
andere audio-apparatuur
Sluit eenaan op de
Cassettedeck enz.ANALOG IN stekkerbussen
NL
6
Aansluiten van de luidsprekers
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
Eén per luidspreker
(+)(+)
(–)(–)
ANALOG IN
RL
i.LINK S200
vv
Luidspreker-aansluitingen
Verbind demet de
Luidsprekers (4 tot 16 ohm)SPEAKERS stekkerbussen
Linker
luidspreker (L)
E
+
IMPEDANCE
USE 4-16Ω
–
SPEAKERS
e
75
Ω
COAXIAL
FM
U
ANTENNA
Rechter
luidspreker (R)
E
+
RL
AM
–
e
Zorg dat de gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat ze niet
zover uitsteken dat ze kortsluiting met andere
aansluitpunten kunnen maken.
Aansluiten van uw stereo-installatie
Opmerkingen over het aansluiten van de
luidsprekers
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm van de
isolatie van het snoer en draait u de kerndraden ineen.
Let bij elk snoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit
+ aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden,
zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten
onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen
ontbreken.
• Als u voorluidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte
erg voorzichtig in, om overbelasting van de
luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de luidsprekers te
voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de
tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen,
dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende
aanwijzingen in acht te nemen.
Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere
aansluitklem.
De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken
elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd.
NL
7
Basisbediening
?/1
?/1
i
I
VOLUME
JOG MENU
Voor u de tuner/versterker
inschakelt
Aansluiten van uw stereo-installatie
In dit hoofdstuk wordt de
basisbediening van de tuner/
versterker beschreven.
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u het netsnoer van deze tuner/versterker
aansluit op het stopcontact:
• Sluit eerst de luidsprekers aan op de tuner/versterker
(zie blz. 7).
Sluit ook de netsnoeren van uw audio-apparatuur aan op
een wandstopcontact.
Betreffende de VOLUME regelaar
Om beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen,
draait u eerst de VOLUME regelaar van de tuner/
versterker geheel naar links, voor of vlak na u de tuner/
versterker inschakelt.
Keuze van de geluidsbron
Volg de onderstaande aanwijzingen om de geluidsbron
(weergave-component) te kiezen. Nadat u al uw
apparatuur op de tuner/versterker hebt aangesloten, is
het aanbevolen deze instelling voor elke geluidsbron
eenmaal te maken, om te zien of alles naar behoren werkt.
Instelknop
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat de
naam van een geluidsbron in het uitleesvenster
verschijnt. Draai vervolgens aan de instelknop (of
druk enkele malen op de FUNCTION +/– toetsen
van de afstandsbediening) om in te stellen op een
van de geluidsbronnen (weergave-componenten)
die u hebt aangesloten (zoals de minidisc-recorder
of de compact disc speler).
3 Schakel de gekozen geluidsbron in en start de
weergave ervan.
4 Draai de VOLUME knop naar rechts (of druk enkele
malen op de VOL + toets van de
afstandsbediening) om de geluidssterkte naar
NL
8
wens in te stellen.
z
Controleren welke geluidsbron er wordt weergegeven
Druk op de DISPLAY toets. Als de gekozen geluidsbroncomponent de CDP-LSA1 of de MDS-LSA1 is, licht de
aanduiding “NNnn” enkele seconden lang op in het
uitleesvenster van de gekozen component.
Deze functie is vooral handig om te controleren welk apparaat u
hoort als er twee of meer van dezelfde geluidsbron (bijvoorbeeld
twee CD-spelers) op de tuner/versterker zijn aangesloten.
Overigens werkt deze functie alleen voor Sony componenten. Zie
voor nadere bijzonderheden blz. 24.
z
U kunt de CD-weergave beluisteren tijdens het opnemen van
de CD op een minidisc (alleen met de CDP-LSA1 en de
MDS-LSA1)
Hiervoor hoeft u tijdens het opnemen enkel voor de geluidsbron
de minidisc-recorder te kiezen.
Op deze wijze kunt u echter niet meeluisteren tijdens CDsynchroonopname met hoge snelheid.
z
De LINC tussen de tuner/versterker en de geluidsbron wordt
automatisch gelegd
De tuner/versterker opent automatisch een communicatie-LINC
met het apparaat dat u als geluidsbron kiest. De LINC wordt ook
weer automatisch verbroken wanneer u het apparaat (de tuner/
versterker of de geluidsbron) uitschakelt of wanneer u een
andere geluidsbron kiest die niet via het i.LINK systeem is
verbonden. Zie voor nadere bijzonderheden over “Een LINC
leggen” blz. 27.
Het kiezen of veranderen van de geluidsbron lukt
niet.
, De keuze van een geluidsbron is eventjes niet
mogelijk nadat de aansluiting van een component
is veranderd. (Hierbij geeft het uitleesvenster
“NEW CONNECT” aan.) Er verschijnt “FUNC.
Locked” in het uitleesvenster van de tuner/
versterker wanneer u op dat moment probeert een
geluidsbron te kiezen.
, De geluidsbron is niet om te schakelen terwijl een
component bezig is een “LINC” te leggen met de
tuner/versterker; wanneer bijvoorbeeld de
minidisc-recorder een “LINC”
communicatiekanaal opent met de tuner/
versterker voor het opnemen van een radiouitzending op minidisc. De aanduiding “FUNC.
Locked” verschijnt in het uitleesvenster van de
tuner/versterker wanneer u op dat moment
probeert een geluidsbron te kiezen.
Er zijn nog andere omstandigheden waarbij het
niet mogelijk is een geluidsbron te kiezen. Let in
een dergelijk geval op de foutmelding die in het
uitleesvenster verschijnt en lees dan de uitleg
onder “Mededelingen in het uitleesvenster”
op blz. 31.
Basisbediening
Als u na het volgen van de voorgaande aanwijzingen
geen normale geluidsweergave hoort, neem dan de
onderstaande lijst met controlepunten even door om te
zien hoe u het probleem kunt verhelpen.
Er klinkt geen geluid, ongeacht welke
geluidsbron wordt gekozen.
, Controleer of de tuner/versterker en de
aangesloten apparatuur naar behoren zijn
ingeschakeld.
, Controleer of de volumeregelaar niet helemaal in
de –∞ dB stand staat teruggedraaid.
, Controleer of alle luidsprekersnoer en naar behoren
zijn aangesloten.
, Druk op de MUTING toets van de
afstandsbediening om de geluiddemping uit te
schakelen, zodat het “MUTING” dempingslampje
op de tuner/versterker dooft.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
, Controleer of de stekker(s) van het aansluitsnoer
aan beide zijden, op de tuner/versterker en het
weergave-apparaat zelf, stevig in de stekkerbussen
zijn gestoken.
Eén van de luidsprekers geeft geen geluid.
, Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon
wel goed geluid geeft.
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of
alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide
zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron
zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende luidspreker op de tuner/versterker.
Controleer dan de aansluitingen van de
luidspreker die geen geluid geeft.
De weergave van de linker en rechter
luidsprekers klinkt niet evenwichtig.
, Druk enkele malen op de JOG MENU toets totdat
de aanduiding “Sound Menu” in het uitleesvenster
verschijnt. Draai vervolgens aan de instelknop
totdat de aanduiding “SP. Balance” oplicht en druk
dan op de ENTER toets. Daarna kunt u de balans
van de linker en rechter luidspreker regelen met de
instelknop.
Doet zich een probleem voor dat hierboven niet vermeld
staat, zie dan het hoofdstuk “Verhelpen van storingen” op
blz. 28.
z
Als er een foutmelding in het uitleesvenster verschijnt
Zie het overzicht op blz. 31.
9
NL
Bedieningsorganen
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel en de bijgeleverde
afstandsbediening beschreven.
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
1 Aan/uit-schakelaar (?/1)
Druk hierop om de tuner/versterker aan of uit te
zetten.
Om beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen,
draait u eerst de VOLUME regelaar van de tuner/
versterker geheel naar links, voor of vlak nadat u het
apparaat inschakelt.
Spanningslampje (STANDBY)
Dit licht op wanneer de tuner/versterker is
uitgeschakeld.
2 Afstandsbedieningssensor
Voor gebruik van de bijgeleverde afstandsbediening
richt u die op deze sensor (
3 Sluimerfunctielampje (SLEEP)
Dit licht op bij gebruik van de sluimerfunctie voor
automatisch uitschakelen van de tuner/versterker (zie
blz. 24).
).
10
NL
4 Digitaalbufferlampje (H.A.T.S.)
Dit licht op bij gebruik van de H.A.T.S. (High-quality
digital Audio Transmission System) weergavebuffer
(zie blz. 25).
5 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
Door meermalen indrukken van deze toets kunt u
kiezen welke informatie er in het uitleesvenster
verschijnt, als volgt:
Naam van de geluidsbron
Bij radio-ontvangst via de ingebouwde tuner
Naam van de voorkeurzender
of vaste informatiezendernaam
1) De naam van de geluidsbron of voorkeurzender verschijnt alleen
als u een naam hebt ingevoerd voor de betreffende geluidsbron
(zie blz. 22).
2) Als de naam niet bekend is, wordt de categorie van het apparaat
aangegeven (bijv. “CD” of “MD”). Als ook de categorie niet
bekend is, verschijnt de aanduiding “Unknown”.
3) De vaste zendernaam verschijnt alleen tijdens RDS ontvangst
(zie blz. 18).
Als u op de DISPLAY toets drukt terwijl de Ping
geluidsbron-identificatie is ingeschakeld, dan licht de
aanduiding “N N n n” enkele seconden lang
op in het uitleesvenster van de gekozen component
(zie blz. 25).
v
v
Type geluidsbron
v
v
Afstemfrequentie
1)
2)
1)
3)
A
BECDGFHJKLI
STANDBYSLEEPH.A.T.S
?/1
DISPLAY
NM
6 Uitleesvenster
Hierin wordt allerlei nuttige informatie aangegeven.
7 Afstemband-keuzetoets (BAND/<)
Hiermee kiest u de FM of AM afstemband. Als u op
deze toets drukt terwijl de tuner/versterker nog uit
staat, wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en
afgestemd op de laatst ontvangen radiozender.
Tevens kunt u met deze toets de cursor naar links
verplaatsen bij het invoeren van een zelf gekozen
naam voor een van uw geluidsbronnen of
voorkeurzenders.
8 Afstemfunctie-keuzetoets (TUNE MODE/>)
Na keuze van de ingebouwde tuner kunt u hiermee de
afstemfunctie kiezen. De afstemfunctie wordt als volgt
in het uitleesvenster aangegeven:
Voor gebruik vanDrukt u net zovaak op de TUNE
MODE toets tot u de
aanduiding ziet:
Handmatige afstemmingMANUAL
Automatische afstemming AUTO
GeheugenafstemmingPRESET
Tevens kunt u met deze toets de cursor naar rechts
verplaatsen bij het invoeren van een zelf gekozen
naam voor een van uw geluidsbronnen of
voorkeurzenders.
9 Instelknop
Draai hieraan om in te stellen op een geluidsbron, af te
stemmen op een radiozender, uw voorkeurzenders
vast te leggen, zelf gekozen namen in te voeren of
instellingen te veranderen.
q; Instelfunctie-keuzetoets (JOG MENU)
Druk enkele malen op deze toets om de functie van de
instelknop te kiezen. De functie van de knop wordt als
volgt in het uitleesvenster aangegeven:
TUNE MODEJOG MENU
i
BAND
I
ENTER
VOLUME
MUTING
VoorDrukt u net zovaak op de JOG
MENU toets totdat u in het
uitleesvenster ziet:
Keuze van een geluidsbron De naam van een geluidsbron
Bijregelen van de weergave Het “Sound Menu”
Andere instellingenHet “Setup Menu”
Ontvangst van een radio-
uitzending*
Dit werkt alleen als er al is gekozen voor de ingebouwde tuner.
*
De zendernaam of
afstemfrequentie
Wanneer de naam van een geluidsbron wordt aangegeven
Dan draait u aan de instelknop om in te stellen op de
gewenste geluidsbron.
Wanneer het “Sound Menu” wordt aangegeven
Dan kunt u de instelknop en de ENTER toets gebruiken om
de geluidsweergave bij te regelen (zie blz. 14).
Wanneer het “Setup Menu” wordt aangegeven
Dan kunt u de instelknop en de ENTER toets gebruiken om
voorkeurzenders in het afstemgeheugen vast te leggen (zie
blz. 19), om namen in te voeren voor de vastgelegde zenders
of de aangesloten geluidsbronnen (zie blz. 22) of om andere
instellingen te maken (zie blz. 24).
Wanneer er een zendernaam of afstemfrequentie verschijnt
Dan kunt u de instelknop gebruiken om in te stellen op een
voorkeurzender (zie blz. 20) of om een andere zender te
kiezen met handmatige afstemming (zie blz. 18) of
automatisch afstemming (zie blz. 19).
qa Invoertoets (ENTER)
Druk hierop om een met de instelknop gekozen
instelling vast te leggen.
qs Volumeregelaar (VOLUME)
Na het kiezen van de gewenste geluidsbron draait u
hieraan om de geluidssterkte te regelen.
qd Dempingslampje (MUTING)
Dit lampje licht op wanneer de MUTING
dempingstoets op de bijgeleverde afstandsbediening is
ingedrukt.
Bedieningsorganen
qf Hoofdtelefoon-aansluiting (i)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. Bij het
aansluiten van een hoofdtelefoon wordt de weergave
via de luidsprekers automatisch gedempt.
11
NL
Toetsen op de afstandsbediening
O
N
M
Bedieningsorganen
L
K
J
SHIFT
DISPLAY
FM MODE
SLEEP
TUNER
BAND
PRESET
DIMMER
+–
CD
NX x
.>
MD
N
.>
EQ
+
BASS
–
Xx
+
MID
–
+
TREBLE
–
AQP
RECEIVER
?/1
+
FUNCTION
–
+
VOL
–
MUTING
EQ
BANK
B
C
D
E
F
1 Aan/uit-toets (?/1)
Druk hierop om de tuner/versterker aan of uit te
zetten. Bij uitschakelen van de tuner/versterker gaat
het STANDBY spanningslampje op het voorpaneel
branden.
Om beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen,
draait u eerst de VOLUME regelaar van de tuner/
versterker geheel naar links, voor of vlak nadat u het
apparaat inschakelt.
2 Geluidsbron-keuzetoetsen (FUNCTION +/–)
Druk enkele malen op deze toetsen om in te stellen op
de geluidsbron die u wilt horen.
3 Stereo/mono-keuzetoets (FM MODE)
Als de “STEREO” aanduiding in het uitleesvenster
knippert en de FM stereo uitzending niet erg helder
klinkt, drukt u deze toets in. Dan geeft het
uitleesvenster “MONO” aan en zult u geen stereoeffect meer horen, maar het geluid zal wel beter
klinken.
4 Volumetoetsen (VOL +/–)
Druk op deze toetsen om de geluidssterkte te regelen.
5 Dempingstoets (MUTING)
Druk hierop om het geluid van de tuner/versterker te
dempen. Wanneer het geluid gedempt is, licht het
“MUTING” dempingslampje op de tuner/versterker
op.
H
GI
6 Equalizer-keuzetoets (EQ BANK)
Druk enkele malen op deze toets om een equalizerinstelling uit het geheugen te kiezen.
7 Hogetonen-regeltoetsen (TREBLE +/–)
Na keuze van een vaste equalizer-instelling kunt u
met deze toetsen de hoge tonen naar wens bijregelen.
8 Middentonen-regeltoetsen (MID +/–)
Na keuze van een vaste equalizer-instelling kunt u
met deze toetsen de middentonen naar wens
bijregelen.
9 Lagetonen-regeltoetsen (BASS +/–)
Na keuze van een vaste equalizer-instelling kunt u
met deze toetsen de lage tonen naar wens bijregelen.
12
NL
q; Minidisc-bedieningstoetsen
Met deze toetsen kunt u een Sony minidisc-recorder
bedienen.
Minidisc-weergavetoets (MD N)
Druk hierop om een minidisc weer te geven.
Minidisc-pauzetoets (MD X)
Druk hierop om de minidisc-weergave te pauzeren.
qg Sluimerfunctietoets (SLEEP)
Druk hierop om de tuner/versterker met de
sluimerfunctie automatisch te laten uitschakelen. Bij
gebruik van de sluimerfunctie licht het SLEEP
indicatorlampje op de tuner/versterker op.
qh Lichtdimtoets (DIMMER)
Druk enkele malen op deze toets om de helderheid
van het uitleesvenster naar wens in te stellen.
Minidisc-stoptoets (MD x)
Druk hierop om de minidisc-weergave te stoppen.
Minidisc-zoektoetsen (MD ./>)
Druk hierop om een muziekstuk op de minidisc op te
zoeken.
Opmerking
Deze afstandsbediening verzendt Sony MD1 codes.
qa CD-bedieningstoetsen
Met deze toetsen kunt u de Sony compact disc speler
bedienen die door de tuner/versterker wordt herkend
als “CD1”.
CD-weergavetoets (CD N)
Druk hierop om een compact disc weer te geven.
CD-pauzetoets (CD X)
Druk hierop om de CD-weergave te pauzeren.
CD-stoptoets (CD x)
Druk hierop om de CD-weergave te stoppen.
CD-zoektoetsen (CD ./>)
Druk hierop om een muziekstuk op de compact disc
op te zoeken.
qj Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
Druk enkele malen op deze toets om de gewenste
informatie in het uitleesvenster te zien. Deze toets
heeft dezelfde functie als de DISPLAY toets op de
tuner/versterker zelf (5 op blz. 10).
Bedieningsorganen
Opmerking
Deze afstandsbediening verzendt Sony CD1 codes.
qs Voorkeurzendertoetsen (PRESET +/–)
Druk enkele malen op deze toetsen om af te stemmen
op de gewenste voorkeurzender.
qd Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT)
Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het
afstemgeheugen.
qf Afstemband-keuzetoets (BAND)
Hiermee kiest u de FM of AM afstemband. Als u op
deze toets drukt terwijl de tuner/versterker nog uit
staat, wordt het apparaat automatisch ingeschakeld en
afgestemd op de laatst ontvangen radiozender.
13
NL
Bijregelen van de
Het bijregelen van de geluidsweergave werkt via het
Sound Menu. Voor de diverse instellingen omvat het
Sound Menu de volgende submenu’s:
geluidsweergave
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u via het “Sound Menu” de
equalizer-parameters en de
luidsprekerbalans optimaal kunt
instellen. De bijgeregelde equalizerparameters kunnen in het klankbeeldgeheugen van de tuner/versterker
worden bewaard zodat u ze kunt
blijven gebruiken.
EQ BANK keuze-submenu
Negen verschillende klankbeeldinstellingen in het
geheugen kunnen via dit submenu worden opgeroepen
en geactiveerd. De mogelijkheden EQ1 t/m 5 bieden
plaats aan vijf drie-bands equalizer-instellingen; de
Parametric EQ1 t/m 3 dient voor drie parametrische
equalizer-instellingen; en in EQ FLAT is voor een enkel
vlak verlopend patroon.
EQ Control bijregel-submenu
Na keuze van een van de vijf drie-bands equalizerinstellingen van EQ1 t/m 5 via het EQ BANK submenu,
kunt u de parameters voor de lage, hoge en middentonen
hiervoor aanpassen via het EQ Control submenu.
Dit EQ Control submenu is alleen toegankelijk nadat u
hebt gekozen voor een van de drie-bands equalizerinstellingen (d.w .z. een van de instellingen van EQ1 t/m 5).
EQ Condition controle-submenu
Na keuze van een van de drie parametrische equalizerinstellingen van Parametric EQ1 t/m 3 of de EQ FLAT
instelling via het EQ BANK submenu, kunt u het niveau,
de frequentie en de filterhelling (alleen voor de
middentonen) controleren voor elke instelband.
Dit EQ Condition submenu is alleen toegankelijk nadat u
hebt gekozen voor een van de parametrische equalizerinstellingen (d.w.z. een van de instellingen van Parametric
EQ1 t/m 3 of de EQ FLAT instelling).
U kunt echter de parameters met deze tuner/versterker
alleen controleren, dus niet wijzigen. De parametrische
equalizer-instellingen zijn alleen te wijzigen via een
personal computer e.d. die is aangesloten via het i.LINK
bedieningsnetwerk.
14
NL
EQ Memory geheugenopslag-submenu
Nadat u de parameters voor de lage, hoge en
middentonen hebt bijgeregeld voor een van de drie-bands
equalizer-instellingen, kunt u deze aangepaste instelling
vastleggen onder een nummer van EQ1 t/m 5, via dit EQ
Memory submenu.
SP. Balance bijregel-submenu
Via dit submenu kunt u de balans van de luidsprekers
bijregelen.
z
Wat is een drie-bands equalizer?
Dit is een toonregeling waarmee u de lage tonen, de
middentonen en de hoge tonen afzonderlijk kunt instellen.
z
Wat is een parametrische equalizer?
Dit is een toonregeling waarmee u niet alleen het niveau van elke
instelband, maar ook de middenfrequentie en het
regelfrequentiebereik ervan kunt bijstellen, voor de lage tonen, de
middentonen en de hoge tonen.
JOG MENU
i
I
?/1
Instelknop
ENTER
Kort overzicht van de toetsen en regelaars
voor het bijregelen van de
geluidsweergave
Instelfunctie-keuzetoets (JOG MENU): Druk enkele
malen op deze toets om het “Sound Menu” te openen.
Instelknop: Na indrukken van de JOG MENU toets
draait u aan deze knop om te kiezen voor het gewenste
submenu, vaste equalizer-instelling of bijregel-parameter.
Invoertoets (ENTER): Druk op deze toets om de keuze
die u met de instelknop hebt gemaakt te bevestigen.
?/1
+
–
+–
NX x
.>
+
N
Xx
MID +/–
BASS +/–
.>
+
–+–+–
–
TREBLE +/–
EQ BANK
Kort overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen voor het
bijregelen van de geluidsweergave
Lagetonen-regeltoetsen (BASS +/–): Na keuze van een
equalizer-instelling kunt u met deze toetsen de lage tonen
naar wens bijregelen.
Middentonen-regeltoetsen (MID +/–): Na keuze van
een equalizer-instelling kunt u met deze toetsen de
middentonen naar wens bijregelen.
Hogetonen-regeltoetsen (TREBLE +/–): Na keuze van
een equalizer-instelling kunt u met deze toetsen de hoge
tonen naar wens bijregelen.
Equalizer-keuzetoets (EQ BANK): Druk enkele malen op
deze toets om een equalizer-instelling uit het geheugen te
kiezen.
Instellen van de klankkleurparameters
Volg de onderstaande aanwijzingen om een
vooringestelde equalizer-instelling uit het geheugen te
kiezen, de parameters ervan bij te regelen, de aangepaste
instelling weer vast te leggen en de luidsprekerbalans bij
te regelen.
Keuze van een equalizer-instelling
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Sound Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “EQ BANK” licht op in het
uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER toets en draai aan de instelknop
om de gewenste equalizer-instelling te kiezen.
De equalizer-instelling die u kiest wordt automatisch
geactiveerd en na enkele seconden verschijnen weer
de normale aanduidingen.
z
U kunt de equalizer-instelling ook kiezen met de
afstandsbediening
Druk enkele malen op de EQ BANK toets.
Bijregelen van de equalizer-parameters
(EQ1 t/m 5)
1 Volg de aanwijzingen van 1 t/m 3 onder “Keuze
van een equalizer-instelling” hierboven om de
equalizer-instelling te kiezen die u wilt bijregelen.
De parameters zijn alleen bij te regelen voor de driebands equalizer-instellingen van EQ1 t/m 5. De
parameters van de Parametric EQ1 t/m 3 instellingen
en EQ FLAT zijn met deze tuner/versterker niet aan te
passen.
2 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Sound Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Draai aan de instelknop totdat er “EQ Control” in
het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “EQ Control” zal niet verschijnen als u
een van de Parametric EQ1 t/m 3 instellingen of de
EQ FLAT instelling hebt gekozen.
Bijregelen van de geluidsweergave
15
NL
Instellen van de klankkleur-parameters
Bijregelen van de geluidsweergave
4 Druk op de ENTER toets en draai aan de instelknop
om in te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
Stel in opVoor bijregelen van de
BASSlage tonen
MIDmiddentonen
TREBLEhoge tonen
5 Druk op de ENTER toets en draai aan de instelknop
om de gekozen parameter naar wens in te stellen.
Elk van de parameters is regelbaar van –10 dB tot +10
dB in stapjes van 1 dB.
6 Als u nog andere parameters wilt instellen,
herhaalt u de stappen 4 en 5.
z
U kunt de klankkleur-parameters ook bijregelen met de
afstandsbediening
Druk op de BASS +/–, MID +/– of TREBLE +/– toetsen.
Controleren van de parametrische
equalizer-instellingen (Parametric EQ1 t/m
3)
1 Volg de aanwijzingen van 1 t/m 3 onder “Keuze
van een equalizer-instelling” op blz. 15 om de
equalizer-instelling te kiezen die u wilt controleren.
De instellingen zijn alleen te controleren voor de
Parametric EQ1 t/m 3 klankkleurpatronen.
2 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Sound Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
Vastleggen van de bijgeregelde
parameters
1 Volg de aanwijzingen van 1 t/m 6 onder
“Bijregelen van de equalizer-parameters” op blz. 15
en deze pagina om de gewenste parameter(s) bij te
regelen.
2 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Sound Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Draai aan de instelknop totdat er “EQ Memory” in
het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
Nu verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding
“Memory to EQX?”. In plaats van de “X” verschijnt
hierbij een nummer van 1 t/m 5, het nummer van het
op dat moment gekozen klankkleurpatroon in het EQ
BANK submenu.
4 Druk op de ENTER toets om de parameter(s) van de
gekozen equalizer-instelling te overschrijven met
uw bijgeregelde parameter(s). Als u deze
oorspronkelijke parameter-instellingen niet wilt
overschrijven, draai dan aan de instelknop om in te
stellen op het nummer van de equalizer-instelling
waar u de bijgeregelde parameter(s) wel wilt
vastleggen en druk dan op de ENTER toets.
De aanduiding “Memorized EQX” wordt enkele
seconden lang in het uitleesvenster aangegeven en
dan verschijnen weer de oorspronkelijke
aanduidingen. In plaats van “X” wordt het nummer
aangegeven van de gekozen equalizer-instelling voor
het vastleggen van de parameter(s).
3 Draai aan de instelknop totdat er “EQ Condition” in
het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “EQ Condition” zal niet verschijnen als
u een van de driebands EQ1 t/m 5 instellingen of EQ
FLAT hebt gekozen.
4 Druk op de ENTER toets en draai aan de instelknop
om in te stellen op de parameter die u wilt
controleren.
Een van de negen parameters verschijnt in het
uitleesvenster. Draai aan de instelknop om in te stellen
op een andere parameter. Na enkele seconden
verschijnen weer de normale aanduidingen.
NL
16
z
U kunt alle equalizer-instellingen terugstellen op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen
Zie de aanwijzingen op blz. 25.
Bijregelen van de luidsprekerbalans
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Sound Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Draai aan de instelknop totdat er “SP. Balance” in
het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
3 Draai aan de instelknop om de luidsprekerbalans
naar wens in te stellen.
Radioontvangst
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u op FM of AM radiozenders
afstemt en hoe u voorkeurzenders in
het geheugen vastlegt.
Met deze tuner/versterker kunt u op radiozenders
afstemmen op de volgende manieren:
Handmatig afstemmen
Door aan de instelknop te draaien kunt u afstemmen op
de gewenste radiozender (zie blz. 18).
Automatische zoekafstemming
Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender niet
kent, kunt u de tuner/versterker alle beschikbare zenders
in uw gebied laten doorzoeken (zie blz. 19).
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de handmatige
afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u
de zender, als die goed klinkt, vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker (zie blz. 19).
Dan kunt u voortaan die zogenoemde voorkeurzender
rechtstreeks kiezen door aan de instelknop te draaien (zie
blz. 20). Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders voor de FM en
AM voorinstellen.
RDS informatiezenders
Met deze tuner/versterker kunt u ook gebruik maken van
de RDS functies van het Radio Data Systeem, waarmee
radiozenders naast de gewone uitzendingen allerlei
nuttige informatie doorgeven. Op deze tuner/versterker
kan van deze informatie alleen de zendernaam in het
uitleesvenster worden aangegeven.
Overigens zenden alleen FM radiozenders deze RDS
informatie uit.
*
Radio-ontvangst
Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle
*
RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de
plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke
radiozenders.
Alvorens u begint, dient u te zorgen dat:
• Er een FM en een AM antenne op de tuner/versterker
zijn aangesloten (zie blz. 5).
JOG MENUTUNE MODE
i
I
?/1
BAND
Instelknop
Kort overzicht van de toetsen en regelaars
op de tuner/versterker zelf die dienen
voor de radio-afstemming
Afstemfunctie-keuzetoets (TUNE MODE): Druk hierop
om de afstemfunctie te kiezen.
Instelfunctie-keuzetoets (JOG MENU): Druk hierop om
de functie van de instelknop te kiezen.
17
NL
Afstemband-keuzetoets (BAND): Druk hierop om de
FM of AM afstemband te kiezen.
Instelknop: Draai hieraan om in te stellen op radioontvangst, om handmatig of automatisch op een zender af
te stemmen of om een voorkeurzender te kiezen.
BAND
PRESET +/–
+–
NX x
.>
N
Xx
.>
+
–+–+–
?/1
+
–
+
–
FM MODESHIFT
FUNCTION +/–
Kort overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen voor de radioafstemming
Handmatig afstemmen
Zie voor nadere bijzonderheden over de toetsen en
regelaars in dit hoofdstuk de beschrijvingen onder “Kort
overzicht van de toetsen en regelaars op de tuner/
versterker zelf die dienen voor de radio-afstemming” op
blz. 17 en “Kort overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen voor de radio-afstemming” op
deze pagina.
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
een geluidsbron in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
2 Draai aan de instelknop totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
Nu wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
Voorkeurzendertoetsen (PRESET +/–): Druk hierop om
een voorkeurzender te kiezen.
Radio-ontvangst
Afstemband-keuzetoets (BAND): Druk hierop om de
FM of AM afstemband te kiezen.
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT): Druk hierop om
een geheugenpagina (A, B of C) te kiezen voor het
vastleggen van radiozenders of het afstemmen op een al
eerder vastgelegde voorkeurzender.
Geluidsbron-keuzetoetsen (FUNCTION +/–): Druk
enkele malen hierop om in te stellen op de tuner voor
radio-ontvangst.
Stereo/mono-keuzetoets (FM MODE): Als de
“STEREO” aanduiding in het uitleesvenster knippert en
de FM stereo uitzending niet erg helder klinkt, drukt u
deze toets in. Dan geeft het uitleesvenster “MONO” aan
en zult u geen stereo-effect meer horen, maar het geluid
zal wel beter klinken.
Opmerking
Als het uitleesvenster “MONO” aangeeft terwijl de FM
uitzending wel duidelijk wordt ontvangen, drukt u dan op deze
toets zodat de “MONO” aanduiding dooft.
z
Bij afstemmen op een zender die RDS informatie uitzendt
Dan verschijnt de vaste zendernaam in het uitleesvenster.
Opmerkingen
• De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn,
als de zender waarop u hebt afgestemd niet duidelijk
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
• Als u de stekker van de tuner/versterker uit het
stopcontact trekt, kunnen de RDS zendernamen niet
altijd goed worden onthouden. Om dit te voorkomen,
legt u de RDS zenders vast als voorkeurzenders (zie blz.
19).
3 Druk op de BAND toets om de FM of AM
afstemband te kiezen.
4 Druk enkele malen op de TUNE MODE toets totdat
er “MANUAL” in het uitleesvenster verschijnt.
5 Draai aan de instelknop.
Draai de instelknop naar rechts om af te stemmen op
een hogere frequentie. Draai de knop naar links om af
te stemmen op een lagere frequentie.
Wanneer de tuner het einde van de
afstemband bereikt
Dan gaat het zoeken door in dezelfde richting vanaf
het andere uiteinde van de afstemband.
6 Bij het afstemmen op een AM radiozender stelt u
de AM kaderantenne zo op dat de ontvangst
optimaal klinkt.
7 Herhaal de stappen 3 t/m 6 als u op een andere
zender wilt afstemmen.
z
U kunt direct overschakelen naar de tuner voor radio-
ontvangst
Druk op de BAND toets op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. Of druk net zovaak op de FUNCTION +/–
toets van de afstandsbediening totdat het uitleesvenster
“TUNER” aangeeft.
z
Als u probeert nauwkeuriger af te stemmen dan mogelijk is
voor de betreffende afstemschaal
Dan zult u niet de preciese frequentie kunnen vinden. Deze
tuner/versterker houdt bij de afstemming de volgende
afstemintervallen aan:
FM: 50 kHz
AM: 9 kHz
18
NL
Automatische afstemming
Geheugenafstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de toetsen en
regelaars in dit hoofdstuk de beschrijvingen onder “Kort
overzicht van de toetsen en regelaars op de tuner/
versterker zelf die dienen voor de radio-afstemming” op
blz. 17 en “Kort overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen voor de radio-afstemming” op
blz. 18.
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
een geluidsbron in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
2 Draai aan de instelknop totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
Nu wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
3 Druk op de BAND toets om de FM of AM
afstemband te kiezen.
4 Druk enkele malen op de TUNE MODE toets totdat
er “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.
5 Draai aan de instelknop.
Als u de instelknop naar rechts draait, doorzoekt de
tuner/versterker de afstemband van laag naar hoog;
als u de knop naar links draait, wordt de afstemband
doorzocht van hoog naar laag.
Wanneer de tuner het einde van de
afstemband bereikt
Dan gaat het zoeken door in dezelfde richting vanaf
het andere uiteinde van de afstemband.
De tuner/versterker stopt met zoeken zodra er een
radiozender duidelijk wordt ontvangen.
6 Om door te gaan met zoeken, draait u weer aan de
instelknop.
Zie voor nadere bijzonderheden over de toetsen en
regelaars in dit hoofdstuk de beschrijvingen onder “Kort
overzicht van de toetsen en regelaars op de tuner/
versterker zelf die dienen voor de radio-afstemming” op
blz. 17 en “Kort overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen voor de radio-afstemming” op
blz. 18.
Alvorens u kunt afstemmen op voorkeurzenders, zult u
deze eerst in het afstemgeheugen moeten vastleggen
volgens de onderstaande aanwijzingen voor het
“Voorinstellen van radiozenders”.
Voorinstellen van radiozenders
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
een geluidsbron in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
2 Draai aan de instelknop totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
Nu wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
3 Stem af op de radiozender die u wilt vastleggen,
volgens de aanwijzingen voor Handmatig
afstemmen of Automatische afstemming (op blz.
18, resp. deze pagina).
4 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
“Setup Menu” in het uitleesvenster verschijnt.
5 Draai aan de instelknop totdat er “Preset Memory”
in het uitleesvenster verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
De aanduiding “MEMORY” licht enkele seconden
lang op in het uitleesvenster. Volg de aanwijzingen 6
en 7 voordat de “MEMORY” aanduiding dooft.
Radio-ontvangst
z
U kunt direct overschakelen naar de tuner voor radio-
ontvangst
Druk op de BAND toets op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. Of druk net zovaak op de FUNCTION +/–
toets van de afstandsbediening totdat het uitleesvenster
“TUNER” aangeeft.
6 Draai aan de instelknop om de geheugenpagina en
het voorinstelnummer te kiezen.
De letter van de geheugenpagina wordt aangegeven
en het voorinstelnummer knippert. De
geheugenpagina en het voorinstelnummer veranderen
telkens wanneer u aan de instelknop draait, als volgt:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
tC0y...yC2yC1T
19
NL
Geheugenafstemming
Sneller een geheugenpagina kiezen
Druk enkele malen op de SHIFT toets van de
afstandsbediening.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft of het
voorinstelnummer stopt met knipperen voordat u de
gewenste geheugenpagina en het voorinstelnummer
hebt gekozen, begin dan opnieuw vanaf stap 4.
7 Druk op de ENTER toets om de gekozen zender
vast te leggen.
8 Herhaal de stappen 3 t/m 7 voor uw andere
voorkeurzenders.
Vervangen van een voorkeurzender door een
andere
Volg de aanwijzingen van 1 t/m 7 om een nieuwe zender
vast te leggen onder hetzelfde voorinstelnummer.
Radio-ontvangst
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
1 Druk net zovaak op de JOG MENU toets totdat er
een geluidsbron in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
2 Draai aan de instelknop totdat er “TUNER” in het
uitleesvenster verschijnt.
Nu wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
3 Druk enkele malen op de TUNE MODE toets totdat
er “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Draai aan de instelknop om de gewenste
voorkeurzender te kiezen (of druk enkele malen op
een PRESET +/– toets van de afstandsbediening).
Telkens wanneer u aan de instelknop draait (of op een
PRESET +/– toets van de afstandsbediening drukt),
stemt de tuner/versterker af op de volgende
voorkeurzender, in de onderstaande volgorde:
tA1yA2y...yA0yB1yB2y...yB0T
tC0y...yC2yC1T
Sneller een geheugenpagina kiezen
Druk enkele malen op de SHIFT toets van de
afstandsbediening.
20
NL
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.