Traploos diafragmabereik
A-positie
Traploos diafragma
Automatisch diafragma (functioneert
indien ingesteld op de A-positie)
Technische gegevens
Naam
(modelnaam)
Vergelijkbare
brandpuntsafstand
voor 35-mm
camera's*
1
(mm)
Lensgroepen/
-elementen
Weergavehoek 1*
3
Weergavehoek 2*
3
Minimale
scherpstelling*
4
(m)
Maximale
vergroting (×)
Minimale
f-stop
Filterdiameter
(mm)
Afmetingen
(maximale
diameter ×
hoogte) (mm)
Gewicht (g)
135mm
F2.8 [T4.5] STF
(SAL135F28)
202,5 6-8*
2
18° 12° 0,87 0,25
f/31
(T/32)
72 Ongeveer 80×99
Ongeveer
730
*
1
De waarde voor vergelijkbare brandpuntsafstand voor 35-mm camera's is gebaseerd op digitale spiegelrefl excamera's met een beeldsensor van APS-C-formaat.
*
2
Inclusief optisch diffractie-element (1-2)
*
3
De waarde voor weergavehoek 1 is gebaseerd op 35-mm camera's en de waarde voor weergavehoek 2 is gebaseerd op digitale spiegelrefl excamera's met een beeldsensor van APS-C-formaat.
*
4
Minimale scherpstelling is de kleinste afstand vanaf de beeldsensor tot het onderwerp.
Bijgeleverde onderdelen: Lens (1), Voorste lensdop (1), Achterste lensdop (1), Lenskap (1), Exclusieve draagtas (1), Handleiding en documentatie
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving.
is een handelsmerk van Sony Corporation.
Diafragma
Deze lens beschikt over twee diafragma-instellingen: A-positie en een traploze
diafragmaregeling. Gebruik de diafragmaring om te schakelen tussen de twee
instellingen. T No. wordt gebruikt voor zowel aanduidingen als regelingen op de
camera en lens.
De traploze diafragma-instelling gebruiken
Met deze instelling wordt een traploze regeling van het diafragma tussen
T/4,5 - T/6,7 mogelijk gemaakt. Draai de diafragmaring om het gewenste
diafragma in te stellen.
• Dit traploze bereik wordt aanbevolen wanneer een groot diafragma moet worden
gebruikt.
• Stel de camera in op de A-modus of M-modus wanneer u deze instelling gebruikt. (In
de P-modus of scènekeuzefunctie zijn de instellingen gelijk aan die van de A-modus.
In de S-modus zijn de instellingen gelijk aan die van de M-modus.)
• U kunt een kleine klik voelen tussen de markeringen T/4,5, T/5,6 en T/6,7.
• De indexmarkeringen tussen T/4,5 en T/5,6 vertegenwoordigen 1/3 diafragmawaarden.
• Stop-down lichtmeting wordt gebruikt wanneer het traploze diafragma is geselecteerd.
• Wanneer u opneemt, worden de diafragmawaarden gebruikt die zijn ingesteld met de
diafragmaring. Die waarden worden niet nauwkeurig weerspiegeld in de waarden die
worden weergegeven of opgenomen door de camera.
De A-positie gebruiken
Met deze instelling (A-positie) kunt u de lens gebruiken op dezelfde manier als traditionele MF-lenzen (Manual Focus;
handmatige scherpstelling). Stel het diafragma in op de camera.
• Alle belichtingsmodi (P, A, S, M) kunnen worden gebruikt op de camera.
Diafragma-informatie
Deze lens beschikt over twee diafragma's: het traploze diafragma, dat
handmatig wordt geregeld met de diafragmaring, en het automatische
diafragma (A-positie), dat door de camera wordt geregeld. Bij de traploze
diafragma-instelling wordt de nadruk gelegd op de vorm van het diafragma,
die ronder is dan bij het automatische diafragma. Als u een groot diafragma
wilt gebruiken, kunt u het beste het traploze diafragma selecteren.
Scherptediepte (in meter)
Wanneer er op een onderwerp is scherpgesteld, wordt alles op dezelfde afstand scherp weergegeven en wordt alles
binnen een bepaald bereik voor en achter het onderwerp ook scherp weergegeven. Dit wordt scherptediepte genoemd.
De scherptediepte is afhankelijk van de afstand tot het onderwerp en het diafragma dat u hebt gekozen.
T/4,5 T/5,6 T/6,7 T/8 T/11 T/16 T/22 T/32
∞
∞
114,8
∞
97,8
∞
82,3
∞
69,2
∞
49,0
∞
34,7
∞
24,6
∞
17,4
10m
10,91
9,23
11,08
9,11
11,32
8,96
11,61
8,79
12,44
8,37
13,84
7,84
16,48
7,20
22,58
6,46
5m
5,21
4,81
5,24
4,78
5,29
4,74
5,35
4,69
5,51
4,58
5,76
4,42
6,15
4,22
6,80
3,97
3m
3,068
2,935
3,080
2,924
3,096
2,910
3,115
2,894
3,165
2,852
3,239
2,795
3,350
2,719
3,522
2,618
2m
2,027
1,974
2,032
1,969
2,038
1,963
2,046
1,956
2,065
1,939
2,094
1,915
2,135
1,882
2,198
1,837
1,5m
1,514
1,478
1,156
1,484
1,519
1,481
1,523
1,478
1,533
1,469
1,547
1,456
1,567
1,439
1,597
1,415
1,2m
1,028
1,192
1,209
1,191
1,211
1,189
1,213
1,187
1,219
1,182
1,226
1,175
1,238
1,165
1,254
1,151
1,0m
1,005
0,995
1,006
0,994
1,007
0,993
1,008
0,992
1,011
0,989
1,016
0,985
1,023
0,978
1,033
0,970
0,87m
0,873
0,867
0,874
0,866
0,874
0,866
0,875
0,865
0,877
0,863
0,881
0,860
0,885
0,856
0,891
0,850
De scherptediepteschaal en de scherptedieptetabel zijn bedoeld voor 35-mm camera's. De scherptediepte is minder diep
wanneer u digitale spiegelrefl excamera's met een beeldsensor van APS-C-formaat gebruikt.
Belichtingscompensatie
Als de vergroting toeneemt, vermindert de hoeveelheid licht die de beeldsensor bereikt. Dit wordt automatisch
gecompenseerd in alle modi voor automatische belichting of in de modus voor handmatige belichting als de belichting
is aangepast volgens de meterindex van de camera. Als de camera is ingesteld op de stand voor handmatige belichting
en u een losse belichtingsmeter gebruikt of als de camera is ingesteld op de stand voor handmatige belichting en u de
functie voor handmatige bediening van de fl itser (beschikbaar op bepaalde externe fl itsers) gebruikt, past u de belichting
dienovereenkomstig aan.
(Bij het aanpassen van het diafragma betekent +1 bijvoorbeeld het diafragma met 1 extra stop openen.)
Belichtingscorrectie
Vergrotingsverhoudingen
Afstand
Optisch diffractie-element
Intensiteit neemt naar de rand toe
geleidelijk af
Geleidelijk zachter zonder
vormverlies
Intensiteit blijft gelijk Lijn wordt dikker
Over beperking diffractie-effecten
Een speciaal "optisch diffractie-element" bevindt zich in de buurt van het
diafragma van het optische systeem van de lens. Dit speciale optische
element is een soort ND-fi lter dat naar de rand toe geleidelijk dikker
(donkerder) wordt, waardoor de hoeveelheid licht die door de buitenste
rand valt, wordt beperkt. Het diafragma van deze lens wordt aangegeven en
geregeld door de T No.. Deze zorgt voor compensatie van de beperking die
wordt verkregen door het speciale optische diffractie-element. De T No. kan
worden gebruikt op dezelfde manier als de F No. bij een normale lens als de
belichting is vastgesteld.
Principe van verbetering van het defocus-effect
Defocus-effect toepassen op
een stip
Defocus-effect toepassen op een lijn
Deze lens
Theoretisch
ideale
traditionele lens
Beelden waarop het defocus-effect is toegepast, worden weergegeven als wazige stippenclusters. Een lens met
goede compensatie voor aberratie reproduceert de beeldvorm correct, maar kan een onscherp gebied niet vloeiend
onscherp maken. Er kunnen lelijke wazige vlekken verschijnen waardoor een lijn bijvoorbeeld verdubbeld kan
lijken, afhankelijk van de manier waarop de compensatie wordt uitgevoerd. Deze lens gebruikt een speciaal optisch
diffractie-element waarmee een beeld wordt verkregen dat naar de rand toe geleidelijk zachter wordt zonder dat de
kernvorm van het beeld verloren gaat. In andere woorden: er wordt gezorgd voor een zacht en natuurlijk defocuseffect zonder de originele vorm op onnatuurlijke wijze te veranderen.