Sony MZ-R410 User Manual [nl]

3-247-012-51(2)
Portable MiniDisc Recorder
Gebruiksaanwijzing
“WALKMAN” is een geregistreerd handelsmerk va n Sony Corporation voor stereoproducten met hoofdtelefoon. is een
handelsmerk van Son y Corporation.
MZ-R410/R410DPC

WAARSCHUWING

Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand en elektrische schokken te voorkomen.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde ka st.
Bedek de vent i latie van het apparaat niet met een krant, tafelkleed, gordijn, enz. om brand te voorkomen. Plaats geen verlichte kaarsen op het ap paraat.
Om brand en elektr is che schokken te voorkomen, mag u geen v oorwerpen op het apparaat neer zetten die met vloeistoffen zijn gevuld, zoals bloemenvazen.
Afgedankte batterijen dient u mee te geven met het klein chemisch afval. Neem voor meer informatie contact op met de betrokken gem eentelijke dienst.
Let op!
Wanneer u dit apparaat gebruikt in combinatie met optische instrumenten, neemt de kans op oog beschadiging toe.
Informatie
DE VERKOPER IS IN GEEN ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE DIR ECTE OF INDIRECTE SCHADE VAN WELKE AARD DAN OOK, ONGEVALLEN, VERLIEZEN OF ONKOSTEN DIE WORDEN VEROORZAAKT DOOR EEN DEFECT APP ARAAT OF DOOR HET GEBRUIK VAN WELK PRODUCT DAN OOK.
De CE-markeri ng is alleen geldig in de landen waar deze wettelijk binden d is , zoals voornamelijk in de EEA-landen (landen van de Europese economische zone).
LET OP! — ONZICHTBARE LASERSTRALING INDIEN GEOPEND
VERMIJD BLOOTSTELLING AAN DE LASERSTRAAL
2
3
Inhoud
De meegeleverde accessoires controleren ..............................................8
De bediening .....................................................9
Voorbereidingen .............................................11
Meteen een MD opnemen!
(Synchroonopname) ........................................13
Meteen een MD afspelen! ...............................17
Verschillende manieren van opnemen ........... 19
Opmerking over digitale en analoge opnamen
(Digitale ingang en analoge ingang) ................................................19
Opnemen in analoge stand (Analoog opnemen) ...................................21
Langdurige opnamen maken (MDLP) ..................................................22
Als u niet wilt dat “LP:” automatisch aan het begin van een
Opnemen met de groepsfunctie (Groepsmodusopname) ......................24
De groepsmodus activeren (Groepsmodusopname) .......................25
Een muziekstuk in een nieuwe groep maken .................................25
Een muziekstuk opnemen in een bestaande groep .........................25
Opnemen zonder bestaand materiaal te overschrijven .........................26
Automatisch muziekstukmarkeringen toevoegen
(Automatische tijdmarkering ) .................. ... .......................... ..........27
Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opnemen) ..........28
De resterende opneemtijd controleren ..................................................30
muziekstuknaam wordt toegevoe gd ......................... .... ...23
4
Verschillende manieren van afspelen ............ 31
De groepsfunctie gebruiken (Groepsmodus) .......................................31
Muziekstukken in een bepaalde groep beluisteren
Groepen selecteren en afspelen (Groepsselectiemodus) ................31
De afspeelstand wijzigen .....................................................................32
Een programma maken (Geprog ra mme e rd afsp el en ) .................... 33
Hoge en lage tonen aanpassen (Digitale geluidsvoorkeuren) .............. 34
De geluidskwaliteit selecteren .......................................................34
De geluidskwaliteit regelen ........................................................... 34
De resterende afspeeltijd en de afspeelpositie controleren .................. 35
(Afspelen in groepsmodus) .............................................31
Opgenomen muziekstukken bewerken .......... 36
Opnamen/opnieuw benoemen .............................................................. 36
Muziekstukken benoemen ............................................................. 36
Muziekstukken opnieuw benoemen ...............................................38
Muziekstukken of groe pen als een nieuwe groep instellen
(Groepsinstelling) ........................................................................... 38
Een groepsinstelling opheffen .............................................................. 40
Opgenomen muziekstukken verplaatsen .............................................. 40
Een muziekstuk naar een andere groep verplaatsen ............................. 41
De groepsvolgorde op een disc wijzigen (Groepen verplaatsen) ......... 42
Een muziekstukmarkering toevoegen .................................................. 42
Een muziekstukmarkering wissen ........................................................ 43
Muziekstukken wissen ................................ .... ... ..................................44
Een muziekstuk wissen ................................ .... .... .......................... 44
De hele disc wissen ........................................................................44
Een groep wissen ...................................... .....................................45
Andere functies .............................................. 46
Uw gehoor beschermen (AVLS) .......................................................... 46
De pieptoon uitschakelen .....................................................................46
De bediening vergrendelen (HOLD) ....................................................47
Stroombronnen ............................................... 48
Gebruiksduur van de batterij ................................................................ 48
5
Aanvullende informatie ..................................49
Voorzorgsmaatregelen ..........................................................................49
Systeembeperkingen .............................................................................51
Verhelpen van storing e n ........................ .... ...................... ... .... ..............53
Meldingen .............................................................................................56
De menu’s .............................................................................................59
Technische gegeve ns ........... ............................................ ... .... ..............64
Toelichting ............................................................................................65
Register .................................................................................................67
6
7

De meegeleverde accessoires controleren

Netspanningsadapter (1)
Digitale PCLink-kit (alleen meegeleverd met de MZ-R410DPC) (1)
Verloopstekker (meegeleverd met de MZ-R410DPC) (1)
Hoofdtelefoon/ oortelefoon (1)•Optische kabel (1)
8

De bediening

q
1
De recorder
2
3
4
5
6
A OPEN-toets B Batterijcompartiment C 5-standenschakelaar
N *(afspelen ) X (pauzeren) x (stoppen) .>, >. (zoeken, AMS)
*De N-toets heeft een voelbare punt.
D
HOLD-schakelaar
E DC IN 3V-aan sluiting F MENU/ENTER-toets G GROUP/CANCEL-toets
7 8
9 q;
qa
qs
qd
f
H END SEARCH-toets I Uitleesvenster J VOL +, – -toets
De VOL +-toets heeft een voelbare punt.
K Gaatje voor handriem
Bevestig uw eigen riem aan dit gaatje.
L LINE IN (OPTICAL)-aansluiting
i (hoofdtelefoon/ oortelefoon)-
M
aansluiting
N REC/T MARK-toets
9
Het uitleesvenster van de recorder
H
AB CDE F G
.
Digital S SLP2
4
1.2
JIMLK N
A MONO-indicatie (mono )
LP-indicatie van afspeelstand
B C Geluidsindicatie D Discindicatie
Geeft aan of de disc draait voor het opnemen, afspelen of bewerken van een MD.
E Niveaumeter
Toont het geluidsvolume van de MD die wordt afgespeel d of opgenomen.
F REC REMAIN/REMAIN (resterende
tijd/muziekstukken)-indicatie Licht op als de resterende tijd van het muziekstuk, de resterende tijd op de MD of het resterende aantal muziekstukken wo rdt weergegeven.
G SYNC (syn chroonopneme n) -i ndicatie H REC-indicatie
Licht op tijdens he t opnemen. Als deze indicatie knippert, staat de recorder in de wachtstand.
I Batterij-indicatie
Toont bij benaderin g de toestand van de batterij.
J Tijdweergave K Indicatie discnaam/naam muziekstuk
Licht op bij het benoemen van een disc of muziekstuk.
L Groepsindicatie
Licht op als de groepsmodus is ingeschakeld.
M Tekenvenster
Toont namen van de disc en muziekstukken, foutmeldingen, nummers van muziekstukken, enz.
N Indicatie afspeelstand
T oont de afspeelstand van de MD.
10

Voorbereidingen

1
Aansluiten op een stroombron.
naar een stopcontact
Netspanningsadapter
De droge batterij gebruiken
Schuif het deksel van het batterijcompartiment om deze te openen.
naar DC IN 3V
Plaats een droge LR6­alkalinebatterij (AA-formaat) met de minuszijde eerst.
Sluit de recorder aan op de meegeleverde netspanningsadapter.
Sluit het deksel.
vervolgd
11
2
De verbindingen maken en de bediening ontgrendelen.
1
Sluit de hoofdtelefoon/oortelefoon aan op i.
Stevig aandrukken.
Voor modellen waarbij een verloopstekker is meegeleverd
Gebruik de verloopstekker als de netspanni ngsa da pte r nie t in he t stopcontact past.
Gebruiksduur van de batterij
Raadpleeg “Gebrui ksduur van de batterij” (pagina 48) voor meer informatie.
Sony LR6 droge alkalinebatterij (AA -formaat)
Tijdens het opnemen 8 13 19 Tijdens het afspele n 37 46 51
SP-stereo LP2-stereo LP4-stereo
naar i
2
Schuif HOLD in de tegengestelde richting van de pijl op de recorder (HOLD.) om de bediening te ontgrendelen.
HOLD
(Eenheid: geschatte uren)
12

Meteen een MD opnemen! (Synchroonopname)

In deze sectie vindt u informatie over de basisprocedure voor het maken van digitale opnamen met een optische kabel die op een cd­speler, digitale tv of andere digitale apparatuur is aangesloten. (Zie “Opmerking over digitaal opnemen” (pagina 65) voor meer informatie.) Tijdens synchroonopnamen wordt de recorder synchroon met de geluidsbron gestopt en gestart. Als er muziekstukmarkeringen voorkomen in de geluidsbron, worden deze meegekopieerd. We raden u aan om tijdens het opnemen gebruik te maken va n de netspanningsadapter.
Als u opnamen van een an al oge bron zoals een ca ssettedeck of radio w ilt maken t “Opnemen in anal oge stand (Analoog opnemen)” (p agi na 21). Als u opnamen in gr oepsmodus wilt maken t “Opnemen met de groepsfunctie (Groepsmodusopname)” (pagina 24).
1
1
Plaats een MD.
(Gebruik een onbespeelde MD voor opnamen)
Druk op OPEN om het deksel te openen.
2
Plaats een MD met het label naar boven en druk op de klep om deze te sluiten.
Zorg dat het beveiligingsnokje tegen opnamen is gesloten.
vervolgd
13
2
Aansluitingen.
(Sluit de kabels stevig en volledig aan op de daarvoor bestemde aansluitingen)
CD-speler, MD­speler, DVD­speler enz.
naar een stop­contact
naar DC IN 3V
3
1
Een MD opnemen.
.>,
.
>
, N, X
x
MENU/ ENTER
Zorg dat de recorder gestopt is en druk op MENU.
De menu-items verschijn en in het uitleesvenster.
Netspanningsadapter
,
END SEARCH
REC
naar LINE IN (OPTICAL)
2
3
4
5
naar een digitale (optische) uitgang
Optische kabel
Druk enkele malen op > of . totdat “SYNC-R” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens op ENTER.
Druk enkele malen op > of . totdat “ON” op het uitleesvenster knippert en druk vervolgens op ENTER.
Druk op N terwijl u REC ingedrukt houdt.
De recorder pauzeert en staat stand-by voor opn a m en.
Speel de bron af waarvan u een opname wilt maken.
De recorder begint automatisch met opnemen zodra deze het afgespe el de geluid ontvangt.
14
Druk op x om de opname te beëindigen.
Als u op x hebt gedrukt om te stoppen, schakelt de recorder na ca. 10 seconden automatisch uit (bij gebruik van de droge batterij) of na ca. 3 minuten (bij gebruik van de netspannings ad apt e r).
Synchroonopnemen annuleren
Druk enkele malen op > of . totdat “OFF” op het uitleesvenster knippert in stap 3 en druk vervolgens op ENTER.
Opmerking
Als u opnamen op een eerder gebruikte disc maakt, is de recorder standaard zodanig ingesteld dat de gehele inhoud van de disc wordt oversc hreven. Als u de opname na de bestaande inhoud wilt starten, voert u procedure “Opnemen zonder bestaand materiaal te overschrijven” (pagina 26) uit voordat u doorgaat met stap 3, “Een MD opnemen. ” (pagina 14).
Voor het Druk op
Opnemen va naf het eind van het huidige materiaal
1)
Als “R-Posi” (de beginposi tie van de op name) op “FrHere” is ing estel d, druk t u op END SEARCH en drukt u vervolgens op N terwijl u REC ingedrukt houdt .
1)
Als “R-Posi” op “Fr End” is ingesteld, drukt u op N terwijl u REC ingedrukt houdt.
Opnemen va naf een bepaald punt in de vorige opname
Pauzeren
N, .
1)
vinden en druk op x om te stoppen. Druk vervolgens op
N
X
of > om het startp unt van de opn am e te
terwijl u op REC drukt.
2)
.
Druk nogmaals op X om de opname te he rvatte n.
De MD verwijderen
x
en open het deksel.3) (Het deksel gaat niet open zolang
“Edit” op het uitleesvenster knippert.)
1)
Als “R-Posi” op “Fr End” is ingesteld, starten opnamebewerkingen altijd vanaf het einde van eerder gemaakte opnamen zonder dat u op de END SEARCH-toets hoeft te drukken (pagina 26).
2)
Als u nogmaals op X drukt om na de pauze de opname te hervatten, wordt een nieuw muziekstuk toegevoegd. Hierdoor wordt de rest van het muziekstuk als een nieuw muziekstuk aangeduid.
3)
Als u het deksel opent terwijl “R-Posi” is ingesteld op “FrHere”, begint het opnemen vanaf het begin van de schijf wanneer u opnieuw opnamen maakt. Controleer op het uitleesvenster het startpunt van de opname.
Als het opne m en niet begi nt
Zorg dat de speler niet is vergrendeld (pagina 12, 47).
Zorg dat de MD niet is beveiligd tegen opnemen (pagina 66).
Het is niet mogelijk om op te nemen op voorbespeelde MD’s.
Informatie over de DSP TYPE-R voor ATRAC
“TYPE-R” is een hoogwaardige Sony­technologie die wordt gebruikt in de Digital Signal Processor (DSP), die het hart vormt van het MiniDisc-geluid. Deze tec hnolog ie geeft de MiniDisc-recorder tweemaal zoveel signaal­verwerkingscapaciteit als eerdere MiniDisc Walkman-modellen, met een geluidskwaliteit die bijna net zo goed is als die van MiniDisc­decks. Dit apparaat ondersteunt de “T YPE-R ” ­functie alleen tijdens opnemen of afspelen in de normale stereostand (of i n de mo nostand). Deze functie wordt niet in de MDLP-stand ondersteund.
15
Opmerkingen
Tijdens synchroonopnamen is het niet
mogelijk om de pauzefunctie ha ndmatig in of uit te schakelen. Druk op x om de opname te beëindigen. Wijzig de instelling “SYNC- R” nie t tijdens
het opnemen. De opname kan dan mislukken. Zelfs wanneer de geluidsbron geen
opgenomen geluid meer produceert, kan het zijn dat er tijdens de synchroono pna me nie t automatisch wo rd t ge pauzeerd als gevolg van ruis die door de geluidsbron wordt uitgezonden. Als tijdens een synchroonopna me een stil
gedeelte van ongeveer 2 seconden wordt gedetecteerd, afkomstig van een geluidsbro n anders dan een CD of een MD, wordt er automatisch een muziekstukmarkering toegevoegd op het punt waar het stille gedeelte eindigt. Synchroonopnemen kan niet worden
uitgev oe rd wan neer de aange slot en kabe l geen optische kabel is. Het is niet mogelijk om tijdens het opne m en
de opnamestand te wijzige n. “Saving” of “Edit” knippert te r wijl de
muziekstukgegevens (de begin- en eindpunten van het muziekstuk en de rgelijke) worden opgeslagen. Beweeg de recorder niet en schakel de stroomvoorziening niet uit z ola ng de indicator op het uitleesvenster knippert. Het deksel gaat niet open zolang “Edit” op het
uitleesvenster staat. Als de stroomvoorziening wordt onderbroken
(d.w.z. de batterij wordt verwijderd of raakt leeg, of de netspanningsadapter wordt losgekoppeld) tijdens een opname of een bewerking, of terwijl “E dit” op het uitleesvenster staat, kan het de kse l nie t worden geopend tot de stroomvoorziening is hersteld. U kunt alleen digitale opname n ma ken vanaf
een optische uitgang. Als u opneemt van een draagbare CD-speler,
zet de CD-speler dan in de pauzestand en volg de opnameprocedure op de recorder.
Let op het volgende als u opneemt van een
draagbare CD-speler: —Bij sommige draagbare CD-spelers wordt
het digitale uitvoersignaal uitgeschakeld als de speler niet gebruik maakt van netspanning. Sluit in dat geval de netspanningsadapter aan op de draagb are CD-speler om netspanning als stroombron te gebruiken.
—Bij sommige draagbare CD-spelers wordt
geen optisch signaal uitgevoerd als er een stabiliseerfunc tie (zoals ESP* is ingeschakeld G-PROTECTION). Schakel in dat geval de stabiliseerfunctie uit .
Electronic Shock Protecti on (ele kt r onische
bescherming tegen schokken)
z
Wanneer er tijdens de synchroonopname meer
dan 3 seconden geen geluid (pagina 65) wordt ontvangen, schakelt de recorder automatisch over naar de wachtstand. Zodra de speler weer geluid produceert, hervat de recorder de synchroonopname. Als de record er 5 mi nute n of langer in de wachtstand staat, stop t de recorder automatisch. Als u MDLP-opnamen wilt maken, volg dan
stap 1 t/m 3 van “Langdurige opnamen maken (MDLP)” (pagina 22) om de opnamestand te selecteren, en volg daarna de procedure voor synchroonopnemen. De LINE IN (OPTICAL)-aansluiting is
geschikt voor zowel digitale als analoge invoer. De recorder herkent automatisch het gebruikte kabeltype en schakelt over op digitale of analoge invoer. Het opnameniveau wordt automatisch
ingesteld. Zie “Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opnemen) ” (pagina 28) als u het opnam en iveau handmatig wilt in stellen. Tijdens de opname kunt u het geluid
controleren. Sluit de hoofdte le f oon/ oortelefoon aan op i en pas het volume aan met VOL +, –. Deze instelling heeft geen invloed op het opnameniveau.
16

Meteen een MD afspelen!

1
1
2
1
2
Plaats een MD.
Druk op OPEN om het deksel te openen.
Een MD afspelen.
VOL +, –
N, x, .
Druk op N.
Er wordt een korte pieptoon weergegeven via de hoofdtelefoon/ oortelefoon.
Druk op VOL +, – om het volume te regelen.
Het volumeniveau wordt op het display aangegeven.
,
>, X
2
Plaats een MD met het label naar boven en druk op het deksel om het te sluiten.
Om het afspelen te stoppen, drukt u op x.
Er wordt een lange pieptoon weergegeven via de hoofdtelefoon/oorte le f oon. Als u op x hebt gedrukt, schakelt de recorder na ca. 10 seconden automatisch uit (bij gebruik van de droge batterij) of na ca. 3 minuten (bij gebruik van de netspanningsadapter). Het afspelen begint vanaf het punt waar u het laatst met afspelen bent opgehouden. Als u wilt beginnen met afspelen vanaf het begin van het eerste muziekstuk, houdt u langer ingedrukt.
2 seconden of
N
vervolgd
17
Naar Bediening via de recorder
Zoeken naar het begin van het huidige of een vorig muziekstuk
1)
Druk op .. Druk enkele malen op . totdat u aan het begin van het gewenste muziekstuk bent.
Het begin van het volgende muziekst uk
2)
vinden
Druk eenmaal op >.
Achteruitspoel en tijdens het afspe l en Druk op . en houd deze toet s i ngedrukt. Achteruitspoel en tijdens het afspe l en Druk op > en houd deze toets ingedrukt. Pauzeren Druk op X.
Druk nogmaals op X om het afspelen te hervatten.
De MD verwijderen Druk op x en open het deksel.
1)
Als u tijdens het eerste muziekstuk op de disc tweemaal achtereenvolgens op . drukt, ga at de recorder naar het begin van het laatste muziekstuk op de disc.
2)
Als u tijdens het laatste muziekstuk op de disc op > drukt, gaat de recorder naar het begin van het eerste muziekstuk op de disc.
3)
Zodra u het deksel opent, wordt het startp unt voor afspelen gewijzigd in het begin van he t eer st e muziekstuk.
3)
Als het afspelen niet begint
Zorg dat de speler niet is vergrendeld (pagina 12, 47).
Het overslaan van geluid onderdrukken (G-PROTECTION)
De G-PROTECTION-functie is ontwikkeld om een betere schokbestendigheid te bieden dan de bestaande spelers.
Opmerking
In de volgende gevallen kan het geluid tijdens het afspelen overslaan:
de recorder heeft onafgebroken sterke schokken ondergaan.
er wordt een vuile of bekraste MiniDi s c afgespeeld.
z
De afspeelstand schakelt automatisc h over (stereo, LP2-stereo, LP4-stereo, of mono).
Zie “De groepsfunctie gebruiken (Groepsmodus)” (pagina 31) als u uitsluitend muziekstukken in een bepaalde groep wilt afspelen.
18

Verschillende manieren van opnemen

Opmerking over digitale en analoge opnamen (Digitale ingang en analoge ingang)

De ingang van deze recorder werkt zowel digitaal als analoog. Sluit de recorder aan op een CD-speler of een cassettedeck via de digitale (optische) ingang of analoge (lijn)ingang. Zie “Meteen een MD op nemen! (Synchroo nopname)” (pagina 13) voor het opnemen via de digitale ( optis che ) ing ang, en “ Opne men in anal oge st and ( Anal oog op neme n)” (pa gina21) voor het opnemen via de analoge (lijn)ingang.
Het verschil tussen een digitale (optische) ingang en een analoge (lijn) ingang
Verschil Digitale (optische) ingang Analoge (lijn) ingang
Geschikte bron
Geschikte aansluitkabel
Signaal van de bron
Muziekstuk­markeringen
Opgenomen geluids­niveau
1)
Na het opnemen kunt u overbodige markeringe n wissen (“Een muziekstukmarkering wisse n”, pagina 43).
Apparatuur met een digitale (optische) uitgang (CD-speler, DVD-speler, enz.)
Optische kabel (met een optische stekker of een optische ministekker) (pagina 14)
Digitaal Analoog
W o rd en automatisch gemarkeerd
1)
(gekopieerd)
• op dezelfde positi es als in de bron (als de bron een CD of een MD is).
• als langer dan 2 second en geen signaal (pagina 65) of een zwak signaal wordt doorgegeven (als de bron geen CD of MD is).
• wanneer de recorder pauzeert (3 seconden geen ge lu i d tij dens synchroonopnamen).
Gelijk aan de bron. Kan ook handmat ig wor den geregeld
(Digitale REC-niveauregeling) (“Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opne m en)”, pagina 28).
Apparatuur met ee n analoge (lijn) uitgang (cassettedeck, radio, platensp el er, enz.)
Lijnkabel (met 2 audi os te kkers of een stereoministekker) (pagina 21)
Zelfs als een digitale bron (zoals een CD) is aangesloten, wordt een analoog s ignaal naar de recorder verzonden.
Worden automatisch gemarkeerd
• Als er meer dan 2 seconden geen signaal wordt doorgegeven of bij een leeg segment (pagina 65) of een segment met laag opnameniveau.
• als de recorder pauzeert tijdens het opnemen.
Automatisch geregeld. Kan ook handmatig worden geregeld (“Het opnameniveau met de hand regelen (Handmatig opnemen)”, pagina 28).
19
Opmerking
Muziekstukmarkeringen kunnen foutief worden gekopieerd:
als u via de digitale (optische) inga ng opneemt van bepaalde CD-spelers of CD-wisselaars.
als de bron tijdens het opnemen via de digitale (optische) ingang gebruikmaakt van Shuffle- of
Geprogrammeerd afspelen. Speel in dat geval af in de normale afspeelstand. als u via de digitale (optische) inga ng opnamen maakt van uitzendingen met digit aal geluid (bijv. van
een digitale tv).
20

Opnemen in analoge stand (Analoog opnemen)

Het geluid wordt als een analoog signaal van de aangesloten apparatuur overgebracht, maar digitaal op de disc opgenomen. Als u de recorder w i lt aansluiten op een geluidsbron, heb t u ee n apa rt verkrijgbare lijnkabel nodig. Als u deze kabel aansluit, zorg er dan v oor dat u de stekke rs stevig aandrukt.
CD-speler, cassettedeck, enz.
naar LINE OUT-aansluitingen, enz.
L (wit)
R (rood)
Lijnkabel*
1
Druk op N terwijl u REC ingedrukt houdt.
REC-indicatie licht op het uitlees­venster op en het opnemen begint.
2
Speel de bron af waar u ee n opname van wilt maken.
Zie “Meteen een MD op nemen! (Synchroonopname)” (pagina 13) voor verd ere aanwijzing en met betrekking tot het maken van opnamen.
z
De LINE IN (OPTICAL)-aansluiting is
geschikt voor zowel digitale als analoge invoer. De recorder herkent automatisch het gebruikte kabeltype en schakelt over op digitale of analoge invoer. Als u op X drukt, terwijl u REC ingedrukt
houdt in stap 1 hierboven, schakelt de recorder over op de wachtstand voor opnemen. Druk op
X
om de opname te starten.
Opmerking
Als u een opname wilt onderbreken, drukt u op
X
. Op dat punt wordt een muziekstuk­markering toegevoegd zodra u nogmaals op X drukt om het opnemen te hervatten. De opname wordt voortgezet met een nieuw muziekstuk.
REC
N
Naar LINE IN (OPTICAL)
Gebruik de aansluitkabels zonder een
signaalverzwakker. Gebruik een kabel met stereoministek k ers aan beide zijden om een draagbare CD-speler met een aansluiting voor stereoministekkers aan te sluiten.
21
Loading...
+ 47 hidden pages